Documenttranscriptie
1. Algemene beschrijving
Ingang voor aan/uit op afstand
In-/uitschakelen op afstand door een VE.Bus BMS voor het opladen van
lithium-ionaccu's.
FR
Programmeerbaar relais
Kan worden geprogrammeerd (o.a. met een smartphone) om geactiveerd te
worden door een alarm of andere gebeurtenissen.
NL
VE.Direct-poort
Voor een bedrade verbinding met een Color Control, Venus GX, PC of
andere apparaten.
EN
Bluetooth Smart ingebouwd: geen dongle vereist
De draadloze oplossing om de controller in te stellen, te bewaken en te
updaten via Apple- of Android-smartphones, -tablets of andere apparaten.
Optioneel: koppelbaar LC-display
Verwijder hiervoor de rubberen afdichting die de plug aan de voorkant van
de controller beschermt en sluit het display hierop aan.
DE
Ultrasnelle Maximum Power Point Tracking (MPPT)
Vooral als het bewolkt is en de lichtintensiteit voortdurend verandert,
verbetert een ultrasnelle MPPT-controller de energieopbrengst tot 30% in
vergelijking met PWM-laadcontrollers en tot 10% in vergelijking met tragere
MPPT-controllers.
ES
Uitgebreide elektronische beveiliging
Beveiliging tegen overtemperatuur en vermogensvermindering bij hoge
temperaturen.
Bescherming tegen omgekeerde polariteit bij zonnepanelen.
Interne temperatuursensor
Compenseert absorptie- en druppelladingsspanningen voor temperatuur
(bereik 6°C tot 40°C).
1
Appendix
Uitstekend omzettingsrendement
Geen koelventilator. Het maximale rendement bedraagt meer dan 98%.
Volledige uitgangsstroom tot 40°C (104°F).
SE
Advanced Maximum Power Point Detection in het geval van wisselende
schaduw
In het geval van wisselende schaduw kan de vermogen-spanningscurve
twee of meer maximale vermogenspunten bevatten.
Conventionele MPPT's benutten meestal plaatselijke MPP, hetgeen mogelijk
niet het optimale MPP is.
Het innovatieve SmartSolar-algoritme maximaliseert de energieopbrengst
altijd door het optimale MPP te benutten.
Optionele externe spannings- en temperatuursensor
(bereik -20°C tot 50°C)
De Smart Battery Sense is een draadloze batterij spannings- en
temperatuursensor voor Victron MPPT Zonneladers. De Zonnelader gebruikt
deze afmetingen om diens laadparameters te optimaliseren. De
accuraatheid van de gegevens die het doorstuurt zal de doeltreffendheid van
het batterijladen verbeteren en de levensduur van de batterij verlengen.
Als alternatief kan Bluetooth communicatie ingesteld worden tussen een
BMV-712 batterijmonitor met batterijtemperatuursensor en de
zonnelaadcontroller.
Voer, voor meer details, smart networking in in het zoekvakje op onze
website.
Automatische herkenning van de accuspanning
De controllers passen zich slechts een keer automatisch aan aan een
systeem van 12 V, 24 V of 48 V. Als op een later moment een andere
systeemspanning is vereist, moet deze handmatig worden gewijzigd,
bijvoorbeeld met de Bluetooth-app of het optionele LC-display. Een
handmatige instelling is evenssne vereist bij een 36V-systeem.
Flexibel laadalgoritme
Volledig programmeerbaar laadalgoritme en acht voorgeprogrammeerde
algoritmes die met een draaischakelaar gekozen kunnen worden.
Adaptief drietraps laden
De SmartSolar MPPT-laadcontroller is geconfigureerd voor een drietraps
oplaadproces: Bulk, absorptie en druppel.
Een regelmatige egalisatielading kan ook worden geprogrammeerd: zie
hiervoor paragraaf 3.8 in deze handleiding.
Bulk
Tijdens deze fase levert de controller zo veel mogelijk laadstroom om de
accu's snel op te laden.
Absorptie
Als de accuspanning de ingestelde absorptiespanning bereikt, schakelt de
controller over op de constante spanningsmodus.
Als enkel lichte ontladingen optreden, wordt de absorptietijd kort gehouden
om overlading van de accu te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de
absorptietijd automatisch verhoogd om ervoor te zorgen dat de accu
opnieuw volledig wordt geladen. Daarnaast wordt de absorptietijd ook
beëindigd als de laadstroom onder 2A daalt.
Druppel
Tijdens deze fase wordt de druppelladingsspanning toegepast op de accu
om deze volledig opgeladen te houden.
Egalisatie
See paragraaf 3.10
2
NL
Gebruik voor eenvoudig monitoring de MPPT Control; een eenvoudig maar
efficiënt op panel gemonteerd beeldscherm dat alle operationele parameters
toont. Monitoring van het volledige systeem inclusief inloggen op ons online
portaal, VRM, wordt uitgevoerd via het GX Productgamma.
EN
Configuratie en bewaking
Configureer de zonnelaadcontroller met de VictronConnect app.
Beschikbaar voor iOS- & Android-toestellen; evenals voor MacOS- en
Windows-computers. Een accessoire kan vereist zijn; voer victronconnect in
in het zoekvakje op onze website en bekijk de VictronConnect
downloadpagina voor details.
FR
DE
ES
SE
Appendix
Color Control
MPPT Control
3
Venus GX
2. BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN - Deze handleiding bevat
belangrijke aanwijzingen die installatie en onderhoud in acht
moeten worden genomen.
Kans op ontploffing door vonken
Kans op elektrische schok
● Lees deze handleiding zorgvuldig voordat het product wordt
geïnstalleerd en in gebruik wordt genomen.
● Dit product is ontworpen en getest conform de internationale
normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
● Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er
daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in
de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
● Het product mag niet worden gemonteerd in een voor gebruikers
toegankelijk gebied.
● Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste
bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige omgeving.
● Gebruik het product nooit op plaatsen waar zich gas- of
stofexplosies kunnen voordoen.
● Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het
product is voor ventilatie.
● Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen
dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de
veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
● Bescherm de zonne-energiemodules tegen rechtstreekse lichtinval
tijdens de installatie, bv. door deze af te dekken.
● Raak niet geïsoleerde kabeluiteinden nooit aan.
● Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
● De aansluitingen moeten altijd plaatsvinden in de volgorde
zoals beschreven in paragraaf 3.6.
● Degene die het product installeert moet zorgen voor een
trekontlasting voor de accukabels, zodat een eventuele
spanning niet op de kabels wordt overgedragen.
● Naast deze handleiding moet de bedieningshandleiding of de
onderhoudshandleiding een onderhoudshandleiding voor de
accu bevatten die van toepassing is op de gebruikte accutypen.
