Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Welkom!
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar van brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Dank u voor het aanschaffen van dit
Sony MiniDisc Deck. Lees, alvorens
het deck in gebruik te nemen, de
gebruiksaanwijzing aandachtig door
en bewaar deze voor eventuele
naslag.
Dit apparaat is geclassificeerd als een
laserproduct van Klasse 1.
Het etiket CLASS 1 LASER PRODUCT
MARKING bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding
zijn van toepassing op het MDS-JB930
MiniDisc Deck.
Binnenin het apparaat bevindt zich het
volgende label.
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE
VERKOPER AANSPRAKELIJK
WORDEN GESTELD VOOR ENIGE
VORM VAN DIRECTE SCHADE,
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE DIE
VOORTVLOEIT UIT GEBRUIK VAN
HET APPARAAT OF EEN DEFECT
HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE
SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF
VERLIEZEN.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
2NL
Afspraken
• De aanwijzingen in deze
handleiding beschrijven de
bedieningsorganen op het deck; in
plaats daarvan kunt u ook de
gelijknamige bedieningsorganen op
de bijgeleverde afstandsbediening
gebruiken; indien de naam afwijkt,
wordt deze in de aanwijzingen
tussen haakjes genoemd.
Voorbeeld: Draai AMS naar rechts
(of druk herhaald op >).
• De onderstaande pictogrammen
worden in deze gebruiksaanwijzing
gebruikt:
ZDit pictogram verschijnt bij
bedieningshandelingen
waarvoor u de
afstandsbediening nodig hebt.
z Dit pictogram markeert handige
tips die de bediening
vereenvoudigen.
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
4
Monteren van opgenomen MD’s
Alvorens u aansluitingen gaat maken
Aansluiten van de audio-componenten
Instellen van de klok
4
Wissen van muziekstukken
5
8
34
Onderverdelen van muziekstukken 36
Samenvoegen van muziekstukken 37
Verplaatsen van muziekstukken
38
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Plaatsen en functies van
onderdelen 10
38
Ongedaan maken van de laatste wijziging 42
Beschrijving van de onderdelen van het
voorpaneel 10
Overige functies 43
Beschrijving van de onderdelen van de
afstandsbediening 12
Veranderen van de toonhoogte
(Toonhoogteregelfunctie) 43
Gebruik van het display 14
Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out) 44
Opnemen op MD’s
Inslapen met muziek
(SLEEP-schakelklokfunctie) 45
17
Opmerkingen over opnemen
Opnemen op een MD
Gebruikmaking van een schakelklok 46
17
Afspelen met verschillende geluidskenmerken
(digitaal filter) 47
18
Instellen van het opnameniveau
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het
opnemen (Track Marking) 22
Opnamestart met zes seconden muziek uit het
buffergeheugen (tijdmachine-opname) 23
Synchroon opnemen met de audio-component van
uw keuze (muziek-synchroonopname) 24
Synchroon opnemen met een Sony CD-speler
(CD-synchroonopname) 24
Afspelen van een MD
NL
20
Wenken bij opname 20
Afspelen van MD’s
33
Bediening van het MD-deck door
gebruikmaking van een
toetsenbord 49
Instellen van het toetsenbord
49
Naamgeving van een muziekstuk of MD door
gebruikmaking van het toetsenbord 50
Bediening van het deck door gebruikmaking van
het toetsenbord 51
Tekens toewijzen aan de toetsen van het
toetsenbord 52
26
26
Afspelen van een bepaald muziekstuk
27
Opzoeken van een bepaald punt in een
muziekstuk 28
Herhaald afspelen van muziekstukken 28
Aanvullende informatie 53
Voorzorgsmaatregelen 53
Behandeling van MD’s
54
Beperkingen van het systeem 54
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen
(Shuffle Play) 29
Verhelpen van storingen
Programmeren van muziekstukken
(Program Play) 30
Meldingen op het display
Wenken voor het op band opnemen van MD’s 31
Technische gegevens
Tabel van Edit Menu
55
56
57
58
Tabel van Setup Menu
58
Zelfdiagnosefunctie 59
Index
60
3NL
Voorbereidingen
Dit hoofdstuk bevat informatie over
de bijgeleverde accessoires, punten
die u bij het aansluiten van het
systeem in gedachten moet houden,
en de manier waarop u de
verschillende audio-componenten op
het MD-deck moet aansluiten. Lees
dit hoofdstuk aandachtig door
alvorens u daadwerkelijk iets op dit
deck gaat aansluiten.
Alvorens u aansluitingen
gaat maken
Controleer de bijgeleverde accessoires
Met dit MD-deck worden de volgende accessoires
meegeleverd:
• Audio-aansluitsnoeren (2)
• Optische kabel (1)
• Afstandsbediening RM-D33M (1)
• R6 (formaat AA) batterijen (2)
Plaats de batterijen in de
afstandsbediening
Plaats twee R6 (formaat AA) batterijen met de + en – op
de juiste plaats in het batterijvak. Bij gebruikmaking van
de afstandsbediening houdt u de afstandsbediening in de
richting van de afstandsbedieningssensor
op het deck.
z Wanneer moeten de batterijen worden vernieuwd?
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden
mee. Vervang beide batterijen door nieuwe wanneer u het deck
niet langer op afstand kunt bedienen.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige
plaats liggen.
• Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de afstandsbediening
terechtkomen. Let hier vooral op tijdens het verwisselen van de
batterijen.
• Vernieuw steeds alle batterijen tegelijk.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of
andere sterke lichtbronnen. Dit kan de juiste werking ervan
verstoren.
• Indien u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te
gebruiken, verwijder dan de batterijen om eventuele
beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
4NL
Aansluiten van de audio-componenten
CONTROL A1
Netsnoer
Voorbereidingen
Versterker,
enz.
CD-speler, DBS-tuner *, digitale versterker,
DAT-deck, MD-deck, enz. **
* Digitale apparatuur met alleen een DIGITAL OUT-aansluiting
**Digitale apparatuur met een DIGITAL IN- en OUT-aansluiting
Punten die u bij het aansluiten van het
systeem in gedachten dient te houden
Vereiste snoeren
Audio-aansluitsnoeren (2) (bijgeleverd)
Bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren dient u erop te
letten dat de pennen daarvan worden aangesloten op de
aansluitbussen van dezelfde kleur: wit (links) op wit, en rood
(rechts) op rood.
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
• Alvorens u aansluitingen gaat maken, dient u de
stroomtoevoer naar alle componenten uit te schakelen.
• Er mag pas een netsnoer worden aangesloten nadat alle
aansluitingen zijn voltooid.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten, dit
om brom en ruis te voorkomen.
Rood (R)
Aansluitbussen (aansluitingen) voor het
aansluiten van audio-componenten
Optische kabels (3) (slechts één bijgeleverd)
• Bij het aansluiten van de optische kabels dient u de dopjes van
de aansluitingen te halen en de kabelstekkers er recht in te
steken totdat ze goed vastzitten.
• De optische kabels mogen niet worden gebogen of
samengebonden.
Coaxiale digitale aansluitkabels (2) (niet bijgeleverd)
Aansluiten
Op de
Versterkers
LINE (ANALOG) IN/OUTaansluitbussen
CD-spelers of DBS-tuners
DIGITAL COAXIAL INaansluitbus of DIGITAL
OPTICAL IN*-aansluiting
Digitale versterkers, DATdecks of een ander MD-deck
DIGITAL COAXIAL IN/OUTaansluitbussen of DIGITAL
OPTICAL IN*/OUTaansluitingen
*
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen aansluiting IN1 en IN2.
5NL
Aansluiten van de audio-componenten
Aansluiten van het netsnoer
Voorbereidingen
Sluit het netsnoer van het deck aan op een stopcontact.
Opmerking
Bij gebruikmaking van een schakelklok dient u het netsnoer aan
te sluiten op het contact van de schakelklok.
Het CONTROL A1 -bedieningssysteem
Dit MD-deck is geschikt voor het CONTROL A1 bedieningssysteem.
Het CONTROL A1 -bedieningssysteem werd ontworpen
om geluidsinstallaties die uit meerdere Sonycomponenten bestaan, gemakkelijker te kunnen bedienen.
CONTROL A1 -aansluitingen zorgen voor een route voor
de overdracht van bedieningssignalen die automatische
bediening mogelijk maken en functies bedienen welke
doorgaans in verbinding worden gebracht met
geïntegreerde systemen.
Op dit moment maken CONTROL A1 -aansluitingen
tussen een Sony MD-deck, CD-speler, versterker
(ontvanger) en cassettedeck automatische functiekeuze en
synchroon-opname mogelijk.
In de toekomst zal de CONTROL A1 -aansluiting werken
als een multifunctionele bus waarmee u van elke
component meerdere functies kunt bedienen.
Opmerking
Het CONTROL A1 -bedieningssysteem is ontworpen voor
opwaartse compatibiliteit omdat het bedieningssysteem wordt
verbeterd om nieuwe functies te kunnen verwerken. In dit geval
zullen oudere componenten echter niet geschikt zijn voor de
nieuwe functies.
Compatibiliteit van CONTROL A1 en
CONTROL A1
Het CONTROL A1-bedieningssysteem is vernieuwd
en heet nu CONTROL A1 , het standaard systeem in
de SONY 300 disc CD-wisselaar en andere recentelijk
uitgekomen Sony-componenten. Componenten met
CONTROL A1-aansluitbussen kunnen worden
gebruikt in combinatie met componenten met
CONTROL A1 en kunnen op elkaar worden
aangesloten. In beginsel zullen de meeste functies die
beschikbaar zijn met het CONTROL A1bedieningssysteem ook beschikbaar zijn met het
CONTROL A1 -bedieningssysteem.
Wanneer u echter aansluitingen maakt tussen
componenten met CONTROL A1-aansluitbussen en
componenten met CONTROL A1 -aansluitbussen,
kan het aantal functies dat u kunt bedienen al naar
gelang de component beperkt zijn. Voor nadere
bijzonderheden dient u de met de betreffende
component(en) meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
Aansluiten van het CONTROL A1 bedieningssysteem
Sluit mono (2P) ministekkerkabels in serie aan op de
CONTROL A1 -aansluitbussen op de achterkant van elke
component. U kunt maximaal tien CONTROL A1 compatibele componenten in elke gewenste volgorde
aansluiten. Van elk type component kunt u er echter
slechts één aansluiten (d.w.z. één CD-speler, één MDspeler, één tapedeck en één ontvanger).
(Al naar gelang het model kunnen er echter in bepaalde
gevallen meer dan één CD-speler of MD-deck worden
aangesloten. Raadpleeg de met de betreffende component
meegeleverde gebruiksaanwijzing voor nadere
bijzonderheden.)
Voorbeeld
Versterker CD-speler MD-deck Tapedeck
Andere
(Ontvanger)
component
6NL
Aansluitbussen en voorbeelden van aansluitingen
CD-speler
MD-deck
CONTROL A1-aansluitbussen en aansluitingen
Het is mogelijk om aansluitingen te maken tussen
CONTROL A1- en CONTROL A1 -aansluitbussen. Voor
bijzonderheden over bepaalde aansluitingen of
instelmogelijkheden dient u de met de betreffende
component(en) meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
Aansluitkabel
Bij sommige CONTROL A1 -compatibele componenten
wordt als accessoire een aansluitkabel meegeleverd.
Gebruik in dat geval de aansluitkabel om de aansluiting
te maken.
Bij gebruikmaking van een in de handel verkrijgbare
kabel dient u een mono (2P) ministekkerkabel te
gebruiken met een lengte van minder dan 2 meter en
zonder weerstand (zoals de Sony RK-G69HG).
Basisfuncties van het CONTROL A1 bedieningssysteem
Automatische functiekeuze
Wanneer u CONTROL A1 -compatibele Sonycomponenten aansluit door gebruikmaking van control
A1 -kabels (niet bijgeleverd) en u de afspeeltoets van één
van de aangesloten componenten indrukt, schakelt de
functiekiezer op de versterker (of ontvanger) automatisch
over op de juiste ingang.
(Indien u H (afspeeltoets) op het MD-deck indrukt
terwijl de CD wordt afgespeeld, schakelt de functiekiezer
op de versterker over van CD naar MD.)
Opmerkingen
• Deze functie werkt alleen wanneer de componenten zijn
aangesloten op de ingangen van de versterker (of ontvanger) in
overeenstemming met de namen op de functietoetsen. Bij
bepaalde ontvangers kunt u de namen van de functietoetsen
met elkaar verwisselen. Raadpleeg daarvoor de
gebruiksaanwijzing die met de ontvanger is meegeleverd.
• Tijdens het opnemen kunt u alleen naar de opnamebron
luisteren en geen andere componenten afspelen. Hierdoor zou
namelijk de automatische keuzefunctie geactiveerd worden.
Synchroonopname
Met deze functie kunt u synchroon opnemen van het MDdeck naar de gekozen broncomponent, en vice versa.
1
Stel de bronkiezer op de versterker (of ontvanger)
in op de broncomponent.
2
Zet de broncomponent in de pauzestand (de
indicators H en X moeten beide gaan branden).
3
4
Zet het deck in de opnamepauzestand.
Druk op X op het deck.
De broncomponent schakelt over uit de pauzestand en
even later begint het opnemen.
Wanneer het afspelen van de broncomponent eindigt,
stopt het opnemen.
Opmerkingen
• Zet maximaal één component in de pauzestand.
• Dit MD-deck is voorzien van een speciale
synchroonopnamefunctie die gebruikmaakt van het CONTROL
A1 -bedieningssysteem (zie “CD-synchroonopname van een
Sony CD-speler die is aangesloten via een Control A1 -kabel
(niet bijgeleverd)” op blz. 25).
7NL
Voorbereidingen
Bij het CONTROL A1 -bedieningssysteem verplaatsen de
bedieningssignalen zich in beide richtingen, waardoor er
geen onderscheid bestaat tussen IN- en OUTaansluitbussen. Indien een component beschikt over meer
dan één CONTROL A1 -aansluitbus, kunt u beide bussen
gebruiken of verschillende componenten aansluiten op
één aansluitbus.
Instellen van de klok
Voorbereidingen
Nadat u de ingebouwde klok van het MD-deck hebt
ingesteld, zal het MD-deck automatisch de datum en tijd
van alle opnamen vastleggen. Bij het afspelen van een
muziekstuk kunt u de datum en tijd waarop het
muziekstuk werd opgenomen, op het display weergeven
(zie blz. 16).
MENU/NO
AMS
4
Herhaal stap 3 om de maand, het jaar, het uur en
de minuten in te voeren.
Nadat u de minuten hebt ingevoerd, verschijnen de
ingestelde datum en tijd weer, gevolgd door
“Complete!!”, en zijn de klokinstellingen voltooid.
YES
Veranderen van de klokinstelling(en)
A
m/M
1
2
Voer de bovenstaande stappen 1 en 2 uit.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te veranderen en druk daarna op AMS.
4
Om de instelling te voltooien, drukt u herhaald op
AMS of m/M totdat de minutenindicatie begint
te knipperen en daarna drukt u op AMS of YES.
`/1
MENU/NO
Z
YES
DATE
PRESENT
H
./>
m/M
X
.
>
m
M
X
.
Druk herhaald op AMS of m/M totdat de
instelling die u wilt veranderen, begint te
knipperen.
x
z
Weergeven van de huidige datum en tijd
Z
>
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Clock Set ?” verschijnt en druk daarna op AMS.
De dagindicatie begint te knipperen.
U kunt de huidige datum en tijd op elk gewenst tijdstip
weergeven op het display terwijl het apparaat is
ingeschakeld.
Druk op DATE PRESENT.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
t Huidig display t Datum t Tijd
z Om opnamen te voorzien van de exacte tijd en de juiste
datum
Stel de tijd ten minste eenmaal per week opnieuw in.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
huidige dag in te voeren en druk daarna op AMS.
De dagindicatie stopt met knipperen en de
maandindicatie begint te knipperen.
8NL
Opmerking
Wanneer de stekker van het netsnoer lange tijd niet in het
stopcontact heeft gezeten, gaan de instellingen van de klok
verloren en knippert “Initialize” op het display wanneer u de
eerstvolgende keer de stekker in het stopcontact steekt en het
MD-deck inschakelt. In dat geval moet u de klok opnieuw
instellen.
Plaatsen en
functies van
onderdelen
In dit hoofdstuk wordt u vertrouwd
gemaakt met de plaatsen en functies
van de verschillende toetsen en
regelaars op het voorpaneel en de
bijgeleverde afstandsbediening.
Nadere bijzonderheden vindt u op de
bladzijden die tussen haakjes zijn
aangegeven.
Verder wordt u in dit hoofdstuk
vertrouwd gemaakt met de
meldingen die op het display kunnen
verschijnen.
10NL
Beschrijving van de
onderdelen van het
voorpaneel
1 +/1 (aan/uit-) schakelaar (18, 26, 55, 57)
Druk op deze schakelaar om het deck in te schakelen.
Wanneer u het deck inschakelt, dooft de STANDBYindicator. Wanneer u deze schakelaar opnieuw
indrukt, wordt het deck uitgeschakeld en gaat de
indicator branden.
2 PITCH CONTROL-toets (16, 43, 44)
Druk op deze toets om de afspeelsnelheid
(toonhoogte) van de MD in te stellen. Wanneer u de
toonhoogte op een andere waarde dan “0”
(fabrieksinstelling) hebt ingesteld, brandt de
verlichting van de toets tijdens het afspelen in
geelbruin.
3 FILTER-toets (47)
Druk op deze toets om het type digitale filter te
kiezen.
4 TIME-toets (14-16, 20, 25)
Druk op deze toets om de resterende tijd weer te
geven op het display.
5 Afstandsbedieningssensor (4)
Richt de afstandsbediening naar deze sensor ( ) om
op afstand te kunnen bedienen.
6 Display (8, 14-16, 20, 39, 43)
Op het display wordt uiteenlopende informatie
weergegeven.
7 CLEAR-toets (30, 31, 39)
Druk op deze toets om de keuze te annuleren.
8 MENU/NO-toets (8, 21, 22, 30-42, 45, 49)
Druk op deze toets om “Edit Menu” of “Setup Menu”
op het display te laten verschijnen.
9 AMS-regelaar (8, 19, 21-23, 26, 27, 30-45, 49)
Draai deze regelaar om muziekstukken te vinden, de
klok in te stellen, de in te voeren tekens te kiezen, of
een menuonderdeel en een instelwaarde te kiezen.
0 YES-toets (8, 21, 22, 30-42, 45, 49)
Druk op deze toets om de gekozen
bedieningshandeling uit te voeren.
qa REC MODE-kiezer (18)
Gebruik deze toets om REC MODE in te stellen op
STEREO of MONO.
