Documenttranscriptie
Verwijdering van oude elektrische
en elektronische apparaten
(Toepasbaar in de Europese Unie
en andere Europese landen met
gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Het moet echter naar
een plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling.
De recycling van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties,
het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering
van huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen
(in de Europese Unie en andere
Europese landen met
afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop
dat de meegeleverde batterij van dit product niet
als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalbehandeling. Het
recycleren van materialen draagt bij tot het
vrijwaren van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met batterij
vereisen, dient deze batterij enkel door
gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te
worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een
juiste wijze zal worden behandeld, dient het
product aan het eind van zijn levenscyclus
overhandigd te worden aan het desbetreffende
inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch
en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij bij het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recyclen van
dit product of batterij, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
2NL
Kenmerken
Met de afstandsbediening RM-VL610T kunt u alle
A/V-componenten bedienen met één
afstandsbediening. U hebt dan niet voor elke A/Vcomponent een afzonderlijke afstandsbediening
nodig. Hierna volgen de belangrijke kenmerken
van het apparaat.
Centrale bediening voor A/V-componenten van
Sony met deze afstandsbediening
Deze afstandsbediening is in de fabriek ingesteld
om componenten van Sony te bedienen, dus na het
uitpakken kunt u de afstandsbediening
onmiddellijk gebruiken als regelcentrum voor uw
A/V-componenten van Sony.
Afstandsbedieningssignalen voor
componenten van andere merken dan Sony
zijn ook vooraf ingesteld
Deze afstandsbediening is vooraf ingesteld voor de
componenten van zowel de meeste grote merken
als Sony. U kunt componenten van andere merken
dan Sony bedienen met de afstandsbediening door
het type en het codenummer voor elke component
in te stellen (pagina 8).
Aanleerfunctie voor het programmeren van
verschillende andere
afstandsbedieningssignalen
Deze afstandsbediening beschikt over een
aanleerfunctie waarmee het apparaat de
afstandsbedieningssignalen kan "aanleren" die zijn
vereist om andere, niet vooraf ingestelde
componenten of functies te bedienen. (Als u deze
afstandsbediening dergelijke signalen wilt
"aanleren", gebruikt u de afstandsbediening die
wordt bijgeleverd bij de componenten die niet
vooraf zijn ingesteld.) (pagina 12)
Daarnaast kan deze afstandsbediening
afstandsbedieningssignalen "aanleren" (alleen
infraroodsignalen) van andere componenten dan
A/V-componenten, zoals airconditioning,
verlichting, enzovoort. (Bepaalde producten of
functies zijn wellicht niet beschikbaar.) (pagina 18)
Nieuwe componenten toewijzen
U kunt de componentkeuzetoetsen toewijzen om
andere componenten te bedienen. Dit is handig als
u beschikt over meer dan twee exemplaren van
dezelfde A/V-component (alleen als er een
componentkeuzetoets beschikbaar is). (pagina 24)
U kunt alleen televisies toewijzen aan de
componentkeuzetoets TV.
U kunt alleen een versterker toewijzen aan de
componentkeuzetoets AMP.
Starthandleiding
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de afstandsbediening kunt instellen voor het bedienen
van uw componenten.
Zoek eerst het viercijferige componentcodenummer voor uw component in de bijgeleverde lijst met
"Codenummers van componenten".
Als u het codenummer hebt
gevonden
Als u het codenummer niet kunt
vinden
Voorbeeld: een televisie met het
codenummer "8011" instellen
U kunt zoeken naar de componentcode die
beschikbaar is voor uw component.
1
1
Stel de modus voor code-invoer in op de
afstandsbediening.
2
Druk op de gewenste
componentkeuzetoets.
Stel de modus voor code-invoer in op de
afstandsbediening.
Druk op SET en MENU.
2
Druk op de gewenste
componentkeuzetoets.
3
Voer het codenummer in.
4
Sla de instelling op.
Druk op SET en MENU.
3
NL
Verzend achtereenvolgens de signalen
voor het codenummer.
Druk op PROG + of PROG – en vervolgens
op 1. Herhaal deze handeling tot de
component reageert.
Druk op ENT.
4
Sla de instelling op.
Druk op ENT.
Zie pagina 8 voor meer informatie.
Zie pagina 10 voor meer informatie.
Wordt vervolgd
3NL
Aanleerfunctie
Als de component niet goed functioneert, zelfs niet als het codenummer is ingesteld, kunt u de
RM-VL610T de functies van de afstandsbediening van uw component "aanleren".
Voorbeeld: het signaal H (afspelen) van de videorecorder "aanleren" onder de toets VCR H op de RMVL610T
1
Plaats de RM-VL610T recht tegenover de
afstandsbediening van de videorecorder.
4
Druk op de toets die u
de functie wilt "aanleren".
5
Houd de toets H (afspelen) op
de afstandsbediening van de
videorecorder ingedrukt tot de
toets VCR op de RM-VL610T gaat
branden.
6
Herhaal stap 4 en 5 om andere
functies "aan te leren".
7
Sla de instelling op.
Afstandsbediening van
de videorecorder
5 - 10 cm
tussenruimte
(ongeveer)
RM-VL610T
2
Stel de modus voor "aanleren" in op de
RM-VL610T.
Houd SET ten minste 3 seconden ingedrukt
tot het lampje SET knippert.
3
Druk op de gewenste
componentkeuzetoets.
Druk op SET.
Zie pagina 12 voor meer informatie.
4NL
Inhoudsopgave
Starthandleiding ...................................................... 3
Voorbereidingen
De batterijen installeren .......................................... 6
De batterijen vervangen ............................................ 6
Overige functies gebruiken
De bedieningselementen vergrendelen
— Hold-functie ................................................... 25
Alle instellingen wissen — De fabrieksinstellingen
van de afstandsbediening herstellen .................. 26
Bedieningselementen .............................................. 7
Basisfuncties
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................................... 27
De code voor vooraf ingestelde A/V-componenten
van andere merken dan Sony instellen
— Componentcodes instellen ............................... 8
Onderhoud ............................................................. 27
Een componentcode instellen .................................. 8
Controleren of het codenummer werkt .................. 9
Problemen oplossen .............................................. 28
Een componentcode instellen met de
zoekfunctie .......................................................... 10
De componenten bedienen met de
afstandsbediening .............................................. 11
Het volume regelen ................................................. 12
Signalen van een andere afstandsbediening
programmeren — Aanleerfunctie ....................... 12
Voor nauwkeurig aanleren ..................................... 14
Afstandsbedieningssignalen programmeren onder
de componentkeuzetoetsen en de SYSTEM
CONTROL-toetsen ............................................... 15
De "aangeleerde" functie van een toets wijzigen of
wissen ..................................................................... 16
Opmerkingen over het programmeren van
signalen voor een airconditioning ...................... 18
Technische gegevens ............................................. 27
Bijlagen
Overzicht van vooraf ingestelde functies .............. 30
Televisie .....................................................................
Videorecorder ...........................................................
Kabeldoos ..................................................................
Satelliettuner .............................................................
DVD-speler ...............................................................
CD-speler ..................................................................
MD-speler ..................................................................
DAT-deck ...................................................................
Cassettedeck .............................................................
Versterker ..................................................................
30
31
31
32
32
33
33
33
34
34
Index ...................................................................... 34
Geavanceerde functies
Het volume regelen van visuele componenten die
zijn aangesloten op een audiosysteem ............... 19
Een aanvullende functie aan de
componentkeuzetoetsen toevoegen .................. 20
De inschakelopdracht voor de geselecteerde
component verzenden door alleen op de
ingestelde componentkeuzetoets te drukken
(alleen voor Sony-componenten) ........................ 20
Een reeks opdrachten uitvoeren — Systeembedieningsfuncties .............................................. 21
Geprogrammeerde opdrachten wissen ................ 22
Een reeks opdrachten programmeren onder de
componentkeuzetoetsen ..................................... 23
Geprogrammeerde opdrachten wissen ................ 24
Andere componenten toewijzen aan de
componentkeuzetoetsen ..................................... 24
5NL
Voorbereidingen
De batterijen installeren
De batterijen vervangen
Schuif het deksel van de batterijhouder open en
plaats twee R6-batterijen (AA-formaat). Zorg ervoor
dat de plus- en minpolen (+ en –) van de batterijen
samenvallen met de aanduidingen + en – in de
batterijhouder.
Batterijen voor de afstandsbediening (twee R6batterijen (AA-formaat))
In normale omstandigheden gaan de batterijen
ongeveer 1 jaar mee. Als de afstandsbediening niet
goed werkt, zijn de batterijen wellicht leeg. Als dit
gebeurt, moet u de batterijen vervangen door
nieuwe.
Opmerking
Vervang de batterijen binnen één uur. Als u dit niet doet,
kunnen de ingestelde codenummers (pagina 8) en
"aangeleerde" afstandsbedieningssignalen (pagina 12)
worden gewist.
Opmerkingen over batterijen
• Combineer geen oude batterijen met nieuwe batterijen en
combineer geen verschillende typen batterijen.
• Als de batterijen elektrolyt lekken, maakt u de
batterijhouder schoon met een doek en vervangt u de
oude batterijen door nieuwe batterijen. Verwijder de
batterijen als u de afstandsbediening gedurende langere
tijd niet gebruikt om te voorkomen dat batterijen
elektrolyt gaan lekken.
• De bijgeleverde mangaanbatterijen zijn bedoeld om het
apparaat te testen.
Schuif de batterijen (plaats eerst de minpool) door
het geleideklemmetje in elk vak, zoals hieronder in
de afbeelding wordt weergegeven.
6NL
Bedieningselementen
1 Lampje SET
2 SET toets
3 Componentkeuzetoetsen
Gaan branden of knipperen tijdens de
bediening.