4
EN
NL
De maximale diameter van de afzonderlijke aders is 0,4 mm/0,125 mm² (0,016
inch/AWG26).
Een 25 mm² kabel dient bijvoorbeeld uit tenminste 196 aders te bestaan
(van klasse 5 of hoger conform VDE 0295, IEC 60228 en BS6360).
Een AWG2-kabel dient tenminste 259/26 aders (259 aders van AWG26) te
hebben.
Maximale bedrijfstemperatuur: ≥ 90°C.
Voorbeeld van een geschikte kabel: klasse 5, ‘Tri-rated’ kabel (heeft drie
goedkeuringen: Amerikaans (UL), Canadees (CSA) en Brits (BS).
In geval van dikkere aders is het contactvlak te klein en zal de
resulterende hoge contactweerstand leiden tot ernstige oververhitting,
met uiteindelijk brand tot gevolg.
FR
DE
ES
● Maximale stroom door een MC4 terminal: 30A
● De aardklem bevindt zich in het bedradingscompartiment en wordt
aangeduid met het onderstaande symbool:
SE
Appendix
5
3. Installatie
WAARSCHUWING: DC-INGANGSSPANNING NIET GEÏSOLEERD VAN
ACCUCIRCUIT
LET OP: VOOR EEN GOEDE TEMPERATUURCOMPENSATIE MOETEN
DE OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN VOOR DE LADER EN ACCU
BINNEN 5°C LIGGEN.
3.1. Algemeen
• Installeer verticaal op een onbrandbaar oppervlak met de voedingsklemmen naar omlaag. Neem voor een optimale koeling een minimale
afstand van 10 cm onder en boven het product in acht.
• Installeer dicht bij de accu maar nooit rechtstreeks boven de accu (om
schade wegens gasvorming van de accu te voorkomen).
• Een slechte interne temperatuurcompensatie (bv. Omgevings
omstandigheden accu en lader niet binnen 5°C) kan leiden tot een kortere
levensduur van de accu.
We adviseren een rechtstreekse spanningsgevoelbron (BMV, Smart
Battery Sense of GX toestel met gedeeld spanningsgevoel) te
gebruiken wanneer grotere temperatuurverschillen of extreme
omgevingstemperatuuromstandigheden te verwachten zijn.
• De installatie van de accu moet plaatsvinden conform de accu-opslag
voorschriften van de Canadese Elektrische Code, deel I.
• De accuaansluitingen (en bij de Tr-versie ook PV-aansluitingen) moeten
worden beschermd tegen onbedoeld contact (installeer deze bv. in een
behuizing of installeer de optionele WireBox).
Tr-modellen: gebruik flexibele meeraderige koperen kabel voor de accu- en
zonnepaneelaansluitingen: zie veiligheidsaanwijzingen.
MC4-modellen: het kan zijn dat er meerdere splitterparen nodig zijn om de
aders van de zonnepanelen parallel te laten lopen. (Maximale stroom door
een MC4 terminal: 30A)
3.2 Aarding
• Aarding van de accu: de lader kan in een positief of negatief geaard
systeem worden geïnstalleerd.
Opmerking: pas een enkele aardingsaansluiting toe om storingen in het
systeem te voorkomen.
• Frame-aarding: Een apart aardingspad voor de frame-aarding
is toegestaan, omdat het is geïsoleerd van de positieve en
negatieve aansluiting.
• De USA National Electrical Code (NEC) vereist het gebruik van een
externe aardlekschakelaar.
Deze MPPT-laders beschikken niet over een interne aardlekschakelaar.
De negatieve aansluiting van het systeem dient via een
aardlekschakelaar te worden verbonden met de aarde op (uitsluitend) een
enkele locatie.
• De oplader mag niet worden aangesloten op geaarde
PV-configuraties. (slechts één aardaansluiting).
6
• De plus en min van de PV-configuratie mag niet worden geaard. Aard het
frame van de PV-panelen om de impact van blikseminslag te
verminderen.
ES
SE
Appendix
7
DE
3.4 Kabelaansluitvolgorde (zie afbeelding 1)
1: sluit de accu aan.
2: sluit, indien nodig, de aan-uit afstandsbediening en het
programmeerbare relais aan.
3: Sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller
op, maar wordt de accu niet opgeladen).
Torsie: 2,4 nm
FR
Opmerking: bij lage temperaturen kan de nullastspanning van een uit 216
cellen bestaand zonnepaneel 150 V overschrijden en de nullastspanning van
een uit 360 cellen bestaand zonnepaneel kan 250 V overschrijden,
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de celspecificaties. In dat
geval moet het aantal cellen worden verminderd.
NL
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen, max. PV-spanning 150V:
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie
of één 24V-paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie
van de controller: 144 cellen (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 216 cellen (6x 12V- of 3x 24V-paneel in serie).
48V-accu en mono- of polykristallijne panelen, max. PV-spanning 250V:
● Minimaal aantal cellen in serie: 144
(4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 360 cellen (10x 12V of 5x 24 paneel in serie).
EN
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN
AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS GEVAARLIJK ZIJN.
3.3 PV-configuratie (zie ook het MPPT-Excel-blad op onze website)
● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijkof wisselspanning, mag niet worden geïnstalleerd in een
geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
● De controllers werken alleen als de PV-spanning de
accuspanning (Vaccu) overschrijdt.
● De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
● Maximale PV-nullastspanning: 150V.
3.5 Aan/uit op afstand
De linker aansluiting is aangesloten op de interne 3,3V-voeding, met een
weerstand in serie als kortsluitingsbeveiliging.
De rechter aansluiting (aangegeven met + of met H) schakelt de controller in
als >3V wordt toegepast en schakelt de controller uit als <2V wordt
toegepast of als de aansluiting "free floating" blijft.