234 5
1
6
7 8 9 0 qa qs
qd qf
–
+
10
wj wh wg wf wdwswa
qs INPUT-kiezer (18, 20, 21, 55)
Gebruik deze toets om de ingangsaansluitbus (of aansluiting) van de programmabron waarvan u wilt
opnemen te kiezen.
qd REC LEVEL-regelaar (20)
Draai deze regelaar om het opnameniveau in te
stellen.
qf REC z toets (19, 20, 22, 25, 42)
Druk op deze toets om op de MD op te nemen, mee te
luisteren naar het ingangssignaal of
muziekstuknummers aan te brengen.
qg x toets (19, 26, 46)
Druk op deze toets om met afspelen of opnemen te
stoppen, of om de gekozen bedieningshandeling te
annuleren.
qh X toets (7, 19, 25, 26)
Druk op deze toets om het afspelen of opnemen
tijdelijk te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets
om het afspelen of opnemen te hervatten.
qj H toets (7, 19, 25-27, 29, 30, 46)
Druk op deze toets om met afspelen te beginnen.
qk EJECT A toets (19, 20, 26)
Druk op deze toets om de MD te verwijderen.
ql m/M toetsen (8, 28, 30, 31, 33, 35, 36, 39)
Druk op deze toetsen om een bepaalde passage van
een muziekstuk te vinden, de inhoud van een
programma te wijzigen of het ingevoerde teken te
veranderen.
w; MD-gleuf (18, 26)
Plaats de MD zoals hieronder is aangegeven.
Met de labelkant
naar boven
w;
ql qk
qj qh qg
wa DISPLAY/CHAR-toets (14, 15, 20, 30, 39)
• Druk met het deck in de stopstand op deze toets om
informatie over de disc of de inhoud van een
programma weer te geven op het display.
• Druk tijdens het opnemen op deze toets om
informatie over het muziekstuk dat u aan het
opnemen bent, weer te geven op het display.
• Druk tijdens het afspelen op deze toets om
informatie over het muziekstuk dat u op dat
moment aan het afspelen bent, weer te geven op het
display.
• Druk in de opnamepauzestand op deze toets om het
opnameniveau in te stellen.
• Druk tijdens het monteren van een MD op deze
toets om het soort tekens te kiezen dat u wilt
invoeren.
ws SCROLL-toets (16)
Druk op deze toets om de titel van een muziekstuk of
MD over het display te laten bewegen.
wd PLAY MODE-toets (29, 30, 46)
Druk op deze toets om afspelen in willekeurige of
geprogrammeerde volgorde te kiezen.
wf KEYBOARD-aansluitbus (49)
Sluit op deze aansluitbus een toetsenbord aan.
wg PHONE LEVEL-regelaar (26)
Draai deze regelaar om het volume van de
hoofdtelefoon in te stellen.
wh PHONES-aansluitbus (26)
Deze aansluitbus is bestemd voor het aansluiten van
een hoofdtelefoon.
wj TIMER-kiezer (46)
Gebruik deze kiezer om de schakelklok in te stellen
voor opnemen (REC) of afspelen (PLAY). Zet de kiezer
op OFF om de schakelklok uit te zetten.
Met het pijltje in
de richting van
het deck wijzend
11NL
Plaatsen en functies van onderdelen
A
0
Beschrijving van de
onderdelen van de
afstandsbediening
Z
Plaatsen en functies van onderdelen
wd
CONTINUE
A
SCROLL
TIME
B
D
C
1
G
2
H
3
I
4
J
5
K
6
L
7
M
8
N
9
O
10
P
11
Q
12
R
13
S
14
T
15
U
16
V
17
W
18
X
19
Y
20
Z
21
–
22
23
.
24
,
25
/
>25
?
REPEAT
AyB
A.SPACE
!
(
WRITE
ql
E
F
.
X
>
qj
m
STOP
X
MUSIC SYNC
M
CD-SYNC
START STANDBY
CD PLAYER
qh
x
z
T.REC
qk
P.HOLD
NUM
H
.
3
FADER
3 DATE PRESENT-toets (8)
Druk op deze toets om de huidige datum en tijd weer
te geven.
DATE RECORDED-toets (16)
Druk op deze toets om de datum en tijd van de
opname weer te geven.
4
4 Alfanumerieke toetsen (16, 27, 30, 40)
Druk op deze toetsen om letters of cijfers in te voeren.
5 M.SCAN-toets (27)
Druk op deze toets om een muziekstuk binnen een
bereik van zes tot twintig seconden te scannen.
M.SCAN
)
CLEAR
CHAR
NAME
w;
2
2 FILTER-toets (47)
Druk op deze toets om het type digitale filter te
kiezen.
FILTER
PLAY MODE
DATE
SHUFFLE PROGRAM RECORDED PRESENT
ws
wa
YES
MENU/NO
DISPLAY
wf
1
`/1
EJECT
wh
wg
1 +/1 (aan/uit-) schakelaar (18, 26, 55, 57)
Druk op deze schakelaar om het deck in te schakelen.
Wanneer u het deck inschakelt, dooft de STANDBYindicator. Wanneer u deze schakelaar opnieuw
indrukt, wordt het deck uitgeschakeld en gaat de
indicator branden.
5
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
>
REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
qg
6 A.SPACE-toets (31, 32)
Druk op deze toets om tussen muziekstukken een
geluidloze passage van drie seconden in te lassen of
om het afspelen na elk muziekstuk tijdelijk te
onderbreken.
7 P.HOLD-toets (15)
Druk op deze toets om de piekvasthoudfunctie in of
uit te schakelen.
8 CLEAR-toets (30, 31, 40, 41)
Druk op deze toets om de keuze te annuleren.
9 x toets (19, 26, 46)
Druk op deze toets om met afspelen of opnemen te
stoppen, of om de gekozen bedieningshandeling te
annuleren.
0 X toets (19, 26)
Druk op deze toets om het afspelen of opnemen
tijdelijk te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets
om het afspelen of opnemen te hervatten.
qa z toets (19, 20, 22, 42)
Druk op deze toets om op de MD op te nemen, mee te
luisteren naar het ingangssignaal of
muziekstuknummers aan te brengen.
qs MUSIC SYNC-toets (24, 42)
Druk op deze toets om de muziek-synchroonopname
te starten.
12NL
qd T.REC-toets (23)
Druk op deze toets om de tijdmachine-opname te
starten.
wa NAME-toets (40, 41)
Druk op deze toets om de titel van een muziekstuk of
MD toe te voegen of te wijzigen.
CHAR-toets (40)
Druk op deze toets om het soort tekens te kiezen dat u
wilt invoeren.
qg FADER-toets (44, 45)
Druk op deze toets om het geluid tijdens het afspelen
of opnemen geleidelijk te laten opkomen of vervagen.
NUM-toets (40)
Druk op deze toets om cijfers in te voeren.
qh CD PLAYER X toets (25)
Druk op deze toets om het afspelen van de CD tijdelijk
te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets om het
afspelen van de CD te hervatten.
CD PLAYER ./> toetsen (25)
Druk op deze toets om muziekstukken op de CD te
vinden.
qj CD-SYNC STOP-toets (25)
Druk op deze toets om de CD-synchroonopname te
stoppen.
CD-SYNC START-toets (24, 25)
Druk op deze toets om de CD-synchroonopname te
starten.
CD-SYNC STANDBY-toets (24, 25)
Druk op deze toets om het apparaat in de wachtstand
voor CD-synchroonopname te zetten.
qk m/M toetsen (8, 28-31, 35, 36, 40)
Druk op deze toets om een bepaalde passage van een
muziekstuk te vinden, de inhoud van een programma
te wijzigen of de cursor naar rechts te verplaatsen.
ql ./> toetsen (8, 16, 19, 21, 22, 26, 27, 30-32,
34-38, 40-42, 45, 49)
Druk op deze toetsen om muziekstukken te vinden, of
om een menuonderdeel en een instelwaarde te kiezen.
w; H toets (19, 26, 27, 29, 30, 46)
Druk op deze toets om met afspelen te beginnen.
ws REPEAT-toets (28, 29)
Druk op deze toets om muziekstukken herhaald af te
spelen.
AyB toets (29)
Druk op deze toets om herhaald afspelen van A-B te
kiezen.
wd CONTINUE-toets (29, 30, 46)
Druk op deze toets om verder te gaan met normaal
afspelen.
SHUFFLE-toets (29, 46)
Druk op deze toets om afspelen in willekeurige
volgorde te kiezen.
PROGRAM-toets (30, 46)
Druk op deze toets om afspelen in geprogrammeerde
volgorde te kiezen.
wf DISPLAY-toets (14, 15, 20, 30)
Druk op deze toets om de informatie te kiezen die op
het display moet worden weergegeven.
SCROLL-toets (16)
Druk op deze toets om de titel van een muziekstuk of
MD over het display te laten bewegen.
TIME-toets (14-16, 20, 25)
Druk op deze toets om de resterende tijd weer te
geven op het display.
wg MENU/NO-toets (8, 21, 22, 30-38, 40-42, 45, 49)
Druk op deze toets om “Edit Menu” of “Setup Menu”
op het display weer te geven.
YES-toets (8, 21, 22, 30-38, 40-42, 45, 49)
Druk op deze toets om de gekozen
bedieningshandeling uit te voeren.
wh EJECT Z toets (19, 20, 26)
Druk op deze toets om de MD te verwijderen.
13NL
Plaatsen en functies van onderdelen
qf REC LEVEL/ANALOG OUT LEVEL +/– toetsen (20, 26)
Druk op deze toetsen om het opname- of analoge
uitgangsniveau in te stellen.
Gebruik van het display
Het display geeft informatie over de MD of het
muziekstuk. Dit hoofdstuk beschrijft de informatie die
voor elke bedieningsstand van het deck wordt
weergegeven op het display.
PITCH CONTROL
Terwijl het deck is stopgezet
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om het
display te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
TIME
Plaatsen en functies van onderdelen
Totaal aantal muziekstukken en totale verstreken
opnametijd (standaard display)
Indrukken
A
SCROLL
Inhoud van een programma (alleen wanneer
“PROGRAM” brandt)
DISPLAY/CHAR
SCROLL
TIME
`/1
Z
DATE
RECORDED
DISPLAY
Indrukken
Niveau van het ingangssignaal
Cijfertoetsen
P.HOLD
H
./>
.
m
X
>
x
Indrukken
z
M
DF (digitaal filter)-display
Opmerking
Elke keer wanneer het deck overschakelt naar een bepaalde
bedieningsstand (afspelen, opnemen, enz.) en u DISPLAY/CHAR
(of DISPLAY) of TIME indrukt, verschijnt het display met de
indeling die u in de verschillende bedieningsstanden van het
deck hebt gekozen. De indeling van het display blijft van kracht
totdat u een andere indeling kiest (zie de volgende hoofdstukken
voor nadere bijzonderheden). Wanneer u echter de stekker uit het
stopcontact trekt, zullen de eerstvolgende keer wanneer u het
deck weer inschakelt, van alle displays weer de
standaardinstellingen gelden (d.w.z. het display zoals het in de
fabriek is ingesteld).
Indrukken
z U kunt de resterende opnametijd op de MD controleren
Druk op TIME. Bij elke druk op de toets verandert het display als
volgt:
Totaal aantal muziekstukken en totale verstreken
opnametijd (standaard display)
Wanneer u een MD plaatst
Indrukken
Totaal aantal muziekstukken en resterende
opnametijd op de MD (alleen bij opneembare
MD’s) *
Wanneer u een MD plaatst, verschijnt het volgende
display:
Disctitel*
Muziekkalender**
Indrukken
*
Totaal aantal
muziekstukken
Totale verstreken
opnametijd
Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel in plaats van de
disctitel. Wanneer de MD of het muziekstuk geen titel heeft,
verschijnt “No Name”.
**Bij een voorbespeelde MD toont een muziekkalender alle
muziekstuknummers binnen een raster, terwijl deze bij een
opneembare MD zonder raster worden weergegeven. Indien het totale
aantal muziekstukken meer dan 15 bedraagt, verschijnt op de
muziekkalender rechts naast nr. 15 de indicatie B.
*
14NL
Niet bij voorbespeelde discs.
Terwijl het deck bezig is met opnemen
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om het
display te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
Indrukken
piekniveaumeters blijven staan op het hoogste niveau dat door
het ingangssignaal is bereikt
1 Terwijl het deck is stopgezet of bezig is met afspelen, drukt u
tweemaal op MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2 Draai AMS totdat “P.Hold Off” (fabrieksinstelling) op het
display verschijnt, en druk daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS om “P.Hold On” te kiezen, en druk daarna op AMS
of YES.
4 Druk op MENU/NO.
Om de piekvasthoudfunctie uit te schakelen, kiest u bij stap 3
hierboven “P.Hold Off”.
z U kunt de afstandsbediening gebruiken om de
Niveau van het ingangssignaal
piekvasthoudfunctie in of uit te schakelen Z
Druk op P.HOLD om “P.Hold On” of “P.Hold Off” weer te geven.
Indrukken
Terwijl het deck bezig is met afspelen
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om het
display te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
Indicatie van bemonsteringsfrequentie *
*
Muziekstuknummer en verstreken tijd van
het huidige muziekstuk (standaard display)
“FS -- kHz” verschijnt terwijl het analoge signaal wordt
ingevoerd.
Indrukken
DF (digitaal filter)-display
Indrukken
Indrukken
Inhoud van een programma (alleen
wanneer “PROGRAM” brandt)
z U kunt de resterende opnametijd op de MD controleren
Druk op TIME. Bij elke druk op de toets verandert het display als
volgt:
Indrukken
Muziekstuknummer en verstreken opnametijd
van het huidige muziekstuk (standaard display)
Disctitel en muziekstuktitel
Indrukken
Muziekstuknummer en resterende
opnametijd op de MD
Indrukken
Niveau van het uitgangssignaal
Indrukken
Indrukken
DF (digitaal filter)-display
Indrukken
15NL
Plaatsen en functies van onderdelen
Muziekstuknummer en verstreken opnametijd
van het huidige muziekstuk (standaard display)
z De piekvasthoudfunctie zorgt ervoor dat de
Gebruik van het display
z U kunt de resterende tijd controleren
Controleren van de waarde van de
toonhoogte
Druk op TIME. Bij elke druk op de toets verandert het display als
volgt:
Druk herhaald op PITCH CONTROL om het display te
wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
Muziekstuknummer en verstreken tijd van
het huidige muziekstuk (standaard display)
Plaatsen en functies van onderdelen
Muziekstuknummer en verstreken tijd van
het huidige muziekstuk (standaard display
tijdens afspelen)
Indrukken
Muziekstuknummer en resterende tijd van
het huidige muziekstuk
Indrukken
Waarde van toonhoogte in stappen*
Indrukken
Resterende tijd van alle opgenomen
muziekstukken
Indrukken
Indrukken
Waarde van afregeling*
z Tijdens het afspelen kunt u altijd de muziekstuktitel
controleren
Druk op SCROLL.
De muziekstuktitel verschijnt en beweegt over het display.
Terwijl de muziekstuktitel over het display beweegt, drukt u
nogmaals op de toets om de muziekstuktitel tijdelijk te stoppen,
en nogmaals om de muziekstuktitel weer te laten lopen.
Indrukken
Indien u de toonhoogte wilt veranderen, raadpleeg dan “Veranderen
van de toonhoogte” op blz. 43 en 44.
*
Weergeven van de datum van opname Z
Wanneer de ingebouwde klok van het MD-deck is
ingesteld, zal het MD-deck automatisch de datum en tijd
van alle opnamen vastleggen. U kunt dan de datum en
tijd waarop het muziekstuk werd opgenomen controleren.
16NL
1
Druk op ./>
of op de cijfertoetsen om het
muziekstuk te vinden waarvan u de datum van
opname wilt controleren.
2
Druk op DATE RECORDED.
“No Date” verschijnt indien de ingebouwde klok niet
is ingesteld of indien het muziekstuk werd
opgenomen op een ander MD-deck zonder functie
voor het aanbrengen van de datum en tijd.
Opnemen op
MD’s
Indicaties die tijdens het opnemen op het
display verschijnen
Indien “Protected” en “C11” beurtelings op het
display verschijnen
Het wispreventienokje is opengeschoven en de MD is
beschermd tegen abusievelijk wissen. Om op de MD te
kunnen opnemen, schuift u het nokje dicht. Zie “Om te
voorkomen dat opnamen abusievelijk worden gewist” op
blz. 19 voor bijzonderheden.
Indien “Din Unlock” en “C71” beurtelings op het
display verschijnen
• De digitale component die met de INPUT-kiezer werd
gekozen, is niet correct aangesloten. Controleer de
aansluiting.
• De gekozen digitale component is niet ingeschakeld.
Schakel de component in.
Indien “Cannot Copy” op het display verschijnt
Het MD-deck maakt gebruik van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy Management System”).
MD’s die via de digitale ingangsaansluiting zijn
opgenomen, kunnen niet via de digitale
uitgangsaansluiting worden gekopieerd naar andere
MD’s of DAT-banden. Zie “Overzicht van het ééngeneratie kopieersysteem (“Serial Copy Management
System”)” op blz. 18 voor bijzonderheden.
Indien “TRACK” op het display knippert
Het MD-deck neemt op over bestaande muziekstukken
heen (zie “Opnemen op een MD” op blz. 18). Wanneer de
opname ten einde is, stopt de indicatie met knipperen.
Indicaties die na het opnemen op het
display verschijnen
Indien “TOC” op het display gaat branden
De opname is wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave
(TOC) van de MD is niet bijgewerkt. Trek de stekker niet
uit het stopcontact terwijl deze indicatie brandt,
aangezien anders de opname verloren zal gaan. De
inhoudsopgave wordt alleen bijgewerkt wanneer u de
MD verwijdert of het MD-deck uitschakelt.
Indien “TOC Writing” op het display knippert
Het deck is bezig met het lezen van de inhoudsopgave
(TOC). Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl deze indicatie knippert.
17NL
Opnemen op MD’s
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, op
welke manieren u op een MD kunt
opnemen en hoe u
muziekstuknummers kunt
aanbrengen en synchroonopnamen
met andere componenten kunt
maken.
Opmerkingen over
opnemen
Opmerkingen over opnemen
Automatische omzetting van digitale
bemonsteringsfrequenties tijdens het
opnemen
Opnemen op een MD
Hieronder worden de bedieningshandelingen voor
normaal opnemen uitgelegd. Indien de MD reeds
opnamen bevat, zal het deck automatisch beginnen met
opnemen vanaf het einde van het opgenomen gedeelte.
Opnemen op MD’s
Een ingebouwde bemonsteringsfrequentieomzetter zorgt
ervoor dat de bemonsteringsfrequentie van verschillende
digitale bronnen automatisch wordt omgezet in de
bemonsteringsfrequentie van het MD-deck, namelijk
44,1 kHz. Dit biedt de mogelijkheid tot het meeluisteren
naar en opnemen van bronnen zoals DAT-banden of
satellietuitzendingen met een frequentie van 32 kHz of
48 kHz, evenals CD’s en MD’s.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-componenten zoals CD’s, MD’s en DAT’s,
verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de
muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren.