4 t (ingangskeuze) toets
5 DIGITAL toets
6 Cijfertoetsen
7 - toets
8 2 (volume) +/– toetsen*
9 % (dempen) toets*
0 Fastext-toets
qa SERVICE toets
qs FAVORITE toets
qd GUIDE toets
qf Cursorfunctietoetsen
qg RETURN toets
qh Afspeelfunctietoetsen
qj SYSTEM CONTROL-toetsen
qk 1 (aan/uit) toets
ql a (TV ON) toets
w; / (teletekst) toets
wa ENT (invoer) toets
ws PROG (PROGRAM) +/– toetsen
wd
(oproepen) toets
(PAP) toets
wf
wg
(display) toets
wh MENU toets
wj TOOLS toets
Voelstippen
De cijfertoets 5, de toets H en de toets PROG + beschikken over een voelstip voor gebruiksgemak.
* Opmerking over de toetsen 2 +/– en %
De afstandsbediening regelt of dempt het volume van de televisie wanneer u een visuele component selecteert. De
afstandsbediening regelt of dempt het volume van de versterker wanneer u een audiocomponent selecteert. U kunt deze
instelling wijzigen (pagina 19).
Opmerking
De functie van de bedieningstoetsen verschilt afhankelijk van de instellingen/bedieningsmodi.
In het "Overzicht van vooraf ingestelde functies" (pagina 30) wordt weergegeven hoe de afstandsbediening normaal
gesproken voor elke component functioneert in de in de fabriek ingestelde modus.
7NL
Basisfuncties
De code voor vooraf ingestelde
A/V-componenten van andere
merken dan Sony instellen
— Componentcodes instellen
Een componentcode instellen
De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld voor het
bedienen van A/V-componenten van Sony (zie de
onderstaande tabel). Als u de afstandsbediening gebruikt
voor in de fabriek ingestelde Sony-componenten, slaat u
de volgende procedures over.
U kunt de afstandsbediening ook gebruiken voor vooraf
ingestelde A/V-componenten van andere merken. Als u
de afstandsbediening wilt gebruiken voor A/Vcomponenten van andere merken, of voor Sonycomponenten die niet worden bediend door de
afstandsbediening, moet u de procedures uitvoeren om
de juiste code voor elke component in te stellen.
Componentkeuzetoets
TV
DVD
SAT
CBL
VCR
Vooraf ingestelde
component(en)
Televisie
Combinatie van
televisie/
videorecorder
DVD-speler
Satelliettuner
Kabeldoos
Videorecorder
CD
TAPE
AMP
CD-speler
Cassettedeck
Versterker
Fabrieksinstelling
Sony-televisie
Sony-DVD-speler
Sony-satelliettuner
Analoge kabeldoos
Sony-VHSvideorecorder
CD-speler van Sony
Sony-cassettedeck
Sony-versterker
Voorbeeld: een Philips-televisie instellen
1 Raadpleeg de tabellen in de bijgeleverde lijst
met "Codenummers van componenten" en
zoek het viercijferige componentcodenummer
voor de gewenste component.
Als er meer dan één codenummer wordt
vermeld, gebruikt u het codenummer dat als
eerste wordt vermeld.
Als u bijvoorbeeld een Philips-televisie wilt
instellen, moet u het codenummer 8086 gebruiken.
Opmerking
Een MD-speler kan worden ingesteld onder een van de
bovenstaande componentkeuzetoetsen. U kunt
componentkeuzetoetsen toewijzen zodat u signalen van
gewenste componenten kunt instellen. Zie "Andere
componenten toewijzen aan de componentkeuzetoetsen"
(pagina 24) voor meer informatie.
Zie "Overzicht van vooraf ingestelde functies" (pagina 30)
voor de functies van de toetsen voor elke component.
2 Houd SET ingedrukt en druk op MENU.
Het lampje SET gaat branden.
3 Druk op de componentkeuzetoets voor de
gewenste component.
Het lampje SET en de geselecteerde
componentkeuzetoets gaan branden.
8NL
4 Druk op de cijfertoetsen om het
viercijferige componentcodenummer op te
geven.
5 Druk op ENT.
3 Richt de afstandsbediening op de
component en druk op 1.
De geselecteerde componentkeuzetoets gaat
branden wanneer u op een functietoets drukt en de
toets gaat uit wanneer u de toets loslaat.
Het lampje SET en de componentkeuzetoets
gaan uit.
Als de componentkeuzetoets vijf keer knippert
voordat deze uitgaat, is het instellen niet
voltooid. Begin opnieuw vanaf stap 2.
De component moet worden uitgeschakeld.
4 Als dit lukt, controleert u of u met de
Opmerkingen
• Als u een componentcodenummer opgeeft dat niet wordt
vermeld in de tabel in de bijgeleverde lijst met
"Codenummers van componenten", of als u in de
verkeerde volgorde op de toetsen drukt, knippert de
componentkeuzetoets vijf keer en gaat de toets uit.
Controleer het componentcodenummer en probeer het
codenummer opnieuw in te stellen.
• U moet de stappen van de procedure binnen 20 seconden
van elkaar uitvoeren op de afstandsbediening. Als u dit
niet doet, wordt de instelprocedure geannuleerd. Begin
opnieuw vanaf stap 2 om de code in te stellen.
• Als u op SET drukt terwijl u de componentcode instelt,
worden alle codenummers gewist en wordt de
instelprocedure geannuleerd. Begin opnieuw vanaf stap
2.
Druk op SET om het instellen te annuleren.
afstandsbediening ook andere functies van
de component kunt bedienen, zoals het
selecteren van programma's en het
aanpassen van het volume.
Zie pagina 11 voor meer informatie.
Als de afstandsbediening niet werkt
Probeer de instelprocedure opnieuw uit te voeren met de
andere codes die voor de component worden vermeld, of
probeer het codenummer in te stellen met de zoekfunctie
(pagina 10).
Opmerking over de toetsen 2 +/– en %
Wanneer u een visuele component bedient, gaat de
toets TV branden om aan te geven dat de
afstandsbediening het volume van de televisie
regelt of dempt.
Controleren of het codenummer werkt
1 Schakel de component in met de aan/uitschakelaar.
Wanneer u een audiocomponent bedient, gaat de
toets AMP branden om aan te geven dat de
afstandsbediening het volume van de versterker
regelt of dempt.
2 Druk op de bijbehorende
componentkeuzetoets voor de component
die u hebt ingesteld.
De componentkeuzetoets gaat branden wanneer
u op de toets drukt en de toets gaat uit wanneer
u de toets loslaat.
U kunt het beste eerst de codes voor TV en AMP
instellen voordat u andere componenten instelt.
Opmerking over toetsen die al
afstandsbedieningssignalen hebben
"aangeleerd"
Als een ander signaal al is geprogrammeerd voor
een toets met de aanleerfunctie (pagina 12), blijft
dat "aangeleerde" signaal functioneren, zelfs als u
het componentcodenummer hebt ingesteld. Als u
de toets als een vooraf ingestelde functietoets wilt
gebruiken, moet u eerst het "aangeleerde" signaal
wissen (pagina 16).
9NL
Een componentcode instellen
met de zoekfunctie
U kunt een beschikbaar codenummer zoeken voor
een component waarvoor geen codenummer in de
bijgeleverde lijst met "Codenummers van
componenten" wordt vermeld.
2 Druk op de componentkeuzetoets voor de
gewenste component.
Het lampje SET en de geselecteerde
componentkeuzetoets gaan branden.
Voordat u de zoekfunctie start
Stel elke component in op de volgende status, zodat
de zoekfunctie goed functioneert.
Televisie, versterker: ingeschakeld
CD-speler, MD-speler*, cassettedeck: ingeschakeld met
een afspeelbron (disc, cassette, enzovoort)
Andere componenten: uitgeschakeld
* Als een van deze componenten is toegewezen aan
een van de componentkeuzetoetsen (pagina 24),
kunt u een componentcode instellen met de
zoekfunctie.
3 Druk op PROG + of PROG – en vervolgens
op 1 tot de component reageert op de
hierna beschreven manier.
Televisie, versterker: wordt uitgeschakeld
Videorecorder, kabeldoos, satelliettuner, DVDspeler: wordt ingeschakeld
CD-speler, MD-speler, cassettedeck: speelt af
Druk op PROG + om naar het volgende codenummer
te gaan.
Druk op PROG – om naar het vorige codenummer
te gaan.
De componentkeuzetoets knippert drie keer nadat de
cijfers een gehele cyclus hebben doorlopen.
Een gehele cyclus betekent bijvoorbeeld dat de
viercijferige codenummers die beginnen met "8",
één keer zijn doorlopen.
4 Druk op ENT.
1 Houd SET ingedrukt en druk op MENU.
Het lampje SET en de componentkeuzetoets
gaan uit.
Het lampje SET gaat branden.
Als de componentkeuzetoets vijf keer knippert
voordat deze uitgaat, is het instellen niet
voltooid. Begin opnieuw vanaf stap 1.
10NL
5 Controleer of het codenummer
functioneert door de instructies op pagina
9 uit te voeren.
Opmerkingen
• U moet de stappen van de procedure binnen 20 seconden
van elkaar uitvoeren op de afstandsbediening. Als u dit
niet doet, wordt de instelprocedure geannuleerd. Begin
opnieuw vanaf het begin om de code in te stellen.
• Als u op een andere toets dan PROG +/– en 1 drukt
terwijl u de componentcode instelt, worden alle
codenummers gewist en wordt de instelprocedure
geannuleerd. Begin opnieuw vanaf het begin.
De componenten bedienen met
de afstandsbediening
Wanneer u een component van een ander merk dan
Sony bedient, moet u ervoor zorgen dat u eerst de
componentcode instelt (pagina 8).
Druk op SET om het instellen te annuleren.
Voorbeeld: een videorecorder bedienen
1 Druk op de gewenste componentkeuzetoets.
De componentkeuzetoets gaat branden wanneer
u op de toets drukt en de toets gaat uit wanneer
u de toets loslaat.
