Victron energy BlueSolar MPPT 100/30 de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES SE Appendix
1. Algemene beschrijving
1.1 Laadstroom tot 30A en PV-spanning tot 100V
De BlueSolar MPPT 100/30 laadcontroller kan een accu met
een lagere nominale spanning laden vanaf een PV-paneel met
een hogere nominale spanning.
De controller past zich automatisch aan aan een nominale
accuspanning van 12 of 24V.
1.2 Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT)
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend
verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de
energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWM-
laadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPT-
controllers.
1.3 Advanced Maximum Power Point Detection in het geval
van wisselende schaduw
In het geval van wisselende schaduw kan de vermogen-
spanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten
bevatten.
Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP,
hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is.
Het innovatieve BlueSolar-algoritme maximaliseert de
energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten.
1.4 Uitstekend omzettingsrendement
Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer
dan 98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F).
1.5 Uitgebreide elektronische beveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering
bij hoge temperaturen.
Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit.
Beveiliging tegen PV-sperstroom.
2
1.6 Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor
temperatuur.
1.7 Automatische herkenning van de accuspanning
De MPPT 100/30 past zich automatisch aan aan een systeem
van 12V of 24V.
1.8 Flexibel laadalgoritme
Acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een
draaischakelaar gekozen kunnen worden.
1.9 Adaptief drietraps laden
De BlueSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een
drietraps oplaadproces: Bulklading, absorptielading en
druppellading.
1.9.1. Bulklading
Tijdens deze fase levert de controller zo veel mogelijk laadstroom
om de accu's snel op te laden.
1.9.2. Absorptielading
Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt,
schakelt de controller over op de constante spanningsmodus.
Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort
gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verhoogd om
ervoor te zorgen dat de accu opnieuw volledig wordt geladen.
Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom
onder 2 A daalt.
1.9.3. Druppellading
Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op
de accu om deze volledig opgeladen te houden.
1.9.4. Egalisatie
Zie hoofdstuk 3.8.1
1.10 Connectiviteit
Zie paragraaf 3.9 in deze handleiding.
3
EN NL FR DE ES SE Appendix
1.11. Aan/uit op afstand
De MPPT 100/30 kan op afstand worden bestuurd door een
VE.Direct niet-omvormende kabel voor het op afstand in- of
uitschakelen (ASS030550300). De ingang HIGH (Vi > 8V)
schakelt de controller in en de ingang LOW (Vi < 2V, of ‘free
floating) schakelt de controller uit.
1.12 Real time-gegevensweergave op Apple- en Android-
smartphones, -tablets en overige apparaten
VE.Direct Bluetooth Smart dongle en VictronConnect app
vereist: zie par. 3.9
4
2. BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat
belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht
moeten worden genomen.
● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt
geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen.
● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale
normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er
daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in
de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers
toegankelijk gebied.
● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste
bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige omgeving.
● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of
stofexplosies kunnen voordoen.
● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het
product is voor ventilatie.
● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te
waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit
product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de
accufabrikant in acht.
Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse
lichtinval tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken.
Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan.
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
● De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde
zoals beschreven in paragraaf 3.5.
● Degene die het product installeert moet zorgen voor een
trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele
spanning niet op de kabels wordt overgedragen.
● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de
onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de
accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen.
Kans op ontploffing door vonken
Kans op elektrische schok
5
EN NL FR DE ES SE Appendix
3. Installatie
WAARSCHUWING: DC-INGANGSSPANNING NIET GEÏSOLEERD
VAN ACCUCIRCUIT
LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE
MOETEN DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER
EN ACCU BINNEN 5°C LIGGEN
.
3.1. Algemeen
Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de
voedingsklemmen naar omlaag.
● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de
accu (om schade wegens gasvorming van de accu te
voorkomen).
● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv.
omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C)
kan leiden tot een kortere levensduur van de accu.
● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de
accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code,
deel I.
● De accuaansluitingen (en bij de Tr-versie ook PV-
aansluitingen) moeten worden beschermd tegen onbedoeld
contact (bv. installatie in een behuizing).