Het aanbevolen gebruik van de "aan-uit op afstand" is:
a. Een schakelaar aangesloten tussen de linker en de rechter aansluiting
b. Een schakelaar aangesloten tussen de accuplusklem en de rechter aansluiting.
c) Een schakelaar tussen de rechter aansluiting en de laadontkoppelingsaansluiting van een
VE.Bus BMS
3.6 Configuratie van de controller met de draaischakelaar
Volledig programmeerbaar laadalgoritme (zie de softwarepagina op onze
website), en acht voorgeprogrammeerde laadalgoritmes die met een
draaischakelaar gekozen kunnen worden:
Pos
0
1
2
3
4
5
6
Aanbevolen accutype
Gel Victron long life (OPzV)
Gel exide A600 (OPzV)
Gel MK
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
Fabrieksinstelling
Gel Victron deep discharge
Gel Exide A200
AGM Victron deep discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
AGM spiraalcelaccu's
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
Rolls AGM
PzS buisjesplaat-tractieaccu's
of OpzS-accu's
PzS buisjesplaat-tractieaccu's
of OpzS-accu's
PzS buisjesplaat-tractieaccu's
of OpzS-accu's
Egaliseren
V
@%Ino
Druppellading
V
28,2
27,6
31,8
@8%
-32
28,6
27,6
32,2
@8%
-32
28,8
27,6
32,4
@8%
-32
29,4
27,6
33,0
@8%
-32
29,8
27,6
33,4
@25%
-32
30,2
27,6
33,8
@25%
-32
30,6
27,6
34,2
@25%
-32
m
Lithium-ijzerfosfaat (LiFePo4)
7
28,4
27,0
n.v.t.
accu's
Opmerking 1: Deel alle waarden door twee in geval van een 12V-systeem en
vermenigvuldig de waarden met twee in geval van een 48V-systeem.
Opmerking 2: Egaliseer normaal uit, zie par. 3.9 om te activeren.
(VRLA Gel en AGM batterijen niet egaliseren)
8
dV/d
T
mV/°
C
Abs.lading
V
0
Opmerking 3: elke wijziging van de instelling die wordt uitgevoerd via de koppelbare LCdisplay of via Bluetooth zal de instelling met de draaischakelaar opheffen. Het draaien aan
de draaischakelaar zal eerdere instellingen opheffen die met de koppelbare LC-display of
via Bluetooth zijn gedaan.
Knipperfrequentie
1
1
0
1
0
1
0
1
Snel
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
Langzaam
DE
LED
druppellading
FR
LED
LED
bulkabsorptielading
lading
0
1
1
1
0
0
2
0
1
3
0
1
4
1
0
5
1
0
6
1
1
7
1
1
paragraaf over de LED-aanduidingen.
Stand
Schakelaar
NL
Daarna keert de normale aanduiding terug, zoals beschreven in de
EN
Een binaire LED code helpt om de stand van de draaischakelaar te bepalen.
Na het wijzigen van de stand van de draaischakelaar gaan de leds 4
seconden lang als volgt knipperen:
ES
3.7 LEDs
LED-aanduiding:
SE
brandt continu
knipperend
uit
Normaal bedrijf
9
Appendix
BulkAbsorptieDruppelLEDs
lading
lading
lading
Laadt niet op (*1)
Bulklading
Absorptielading
Handmatige egalisatie
(knipperend afwisselend)
Automatische egalisatie
Druppellading
Opmerking (*1): De LED bulklading knippert kort om de 3 seconden als het
systeem wordt gevoed, maar er onvoldoende vermogen is om op te laden.
Storingen
Bulklading
LEDs
Absorptielading
Druppellading
Ladertemperatuur te hoog
Overstroom lader
Overspanning acculader of
paneel
VE.Smart-netwerk of BMS
probleem
Interne storing (*2)
Opmerking (*2): Bv. kalibratie- en/of instellingsgegevens verloren,
stroomsensorstoring.
3.8 Accu-oplaadinformatie
De laadcontroller begint elke ochtend, zodra de zon begint te schijnen, een
nieuwe laadcyclus.
Loodzuurbatterijen: standaardmethode om de lengte en het einde van
de absorptie te bepalen
Het laadalgoritmegedrag van MPPT’s verschilt van AC verbonden
batterijladers. Lees dit hoofdstuk van de handleiding zorgvuldig om MPPTgedrag te verstaan en volg steeds de aanbevelingen van uw
batterijproducent.
Standaard wordt de absorptietijd bepaald op stilstaande batterijspanning bij
de start van elke dag, gebaseerd op de volgende tabel:
Batterijspanning Vb
(@start-up)
Vermenigvuldiger
Maximale
absorptietijd
Vb < 11,9V
x1
6u
11,9V < Vb < 12,2V
x 2/3
4u
12,2V < Vb < 12,6V
x 1/3
2u
Vb > 12,6V
x 1/6
1u
(12V waarden, aanpassen voor 24V)
De absorptietijdteller start eens overgeschakeld van bulk naar absorptie.
De MPPT-zonneladers zullen ook absorptive beëindigen en overschakelen
naar druppellader wanneer de batterijstroom onder een lage
stroomdrempellimiet, de ‘staartstroom’, valt.
De standaard staartstroomwaarde bedraagt 2A.
Voor modellen met een laadoutput wordt de stroom op de batterijterminals
gebruikt; en voor de grotere modellen; de stroom op de outputterminals
wordt gebruikt.
10
De standaard instellingen (spanningen, absorptietijdvermenigvuldiger en
staartstroom) kunnen aangepast worden met de Victronconnect app via
Bluetooth of via VE.Direct.
Er zijn twee uitzonderingen op normale werking:
1.
Wanneer gebruikt in een ESS-systeem; het zonneladeralgoritme wordt
uitgeschakeld; en in plaats hiervan volgt het de curve zoals opgelegd
door de omvormer/acculader.
EN
2.
NL
Batterij wordt opgeladen of ontladen voordat zonneladen begint
De automatische absorptietijd is gebaseerd op de opstartbatterijspanning (zie tabel). Deze absorptietijdschatting kan incorrect
zijn wanneer er een bijkomende laadbron (bv. alternator) of lading op
de batterijen is.
Dit is een inherente kwestie in het standaard algoritme. In de meeste
gevallen is het echter nog steeds beter dan een vaste absorptietijd
ongeacht andere laadbronnen of batterijstatus.
Het is mogelijk het standaard absorptietijdalgoritme terzijde te schuiven
door een vaste absorptietijd in te stellen bij het programmeren van de
zonnelaadcontroller. Denk eraan dat dit kan resulteren in het overladen
van uw batterijen. Raadpleeg uw batterijproducent voor aanbevolen
instellingen.
4.
Absorptietijd bepaald door staartstroom
Bij bepaalde toepassingen kan het te prefereren zijn om absorptietijd
die enkel gebaseerd is op staartstroom te beëindigen. Dit kan bereikt
worden door de standaard absorptietijdvermenigvuldiger te verhogen.
(waarschuwing: de staartstroom van lood-zuur batterijen zakt niet naar
nul wanneer de batterijen volledig opgeladen zijn, en deze “resterende”
11
Appendix
3.
SE
Herstarten van het laadproces
Het laadalgoritme zal resetten wanneer laden gedurende een uur
gestopt werd. Dit kan voorvallen wanneer de PV-spanning zakt onder
de batterijspanning vanwege slecht weer, schaduw of iets gelijkaardigs.
ES
2.
DE
Variaties op verwacht gedrag
1.