2 Druk op een afspeelfunctietoets.
Zie "Overzicht van vooraf ingestelde functies"
(pagina 30) voor de functies van de toetsen voor
elke component.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen verschillen voor
bepaalde componenten of functies. Als dit het geval is,
programmeert u de afstandsbedieningssignalen met de
aanleerfunctie (pagina 12). Houd er echter rekening mee
dat componenten en functies die geen ondersteuning
bieden voor infraroodsignalen, niet functioneren met deze
afstandsbediening.
Wordt vervolgd
11NL
Het volume regelen
Druk op 2 +/– om het volume te regelen. Druk op
% om het geluid te dempen.
Wanneer u een visuele component selecteert, wordt
het volume van de televisie geregeld (de
componentkeuzetoets TV gaat branden), en wanneer
u een audiocomponent selecteert, wordt het volume
van de versterker geregeld (de componentkeuzetoets
AMP gaat branden). U kunt deze instelling wijzigen
(pagina 19).
Opmerkingen
• Als u de aanleerfunctie (pagina 12) hebt gebruikt om de
toetsen 2 +/– of % te programmeren om een signaal naar
een andere component te verzenden, wordt dat signaal
verzonden in plaats van de volumeregeling of de
dempingsfunctie van de televisie of versterker wanneer u
die component selecteert.
• Als u de aanleerfunctie (pagina 12) hebt gebruikt om de
toets 2 +/– of % voor de toets TV of AMP te
programmeren om een signaal naar een andere
component te verzenden, wordt dat signaal alleen
verzonden wanneer u de televisie of versterker selecteert.
Wanneer u een andere component selecteert, worden de
vooraf ingestelde signalen voor volumeregeling voor de
televisie of versterker verzonden.
• Als u een andere component hebt toegewezen aan de
toets TV of AMP (pagina 24), kan het volume van de
televisie of versterker niet worden geregeld, zelfs niet als
u een andere component selecteert.
12NL
Signalen van een andere
afstandsbediening
programmeren
— Aanleerfunctie
Als u componenten of functies wilt bedienen die
zelfs niet functioneren als u een
componentcodenummer instelt, gebruikt u de
volgende aanleerprocedure om een van de
programmeerbare toetsen van de afstandsbediening
de functies van een andere afstandsbediening te
"leren". U kunt de aanleerfunctie ook gebruiken om
de signalen van afzonderlijke toetsen te wijzigen
nadat u het componentcodenummer hebt ingesteld
(pagina 8). U kunt het beste een aantekening maken
van de "aangeleerde" toetsfuncties. (U kunt de
aantekening maken op de achterkant van de
bijgeleverde lijst met "Codenummers van
componenten".)
Opmerkingen
• Bepaalde specifieke afstandsbedieningssignalen kunnen
wellicht niet worden "aangeleerd".
• U kunt ook een monitor gebruiken voor weergave op de
computer (met een ingebouwde tuner) als de
afstandsbediening functies heeft "aangeleerd".
Voorbeeld: het signaal H (afspelen) van de
videorecorder programmeren onder de toets VCR
H (afspelen) op de afstandsbediening
4 Druk op de toets op de afstandsbediening
die u de functie wilt "aanleren".
1 Plaats de RM-VL610T recht tegenover de
afstandsbediening van de component.
Het lampje SET knippert en de geselecteerde
componentkeuzetoets gaat branden. (standbymodus voor de aanleerfunctie)
Afstandsbediening
van de component
ongeveer 5 - 10 cm
tussenruimte
RM-VL610T
2 Houd SET langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Het lampje SET knippert.
Als er al een ander signaal is "aangeleerd"
door die toets
Het lampje SET knippert twee keer en de
afstandsbediening keert terug naar de status die
de afstandsbediening had nadat in stap 3 op de
componentkeuzetoets is gedrukt. U kunt een
andere beschikbare toets de functie "aanleren" of
u kunt de al "aangeleerde" functie wissen
(pagina 16) en opnieuw beginnen vanaf het
begin.
5 Houd de toets op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot het lampje SET en de
componentkeuzetoets weer gaan branden.
3 Druk op de componentkeuzetoets voor de
component waarvoor u de signalen wilt
"aanleren".
Tijdens de gegevensoverdracht blijft alleen het
lampje SET branden en gaat de
componentkeuzetoets uit.
Als de gegevensoverdracht is voltooid, keert de
afstandsbediening terug naar de status van stap
3.
afstandsbediening
van de
component
Het lampje SET knippert en de geselecteerde
componentkeuzetoets gaat branden.
tijdens
gegevensoverdracht
gegevensoverdracht
voltooid
Wordt vervolgd
13NL
Als het lampje SET vijf keer knippert
Het "aanleren" is niet voltooid. Herhaal stap 4 en 5.
6 Herhaal stap 4 en 5 om andere toetsen functies
te "leren".
Het afstandsbedieningssignaal van een
andere component "aanleren"
Nadat u de twee afstandsbedieningen tegenover elkaar
hebt geplaatst zoals wordt beschreven in stap 1 op pagina
12, drukt u op de overeenkomende componentkeuzetoets
en voert u stap 4 en 5 uit om de aanleerfunctie uit te
voeren.
7 Druk op SET om het instellen te voltooien.
Opmerkingen
• Als u de stappen van de aanleerprocedure niet binnen 20
seconden van elkaar uitvoert, wordt de aanleerprocedure
beëindigd.
• Als u stap 5 niet binnen 10 seconden na stap 4 uitvoert,
keert de aanleerprocedure terug naar stap 3. Herhaal stap
4 terwijl de componentkeuzetoets brandt.
Druk op SET om het instellen te annuleren.
Als de afstandsbediening niet werkt
Als de "aangeleerde" functie voor de toets niet correct
werkt, moet u het "aanleren" nogmaals uitvoeren. (Als het
volume bijvoorbeeld zeer hoog wordt nadat u slechts één
keer op 2 + hebt gedrukt, kan er een storing zijn
opgetreden tijdens de aanleerprocedure.)
Als u een componentcode instelt nadat een
signaal is "aangeleerd"
Als u met de aanleerfunctie een signaal hebt
geprogrammeerd onder een toets, blijft dat signaal
functioneren, zelfs nadat u een componentcode instelt.
Opmerking over het signaal REC z
U kunt slechts één toets tegelijkertijd een functie "aanleren".
Daarom kunt u geen toetsencombinatie (zoals REC z + G)
leren aan één toets op de afstandsbediening. In dit geval
"leert" u de afstandsbediening de gecombineerde functie van
de toetsen op de component.
Wanneer u signalen "leert" aan 2 +/– of %
•Als u de aanleerfunctie hebt gebruikt om de
toetsen 2 +/– of % te programmeren om een
signaal te verzenden naar andere componenten
dan de televisie of versterker, wordt dat signaal
alleen verzonden met 2 +/– of % wanneer u die
component selecteert.
•Als u de aanleerfunctie hebt gebruikt om de
toetsen 2 +/– of % te programmeren om een
signaal naar de televisie of versterker te
verzenden, wordt dat signaal alleen verzonden
nadat u de televisie of versterker hebt
geselecteerd. Wanneer u andere componenten
selecteert, wordt het "aangeleerde" signaal
verzonden.
14NL
De signalen voor een airconditioning
"aanleren"
Zie "Opmerkingen over het programmeren van
signalen voor een airconditioning" op pagina 18
voor meer informatie.
Voor nauwkeurig aanleren
•Verplaats de afstandsbedieningen niet tijdens de
aanleerprocedure.
•Houd de toets die u een functie wilt "aanleren"
ingedrukt tot de afstandsbediening reageert zoals
wordt beschreven.
•Gebruik nieuwe batterijen in beide
afstandsbedieningen.
•Voer de aanleerprocedure niet uit op plaatsen die
worden blootgesteld aan direct zonlicht of sterke
fluorescerende lampen. (Anders kan er storing
optreden tijdens de aanleerprocedure.)
•Het detectiegebied van de afstandsbediening kan
verschillen, afhankelijk van de afstandsbediening.
Als het aanleren niet functioneert, wijzigt u de
posities van de twee afstandsbedieningen.
•Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert
van een afstandsbediening met een interactief
signaaluitwisselsysteem (wordt bij sommige Sonyversterkers bijgeleverd), kan het responssignaal van
de hoofdeenheid het aanleren op de
afstandsbediening verstoren. In dat geval moet u naar
een plaats gaan waar de signalen de hoofdeenheid
niet kunnen bereiken (zoals in een andere kamer).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren en vergrendel
de bedieningselementen met de Hold-functie
(pagina 25).
Componenten, zoals een airconditioning,
verwarming, elektrische apparaten en
elektrische rolluiken of gordijnen, kunnen
gevaarlijk zijn als ze per ongeluk
infraroodsignalen ontvangen.
Afstandsbedieningssignalen
programmeren onder de
componentkeuzetoetsen en de SYSTEM
CONTROL-toetsen
U kunt één bedieningsprocedure "leren" aan een
componentkeuzetoets en SYSTEM CONTROLtoetsen, zodat de bediening ook automatisch wordt
uitgevoerd wanneer u op de componentkeuzetoets
en SYSTEM CONTROL-toetsen drukt.
Als het bijvoorbeeld nodig is om de geselecteerde
ingang voor de versterker over te schakelen naar
DVD wanneer u een DVD-speler gebruikt, kunt u
de toets DVD "leren" een ingang te selecteren. Na
het "leren" wordt de geselecteerde ingang voor de
versterker automatisch overgeschakeld naar DVD
wanneer u op DVD drukt. (Voor deze bediening
moet de versterker eerst zijn ingeschakeld.)
Voorbeeld: het afstandsbedieningssignaal voor
de DVD-ingang voor de versterker "leren" aan
de componentkeuzetoets DVD op de
afstandsbediening
componentkeuzetoets gaat branden (standbymodus voor de aanleerfunctie).
