Documenttranscriptie
3-223-017-31 (1)
Integrated Remote
Commander
Gebruiksaanwijzing
NL
Bruksanvisning
SE
RM-VL900T
© 2000 by Sony Corporation
Kenmerken
Met de veelzijdige RM-VL900T afstandsbediening kunt u al uw
audio/video-apparatuur vanuit één punt bedienen; geen gedoe met
voor elk toestel een aparte afstandsbediening, allemaal anders en
lastig uiteen te houden. Hieronder de overwegende voordelen van
deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/videocomponenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk
een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/videocomponenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening geschikt voor alle grote merken,
ook andere dan Sony. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur
hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (zie blz. 8).
Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste
bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn
ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening
(zie blz. 15).
Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/
video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode
signalen en niet altijd voor alle functies) (zie blz. 35).
NL
Veelzijdige extra toetsen voor nieuwe componenten
De component-keuzetoetsen zijn omschakelbaar voor de bediening
van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u er van
bepaalde apparatuur twee of meer heeft (zie blz. 32).
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen
onder de SYSTEM CONTROL toetsen vastleggen, om ingewikkelde
functies geheel te automatiseren (zie blz. 23).
Geschikt voor gegevensuitwisseling met een andere
afstandsbediening
U kunt allerlei gegevens zoals nieuw aangeleerde signalen,
bedieningsreeksen van de SYSTEM CONTROL toetsen e.d.
uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening.
3NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Batterij-inleg ................................................................................................. 6
Wanneer de batterijen te vervangen ................................................................. 6
Plaats en functie van de bedieningsorganen ............................................... 7
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur ........................... 8
Kiezen van de code voor een component ........................................................ 8
Controleren of het codenummer werkt ......................................................... 10
Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie ............................. 11
Op afstand bedienen van uw apparatuur ................................................... 12
Instellen van de geluidssterkte ....................................................................... 13
Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten .................... 14
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie ................. 15
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies ............................................ 18
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie .......................................... 19
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een
stereo-installatie ...................................................................................... 21
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties
— System Control functies ...................................................................... 23
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM
CONTROL toetsen ......................................................................................... 24
Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen ........................ 27
Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de
component-keuzetoetsen .............................................................................. 27
Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando's in een
bedieningsreeks .............................................................................................. 29
Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen .......... 30
Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component
(alleen voor Sony apparatuur) ..................................................................... 30
Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen ......... 32
De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een
andere toets ..................................................................................................... 34
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL
toetsen ..................................................................................................... 35
Opmerkingen over het “aanleren” van de bedieningssignalen voor een
airconditioning ............................................................................................... 37
Gegevensuitwisseling tussen afstands bedieningseenheden .................... 38
Verzenden van gegevens ................................................................................. 38
Ontvangst van gegevens .................................................................................. 40
4NL
Andere nuttige functies
Blokkeren van de toetsen — Hold toetsbeveiliging .................................. 43
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ................................................................................ 44
Technische gegevens .................................................................................. 44
Verhelpen van storingen ............................................................................. 45
Aanhangsels
Overzicht van vooringestelde functies ....................................................... 48
TV-toestel ............................................................................................................ 48
Videorecorder .................................................................................................... 49
CBL: kabel-TV ontvanger ................................................................................ 49
SAT: satelliet-ontvanger ................................................................................... 50
DVD: DVD-speler ............................................................................................. 50
VD: Videodisc-speler ........................................................................................ 51
CD: compact disc speler ................................................................................... 51
MD: minidisc-recorder ..................................................................................... 52
DAT: digitaal cassettedeck ............................................................................... 52
TAPE: cassettedeck ........................................................................................... 53
AMP: versterker ................................................................................................ 53
Index ........................................................................................................... 54
5NL
Voorbereidingen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop
de afstandsbediening open en
plaats hierin vier stuks R6 (AAformaat) batterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle
batterijen met de + en - polen in de
juiste richting ligen, zoals
aangegeven met de + en - in het
batterijvak.
Wanneer de batterijen te
vervangen
Batterijen voor de
afstandsbediening (vier stuks
R6 (AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden
zullen de batterijen ongeveer vijf
maanden meegaan. Als uw
apparatuur niet meer zo vlot op
de afstandsbediening reageert,
kunnen de batterijen bijna leeg
zijn. Als u dit bemerkt, dient u de
batterijen door nieuwe te
vervangen.
Opmerking
Wacht niet meer dan een uur met het
vervangen van de batterijen, anders
kunnen de vastgelegde codenummers
(zie blz. 8) en de aangeleerde functies
(zie blz. 15) uit het geheugen
verdwijnen.
Omtrent de batterijen
Plaats de batterijen met de
negatieve onderkant eerst in de
geleideklem van elk batterijvakje,
zoals hierboven aangegeven.
6NL
• Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen door elkaar en vooral geen
verschillende typen batterijen
tegelijk.
• Mocht de elektrolyt uit een batterij
lekken, veeg de vervuilde delen van
het batterijvak dan grondig schoon
met een doekje en vervang de oude
batterijen door nieuwe. Om
batterijlekkage te voorkomen, kunt u
beter de batterijen uit de
afstandsbediening verwijderen
wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken.
Plaats en functie van de bedieningsorganen
1 Insteltoets (S)
2 Instel-indicatorlampje
3 Component-keuzetoetsen
Deze lichten op of knipperen
tijdens de bediening.
4 Cijfertoetsen/Versterkeringangskeuzetoetsen (AMP
INPUT)
5 - (1–) tientaltoets
6 t ingangskeuzetoets
7 / schermweergavetoets
8 Afspeelfunctietoetsen of
Fastext-toetsen
9 Cursortoetsen en OK toets
0 Menutoets (MENU)
qa 2 +/– volumetoetsen*
qs % geluiddempingstoets*
qd Bedieningsreeks-toetsen
(SYSTEM CONTROL)
qf 1 aan/uit-toets
qg Invoertoets (ENT/2-)
qh a sluimerfunctietoets
qj Gidstoets (GUIDE)
qk Zenderkeuzetoetsen (PROGR
+/-)
ql wisseltoets
* Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingtoets
Na het kiezen van een videocomponent kunt u met de
afstandsbediening het TV-geluid
instellen of desgewenst afzetten. Na het
kiezen van een audio-component kunt
u met de afstandsbediening de
geluidsweergave via de versterker
instellen of desgewenst afzetten.
U kunt deze instellingen ook wijzigen
(zie blz. 21).
OPMERKING
De functies van de bedieningstoetsen kunnen veranderen, afhankelijk van de
gekozen instellingen/bedieningsfuncties e.d. Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke
componenten.
Deze instellingen kunt u ook zelf nog wijzigen en sommige toetsen worden
specifiek gebruikt in de instelprocedure, zoals beschreven op de eerstvolgende
pagina’s.
7NL
Basisbediening
Instellen van de code
voor vaste audio/
video-apparatuur
De afstandsbediening is in de
fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony audio/videoapparatuur (zie de onderstaande
tabel). Als u de afstandsbediening
wilt gebruiken voor deze Sony
componenten, kunt u de hierna
volgende paragrafen overslaan.
U kunt de afstandsbediening
echter ook gebruiken voor de
audio/video-apparatuur van
andere merken. Voor de bediening
van andere componenten dient u
wel eerst de onderstaande
aanwijzingen te volgen om de
juiste code(s) voor de apparatuur
vast te leggen.
Componentkeuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
Voor de
bediening van
TV-toestel
TV/
videorecorder
combinatie
Videorecorder
TAPE
Satellietontvanger
DVD
videodiscspeler
Compact
disc speler
Minidiscrecorder
Cassettedeck*
AMP
Versterker
DVD
CD
MD
Fabrieksinstelling
Sony TVtoestel
Sony VHS
videorecorder
Sony satellietontvanger
Sony DVDspeler
Sony CDspeler
Sony minidiscrecorder
Sony
cassettedeck
Sony
versterker
* Gewoon analoog audio-cassettedeck
OPMERKING
De CBL stand voor kabel-TV ontvanger
en de VD stand voor een LaserDiscspeler kunnen ook worden ingesteld
voor elk van de bovenstaande
component-keuzetoetsen en de andere
standen zijn ook om te zetten.
Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies
van de diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
8NL
Kiezen van de code voor
een component
Voorbeeld: voor bediening van
een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de
bijgeleverde lijst met
“Componentcodenummers” om de
juiste drie-cijfer code voor
het te bedienen apparaat te
vinden.
Als er meer dan een
codenummer vermeld staat,
kiest u het eerste daarvan.
Om de afstandsbediening
bijvoorbeeld in te stellen op
bediening van een Philips TV
kiest u codenummer 011.
2 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
3 Druk op de componentkeuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
4 Druk op de cijfertoetsen om
het driecijferige
component-codenummer in
te voeren.
De gekozen componentkeuzetoets dooft telkens even
wanneer u op een cijfertoets
drukt.
Opmerkingen
• Als u een codenummer invoert dat
niet voorkomt in de bijgeleverde lijst
met “Component-codenummers”, of
als u de toetsen in de verkeerde
volgorde indrukt, dan knippert de
component-keuzetoets vijfmaal en
dooft daarna. Controleer dan het
component-codenummer en probeer
de instelling opnieuw.
• Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure. Begint u
dan overnieuw vanaf stap 2.