3.2 Aarding
● Accu-aardingsconfiguratie: de lader kan worden
geconfigureerd als een positief of negatief geaard systeem.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe om
storingen in het systeem te voorkomen.
Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding
is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en
negatieve aansluiting.
● NEC vereist het gebruik van een externe aardlekschakelaar.
Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne
aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem
dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de
aarde op (uitsluitend) een enkele locatie.
● De lader mag niet worden aangesloten op geaarde
zonnepanelen.
6
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN
AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS GEVAARLIJK
ZIJN.
3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze
website)
Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijk-
of wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een
geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
De controller werkt alleen als de PV-spanning de
accuspanning (V
accu
) overschrijdt.
De controller start pas als de PV-spanning V
accu
+ 5V
overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning V
accu
+ 1V
Maximale PV-nullastspanning: 100 V.
De controller kan voor elke PV-configuratie worden gebruikt die
aan de drie bovenstaande voorwaarden voldoet.
Bijvoorbeeld:
12V-accu en mono- of polykristallijne panelen
Minimaal aantal cellen in serie: 36 (12V-paneel).
Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de
controller: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen (4x 12V- of 2x 24V-paneel in serie).
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen
● Minimaal aantal cellen in serie: 72
(2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel).
● Maximum: 144 cellen.
Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een
zonnepaneel met 144 cellen, afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden en de celspecificaties, 100V overschrijden. In
dat geval moet het aantal cellen worden verminderd.
7
EN NL FR DE ES SE Appendix
3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
Ten eerste: sluit de accu aan.
Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde
polariteit warmt de controller op, maar wordt de accu niet
opgeladen).
3.5 Meer over de automatische herkenning van de
accuspanning
De systeemspanning wordt opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen. In geval van een 24V-accu treedt een reset (naar
12V) enkel op als de uitgangsspanning onder 2V daalt en de
spanning bij de PV-ingang 7V overschrijdt. Dit kan gebeuren als
de accu is losgekoppeld voordat de PV-spanning vroeg in de
ochtend weer gaat stijgen. Als de (24V-) accu later gedurende
de dag weer wordt aangesloten, moet de spanning gedurende
10 seconden 17,5V overschrijden voordat de systeemspanning
weer op 24V wordt ingesteld.
De automatische herkenning van de accuspanning kan worden
uitgeschakeld en een vaste 12/24/26V- of 48V-
systeemspanning kan worden ingesteld met de VictronConnect
app (zie par. 3.9): aanbevolen wanneer de batterij vaak wordt
losgekoppeld van de controller.
De controller kan worden gereset door de uitgang kort te sluiten
en gedurende enkele seconden een spanning van meer dan 7V
op de ingang toe te passen (bijvoorbeeld met een kleine
stroomvoorziening of een zonnepaneel). Na de reset stelt de
controller zich automatisch in op het 12V-systeem, of een 24V-
systeem (als een 24V-accu met minstens 17,5V wordt
aangesloten).
8
3.6 Configuratie van de controller
Volledig programmeerbare laadalgoritmes (zie de software
pagina op onze website) en acht voorgeprogrammeerde
algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden:
Pos
Aanbevolen accutype
Absorptie
V
Druppellading
V
Egaliseren
V
@%I
nom
dV/
dT
mV/
°C
0
Gel Victron long life (OPzV)
Gel exide A600 (OPzV)
Gel MK
28,2 27,6
31,8
@8%
-32
1
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls Marine (nat)
Rolls Solar (nat)
28,6 27,6
32,2
@8%
-32
2
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep
discharge
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls Marine (nat)
Rolls Solar (nat)
28,8 27,6
32,4
@8%
-32
3
AGM spiral cell
Vaste buisjesplaat (OPzS)
Rolls AGM
29,4 27,6
33,0
@8%
-32
4
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
29,8 27,6
33,4
@25%
-32
5
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
30,2 27,6
33,8
@25%
-32
6
PzS buisjesplaat-
tractieaccu's of
OpzS accu's
30,6 27,6
34,2
@25%
-32
7
Lithium-ijzerfosfaat-
(LiFePO4
)
accu's
28,4 27,0
n.v.t.
