Sony RM-VL900T de handleiding

Type
de handleiding
3-223-017-31 (1)
Integrated Remote
Commander
Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
© 2000 by Sony Corporation
RM-VL900T
NL
SE
3
NL
Kenmerken
Met de veelzijdige RM-VL900T afstandsbediening kunt u al uw
audio/video-apparatuur vanuit één punt bedienen; geen gedoe met
voor elk toestel een aparte afstandsbediening, allemaal anders en
lastig uiteen te houden. Hieronder de overwegende voordelen van
deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/video-
componenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk
een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/video-
componenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening geschikt voor alle grote merken,
ook andere dan Sony. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur
hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (zie blz. 8).
Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste
bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn
ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening
(zie blz. 15).
Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/
video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode
signalen en niet altijd voor alle functies) (zie blz. 35).
Veelzijdige extra toetsen voor nieuwe componenten
De component-keuzetoetsen zijn omschakelbaar voor de bediening
van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u er van
bepaalde apparatuur twee of meer heeft (zie blz. 32).
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen
onder de SYSTEM CONTROL toetsen vastleggen, om ingewikkelde
functies geheel te automatiseren (zie blz. 23).
Geschikt voor gegevensuitwisseling met een andere
afstandsbediening
U kunt allerlei gegevens zoals nieuw aangeleerde signalen,
bedieningsreeksen van de SYSTEM CONTROL toetsen e.d.
uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening.
NL
4
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Batterij-inleg.................................................................................................6
Wanneer de batterijen te vervangen................................................................. 6
Plaats en functie van de bedieningsorganen ...............................................7
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur...........................8
Kiezen van de code voor een component........................................................ 8
Controleren of het codenummer werkt ......................................................... 10
Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie............................. 11
Op afstand bedienen van uw apparatuur...................................................12
Instellen van de geluidssterkte ....................................................................... 13
Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten .................... 14
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie.................15
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies............................................ 18
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie .......................................... 19
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een
stereo-installatie......................................................................................21
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties
— System Control functies ......................................................................23
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM
CONTROL toetsen ......................................................................................... 24
Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen ........................ 27
Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de
component-keuzetoetsen .............................................................................. 27
Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando's in een
bedieningsreeks.............................................................................................. 29
Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen ..........30
Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component
(alleen voor Sony apparatuur) ..................................................................... 30
Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen.........32
De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een
andere toets ..................................................................................................... 34
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL
toetsen .....................................................................................................35
Opmerkingen over het “aanleren” van de bedieningssignalen voor een
airconditioning ............................................................................................... 37
Gegevensuitwisseling tussen afstands bedieningseenheden ....................38
Verzenden van gegevens ................................................................................. 38
Ontvangst van gegevens .................................................................................. 40
5
NL
Andere nuttige functies
Blokkeren van de toetsen — Hold toetsbeveiliging ..................................43
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen................................................................................44
Technische gegevens ..................................................................................44
Verhelpen van storingen.............................................................................45
Aanhangsels
Overzicht van vooringestelde functies .......................................................48
TV-toestel............................................................................................................ 48
Videorecorder .................................................................................................... 49
CBL: kabel-TV ontvanger ................................................................................ 49
SAT: satelliet-ontvanger ................................................................................... 50
DVD: DVD-speler ............................................................................................. 50
VD: Videodisc-speler ........................................................................................ 51
CD: compact disc speler ................................................................................... 51
MD: minidisc-recorder ..................................................................................... 52
DAT: digitaal cassettedeck ............................................................................... 52
TAPE: cassettedeck ........................................................................................... 53
AMP: versterker ................................................................................................ 53
Index ...........................................................................................................54
6
NL
Voorbereidingen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop
de afstandsbediening open en
plaats hierin vier stuks R6 (AA-
formaat) batterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle
batterijen met de + en - polen in de
juiste richting ligen, zoals
aangegeven met de + en - in het
batterijvak.
Wanneer de batterijen te
vervangen
Batterijen voor de
afstandsbediening (vier stuks
R6 (AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden
zullen de batterijen ongeveer vijf
maanden meegaan. Als uw
apparatuur niet meer zo vlot op
de afstandsbediening reageert,
kunnen de batterijen bijna leeg
zijn. Als u dit bemerkt, dient u de
batterijen door nieuwe te
vervangen.
Opmerking
Wacht niet meer dan een uur met het
vervangen van de batterijen, anders
kunnen de vastgelegde codenummers
(zie blz. 8) en de aangeleerde functies
(zie blz. 15) uit het geheugen
verdwijnen.
Omtrent de batterijen
Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen door elkaar en vooral geen
verschillende typen batterijen
tegelijk.
Mocht de elektrolyt uit een batterij
lekken, veeg de vervuilde delen van
het batterijvak dan grondig schoon
met een doekje en vervang de oude
batterijen door nieuwe. Om
batterijlekkage te voorkomen, kunt u
beter de batterijen uit de
afstandsbediening verwijderen
wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken.
Plaats de batterijen met de
negatieve onderkant eerst in de
geleideklem van elk batterijvakje,
zoals hierboven aangegeven.
7
NL
Plaats en functie van de bedieningsorganen
1 Insteltoets (S)
2 Instel-indicatorlampje
3 Component-keuzetoetsen
Deze lichten op of knipperen
tijdens de bediening.
4 Cijfertoetsen/Versterker-
ingangskeuzetoetsen (AMP
INPUT)
5 - (1–) tientaltoets
6 t ingangskeuzetoets
7 / schermweergavetoets
8 Afspeelfunctietoetsen of
Fastext-toetsen
9 Cursortoetsen en OK toets
0 Menutoets (MENU)
qa 2 +/– volumetoetsen*
qs % geluiddempingstoets*
qd Bedieningsreeks-toetsen
(SYSTEM CONTROL)
qf 1 aan/uit-toets
qg Invoertoets (ENT/2-)
qh a sluimerfunctietoets
qj Gidstoets (GUIDE)
qk Zenderkeuzetoetsen (PROGR
+/-)
ql
wisseltoets
* Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingtoets
Na het kiezen van een video-
component kunt u met de
afstandsbediening het TV-geluid
instellen of desgewenst afzetten. Na het
kiezen van een audio-component kunt
u met de afstandsbediening de
geluidsweergave via de versterker
instellen of desgewenst afzetten.
U kunt deze instellingen ook wijzigen
(zie blz. 21).
OPMERKING
De functies van de bedieningstoetsen kunnen veranderen, afhankelijk van de
gekozen instellingen/bedieningsfuncties e.d. Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke
componenten.
Deze instellingen kunt u ook zelf nog wijzigen en sommige toetsen worden
specifiek gebruikt in de instelprocedure, zoals beschreven op de eerstvolgende
pagina’s.
8
NL
Voorbeeld: voor bediening van
een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de
bijgeleverde lijst met
“Component-
codenummers” om de
juiste drie-cijfer code voor
het te bedienen apparaat te
vinden.
Als er meer dan een
codenummer vermeld staat,
kiest u het eerste daarvan.
Om de afstandsbediening
bijvoorbeeld in te stellen op
bediening van een Philips TV
kiest u codenummer 011.
2 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Basisbediening
Instellen van de code
voor vaste audio/
video-apparatuur
De afstandsbediening is in de
fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony audio/video-
apparatuur (zie de onderstaande
tabel). Als u de afstandsbediening
wilt gebruiken voor deze Sony
componenten, kunt u de hierna
volgende paragrafen overslaan.
U kunt de afstandsbediening
echter ook gebruiken voor de
audio/video-apparatuur van
andere merken. Voor de bediening
van andere componenten dient u
wel eerst de onderstaande
aanwijzingen te volgen om de
juiste code(s) voor de apparatuur
vast te leggen.
* Gewoon analoog audio-cassettedeck
OPMERKING
De CBL stand voor kabel-TV ontvanger
en de VD stand voor een LaserDisc-
speler kunnen ook worden ingesteld
voor elk van de bovenstaande
component-keuzetoetsen en de andere
standen zijn ook om te zetten.
Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies
van de diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
Kiezen van de code voor
een component
Component-
keuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Fabrieksinstelling
Sony TV-
toestel
Sony VHS
videorecorder
Sony satelliet-
ontvanger
Sony DVD-
speler
Sony CD-
speler
Sony minidisc-
recorder
Sony
cassettedeck
Sony
versterker
Voor de
bediening van
TV-toestel
TV/
videorecorder
combinatie
Videorecorder
Satelliet-
ontvanger
DVD
videodisc-
speler
Compact
disc speler
Minidisc-
recorder
Cassettedeck*
Versterker
9
NL
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
4 Druk op de cijfertoetsen om
het driecijferige
component-codenummer in
te voeren.
De gekozen component-
keuzetoets dooft telkens even
wanneer u op een cijfertoets
drukt.
5 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft nu definitief.
Als de component-keuzetoets
vijfmaal knippert voordat deze
dooft, geeft dit aan dat de
instelling incompleet is. Begin
dan opnieuw vanaf stap 2.
wordt vervolgd
Opmerkingen
Als u een codenummer invoert dat
niet voorkomt in de bijgeleverde lijst
met “Component-codenummers”, of
als u de toetsen in de verkeerde
volgorde indrukt, dan knippert de
component-keuzetoets vijfmaal en
dooft daarna. Controleer dan het
component-codenummer en probeer
de instelling opnieuw.
Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure. Begint u
dan overnieuw vanaf stap 2.
• Als u op de S (set) toets drukt tijdens
het instellen van de componentcode,
dan worden alle codenummers
gewist en vervalt de instelprocedure.
Begint u dan overnieuw vanaf stap 2.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
10
NL
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Controleren of het
codenummer werkt
1 Druk op de component-
keuzetoets voor het
apparaat dat u hebt
ingesteld.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
2 Schakel het te bedienen
apparaat in met de aan/uit-
schakelaar op het apparaat
zelf.
3 Richt de afstandsbediening
op het voorpaneel van het
apparaat en druk op de 1
aan/uit-toets.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
Nu hoort het apparaat te
worden uitgeschakeld.
4 Als het tot zover goed
verloopt, kunt u
controleren of de andere
functies van het apparaat
ook goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
zenderkeuze en de
volumeregeling.
Zie voor nadere
bijzonderheden blz. 48.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken...
Probeer of het beter lukt na instellen
van een andere code uit de tabel voor
dezelfde component of probeer het
codenummer te vinden met de
zoekfunctie (zie blz. 11).
Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingtoets
Bij de bediening van een video-
component licht de TV toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van het TV-toestel
regelt of het TV-geluid dempt.
Bij de bediening van een audio-
component licht de AMP toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van de versterker
regelt of de geluidsweergave
dempt.
Het is aanbevolen eerst de TV en
AMP codes voor het TV-toestel,
resp. de versterker in te stellen
alvorens u dit voor de andere
componenten doet.
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al
eerder een signaal is
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (zie blz. 15), zal de
“aangeleerde” functie blijven
werken, ook al stelt u een ander
component-codenummer in. Voor
gebruik als een vaste component-
bedieningstoets zult u dan eerst de
“aangeleerde” functie moeten
wissen (zie blz. 19).
11
NL
Opzoeken van een
componentcode met de
zoekfunctie
U kunt een beschikbaar
codenummer opzoeken voor een
component die er nog geen heeft,
in de bijgeleverde lijst met
“Component-codenummers”.
Alvorens de zoekfunctie in te
schakelen
Zet de componenten in de
volgende stand om de zoekfunctie
naar behoren te laten werken.
TV-toestel: ingeschakeld
Videorecorder, satelliet-
ontvanger, kabel-TV ontvanger,
DVD-speler, versterker:
uitgeschakeld
VD videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder, TAPE
cassettedeck: ingeschakeld met
een geluidsbron klaar voor
weergave (disc, cassette, enz.)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de component-
keuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
3 Druk de PROGR + of de
PROGR – toets en de 1
aan/uit-toets om beurten in
totdat de component naar
behoren reageert, als volgt.
Uitschakelend: TV
Inschakelend: videorecorder,
satelliet-ontvanger, kabel-TV
ontvanger, DVD-speler of
versterker
De weergave begint: VD
videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder of TAPE
cassettedeck
Druk op de PROGR + toets om
door te gaan naar het volgende
codenummer.
Druk op de PROGR – toets om
terug te gaan naar het vorige
codenummer.
De component-keuzetoets
knippert driemaal nadat de
cijfers een gehele cyclus
doorlopen hebben.
wordt vervolgd
12
NL
Opmerking
Druk altijd eerst op de PROGR +/–
toets voordat u op de 1 aan/uit-
toets drukt. Anders kan de
zoekfunctie niet naar behoren
werken.
4 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft.
5 Controleer of het
codenummer werkt,
volgens de aanwijzingen op
blz. 10.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Voorbeeld: Afspelen van een
compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
De component-keuzetoets
licht op wanneer u er op
drukt, en dooft wanneer u
de toets loslaat.
Op afstand bedienen
van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander
merk dan Sony te bedienen, zult u
eerst de betreffende component-
code moeten instellen (zie blz. 8)
13
NL
Instellen van de
geluidssterkte
Druk op de 2 +/– volumetoetsen
om de geluidssterkte te regelen en
op de % dempingstoets om het
geluid te dempen. Als u instelt op
een video-component kunt u met
de afstandsbediening het TV-
geluid instellen of afzetten, en als
u kiest voor een audio-component
kunt u met de afstandsbediening
de geluidsweergave via de
versterker instellen of afzetten. U
kunt deze instellingen ook
wijzigen (zie blz. 21).
Opmerkingen
Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen (“aangeleerd”, zie blz.
15), zal bij de bediening van een
dergelijk apparaat het nieuwe signaal
worden doorgegeven, in plaats van
de geluidsregeling van de TV of de
versterker.
Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de versterker
(AMP) hebt gekozen. Bij de bediening
van andere componenten zult u
zonder probleem wel het geluid van
de TV of de versterker kunnen
regelen.
Als u aan de TV of de AMP toets een
andere component hebt toegewezen
(zie blz. 32), dan zult u de
geluidssterkte van de TV of de
versterker niet kunnen regelen, ook
niet wanneer u instelt op een andere
component.
wordt vervolgd
2 Druk op de gewenste
afspeelfunctietoets.
Zie het “Overzicht van
vooringestelde functies” (op
blz. 48) voor de functies van de
diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen
voor bepaalde componenten en
functies wel eens ietwat afwijken. Dan
kunt u het juiste bedieningssignaal
beter zelf programmeren met de
aanleerfunctie (zie blz. 15). Het is echter
alleen mogelijk functies te
programmeren die net als deze
afstandsbediening werken met
infrarode stralen.
14
NL
Opmerkingen over de
afstandsbediening van
componenten
Voor bediening van een dubbel
cassettedeck
1 Als de afstandsbediening van
uw cassettedeck een
keuzeschakelaar heeft voor
cassettedeck A/B, dan kunt u
voor deze keuze de
wisseltoets van deze
afstandsbediening gebruiken.
2 Als u niet kunt kiezen voor
cassettedeck A/B met de
wisseltoets, dan moet u eerst
het codenummer voor een van
de cassettedecks instellen en
dan
de functietoetsen voor het
andere deck overbrengen naar
andere beschikbare toetsen
(zoals de cijfertoetsen) met de
aanleerfunctie (zie blz. 15),
of
het andere cassettedeck
toewijzen aan een andere
component-keuzetoets (zie
blz. 32).
Kiezen van het ingangssignaal
voor een TV-toestel
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En als er op uw TV
meer dan twee videorecorders zijn
aangesloten, kunt u deze met de
cijfertoetsen als volgt direct
kiezen.
t” + “0”: TV-afstemming
t” + “1”: VIDEO 1
t” + “2”: VIDEO2
t” + “3”: VIDEO3
t” + “4”: VIDEO4
t” + “5”: VIDEO5
t” + “6”: VIDEO6
Als de bovenstaande combinaties
echter niet werken, kunt u de
betreffende signalen in de
afstandsbediening overnemen van
de TV-afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
Kiezen van het ingangssignaal
voor een videorecorder
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En u kunt het
ingangssignaal ook direct met de
cijfertoetsen kiezen, als volgt.
t” + “0”: TV-afstemming
t” + “1”: LINE1
t” + “2”: LINE2
t” + “3”: LINE3
t” + “4”: LINE4
t” + “5”: DVD
Voor een Sony videorecorder zijn
de bovenstaande functies vast
ingesteld. Voor een ander merk
kunt u deze functies, waarvoor
twee toetsen nodig zijn,
overnemen van de andere
afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
Op afstand bedienen van uw
apparatuur (vervolg)
15
NL
Voorbeeld: Programmeren van
het N (weergave)
bedieningssignaal van uw
component onder de VCR N
(weergave) toets van de
afstandsbediening
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de
afstandsbediening van het
apparaat dat u wilt
bedienen.
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
wordt vervolgd
Overnemen van
nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van
componenten of functies die niet
vast zijn ingesteld, kunt u de
volgende “aanleer” procedure
volgen om de afstandsbediening
een nieuwe functie te laten
overnemen van een andere
afstandsbediening. U kunt deze
aanleerfunctie bijvoorbeeld ook
gebruiken om de functie van
afzonderlijke toetsen te wijzigen
na instellen van een component-
codenummer (zie afb. 8).
Na het overnemen van een functie
is het aanbevolen deze bij wijze
van geheugensteuntje te noteren
op een handige plaats.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de
afstandsbediening niet kan overnemen
of “aanleren”.
ongeveer
5 - 10 cm
tussenruimte
Afstandsbediening
van uw component
RM-VL900T
16
NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het
apparaat waarvan u een
functie wilt overnemen of
“aanleren”.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen component-
keuzetoets lichten op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
Als er al een ander signaal is
geprogrammeerd voor die
component-keuzetoets, dan
blijft de component-keuzetoets
voor de “aan te leren”
component knipperen. Dat
blijft zo totdat u de instelling
wijzigt.
Bijvoorbeeld: Als u “CD”
vastlegt onder de VCR toets,
dan licht de VCR toets op en de
CD toets blijft knipperen.
4 Druk op de toets van de
andere afstandsbediening
die als “leraar” dient.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen component-
keuzetoets gaan knipperen (in
de paraatstand voor de
aanleerfunctie).
Als er al een ander signaal is
“aangeleerd” door die
component-keuzetoets
Dan knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en
keert de afstandsbediening
terug naar de toestand van stap
3.
