Sony MDS-JA333ES de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Sony MDS-JA333ES de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
3
NL
I
NHOUDSOPGAVE
Plaatsen en functies van
onderdelen
Beschrijving van het voorpaneel 4
Beschrijving van de afstandsbediening 6
Beschrijving van het uitleesvenster 8
Beschrijving van het achterpaneel 9
Voorbereidingen
Alvorens u aansluitingen gaat maken 10
Aansluiting van de audio-componenten 11
Instellen van de klok 12
Opnemen op MD’s
Opnemen op een MD 14
Opmerkingen over opnemen 16
Langdurig opnemen 16
Instellen van het opnameniveau 17
Tips bij opname 18
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het
opnemen (Track Marking) 20
Opnamestart met zes seconden muziek uit het
buffergeheugen (tijdmachine-opname) 21
Synchroon opnemen met de audio-component van uw
keuze (muziek-synchroonopname) 22
Synchroon opnemen met een Sony CD-speler
(CD Synchro-recording) 22
Afspelen van MD’s
Afspelen van een MD 24
Afspelen van een bepaald muziekstuk 25
Opzoeken van een bepaald punt in een muziekstuk 26
Herhaald afspelen van muziekstukken (Repeat Play) 27
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen
(Shuffle Play) 28
Programmeren van muziekstukken (Program Play) 28
Tips voor het op tape opnemen van MD’s 30
Monteren van opgenomen
MD’s
Alvorens met monteren te beginnen 31
Wissen van muziekstukken (ERASE) 32
Onderverdelen van muziekstukken (DIVIDE) 34
Samenvoegen van muziekstukken (COMBINE) 35
Verplaatsen van muziekstukken (MOVE) 36
Naamgeving van een muziekstuk of MD (NAME) 36
Ongedaan maken van de laatste wijziging (UNDO) 40
Veranderen van het opnameniveau na het opnemen
(S.F EDIT) 40
Overige functies
Veranderen van de toonhoogte
(Toonhoogteregelfunctie) 42
Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out) 43
Inslapen met muziek (SLEEP-timerfunctie) 44
Gebruikmaking van een timer 45
Omschakelen van de bitlengte 46
Afspelen met verschillende geluidskenmerken
(digitaal filter) 47
Gebruik van het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem 47
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen 49
Behandeling van MD’s 50
Beperkingen van het systeem 50
Verhelpen van storingen 51
Zelfdiagnosefunctie 52
Meldingen in het uitleesvenster 53
Technische gegevens 54
Tabel van Edit Menu 55
Tabel van Setup Menu 55
Index 57
NL
4
NL
Beschrijving van het voorpaneel
Plaatsen en
functies van
onderdelen
In dit hoofdstuk wordt u vertrouwd
gemaakt met de plaatsen en functies
van de verschillende toetsen, regelaars
en aansluitbussen op het deck en de
bijgeleverde afstandsbediening. Nadere
bijzonderheden vindt u op de
bladzijden die tussen haakjes zijn
aangegeven.
Verder wordt u hier vertrouwd gemaakt
met de meldingen die in het
uitleesvenster kunnen verschijnen.
Beschrijving van het
voorpaneel
A ?/1 (aan/uit-) schakelaar/STANDBY-indicator (14)
(24)
Druk op deze schakelaar om het deck in te schakelen.
Wanneer u het deck inschakelt, dooft de STANDBY-
indicator. Wanneer u deze schakelaar opnieuw indrukt,
wordt het deck uitgeschakeld en gaat de indicator
branden.
B Afstandsbedieningssensor (10)
Richt de afstandsbediening naar deze sensor ( ) om
op afstand te kunnen bedienen.
C FILTER-toets (47)
Druk op deze toets om het type digitale filter te kiezen.
D S.F EDIT-toets (40)
Druk op deze toets om na opname het opnameniveau
te wijzigen.
E PLAY MODE-toets (28) (45)
Druk op deze toets om afspelen in willekeurige
volgorde of afspelen in geprogrammeerde volgorde te
kiezen of verder te gaan met normaal afspelen.
F REPEAT-toets (27)
Druk op deze toets om muziekstukken herhaald af te
spelen.
G TIME-toets (18) (23)
Druk op deze toets om de resterende tijd weer te
geven.
H DISPLAY/CHAR-toets (9) (15) (17) (25) (28) (37)
I Uitleesvenster (8)
Hier wordt uiteenlopende informatie weergegeven.
J CLEAR-toets (28) (37)
Druk op deze toets om de keuze te annuleren.
K MENU/NO-toets (19) (28) (31) (42) (55)
Druk op deze toets om Edit Menu of Setup Menu weer
te geven.
Indrukken terwijl het
deck
Om
bezig is met opnemen of
zich in de
opnamepauzestand bevindt
het opnameniveau in te
stellen
is stopgezet
informatie over de disc of de
inhoud van een programma
weer te geven
bezig is met opnemen
informatie over het
muziekstuk dat u aan het
opnemen bent weer te geven
bezig is met afspelen
informatie over het huidige
muziekstuk weer te geven
bezig is met monteren
het soort tekens te kiezen dat
u wilt invoeren
5
NL
Beschrijving van het voorpaneel
Plaatsen en functies van onderdelen
ws w;wdwf wa
90
qhqjqkql
qsqa qd qf qg7834 5 621
L AMS-regelaar (12) (14) (24) (31) (42)
Draai deze regelaar om muziekstukken te vinden, de
klok in te stellen, de in te voeren tekens te kiezen, of
een menuonderdeel en een instelwaarde te kiezen.
M YES-toets (18) (28) (31) (42)
Druk op deze toets om de gekozen
bedieningshandeling uit te voeren.
N DIGITAL REC LEVEL-regelaar (17)
Draai deze regelaar om het digitale opnameniveau in
te stellen.
O ANALOG REC LEVEL L/R-regelaar (18)
Draai deze regelaar om het analoge opnameniveau in
te stellen.
P OPEN/CLOSE A toets (14) (24)
Druk op deze toets om de MD te plaatsen of te
verwijderen.
N toets (14) (24)
Druk op deze toets om met afspelen te beginnen.
X toets (14) (24)
Druk op deze toets om het afspelen of opnemen
tijdelijk te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets
om het afspelen of opnemen te hervatten.
x toets (15) (24)
Druk op deze toets om met afspelen of opnemen te
stoppen, of om de gekozen bedieningshandeling te
annuleren.
z toets (14) (18) (20)
Druk op deze toets om de MD op te nemen, mee te
luisteren naar het ingangssignaal of
muziekstuknummers aan te brengen.
Q m/M toetsen (26) (28) (31) (36)
Druk op deze toetsen om een bepaalde passage in een
muziekstuk te vinden, de inhoud van een programma
te wijzigen of het ingevoerde teken te veranderen.
R MDLP-indicator (16) (24)
Deze indicator gaat branden wanneer er een MD wordt
afgespeeld of opgenomen in de stereostand LP2 of
LP4.
S Disc-lade voor MD (14) (24)
Plaats een MD zoals hieronder is aangegeven.
T REC MODE-kiezer (16)
Gebruik deze toets om de REC MODE in te stellen op
STEREO, MONO, LP2 of LP4.
U INPUT-kiezer (14)
Gebruik deze toets om de ingangsaansluitbus (of
-aansluiting) van de programmabron waarvan u wilt
opnemen te kiezen.
V PHONE LEVEL-regelaar (24)
Draai deze regelaar om het volume van de
hoofdtelefoon in te stellen.
W PHONES-aansluitbus (24)
Sluit op deze aansluitbus een hoofdtelefoon aan.
X TIMER-kiezer (45)
Gebruik deze kiezer om de timer in stellen voor
opnemen (REC) of afspelen (PLAY). Zet de kiezer op
OFF om de timer uit te schakelen.
Met het pijltje in
de richting van het
deck wijzend
Met de labelkant naar boven
6
NL
Beschrijving van de afstandsbediening
Plaatsen en functies van onderdelen
Beschrijving van de
afstandsbediening
A ?/1 (aan/uit-) schakelaar (14) (24)
Druk op deze schakelaar om het deck in te schakelen.
Wanneer u het deck inschakelt, dooft de STANDBY-
indicator van het deck. Wanneer u deze schakelaar
opnieuw indrukt, wordt het deck uitgeschakeld en gaat
de indicator branden.
B DATE RECORDED-toets (13) Z
Druk op deze toets om de datum en tijd van de opname
weer te geven.
DATE PRESENT-toets (13) Z
Druk op deze toets om de huidige datum en tijd weer
te geven.
C Alfanumerieke-toetsen (25) (36) Z
Druk op deze toetsen om letters of cijfers in te voeren
of een muziekstuk te kiezen.
D M.SCAN-toets (25) Z
Druk op deze toets om een muziekstuk binnen een
bereik van zes tot twintig seconden te scannen.
E A.SPACE-toets (30) Z
Druk op deze toets om tussen muziekstukken een
geluidloze passage van drie seconden in te lassen of
om het afspelen na elk muziekstuk tijdelijk te
onderbreken.
F P.HOLD-toets (18) Z
Druk op deze toets om de piekvasthoudfunctie in of uit
te schakelen.
G CLEAR-toets (28) (37)
Druk op deze toets om de keuze te annuleren.
H x toets (15) (24)
Druk op deze toets om met afspelen of opnemen te
stoppen, of om de gekozen bedieningshandeling te
annuleren.
I X toets (14) (24)
Druk op deze toets om het afspelen of opnemen
tijdelijk te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets
om het afspelen of opnemen te hervatten.
J z toets (14) (18) (20)
Druk op deze toets om de MD op te nemen, mee te
luisteren naar het ingangssignaal of
muziekstuknummers aan te brengen.
K MUSIC SYNC-toets (22) Z
Druk op deze toets om de muziek-synchroonopname
te starten.
L T.REC-toets (21) Z
Druk op deze toets om de tijdmachine-opname te
starten.
1
3
4
5
7
8
0
9
qa
qs
qg
w;
ws
qh
qj
qk
wd
wf
ql
wa
wg
2
6
qd
qf
3
H
8
M
13
R
18
W
23
C
PROGRAM
OPEN/CLOSE
TIME
NUM
!
AyB
2
G
7
L
12
Q
17
V
22
B
SHUFFLE
PLAY MODE
SCROLL
CHAR
?
REPEAT
NAME IN CLEAR
1
F
6
K
11
P
16
U
21
Z
A
CONTINUE
DISPLAY
NAME
/
>
25
MENU/NO
4
I
9
N
14
S
19
X
24
.
D
(
A.SPACE
5
J
10
O
15
T
20
Y
25
,
E
)
M.SCAN
YES
STANDBYSTARTSTOP
T.REC MUSIC SYNC
CD-SYNC
CD PLAYER FADER
FILTER
DIGITAL REC LEVEL
/ANALOG OUT LEVEL
PRESENT
DATE
RECORDED
P.HOLD
Z
` / 1
H
.
>
z
X
x
M
m
X.>
7
NL
Beschrijving van de afstandsbediening
Plaatsen en functies van onderdelen
M DIGITAL REC LEVEL/ANALOG OUT LEVEL +/
toetsen (17) (24) Z
Druk op deze toets om het digitale opname- of analoge
uitgangsniveau in te stellen.
N FILTER-toets (47)
Druk op deze toets om het type digitale filter te kiezen.
FADER-toets (43) Z
Druk op deze toets om het geluid tijdens het afspelen
of opnemen geleidelijk te laten opkomen of vervagen.
O CD PLAYER X-toets (22) Z
Druk op deze toets om het afspelen van de CD tijdelijk
te onderbreken. Druk op deze toets om het afspelen
van de CD te hervatten.
CD PLAYER ./> toetsen (22) Z
Druk op deze toets om muziekstukken op de CD te
vinden.
P CD-SYNC STOP-toets (22) Z
Druk op deze toets om de CD-synchroonopname te
stoppen.
CD-SYNC START-toets (22) Z
Druk op deze toets om de CD-synchroonopname te
starten.
CD-SYNC STANDBY-toets (22) Z
Druk op deze toets om het apparaat in de wachtstand
voor CD-synchroonopname te zetten.
Q m/M toetsen (26) (28) (31) (36)
Druk op deze toets om een bepaalde passage in een
muziekstuk te vinden, de inhoud van een programma
te wijzigen of de cursor naar rechts te verplaatsen.
R ./> toetsen (14) (24) (32) (42)
Druk op deze toets om muziekstukken te vinden, of
een menuonderdeel en een instelwaarde te kiezen.
S H toets (14) (24)
Druk op deze toets om met afspelen te beginnen.
T NAME-IN-toetsen
NAME-toets (36) Z
Druk op deze toets om de titel van een muziekstuk of
MD toe te voegen of te wijzigen.
CHAR-toets (36) Z
Druk op deze toets om het soort tekens te kiezen dat u
wilt invoeren.
NUM-toets (36) Z
Druk op deze toets om cijfers in te voeren.
U REPEAT-toets (27)
Druk op deze toets om muziekstukken herhaald af te
spelen.
AyB toets (27) Z
Druk op deze toets om herhaald afspelen van A-B te
kiezen.
V PLAY MODE-toetsen
CONTINUE-toets (28) Z
Druk op deze toets om normaal afspelen te kiezen.
SHUFFLE-toets (28) Z
Druk op deze toets om afspelen in willekeurige
volgorde te kiezen.
PROGRAM-toets (28) Z
Druk op deze toets om afspelen in geprogrammeerde
volgorde te kiezen.
W DISPLAY-toets (9) (15) (17) (25) (28)
Druk op deze toets om de informatie te kiezen die in
het uitleesvenster weergegeven moet worden.
SCROLL-toets (25) Z
Druk op deze toets om de titel van een muziekstuk of
MD te laten bewegen.
TIME-toets (18) (22)
Druk op deze toets om de resterende tijd weer te
geven.
X MENU/NO-toets (19) (28) (31) (42) (55)
Druk op deze toets om Edit Menu of Setup Menu weer
te geven.
YES-toets (18) (28) (31) (42)
Druk op deze toets om de gekozen
bedieningshandeling uit te voeren.
Y OPEN/CLOSE Z toets (14) (24)
Druk op deze toets om de MD te plaatsen of te
verwijderen.
8
NL
Beschrijving van het uitleesvenster
Plaatsen en functies van onderdelen
Beschrijving van het uitleesvenster
A REMOTE-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer de MD wordt
bediend door een extern apparaat dat op het deck is
aangesloten.
B Uitleesvenster met disctitel- en muziekstuktitel-
indicators
DISC-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer de gegevens van
de disc (enz.) worden weergegeven.
Titel-uitleesvenster
Hier worden disc- en muziekstuktitels, Edit Menu-
parameters en Setup Menu-parameters (enz.)
weergegeven.
Tijdens het afspelen verschijnt de muziekstuktitel in
plaats van de disctitel. Wanneer de MD of het
muziekstuk geen titel heeft, verschijnt No Name”.
TRACK-indicator
Deze indicator gaat branden wanneer de gegevens van
het muziekstuk (enz.) worden weergegeven.
C Afspeelindicators
REP-indicators (27)
Deze indicators gaan branden wanneer het deck is
ingesteld op herhaald afspelen.
REP gaat branden wanneer het deck is ingesteld
op herhalen van de gehele disc.
REP 1 gaat branden wanneer het deck is ingesteld
op herhalen van slechts één muziekstuk.
REP A-B gaat branden wanneer het deck is
ingesteld op herhalen van een bepaalde passage in
een muziekstuk.
SHUF-indicator (28)
Deze indicator gaat branden wanneer het deck is
ingesteld op afspelen in willekeurige volgorde.
PGM-indicator (28)
Deze indicator gaat branden wanneer het deck is
ingesteld op afspelen in geprogrammeerde volgorde.
HS indicator
Deze indicator gaat branden tijdens het afspelen of
wanneer het afspelen tijdelijk wordt onderbroken.
D Opname- en montage-indicators
L.SYNC-indicator (20)
Deze indicator gaat branden wanneer het deck is
ingesteld om tijdens analoog opnemen automatisch
muziekstuknummers aan te brengen.
Opnamestand-indicators (16)
Tijdens opname/weergave in stereo gaan deze
indicators uit.
MONO gaat branden wanneer het deck in de
mono-opnamestand is gezet of bezig is met het
afspelen van een MD die in de mono-opnamestand
is opgenomen.
LP2 gaat branden wanneer het deck in stereo-
opnamestand LP2 is gezet of bezig is met het
afspelen van een MD die in stereo-opnamestand LP2
is opgenomen.
LP4 gaat branden wanneer het deck in stereo-
opnamestand LP4 is gezet of bezig is met het
afspelen van een MD die in stereo-opnamestand LP4
is opgenomen.
SYNC-indicator (22)
Deze indicator gaat branden tijdens
synchroonopname.
REC-indicator
Deze indicator gaat branden tijdens opnemen.
TOC-indicators (16) (32)
TOC gaat branden om aan te geven dat er nog
TOC-gegevens zijn die niet naar de disc zijn
weggeschreven. TOC gaat knipperen wanneer de
TOC-gegevens worden weggeschreven.
TOC EDIT gaat branden tijdens
montagehandelingen.
E INPUT-indicators (14)
OPT1 gaat branden wanneer de programmabron
wordt gekozen die is verbonden met de DIGITAL IN
OPT1-aansluiting.
OPT2 gaat branden wanneer de programmabron
wordt gekozen die is verbonden met de DIGITAL IN
OPT2-aansluiting.
2
3
1
4
5
6
78
9
NL
Beschrijving van het uitleesvenster/Beschrijving van het achterpaneel
Plaatsen en functies van onderdelen
COAX gaat branden wanneer de programmabron
wordt gekozen die is verbonden met de DIGITAL IN
COAXIAL-aansluitbus.
ANALOG gaat branden wanneer de
programmabron wordt gekozen die is verbonden
met de ANALOG IN-aansluitbussen.
F Muziekkalender
Bij een voorbespeelde MD toont een muziekkalender
alle muziekstuknummers binnen een raster, terwijl
deze bij een opneembare MD zonder raster worden
weergegeven. Indien het totale aantal muziekstukken
meer dan 15 bedraagt, verschijnt op de
muziekkalender rechts naast nr. 15 de indicatie B.
G SLEEP-indicator (44)
Deze indicator gaat branden wanneer het deck is
ingesteld om na het aangegeven aantal minuten
automatisch uit te schakelen.
H Niveaumeters
Hier wordt tijdens het afspelen en opnemen het niveau
van het audiosignaal weergegeven.
Opmerking
Elke keer wanneer het deck overschakelt naar een bepaalde
bedieningsstand (afspelen, opnemen, enz.) en u DISPLAY/
CHAR (of DISPLAY) of TIME indrukt, verschijnt het
uitleesvenster met de indeling die u in de verschillende
bedieningsstanden van het deck hebt gekozen. De indeling van
het uitleesvenster blijft van kracht totdat u een andere indeling
kiest (zie de volgende hoofdstukken voor nadere
bijzonderheden). Wanneer u echter de stekker uit het stopcontact
trekt, zullen de eerstvolgende keer wanneer u het deck weer
inschakelt, van alle uitleesvensters weer de standaardinstellingen
gelden (d.w.z. het uitleesvenster zoals het in de fabriek is
ingesteld).
Om in de stopstand het uitleesvenster te
wijzigen
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om
het uitleesvenster te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
Totaal aantal muziekstukken, totale verstreken
opnameduur en disctitel
1)
r
Inhoud van een programma (alleen wanneer
PGM brandt)
r
Niveau van het ingangssignaal (instelwaarde
van het opnameniveau)
r
Indicatie van toonhoogte
r
Indicatie DF (digitaal filter)
1) “No Name” verschijnt wanneer de disc geen titel heeft.