Pauzeren van de absorptietijdteller
De absorptietijdteller start wanneer de geconfigureerde absorptiespanning
bereikt werd en pauzeert wanneer de outputspanning onder de
geconfigureerde absorptiespanning ligt.
Een voorbeeld van wanneer deze spanningsverlaging kan voorvallen is
wanneer PV-vermogen (vanwege wolken, bomen, bruggen) onvoldoende is
om de batterij te laden en vermogen te geven aan de ladingen.
Wanneer de absorptietimer gepauzeerd wordt, zal de absorptie-led zeer
traag flitsen.
FR
Voor CAN-bus Lithium-batterijen, zoals BYD, vertelt de batterij het
systeem, inclusief de zonnelader, welke laadspanning te gebruiken.
Deze Laadspanningslimiet (CVL) is voor bepaalde batterijen zelfs
dynamisch; wijzigt mettertijd; gebaseerd op bijvoorbeeld maximale
celspanning in het pakket en andere parameters.
staartstroom kan substantieel verhogen wanneer de batterijen ouder
worden).
Standaard instelling, LiFePO4-batterijen
LiFePO4-batterijen moeten niet volledig geladen worden om vroegtijdig
defect te beletten.
De standaard instelling van absorptiespanning bedraagt 14,2V (28,4V).
En de standaard instelling van absorptietijd bedraagt 2 uur.
Standaard instelling druppellader: 13,2V (26,4V).
Deze instellingen zijn aanpasbaar.
Resetten van het laadalgoritme:
De standaard instelling voor herstarten van de laadcyclus is Vbatt < (Vfloat –
0,4V) voor lood-zuur en Vbatt < (Vfloat – 0,1V) voor LiFePO4-batterijen,
gedurende 1 minuut.
(waarden voor 12V-batterijen, vermenigvuldigen met twee voor 24V)
3.9 Automatische egalisatie
Automatische egalisatie staat standaard ingesteld op ‘UIT’. Met de Victron
Connect-app (zie par. 1.9) kan deze instelling worden geconfigureerd met
een cijfer tussen 1 (elke dag) en 250 (eens om de 250 dagen).
Wanneer automatische egalisatie actief is, zal de absorptielading gevolgd
worden door een periode van constante stroom met beperkte spanning. De
stroom wordt beperkt tot 8% of 25% van de bulkstroom. De bulkstroom is de
nominale laderstroom tenzij een lagere maximale stroominstelling werd
gekozen.
Bij het gebruik van een instelling met 8% stroomlimiet eindigt automatische
egalisatie wanneer de spanningslimiet bereikt werd, of na 1 uur, wat er ook
eerst komt.
Andere instellingen: automatische egalisatie eindigt na 4 uur.
Wanneer automatische egalisatie niet binnen één dag volledig voltooid werd,
zal het de volgende dag niet hervatten, de volgende egalisatiesessie zal
plaatsvinden zoals bepaald door de daginterval.
3.10 Koppelbaar LC-display - Live data
Verwijder de rubberen afdichting die de plug aan de voorkant van de
controller beschermt en sluit het display hierop aan. Het display is "hotswappable": dat betekent dat de lader ingeschakeld kan zijn terwijl het
display is aangesloten.
12
De volgende informatie wordt weergegeven als u op de knop "-" drukt
(volgorde zoals weergegeven):
.,, °C/°F
. A
. V
. W
FR
Paneelstroom
Paneelspanning
Paneelvermogen
Waarschuwingsmelding (2)
Storingsmelding (2)
Afstandsbediening (2)
BMS-modus (2)
NL
Ladertemperatuur (1)
Eenheid
A
A
V
W
°C/°F
EN
Weergegeven info
Iconen Segmenten
Accuspanning en laadstroom
.
Acculaadstroom
.
Accuspanning
.
Vermogen acculader
.
Accutemperatuur (1)
.,,
3.11 Koppelbaar LC-display - Geschiedenis
Iconen (1)
Segmenten
.
13
Eenheid
kWh
.
.
.
.
.
V
V
Dag kWh
Dag V
Dag V
Dag
Dag
Weergegeven info
Totaal rendement
Totale storing 0 (meest recent)
Totale storing 1 (getoond indien
beschikbaar)
Totale storing 2 (getoond indien
beschikbaar)
Totale storing 3 (getoond indien
beschikbaar)
Totale max. paneelspanning
Totale max. accuspanning
Dagelijks rendement
Dagelijkse max. accuspanning
Dagelijkse min. accuspanning
Dagelijkse storing 0 (meest recent)
Dagelijkse storing 1 (getoond indien
beschikbaar)
Appendix
Scrolltekst
SE
De laadcontroller volgt meerdere parameters met betrekking tot de
energieopbrengst. Open de geschiedenis door op de knop SELECT te
drukken als u zich in de monitormodus bevindt. Er verschijnt dan een
scrolltekst. Druk op + of – om de verschillende parameters te doorlopen,
zoals in de onderstaande tabel weergegeven. Druk op SELECT om de
scrolltekst te stoppen en de betreffende waarde weer te geven. Druk op + of
– om door de verschillende waarden te bladeren. Bij de dagelijkse items is
het mogelijk om tot 30 dagen geleden terug te gaan (de gegevens worden in
de loop van de tijd beschikbaar), een korte pop-up toont het dagnummer.
Druk op SELECT om het overzichtsmenu te verlaten en terug te keren naar
de monitormodus. U kunt ook op de knop SETUP drukken om terug te keren
naar de scrolltekst.
ES
Door de knop "-" of "+" 4 seconden ingedrukt te houden, wordt de autoscroll-modus geactiveerd. Nu verschijnen alle lcd-schermen een voor een
kort na elkaar. De auto-scroll-modus kan worden beëindigd door even op de
knop "-" of "+" te drukken.
DE
Opmerkingen:
1) Er wordt een geldige temperatuur weergegeven, --- = geen
sensorinformatie of Err = ongeldige sensorgegevens.
2) Deze items zijn alleen zichtbaar, indien deze relevant zijn.
Scrolltekst
Iconen (1)
Segmenten
Eenheid
Dag
Dag
Dag
Dag
Dag
.
.
Dag W
Dag A
Dag V
Weergegeven info
Dagelijkse storing 2 (getoond indien
beschikbaar)
Dagelijkse storing 3 (getoond indien
beschikbaar)
Dagelijkse tijd met bulklading of ESS
(minuten)
Dagelijkse tijd met absorptielading
(minuten)
Dagelijkse tijd met druppellading
(minuten)
Dagelijks max. vermogen
Dagelijkse max. accustroom
Dagelijkse max. paneelspanning
Opmerkingen:
Als de lader niet actief is ('s nachts) worden de symbolen bulklading, absorptielading en
druppellading weergegeven, zoals in de bovenstaande tabel.