Wanneer u signalen "leert" aan de SYSTEM
CONTROL-toetsen, kunt u de SYSTEM
CONTROL-toets loslaten wanneer het lampje
SET gaat branden. Het lampje SET gaat branden,
maar de SYSTEM CONTROL-toets gaat niet
branden.
Als er al een ander signaal is "aangeleerd"
door die toets
Het lampje SET knippert twee keer en de
afstandsbediening keert terug naar de status die de
afstandsbediening had nadat in stap 2 de toets SET
ingedrukt is gehouden. U kunt een andere beschikbare
toets de functie "aanleren" of u kunt de al "aangeleerde"
functie wissen (pagina 16) en opnieuw beginnen vanaf
het begin.
3 Houd de toets op de andere
1 Voer stap 1 en 2 uit (pagina 12).
2 Houd de componentkeuzetoets langer dan
3 seconden ingedrukt voor de component
waarvoor u de signalen wilt "aanleren".
afstandsbediening ingedrukt tot het lampje
SET gaat branden en de
componentkeuzetoetsen nogmaals
knipperen.
Tijdens de gegevensoverdracht blijft alleen het
lampje SET branden en gaat de
componentkeuzetoets uit.
Als het lampje SET vijf keer knippert
Als u signalen aan de SYSTEM CONTROL-toetsen
wilt leren, houdt u de gewenste SYSTEM
CONTROL-toets langer dan 3 seconden ingedrukt.
Het lampje SET en de geselecteerde
componentkeuzetoets gaan branden.
Het "aanleren" is niet voltooid. Herhaal stap 2 en 3.
4 Herhaal stap 2 en 3 om de
afstandsbedieningssignalen aan andere
toetsen te "leren".
5 Druk op SET om het "aanleren" te
voltooien.
Opmerkingen
Wanneer u signalen "leert" aan de SYSTEM
CONTROL-toetsen, gaat alleen het lampje SET
branden.
Wanneer het lampje SET gaat branden, kunt u
de componentkeuzetoets loslaten. Het lampje
SET knippert en de geselecteerde
• Als u de stappen van de aanleerprocedure niet binnen 20
seconden van elkaar uitvoert, wordt de aanleerprocedure
beëindigd.
• Als u stap 3 niet binnen 10 seconden na stap 2 uitvoert,
keert de aanleerprocedure terug naar stap 1. Herhaal de
procedure vanaf stap 2 terwijl de componentkeuzetoets
brandt.
Druk op SET om het "aanleren" te annuleren.
Wordt vervolgd
15NL
De "aangeleerde" functie van een toets
wijzigen of wissen
Als u de "aangeleerde" functie wilt wijzigen, wist u
eerst de functie en voert u de aanleerprocedure
opnieuw uit.
De "aangeleerde" functie van één toets wissen
2 Terwijl u de gewenste
componentkeuzetoets ingedrukt houdt,
drukt u op de toets die u wilt wissen.
Als het wissen van de "aangeleerde" functie is
voltooid, gaat de geselecteerde
componentkeuzetoets uit.
1,3
tijdens het
wissen van
gegevens
wissen van
gegevens
voltooid
Opmerking
U moet op de toets die u wilt wissen, drukken terwijl u
de componentkeuzetoets ingedrukt houdt. Als u de
componentkeuzetoets loslaat, schakelt de
afstandsbediening over naar de aanleerprocedure.
2
3 Druk op SET om het instellen te voltooien.
Druk op SET om het wissen te annuleren.
Voorbeeld: de "aangeleerde" functie van de
cijfertoets 1 in de modus voor de videorecorder
wissen
1 Houd SET langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Het lampje SET knippert.
16NL
De aangeleerde functie van de
componentkeuzetoets en SYSTEM CONTROLtoetsen wissen
Voorbeeld: de "aangeleerde" functie van de
toets TV wissen
Voorbeeld: alle "aangeleerde" functies van de
toets VCR wissen
1 Houd SET langer dan 3 seconden
ingedrukt.
1 Terwijl u SET ingedrukt houdt, drukt u op
de componentkeuzetoets TV en houdt u
deze toets langer dan 3 seconden ingedrukt.
Het lampje SET knippert.
x
2 Terwijl u x ingedrukt houdt, drukt u op de
componentkeuzetoets die u wilt wissen.
Als het wissen van de "aangeleerde" functie is
voltooid, gaat het lampje SET uit.
De aangeleerde functie van een SYSTEM
CONTROL-toets wissen
Als het wissen van de "aangeleerde" functie is
voltooid, gaan alle andere
componentkeuzetoetsen uit.
Terwijl u SET ingedrukt houdt, drukt u op de gewenste
SYSTEM CONTROL-toets en houdt u deze toets langer
dan 3 seconden ingedrukt.
Alle "aangeleerde" functiesignalen van een
bepaalde componentkeuzetoets wissen
tijdens het
wissen van
gegevens
wissen van
gegevens
voltooid
Opmerkingen
• Met deze handeling kunt u alleen de "aangeleerde"
functies van alle toetsen voor een bepaalde
component wissen.
• Zie pagina 16 als u één "aangeleerde" functie van een
componentkeuzetoets wilt wissen.
3 Druk op SET om het instellen te voltooien.
Druk op SET om het wissen te annuleren.
Wordt vervolgd
17NL
Opmerkingen over het programmeren
van signalen voor een airconditioning
Seizoensaanpassingen
Als u de instellingen van de airconditioning per
seizoen aanpast, moet u de
afstandsbedieningssignalen voor de nieuwe
instellingen programmeren op de
afstandsbediening.
Als het in-/uitschakelen niet correct
functioneert
Als de afstandsbediening alleen "ON" met één toets
en "OFF" met een andere toets kan uitvoeren,
terwijl de afstandsbediening van de airconditioning
"ON/OFF" kan bedienen met één toets, moet u het
signaal als volgt programmeren onder twee toetsen
van de afstandsbediening.
1 Wis het "aangeleerde" signaal voor in-/
uitschakelen van de geprogrammeerde toets op
de afstandsbediening.
2 Programmeer alleen het signaal voor inschakelen
van de airconditioning opnieuw onder de toets
op de afstandsbediening door de procedure bij
"Signalen van een andere afstandsbediening
programmeren – Aanleerfunctie" (pagina 12) uit
te voeren.
3 Programmeer het signaal voor uitschakelen van
de airconditioning onder een andere toets op de
afstandsbediening.
De twee toetsen van de afstandsbediening zijn
respectievelijk geprogrammeerd met het signaal
voor inschakelen en het signaal voor uitschakelen
van de airconditioning, zodat u de airconditioning
kunt bedienen met de afstandsbediening.
18NL
Geavanceerde functies
Het volume regelen van visuele
componenten die zijn
aangesloten op een
audiosysteem
De fabrieksinstelling voor de volumeregeling
wijzigen
De afstandsbediening is in de fabriek ingesteld
volgens het principe dat u het geluid van de visuele
componenten beluistert via de luidsprekers van de
televisie en het geluid van de audiocomponenten
via de luidsprekers die op de versterker zijn
aangesloten.
Als u bijvoorbeeld het volume wilt regelen wanneer
u een videorecorder gebruikt, hoeft u niet op de toets
TV te drukken om het volume van de televisie te
regelen.
In de volgende tabel worden de fabrieksinstellingen
weergegeven voor het volume dat wordt geregeld
voor elke component.
Componentkeuzetoets
TV
VCR
CBL
DVD
SAT
AMP
CD
TAPE
Regelt het volume van
Televisie
Televisie
Televisie
Televisie
Televisie
Versterker
Versterker
Versterker
1 Houd SET ingedrukt en druk op MENU.
Het lampje SET gaat branden.
2 Houd % ingedrukt en druk op 2 + of 2
–.
Als u echter de visuele componenten hebt
aangesloten op een audiosysteem, wilt u het geluid
van de televisie of de videorecorder wellicht
beluisteren via de luidsprekers die zijn aangesloten
op de versterker en niet via de luidsprekers van de
televisie. In dat geval moet u de fabrieksinstelling
wijzigen zodat u het volume van de visuele
componenten kunt regelen zonder eerst over te
schakelen naar de versterker.
Alle volumeregelingen instellen op AMP
Druk op 2 + terwijl u % ingedrukt houdt.
Alle componentkeuzetoetsen gaan branden
wanneer u op deze toetsen drukt en gaan uit
wanneer u deze loslaat.
Houd 2 + ingedrukt en druk op %.
Het instellen van de volumeregeling is voltooid.
Wordt vervolgd
19NL
Alleen de volumeregelingen van de
audiocomponenten instellen op AMP
Druk op 2 – terwijl u % ingedrukt houdt.
Alleen AMP gaat branden wanneer u op deze
toetsen drukt en gaat uit wanneer u de toetsen
loslaat.
Een aanvullende functie aan de
componentkeuzetoetsen
toevoegen
Houd 2 – ingedrukt en druk op %.
De inschakelopdracht voor de
geselecteerde component verzenden
door alleen op de ingestelde
componentkeuzetoets te drukken (alleen
voor Sony-componenten)
Het instellen van de volumeregeling is voltooid.
Wanneer een codenummer van een Sonycomponent is ingesteld voor een
componentkeuzetoets, wordt het inschakelsignaal
automatisch geprogrammeerd onder de toets. U
kunt de gewenste component selecteren en
inschakelen door alleen op de ingestelde
componentkeuzetoets te drukken.
Visuele componenten zijn:
televisie, videorecorder, analoge kabeldoos,
satelliettuner, DVD-speler
Audiocomponenten zijn:
CD-speler, MD-speler, cassettedeck, versterker
Druk op SET om het instellen te annuleren.