Beschrijving van het
achterpaneel
A ANALOG IN-aansluitbussen (11) (14)
Deze aansluitbussen zijn bestemd voor het invoeren
van analoge signalen van andere componenten.
B ANALOG OUT-aansluitbussen (11)
Deze aansluitbussen zijn bestemd voor het uitvoeren
van analoge signalen naar andere componenten.
C DIGITAL IN COAXIAL-aansluitbus (11) (14)
Sluit hierop een digitale coaxiale kabel aan voor het
invoeren van digitale signalen van andere
componenten.
D DIGITAL IN OPT-aansluitingen (11) (14)
Sluit hierop een digitale optische kabel aan voor het
invoeren van digitale signalen van andere
componenten. Er wordt geen onderscheid gemaakt
tussen aansluiting OPT1 en OPT2.
E DIGITAL OUT COAXIAL-aansluitbus (11)
Sluit hierop een digitale coaxiale kabel aan voor het
uitvoeren van digitale signalen naar andere
componenten.
F DIGITAL OUT OPTICAL-aansluiting (11)
Sluit hierop een digitale optische kabel aan voor het
uitvoeren van digitale signalen naar andere
componenten.
G CONTROL A1ΙΙ-aansluitbussen (11) (47)
IC
CI
CI
I
IGI
C
21
IGI I
G
1
4567123
10
NL
Alvorens u aansluitingen gaat maken
Voorbereidingen
Dit hoofdstuk bevat informatie over de
bijgeleverde accessoires en
aansluitingen. Lees dit hoofdstuk
aandachtig door alvorens u
daadwerkelijk apparatuur op dit deck
gaat aansluiten.
Alvorens u aansluitingen
gaat maken
Met dit MD-deck worden de volgende accessoires
meegeleverd:
Audio-aansluitsnoeren (2)
Afstandsbediening (1)
R6 (formaat AA) batterijen (2)
Plaats twee R6 (formaat AA) batterijen met de + en op
de juiste plaats in het batterijvak. Bij gebruikmaking van
de afstandsbediening houdt u de afstandsbediening in de
richting van de afstandsbedieningssensor op het deck.
z
Wanneer moeten de batterijen worden vernieuwd?
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes maanden
mee. Vervang beide batterijen door nieuwe wanneer u het deck
niet langer op afstand kunt bedienen.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige
plaats liggen.
Zorg dat er geen vreemde voorwerpen in de afstandsbediening
terechtkomen. Let hier vooral op tijdens het verwisselen van
de batterijen.
Vernieuw steeds alle batterijen tegelijk.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of
andere sterke lichtbronnen. Dit kan de juiste werking ervan
verstoren.
Indien u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te
gebruiken, verwijder dan de batterijen om eventuele
beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
Controleer de bijgeleverde accessoires
Plaats de batterijen in de
afstandsbediening
11
NL
Aansluiting van de audio-componenten
Voorbereidingen
Aansluiting van de audio-componenten
A
Audio-aansluitsnoeren (2) (bijgeleverd)
Bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren dient u erop te
letten dat de pennen daarvan worden aangesloten op
aansluitbussen van dezelfde kleur: wit (links) op wit, en rood
(rechts) op rood.
B
Optische kabels (3) (niet bijgeleverd)
Bij het aansluiten van de optische kabels dient u de dopjes van
de aansluitingen te halen en de kabelstekkers er recht in te
steken totdat ze goed vastzitten.
De optische kabels mogen niet worden gebogen of
samengebonden.
C
Coaxiale digitale aansluitkabels (2) (niet bijgeleverd)
Alvorens u aansluitingen gaat maken, dient u de
stroomtoevoer naar alle componenten uit te schakelen.
Er mag pas een netsnoer worden aangesloten nadat alle
aansluitingen zijn voltooid.
Zorg ervoor dat alle aansluitingen goed vastzitten, dit
om brom en ruis te voorkomen.
A
CB
ICA
CAIA
CAIA
I
IGIA
C
21
IGIA I
AAG
A1
D
CONTROL A1ΙΙ Netsnoer
1) Digitale apparatuur met alleen een DIGITAL OUT-aansluiting
2) Digitale apparatuur met een DIGITAL IN- en OUT-aansluiting
Versterker, enz. CD-speler, DBS-tuner, enz.
1)
,
Digitale
versterker, DAT-deck, MD-deck, enz.
2)
naar een stopcontact
Vereiste snoeren
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
Rood (R)
Punten die u bij het aansluiten in
gedachten dient te houden
Aansluitbussen (aansluitingen) voor het
aansluiten van audio-componenten
Aansluiten Op de
Versterkers
ANALOG IN/OUT-
aansluitbussen
CD-spelers of DBS-tuners DIGITALIN-aansluiting
Digitale versterkers, DAT-
decks of een ander MD-deck
DIGITAL IN/OUT-
aansluitingen
12
NL
Aansluiting van de audio-componenten/Instellen van de klok
Voorbereidingen
Aansluiten van een component die geschikt is
voor het CONTROL A1ΙΙ-bedieningssysteem
D
Mono (2P) ministekkerkabels (2) (niet bijgeleverd)
Voor bijzonderheden, zie Gebruik van het
CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem op blz. 47.
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer van het deck aan op een stopcontact.
Opmerking
Bij gebruikmaking van een timer dient u het netsnoer aan te
sluiten op het contact van de timer.
Wanneer u het MD-deck inschakelt en er geen MD in het
deck zit, wordt na circa tien minuten automatisch de
demonstratiestand geactiveerd. Om de demonstratiestand
te deactiveren, drukt u op een willekeurige toets op het
deck of op de afstandsbediening.
z
Om de demonstratiestand uit te schakelen
Druk
x
en CLEAR tegelijkertijd in wanneer er geen MD in het
deck zit.
Demo Off verschijnt in het uitleesvenster.
Om de demonstratiestand weer in te schakelen, verricht u
dezelfde procedure als hierboven.
Demo On verschijnt in het uitleesvenster.
Instellen van de klok
Nadat u de ingebouwde klok van het MD-deck hebt
ingesteld, zal het MD-deck automatisch de datum en tijd
van alle opnamen vastleggen. Bij het Amerikaanse en
Canadese model wordt de datum aangegeven in de
volgorde maand-dag-jaar, en de tijd op een 12-uurs klok.
Bij het Europese model wordt de datum aangegeven in de
volgorde dag-maand-jaar, en de tijd op een 24-uurs klok.
Opmerking
De onderstaande uitleesvensters zijn die van het Amerikaanse en
Canadese model.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Clock Set ? verschijnt en druk daarna op AMS.
De maand- (of dag-) indicatie begint te knipperen.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
huidige dag in te voeren en druk daarna op AMS.
De maand- (of dag-) indicatie stopt met knipperen en
de dag- (of maand-) indicatie begint te knipperen.
4
Herhaal stap 3 om de maand, de dag, het jaar, het
uur en de minuten in te voeren.

  
Complete!!
 
Andere aansluitingen
Demonstratiestand
AMSMENU/NO YES
m/M
13
NL
Instellen van de klok
Voorbereidingen
1 Voer de bovenstaande stappen 1 en 2 uit.
2 Druk herhaald op AMS of m/M totdat de
instelling die u wilt veranderen, begint te
knipperen.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te veranderen en druk daarna op AMS.
4 Om de instelling te voltooien, drukt u herhaald op
AMS of m/M totdat de minutenindicatie begint
te knipperen en daarna drukt u op AMS of YES.
U kunt de huidige datum en tijd op elk gewenst tijdstip
weergeven terwijl het apparaat is ingeschakeld.
Druk op DATE PRESENT.
Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
Huidige indicatie
r
Datum
r
Tijd
z
Om opnamen te voorzien van de exacte tijd en de
juiste datum
Stel de tijd ten minste eenmaal per week opnieuw in.
Opmerking
Wanneer de stekker van het netsnoer lange tijd niet in het
stopcontact heeft gezeten, gaan de instellingen van de klok
verloren en knippert Initialize in het uitleesvenster wanneer u
de eerstvolgende keer de stekker in het stopcontact steekt en het
deck inschakelt. In dat geval moet u de klok opnieuw instellen.
U kunt dan de datum en tijd waarop het muziekstuk werd
opgenomen controleren.
1 Druk op ./> of op de cijfertoetsen om het
muziekstuk te vinden waarvan u de datum van
opname wilt controleren.
2 Druk op DATE RECORDED.
No Date verschijnt indien de ingebouwde klok niet
is ingesteld of indien het muziekstuk werd opgenomen
op een ander MD-deck zonder functie voor het
aanbrengen van de datum en tijd.
Veranderen van de klokinstelling(en)
Weergeven van de huidige datum en
tijd
Weergeven van de datum van opname
Z
Z
14
NL
Opnemen op een MD
Opnemen op
MDs
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, op
welke manieren u op een MD kunt
opnemen en hoe u
muziekstuknummers kunt aanbrengen
en synchroonopnamen met andere
componenten kunt maken. Zie ook
Beperkingen van het systeem” op
blz. 50 alvorens u gaat opnemen.
Opnemen op een MD
Indien de MD reeds opnamen bevat, zal het deck
automatisch beginnen met opnemen vanaf het einde van
het opgenomen gedeelte.
1
Schakel de versterker en programmabron in en
kies op de versterker de gewenste bron.
2
Druk op ?/1 om het deck in te schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
Druk op OPEN/CLOSE A om de disc-lade te
openen en een voor opnemen geschikte MD te
plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op OPEN/
CLOSE
A
.
4
Zet INPUT in de stand die overeenkomt met de
ingangsaansluitbussen (aansluiting) die zijn
verbonden met de programmabron.
5
Zoek, indien nodig, het punt op de MD vanwaar u
met opnemen wilt beginnen.
Indien u op een nieuwe MD wilt opnemen of de
opname wilt laten beginnen vanaf het einde van een
eerder opgenomen muziekstuk, ga dan naar stap 6.
Om vanaf het begin over een bestaand muziekstuk
op de MD op te nemen
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat het
nummer van het muziekstuk verschijnt waarover u wilt
opnemen.
Om vanaf een bepaald punt in een bestaand
muziekstuk op de MD op te nemen
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat het
nummer van het muziekstuk verschijnt waarover u wilt
opnemen, en druk daarna op
N
om met afspelen te
beginnen. Wanneer het punt is bereikt waarop u de
opname wilt laten beginnen, drukt u op
X
.
Bron aangesloten op:
Zet INPUT
op:
DIGITAL IN OPT1-aansluiting OPT1
DIGITAL IN OPT2-aansluiting OPT2
DIGITAL IN COAXIAL-aansluitbus COAX
ANALOG IN-aansluitbussen ANALOG
AMS
INPUT
N
OPEN/CLOSE A
Xz
?/1
15
NL
Opnemen op een MD
Opnemen op MDs
6 Druk op z.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
7 Stel, indien nodig, het opnameniveau in.
Voor bijzonderheden, zie Instellen van het
opnameniveau op blz. 17.
8 Druk op N of X.
Het opnemen begint.
9 Begin met het afspelen van de programmabron.
Bedieningshandelingen tijdens het opnemen
Om tijdens het opnemen de indicatie in het
uitleesvenster te veranderen
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om
het uitleesvenster te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
Muziekstuknummer en verstreken opnameduur
van het huidige muziekstuk
r
Niveau van het ingangssignaal
1)
r
Indicatie van bemonsteringsfrequentie
FS -- kHz verschijnt terwijl het analoge signaal wordt
ingevoerd.
r
Indicatie DF (digitaal filter)
1) Analog In verschijnt terwijl het analoge signaal wordt
ingevoerd.
Wanneer u de opname tijdelijk onderbreekt
De passage na het punt waarop werd gepauzeerd, krijgt
een nieuw muziekstuknummer toegewezen. Wanneer u
bijvoorbeeld de opname van muziekstuk nr. 4 tijdelijk
onderbreekt, zal de passage na de pauze muziekstuk nr. 5
zijn.
Om te voorkomen dat opnamen abusievelijk
worden gewist
Om opnemen op een MD onmogelijk te maken, verschuift
u het wispreventienokje in de richting van het pijltje (zie
onderstaande afbeelding) om de gleuf bloot te leggen. Om
opnamen weer mogelijk te maken, verschuift u het nokje
om de gleuf te bedekken.
z
U kunt de muziekstukken afspelen die u zojuist hebt
opgenomen
Druk op
N
onmiddellijk nadat u met opnemen bent gestopt.
Het afspelen begint vanaf het eerste muziekstuk dat u zojuist
hebt opgenomen.
z
U kunt na het opnemen beginnen met afspelen vanaf
het eerste muziekstuk op de MD
1
Druk opnieuw op
x
nadat u met opnemen bent gestopt.
2
Druk op
N
.
Het deck begint met afspelen vanaf het eerste muziekstuk op
de MD.
Opmerking
Opnemen over bestaande muziekstukken is niet mogelijk
wanneer u afspelen in willekeurige volgorde (blz. 28) of afspelen
in geprogrammeerde volgorde (blz. 28) hebt gekozen. In deze
gevallen verschijnt Impossible in het uitleesvenster.
Om Druk op:
De opname te stoppen
x
De opname tijdelijk te
onderbreken
X
De opname te hervatten
N
of
X
De MD te verwijderen
OPEN/CLOSE
A
na de
opname te hebben stopgezet
Wispreventienokje
Schuif in richting van
pijltje
16
NL
Opmerkingen over opnemen/Langdurig opnemen
Opnemen op MDs
Opmerkingen over
opnemen
Indien Tr
tijdens
het opnemen in het
uitleesvenster knippert
Het MD-deck neemt op over bestaande muziekstukken
heen (zie Opnemen op een MD op blz. 14). Wanneer de
opname ten einde is, stopt de indicatie met knipperen.
Indien TOC na het opnemen in het
uitleesvenster verschijnt
De opname is wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave
(TOC) van de MD is niet bijgewerkt. Trek de stekker niet
uit het stopcontact terwijl deze indicatie brandt, aangezien
anders de opname verloren zal gaan. De inhoudsopgave
wordt alleen bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of
het MD-deck uitschakelt.
Indien TOC Writing na het opnemen in het
uitleesvenster knippert
Het deck is bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC). Trek de stekker niet uit het
stopcontact en verplaats het deck niet terwijl deze
indicatie knippert.
Een ingebouwde bemonsteringsfrequentieomzetter zorgt
ervoor dat de bemonsteringsfrequentie van verschillende
digitale bronnen automatisch wordt omgezet in de
bemonsteringsfrequentie van het MD-deck, namelijk
44,1 kHz. Dit biedt de mogelijkheid tot het meeluisteren
naar en opnemen van bronnen zoals DAT-tapes of
satellietuitzendingen met een frequentie van 32 kHz of
48 kHz, evenals CDs en MDs.
Langdurig opnemen
Naast normale stereo-opname biedt dit deck twee standen
voor lange opnamen: LP2 en LP4. In stereostand LP2 kunt
u tweemaal zolang opnemen als in de normale
opnamestand, en in stereostand LP4 kunt u viermaal
zolang opnemen als in de normale opnamestand. In mono
kunt u ongeveer tweemaal zoveel opnemen als in stereo.
Opmerking
MDs die zijn opgenomen in de stand MD LP (LP2 of LP4
stereo) kunnen niet worden afgespeeld op een deck dat niet
geschikt is voor de stand MD LP. Bovendien kan bij MDs die
zijn opgenomen in de stand MD LP geen schaalfactormontage
(S.F Edit) worden uitgevoerd.
1
Verricht de stappen 1 t/m 4 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
2
Zet REC MODE in de gewenste opnemestand.
3
Verricht de stappen 5 t/m 9 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
Tijdens een lange opname kunt u aan het begin
van een muziekstuktitel automatisch de
toevoeging LP: laten aanbrengen
Het deck is in de fabriek zo ingesteld dat LP:
automatisch wordt toegevoegd. Deze indicatie verschijnt
wanneer het muziekstuk wordt afgespeeld op een deck dat
niet geschikt is voor langdurige opnamen (blz. 56).
Om deze functie in of uit te schakelen, drukt u op
.
of
>
.
z
Bij opnemen op een MD in stereostand LP2 of LP4
De MDLP-indicator gaat branden wanneer u bij de bovenstaande
stap 3
z
indrukt.
Opmerkingen
De opgenomen toevoeging LP: is een bevestigingsstempel
waarmee wordt aangegeven dat het betreffende muziekstuk
niet kan worden afgespeeld op een deck dat niet geschikt is
voor de stand MD LP. De toevoeging verschijnt niet bij een
deck dat wel geschikt is voor de stand MD LP.
Indicaties die tijdens of na het opnemen
verschijnen
Automatische omzetting van digitale
bemonsteringsfrequenties tijdens het
opnemen
Voor opnemen in: Zet REC MODE op:
Stereo STEREO
Mono MONO
Stereo LP2 LP2
Stereo LP4 LP4
REC MODE
17
NL
Langdurig opnemen/Instellen van het opnameniveau
Opnemen op MD’s
Wanneer “LPstamp On” is ingesteld, wordt “LP:” opgenomen
als deel van de muziekstuktitel waardoor er per MD minder
tekens kunnen worden ingevoerd. Wanneer de muziekstuktitel
wordt gekopieerd of wanneer het muziekstuk wordt
onderverdeeld door gebruikmaking van de DIVIDE-functie,
wordt “LP:” automatisch gekopieerd.
MD’s die zijn opgenomen in de stand MD LP (LP2 of LP4
stereo) dienen te worden afgespeeld op een deck dat geschikt
is voor de stand MD LP. Deze MD’s kunnen niet op andere
decks worden afgespeeld.
Indien u REC MODE tijdens de opname of opnamepauze in
een andere stand zet, zal de opname stoppen.
Zelfs wanneer u REC MODE op MONO zet, verandert het
signaal waarnaar u tijdens het opnemen luistert niet in mono.
Instellen van het
opnameniveau
U kunt het opnameniveau instellen voor zowel analoge als
digitale opnamen.
Onder normale omstandigheden hoeft u het digitale
opnameniveau niet in te stellen. Het niveau hoeft meestal
alleen maar te worden ingesteld wanneer het niveau van
de bron laag is.
1
Verricht de stappen 1 t/m 6 van “Opnemen op een
MD” op blz. 14.
2
Speel het gedeelte van de programmabron met het
hoogste geluidsniveau.
3
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY)
totdat het niveau van het ingangssignaal in het
uitleesvenster verschijnt.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u
DIGITAL REC LEVEL (of drukt u herhaald op
DIGITAL REC LEVEL/ANALOG OUT LEVEL +/–) om
het opnameniveau te verhogen tot het hoogste
niveau zonder dat de twee indicators geheel rechts
op de piekniveaumeters gaan branden.
5
Stop het afspelen van de programmabron.
6
Om met opnemen te beginnen, gaat u verder vanaf
stap 8 van “Opnemen op een MD” op blz. 14.
Instellen van het digitale opnameniveau
DIGITAL REC LEVELDISPLAY/CHAR
ANALOG REC LEVEL L/R
Voorkom dat deze indicators gaan branden
18
NL
Instellen van het opnameniveau/Tips bij opname
Opnemen op MDs
z
U kunt de piekvasthoudfunctie gebruiken
De piekvasthoudfunctie zorgt ervoor dat de piekniveaumeters
blijven staan op het hoogste niveau dat door het ingangssignaal
is bereikt.
1 Terwijl het deck is stopgezet of bezig is met afspelen, drukt u
tweemaal op MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
P.Hold Off (fabrieksinstelling) verschijnt en druk daarna op
AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om P.Hold On
te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4 Druk op MENU/NO.