Als de lader actief is, wordt maar een symbool weergegeven: het bij de betreffende
laadstatus behorende symbool.
3.12 Koppelbaar LC-display - Setup-menu
a. Om het SETUP-menu te openen, houdt u de SETUP-knop 3 seconden
ingedrukt. Het pictogram "Menu" gaan branden en er verschijnt een
scrolltekst.
b. Druk op de knop "-" of "+" om door de parameters te scrollen.
c. De onderstaande tabel bevat alle parameters in de weergegeven
volgorde, die met de knop "-" aangepast kunnen worden.
d. Druk op de knop SELECT: de te wijzigen parameter begint te knipperen.
e. Kies de gewenste waarde met behulp van de knop "-" of "+".
f. Druk op SELECT om de wijziging te bevestigen, de waarde stopt nu met
knipperen en de wijziging wordt bewaard.
g. Druk op SETUP om terug te keren naar het menu parameters. Nu kunt u
met de knop "-" of "+" naar een andere parameter scrollen om deze te
wijzigen.
h. Om terug te keren naar de normale modus houdt u SETUP 3 seconden
ingedrukt.
Scrolltekst
14
Iconen
Segmenten
Eenheid
,
.-. A
Functie of parameter
Aan/uit-schakelaar
Maximale laadstroom
- V
,- Type
.-.-. V
Systeemspanning
Laadalgoritme (1)
Absorptiespanning (2)
.-.-. V
.-.-. V
Druppelladingsspanning (2)
Egalisatiespanning (2)
,
,
Automatische egalisatie (3)
Handmatige egalisatie (4)
.
,--
.-.-. V
Relaisfunctie (5)
Alarm lage accuspanning instellen
.-.-. V
Alarm lage accuspanning wissen
.-.-. V
Alarm hoge accuspanning
instellen
Alarm hoge accuspanning wissen
.-.-. V
Scrolltekst
Iconen
Segmenten
Eenheid
.-. V
Functie of parameter
.. A
... °C
,
.-.-.
.-.-. h
,
--
,
,
Opmerkingen:
1) Het af fabriek gedefinieerde accutype kan worden geselecteerd met de
draaischakelaar naast de VE.Direct-stekker. Het geselecteerde type zal hier
worden weergegeven. De instelling kan wisselen tussen een af fabriek
gedefinieerd type en "USER" (gebruiker).
2) Deze waarden kunnen ALLEEN worden gewijzigd voor het accutype
"USER". De waarden in de tabel gelden voor een 24V-accu.
3) De automatische egalisatie kan op “OFF” (standaard) worden gezet of op
een getal tussen 1 (elke dag) en 250 (om de 250 dagen). Zie paragraaf 3.8
voor meer informatie over automatische egalisatie.
4) Om de lader in staat te stellen om de accu goed de egaliseren, gebruikt u
de handmatige egalisatie-optie alleen tijdens het absorptie- en druppelladen
en als er voldoende zon is. Druk op de knop SELECT: de tekst "" gaat
knipperen, druk nogmaals op SELECT om de egalisatie te starten. Om de
egalisatiemodus vroegtijdig te stoppen, gaat u naar het setup-menu en
15
Appendix
Achtergrondverlichting schakelt
automatisch uit na 60 sec (8)
Scrollsnelheid tekst
VE.Direct-poort RX-pinmodus (9)
VE.Direct-poort TX-pinmodus (10)
Softwareversie
Reset naar standaardinstellingen
(11)
Geschiedenisreset (12)
Vergrendelingsinstellingen
Temperatuureenheid °C/°F
SE
.
--
ES
-
,,
Re-bulk offset spanning
(afgetrokken van instelling 6)
Laadstroom onder 5°C (instelling
30)
Stop het opladen
temperatuurniveau
BMS Huidig (6)
Controle belasting (7)
Belasting gebruikersgedefinieerde
lage spanning
Belasting gebruikersgedefinieerde
hoge spanning
Automatische equalizer maximale
tijd
De egalisatie stopt wanneer de
spanning (instelling 8) is bereikt
Egalisatie huidig percentage
(percentage van instelling 2)
Intensiteit achtergrondverlichting
DE
.-.-.
... V
FR
.-.-. V
NL
EN
Alarm hoge paneelspanning
instellen
Alarm hoge paneelspanning
wissen
Relais minimale gesloten tijd
-
(minuten)
.-.-. °C mV Accutemperatuurcompensatie per
cel (2)
Staartstroom
.-.-. A
Absorptietijd
.-.-. uur
vervolgens naar setupitem 10, druk vervolgens op SELECT: de tekst ""
gaat knipperen, druk nogmaals op SELECT om de egalisatie te stoppen. De
handmatige egalisatieduur bedraagt 1 uur.
5) Relaisfunctie (setupitem 11)
Waarde
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Beschrijving
Relais altijd uit
Paneelspanning hoog (setupitems 17 en 18)
Interne temperatuur hoog (>85C)
Accuspanning te laag (setupitems 12 en 13, standaard)
Egalisatie actief
Storing opgetreden
Interne temperatuur laag (<-20C)
Accuspanning te hoog (setupitems 14 en 15)
Lader in druppel- of opslaglading
Dagdetectie (panelen worden bestraald)
Belastingsregeling (relais schakelt volgens
belastingsregelmodus, zie instelling 35 en opmerking 7)
6) De parameter BMS huidig wordt intern ingesteld op 'J'a als een
compatibel BMS is gedetecteerd. Instelling 31 kan worden gebruikt om de
lader terug te zetten naar normaal bedrijf (bijv. zonder BMS) door deze
handmatig op 'N'ee te zetten. (bijvoorbeeld als de lader wordt verplaatst naar
een locatie, waar geen BMS nodig is).
Waarschuwing: zet deze parameter niet op 'J'a als u een VE.Bus BMS
gebruikt die is aangesloten op de poort aan/uit op afstand (zie punt
3.5).
7) Belastingsregelmodus (instelling 35).
Om het relais (instelling 11, waarde 10) of de VE.Direct-poort (instelling 58,
waarde 4) voor regeling van een belasting volgens de onderstaande opties
te gebruiken:
Waarde
0
1
2
3
4
5
6
Beschrijving
Belastingsuitgang altijd uit
BatteryLife-algoritme (standaard)
Conventioneel algoritme 1 (uit<22,2V, aan>26,2V)
Conventioneel algoritme 2 (uit<23,6V, aan>28,0V)
Belastingsuitgang altijd aan
Gebruikersgedefinieerd algoritme 1 (uit<20,0V, aan>28,0V)
Gebruikersgedefinieerd algoritme 2 (uit<20,0V<aan<28,0V<uit)
8) "Achtergrondverlichting schakelt automatisch uit" heeft de volgende
opties: UIT=achtergrondverlichting blijft continu branden, AAN=de
achtergrondverlichting wordt na 60 sec nadat de laatste keer op een knop is
gedrukt gedimd, AUTO=tijdens het opladen brandt de
achtergrondverlichting, anders is deze gedimd.