• Als u op de S (set) toets drukt tijdens
het instellen van de componentcode,
dan worden alle codenummers
gewist en vervalt de instelprocedure.
Begint u dan overnieuw vanaf stap 2.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
5 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft nu definitief.
Als de component-keuzetoets
vijfmaal knippert voordat deze
dooft, geeft dit aan dat de
instelling incompleet is. Begin
dan opnieuw vanaf stap 2.
wordt vervolgd
9NL
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Controleren of het
codenummer werkt
1 Druk op de componentkeuzetoets voor het
apparaat dat u hebt
ingesteld.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
2 Schakel het te bedienen
apparaat in met de aan/uitschakelaar op het apparaat
zelf.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken...
Probeer of het beter lukt na instellen
van een andere code uit de tabel voor
dezelfde component of probeer het
codenummer te vinden met de
zoekfunctie (zie blz. 11).
Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingtoets
Bij de bediening van een videocomponent licht de TV toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van het TV-toestel
regelt of het TV-geluid dempt.
Bij de bediening van een audiocomponent licht de AMP toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van de versterker
regelt of de geluidsweergave
dempt.
3 Richt de afstandsbediening
op het voorpaneel van het
apparaat en druk op de 1
aan/uit-toets.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
Nu hoort het apparaat te
worden uitgeschakeld.
4 Als het tot zover goed
verloopt, kunt u
controleren of de andere
functies van het apparaat
ook goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
zenderkeuze en de
volumeregeling.
Zie voor nadere
bijzonderheden blz. 48.
10NL
Het is aanbevolen eerst de TV en
AMP codes voor het TV-toestel,
resp. de versterker in te stellen
alvorens u dit voor de andere
componenten doet.
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al
eerder een signaal is
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (zie blz. 15), zal de
“aangeleerde” functie blijven
werken, ook al stelt u een ander
component-codenummer in. Voor
gebruik als een vaste componentbedieningstoets zult u dan eerst de
“aangeleerde” functie moeten
wissen (zie blz. 19).
Opzoeken van een
componentcode met de
zoekfunctie
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
U kunt een beschikbaar
codenummer opzoeken voor een
component die er nog geen heeft,
in de bijgeleverde lijst met
“Component-codenummers”.
Alvorens de zoekfunctie in te
schakelen
Zet de componenten in de
volgende stand om de zoekfunctie
naar behoren te laten werken.
TV-toestel: ingeschakeld
Videorecorder, satellietontvanger, kabel-TV ontvanger,
DVD-speler, versterker:
uitgeschakeld
VD videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder, TAPE
cassettedeck: ingeschakeld met
een geluidsbron klaar voor
weergave (disc, cassette, enz.)
2 Druk op de componentkeuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
3 Druk de PROGR + of de
PROGR – toets en de 1
aan/uit-toets om beurten in
totdat de component naar
behoren reageert, als volgt.
Uitschakelend: TV
Inschakelend: videorecorder,
satelliet-ontvanger, kabel-TV
ontvanger, DVD-speler of
versterker
De weergave begint: VD
videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder of TAPE
cassettedeck
Druk op de PROGR + toets om
door te gaan naar het volgende
codenummer.
Druk op de PROGR – toets om
terug te gaan naar het vorige
codenummer.
De component-keuzetoets
knippert driemaal nadat de
cijfers een gehele cyclus
doorlopen hebben.
wordt vervolgd
11NL
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Opmerking
Druk altijd eerst op de PROGR +/–
toets voordat u op de 1 aan/uittoets drukt. Anders kan de
zoekfunctie niet naar behoren
werken.
Op afstand bedienen
van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander
merk dan Sony te bedienen, zult u
eerst de betreffende componentcode moeten instellen (zie blz. 8)
4 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft.
5 Controleer of het
codenummer werkt,
volgens de aanwijzingen op
blz. 10.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Voorbeeld: Afspelen van een
compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
De component-keuzetoets
licht op wanneer u er op
drukt, en dooft wanneer u
de toets loslaat.
12NL
2 Druk op de gewenste
afspeelfunctietoets.
Zie het “Overzicht van
vooringestelde functies” (op
blz. 48) voor de functies van de
diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen
voor bepaalde componenten en
functies wel eens ietwat afwijken. Dan
kunt u het juiste bedieningssignaal
beter zelf programmeren met de
aanleerfunctie (zie blz. 15). Het is echter
alleen mogelijk functies te
programmeren die net als deze
afstandsbediening werken met
infrarode stralen.
Instellen van de
geluidssterkte
Druk op de 2 +/– volumetoetsen
om de geluidssterkte te regelen en
op de % dempingstoets om het
geluid te dempen. Als u instelt op
een video-component kunt u met
de afstandsbediening het TVgeluid instellen of afzetten, en als
u kiest voor een audio-component
kunt u met de afstandsbediening
de geluidsweergave via de
versterker instellen of afzetten. U
kunt deze instellingen ook
wijzigen (zie blz. 21).
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen (“aangeleerd”, zie blz.
15), zal bij de bediening van een
dergelijk apparaat het nieuwe signaal
worden doorgegeven, in plaats van
de geluidsregeling van de TV of de
versterker.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de versterker
(AMP) hebt gekozen. Bij de bediening
van andere componenten zult u
zonder probleem wel het geluid van
de TV of de versterker kunnen
regelen.
• Als u aan de TV of de AMP toets een
andere component hebt toegewezen
(zie blz. 32), dan zult u de
geluidssterkte van de TV of de
versterker niet kunnen regelen, ook
niet wanneer u instelt op een andere
component.
wordt vervolgd
13NL
Op afstand bedienen van uw
apparatuur (vervolg)
Opmerkingen over de
afstandsbediening van
componenten
Voor bediening van een dubbel
cassettedeck
1 Als de afstandsbediening van
uw cassettedeck een
keuzeschakelaar heeft voor
cassettedeck A/B, dan kunt u
voor deze keuze de
wisseltoets van deze
afstandsbediening gebruiken.
2 Als u niet kunt kiezen voor
cassettedeck A/B met de
wisseltoets, dan moet u eerst
het codenummer voor een van
de cassettedecks instellen en
dan
•de functietoetsen voor het
andere deck overbrengen naar
andere beschikbare toetsen
(zoals de cijfertoetsen) met de
aanleerfunctie (zie blz. 15),
of
•het andere cassettedeck
toewijzen aan een andere
component-keuzetoets (zie
blz. 32).
14NL
Kiezen van het ingangssignaal
voor een TV-toestel
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En als er op uw TV
meer dan twee videorecorders zijn
aangesloten, kunt u deze met de
cijfertoetsen als volgt direct
kiezen.
“t” + “0”: TV-afstemming
“t” + “1”: VIDEO 1
“t” + “2”: VIDEO2
“t” + “3”: VIDEO3
“t” + “4”: VIDEO4
“t” + “5”: VIDEO5
“t” + “6”: VIDEO6
Als de bovenstaande combinaties
echter niet werken, kunt u de
betreffende signalen in de
afstandsbediening overnemen van
de TV-afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
Kiezen van het ingangssignaal
voor een videorecorder
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En u kunt het
ingangssignaal ook direct met de
cijfertoetsen kiezen, als volgt.
“t” + “0”: TV-afstemming
“t” + “1”: LINE1
“t” + “2”: LINE2
“t” + “3”: LINE3
“t” + “4”: LINE4
“t” + “5”: DVD
Voor een Sony videorecorder zijn
de bovenstaande functies vast
ingesteld. Voor een ander merk
kunt u deze functies, waarvoor
twee toetsen nodig zijn,
overnemen van de andere
afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
Overnemen van
nieuwe
bedieningssignalen
Voorbeeld: Programmeren van
het N (weergave)
bedieningssignaal van uw
component onder de VCR N
(weergave) toets van de
afstandsbediening
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van
componenten of functies die niet
vast zijn ingesteld, kunt u de
volgende “aanleer” procedure
volgen om de afstandsbediening
een nieuwe functie te laten
overnemen van een andere
afstandsbediening. U kunt deze
aanleerfunctie bijvoorbeeld ook
gebruiken om de functie van
afzonderlijke toetsen te wijzigen
na instellen van een componentcodenummer (zie afb. 8).
Na het overnemen van een functie
is het aanbevolen deze bij wijze
van geheugensteuntje te noteren
op een handige plaats.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de
afstandsbediening niet kan overnemen
of “aanleren”.
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de
afstandsbediening van het
apparaat dat u wilt
bedienen.
Afstandsbediening
van uw component
ongeveer
5 - 10 cm
tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
wordt vervolgd
15NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
4 Druk op de toets van de
andere afstandsbediening
die als “leraar” dient.
3 Druk op de componentkeuzetoets voor het
apparaat waarvan u een
functie wilt overnemen of
“aanleren”.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen componentkeuzetoets lichten op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen componentkeuzetoets gaan knipperen (in
de paraatstand voor de
aanleerfunctie).
Als er al een ander signaal is
“aangeleerd” door die
component-keuzetoets
Als er al een ander signaal is
geprogrammeerd voor die
component-keuzetoets, dan
blijft de component-keuzetoets
voor de “aan te leren”
component knipperen. Dat
blijft zo totdat u de instelling
wijzigt.
Bijvoorbeeld: Als u “CD”
vastlegt onder de VCR toets,
dan licht de VCR toets op en de
CD toets blijft knipperen.