Om de piekvasthoudfunctie uit te schakelen, kiest u bij de
bovenstaande stap 3 P. Ho l d O f f ”.
z
U kunt de afstandsbediening gebruiken om de
piekvasthoudfunctie in of uit te schakelen
Druk op P.HOLD om P.Hold On of P.Hold Off weer te
geven.
Opmerking
Het volume kan slechts worden verhoogd tot 18,0 dB. Indien het
uitgangsniveau van de aangesloten component laag is, kan
daarom niet altijd het maximale opnameniveau worden
ingesteld.
1 Verricht de stappen 1 t/m 6 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
2 Speel het gedeelte van de programmabron met het
hoogste geluidsniveau af.
3 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draai
ANALOG REC LEVEL L/R om het opnameniveau in
te stellen.
4 Stop het afspelen van de programmabron.
5 Om met opnemen te beginnen, gaat u verder vanaf
stap 8 van Opnemen op een MD op blz. 14.
Tips bij opname
Druk herhaald op TIME.
U kunt meeluisteren naar het gekozen ingangssignaal,
zelfs wanneer u dit niet aan het opnemen bent.
1 Druk op OPEN/CLOSE A om de MD te verwijderen.
2 Zet INPUT in de stand die overeenkomt met de
aansluitbussen (aansluiting) waar het signaal
waarnaar u wilt luisteren wordt ingevoerd.
3 Druk op z.
Wanneer INPUT is ingesteld op ANALOG
Het analoge signaal dat wordt ingevoerd via de
ANALOG IN-aansluitbussen, wordt na A/D-
omzetting uitgevoerd naar de DIGITAL OUT-
aansluiting, en vervolgens na D/A-omzetting naar de
ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-
aansluitbus. Gedurende deze tijd verschijnt
AD DA in het uitleesvenster.
Instellen van het analoge opnameniveau
Z
Controleren van de resterende
opnameduur op de MD
Terwijl het deck:
Verschijnt de volgende
informatie:
is stopgezet
Totaal aantal muziekstukken en totale
verstreken opnameduur y Totaal
aantal muziekstukken en resterende
opnameduur op de MD
1)
1) Niet bij voorbespeelde discs.
bezig is met
opnemen
Muziekstuknummer en verstreken
opnameduur van het huidige
muziekstuk y Muziekstuknummer en
resterende opnameduur
2)
op de MD
2) De tijd die in het uitleesvenster wordt aangegeven, verschilt
afhankelijk van de instelling van REC MODE.
Meeluisteren naar het ingangssignaal
(Input Monitor)
AMSTIME
INPUT
zOPEN/CLOSE A
MENU/NO YES
19
NL
Tips bij opname
Opnemen op MDs
Wanneer INPUT is ingesteld op OPT1, OPT2 of
COAX
Het digitale signaal dat wordt ingevoerd via de
DIGITAL IN-aansluiting, wordt na het passeren van
de bemonsteringsfrequentieomzetter uitgevoerd via de
DIGITAL OUT-aansluiting, en vervolgens na D/A-
omzetting naar de ANALOG OUT-aansluitbussen en
de PHONES-aansluitbus. Gedurende deze tijd
verschijnt “–DA in het uitleesvenster.
Om Input Monitor te stoppen
Druk op
x
.
Het deck kan zodanig worden ingesteld dat stille passages
die ontstaan wanneer het signaal tijdens het opnemen
wordt onderbroken, automatisch worden gewist. De
functie die wordt geactiveerd (Smart Space of Auto Cut),
is afhankelijk van de lengte van de onderbreking (zie
onderstaande beschrijving).
Smart Space
Wanneer het signaal minder dan 30 seconden wordt
onderbroken, zorgt de functie Smart Space ervoor dat de
stille passage wordt vervangen door een niet-opgenomen
interval van circa drie seconden en dan gaat het opnemen
door. Gedurende deze tijd verschijnt Smart Space in het
uitleesvenster.
Auto Cut
Wanneer het signaal gedurende circa 30 seconden wordt
onderbroken, zorgt de functie Auto Cut ervoor dat de stille
passage wordt vervangen door een niet-opgenomen
interval van circa drie seconden en dan wordt het
opnemen tijdelijk stopgezet. Gedurende deze tijd
verschijnt Auto Cut in het uitleesvenster.
Volg de onderstaande procedure om de functies Smart
Space en Auto Cut in of uit te schakelen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
S.Space On verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
Indien u begint met opnemen zonder dat er een signaal wordt
ingevoerd, zullen Smart Space en Auto Cut niet werken,
ongeacht de instelling.
Smart Space is niet van invloed op de muziekstuknummers die
worden opgenomen, zelfs niet wanneer de stille passage
midden in een muziekstuk valt.
Auto Cut wordt automatisch samen met Smart Space in- of
uitgeschakeld.
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (S.Space On of
S.Space Off) in het geheugen bewaard blijven en de
eerstvolgende keer wanneer u het deck inschakelt, uit het
geheugen worden opgeroepen.
Indien het MD-deck na activering van Auto Cut nog circa
10 minuten doorgaat met het opnemen van een pauze, wordt
het opnemen automatisch stopgezet.
Automatisch wissen van stille passages
(Smart Space/Auto Cut)
Om Kies:
Smart Space en Auto Cut in
te schakelen
S.Space On
(fabrieksinstelling)
Smart Space en Auto Cut uit
te schakelen
S.Space Off
20
NL
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen
Opnemen op MDs
Aanbrengen van
muziekstuknummers
tijdens het opnemen
(Track Marking)
Tijdens het opnemen kunt u muziekstuknummers
aanbrengen. Dit kan zowel handmatig als automatisch.
Door het aanbrengen van muziekstuknummers op
specifieke punten kunt u een bepaalde passage later snel
terugvinden en de opgenomen muziekstukken op de MD
gemakkelijk monteren.
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is bereikt
waar u een muziekstuknummer wilt toevoegen en druk
dan op z.
Bij het opnemen van een met een DIGITAL IN-
aansluiting verbonden CD-speler of MD-deck worden de
muziekstuknummers in dezelfde volgorde aangebracht als
bij de opnamebron. Bij het opnemen van andere bronnen
die zijn verbonden met de DIGITAL IN-aansluiting, of
van een bron die is verbonden met de ANALOG IN-
aansluitbussen, dient u de onderstaande procedure te
volgen om de muziekstuknummers automatisch te laten
aanbrengen. U kunt de muziekstuknummers echter niet
automatisch laten aanbrengen indien de geluidsbron
waarvan u wilt opnemen, ruis bevat (bijvoorbeeld tapes of
radioprogrammas).
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
T.Mark Lsyn verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4
Druk op MENU/NO.
Wanneer u de functie voor het automatisch laten
aanbrengen van muziekstuknummers inschakelt, zal
L.SYNC oplichten.
Een muziekstuknummer wordt automatisch
aangebracht telkens wanneer het ingangssignaal
gedurende ten minste 1,5 seconde op een niveau van
50 dB (het activeringsniveau van Automatic Track
Marking) of lager blijft.
Om het activeringsniveau van Automatic Track
Marking te wijzigen
Volg de onderstaande procedure om het signaalniveau
waarop Automatic Track Marking wordt geactiveerd, te
wijzigen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
LS(T) verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om het
niveau te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op elke
waarde tussen 72 dB en 0 dB.
4
Druk op MENU/NO.
z
Aanvullende informatie over Automatic Track Marking
Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-aansluiting
verbonden CD-speler of MD-deck, kan in de volgende
gevallen al het materiaal als één muziekstuk worden
opgenomen:
Wanneer u hetzelfde muziekstuk tweemaal of vaker achter
elkaar opneemt door gebruikmaking van de functie voor
herhaald afspelen van één muziekstuk.
Wanneer u twee of meer muziekstukken met hetzelfde
muziekstuknummer, maar van verschillende CDs of MDs,
achter elkaar opneemt.
Wanneer u muziekstukken van bepaalde CD- of multi-
discspelers opneemt.
De kans bestaat dat muziekstukken van minder dan
vier seconden (in de stereostand, monostand en stereostand
LP2) of acht seconden (in stereostand LP4) geen eigen
muziekstuknummer krijgen toegewezen.
Wanneer u opneemt van een component die is verbonden met
de ANALOG IN-aansluitbussen en T.Mark Off is gekozen,
of wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-
aansluiting verbonden DAT-deck of DBS-tuner, kan al het
materiaal als één muziekstuk worden opgenomen.
Handmatig aanbrengen van
muziekstuknummers (Manual Track
Marking)
Automatisch laten aanbrengen van
muziekstuknummers (Automatic Track
Marking)
AMS
z
MENU/NO YES
Om Kies:
Automatic Track Marking
in te schakelen
T.Mark Lsyn
(fabrieksinstelling)
Automatic Track Marking
uit te schakelen
T.Mark Off
21
NL
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het opnemen/Opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen
Opnemen op MDs
Wanneer u opneemt van een met de DIGITAL IN-aansluiting
verbonden DAT-deck of DBS-tuner, wordt er bij elke
verandering van de bemonsteringsfrequentie van het
ingangssignaal een muziekstuknummer aangebracht, ongeacht
de instelling van de parameters voor het aanbrengen van
muziekstukken (T.Mark Lsyn of T.Mark Off).
z
Zelfs nadat de opname is voltooid, kunt u nog
muziekstuknummers aanbrengen
Zie Onderverdelen van muziekstukken op blz. 34.
Opmerking
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zullen de laatst gemaakte instellingen (T.Mark Lsyn of
T.Mark Off en het activeringsniveau) in het geheugen worden
bewaard en de eerstvolgende keer wanneer u het deck inschakelt,
uit het geheugen worden opgeroepen.
Opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen
(tijdmachine-
opname)
Wanneer het deck zich in de opnamepauzestand bevindt,
worden de laatste zes seconden aan audio-gegevens
voortdurend opgeslagen in het buffergeheugen van het
deck. Wanneer u AMS (of T.REC) indrukt, worden bij
gebruikmaking van deze functie eerst de gegevens uit het
buffergeheugen opgenomen. Met de tijdmachine-
opnamefunctie kunt u voorkomen dat de eerste paar
seconden van het materiaal dat u live van een FM- of
satelliet-uitzending opneemt, verloren gaan.
1
Verricht de stappen 1 t/m 6 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
2
Begin met het afspelen van de programmabron.
3
Wacht tijdens het opnemen totdat het punt is
bereikt waar u met opnemen wilt beginnen en druk
dan op AMS (of T.REC).
Het opnemen begint met de zes seconden aan audio-
gegevens uit het buffergeheugen en daarna gaat het
opnemen verder via het buffergeheugen.
Om de tijdmachine-opname te stoppen
Druk op
x
.
Opmerking
Het opslaan van audio-gegevens uit het buffergeheugen begint
vanaf het moment dat het deck in de opnamepauzestand is
komen te staan. Indien er sinds het tijdstip waarop het deck in de
opnamepauzestand is komen te staan, minder dan zes seconden
zijn verstreken, begint de tijdmachine-opname dus met minder
dan zes seconden aan audio-gegevens uit het buffergeheugen.
Hetzelfde geldt wanneer de programmabron op het tijdstip dat u
met opnemen begint, nog geen zes seconden heeft gespeeld.
AMS
22
NL
Synchroon opnemen met de audio-component van uw keuze/Synchroon opnemen met een Sony CD-speler
Opnemen op MDs
Synchroon opnemen
met de audio-
component van uw keuze
(muziek-synchroonopname)
Met de muziek-synchroonopnamefunctie kunt u de
opname op het MD-deck automatisch laten
synchroniseren met het afspelen van de gekozen
programmabron. De functie voor het aanbrengen van
muziekstuknummers zal echter afhankelijk van de
programmabron verschillen. Voor bijzonderheden, zie
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens het
opnemen op blz. 20.
1
Verricht de stappen 1 t/m 5 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
2
Druk op MUSIC SYNC.
Het deck komt in de opnamepauzestand te staan.
3
Begin met het afspelen van de programmabron.
Het opnemen begint automatisch.
Om de muziek-synchroonopname te stoppen
Druk op x.
Opmerking
Tijdens muziek-synchroonopname zullen de functies Smart
Space en Auto Cut werken, ongeacht de instelling daarvan
(“S.Space On of S.Space Off).
Synchroon opnemen
met een Sony CD-
speler
(CD Synchro-recording)
Wanneer het deck is aangesloten op een Sony CD-speler
of hifi-geluidsinstallatie, kunt u door gebruikmaking van
de afstandsbediening gemakkelijk de inhoud van de CDs
kopiëren naar de MD. Aangezien de afstandsbediening
van de MD ook wordt gebruikt voor het MD-deck en de
CD-speler of het CD-spelergedeelte van de
geluidsinstallatie, dient u het MD-deck en de CD-speler
zo dicht mogelijk bij elkaar te plaatsen.
1
Schakel de versterker en de CD-speler in, en kies
op de versterker de functie CD.
2
Verricht de stappen 2 t/m 5 van Opnemen op een
MD op blz. 14.
3
Plaats een CD in de CD-speler en kies op de CD-
speler de gewenste afspeelfunctie (Shuffle Play,
Program Play, enz.).
4
Druk op CD-SYNC STANDBY.
De CD-speler komt in de wachtstand voor afspelen te
staan, en het MD-deck in de wachtstand voor opname.
5
Druk op CD-SYNC START.
Het deck begint met opnemen en de CD-speler begint
met afspelen.
Het muziekstuknummer en de verstreken opnameduur
van het muziekstuk verschijnen in het uitleesvenster.
Indien de CD-speler niet begint met afspelen
Sommige CD-spelers reageren niet wanneer u CD-SYNC
START indrukt. Druk in plaats daarvan op X op de
afstandsbediening van de CD-speler om het afspelen van
de CD-speler te laten beginnen.
Z
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z
.
>
m
M
MUSIC SYNC
Z
CD-SYNC STANDBY
CD PLAYER ./>
CD-SYNC START
CD-SYNC STOP
CD PLAYER
X
TIME
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z
.
>
m
M
23
NL
Synchroon opnemen met een Sony CD-speler
Opnemen op MDs
Bedieningshandelingen tijdens CD-
synchroonopname
z
Tijdens CD-synchroonopname kunt u de
afstandsbediening van de CD-speler gebruiken
z
Tijdens CD-synchroonopname worden op de
volgende manieren muziekstuknummers aangebracht:
Wanneer de CD-speler is verbonden met de DIGITAL IN-
aansluiting, worden de muziekstuknummers automatisch
aangebracht zoals op de CD.
Wanneer de CD-speler is verbonden met de ANALOG IN-
aansluitbussen en T.Mark Lsyn is gekozen (blz. 20), worden
de muziekstuknummers automatisch aangebracht.
Wanneer u na een opnamepauze weer doorgaat met opnemen,
wordt er automatisch een nieuw muziekstuknummer
aangebracht, ongeacht de instelling van de parameters voor het
aanbrengen van muziekstuknummers (T.Mark Lsyn of
T.Mark Off).
z
Tijdens CD-synchroonopname kunt u CDs
verwisselen
1 Druk op x op de afstandsbediening van de CD-speler.
2 Verwissel de CD.
3 Druk op H op de afstandsbediening van de CD-speler.
Het opnemen gaat weer verder.
z
U kunt ook synchroon opnemen met een Sony video-
CD-speler
Door de afstandsbediening van de MD opnieuw te
programmeren, kunt u de bovenstaande procedure ook gebruiken
voor synchroonopname met een Sony video-CD-speler.
Druk op cijfertoets 2 terwijl u ?/1 op de afstandsbediening van
het MD-deck ingedrukt houdt. U kunt nu de afstandsbediening
gebruiken voor bediening van zowel het MD-deck als de video-
CD-speler. Om de CD-speler weer te bedienen, drukt u op
cijfertoets 1 terwijl u ?/1 op de afstandsbediening van het MD-
deck ingedrukt houdt.
z
Tijdens CD-synchroonopname worden CD-
tekstgegevens (CD-tekst en memos) ongewijzigd
gekopieerd naar de MD (discmemo-kopieerfunctie)
De discmemo-kopieerfunctie treedt in werking wanneer u een
CD-synchroonopname maakt van een Sony CD-speler die via
een Control A1ΙΙ-kabel (niet bijgeleverd) is verbonden met het
MD-deck.
Opmerkingen
Bij CD-synchroonopname met een CD-speler die is voorzien
van een functiekiezer, dient u de kiezer altijd op CD1 te zetten.
Bij het opnemen van muziekstukken van bepaalde CD- of
multidisc-spelers kan al het materiaal als één muziekstuk
worden opgenomen.
Bij zeer korte CD-muziekstukken zal de discmemo-
kopieerfunctie niet altijd werken.
Bij bepaalde CDs worden de tekstgegevens niet altijd
gekopieerd.
1
Verricht de stappen 1 t/m 3 van Synchroon
opnemen met een Sony CD-speler op blz. 22.
2
Zet de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
3
Druk op z op het deck.
Het MD-deck komt in de opnamepauzestand te staan.
4
Druk op N of X op het deck.
Het deck begint met opnemen en de CD-speler begint
met afspelen. Wanneer het afspelen van de CD is
geëindigd, stopt het opnemen.
Om Druk op:
De opname te stoppen CD-SYNC STOP
De opname tijdelijk te
onderbreken
CD-SYNC STANDBY of CD
PLAYER X
Tijdens de opnamepauze het
eerstvolgende muziekstuk te
vinden dat u wilt opnemen
CD PLAYER ./>
De opname te hervatten
CD-SYNC START of CD
PLAYER X
De resterende opnameduur op
de MD te controleren
TIME (blz. 18)
Druk
op:
Gewenste stand MD-
deck
Gewenste stand CD-
speler
H bezig is met opnemen Afspelen
x Opnamepauze Stoppen
X Opnamepauze Pauzeren
CD-synchroonopname van een Sony CD-
speler die is aangesloten via een Control
A1ΙΙ-kabel
24
NL
Afspelen van een MD
Afspelen van
MDs
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd, op
welke manieren u MDs kunt afspelen.
Afspelen van een MD
1
Schakel de versterker in en kies op de versterker
de functie MD.
2
Druk op ?/1 om het deck in te schakelen.
De STANDBY-indicator dooft.
3
Druk op OPEN/CLOSE A om de disc-lade te
openen en plaats een MD.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op OPEN/
CLOSE
A
.
4
Indien nodig, draai AMS (of druk herhaald op >)
om het muziekstuk te vinden waarmee u het
afspelen wilt laten beginnen.
Indien u het afspelen bij het eerste muziekstuk wilt
laten beginnen, ga dan naar stap 5.
5
Druk op N.
Het deck begint met afspelen.
6
Stel het volume op de versterker in.
Bedieningshandelingen tijdens het afspelen
z
Bij het afspelen van een MD die is opgenomen in
stereostand LP2 of LP4
De MDLP-indicator gaat branden wanneer u bij de bovenstaande
stap 5
N
indrukt.
z
Om de hoofdtelefoon te gebruiken
Verbind de hoofdtelefoon met de PHONES-aansluitbus. Draai
PHONE LEVEL (of druk herhaald op DIGITAL REC LEVEL/
ANALOG OUT LEVEL +/) voor het instellen van het volume.
Om Druk op of draai:
Met afspelen te stoppen
x
Het afspelen tijdelijk te
onderbreken
X
Na een pauze weer verder te
gaan met afspelen
N
of
X
Een opvolgend muziekstuk te
vinden
AMS naar rechts (of druk
herhaald op
>
)
Het begin van het huidige
muziekstuk of een voorgaand
muziekstuk te vinden
AMS naar links (of druk
herhaald op
.