0
Opmerking 1: deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem.
Opmerking 2: Egaliseer normaal uit, zie par. 3.8.1. om te activeren.
9
EN NL FR DE ES SE Appendix
Bij alle modellen met softwareversie V 1.12 of hoger helpt een
binaire LED-code bij het bepalen van de positie van de
draaischakelaar.
Na het wijzigen van de positie van de draaischakelaar,
knipperen de leds 4 seconden lang als volgt:
Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals
onderstaand beschreven.
Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PV-
stroom bij de ingang van de controller beschikbaar is.
3.7 LEDs
LED-aanduiding:
brandt continu
knippert
is uit
Normaal bedrijf
LEDs
Bulk-
lading
Absorptie-
lading
Drup-
pel-
lading
Bulklading (*1)
Absorptielading
Automatische egalisatie (*2)
Druppellading
Opmerking (*1): De LED bulklading knippert kort om de 3
seconden als het systeem wordt gevoed, maar er onvoldoende
vermogen is om op te laden.
Schakelaar-
positie
LED
Bulklading
LED
Abs
LED
Druppellading
Knipper-
frequentie
0
1
1
1
snel
1
0
0
1
langzaam
2
0
1
0
langzaam
3
0
1
1
langzaam
4
1
0
0
langzaam
5
1
0
1
langzaam
6
1
1
0
langzaam
7
1
1
1
langzaam
10
Opmerking (*2): Automatische egalisatie wordt geïntroduceerd in
firmware v1.16
Storingen
LEDs
Bulk-
lading
Absorptie-
lading
Drup-
pel-
lading
Ladertemperatuur te hoog
Overstroom lader
Overspanning acculader
Interne storing (*3)
Opmerking (*3): Bv. kalibratie- en/of instellingsgegevens verloren,
stroomsensorstoring.
3.8 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te
schijnen, een nieuwe laadcyclus.
De maximale duur van de absorptieperiode wordt bepaald door
de accuspanning. Deze wordt net vóór het opstarten van de
acculader in de ochtend gemeten:
Accuspanning Vb (bij het
opstarten)
Maximale absorptietijd
Vb < 23,8V 6u
23,8V < Vb < 24,4V 4u
24,4V < Vb < 25,2V 2u
Vb > 25,2V 1u
(deel de spanningen bij een 12V-systeem door 2)
Als de absorptieperiode wordt onderbroken door een wolk of een
stroomvretende last, wordt het absorptieproces weer hervat als
de absorptiespanning later die dag weer wordt bereikt, tot de
absorptieperiode is voltooid.
De absorptieperiode eindigt ook als de uitgangsstroom van de
zonne-acculader onder minder dan 2Amp daalt. Niet vanwege het
11
EN NL FR DE ES SE Appendix
lage vermogen van het zonnepaneel, maar omdat de accu
volledig wordt opgeladen (staartstroomuitschakeling).
Dit algoritme voorkomt dat de accu als gevolg van dagelijkse
absorptielading wordt overladen als het systeem zonder last of
met een kleine last wordt gebruikt.
3.8.1 Automatische egalisatie
De automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘OFF’
(uit). Met de app Victron Connect (zie par. 3.9) kan deze
instelling worden geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke
dag) en 250 (om de 250 dagen). Als de automatische egalisatie
actief is, wordt de absorptietijd gevolgd door een periode van
constante stroom met beperkte spanning (zie de tabel in par.
3.5). De stroom wordt beperkt tot 8% van de bulkstroom voor
alle VRLA-accu's (Gel of AGM) en sommige natte accu's en tot
25% van de bulkstroom voor alle buisjesplaataccu's en het
gebruikersgedefinieerde accutype. De bulkstroom is de
nominale laderstroom, tenzij u voor een lagere maximum
stroominstelling hebt gekozen.