16NL
Dan knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en
keert de afstandsbediening
terug naar de toestand van stap
3.
U kunt de functie dan alleen
“aanleren” onder een andere
beschikbare toets, of anders de
eerder “aangeleerde” functie
wissen (zie blz. 19) en opnieuw
beginnen.
5 Houd de toets op de andere
afstandsbediening
ingedrukt totdat zowel het
S (set) indicatorlampje als
de component-keuzetoets
opnieuw oplichten.
Tijdens het overzenden van de
gegevens blijft alleen het S (set)
indicatorlampje branden en
dooft de componentkeuzetoets.
Nadat de gegevensoverdracht
voltooid is, keert de
afstandsbediening terug naar
de toestand van stap 3.
afstandsbediening
van de
component
Opmerkingen
• Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure.
• Als u stap 5 niet binnen 10 seconden
na stap 4 verricht, dan vervalt de
instelprocedure.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert
op de toets met de nieuwe functie, doe
het overnemen van de functie dan
opnieuw. (Als bijvoorbeeld de
geluidssterkte plotseling veel luider
wordt na slechts eenmaal kort
indrukken van de 2+ volumetoets,
dan kan het aanleren zijn verstoord
door ruis of andere externe effecten.)
Als u een componentcode voor
een toets instelt na het
“aanleren” van een nieuw
bedieningssignaal
Als u voor een toets een nieuwe
bedieningsfunctie hebt
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie, zal de toets die functie
behouden, ook al kiest u een nieuwe
componentcode voor die toets.
Bij het “aanleren” van signalen
voor een dubbel cassettedeck,
ingesteld op A en B
tijdens gegevens- gegevensoveroverdracht
dracht voltooid
6 Herhaal de stappen 4 en 5
als u nog andere toetsen
nieuwe functies wilt
“aanleren”.
Druk eerst op de
wisseltoets
om te kiezen voor cassettedeck A
of B.
Overnemen van het REC z
opnamesignaal voor een
opname-apparaat
U kunt slechts voor een enkele toets
tegelijk een functie “aanleren” Daarom
is het niet mogelijk een twee-toets
combinatie (zoals bijvoorbeeld REC z
+ B) over te nemen onder een enkele
toets van deze afstandsbediening.
“Aanleren” van een signaal
van een andere
afstandsbediening
Leg de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar zoals in stap 1 op
blz. 15, druk op de gewenste
component-keuzetoets en volg de
aanwijzingen 4 en 5 voor het
aanleren van de bedieningsfunctie.
7 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
wordt vervolgd
17NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Bij overnemen van signalen
voor de 2 +/– volumetoetsen
of de % dempingstoets
•Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor een andere
component dan de TV of de
versterker een nieuw signaal
hebt overgenomen met de
aanleerfunctie, zal dat signaal
alleen worden verzonden als u
hebt ingesteld op die
component.
•Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal
hebt overgenomen of
aangeleerd, zal dat nieuwe
signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen.
Als u hebt ingesteld op een
andere component, zal alleen het
vooringestelde
volumeregelsignaal voor de TV
of de versterker worden
doorgegeven (zie voor het
verschil tussen video-apparatuur
en audio-apparatuur de uitleg
op blz. 21). Voor gebruik van het
aangeleerde signaal zult u de 2
+/– volumetoetsen of de %
dempingstoets afzonderlijk
moeten programmeren voor elke
te bedienen component, met
behulp van de aanleerfunctie.
Voor aanleren van
bedieningssignalen voor een
airconditioning
Zie de aanwijzingen onder
“Programmeren van een vaak
gebruikte functie voor de SYSTEM
CONTROL toetsen” op blz. 35.
Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies
•Zorg dat de
afstandsbedieningseenheden
tijdens het aanleren niet
bewegen.
•Blijf voor het overnemen de toets
van de andere afstandsbediening
ingedrukt houden tot u een
pieptoon hoort.
•Zorg dat beide
afstandsbedieningseenheden zijn
voorzien van verse batterijen.
•Verricht het overnemen niet in
de volle zon en niet onder felle
tl-buizen of andere
fluorescerende lampen.
•De plaats waar het signaal uit de
afstandsbediening komt kan wel
eens verschillen. Als het aanleren
niet lukt, verschuif dan de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar ietwat en
probeer het opnieuw.
•Wanneer u deze
afstandsbediening signalen
aanleert van een
afstandsbediening met
interactief
signaaluitwisselsysteem (wordt
bij sommige Sony receivers en
versterkers geleverd), kan het
responssignaal van het
hoofdapparaat het aanleren van
de signalen hinderen. In dat
geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen het
hoofdapparaat niet kunnen
bereiken (bijv. een andere
kamer).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening
buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor
airconditioning, verwarming of
het openen en sluiten van
gordijnen of rolluiken kan
gevaarlijk zijn wanneer er per
ongeluk op een toets van de
afstandsbediening wordt
gedrukt.
Opmerking
Zie “Technische gegevens” op blz.
44 voor nadere bijzonderheden
betreffende de
afstandsbedieningssignalen die
aangeleerd kunnen worden.
18NL
Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door
een andere te vervangen, zult u
die functie eerst moeten wissen,
om dan een nieuwe functie over te
nemen.
Wissen van een aangeleerde
functie van een enkele toets
Voorbeeld: Wissen van de
“aangeleerde” functie voor
cijfertoets 1 voor de VCR
videorecorderstand
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje
licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan
knipperen.
2 Houd de betreffende
component-keuzetoets
ingedrukt en druk daarbij
op de toets waarvan u de
functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Druk in elk geval beide toetsen
tegelijk in. Als u de componentkeuzetoets loslaat, schakelt de
afstandsbediening over naar de
aanleerfunctie.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
wordt vervolgd
19NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Wissen van alle aangeleerde
signalen voor een bepaalde
component
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij
op de componentkeuzetoets waarvan u de
functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de
“aangeleerde” functies van alle
toetsen voor een bepaalde
component. De “aangeleerde”
functies voor de componentkeuzetoetsen kunnen hiermee niet
gewijzigd worden. U zult dus van
tevoren zeker moeten weten welke
“aangeleerde” functies u wilt
wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
Voorbeeld: Wissen van alle
“aangeleerde” functies voor de
VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
20NL
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor
video-apparatuur
aangesloten op een
stereo-installatie
De afstandsbediening is in de
fabriek vooringesteld volgens het
principe, dat u het geluid van uw
video-apparatuur hoort via de
luidsprekers van uw TV-toestel, en
de geluidsweergave van alle
stereo-apparatuur via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker.
Zo kunt u steeds gemakkelijk de
geluidssterkte van de TV of de
versterker regelen, zonder dat u
hiervoor altijd eerst hoeft over te
schakelen van de geluidsbron naar
de TV of AMP, enkel voor de
volumeregeling.
Om bijvoorbeeld de geluidssterkte
bij video-weergave (met VCR
bediening) in te stellen, hoeft u
niet op de TV toets te drukken,
maar dienen de volumetoetsen
automatisch al voor het TV-geluid.
Als uw video-apparatuur echter is
aangesloten op een stereoinstallatie, zult u waarschijnlijk
ook het geluid van uw TV en uw
videorecorder willen horen via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker, in plaats van alleen via
de TV-luidsprekers. In dat geval
dient u de fabrieksinstelling om te
schakelen, zodat u de
geluidssterkte van uw videoapparatuur kunt regelen zonder
eerst de afstandsbediening te
hoeven omschakelen naar de
versterker.
Wijzigen van de
fabrieksinstelling voor de
volumeregeling
De volgende tabel toont de
fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling bij de
verschillende componenten.
Componentkeuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Regelt de geluidssterkte
van de
TV
TV
TV
TV
versterker
versterker
versterker
versterker
wordt vervolgd
21NL
Volumeregeling voor videoapparatuur aangesloten op een
stereo-installatie (vervolg)
Alleen de volumeregelaars
van de audio-componenten
overzetten naar AMP
1 Druk op de S (set) toets.
Druk op de 2 – volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Alleen de audiocomponentkeuzetoetsen lichten op
wanneer u deze toetsen
indrukt en doven wanneer u ze
loslaat.
2 Houd de %
geluiddempingstoets
ingedrukt en druk daarbij
de 2 + of 2 –
volumetoets in.
Alle volumeregelaars
overzetten naar AMP
Druk op de 2 + volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
De video-componenten zijn:
TV, VCR, CBL/SAT, DVD
De audio-componenten zijn:
CD, MD, TAPE, AMP
22NL
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor
bepaalde componenten een nieuw
signaal hebt overgenomen of
“aangeleerd”, zal de bovenstaande
procedure de functie van de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingstoets niet veranderen.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen, zal dat nieuwe signaal
alleen worden doorgegeven wanneer
u voor de bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen. Bij
de bediening van andere
componenten zult u zonder probleem
wel het geluid van de TV of de
versterker (afhankelijk van de
bovenstaande instellingen) kunnen
regelen. Voor gebruik van het nieuw
aangeleerde signaal zult u elke toets
afzonderlijk moeten programmeren
voor elke te bedienen component,
met behulp van de aanleerfunctie (zie
blz. 15).
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u een hele reeks
bedieningsfuncties achtereen
programmeren, om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten
met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene
dingen, zoals het afspelen van een
videoband, kan al een reeks
handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen
(VCR)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op
VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van
het TV-toestel instellen op
VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM
CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt
u 16 achtereenvolgende
bedieningsfuncties
programmeren.