)
De MD te verwijderen
OPEN/CLOSE
A
na het
afspelen te hebben stopgezet
AMS
N
?/1
OPEN/CLOSE A
25
NL
Afspelen van een MD/Afspelen van een bepaald muziekstuk
Afspelen van MDs
z
U kunt het niveau van het analoge uitgangssignaal
naar de ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-
aansluitbus instellen
1 Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u herhaald op
DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) totdat het uitleesvenster voor
het instellen van de lijnuitgang verschijnt.
2 Druk herhaald op DIGITAL REC LEVEL/ANALOG OUT
LEVEL +/ op de afstandsbediening om het niveau van het
uitgangssignaal in stellen (van 20,0 dB tot 0,0 dB).
Opmerking
Wanneer u de MD verwijdert of het deck uitschakelt, wordt voor
het uitgangsniveau de fabrieksinstelling (0,0 dB) weer van
kracht.
Om tijdens het afspelen de indicatie in het
uitleesvenster te veranderen
Druk herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY) om
het uitleesvenster te wijzigen.
Bij elke druk op de toets verandert het uitleesvenster als
volgt:
Muziekstuknummer en verstreken speelduur
van het huidige muziekstuk
r
De inhoud van een programma (alleen wanneer
PGM brandt)
r
Disctitel en muziekstuktitel
r
Niveau van het uitgangssignaal
r
Indicatie van toonhoogte
r
Indicatie DF (digitaal filter)
z
U kunt de resterende speelduur op de MD controleren
Druk op TIME tijdens opname. Bij elke druk op de toets
verandert het uitleesvenster als volgt:
Muziekstuknummer en verstreken speelduur
van het huidige muziekstuk
r
Muziekstuknummer en resterende speelduur
van het huidige muziekstuk
r
Resterende speelduur van alle opgenomen
muziekstukken
z
Tijdens het afspelen kunt u de muziekstuktitel
controleren (alleen wanneer de muziekstuktitel is
vastgelegd)
Z
Druk op SCROLL.
De muziekstuktitel verschijnt bewegend in het uitleesvenster.
Terwijl de muziekstuktitel bewegend in het uitleesvenster
verschijnt, drukt u op de toets om de muziekstuktitel tijdelijk
stop te zetten. Druk opnieuw op de toets om de muziekstuktitel
weer te laten bewegen.
Afspelen van een bepaald
muziekstuk
Terwijl het deck bezig is met afspelen of is stopgezet,
volgt u de onderstaande procedure om snel elk gewenst
muziekstuk te kunnen afspelen.
1) Automatische Muzieksensor
z
Om snel het laatste muziekstuk op de MD te vinden
Terwijl het deck is stopgezet, draait u AMS naar links (of druk
eenmaal op .).
z
Indien u een muziekstuk hebt gevonden terwijl het
deck is stopgezet of zich in de pauzestand bevindt
Bij het begin van het gevonden muziekstuk zal het deck gewoon
blijven stilstaan, respectievelijk in de pauzestand blijven staan.
Een muziekstuk vinden met AMS
1)
Om: Doet u het volgende:
Tijdens het afspelen naar het
volgende of een volgend
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar rechts (of
druk herhaald op >).
Tijdens het afspelen naar een
voorgaand muziekstuk te gaan
Draai AMS naar links (of druk
herhaald op .).
Tijdens het afspelen naar het
begin van het huidige
muziekstuk te gaan
Draai AMS naar links (of druk
eenmaal op .).
Naar een bepaald muziekstuk
te gaan terwijl het deck is
stopgezet
Draai AMS (of druk herhaald
op ./>) totdat het
gewenste muziekstuknummer
in het uitleesvenster knippert
en druk daarna op AMS of
N.
Naar een bepaald muziekstuk
te gaan door elk muziekstuk
zes tot twintig seconden te
scannen (Music Scan)
Z
Druk op M.SCAN alvorens u
het afspelen laat beginnen.
Wanneer u het gewenste
muziekstuk hebt gevonden,
drukt u op H om het afspelen
te laten beginnen.
AMS
N
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z
.
>
m
M
./>
>25
M.SCAN
Cijfertoetsen
26
NL
Afspelen van een bepaald muziekstuk/Opzoeken van een bepaald punt in een muziekstuk
Afspelen van MDs
z
Tijdens Music Scan kunt u de speelduur verlengen
1 Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/
NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat M.Scan
verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de speelduur
te kiezen (in stappen van één) binnen een bereik van zes tot
twintig seconden, en druk daarna op AMS of YES.
4 Druk op MENU/NO.
Druk op de cijfertoets(en) om het muziekstuknummer
van het muziekstuk dat u wilt afspelen, in te voeren.
Om een muziekstuknummer hoger dan 25 in te
voeren
1
Druk op >25.
2
Voer de betreffende cijfers in.
Om de 0 in te voeren, drukt u op 10.
Voorbeelden:
Om muziekstuknummer 30 af te spelen, drukt u op
>25 en daarna op 3 en 10.
Om muziekstuknummer 108 af te spelen, drukt u
tweemaal op >25 en daarna op 1, 10 en 8.
z
Indien u een muziekstuknummer invoert terwijl het
deck zich in de pauzestand bevindt
Bij het begin van het gevonden muziekstuk zal het deck gewoon
in de pauzestand blijven staan.
Opzoeken van een
bepaald punt in een
muziekstuk
Tijdens het afspelen of in de pauzestand voor afspelen
kunt u een bepaald punt in een muziekstuk opzoeken.
Houd tijdens het afspelen m/M ingedrukt totdat het
gewenste punt is bereikt.
Terwijl de disc vooruit- of achteruitgaat, hoort u het
intermitterende geluid waarmee de disc nu wordt
afgespeeld. Wanneer het gewenste punt is gevonden, laat u
de toets los.
Opmerkingen
Indien het einde van de MD wordt bereikt terwijl u op M
drukt, zal het deck stoppen.
Muziekstukken van slechts enkele seconden zijn soms te kort
om ernaar te kunnen luisteren. Bij dergelijke muziekstukken
moet u de MD met normale snelheid afspelen.
Houd gedurende een tijdelijke onderbreking van het
afspelen m/M ingedrukt totdat het gewenste punt
is bereikt.
Wanneer het gewenste punt is gevonden, laat u de toets
los. Om met afspelen te beginnen, drukt u op
N
of
X
.
Gedurende deze periode wordt er geen geluid
voortgebracht.
z
Indien “– Over –” in het uitleesvenster verschijnt
Het einde van de MD is bereikt terwijl u M indrukt. Draai
AMS naar links (of druk op .) of druk op m om terug te
gaan.
Afspelen van een muziekstuk door
invoeren van het muziekstuknummer
Z
Een punt opzoeken terwijl u meeluistert
naar het geluid
Een punt opzoeken met behulp van de
tijdsindicatie
m/M
27
NL
Herhaald afspelen van muziekstukken
Afspelen van MDs
Herhaald afspelen van
muziekstukken
(Repeat Play)
U kunt een volledige MD herhaald afspelen. Deze functie
kan worden gebruikt in combinatie met de functie voor
afspelen in willekeurige volgorde (Shuffle Play) om alle
muziekstukken in willekeurige volgorde te herhalen
(blz. 28), of met de functie voor afspelen in
geprogrammeerde volgorde (Program Play) om alle
muziekstukken in het programma te herhalen (blz. 28). U
kunt ook een bepaald muziekstuk of een bepaald gedeelte
binnen een muziekstuk herhalen.
Opmerking
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling van de functie voor
herhaald afspelen (Repeat All of Repeat 1) in het geheugen
bewaard blijven en de eerstvolgende keer wanneer u het deck
inschakelt, uit het geheugen worden opgeroepen.
Druk herhaald op REPEAT totdat Repeat All in het
uitleesvenster verschijnt.
Wanneer u een MD afspeelt, worden de muziekstukken
als volgt herhaald:
Om het herhaald afspelen van alle
muziekstukken te stoppen
Druk op x.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Druk herhaald op REPEAT totdat Repeat Off in het
uitleesvenster verschijnt.
Terwijl het te herhalen muziekstuk wordt afgespeeld,
drukt u herhaald op REPEAT totdat Repeat 1 in het
uitleesvenster verschijnt.
Het huidige muziekstuk wordt nu herhaald afgespeeld.
Om het herhaald afspelen van het huidige
muziekstuk te stoppen
Druk op x.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Druk herhaald op REPEAT totdat Repeat Off in het
uitleesvenster verschijnt.
U kunt een bepaald gedeelte van een muziekstuk laten
herhalen. Bij het vastleggen van het te herhalen gedeelte
dient u er rekening mee te houden dat dit tussen het begin-
en eindpunt van één en hetzelfde muziekstuk ligt.
1
Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u bij
het beginpunt (punt A) van het te herhalen gedeelte
op AyB.
REPA- brandt en “B” knippert in het uitleesvenster.
2
Ga door met het afspelen van het muziekstuk of
druk op
M
om het eindpunt (punt B) te vinden, en
druk daarna op AyB.
REPA-B brandt en het gedeelte tussen punt A en B
wordt nu herhaald afgespeeld.
Om het herhaald afspelen van het gedeelte
tussen punt A en B te stoppen en verder te
gaan met normaal afspelen
Druk op REPEAT of CLEAR.
z
Tijdens het herhaald afspelen van het gedeelte tussen
punt A en B kunt u een nieuw begin- en eindpunt instellen
U kunt het huidige eindpunt veranderen in een nieuw beginpunt
en daarna een nieuw eindpunt vastleggen voor het herhalen van
een gedeelte dat onmiddellijk op het huidige gedeelte volgt.
1
Tijdens het herhaald afspelen van het gedeelte tussen punt A
en B drukt u op A
y
B.
Het huidige eindpunt verandert in het nieuwe beginpunt (punt
A).
REPA- brandt en “B” knippert in het uitleesvenster.
2
Ga naar het nieuwe eindpunt (punt B) en druk op A
y
B.
REPA-B brandt en het nieuw vastgelegde gedeelte wordt
nu herhaald afgespeeld.
Herhalen van alle muziekstukken op de
MD (Repeat All Play)
Afspeelfunctie Herhaalde muziekstukken
Normaal afspelen (blz. 24)
Alle muziekstukken in
normale volgorde
Afspelen in willekeurige
volgorde (blz. 28)
Alle muziekstukken in
willekeurige volgorde
Afspelen in geprogrammeerde
volgorde (blz. 28)
Alle muziekstukken in de
geprogrammeerde volgorde
M
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z.>
m
AyB
REPEAT
REPEAT
M
Herhalen van het huidige muziekstuk
(Repeat 1 Play)
Herhalen van een bepaald gedeelte van
een muziekstuk (Repeat A-B Play)
Z
28
NL
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen/Programmeren van muziekstukken
Afspelen van MDs
Muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen
(Shuffle Play)
Wanneer u de functie voor afspelen in willekeurige
volgorde (Shuffle Play) kiest, worden alle muziekstukken
op de MD in willekeurige volgorde afgespeeld.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op
PLAY MODE (of eenmaal op SHUFFLE) totdat
SHUF in het uitleesvenster brandt.
2
Druk op N.
De muziekstukken worden nu in willekeurige
volgorde afgespeeld.
; verschijnt terwijl de muziekstukken in een
willekeurige volgorde worden gezet.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op PLAY
MODE (of eenmaal op CONTINUE) totdat SHUF
dooft.
z
Tijdens afspelen in willekeurige volgorde kunt u
muziekstukken opzoeken
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
).
Om het eerstvolgende of een later af te spelen muziekstuk te
vinden, draait u AMS naar rechts (of druk herhaald op
>
).
Om het begin van het huidige muziekstuk te vinden, draait u
AMS naar links (of druk op
.
). Houd er rekening mee dat u
de muziekstukken die reeds eenmaal zijn afgespeeld niet kunt
opzoeken en afspelen.
Programmeren van
muziekstukken
(Program Play)
U kunt de gewenste muziekstukken uitkiezen en in een
programma van maximaal 25 muziekstukken aangegeven
in welke volgorde u deze wilt afspelen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Program ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het muziekstuknummer verschijnt dat u aan het
programma wilt toevoegen, en druk daarna op AMS
of M (of voer het muziekstuknummer
rechtstreeks in door gebruikmaking van de
cijfertoets(en)).
N
PLAY MODE
Het programmeren van de
muziekstukken
AMSMENU/NO
CLEAR
YES
m/MN
PLAY MODE
DISPLAY/CHAR
DISPLAY
PROGRAM
>25
./>
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z
.
>
m
M
Cijfertoetsen
29
NL
Programmeren van muziekstukken
Afspelen van MDs
Indien u het verkeerde muziekstuknummer hebt
ingevoerd
Druk herhaald op m/M totdat het verkeerde
muziekstuknummer knippert en volg daarna de
bovenstaande stap 3 opnieuw of druk op CLEAR om
het muziekstuknummer te wissen. Indien “0” knippert,
druk dan op m zodat het laatste muziekstuknummer
gaat knipperen en voer daarna een correct nummer in.
Om een muziekstuknummer hoger dan 25 in te
voeren
Gebruik >25. Voor bijzonderheden, zie blz. 26.
4 Herhaal stap 3 om andere muziekstukken in te
voeren.
Het ingevoerde muziekstuk wordt toegevoegd op de
plaats waar de “0” knippert.
Elke keer wanneer u een muziekstuk invoert,
verschijnt de totale programmatijd in het
uitleesvenster.
5 Druk op YES.
Complete!! verschijnt en het programma is nu
voltooid.
6 Druk herhaald op PLAY MODE (of druk eenmaal op
PROGRAM) totdat PGM in het uitleesvenster
oplicht.
7 Druk op
N
.
Het programma wordt nu afgespeeld.
Om het afspelen in geprogrammeerde volgorde
te stoppen
Druk op x.
Om verder te gaan met normaal afspelen
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op PLAY
MODE (of eenmaal op CONTINUE) totdat PGM dooft.
z
Het programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld
of is stopgezet
Druk op
N
om het programma opnieuw af te spelen.
Opmerkingen
Indien u de MD verwijdert, gaat het programma verloren.
In het uitleesvenster verschijnt ---.-- wanneer de totale
afspeeltijd van het programma meer dan 999 minuten
bedraagt.
ProgramFull verschijnt wanneer u een 26e muziekstuk
probeert te programmeren.
Terwijl het deck is stopgezet en PGM oplicht, drukt u
herhaald op DISPLAY/CHAR (of DISPLAY).
De eerste paar muziekstukken van het programma
verschijnen in het uitleesvenster. Om de rest van het
programma te bekijken, draait u AMS (of drukt u herhaald
op >).
Terwijl het deck is stopgezet en PGM oplicht, volgt u de
stappen 1 en 2 van Het programmeren van de
muziekstukken op blz. 28, gevolgd door één van de
onderstaande procedures.
De volgorde van het programma
controleren
Z
De inhoud van het programma wijzigen
Om Doet u het volgende:
Een muziekstuk te wissen
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het nummer van het
ongewenste muziekstuk
knippert en druk daarna op
CLEAR.
Alle muziekstukken te wissen
Houd CLEAR ingedrukt totdat
alle muziekstuknummers zijn
verdwenen.
Een muziekstuk toe te voegen
aan het begin van het
programma
Druk herhaald op
m
totdat
“0” knippert vóór het eerste
muziekstuknummer, en volg
de stappen 3 t/m 5 van Het
programmeren van de
muziekstukken op blz. 28.
Een muziekstuk toe te voegen
in het midden van het
programma
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het muziekstuknummer
dat aan het nieuwe
muziekstuknummer zal
voorafgaan, knippert. Druk op
AMS zodat “0” in het
uitleesvenster gaat knipperen
en volg daarna de stappen
3 t/m 5 van Het
programmeren van de
muziekstukken op blz. 28.
Een muziekstuk toe te voegen
aan het einde van het
programma
Druk herhaald op
M
totdat
“0” knippert na het laatste
muziekstuknummer, en volg
daarna de stappen 3 t/m 5 van
Het programmeren van de
muziekstukken op blz. 28.
Een muziekstuk te vervangen
Druk herhaald op
m
/
M
totdat het nummer van het te
veranderen muziekstuk
knippert, en volg daarna de
stappen 3 t/m 5 van Het
programmeren van de
muziekstukken op blz. 28.
30
NL
Tips voor het op tape opnemen van MD’s
Afspelen van MDs
Tips voor het op tape
opnemen van MDs
Het MD-deck beschikt over een functie waarmee tijdens
het afspelen automatisch een stille passage van drie
seconden tussen muziekstukken wordt ingelast. Deze
functie is handig wanneer u van een MD opneemt op een
analoge tape. Door de stille passage van drie seconden
kunt u later namelijk de Multi-AMS-functie gebruiken om
het begin van muziekstukken op de band te vinden.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Auto Off verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4
Druk op MENU/NO.
z
U kunt de afstandsbediening gebruiken om Auto
Space in of uit te schakelen
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op A.SPACE
totdat Auto Space of Auto Off in het uitleesvenster
verschijnt.
z
Wanneer u Auto Space inschakelt
Auto Space verschijnt wanneer er tussen muziekstukken een
stille passage wordt aangebracht.
Opmerkingen
Indien u Auto Space kiest en een selectie van meerdere
muziekstuknummers opneemt (bijvoorbeeld een medley of
symfonie), worden er tussen de verschillende gedeelten op de
band stille passages aangebracht.
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (Auto Space of Auto
Off) in het geheugen bewaard blijven en de eerstvolgende
keer wanneer u het deck inschakelt, uit het geheugen worden
opgeroepen.
Het MD-deck beschikt over een functie waarmee u na elk
muziekstuk even kunt pauzeren om het eerstvolgende
muziekstuk te vinden dat u wilt opnemen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Auto Off verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4
Druk op MENU/NO.
Om na een pauze weer verder te gaan met
afspelen
Druk op
N
.
z
U kunt de afstandsbediening gebruiken om Auto
Pause in of uit te schakelen
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u herhaald op A.SPACE
totdat Auto Pause of Auto Off in het uitleesvenster
verschijnt.
z
Wanneer u Auto Pause inschakelt
Auto Pause verschijnt tijdens het pauzeren en verdwijnt
wanneer het deck weer verder gaat met afspelen.
Opmerking
Indien u het deck uitschakelt of de stekker uit het stopcontact
trekt, zal de laatst gemaakte instelling (Auto Pause of Auto
Off) in het geheugen bewaard blijven en de eerstvolgende keer
wanneer u het deck inschakelt, uit het geheugen worden
opgeroepen.
Inlassen van stille passages tussen
muziekstukken tijdens het afspelen
(Auto Space)
Om Kies:
Auto Space in te schakelen Auto Space
Auto Space uit te schakelen Auto Off (fabrieksinstelling)
AMSMENU/NO YES
Z
Pauzeren na elk muziekstuk (Auto
Pause)
Om Kies:
Auto Pause in te schakelen Auto Pause
Auto Pause uit te schakelen Auto Off (fabrieksinstelling)
Z
31
NL
Alvorens met monteren te beginnen
Monteren van opgenomen MDs
Monteren van
opgenomen
MDs
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u
de op een MD opgenomen
muziekstukken kunt monteren.
Alvorens met monteren te
beginnen
De onderstaande toetsen en regelaar worden gebruikt voor
het wissen, onderverdelen, verplaatsen en samenvoegen
van muziekstukken op de MD.
Opmerking
De bediening van deze toetsen en de regelaar verschilt wanneer u
een muziekstuk of MD een titel geeft. Voor bijzonderheden, zie
Naamgeving van een muziekstuk of MD op blz. 36.
MENU/NO-toets:
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is
met afspelen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op
deze toets om muziekstukken te monteren. Om de
montagefunctie uit te schakelen, drukt u tijdens het
monteren op deze toets.
AMS-regelaar:
Draai om een montagefunctie of
muziekstuknummer te kiezen en druk daarna om uw
keuze te bevestigen. U kunt de regelaar ook gebruiken om
bepaalde punten in een muziekstuk aan te geven voor het
wissen of onderverdelen van muziekstukken.