In het geval van alle VRLA-accu's en sommige natte accu's
(algoritmenummer 0, 1, 2 of 3) stopt de automatische egalisatie
als de spanningslimiet maxV wordt bereikt of nadat t =
(absorptietijd)/8, naargelang wat zich het eerst voordoet.
Bij alle buisjesplaataccu's en het gebruikersgedefinieerde
accutype stopt de automatische egalisatie na
t = (absorptietijd)/2.
Als de automatische egalisatie niet volledig is voltooid binnen
één dag, wordt deze niet de volgende dag hervat. De volgende
egalisatiesessie vindt dan plaats, zoals bepaald door de
daginterval.
3.9 Aansluitbaarheid
3.9.1 De app VictronConnect
Met de app VictronConnect kunnen meerdere parameters worden
aangepast.
De app VictronConnect kan worden gedownload op
http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/
● Bluetooth-dongle vereist bij gebruik van Bluetooth Smart.
● VE.Direct-naar-USB-kabel vereist bij gebruik van een pc.
Zie het witboek over datacommunicatie op onze website.
12
3.9.2 Bewaking
ColorControl-paneel of de MPPT Control, VE.Direct-kabel vereist.
MPPT Control
Color Control
13
EN NL FR DE ES SE Appendix
4. Storingen verhelpen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Lader werkt
niet
Omgekeerde PV-
aansluiting
Sluit PV juist aan
Omgekeerde
accuaansluitingen
Niet vervangbare zekering
doorgebrand.
Retourneer het apparaat naar
VE voor reparatie
De accu
wordt niet
volledig
opgeladen
Slechte
accuverbinding
Controleer accuverbinding
Te hoge
kabelverliezen
Gebruik kabels met een grotere
doorsnede
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (T
omgeving_lader
>
T
omgeving_accu
)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
Enkel voor een 24V-
systeem: foute
systeemspanning
gekozen (12V i.p.v.
24V) door de
laadcontroller
Koppel de PV-installatie en de
accu los, nadat is gecontroleerd
of de accuspanning tenminste
>19V bedraagt en sluit deze
opnieuw aan (eerst de accu)
De accu
wordt
overladen
Een accucel is defect
Vervang de accu
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (T
omgeving_lader
<
T
omgeving_accu
)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
14
5. Specificaties
BlueSolar-laadcontroller MPPT 100/30
Accuspanning
12/24V Auto Select
Maximale accustroom
30A
Nominale PV-stroom, 12V 1a, b)
440W (MPPT-bereik 15V tot 80V)
Nominale PV-stroom, 24V 1a, b)
880W (MPPT-bereik 30V tot 80V)
Max. PV kortsluitstroom 2)
35A
Maximale PV-nullastspanning
100V
Piekefficiëntie
98%
Eigen verbruik
10mA
Laadspanning 'absorptielading'
Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V (regelbaar)
Laadspanning 'egalisatie'
Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V
(regelbaar)
Laadspanning 'druppellading'
Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V (regelbaar)
Laadalgoritme
Meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde
algoritmes)
Temperatuurcompensatie
-16mV / °C resp. -32mV / °C
Beveiliging
Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet
toegankelijk voor gebruiker)
Kortsluiting uitgang / overtemperatuur
Bedrijfstemperatuur
-30 tot +60
(v
Vocht
95%, niet condenserend
Maximale hoogte
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Omgevingsomstandigheden
Binnen type 1, natuurlijk
Verontreinigingsgraad
PD3
Datacommunicatiepoort en aan/uit
op afstand
VE.Direct
Zie het witboek over datacommunicatie op onze website
BEHUIZING
Kleur
Blauw (RAL 5012)
Vermogensklemmen
13mm² / AWG6
Beschermingsklasse
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
Gewicht
1,25kg
Afmetingen (h x b x d)
130 x 186 x 70mm
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN-IEC 62109
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een PV-generator met een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen.