Een functie die werkt met 2
toetsen geldt hierbij als 2 stappen.
Indrukken van een componentkeuzetoets telt ook mee als 1 stap.
Als u een bedieningsreeks
programmeert voor een
component-keuzetoets (zie blz.
27), dan zal de uitvoering van de
geprogrammeerde functies pas
beginnen wanneer u de
component-keuzetoets langer dan
2 seconden ingedrukt houdt.
wordt vervolgd
23NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Programmeren van een
reeks bedieningsfuncties
voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor de
gekozen toets is
geprogrammeerd
(SYSTEM CONTROL toets
nummer 1 is al in de fabriek
geprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor
vrijwel alle soorten Sony
apparatuur.)
Om een nieuwe
bedieningsreeks te
programmeren, zult u eerst een
bestaande reeks moeten wissen
(zie blz. 26).
2 Druk op de SYSTEM
CONTROL 2 toets.
Bijvoorbeeld: programmeren
van de hierboven aangegeven
reeks stappen voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Alle component-keuzetoetsen
blijven verlicht.
3 Druk op de componentkeuzetoets voor het te
bedienen apparaat.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
24NL
4 Druk op de toets(en) voor
de gewenste
bedieningsfunctie.
5 Ingangskeuze voor het TVtoestel instellen op VIDEO
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
5 Herhaal de stappen 3 en 4
6 Video-weergave starten
voor elk van de
toetsfuncties in de
gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld: drukt u op
de volgende toetsen.
1 TV inschakelen
6 Wanneer u alle gewenste
2 Videorecorder inschakelen
functies hebt
geprogrammeerd, drukt u
op de S (set) toets om de
instelprocedure af te
ronden.
Opmerkingen
3 Versterker inschakelen
4 Ingangskeuze voor de AMP
versterker instellen op
VIDEO 1
• Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen (zie blz. 26), om
dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u voor een SYSTEM CONTROL
toets al een afstandsbedieningssignaal hebt overgenomen of
“aangeleerd” (zie blz. 35), kunt u
voor deze toets niets meer
programmeren. Dan zult u de
“aangeleerde” functie eerst moeten
wissen (zie blz. 26).
• Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets alleen het nieuwe
signaal worden verzonden.
• Als u bij vergissing de verkeerde
functie hebt geprogrammeerd, drukt
u op de S (set) toets om de instelling
te annuleren en dan begint u
opnieuw vanaf stap 1.
wordt vervolgd
25NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Tips voor het programmeren
van de System Control functies
De volgende tips kunnen nuttig
zijn bij het programmeren van een
reeks bedieningscommando’s.
Betreffende de tijd tussen de
opeenvolgende
bedieningscommando’s
Wissen van geprogrammeerde
signalen
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
U kunt de tijdsduur tussen de
bedieningsstappen naar vereist
aanpassen (zie blz. 29).
Betreffende de volgorde van
de bedieningsfuncties
• Bepaalde componenten kunnen niet
onmiddellijk reageren op twee
opeenvolgende signalen. Zo zal een
TV-toestel na inschakelen meestal wat
tijd nodig hebben alvorens het kan
reageren op het volgende signaal. Dat
kan de juiste werking van
opeenvolgende commando’s zoals
voor inschakelen van de TV en keuze
van het ingangssignaal wel eens
belemmeren. Houd hier rekening
mee en programmeer de signalen
bijvoorbeeld om en om, als volgt:
TV inschakelen t Videorecorder
inschakelen t Afspelen videoband
starten t TV instellen op videoweergave
• Door als laatste een functie voor de
geluidsbron of een vaak gebruikte
component te kiezen, bespaart u zich
de stap om voor verdere bediening
eerst op de betreffende componentkeuzetoets te drukken.
26NL
Terugstellen van de SYSTEM
CONTROL toets 1 of 3 op de
fabrieksinstelling (voor Sony
componenten)
In de fabriek is de SYSTEM
CONTROL toets nummer 1 al
voorgeprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor Sony
apparatuur. Om deze toetsen
terug te stellen op de
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen, hoeft u alleen
de “aangeleerde” functies van de
SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 te
wissen. Dan worden de System
Control bedieningsfuncties
hersteld.
Opmerkingen over de
System Control
bedieningsreeksen
•Als de te bedienen componenten
te ver uiteen staan of als er een
obstakel voor een
afstandsbedieningssensor staat,
kunnen niet alle componenten
naar behoren werken wanneer u
op de SYSTEM CONTROL toets
drukt.
•Als er om de bovenstaande of
een andere reden iets mis gaat
met de bedieningsreeks, dan zult
u daarna alle componenten terug
moeten stellen in de
oorspronkelijke stand voor u de
SYSTEM CONTROL
bedieningsreeks verzond.
Anders loopt u de kans dat de
bediening bij het opnieuw
indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets weer mis gaat.
•Het inschakelen van
componenten kan bij een System
Control bedieningsreeks wel
eens problemen geven. Het
signaal voor inschakelen is vaak
hetzelfde als voor uitschakelen.
Om moeilijkheden te voorkomen
is het aanbevolen eerst te
controleren of de betreffende
componenten voor de
bedieningsreeks al naar behoren
ingeschakeld zijn of juist nog uit
staan.
•Als de System Control functies
niet goed werken, kunt u
proberen of de “Tips voor het
programmeren van de System
Control functies” op blz. 26
uitkomst brengen.
Programmeren van een
reeks
bedieningscommando’s
voor de componentkeuzetoetsen
Net als bij de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u ook een reeks
bedieningscommando’s
vastleggen onder de componentkeuzetoetsen (tot 16 stappen per
toets).
Voorbeeld: Programmeren van
de procedure op blz. 23 onder
de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de gewenste
component-keuzetoets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
De gekozen componentkeuzetoets licht op en alle
andere toetsen knipperen snel.
wordt vervolgd
27NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Als er al een
bedieningsreeks onder de
gekozen toets is
geprogrammeerd
Om dan een nieuwe
bedieningsreeks te programmeren,
zult u de bestaande reeks eerst
moeten wissen (zie blz. 28).
3 Volg de aanwijzingen 3 t/m
6 op blz. 24 en 25.
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
Druk op de geprogrammeerde
component-keuzetoets en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Opmerkingen
• U kunt een reeks System Control
bedieningsfuncties programmeren
voor een component-keuzetoets
waarvoor al een inschakelfunctie (zie
blz. 30) is geprogrammeerd. In dat
geval wordt echter de
inschakelfunctie overschreven en
kunt u die niet meer gebruiken. Maar
wanneer u de System Control
bedieningsreeks voor de betreffende
toets uitwist, zal de inschakelfunctie
weer gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
• U kunt geen System Control
bedieningsreeks programmeren voor
een component-keuzetoets waaraan
al een nieuw signaal is toegewezen
door “aanleren” (zie blz. 15).
• Andersom kunt u wel door
“aanleren” (zie blz. 15) een nieuwe
functie vastleggen onder een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd. Dan wordt de
System Control bedieningsreeks
overschreven en kunt u die niet meer
gebruiken. Maar wanneer u de
nieuw “aangeleerde” functie voor de
betreffende toets uitwist, zal de
System Control bedieningsreeks weer
gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
28NL
• U kunt een inschakelfunctie (zie blz.
30) programmeren voor een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd, maar dan zult u
die inschakelfunctie nog niet kunnen
gebruiken. Pas wanneer u de System
Control bedieningsreeks voor de
betreffende toets uitwist, zult u de
inschakelfunctie kunnen gebruiken.
• Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen, om dan
opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de componentkeuzetoets alleen het nieuwe signaal
worden verzonden.
Wissen van een System Control
bedieningsreeks die is
geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets
Voorbeeld: Wissen van de
geprogrammeerde reeks voor
de VCR toets
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
de VCR toets in.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
Aanpassen van de tijdsduur
tussen de commando‘s in
een bedieningsreeks
Voor het tijdsinterval tussen de
stappen kunt u kiezen uit vier
waarden (ongeveer 127
milliseconden, 408 ms, 708 ms of
974 ms).
2 Druk op een van de
SYSTEM CONTROL
toetsen (1, 2 of 3) waarvoor
u de tijdsduur wilt
aanpassen en houd deze
ingedrukt terwijl u op een
van de cijfertoetsen (1 - 4)
drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
1: ongeveer 127 ms
(fabrieksinstelling)
2: ongeveer 408 ms
3: ongeveer 708 ms
4: ongeveer 974 ms
(1 ms = 1/1000 seconde)
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
wordt vervolgd
29NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Voor de componentkeuzetoetsen
Toevoegen van een
extra functie aan de
componentkeuzetoetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op een van de
component-keuzetoetsen
waarvoor u de tijdsduur
wilt aanpassen en houd
deze ingedrukt terwijl u op
een van de cijfertoetsen (1 4) drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
30NL
Programmeren van de
inschakelcode voor de
gekozen component (alleen
voor Sony apparatuur)
Bij gebruik van Sony
componenten kunt u de
inschakelcode voor elk apparaat
programmeren onder een
component-keuzetoets. Zo kunt u
met één druk op de componentkeuzetoets een bepaald apparaat
inschakelen en tegelijk instellen op
de bediening ervan.