Teneinde muziekbronnen met copyright te beschermen,
maakt dit deck gebruik van het “Serial Copy Management
System” waardoor u via de digitaal-naar-digitaalaansluitingen slechts één kopie kunt maken van een
opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie* maken
via de digitaal-naar-digitaal-aansluitingen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
• U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijvoorbeeld
een CD of MD), maar u kunt van deze eerste-generatie
kopie geen tweede kopie maken.
• U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van
een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma
(bijvoorbeeld een analoge grammofoonplaat of een
muziekcassetteband) of van een digitale satellietuitzending, maar u kunt van deze eerste-generatie
kopie geen tweede kopie maken.
*
Een eerste-generatie kopie is de eerste opname die van een digitale
geluidsbron via de digitale ingangsaansluiting van het deck is
gemaakt. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van een CD-speler die is
aangesloten op de DIGITAL IN-aansluiting, maakt u een eerstegeneratie kopie.
Opmerking
De beperkingen van het “Serial Copy Management System” zijn
niet van toepassing wanneer u opneemt via de analoog-naaranaloog-aansluitingen.
18NL
\/1
AMS
REC MODE INPUT
REC z
A
EJECT A
HX x
1
Schakel de versterker en programmabron in en kies
op de versterker de gewenste bron.
2
Druk op +/1 om het deck in te schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
4
Plaats een opneembare MD.
5
Zet INPUT in de positie die overeenkomt met de
ingangsaansluitbussen (-aansluiting) die op de
programmabron zijn aangesloten.
Bron aangesloten op:
Zet INPUT op:
DIGITAL OPTICAL IN1-aansluiting
OPT1
DIGITAL OPTICAL IN2-aansluiting
OPT2
DIGITAL COAXIAL IN-aansluitbus
COAX
LINE (ANALOG) IN-aansluitbussen
ANALOG
Zet REC MODE in de opnamestand waarin u wilt
opnemen.
Voor opnemen in:
Zet REC MODE op:
Stereo
STEREO
Mono
MONO
In mono kunt u ongeveer tweemaal zoveel opnemen
als in stereo.
6
Zoek, indien nodig, het punt op de MD vanwaar u
met opnemen wilt beginnen.
Indien u op een nieuwe MD wilt opnemen of de
opname wilt laten beginnen vanaf het einde van een
eerder opgenomen muziekstuk, ga dan naar stap 7.
Om vanaf het begin over een bestaand muziekstuk op
de MD op te nemen
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat het
nummer van het muziekstuk verschijnt waarover u
wilt opnemen.
Om te voorkomen dat opnamen abusievelijk
worden gewist
Om opnemen op een MD onmogelijk te maken, verschuift
u het wispreventienokje in de richting van het pijltje (zie
onderstaande afbeelding) om de gleuf bloot te leggen. Om
opnamen mogelijk te maken, verschuift u het nokje om de
gleuf te bedekken.
Onderkant van de MD
7
Druk op REC z.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
8
Stel, indien nodig, het opnameniveau in.
Zie “Instellen van het opnameniveau” op blz. 20 voor
bijzonderheden.
9
Druk op H of X.
Het opnemen begint.
Opnemen op MD’s
Om vanaf een bepaald punt in een bestaand
muziekstuk op de MD op te nemen
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat het
nummer van het muziekstuk verschijnt waarover u
wilt opnemen, en druk daarna op H om met afspelen
te beginnen. Wanneer het punt is bereikt waarop u de
opname wilt laten beginnen, drukt u op X.
Wispreventienokje
Schuif in richting van
pijltje
z Om de zojuist opgenomen muziekstukken af te spelen
Druk op H onmiddellijk nadat u met opnemen bent gestopt.
Het afspelen begint vanaf het eerste muziekstuk dat u zojuist
hebt opgenomen.
z Om na het opnemen af te spelen vanaf het eerste
muziekstuk op de MD
10 Begin met het afspelen van de programmabron.
Bedieningshandelingen tijdens het opnemen
Om:
Druk op:
De opname te stoppen
x
De opname tijdelijk te onderbreken
X
De opname te hervatten
H of X
De MD te verwijderen
EJECT A na de opname te
hebben stopgezet
1 Druk opnieuw op x nadat u met opnemen bent gestopt.
2 Druk op H.
Het afspelen begint vanaf het eerste muziekstuk op de MD.
Opmerkingen
• Indien u tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand REC
MODE verandert, zal de opname stoppen.
• Ook wanneer u REC MODE op MONO zet, zal het geluid dat u
aan het opnemen bent, niet in mono te horen zijn.
• Opnemen over bestaande muziekstukken is niet mogelijk
wanneer u afspelen in willekeurige volgorde (blz. 29) of
afspelen in geprogrammeerde volgorde (blz. 30) hebt gekozen.
In deze gevallen verschijnt “Impossible” op het display.
Wanneer u de opname tijdelijk onderbreekt
Wanneer u de opname tijdelijk onderbreekt, krijgt de
passage na het punt waarop werd gepauzeerd een nieuw
muziekstuknummer toegewezen. Wanneer u bijvoorbeeld
de opname van muziekstuk nr. 4 tijdelijk onderbreekt, zal
de passage na de pauze muziekstuk nr. 5 zijn.
19NL
Instellen van het
opnameniveau
Wenken bij opname
U kunt het opnameniveau instellen voor zowel analoge
als digitale opnamen.
MENU/NO AMS YES INPUT
TIME
REC LEVEL
DISPLAY/CHAR
A
EJECT A
A
Opnemen op MD’s
1
Verricht de stappen 1 t/m 7 van “Opnemen op een
MD” op blz. 18 en 19.
2
Speel het gedeelte van de programmabron met het
hoogste geluidsniveau.
3
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY)
totdat het niveau van het ingangssignaal op het
display verschijnt.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u REC
LEVEL (of drukt u herhaald op REC LEVEL ANALOG
OUT LEVEL +/–) om het opnameniveau te verhogen
tot het hoogste niveau zonder dat de twee meest
rechtse indicaties op de piekniveaumeters worden
ingeschakeld.
REC z
Controleren van de resterende
opnametijd op de MD
Druk herhaald op TIME.
Terwijl het deck:
Verschijnt de volgende informatie:
Is stopgezet
Totale verstreken opnametijd y
Resterende opnametijd op de MD
Bezig is met opnemen
Verstreken opnametijd van het
huidige muziekstuk y Resterende
opnametijd op de MD
Voor bijzonderheden, zie blz. 14 en 15.
Meeluisteren naar het ingangssignaal
(Input Monitor)
U kunt meeluisteren naar het gekozen ingangssignaal,
zelfs wanneer u dit niet aan het opnemen bent.
Voorkom dat deze indicaties worden ingeschakeld
5
6
1
2
Druk op EJECT A om de MD te verwijderen.
3
Druk op REC z.
Stop het afspelen van de programmabron.
Om met opnemen te beginnen, gaat u verder
vanaf stap 9 van “Opnemen op een MD” op blz. 19.
z U kunt het opnameniveau instellen zonder het display te
veranderen
In dit geval moet u de bovenstaande stap 3 overslaan.
Tijdens het instellen van het opnameniveau verschijnt gedurende
circa drie seconden het niveau van het ingangssignaal.
Opmerking
Het volume kan slechts worden verhoogd tot +12,0 dB (voor
analoge opnamen) of +18,0 dB (voor digitale opnamen). Indien
het uitgangsniveau van de aangesloten component laag is, kan
daarom niet altijd het maximale opnameniveau worden
ingesteld.
20NL
Zet INPUT in de stand die overeenkomt met de
aansluitbussen (aansluiting) waar het signaal
waarnaar u wilt luisteren, wordt ingevoerd.
Wanneer INPUT is ingesteld op ANALOG
Het analoge signaal dat wordt ingevoerd via de LINE
(ANALOG) IN-aansluitbussen, wordt na A/Domzetting uitgevoerd naar de DIGITAL OUTaansluiting, en vervolgens na D/A-omzetting
uitgevoerd naar de LINE (ANALOG) OUTaansluitbussen. Gedurende deze tijd verschijnt “AD DA” op het display.
Wanneer INPUT is ingesteld op OPT1, OPT2 of COAX
Het digitale signaal dat wordt ingevoerd via de
DIGITAL IN-aansluiting, wordt na het passeren van
de bemonsteringsfrequentieomzetter uitgevoerd via
de DIGITAL OUT-aansluiting naar de LINE
(ANALOG) OUT-aansluitbussen, en vervolgens na D/
A-omzetting naar de PHONES-aansluitbus.
Gedurende deze tijd verschijnt “- DA” op het display.
Het deck kan zodanig worden ingesteld dat stille
passages die ontstaan wanneer het signaal tijdens het
opnemen wordt onderbroken, automatisch worden
gewist. De functie die wordt geactiveerd (Smart Space of
Auto Cut), is afhankelijk van de lengte van de
onderbreking (zie onderstaande beschrijving).
Smart Space (Vervangen van stille passages)
Wanneer het signaal minder dan 30 seconden wordt
onderbroken, zorgt de functie Smart Space ervoor dat de
stille passage wordt vervangen door een niet-opgenomen
interval van circa drie seconden en dan gaat het opnemen
door. Gedurende deze tijd verschijnt “Smart Space” op het
display.
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
Om:
Kies:
Smart Space en Auto Cut in te schakelen
S.Space On
(fabrieksinstelling)
Smart Space en Auto Cut uit te schakelen S.Space Off
4
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
• Indien u begint met opnemen zonder dat er een signaal wordt
ingevoerd, zullen Smart Space en Auto Cut niet werken,
ongeacht de instelling.
• Smart Space is niet van invloed op de muziekstuknummers die
worden opgenomen, zelfs niet wanneer de stille passage
midden in een muziekstuk valt.
• Auto Cut wordt automatisch samen met Smart Space in- of
uitgeschakeld.
• Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (“S.Space On” of
“S.Space Off”) in het geheugen worden bewaard en de
eerstvolgende keer wanneer u het deck inschakelt, uit het
geheugen worden opgeroepen.
• Indien het MD-deck na activering van Auto Cut nog circa
10 minuten doorgaat met het opnemen van een pauze, wordt
het opnemen automatisch stopgezet.
Auto Cut (Automatische pauze na vervangen van
stille passages)
Wanneer het signaal gedurende circa 30 seconden wordt
onderbroken, zorgt de functie Auto Cut ervoor dat de
stille passage wordt vervangen door een niet-opgenomen
interval van circa drie seconden en dan wordt het
opnemen tijdelijk stopgezet. Gedurende deze tijd
verschijnt “Auto Cut” op het display.
Volg de onderstaande procedure om de functies Smart
Space en Auto Cut in of uit te schakelen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“S.Space On” verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
21NL
Opnemen op MD’s
Automatisch wissen van stille passages
(Smart Space/Auto Cut)
3
Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens
het opnemen (Track Marking)
3
Tijdens het opnemen kunt u muziekstuknummers
aanbrengen. Dit kan zowel handmatig als automatisch.
Door het aanbrengen van muziekstuknummers op
specifieke punten kunt u een bepaalde passage later snel
terugvinden en de opgenomen muziekstukken op de MD
gemakkelijk monteren.
MENU/NO
AMS YES REC z
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen, en druk daarna op AMS of YES.
Om:
Kies:
Automatic Track Marking in te schakelen T.Mark Lsyn
(fabrieksinstelling)
Automatic Track Marking uit te schakelen T.Mark Off
4
Opnemen op MD’s
Druk op MENU/NO.
Een muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
gedurende ten minste 1,5 seconde op een niveau van
–50 dB (het activeringsniveau van Automatic Track
Marking) of lager blijft.
A
Handmatig aanbrengen van
muziekstuknummers (Manual Track
Marking)
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt
waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en
druk dan op REC z.
Automatisch laten aanbrengen van
muziekstuknummers (Automatic Track
Marking)
Bij het opnemen van een met de DIGITAL IN-aansluiting
verbonden CD-speler of MD-deck worden de
muziekstuknummers in dezelfde volgorde aangebracht
als bij de opnamebron. Bij het opnemen van andere
bronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INaansluiting, of van een bron die is verbonden met de
LINE (ANALOG) IN-aansluitbussen, dient u de
onderstaande procedure te volgen om de
muziekstuknummers automatisch te laten aanbrengen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“T.Mark Lsyn” op het display verschijnt, en druk
daarna op AMS of YES.
22NL
Om het activeringsniveau van Automatic Track
Marking te wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het signaalniveau
waarop Automatic Track Marking wordt geactiveerd, te
wijzigen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“LS(T)” op het display verschijnt, en druk daarna op
AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om het
niveau te kiezen, en druk daarna op AMS of YES.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op
elke waarde tussen –72 dB en 0 dB.
4
Druk op MENU/NO.
z Aanvullende informatie over Automatic Track Marking
z Zelfs nadat de opname is voltooid, kunt u nog
muziekstuknummers aanbrengen
Zie “Onderverdelen van muziekstukken” op blz. 36.
Opmerking
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zullen de laatst gemaakte instellingen (“T.Mark Lsyn” of
“T.Mark Off” en het activeringsniveau) in het geheugen worden
bewaard en de eerstvolgende keer wanneer u het deck inschakelt,
uit het geheugen worden opgeroepen.
(tijdmachine-opname)
Wanneer het deck zich in de opnamepauzestand bevindt,
worden de laatste zes seconden aan audio-gegevens
voortdurend opgeslagen in het buffergeheugen van het
deck. Wanneer u AMS (of T.REC) indrukt, worden bij
gebruikmaking van deze functie eerst de gegevens uit het
buffergeheugen opgenomen. Met de tijdmachineopnamefunctie kunt u voorkomen dat de eerste paar
seconden van het materiaal dat u live van een FM- of
satelliet-uitzending opneemt, verloren gaan.
AMS
A
1
Volg de stappen 1 t/m 7 van “Opnemen op een
MD” op blz. 18 en 19.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
2
3
Begin met het afspelen van de programmabron.
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is
bereikt waar u met opnemen wilt beginnen en
druk dan op AMS (of T.REC).
Het opnemen begint met de zes seconden aan audiogegevens uit het buffergeheugen en daarna gaat het
opnemen verder via het buffergeheugen.
Om de Tijdmachine-opnamefunctie te stoppen
Druk op x.
Opmerking
Het opslaan van audio-gegevens uit het buffergeheugen begint
vanaf het moment dat het deck in de opnamepauzestand is
komen te staan. Indien er sinds het tijdstip waarop het deck in de
opnamepauzestand is komen te staan, minder dan zes seconden
zijn verstreken, begint de tijdmachine-opname dus met minder
dan zes seconden aan audio-gegevens uit het buffergeheugen.
Hetzelfde geldt wanneer de programmabron op het tijdstip dat u
met opnemen begint, nog geen zes seconden heeft gespeeld.
23NL
Opnemen op MD’s
• Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-aansluiting
verbonden CD-speler of MD-deck, kan in de volgende gevallen
al het materiaal als één muziekstuk worden opgenomen:
— Wanneer u hetzelfde muziekstuk tweemaal of vaker achter
elkaar opneemt door gebruikmaking van de functie voor
herhaald afspelen van één muziekstuk.
— Wanneer u twee of meer muziekstukken met hetzelfde
muziekstuknummer, maar van verschillende CD’s of MD’s,
achter elkaar opneemt.
— Wanneer u muziekstukken van bepaalde CD- of multidiscspelers opneemt.
Indien de opnamebron een MD is, bestaat de kans dat
muziekstukken van minder dan vier seconden geen eigen
muziekstuknummer krijgen toegewezen.
• Wanneer u opneemt van een component die is verbonden met
de LINE (ANALOG) IN-aansluitbussen en “T.Mark Off” is
gekozen, of wanneer u opneemt van een met de DIGITAL INaansluiting verbonden DAT-deck of DBS-tuner, kan al het
materiaal als één muziekstuk worden opgenomen.
• Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-aansluiting
verbonden DAT-deck of DBS-tuner, wordt er bij elke
verandering van de bemonsteringsfrequentie of het
ingangssignaal een muziekstuknummer aangebracht, ongeacht
de instelling van de parameters voor het aanbrengen van
muziekstukken (“T.Mark Lsyn” of “T.Mark Off”).
Opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen
Synchroon opnemen met
de audio-component van
uw keuze
(muziek-synchroonopname) Z
Met de muziek-synchroonopnamefunctie kunt u de
opname op het MD-deck automatisch laten
synchroniseren met het afspelen van de gekozen
programmabron. De functie voor het aanbrengen van
muziekstuknummers zal echter afhankelijk van de
programmabron verschillen. Zie “Aanbrengen van
muziekstuknummers tijdens het opnemen” op blz. 22
voor bijzonderheden.
Synchroon opnemen met
een Sony CD-speler
(CD-synchroonopname) Z
Wanneer het deck is aangesloten op een Sony CD-speler
of hifi-geluidsinstallatie, kunt u door gebruikmaking van
de afstandsbediening gemakkelijk de inhoud van de CD’s
kopiëren naar de MD. Aangezien dezelfde
afstandsbediening ook wordt gebruikt voor het MD-deck
en de CD-speler of het CD-spelergedeelte van de
geluidsinstallatie, dient u het MD-deck en de CD-speler
zo dicht mogelijk bij elkaar te plaatsen.
Opnemen op MD’s
`/1
Z
TIME
`/1
Z
H
H
>
m
M
X
1
2
3
X
.
.
CD-SYNC START
CD-SYNC STOP
x
z
MUSIC SYNC
>
X
.
>
m
M
X
.
x
z
CD-SYNC STANDBY
>
CD PLAYER X
CD PLAYER ./>
1
Volg de stappen 1 t/m 6 van “Opnemen op een
MD” op blz. 18 en 19.
Schakel de versterker en de CD-speler in, en kies op
de versterker de functie CD.
2
Druk op MUSIC SYNC.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
Volg de stappen 2 t/m 6 van “Opnemen op een
MD” op blz. 18 en 19.
3
Plaats een CD in de CD-speler en kies op de CDspeler de gewenste afspeelfunctie (Shuffle Play,
Program Play, enz.).
4
Druk op CD-SYNC STANDBY.
De CD-speler komt in de wachtstand voor afspelen te
staan, en het MD-deck in de wachtstand voor opname.
5
Druk op CD-SYNC START.
Het deck begint met opnemen en de CD-speler begint
met afspelen.
Het muziekstuknummer en de verstreken opnametijd
van het muziekstuk verschijnen op het display.
Begin met het afspelen van de programmabron.
Het opnemen begint automatisch.
Om de muziek-synchroonopname te stoppen
Druk op x.
Opmerking
Tijdens muziek-synchroonopname zullen de functies Smart Space
en Auto Cut werken, ongeacht de instelling daarvan (“S.Space
On” of “S.Space Off”).
Indien de CD-speler niet begint met afspelen
Sommige CD-spelers reageren niet wanneer u CDSYNC START indrukt. Druk in plaats daarvan op X
op de afstandsbediening van de CD-speler om het
afspelen van de CD-speler te laten beginnen.