U kunt de functie dan alleen
“aanleren” onder een andere
beschikbare toets, of anders de
eerder “aangeleerde” functie
wissen (zie blz. 19) en opnieuw
beginnen.
17
NL
5 Houd de toets op de andere
afstandsbediening
ingedrukt totdat zowel het
S (set) indicatorlampje als
de component-keuzetoets
opnieuw oplichten.
Tijdens het overzenden van de
gegevens blijft alleen het S (set)
indicatorlampje branden en
dooft de component-
keuzetoets.
Nadat de gegevensoverdracht
voltooid is, keert de
afstandsbediening terug naar
de toestand van stap 3.
6 Herhaal de stappen 4 en 5
als u nog andere toetsen
nieuwe functies wilt
“aanleren”.
“Aanleren” van een signaal
van een andere
afstandsbediening
Leg de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar zoals in stap 1 op
blz. 15, druk op de gewenste
component-keuzetoets en volg de
aanwijzingen 4 en 5 voor het
aanleren van de bedieningsfunctie.
7 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
Opmerkingen
Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure.
Als u stap 5 niet binnen 10 seconden
na stap 4 verricht, dan vervalt de
instelprocedure.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert
op de toets met de nieuwe functie, doe
het overnemen van de functie dan
opnieuw. (Als bijvoorbeeld de
geluidssterkte plotseling veel luider
wordt na slechts eenmaal kort
indrukken van de 2+ volumetoets,
dan kan het aanleren zijn verstoord
door ruis of andere externe effecten.)
Als u een componentcode voor
een toets instelt na het
“aanleren” van een nieuw
bedieningssignaal
Als u voor een toets een nieuwe
bedieningsfunctie hebt
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie, zal de toets die functie
behouden, ook al kiest u een nieuwe
componentcode voor die toets.
Bij het “aanleren” van signalen
voor een dubbel cassettedeck,
ingesteld op A en B
Druk eerst op de wisseltoets
om te kiezen voor cassettedeck A
of B.
Overnemen van het REC z
opnamesignaal voor een
opname-apparaat
U kunt slechts voor een enkele toets
tegelijk een functie “aanleren” Daarom
is het niet mogelijk een twee-toets
combinatie (zoals bijvoorbeeld REC z
+ B) over te nemen onder een enkele
toets van deze afstandsbediening.
wordt vervolgd
tijdens gegevens-
overdracht
gegevensover-
dracht voltooid
afstandsbediening
van de
component
18
NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Bij overnemen van signalen
voor de 2 +/– volumetoetsen
of de % dempingstoets
Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor een andere
component dan de TV of de
versterker een nieuw signaal
hebt overgenomen met de
aanleerfunctie, zal dat signaal
alleen worden verzonden als u
hebt ingesteld op die
component.
Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal
hebt overgenomen of
aangeleerd, zal dat nieuwe
signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen.
Als u hebt ingesteld op een
andere component, zal alleen het
vooringestelde
volumeregelsignaal voor de TV
of de versterker worden
doorgegeven (zie voor het
verschil tussen video-apparatuur
en audio-apparatuur de uitleg
op blz. 21). Voor gebruik van het
aangeleerde signaal zult u de 2
+/– volumetoetsen of de %
dempingstoets afzonderlijk
moeten programmeren voor elke
te bedienen component, met
behulp van de aanleerfunctie.
Voor aanleren van
bedieningssignalen voor een
airconditioning
Zie de aanwijzingen onder
“Programmeren van een vaak
gebruikte functie voor de SYSTEM
CONTROL toetsen” op blz. 35.
Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies
Zorg dat de
afstandsbedieningseenheden
tijdens het aanleren niet
bewegen.
Blijf voor het overnemen de toets
van de andere afstandsbediening
ingedrukt houden tot u een
pieptoon hoort.
Zorg dat beide
afstandsbedieningseenheden zijn
voorzien van verse batterijen.
Verricht het overnemen niet in
de volle zon en niet onder felle
tl-buizen of andere
fluorescerende lampen.
De plaats waar het signaal uit de
afstandsbediening komt kan wel
eens verschillen. Als het aanleren
niet lukt, verschuif dan de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar ietwat en
probeer het opnieuw.
Wanneer u deze
afstandsbediening signalen
aanleert van een
afstandsbediening met
interactief
signaaluitwisselsysteem (wordt
bij sommige Sony receivers en
versterkers geleverd), kan het
responssignaal van het
hoofdapparaat het aanleren van
de signalen hinderen. In dat
geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen het
hoofdapparaat niet kunnen
bereiken (bijv. een andere
kamer).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening
buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor
airconditioning, verwarming of
het openen en sluiten van
gordijnen of rolluiken kan
gevaarlijk zijn wanneer er per
ongeluk op een toets van de
afstandsbediening wordt
gedrukt.
Opmerking
Zie “Technische gegevens” op blz.
44 voor nadere bijzonderheden
betreffende de
afstandsbedieningssignalen die
aangeleerd kunnen worden.
19
NL
wordt vervolgd
Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door
een andere te vervangen, zult u
die functie eerst moeten wissen,
om dan een nieuwe functie over te
nemen.
Wissen van een aangeleerde
functie van een enkele toets
Voorbeeld: Wissen van de
“aangeleerde” functie voor
cijfertoets 1 voor de VCR
videorecorderstand
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje
licht op en alle component-
keuzetoetsen gaan
knipperen.
2 Houd de betreffende
component-keuzetoets
ingedrukt en druk daarbij
op de toets waarvan u de
functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Druk in elk geval beide toetsen
tegelijk in. Als u de component-
keuzetoets loslaat, schakelt de
afstandsbediening over naar de
aanleerfunctie.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
20
NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Wissen van alle aangeleerde
signalen voor een bepaalde
component
Voorbeeld: Wissen van alle
“aangeleerde” functies voor de
VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij
op de component-
keuzetoets waarvan u de
functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de
“aangeleerde” functies van alle
toetsen voor een bepaalde
component. De “aangeleerde”
functies voor de component-
keuzetoetsen kunnen hiermee niet
gewijzigd worden. U zult dus van
tevoren zeker moeten weten welke
“aangeleerde” functies u wilt
wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
21
NL
Component-
keuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Regelt de geluidssterkte
van de
TV
TV
TV
TV
versterker
versterker
versterker
versterker
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor
video-apparatuur
aangesloten op een
stereo-installatie
De afstandsbediening is in de
fabriek vooringesteld volgens het
principe, dat u het geluid van uw
video-apparatuur hoort via de
luidsprekers van uw TV-toestel, en
de geluidsweergave van alle
stereo-apparatuur via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker.
Zo kunt u steeds gemakkelijk de
geluidssterkte van de TV of de
versterker regelen, zonder dat u
hiervoor altijd eerst hoeft over te
schakelen van de geluidsbron naar
de TV of AMP, enkel voor de
volumeregeling.
Om bijvoorbeeld de geluidssterkte
bij video-weergave (met VCR
bediening) in te stellen, hoeft u
niet op de TV toets te drukken,
maar dienen de volumetoetsen
automatisch al voor het TV-geluid.
De volgende tabel toont de
fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling bij de
verschillende componenten.
wordt vervolgd
Als uw video-apparatuur echter is
aangesloten op een stereo-
installatie, zult u waarschijnlijk
ook het geluid van uw TV en uw
videorecorder willen horen via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker, in plaats van alleen via
de TV-luidsprekers. In dat geval
dient u de fabrieksinstelling om te
schakelen, zodat u de
geluidssterkte van uw video-
apparatuur kunt regelen zonder
eerst de afstandsbediening te
hoeven omschakelen naar de
versterker.
Wijzigen van de
fabrieksinstelling voor de
volumeregeling
22
NL
Alleen de volumeregelaars
van de audio-componenten
overzetten naar AMP
Druk op de 2 – volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alleen de audiocomponent-
keuzetoetsen lichten op
wanneer u deze toetsen
indrukt en doven wanneer u ze
loslaat.
De video-componenten zijn:
TV, VCR, CBL/SAT, DVD
De audio-componenten zijn:
CD, MD, TAPE, AMP
Volumeregeling voor video-
apparatuur aangesloten op een
stereo-installatie (vervolg)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Houd de %
geluiddempingstoets
ingedrukt en druk daarbij
de 2 + of 2
volumetoets in.
Alle volumeregelaars
overzetten naar AMP
Druk op de 2 + volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
23
NL
wordt vervolgd
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u een hele reeks
bedieningsfuncties achtereen
programmeren, om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten
met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene
dingen, zoals het afspelen van een
videoband, kan al een reeks
handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen
(VCR)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op
VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van
het TV-toestel instellen op
VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM
CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt
u 16 achtereenvolgende
bedieningsfuncties
programmeren.
Een functie die werkt met 2
toetsen geldt hierbij als 2 stappen.
Indrukken van een component-
keuzetoets telt ook mee als 1 stap.
Als u een bedieningsreeks
programmeert voor een
component-keuzetoets (zie blz.
27), dan zal de uitvoering van de
geprogrammeerde functies pas
beginnen wanneer u de
component-keuzetoets langer dan
2 seconden ingedrukt houdt.
Opmerkingen
Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor
bepaalde componenten een nieuw
signaal hebt overgenomen of
“aangeleerd”, zal de bovenstaande
procedure de functie van de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingstoets niet veranderen.
Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen, zal dat nieuwe signaal
alleen worden doorgegeven wanneer
u voor de bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen. Bij
de bediening van andere
componenten zult u zonder probleem
wel het geluid van de TV of de
versterker (afhankelijk van de
bovenstaande instellingen) kunnen
regelen. Voor gebruik van het nieuw
aangeleerde signaal zult u elke toets
afzonderlijk moeten programmeren
voor elke te bedienen component,
met behulp van de aanleerfunctie (zie
blz. 15).
24
NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Programmeren van een
reeks bedieningsfuncties
voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
Bijvoorbeeld: programmeren
van de hierboven aangegeven
reeks stappen voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor de
gekozen toets is
geprogrammeerd
(SYSTEM CONTROL toets
nummer 1 is al in de fabriek
geprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor
vrijwel alle soorten Sony
apparatuur.)
Om een nieuwe
bedieningsreeks te
programmeren, zult u eerst een
bestaande reeks moeten wissen
(zie blz. 26).
2 Druk op de SYSTEM
CONTROL 2 toets.
Alle component-keuzetoetsen
blijven verlicht.
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het te
bedienen apparaat.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
25
NL
wordt vervolgd
5 Ingangskeuze voor het TV-
toestel instellen op VIDEO
6 Video-weergave starten
6 Wanneer u alle gewenste
functies hebt
geprogrammeerd, drukt u
op de S (set) toets om de
instelprocedure af te
ronden.
Opmerkingen
Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen (zie blz. 26), om
dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
Als u voor een SYSTEM CONTROL
toets al een afstandsbedienings-
signaal hebt overgenomen of
“aangeleerd” (zie blz. 35), kunt u
voor deze toets niets meer
programmeren. Dan zult u de
“aangeleerde” functie eerst moeten
wissen (zie blz. 26).
Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets alleen het nieuwe
signaal worden verzonden.
Als u bij vergissing de verkeerde
functie hebt geprogrammeerd, drukt
u op de S (set) toets om de instelling
te annuleren en dan begint u
opnieuw vanaf stap 1.
4 Druk op de toets(en) voor
de gewenste
bedieningsfunctie.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
5 Herhaal de stappen 3 en 4
voor elk van de
toetsfuncties in de
gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld: drukt u op
de volgende toetsen.
1 TV inschakelen
2 Videorecorder inschakelen
3 Versterker inschakelen
4 Ingangskeuze voor de AMP
versterker instellen op
VIDEO 1
26
NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Tips voor het programmeren
van de System Control functies
De volgende tips kunnen nuttig
zijn bij het programmeren van een
reeks bedieningscommando’s.
Betreffende de tijd tussen de
opeenvolgende
bedieningscommando’s
U kunt de tijdsduur tussen de
bedieningsstappen naar vereist
aanpassen (zie blz. 29).
Betreffende de volgorde van
de bedieningsfuncties
Bepaalde componenten kunnen niet
onmiddellijk reageren op twee
opeenvolgende signalen. Zo zal een
TV-toestel na inschakelen meestal wat
tijd nodig hebben alvorens het kan
reageren op het volgende signaal. Dat
kan de juiste werking van
opeenvolgende commando’s zoals
voor inschakelen van de TV en keuze
van het ingangssignaal wel eens
belemmeren. Houd hier rekening
mee en programmeer de signalen
bijvoorbeeld om en om, als volgt:
TV inschakelen t Videorecorder
inschakelen t Afspelen videoband
starten t TV instellen op video-
weergave
Door als laatste een functie voor de
geluidsbron of een vaak gebruikte
component te kiezen, bespaart u zich
de stap om voor verdere bediening
eerst op de betreffende component-
keuzetoets te drukken.
Wissen van geprogrammeerde
signalen
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Terugstellen van de SYSTEM
CONTROL toets 1 of 3 op de
fabrieksinstelling (voor Sony
componenten)
In de fabriek is de SYSTEM
CONTROL toets nummer 1 al
voorgeprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor Sony
apparatuur. Om deze toetsen
terug te stellen op de
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen, hoeft u alleen
de “aangeleerde” functies van de
SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 te
wissen. Dan worden de System
Control bedieningsfuncties
hersteld.
27
NL
wordt vervolgd
Opmerkingen over de
System Control
bedieningsreeksen
Als de te bedienen componenten
te ver uiteen staan of als er een
obstakel voor een
afstandsbedieningssensor staat,
kunnen niet alle componenten
naar behoren werken wanneer u
op de SYSTEM CONTROL toets
drukt.
Als er om de bovenstaande of
een andere reden iets mis gaat
met de bedieningsreeks, dan zult
u daarna alle componenten terug
moeten stellen in de
oorspronkelijke stand voor u de
SYSTEM CONTROL
bedieningsreeks verzond.
Anders loopt u de kans dat de
bediening bij het opnieuw
indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets weer mis gaat.
Het inschakelen van
componenten kan bij een System
Control bedieningsreeks wel
eens problemen geven. Het
signaal voor inschakelen is vaak
hetzelfde als voor uitschakelen.
Om moeilijkheden te voorkomen
is het aanbevolen eerst te
controleren of de betreffende
componenten voor de
bedieningsreeks al naar behoren
ingeschakeld zijn of juist nog uit
staan.
Als de System Control functies
niet goed werken, kunt u
proberen of de “Tips voor het
programmeren van de System
Control functies” op blz. 26
uitkomst brengen.
Programmeren van een
reeks
bedieningscommando’s
voor de component-
keuzetoetsen
Net als bij de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u ook een reeks
bedieningscommando’s
vastleggen onder de component-
keuzetoetsen (tot 16 stappen per
toets).
Voorbeeld: Programmeren van
de procedure op blz. 23 onder
de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de gewenste
component-keuzetoets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
De gekozen component-
keuzetoets licht op en alle
andere toetsen knipperen snel.
28
NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Als er al een
bedieningsreeks onder de
gekozen toets is
geprogrammeerd
Om dan een nieuwe
bedieningsreeks te programmeren,
zult u de bestaande reeks eerst
moeten wissen (zie blz. 28).
3 Volg de aanwijzingen 3 t/m
6 op blz. 24 en 25.
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
Druk op de geprogrammeerde
component-keuzetoets en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Opmerkingen
U kunt een reeks System Control
bedieningsfuncties programmeren
voor een component-keuzetoets
waarvoor al een inschakelfunctie (zie
blz. 30) is geprogrammeerd. In dat
geval wordt echter de
inschakelfunctie overschreven en
kunt u die niet meer gebruiken. Maar
wanneer u de System Control
bedieningsreeks voor de betreffende
toets uitwist, zal de inschakelfunctie
weer gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
U kunt geen System Control
bedieningsreeks programmeren voor
een component-keuzetoets waaraan
al een nieuw signaal is toegewezen
door “aanleren” (zie blz. 15).
Andersom kunt u wel door
“aanleren” (zie blz. 15) een nieuwe
functie vastleggen onder een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd. Dan wordt de
System Control bedieningsreeks
overschreven en kunt u die niet meer
gebruiken. Maar wanneer u de
nieuw “aangeleerde” functie voor de
betreffende toets uitwist, zal de
System Control bedieningsreeks weer
gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
U kunt een inschakelfunctie (zie blz.
30) programmeren voor een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd, maar dan zult u
die inschakelfunctie nog niet kunnen
gebruiken. Pas wanneer u de System
Control bedieningsreeks voor de
betreffende toets uitwist, zult u de
inschakelfunctie kunnen gebruiken.
Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen, om dan
opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de component-
keuzetoets alleen het nieuwe signaal
worden verzonden.
Wissen van een System Control
bedieningsreeks die is
geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets
Voorbeeld: Wissen van de
geprogrammeerde reeks voor
de VCR toets
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
de VCR toets in.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
29
NL
wordt vervolgd
Aanpassen van de tijdsduur
tussen de commando‘s in
een bedieningsreeks
Voor het tijdsinterval tussen de
stappen kunt u kiezen uit vier
waarden (ongeveer 127
milliseconden, 408 ms, 708 ms of
974 ms).
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op een van de
SYSTEM CONTROL
toetsen (1, 2 of 3) waarvoor
u de tijdsduur wilt
aanpassen en houd deze
ingedrukt terwijl u op een
van de cijfertoetsen (1 - 4)
drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
1: ongeveer 127 ms
(fabrieksinstelling)
2: ongeveer 408 ms
3: ongeveer 708 ms
4: ongeveer 974 ms
(1 ms = 1/1000 seconde)
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
30
NL
Voor de component-
keuzetoetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op een van de
component-keuzetoetsen
waarvoor u de tijdsduur
wilt aanpassen en houd
deze ingedrukt terwijl u op
een van de cijfertoetsen (1 -
4) drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Toevoegen van een
extra functie aan de
component-
keuzetoetsen
Programmeren van de
inschakelcode voor de
gekozen component (alleen
voor Sony apparatuur)
Bij gebruik van Sony
componenten kunt u de
inschakelcode voor elk apparaat
programmeren onder een
component-keuzetoets. Zo kunt u
met één druk op de component-
keuzetoets een bepaald apparaat
inschakelen en tegelijk instellen op
de bediening ervan.
Voorbeeld: Programmeren van
de TV toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
31
NL
2 Houd de 1 toets ingedrukt
en druk daarbij de
gewenste component-
keuzetoets in.