Voorbeeld: Programmeren van
de TV toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Houd de 1 toets ingedrukt
en druk daarbij de
gewenste componentkeuzetoets in.
Bij de eerste druk op de 1 toets
lichten alleen de componentkeuzetoetsen op waarvoor al
een inschakelcode is
vastgelegd. Deze toetsen doven
wanneer u daarna op een
andere component-keuzetoets
drukt.
Voorbeeld: Als het
inschakelcommando was
geprogrammeerd voor de VCR
en CD toetsen, lichten deze
twee toetsen op bij de eerste
druk op de 1 toets.
Wissen van het
inschakelcommando
Herhaal de bovenstaande
handelingen, maar druk op de
component-keuzetoets die oplicht
wanneer u op de 1 toets drukt.
Opmerkingen
• Als er voor een componentkeuzetoets al een signaal voor een
ander merk dan Sony is
overgenomen, dan kan er geen
inschakelcommando voor die toets
worden geprogrammeerd. De
gekozen component-keuzetoets
knippert tweemaal en dan keert de
afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1.
• Ook als u met “aanleren” al een
nieuwe functie van een andere
afstandsbediening hebt overgenomen
(zie “Toevoegen van een extra code
bij de keuze van een component”) of
een System Control bedieningsreeks
hebt geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets, dan nog kunt
u wel een inschakelcommando voor
die toets programmeren, maar dan
kunt u de inschakelfunctie nog niet
gebruiken. Pas wanneer u de
“aangeleerde” functie of de System
Control bedieningsreeks voor de
betreffende toets uitwist, zult u de
inschakelfunctie kunnen gebruiken.
• U kunt met de aanleerfunctie (zie blz.
15) een nieuwe functie vastleggen of
een System Control bedieningsreeks
programmeren (zie blz. 27) voor een
component-keuzetoets waarvoor al
een inschakelcommando is
geprogrammeerd. Dan wordt de
inschakelfunctie overschreven en
kunt u die niet meer gebruiken. Pas
wanneer u de nieuw “aangeleerde”
functie of de System Control
bedieningsreeks voor de betreffende
toets uitwist, zal de inschakelfunctie
weer gelden en kunt u die weer
gebruiken. Als u zowel met
“aanleren” een nieuwe functie hebt
overgenomen en een System Control
bedieningsreeks hebt
geprogrammeerd voor dezelfde toets,
dan zal bovendien het “aangeleerde”
signaal de System Control
bedieningsreeks hebben
overschreven.
31NL
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
componentkeuzetoetsen
Voorbeeld: Toewijzen van een
CD-speler aan de VCR
component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Als u een extra component
afzonderlijk wilt bedienen, kunt u
die component toewijzen aan een
andere component-keuzetoets die
u niet gebruikt.
Opmerkingen
• Als u een andere component toewijst
aan een component-keuzetoets, komt
de instelling van het componentcodenummer (zie blz. 8) te vervallen.
Dit component-codenummer zal niet
terugkomen, ook al verwijdert u de
nieuw gekozen component en stelt u
de toets terug op de oorspronkelijke
component.
• Als u een andere component toewijst
aan de TV of AMP keuzetoets, zult u
de geluidssterkte voor het TV-toestel
of de versterker niet meer kunnen
regelen wanneer u instelt op een
andere component.
2 Druk op de componentkeuzetoets waaraan u een
nieuwe functie wilt
toewijzen.
De gekozen componentkeuzetoets licht op.
3 Houd de N weergavetoets
ingedrukt en druk op een
van de cijfertoetsen om in te
stellen op de nieuwe
component die u aan de
gekozen toets wilt
toewijzen.
De nieuw gekozen componentkeuzetoets en de eerder
gekozen component-keuzetoets
lichten allebei op.
32NL
In dit voorbeeld drukt u op
toets 5 om in te stellen op de
CD-speler.
1: VCR (videorecorder)
2: VD (videodisc-speler)
3: SAT (satelliet-ontvanger)
4: AMP (versterker)
5: CD (CD-speler
6: TAPE (cassettedeck)
7: MD (minidisc-recorder)
8: TV (TV-toestel)
9: CBL (kabel-TV ontvanger)
0: DVD (videospeler)
Opmerking
Bij deze toewijzing wordt alleen de
componentkeuze overgenomen.
Andere “aangeleerde” functies
worden niet overgenomen.
4 •Als u voor een ander merk
het componentcodenummer moet
invoeren, volgt u de
aanwijzingen op blz. 8 of
11.
•Als u extra
afstandsbedieningssignalen
wilt overnemen met de
aanleerfunctie, volgt u
hiervoor de stappen 1 en 3
t/m 7 op blz. 15 t/m 17.
Terugstellen van een
component-keuzetoets op de
oorspronkelijke instelling
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij
op de componentkeuzetoets waarvan u de
functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de
“aangeleerde” functies van alle
toetsen voor een bepaalde
component. De “aangeleerde”
functies voor de componentkeuzetoetsen kunnen hiermee niet
gewijzigd worden. U zult dus van
tevoren zeker moeten weten welke
“aangeleerde” functies u wilt
wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
wordt vervolgd
33NL
Toewijzen van andere
apparatuur aan de componentkeuzetoetsen (vervolg)
De instellingen van een
component-keuzetoets
overnemen onder een
andere toets
U kunt alle instellingen van een
component-keuzetoets volledig
overbrengen naar een andere
component-keuzetoets. De
instellingen voor de
componentcode (zie blz. 8) en de
aangeleerde functies (zie blz. 15)
worden daarbij volledig
overgekopieerd naar de nieuw
gekozen toets.
Opmerking
U kunt de instellingen niet
overbrengen naar een componentkeuzetoets waarvoor al een nieuw
commando is vastgelegd met de
“aanleerfunctie”.
Voorbeeld: De instellingen van
de CD toets overnemen onder
de VCR component-keuzetoets
2 Druk op de componentkeuzetoets waarvoor u de
instellingen van een andere
component-keuzetoets wilt
overnemen en houd deze
langer dan 3 seconden
ingedrukt.
De gekozen componentkeuzetoets licht op en alle
andere toetsen knipperen snel.
3 Blijf deze componentkeuzetoets ingedrukt
houden en druk op de
component-keuzetoets
waarvan u de instellingen
wilt overnemen.
Beide component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u de
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Nu worden alle instellingen
van de CD toets
overgekopieerd naar de VCR
toets.
34NL
Programmeren van
een vaak gebruikte
functie voor de
SYSTEM CONTROL
toetsen
Naast de oorspronkelijke functie
voor System Control
bedieningsreeksen (zie blz. 23)
kunt u voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 ook
extra bedieningssignalen
overnemen met de
“aanleerfunctie”.
Aangezien de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 geheel
afzonderlijk van de andere toetsen
werken, kunt u ze ook gebruiken
voor directe één-toets bediening,
zonder bijvoorbeeld eerst de
betreffende component te hoeven
kiezen met een componentkeuzetoets.
Deze “één-toets” bediening kan
een handig alternatief zijn voor
het gewone gebruik van de
SYSTEM CONTROL toetsen voor
bedieningsreeksen.
Voorbeeld: Overnemen van het
aan/uit-signaal voor een
airconditioning voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Leg deze afstandsbediening
recht tegenover de
afstandsbediening van de
airconditioning.
Afstandsbediening van
uw componenten
ongeveer 5 - 10
cm tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
Opmerking
Bepaalde afstandsbedieningssignalen
kunnen niet goed worden
overgenomen of aangeleerd.
wordt vervolgd
35NL
Programmeren van een vaak
gebruikte functie voor de
SYSTEM CONTROL toetsen
(vervolg)
afstandsbediening
van de
airconditioning
3 Druk op de SYSTEM
CONTROL toets 2.
Het S (set) indicatorlampje
knippert (in de paraatstand
voor de aanleerfunctie).
tijdens
gegevensoverdracht
Als er al andere functies
door die toets zijn
“aangeleerd”
Het S (set) indicatorlampje knippert
tweemaal en de afstandsbediening
keert terug naar de toestand van
stap 2.
U kunt de functie “aanleren” aan
een andere SYSTEM CONTROL
toets, of anders de eerder
“aangeleerde” functie wissen (zie
blz. 37) en opnieuw beginnen.
gegevensoverdracht
voltooid
4 Druk de ON/OFF toets van
de afstandsbediening voor
de airconditioning in totdat
de afstandsbediening
reageert zoals hieronder
wordt aangegeven.
5 Druk op de S (set) toets om
Tijdens het overzenden van de
gegevens blijft alleen het S (set)
indicatorlampje branden en
doven alle componentkeuzetoetsen.
Nadat de gegevensoverdracht
voltooid is, keert de
afstandsbediening terug naar
de toestand van stap 2.
U kunt door “aanleren” een nieuwe
functie vastleggen voor een SYSTEM
CONTROL toets waarvoor al een
System Control bedieningsreeks is
geprogrammeerd. Dan wordt de
System Control bedieningsreeks
overschreven en kunt u die niet meer
gebruiken. Pas wanneer u de nieuw
“aangeleerde” functie voor de
betreffende toets uitwist (zie blz. 37),
zal de System Control bedieningsreeks
weer gelden en kunt u die weer
gebruiken.
36NL
de instelprocedure af te
ronden.