Opmerking
Als u de aanleerfunctie hebt gebruikt om de toetsen 2 +/–
of % te programmeren om een signaal te verzenden naar
een component, wordt de functie van de toetsen 2 +/– en
% niet gewijzigd met de bovenstaande procedure.
Voorbeeld: de inschakelopdracht wissen
1 Houd SET ingedrukt en druk op MENU.
Het lampje SET gaat branden.
2 Terwijl u 1 ingedrukt houdt, drukt u op
de gewenste componentkeuzetoets.
Terwijl u de toets 1 ingedrukt houdt, gaan de
componentkeuzetoetsen waaronder Sonycomponenten zijn ingesteld, in deze volgorde
knipperen.
20NL
TVtDVDtSATtCBLt
VCRtCDtTAPEtAMP
De componentkeuzetoetsen waaronder geen
Sony-componenten zijn ingesteld, gaan niet
knipperen.
Als u de instelling wilt annuleren, drukt u op SET.
De inschakelopdracht programmeren
Herhaal dezelfde procedure en druk op de
gewenste componentkeuzetoets.
Opmerkingen
• Als de componentcode voor een ander merk dan Sony is
ingesteld onder een componentkeuzetoets, kunt u de
inschakelfunctie niet programmeren onder die toets. Als
u de componentcode (pagina 8) wijzigt nadat u de
inschakelfunctie hebt ingesteld, wordt de
inschakelfunctie gewist. (De componentkeuzetoets
knippert twee keer om aan te geven dat u deze functie
niet kunt instellen.)
• Zelfs als u de aanleerfunctie (pagina 12) hebt gebruikt om
een signaal te programmeren onder een
componentkeuzetoets, kunt u de inschakelfunctie onder
die toets programmeren, maar kan deze functie niet
worden gebruikt. Als u de "aangeleerde" functie voor die
toets wist, kunt u de inschakelfunctie gebruiken.
Voorbeeld: als u een video wilt bekijken, kunt u
als volgt een reeks bedieningsopdrachten
instellen:
De televisie inschakelen.
r
De videorecorder inschakelen.
r
De versterker inschakelen.
r
De geselecteerde ingang van de versterker
instellen op VIDEO 1.
r
De ingangsmodus van de televisie instellen
op VIDEO 1.
r
Het afspelen van de video starten.
Een reeks opdrachten uitvoeren
— Systeem-bedieningsfuncties
Met de systeembedieningsfunctie kunt u een reeks
bedieningsopdrachten programmeren en deze
uitvoeren door op één toets te drukken. U kunt
maximaal 16 opeenvolgende stappen
programmeren onder elke SYSTEM CONTROLtoets (1 – 4).
Als u de systeembedieningsfunctie hebt ingesteld
voor een componentkeuzetoets (pagina 23), worden
de geprogrammeerde opdrachten uitgevoerd
wanneer u langer dan 2 seconden op de
componentkeuzetoets drukt.
Wanneer de geprogrammeerde opdrachten worden
uitgevoerd, wordt elk afstandsbedieningssignaal
verzonden.
Wordt vervolgd
21NL
Voorbeeld: de bovenstaande procedure
programmeren onder de toets SYSTEM CONTROL 2
1 Houd SET ingedrukt en druk op de toets
SYSTEM CONTROL 2.
Het lampje SET gaat branden.
Als er al een systeembedieningsfunctie
(systeembedieningsmacro) is ingesteld voor de
toets, knippert het lampje SET twee keer.
De instelprocedure wordt automatisch
geannuleerd.
2 Stel de systeembedieningsfunctie in.
Voor dit voorbeeld moet u in deze volgorde op
de toetsen drukken:
Opmerkingen
• Als u de procedure op een bepaald punt langer dan 20
seconden onderbreekt, wordt de instelmodus beëindigd
en wordt de reeks opdrachten tot dat moment
geprogrammeerd. In dit geval wist u het programma
(pagina 22) en start u opnieuw vanaf stap 1 om het
volledige programma vanaf het begin in te stellen. U
kunt niet doorgaan met programmeren zodra de
instelmodus is beëindigd.
• Als een SYSTEM CONTROL-toets al een
afstandsbedieningssignaal heeft "aangeleerd" (pagina 12),
kunt u een systeembedieningsfunctie
(systeembedieningsmacro) programmeren, maar werkt
de functie pas als u de aangeleerde functie wist. Zie "De
"aangeleerde" functie van een toets wijzigen of wissen"
op pagina 16 als u de aangeleerde functie wilt wissen.
• Als u het componentcodenummer (pagina 8) wijzigt of
een nieuw signaal programmeert met de aanleerfunctie
(pagina 12) onder een toets waarvoor een reeks
opdrachten is geprogrammeerd met de
systeembedieningsfunctie, wordt het nieuwe signaal
verzonden wanneer u op de bijbehorende SYSTEM
CONTROL-toets drukt.
• In de instelmodus kunt u geen geprogrammeerde
bedieningsstappen wissen. Als u per ongeluk een
onjuiste bedieningsstap hebt geprogrammeerd, start u
opnieuw vanaf stap 1.
• Als u meer dan 16 stappen probeert te programmeren,
wordt de instelmodus voor systeembediening beëindigd
en worden de geprogrammeerde 16 stappen
geregistreerd. Als u de stappen opnieuw wilt
programmeren, wist u het programma (pagina 22) en
start u opnieuw vanaf stap 1.
Tips voor het programmeren van de
systeembedieningsfuncties
Hierna vindt u informatie over het programmeren
van opeenvolgende bedieningsstappen.
De volgorde van de bedieningsstappen
U kunt maximaal 16 opeenvolgende stappen
programmeren voor elke SYSTEM CONTROLtoets (1 – 4), inclusief de eerste stap waarbij u op
een componentkeuzetoets drukt.
3 Druk op SET om het programmeren te
voltooien.
De SYSTEM CONTROL-toets gaat uit.
Bepaalde componenten accepteren wellicht geen
opeenvolgende afstandsbedieningssignalen.
Bepaalde televisies reageren bijvoorbeeld niet op
het signaal dat onmiddellijk volgt op het
inschakelsignaal. Dit betekent dat een reeks
opdrachten voor het inschakelen van de televisie en
het selecteren van de ingang wellicht niet correct
functioneert.
In dit geval moet u andere signalen voor andere
componenten invoegen, zoals in het onderstaande
voorbeeld:
Televisie inschakelent videorecorder
inschakelent afspelen op videorecordert ingang
van televisie selecteren
Een nieuwe reeks bedieningsopdrachten
programmeren voor die toetsen waarvoor al
een bedieningsprogramma is ingesteld
Geprogrammeerde opdrachten wissen
Wis het programma (pagina 22).
1 Houd SET ingedrukt en houd de SYSTEM
CONTROL-toets die u wilt wissen, langer
dan 3 seconden ingedrukt.
22NL
Een reeks opdrachten
programmeren onder de
componentkeuzetoetsen
Zoals voor de SYSTEM CONTROL-toetsen kunt u ook
een reeks bedieningsopdrachten programmeren voor de
componentkeuzetoetsen (maximaal 16 stappen).
Als u de opdrachten die met de
systeembedieningsfunctie zijn geprogrammeerd voor
een componentkeuzetoets, wilt uitvoeren, houdt u de
gewenste toets langer dan 2 seconden ingedrukt.
Voorbeeld: de procedure op pagina 21
programmeren voor de componentkeuzetoets
VCR
1 Houd SET ingedrukt en druk op de
componentkeuzetoets VCR.
Het lampje SET en de componentkeuzetoets
VCR gaan branden.
Als er al een bedieningsprogrammafunctie
(componentmacro) voor de toets is ingesteld,
knippert de toets twee keer. De instelprocedure
wordt automatisch geannuleerd.
2 Stel de bedieningsprogrammafunctie in.
Voor dit voorbeeld moet u in deze volgorde op
de toetsen drukken:
Opmerkingen
• Wanneer u minder dan 2 seconden op de toets drukt, werkt
de toets als normale componentkeuzetoets en werkt de
geprogrammeerde functie niet.
• Zie ook "Tips voor het programmeren van de
systeembedieningsfuncties" op pagina 22.
U kunt maximaal 16 opeenvolgende stappen
programmeren voor elke componentkeuzetoets,
inclusief de eerste stap waarbij u op een
componentkeuzetoets drukt.
3 Druk op SET om het programmeren te
voltooien.
De componentkeuzetoets VCR gaat uit.
Wordt vervolgd
23NL
Geprogrammeerde opdrachten wissen
1 Houd SET ingedrukt en houd de
componentkeuzetoets die u wilt wissen,
langer dan 3 seconden ingedrukt.
Opmerkingen
• U kunt een bedieningsprogrammafunctie
(componentmacro) programmeren voor een
componentkeuzetoets waarvoor een inschakelfunctie
(pagina 20) is geprogrammeerd. In dit geval wordt de
inschakelfunctie uitgevoerd wanneer u op de
componentkeuzetoets drukt, of wanneer u een andere
component selecteert terwijl een bedieningsprogramma
met opeenvolgende stappen wordt uitgevoerd.
• Als de procedure op een bepaald punt 20 seconden
wordt onderbroken, wordt de instelmodus beëindigd en
wordt de reeks opdrachten tot dat moment
geprogrammeerd. In dit geval wist u het programma
(pagina 24) en start u opnieuw vanaf stap 1 om het
volledige programma vanaf het begin in te stellen. U
kunt niet doorgaan met programmeren zodra de
instelmodus is beëindigd.
• Als een componentkeuzetoets al een
afstandsbedieningssignaal heeft "aangeleerd" (pagina 12),
kunt u een bedieningsprogrammafunctie
(componentmacro) programmeren, maar werkt de
functie pas als u de aangeleerde functie wist. Zie "De
"aangeleerde" functie van een toets wijzigen of wissen"
op pagina 16 als u de aangeleerde functie wilt wissen.