YES-toets:
Druk op deze toets in plaats van de AMS-
regelaar om een keuze te bevestigen.
m/M
toetsen:
Druk op deze toetsen om aan te
geven, met welke eenheid (minuut, seconde of frame) de
MD bij het draaien van de AMS-regelaar vooruit moet
gaan. U kunt deze toetsen ook gebruiken om het eindpunt
van het te wissen gedeelte te vinden.
Zie de paragrafen over de montagehandelingen voor
nadere bijzonderheden over de werking van de
verschillende toetsen en van de regelaar.
Korte beschrijving van de toetsen en
regelaar die gebruikt worden voor het
monteren van MDs
AMSMENU/NO YES
m/M
32
NL
Alvorens met monteren te beginnen/Wissen van muziekstukken
Monteren van opgenomen MDs
Indien Protected in het uitleesvenster
verschijnt
Het wispreventienokje is opengeschoven. Om de MD te
kunnen monteren, schuift u het nokje dicht. Voor
bijzonderheden, zie Om te voorkomen dat opnamen
abusievelijk worden gewist op blz. 15.
Indien TOC in het uitleesvenster oplicht
De montage is wel uitgevoerd, maar de inhoudsopgave
(TOC) van de MD is niet bijgewerkt. Trek de stekker niet
uit het stopcontact terwijl deze indicatie oplicht,
aangezien anders de gemonteerde gegevens verloren
zullen gaan. De inhoudsopgave wordt alleen bijgewerkt
wanneer u de MD verwijdert of het MD-deck uitschakelt.
Indien TOC Writing in het uitleesvenster
knippert
Het deck is bezig met het bijwerken van de
inhoudsopgave (TOC). Trek de stekker niet uit het
stopcontact en verplaats het deck niet terwijl deze
indicatie knippert.
Wissen van
muziekstukken
(ERASE)
U kunt een muziekstuk of gedeelte van een muziekstuk
wissen door het nummer van het te wissen muziekstuk of
het te wissen gedeelte van een muziekstuk aan te geven. U
kunt ook alle muziekstukken op een MD in één keer
wissen.
Geef het nummer van het te wissen muziekstuk aan.
Voorbeeld: Wissen van het tweede muziekstuk
(BBB)
Bij het wissen van een muziekstuk worden alle
muziekstukken na het gewiste muziekstuk automatisch
opnieuw genummerd. Indien u bijvoorbeeld muziekstuk
nr. 2 wist, verandert het eerdere muziekstuk nr. 3 in
muziekstuk nr. 2, en het eerdere muziekstuk nr. 4 in
muziekstuk nr. 3, enz.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat Tr
Erase ? verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
Het muziekstuk waarvan het nummer in het
uitleesvenster wordt aangegeven, wordt nu afgespeeld.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het te wissen muziekstuknummer verschijnt.
4
Druk op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en het
muziekstuk is nu gewist. Het muziekstuk dat volgt op
het gewiste muziekstuk, wordt nu afgespeeld. Indien
het gewiste muziekstuk het laatste muziekstuk op de
MD was, zal het muziekstuk dat aan het gewiste
muziekstuk voorafging, worden afgespeeld.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
z
Indien bij de bovenstaande stap 4 de indicatie
Erase ??? verschijnt
Het muziekstuk is op een ander MD-deck beveiligd tegen
abusievelijk wissen. Indien u het muziekstuk toch wilt wissen,
drukt u nogmaals op AMS of YES terwijl de indicatie in het
uitleesvenster staat.
De indicatie die tijdens het monteren in
het uitleesvenster verschijnt
Indicaties die na het monteren in het
uitleesvenster verschijnen
Wissen van een muziekstuk
33
NL
Wissen van muziekstukken
Monteren van opgenomen MDs
z
Om bij het wissen van meer dan één muziekstuk
verwarring te voorkomen
Begin het wissen bij het muziekstuk met het hoogste nummer.
Op deze manier voorkomt u dat de te wissen muziekstukken
opnieuw worden genummerd.
Volg de onderstaande procedure om alle muziekstukken,
muziekstuktitels en disctitels in één keer te wissen.
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
All Erase ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
All Erase ?? verschijnt in het uitleesvenster.
3 Druk op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en alle
muziekstukken, muziekstuktitels en disctitels zijn nu
gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
U kunt een gedeelte van een muziekstuk gemakkelijk
wissen door het beginpunt en het eindpunt van het te
wissen gedeelte aan te geven.
Dit is handig wanneer u onnodige gedeelten van een
muziekstuk wilt wissen dat u van een satelliet- of FM-
uitzending hebt opgenomen.
Voorbeeld: Wissen van gedeelte B2 van het
tweede muziekstuk
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
A-B Erase ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk met het te wissen
gedeelte in het uitleesvenster verschijnt, en druk
daarna op AMS of YES.
-Rehearsal- en Point A ok? verschijnen
beurtelings in het uitleesvenster en er worden enkele
seconden herhaald afgespeeld vanaf het punt waarop
AMS of YES werd ingedrukt.
4 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op ./>) om het beginpunt
van het te wissen gedeelte (punt A) te vinden.
U kunt het beginpunt steeds met een interval van één
frame* verschuiven (één frame = 1/86 seconde).
De tijdsindicatie (minuut, seconde en “f” (frame)) van
het huidige punt wordt in het uitleesvenster
weergegeven en enkele seconden van het muziekstuk
worden tot aan dat punt herhaald afgespeeld.
* Bij het opnemen in de stereostand kunt u het beginpunt
steeds met een interval van twee frames (in de monostand
en stereostand LP2) of met een interval van vier frames
(in stereostand LP4) verschuiven.
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of
frame) de MD bij het draaien van AMS (of herhaald
indrukken van
.
/
>
) vooruit moet gaan.
Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op
m
/
M
om
minuut, seconde of “f” (frame) te kiezen. De gekozen
eenheid knippert in het uitleesvenster.
5 Herhaal stap 4 totdat u punt A hebt gevonden.
6 Druk op AMS of YES om punt A te bevestigen.
Point B set verschijnt en het deck begint met
afspelen vanaf punt A totdat het muziekstuk eindigt.
7 Ga verder met het afspelen van het muziekstuk of
druk op M om het eindpunt van het te wissen
gedeelte (punt B) te vinden, en druk daarna op
AMS of YES.
A-B Ers en Point B ok? verschijnen beurtelings in
het uitleesvenster en van het muziekstuk worden
enkele seconden vóór punt A en na punt B herhaald
afgespeeld.
8 Herhaal stap 4 totdat u punt B hebt gevonden.
9 Druk op AMS of YES om punt B te bevestigen.
Complete!! verschijnt enkele seconden en het
gedeelte tussen punt A en B is nu gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
Opmerking
Indien Impossible in het uitleesvenster verschijnt, is het niet
mogelijk om een gedeelte van een muziekstuk te wissen. Dit
gebeurt soms wanneer u hetzelfde muziekstuk reeds vele malen
hebt gemonteerd.
Dit is te wijten aan een technische beperking van het MD-
systeem, en niet aan een mechanische storing.
Wissen van alle muziekstukken op een
MD
Wissen van een gedeelte van een
muziekstuk
AAA BBB
B1 B3B2
CCC
1 2 3
AAA
B1 B3
CCC
1 2 3
BBB
34
NL
Onderverdelen van muziekstukken
Monteren van opgenomen MDs
Onderverdelen van
muziekstukken
(DIVIDE)
U kunt een opgenomen muziekstuk op elk gewenst punt
onderverdelen door op het betreffende punt gewoon een
muziekstuknummer toe te voegen. Dit is vooral handig
wanneer u een opname wilt onderverdelen die meerdere
muziekstukken bevat, maar slechts één
muziekstuknummer, of wanneer u een bepaald punt in het
muziekstuk wilt opzoeken.
Voorbeeld: Onderverdelen van het tweede
muziekstuk
Wanneer een muziekstuk wordt onderverdeeld, zal het
totale aantal muziekstukken met één toenemen en worden
alle muziekstukken die volgen op het onderverdeelde
muziekstuk automatisch opnieuw genummerd.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Divide ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk dat u wilt
onderverdelen, in het uitleesvenster verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
-Rehearsal- verschijnt en er worden enkele seconden
herhaald afgespeeld vanaf het punt waarop AMS of
YES werd ingedrukt.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op ./>) om het punt te
vinden waar u het muziekstuk wilt onderverdelen.
U kunt het beginpunt steeds met een interval van één
frame* verschuiven (één frame = 1/86 seconde).
De tijdsindicatie (minuut, seconde en “f” (frame)) van
het huidige punt wordt in het uitleesvenster
weergegeven en enkele seconden van het muziekstuk
worden tot aan dat punt herhaald afgespeeld.
* Bij het opnemen in de stereostand kunt u het beginpunt
steeds met een interval van twee frames (in de monostand
en stereostand LP2) of met een interval van vier frames
(in stereostand LP4) verschuiven.
Om snel een bepaald punt te vinden
Geef aan, met welke eenheid (minuut, seconde of
frame) de MD bij het draaien van AMS (of herhaald
indrukken van
.
/
>
) vooruit moet gaan.
Druk daarvoor bij stap 4 herhaald op
m
/
M
om
minuut, seconde of “f” (frame) te kiezen. De gekozen
eenheid knippert in het uitleesvenster.
5
Herhaal stap 4 totdat u het punt hebt gevonden
waarop u het muziekstuk wilt onderverdelen.
6
Druk op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en het
muziekstuk is nu onderverdeeld. Het nieuw gemaakte
muziekstuk wordt nu afgespeeld. Houd er rekening
mee dat het nieuwe muziekstuk geen titel heeft.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
z
U kunt muziekstukken onderverdelen tijdens het
opnemen
Voor bijzonderheden, zie Aanbrengen van muziekstuknummers
tijdens het opnemen op blz. 20.
1
Zodra tijdens het afspelen het punt is bereikt
waarop u het muziekstuk wilt onderverdelen, drukt
u op AMS.
- Divide - en -Rehearsal- verschijnen beurtelings
in het uitleesvenster en het muziekstuk wordt nu vanaf
het gekozen punt herhaald afgespeeld.
2
Volg zo nodig stap 4 van Onderverdelen van een
muziekstuk nadat het muziekstuk is gekozen op
blz. 34 om het punt van onderverdeling precies in
te stellen.
3
Druk op YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en het
muziekstuk is nu onderverdeeld. Het nieuw gemaakte
muziekstuk wordt nu afgespeeld. Houd er rekening
mee dat het nieuwe muziekstuk geen titel heeft.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
z
U kunt muziekstukken onderverdelen tijdens het
opnemen
Voor bijzonderheden, zie Aanbrengen van muziekstuknummers
tijdens het opnemen op blz. 20.
Onderverdelen van een muziekstuk
nadat het muziekstuk is gekozen
AAA
B1 B2
CCC
1 2 3
AAA
BBB
BBB
B1 B2
CCC
1 2
4
3
Onderverdelen van een muziekstuk
nadat het muziekstuk is gekozen
35
NL
Samenvoegen van muziekstukken
Monteren van opgenomen MDs
Samenvoegen van
muziekstukken
(COMBINE)
Met deze functie kunt u twee willekeurige muziekstukken
tot één muziekstuk samenvoegen. De twee muziekstukken
hoeven niet opeenvolgend of in chronologische volgorde
te zijn. U kunt meerdere muziekstukken samenvoegen tot
een medley, of meerdere los van elkaar opgenomen
gedeelten tot één muziekstuk samenvoegen. Wanneer u
twee muziekstukken samenvoegt, vermindert het totale
aantal muziekstukken met één en worden alle
muziekstukken die volgen op de samengevoegde
muziekstukken, opnieuw genummerd.
U kunt deze functie ook gebruiken om onnodige
muziekstuknummers te wissen.
Voorbeeld: Samenvoegen van het tweede en
vierde muziekstuk
Indien de samengevoegde muziekstukken beide een
muziekstuktitel hebben, zal de titel van het tweede
muziekstuk worden gewist.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Combine ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het eerste van de beide
muziekstukken die u wilt samenvoegen, in het
uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
De indicatie voor het kiezen van een tweede
muziekstuk verschijnt in het uitleesvenster en het
gedeelte met het punt waarop de beide muziekstukken
zullen worden samengevoegd (het einde van het eerste
muziekstuk en het begin van het tweede muziekstuk)
wordt nu herhaald afgespeeld.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het tweede van de beide
muziekstukken die u wilt samenvoegen in het
uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en de
muziekstukken zijn nu samengevoegd. Het door
samenvoeging tot stand gekomen muziekstuk wordt nu
afgespeeld.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
Opmerkingen
Muziekstukken die in verschillende opnamestanden (stereo,
mono, LP2 of LP4) zijn opgenomen, kunnen niet worden
samengevoegd.
Indien Impossible in het uitleesvenster verschijnt, is het niet
mogelijk om de muziekstukken samen te voegen. Dit gebeurt
soms wanneer u hetzelfde muziekstuk reeds vele malen hebt
gemonteerd. Dit is te wijten aan een technische beperking van
het MD-systeem, en niet aan een mechanische storing.
AAA BBB
BBB
DDD
CCC
1 2 3
AAA BBB DDDCCC
1 2 43
36
NL
Verplaatsen van muziekstukken/Naamgeving van een muziekstuk of MD
Monteren van opgenomen MDs
Verplaatsen van
muziekstukken
(MOVE)
Met deze functie kunt u de volgorde van de
muziekstukken naar wens veranderen.
Voorbeeld: Verplaatsen van het tweede
muziekstuk naar de positie achter het derde
muziekstuk
Nadat u een muziekstuk hebt verplaatst, worden de
muziekstukken automatisch opnieuw genummerd.
1
Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Move ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het te verplaatsen muziekstuk in
het uitleesvenster verschijnt en druk daarna op
AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat de
nieuwe positie van het muziekstuk in het
uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en het
muziekstuk is nu verplaatst. Het verplaatste
muziekstuk wordt nu afgespeeld.
Om de bediening te annuleren
Druk op
MENU/NO of
x
.
Naamgeving van een
muziekstuk of MD
(NAME)
U kunt voor een opgenomen MD en afzonderlijke
muziekstukken een titel invoeren. Een titel kan bestaan uit
hoofdletters en kleine letters, cijfers en symbolen. Voor
alle titels op de MD kunnen in totaal circa 1.700 tekens
worden opgeslagen.
Opmerking
Indien u een muziekstuk een titel geeft terwijl het wordt
opgenomen, dient u de titel volledig te hebben ingevoerd voordat
het muziekstuk eindigt. Indien het muziekstuk eindigt voordat u
klaar bent met het invoeren van de titel, zullen de ingevoerde
tekens verloren gaan en krijgt het muziekstuk geen titel. U kunt
muziekstukken geen titels geven terwijl u opneemt over bestaand
materiaal.
AAA BBB CCC DDD
1 2 3 4
AAA BBBCCC DDD
1 32 4
AMSMENU/NO
CLEAR
YES
m/M
DISPLAY/CHAR
m/M
CLEAR
./>
CHAR
NAME
NUM
>.X
H
X
` / 1
Z
x
z.>
mM
Alfanumerieke
toetsen
37
NL
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Monteren van opgenomen MDs
1 Druk op MENU/NO terwijl het deck zich in één van
de onderstaande bedieningsstanden bevindt, al
naar gelang het onderdeel waaraan u een titel wilt
geven:
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
Om een titel in te voeren terwijl het deck bezig is met
opnemen, gaat u naar stap 3.
2 Draai AMS totdat Name ? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS totdat Nm In ? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
Terwijl het deck bezig is met opnemen, verschijnt er
een knipperende cursor in het uitleesvenster en kunt u
een titel invoeren voor het muziekstuk dat wordt
opgenomen. Ga in dat geval naar stap 5.
4 Draai AMS totdat het muziekstuknummer (wanneer
u een muziekstuk een titel geeft) of “Disc”(wanneer
u de MD een titel geeft) knippert en druk daarna op
AMS or YES.
Er verschijnt een knipperende cursor.
Het deck begint met afspelen en u kunt een
muziekstuk een titel geven terwijl u meeluistert naar
het geluid.
5 Druk herhaald op DISPLAY/CHAR om het soort
teken te kiezen.
Om een spatie in te voeren
Druk op M terwijl de cursor knippert. U kunt geen
spatie als eerste teken invoeren.
6 Draai AMS om het teken te kiezen.
Het gekozen teken knippert.
Om een gekozen teken te veranderen
Herhaal de stappen 5 en 6.
7 Druk op AMS.
Het gekozen teken is ingevoerd en brandt continu. De
cursor gaat naar rechts, knippert en wacht op de invoer
van het volgende teken.
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 om de rest van de titel
in te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert, en herhaal daarna de stappen
5 t/m 7.
Om een teken te wissen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
wissen knippert, en druk daarna op CLEAR.
9 Druk op YES.
De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd
door Complete!! om aan te geven dat de procedure
voor het invoeren van de titel is voltooid.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of x.
Naamgeving van een muziekstuk of MD
door gebruikmaking van de regelaars op
het deck
Om een titel te geven
aan:
Indrukken terwijl het
deck
Een muziekstuk of de MD
Is stopgezet, bezig is met
afspelen of zich in de
pauzestand bevindt
Het muziekstuk dat wordt
opgenomen
Bezig is met het opnemen
van het muziekstuk
Voor het kiezen van:
Herhaald indrukken
totdat
Hoofdletters
A” in het uitleesvenster
verschijnt
Kleine letters
“a” in het uitleesvenster
verschijnt
Cijfers
“0” in het uitleesvenster
verschijnt
Symbolen
1)
1) Voor de titels kunt u de volgende symbolen gebruiken:
’ – / , . ( ) : ! ? & + < > _ = ; # $ % @ * `
in het uitleesvenster
verschijnt
38
NL
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Monteren van opgenomen MD’s
1 Druk op NAME terwijl het deck zich in één van de
onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang het onderdeel waaraan u een titel wilt
geven:
Er verschijnt een knipperende cursor in het
uitleesvenster.
2 Kies het soort teken als volgt:
3 Voer een teken in door gebruikmaking van de
alfanumerieke toetsen.
Elke keer wanneer u een toets indrukt, verschuift de
cursor naar rechts. U kunt ook een teken kiezen door
indrukken van ./>.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 om de rest van de titel in
te voeren.
Om een teken te veranderen
Druk herhaald op m/M totdat het teken dat u wilt
veranderen knippert, druk op CLEAR om het teken te
wissen, en herhaal daarna de stappen 2 en 3.
5 Druk op NAME.
De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd
door “Complete!!” om aan te geven dat de procedure
voor het invoeren van de titel is voltooid.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of x.
U kunt een bestaande muziekstuk- of disctitel kopiëren en
deze titel gebruiken voor een ander muziekstuk op
dezelfde disc of voor de disc zelf.
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
“Edit Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
“Name ?” verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
“Nm Copy ?” verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
het nummer van het muziekstuk (wanneer u de
muziekstuktitel kopieert) of “Disc” (wanneer u de
disctitel kopieert) knippert, en druk daarna op AMS
of YES om de gekozen titel te kopiëren.
Indien “No Name” in het uitleesvenster verschijnt
Het gekozen muziekstuk of de gekozen disc heeft geen
titel.
5 Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
het nummer van het muziekstuk (wanneer u een
muziekstuk een titel geeft) of “Disc”(wanneer u een
disc een titel geeft) knippert, en druk daarna op
AMS of YES om de gekopieerde titel in te voeren.