Bij de eerste druk op de 1 toets
lichten alleen de component-
keuzetoetsen op waarvoor al
een inschakelcode is
vastgelegd. Deze toetsen doven
wanneer u daarna op een
andere component-keuzetoets
drukt.
Voorbeeld: Als het
inschakelcommando was
geprogrammeerd voor de VCR
en CD toetsen, lichten deze
twee toetsen op bij de eerste
druk op de 1 toets.
Wissen van het
inschakelcommando
Herhaal de bovenstaande
handelingen, maar druk op de
component-keuzetoets die oplicht
wanneer u op de 1 toets drukt.
Opmerkingen
Als er voor een component-
keuzetoets al een signaal voor een
ander merk dan Sony is
overgenomen, dan kan er geen
inschakelcommando voor die toets
worden geprogrammeerd. De
gekozen component-keuzetoets
knippert tweemaal en dan keert de
afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1.
Ook als u met “aanleren” al een
nieuwe functie van een andere
afstandsbediening hebt overgenomen
(zie “Toevoegen van een extra code
bij de keuze van een component”) of
een System Control bedieningsreeks
hebt geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets, dan nog kunt
u wel een inschakelcommando voor
die toets programmeren, maar dan
kunt u de inschakelfunctie nog niet
gebruiken. Pas wanneer u de
“aangeleerde” functie of de System
Control bedieningsreeks voor de
betreffende toets uitwist, zult u de
inschakelfunctie kunnen gebruiken.
U kunt met de aanleerfunctie (zie blz.
15) een nieuwe functie vastleggen of
een System Control bedieningsreeks
programmeren (zie blz. 27) voor een
component-keuzetoets waarvoor al
een inschakelcommando is
geprogrammeerd. Dan wordt de
inschakelfunctie overschreven en
kunt u die niet meer gebruiken. Pas
wanneer u de nieuw “aangeleerde”
functie of de System Control
bedieningsreeks voor de betreffende
toets uitwist, zal de inschakelfunctie
weer gelden en kunt u die weer
gebruiken. Als u zowel met
“aanleren” een nieuwe functie hebt
overgenomen en een System Control
bedieningsreeks hebt
geprogrammeerd voor dezelfde toets,
dan zal bovendien het “aangeleerde”
signaal de System Control
bedieningsreeks hebben
overschreven.
32
NL
Voorbeeld: Toewijzen van een
CD-speler aan de VCR
component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de component-
keuzetoets waaraan u een
nieuwe functie wilt
toewijzen.
De gekozen component-
keuzetoets licht op.
3 Houd de N weergavetoets
ingedrukt en druk op een
van de cijfertoetsen om in te
stellen op de nieuwe
component die u aan de
gekozen toets wilt
toewijzen.
De nieuw gekozen component-
keuzetoets en de eerder
gekozen component-keuzetoets
lichten allebei op.
Toewijzen van andere
apparatuur aan de
component-
keuzetoetsen
Als u een extra component
afzonderlijk wilt bedienen, kunt u
die component toewijzen aan een
andere component-keuzetoets die
u niet gebruikt.
Opmerkingen
Als u een andere component toewijst
aan een component-keuzetoets, komt
de instelling van het component-
codenummer (zie blz. 8) te vervallen.
Dit component-codenummer zal niet
terugkomen, ook al verwijdert u de
nieuw gekozen component en stelt u
de toets terug op de oorspronkelijke
component.
Als u een andere component toewijst
aan de TV of AMP keuzetoets, zult u
de geluidssterkte voor het TV-toestel
of de versterker niet meer kunnen
regelen wanneer u instelt op een
andere component.
33
NL
In dit voorbeeld drukt u op
toets 5 om in te stellen op de
CD-speler.
1: VCR (videorecorder)
2: VD (videodisc-speler)
3: SAT (satelliet-ontvanger)
4: AMP (versterker)
5: CD (CD-speler
6: TAPE (cassettedeck)
7: MD (minidisc-recorder)
8: TV (TV-toestel)
9: CBL (kabel-TV ontvanger)
0: DVD (videospeler)
Opmerking
Bij deze toewijzing wordt alleen de
componentkeuze overgenomen.
Andere “aangeleerde” functies
worden niet overgenomen.
4 •Als u voor een ander merk
het component-
codenummer moet
invoeren, volgt u de
aanwijzingen op blz. 8 of
11.
Als u extra
afstandsbedieningssignalen
wilt overnemen met de
aanleerfunctie, volgt u
hiervoor de stappen 1 en 3
t/m 7 op blz. 15 t/m 17.
wordt vervolgd
Terugstellen van een
component-keuzetoets op de
oorspronkelijke instelling
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij
op de component-
keuzetoets waarvan u de
functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de
“aangeleerde” functies van alle
toetsen voor een bepaalde
component. De “aangeleerde”
functies voor de component-
keuzetoetsen kunnen hiermee niet
gewijzigd worden. U zult dus van
tevoren zeker moeten weten welke
“aangeleerde” functies u wilt
wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
34
NL
2 Druk op de component-
keuzetoets waarvoor u de
instellingen van een andere
component-keuzetoets wilt
overnemen en houd deze
langer dan 3 seconden
ingedrukt.
De gekozen component-
keuzetoets licht op en alle
andere toetsen knipperen snel.
3 Blijf deze component-
keuzetoets ingedrukt
houden en druk op de
component-keuzetoets
waarvan u de instellingen
wilt overnemen.
Beide component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u de
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Nu worden alle instellingen
van de CD toets
overgekopieerd naar de VCR
toets.
Toewijzen van andere
apparatuur aan de component-
keuzetoetsen (vervolg)
De instellingen van een
component-keuzetoets
overnemen onder een
andere toets
U kunt alle instellingen van een
component-keuzetoets volledig
overbrengen naar een andere
component-keuzetoets. De
instellingen voor de
componentcode (zie blz. 8) en de
aangeleerde functies (zie blz. 15)
worden daarbij volledig
overgekopieerd naar de nieuw
gekozen toets.
Opmerking
U kunt de instellingen niet
overbrengen naar een component-
keuzetoets waarvoor al een nieuw
commando is vastgelegd met de
“aanleerfunctie”.
Voorbeeld: De instellingen van
de CD toets overnemen onder
de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
35
NL
Voorbeeld: Overnemen van het
aan/uit-signaal voor een
airconditioning voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
1 Leg deze afstandsbediening
recht tegenover de
afstandsbediening van de
airconditioning.
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
Programmeren van
een vaak gebruikte
functie voor de
SYSTEM CONTROL
toetsen
Naast de oorspronkelijke functie
voor System Control
bedieningsreeksen (zie blz. 23)
kunt u voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 ook
extra bedieningssignalen
overnemen met de
“aanleerfunctie”.
Aangezien de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 en 3 geheel
afzonderlijk van de andere toetsen
werken, kunt u ze ook gebruiken
voor directe één-toets bediening,
zonder bijvoorbeeld eerst de
betreffende component te hoeven
kiezen met een component-
keuzetoets.
Deze “één-toets” bediening kan
een handig alternatief zijn voor
het gewone gebruik van de
SYSTEM CONTROL toetsen voor
bedieningsreeksen.
Opmerking
Bepaalde afstandsbedieningssignalen
kunnen niet goed worden
overgenomen of aangeleerd.
wordt vervolgd
RM-VL900T
ongeveer 5 - 10
cm tussenruimte
Afstandsbediening van
uw componenten
36
NL
Programmeren van een vaak
gebruikte functie voor de
SYSTEM CONTROL toetsen
(vervolg)
3 Druk op de SYSTEM
CONTROL toets 2.
Het S (set) indicatorlampje
knippert (in de paraatstand
voor de aanleerfunctie).
Als er al andere functies
door die toets zijn
“aangeleerd”
Het S (set) indicatorlampje knippert
tweemaal en de afstandsbediening
keert terug naar de toestand van
stap 2.
U kunt de functie “aanleren” aan
een andere SYSTEM CONTROL
toets, of anders de eerder
“aangeleerde” functie wissen (zie
blz. 37) en opnieuw beginnen.
4 Druk de ON/OFF toets van
de afstandsbediening voor
de airconditioning in totdat
de afstandsbediening
reageert zoals hieronder
wordt aangegeven.
Tijdens het overzenden van de
gegevens blijft alleen het S (set)
indicatorlampje branden en
doven alle component-
keuzetoetsen.
Nadat de gegevensoverdracht
voltooid is, keert de
afstandsbediening terug naar
de toestand van stap 2.
5 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
ronden.
Opmerking
U kunt door “aanleren” een nieuwe
functie vastleggen voor een SYSTEM
CONTROL toets waarvoor al een
System Control bedieningsreeks is
geprogrammeerd. Dan wordt de
System Control bedieningsreeks
overschreven en kunt u die niet meer
gebruiken. Pas wanneer u de nieuw
“aangeleerde” functie voor de
betreffende toets uitwist (zie blz. 37),
zal de System Control bedieningsreeks
weer gelden en kunt u die weer
gebruiken.
afstandsbediening
van de
airconditioning
gegevensoverdracht
voltooid
tijdens
gegevensoverdracht
37
NL
Wissen van de aangeleerde
functie van een toets
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
op de SYSTEM CONTROL
toets (1, 2 of 3) waarvan u
de functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Opmerkingen over het
“aanleren” van de
bedieningssignalen voor
een airconditioning
Betreffende
seizoensinstellingen
Als u de instellingen voor uw
airconditioning per seizoen
wijzigt, zult u de
bedieningssignalen voor de
nieuwe instellingen ook in deze
afstandsbediening moeten
programmeren.
Als het aan/uit schakelen van de
airconditioning niet lukt
De kans bestaat dat de
airconditioning niet goed reageert
op het aan/uit commando dat u
hebt overgenomen onder een toets
van deze afstandsbediening.
Als deze afstandsbediening met
één toets een goed “ON” signaal
voor inschakelen aan de
airconditioning doorgeeft en met
een andere toets een “OFF”
signaal voor uitschakelen, terwijl
de afstandsbediening van uw
airconditioning wel met een
enkele “ON/OFF” toets werkt,
dan kunt u de signalen het best
onder twee toetsen van deze
afstandsbediening vastleggen, als
volgt.
1 Wis het aangeleerde aan/uit
signaal. (In het voorbeeld van
blz. 35 annuleert u het signaal
dat is overgenomen onder de
SYSTEM CONTROL 2 toets.)
2 Programmeer opnieuw het
signaal (verzonden door de
aan/uit-toets van de
afstandsbediening van uw
airconditioning) onder de
SYSTEM CONTROL 2 toets.
3 Programmeer vervolgens het
signaal van dezelfde aan/uit-
toets van de afstandsbediening
onder een andere toets
(bijvoorbeeld de SYSTEM
CONTROL 3 toets).
De twee toetsen van de
afstandsbediening zijn nu
geprogrammeerd voor het
inschakelsignaal, resp. het
uitschakelsignaal van de
airconditioning en nu zult u de
airconditioning probleemloos
kunnen in- en uitschakelen.
38
NL
Alle gegevens van deze
afstandsbediening overzenden
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de andere
afstandsbediening.
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
3 Houd de v cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op cijfertoets 1.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
Gegevensuitwisseling
tussen afstands-
bedieningseenheden
Gegevens zoals aangeleerde
signalen en componentcode-
instellingen kunt u overbrengen of
uitwisselen tussen deze
afstandsbediening en een andere
Sony RM-VL900T of Sony
RM-AV2100T afstandsbediening.
Als u gegevens wilt uitwisselen
met een Sony RM-AV2100T
Zie de aanwijzingen onder
“Verzenden van gegevens” in de
gebruiksaanwijzing van de
RM-AV2100T afstandsbediening
voor de juiste wijze van
verzenden.
Geschikte typen
afstandsbediening
Er kunnen gegevens worden
overgebracht tussen deze
afstandsbediening en een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T
afstandsbediening.
Gegevensoverdracht tussen deze
afstandsbediening en een andere
afstandsbediening dan de Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T is niet
mogelijk.
Verzenden van gegevens
U kunt alle gegevens van deze
afstandsbediening of de gegevens
van een component-keuzetoets als
volgt overbrengen naar een
andere Sony RM-VL900T of
RM-AV2100T afstandsbediening.
Andere
afstandsbediening
RM-VL900T
ongeveer
5 - 10 cm
tussenruimte
39
NL
De gegevens van een
component-keuzetoets
overzenden
De gegevens van een component-
keuzetoets van deze
afstandsbediening (de instellingen
en “aangeleerde” signalen voor de
toetsen) kunnen worden
overgebracht naar de component-
keuzetoets van een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T
afstandsbediening.
1-2 Volg de aanwijzingen 1
en 2 op blz. 38.
3 Houd de v cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op de component-
keuzetoets waarvan u de
gegevens wilt overzenden.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor de ontvangst van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
ontvangst de aanwijzingen op
blz. 42.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of deze
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor de ontvangst van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
ontvangst de aanwijzingen op
blz. 40.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of deze
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Bij het overzenden van de
gegevens dooft nu telkens de
verlichting van de betreffende
component-keuzetoets.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 3.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 5 of druk op de S (set)
toets om de
gegevensoverdracht te
annuleren.
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor de
ontvangst van gegevens.
wordt vervolgd
40
NL
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Na het overzenden van de
gegevens dooft de verlichting
van de component-keuzetoets.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 3.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 5 of druk op de S (set)
toets om de
gegevensoverdracht te
annuleren.
Opmerkingen
De gegevens voor een “aangeleerd”
signaal of een System Control
bedieningsreeks die is
geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets kunnen niet
worden overgezonden.
U kunt de aanleerfunctie (zie blz. 15)
gebruiken om het “aangeleerde”
signaal of een geprogrammeerde
System Control bedieningsreeks weer
te programmeren voor een
component-keuzetoets van de andere
afstandsbediening.
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor de
ontvangst van gegevens.
Ontvangst van gegevens
Deze afstandsbediening kan
gegevens ontvangen van een
andere Sony RM-VL900T of
RM-AV2100T afstandsbediening.
Ontvangst van alle gegevens
van een andere
afstandsbediening
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de andere
afstandsbediening.
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle component-
keuzetoetsen gaan knipperen.
Gegevensuitwisseling tussen
afstandsbedieningseenheden
(vervolg)
Andere
afstandsbediening
RM-VL900T
ongeveer 5 - 10 cm
tussenruimte
41
NL
6 Druk op de ENT (of
ENTER) toets van de
afstandsbediening die de
gegevens moet verzenden.
Bij de ontvangst van de
gegevens lichten nu één voor
één de betreffende component-
keuzetoetsen op.
Als de gegevensoverdracht op
enig punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 5.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 6 of druk op de S (set)
toets om de ontvangst van
gegevens te annuleren.
Opmerking
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden
verricht, knipperen het S (set)
indicatorlampje en alle component-
keuzetoetsen vijfmaal achtereen,
gevolgd door een korte pauze en dan
knipperen ze opnieuw.
3 Houd de V cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op cijfertoets 1.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
alle component-keuzetoetsen
blijven branden.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor het verzenden van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
verzenden de aanwijzingen op
blz. 38.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
5 Druk op de ENT toets (om
de gegevens te gaan
verzenden).
Het S (set) indicatorlampje licht
op, maar alle component-
keuzetoetsen doven nu
(paraatstand voor de ontvangst
van gegevens).
wordt vervolgd
42
NL
Gegevensuitwisseling tussen
afstandsbedieningseenheden
(vervolg)
Ontvangst van de gegevens
voor een component-keuzetoets
van een andere
afstandsbediening
1-2 Volg de aanwijzingen 1
en 2 op blz. 40.
3 Houd de V cursortoets
ingedrukt en druk daarbij
op de component-
keuzetoets waaronder u de
gegevens wilt vastleggen.
Nu gaat het S (set)
indicatorlampje knipperen en
de gekozen component-
keuzetoets licht op.
4 Controleer of de andere
afstandsbediening gereed is
voor het verzenden van
gegevens.
(Zie voor het instellen van de
afstandsbediening voor
verzenden de aanwijzingen op
blz. 39.)
Opmerking
Controleer zorgvuldig of de andere
afstandsbediening gereed is voor
het verzenden van gegevens.
5 Druk op de ENT toets.
Het S (set) indicatorlampje licht
op, maar de gekozen
component-keuzetoets dooft
nu (paraatstand voor de
ontvangst van gegevens).
6 Druk op de ENT (of
ENTER) toets van de
afstandsbediening die de
gegevens moet verzenden.
Nadat de gegevens zijn
ontvangen, blijft de
component-keuzetoets
branden. Als de
gegevensoverdracht op enig
punt gedurende of na de
bediening misgaat, knipperen
het S (set) indicatorlampje en
alle component-keuzetoetsen
vijfmaal achtereen en dan keert
de afstandsbediening terug
naar de toestand van stap 5.
Probeer het dan opnieuw vanaf
stap 6 of druk op de S (set)
toets om de ontvangst van
gegevens te annuleren.
Opmerking
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden
verricht, knipperen het S (set)
indicatorlampje en de component-
keuzetoets vijfmaal achtereen, gevolgd
door een korte pauze en dan knipperen
ze opnieuw.
43
NL
Andere nuttige functies
Blokkeren van de
toetsen
— Hold toetsbeveiliging
Om vergissingen te voorkomen,
kunt u alle toetsen blokkeren met
de Hold beveiliging.
1 Houd de 1 aan/uit-toets
ingedrukt en druk daarbij
de
dempingstoets en de
% wisseltoets in.
Het S (set) indicatorlampje licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
Zolang de toetsen geblokkeerd
zijn, zullen alle component-
keuzetoetsen tweemaal
knipperen wanneer u op een
bedieningstoets drukt.
Opheffen van de
toetsbeveiliging
Herhaal de voorgaande
procudure.
Het S (set) indicatorlampje
knippert tweemaal en dan is de
Hold toetsbeveiliging opgeheven.
(tweemaal)
(tweemaal)
44
NL
Technische gegevens
Reikwijdte
Ongeveer 10 meter (kan verschillen
voor apparatuur van andere merken)
Stroomvoorziening
Vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen
Gebruiksduur batterijen
Ongeveer 5 maanden (afhankelijk
van hoe intensief de
afstandsbediening wordt gebruikt)
Afmetingen
Ongeveer 72 × 209 × 26 mm (b/h/d)
Gewicht
155 gram (zonder batterijen)
Aanleerbare signalen*
Capaciteit per signaal: tot 250 bit
Signaalfrequentiebereik: tot 500 kHz
Signaalinterval: tot 1 seconde
* Sommige signalen kunnen niet door
de afstandsbediening worden
aangeleerd, ook al voldoen ze aan de
bovenstaande specificaties.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Het CE merk op dit
apparaat geldt alleen
voor producten die
worden verkocht in de
Europese Unie.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Laat de afstandsbediening niet
vallen en behoed het apparaat
tegen heftige schokken, om
storingen in de werking te
vermijden.