16
9) VE.Direct-poort RX-pinmodus (instelling 57)
Waarde
0
EN
NL
1
2
3
Beschrijving
aan/uit op afstand (standaard). Kan worden gebruikt voor aan/uit-regeling
door een VE.Bus BMS (in plaats van de BMS op de poort aan/uit op afstand aan
te sluiten.
VE.Direct niet omvormende kabel voor aan/uit op afstand vereist.
(ASS030550310)
Geen functie
De RX-pin kan het relais spanningsloos maken (relais uit) als relaisfunctie 10
van instelling 11 is ingesteld (zie opmerking 5, waarde 10). De
belastingsregelopties (instelling 35) blijven dan geldig.
Met andere woorden: er wordt een AND-functie gecreëerd: zowel de
belastingsregeling als de RX-pin moeten hoog (waarde=2) of laag (waarde=3)
zijn om het relais van spanning te voorzien.
FR
10) VE.Direct-poort TX-pinmodus (instelling 58)
1
2
4
Waarschuwing:
Sommige accufabrikanten bevelen een egalisatieperiode met constante
stroom aan en anderen niet. Pas enkel egalisatie met constante stroom
toe op aanraden van de acculeverancier.
17
Appendix
Opmerking:
Elke wijziging van de instelling die wordt uitgevoerd via de koppelbare
LC-display of via Bluetooth zal de instelling met de draaischakelaar
opheffen. Het draaien aan de draaischakelaar zal eerdere instellingen
opheffen die met de koppelbare LC-display of via Bluetooth zijn
gedaan.
SE
11) Druk op de knop SELECT: de tekst "" gaat knipperen, druk
nogmaals op SELECT om de oorspronkelijke fabrieksinstellingen te
herstellen. De acculader wordt nu opnieuw opgestart. De
geschiedenisgegevens gaan hiermee niet verloren (kWh-teller, enz.).
12) Druk op de knop SELECT: de tekst "" gaat knipperen, druk
nogmaals op SELECT om de geschiedenisgegevens te wissen (kWh-teller,
enz). Opmerking: dit kan enkele seconden duren.
ES
3
Beschrijving
Normale VE.Direct-communicatie (standaard)
Om bijvoorbeeld met een Color Control panel te communiceren (VE.Direct
kabel nodig)
Impuls om de 0,01 kWh
Lichtdimregeling (pwm normaal) TX digital uitgangskabel nodig
(ASS0305505500)
Lichtdimregeling (pwm omgedraaid) TX digital uitgangskabel nodig
(ASS0305505500)
Belastingsregelmodus: de TX-pin schakelt volgens de belastingsregelmodus, zie
opmerking 7.
TX-digitale uitgangskabel (ASS0305505500) vereist voor koppeling met een
logisch-niveau-belastingsregelpoort.
DE
Waarde
0
4. Storingen verhelpen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Lader werkt
niet
Omgekeerde PVaansluiting
Sluit PV juist aan
Omgekeerde
accuaansluitingen
Niet vervangbare zekering
doorgebrand.
Retourneer het apparaat naar
VE voor reparatie
Slechte
accuverbinding
Controleer accuverbinding
Te hoge
kabelverliezen
Gebruik kabels met een grotere
doorsnede
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (Tomgeving_lader>
Tomgeving_accu)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
De accu
wordt niet
volledig
opgeladen
Alleen bij een 24V- of
48V-systeem: onjuiste
systeemspanning
gekozen (bv. 12V in
plaats van 24V) door de
laadcontroller
De accu
wordt
overladen
18
Stel de controller handmatig in op
de vereiste systeemspanning
Een accucel is defect
Vervang de accu
Groot verschil in
omgevingstemperatuur
tussen acculader en
accu (Tomgeving_lader<
Tomgeving_accu)
Zorg ervoor dat de
omgevingsomstandigheden voor
de lader en de accu gelijk zijn
De laadcontroller laadt de
accu niet op
n.v.t.
Hoge temperatuur: het
thermometerpictogram
knippert
Err 2
Accuspanning te hoog
(> 76,8V)
Err 17
Controller oververhit
ondanks lagere
uitgangsstroom
Err 18
Overstroom controller
Err 20
Maximale bulkladingstijd
overschreden
19
Appendix
n.v.t.
SE
De LCD licht niet op
(achtergrondverlichting
werkt, geen display, lader
lijkt te werken)
ES
n.v.t.
De interne stroomtoevoer die de omvormer en
de achtergrondverlichting voedt, is afkomstig
van ofwel het zonnepaneel ofwel de accu.
Indien zowel de PV-spanning als de
accuspanning lager zijn dan 6 V gaat de LCD
niet aan. Zorg ervoor dat de LC-display op de
juiste wijze in de aansluiting is gestoken.
Dit kan te wijten zijn aan een lage
omgevingstemperatuur.
Als de omgevingstemperatuur onder -100C
(140F) ligt, kunnen de LCD-segmenten vaag
worden.
Onder -200C (-40F) kunnen de LCDsegmenten onzichtbaar worden.
Tijdens het opladen warmt de LC-display op
en wordt het scherm zichtbaar.
De LC-display geeft aan dat de laadstroom 0
ampère bedraagt.
Controleer de polariteit van de zonnepanelen.
Controleer de stroomonderbreker van de accu
Controleer of de LCD een foutmelding geeft
Controleer of de lader op "AAN" staat in het
menu.
Controleer of de ingang voor
afstandsbediening is aangesloten.
Controleer of de juiste systeemspanning is
geselecteerd.
Deze storing wordt automatisch hersteld als de
temperatuur daalt.
Lagere uitgangsstroom door hoge
temperatuur.
Controleer de omgevingstemperatuur en
controleer of het koellichaam niet wordt
geblokkeerd.
Deze storing wordt automatisch hersteld als de
accuspanning daalt.
Deze storing kan te wijten zijn aan andere
laadapparatuur die is aangesloten op de accu
of een fout in de laadcontroller.
Deze storing wordt automatisch hersteld als de
lader is afgekoeld.
Controleer de omgevingstemperatuur en
controleer of het koellichaam niet wordt
geblokkeerd.
Deze storing zorgt voor een automatische
reset.
Koppel de laadcontroller los van alle
stroombronnen, wacht 3 minuten en schakel
opnieuw in.