“Complete!!” verschijnt enkele seconden en de titel is
nu gekopieerd.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of x.
z
Indien bij de bovenstaande stap 5 de indicatie
“Overwrite ?” verschijnt
Het bij stap 5 gekozen muziekstuk of de bij stap 5 gekozen disc
heeft reeds een titel. Indien u de titel wilt vervangen, druk dan
nogmaals op AMS of YES terwijl de indicatie in het
uitleesvenster wordt weergegeven.
Indien het muziekstuk is opgenomen in de stand MD LP met de
instelling “LPstamp On” (blz. 16), verschijnt “Overwrite ?” ook
indien er helemaal geen muziekstuktitel is toegewezen. In dit
geval zal bij het kopiëren van de muziekstuktitel de indicatie
“LP:” in de muziekstuktitel verdwijnen.
Naamgeving van een muziekstuk of MD
door gebruikmaking van de
afstandsbediening
Om een titel
te geven aan:
Indrukken terwijl het deck
Een muziekstuk
Bezig is met afspelen, zich in de
pauzestand bevindt, bezig is met
opnemen of is stopgezet en het
muziekstuknummer in het uitleesvenster
wordt weergegeven
De MD
Is stopgezet terwijl het totale aantal
muziekstukken in het uitleesvenster
wordt weergegeven
Voor het
kiezen van:
Druk op:
Hoofdletters
herhaald op CHAR totdat “Selected AB”
in het uitleesvenster verschijnt
Kleine letters
herhaald op CHAR totdat “Selected ab”
in het uitleesvenster verschijnt
Cijfers en
symbolen
1)
1) Alleen – . , / ? ! ( ) kunnen worden gekozen.
herhaald op NUM totdat “Selected 12”
in het uitleesvenster verschijnt
Z
Kopiëren van een muziekstuk- of
disctitel
39
NL
Naamgeving van een muziekstuk of MD
Monteren van opgenomen MDs
1 Druk op NAME terwijl het deck zich in één van de
onderstaande bedieningsstanden bevindt, al naar
gelang het onderdeel waaraan u een nieuwe titel
wilt geven:
Er verschijnt een muziekstuk- of disctitel in het
uitleesvenster.
2 Houd CLEAR ingedrukt totdat de gekozen titel
volledig is gewist.
3 Verricht de stappen 5 t/m 8 van Naamgeving van
een muziekstuk of MD door gebruikmaking van de
regelaars op het deck op blz. 37 of de stappen
2 t/m 4 van Naamgeving van een muziekstuk of
MD door gebruikmaking van de
afstandsbediening op blz. 38.
4 Druk op NAME.
De gehele titel verschijnt in het uitleesvenster, gevolgd
door Complete!! om aan te geven dat de procedure
voor het invoeren van de titel is voltooid.
Gebruik deze functie om de titel van een muziekstuk of
disc te wissen.
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen,
opnemen of zich in de pauzestand bevindt, drukt u
op MENU/NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Name ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Nm Erase ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
4 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk (bij het wissen van
de muziekstuktitel) of “Disc” (bij het wissen van de
disctitel) knippert en druk daarna op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en de titel is
nu gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
U kunt alle muziekstuktitels en de disctitel op een MD in
één keer wissen.
1 Terwijl het deck is stopgezet, bezig is met afspelen
of zich in de pauzestand bevindt, drukt u op MENU/
NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Name ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Nm AllErs ? verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Nm AllErs ?? verschijnt in het uitleesvenster.
4 Druk op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en alle titels
op de MD zijn nu gewist.
Om de bediening te annuleren
Druk op MENU/NO of
x
.
z
U kunt alle opgenomen muziekstukken en titels op de
MD wissen
Voor bijzonderheden, zie Wissen van alle muziekstukken op
een MD op blz. 33.
Een nieuwe titel geven aan een
muziekstuk of MD
Om een
nieuwe titel te
geven aan:
Indrukken terwijl het deck
Een muziekstuk
Bezig is met afspelen, zich in de
pauzestand bevindt, bezig is met
opnemen of is stopgezet en het
muziekstuknummer in het
uitleesvenster wordt weergegeven
De MD
Is stopgezet terwijl het totale aantal
muziekstukken in het uitleesvenster
wordt weergegeven
Wissen van een muziekstuk- of disctitel
Z
Wissen van alle titels op de MD
40
NL
Ongedaan maken van de laatste wijziging/Veranderen van het opnameniveau na het opnemen
Monteren van opgenomen MDs
Ongedaan maken van de
laatste wijziging
(UNDO)
Met deze functie kunt u de laatste wijziging ongedaan
maken zodat de oorspronkelijke inhoud van de MD wordt
hersteld. Een wijziging door montage kan echter niet
ongedaan worden gemaakt indien u na de montage één
van de volgende handelingen hebt verricht:
Beginnen met opnemen
Indrukken van z of MUSIC SYNC op de
afstandsbediening
Veranderen van het opnameniveau na opnemen
(S.F Edit)
Uitschakelen van het deck of verwijderen van de MD
De stekker uit het stopcontact trekken
1
Terwijl het deck is stopgezet en er geen
muziekstuknummer in het uitleesvenster wordt
weergegeven, drukt u op MENU/NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
Undo ? verschijnt.
Undo ? verschijnt niet indien er geen montage heeft
plaatsgevonden.
3
Druk op AMS of YES.
n van de volgende meldingen verschijnt, afhankelijk
van de laatste wijziging die u hebt gemaakt:
4
Druk op AMS of YES.
Complete!! verschijnt enkele seconden en de
oorspronkelijke inhoud van de MD is hersteld.
Om uw montage te herstellen
Druk op MENU/NO of x.
Veranderen van het
opnameniveau na het
opnemen
(S.F EDIT)
Met de functie S.F Edit (schaalfactormontage) kunt u het
volume van opgenomen muziekstukken veranderen. Het
oorspronkelijke muziekstuk wordt opnieuw opgenomen
met het nieuwe opnameniveau. Wanneer u het
opnameniveau verandert, kunt u de functie voor opnemen
met infaden kiezen om het signaalniveau aan het begin
van de opname geleidelijk te doen toenemen, of de functie
voor opnemen met uitfaden om het signaalniveau aan het
einde van de opname geleidelijk te doen afnemen.
1
Druk op S.F EDIT.
S.F Edit verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat Tr
Level ? verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
het nummer van het muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen, in het
uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Level 0dB verschijnt in het uitleesvenster.
4
Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op
.
/
>
) om het
opnameniveau te veranderen zonder dat de twee
indicators geheel rechts op de piekniveaumeters
gaan branden.
U kunt het niveau in stappen van 2 dB instellen op elke
waarde tussen 12 dB en +12 dB.
5
Druk op AMS of YES.
Edit OK? verschijnt in het uitleesvenster.
Laatste wijziging Melding
Wissen van een muziekstuk
Erase Undo?
Wissen van alle muziekstukken op
een MD
Wissen van een gedeelte van een
muziekstuk
Onderverdelen van een muziekstuk Divide Undo?
Samenvoegen van muziekstukken CombineUndo?
Verplaatsen van een muziekstuk Move Undo?
Naamgeving van een muziekstuk of
MD
Name Undo?
Kopiëren van een muziekstuk- of
disctitel
Een nieuwe titel geven aan een
muziekstuk of MD
Wissen van een muziekstuk- of
disctitel
Wissen van alle titels op de MD
Veranderen van het algehele
opnameniveau
AMS YES
S.F EDIT
Voorkom dat deze indicators gaan branden
41
NL
Veranderen van het opnameniveau na het opnemen
Monteren van opgenomen MDs
6 Druk op AMS of YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw
opgenomen. S.F Edit: ** % wordt weergegeven
terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. De
benodigde tijd voor het opnieuw opnemen van het
muziekstuk is ongeveer gelijk aan of iets langer dan de
afspeelduur van het muziekstuk. Wanneer de opname
voltooid is, verschijnt Complete!! enkele seconden
in het uitleesvenster.
1 Druk op S.F EDIT.
S.F Edit verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Fade In ? of Fade Out ? verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
het nummer van het muziekstuk waarvan u het
opnameniveau wilt veranderen, in het
uitleesvenster verschijnt en druk daarna op AMS of
YES.
Time 5.0s verschijnt in het uitleesvenster.
4 Terwijl u meeluistert naar het geluid, draait u AMS
(of drukt u herhaald op ./>) om de duur van
het infaden of uitfaden te veranderen.
Het deck speelt het gedeelte af dat opnieuw zal
worden opgenomen met de functie voor opnemen met
infaden of uitfaden.
De duur kan met stappen van 0,1 seconde worden
ingesteld op een willekeurige waarde van minimaal
1 seconde en maximaal 15 seconden. U kunt geen
duur instellen die langer is dan het muziekstuk.
5 Druk op AMS of YES.
Edit OK? verschijnt in het uitleesvenster.
6 Druk op AMS of YES.
Het bestaande muziekstuk wordt nu opnieuw
opgenomen. S.F Edit: ** % wordt weergegeven
terwijl het muziekstuk wordt opgenomen. Wanneer de
opname voltooid is, verschijnt Complete!! enkele
seconden in het uitleesvenster.
Om de bediening te annuleren
Druk bij de stappen 1 t/m 5 op MENU/NO of
x
. Indien u
bij stap 6 op AMS of YES drukt en de opname begint,
kunt u de bediening niet onderbreken.
z
U kunt Edit Menu gebruiken om een
schaalfactormontage (S.F Edit) uit te voeren
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt op MENU/NO.
Edit Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat S.F
Edit? verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat Tr Level
?”, Fade In ? of Fade Out ? verschijnt en druk daarna op
AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om het
opnameniveau of de duur van het infaden of uitfaden tijdens
opname te veranderen in stellen.
5
Druk op AMS of YES.
Opmerkingen
Trek de stekker niet uit het stopcontact en verplaats het
deck niet terwijl de opname wordt gemaakt. Hierdoor
kunnen de opnamegegevens beschadigd raken waardoor
de opname niet goed kan worden uitgevoerd.
Het opnameniveau van een muziekstuk dat is opgenomen in
stereostand LP2 of LP4 kan niet worden veranderd.
Gebruik geen beschadigde of vuile MD. Hierdoor kunnen de
opnamegegevens niet goed worden opgenomen.
Door het herhaald veranderen van het opnameniveau
verslechtert de geluidskwaliteit.
Wanneer het opnameniveau eenmaal is veranderd en u daarna
wilt terugkeren naar het oorspronkelijke niveau, zal het
oorspronkelijke niveau niet meer precies hetzelfde zijn.
Het opnameniveau kan niet worden veranderd terwijl de timer
is geactiveerd.
Opnemen met infaden en uitfaden
42
NL
Veranderen van de toonhoogte
Overige
functies
In dit hoofdstuk wordt uitleg gedaan
over de andere nuttige functies die u bij
dit MD-deck kunt gebruiken.
Veranderen van de
toonhoogte
(Toonhoogteregelfunctie)
U kunt de toonhoogte van de MD wijzigen door de
weergavesnelheid te verminderen. Bij een lagere
toonhoogte neemt de klank in hoogte af.
U kunt de toonhoogte met maximaal 36 stappen
1)
verlagen.
1) Eén octaaf komt overeen met 12 stappen.
1
Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u
tweemaal op MENU/NO.
“Setup Menu” verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
“Pitch” verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat de
gewenste stapwaarde verschijnt en druk daarna op
AMS of YES.
4
Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
Opmerkingen
Wanneer u de stap voor het regelen van de toonhoogte
verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk
wegvallen.
Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de
oorspronkelijke toonhoogtestap “0” weer van kracht
(fabrieksinstelling).
Wanneer er rechts van de toonhoogtestap in het toonhoogte-
uitleesvenster een punt (.) verschijnt, betekent dit dat u de
toonhoogte fijn hebt afgesteld (zie blz. 43) en dat de
toonhoogte tussen twee stappen ligt. (De waarden van de stap
en de fijnafregeling zijn aan elkaar gekoppeld.)
Automatisch stapsgewijs instellen van
de toonhoogte (automatische
stapsgewijze regelfunctie)
AMSMENU/NO YES
43
NL
Veranderen van de toonhoogte/Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out)
Overige functies
U kunt de afspeelsnelheid afregelen in stappen van 0,1%
binnen een bereik van 87,5% tot 0,0%.
1 Terwijl het deck bezig is met afspelen, drukt u
tweemaal op MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Pfine verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3 Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat de
gewenste waarde verschijnt en druk daarna op
AMS or YES.
4 Druk op MENU/NO.
Om terug te keren naar de fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de waarde instelt.
Opmerkingen
Wanneer u de waarde van de fijnafregeling van de toonhoogte
verandert, zal het geluid tijdens het afspelen tijdelijk
wegvallen.
Wanneer u het deck uitschakelt of de MD verwijdert, wordt de
oorspronkelijke waarde van de fijnafregeling 0.0% weer van
kracht (fabrieksinstelling).
De waarden van de stap en de fijnafregeling zijn aan elkaar
gekoppeld. Wanneer u de ene waarde verandert, zal de andere
ook veranderen.
Infaden (Fade In) en
uitfaden (Fade Out)
Met de functie voor afspelen met infaden kunt u, wanneer
het afspelen begint, het niveau van het signaal naar de
ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-
aansluitbus geleidelijk doen toenemen. Met de functie
voor afspelen met uitfaden kunt u, wanneer het afspelen
eindigt, het signaalniveau geleidelijk doen afnemen.
Met de functie voor opnemen met infaden kunt u het
signaalniveau aan het begin van de opname geleidelijk
doen toenemen. Met de functie voor opnemen met
uitfaden kunt u het signaalniveau aan het einde van de
opname geleidelijk doen afnemen.
Opmerking
Tijdens afspelen met infaden en afspelen met uitfaden treedt er
geen verandering op in het niveau van het signaal dat wordt
uitgevoerd via de DIGITAL OUT-aansluiting.
In de pauzestand voor afspelen (bij afspelen met
infaden) of de pauzestand voor opnemen (bij opnemen
met infaden) drukt u op FADER.
b
knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf seconden
(fabrieksinstelling) afgespeeld met infaden of opgenomen
met infaden totdat de teller op 0.0s staat.
Fijnafregeling van de toonhoogte
(Fijnafregelingsfunctie)
Afspelen met infaden en opnemen met
infaden
Z
FADER
>.X
H
X
` / 1
Z
x
.>
mM
44
NL
Infaden (Fade In) en uitfaden (Fade Out)/Inslapen met muziek
Overige functies
Tijdens het afspelen (bij afspelen met uitfaden) of
opnemen (bij opnemen met uitfaden) drukt u op
FADER.
B knippert in het uitleesvenster en er wordt vijf seconden
(fabrieksinstelling) afgespeeld met uitfaden of
opgenomen met uitfaden totdat de teller op 0.0s staat,
en daarna gaat het deck over in de pauzestand.
z
U kunt de duur van het infaden en uitfaden bij
afspelen en opnemen veranderen
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/
NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om de instelling
te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om de duur te
kiezen en druk daarna op AMS of YES.
De duur van het infaden en uitfaden kan met stappen van
0,1 seconde worden ingesteld.
4
Druk op MENU/NO.
Inslapen met muziek
(SLEEP-timerfunctie)
U kunt het deck na verloop van een vooraf ingestelde tijd
automatisch laten uitschakelen.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
Sleep Off in het uitleesvenster verschijnt en druk
daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om de
instelling te kiezen en druk daarna op AMS of YES.
4
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) totdat
Sleep 60min in het uitleesvenster verschijnt en
druk daarna op AMS of YES.
5
Draai AMS (of druk herhaald op
.
/
>
) om de
tijd te kiezen waarna het deck moet worden
uitgeschakeld (30min, 60min
(fabrieksinstelling), 90min of 120min) en druk
daarna op AMS of YES.
6
Druk op MENU/NO.
Om de SLEEP-timerfunctie uit te schakelen
Herhaal de bovenstaande procedure en kies bij stap 3 de
instelling Sleep Off”.
z
U kunt de resterende speelduur op de MD controleren
Wanneer u de Sleep-timerfunctie hebt ingeschakeld en u in
Setup Menu de optie Sleep kiest, wordt de resterende
speelduur weergegeven.
Afspelen met uitfaden en opnemen met
uitfaden
Voor het veranderen van de
duur van:
Kies:
Infaden bij afspelen/opnemen F.in
Uitfaden bij afspelen/opnemen F.out
Om Kies:
De SLEEP-timerfunctie in
te schakelen
Sleep On
De SLEEP-timerfunctie uit
te schakelen
Sleep Off
(fabrieksinstelling)
AMSMENU/NO YES
45
NL
Gebruikmaking van een timer
Overige functies
Gebruikmaking van een
timer
Door op het deck een timer (niet bijgeleverd) aan te
sluiten, kunt u het afspelen en opnemen op vooraf
ingestelde tijden laten beginnen en eindigen. Voor nadere
bijzonderheden over het aansluiten van de timer of het
instellen van de in- en uitschakeltijd dient u de met de
timer meegeleverde gebruiksaanwijzing te raadplegen.
1
Verricht de stappen 1 t/m 3 van Afspelen van een
MD op blz. 24.
2
Druk herhaald op PLAY MODE om de gewenste
afspeelfunctie te kiezen.
Om alleen bepaalde muziekstukken af te spelen, stelt u
een eigen programma samen (zie blz. 28).
Om het tijdstip in te stellen waarop het afspelen moet
eindigen, drukt u op N om met afspelen te beginnen
en ga daarna naar de stap 3.
3
Zet TIMER op het deck op PLAY.
4
Stel de timer naar wens in.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het afspelen
moet beginnen, wordt het deck uitgeschakeld.
Wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, wordt het
deck ingeschakeld en begint het afspelen.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het afspelen
moet eindigen, gaat het afspelen verder. Wanneer de
ingestelde tijd is aangebroken, stopt het afspelen en
wordt het deck uitgeschakeld.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop het afspelen
moet beginnen en eindigen, wordt het deck
uitgeschakeld. Wanneer de inschakeltijd is
aangebroken, wordt het deck ingeschakeld en begint
het afspelen. Wanneer de uitschakeltijd is
aangebroken, stopt het afspelen en wordt het deck
uitgeschakeld.
5
Nadat u klaar bent met het gebruik van de timer, zet
u TIMER op het deck op OFF.
1
Verricht de onderstaande stappen van Opnemen
op een MD op blz. 14, al naar gelang hoe u de
timer wilt gebruiken.
2
Zet TIMER op het deck op REC.
3
Stel de timer naar wens in.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet beginnen, wordt het deck uitgeschakeld.
Wanneer de ingestelde tijd is aangebroken, wordt het
deck ingeschakeld en begint de opname.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet eindigen, gaat de opname verder. Wanneer de
ingestelde tijd is aangebroken, stopt de opname en
wordt het deck uitgeschakeld.
Wanneer u de tijd hebt ingesteld waarop de opname
moet beginnen en eindigen, wordt het deck
uitgeschakeld. Wanneer de inschakeltijd is
aangebroken, wordt het deck ingeschakeld en begint
de opname. Wanneer de uitschakeltijd is
aangebroken, stopt de opname en wordt het deck
uitgeschakeld.
4
Nadat u klaar bent met het gebruik van de timer, zet
u TIMER op het deck op OFF. Zet daarna het deck
in de wachtstand door de stekker van het deck in
een stopcontact te steken of door de timer op
doorgaande bediening te zetten.
Indien u TIMER op REC laat staan, wordt er de
eerstvolgende keer dat u het deck inschakelt,
automatisch begonnen met opnemen.
Indien u het deck niet binnen een week nadat de
timeropname is geëindigd, weer in de wachtstand
zet, is de kans aanwezig dat het opgenomen
materiaal verloren gaat.
Zorg dat u het deck binnen een week nadat de
timeropname is voltooid, weer in de
wachtstand zet.