Documenttranscriptie

EN 1. Algemene beschrijving NL 1.1 Laadstroom tot 30A en PV-spanning tot 100V De BlueSolar MPPT 100/30 laadcontroller kan een accu met een lagere nominale spanning laden vanaf een PV-paneel met een hogere nominale spanning. De controller past zich automatisch aan aan een nominale accuspanning van 12 of 24V. FR 1.2 Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT) Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert, verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de energieopbrengst tot 30% in vergelijking met PWMlaadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere MPPTcontrollers. DE ES 1.3 Advanced Maximum Power Point Detection in het geval van wisselende schaduw In het geval van wisselende schaduw kan de vermogenspanningscurve twee of meer maximale vermogenspunten bevatten. Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP, hetgeen mogelijk niet het optimale MPP is. Het innovatieve BlueSolar-algoritme maximaliseert de energieopbrengst altijd door het optimale MPP te benutten. SE Appendix 1.4 Uitstekend omzettingsrendement Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan 98%. Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F). 1.5 Uitgebreide elektronische beveiliging Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij hoge temperaturen. Beveiliging tegen PV-kortsluiting en omgekeerde PV-polariteit. Beveiliging tegen PV-sperstroom. 1 1.6 Interne temperatuursensor Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor temperatuur. 1.7 Automatische herkenning van de accuspanning De MPPT 100/30 past zich automatisch aan aan een systeem van 12V of 24V. 1.8 Flexibel laadalgoritme Acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden. 1.9 Adaptief drietraps laden De BlueSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een drietraps oplaadproces: Bulklading, absorptielading en druppellading. 1.9.1. Bulklading Tijdens deze fase levert de controller zo veel mogelijk laadstroom om de accu's snel op te laden. 1.9.2. Absorptielading Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de controller over op de constante spanningsmodus. Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort gehouden om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verhoogd om ervoor te zorgen dat de accu opnieuw volledig wordt geladen. Daarnaast wordt de absorptietijd ook beëindigd als de laadstroom onder 2 A daalt. 1.9.3. Druppellading Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op de accu om deze volledig opgeladen te houden. 1.9.4. Egalisatie Zie hoofdstuk 3.8.1 1.10 Connectiviteit Zie paragraaf 3.9 in deze handleiding. 2 EN 1.11. Aan/uit op afstand De MPPT 100/30 kan op afstand worden bestuurd door een VE.Direct niet-omvormende kabel voor het op afstand in- of uitschakelen (ASS030550300). De ingang HIGH (Vi > 8V) schakelt de controller in en de ingang LOW (Vi < 2V, of ‘free floating’) schakelt de controller uit. NL FR 1.12 Real time-gegevensweergave op Apple- en Androidsmartphones, -tablets en overige apparaten VE.Direct Bluetooth Smart dongle en VictronConnect app vereist: zie par. 3.9 DE ES SE Appendix 3 2. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht moeten worden genomen. Kans op ontploffing door vonken Kans op elektrische schok ● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen. ● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing. ● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden. ● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers toegankelijk gebied. ● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige omgeving. ● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of stofexplosies kunnen voordoen. ● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie. ● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht. ● Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken. ● Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan. ● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap. ● De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde zoals beschreven in paragraaf 3.5. ● Degene die het product installeert moet zorgen voor een trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele spanning niet op de kabels wordt