Opmerking
Wissen van de aangeleerde
functie van een toets
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
op de SYSTEM CONTROL
toets (1, 2 of 3) waarvan u
de functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Opmerkingen over het
“aanleren” van de
bedieningssignalen voor
een airconditioning
Betreffende
seizoensinstellingen
Als u de instellingen voor uw
airconditioning per seizoen
wijzigt, zult u de
bedieningssignalen voor de
nieuwe instellingen ook in deze
afstandsbediening moeten
programmeren.
Als het aan/uit schakelen van de
airconditioning niet lukt
De kans bestaat dat de
airconditioning niet goed reageert
op het aan/uit commando dat u
hebt overgenomen onder een toets
van deze afstandsbediening.
Als deze afstandsbediening met
één toets een goed “ON” signaal
voor inschakelen aan de
airconditioning doorgeeft en met
een andere toets een “OFF”
signaal voor uitschakelen, terwijl
de afstandsbediening van uw
airconditioning wel met een
enkele “ON/OFF” toets werkt,
dan kunt u de signalen het best
onder twee toetsen van deze
afstandsbediening vastleggen, als
volgt.
1 Wis het aangeleerde aan/uit
signaal. (In het voorbeeld van
blz. 35 annuleert u het signaal
dat is overgenomen onder de
SYSTEM CONTROL 2 toets.)
2 Programmeer opnieuw het
signaal (verzonden door de
aan/uit-toets van de
afstandsbediening van uw
airconditioning) onder de
SYSTEM CONTROL 2 toets.
3 Programmeer vervolgens het
signaal van dezelfde aan/uittoets van de afstandsbediening
onder een andere toets
(bijvoorbeeld de SYSTEM
CONTROL 3 toets).
De twee toetsen van de
afstandsbediening zijn nu
geprogrammeerd voor het
inschakelsignaal, resp. het
uitschakelsignaal van de
airconditioning en nu zult u de
airconditioning probleemloos
kunnen in- en uitschakelen.
37NL
Gegevensuitwisseling
tussen afstandsbedieningseenheden
Gegevens zoals aangeleerde
signalen en componentcodeinstellingen kunt u overbrengen of
uitwisselen tussen deze
afstandsbediening en een andere
Sony RM-VL900T of Sony
RM-AV2100T afstandsbediening.
Als u gegevens wilt uitwisselen
met een Sony RM-AV2100T
Zie de aanwijzingen onder
“Verzenden van gegevens” in de
gebruiksaanwijzing van de
RM-AV2100T afstandsbediening
voor de juiste wijze van
verzenden.
Alle gegevens van deze
afstandsbediening overzenden
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de andere
afstandsbediening.
Andere
afstandsbediening
ongeveer
5 - 10 cm
tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
Geschikte typen
afstandsbediening
Er kunnen gegevens worden
overgebracht tussen deze
afstandsbediening en een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T
afstandsbediening.
Gegevensoverdracht tussen deze
afstandsbediening en een andere
afstandsbediening dan de Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T is niet
mogelijk.
3 Houd de v cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op cijfertoets 1.
Verzenden van gegevens
U kunt alle gegevens van deze
afstandsbediening of de gegevens
van een component-keuzetoets als
volgt overbrengen naar een
andere Sony RM-VL900T of
RM-AV2100T afstandsbediening.
38NL
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor de ontvangst van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
ontvangst de aanwijzingen op
blz. 40.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of deze
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Bij het overzenden van de
gegevens dooft nu telkens de
verlichting van de betreffende
component-keuzetoets.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 3.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 5 of druk op de S (set)
toets om de
gegevensoverdracht te
annuleren.
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor de
ontvangst van gegevens.
De gegevens van een
component-keuzetoets
overzenden
De gegevens van een componentkeuzetoets van deze
afstandsbediening (de instellingen
en “aangeleerde” signalen voor de
toetsen) kunnen worden
overgebracht naar de componentkeuzetoets van een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T
afstandsbediening.
1-2 Volg de aanwijzingen 1
en 2 op blz. 38.
3 Houd de v cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op de componentkeuzetoets waarvan u de
gegevens wilt overzenden.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor de ontvangst van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
ontvangst de aanwijzingen op
blz. 42.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of deze
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
wordt vervolgd
39NL
Gegevensuitwisseling tussen
afstandsbedieningseenheden
(vervolg)
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Na het overzenden van de
gegevens dooft de verlichting
van de component-keuzetoets.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 3.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 5 of druk op de S (set)
toets om de
gegevensoverdracht te
annuleren.
Ontvangst van gegevens
Deze afstandsbediening kan
gegevens ontvangen van een
andere Sony RM-VL900T of
RM-AV2100T afstandsbediening.
Ontvangst van alle gegevens
van een andere
afstandsbediening
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de andere
afstandsbediening.
Andere
afstandsbediening
ongeveer 5 - 10 cm
tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
Opmerkingen
• De gegevens voor een “aangeleerd”
signaal of een System Control
bedieningsreeks die is
geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets kunnen niet
worden overgezonden.
U kunt de aanleerfunctie (zie blz. 15)
gebruiken om het “aangeleerde”
signaal of een geprogrammeerde
System Control bedieningsreeks weer
te programmeren voor een
component-keuzetoets van de andere
afstandsbediening.
• Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor de
ontvangst van gegevens.
40NL
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
3 Houd de V cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op cijfertoets 1.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor het verzenden van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
verzenden de aanwijzingen op
blz. 38.)
6 Druk op de ENT (of
ENTER) toets van de
afstandsbediening die de
gegevens moet verzenden.
Bij de ontvangst van de
gegevens lichten nu één voor
één de betreffende componentkeuzetoetsen op.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 5.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 6 of druk op de S (set)
toets om de ontvangst van
gegevens te annuleren.
Opmerking
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden
verricht, knipperen het S (set)
indicatorlampje en alle componentkeuzetoetsen vijfmaal achtereen,
gevolgd door een korte pauze en dan
knipperen ze opnieuw.
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Het S (set) indicatorlampje licht
op, maar alle componentkeuzetoetsen doven nu
(paraatstand voor de ontvangst
van gegevens).
wordt vervolgd
41NL
Gegevensuitwisseling tussen
afstandsbedieningseenheden
(vervolg)
Ontvangst van de gegevens
voor een component-keuzetoets
van een andere
afstandsbediening
5 Druk op de ENT toets.
Het S (set) indicatorlampje licht
op, maar de gekozen
component-keuzetoets dooft
nu (paraatstand voor de
ontvangst van gegevens).
1-2 Volg de aanwijzingen 1
en 2 op blz. 40.
3 Houd de V cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op de componentkeuzetoets waaronder u de
gegevens wilt vastleggen.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
de gekozen componentkeuzetoets licht op.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor het verzenden van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
verzenden de aanwijzingen op
blz. 39.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
42NL
6 Druk op de ENT (of
ENTER) toets van de
afstandsbediening die de
gegevens moet verzenden.
Nadat de gegevens zijn
ontvangen, blijft de
component-keuzetoets
branden. Als de
gegevensoverdracht op enig
punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 5.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 6 of druk op de S (set)
toets om de ontvangst van
gegevens te annuleren.
Opmerking
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden
verricht, knipperen het S (set)
indicatorlampje en de componentkeuzetoets vijfmaal achtereen, gevolgd
door een korte pauze en dan knipperen
ze opnieuw.
Andere nuttige functies
Blokkeren van de
toetsen
— Hold toetsbeveiliging
Zolang de toetsen geblokkeerd
zijn, zullen alle componentkeuzetoetsen tweemaal
knipperen wanneer u op een
bedieningstoets drukt.
Om vergissingen te voorkomen,
kunt u alle toetsen blokkeren met
de Hold beveiliging.
(tweemaal)
Opheffen van de
toetsbeveiliging
Herhaal de voorgaande
procudure.
Het S (set) indicatorlampje
knippert tweemaal en dan is de
Hold toetsbeveiliging opgeheven.
(tweemaal)
1 Houd de 1 aan/uit-toets
ingedrukt en druk daarbij
de dempingstoets en de
% wisseltoets in.
Het S (set) indicatorlampje licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
43NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
•Laat de afstandsbediening niet
vallen en behoed het apparaat
tegen heftige schokken, om
storingen in de werking te
vermijden.
•Leg het apparaat niet te dicht bij
een warmtebron en stel het niet
bloot aan direct zonlicht, veel
stof of zand, vocht, regen of
mechanische schokken.
•Pas op dat er geen vloeistof of
kleine voorwerpen in de
afstandsbediening terechtkomen.
Als er vloeistof of een voorwerp
in het apparaat terechtkomt,
dient u het eerst door een
deskundige te laten nakijken,
alvorens het weer in gebruik te
nemen.
•Zorg dat er geen direct zonlicht
of fel lamplicht op de
afstandsbedieningssensors van
uw apparatuur valt. Bij te fel
licht kan de afstandsbediening
niet naar behoren werken.
•Houd de afstandsbediening
buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Bepaalde elektrische apparatuur
zoals voor airconditioning,
verwarming of het openen en
sluiten van gordijnen of
rolluiken kan gevaarlijk zijn
wanneer er per ongeluk op een
toets van de afstandsbediening
wordt gedrukt.