24NL
Bedieningshandelingen tijdens CDsynchroonopname
Druk op:
De opname te stoppen
CD-SYNC STOP
De opname tijdelijk te
onderbreken
CD-SYNC STANDBY of CD
PLAYER X
Tijdens de opnamepauze het
eerstvolgende muziekstuk te
vinden dat u wilt opnemen
CD PLAYER ./>
De opname na een tijdelijke
onderbreking te hervatten
CD-SYNC START of CD
PLAYER X
De resterende opnametijd
op de MD te controleren
TIME (blz. 15)
z Tijdens CD-synchroonopname kunt u de afstandsbediening
van de CD-speler gebruiken
Druk op:
Gewenste stand MD-deck Gewenste stand
CD-speler
H
Opnemen
Afspelen
x
Opnamepauze
Stoppen
X
Opnamepauze
Pauzeren
z Tijdens CD-synchroonopname worden op de volgende
manieren muziekstuknummers aangebracht:
• Wanneer de CD-speler is verbonden met de DIGITAL INaansluiting, worden de muziekstuknummers automatisch
aangebracht zoals op de CD.
• Wanneer de CD-speler is verbonden met de LINE (ANALOG)
IN-aansluitbussen en “T.Mark Lsyn” is gekozen (blz. 22),
worden de muziekstuknummers automatisch aangebracht.
• Wanneer u na een opnamepauze weer doorgaat met opnemen,
wordt er automatisch een nieuw muziekstuknummer
aangebracht, ongeacht de instelling van de parameters voor het
aanbrengen van muziekstuknummers (“T.Mark Lsyn” of
“T.Mark Off”).
z Tijdens CD-synchroonopname kunt u CD’s verwisselen
1 Druk op x op de afstandsbediening van de CD-speler.
2 Verwissel de CD.
3 Druk op H op de afstandsbediening van de CD-speler.
Het opnemen gaat weer verder.
speler
Door de afstandsbediening van de MD opnieuw te
programmeren, kunt u de bovenstaande procedure ook
gebruiken voor synchroonopname met een Sony video-CDspeler.
Druk op cijfertoets 2 terwijl u +/1 op de afstandsbediening van
het MD-deck ingedrukt houdt. U kunt nu de afstandsbediening
gebruiken voor bediening van zowel het MD-deck als de videoCD-speler. Om de CD-speler weer te bedienen, drukt u op
cijfertoets 2 terwijl u +/1 op de afstandsbediening van het MDdeck ingedrukt houdt.
z Tijdens CD-synchroonopname worden CD-tekstgegevens
(CD-tekst en memo’s) ongewijzigd gekopieerd naar de MD
(discmemo-kopieerfunctie)
De discmemo-kopieerfunctie treedt in werking wanneer u een
CD-synchroonopname maakt van een Sony CD-speler die via een
Control A1 -kabel (niet bijgeleverd) is verbonden met het MDdeck.
Opmerkingen
• Bij CD-synchroonopname met een CD-speler die is voorzien
van een functiekiezer, dient u de kiezer altijd op CD1 te zetten.
• Bij het opnemen van muziekstukken van bepaalde CD- of
multidisc-spelers kan al het materiaal als één muziekstuk
worden opgenomen.
• Bij zeer korte CD-muziekstukken zal de discmemokopieerfunctie niet altijd werken.
• Bij bepaalde CD’s worden de tekstgegevens niet altijd
gekopieerd.
CD-synchroonopname van een Sony CDspeler die is aangesloten via een Control
A1 -kabel (niet bijgeleverd)
1
Volg de stappen 1 t/m 3 van “Synchroon opnemen
met een Sony CD-speler” op blz. 24.
2
3
Zet de CD-speler in de afspeelpauzestand.
4
Druk op H of X op het deck.
Het deck begint met opnemen en de CD-speler begint
met afspelen. Wanneer het afspelen van de CD is
geëindigd, stopt het opnemen.
Druk op REC z op het deck.
Het MD-deck komt in de opnamepauzestand te staan.
25NL
Opnemen op MD’s
Om:
z Synchroonopname is ook mogelijk met een Sony video-CD-
Afspelen van
MD’s
Afspelen van een MD
Hieronder worden de bedieningshandelingen voor
normaal afspelen uitgelegd.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, op
welke manieren u MD’s kunt
afspelen.
AMS
`/1
A
EJECT A
HX x
1
Schakel de versterker in en kies op de versterker de
functie MD.
2
Druk op +/1 om het deck in te schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
4
Plaats een MD.
5
Druk op H.
Het deck begint met afspelen.
6
Stel het volume op de versterker in.
Indien nodig, draai AMS naar rechts (of druk
herhaald op >) om het muziekstuk te vinden
waarmee u het afspelen wilt laten beginnen.
Indien u het afspelen bij het eerste muziekstuk wilt
laten beginnen, ga dan naar stap 5.
Bedieningshandelingen tijdens het afspelen
Om:
Druk op of draai:
Met afspelen te stoppen
x
Het afspelen tijdelijk te
onderbreken
X
Na een pauze weer verder te
gaan met afspelen
H of X
Een opvolgend muziekstuk
te vinden
AMS naar rechts (of druk
herhaald op >)
Het begin van het huidige
muziekstuk of een voorgaand
muziekstuk te vinden
AMS naar links (of druk
herhaald op .)
De MD te verwijderen
EJECT A na het afspelen te
hebben stopgezet
Het analoge uitgangsniveau
in te stellen* (tussen –20,0 dB
en 0,0 dB) Z
Herhaald op REC LEVEL/
ANALOG OUT LEVEL +/–
*
Wanneer u de MD verwijdert of het deck uitschakelt, geldt weer de
fabrieksinstelling (0,0 dB) van het uitgangsniveau.
z Om de hoofdtelefoon te gebruiken
Verbind de hoofdtelefoon met de PHONES-aansluitbus. Draai
PHONE LEVEL (of druk herhaald op REC LEVEL/ANALOG
OUT LEVEL +/–) voor het instellen van het volume.
26NL
Afspelen van een bepaald
muziekstuk
Terwijl het deck bezig is met afspelen of is stopgezet,
volgt u de onderstaande procedure om snel elk gewenst
muziekstuk te kunnen afspelen.
`/1
Z
z U kunt de duur van Music Scan veranderen
1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat “M.Scan”
verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de duur te
kiezen en druk daarna op AMS of YES. U kunt de duur in
stappen van één instellen binnen een bereik van zes tot twintig
seconden.
4 Druk op MENU/NO.
Cijfertoetsen
AMS
>25
M.SCAN
H
./>
H
X
.
>
m
M
X
.
x
z
Druk op de cijfertoets(en) om het muziekstuknummer
van het muziekstuk dat u wilt afspelen, in te voeren.
>
Om een muziekstuknummer hoger dan 25 in te
voeren
H
Een muziekstuk vinden met AMS*
Om:
Doet u het volgende:
Tijdens het afspelen naar het
volgende of een volgend
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar rechts (of druk
herhaald op >).
Tijdens het afspelen naar een
Draai AMS naar links (of druk
voorgaand muziekstuk te gaan herhaald op .).
Tijdens het afspelen naar het
begin van het huidige
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar links (of druk
eenmaal op .).
Naar een bepaald
muziekstuk te gaan terwijl
het deck is stopgezet
Draai AMS (of druk herhaald op
./>) totdat het gewenst
muziekstuknummer op het
display knippert, en druk
daarna op AMS of H.
Naar een bepaald muziekstuk
te gaan door elk muziekstuk
zes tot twintig seconden te
scannen (Music Scan) Z
Druk op M.SCAN om het
scannen te laten beginnen.
Wanneer u het gewenste
muziekstuk hebt gevonden,
drukt u op H om het afspelen
te laten beginnen.
*
1
2
Druk op >25.
Voer de betreffende cijfers in.
Om de 0 in te voeren, drukt u niet op 0, maar op 10.
Voorbeelden:
• Om muziekstuknummer 30 af te spelen, drukt u op >25 en
daarna op 3 en 10.
• Om muziekstuknummer 108 af te spelen, drukt u tweemaal
op >25 en daarna eenmaal op 1, 10 en 8.
z Indien u een muziekstuknummer invoert terwijl het deck is
stopgezet of zich in de pauzestand bevindt
Bij het begin van het gevonden muziekstuk zal het deck gewoon
blijven stilstaan, respectievelijk in de pauzestand blijven staan.
Automatische Muzieksensor
z Om snel het laatste muziekstuk op de MD te vinden
Terwijl het deck is stopgezet, draait u AMS naar links (of druk
eenmaal op .).
z Indien u een muziekstuk hebt gevonden terwijl het deck is
stopgezet of zich in de pauzestand bevindt
Bij het begin van het gevonden muziekstuk zal het deck gewoon
blijven stilstaan, respectievelijk in de pauzestand blijven staan.
27NL
Afspelen van MD’s
A
Afspelen van een muziekstuk door
invoeren van het muziekstuknummer Z
Opzoeken van een bepaald
punt in een muziekstuk
Herhaald afspelen van
muziekstukken Z
Tijdens het afspelen of in de pauzestand voor afspelen
kunt u een bepaalde punt in een muziekstuk opzoeken.
U kunt een volledige MD herhaald afspelen. Deze functie
kan worden gebruikt in combinatie met de functie voor
afspelen in willekeurige volgorde (Shuffle Play) om alle
muziekstukken in willekeurige volgorde te herhalen (blz.
29), of met de functie voor afspelen in geprogrammeerde
volgorde (Program Play) om alle muziekstukken in het
programma te herhalen (blz. 30). U kunt ook een bepaald
muziekstuk of een bepaald gedeelte binnen een
muziekstuk herhalen.
m/M
A
`/1
Z
Een punt opzoeken terwijl u meeluistert
naar het geluid
Afspelen van MD’s
Houd tijdens het afspelen m/M ingedrukt.
Terwijl de disc vooruit- of achteruitgaat, hoort u het
intermitterende geluid waarmee de disc nu wordt
afgespeeld. Wanneer het gewenste punt is gevonden, laat
u de toets los.
REPEAT
AyB
H
Opmerkingen
X
.
>
m
M
x
z
M
• Indien het einde van de disc wordt bereikt terwijl u op M
drukt, zal het deck stoppen.
• Muziekstukken van slechts enkele seconden zijn soms te kort
om ernaar te kunnen luisteren. Bij dergelijke muziekstukken
moet u de MD met normale snelheid afspelen.
X
.
>
Opmerking
Een punt opzoeken met behulp van de
tijdsindicatie
Houd gedurende een tijdelijke onderbreking van het
afspelen m/M ingedrukt.
De verstreken afspeeltijd van het muziekstuk verschijnt
op het display. Wanneer het gewenste punt is gevonden,
laat u de toets los. Gedurende deze periode wordt er geen
geluid voortgebracht.
z Wanneer “- Over -” op het display verschijnt
Het einde van de disc is bereikt terwijl u M indrukt. Draai AMS
naar links (of druk op .) of druk op m om terug te gaan.
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling van de functie voor
herhaald afspelen (“Repeat All” of “Repeat 1”) in het geheugen
bewaard blijven en de eerstvolgende keer wanneer u het deck
inschakelt, uit het geheugen worden opgeroepen.
Herhalen van alle muziekstukken op de
MD (Repeat All Play)
Druk herhaald op REPEAT totdat “Repeat All” op het
display verschijnt.
Wanneer u een MD afspeelt, worden de muziekstukken
als volgt herhaald:
Afspeelfunctie
Herhaalde muziekstukken
Normaal afspelen (blz. 26)
Alle muziekstukken in normale
volgorde
Afspelen in willekeurige
volgorde (blz. 29)
Alle muziekstukken in
willekeurige volgorde
Afspelen in geprogrammeerde Alle muziekstukken in de
volgorde (blz. 30)
geprogrammeerde volgorde
Om het herhaald afspelen van alle
muziekstukken te stoppen
Druk op x.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Druk herhaald op REPEAT totdat “Repeat Off” op het
display verschijnt.
28NL
Herhalen van het huidige muziekstuk
(Repeat 1 Play)
Terwijl het te herhalen muziekstuk wordt afgespeeld,
drukt u herhaald op REPEAT totdat “Repeat 1” op het
display verschijnt.
Het huidige muziekstuk wordt nu herhaald afgespeeld.
Muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen (Shuffle Play)
Wanneer u de functie voor afspelen in willekeurige
volgorde (Shuffle Play) kiest, worden alle muziekstukken
op de MD in willekeurige volgorde afgespeeld.
Om het herhaald afspelen van het huidige
muziekstuk te stoppen
Druk op x.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Druk herhaald op REPEAT totdat “Repeat Off” op het
display verschijnt.
U kunt een bepaald gedeelte van een muziekstuk laten
herhalen. Bij het vastleggen van het te herhalen gedeelte
dient u er rekening mee te houden dat dit tussen het
begin- en eindpunt van één en hetzelfde muziekstuk ligt.
1
Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u bij
het beginpunt (punt A) van het te herhalen
gedeelte op AyB.
“REPEAT A-” brandt en “B” knippert op het display.
2
Ga door met het afspelen van het muziekstuk of
druk op M om het eindpunt (punt B) te vinden,
en druk daarna op AyB.
“REPEAT A-B” brandt en het gedeelte tussen punt A
en B wordt nu herhaald afgespeeld.
Om het herhaald afspelen van het gedeelte
tussen punt A en B te stoppen en verder te gaan
met normaal afspelen
Druk op REPEAT of CLEAR.
PLAY MODE
H
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op
PLAY MODE (of eenmaal op SHUFFLE) totdat
“SHUFFLE” op het display brandt.
2
Druk op H.
De muziekstukken worden nu in willekeurige
volgorde afgespeeld.
; verschijnt terwijl de muziekstukken in een
willekeurige volgorde worden gezet.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op PLAY
MODE (of eenmaal op CONTINUE) totdat “SHUFFLE”
dooft.
z Tijdens afspelen in willekeurige volgorde kunt u
muziekstukken opzoeken
Draai AMS (of druk herhaald op ./>).
• Om het eerstvolgende of een later af te spelen muziekstuk te
vinden, draait u AMS naar rechts (of druk herhaald op >).
• Om het begin van het huidige muziekstuk te vinden, draait u
AMS naar links (of druk op .). Houd er rekening mee dat u
de muziekstukken die reeds eenmaal zijn afgespeeld niet kunt
opzoeken en afspelen.
z Tijdens het herhaald afspelen van het gedeelte tussen punt A
en B kunt u een nieuw begin- en eindpunt instellen
U kunt het huidige eindpunt veranderen in een nieuw beginpunt
en daarna een nieuw eindpunt vastleggen voor het herhalen van
een gedeelte dat onmiddellijk op het huidige gedeelte volgt.
1 Tijdens het herhaald afspelen van het gedeelte tussen punt A en
B drukt u op AyB.
Het huidige eindpunt verandert in het nieuwe beginpunt (punt
A).
“REPEAT A-” brandt en “B” knippert op het display.
2 Ga naar het nieuwe eindpunt (punt B) en druk op AyB.
“REPEAT A-B” brandt en het nieuw vastgelegde gedeelte
wordt nu herhaald afgespeeld.
29NL
Afspelen van MD’s
Herhalen van een bepaald gedeelte van
een muziekstuk (Repeat A-B Play)
A
Programmeren van
muziekstukken (Program Play)
Om een muziekstuknummer hoger dan 25 in te voeren
Z
Gebruik >25. Voor bijzonderheden, zie blz. 27.
U kunt de gewenste muziekstukken uitkiezen en in een
programma van maximaal 25 muziekstukken aangeven in
welke volgorde u deze wilt afspelen.
Om de totale afspeeltijd van het programma te
controleren
Druk op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY).
MENU/NO AMS YES m/M
4
Herhaal stap 3 om andere muziekstukken in te
voeren.
Het ingevoerde muziekstuk wordt toegevoegd op de
plaats waar de “0” knippert.
Elke keer wanneer u een muziekstuk invoert,
verschijnt de totale programmatijd op het display.
5
Druk op YES.
“Complete!!” verschijnt op het display en het
programma is nu voltooid.
6
Druk herhaald op PLAY MODE (of eenmaal op
PROGRAM) totdat “PROGRAM” op het display
brandt.
7
Druk op H.
Het programma wordt nu afgespeeld.
A
PLAY MODE
DISPLAY/CHAR
CLEAR
`/1
Z
H
MENU/NO
Afspelen van MD’s
YES
DISPLAY
PROGRAM
Cijfertoetsen
>25
CLEAR
H
./>
m/M
H
X
z
.
m
X
>
x
M
.
>
Het programmeren van de muziekstukken
Om het afspelen in geprogrammeerde volgorde
te stoppen
Druk op x.
Om weer verder te gaan met normaal afspelen
Druk herhaald op PLAY MODE (of eenmaal op
CONTINUE) totdat “PROGRAM” dooft.
z Het programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld of is
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Program ?” op het display verschijnt, en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het muziekstuknummer verschijnt dat u aan het
programma wilt toevoegen, en druk daarna op
AMS of M (of voer het muziekstuknummer
rechtstreeks in door gebruikmaking van de
cijfertoets(en)).
Indien u het verkeerde muziekstuknummer hebt
ingevoerd
Druk herhaald op m/M totdat het verkeerde
muziekstuknummer knippert en volg daarna de
bovenstaande stap 3 opnieuw of druk op CLEAR om
het muziekstuknummer te wissen. Indien “0”
knippert, drukt u op m.
30NL
stopgezet
Druk op H om het programma opnieuw af te spelen.
Opmerkingen
• Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, gaat het programma verloren.
• Op het display verschijnt “- - - m - - s” wanneer de totale
afspeeltijd van het programma meer dan 199 minuten
bedraagt.
• “ProgramFull!” verschijnt op het display wanneer u een 26e
muziekstuk probeert te programmeren.
De inhoud van het programma
controleren
Terwijl het deck is stopgezet en “PROGRAM” brandt,
drukt u herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY).
De eerste paar muziekstukken van het programma
verschijnen op het display. Om de rest van het
programma te bekijken, draait u AMS (of drukt u
herhaald op ./>).
Wenken voor het op band
opnemen van MD’s
MENU/NO
De inhoud van het programma wijzigen
AMS
Terwijl het deck is stopgezet en “PROGRAM” brandt,
volgt u de stappen 1 en 2 van “Het programmeren van de
muziekstukken” op blz. 30, gevolgd door één van de
onderstaande procedures.
Om:
Doet u het volgende:
Een muziekstuk te wissen
Druk herhaald op m/M totdat
het nummer van het ongewenste
muziekstuk knippert en druk daarna
op CLEAR.
Druk herhaald op CLEAR totdat alle
muziekstuknummers zijn
verdwenen.
Een muziekstuk toe
te voegen aan het begin
van het programma
Druk herhaald op m totdat “0”
knippert vóór het eerste
muziekstuknummer, en volg de
stappen 3 t/m 5 van “Het
programmeren van de
muziekstukken” op blz. 30.