• Terwijl u een programma instelt, kunt u nogmaals op
dezelfde componentkeuzetoets drukken om een interval
van 0,4 seconden in te voegen voordat de volgende stap
wordt uitgevoerd. Voor het bovenstaande voorbeeld in
stap 2 kunt u een interval van 0,4 seconden invoegen
tussen het inschakelsignaal voor de televisie en het TV/
VIDEO-schakelsignaal terwijl het programma wordt
uitgevoerd door op de toetsen TVt1tTV te drukken.
24NL
Andere componenten toewijzen aan
de componentkeuzetoetsen
U kunt een andere component toewijzen aan een
van de componentkeuzetoetsen die niet worden
gebruikt.
Zodra u een componentkeuzetoets hebt ingesteld
op een ander type component, wordt het
codenummer voor de opgegeven component van
kracht.
Opmerkingen
• Als u de originele componentinstelling wilt gebruiken,
stelt u het componentcodenummer opnieuw in (pagina
8).
• Als u het componentcodenummer voor een nieuw merk
opgeeft zonder de vorige "aangeleerde" functies voor die
componentkeuzetoets te wissen, blijven de vorige
"aangeleerde" functies van kracht. Wis de functies die u
niet vaak gebruikt.
• U kunt alleen een televisie toewijzen aan de
componentkeuzetoets TV.
Overige functies gebruiken
De bedieningselementen
vergrendelen
— Hold-functie
U kunt alle toetsen vergrendelen met de Holdfunctie om ongewenste bediening van de toetsen te
voorkomen.
Terwijl de Hold-functie is ingeschakeld, kunt u
de functies niet gebruiken.
(Het lampje SET knippert
en de geselecteerde componentkeuzetoets
knipperen twee keer.)
(twee keer)
De bedieningselementen ontgrendelen
Houd 1 ingedrukt en druk op t en PROG –.
Het lampje SET en de geselecteerde
componentkeuzetoets knipperen één keer en de
Hold-functie wordt uitgeschakeld.
(één keer)
1 Houd 1 ingedrukt en druk op t en
PROG +.
Het lampje SET en de geselecteerde
componentkeuzetoets knipperen één keer en de
Hold-functie wordt ingeschakeld.
x
Alle toetsen zijn vergrendeld.
x
(één keer)
25NL
Alle instellingen wissen — De
fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening herstellen
U kunt alle afstandsbedieningssignalen die met de
"aanleerfunctie" zijn geprogrammeerd, wissen om
de fabrieksinstellingen van de afstandsbediening te
herstellen.
1 Houd 1 ingedrukt en druk op t en 2 –.
Wanneer u op de toets 1 en de toets t drukt,
gaan alle componentkeuzetoetsen uit. Wanneer
u op de toets 2 – drukt terwijl u de toets 1 en
de toets t ingedrukt houdt, gaat het lampje
SET branden en gaan de
componentkeuzetoetsen één voor één branden.
Als het lampje SET als laatste uitgaat, zijn alle
instellingen gewist en wordt de originele status
van de afstandsbediening hersteld.
26NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
•Laat het apparaat niet vallen en stoot niet tegen
het apparaat. Dit kan een storing veroorzaken.
•Zet het apparaat niet op een plaats in de buurt
van warmtebronnen of op een plaats die wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige
hoeveelheden stof of zand, vocht, regen of
mechanische schokken.
•Plaats geen vreemde voorwerpen in het apparaat.
Als een voorwerp of vloeistof in het apparaat
terechtkomt, moet u het apparaat laten nakijken
door bevoegde servicetechnici voordat u het
verder gebruikt.
•Stel de afstandsbedieningsdetectoren van de
componenten niet bloot aan direct zonlicht of
andere sterke verlichting. Te veel licht kan
handelingen met de afstandsbediening verstoren.
•Houd de afstandsbediening buiten het bereik van
kleine kinderen en huisdieren. Componenten,
zoals een airconditioning, verwarming,
elektrische apparaten en elektrische rolluiken of
gordijnen, kunnen gevaarlijk zijn als ze per
ongeluk infraroodsignalen ontvangen.
Onderhoud
Reinig het oppervlak met een zachte doek die licht
is bevochtigd met water of een mild zeepsopje.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals alcohol,
benzeen of thinner, omdat deze de afwerking van
het oppervlak kunnen beschadigen.
Technische gegevens
Werkingsafstand
Ongeveer 10 m (verschilt afhankelijk van componenten
van verschillende merken)
Stroomvereisten
Twee R6-batterijen (AA-formaat)
Levensduur van de batterijen
Ongeveer 1 jaar (verschilt afhankelijk van hoe vaak de
toetsen worden gebruikt; tot maximaal 300 keer per dag.)
Afmetingen
Ongeveer 54 × 210 × 27 mm
(b × h × d)
Gewicht
Ongeveer 168 g (inclusief batterijen)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
De geldigheid van het CE-keurmerk is beperkt tot de
landen/regio's waar dit keurmerk wettelijk moet
worden nageleefd, hoofdzakelijk in de landen van de
EER (Europese Economische Ruimte).
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur verkocht
in landen waar de EU-richtlijnen van kracht zijn
De fabrikant van dit apparaat is Sony Corporation,
1-7-1 Konan, Minato-ku, Tokio, Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor onderhouds- of garantiekwesties kunt u de
adressen gebruiken die in de afzonderlijke
onderhouds- of garantiedocumenten worden
vermeld.
27NL
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met het instellen of gebruik van de afstandsbediening, controleert u eerst de
batterijen (pagina 6) en controleert u vervolgens de onderstaande items.
Probleem
U kunt de componenten niet bedienen.
Oplossing
• Ga dichter bij de component staan. De maximale werkingsafstand is
ongeveer 10 m.
• Richt de afstandsbediening rechtstreeks op het apparaat en controleer
of er geen obstakels zijn tussen de afstandsbediening en de component.
• Schakel de componenten zo nodig eerst in.
• Controleer of u op de juiste componentkeuzetoets hebt gedrukt. In het
geval van een MD-speler of DAT-deck moet u controleren of de
gewenste component is geselecteerd.
• Controleer of de component geschikt is voor
infraroodafstandsbediening. Als de component bijvoorbeeld wordt
geleverd zonder afstandsbediening, kan de component wellicht niet
worden bediend met een afstandsbediening.
• U hebt een andere component toegewezen aan de
componentkeuzetoets. Controleer de component die aan die toets is
toegewezen en de componentcode.
U kunt het volume niet regelen.
• Als de visuele componenten zijn aangesloten op een audiosysteem,
moet u de afstandsbediening instellen zoals wordt beschreven bij "Het
volume regelen van visuele componenten die zijn aangesloten op een
audiosysteem" (pagina 19).
• U hebt een andere component toegewezen aan de toets TV of AMP
(pagina 24). In dit geval kan het volume niet worden geregeld wanneer
u andere componenten dan de televisie of versterker selecteert.
De componentkeuzetoetsen knipperen met een
• De batterijen zijn bijna leeg.
regelmatig interval wanneer u op een toets drukt.
Vervang de batterijen door nieuwe.
U kunt een component niet bedienen, zelfs niet nadat u
• Stel de componentcode correct in. Als de code die als eerste wordt
de componentcodenummers hebt ingesteld.
vermeld voor de component, niet functioneert, probeert u alle codes
voor de component in de volgorde waarin deze worden vermeld in de
bijgeleverde lijst met "Codenummers van componenten".
• Bepaalde functies zijn wellicht niet vooraf ingesteld. Als bepaalde of
alle toetsen niet correct functioneren, zelfs niet als u de
componentcodes hebt ingesteld, gebruikt u de aanleerfunctie om de
afstandsbedieningssignalen voor de component te programmeren
(pagina 12).
• De component kan wellicht worden bediend met een codenummer dat
niet wordt vermeld in de lijst met "Codenummers van componenten".
Zie "Een componentcode instellen met de zoekfunctie" (pagina 10) en
stel het codenummer opnieuw in met de zoekfunctie.
De afstandsbediening kan de afstandsbedieningssignalen • Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een
niet aanleren.
afstandsbediening met een interactief signaaluitwisselsysteem (wordt
bij sommige Sony-versterkers bijgeleverd), kan het responssignaal van
de hoofdeenheid het aanleren op de afstandsbediening verstoren. In dat
geval moet u naar een plaats gaan waar de signalen de hoofdeenheid
niet kunnen bereiken (zoals in een andere kamer).
U kunt een component niet bedienen, zelfs niet nadat u
• Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
de afstandsbedieningssignalen hebt geprogrammeerd met "aangeleerd". Zie "Voor nauwkeurig aanleren" (pagina 14) als dit niet
de aanleerfunctie.
het geval is en voer de aanleerprocedure opnieuw uit (pagina 12).
Het lampje SET knippert vijf keer tijdens de
•Het aanleren is niet voltooid. Zie "Voor nauwkeurig aanleren" (pagina
aanleerprocedure.
14) en voer de aanleerprocedure opnieuw uit (pagina 12).
• Er zijn geen beschikbare toetsen voor de "aanleerprocedure". Wis
aangeleerde functies die u niet vaak gebruikt (pagina 16) en voer de
aanleerprocedure uit.
Een componentkeuzetoets knippert vijf keer tijdens het
• De componentcodes kunnen niet worden ingesteld. Raadpleeg de
instellen.
bijgeleverde lijst met "Codenummers van componenten" en probeer de
componentcodes nogmaals in te stellen (pagina 8).
Het lampje SET knippert twee keer tijdens de
• Voor een geselecteerde componentkeuzetoets of een andere toets die u
aanleerprocedure.
wilt instellen, zijn al afstandsbedieningssignalen geprogrammeerd met
de aanleerfunctie (pagina 12). Wis de "aangeleerde" signalen (pagina
16) of selecteer een andere toets die geen "aangeleerde" signalen heeft
en probeer opnieuw in te stellen.
28NL
Probleem
Alle componentkeuzetoetsen knipperen twee keer.