Als de storing zich blijft voordoen, is de
laadcontroller waarschijnlijk defect.
Deze storing kan zich enkel voordoen als de
maximale bulkladingstijdbeveiliging actief is.
Deze storing wordt niet automatisch hersteld.
DE
Oorzaak / Oplossing
De LCD licht niet op (geen
achtergrondverlichting,
geen display)
FR
Probleem
NL
Storings
nr.
n.v.t.
EN
Door gebruik te maken van het koppelbare LC-display of VictronConnect en
de onderstaande procedures kunnen de meeste storingen snel worden
geïdentificeerd. Als u een storing niet kunt oplossen, neem dan contact op
met uw Victron Energy-leverancier.
Storings
nr.
Probleem
Err 21
Stroomsensorstoring
Err 26
Klem oververhit
Err 33
PV-overspanning
Err 34
PV-overstroom
Err 38
Ingangsuitschakeling door
accu-overspanning
Inf 65
Communicatiewaarschuwing
Inf 66
Incompatibel apparaat
Err 67
BMS-verbinding verbroken
Err 114
CPU-temperatuur te hoog
20
Oorzaak / Oplossing
Deze storing doet zich voor als de
accuabsorptiespanning na 10 uur laden niet
wordt bereikt.
Voor normale zonne-installaties wordt
aanbevolen om de maximale
bulkladingstijdbeveiliging niet te gebruiken.
De laadcontroller is waarschijnlijk defect.
Deze storing wordt niet automatisch hersteld.
Vermogensklemmen oververhit, controleer de
bedrading en draai de schroeven aan, indien
mogelijk.
Deze storing zorgt voor een automatische
reset.
Deze storing wordt automatisch hersteld als de
PV-spanning daalt tot de veilige limiet.
Deze storing wijst erop dat de configuratie van
het zonnepaneel met betrekking tot de
nullastspanning kritiek is voor deze lader.
Controleer de configuratie en verplaats indien
nodig de panelen.
De stroom van de zonnepanelen is hoger dan
75A. Deze storing kan worden veroorzaakt
door een interne systeemfout.
Koppel de lader los van alle stroombronnen,
wacht 3 minuten en schakel opnieuw in. Als de
storing zich blijft voordoen, is de controller
waarschijnlijk defect.
Deze storing zorgt voor een automatische
reset.
Om de accu tegen overlading te beschermen
voor de ingang van het paneel uitgeschakeld.
Om deze toestand te herstellen moeten eerst
de zonnepanelen worden losgekoppeld en
daarna de accu. Wacht 3 minuten en sluit
daarna eerst de accu en vervolgens de
panelen weer aan. Als de storing zich blijft
voordoen, is de laadcontroller waarschijnlijk
defect.
De communicatie met één van de parallel
geschakelde controllers is verbroken. Schakel
de controleer uit en weer in om de storing te
verhelpen.
De controller is parallel geschakeld met een
andere controller met andere instellingen en/of
een ander laadalgoritme.
Let erop dat alle instellingen hetzelfde zijn en
update de firmware op alle acculaders naar de
nieuwste versie.
Verbinding met BMS onderbroken, controleer
de aansluiting (bedrading/Bluetooth-link). Als
de lader weer in de standalone-modus moet
werken, wijzig dan de setup-menu-instelling
‘BMS’ van ‘Y’ naar ‘N’ (setupitem 31).
Deze storing wordt automatisch hersteld als de
CPU is afgekoeld.
Als deze storing zich blijft voordoen, controleer
dan de omgevingstemperatuur en controleer of
de luchtinlaat- en uitlaatgaten van de
Err 116
Err 119
Kalibratiedata verloren
Instellingsgegevens
verloren
behuizing van de lader niet worden
geblokkeerd.
Raadpleeg de handleiding voor
montageaanwijzingen met betrekking tot de
koeling. Als de storing zich blijft voordoen, is
de controller waarschijnlijk defect.
Deze storing wordt niet automatisch hersteld.
Deze storing wordt niet automatisch hersteld.
Herstel de standaardinstellingen in het setupmenu (setupitem 62).
Koppel de laadcontroller los van alle
stroombronnen, wacht 3 minuten en schakel
opnieuw in.
https://www.victronenergy.com/live/drafts:mppt_faq
FR
Voor verdere vragen zie FAQ:
Oorzaak / Oplossing
NL
Probleem
EN
Storings
nr.
DE
ES
SE
Appendix
21
5. Specificaties, 150V-modellen
SmartSolar laadcontroller
Accuspanning
Maximale accustroom
Nom. PV-vermogen, 12V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 24V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 36V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 48V 1a,b)
Max. PV-kortsluitstroom 2)
Maximale PV-nullastspanning
Piekefficiëntie
Eigen verbruik
Laadspanning 'absorptielading'
Laadspanning 'druppellading'
Laadspanning 'egalisatie'
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
Beveiliging
Bedrijfstemperatuur
Luchtvochtigheid
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
Datacommunicatiepoort
Aan/uit op afstand
Relais (programmeerbaar)
Parallelle bediening
MPPT
150/45
MPPT
150/60
MPPT 150/70
12/24/48V Auto Select (36V: handmatig)
45A
60A
70A
650W
860W
1000W
1300W
1720W
2000W
1950W
2580W
3000W
2600W
3440W
4000W
50A (max 30A per MC4 conn.)
150V absolute maximale koudste omstandigheden
145V bij start en max. bij bedrijf
98%
Less than 35mA @ 12V / 20mA @ 48V
Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V / 43,2V / 57,6V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V / 41,4V / 55,2V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V / 48,6V / 64,8V (regelbaar)
meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde algoritmes) of
gebruikers gedefinieerd algoritme
-16mV/°C / -32mV/°C / -64mV/°C
Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk voor gebruiker)
Omgekeerde polariteit zonnepaneel / Uitgangskortsluiting / Te hoge
temperatuur
-30 tot +60℃ (volledig nominaal vermogen tot 40℃)
95%, niet condenserend
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen, natuurlijk
PD3
VE.Direct of Bluetooth
Ja (2-polige stekker)
DPST nominale AC-waarde: 240V AC / 4A DC-bereik: 4A tot 35V DC,
1A tot 60V DC
Ja (niet gesynchroniseerd)
BEHUIZING
Kleur
Blauw (RAL 5012)
PV-aansluitingen 3)
Accu-aansluitingen
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
35 mm² / AWG2 (Tr modellen)
of dual MC4 stekkers (MC4 modellen)
35 mm² / AWG2
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
3 kg
Tr modellen: 185 x 250 x 95 mm
MC4 modellen: 215 x 250 x 95 mm
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde
polariteitsaansluiting van het zonnepaneel.