Een muziekstuk toe
te voegen in het midden
van het programma
Druk herhaald op m/M totdat
het muziekstuknummer dat aan het
nieuwe muziekstuknummer zal
voorafgaan, knippert. Druk op AMS
zodat “0” op het display gaat
knipperen en volg daarna de
stappen 3 t/m 5 van “Het
programmeren van de
muziekstukken” op blz. 30.
A
Inlassen van stille passages tussen
muziekstukken tijdens het afspelen
(Auto Space)
Het MD-deck beschikt over een functie waarmee tijdens
het afspelen automatisch een stille passage van drie
seconden tussen muziekstukken wordt ingelast. Deze
functie is handig wanneer u van een MD opneemt op een
analoge band omdat u door de stille passage van drie
seconden later de Multi-AMS-functie kunt gebruiken om
het begin van muziekstukken op de band te vinden.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS totdat “Auto Off” verschijnt, en druk
daarna AMS of YES.
3
Draai AMS om de instelling te kiezen, en druk
daarna op AMS of YES.
Een muziekstuk
Druk herhaald op M totdat “0”
toe te voegen aan het
knippert na het laatste
einde van het programma muziekstuknummer, en volg daarna
de stappen 3 t/m 5 van “Het
programmeren van de
muziekstukken” op blz. 30.
Een muziekstuk te
vervangen
Druk herhaald op m/M totdat
het nummer van het te veranderen
muziekstuk knippert, en volg daarna
de stappen 3 t/m 5 van “Het
programmeren van de
muziekstukken” op blz. 30.
4
Om:
Kies:
Auto Space in te schakelen
Auto Space
Auto Space uit te schakelen
Auto Off (fabrieksinstelling)
Druk op MENU/NO.
z U kunt de afstandsbediening gebruiken om Auto Space in of
uit te schakelen Z
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op A.SPACE
totdat “Auto Space” of “Auto Off” op het display verschijnt.
Opmerkingen
• Indien u “Auto Space” kiest en een selectie van meerdere
muziekstuknummers opneemt (bijvoorbeeld een medley of
symfonie), worden er tussen de verschillende gedeelten op de
band stille passages aangebracht.
• Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (“Auto Space” of “Auto
Off”) in het geheugen bewaard blijven en de eerstvolgende
keer wanneer u het deck inschakelt, uit het geheugen worden
opgeroepen.
31NL
Afspelen van MD’s
Alle muziekstukken
te wissen
YES
Wenken voor het op band opnemen van
MD’s
Pauzeren na elk muziekstuk (Auto Pause)
Het MD-deck beschikt over een functie waarmee u na elk
muziekstuk even kunt pauzeren om het eerstvolgende
muziekstuk te vinden dat u wilt opnemen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS totdat “Auto Off” verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS om de instelling te kiezen en druk
daarna op AMS of YES.
Afspelen van MD’s
4
Om:
Kies:
Auto Pause in te schakelen
Auto Pause
Auto Pause uit te schakelen
Auto Off (fabrieksinstelling)
Druk op MENU/NO.
Om na een pauze weer verder te gaan met
afspelen
Druk op H.
z U kunt de afstandsbediening gebruiken om Auto Pause in of
uit te schakelen Z
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op A.SPACE
totdat “Auto Pause” of “Auto Off” op het display verschijnt.
Opmerking
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (“Auto Pause” of “Auto
Off”) in het geheugen bewaard blijven en de eerstvolgende keer
wanneer u het deck inschakelt, uit het geheugen worden
opgeroepen.
32NL
Monteren van
opgenomen
MD’s
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe
u de op een MD opgenomen
muziekstukken kunt monteren.
MENU/NO
AMS
YES
A
m/M
Korte beschrijving van de toetsen en
regelaar die gebruikt worden voor het
monteren van MD’s
De onderstaande toetsen en regelaar worden gebruikt
voor het wissen, onderverdelen, verplaatsen en
samenvoegen van muziekstukken op de MD.
Opmerking
De bediening van deze toetsen en de regelaar verschilt wanneer u
een muziekstuk of MD een titel geeft. Voor bijzonderheden, zie
“Naamgeving van een muziekstuk of MD” op blz. 38.
AMS-regelaar: Draai om een montagefunctie of
muziekstuknummer te kiezen en druk daarna om uw
keuze te bevestigen. U kunt de regelaar ook gebruiken om
bepaalde punten in een muziekstuk aan te geven voor het
wissen of voor het onderverdelen van muziekstukken.
YES-toets: Druk op deze toets in plaats van de AMSregelaar om een keuze te bevestigen.
m/M toetsen: Druk op deze toetsen om de eenheid
(minuut, seconde of frame) aan te geven waarmee de MD
bij het draaien van de AMS-regelaar vooruit moet gaan. U
kunt deze toetsen ook gebruiken om het eindpunt van het
te wissen gedeelte te vinden.
Zie de paragrafen over de montagehandelingen voor
nadere bijzonderheden over de werking van de
verschillende toetsen en van de regelaar.
33NL
Monteren van opgenomen MD’s
MENU/NO-toets: Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
deze toets om muziekstukken te monteren. Om de
montagefunctie uit te schakelen, drukt u tijdens het
monteren op deze toets.
De indicatie die tijdens het monteren op
het display verschijnt
Indien “Protected” op het display verschijnt
Het wispreventienokje is opengeschoven. Om de MD te
kunnen monteren, schuift u het nokje dicht. Zie “Om te
voorkomen dat opnamen abusievelijk worden gewist” op
blz. 19 voor bijzonderheden.
Indicaties die na het monteren op het
display verschijnen
Indien “TOC” op het display gaat branden
De montage is wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave
(TOC) van de MD is niet bijgewerkt. Trek de stekker niet
uit het stopcontact terwijl deze indicatie brandt,
aangezien anders de gemonteerde gegevens verloren
zullen gaan. De inhoudsopgave wordt alleen bijgewerkt
wanneer u de MD verwijdert of het MD-deck uitschakelt.
Indien “TOC Writing” op het display knippert
Het deck is bezig met het lezen van de inhoudsopgave
(TOC). Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl deze indicatie knippert.
Wissen van muziekstukken
U kunt een muziekstuk of gedeelte van een muziekstuk
wissen door het nummer van het te wissen muziekstuk of
het te wissen gedeelte van een muziekstuk aan te geven.
U kunt ook alle muziekstukken op een MD in één keer
wissen.
Wissen van een muziekstuk
Geef het nummer van het te wissen muziekstuk aan.
Voorbeeld: Wissen van het tweede muziekstuk
1 AAA
2 BBB
1 AAA
2 CCC
3 CCC
4 DDD
3 DDD
Monteren van opgenomen MD’s
Bij het wissen van een muziekstuk worden alle
muziekstukken na het gewiste muziekstuk automatisch
opnieuw genummerd. Indien u bijvoorbeeld muziekstuk
nr. 2 wist, verandert het eerdere muziekstuk nr. 3 in
muziekstuk nr. 2, en het eerdere muziekstuk nr. 4 in
muziekstuk nr. 3, enz.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Tr Erase ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
Het muziekstuk waarvan het nummer op het display
wordt aangegeven, wordt nu afgespeeld.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het te wissen muziekstuknummer op het display
verschijnt.
4
Druk op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en het muziekstuk is nu gewist. Het
muziekstuk dat volgt op het gewiste muziekstuk,
wordt nu afgespeeld. Indien het gewiste muziekstuk
het laatste muziekstuk op de MD was, zal het
muziekstuk dat aan het gewiste muziekstuk
voorafging, worden afgespeeld.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
34NL
z Indien bij de bovenstaande stap 4 de indicatie “Erase ???”
op het display verschijnt
Het muziekstuk is op een ander MD-deck beveiligd tegen
abusievelijk wissen. Indien u het muziekstuk toch wilt wissen,
drukt u nogmaals op AMS of YES terwijl de indicatie op het
display staat.
z Om bij het wissen van meer dan één muziekstuk verwarring
te voorkomen
Begin het wissen bij het muziekstuk met het hoogste nummer. Op
deze manier voorkomt u dat de te wissen muziekstukken
opnieuw worden genummerd.
z U kunt het wissen van een muziekstuk ongedaan maken
Wissen van een gedeelte van een
muziekstuk
U kunt een gedeelte van een muziekstuk gemakkelijk
wissen door het beginpunt en het eindpunt van het te
wissen gedeelte aan te geven.
Dit is handig wanneer u onnodige gedeelten van een
muziekstuk wilt wissen dat u van een satelliet- of FMuitzending hebt opgenomen.
Voorbeeld: Wissen van gedeelte “B2” van het
tweede muziekstuk
1 AAA
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
1 AAA
Wissen van alle muziekstukken op een MD
Volg de onderstaande procedure om alle muziekstukken,
muziekstuktitels en disctitels in één keer te wissen.
2
3
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“All Erase ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
“All Erase??” verschijnt op het display.
z U kunt het wissen van de muziekstukken ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
B3
3 CCC
B3
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“A-B Erase ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk met het te wissen
gedeelte op het display verschijnt, en druk daarna
op AMS of YES.
“-Rehearsal-” en “Point A ok?” verschijnen beurtelings
op het display en de eerste seconden van het
muziekstuk worden nu herhaald afgespeeld.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op ./>) om het
beginpunt van het te wissen gedeelte (punt A) te
vinden.
De tijdsindicatie (“m (minuut)”, “s (seconde)” en
“f (frame = 1/86 seconde)”) van het huidige punt
wordt op het display weergegeven en vanaf dat punt
worden enkele seconden van het muziekstuk herhaald
afgespeeld.
Druk op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en alle muziekstukken, muziekstuktitels en
disctitels zijn nu gewist.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
2 BBB
B1
3 CCC
B2
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of
frame) de MD bij het draaien van AMS (of herhaald
indrukken van ./>) vooruit moet gaan.
Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op m/M om
“m”, “s”, of “f” te kiezen. De gekozen eenheid
knippert op het display.
35NL
Monteren van opgenomen MD’s
1
2 BBB
B1
Wissen van muziekstukken
Onderverdelen van
muziekstukken
5
6
Herhaal stap 4 totdat u punt A hebt gevonden.
7
Ga verder met het afspelen van het muziekstuk of
druk op M om het eindpunt van het te wissen
gedeelte (punt B) te vinden, en druk daarna op
AMS of YES.
“A-B Ers” en “Point B ok?” verschijnen beurtelings op
het display en van het muziekstuk worden enkele
seconden vóór punt A en na punt B herhaald
afgespeeld.
U kunt een opgenomen muziekstuk op elk gewenst punt
onderverdelen door op het betreffende punt gewoon een
muziekstuknummer toe te voegen. Dit is vooral handig
wanneer u een opname wilt onderverdelen die meerdere
muziekstukken bevat, maar slechts één
muziekstuknummer (zie blz. 23), of wanneer u een
bepaald punt in het muziekstuk wilt opzoeken.
8
9
Druk op AMS of YES om punt A te bevestigen.
“Point B set” verschijnt op het display en vanaf punt A
worden enkele seconden van het muziekstuk herhaald
afgespeeld.
Voorbeeld: Onderverdelen van het tweede
muziekstuk
1 AAA
1 AAA
Herhaal stap 4 totdat u punt B hebt gevonden.
Druk op AMS of YES om punt B te bevestigen.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en het gedeelte tussen punt A en B is nu
gewist.
Monteren van opgenomen MD’s
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt het wissen van een gedeelte ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
2 BBB
B1
3 CCC
B2
4 CCC
3
B2
Wanneer een muziekstuk wordt onderverdeeld, zal het
totale aantal muziekstukken met één toenemen en worden
alle muziekstukken die volgen op het onderverdeelde
muziekstuk automatisch opnieuw genummerd.
Onderverdelen van een muziekstuk nadat
het muziekstuk is gekozen
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Divide ?” op het display verschijnt, druk daarna
op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk dat u wilt
onderverdelen, op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
“-Rehearsal-” verschijnt op het display en het
muziekstuk wordt nu afgespeeld.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op ./>) om het punt te
vinden waar u het muziekstuk wilt onderverdelen.
De tijdsindicatie (“m”, “s”, en “f”) van het huidige
punt wordt aangegeven op het display en vanaf dat
punt wordt het muziekstuk enkele seconden herhaald
afgespeeld.
Opmerking
In de onderstaande gevallen verschijnt “Impossible” op het
display en is het niet mogelijk om een gedeelte van een
muziekstuk te wissen:
• Punt B is vóór punt A ingesteld.
• Het aangegeven gedeelte kan soms niet verder gewist worden
wanneer u hetzelfde muziekstuk reeds vele malen hebt
gemonteerd. Dit is te wijten aan een technische beperking van
het MD-systeem, en niet aan een mechanische storing.
2 BBB
B1
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of
frame) de MD bij het draaien van AMS (of het
herhaald indrukken van ./>) vooruit moet
gaan.
Druk hiervoor bij stap 4 herhaald op m/M om
“m”, “s”, of “f” te kiezen. De gekozen eenheid
knippert op het display.
36NL
Samenvoegen van
muziekstukken
5
Herhaal stap 4 totdat u het punt hebt gevonden
waarop u het muziekstuk wilt onderverdelen.
6
Druk op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en het muziekstuk is nu onderverdeeld. Het
nieuw gemaakte muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Houd er rekening mee dat het nieuwe muziekstuk
geen titel heeft.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt de onderverdeling ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Met deze functie kunt u twee willekeurige muziekstukken
tot één muziekstuk samenvoegen. De twee
muziekstukken hoeven niet opeenvolgend of in
chronologische volgorde te zijn. U kunt meerdere
muziekstukken samenvoegen tot een medley, of meerdere
los van elkaar opgenomen gedeelten tot één muziekstuk
samenvoegen. Wanneer u twee muziekstukken
samenvoegt, vermindert het totale aantal muziekstukken
met één en worden alle muziekstukken die volgen op de
samengevoegde muziekstukken, opnieuw genummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van het tweede en
vierde muziekstuk
1 AAA
2 BBB
1 AAA
2 BBB
BBB
3 CCC
4 DDD
z U kunt muziekstukken tijdens het opnemen onderverdelen
Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers
tijdens het opnemen” op blz. 22.
Onderverdelen van een muziekstuk nadat
het punt van onderverdeling is gekozen
Zodra tijdens het afspelen het punt is bereikt
waarop u het muziekstuk wilt onderverdelen,
drukt u op AMS.
“- Divide -” en “-Rehearsal-” verschijnen beurtelings
op het display en het muziekstuk wordt nu vanaf het
gekozen punt afgespeeld.
2
Volg zo nodig stap 4 van “Onderverdelen van een
muziekstuk nadat het muziekstuk is gekozen” op
blz. 36 om het punt van onderverdeling precies in
te stellen.
3
Druk op YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en het muziekstuk is nu onderverdeeld. Het
nieuw gemaakt muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Houd er rekening mee dat het nieuwe muziekstuk
geen titel heeft.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt de onderverdeling ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
z U kunt muziekstukken onderverdelen tijdens het opnemen
Voor bijzonderheden, zie “Aanbrengen van muziekstuknummers
tijdens het opnemen” op blz. 22.
Indien de samengevoegde muziekstukken beide een
muziekstuktitel hebben, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Combine ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het eerste van de beide
muziekstukken die u wilt samenvoegen, op het
display verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
De indicatie voor het kiezen van een tweede
muziekstuk verschijnt op het display en het gedeelte
met het punt waarop de beide muziekstukken zullen
worden samengevoegd (het einde van het eerste
muziekstuk en het begin van het daaropvolgende
muziekstuk) wordt nu herhaald afgespeeld.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het tweede van de beide
muziekstukken die u wilt samenvoegen op het
display verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en de muziekstukken zijn nu samengevoegd.
Het door samenvoeging tot stand gekomen
muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt de samenvoeging ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Opmerking
Indien “Impossible” op het display verschijnt, is het niet mogelijk
om de muziekstukken samen te voegen. Dit gebeurt soms
wanneer u hetzelfde muziekstuk reeds vele malen hebt
gemonteerd en is te wijten aan een technische beperking van het
MD-systeem, en niet aan een mechanische storing.
37NL
Monteren van opgenomen MD’s
1
3 CCC
DDD
Verplaatsen van
muziekstukken
Naamgeving van een
muziekstuk of MD
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken naar wens veranderen.
U kunt voor een opgenomen MD en afzonderlijke
muziekstukken een titel invoeren. Een titel kan bestaan
uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. Voor
alle titels op de MD kunnen in totaal 1700 tekens worden
opgeslagen.
Voorbeeld: Verplaatsen van het tweede
muziekstuk naar de positie achter het derde
muziekstuk
1 AAA
2 BBB
1 AAA
2 CCC
3 CCC
4 DDD
3 BBB
MENU/NO
AMS
YES
4 DDD
A
Nadat u een muziekstuk hebt verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
1
2
Monteren van opgenomen MD’s
3
4
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
DISPLAY/CHAR
CLEAR m/M
`/1
Z
YES
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Move ?” op het display verschijnt en druk daarna
op AMS of YES.
Alfanumerieke
toetsen
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het te verplaatsen muziekstuk op
het display verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
de nieuwe positie van het muziekstuk op het
display verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en het muziekstuk is nu verplaatst. Het
verplaatste muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt de verplaatsing ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
38NL
MENU/NO
NAME
CHAR
H
.
m/M
m
X
X
>
z
x
CLEAR
NUM
./>
M
.
>
Opmerking
Indien u een muziekstuk een titel geeft terwijl het wordt
opgenomen, dient u de titel volledig te hebben ingevoerd
voordat het muziekstuk eindigt. Indien het muziekstuk eindigt
voordat u klaar bent met het invoeren van de titel, zullen de
ingevoerde tekens verloren gaan en krijgt het muziekstuk geen
titel. U kunt muziekstukken geen titels geven terwijl u opneemt
over bestaand materiaal.
Naamgeving van een muziekstuk of MD
door gebruikmaking van de regelaars op
het deck
1
6
Druk op MENU/NO terwijl het deck zich in één van
de onderstaande bedieningsstanden bevindt, al
naar gelang het onderdeel waaraan u een titel wilt
geven:
Om een titel te geven aan:
Indrukken terwijl het deck:
Een muziekstuk of de MD
Is stopgezet, bezig is met
afspelen of zich in de
pauzestand bevindt
Het muziekstuk dat wordt
opgenomen
Bezig is met het opnemen
van het muziekstuk
Draai AMS om het teken te kiezen.
Het gekozen teken knippert.
Om een gekozen teken te veranderen.
Herhaal de stappen 5 en 6.
7
Druk op AMS.
Het gekozen teken is ingevoerd en brandt continu. De
cursor gaat naar rechts, knippert en wacht op de
invoer van het volgende teken.
8
Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de rest van de titel
in te voeren.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
3
Draai AMS totdat “Nm In ?” op het display
verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS totdat het muziekstuknummer
(wanneer u een muziekstuk een titel geeft) of
“Disc” (wanneer u de MD een titel geeft) knippert
en druk daarna op AMS of YES.