Nadat u de inschakelopdracht voor een component hebt
geprogrammeerd, functioneert de componentkeuzetoets
niet correct.
De systeembedieningsfunctie of
bedieningsprogrammafunctie werkt niet correct.
Oplossing
• De Hold-functie is ingeschakeld. Schakel de Hold-functie uit (pagina
25).
• Er is al een aangeleerde functie ingesteld voor de componentkeuzetoets. Als
er al een aangeleerde functie is ingesteld (pagina 12), kunt u de
inschakelfunctie programmeren onder de componentkeuzetoets (pagina
20), maar functioneert de inschakelfunctie pas als u de "aangeleerde"
functie wist. Wis de "aangeleerde" functie nadat u de inschakelfunctie hebt
ingesteld.
Deze functie is alleen beschikbaar voor Sony-componenten.
• Wanneer u een systeembedieningsfunctie of
bedieningsprogrammafunctie programmeert, moet u ervoor zorgen dat
u de juiste stappen uitvoert (pagina 21, 23).
• Wijzig de richting van de afstandsbediening. Als het probleem blijft
optreden, plaatst u de geprogrammeerde componenten dichter bij
elkaar.
• Als de afstandsbedieningsontvangers van de componenten te ver uit elkaar
staan, of als een voorwerp de signalen tussen de componenten blokkeert,
functioneren bepaalde componenten wellicht niet op volgorde, zelfs niet als
u op de geprogrammeerde toets drukt. Als bepaalde componenten niet
correct functioneren wegens het bovenstaande of een andere reden, plaatst u
de componenten terug in de positie die ze hadden voordat u de
systeembedieningsfunctie of bedieningsprogrammafunctie hebt ingesteld.
Als u dit niet doet, kan de werking onjuist zijn wanneer u deze functies
opnieuw gebruikt.
• Bepaalde componenten worden wellicht niet altijd ingeschakeld met de
systeembedieningsfunctie of bedieningsprogrammafunctie. De reden
hiervoor is dat de stroom van de component beurtelings wordt in- en
uitgeschakeld wanneer het signaal voor in-/uitschakelen wordt
ontvangen. Controleer in dit geval of de component is in- of uitgeschakeld
voordat u de systeembedieningsfunctie gebruikt.
• Als u het componentcodenummer voor het merk van de
A/V-component wijzigt (pagina 8) dat is ingesteld onder een
componentkeuzetoets die is geprogrammeerd voor een reeks
opdrachten met de bedieningsprogrammafunctie, wordt het nieuwe
signaal verzonden wanneer u op de bijbehorende componentkeuzetoets
drukt.
• De intervallen tussen de stappen zijn wellicht te kort. Afhankelijk van
de componenten moet u wellicht een interval tussen opeenvolgende
stappen invoegen. U kunt een interval invoegen door in een andere
volgorde op de toetsen te drukken. (U kunt een interval tussen stappen
invoegen tijdens het programmeren van een componentkeuzetoets.)
• Als een SYSTEM CONTROL-toets of een componentkeuzetoets al een
afstandsbedieningssignaal heeft “aangeleerd” (pagina 12), kunt u een
systeembedieningsfunctie (systeembedieningsmacro) of een
bedieningsprogrammafunctie (componentmacro) programmeren, maar
werkt de functie pas als u de aangeleerde functie wist. Zie "De "aangeleerde"
functie van een toets wijzigen of wissen" op pagina 16 als u de aangeleerde
functie wilt wissen.
Klantenservice
Hulplijn beschikbaar
Als u vragen of problemen hebt
met betrekking tot de
afstandsbediening die niet
worden behandeld in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u
telefonisch contact opnemen met
de klantenservice. Het nummer
wordt vermeld op de
garantiekaart.
29NL
Bijlagen
Overzicht van vooraf ingestelde
functies
TOETSAANDUIDING
qk
52 +/–
6%
9FAV
(16:9)
7ROOD, GROEN,
GEEL, BLAUW
qaRETURN
qfa (TV ON)
qg/ (TELETEXT)
ql
(PAP)
0GUIDE
(EPG)
wdTOOLS
w;
(DISPLAY)
Opmerking
Er zijn wellicht bepaalde componenten of functies die niet
met deze afstandsbediening kunnen worden bediend.
Televisie
TOETSAANDUIDING
qd1
34qh
1 – 9, 0, -, ENT,
1 –, 2 –
1t (INPUT
SELECT)
waMENU
ws V
ws v
ws b
ws B
ws OK
qjPROG +/–
30NL
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Het programma wijzigen. Als u
bijvoorbeeld naar programma 5 wilt
gaan, drukt u op 0 en 5 (of op 5 en
ENT).
De ingangsmodus wijzigen.
Het scherm MENU openen.
De cursor naar boven verplaatsen.
De cursor naar beneden verplaatsen.
De cursor naar rechts verplaatsen.
De cursor naar links verplaatsen.
Het geselecteerde item in het scherm
MENU invoeren.
Programma met een hoger nummer: +
Programma met een lager nummer: –
FUNCTIE
De functie JUMP FLASHBACK of
CHANNEL RETURN van de televisie
uitvoeren, afhankelijk van de instelling
van de fabrikant van de televisie.
Volume omhoog: +
Volume omlaag: –
Het volume van de televisie dempen.
Druk nogmaals op de toets om het
dempen op te heffen.
Overschakelen naar WIDE.
Fastext-toetsen
De modus uitschakelen.
Overschakelen van teletekst naar
televisie.
Overschakelen naar teletekst.
Het scherm in tweeën delen zodat u
twee beelden tegelijk kunt bekijken.
De programmagids gebruiken.
Het optiemenu weergeven.
Het huidige programma op de televisie
weergeven.
wfSERVICE (stilzetten) Druk één keer op deze toets om een
stilstaande afbeelding weer te geven.
qs H
Afspelen.
qs m
Terugspoelen.
qs M
Snel vooruitspoelen.
qs z REC
Als u wilt opnemen, drukt u op H
terwijl u z REC ingedrukt houdt.
qs x
Stoppen.
qs X
Pauzeren.
qs .
Naar de vorige locatie gaan.
qs >
Naar de volgende locatie gaan.
qs
Opnieuw afspelen.
qs
Vooruitgaan.
qs REC STOP
Als u de opname wilt stoppen, drukt u
op x terwijl u z REC ingedrukt houdt.
qs REC PAUSE
Als u de opname wilt onderbreken,
drukt u op X terwijl u z REC
ingedrukt houdt.
Fastext gebruiken
Met Fastext hebt u via één druk op een toets
toegang tot pagina's.
Wanneer een Fastext-pagina wordt uitgezonden,
verschijnt een menu met kleurcodes onder aan het
scherm.
De kleuren van dit menu komen overeen met de
rode, groene, gele en blauwe toetsen op de
afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt met het menu
met kleurcodes.
De pagina wordt na enkele seconden weergegeven.
Videorecorder
TOETSAANDUIDING
qd1
34qh
1 – 9, 0, - , ENT,
1 –, 2 –
w;
(DISPLAY)
qf a
(ANT/SW)
1t
(INPUT SELECT)
waMENU
ws V
ws v
ws b
ws B
ws OK
qsm
qsH
qsM
qsREC z
qsx
qsX
qjPROG +/–
qaRETURN
Kabeldoos
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Het programma wijzigen. Als u
bijvoorbeeld naar programma 5 wilt
gaan, drukt u op 0 en 5 (of op 5 en
ENT).
Het schermdisplay weergeven.
De ondertiteling wijzigen.
TOETSAANDUIDING
qd1
7ROOD, GROEN,
GEEL, BLAUW
34
1 – 9, 0, -/-1t
(INPUT SELECT)
De ingangsmodus wijzigen.
Het scherm MENU openen.
De cursor naar boven verplaatsen.
De cursor naar beneden verplaatsen.
De cursor naar rechts verplaatsen.
De cursor naar links verplaatsen.
Het geselecteerde item in het scherm
MENU invoeren.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Als u wilt opnemen, drukt u op H
terwijl u REC z* ingedrukt houdt.
Laat eerst H los en vervolgens
REC z.
Stoppen.
Pauzeren.
Programma met een hoger nummer: +
Programma met een lager nummer: –
De modus uitschakelen.
* De toets REC z werkt niet alleen om te voorkomen dat
er per ongeluk wordt opgenomen.
0GUIDE
qaRETURN (EXIT)
qg / (TELETEXT)
waMENU
ws V
ws v
ws b
ws B
ws OK
qjPROG +/–
qk
ql
(PAP)
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Fastext-toetsen
Het programma wijzigen.
Als u bijvoorbeeld naar programma 5
wilt gaan, drukt u op 0 en 5.
De uitgang van de SAT-receiver
overschakelen naar de televisie.
(Wanneer u een televisiekabel of
antenne op de receiver aansluit,
schakelt de uitgang tussen een
televisie- en een SAT-programma.)
De Master Guide openen.
De modus uitschakelen.
Overschakelen naar teletekst.
Het scherm MENU openen.
De cursor naar boven verplaatsen.
De cursor naar beneden verplaatsen.
De cursor naar rechts verplaatsen.
De cursor naar links verplaatsen.
De Station Index openen als er geen
programmagids wordt weergegeven.
Het gemarkeerde programma
selecteren.
Programma met een hoger nummer: +
Programma met een lager nummer: –
Terugkeren naar de zender waarop het
laatst was afgestemd.
Het Help-scherm weergeven.
9FAV
8 SERVICE
Het Box Office-scherm weergeven.
Het scherm Services weergeven.
w;
(DISPLAY)
qsm
qsH
qsM
qsREC z
Het interactieve scherm weergeven.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Als u wilt opnemen, drukt u op H
terwijl u REC z* ingedrukt houdt.
Laat eerst H los en vervolgens
REC z.
Stoppen.