Leg het apparaat niet te dicht bij
een warmtebron en stel het niet
bloot aan direct zonlicht, veel
stof of zand, vocht, regen of
mechanische schokken.
Pas op dat er geen vloeistof of
kleine voorwerpen in de
afstandsbediening terechtkomen.
Als er vloeistof of een voorwerp
in het apparaat terechtkomt,
dient u het eerst door een
deskundige te laten nakijken,
alvorens het weer in gebruik te
nemen.
Zorg dat er geen direct zonlicht
of fel lamplicht op de
afstandsbedieningssensors van
uw apparatuur valt. Bij te fel
licht kan de afstandsbediening
niet naar behoren werken.
Houd de afstandsbediening
buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Bepaalde elektrische apparatuur
zoals voor airconditioning,
verwarming of het openen en
sluiten van gordijnen of
rolluiken kan gevaarlijk zijn
wanneer er per ongeluk op een
toets van de afstandsbediening
wordt gedrukt.
45
NL
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen hebben met het instellen of gebruik van de
afstandsbediening, controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 6) en neem
vervolgens de onderstaande lijst met controlepunten even door.
wordt vervolgd
Oplossing
• Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale
reikwijdte van de afstandsbediening is ongeveer 10 meter.
• Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat
en zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en
het apparaat staan.
• Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw.
• Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt
ingedrukt. In het geval van CBL/SAT, DVD of TAPE zorgt u
dat de gewenste component wordt aangegeven.
• Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor
infrarood-afstandsbediening. Als er bij het apparaat geen
afstandsbediening geleverd werd, is het wellicht niet geschikt
voor bediening op afstand.
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de
component-keuzetoets. Controleer de component die aan de
betreffende toets is toegewezen en de componentcode.
• Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereo-
installatie, controleert u dan of de afstandsbediening wel is
ingesteld zoals beschreven onder “Volumeregeling voor
video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie” (zie
blz. 21).
• Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de TV
of AMP toets (zie blz. 32). In dit geval kunt u de
geluidssterkte niet regelen wanneer u een andere component
dan het TV-toestel of de AMP versterker kiest.
• Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen. Als
het eerste codenummer voor uw component niet werkt,
probeer dan alle volgende codenummers uit, in de volgorde
zoals vermeld in de bijgeleverde lijst met “Component-
codenummers”.
• Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als
sommige of zelfs alle toetsen niet goed werken na het
instellen van het component-codenummer, gebruik dan de
aanleerfunctie om de afstandsbedieningssignalen voor het
apparaat over te nemen in deze afstandsbediening (zie blz.
15).
• Het betreffende apparaat kan werken met een component-
codenummer dat niet staat vermeld in de lijst met
“Component-codenummers”. Zie “Opzoeken van een
componentcode met de zoekfunctie” (op blz. 11) en probeer
het opnieuw met het gevonden codenummer.
• Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een
afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem
(wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd),
kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren
van de signalen hinderen. In dat geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen
bereiken (bijv. een andere kamer).
• Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
overgenomen. Zo niet, lees dan “Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies” (op blz. 18) en verricht het aanleren van
de gewenste functie(s) dan opnieuw (zie blz. 15).
Probleem
De apparatuur reageert
niet op de
afstandsbediening.
De geluidssterkte is niet
goed te regelen.
De afstandsbediening
kan de
afstandsbedieningssignalen
niet aanleren. Bepaalde
apparatuur reageert niet,
ook na instellen van een
component-
codenummer.
De afstandsbediening
kan de
afstandsbedieningssignalen
niet aanleren.
Bepaalde apparatuur
reageert niet, ook na
overnemen van de
afstandsbedieningssignalen
met de “aanleerfunctie”.
46
NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Probleem
Het S (set)
indicatorlampje of de
component-keuzetoetsen
knipperen vijfmaal
achtereen.
Alle component-
keuzetoetsen knipperen
tweemaal tijdens de
bediening.
Een System Control
bedieningsreeks werkt
niet naar behoren.
Alle component-
keuzetoetsen knipperen
tweemaal.
Na het uitwisselen van
gegevens werkt de
afstandsbediening niet
naar verwachting.
Oplossing
• Het aanleren van een functie is mislukt. Lees “Voor
zorgvuldig aanleren van nieuwe functies” (op blz. 18) en
verricht het aanleren van de gewenste functie dan opnieuw
(zie blz. 15).
• De componentcodes zijn niet goed ingesteld. Zie de
bijgeleverde lijst met “Component-codenummers” en probeer
het instellen van de component-codenummers opnieuw (zie
blz. 8).
• De gegevens zijn niet juist overgebracht. Zie “Verzenden van
gegevens” (op blz. 38) en probeer de gegevens opnieuw over
te zenden.
• De gegevens zijn niet juist ontvangen. Zie “Ontvangst van
gegevens” (op blz. 40) en probeer de gegevens opnieuw te
ontvangen.
• Wis de zelden gebruikte aangeleerde functies uit het
overvolle geheugen (zie blz. 19) en probeer het aanleren dan
opnieuw.
Er zijn signalen geprogrammeerd voor de betreffende
component-keuzetoets of SYSTEM CONTROL toets met de
aanleerfunctie. Wis de geprogrammeerde signalen (zie blz. 19,
26, 28) en probeer het vastleggen van de System Control
bedieningsreeks opnieuw.
• Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn
geprogrammeerd (zie blz. 24, 27).
• Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als
dat niet helpt, zet dan de verschillende componenten iets
dichter bijeen.
• Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de
betreffende componenten en zorg dat ze alle in gereedheid
zijn voor de ontvangst van de bedieningssignalen (zie blz. 27).
• De componentcodes zijn veranderd of of er zijn nieuwe
signalen “aangeleerd” voor een toets die al was
geprogrammeerd voor een reeks bedieningssignalen. In dat
geval worden de nieuw aangeleerde signalen verzonden
wanneer u probeert de bedieningsreeks uit te voeren.
• Wellicht is de tijdsduur tussen de achtereenvolgende
commando’s te kort. Zie “Aanpassen van de tijdsduur tussen
de commando‘s in een bedieningsreeks” (op blz. 29) en kies
een langer tijdsinterval.
• De Hold toetsbeveiliging is ingeschakeld. Hef de beveiliging
op (zie blz. 43).
De gegevensoverdracht van/naar een enkele toets kan geen
System Control bedieningsreeksen overbrengen die zijn
“aangeleerd” voor component-keuzetoetsen. U kunt zulke
bedieningsreeksen opnieuw “aanleren” of alle gegevens van de
afstandsbediening tegelijk overbrengen.
Omtrent de gegevensuitwisseling met de Sony RM-AV2100T
Bij de uitwisseling van gegevens tussen deze afstandsbediening en een Sony
RM-AV2100T afstandsbediening kunnen niet altijd alle functies compleet worden
overgebracht (zoals bijv. System Control bedieningsreeksen).
47
NL
Als u aan de hand van de bovenstaande aanwijzingen het probleem niet kunt
verhelpen, probeer dan eerst het volgende alvorens u professionele hulp inroept.
Terugstellen van de afstandsbediening op de fabrieksinstellingen
Houd de 1 aan/uit-toets ingedrukt en druk daarbij de t
ingangskeuzetoets en de 2 – volumetoets in totdat de
afstandsbediening als volgt reageert.
Het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen lichten op.
Vervolgens doven de component-keuzetoetsen één voor één, gevolgd
door het S (set) indicatorlampje.
Wanneer ze allemaal zijn gedoofd, zijn alle instellingen gewist en dan
is de afstandsbediening teruggekeerd in de oorspronkelijke toestand
(inclusief de vooringestelde reeks functies voor de SYSTEM
CONTROL toetsen 1 en 3.)
48
NL
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
3t
4/
qsa
7MENU
TV-toestel
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
Omschakelen van het
ingangssignaal
Omschakelen naar
teletekst
Inschakelen.
Omschakelen van
teletekst naar TV.
Oproepen van het
MENU scherm
Aanhangsels
Overzicht van
vooringestelde
functies
Gebruik van Fastext
Met Fastext hebt u via bediening
van een enkele toets toegang tot
de pagina’s. Wanneer een Fastext-
pagina wordt uitgezonden,
verschijnt er een kleurcode-menu
onderaan op het scherm. De
kleuren in dit menu komen
overeen met de rode, groene, gele
en blauwe toetsen op de
afstandsbediening.
Druk op de toets die overeenkomt
met het kleurcode-menu. De
pagina zal binnen een paar
seconden verschijnen.
Opmerking
Bepaalde componenten of functies
kunnen niet altijd op deze
afstandsbediening reageren.
SCHERMAANDUIDING
6v
6V
6B
6b
6OK
qa2-
21-, -
5
(ROOD)
(GROEN)
(GEEL)
(BLAUW)
qgPROGR +/–
qh
82 +/–
9%
FUNCTIE
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
Kiezen van een nummer
tussen 20 en 29
Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers. Werkt op
dezelfde wijze als bij de
afstandsbediening van
de TV.
Fastext-toetsen
Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
Voor de JUMP functie
van de TV, al naar
gelang het merk TV.
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
Geluid van de TV
dempen. Nog eens
drukken om weer geluid
te horen.
49
NL
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
21-, -
qa2-
3t
7MENU
6v
6V
6B
6b
6OK
5m
5N
5M
qdREC z
5x
qdX
qgPROGR +/–
Videorecorder
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers.
Kiezen van een nummer
tussen 20 en 29
Omschakelen van het
ingangssignaal
Oproepen van het
MENU scherm
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
Band terugspoelen
Video afspelen
Band snel
vooruitspoelen
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
Stoppen
Pauzeren
Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
SCHERMAANDUIDING
01
1qa
1 – 9, 0, ENT
qgPROGR +/–
qh
CBL: kabel-TV ontvanger
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Zenderkeuze. Voor
keuze van zender 5
bijvoorbeeld drukt u op
0 en 5 (of op 5 en ENT).
Zender met hoger
nummer:+
Zender met lager
nummer: –
Voor de JUMP,
FLASHBACK of
CHANNEL RETURN
functie van de TV, al
naar gelang het merk
TV.
wordt vervolgd
50
NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
2-
(+10)
qaENT
qdt
(AUDIO)
4/
(DISPLAY)
qfGUIDE
(CLEAR)
qh
(RETURN)
qdREC z
(TITLE)
qsa
(SUB TITLE)
7MENU
6v
6V
6B
6b
6OK
5m
5N
5M
5x
qdX
qgPROGR +
(>)
qgPROGR –
(.)
DVD: DVD-speler
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Cijfertoetsen: Voor
keuze van bepaalde
punten op het scherm.
Keuze van nummer 10
en hoger
Invoeren van uw keuze
of vastleggen van een op
het scherm gekozen
punt.
Omschakelen van het
geluid
Aangeven van de
ingeschakelde
afspeelfunctie op het
scherm.
Gekozen letters van het
scherm wissen
Terugkeren naar het
vorige scherm
Aangeven van het
titelmenu
Omschakelen van de
ondertiteling
Aangeven van het DVD
menu
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
Terugzoeken
Video afspelen
Vooruitzoeken
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende beeld/
muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige beeld/
muziekstuk
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
21-, -
3t
4/
5
(ROOD)
(GROEN)
(GEEL)
(BLAUW)
qfGUIDE
7MENU
6v
6V
6B
6b
6OK
qgPROGR +/–
qh
qsa
(EXIT)
qdX
(EPG)
SAT: satelliet-ontvanger
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Zenderkeuze
Tevens voor inschakelen
Kiezen van een nummer
bestaande uit twee
cijfers.
Uitgangssignaal van de
satelliet-ontvanger
doorgeven aan het TV-
toestel. (Als er ook een
kabel-TV ontvanger of
een antenne is
aangesloten, schakelt u
hiermee over tussen
gewone TV en satelliet-
TV.)
Omschakelen naar
teletekst
Fastext-toetsen
Master Guide
zendergids laten
verschijnen
Oproepen van het
MENU scherm
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Oproepen van de Station
Index als er geen
zendergids wordt
aangegeven.
Keuze van de zender die
verlicht wordt
aangegeven.
Zender met hoger
nummer: +
Zender met lager
nummer: –
Afstemmen op de laatst
gekozen zender
Functie verlaten
EGP aanduiding tonen
of verbergen
51
NL
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
2-
(+10)
qaENT
qh
5m
5N
5M
5x
qdX
qgPROGR +
(>)
qgPROGR –
(.)
CD: compact disc speler
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Keuze van een
muziekstuknummer
(gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10).
Zie voor keuze van
muziekstuknummers
boven de 10 de
beschrijving van de +10
toets hieronder.
Keuze van
muziekstuknummers
boven de 10
Invoeren van uw keuze
Doorgaan naar de
volgende disc
Terugzoeken
Afspelen
Vooruitzoeken
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
wordt vervolgd
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
2-
(+10)
qaENT
4/
(DISPLAY)
5m
5N
5M
5x
qdX
qgPROGR +
(>)
qgPROGR –
(.)
VD: Videodisc-speler
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Keuze van een
scènenummer (gebruik
de 0 toets voor scène 10).
Zie voor keuze van
scènenummers boven de
10 de beschrijving van
de +10 toets hieronder.
Keuze van
scènenummers boven de
10
Invoeren van uw keuze
Aangeven van de
ingeschakelde
afspeelfunctie op het
scherm.
Terugzoeken
Video afspelen
Vooruitzoeken
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende beeld/
muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige beeld/
muziekstuk
52
NL
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
qaENT
4/
(DISPLAY)
5m
5N
5M
qdREC z
5x
qdX
qgPROGR +
(>)
qgPROGR –
(.)
DAT: digitaal cassettedeck
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Keuze van een
muziekstuknummer
Invoeren van uw keuze
Omschakelen van de
aanduidingen in het
uitleesvenster
Band terugspoelen
Band afspelen
Band snel
vooruitspoelen
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
SCHERMAANDUIDING
01
11 – 9, 0
2-
(+10)
qaENT
qh
4/
(DISPLAY)
5m
5N
5M
qdREC z
5x
qdX
qgPROGR +
(>)
qgPROGR –
(.)
MD: minidisc-recorder
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Keuze van een
muziekstuknummer
(gebruik de 0 toets voor
muziekstuk 10).
Zie voor keuze van
muziekstuknummers
boven de 10 de
beschrijving van de +10
toets hieronder.
Keuze van
muziekstuknummers
boven de 10
Invoeren van uw keuze
Doorgaan naar de
volgende disc
Omschakelen van de
aanduidingen in het
uitleesvenster
Terugzoeken
Afspelen
Vooruitzoeken
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
53
NL
SCHERMAANDUIDING
01
5m
5N
10
5M
qdREC z
5x
qdX
qh
TAPE: cassettedeck
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Band terugspoelen
Band afspelen
Bandlooprichting
omkeren
Band snel
vooruitspoelen
Voor opnemen: druk op
de N toets terwijl u de
REC z toets ingedrukt
houdt.* Laat eerst de N
toets los en dan de REC
z toets.
Stoppen
Pauzeren
Keuze van het
cassettedeck: A of B
(alleen voor dubbel
cassettedeck)
SCHERMAANDUIDING
01
11
12
13
14
15
16
17
18
19
10
7MENU
6v
6V
6B
6b
6OK
qh
qgPROGR +/–
82 +/–
9%
AMP: versterker
FUNCTIE
In/uitschakelen van het
apparaat
Keuze van de
ingangsbron: VIDEO 1
Keuze van de
ingangsbron: VIDEO 2
Keuze van de
ingangsbron: AUX/VDP
(videodisc-speler)
Keuze van de
ingangsbron: TUNER
(radio-ontvangst)
Keuze van de
ingangsbron: CD
(compact disc)
Keuze van de
ingangsbron: TAPE
cassette-weergave
Keuze van de
ingangsbron: MD
minidisc-speler
Keuze van de
ingangsbron: TV
Keuze van de
ingangsbron:PHONO
platenspeler
Keuze van de
ingangsbron: DVD
(videospeler)
Oproepen van het
MENU scherm
Cursor omhoog
verplaatsen
Cursor omlaag
verplaatsen
Cursor naar rechts
verplaatsen
Cursor naar links
verplaatsen
Uitvoeren van een uit
het MENU gekozen punt
Omschakelen van
afstemband of
voorkeurzendergroep
Voorinstelnummer of
afstemfrequentie hoger
: +
Voorinstelnummer of
afstemfrequentie lager: –
Geluid harder zetten: +
Geluid zachter zetten: –
Geluid van de versterker
dempen. Nogmaals
drukken om weer geluid
te horen.
* Om vergissingen te voorkomen,
werkt de REC z toets niet alleen.
54
NL
Index
A
Aanleerfunctie 15, 35
Aanpassen
tijdsduur tussen System Control
commando’s 29
Automatisch uitschakelen
SYSTEM CONTROL 1 toets
24
B
Batterijen 6
Bedieningsreeksen
interval tussen System Control
commando’s 29
programmeren 24, 27
wissen 26, 28
Beveiligen met toetsblokkering 43
Blokkeren met de Hold
toetsbeveiliging 43
C
Cijfertoetsen 9, 14, 29, 30, 32, 33, 38,
41
Codenummers 8, 11
Component-keuzetoetsen
andere componenten
toewijzen 32
instellen van de
intschakelfunctie 30
kopiëren van instellingen 34
ontvangen van gegevens 42
overnemen van instellingen
34
programmeren van een
signaal 15
programmeren van een
System Control
bedieningsreeks 27
toevoegen van een extra functie
32
verzenden van gegevens 39
D, E, F, G
% dempingstoets 10, 13, 18, 22, 43
Fabrieksinstelling 26, 33, 47
Gegevens overbrengen 39
H, I, J
Hold beveiliging 30
Ingangskeuze 14
Inschakelcommando instellen 30
SYSTEM CONTROL 3 toets 24
K, L, M, N
Kopiëren
gegevens naar een andere
afstandsbediening 38
instellingen van de
component-keuzetoetsen 34
O, P, Q, R
Ontvangst van gegevens 40
Overnemen
gegevens naar een andere
afstandsbediening 38
instellingen van de
component-keuzetoetsen 34
S
Systeem-uitschakelfunctie
SYSTEM CONTROL 1 toets 24
System Control functies
Zie “Bedieningsreeksen”
SYSTEM CONTROL toetsen
bedieningsreeksen 24
programmeren van een
signaal 35
T, U
Toetsen blokkeren (Hold beveiliging)
43
Toewijzen van andere apparatuur aan
de component-keuzetoetsen 32
Uitschakelfunctie
Zie “Automatisch
uitschakelen”
Zie “Systeem-
uitschakelfunctie”
V
Verhelpen van storingen 45
2 volumetoetsen 10, 13, 17, 18, 22,
47
Vooringestelde componenten 8
W, X, Y, Z
Wijzigen/wissen
aangeleerde signalen 19, 20, 37
inschakelcommando 31
System Control Åbedieningsreeks
26, 28
Wissen
Zie “Wijzigen/wissen“.