Er verschijnt een knipperende cursor op het display.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert, en herhaal daarna de stappen
5 t/m 7.
Om een teken te wissen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
wissen knippert, en druk daarna op CLEAR.
9
Druk op YES.
De gehele titel verschijnt op het display.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
z U kunt de titel van een muziekstuk of MD ongedaan maken
5
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR om het soort
teken te kiezen.
Voor het kiezen van:
Herhaald indrukken totdat
Hoofdletters
“A” op het display verschijnt
Kleine letters
“a” op het display verschijnt
Cijfers
“0” op het display verschijnt
Symbolen
“!” op het display verschijnt
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Om een spatie in te voeren
Druk op M terwijl de cursor knippert.
39NL
Monteren van opgenomen MD’s
Draai AMS totdat “Name ?” op het display
verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
Terwijl het deck bezig is met opnemen, verschijnt er
een knipperende cursor op het display en kunt u een
titel invoeren voor het muziekstuk dat wordt
opgenomen. Ga in dat geval naar stap 5.
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Naamgeving van een muziekstuk of MD
door gebruikmaking van de
afstandsbediening Z
1
Druk op NAME terwijl het deck zich in één van de
onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang het onderdeel waaraan u een titel wilt
geven:
Om een titel te geven aan:
Indrukken terwijl het deck:
Een muziekstuk
Bezig is met afspelen, zich in
de pauzestand bevindt, bezig
is met opnemen of is
stopgezet en het
muziekstuknummer op het
display wordt aangegeven
De MD
Is stopgezet zonder dat het
muziekstuknummer op het
display wordt aangegeven
Er verschijnt een knipperende cursor op het display.
Monteren van opgenomen MD’s
2
Kies het soort teken.
Voor het kiezen van: Druk
3
Hoofdletters
herhaald op CHAR totdat “Selected
AB” op het display verschijnt
Kleine letters
herhaald op CHAR totdat “Selected
ab” op het display verschijnt
Cijfers
herhaald op NUM totdat “Selected
12” op het display verschijnt
Voer een teken in.
4
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert, druk op CLEAR om het teken te
wissen, en herhaal daarna de stappen 2 en 3.
5
z U kunt de titel van een muziekstuk of MD ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Kopiëren van een muziekstuk- of disctitel
U kunt een bestaande muziekstuk- of disctitel kopiëren en
deze titel gebruiken voor een ander muziekstuk op
dezelfde disc of voor de disc zelf.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Name ?” op het display verschijnt en druk daarna
op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Nm Copy ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk (wanneer u de
muziekstuktitel kopieert) of “Disc” (wanneer u de
disctitel kopieert) knippert, druk daarna op AMS of
YES om de gekozen titel te kopiëren.
In plaats daarvan kunt u ook eenmaal de toets
indrukken en herhaald op ./> drukken.
Om symbolen te kiezen, drukt u herhaald op .
terwijl “A” knippert.
Indien “No Name” op het display verschijnt
Het gekozen muziekstuk of de gekozen disc heeft
geen titel.
2 Druk op M.
Het knipperende teken is ingevoerd en brandt
continu, en de cursor gaat naar rechts.
Indien u cijfers hebt gekozen
Druk op de betreffende cijfertoets.
Het cijfer is ingevoerd en de cursor gaat naar rechts.
Druk op NAME.
De gehele titel verschijnt op het display.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
Indien u hoofdletters of kleine letters hebt gekozen
1 Druk herhaald op de betreffende alfanumerieke
toets totdat het gewenste teken knippert.
Herhaal de stappen 2 en 3 om de rest van de titel
in te voeren.
5
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk (wanneer u een
muziekstuk een titel geeft) of “Disc” (wanneer u
een disc een titel geeft) knippert, en druk daarna
op AMS of YES om de gekopieerde titel in te
voeren.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en de titel is nu gekopieerd.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
40NL
z Indien bij de bovenstaande stap 5 de indicatie
“Overwrite ??” op het display verschijnt
Het bij stap 5 gekozen muziekstuk of de bij stap 5 gekozen disc
heeft reeds een titel. Indien u de titel wilt vervangen, druk dan
nogmaals op AMS of YES terwijl de indicatie op het display
wordt weergegeven.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Nm Erase ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk (bij het wissen
van de muziekstuktitel) of “Disc” (bij het wissen
van de disctitel) knippert en druk daarna op AMS
of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en de titel is nu gewist.
z U kunt het kopiëren van een muziekstuk- of disctitel
ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Een nieuwe titel geven aan een
muziekstuk of MD Z
1
Druk op NAME terwijl het deck zich in één van de
onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang het onderdeel waaraan u een nieuwe titel
wilt geven:
Indrukken terwijl het deck:
Een muziekstuk
Bezig is met afspelen, zich in de
pauzestand bevindt, bezig is met
opnemen of is stopgezet en het
muziekstuknummer op het
display wordt aangegeven
De MD
Is stopgezet zonder dat het
muziekstuknummer op het
display wordt aangegeven
Er verschijnt een muziekstuk- of disctitel op het
display.
z U kunt het wissen van muziekstuk- of disctitel ongedaan
maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
Wissen van alle titels op de MD
U kunt alle muziekstuktitels en de disctitel op een MD in
één keer wissen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Name ?” op het display verschijnt en druk daarna
op AMS of YES.
2
Houd CLEAR ingedrukt totdat de gekozen titel
volledig is gewist.
3
3
Volg de stappen 5 t/m 8 van “Naamgeving van een
muziekstuk of MD door gebruikmaking van de
regelaars op het deck” op blz. 39 of de stappen
2 t/m 4 van “Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
afstandsbediening” op blz. 40.
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Nm AllErs ?” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
“Nm AllErs??” verschijnt op het display.
4
Druk op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en alle titels op de MD zijn nu gewist.
Druk op NAME.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
4
Wissen van een muziekstuk- of disctitel
Gebruik deze functie om de titel van een muziekstuk of
disc te wissen.
1
2
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen,
opnemen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u
op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
z U kunt het wissen van alle titels op de MD ongedaan maken
Voor bijzonderheden, zie “Ongedaan maken van de laatste
wijziging” op blz. 42.
z U kunt alle opgenomen muziekstukken en titels op de MD
wissen
Voor bijzonderheden, zie “Wissen van alle muziekstukken op een
MD” op blz. 35.
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Name ?” op het display verschijnt en druk daarna
op AMS of YES.
41NL
Monteren van opgenomen MD’s
Om een nieuwe titel
te geven aan:
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan
maken zodat de oorspronkelijke inhoud van de MD
wordt hersteld. Een wijziging door montage kan echter
niet ongedaan worden gemaakt indien u na de montage
één van de volgende handelingen hebt verricht:
• Indrukken van REC z op het deck
• Indrukken van z, MUSIC SYNC of CD-SYNC
STANDBY op de afstandsbediening
• Uitschakelen van het deck of verwijderen van de MD
• De stekker uit het stopcontact trekken
MENU/NO
AMS
YES
A
Monteren van opgenomen MD’s
1
Terwijl het deck is stopgezet en er geen
muziekstuknummer op het display wordt
weergegeven, drukt u op MENU/NO.
“Edit Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Undo ?” op het display verschijnt.
“Undo ?” verschijnt niet indien er geen montage heeft
plaatsgevonden.
3
Druk op AMS of YES.
Eén van de volgende meldingen verschijnt op het
display, afhankelijk van de laatste wijziging die u het
gemaakt:
Laatste wijziging
Melding
Wissen van een muziekstuk
Wissen van alle muziekstukken op een MD
Erase Undo?
Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
Onderverdelen van een muziekstuk
Divide Undo?
Samenvoegen van muziekstukken
CombineUndo?
Verplaatsen van een muziekstuk
Move Undo?
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Kopiëren van een muziekstuk- of disctitel
Een nieuwe titel geven aan een
muziekstuk of MD
Wissen van een muziekstuk- of disctitel
Wissen van alle titels op de MD
42NL
Name Undo?
4
Druk op AMS of YES.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden op het
display en de oorspronkelijke inhoud van de MD is
hersteld.
Om de functie uit te schakelen
Druk op MENU/NO of x.
Overige
functies
In dit hoofdstuk wordt uitleg gedaan
over de andere nuttige functies die u
bij dit MD-deck kunt gebruiken.
Veranderen van de
toonhoogte
(Toonhoogteregelfunctie)
U kunt de afspeelsnelheid (toonhoogte) van de MD
veranderen. De toonhoogte stijgt naarmate de snelheid
wordt verhoogd, en daalt naarmate de snelheid wordt
verlaagd. Wanneer u de toonhoogte op een andere waarde
dan de fabrieksinstelling hebt ingesteld, brandt de
verlichting van de PITCH CONTROL-toets tijdens het
afspelen in geelbruin.
PITCH CONTROL
AMS
Z
Automatisch stapsgewijs instellen van de
toonhoogte (automatische stapsgewijze
regelfunctie)
U kunt de toonhoogte met maximaal 2 stappen* verhogen
of met maximaal 48 stappen verlagen.
*
Eén octaaf komt overeen met 12 stappen.
Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u
herhaald op PITCH CONTROL totdat “Pitch” op het
display verschijnt.
2
Draai AMS totdat de gewenste stapwaarde
verschijnt.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
Opmerkingen
• Wanneer u de stap voor het regelen van de toonhoogte
verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk
wegvallen.
• Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de
oorspronkelijke toonhoogtestap “0” weer van kracht
(fabrieksinstelling).
• Wanneer er rechts van de toonhoogtestap op het
toonhoogtedisplay een punt (.) verschijnt, betekent dit dat u de
toonhoogte hebt afgeregeld (zie de volgende bladzijde) en dat
de toonhoogte tussen twee stappen ligt. (De waarden van de
stap en de fijnafregeling zijn aan elkaar gekoppeld.)
43NL
Overige functies
1
Veranderen van de toonhoogte
(Toonhoogteregelfunctie)
Infaden
(Fade Out)
Fijnafregeling van de toonhoogte
(fijnafregelingsfunctie)
U kunt de afspeelsnelheid afregelen in stappen van 0,1%
binnen een bereik van –98,5% tot +12,5%.
1
Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u
herhaald op PITCH CONTROL totdat “Pfine” op het
display verschijnt.
2
Draai AMS totdat de gewenste waarde verschijnt.
(Fade In)
en uitfaden
Z
Met de functie voor afspelen met infaden kunt u, wanneer
het afspelen begint, het niveau van het signaal naar de
LINE (ANALOG) OUT-aansluitbussen en de PHONESaansluitbus geleidelijk doen toenemen. Met de functie
voor afspelen met uitfaden kunt u, wanneer het afspelen
eindigt, het signaalniveau geleidelijk doen afnemen.
Met de functie voor opnemen met infaden kunt u het
signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk
doen toenemen. Met de functie voor opnemen met
uitfaden kunt u het signaalniveau aan het einde van de
opname geleidelijk doen afnemen.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
`/1
Z
z U kunt Setup Menu gebruiken om de toonhoogte te
veranderen
Tijdens het afspelen kiest u “Pitch” om de toonhoogte
automatisch stapsgewijs in te stellen, of kies “Pfine” om de
toonhoogte precies af te regelen.
Opmerkingen
Overige functies
• Wanneer u de waarde van de fijnafregeling verandert, zal het
geluid tijdens het afspelen tijdelijk wegvallen.
• Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de
oorspronkelijke waarde van de fijnafregeling “0.0%” weer van
kracht (fabrieksinstelling).
• De waarden van de stap en de fijnafregeling zijn aan elkaar
gekoppeld. Wanneer u de ene waarde verandert, zal de andere
ook veranderen.
H
X
.
>
m
M
X
.
x
>
FADER
Opmerking
Tijdens afspelen met infaden en afspelen met uitfaden treedt er
geen verandering op in het niveau van het signaal dat wordt
uitgevoerd via de DIGITAL OUT-aansluiting.
Afspelen met infaden en opnemen met
infaden
In de afspeelpauzestand (bij afspelen met infaden) of
de opnamepauzestand (bij opnemen met infaden)
drukt u op FADER.
b knippert op het display en er wordt vijf seconden
(fabrieksinstelling) afgespeeld met infaden of opgenomen
met infaden totdat de teller op “0.0s” staat.
44NL
Inslapen met muziek
(SLEEP-schakelklokfunctie)
Afspelen met uitfaden en opnemen met
uitfaden
U kunt het deck na verloop van een vooraf ingestelde tijd
automatisch laten uitschakelen.
Tijdens het afspelen (bij afspelen met uitfaden) of
opnemen (bij opnemen met uitfaden) drukt u op
FADER.
B knippert op het display en er wordt vijf seconden
(fabrieksinstelling) afgespeeld met uitfaden of
opgenomen met uitfaden totdat de teller op “0.0s” staat,
en daarna gaat het deck over in de pauzestand.
MENU/NO
AMS
YES
A
z U kunt de duur van het infaden en uitfaden bij afspelen en
opnemen veranderen
1
1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de instelling te
kiezen en druk daarna op AMS of YES.
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Sleep Off” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
Voor het veranderen van de duur van:
Kies:
Infaden bij afspelen/opnemen
F.in
Uitfaden bij afspelen/opnemen
F.out
Om:
Kies:
De SLEEP-schakelklokfunctie
in te schakelen
Sleep On
De SLEEP-schakelklokfunctie
uit te schakelen
Sleep Off
(fabrieksinstelling)
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Sleep 60min” op het display verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
5
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
tijd te kiezen waarna het deck moet worden
uitgeschakeld (“30min”, “60min”
(fabrieksinstelling), “90min”, of “120min”) en druk
daarna op AMS of YES.
6
Druk op MENU/NO.
45NL
Overige functies
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de duur te
kiezen en druk daarna op AMS of YES.
De duur van het infaden en uitfaden kan met stappen van 0,1
seconde worden ingesteld.
4 Druk op MENU/NO.
Gebruikmaking van een
schakelklok
Door op het deck een schakelklok (niet bijgeleverd) aan te
sluiten, kunt u het afspelen en opnemen op vooraf
ingestelde tijden laten beginnen en eindigen. Voor nadere
bijzonderheden over het aansluiten van de schakelklok of
het instellen van de in- en uitschakeltijd dient u de met de
schakelklok meegeleverde gebruiksaanwijzing te
raadplegen.
Opnemen op een MD met gebruikmaking
van een schakelklok
1
Volg de onderstaande stappen van “Opnemen op
een MD” op blz. 18 en 19, zoals gevraagd.
Voor instelling van het
tijdstip waarop:
Volg:
Het opnemen moet beginnen
Stap 1 t/m 7 en druk daarna
op x
Het opnemen moet eindigen
Stap 1 t/m 10
Het opnemen moet beginnen
en eindigen
Stap 1 t/m 7 en druk daarna
op x
A
TIMER PLAY MODE
H
x
Afspelen van een MD met gebruikmaking
van een schakelklok
Overige functies
1
Volg de stappen 1 t/m 3 van “Afspelen van een
MD” op blz. 26.
2
Druk herhaald op PLAY MODE (of eenmaal op één
van de PLAY MODE-toetsen) om de gewenste
afspeelfunctie te kiezen.
Om alleen bepaalde muziekstukken af te spelen, stelt
u een eigen programma samen (zie blz. 30).
Om het tijdstip in te stellen waarop het afspelen moet
eindigen, drukt u op H om met afspelen te beginnen
en ga daarna naar stap 3.
3
4
Zet TIMER op het deck op PLAY.
5
Nadat u klaar bent met het gebruik van de
schakelklok, zet u TIMER op het deck op OFF.
Stel de schakelklok naar wens in.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het
afspelen moet beginnen, wordt het deck
uitgeschakeld. Wanneer de ingestelde tijd is
aangebroken, wordt het deck ingeschakeld en begint
het afspelen.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het
afspelen moet eindigen, gaat het afspelen verder.
Wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, stopt het
afspelen en wordt het deck uitgeschakeld.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het
afspelen moet beginnen en eindigen, wordt het deck
uitgeschakeld. Wanneer de inschakeltijd is
aangebroken, wordt het deck ingeschakeld en begint
het afspelen. Wanneer de uitschakeltijd is
aangebroken, stopt het afspelen en wordt het deck
uitgeschakeld.
46NL
2
3
Zet TIMER op het deck op REC.
4
Nadat u klaar bent met het gebruik van de
schakelklok, zet u TIMER op het deck op OFF. Zet
daarna het deck in de wachtstand door de stekker
van het deck in een stopcontact te steken of door
de schakelklok op doorgaande bediening te zetten.
• Indien u TIMER op REC laat staan, wordt er de
eerstvolgende keer dat u het deck inschakelt,
automatisch begonnen met opnemen.
• Indien u het deck niet binnen een week nadat de
schakelklokopname is geëindigd, weer in de
wachtstand zet, is de kans aanwezig dat het
opgenomen materiaal verloren gaat.
Stel de schakelklok naar wens in.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet beginnen, wordt het deck uitgeschakeld.
Wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, wordt het
deck ingeschakeld en begint de opname.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet eindigen, gaat het afspelen verder. Wanneer de
ingestelde tijd is aangebroken, stopt de opname en
wordt het deck uitgeschakeld.
• Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet beginnen en eindigen, wordt het deck
uitgeschakeld. Wanneer de inschakeltijd is
aangebroken, wordt het deck ingeschakeld en begint
de opname. Wanneer de uitschakeltijd is
aangebroken, stopt de opname en wordt het deck
uitgeschakeld.
Afspelen met verschillende
geluidskenmerken (digitaal
Zorg dat u het deck binnen een week nadat de
schakelklokopname is voltooid, weer in de
wachtstand zet.
De inhoudsopgave (TOC) van de MD wordt bijgewerkt en
het opgenomen materiaal wordt weggeschreven naar de
MD wanneer u het deck inschakelt. Indien het
opgenomen materiaal verloren is gegaan, knippert
“Initialize” wanneer u het deck inschakelt.
Opmerkingen
• Nadat het deck is ingeschakeld, kan het nog circa 30 seconden
duren voordat de opname begint. Wanneer u de opname op
een ingesteld tijdstip wilt laten beginnen door gebruikmaking
van de schakelklok, dient u bij het instellen van het tijdstip
waarop de opname moet beginnen, rekening te houden met
deze aanlooptijd.
• Bij schakelklokopnamen wordt nieuw materiaal altijd na het
eerder opgenomen gedeelte op de MD opgenomen.
• Het materiaal dat u tijdens de schakelklokopname hebt
opgenomen wordt de eerstvolgende keer wanneer u het deck
inschakelt, bewaard op de disc. “TOC Writing” knippert dan
op het display. Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl deze indicatie knippert.
• De schakelklokopname stopt wanneer de disc vol is.
filter)
Dit deck is uitgevoerd met VC (variabele coëfficiënt)filters. Hierdoor u de geluidskenmerken afstemmen op
uw geluidsinstallatie, luisteromgeving en de bron die u
aan het afspelen bent. Houd er rekening mee dat de filters
alleen effectief zijn voor de analoge signalen die via de
LINE (ANALOG) OUT-aansluitbussen en de PHONESaansluitbus worden uitgevoerd.