De inhoudsopgave (TOC) van de MD wordt bijgewerkt en
het opgenomen materiaal wordt weggeschreven naar de
MD wanneer u het deck inschakelt. Indien het opgenomen
materiaal verloren is gegaan, knippert “Initialize”
wanneer u het deck inschakelt.
Afspelen van een MD met gebruikmaking
van een timer
Nx
PLAY MODE
TIMER
Opnemen op een MD met gebruikmaking
van een timer
Voor instelling van het
tijdstip waarop:
Verricht:
Het opnemen moet beginnen
Stap 1 t/m 6 en druk
daarna op
x
Het opnemen moet eindigen Stap 1 t/m 9
Het opnemen moet beginnen
en eindigen
Stap 1 t/m 6 en druk
daarna op
x
46
NL
Gebruikmaking van een timer/Omschakelen van de bitlengte
Overige functies
Opmerkingen
Nadat het deck is ingeschakeld, kan het nog circa 30 seconden
duren voordat de opname begint. Wanneer u de opname op een
ingesteld tijdstip wilt laten beginnen door gebruikmaking van
de timer, dient u bij het instellen van het tijdstip waarop de
opname moet beginnen, rekening te houden met deze
aanlooptijd.
Bij timeropnamen wordt nieuw materiaal altijd na het eerder
opgenomen gedeelte op de MD opgenomen.
Het materiaal dat u tijdens de timeropname hebt opgenomen
wordt de eerstvolgende keer wanneer u het deck inschakelt,
bewaard op de disc. TOC Writing knippert dan in het
uitleesvenster. Trek de stekker niet uit het stopcontact en
verplaats het deck niet terwijl deze indicatie knippert.
De timeropname stopt wanneer de disc vol is.
Omschakelen van de
bitlengte
U kunt de kwaliteit van het weergegeven geluid
verbeteren door de bitlengte aan te passen aan het MD-
deck, DAT-deck of andere digitale apparatuur die is
verbonden met de digitale uitgangsaansluiting.
1
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op
MENU/NO.
Setup Menu verschijnt in het uitleesvenster.
2
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat
Dout verschijnt en druk daarna op AMS of YES.
3
Draai AMS (of druk herhaald op ./>) totdat de
gewenste bitlengte verschijnt en druk daarna op
AMS of YES.
Voor het aanpassen van de bitlengte hebt u de keuze
uit 24 (fabrieksinstelling) en 16 bits.
4
Druk op MENU/NO.
Opmerkingen
Deze functie werkt alleen voor het digitale signaal dat wordt
uitgevoerd via de digitale uitgangsaansluiting.
Wanneer u de bitlengte tijdens het afspelen omschakelt, zal het
geluid tijdelijk wegvallen.
AMSMENU/NO YES
47
NL
Afspelen met verschillende geluidskenmerken/Gebruik van het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem
Overige functies
Afspelen met
verschillende
geluidskenmerken
(digitaal filter)
Dit deck is uitgevoerd met VC (variabele coëfficiënt)-
filters. Hierdoor kunt u de geluidskenmerken afstemmen
op uw geluidsinstallatie, luisteromgeving en de bron die u
aan het afspelen bent. Houd er rekening mee dat de filters
alleen effectief zijn voor de analoge signalen die via de
ANALOG OUT-aansluitbussen en de PHONES-
aansluitbus worden uitgevoerd.
1
Druk op FILTER.
Het op dat moment gekozen filter verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk herhaald op FILTER om het gewenste filter te
kiezen.
Wanneer er in het DF (digitale filter)-uitleesvenster een
andere instelling dan FILTER-STD is gekozen, brandt de
verlichting van de FILTER-toets in groen.
z
U kunt de afstandsbediening gebruiken om het filter
te kiezen
Druk herhaald op FILTER totdat het gewenste filter in het
uitleesvenster verschijnt.
z
Wat is een VC (variabele coëfficiënt)-filter?
Een VC-filter verandert de geluidskenmerken van een signaal
door het toepassen van bepaalde voorwaarden voor
frequentieafsnijding. Dergelijke filters worden aangebracht op
digitale apparatuur, zoals CD-spelers en MD-decks, om
secundaire ruis te verwijderen.
Opmerking
De door digitale filters teweeggebrachte verandering in de
geluidskenmerken treedt hoofdzakelijk op in het niet-hoorbare
bereik, en niet in het hoorbare bereik zoals bij een versterker.
Gebruik van het
CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem
Dit MD-deck is geschikt voor het CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem.
Het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem werd ontworpen
om geluidsinstallaties die uit meerdere Sony-
componenten bestaan, gemakkelijker te kunnen bedienen.
CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitingen zorgen voor een route
voor de overdracht van bedieningssignalen die
automatische bediening mogelijk maken en functies
bedienen welke doorgaans in verband worden gebracht
met geïntegreerde systemen.
Op dit moment maken CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitingen
tussen een Sony MD-deck, CD-speler, versterker
(ontvanger) en cassettedeck automatische functiekeuze en
synchroonopname mogelijk.
In de toekomst zal de CONTROL A1
ΙΙ
-aansluiting
werken als een multifunctionele bus waarmee u van elke
component meerdere functies kunt bedienen.
Opmerking
Het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem is ontworpen voor
opwaartse compatibiliteit omdat het bedieningssysteem wordt
verbeterd om nieuwe functies te kunnen verwerken. In dit geval
zullen oudere componenten echter niet geschikt zijn voor de
nieuwe functies.
Kies:
Voor het voortbrengen
van:
FILTER-STD
(fabrieksinstelling)
een ruim klinkend geluid met
een breed bereik
FILTER 1
een duidelijk gepositioneerd
en vloeiend geluid
FILTER 2 een fris en krachtig geluid
FILTER 3 een vol en warm geluid
FILTER
Z
Compatibiliteit van CONTROL A1
ΙΙ
en
CONTROL A1
Het CONTROL A1-bedieningssysteem is vernieuwd en
heet nu CONTROL A1
ΙΙ
, het standaard systeem in de
SONY 300 disc CD-wisselaar en andere recentelijk
uitgekomen Sony-componenten. Componenten met
CONTROL A1-aansluitbussen kunnen worden gebruikt
in combinatie met componenten met CONTROL A1
ΙΙ
en kunnen op elkaar worden aangesloten. In beginsel
zullen de meeste functies die beschikbaar zijn met het
CONTROL A1-bedieningssysteem ook beschikbaar
zijn met het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem.
Wanneer u echter aansluitingen maakt tussen
componenten met CONTROL A1-aansluitbussen en
componenten met CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbussen, kan
het aantal functies dat u kunt bedienen al naar gelang de
component beperkt zijn. Voor nadere bijzonderheden
dient u de met de betreffende component(en)
meegeleverde gebruiksaanwijzing te raadplegen.
48
NL
Gebruik van het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem
Overige functies
Sluit mono (2P) ministekkersnoeren in serie aan op de
CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbussen op de achterkant van
elke component. U kunt maximaal tien CONTROL A1
ΙΙ
-
compatibele componenten in elke gewenste volgorde
aansluiten. Van elk type component kunt u er echter
slechts één aansluiten (d.w.z. één CD-speler, één MD-
deck, één tapedeck en één ontvanger). (Al naar gelang het
model kunnen er echter in bepaalde gevallen meer dan één
CD-speler of MD-deck worden aangesloten. Raadpleeg de
met de betreffende component meegeleverde
gebruiksaanwijzing voor nadere bijzonderheden.)
Voorbeeld
Bij het CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem verplaatsen
de bedieningssignalen zich in beide richtingen, waardoor
er geen onderscheid bestaat tussen IN- en OUT-
aansluitbussen. Indien een component beschikt over meer
dan één CONTROL A1
ΙΙ
-aansluitbus, kunt u beide bussen
gebruiken of verschillende componenten aansluiten op
één aansluitbus.
Aansluitsnoer
Wanneer er met een CONTROL A1
ΙΙ
-compatibele
component geen aansluitsnoer wordt meegeleverd,
gebruik dan een in de handel verkrijgbaar mono (2P)
ministekkersnoer met een lengte van minder dan 2 meter
en zonder weerstand (zoals de Sony RK-G69HG).
Automatische functiekeuze
Wanneer u CONTROL A1
ΙΙ
-compatibele Sony-
componenten aansluit door gebruikmaking van
CONTROL A1
ΙΙ
-snoeren (niet bijgeleverd) en u de
afspeeltoets van één van de aangesloten componenten
indrukt, schakelt de functiekiezer op de versterker (of
ontvanger) automatisch over op de juiste ingang.
(Wanneer u bijvoorbeeld N (afspeeltoets) op het MD-
deck indrukt terwijl de CD wordt afgespeeld, schakelt de
functiekiezer op de versterker over van CD naar MD.)
Opmerkingen
Deze functie werkt alleen wanneer de componenten zijn
aangesloten op de ingangen van de versterker (of ontvanger) in
overeenstemming met de namen op de functietoetsen. Bij
bepaalde ontvangers kunt u de namen van de functietoetsen
met elkaar verwisselen. Raadpleeg daarvoor de
gebruiksaanwijzing die met de ontvanger is meegeleverd.
Tijdens het opnemen kunt u alleen naar de opnamebron
luisteren en geen andere componenten afspelen. Hierdoor zou
namelijk de automatische keuzefunctie geactiveerd worden.
Synchroonopname
Met deze functie kunt u synchroon opnemen van het MD-
deck naar de gekozen broncomponent, en vice versa.
1
Stel de bronkiezer op de versterker (of ontvanger)
in op de broncomponent.
2
Zet de broncomponent in de pauzestand (de
indicators
N
en
X
moeten beide gaan branden).
3
Zet het deck in de pauzestand voor opname.
4
Druk op
X
op het deck.
De broncomponent schakelt over uit de pauzestand en
even later begint het opnemen.
Wanneer het afspelen van de broncomponent is
geëindigd, stopt het opnemen.
z
U kunt gebruikmaken van een speciale
synchroonopnamefunctie
Dit MD-deck is voorzien van een speciale
synchroonopnamefunctie die gebruikmaakt van het
CONTROL A1
ΙΙ
-bedieningssysteem (zie CD-
synchroonopname van een Sony CD-speler die is aangesloten
via een Control A1
ΙΙ
-kabel op blz. 23).
Opmerking
Zet maximaal één component in de pauzestand.
Aansluiten van het CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem
Basisfuncties van het CONTROL A1
ΙΙ
-
bedieningssysteem
Versterker
(Ontvanger)
CD-speler MD-deck Tapedeck Andere
component
49
NL
Voorzorgsmaatregelen
Aanvullende informatie
Aanvullende
informatie
In dit hoofdstuk wordt aanvullende
informatie gegeven om de bediening en
het onderhoud van het MD-deck verder
te vergemakkelijken.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er een vast voorwerp of vloeistof in het deck
terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en
laat het deck eerst door een deskundige controleren
alvorens het weer in gebruik te nemen.
Let op Gebruikmaking van optische instrumenten met
dit product verhoogt het risico van oogbeschadiging.
Netspanning
Controleer vóór bediening van het deck of de
bedrijfsspanning van het deck overeenkomt met de
plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat
aangegeven op de identificatieplaat achter op het deck.
Het apparaat blijft op de stroombron (netspanning)
aangesloten zolang de stekker in het stopcontact zit,
zelfs indien het systeem zelf is uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact als u denkt het deck
geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting van de
stekker op het stopcontact te verbreken, dient u de
stekker vast te pakken. Trek nooit aan het snoer zelf.
Het netsnoer mag uitsluitend door een erkend
servicecentrum worden vernieuwd.
Condensvorming in het deck
Indien het systeem rechtstreeks van een koude naar een
warme omgeving wordt gebracht, of in een zeer vochtige
kamer wordt geplaatst, kan vocht uit de lucht condenseren
op de lens in het deck. In dergelijke gevallen zal het deck
niet altijd naar behoren werken. Verwijder de MD en laat
het deck enkele uren ingeschakeld staan totdat de condens
is verdampt.
MiniDisc-cassette
Stel de MD niet bloot door het schuifdeksel te openen.
Zorg dat de cassette niet wordt blootgesteld aan fel
zonlicht, extreme temperaturen, extreme vochtigheid of
stof.
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de regelaars door
gebruikmaking van een zachte doek, licht bevochtigd met
een oplossing van een mild schoonmaakmiddel. Gebruik
hiervoor geen schuurkussentjes, schuurpoeder of
oplosmiddelen zoals alcohol of wasbenzine.
Indien u vragen of problemen hebt betreffende het deck,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
50
NL
Behandeling van MDs/Beperkingen van het systeem
Aanvullende informatie
Behandeling van MDs
De MD zit in een cassette om de disc te beschermen tegen
vuil of vingerafdrukken en om er gemakkelijk mee te
kunnen omgaan.
Desondanks kunnen de aanwezigheid van vuil of een
kromgetrokken cassette een goede werking van de disc
belemmeren. Om ervan verzekerd te zijn dat u altijd naar
muziek van de hoogste kwaliteit kunt luisteren, dient u de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Raak de inwendige disc niet aan. Wanneer u probeert
het schuifdeksel te openen door dit te forceren, kan de
inwendige disc beschadigd raken.
Plak altijd de met de MD meegeleverde labels op de
juiste plaats. De vorm van de labels kan afhankelijk van
het merk MD verschillen.
Bewaren van de MDs
Zorg dat de cassette niet wordt blootgesteld aan fel
zonlicht of extreem hoge hitte en vochtigheid.
Periodiek onderhoud
Veeg stof en vuil van het cassetteoppervlak met een droge
doek.
Beperkingen van het
systeem
Het opnamesysteem van uw deck verschilt sterk van de
opnametechnieken die gebruikt worden bij gewone
cassettedecks en DAT-decks, met een aantal specifieke
beperkingen waarvan hieronder een uitleg volgt. Deze
beperkingen zijn echter inherent aan het ontwerp van het
MD-opnamesysteem en wijzen niet op storingen in uw
apparatuur.
Disc Full verschijnt reeds vóór het bereiken
van de maximale opnameduur
Wanneer er 255 muziekstukken op de MD zijn
opgenomen, verschijnt Disc Full”, ongeacht de feitelijke
opnameduur. Een MD kan hooguit 255 muziekstukken
bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u
onnodige muziekstukken te wissen of een andere
opneembare MD te gebruiken.
Disc Full verschijnt reeds vóór het bereiken
van het maximale aantal muziekstukken
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat
het aantal nummers het feitelijke aantal muziekstukken
overschrijdt. Dan zal Disc Full verschijnen.
De resterende opnameduur neemt niet toe, ook
niet na het wissen van meerdere korte
nummers
Nummers met een lengte van minder dan twaalf
seconden* tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot
meer beschikbare opnameduur zal leiden.
* Tijdens opname in stereo.
In de stand MONO of LP2: circa 24 seconden
In de stand LP4: circa 48 seconden
De totale verstreken opnameduur plus de
resterende beschikbare opnameduur op de MD
komen in totaal niet aan de nominale
opnameduur van de MD toe
Het opnemen wordt verricht in minimumeenheden van
2 seconden*, ongeacht de lengte van het opgenomen
materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de
nominale opnameduur. Daarnaast kan de ruimte op een
MD beperkt worden door krassen e.d.
* Tijdens opname in stereo.
In de stand MONO of LP2: circa 4 seconden
In de stand LP4: circa 8 seconden
Beperkingen bij het opnemen over bestaande
(eerder opgenomen) muziekstukken heen
Niet in alle gevallen kan de juiste resterende
opnameduur worden aangegeven.
Het kan wel eens onmogelijk blijken over een
muziekstuk heen op te nemen als dat muziekstuk reeds
enkele malen eerder was overgespeeld. In dat geval
dient u het ongewenste muziekstuk eerst te wissen (zie
blz. 32).
De resterende opnameduur kan in verhouding tot de
totale opnameduur korter worden.
Opnemen over een bestaand muziekstuk heen, alleen
om ruis of bijgeluiden weg te nemen, is niet aan te
bevelen, aangezien de speelduur hierdoor verminderd
kan worden.
Bij opnemen over een bestaand muziekstuk heen, kan
het wel eens onmogelijk blijken om het muziekstuk van
een titel te voorzien.
Tijdens het doorzoeken van muziekstukken die
niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door
montage zijn samengesteld, kan het geluid af
en toe wegvallen.
Bepaalde muziekstukken laten zich niet met
andere samenvoegen
Na montage kunnen bepaalde muziekstukken niet meer
met andere worden samengevoegd.
Schuifdeksel
Juiste plaats
van de labels
51
NL
Beperkingen van het systeem/Verhelpen van storingen
Aanvullende informatie
De muziekstuknummers worden niet correct
vastgelegd
Wanneer de muziekstukken van een CD tijdens digitale
opname in meerdere nummers worden onderverdeeld, kan
dit onjuiste muziekstuknummers tot gevolg hebben.
Wanneer tijdens het opnemen de functie voor het
automatisch aanbrengen van muziekstuknummers wordt
geactiveerd, gebeurt het bij bepaalde programmabronnen
wel eens dat de nummers niet precies overeenkomen met
de oorspronkelijke muziekstuknummers.
TOC Reading blijft gedurende lange tijd
branden
Indien de geplaatste opneembare MD gloednieuw is,
verschijnt TOC Reading langer in het uitleesvenster dan
bij MDs die reeds eerder zijn gebruikt.
Tijdens het afspelen van MDs met mono-
geluidsopnamen kan niet altijd de juiste
opname- of afspeelduur worden aangegeven.
Digitale audiocomponenten zoals CDs, MDs en DATs,
verwerken de muziek als een digitaal signaal zodat u de
muziek met een hoge kwaliteit kunt kopiëren.
Teneinde muziekbronnen met copyright te beschermen,
maakt dit deck gebruik van het Serial Copy Management
System waardoor u via de digitaal-naar-digitaal-
aansluitingen slechts één kopie kunt maken van een
opgenomen digitale bron.
U kunt alleen een eerste-generatie kopie
1)
maken via de digitaal-naar-digitaal-
aansluitingen.
Hieronder volgen enkele voorbeelden:
U kunt een kopie maken van een in de handel
verkrijgbaar digitaal geluidsprogramma (bijvoorbeeld
een CD of MD), maar u kunt geen tweede kopie maken
van de eerste-generatie kopie.
U kunt een kopie maken van een digitaal signaal van
een digitaal opgenomen analoog geluidsprogramma
(bijvoorbeeld een analoge grammofoonplaat of een
muziekcassetteband) of van een digitale satelliet-
uitzending, maar u kunt van deze eerste-generatie kopie
geen tweede kopie maken.
1) Een eerste-generatie kopie is de eerste opname die van een
digitale geluidsbron via de digitale ingangsaansluiting van
het deck is gemaakt. Wanneer u bijvoorbeeld opneemt van
een CD-speler die is verbonden met de DIGITAL IN-
aansluiting, maakt u een eerste-generatie kopie.
Opmerking
De beperkingen van het Serial Copy Management System zijn
niet van toepassing wanneer u opneemt via de analoog-naar-
analoog-aansluitingen.
Verhelpen van storingen
Indien er tijdens gebruik van het deck iets misgaat, loopt u
dan deze controlelijst even door. Als het probleem aan de
hand van de volgende aanwijzingen niet te verhelpen is,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
handelaar.
Het deck werkt niet of niet naar behoren.
,Wellicht is de MD vuil of beschadigd. Vervang de
MD.
Afspelen van MDs is niet mogelijk.
,Er is vocht binnenin het deck gecondenseerd.
Verwijder de MD en laat het deck enkele uren in een
warme omgeving liggen totdat het condensvocht
verdampt is.
,Het deck is niet ingeschakeld. Druk op ?/1 om het
deck in te schakelen.