Documenttranscriptie

3-223-017-31 (1) Integrated Remote Commander Gebruiksaanwijzing NL Bruksanvisning SE RM-VL900T © 2000 by Sony Corporation Kenmerken Met de veelzijdige RM-VL900T afstandsbediening kunt u al uw audio/video-apparatuur vanuit één punt bedienen; geen gedoe met voor elk toestel een aparte afstandsbediening, allemaal anders en lastig uiteen te houden. Hieronder de overwegende voordelen van deze universele afstandsbediening. Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/videocomponenten Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/videocomponenten. Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld Bij aflevering is de afstandsbediening geschikt voor alle grote merken, ook andere dan Sony. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (zie blz. 8). Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste bedieningssignalen Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening (zie blz. 15). Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/ video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode signalen en niet altijd voor alle functies) (zie blz. 35). NL Veelzijdige extra toetsen voor nieuwe componenten De component-keuzetoetsen zijn omschakelbaar voor de bediening van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u er van bepaalde apparatuur twee of meer heeft (zie blz. 32). Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen onder de SYSTEM CONTROL toetsen vastleggen, om ingewikkelde functies geheel te automatiseren (zie blz. 23). Geschikt voor gegevensuitwisseling met een andere afstandsbediening U kunt allerlei gegevens zoals nieuw aangeleerde signalen, bedieningsreeksen van de SYSTEM CONTROL toetsen e.d. uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening. 3NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Batterij-inleg ................................................................................................. 6 Wanneer de batterijen te vervangen ................................................................. 6 Plaats en functie van de bedieningsorganen ............................................... 7 Basisbediening Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur ........................... 8 Kiezen van de code voor een component ........................................................ 8 Controleren of het codenummer werkt ......................................................... 10 Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie ............................. 11 Op afstand bedienen van uw apparatuur ................................................... 12 Instellen van de geluidssterkte ....................................................................... 13 Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten .................... 14 Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie ................. 15 Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies ............................................ 18 Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie .......................................... 19 Geavanceerde functies Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie ...................................................................................... 21 Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies ...................................................................... 23 Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL toetsen ......................................................................................... 24 Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen ........................ 27 Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de component-keuzetoetsen .............................................................................. 27 Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando's in een bedieningsreeks .............................................................................................. 29 Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen .......... 30 Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component (alleen voor Sony apparatuur) ..................................................................... 30 Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen ......... 32 De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een andere toets ..................................................................................................... 34 Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen ..................................................................................................... 35 Opmerkingen over het “aanleren” van de bedieningssignalen voor een airconditioning ............................................................................................... 37 Gegevensuitwisseling tussen afstands bedieningseenheden .................... 38 Verzenden van gegevens ................................................................................. 38 Ontvangst van gegevens .................................................................................. 40 4NL Andere nuttige functies Blokkeren van de toetsen — Hold toetsbeveiliging .................................. 43 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ................................................................................ 44 Technische gegevens .................................................................................. 44 Verhelpen van storingen ............................................................................. 45 Aanhangsels Overzicht van vooringestelde functies ....................................................... 48 TV-toestel ............................................................................................................ 48 Videorecorder .................................................................................................... 49 CBL: kabel-TV ontvanger ................................................................................ 49 SAT: satelliet-ontvanger ................................................................................... 50 DVD: DVD-speler ............................................................................................. 50 VD: Videodisc-speler ........................................................................................ 51 CD: compact disc speler ................................................................................... 51 MD: minidisc-recorder ..................................................................................... 52 DAT: digitaal cassettedeck ............................................................................... 52 TAPE: cassettedeck ........................................................................................... 53 AMP: versterker ................................................................................................ 53 Index ........................................................................................................... 54 5NL Voorbereidingen Batterij-inleg Schuif het batterijdeksel achterop de afstandsbediening open en plaats hierin vier stuks R6 (AAformaat) batterijen (niet bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met de + en - polen in de juiste richting ligen, zoals aangegeven met de + en - in het batterijvak. Wanneer de batterijen te vervangen Batterijen voor de afstandsbediening (vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen) Onder normale omstandigheden zullen de batterijen ongeveer vijf maanden meegaan. Als uw apparatuur niet meer zo vlot op de afstandsbediening reageert, kunnen de batterijen bijna leeg zijn. Als u dit bemerkt, dient u de batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerking Wacht niet meer dan een uur met het vervangen van de batterijen, anders kunnen de vastgelegde codenummers (zie blz. 8) en de aangeleerde functies (zie blz. 15) uit het geheugen verdwijnen. Omtrent de batterijen Plaats de batterijen met de negatieve onderkant eerst in de geleideklem van elk batterijvakje, zoals hierboven aangegeven. 6NL • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar en vooral geen verschillende typen batterijen tegelijk. • Mocht de elektrolyt uit een batterij lekken, veeg de vervuilde delen van het batterijvak dan grondig schoon met een doekje en vervang de oude batterijen door nieuwe. Om batterijlekkage te voorkomen, kunt u beter de batterijen uit de afstandsbediening verwijderen wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Plaats en functie van de bedieningsorganen 1 Insteltoets (S) 2 Instel-indicatorlampje 3 Component-keuzetoetsen Deze lichten op of knipperen tijdens de bediening. 4 Cijfertoetsen/Versterkeringangskeuzetoetsen (AMP INPUT) 5 - (1–) tientaltoets 6 t ingangskeuzetoets 7 / schermweergavetoets 8 Afspeelfunctietoetsen of Fastext-toetsen 9 Cursortoetsen en OK toets 0 Menutoets (MENU) qa 2 +/– volumetoetsen* qs % geluiddempingstoets* qd Bedieningsreeks-toetsen (SYSTEM CONTROL) qf 1 aan/uit-toets qg Invoertoets (ENT/2-) qh a sluimerfunctietoets qj Gidstoets (GUIDE) qk Zenderkeuzetoetsen (PROGR +/-) ql wisseltoets * Betreffende de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingtoets Na het kiezen van een videocomponent kunt u met de afstandsbediening het TV-geluid instellen of desgewenst afzetten. Na het kiezen van een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of desgewenst afzetten. U kunt deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 21). OPMERKING De functies van de bedieningstoetsen kunnen veranderen, afhankelijk van de gekozen instellingen/bedieningsfuncties e.d. Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten. Deze instellingen kunt u ook zelf nog wijzigen en sommige toetsen worden specifiek gebruikt in de instelprocedure, zoals beschreven op de eerstvolgende pagina’s. 7NL Basisbediening Instellen van de code voor vaste audio/ video-apparatuur De afstandsbediening is in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony audio/videoapparatuur (zie de onderstaande tabel). Als u de afstandsbediening wilt gebruiken voor deze Sony componenten, kunt u de hierna volgende paragrafen overslaan. U kunt de afstandsbediening echter ook gebruiken voor de audio/video-apparatuur van andere merken. Voor de bediening van andere componenten dient u wel eerst de onderstaande aanwijzingen te volgen om de juiste code(s) voor de apparatuur vast te leggen. Componentkeuzetoets TV VCR CBL/SAT Voor de bediening van TV-toestel TV/ videorecorder combinatie Videorecorder TAPE Satellietontvanger DVD videodiscspeler Compact disc speler Minidiscrecorder Cassettedeck* AMP Versterker DVD CD MD Fabrieksinstelling Sony TVtoestel Sony VHS videorecorder Sony satellietontvanger Sony DVDspeler Sony CDspeler Sony minidiscrecorder Sony cassettedeck Sony versterker * Gewoon analoog audio-cassettedeck OPMERKING De CBL stand voor kabel-TV ontvanger en de VD stand voor een LaserDiscspeler kunnen ook worden ingesteld voor elk van de bovenstaande component-keuzetoetsen en de andere standen zijn ook om te zetten. Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten. 8NL Kiezen van de code voor een component Voorbeeld: voor bediening van een Philips TV-toestel 1 Zie de tabellen in de bijgeleverde lijst met “Componentcodenummers” om de juiste drie-cijfer code voor het te bedienen apparaat te vinden. Als er meer dan een codenummer vermeld staat, kiest u het eerste daarvan. Om de afstandsbediening bijvoorbeeld in te stellen op bediening van een Philips TV kiest u codenummer 011. 2 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. 3 Druk op de componentkeuzetoets voor het gewenste type apparaat. De toets voor het gekozen apparaat licht op en de verlichting van alle andere toetsen dooft. 4 Druk op de cijfertoetsen om het driecijferige component-codenummer in te voeren. De gekozen componentkeuzetoets dooft telkens even wanneer u op een cijfertoets drukt. Opmerkingen • Als u een codenummer invoert dat niet voorkomt in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”, of als u de toetsen in de verkeerde volgorde indrukt, dan knippert de component-keuzetoets vijfmaal en dooft daarna. Controleer dan het component-codenummer en probeer de instelling opnieuw. • Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 20 seconden tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. Begint u dan overnieuw vanaf stap 2. • Als u op de S (set) toets drukt tijdens het instellen van de componentcode, dan worden alle codenummers gewist en vervalt de instelprocedure. Begint u dan overnieuw vanaf stap 2. Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets. 5 Druk op de ENT invoertoets. De component-keuzetoets dooft nu definitief. Als de component-keuzetoets vijfmaal knippert voordat deze dooft, geeft dit aan dat de instelling incompleet is. Begin dan opnieuw vanaf stap 2. wordt vervolgd 9NL Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg) Controleren of het codenummer werkt 1 Druk op de componentkeuzetoets voor het apparaat dat u hebt ingesteld. De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat. 2 Schakel het te bedienen apparaat in met de aan/uitschakelaar op het apparaat zelf. Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken... Probeer of het beter lukt na instellen van een andere code uit de tabel voor dezelfde component of probeer het codenummer te vinden met de zoekfunctie (zie blz. 11). Betreffende de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingtoets Bij de bediening van een videocomponent licht de TV toets op om aan te geven dat u met de afstandsbediening de geluidssterkte van het TV-toestel regelt of het TV-geluid dempt. Bij de bediening van een audiocomponent licht de AMP toets op om aan te geven dat u met de afstandsbediening de geluidssterkte van de versterker regelt of de geluidsweergave dempt. 3 Richt de afstandsbediening op het voorpaneel van het apparaat en druk op de 1 aan/uit-toets. De component-keuzetoets licht op wanneer u op een functietoets drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat. Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld. 4 Als het tot zover goed verloopt, kunt u controleren of de andere functies van het apparaat ook goed reageren op de afstandsbediening, zoals de zenderkeuze en de volumeregeling. Zie voor nadere bijzonderheden blz. 48. 10NL Het is aanbevolen eerst de TV en AMP codes voor het TV-toestel, resp. de versterker in te stellen alvorens u dit voor de andere componenten doet. Toetsen waarvoor al een afstandsbedieningssignaal is “aangeleerd” Als er voor een bepaalde toets al eerder een signaal is geprogrammeerd met de aanleerfunctie (zie blz. 15), zal de “aangeleerde” functie blijven werken, ook al stelt u een ander component-codenummer in. Voor gebruik als een vaste componentbedieningstoets zult u dan eerst de “aangeleerde” functie moeten wissen (zie blz. 19). Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. U kunt een beschikbaar codenummer opzoeken voor een component die er nog geen heeft, in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”. Alvorens de zoekfunctie in te schakelen Zet de componenten in de volgende stand om de zoekfunctie naar behoren te laten werken. TV-toestel: ingeschakeld Videorecorder, satellietontvanger, kabel-TV ontvanger, DVD-speler, versterker: uitgeschakeld VD videodisc-speler, CD-speler, minidisc-recorder, TAPE cassettedeck: ingeschakeld met een geluidsbron klaar voor weergave (disc, cassette, enz.) 2 Druk op de componentkeuzetoets voor het gewenste type apparaat. De toets voor het gekozen apparaat licht op en de verlichting van alle andere toetsen dooft. 3 Druk de PROGR + of de PROGR – toets en de 1 aan/uit-toets om beurten in totdat de component naar behoren reageert, als volgt. Uitschakelend: TV Inschakelend: videorecorder, satelliet-ontvanger, kabel-TV ontvanger, DVD-speler of versterker De weergave begint: VD videodisc-speler, CD-speler, minidisc-recorder of TAPE cassettedeck Druk op de PROGR + toets om door te gaan naar het volgende codenummer. Druk op de PROGR – toets om terug te gaan naar het vorige codenummer. De component-keuzetoets knippert driemaal nadat de cijfers een gehele cyclus doorlopen hebben. wordt vervolgd 11NL Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg) Opmerking Druk altijd eerst op de PROGR +/– toets voordat u op de 1 aan/uittoets drukt. Anders kan de zoekfunctie niet naar behoren werken. Op afstand bedienen van uw apparatuur Om een apparaat van een ander merk dan Sony te bedienen, zult u eerst de betreffende componentcode moeten instellen (zie blz. 8) 4 Druk op de ENT invoertoets. De component-keuzetoets dooft. 5 Controleer of het codenummer werkt, volgens de aanwijzingen op blz. 10. Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets. Voorbeeld: Afspelen van een compact disc in uw CD-speler 1 Druk op de betreffende component-keuzetoets. De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat. 12NL 2 Druk op de gewenste afspeelfunctietoets. Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten. Opmerking De afstandsbedieningssignalen kunnen voor bepaalde componenten en functies wel eens ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste bedieningssignaal beter zelf programmeren met de aanleerfunctie (zie blz. 15). Het is echter alleen mogelijk functies te programmeren die net als deze afstandsbediening werken met infrarode stralen. Instellen van de geluidssterkte Druk op de 2 +/– volumetoetsen om de geluidssterkte te regelen en op de % dempingstoets om het geluid te dempen. Als u instelt op een video-component kunt u met de afstandsbediening het TVgeluid instellen of afzetten, en als u kiest voor een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of afzetten. U kunt deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 21). Opmerkingen • Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en % dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen (“aangeleerd”, zie blz. 15), zal bij de bediening van een dergelijk apparaat het nieuwe signaal worden doorgegeven, in plaats van de geluidsregeling van de TV of de versterker. • Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker kunnen regelen. • Als u aan de TV of de AMP toets een andere component hebt toegewezen (zie blz. 32), dan zult u de geluidssterkte van de TV of de versterker niet kunnen regelen, ook niet wanneer u instelt op een andere component. wordt vervolgd 13NL Op afstand bedienen van uw apparatuur (vervolg) Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten Voor bediening van een dubbel cassettedeck 1 Als de afstandsbediening van uw cassettedeck een keuzeschakelaar heeft voor cassettedeck A/B, dan kunt u voor deze keuze de wisseltoets van deze afstandsbediening gebruiken. 2 Als u niet kunt kiezen voor cassettedeck A/B met de wisseltoets, dan moet u eerst het codenummer voor een van de cassettedecks instellen en dan •de functietoetsen voor het andere deck overbrengen naar andere beschikbare toetsen (zoals de cijfertoetsen) met de aanleerfunctie (zie blz. 15), of •het andere cassettedeck toewijzen aan een andere component-keuzetoets (zie blz. 32). 