FILTER
A
1
Druk op FILTER.
Het op dat moment gekozen filter verschijnt op het
display.
2
Druk herhaald op FILTER om het gewenste filter te
kiezen.
Kies
Voor het voortbrengen van
Spline
een duidelijk gepositioneerd en vloeiend
geluid
Plain
een fris en krachtig geluid
Analog
een vol en warm geluid
Wanneer er op het DF (digitale filter)-display een
andere instelling dan “Standard” is gekozen, brandt
de verlichting van de FILTER-toets in groen.
z U kunt de afstandsbediening gebruiken om het filter te
kiezen Z
Druk herhaald op FILTER totdat het gewenste filter op het
display verschijnt.
47NL
Overige functies
een ruim klinkend geluid met een breed
Standard
(fabrieksinstelling) bereik
Afspelen met verschillende
geluidskenmerken (digitaal filter)
z Wat is een VC (variabele coëfficiënt)-filter?
Een VC-filter verandert de geluidskenmerken van een
signaal door het toepassen van bepaalde voorwaarden
voor frequentieafsnijding. Dergelijke filters worden
aangebracht op digitale apparatuur, zoals CD-spelers en
MD-decks, om secundaire ruis te verwijderen.
Opmerking
De door digitale filters teweeggebrachte verandering in de
geluidskenmerken treedt hoofdzakelijk op in het niet-hoorbare
bereik, en niet in het hoorbare bereik zoals bij een versterker.
Overige functies
48NL
Bediening van het
MD-deck door
gebruikmaking
van een
toetsenbord
Instellen van het
toetsenbord
U kunt gebruikmaken van een willekeurig IBMcompatibel toetsenbord* (niet bijgeleverd) met een PS/2interface. U kunt een toetsenbord met een Engelse of
Japanse indeling kiezen. Bij gebruikmaking van een
toetsenbord met een andere indeling moet u tekens
toewijzen aan de toetsen. Voor bijzonderheden, zie
“Tekens toewijzen aan de toetsen van het toetsenbord” op
blz. 52.
Het stroomverbruik dient 120 mA of minder te bedragen.
*
KEYBOARD-aansluitbus
MENU/NO
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe
u op een eenvoudige manier een
muziekstuk of MD van een titel kunt
voorzien door gebruikmaking van een
los verkrijgbaar toetsenbord, en hoe u
het MD-deck rechtstreeks via het
toetsenbord kunt bedienen.
AMS
YES
A
CLEAR
Aansluiten van een toetsenbord op het
MD-deck
Sluit de toetsenbord-aansluitstekker aan op de
KEYBOARD-aansluitbus op het voorpaneel van het
deck.
U kunt het toetsenbord op elk gewenst tijdstip aansluiten
of loskoppelen, ongeacht of het deck is ingeschakeld of
uitgeschakeld.
Wanneer u voor de eerste keer een toetsenbord aansluit,
moet u het type toetsenbord kiezen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Keyboard ?” verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Type” verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
Voor gebruik van toetsenbord met:
Kies:
Engelse toetsenbordindeling
US
(fabrieksinstelling*)
Japanse toetsenbordindeling
JP
*
5
U kunt de fabrieksinstelling ook oproepen door indrukken van
CLEAR.
Druk op MENU/NO.
49NL
Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord
Keuze van het type toetsenbord
Naamgeving van een
muziekstuk of MD door
gebruikmaking van het
toetsenbord
Door gebruikmaking van een toetsenbord kunt u op een
snelle manier titels invoeren of wijzigen. Tijdens het
wijzigen van een titel kunt u de cursor met een sprong
verplaatsen of de titel over het display laten bewegen.
Snelle methode voor het invoeren van
een titel
1
z U kunt de titel van een muziekstuk of MD ongedaan maken
1 Druk op [F11].
“Name Undo?” verschijnt.
2 Druk op [Enter].
Druk op [Esc] om de bediening te annuleren.
Gebruik van het Edit-menu
1
Druk op [Num Lock] terwijl het deck zich in één van
de onderstaande bedieningsstanden bevindt, al
naar gelang waarvoor u een titel wilt invoeren:
Om een titel te geven aan:
Indrukken terwijl het deck:
Een muziekstuk
Bezig is met afspelen, zich in
de pauzestand bevindt, bezig
is met opnemen of is
stopgezet terwijl het
muziekstuknummer wordt
aangegeven
De MD
Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord
3
Druk op [Enter] of [Num Lock].
De volledige titel verschijnt op het display.
Druk op:
De bediening te annuleren
[Esc]
Hoofdletters of kleine letters te kiezen
[Caps Lock] of [Shift]*
De cursor te verplaatsen
[T] of [t]
De cursor te laten verspringen naar
het begin van de titel
[Home]
De cursor te laten verspringen naar
het einde van de titel
[End]
De titel over het display te laten bewegen [Page Up] of [Page
Down]
Het teken op de cursorpositie wissen
[Delete]
Het teken vóór de cursorpositie wissen
[Back Space]
*
Indien u tekens aan toetsen hebt toegewezen door gebruikmaking van
[Shift] (zie blz. 52), hebben de aldus toegewezen tekens voorrang.
50NL
Een muziekstuk of de MD
Is stopgezet, bezig is met
afspelen of zich in de
pauzestand bevindt
Het muziekstuk dat u aan het
opnemen bent
het muziekstuk aan het
opnemen is
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat “Name ?” verschijnt en druk daarna op
[Enter].
Terwijl het deck bezig is met opnemen, verschijnt er
een knipperende cursor op het display. U kunt nu een
titel invoeren voor het muziekstuk dat u aan het
opnemen bent. Ga in dit geval naar stap 5.
3
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat “Nm In ?” verschijnt en druk daarna op
[Enter].
4
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat het muziekstuknummer (wanneer u een
muziekstuk een titel geeft) of “Disc” (wanneer u de
MD een titel geeft) verschijnt en druk daarna op
[Enter].
Er verschijnt een knipperende cursor op het display.
5
6
Voer een titel in.
Bedieningshandelingen tijdens het invoeren van
een titel voor een muziekstuk of MD
Om:
Indrukken terwijl het deck:
2
is stopgezet zonder dat het
muziekstuknummer wordt
aangegeven
Voer een titel in.
Naast de lettertoetsen kunt u ook gebruikmaken van
de toetsen die vermeld staan in de onderstaande tabel.
Om een titel te geven aan:
“Edit Menu” verschijnt op het display.
Er verschijnt een knipperende cursor op het display.
2
Druk op [Esc] terwijl het deck zich in één van de
onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang waarvoor u een titel wilt invoeren:
Druk op [Enter] of [Num Lock].
De volledige titel verschijnt op het display.
Bediening van het deck
door gebruikmaking van
het toetsenbord
U kunt het MD-deck bedienen door gebruikmaking van
de toetsen van het toetsenbord. Op deze manier kunt u
MD’s monteren en het deck bedienen zonder
gebruikmaking van de toetsen en bedieningsorganen op
het deck en op de afstandsbediening.
Bedieningshandelingen bij gebruikmaking
van het toetsenbord
Voor bijzonderheden over de verschillende functies, zie
“Beschrijving van de onderdelen van het voorpaneel” op
blz. 10 en 11 of “Beschrijving van de onderdelen van de
afstandsbediening” op blz. 12 en 13.
Om:
Druk op:
Muziekstuknummer 1 af te spelen
[1]
Muziekstuknummer 2 af te spelen
[2]
Muziekstuknummer 3 af te spelen
[3]
Muziekstuknummer 4 af te spelen
[4]
Muziekstuknummer 5 af te spelen
[5]
Muziekstuknummer 6 af te spelen
[6]
Muziekstuknummer 7 af te spelen
[7]
Muziekstuknummer 8 af te spelen
[8]
Muziekstuknummer 9 af te spelen
[9]
Muziekstuknummer 10 af te spelen
[0]
Voor gebruikmaking van het
Indrukken:
toetsenbord voor de volgende functies:
MENU/NO
[Esc]
AMS of >
[R] of [Tab]
AMS of .
[r] of [Shift]+[Tab]
H/X of YES
[Enter]*
REC z
[Shift]+[Enter]
MUSIC SYNC
[Ctrl]+[Enter]
x
[Spatiebalk]
m
[T]
M
Bedieningshandelingen bij gebruikmaking
van de tien-toetsen
Terwijl er een muziekstuk is gekozen, kunt u het
muziekstuk rechtstreeks met de volgende tien-toetsen
monteren. U kunt ook beginnen met afspelen door met de
tien-toetsen het gewenste muziekstuknummer in te
voeren.
Druk op:
Het muziekstuk of de MD een titel te geven
[Num Lock] (zie
blz. 50)
[t]
Het muziekstuk onder te verdelen
[/]
PITCH CONTROL
[F1]
Het muziekstuk te verplaatsen
[*]
FILTER
[F2]
Het muziekstuk te wissen
[–]
TIME
[F3]
Muziekstukken samen te voegen
[+]
PLAY MODE
[F5]
Muziekstuknummer 1 af te spelen
[1]
SCROLL
[F6]
Muziekstuknummer 2 af te spelen
[2]
DISPLAY/CHAR
[F7]
Muziekstuknummer 3 af te spelen
[3]
Keuze van muziekstuknummer hoger
dan 10**
[F9]
Muziekstuknummer 4 af te spelen
[4]
FADER
[F10]
Muziekstuknummer 5 af te spelen
[5]
Ongedaan maken van de laatste
wijziging (zie blz. 42)
[F11]
Muziekstuknummer 6 af te spelen
[6]
Muziekstuknummer 7 af te spelen
[7]
EJECT A
[F12]
Muziekstuknummer 8 af te spelen
[8]
REPEAT
[Print Screen]
Muziekstuknummer 9 af te spelen
[9]
AyB
[Scroll Lock]
Muziekstuknummer 10 af te spelen
[0]
M.SCAN
[Pause]
Opmerking
CLEAR
[Delete]
Indien u [/], [*], [–] of [+] indrukt zonder dat er een muziekstuk
is gekozen, verschijnt “Cannot Edit”.
In Edit Menu en Setup Menu werkt [Enter] als YES-toets, in andere
gevallen als H/X toets.
**Voor muziekstuknummer 20 drukt u bijvoorbeeld op [F9] en daarna
op [2] en [0]. Voor muziekstuknummer 103 drukt u tweemaal op [F9]
en daarna op [1], [0] en [3].
*
51NL
Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord
Om:
Tekens toewijzen aan de
toetsen van het
toetsenbord
Toewijzen van een teken
Indien de indeling van uw toetsenbord niet overeenkomt
met de systeeminstellingen, bestaat de kans dat bij het
indrukken van de toetsen niet de gewenste tekens op het
display verschijnen, of dat er helemaal geen tekens op het
display verschijnen. In zulke gevallen moet u tekens aan
de toetsen toewijzen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
[Esc].
“Setup Menu” verschijnt op het display.
2
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat “Keyboard ?” verschijnt en druk daarna op
[Enter].
3
4
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat “Assign ?” verschijnt en druk daarna op
[Enter].
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat het toe te wijzen teken verschijnt.
Indien het teken reeds is toegewezen, verschijnt
“User”. Indien het nog niet is toegewezen, verschijnt
“Default”.
Bediening van het MD-deck door gebruikmaking van een toetsenbord
5
Druk op [Enter].
“<Set Key>” knippert op het display.
6
Druk op het toetsenbord op de toets waaraan u
het teken wilt toewijzen.
“Key Change” verschijnt. Het gekozen teken is nu aan
die toets toegewezen.
Indien “Same Key” verschijnt
Hetzelfde teken is reeds aan die toets toegewezen.
Indien “Remove old assign?” verschijnt
Aan die toets is reeds een ander teken toegewezen.
Druk op [Enter] om het eerder toegewezen teken te
laten vervangen door het nieuwe teken. Druk op [Esc]
om de bediening te annuleren.
Opmerkingen
• Bij het toewijzen van een teken kunt u [Shift] alleen gebruiken
voor symbool- en cijfertoetsen.
• Aan de volgende toetsen kan geen teken worden toegewezen:
[Esc], [F1] t/m [F12], [Back Space], [Tab], [Caps Lock], [Enter],
[Shift], [Ctrl], [Alt], [Windows], [Spatiebalk], [Application],
[Print Screen], [Scroll Lock], [Pause], [Insert], [Delete], [Home],
[End], [Page Up], [Page Down], [Num Lock], [T], [t], [R], [r]
en [/], [*], [–], [+] (van de tien-toetsen).
• Indien u probeert om een teken toe te wijzen aan één van de
bovenstaande toetsen of aan andere toetsen waarvoor geen
invoer wordt geaccepteerd, zal bij stap 6 de indicatie “Key
Change” niet verschijnen.
52NL
Wissen van toetstoewijzingen
U kunt toetstoewijzingen één voor één of allemaal tegelijk
wissen.
Om een toetstoewijzing te wissen
1
Volg de stappen 1 t/m 3 van “Toewijzen van een
teken” op deze bladzijde.
2
Druk herhaald op [R]/[r] of [Tab]/[Shift]+[Tab]
totdat het te wissen teken verschijnt (alleen tekens
waarbij “User” wordt aangegeven) en druk daarna
op [Enter].
“<Set Key>” knippert op het display.
3
Druk op [Delete].
“Key Clear” verschijnt en de toetstoewijzing is nu
gewist.
Om alle toetstoewijzingen te wissen
1
Volg de stappen 1 t/m 3 van “Toewijzen van een
teken” op deze bladzijde.
2
Druk gelijktijdig op [Ctrl], [Alt] en [Delete].
“All Reset ?” verschijnt op het display.
3
Druk op [Enter].
“Complete!!” verschijnt en alle toetstoewijzingen zijn
nu gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op [Esc].
Aanvullende
informatie
In dit hoofdstuk wordt aanvullende
informatie gegeven om de bediening
en het onderhoud van het MD-deck
verder te vergemakkelijken.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het deck
terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en
laat het deck eer st door een deskundige contr oleren
alvorens het weer in gebruik te nemen.
Netspanning
• Controleer vóór bediening van het deck of de
bedrijfsspanning van het deck over eenkomt met de
plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat
aangegeven op de identificatieplaat achter op het deck.
• Het apparaat blijft op de str oombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het
systeem geruime tijd niet te gebruiken. Om de
aansluiting van de stekker op het stopcontact te
verbreken, dient u de stekker vast te pakken. Trek nooit
aan het snoer zelf.
• Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Condensvorming in het deck
Indien het systeem r echtstr eeks van een koude naar een
warme omgeving wordt gebr acht, of in een zeer vochtige
kamer is geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren op
de lens in het deck. In dergelijke gevallen zal het deck niet
altijd naar behor en werken. Verwijder de MD en laat het
deck enkele uren ingeschakeld staan totdat de condens is
verdampt.
MiniDisc-cassette
• Stel de MD niet bloot door het schuifdeksel te openen.
• Stel de cassette niet bloot aan fel zonlicht, extreme
temperaturen, extreme vochtigheid of stof .
Indien u vragen of problemen het betr effende het deck,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
53NL
Aanvullende informatie
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de r egelaar s door
gebruikmaking van een zachte doek, licht bevochtigd met
een oplossing van mild schoonmaakmiddel. Gebruik
hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of
oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine.
Behandeling van MD’s
De MD zit in een cassette om de disc te beschermen tegen
vuil of vingerafdrukken en om er gemakkelijk mee te
kunnen omgaan.
Desondanks bestaat de kans dat de disc tengevolge van
vuil of een kromgetr okken cassette niet goed zal werken.
Om ervan verzekerd te zijn dat u altijd naar muziek van
de hoogste kwaliteit kunt luister en, dient u de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
• Raak de inwendige disc niet aan. Wanneer u probeert
het schuifdeksel te openen door dit te for ceren, kan de
inwendige disc beschadigd raken.
• Plak altijd de met de MD meegelever de labels op de
juiste plaats. De vorm van de labels kan afhankelijk van
het merk MD verschillen.
Juiste plaats van
de labels
Schuifdeksel
Bewaren van de MD’s
Zorg dat de cassette niet wor dt blootgesteld aan fel
zonlicht of extreem hoge hitte en vochtigheid.
Periodiek onderhoud
Veeg stof en vuil van het cassetteoppervlak met een dr oge
doek.
Beperkingen van het
systeem
Aanvullende informatie
Het opnamesysteem van uw deck verschilt sterk van de
opnametechnieken die gebruikt wor den bij gewone
cassettedecks en D AT-decks, met een aantal specifieke
beperkingen waarvan hieronder een uitleg volgt. Deze
beperkingen zijn echter inher ent aan het ontwer p van het
MD-opnamesysteem en wijzen niet op storingen in uw
apparatuur.
“Disc Full” verschijnt reeds vóór het bereiken
van de maximale opnameduur
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt “Disc Full”, ongeacht de feitelijke
opnameduur. Een MD kan hooguit 255 muziekstukken
bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u
onnodige muziekstukken te wissen of een ander e
opneembare MD te gebruiken.
54NL
“Disc Full” verschijnt reeds vóór het bereiken
van het maximale aantal muziekstukken
In bepaalde gevallen kunnen de zachter e passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen,
zodat het aantal nummers het feitelijke aantal
muziekstukken overschrijdt. Dan zal “Disc Full”
verschijnen.
De resterende speelduur neemt niet toe, ook niet
na het wissen van meerdere korte nummers
Nummers met een lengte van minder dan twaalf
seconden tellen niet mee, zodat het wissen
ervan niet tot meer beschikbar e opnameduur zal leiden.
De totale opgenomen speelduur plus de
resterende beschikbare opnameduur op de MD
komen in totaal niet aan de nominale speelduur
van de MD toe
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van
2 seconden, ongeacht de lengte van het opgenomen
materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de
nominale speelduur. Daarnaast kan de speelduur van een
MD beperkt worden door krassen e.d.
Beperkingen bij het opnemen over bestaande
(eerder opgenomen) muziekstukken heen
• Niet in alle gevallen kan de juiste r ester ende
opnameduur worden aangegeven.
• Het kan weleens onmogelijk blijken over een
muziekstuk heen op te nemen als dat muziekstuk reeds
enkele malen eer der was overgespeeld. In dat geval
dient u het ongewenste muziekstuk eerst te wissen (zie
blz. 34).
• De rester ende opnameduur kan korter worden in
verhouding tot de totale opnameduur .
• Opnemen over een bestaand muziekstuk heen, alleen
om ruis of bijgeluiden weg te nemen, is niet aan te
bevelen, aangezien de speelduur hier door verminderd
kan worden.
• Bij opnemen over een bestaand muziekstuk heen, kan
het weleens onmogelijk blijken om het muziekstuk van
een titel te voorzien.
Tijdens het doorzoeken van muziekstukken die
niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door
montage zijn samengesteld, kan het geluid af en
toe wegvallen.
Bepaalde muziekstukken laten zich niet met
andere samenvoegen
Na montage kunnen bepaalde muziekstukken niet meer
met andere worden samengevoegd.