Pauzeren.
qsx
qsX
Wordt vervolgd
31NL
Satelliettuner
TOETSAANDUIDING
qd1
7ROOD, GROEN,
GEEL, BLAUW
34
1 – 9, 0, -/-1t
(INPUT SELECT)
0GUIDE
qaRETURN (EXIT)
qg / (TELETEXT)
waMENU
ws V
ws v
ws b
ws B
ws OK
qjPROG +/–
qk
ql
(PAP)
DVD-speler
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Fastext-toetsen
TOETSAANDUIDING
qd1
3qh 1 – 9, 0, ENT
Het programma wijzigen.
Als u bijvoorbeeld naar programma 5
wilt gaan, drukt u op 0 en 5.
De uitgang van de SAT-receiver
overschakelen naar de televisie.
(Wanneer u een televisiekabel of
antenne op de receiver aansluit,
schakelt de uitgang tussen een
televisie- en een SAT-programma.)
De Master Guide openen.
De modus uitschakelen.
Overschakelen naar teletekst.
Het scherm MENU openen.
De cursor naar boven verplaatsen.
De cursor naar beneden verplaatsen.
De cursor naar rechts verplaatsen.
De cursor naar links verplaatsen.
De Station Index openen als er geen
programmagids wordt weergegeven.
Het gemarkeerde programma
selecteren.
Programma met een hoger nummer: +
Programma met een lager nummer: –
Terugkeren naar de zender waarop het
laatst was afgestemd.
Het Help-scherm weergeven.
4-/-- (+10)
2DIGITAL
(AUDIO)
0GUIDE
qaRETURN
qhENT
9FAV
8 SERVICE
Het Box Office-scherm weergeven.
Het scherm Services weergeven.
w;
(DISPLAY)
qsm
qsH
qsM
qsREC z
Het interactieve scherm weergeven.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Als u wilt opnemen, drukt u op H
terwijl u REC z* ingedrukt houdt.
Laat eerst H los en vervolgens
REC z.
Stoppen.
Pauzeren.
qsx
qsX
* De toets REC z werkt niet alleen om te voorkomen dat
er per ongeluk wordt opgenomen.
Fastext gebruiken
Met Fastext hebt u via één druk op een toets
toegang tot pagina’s.
Wanneer een Fastext-pagina wordt uitgezonden,
verschijnt een menu met kleurcodes onder aan het
scherm.
De kleuren van dit menu komen overeen met de
rode, groene, gele en blauwe toetsen op de
afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt met het menu
met kleurcodes.
De pagina wordt na enkele seconden weergegeven.
32NL
qfa
(SUBTITLE)
w;
(DISPLAY)
waMENU
(DVD MENU)
wdTOOLS
ws V
ws v
ws b
ws B
ws OK
qjPROG + (>)
qjPROG – (.)
qk
qg/
qs H
qs m
qs M
qs z REC
qs x
qs X
qs .
qs >
qs
qs
qs REC STOP
7 ROOD, GROEN,
GEEL, BLAUW
8 SERVICE
9 FAV (FAVORITE)
1t
ql
(PAP)
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Cijfertoetsen: items instellen die zijn
geselecteerd op het scherm.
Nummer 10 en hoger selecteren.
De audiomodus wijzigen.
De Master Guide openen.
Terugkeren naar het vorige scherm.
De instelling invoeren. Items instellen
die zijn geselecteerd op het scherm.
De ondertiteling wijzigen.
De huidige afspeelstatus op het scherm
weergeven.
Het DVD-menu weergeven.
Het instelscherm openen.
De cursor naar boven verplaatsen.
De cursor naar beneden verplaatsen.
De cursor naar rechts verplaatsen.
De cursor naar links verplaatsen.
De selectie invoeren.
PROGRAM +:
Programma met een hoger nummer.
PROGRAM – :
Programma met een lager nummer.
Het deck selecteren.
Overschakelen naar teletekst.
Afspelen.
Terugspoelen.
Snel vooruitspoelen.
Als u wilt opnemen, drukt u op H
terwijl u z REC ingedrukt houdt.
Stoppen.
Pauzeren.
Naar het vorige liedje gaan.
Naar het volgende liedje gaan.
Opnieuw afspelen.
Vooruitgaan.
Als u de opname wilt stoppen, drukt u
op x terwijl u z REC ingedrukt houdt.
Fastext-toetsen.
Timer aan/uit.
Het titelmenu weergeven.
De ingangsmodus wijzigen.
De beschrijving van het programma
weergeven.
* De toets z REC werkt niet alleen om te voorkomen dat
er per ongeluk wordt opgenomen.
CD-speler
TOETSAANDUIDING
qd1
qsm
qsH
qsM
qsREC z
qsx
qsX
31 – 9, 0
4-/-- (+10)
qhENT
qs >
qs.
qk
(D.SKIP)
DAT-deck
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Houd REC z* ingedrukt en druk op H
om op te nemen.
Laat eerst H los en laat vervolgens
REC z los.
Stoppen.
Pauzeren.
Het tracknummer selecteren. Met 0
wordt track 10 geselecteerd.
Zie de beschrijvingen voor de toets +10
hierna als u tracknummers boven 10
wilt selecteren.
Nummer 10 en hoger selecteren.
De instelling invoeren.
De volgende track selecteren.
De vorige track selecteren.
De volgende disc selecteren.
TOETSAANDUIDING
qd1
qsm
qsH
qsM
qsREC z
qsx
qsX
31 – 9, 0
qhENT
qs>
qs.
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Houd REC z* ingedrukt en druk op H
om op te nemen.
Laat eerst H los en laat vervolgens
REC z los.
Stoppen.
Pauzeren.
Een programmanummer selecteren.
De instelling invoeren.
Naar het volgende liedje gaan.
Naar het vorige liedje gaan.
* De toets REC z werkt niet alleen om te voorkomen dat
er per ongeluk wordt opgenomen.
MD-speler
TOETSAANDUIDING
qd1
qsm
qsH
qsM
qsREC z
qsx
qsX
31 – 9, 0
4-/-- (+10)
qhENT
qs>
qs.
qk
(D.SKIP)
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Houd REC z* ingedrukt en druk op H
om op te nemen.
Laat eerst H los en laat vervolgens
REC z los.
Stoppen.
Pauzeren.
Het tracknummer selecteren. Met 0
wordt track 10 geselecteerd.
Zie de beschrijvingen voor de toets +10
hierna als u tracknummers boven 10
wilt selecteren.
Nummer 10 en hoger selecteren.
De instelling invoeren.
De volgende track selecteren.
De vorige track selecteren.
De volgende disc selecteren.
Wordt vervolgd
33NL
Cassettedeck
TOETSAANDUIDING
qsm
qsH
qsM
qsREC z
qsx
qsX
4-/-- (n)
qhENT (n)
qaRETURN (z)
ws V (H)
wd TOOLS
ws b (M)
ws B (m)
ws v (X)
qk
(A/B)
wd TOOLS (x)
FUNCTIE
Terugspoelen.
Afspelen.
Snel vooruitspoelen.
Houd REC z*1 ingedrukt en druk op H
om op te nemen. Laat eerst H los en
laat vervolgens REC z los.
Stoppen.
Pauzeren.
Teruggaan.
Teruggaan.
Houd RETURN*1 ingedrukt en druk
op V om op te nemen. Laat eerst V los
en laat vervolgens RETURN los.
Afspelen.*2
Het instelscherm openen.
Snel vooruitspoelen.*2
Terugspoelen.*2
Pauzeren.*2
Het cassettedeck selecteren: Deck A of
Deck B (alleen voor dubbel
cassettedeck).
Stoppen.*2
*1 De toets REC z en de toets RETURN werken niet alleen
om te voorkomen dat er per ongeluk wordt opgenomen.
*2 Wordt geactiveerd wanneer u een dubbel cassettedeck
gebruikt
(voor cassettedeck A van een Sony-component)
Index
A
Aanleerfunctie 12
Afstandsbediening vergrendelen 25
B
Batterijen 6
C
Cijfertoetsen 9, 16
Codenummers 8, 10
Componentkeuzetoetsen
andere componenten toewijzen 24
inschakelfunctie instellen 20
reeks opdrachten programmeren 23
signaal programmeren 13
D, E
% (dempen) toets 9, 12, 14, 19
F, G, H
Fabrieksinstelling 26
I, J, K, L, M, N, O
Inschakelfunctie instellen 20
P, Q, R
Problemen oplossen 28
PROGRAM toets 10
S, T, U
Systeembedieningsfuncties 21
Versterker
TOETSAANDUIDING
qd1
31
32
33
34
35
36
37
38
39
30
1t
(INPUT SELECT)
52 +/–
6%
qjPROG +/–
qk
(SHIFT)
34NL
V
FUNCTIE
In- en uitschakelen.
De ingangsbron selecteren: VIDEO 1
De ingangsbron selecteren: VIDEO 2
De ingangsbron selecteren: AUX
De ingangsbron selecteren: TUNER
De ingangsbron selecteren: CD
De ingangsbron selecteren: TAPE
De ingangsbron selecteren: MD
De ingangsbron selecteren: TV
De ingangsbron selecteren: PHONO
De ingangsbron selecteren: DVD
De geselecteerde ingang opeenvolgend
wijzigen.
Volume omhoog: +
Volume omlaag: –
Het volume van de versterker dempen.
Druk nogmaals op de toets om het
dempen op te heffen.
Frequentie omhoog tijdens vooraf
instellen of afstemmen: +
Frequentie omlaag tijdens vooraf
instellen of afstemmen: –
De band of voorkeursselectie wijzigen.
2 (volume) toetsen 9, 12, 14, 19, 26
Volumeregeling 9, 12, 19
Vooraf ingestelde componenten 8
W, X, Y, Z
Wijzigen 16
Wissen 26
Wissen/wijzigen
aangeleerd signaal 16, 17
inschakelopdracht 20