14NL Kiezen van het ingangssignaal voor een TV-toestel Telkens wanneer u op de t toets drukt, verspringt de ingangskeuze. En als er op uw TV meer dan twee videorecorders zijn aangesloten, kunt u deze met de cijfertoetsen als volgt direct kiezen. “t” + “0”: TV-afstemming “t” + “1”: VIDEO 1 “t” + “2”: VIDEO2 “t” + “3”: VIDEO3 “t” + “4”: VIDEO4 “t” + “5”: VIDEO5 “t” + “6”: VIDEO6 Als de bovenstaande combinaties echter niet werken, kunt u de betreffende signalen in de afstandsbediening overnemen van de TV-afstandsbediening met de aanleerfunctie (zie blz. 15). Kiezen van het ingangssignaal voor een videorecorder Telkens wanneer u op de t toets drukt, verspringt de ingangskeuze. En u kunt het ingangssignaal ook direct met de cijfertoetsen kiezen, als volgt. “t” + “0”: TV-afstemming “t” + “1”: LINE1 “t” + “2”: LINE2 “t” + “3”: LINE3 “t” + “4”: LINE4 “t” + “5”: DVD Voor een Sony videorecorder zijn de bovenstaande functies vast ingesteld. Voor een ander merk kunt u deze functies, waarvoor twee toetsen nodig zijn, overnemen van de andere afstandsbediening met de aanleerfunctie (zie blz. 15). Overnemen van nieuwe bedieningssignalen Voorbeeld: Programmeren van het N (weergave) bedieningssignaal van uw component onder de VCR N (weergave) toets van de afstandsbediening — Aanleerfunctie Voor het bedienen van componenten of functies die niet vast zijn ingesteld, kunt u de volgende “aanleer” procedure volgen om de afstandsbediening een nieuwe functie te laten overnemen van een andere afstandsbediening. U kunt deze aanleerfunctie bijvoorbeeld ook gebruiken om de functie van afzonderlijke toetsen te wijzigen na instellen van een componentcodenummer (zie afb. 8). Na het overnemen van een functie is het aanbevolen deze bij wijze van geheugensteuntje te noteren op een handige plaats. Opmerking Er kunnen wel eens signalen zijn die de afstandsbediening niet kan overnemen of “aanleren”. 1 Leg de RM-VL900T recht tegenover de afstandsbediening van het apparaat dat u wilt bedienen. Afstandsbediening van uw component ongeveer 5 - 10 cm tussenruimte RM-VL900T 2 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. wordt vervolgd 15NL Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg) 4 Druk op de toets van de andere afstandsbediening die als “leraar” dient. 3 Druk op de componentkeuzetoets voor het apparaat waarvan u een functie wilt overnemen of “aanleren”. Het S (set) indicatorlampje en de gekozen componentkeuzetoets lichten op en de verlichting van alle andere toetsen dooft. Het S (set) indicatorlampje en de gekozen componentkeuzetoets gaan knipperen (in de paraatstand voor de aanleerfunctie). Als er al een ander signaal is “aangeleerd” door die component-keuzetoets Als er al een ander signaal is geprogrammeerd voor die component-keuzetoets, dan blijft de component-keuzetoets voor de “aan te leren” component knipperen. Dat blijft zo totdat u de instelling wijzigt. Bijvoorbeeld: Als u “CD” vastlegt onder de VCR toets, dan licht de VCR toets op en de CD toets blijft knipperen. 16NL Dan knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 3. U kunt de functie dan alleen “aanleren” onder een andere beschikbare toets, of anders de eerder “aangeleerde” functie wissen (zie blz. 19) en opnieuw beginnen. 5 Houd de toets op de andere afstandsbediening ingedrukt totdat zowel het S (set) indicatorlampje als de component-keuzetoets opnieuw oplichten. Tijdens het overzenden van de gegevens blijft alleen het S (set) indicatorlampje branden en dooft de componentkeuzetoets. Nadat de gegevensoverdracht voltooid is, keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 3. afstandsbediening van de component Opmerkingen • Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 20 seconden tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. • Als u stap 5 niet binnen 10 seconden na stap 4 verricht, dan vervalt de instelprocedure. Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets. Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken Als de apparatuur niet goed reageert op de toets met de nieuwe functie, doe het overnemen van de functie dan opnieuw. (Als bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel luider wordt na slechts eenmaal kort indrukken van de 2+ volumetoets, dan kan het aanleren zijn verstoord door ruis of andere externe effecten.) Als u een componentcode voor een toets instelt na het “aanleren” van een nieuw bedieningssignaal Als u voor een toets een nieuwe bedieningsfunctie hebt geprogrammeerd met de aanleerfunctie, zal de toets die functie behouden, ook al kiest u een nieuwe componentcode voor die toets. Bij het “aanleren” van signalen voor een dubbel cassettedeck, ingesteld op A en B tijdens gegevens- gegevensoveroverdracht dracht voltooid 6 Herhaal de stappen 4 en 5 als u nog andere toetsen nieuwe functies wilt “aanleren”. Druk eerst op de wisseltoets om te kiezen voor cassettedeck A of B. Overnemen van het REC z opnamesignaal voor een opname-apparaat U kunt slechts voor een enkele toets tegelijk een functie “aanleren” Daarom is het niet mogelijk een twee-toets combinatie (zoals bijvoorbeeld REC z + B) over te nemen onder een enkele toets van deze afstandsbediening. “Aanleren” van een signaal van een andere afstandsbediening Leg de beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar zoals in stap 1 op blz. 15, druk op de gewenste component-keuzetoets en volg de aanwijzingen 4 en 5 voor het aanleren van de bedieningsfunctie. 7 Druk op de S (set) toets om de instelprocedure af te sluiten. wordt vervolgd 17NL Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg) Bij overnemen van signalen voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets •Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor een andere component dan de TV of de versterker een nieuw signaal hebt overgenomen met de aanleerfunctie, zal dat signaal alleen worden verzonden als u hebt ingesteld op die component. •Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of aangeleerd, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Als u hebt ingesteld op een andere component, zal alleen het vooringestelde volumeregelsignaal voor de TV of de versterker worden doorgegeven (zie voor het verschil tussen video-apparatuur en audio-apparatuur de uitleg op blz. 21). Voor gebruik van het aangeleerde signaal zult u de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets afzonderlijk moeten programmeren voor elke te bedienen component, met behulp van de aanleerfunctie. Voor aanleren van bedieningssignalen voor een airconditioning Zie de aanwijzingen onder “Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen” op blz. 35. Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies •Zorg dat de afstandsbedieningseenheden tijdens het aanleren niet bewegen. •Blijf voor het overnemen de toets van de andere afstandsbediening ingedrukt houden tot u een pieptoon hoort. •Zorg dat beide afstandsbedieningseenheden zijn voorzien van verse batterijen. •Verricht het overnemen niet in de volle zon en niet onder felle tl-buizen of andere fluorescerende lampen. •De plaats waar het signaal uit de afstandsbediening komt kan wel eens verschillen. Als het aanleren niet lukt, verschuif dan de beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar ietwat en probeer het opnieuw. •Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem (wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd), kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren van de signalen hinderen. In dat geval moet u naar een plaats gaan waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen bereiken (bijv. een andere kamer). BELANGRIJK Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Bepaalde elektrische apparatuur zoals voor airconditioning, verwarming of het openen en sluiten van gordijnen of rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt. Opmerking Zie “Technische gegevens” op blz. 44 voor nadere bijzonderheden betreffende de afstandsbedieningssignalen die aangeleerd kunnen worden. 18NL Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie Om een aangeleerde functie door een andere te vervangen, zult u die functie eerst moeten wissen, om dan een nieuwe functie over te nemen. Wissen van een aangeleerde functie van een enkele toets Voorbeeld: Wissen van de “aangeleerde” functie voor cijfertoets 1 voor de VCR videorecorderstand 1 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. 2 Houd de betreffende component-keuzetoets ingedrukt en druk daarbij op de toets waarvan u de functie wilt wissen. Het S (set) indicatorlampje dooft en de gekozen component-keuzetoets licht op. Opmerking Druk in elk geval beide toetsen tegelijk in. Als u de componentkeuzetoets loslaat, schakelt de afstandsbediening over naar de aanleerfunctie. 3 Druk op de S (set) toets om de instelprocedure af te sluiten. wordt vervolgd 19NL Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg) Wissen van alle aangeleerde signalen voor een bepaalde component 2 Houd de x stoptoets ingedrukt en druk daarbij op de componentkeuzetoets waarvan u de functies wilt wissen. Het S (set) indicatorlampje dooft en de gekozen component-keuzetoets licht op. Opmerking Via deze procedure kunt u alleen de “aangeleerde” functies van alle toetsen voor een bepaalde component. De “aangeleerde” functies voor de componentkeuzetoetsen kunnen hiermee niet gewijzigd worden. U zult dus van tevoren zeker moeten weten welke “aangeleerde” functies u wilt wissen. 3 Druk op de S (set) toets om de instelprocedure af te sluiten. Voorbeeld: Wissen van alle “aangeleerde” functies voor de VCR component-keuzetoets 1 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. 20NL Geavanceerde functies Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie De afstandsbediening is in de fabriek vooringesteld volgens het principe, dat u het geluid van uw video-apparatuur hoort via de luidsprekers van uw TV-toestel, en de geluidsweergave van alle stereo-apparatuur via de luidsprekers aangesloten op uw versterker. Zo kunt u steeds gemakkelijk de geluidssterkte van de TV of de versterker regelen, zonder dat u hiervoor altijd eerst hoeft over te schakelen van de geluidsbron naar de TV of AMP, enkel voor de volumeregeling. Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij video-weergave (met VCR bediening) in te stellen, hoeft u niet op de TV toets te drukken, maar dienen de volumetoetsen automatisch al voor het TV-geluid. Als uw video-apparatuur echter is aangesloten op een stereoinstallatie, zult u waarschijnlijk ook het geluid van uw TV en uw videorecorder willen horen via de luidsprekers aangesloten op uw versterker, in plaats van alleen via de TV-luidsprekers. In dat geval dient u de fabrieksinstelling om te schakelen, zodat u de geluidssterkte van uw videoapparatuur kunt regelen zonder eerst de afstandsbediening te hoeven omschakelen naar de versterker. Wijzigen van de fabrieksinstelling voor de volumeregeling De volgende tabel toont de fabrieksinstellingen voor de volumeregeling bij de verschillende componenten. Componentkeuzetoets TV VCR CBL/SAT DVD CD MD TAPE AMP Regelt de geluidssterkte van de TV TV TV TV versterker versterker versterker versterker wordt vervolgd 21NL Volumeregeling voor videoapparatuur aangesloten op een stereo-installatie (vervolg) Alleen de volumeregelaars van de audio-componenten overzetten naar AMP 1 Druk op de S (set) toets. Druk op de 2 – volumetoets terwijl u de % geluiddempingstoets ingedrukt houdt. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. Alleen de audiocomponentkeuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. 2 Houd de % geluiddempingstoets ingedrukt en druk daarbij de 2 + of 2 – volumetoets in. Alle volumeregelaars overzetten naar AMP Druk op de 2 + volumetoets terwijl u de % geluiddempingstoets ingedrukt houdt. Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. De video-componenten zijn: TV, VCR, CBL/SAT, DVD De audio-componenten zijn: CD, MD, TAPE, AMP 22NL Opmerkingen • Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal de bovenstaande procedure de functie van de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets niet veranderen. • Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker (afhankelijk van de bovenstaande instellingen) kunnen regelen. Voor gebruik van het nieuw aangeleerde signaal zult u elke toets afzonderlijk moeten programmeren voor elke te bedienen component, met behulp van de aanleerfunctie (zie blz. 15). Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies Voor de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u een hele reeks bedieningsfuncties achtereen programmeren, om ingewikkelde functies volautomatisch te starten met een enkele toets. Ook voor de meest algemene dingen, zoals het afspelen van een videoband, kan al een reeks handelingen nodig zijn. Bijvoorbeeld: 1 TV inschakelen. 2 Videorecorder inschakelen (VCR) 3 Versterker inschakelen. 4 Ingangskeuzeschakelaar van de versterker instellen op VIDEO 1. 5 Ingangskeuzeschakelaar van het TV-toestel instellen op VIDEO. 6 Afspelen van de videoband. Voor elk van de SYSTEM CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16 achtereenvolgende bedieningsfuncties programmeren. Een functie die werkt met 2 toetsen geldt hierbij als 2 stappen. Indrukken van een componentkeuzetoets telt ook mee als 1 stap. Als u een bedieningsreeks programmeert voor een component-keuzetoets (zie blz. 27), dan zal de uitvoering van de geprogrammeerde functies pas beginnen wanneer u de component-keuzetoets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt. wordt vervolgd 23NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg) Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL toetsen Als er al een reeks bedieningsfuncties voor de gekozen toets is geprogrammeerd (SYSTEM CONTROL toets nummer 1 is al in de fabriek geprogrammeerd met uitschakelcommando’s voor allerlei Sony apparatuur en SYSTEM CONTROL toets nummer 3 is in de fabriek geprogrammeerd met inschakelcommando’s voor vrijwel alle soorten Sony apparatuur.) Om een nieuwe bedieningsreeks te programmeren, zult u eerst een bestaande reeks moeten wissen (zie blz. 26). 2 Druk op de SYSTEM CONTROL 2 toets. Bijvoorbeeld: programmeren van de hierboven aangegeven reeks stappen voor de SYSTEM CONTROL 2 toets 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. Alle component-keuzetoetsen blijven verlicht. 3 Druk op de componentkeuzetoets voor het te bedienen apparaat. De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat. 24NL 4 Druk op de toets(en) voor de gewenste bedieningsfunctie. 5 Ingangskeuze voor het TVtoestel instellen op VIDEO De component-keuzetoets licht op wanneer u op een functietoets drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 6 Video-weergave starten voor elk van de toetsfuncties in de gewenste bedieningreeks. In dit voorbeeld: drukt u op de volgende toetsen. 1 TV inschakelen 6 Wanneer u alle gewenste 2 Videorecorder inschakelen functies hebt geprogrammeerd, drukt u op de S (set) toets om de instelprocedure af te ronden. Opmerkingen 3 Versterker inschakelen 4 Ingangskeuze voor de AMP versterker instellen op VIDEO 1 • Als het programmeren langer dan 10 seconden wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen (zie blz. 26), om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren. Het is niet mogelijk om door te gaan waar u gestopt bent. • Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al een afstandsbedieningssignaal hebt overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 35), kunt u voor deze toets niets meer programmeren. Dan zult u de “aangeleerde” functie eerst moeten wissen (zie blz. 26). • Als u het component-codenummer wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt met de aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een toets waaraan eerder een reeks System Control functies was toegewezen, dan vervalt die reeks en zal bij indrukken van de SYSTEM CONTROL toets alleen het nieuwe signaal worden verzonden. • Als u bij vergissing de verkeerde functie hebt geprogrammeerd, drukt u op de S (set) toets om de instelling te annuleren en dan begint u opnieuw vanaf stap 1. wordt vervolgd 25NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg) Tips voor het programmeren van de System Control functies De volgende tips kunnen nuttig zijn bij het programmeren van een reeks bedieningscommando’s. Betreffende de tijd tussen de opeenvolgende bedieningscommando’s Wissen van geprogrammeerde signalen Houd de S (set) toets ingedrukt en druk daarbij op een van de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 of 3. Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. U kunt de tijdsduur tussen de bedieningsstappen naar vereist aanpassen (zie blz. 29). Betreffende de volgorde van de bedieningsfuncties • Bepaalde componenten kunnen niet onmiddellijk reageren op twee opeenvolgende signalen. Zo zal een TV-toestel na inschakelen meestal wat tijd nodig hebben alvorens het kan reageren op het volgende signaal. Dat kan de juiste werking van opeenvolgende commando’s zoals voor inschakelen van de TV en keuze van het ingangssignaal wel eens belemmeren. Houd hier rekening mee en programmeer de signalen bijvoorbeeld om en om, als volgt: TV inschakelen t Videorecorder inschakelen t Afspelen videoband starten t TV instellen op videoweergave • Door als laatste een functie voor de geluidsbron of een vaak gebruikte component te kiezen, bespaart u zich de stap om voor verdere bediening eerst op de betreffende componentkeuzetoets te drukken. 26NL Terugstellen van de SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 op de fabrieksinstelling (voor Sony componenten) In de fabriek is de SYSTEM CONTROL toets nummer 1 al voorgeprogrammeerd met uitschakelcommando’s voor allerlei Sony apparatuur en SYSTEM CONTROL toets nummer 3 is in de fabriek geprogrammeerd met inschakelcommando’s voor Sony apparatuur. Om deze toetsen terug te stellen op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, hoeft u alleen de “aangeleerde” functies van de SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 te wissen. Dan worden de System Control bedieningsfuncties hersteld. Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen •Als de te bedienen componenten te ver uiteen staan of als er een obstakel voor een afstandsbedieningssensor staat, kunnen niet alle componenten naar behoren werken wanneer u op de SYSTEM CONTROL toets drukt. •Als er om de bovenstaande of een andere reden iets mis gaat met de bedieningsreeks, dan zult u daarna alle componenten terug moeten stellen in de oorspronkelijke stand voor u de SYSTEM CONTROL bedieningsreeks verzond. Anders loopt u de kans dat de bediening bij het opnieuw indrukken van de SYSTEM CONTROL toets weer mis gaat. •Het inschakelen van componenten kan bij een System Control bedieningsreeks wel eens problemen geven. Het signaal voor inschakelen is vaak hetzelfde als voor uitschakelen. Om moeilijkheden te voorkomen is het aanbevolen eerst te controleren of de betreffende componenten voor de bedieningsreeks al naar behoren ingeschakeld zijn of juist nog uit staan. •Als de System Control functies niet goed werken, kunt u proberen of de “Tips voor het programmeren van de System Control functies” op blz. 26 uitkomst brengen. Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de componentkeuzetoetsen Net als bij de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u ook een reeks bedieningscommando’s vastleggen onder de componentkeuzetoetsen (tot 16 stappen per toets). Voorbeeld: Programmeren van de procedure op blz. 23 onder de VCR component-keuzetoets 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. 2 Druk op de gewenste component-keuzetoets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. De gekozen componentkeuzetoets licht op en alle andere toetsen knipperen snel. wordt vervolgd 27NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg) Als er al een bedieningsreeks onder de gekozen toets is geprogrammeerd Om dan een nieuwe bedieningsreeks te programmeren, zult u de bestaande reeks eerst moeten wissen (zie blz. 28). 3 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 op blz. 24 en 25. Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties Druk op de geprogrammeerde component-keuzetoets en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt. Opmerkingen • U kunt een reeks System Control bedieningsfuncties programmeren voor een component-keuzetoets waarvoor al een inschakelfunctie (zie blz. 30) is geprogrammeerd. In dat geval wordt echter de inschakelfunctie overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Maar wanneer u de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zal de inschakelfunctie weer gelden en kunt u die weer als voorheen gebruiken. • U kunt geen System Control bedieningsreeks programmeren voor een component-keuzetoets waaraan al een nieuw signaal is toegewezen door “aanleren” (zie blz. 15). • Andersom kunt u wel door “aanleren” (zie blz. 15) een nieuwe functie vastleggen onder een component-keuzetoets waarvoor al een System Control bedieningsreeks is geprogrammeerd. Dan wordt de System Control bedieningsreeks overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Maar wanneer u de nieuw “aangeleerde” functie voor de betreffende toets uitwist, zal de System Control bedieningsreeks weer gelden en kunt u die weer als voorheen gebruiken. 28NL • U kunt een inschakelfunctie (zie blz. 30) programmeren voor een component-keuzetoets waarvoor al een System Control bedieningsreeks is geprogrammeerd, maar dan zult u die inschakelfunctie nog niet kunnen gebruiken. Pas wanneer u de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zult u de inschakelfunctie kunnen gebruiken. • Als het programmeren langer dan 10 seconden wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren. Het is niet mogelijk om door te gaan waar u gestopt bent. • Als u het component-codenummer wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt met de aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een toets waaraan eerder een reeks System Control functies was toegewezen, dan vervalt die reeks en zal bij indrukken van de componentkeuzetoets alleen het nieuwe signaal worden verzonden. Wissen van een System Control bedieningsreeks die is geprogrammeerd voor een component-keuzetoets Voorbeeld: Wissen van de geprogrammeerde reeks voor de VCR toets Houd de S (set) toets ingedrukt en druk daarbij de VCR toets in. De component-keuzetoets licht op wanneer u deze toetsen indrukt en dooft wanneer u ze loslaat. Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando‘s in een bedieningsreeks Voor het tijdsinterval tussen de stappen kunt u kiezen uit vier waarden (ongeveer 127 milliseconden, 408 ms, 708 ms of 974 ms). 2 Druk op een van de SYSTEM CONTROL toetsen (1, 2 of 3) waarvoor u de tijdsduur wilt aanpassen en houd deze ingedrukt terwijl u op een van de cijfertoetsen (1 - 4) drukt om het gewenste tijdsinterval te kiezen. 1: ongeveer 127 ms (fabrieksinstelling) 2: ongeveer 408 ms 3: ongeveer 708 ms 4: ongeveer 974 ms (1 ms = 1/1000 seconde) Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. Voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. Opmerking Als u op een andere cijfertoets dan 1 - 4 drukt, knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 1. Kies zorgvuldig de gewenste toets van 1 - 4. wordt vervolgd 29NL Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg) Voor de componentkeuzetoetsen Toevoegen van een extra functie aan de componentkeuzetoetsen 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. 2 Druk op een van de component-keuzetoetsen waarvoor u de tijdsduur wilt aanpassen en houd deze ingedrukt terwijl u op een van de cijfertoetsen (1 4) drukt om het gewenste tijdsinterval te kiezen. De component-keuzetoets licht op wanneer u deze toetsen indrukt en dooft wanneer u ze loslaat. Opmerking Als u op een andere cijfertoets dan 1 - 4 drukt, knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 1. Kies zorgvuldig de gewenste toets van 1 - 4. 30NL Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component (alleen voor Sony apparatuur) Bij gebruik van Sony componenten kunt u de inschakelcode voor elk apparaat programmeren onder een component-keuzetoets. Zo kunt u met één druk op de componentkeuzetoets een bepaald apparaat inschakelen en tegelijk instellen op de bediening ervan. Voorbeeld: Programmeren van de TV toets 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. 2 Houd de 1 toets ingedrukt en druk daarbij de gewenste componentkeuzetoets in. Bij de eerste druk op de 1 toets lichten alleen de componentkeuzetoetsen op waarvoor al een inschakelcode is vastgelegd. Deze toetsen doven wanneer u daarna op een andere component-keuzetoets drukt. Voorbeeld: Als het inschakelcommando was geprogrammeerd voor de VCR en CD toetsen, lichten deze twee toetsen op bij de eerste druk op de 1 toets. Wissen van het inschakelcommando Herhaal de bovenstaande handelingen, maar druk op de component-keuzetoets die oplicht wanneer u op de 1 toets drukt. Opmerkingen • Als er voor een componentkeuzetoets al een signaal voor een ander merk dan Sony is overgenomen, dan kan er geen inschakelcommando voor die toets worden geprogrammeerd. De gekozen component-keuzetoets knippert tweemaal en dan keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 1. • Ook als u met “aanleren” al een nieuwe functie van een andere afstandsbediening hebt overgenomen (zie “Toevoegen van een extra code bij de keuze van een component”) of een System Control bedieningsreeks hebt geprogrammeerd voor een component-keuzetoets, dan nog kunt u wel een inschakelcommando voor die toets programmeren, maar dan kunt u de inschakelfunctie nog niet gebruiken. Pas wanneer u de “aangeleerde” functie of de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zult u de inschakelfunctie kunnen gebruiken. • U kunt met de aanleerfunctie (zie blz. 15) een nieuwe functie vastleggen of een System Control bedieningsreeks programmeren (zie blz. 27) voor een component-keuzetoets waarvoor al een inschakelcommando is geprogrammeerd. Dan wordt de inschakelfunctie overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Pas wanneer u de nieuw “aangeleerde” functie of de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zal de inschakelfunctie weer gelden en kunt u die weer gebruiken. Als u zowel met “aanleren” een nieuwe functie hebt overgenomen en een System Control bedieningsreeks hebt geprogrammeerd voor dezelfde toets, dan zal bovendien het “aangeleerde” signaal de System Control bedieningsreeks hebben overschreven. 31NL Toewijzen van andere apparatuur aan de componentkeuzetoetsen Voorbeeld: Toewijzen van een CD-speler aan de VCR component-keuzetoets 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. Als u een extra component afzonderlijk wilt bedienen, kunt u die component toewijzen aan een andere component-keuzetoets die u niet gebruikt. Opmerkingen • Als u een andere component toewijst aan een component-keuzetoets, komt de instelling van het componentcodenummer (zie blz. 8) te vervallen. Dit component-codenummer zal niet terugkomen, ook al verwijdert u de nieuw gekozen component en stelt u de toets terug op de oorspronkelijke component. • Als u een andere component toewijst aan de TV of AMP keuzetoets, zult u de geluidssterkte voor het TV-toestel of de versterker niet meer kunnen regelen wanneer u instelt op een andere component. 2 Druk op de componentkeuzetoets waaraan u een nieuwe functie wilt toewijzen. De gekozen componentkeuzetoets licht op. 3 Houd de N weergavetoets ingedrukt en druk op een van de cijfertoetsen om in te stellen op de nieuwe component die u aan de gekozen toets wilt toewijzen. De nieuw gekozen componentkeuzetoets en de eerder gekozen component-keuzetoets lichten allebei op. 32NL In dit voorbeeld drukt u op toets 5 om in te stellen op de CD-speler. 1: VCR (videorecorder) 2: VD (videodisc-speler) 3: SAT (satelliet-ontvanger) 4: AMP (versterker) 5: CD (CD-speler 6: TAPE (cassettedeck) 7: MD (minidisc-recorder) 8: TV (TV-toestel) 9: CBL (kabel-TV ontvanger) 0: DVD (videospeler) Opmerking Bij deze toewijzing wordt alleen de componentkeuze overgenomen. Andere “aangeleerde” functies worden niet overgenomen. 4 •Als u voor een ander merk het componentcodenummer moet invoeren, volgt u de aanwijzingen op blz. 8 of 11. •Als u extra afstandsbedieningssignalen wilt overnemen met de aanleerfunctie, volgt u hiervoor de stappen 1 en 3 t/m 7 op blz. 15 t/m 17. Terugstellen van een component-keuzetoets op de oorspronkelijke instelling 1 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. 2 Houd de x stoptoets ingedrukt en druk daarbij op de componentkeuzetoets waarvan u de functies wilt wissen. Het S (set) indicatorlampje dooft en de gekozen component-keuzetoets licht op. Opmerking Via deze procedure kunt u alleen de “aangeleerde” functies van alle toetsen voor een bepaalde component. De “aangeleerde” functies voor de componentkeuzetoetsen kunnen hiermee niet gewijzigd worden. U zult dus van tevoren zeker moeten weten welke “aangeleerde” functies u wilt wissen. 3 Druk op de S (set) toets om de instelprocedure af te sluiten. wordt vervolgd 33NL Toewijzen van andere apparatuur aan de componentkeuzetoetsen (vervolg) De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een andere toets U kunt alle instellingen van een component-keuzetoets volledig overbrengen naar een andere component-keuzetoets. De instellingen voor de componentcode (zie blz. 8) en de aangeleerde functies (zie blz. 15) worden daarbij volledig overgekopieerd naar de nieuw gekozen toets. Opmerking U kunt de instellingen niet overbrengen naar een componentkeuzetoets waarvoor al een nieuw commando is vastgelegd met de “aanleerfunctie”. Voorbeeld: De instellingen van de CD toets overnemen onder de VCR component-keuzetoets 2 Druk op de componentkeuzetoets waarvoor u de instellingen van een andere component-keuzetoets wilt overnemen en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. De gekozen componentkeuzetoets licht op en alle andere toetsen knipperen snel. 3 Blijf deze componentkeuzetoets ingedrukt houden en druk op de component-keuzetoets waarvan u de instellingen wilt overnemen. Beide component-keuzetoetsen lichten op wanneer u de toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. 1 Druk op de S (set) toets. Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen. Nu worden alle instellingen van de CD toets overgekopieerd naar de VCR toets. 34NL Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen Naast de oorspronkelijke functie voor System Control bedieningsreeksen (zie blz. 23) kunt u voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 en 3 ook extra bedieningssignalen overnemen met de “aanleerfunctie”. Aangezien de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 en 3 geheel afzonderlijk van de andere toetsen werken, kunt u ze ook gebruiken voor directe één-toets bediening, zonder bijvoorbeeld eerst de betreffende component te hoeven kiezen met een componentkeuzetoets. Deze “één-toets” bediening kan een handig alternatief zijn voor het gewone gebruik van de SYSTEM CONTROL toetsen voor bedieningsreeksen. Voorbeeld: Overnemen van het aan/uit-signaal voor een airconditioning voor de SYSTEM CONTROL 2 toets 1 Leg deze afstandsbediening recht tegenover de afstandsbediening van de airconditioning. Afstandsbediening van uw componenten ongeveer 5 - 10 cm tussenruimte RM-VL900T 2 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. Opmerking Bepaalde afstandsbedieningssignalen kunnen niet goed worden overgenomen of aangeleerd. wordt vervolgd 35NL Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen (vervolg) afstandsbediening van de airconditioning 3 Druk op de SYSTEM CONTROL toets 2. Het S (set) indicatorlampje knippert (in de paraatstand voor de aanleerfunctie). tijdens gegevensoverdracht Als er al andere functies door die toets zijn “aangeleerd” Het S (set) indicatorlampje knippert tweemaal en de afstandsbediening keert terug naar de toestand van stap 2. U kunt de functie “aanleren” aan een andere SYSTEM CONTROL toets, of anders de eerder “aangeleerde” functie wissen (zie blz. 37) en opnieuw beginnen. gegevensoverdracht voltooid 4 Druk de ON/OFF toets van de afstandsbediening voor de airconditioning in totdat de afstandsbediening reageert zoals hieronder wordt aangegeven. 5 Druk op de S (set) toets om Tijdens het overzenden van de gegevens blijft alleen het S (set) indicatorlampje branden en doven alle componentkeuzetoetsen. Nadat de gegevensoverdracht voltooid is, keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 2. U kunt door “aanleren” een nieuwe functie vastleggen voor een SYSTEM CONTROL toets waarvoor al een System Control bedieningsreeks is geprogrammeerd. Dan wordt de System Control bedieningsreeks overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Pas wanneer u de nieuw “aangeleerde” functie voor de betreffende toets uitwist (zie blz. 37), zal de System Control bedieningsreeks weer gelden en kunt u die weer gebruiken. 36NL de instelprocedure af te ronden. Opmerking Wissen van de aangeleerde functie van een toets Houd de S (set) toets ingedrukt en druk daarbij op de SYSTEM CONTROL toets (1, 2 of 3) waarvan u de functie wilt wissen. Het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat. Opmerkingen over het “aanleren” van de bedieningssignalen voor een airconditioning Betreffende seizoensinstellingen Als u de instellingen voor uw airconditioning per seizoen wijzigt, zult u de bedieningssignalen voor de nieuwe instellingen ook in deze afstandsbediening moeten programmeren. Als het aan/uit schakelen van de airconditioning niet lukt De kans bestaat dat de airconditioning niet goed reageert op het aan/uit commando dat u hebt overgenomen onder een toets van deze afstandsbediening. Als deze afstandsbediening met één toets een goed “ON” signaal voor inschakelen aan de airconditioning doorgeeft en met een andere toets een “OFF” signaal voor uitschakelen, terwijl de afstandsbediening van uw airconditioning wel met een enkele “ON/OFF” toets werkt, dan kunt u de signalen het best onder twee toetsen van deze afstandsbediening vastleggen, als volgt. 1 Wis het aangeleerde aan/uit signaal. (In het voorbeeld van blz. 35 annuleert u het signaal dat is overgenomen onder de SYSTEM CONTROL 2 toets.) 2 Programmeer opnieuw het signaal (verzonden door de aan/uit-toets van de afstandsbediening van uw airconditioning) onder de SYSTEM CONTROL 2 toets. 3 Programmeer vervolgens het signaal van dezelfde aan/uittoets van de afstandsbediening onder een andere toets (bijvoorbeeld de SYSTEM CONTROL 3 toets). De twee toetsen van de afstandsbediening zijn nu geprogrammeerd voor het inschakelsignaal, resp. het uitschakelsignaal van de airconditioning en nu zult u de airconditioning probleemloos kunnen in- en uitschakelen. 37NL Gegevensuitwisseling tussen afstandsbedieningseenheden Gegevens zoals aangeleerde signalen en componentcodeinstellingen kunt u overbrengen of uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony RM-VL900T of Sony RM-AV2100T afstandsbediening. Als u gegevens wilt uitwisselen met een Sony RM-AV2100T Zie de aanwijzingen onder “Verzenden van gegevens” in de gebruiksaanwijzing van de RM-AV2100T afstandsbediening voor de juiste wijze van verzenden. Alle gegevens van deze afstandsbediening overzenden 1 Leg de RM-VL900T recht tegenover de andere afstandsbediening. Andere afstandsbediening ongeveer 5 - 10 cm tussenruimte RM-VL900T 2 Druk op de S (set) toets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. Geschikte typen afstandsbediening Er kunnen gegevens worden overgebracht tussen deze afstandsbediening en een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening. Gegevensoverdracht tussen deze afstandsbediening en een andere afstandsbediening dan de Sony RM-VL900T of RM-AV2100T is niet mogelijk. 3 Houd de v cursortoets ingedrukt en druk daarbij op cijfertoets 1. Verzenden van gegevens U kunt alle gegevens van deze afstandsbediening of de gegevens van een component-keuzetoets als volgt overbrengen naar een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening. 38NL Nu gaat het S (set) indicatorlampje knipperen en alle component-keuzetoetsen blijven branden. 4 Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor de ontvangst van gegevens. (Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor ontvangst de aanwijzingen op blz. 40.) Opmerking Controleer zorgvuldig of deze afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. 5 Druk op de ENT toets (om de gegevens te gaan verzenden). Bij het overzenden van de gegevens dooft nu telkens de verlichting van de betreffende component-keuzetoets. Als de gegevensoverdracht op enig punt gedurende of na de bediening misgaat, knipperen het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen vijfmaal achtereen en dan keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 3. Probeer het dan opnieuw vanaf stap 5 of druk op de S (set) toets om de gegevensoverdracht te annuleren. Opmerking Controleer zorgvuldig of de andere afstandsbediening gereed is voor de ontvangst van gegevens. De gegevens van een component-keuzetoets overzenden De gegevens van een componentkeuzetoets van deze afstandsbediening (de instellingen en “aangeleerde” signalen voor de toetsen) kunnen worden overgebracht naar de componentkeuzetoets van een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening. 1-2 Volg de aanwijzingen 1 en 2 op blz. 38. 3 Houd de v cursortoets ingedrukt en druk daarbij op de componentkeuzetoets waarvan u de gegevens wilt overzenden. Nu gaat het S (set) indicatorlampje knipperen en alle component-keuzetoetsen blijven branden. 4 Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor de ontvangst van gegevens. (Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor ontvangst de aanwijzingen op blz. 42.) Opmerking Controleer zorgvuldig of deze afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. wordt vervolgd 39NL Gegevensuitwisseling tussen afstandsbedieningseenheden (vervolg) 5 Druk op de ENT toets (om de gegevens te gaan verzenden). Na het overzenden van de gegevens dooft de verlichting van de component-keuzetoets. Als de gegevensoverdracht op enig punt gedurende of na de bediening misgaat, knipperen het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen vijfmaal achtereen en dan keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 3. Probeer het dan opnieuw vanaf stap 5 of druk op de S (set) toets om de gegevensoverdracht te annuleren. Ontvangst van gegevens Deze afstandsbediening kan gegevens ontvangen van een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening. Ontvangst van alle gegevens van een andere afstandsbediening 1 Leg de RM-VL900T recht tegenover de andere afstandsbediening. Andere afstandsbediening ongeveer 5 - 10 cm tussenruimte RM-VL900T 2 Druk op de S (set) toets en Opmerkingen • De gegevens voor een “aangeleerd” signaal of een System Control bedieningsreeks die is geprogrammeerd voor een component-keuzetoets kunnen niet worden overgezonden. U kunt de aanleerfunctie (zie blz. 15) gebruiken om het “aangeleerde” signaal of een geprogrammeerde System Control bedieningsreeks weer te programmeren voor een component-keuzetoets van de andere afstandsbediening. • Controleer zorgvuldig of de andere afstandsbediening gereed is voor de ontvangst van gegevens. 40NL houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen. 3 Houd de V cursortoets ingedrukt en druk daarbij op cijfertoets 1. Nu gaat het S (set) indicatorlampje knipperen en alle component-keuzetoetsen blijven branden. 4 Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. (Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor verzenden de aanwijzingen op blz. 38.) 