De muziekstuknummers worden niet correct
vastgelegd
Wanneer de muziekstukken van een CD tijdens digitale
opname in meerdere nummers worden onderverdeeld,
kan dit onjuiste muziekstuknummers tot gevolg hebben.
Wanneer tijdens het opnemen de functie voor het
automatisch aanbr engen van muziekstuknummers wordt
geactiveer d, gebeurt het weleens dat de nummer s niet
precies over eenkomen met de oor spronkelijke
muziekstuknummers.
“TOC Reading” blijft gedurende lange tijd
branden
Indien de geplaatste opneembar e MD gloednieuw is,
verschijnt “TOC Reading” langer op het display dan bij
MD’s die reeds eer der zijn gebruikt.
Tijdens het afspelen van MD’s met monogeluidsopnamen kan niet altijd de juiste
opname- of afspeelduur worden aangegeven.
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens gebruik van het deck iets misgaat, loopt
u dan deze controlelijst even door . Als het probleem aan
de hand van de volgende aanwijzingen niet te verhelpen
is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sonyhandelaar.
Het deck werkt niet of niet naar behoren.
, Wellicht is de MD vuil of beschadigd. Vervang de
MD.
Synchroonopname met een CD-speler of videoCD-speler is niet mogelijk of mislukt.
, De met het MD-deck meegelever de
afstandsbediening is niet goed ingesteld. Stel de
afstandsbediening opnieuw in.
Op het display verschijnen beurtelings een
melding en een drieletterteken-code.
, De zelfdiagnose-functie is ingeschakeld.
Raadpleeg de tabel op blz. 59.
Het toetsenbord werkt niet.
, Koppel het toetsenbor d los en sluit het daarna
weer aan.
Opmerking
Wanneer u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd, maar
het deck nog steeds niet naar behoren werkt, schakel dan het
deck uit, trek de stekker uit het stopcontact en steek daarna de
stekker weer in het stopcontact.
Storende bijgeluiden in de geluidsweergave.
, Krachtig magnetisme van een TV-toestel of een
ander apparaat ver oorzaakt storingen in de
werking van het deck. Plaats het deck ver der uit de
buurt van apparatuur die elektr omagnetische
storing kan veroorzaken.
55NL
Aanvullende informatie
Afspelen van MD’s is niet mogelijk.
, Er is vocht binnenin het deck gecondenseer d.
Verwijder de MD en laat het deck enkele ur en in
een warme omgeving liggen totdat het
condensvocht verdampt is.
, Het deck is niet ingeschakeld. Druk op ~/1om het
deck in te schakelen.
, Het deck is niet goed aangesloten op de ver sterker.
Controleer de aansluiting .
, De MD is verkeerd om in de gleuf geplaatst. Schuif
de MD met de labelkant naar boven en met de pijl
wijzend naar de gleuf.
, Wellicht bevat de MD geen opnamen. Vervang de
MD door een andere die wel opnamen bevat.
Opnemen op het deck is niet mogelijk of mislukt.
, De MD is beveiligd tegen abusievelijk wissen.
Schuif het wispreventienokje dicht.
, Het deck is niet goed aangesloten op de
geluidsbron. Controleer de aansluiting .
, Kies de juiste programmabron door
gebruikmaking van INPUT
.
, Het opnameniveau is niet goed ingesteld. Stel het
opnameniveau goed in.
, Er is een voorbespeelde MD geplaatst. Vervang
deze door een opneembar e MD.
, Er is niet genoeg opnametijd meer over op de MD.
Vervang de MD door een andere opneembar e MD
waarop geen of minder materiaal is opgenomen, of
wis overbodige opnamen.
, Er heeft zich een str oomonderbreking voorgedaan,
of de stekker is tijdens het opnemen uit het
stopcontact geraakt. Mogelijk is informatie die op
de MD was opgenomen, verloren gegaan. Maak de
opname opnieuw.
Technische gegevens
Systeem
Digitaal audiosysteem voor MD’s
Disc
MiniDisc
Laser
Halfgeleiderlaser (λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Uitgangen
PHONES
Nominaal uitgangsvermogen: 28 mW
Belastingsimpedantie: 32 ohm
LINE (ANALOG) OUT
Belastingsimpedantie: Meer dan
10 kilohm
DIGIT AL OPTICAL OUT
Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Eigenschappen laserdiode
Materiaal: GaAlAs
Toerental (CLV)
400 omw/min tot 900 omw/min
Foutcorrectie
ACIRC (Advanced Cross Interleave Reed
Solomon Code)
Type aansluitbus: stekkerbus
Nominaal uitgangsvermogen: 2 Vrms (bij
50 kilohm)
Laser-uitgangsvermogen
∗
Minder dan 44,6 µW
∗ Deze waarde is gemeten op een afstand
van ca. 200 mm van het lensoppervlak
van het optisch blok, met een
diafragma van 7 mm.
Aansluitbus type: stereo-telefoonstekker
Nominaal uitgangsvermogen: –18 dBm
Belastingsimpedantie: 660 nm (optische
golflengte)
DIGIT AL COAXIAL OUT
Type aansluitbus: stekkerbus
Bemonsteringsfre quentie
44,1 kHz
Nominaal uitgangsvermogen: 0,5 Vp-p
(bij 75 ohm)
Codering
ATRAC (Adaptive TRansform Acoustic
Coding)
Belastingsimpedantie: 75 ohm
Modulatiesysteem
EFM (Eight-to-Fourteen Modulation)
Algemeen
Aantal kanalen
2 stereokanalen
Stroomvoorziening
230 V AC, 50/60 Hz
Frequentiebereik
5 – 20000 Hz ±0,3 dB
Stroomverbruik
18 W
Signaal/ruisverhouding
Meer dan 100 dB tijdens afspelen
Afmetingen (circa)
430 × 110 × 287 mm (b/h/d) inclusief
uitstekende onderdelen en regelaars
Snelheidsfluctuaties Beneden meetbare limiet
Gewicht (circa)
5,2 kg
Ingangen
Bijgeleverde accessoires
LINE (ANALOG) IN
Type aansluitbus: stekkerbus
Zie blz. 4.
Impedantie: 47 kilohm
Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder licentie van Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
Nominaal ingangsvermogen: 500 mVrms
Minimaal ingangsvermogen: 125 mVrms
Aanvullende informatie
DIGIT AL OPTICAL IN1 Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Impedantie: 660 nm (optische golflengte)
DIGIT AL OPTICAL IN2 Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Impedantie: 660 nm (optische golflengte)
DIGIT AL COAXIAL IN
Type aansluitbus: stekkerbus
Impedantie: 75 ohm
Nominaal ingangsvermogen: 0,5 Vp-p,
±20%
56NL
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Meldingen op het display
In de onderstaande tabel wor dt uitleg gedaan over de
meldingen die op het display verschijnen wanneer er bij
de bediening iets misgaat. Bovendien heeft het deck een
zelfdiagnose-functie (zie blz. 59).
Betekenis
Auto Cut
De functie Auto Cut is ingeschakeld
(blz. 21).
Blank Disc
Er is een nieuwe (onbespeelde) of
gewiste MD geplaatst.
Cannot Copy
Er is getracht een tweede-generatie kopie
te maken van een digitaal gekopieerde
MD (blz. 17).
Cannot Edit
Er is getracht een MD te monteren tijdens
afspelen in geprogrammeerde of
willekeurige volgorde, of de MD is
beveiligd tegen abusievelijk opnemen.
Disc Full
De MD is vol (blz. 54).
Impossible
Het deck kan de gekozen
montagehandeling niet uitvoeren (blz. 19
en 36).
Initialize (knippert)
De instellingen van Setup Menu zijn
verloren gegaan. De met de schakelklok
gemaakte opname is na verloop van tijd
verloren gegaan en kan daarom niet meer
op de disc worden bewaard, of de functie
voor afspelen in geprogrammeerde
volgorde kon niet worden geactiveerd
omdat het programma na verloop van
tijd verloren is gegaan.
(Wanneer u het deck inschakelt door
indrukken van +/1, knippert deze
melding ongeveer vier seconden.)
Name Full
Het titelgeheugen van de MD is vol (met
ongeveer 1700 tekens).
No Disc
Er zit geen MD in het deck.
No Name
Het muziekstuk of de disc heeft geen
titel.
No Program!!
De functie voor afspelen in
geprogrammeerde volgorde werd
gekozen terwijl er geen programma is
samengesteld.
Premastered
Er is getracht op te nemen op een
voorbespeelde MD.
ProgramFull!
Het maximale aantal muziekstukken is
geprogrammeerd. Er kunnen geen
verdere muziekstukken meer worden
geprogrammeerd.
REMOTE
De MD wordt bediend door een extern
apparaat dat is aangesloten op het deck. *
Smart Space
De functie Smart Space is ingeschakeld
(blz. 21).
TOC Reading
Het deck is bezig met het controleren van
de inhoudsopgave (TOC) van de MD.
*
Aanvullende informatie
Melding
Indien “REMOTE” onder andere omstandigheden op het display
verschijnt, schakel dan het deck uit en schakel het daarna weer in.
57NL
Tabel van Edit Menu
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ver schillende montagefuncties die u met Edit Menu kunt gebruiken.
Om toegang te krijgen tot Edit Menu
Druk op MENU/NO zodat
“Edit Menu” op het display verschijnt.
Opmerking
De beschikbare menuonderdelen kunnen afhankelijk van de betreffende bedieningsstand van het deck verschillen.
Menuonderdeel
Sub-onderdeel
Functie
Zie ook blz.
Name ?
Nm In ?
Naamgeving van een muziekstuk of een MD
39
Nm Erase ?
Wissen van een titel
41
Nm AllErs ?
Wissen van alle titels op een MD
41
Nm Copy ?
Kopiëren van een titel naar een muziekstuk of een MD
40
Tr Erase ?
—
Wissen van een muziekstuk
34
Move ?
—
Verplaatsen van een muziekstuk
38
Combine ?
—
Samenvoegen van muziekstukken
37
Divide ?
—
Onderverdelen van een muziekstuk
36
A-B Erase ?
—
Wissen van een gedeelte van een muziekstuk
35
All Erase ?
—
Wissen van alle muziekstukken op een MD
35
Undo ?
—
Ongedaan maken van de laatste wijziging
42
Setup ?
—
Rechtstreeks binnengaan van Setup Menu (hieronder)
—
Tabel van Setup Menu
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ver schillende onderdelen van Setup Menu, inclusief de bijbehor ende
parameter s, fabrieksinstellingen en de bladzijden in de gebruiksaanwijzing waar u nader e bijzonderheden kunt vinden.
Om toegang te krijgen tot Setup Menu
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/NO zodat
“Setup Menu” op het display verschijnt.
Aanvullende informatie
Menuonderdeel Sub-onderdeel Functie
Parameters
Fabrieksinstelling Zie ook blz.
Program ?
—
Samenstellen van een programma
—
—
30
T.Mark
—
In- en uitschakelen van functie voor automatisch
aanbrengen van muziekstuknummers
Lsyn/Off
Lsyn
22
LS(T)
—
Wijzigen van activeringsniveau van functie voor
–72 tot 0dB*
automatisch aanbrengen van muziekstuknummers
–50dB
22
Auto
—
In- en uitschakelen van Auto Space en Auto Pause Off/Space/Pause Off
31, 32
S.Space
—
In- en uitschakelen van Smart Space en Auto Cut
On/Off
On
21
P.Hold
—
In- en uitschakelen van piekvasthoudfunctie
On/Off
Off
15
M.Scan
—
Instellen van de duur van Music Scan.
6 tot 20s
6s
27
*
Afstelbaar in stappen van 2 dB
58NL
Menuonderdeel Sub-onderdeel Functie
Parameters
Fabrieksinstelling Zie ook blz.
F.in
—
Instellen van de duur van infaden bij afspelen
en opnemen
1.0 tot 15.0s
5.0s
45
F.out
—
Instellen van de duur van uitfaden bij afspelen
en opnemen
1.0 tot 15.0s
5.0s
45
Pitch
—
Wijzigen van de afspeelsnelheid in
automatische stappen
–48 tot +2
0
43
Pfine
—
Fijnafregeling van de afspeelsnelheid
–98.5 tot +12.5%
0.0%
44
Sleep
—
Instellen van de duur van de SLEEP-schakelklok
30/60/90/120min 60min
45
Sleep
—
In- en uitschakelen van de SLEEP-schakelklok
On/Off
Off
45
Keyboard ?
Type
Keuze van het type toetsenbord dat op het deck
is aangesloten
US/JP
US
49
Assign ?
Toewijzen van een teken aan het toetsenbord dat
op het deck is aangesloten
—
—
52
—
Instellen van de klok
—
—
8
Clock Set ?
Een fabrieksinstelling uit het geheugen oproepen
Druk op CLEAR terwijl u de par
ameter kiest.
Zelfdiagnosefunctie
Dit systeem heeft een zelfdiagnose-display waar op een code van drie tekens en een melding ver schijnen om u te
waarschuwen wanneer het systeem niet goed werkt. Indien de code en melding beurtelings op het display ver schijnen, tref
dan de maatr egelen in de onder staande tabel. Indien de storing daardoor niet kan wor den verholpen, neem dan contact op
met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Drieletterteken-code/Melding
Oorzaak/Maatregel
C11/Protected
De geplaatste disc is beschermd tegen abusievelijk wissen.
, Verwijder de MD en schuif het nokje dicht zodat de opening niet meer zichtbaar is (zie blz. 19).
C13/REC Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
, Breng het systeem naar een plaats zonder trillingen en neem daarna opnieuw op vanaf het begin.
De disc is vuil (bijv. olievlekken, vingerafdrukken) of er zitten krassen op, of de geplaatste disc voldoet
niet aan de normen.
, Gebruik een andere disc en neem daarna opnieuw op vanaf het begin.
De inhoudsopgave (TOC) van de MD kon niet goed worden gelezen.
, Verwijder de MD en plaats hem daarna opnieuw.
C14/Toc Error
De inhoudsopgave (TOC) van de MD kon niet goed worden gelezen.
, Plaats een andere disc.
, Indien mogelijk, wis alle muziekstukken van de disc (blz. 35).
C71/Din Unlock
Een momentane onderbreking wordt veroorzaakt door de signalen van het digitale programma dat
wordt opgenomen. Dit heeft geen invloed op het opgenomen materiaal.
Tijdens het opnemen van een digitale component die is verbonden met de DIGITAL IN-aansluiting,
werd de digitale aansluitkabel losgekoppeld of werd de digitale component uitgeschakeld.
, Sluit de kabel aan of schakel de digitale component weer in.
59NL
Aanvullende informatie
C13/Read Error
Index
A
E, F, G
N
Afspelen
bepaald muziekstuk. Zie Opzoeken
invoeren van het nummer 27
vanaf het eerste muziekstuk 26
Eén-generatie kopieersysteem (Serial
Copy Management System) 18
Naamgeving
een nieuwe titel geven 41
kopiëren van titels 40
uitleg 39
Afspelen in geprogrammeerde
volgorde (Program Play)
controleren van de inhoud 30
programma samenstellen 30
veranderen van de inhoud 31
Handmatig muziekstuknummers
aanbrengen (Manual Track
Marking) 22
Afspelen in willekeurige volgorde
(Shuffle Play) 29
Herhaald afspelen van een enkel
muziekstuk (Repeat 1 Play) 29
Afstandsbediening 4
Herhaald afspelen van gedeelte
tussen punt A en B (Repeat A-B
Play) 29
AMS 27
Audio-aansluitsnoer 4, 5
H
Herhaald afspelen van alle
muziekstukken (Repeat All Play)
28
Automatische pauze na vervangen
van stille passages (Auto Cut)
21
Herhalen
alle muziekstukken. Zie Herhaald
afspelen van alle muziekstukken
(Repeat All Play)
een gedeelte. Zie Herhaald afspelen
van gedeelte tussen punt A en B
(Repeat A-B Play)
huidige muziekstuk. Zie Herhaald
afspelen van een enkel muziekstuk
(Repeat 1 Play)
B
I, J
Batterij 4
Bemonsteringsfrequentieomzetter
18
Infaden (Fade In)
bij afspelen 44
bij opnemen 44
Bijgeleverde accessoires 4
Ingangsmonitor 20
Automatisch aanbrengen van
muziekstuknummers (Automatic
Track Marking)
aanvullende informatie 23
activeringsniveau 22
uitleg 22
Aanvullende informatie
C
Inhoudsopgave. Zie TOC
CD-synchroonopname 24
Inlassen van stille passages
(Auto Space) 31
CONTROL A1 -bedieningssysteem
6, 7
K, L
D
Klok instellen 8
Digitaal filter 47
M
Display-weergave
datum van opname 16
disctitel 15
muziekstuktitel 15
resterende opnametijd 14, 15
totaal aantal muziekstukken 14
totale verstreken opnametijd 14
waarde van toonhoogteregeling
16
MD (MiniDisc)
opneembare 14, 18
verwijderen 19, 20, 26
voorbespeelde 14
wispreventienokje 19
60NL
Meeluisteren naar ingangssignaal.
Zie Ingangsmonitor
Music Scan 27
Muziek-synchroonopname 24
Niveau
ingangssignaal 15
opname 20
uitgangssignaal 15, 26
O
Onderverdelen van muziekstukken
(Divide)
na kiezen van het muziekstuk 36
na kiezen van het punt 37
Ongedaan maken 42
Opnemen
opnamefunctie 18
over bestaande muziekstukken
heen 19
uitleg 18, 19
Optische kabel 4, 5
Opzoeken
bepaald punt 28
muziekstukken 27
P, Q, R
Pauzeren
na elk muziekstuk (Auto Pause)
32
tijdens afspelen 26
tijdens opname 19
Piekniveaumeters 20
Piekvasthoudfunctie 15
S
Samenvoegen van muziekstukken
(Combine) 37
Schakelklok
afspelen 46
opnemen 46
SCMS. Zie Eén-generatie
kopieersysteem (Serial Copy
Management System)
SLEEP-schakelklok 45
Stille passage
invoegen tijdens afspelen. Zie
Inlassen van stille passages
(AutoSpace)
wissen tijdens opname. Zie
Vervangen van stille passages
(SmartSpace) en Automatische
pauze na vervangen van stille
passages (Auto Cut)
T
Tijdmachine-opnamefunctie 23
Titel over display laten bewegen 16
TOC (Inhoudsopgave) 17, 34
Toetsenbord
bediening van het deck 51
instelling 49
naamgeving van muziekstuk of
MD 50
tekens toewijzen 52
Toonhoogteregelingsfunctie 43
Aanvullende informatie
U
Uitfaden (Fade Out)
bij afspelen 45
bij opnemen 45
V
Verplaatsen van muziekstukken
(Move) 38
Vervangen van stille passages
(Smart Space) 21
W, X, Y, Z
Wissen
alle muziekstukken 35
alle titels 41
een gedeelte van een muziekstuk
35
een muziekstuk 34
een titel 41
61NL