44NL
Technische gegevens
Reikwijdte
Ongeveer 10 meter (kan verschillen
voor apparatuur van andere merken)
Stroomvoorziening
Vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen
Gebruiksduur batterijen
Ongeveer 5 maanden (afhankelijk
van hoe intensief de
afstandsbediening wordt gebruikt)
Afmetingen
Ongeveer 72 × 209 × 26 mm (b/h/d)
Gewicht
155 gram (zonder batterijen)
Aanleerbare signalen*
Capaciteit per signaal: tot 250 bit
Signaalfrequentiebereik: tot 500 kHz
Signaalinterval: tot 1 seconde
* Sommige signalen kunnen niet door
de afstandsbediening worden
aangeleerd, ook al voldoen ze aan de
bovenstaande specificaties.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Het CE merk op dit
apparaat geldt alleen
voor producten die
worden verkocht in de
Europese Unie.
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen hebben met het instellen of gebruik van de
afstandsbediening, controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 6) en neem
vervolgens de onderstaande lijst met controlepunten even door.
Probleem
De apparatuur reageert
niet op de
afstandsbediening.
De geluidssterkte is niet
goed te regelen.
De afstandsbediening
kan de
afstandsbedieningssignalen
niet aanleren. Bepaalde
apparatuur reageert niet,
ook na instellen van een
componentcodenummer.
De afstandsbediening
kan de
afstandsbedieningssignalen
niet aanleren.
Bepaalde apparatuur
reageert niet, ook na
overnemen van de
afstandsbedieningssignalen
met de “aanleerfunctie”.
Oplossing
• Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale
reikwijdte van de afstandsbediening is ongeveer 10 meter.
• Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat
en zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en
het apparaat staan.
• Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw.
• Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt
ingedrukt. In het geval van CBL/SAT, DVD of TAPE zorgt u
dat de gewenste component wordt aangegeven.
• Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor
infrarood-afstandsbediening. Als er bij het apparaat geen
afstandsbediening geleverd werd, is het wellicht niet geschikt
voor bediening op afstand.
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de
component-keuzetoets. Controleer de component die aan de
betreffende toets is toegewezen en de componentcode.
• Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereoinstallatie, controleert u dan of de afstandsbediening wel is
ingesteld zoals beschreven onder “Volumeregeling voor
video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie” (zie
blz. 21).
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de TV
of AMP toets (zie blz. 32). In dit geval kunt u de
geluidssterkte niet regelen wanneer u een andere component
dan het TV-toestel of de AMP versterker kiest.
• Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen. Als
het eerste codenummer voor uw component niet werkt,
probeer dan alle volgende codenummers uit, in de volgorde
zoals vermeld in de bijgeleverde lijst met “Componentcodenummers”.
• Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als
sommige of zelfs alle toetsen niet goed werken na het
instellen van het component-codenummer, gebruik dan de
aanleerfunctie om de afstandsbedieningssignalen voor het
apparaat over te nemen in deze afstandsbediening (zie blz.
15).
• Het betreffende apparaat kan werken met een componentcodenummer dat niet staat vermeld in de lijst met
“Component-codenummers”. Zie “Opzoeken van een
componentcode met de zoekfunctie” (op blz. 11) en probeer
het opnieuw met het gevonden codenummer.
• Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een
afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem
(wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd),
kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren
van de signalen hinderen. In dat geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen
bereiken (bijv. een andere kamer).
• Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
overgenomen. Zo niet, lees dan “Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies” (op blz. 18) en verricht het aanleren van
de gewenste functie(s) dan opnieuw (zie blz. 15).
wordt vervolgd
45NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Probleem
Oplossing
Het S (set)
• Het aanleren van een functie is mislukt. Lees “Voor
indicatorlampje of de
zorgvuldig aanleren van nieuwe functies” (op blz. 18) en
component-keuzetoetsen
verricht het aanleren van de gewenste functie dan opnieuw
knipperen vijfmaal
(zie blz. 15).
achtereen.
• De componentcodes zijn niet goed ingesteld. Zie de
bijgeleverde lijst met “Component-codenummers” en probeer
het instellen van de component-codenummers opnieuw (zie
blz. 8).
• De gegevens zijn niet juist overgebracht. Zie “Verzenden van
gegevens” (op blz. 38) en probeer de gegevens opnieuw over
te zenden.
• De gegevens zijn niet juist ontvangen. Zie “Ontvangst van
gegevens” (op blz. 40) en probeer de gegevens opnieuw te
ontvangen.
• Wis de zelden gebruikte aangeleerde functies uit het
overvolle geheugen (zie blz. 19) en probeer het aanleren dan
opnieuw.
Alle componentEr zijn signalen geprogrammeerd voor de betreffende
keuzetoetsen knipperen component-keuzetoets of SYSTEM CONTROL toets met de
tweemaal tijdens de
aanleerfunctie. Wis de geprogrammeerde signalen (zie blz. 19,
bediening.
26, 28) en probeer het vastleggen van de System Control
bedieningsreeks opnieuw.
Een System Control
• Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn
bedieningsreeks werkt
geprogrammeerd (zie blz. 24, 27).
niet naar behoren.
• Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als
dat niet helpt, zet dan de verschillende componenten iets
dichter bijeen.
• Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de
betreffende componenten en zorg dat ze alle in gereedheid
zijn voor de ontvangst van de bedieningssignalen (zie blz. 27).
• De componentcodes zijn veranderd of of er zijn nieuwe
signalen “aangeleerd” voor een toets die al was
geprogrammeerd voor een reeks bedieningssignalen. In dat
geval worden de nieuw aangeleerde signalen verzonden
wanneer u probeert de bedieningsreeks uit te voeren.
• Wellicht is de tijdsduur tussen de achtereenvolgende
commando’s te kort. Zie “Aanpassen van de tijdsduur tussen
de commando‘s in een bedieningsreeks” (op blz. 29) en kies
een langer tijdsinterval.
Alle component• De Hold toetsbeveiliging is ingeschakeld. Hef de beveiliging
keuzetoetsen knipperen
op (zie blz. 43).
tweemaal.
Na het uitwisselen van
De gegevensoverdracht van/naar een enkele toets kan geen
gegevens werkt de
System Control bedieningsreeksen overbrengen die zijn
afstandsbediening niet
“aangeleerd” voor component-keuzetoetsen. U kunt zulke
naar verwachting.
bedieningsreeksen opnieuw “aanleren” of alle gegevens van de
afstandsbediening tegelijk overbrengen.
Omtrent de gegevensuitwisseling met de Sony RM-AV2100T
Bij de uitwisseling van gegevens tussen deze afstandsbediening en een Sony
RM-AV2100T afstandsbediening kunnen niet altijd alle functies compleet worden
overgebracht (zoals bijv. System Control bedieningsreeksen).
46NL
Als u aan de hand van de bovenstaande aanwijzingen het probleem niet kunt
verhelpen, probeer dan eerst het volgende alvorens u professionele hulp inroept.
Terugstellen van de afstandsbediening op de fabrieksinstellingen
Houd de 1 aan/uit-toets ingedrukt en druk daarbij de t
ingangskeuzetoets en de 2 – volumetoets in totdat de
afstandsbediening als volgt reageert.
Het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen lichten op.
Vervolgens doven de component-keuzetoetsen één voor één, gevolgd
door het S (set) indicatorlampje.
Wanneer ze allemaal zijn gedoofd, zijn alle instellingen gewist en dan
is de afstandsbediening teruggekeerd in de oorspronkelijke toestand
(inclusief de vooringestelde reeks functies voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1 en 3.)
47NL
Aanhangsels
Overzicht van
vooringestelde
functies
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
6v
Cursor omhoog
verplaatsen
6V
Cursor omlaag
verplaatsen
6B
Cursor naar rechts
verplaatsen
6b
Cursor naar links
verplaatsen
6OK
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
qa2Kiezen van een nummer
tussen 20 en 29
21-, Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers. Werkt op
dezelfde wijze als bij de
afstandsbediening van
de TV.
5
Fastext-toetsen
(ROOD)
(GROEN)
(GEEL)
(BLAUW)
qgPROGR +/–
qh
82 +/–
9%
Opmerking
Bepaalde componenten of functies
kunnen niet altijd op deze
afstandsbediening reageren.
TV-toestel
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
3t
Omschakelen van het
ingangssignaal
4/
Omschakelen naar
teletekst
qsa
Inschakelen.
Omschakelen van
teletekst naar TV.
7MENU
Oproepen van het
MENU scherm
48NL
Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
Voor de JUMP functie
van de TV, al naar
gelang het merk TV.
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
Geluid van de TV
dempen. Nog eens
drukken om weer geluid
te horen.
Gebruik van Fastext
Met Fastext hebt u via bediening
van een enkele toets toegang tot
de pagina’s. Wanneer een Fastextpagina wordt uitgezonden,
verschijnt er een kleurcode-menu
onderaan op het scherm. De
kleuren in dit menu komen
overeen met de rode, groene, gele
en blauwe toetsen op de
afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt
met het kleurcode-menu. De
pagina zal binnen een paar
seconden verschijnen.