overgedragen. ● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen. 4 FR 3.1. Algemeen ● Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de voedingsklemmen naar omlaag. ● Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu (om schade wegens gasvorming van de accu te voorkomen). ● Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv. omgevingsomstandigheden accu en lader niet binnen 5°C) kan leiden tot een kortere levensduur van de accu. ● De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de accu-opslagvoorschriften van de Canadese Elektrische Code, deel I. ● De accuaansluitingen (en bij de Tr-versie ook PVaansluitingen) moeten worden beschermd tegen onbedoeld contact (bv. installatie in een behuizing). NL WAARSCHUWING: DC-INGANGSSPANNING NIET GEÏSOLEERD VAN ACCUCIRCUIT LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE MOETEN DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN ACCU BINNEN 5°C LIGGEN. EN 3. Installatie DE ES SE Appendix 3.2 Aarding ● Accu-aardingsconfiguratie: de lader kan worden geconfigureerd als een positief of negatief geaard systeem. Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe om storingen in het systeem te voorkomen. ● Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en negatieve aansluiting. ● NEC vereist het gebruik van een externe aardlekschakelaar. Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne aardlekschakelaar. De negatieve aansluiting van het systeem dient via een aardlekschakelaar te worden verbonden met de aarde op (uitsluitend) een enkele locatie. ● De lader mag niet worden aangesloten op geaarde zonnepanelen. 5 WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS GEVAARLIJK ZIJN. 3.3. PV configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze website) ● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige geleiders in een gebouw of andere constructie. ● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijkof wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar, contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand achterlaat. ● De controller werkt alleen als de PV-spanning de accuspanning (Vaccu) overschrijdt. ● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V ● Maximale PV-nullastspanning: 100 V. De controller kan voor elke PV-configuratie worden gebruikt die aan de drie bovenstaande voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld: 12V-accu en mono- of polykristallijne panelen ● Minimaal aantal cellen in serie: 36 (12V-paneel). ● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie van de controller: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel). ● Maximum: 144 cellen (4x 12V- of 2x 24V-paneel in serie). 24V-accu en mono- of polykristallijne panelen ● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie of 1x 24V-paneel). ● Maximum: 144 cellen. Opmerking: Bij lage temperatuur kan de nullastspanning van een zonnepaneel met 144 cellen, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de celspecificaties, 100V overschrijden. In dat geval moet het aantal cellen worden verminderd. 6 EN NL 3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1) Ten eerste: sluit de accu aan. Ten tweede: sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller op, maar wordt de accu niet opgeladen). FR 3.5 Meer over de automatische herkenning van de accuspanning De systeemspanning wordt opgeslagen in het niet-vluchtige geheugen. In geval van een 24V-accu treedt een reset (naar 12V) enkel op als de uitgangsspanning onder 2V daalt en de spanning bij de PV-ingang 7V overschrijdt. Dit kan gebeuren als de accu is losgekoppeld voordat de PV-spanning vroeg in de ochtend weer gaat stijgen. Als de (24V-) accu later gedurende de dag weer wordt aangesloten, moet de spanning gedurende 10 seconden 17,5V overschrijden voordat de systeemspanning weer op 24V wordt ingesteld. DE ES SE De automatische herkenning van de accuspanning kan worden uitgeschakeld en een vaste 12/24/26V- of 48Vsysteemspanning kan worden ingesteld met de VictronConnect app (zie par. 3.9): aanbevolen wanneer de batterij vaak wordt losgekoppeld van de controller. Appendix De controller kan worden gereset door de uitgang kort te sluiten en gedurende enkele seconden een spanning van meer dan 7V op de ingang toe te passen (bijvoorbeeld met een kleine stroomvoorziening of een zonnepaneel). Na de reset stelt de controller zich automatisch in op het 12V-systeem, of een 24Vsysteem (als een 24V-accu met minstens 17,5V wordt aangesloten). 