,Het deck is niet goed aangesloten op de versterker
aangesloten. Controleer de aansluiting (blz. 11).
,De MD is verkeerd om in de gleuf geplaatst. Schuif
de MD in de disc-ruimte, met de labelkant naar
boven en het pijltje wijzend naar de opening (blz. 5).
,Wellicht bevat de MD geen opnamen. Vervang de
MD door een andere die wel opnamen bevat.
Storende bijgeluiden in de geluidsweergave.
,Krachtig magnetisme van een TV-toestel of een
ander apparaat veroorzaakt storingen in de werking
van het deck. Plaats het deck verder uit de buurt van
apparatuur die elektromagnetische storing kan
veroorzaken.
Opnemen op het deck is niet mogelijk of
mislukt.
,De MD is beveiligd tegen abusievelijk wissen. Schuif
het wispreventienokje dicht (blz. 15).
,Het deck is niet goed aangesloten op de
programmabron. Controleer de aansluiting (blz. 11).
,Kies de juiste programmabron door gebruikmaking
van INPUT.
,Het opnameniveau is niet goed ingesteld. Stel het
opnameniveau goed in (blz. 17).
,Er is een voorbespeelde MD geplaatst. Vervang deze
door een opneembare MD.
,Er is niet genoeg opnametijd meer over op de MD.
Vervang de MD door een andere opneembare MD
waarop geen of minder materiaal is opgenomen, of
wis overbodige opnamen (blz. 32).
,Er heeft zich een stroomonderbreking voorgedaan, of
de stekker is tijdens het opnemen uit het stopcontact
geraakt. Mogelijk is informatie die op de MD was
opgenomen, verloren gegaan. Maak de opname
opnieuw.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem
52
NL
Verhelpen van storingen/Zelfdiagnosefunctie
Aanvullende informatie
Synchroonopname met een CD-speler of video-
CD-speler is niet mogelijk of mislukt.
,De met het MD-deck meegeleverde
afstandsbediening is niet goed ingesteld. Stel de
afstandsbediening opnieuw in.
In het uitleesvenster verschijnen beurtelings
een melding en een drie- of vijfletterteken-
code.
,De zelfdiagnosefunctie is ingeschakeld (blz. 52).
Opmerking
Wanneer u de bovenstaande aanwijzingen hebt opgevolgd, maar
het deck nog steeds niet naar behoren werkt, schakel dan het
deck uit, trek de stekker uit het stopcontact en steek daarna de
stekker weer in het stopcontact.
Zelfdiagnosefunctie
Dit systeem heeft een zelfdiagnosefunctie met een
uitleesvenster waarop een code van drie of vijf tekens en
een melding verschijnen om u te waarschuwen wanneer
het systeem niet goed werkt. Indien beurtelings de code en
melding in het uitleesvenster verschijnen, tref dan de
maatregelen in de onderstaande tabel. Als het probleem
aan de hand van de volgende aanwijzingen niet te
verhelpen is, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
Drie- of
vijfletterteken/
Melding
Oorzaak/Maatregel
C11/Protected
De geplaatste disc is beschermd tegen
abusievelijk wissen.
,
Verwijder de MD en schuif het nokje
dicht zodat de opening niet meer
zichtbaar is (blz. 15).
C12/Cannot Copy
Er is getracht een CD op te nemen met een
formaat dat niet geschikt is voor het
externe apparaat dat op het deck is
aangesloten, zoals een CD-ROM of video-
CD.
,
Verwijder de disc en plaats een
muziek-CD.
C13/Rec Error
De opname werd niet goed uitgevoerd.
,
Breng het systeem naar een plaats
zonder trillingen en neem daarna
opnieuw op vanaf het begin.
De geplaatste MD is vuil (door vlekken,
vingerafdrukken, enz.), er zitten krassen
op, of de disc voldoet niet aan de normen.
,
Gebruik een andere disc en neem
daarna opnieuw op vanaf het begin.
C13/Read Error
De inhoudsopgave (TOC) van de MD kon
niet goed worden gelezen.
,
Verwijder de MD en plaats hem
daarna opnieuw.
C14/Toc Error
De inhoudsopgave (TOC) van de MD kon
niet goed worden gelezen.
,
Plaats een andere disc.
,
Indien mogelijk, wis alle
muziekstukken van de MD (blz. 33).
C41/Cannot Copy
De geluidsbron is een kopie van in de
handel verkrijgbare muzieksoftware, of er
is getracht een CD-R (opneembare CD) op
te nemen.
,
Het Serial Copy Management System
verhindert dat u een digitale kopie
kunt maken (blz. 51). U kunt geen
CD-R opnemen.
C71/Din Unlock
Een momentane onderbreking wordt
veroorzaakt door de signalen van het
digitale programma dat wordt opgenomen.
Dit heeft geen invloed op het opgenomen
materiaal.
Tijdens het opnemen van een digitale
component die is verbonden met de
DIGITAL IN-aansluiting, werd het
digitale aansluitsnoer losgekoppeld of
werd de digitale component
uitgeschakeld.
,
Sluit het snoer aan of schakel de
digitale component weer in.
E0001/
MEMORY NG
Er is een fout opgetreden in de interne
gegevens die het deck nodig heeft om te
kunnen werken.
,
Neem dan contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Drie- of
vijfletterteken/
Melding
Oorzaak/Maatregel
53
NL
Meldingen in het uitleesvenster
Aanvullende informatie
Meldingen in het
uitleesvenster
In de onderstaande tabel wordt uitleg gedaan over de
meldingen die in het uitleesvenster verschijnen wanneer er
bij de bediening iets misgaat. Ook beschikt het deck over
een zelfdiagnosefunctie (zie blz. 52).
Melding Betekenis
Auto Cut
De functie Auto Cut is ingeschakeld
(blz. 19).
Blank Disc
Er is een nieuwe (onbespeelde) of
gewiste MD geplaatst.
Cannot Copy
Er is getracht een tweede-generatie
kopie te maken van een digitaal
gekopieerde MD (blz. 51).
Cannot Edit
Er is getracht een voorbespeelde MD te
monteren, een MD te monteren tijdens
afspelen in geprogrammeerde of
willekeurige volgorde, of er is getracht
het opnameniveau van een in
stereostand LP2 of LP4 opgenomen
MD te veranderen.
Disc Full De MD is vol (blz. 50).
Edit NOW
U hebt
?/1
ingedrukt in de stand S.F
Edit (veranderen van het opnameniveau
na het opnemen, infaden, uitfaden).
Indien u het deck uitschakelt in de
stand S.F Edit, zullen eventuele
wijzigingen die u hebt aangebracht niet
goed worden uitgevoerd. Voltooi de
veranderingen en verlaat de stand S.F
Edit alvorens het deck uit te schakelen.
Indien u het deck abusievelijk
uitschakelt terwijl er wijzigingen
worden aangebracht, druk dan op
?/1
terwijl de melding wordt weergegeven.
Impossible
Het deck kan de gekozen
montagehandeling niet uitvoeren (blz.
15, 33 en 35).
Incomplete!
De montagehandeling in de stand S.F
Edit (veranderen van het opnameniveau
na het opnemen, infaden, uitfaden) is
niet goed uitgevoerd omdat het deck
werd verplaatst terwijl de opname nog
aan de gang was, of omdat de MD
beschadigd of vuil is.
Initialize (knippert)
De instellingen van Setup Menu zijn
verloren gegaan.
De met de timer gemaakte opname is
na verloop van tijd verloren gegaan en
kan daarom niet meer op de disc
worden bewaard, of de functie voor
afspelen in geprogrammeerde volgorde
kon niet worden geactiveerd omdat het
programma na verloop van tijd
verloren is gegaan.
(De melding knippert circa vier
seconden wanneer u het deck
inschakelt door indrukken van
?/1
.)
Name Full
Het titelgeheugen van de MD is vol
(met ongeveer 1700 tekens).
No Change
Terwijl u probeerde om het
opnameniveau te veranderen na het
opnemen, hebt u MENU/NO ingedrukt
zonder daadwerkelijk het
opnameniveau te veranderen waardoor
de beoogde verandering dus niet is
uitgevoerd.
No Disc Er zit geen MD in het deck.
No Name
Het muziekstuk of de disc heeft geen
titel.
No Program!
De functie voor afspelen in
geprogrammeerde volgorde werd
gekozen terwijl er geen programma is
samengesteld.
Premastered
Er is getracht op te nemen op een
voorbespeelde MD.
ProgramFull
Het maximale aantal muziekstukken is
geprogrammeerd. Er kunnen geen
verdere muziekstukken meer worden
geprogrammeerd.
REMOTE
De MD wordt bediend door een extern
apparaat dat is aangesloten op het
deck.
1)
S.F Edit!
Er is getracht een andere bediening uit
te voeren in de stand S.F Edit
(veranderen van het opnameniveau na
het opnemen, infaden, uitfaden).
In de stand S.F Edit kunt u geen andere
bedieningen uitvoeren.
Smart Space
De functie Smart Space is ingeschakeld
(blz. 19).
TOC Reading
Het deck is bezig met het controleren
van de inhoudsopgave (TOC) van de
MD.
1) Indien REMOTE onder andere omstandigheden in het
uitleesvenster verschijnt, schakel dan het deck uit en schakel
het daarna weer in.
Melding Betekenis
54
NL
Technische gegevens
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Ingangen
Uitgangen
Algemeen
Stroomvoorziening
Bijgeleverde accessoires
Zie blz. 10.
Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder licentie van
Dolby Laboratories.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Systeem Digitaal audiosysteem voor MDs
Disc MiniDisc
Laser Halfgeleiderlaser (λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-
uitgangsvermogen
Maximaal 44,6 µW
1)
1) Deze waarde is gemeten op een
afstand van ca. 200 mm van het
lensoppervlak van het optisch
blok, met een diafragma van
7 mm.
Eigenschappen
laserdiode
Materiaal: GaAlAs
Toerental (CLV) 400 omw/min tot 900 omw/min
Foutcorrectie ACIRC (Advanced Cross Interleave
Reed Solomon Code)
Bemonsterings-
frequentie
44,1 kHz
Codering ATRAC (Adaptive TRansform
Acoustic Coding)/ATRAC 3
Modulatiesysteem EFM (Eight-to-Fourteen
Modulation)
Aantal kanalen 2 stereokanalen
Frequentiebereik 5 20.000 Hz ±0,3 dB
Signaal/
ruisverhouding
Meer dan 100 dB tijdens afspelen
Snelheidsfluctuaties Beneden meetbare limiet
ANALOG IN Type aansluitbus: stekkerbus
Impedantie: 47 kilohm
Nominaal ingangsvermogen:
500 mVrms
Minimaal ingangsvermogen:
125 mVrms
DIGITAL IN OPT1 Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Impedantie: 660 nm (optische
golflengte)
DIGITAL IN OPT2 Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Impedantie: 660 nm (optische
golflengte)
DIGITAL IN COAXIAL Type aansluitbus: stekkerbus
Impedantie: 75 ohm
Nominaal ingangsvermogen:
0,5 Vp-p, ±20 %
PHONES Type aansluitbus: stereo-
telefoonstekker
Nominaal uitgangsvermogen:
28 mW
Belastingsimpedantie: 32 ohm
ANALOG OUT Type aansluitbus: stekkerbus
Nominaal uitgangsvermogen:
2,5 Vrms (bij 50 kilohm)
Belastingsimpedantie: meer dan
10 kilohm
DIGITAL OUT OPTICAL Type aansluiting: vierkante optische
stekkerbus
Nominaal uitgangsvermogen:
18 dBm
Belastingsimpedantie: 660 nm
(optische golflengte)
DIGITAL OUT COAXIAL Type aansluitbus: stekkerbus
Nominaal uitgangsvermogen:
0,5 Vp-p (bij 75 ohm)
Belastingsimpedantie: 75 ohm
Plaats van aanschaf Stroomvoorziening
V.S. en Canada 120 V AC, 60 Hz
Europa 230 V AC, 50/60 Hz
Stroomverbruik 20 W
Afmetingen (circa) 430 × 123,5 × 375,5 mm (b/h/d)
inclusief uitstekende onderdelen en
regelaars
Gewicht (circa) 10,5 kg
55
NL
Tabel van Edit Menu/Tabel van Setup Menu
Aanvullende informatie
Tabel van Edit Menu
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende montagefuncties die u met Edit Menu kunt gebruiken.
Om toegang te krijgen tot Edit Menu
Druk op MENU/NO zodat Edit Menu in het uitleesvenster verschijnt.
Opmerking
De beschikbare menuonderdelen kunnen afhankelijk van de betreffende bedieningsstand van het deck verschillen.
Tabel van Setup Menu
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende onderdelen van Setup Menu, inclusief de bijbehorende
parameters, fabrieksinstellingen en de bladzijden in de gebruiksaanwijzing waar u nadere bijzonderheden kunt vinden.
Om toegang te krijgen tot Setup Menu
Terwijl het deck is stopgezet, drukt u tweemaal op MENU/NO zodat Setup Menu in het uitleesvenster verschijnt.
Menuonderdeel Sub-onderdeel Functie Zie ook blz.
Name ?
Nm In ? Naamgeving van een muziekstuk of een MD 37
Nm Erase ? Wissen van een titel 39
Nm AllErs ? Wissen van alle titels op een MD 39
Nm Copy ? Kopiëren van een titel naar een muziekstuk of een MD 38
Tr Erase ? Wissen van een muziekstuk 32
Move ? Verplaatsen van een muziekstuk 36
Combine ? Samenvoegen van muziekstukken 35
Divide ? Onderverdelen van een muziekstuk 34
A-B Erase ? Wissen van een gedeelte van een muziekstuk 33
All Erase ? Wissen van alle muziekstukken op een MD 33
Undo ? Ongedaan maken van de laatste wijziging 40
S.F Edit ?
Tr Level ? Veranderen van het algehele opnameniveau na het opnemen 40
Fade In ?
Over een muziekstuk heen opnemen met gebruik van de functie
voor infaden bij opnemen
41
Fade Out ?
Over een muziekstuk heen opnemen met gebruik van de functie
voor uitfaden bij opnemen
41
Setup ? Rechtstreeks binnengaan van Setup Menu (zie hieronder)
Menuonderdeel
Sub-
onderdeel
Functie Parameters
Fabrieks-
instelling
Zie ook
blz.
Program ? Samenstellen van een programma ——28
T.Mark
In- en uitschakelen van functie voor automatisch
aanbrengen van muziekstuknummers
Lsyn/Off Lsyn 20
LS(T)
Wijzigen van activeringsniveau van functie voor
automatisch aanbrengen van muziekstuknummers
72 tot 0dB
1)
50dB 20
Auto In- en uitschakelen van Auto Space en Auto Pause Off/Space/Pause Off 30
S.Space In- en uitschakelen van Smart Space en Auto Cut On/Off On 19
P. H o ld In- en uitschakelen van piekvasthoudfunctie On/Off Off 18
M.Scan Instellen van de afspeelduur tijdens Music Scan 6 tot 20s 6s 26
F.in
Instellen van de duur van infaden bij afspelen en
opnemen
1.0 tot 15.0s 5.0s 43
F.out
Instellen van de duur van uitfaden bij afspelen en
opnemen
1.0 tot 15.0s 5.0s 43
56
NL
Tabel van Setup Menu
Aanvullende informatie
Om terug te keren naar een fabrieksinstelling
Druk op CLEAR terwijl u de parameter kiest.
Pitch
Wijzigen van de afspeelsnelheid in automatische
stappen
36 tot 0 0 42
Pfine Fijnafregeling van de afspeelsnelheid 87.5 tot 0.0% 0.0% 43
Dout
Veranderen van de bitlengte van het digitale
uitgangssignaal
24/16 bit 24 bit 46
Sleep Instellen van de duur van de SLEEP-timer
30/60/90/
120min
60min 44
Sleep In- en uitschakelen van de SLEEP-timer On/Off Off 44
Clock Set ? Instellen van de klok ——12
LPstamp
Automatisch laten aanbrengen van de toevoeging
LP: aan het begin van een muziekstuktitel tijdens
een lange opname
On/Off On 16
1) Afstelbaar in stappen van 2 dB
Menuonderdeel
Sub-
onderdeel
Functie Parameters
Fabrieks-
instelling
Zie ook
blz.
Index
Aanvullende informatie
57
NL
Index
A
Aanbrengen van
muziekstuknummers 20
Aansluiting 11
Afspelen
bepaald muziekstuk. Zie Opzoeken
invoeren van het cijfer 26
vanaf het eerste muziekstuk 24
Afspelen in geprogrammeerde
volgorde
de inhoud controleren 29
de inhoud wijzigen 29
programmeren 28
Afspelen in willekeurige volgorde 28
Afstandsbediening 6
AMS 25
Audio-aansluitsnoer 11
Auto Cut 19
Auto Pause 30
Auto Space 30
Automatisch laten aanbrengen van
muziekstuknummers 20
Automatische stapsgewijze
regeling 42
B
Batterij 10
Bemonsteringsfrequentieomzetter 16
Beperkingen van het systeem 50
Bijgeleverde accessoires 10
C
CD-synchroonopname 22
CONTROL A1II-
bedieningssysteem 47
D
Digitaal filter 47
Discmemo-kopieerfunctie 23
Disctitel 36
F
Fijnafregeling 43
H
Handmatig aanbrengen van
muziekstuknummers 20
Herhalen
alle muziekstukken. Zie Repeat All
Play
een bepaald gedeelte. Zie Repeat A-
B Play
huidige muziekstuk. Zie Repeat 1
Play
Hoofdtelefoon 24
I
Infaden 43
Input Monitor 18
K
Klokinstelling 12
L
LP-stand 16
M
MD (MiniDisc)
verwijderen 15, 24
wispreventienokje 15
Meeluisteren naar het ingangssignaal.
Zie Input monitor
Menu
Edit 55
Setup 55
Music Scan 25
Muziek-synchroonopname 22
N
Naamgeving
een nieuwe titel geven 39
hoe 36
kopiëren 38
Niveau
ingangssignaal 9, 15
opname 17
uitgangssignaal 25
O
Onderverdelen 34
Ongedaan maken 40
Opnemen
hoe 14
niveau 17
over bestaande muziekstukken
heen 14
stand 16
Optische kabel 11
Opzoeken
bepaald punt 26
muziekstukken 25
P
Pauzeren
na elk muziekstuk. Zie Auto Pause
Piek vasthouden 18
Piekniveaumeters 18
R
Repeat A-B Play 27
Repeat All Play 27
Repeat 1 Play 27
S
Samenvoegen 35
SCMS. Zie Serial Copy Management
System
Serial Copy Management System 51
SLEEP-timerfunctie 44
Smart Space 19
Stille passage
inlassen tijdens afspelen. Zie Auto
Space
wissen tijdens opnemen. Zie Smart
Space en Auto Cut
S.F Edit 40
T
Tijdelijk onderbreken
afspelen 24
opname 15
Tijdmachine-opname 21
Timer
afspelen 45
inslapen met muziek 44
opname 45
Titel laten bewegen 25
Index
Aanvullende informatie
58
NL
TOC 16, 32
Toonhoogteregeling 42
U
Uitfaden 44
Uitleesvenster
datum van opname 13
disctitel 25
meldingen 53
muziekstuktitel 25
resterende opnameduur 18
totaal aantal muziekstukken 9, 18
totale verstreken opnameduur 9, 18
uitleesvenster 8
waarde van toonhoogteregeling 9,
25
V
Verhelpen van storingen 51
Verplaatsen 36
W
Wissen
alle muziekstukken 33
alle titels 39
een gedeelte van een
muziekstuk 33
een muziekstuk 32
een muziekstuknummer 35
een titel 39
Z
Zelfdiagnosefunctie 52
/