Videorecorder
CBL: kabel-TV ontvanger
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
21-, Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers.
qa2Kiezen van een nummer
tussen 20 en 29
3t
Omschakelen van het
ingangssignaal
7MENU
Oproepen van het
MENU scherm
6v
Cursor omhoog
verplaatsen
6V
Cursor omlaag
verplaatsen
6B
Cursor naar rechts
verplaatsen
6b
Cursor naar links
verplaatsen
6OK
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
5m
Band terugspoelen
5N
Video afspelen
5M
Band snel
vooruitspoelen
qdREC z
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +/– Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
1qa
Zenderkeuze. Voor
1 – 9, 0, ENT keuze van zender 5
bijvoorbeeld drukt u op
0 en 5 (of op 5 en ENT).
qgPROGR +/– Zender met hoger
nummer:+
Zender met lager
nummer: –
qh
Voor de JUMP,
FLASHBACK of
CHANNEL RETURN
functie van de TV, al
naar gelang het merk
TV.
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
wordt vervolgd
49NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
SAT: satelliet-ontvanger
DVD: DVD-speler
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
21-, Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers.
3t
Uitgangssignaal van de
satelliet-ontvanger
doorgeven aan het TVtoestel. (Als er ook een
kabel-TV ontvanger of
een antenne is
aangesloten, schakelt u
hiermee over tussen
gewone TV en satellietTV.)
4/
Omschakelen naar
teletekst
5
Fastext-toetsen
(ROOD)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Cijfertoetsen: Voor
keuze van bepaalde
punten op het scherm.
2Keuze van nummer 10
(+10)
en hoger
qaENT
Invoeren van uw keuze
of vastleggen van een op
het scherm gekozen
punt.
qdt
Omschakelen van het
(AUDIO)
geluid
4/
Aangeven van de
(DISPLAY)
ingeschakelde
afspeelfunctie op het
scherm.
qfGUIDE
Gekozen letters van het
(CLEAR)
scherm wissen
qh
Terugkeren naar het
(RETURN)
vorige scherm
qdREC z
Aangeven van het
(TITLE)
titelmenu
qsa
Omschakelen van de
(SUB TITLE) ondertiteling
7MENU
Aangeven van het DVD
menu
6v
Cursor omhoog
verplaatsen
6V
Cursor omlaag
verplaatsen
6B
Cursor naar rechts
verplaatsen
6b
Cursor naar links
verplaatsen
6OK
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
5m
Terugzoeken
5N
Video afspelen
5M
Vooruitzoeken
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +
Doorgaan naar het
(>)
volgende beeld/
muziekstuk
qgPROGR –
Terugkeren naar het
(.)
vorige beeld/
muziekstuk
(GROEN)
(GEEL)
(BLAUW)
qfGUIDE
7MENU
6v
6V
6B
6b
6OK
qgPROGR +/–
qh
qsa
(EXIT)
qdX
(EPG)
50NL
Master Guide
zendergids laten
verschijnen
Oproepen van het
MENU scherm
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Oproepen van de Station
Index als er geen
zendergids wordt
aangegeven.
Keuze van de zender die
verlicht wordt
aangegeven.
Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
Afstemmen op de laatst
gekozen zender
Functie verlaten
EGP aanduiding tonen
of verbergen
VD: Videodisc-speler
CD: compact disc speler
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Keuze van een
scènenummer (gebruik
de 0 toets voor scène 10).
Zie voor keuze van
scènenummers boven de
10 de beschrijving van
de +10 toets hieronder.
2Keuze van
(+10)
scènenummers boven de
10
qaENT
Invoeren van uw keuze
4/
Aangeven van de
(DISPLAY)
ingeschakelde
afspeelfunctie op het
scherm.
5m
Terugzoeken
5N
Video afspelen
5M
Vooruitzoeken
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +
Doorgaan naar het
(>)
volgende beeld/
muziekstuk
qgPROGR –
Terugkeren naar het
(.)
vorige beeld/
muziekstuk
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Keuze van een
muziekstuknummer
(gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10).
Zie voor keuze van
muziekstuknummers
boven de 10 de
beschrijving van de +10
toets hieronder.
2Keuze van
(+10)
muziekstuknummers
boven de 10
qaENT
Invoeren van uw keuze
qh
Doorgaan naar de
volgende disc
5m
Terugzoeken
5N
Afspelen
5M
Vooruitzoeken
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +
Doorgaan naar het
(>)
volgende muziekstuk
qgPROGR –
Terugkeren naar het
(.)
vorige muziekstuk
wordt vervolgd
51NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
MD: minidisc-recorder
DAT: digitaal cassettedeck
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Keuze van een
muziekstuknummer
(gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10).
Zie voor keuze van
muziekstuknummers
boven de 10 de
beschrijving van de +10
toets hieronder.
2Keuze van
(+10)
muziekstuknummers
boven de 10
qaENT
Invoeren van uw keuze
qh
Doorgaan naar de
volgende disc
4/
Omschakelen van de
(DISPLAY)
aanduidingen in het
uitleesvenster
5m
Terugzoeken
5N
Afspelen
5M
Vooruitzoeken
qdREC z
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +
Doorgaan naar het
(>)
volgende muziekstuk
qgPROGR –
Terugkeren naar het
(.)
vorige muziekstuk
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11 – 9, 0
Keuze van een
muziekstuknummer
qaENT
Invoeren van uw keuze
4/
Omschakelen van de
(DISPLAY)
aanduidingen in het
uitleesvenster
5m
Band terugspoelen
5N
Band afspelen
5M
Band snel
vooruitspoelen
qdREC z
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qgPROGR +
Doorgaan naar het
(>)
volgende muziekstuk
qgPROGR –
Terugkeren naar het
(.)
vorige muziekstuk
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
52NL
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
TAPE: cassettedeck
AMP: versterker
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
5m
Band terugspoelen
5N
Band afspelen
10
Bandlooprichting
omkeren
5M
Band snel
vooruitspoelen
qdREC z
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
5x
Stoppen
qdX
Pauzeren
qh
Keuze van het
cassettedeck: A of B
(alleen voor dubbel
cassettedeck)
SCHERMAANDUIDING FUNCTIE
01
In/uitschakelen van het
apparaat
11
Keuze van de
ingangsbron: VIDEO 1
12
Keuze van de
ingangsbron: VIDEO 2
13
Keuze van de
ingangsbron: AUX/VDP
(videodisc-speler)
14
Keuze van de
ingangsbron: TUNER
(radio-ontvangst)
15
Keuze van de
ingangsbron: CD
(compact disc)
16
Keuze van de
ingangsbron: TAPE
cassette-weergave
17
Keuze van de
ingangsbron: MD
minidisc-speler
18
Keuze van de
ingangsbron: TV
19
Keuze van de
ingangsbron:PHONO
platenspeler
10
Keuze van de
ingangsbron: DVD
(videospeler)
7MENU
Oproepen van het
MENU scherm
6v
Cursor omhoog
verplaatsen
6V
Cursor omlaag
verplaatsen
6B
Cursor naar rechts
verplaatsen
6b
Cursor naar links
verplaatsen
6OK
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
qh
Omschakelen van
afstemband of
voorkeurzendergroep
qgPROGR +/– Voorinstelnummer of
afstemfrequentie hoger
:+
Voorinstelnummer of
afstemfrequentie lager: –
82 +/–
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
9%
Geluid van de versterker
dempen. Nogmaals
drukken om weer geluid
te horen.
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
53NL
O, P, Q, R
Index
A
Aanleerfunctie 15, 35
Aanpassen
tijdsduur tussen System Control
commando’s 29
Automatisch uitschakelen
SYSTEM CONTROL 1 toets
24
B
Batterijen 6
Bedieningsreeksen
interval tussen System Control
commando’s 29
programmeren 24, 27
wissen 26, 28
Beveiligen met toetsblokkering 43
Blokkeren met de Hold
toetsbeveiliging 43
C
Cijfertoetsen 9, 14, 29, 30, 32, 33, 38,
41
Codenummers 8, 11
Component-keuzetoetsen
andere componenten
toewijzen 32
instellen van de
intschakelfunctie 30
kopiëren van instellingen 34
ontvangen van gegevens 42
overnemen van instellingen
34
programmeren van een
signaal 15
programmeren van een
System Control
bedieningsreeks 27
toevoegen van een extra functie
32
verzenden van gegevens 39
D, E, F, G
% dempingstoets 10, 13, 18, 22, 43
Fabrieksinstelling 26, 33, 47
Gegevens overbrengen 39
H, I, J
Hold beveiliging 30
Ingangskeuze 14
Inschakelcommando instellen 30
SYSTEM CONTROL 3 toets 24
K, L, M, N
Kopiëren
gegevens naar een andere
afstandsbediening 38
instellingen van de
component-keuzetoetsen 34
54NL
Ontvangst van gegevens 40
Overnemen
gegevens naar een andere
afstandsbediening 38
instellingen van de
component-keuzetoetsen 34
S
Systeem-uitschakelfunctie
SYSTEM CONTROL 1 toets 24
System Control functies
Zie “Bedieningsreeksen”
SYSTEM CONTROL toetsen
bedieningsreeksen 24
programmeren van een
signaal 35
T, U
Toetsen blokkeren (Hold beveiliging)
43
Toewijzen van andere apparatuur aan
de component-keuzetoetsen 32
Uitschakelfunctie
Zie “Automatisch
uitschakelen”
Zie “Systeemuitschakelfunctie”
V
Verhelpen van storingen 45
2 volumetoetsen 10, 13, 17, 18, 22,
47
Vooringestelde componenten 8
W, X, Y, Z
Wijzigen/wissen
aangeleerde signalen 19, 20, 37
inschakelcommando 31
System Control Åbedieningsreeks
26, 28
Wissen
Zie “Wijzigen/wissen“.