7 3.6 Configuratie van de controller Volledig programmeerbare laadalgoritmes (zie de software pagina op onze website) en acht voorgeprogrammeerde algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden: Pos Aanbevolen accutype 0 Gel Victron long life (OPzV) Gel exide A600 (OPzV) Gel MK 1 Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls Marine (nat) Rolls Solar (nat) Fabrieksinstelling Gel Victron deep discharge Gel Exide A200 AGM Victron deep discharge Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls Marine (nat) Rolls Solar (nat) 2 Egaliseren V @%Inom dV/ dT mV/ °C Absorptie V Druppellading V 28,2 27,6 31,8 @8% -32 28,6 27,6 32,2 @8% -32 28,8 27,6 32,4 @8% -32 3 AGM spiral cell Vaste buisjesplaat (OPzS) Rolls AGM 29,4 27,6 33,0 @8% -32 4 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 29,8 27,6 33,4 @25% -32 5 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 30,2 27,6 33,8 @25% -32 6 PzS buisjesplaattractieaccu's of OpzS accu's 30,6 27,6 34,2 @25% -32 28,4 27,0 n.v.t. 0 7 Lithium-ijzerfosfaat(LiFePO4) accu's Opmerking 1: deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem. Opmerking 2: Egaliseer normaal uit, zie par. 3.8.1. om te activeren. 8 EN Bij alle modellen met softwareversie V 1.12 of hoger helpt een binaire LED-code bij het bepalen van de positie van de draaischakelaar. Na het wijzigen van de positie van de draaischakelaar, knipperen de leds 4 seconden lang als volgt: NL LED Abs 1 0 1 1 0 0 1 1 LED Druppellading 1 1 0 1 0 1 0 1 Knipperfrequentie snel langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam langzaam DE LED Bulklading 1 0 0 0 1 1 1 1 FR Schakelaarpositie 0 1 2 3 4 5 6 7 Daarna wordt de normale weergave weer hervat, zoals onderstaand beschreven. ES Opmerking: de knipperfunctie is alleen ingeschakeld als PVstroom bij de ingang van de controller beschikbaar is. SE 3.7 LEDs Appendix LED-aanduiding:  brandt continu  knippert  is uit Normaal bedrijf LEDs Bulklading Absorptielading Druppellading             Opmerking (*1): De LED bulklading knippert kort om de 3 seconden als het systeem wordt gevoed, maar er onvoldoende vermogen is om op te laden. Bulklading (*1) Absorptielading Automatische egalisatie (*2) Druppellading 9 Opmerking (*2): Automatische egalisatie wordt geïntroduceerd in firmware v1.16 Storingen LEDs Bulklading Absorptielading Druppellading             Opmerking (*3): Bv. kalibratie- en/of instellingsgegevens verloren, stroomsensorstoring. Ladertemperatuur te hoog Overstroom lader Overspanning acculader Interne storing (*3) 3.8 Accu-oplaadinformatie De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een nieuwe laadcyclus. De maximale duur van de absorptieperiode wordt bepaald door de accuspanning. Deze wordt net vóór het opstarten van de acculader in de ochtend gemeten: Accuspanning Vb (bij het opstarten) Maximale absorptietijd Vb < 23,8V 6u 23,8V < Vb < 24,4V 4u 24,4V < Vb < 25,2V 2u Vb > 25,2V 1u (deel de spanningen bij een 12V-systeem door 2) Als de absorptieperiode wordt onderbroken door een wolk of een stroomvretende last, wordt het absorptieproces weer hervat als de absorptiespanning later die dag weer wordt bereikt, tot de absorptieperiode is voltooid. De absorptieperiode eindigt ook als de uitgangsstroom van de zonne-acculader onder minder dan 2Amp daalt. Niet vanwege het 10 EN lage vermogen van het zonnepaneel, maar omdat de accu volledig wordt opgeladen (staartstroomuitschakeling). ES SE Appendix 11 DE 3.9 Aansluitbaarheid 3.9.1 De app VictronConnect Met de app VictronConnect kunnen meerdere parameters worden aangepast. De app VictronConnect kan worden gedownload op http://www.victronenergy.nl/support-and-downloads/software/ ● Bluetooth-dongle vereist bij gebruik van Bluetooth Smart. ● VE.Direct-naar-USB-kabel vereist bij gebruik van een pc. Zie het witboek over datacommunicatie op onze website. FR 3.8.1 Automatische egalisatie De automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘OFF’ (uit). Met de app Victron Connect (zie par. 3.9) kan deze instelling worden geconfigureerd met een