3) Fabrieksinstelling: UIT
4) MC4-modellen: er zijn eventueel meerdere splitterparen nodig om de aders van de zonnepanelen parallel te laten lopen
22
Specificaties, 150-modellen – vervolg
Maximale PV-nullastspanning
Laadspanning 'absorptielading'
Laadspanning 'druppellading'
MPPT 150/100
12/24/48V Auto Select (36V: handmatig)
85A
100A
1200W
1450W
2400W
2900W
3600W
4350W
4900W
5800W
70A
70A
150V absolute maximale koudste omstandigheden
145V bij start en max. bij bedrijf
98%
Minder dan 35mA @ 12V / 20mA @ 48V
Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V / 43,2V / 57,6V
(regelbaar)
Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V / 41,4V / 55,2V
meertraps adaptief
(regelbaar)
DE
(regelbaar)
Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V / 48,6V / 64,8V
Laadspanning 'egalisatie'
FR
Piekefficiëntie
Eigen verbruik
MPPT 150/85
NL
Accuspanning
Maximale accustroom
Nom. PV-vermogen, 12V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 24V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 36V 1a,b)
Nom. PV-vermogen, 48V 1a,b)
Max. PV-kortsluitstroom 2)
EN
SmartSolar laadcontroller
(acht voorgeprogrammeerde algoritmes) of
gebruikers gedefinieerd algoritme
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
-16mV/°C / -32mV/°C / -64mV/°C
DPST nominale AC-waarde: 240V AC / 4A DC-bereik: 4A tot 35V DC,
1A tot 60V DC
Ja (niet gesynchroniseerd)
BEHUIZING
Blauw (RAL 5012)
35mm² / AWG2 (Tr-modellen),
of drie sets MC4-stekkers (MC4-modellen)
35 mm² / AWG2 of drie sets MC4-stekkers
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
4,5kg
Tr-modellen: 216 x 295 x 103mm
MC4-modellen: 246 x 295 x 103mm
PV-aansluitingen 3)
Accu-aansluitingen
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
NORMEN
NEN-EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
Veiligheid
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde
polariteitsaansluiting van het zonnepaneel.
3) Fabrieksinstelling: UIT
4) MC4-modellen: er zijn eventueel meerdere splitterparen nodig om de aders van de zonnepanelen parallel te laten lopen
23
Appendix
Kleur
-30 tot +60℃ (volledig nominaal vermogen tot 40℃)
95%, niet condenserend
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen, natuurlijk
PD3
VE.Direct of Bluetooth
Ja (2-polige stekker)
SE
Bedrijfstemperatuur
Luchtvochtigheid
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
Datacommunicatiepoort
Aan/uit op afstand
Relais (programmeerbaar)
Parallelle bediening
Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk voor gebruiker)
Omgekeerde polariteit zonnepaneel / Uitgangskortsluiting / Te hoge
temperatuur
ES
Beveiliging
5. Specificaties, 250V-modellen
SmartSolar laadcontroller
Accuspanning
Maximale accustroom
Nominale PV-stroom, 12V
Nominale PV-stroom, 24V
Nominale PV-stroom, 36V
Nominale PV-stroom, 48V
1a,b)
1a,b)
1a,b)
1a,b)
Max. PV-kortsluitstroom 2)
Maximale PV-nullastspanning
Piekefficiëntie
Eigen verbruik
Laadspanning 'absorptielading'
Laadspanning 'druppellading'
Laadspanning 'egalisatie'
Laadalgoritme
Temperatuurcompensatie
MPPT
250/60
60A
860W
1720W
2580W
3440W
35A (max
conn.)
MPPT
250/70
MPPT
250/85
MPPT 250/100
12/24/48V Auto Select (36V: handmatig)
70A
85A
100A
1000W
1200W
1450W
2000W
2400W
2900W
3000W
3600W
4350W
4000W
4900W
5800W
30A per MC4
70A (max 30A per MC4 conn.)
250V absolute maximale koudste omstandigheden
245V bij start en max. bij bedrijf
99%
Minder dan 35mA @ 12V / 20mA @ 48V
Fabrieksinstelling: 14,4V / 28,8V / 43,2V / 57,6V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 13,8V / 27,6V / 41,4V / 55,2V (regelbaar)
Fabrieksinstelling: 16,2V / 32,4V / 48,6V / 64,8V (regelbaar)
Meertraps adaptief (acht voorgeprogrammeerde algoritmes) of
gebruikersgedefinieerd algoritme
-16mV/°C / -32mV/°C / -64mV/°C
Omgekeerde polariteit accu (zekering, niet toegankelijk voor gebruiker)
Omgekeerde polariteit zonnepaneel / Uitgangskortsluiting / Te hoge temperatuur
Beveiliging
Bedrijfstemperatuur
Luchtvochtigheid
Maximale hoogte
Omgevingsomstandigheden
Verontreinigingsgraad
-30 tot +60℃ (volledig nominaal vermogen tot 40℃)
95%, niet condenserend
5000m (volledig nominaal vermogen tot 2000m)
Binnen, natuurlijk
PD3
Datacommunicatiepoort
Aan/uit op afstand
Relais (programmeerbaar)
Parallelle bediening
Kleur
PV-aansluitingen 3)
Accu-aansluitingen
VE.Direct of Bluetooth
Ja (2-polige stekker)
DPST nominale AC-waarde: 240V AC / 4A DC-bereik: 4A tot 35V DC, 1A tot
60V DC
Ja (niet gesynchroniseerd)
BEHUIZING
35 mm² / AWG2 of drie sets MC4-stekkers
IP43 (elektronische componenten)
IP 22 (aansluitingsgebied)
Beschermingsklasse
Gewicht
Afmetingen (h x b x d)
Blauw (RAL 5012)
35mm² / AWG2 (Tr-modellen), of
Twee paar MC4-stekkers (MC4-modellen 250/60 en 250/70)
Drie paar MC4-stekkers (MC4-modellen 250/85 en 250/100)
3 kg
4,5 kg
Tr modellen:
185x250x95mm
MC4 modellen:
Tr modellen: 216x295x103mm
MC4 modellen: 246x295x103mm
NORMEN
NEN-EN/IEC 62109-1, UL 1741, CSA C22.2
Veiligheid
1a) Als er meer PV-vermogen wordt aangesloten, beperkt de controller het ingangsvermogen.
1b) De controller start pas als de PV-spanning Vaccu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale PV-spanning Vaccu + 1V.
2) Een hogere kortsluitstroom kan de controller beschadigen bij omgekeerde polariteitsaansluiting van het zonnepaneel.
3) Fabrieksinstelling: UIT
4) MC4-modellen: er zijn eventueel meerdere splitterparen nodig om de aders van de zonnepanelen parallel te laten lopen
24