cijfer tussen 1 (elke dag) en 250 (om de 250 dagen). Als de automatische egalisatie actief is, wordt de absorptietijd gevolgd door een periode van constante stroom met beperkte spanning (zie de tabel in par. 3.5). De stroom wordt beperkt tot 8% van de bulkstroom voor alle VRLA-accu's (Gel of AGM) en sommige natte accu's en tot 25% van de bulkstroom voor alle buisjesplaataccu's en het gebruikersgedefinieerde accutype. De bulkstroom is de nominale laderstroom, tenzij u voor een lagere maximum stroominstelling hebt gekozen. In het geval van alle VRLA-accu's en sommige natte accu's (algoritmenummer 0, 1, 2 of 3) stopt de automatische egalisatie als de spanningslimiet maxV wordt bereikt of nadat t = (absorptietijd)/8, naargelang wat zich het eerst voordoet. Bij alle buisjesplaataccu's en het gebruikersgedefinieerde accutype stopt de automatische egalisatie na t = (absorptietijd)/2. Als de automatische egalisatie niet volledig is voltooid binnen één dag, wordt deze niet de volgende dag hervat. De volgende egalisatiesessie vindt dan plaats, zoals bepaald door de daginterval. NL Dit algoritme voorkomt dat de accu als gevolg van dagelijkse absorptielading wordt overladen als het systeem zonder last of met een kleine last wordt gebruikt. 3.9.2 Bewaking ColorControl-paneel of de MPPT Control, VE.Direct-kabel vereist. MPPT Control Color Control 12 EN 4. Storingen verhelpen Mogelijke oorzaak Oplossing Lader werkt niet Omgekeerde PVaansluiting Sluit PV juist aan Omgekeerde accuaansluitingen Niet vervangbare zekering doorgebrand. Retourneer het apparaat naar VE voor reparatie Slechte accuverbinding Controleer accuverbinding Te hoge kabelverliezen Gebruik kabels met een grotere doorsnede ES Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen acculader en accu (Tomgeving_lader> Tomgeving_accu) Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn SE Enkel voor een 24Vsysteem: foute systeemspanning gekozen (12V i.p.v. 24V) door de laadcontroller Koppel de PV-installatie en de accu los, nadat is gecontroleerd of de accuspanning tenminste >19V bedraagt en sluit deze opnieuw aan (eerst de accu) Een accucel is defect Vervang de accu Groot verschil in omgevingstemperatuur tussen acculader en accu (Tomgeving_lader< Tomgeving_accu) Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voor de lader en de accu gelijk zijn DE 13 Appendix De accu wordt overladen FR De accu wordt niet volledig opgeladen NL Probleem 5. Specificaties BlueSolar-laadcontroller MPPT 100/30 Accuspanning 12/24V Auto Select Maximale accustroom 30A Nominale PV-stroom, 12V 1a, b) 440W (MPPT-bereik 15V tot 80V) Nominale PV-stroom, 24V 1a, b) 880W (MPPT-bereik 30V tot 80V) Max. PV kortsluitstroom 2) 35A Maximale PV-nullastspanning 100V Piekefficiëntie 98% Eigen verbruik 10mA Laadspanning 'absorptielading' Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V (regelbaar) Laadspanning 'egalisatie' Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V (regelbaar) Laadspanning 'druppellading' Laadalgoritme Temperatuurcompensatie Beveiliging Bedrijfstemperatuur Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V (regelbaar) Meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde algoritmes) -16mV / °C resp. -32mV / °C Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk voor gebruiker) Kortsluiting uitgang / overtemperatuur -30 tot +60 ℃ (v Vocht 95%, niet condenserend Maximale hoogte 5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m) Omgevingsomstandigheden Binnen type 1, natuurlijk Verontreinigingsgraad Datacommunicatiepoort en aan/uit op afstand PD3 VE.Direct Zie het witboek over datacommunicatie op onze website BEHUIZING Kleur Blauw (RAL 5012) Vermogensklemmen Beschermingsklasse Gewicht 13mm² / AWG6 IP43 (elektronische componenten) IP 22 (aansluitingsgebied) 1,25kg Afmetingen (h x b x d) 130 x 186 x 70mm NORMEN Veiligheid NEN-EN-IEC 62109 1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen. 1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt. Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V. 2) Een PV-generator met een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen. 14
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Victron energy BlueSolar MPPT 100/30 de handleiding

Type
de handleiding