6 Druk op de ENT (of ENTER) toets van de afstandsbediening die de gegevens moet verzenden. Bij de ontvangst van de gegevens lichten nu één voor één de betreffende componentkeuzetoetsen op. Als de gegevensoverdracht op enig punt gedurende of na de bediening misgaat, knipperen het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen vijfmaal achtereen en dan keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 5. Probeer het dan opnieuw vanaf stap 6 of druk op de S (set) toets om de ontvangst van gegevens te annuleren. Opmerking Als u stap 6 niet binnen 10 seconden verricht, knipperen het S (set) indicatorlampje en alle componentkeuzetoetsen vijfmaal achtereen, gevolgd door een korte pauze en dan knipperen ze opnieuw. Opmerking Controleer zorgvuldig of de andere afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. 5 Druk op de ENT toets (om de gegevens te gaan verzenden). Het S (set) indicatorlampje licht op, maar alle componentkeuzetoetsen doven nu (paraatstand voor de ontvangst van gegevens). wordt vervolgd 41NL Gegevensuitwisseling tussen afstandsbedieningseenheden (vervolg) Ontvangst van de gegevens voor een component-keuzetoets van een andere afstandsbediening 5 Druk op de ENT toets. Het S (set) indicatorlampje licht op, maar de gekozen component-keuzetoets dooft nu (paraatstand voor de ontvangst van gegevens). 1-2 Volg de aanwijzingen 1 en 2 op blz. 40. 3 Houd de V cursortoets ingedrukt en druk daarbij op de componentkeuzetoets waaronder u de gegevens wilt vastleggen. Nu gaat het S (set) indicatorlampje knipperen en de gekozen componentkeuzetoets licht op. 4 Controleer of de andere afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. (Zie voor het instellen van de afstandsbediening voor verzenden de aanwijzingen op blz. 39.) Opmerking Controleer zorgvuldig of de andere afstandsbediening gereed is voor het verzenden van gegevens. 42NL 6 Druk op de ENT (of ENTER) toets van de afstandsbediening die de gegevens moet verzenden. Nadat de gegevens zijn ontvangen, blijft de component-keuzetoets branden. Als de gegevensoverdracht op enig punt gedurende of na de bediening misgaat, knipperen het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen vijfmaal achtereen en dan keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 5. Probeer het dan opnieuw vanaf stap 6 of druk op de S (set) toets om de ontvangst van gegevens te annuleren. Opmerking Als u stap 6 niet binnen 10 seconden verricht, knipperen het S (set) indicatorlampje en de componentkeuzetoets vijfmaal achtereen, gevolgd door een korte pauze en dan knipperen ze opnieuw. Andere nuttige functies Blokkeren van de toetsen — Hold toetsbeveiliging Zolang de toetsen geblokkeerd zijn, zullen alle componentkeuzetoetsen tweemaal knipperen wanneer u op een bedieningstoets drukt. Om vergissingen te voorkomen, kunt u alle toetsen blokkeren met de Hold beveiliging. (tweemaal) Opheffen van de toetsbeveiliging Herhaal de voorgaande procudure. Het S (set) indicatorlampje knippert tweemaal en dan is de Hold toetsbeveiliging opgeheven. (tweemaal) 1 Houd de 1 aan/uit-toets ingedrukt en druk daarbij de dempingstoets en de % wisseltoets in. Het S (set) indicatorlampje licht op wanneer u deze toetsen indrukt en dooft wanneer u ze loslaat. 43NL Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen •Laat de afstandsbediening niet vallen en behoed het apparaat tegen heftige schokken, om storingen in de werking te vermijden. •Leg het apparaat niet te dicht bij een warmtebron en stel het niet bloot aan direct zonlicht, veel stof of zand, vocht, regen of mechanische schokken. •Pas op dat er geen vloeistof of kleine voorwerpen in de afstandsbediening terechtkomen. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomt, dient u het eerst door een deskundige te laten nakijken, alvorens het weer in gebruik te nemen. •Zorg dat er geen direct zonlicht of fel lamplicht op de afstandsbedieningssensors van uw apparatuur valt. Bij te fel licht kan de afstandsbediening niet naar behoren werken. •Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Bepaalde elektrische apparatuur zoals voor airconditioning, verwarming of het openen en sluiten van gordijnen of rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt. 44NL Technische gegevens Reikwijdte Ongeveer 10 meter (kan verschillen voor apparatuur van andere merken) Stroomvoorziening Vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen Gebruiksduur batterijen Ongeveer 5 maanden (afhankelijk van hoe intensief de afstandsbediening wordt gebruikt) Afmetingen Ongeveer 72 × 209 × 26 mm (b/h/d) Gewicht 155 gram (zonder batterijen) Aanleerbare signalen* Capaciteit per signaal: tot 250 bit Signaalfrequentiebereik: tot 500 kHz Signaalinterval: tot 1 seconde * Sommige signalen kunnen niet door de afstandsbediening worden aangeleerd, ook al voldoen ze aan de bovenstaande specificaties. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Het CE merk op dit apparaat geldt alleen voor producten die worden verkocht in de Europese Unie. Verhelpen van storingen Mocht u problemen hebben met het instellen of gebruik van de afstandsbediening, controleer dan eerst de batterijen (zie blz. 6) en neem vervolgens de onderstaande lijst met controlepunten even door. Probleem De apparatuur reageert niet op de afstandsbediening. De geluidssterkte is niet goed te regelen. De afstandsbediening kan de afstandsbedieningssignalen niet aanleren. Bepaalde apparatuur reageert niet, ook na instellen van een componentcodenummer. De afstandsbediening kan de afstandsbedieningssignalen niet aanleren. Bepaalde apparatuur reageert niet, ook na overnemen van de afstandsbedieningssignalen met de “aanleerfunctie”. Oplossing • Probeer de bediening van wat dichterbij. De maximale reikwijdte van de afstandsbediening is ongeveer 10 meter. • Richt de afstandsbediening recht op het te bedienen apparaat en zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en het apparaat staan. • Schakel de apparatuur eerst in en probeer het dan opnieuw. • Controleer of u de juiste component-keuzetoets hebt ingedrukt. In het geval van CBL/SAT, DVD of TAPE zorgt u dat de gewenste component wordt aangegeven. • Controleer of het te bedienen apparaat wel geschikt is voor infrarood-afstandsbediening. Als er bij het apparaat geen afstandsbediening geleverd werd, is het wellicht niet geschikt voor bediening op afstand. • Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de component-keuzetoets. Controleer de component die aan de betreffende toets is toegewezen en de componentcode. • Als uw video-apparatuur is aangesloten op een stereoinstallatie, controleert u dan of de afstandsbediening wel is ingesteld zoals beschreven onder “Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie” (zie blz. 21). • Wellicht hebt u een andere component toegewezen aan de TV of AMP toets (zie blz. 32). In dit geval kunt u de geluidssterkte niet regelen wanneer u een andere component dan het TV-toestel of de AMP versterker kiest. • Zorg dat het juiste component-codenummer is gekozen. Als het eerste codenummer voor uw component niet werkt, probeer dan alle volgende codenummers uit, in de volgorde zoals vermeld in de bijgeleverde lijst met “Componentcodenummers”. • Bepaalde functies kunnen niet vooringesteld zijn. Als sommige of zelfs alle toetsen niet goed werken na het instellen van het component-codenummer, gebruik dan de aanleerfunctie om de afstandsbedieningssignalen voor het apparaat over te nemen in deze afstandsbediening (zie blz. 15). • Het betreffende apparaat kan werken met een componentcodenummer dat niet staat vermeld in de lijst met “Component-codenummers”. Zie “Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie” (op blz. 11) en probeer het opnieuw met het gevonden codenummer. • Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem (wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd), kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren van de signalen hinderen. In dat geval moet u naar een plaats gaan waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen bereiken (bijv. een andere kamer). • Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft overgenomen. Zo niet, lees dan “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies” (op blz. 18) en verricht het aanleren van de gewenste functie(s) dan opnieuw (zie blz. 15). wordt vervolgd 45NL Verhelpen van storingen (vervolg) Probleem Oplossing Het S (set) • Het aanleren van een functie is mislukt. Lees “Voor indicatorlampje of de zorgvuldig aanleren van nieuwe functies” (op blz. 18) en component-keuzetoetsen verricht het aanleren van de gewenste functie dan opnieuw knipperen vijfmaal (zie blz. 15). achtereen. • De componentcodes zijn niet goed ingesteld. Zie de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers” en probeer het instellen van de component-codenummers opnieuw (zie blz. 8). • De gegevens zijn niet juist overgebracht. Zie “Verzenden van gegevens” (op blz. 38) en probeer de gegevens opnieuw over te zenden. • De gegevens zijn niet juist ontvangen. Zie “Ontvangst van gegevens” (op blz. 40) en probeer de gegevens opnieuw te ontvangen. • Wis de zelden gebruikte aangeleerde functies uit het overvolle geheugen (zie blz. 19) en probeer het aanleren dan opnieuw. Alle componentEr zijn signalen geprogrammeerd voor de betreffende keuzetoetsen knipperen component-keuzetoets of SYSTEM CONTROL toets met de tweemaal tijdens de aanleerfunctie. Wis de geprogrammeerde signalen (zie blz. 19, bediening. 26, 28) en probeer het vastleggen van de System Control bedieningsreeks opnieuw. Een System Control • Controleer of de bedieningsfuncties in de juiste volgorde zijn bedieningsreeks werkt geprogrammeerd (zie blz. 24, 27). niet naar behoren. • Houd de afstandsbediening op een ander punt gericht. Als dat niet helpt, zet dan de verschillende componenten iets dichter bijeen. • Controleer de uitgangsstand (aan of uit, enz.) van de betreffende componenten en zorg dat ze alle in gereedheid zijn voor de ontvangst van de bedieningssignalen (zie blz. 27). • De componentcodes zijn veranderd of of er zijn nieuwe signalen “aangeleerd” voor een toets die al was geprogrammeerd voor een reeks bedieningssignalen. In dat geval worden de nieuw aangeleerde signalen verzonden wanneer u probeert de bedieningsreeks uit te voeren. • Wellicht is de tijdsduur tussen de achtereenvolgende commando’s te kort. Zie “Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando‘s in een bedieningsreeks” (op blz. 29) en kies een langer tijdsinterval. Alle component• De Hold toetsbeveiliging is ingeschakeld. Hef de beveiliging keuzetoetsen knipperen op (zie blz. 43). tweemaal. Na het uitwisselen van De gegevensoverdracht van/naar een enkele toets kan geen gegevens werkt de System Control bedieningsreeksen overbrengen die zijn afstandsbediening niet “aangeleerd” voor component-keuzetoetsen. U kunt zulke naar verwachting. bedieningsreeksen opnieuw “aanleren” of alle gegevens van de afstandsbediening tegelijk overbrengen. Omtrent de gegevensuitwisseling met de Sony RM-AV2100T Bij de uitwisseling van gegevens tussen deze afstandsbediening en een Sony RM-AV2100T afstandsbediening kunnen niet altijd alle functies compleet worden overgebracht (zoals bijv. System Control bedieningsreeksen). 46NL Als u aan de hand van de bovenstaande aanwijzingen het probleem niet kunt verhelpen, probeer dan eerst het volgende alvorens u professionele hulp inroept. Terugstellen van de afstandsbediening op de fabrieksinstellingen Houd de 1 aan/uit-toets ingedrukt en druk daarbij de t ingangskeuzetoets en de 2 – volumetoets in totdat de afstandsbediening als volgt reageert. Het S (set) indicatorlampje en alle component-keuzetoetsen lichten op. Vervolgens doven de component-keuzetoetsen één voor één, gevolgd door het S (set) indicatorlampje. Wanneer ze allemaal zijn gedoofd, zijn alle instellingen gewist en dan is de afstandsbediening teruggekeerd in de oorspronkelijke toestand (inclusief de vooringestelde reeks functies voor de SYSTEM CONTROL toetsen 1 en 3.) 47NL Aanhangsels Overzicht van vooringestelde functies SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 6v Cursor omhoog verplaatsen 6V Cursor omlaag verplaatsen 6B Cursor naar rechts verplaatsen 6b Cursor naar links verplaatsen 6OK Uitvoeren van een uit het MENU gekozen punt qa2Kiezen van een nummer tussen 20 en 29 21-, Kiezen van een nummer bestaande uit twee cijfers. Werkt op dezelfde wijze als bij de afstandsbediening van de TV. 5 Fastext-toetsen (ROOD) (GROEN) (GEEL) (BLAUW) qgPROGR +/– qh 82 +/– 9% Opmerking Bepaalde componenten of functies kunnen niet altijd op deze afstandsbediening reageren. TV-toestel SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Zenderkeuze Tevens voor inschakelen 3t Omschakelen van het ingangssignaal 4/ Omschakelen naar teletekst qsa Inschakelen. Omschakelen van teletekst naar TV. 7MENU Oproepen van het MENU scherm 48NL Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – Voor de JUMP functie van de TV, al naar gelang het merk TV. Geluid harder zetten: + Geluid zachter zetten: – Geluid van de TV dempen. Nog eens drukken om weer geluid te horen. Gebruik van Fastext Met Fastext hebt u via bediening van een enkele toets toegang tot de pagina’s. Wanneer een Fastextpagina wordt uitgezonden, verschijnt er een kleurcode-menu onderaan op het scherm. De kleuren in dit menu komen overeen met de rode, groene, gele en blauwe toetsen op de afstandsbediening. Druk op de toets die overeenkomt met het kleurcode-menu. De pagina zal binnen een paar seconden verschijnen. Videorecorder CBL: kabel-TV ontvanger SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Zenderkeuze Tevens voor inschakelen 21-, Kiezen van een nummer bestaande uit twee cijfers. qa2Kiezen van een nummer tussen 20 en 29 3t Omschakelen van het ingangssignaal 7MENU Oproepen van het MENU scherm 6v Cursor omhoog verplaatsen 6V Cursor omlaag verplaatsen 6B Cursor naar rechts verplaatsen 6b Cursor naar links verplaatsen 6OK Uitvoeren van een uit het MENU gekozen punt 5m Band terugspoelen 5N Video afspelen 5M Band snel vooruitspoelen qdREC z Voor opnemen: druk op de N toets terwijl u de REC z toets ingedrukt houdt.* Laat eerst de N toets los en dan de REC z toets. 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR +/– Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 1qa Zenderkeuze. Voor 1 – 9, 0, ENT keuze van zender 5 bijvoorbeeld drukt u op 0 en 5 (of op 5 en ENT). qgPROGR +/– Zender met hoger nummer:+ Zender met lager nummer: – qh Voor de JUMP, FLASHBACK of CHANNEL RETURN functie van de TV, al naar gelang het merk TV. * Om vergissingen te voorkomen, werkt de REC z toets niet alleen. wordt vervolgd 49NL Overzicht van vooringestelde functies (vervolg) SAT: satelliet-ontvanger DVD: DVD-speler SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Zenderkeuze Tevens voor inschakelen 21-, Kiezen van een nummer bestaande uit twee cijfers. 3t Uitgangssignaal van de satelliet-ontvanger doorgeven aan het TVtoestel. (Als er ook een kabel-TV ontvanger of een antenne is aangesloten, schakelt u hiermee over tussen gewone TV en satellietTV.) 4/ Omschakelen naar teletekst 5 Fastext-toetsen (ROOD) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Cijfertoetsen: Voor keuze van bepaalde punten op het scherm. 2Keuze van nummer 10 (+10) en hoger qaENT Invoeren van uw keuze of vastleggen van een op het scherm gekozen punt. qdt Omschakelen van het (AUDIO) geluid 4/ Aangeven van de (DISPLAY) ingeschakelde afspeelfunctie op het scherm. qfGUIDE Gekozen letters van het (CLEAR) scherm wissen qh Terugkeren naar het (RETURN) vorige scherm qdREC z Aangeven van het (TITLE) titelmenu qsa Omschakelen van de (SUB TITLE) ondertiteling 7MENU Aangeven van het DVD menu 6v Cursor omhoog verplaatsen 6V Cursor omlaag verplaatsen 6B Cursor naar rechts verplaatsen 6b Cursor naar links verplaatsen 6OK Uitvoeren van een uit het MENU gekozen punt 5m Terugzoeken 5N Video afspelen 5M Vooruitzoeken 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR + Doorgaan naar het (>) volgende beeld/ muziekstuk qgPROGR – Terugkeren naar het (.) vorige beeld/ muziekstuk (GROEN) (GEEL) (BLAUW) qfGUIDE 7MENU 6v 6V 6B 6b 6OK qgPROGR +/– qh qsa (EXIT) qdX (EPG) 50NL Master Guide zendergids laten verschijnen Oproepen van het MENU scherm Cursor omhoog verplaatsen Cursor omlaag verplaatsen Cursor naar rechts verplaatsen Cursor naar links verplaatsen Oproepen van de Station Index als er geen zendergids wordt aangegeven. Keuze van de zender die verlicht wordt aangegeven. Zender met hoger nummer: + Zender met lager nummer: – Afstemmen op de laatst gekozen zender Functie verlaten EGP aanduiding tonen of verbergen VD: Videodisc-speler CD: compact disc speler SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Keuze van een scènenummer (gebruik de 0 toets voor scène 10). Zie voor keuze van scènenummers boven de 10 de beschrijving van de +10 toets hieronder. 2Keuze van (+10) scènenummers boven de 10 qaENT Invoeren van uw keuze 4/ Aangeven van de (DISPLAY) ingeschakelde afspeelfunctie op het scherm. 5m Terugzoeken 5N Video afspelen 5M Vooruitzoeken 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR + Doorgaan naar het (>) volgende beeld/ muziekstuk qgPROGR – Terugkeren naar het (.) vorige beeld/ muziekstuk SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Keuze van een muziekstuknummer (gebruik de 0 toets voor muziekstuk 10). Zie voor keuze van muziekstuknummers boven de 10 de beschrijving van de +10 toets hieronder. 2Keuze van (+10) muziekstuknummers boven de 10 qaENT Invoeren van uw keuze qh Doorgaan naar de volgende disc 5m Terugzoeken 5N Afspelen 5M Vooruitzoeken 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR + Doorgaan naar het (>) volgende muziekstuk qgPROGR – Terugkeren naar het (.) vorige muziekstuk wordt vervolgd 51NL Overzicht van vooringestelde functies (vervolg) MD: minidisc-recorder DAT: digitaal cassettedeck SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Keuze van een muziekstuknummer (gebruik de 0 toets voor muziekstuk 10). Zie voor keuze van muziekstuknummers boven de 10 de beschrijving van de +10 toets hieronder. 2Keuze van (+10) muziekstuknummers boven de 10 qaENT Invoeren van uw keuze qh Doorgaan naar de volgende disc 4/ Omschakelen van de (DISPLAY) aanduidingen in het uitleesvenster 5m Terugzoeken 5N Afspelen 5M Vooruitzoeken qdREC z Voor opnemen: druk op de N toets terwijl u de REC z toets ingedrukt houdt.* Laat eerst de N toets los en dan de REC z toets. 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR + Doorgaan naar het (>) volgende muziekstuk qgPROGR – Terugkeren naar het (.) vorige muziekstuk SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 – 9, 0 Keuze van een muziekstuknummer qaENT Invoeren van uw keuze 4/ Omschakelen van de (DISPLAY) aanduidingen in het uitleesvenster 5m Band terugspoelen 5N Band afspelen 5M Band snel vooruitspoelen qdREC z Voor opnemen: druk op de N toets terwijl u de REC z toets ingedrukt houdt.* Laat eerst de N toets los en dan de REC z toets. 5x Stoppen qdX Pauzeren qgPROGR + Doorgaan naar het (>) volgende muziekstuk qgPROGR – Terugkeren naar het (.) vorige muziekstuk * Om vergissingen te voorkomen, werkt de REC z toets niet alleen. 52NL * Om vergissingen te voorkomen, werkt de REC z toets niet alleen. TAPE: cassettedeck AMP: versterker SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 5m Band terugspoelen 5N Band afspelen 10 Bandlooprichting omkeren 5M Band snel vooruitspoelen qdREC z Voor opnemen: druk op de N toets terwijl u de REC z toets ingedrukt houdt.* Laat eerst de N toets los en dan de REC z toets. 5x Stoppen qdX Pauzeren qh Keuze van het cassettedeck: A of B (alleen voor dubbel cassettedeck) SCHERMAANDUIDING FUNCTIE 01 In/uitschakelen van het apparaat 11 Keuze van de ingangsbron: VIDEO 1 12 Keuze van de ingangsbron: VIDEO 2 13 Keuze van de ingangsbron: AUX/VDP (videodisc-speler) 14 Keuze van de ingangsbron: TUNER (radio-ontvangst) 15 Keuze van de ingangsbron: CD (compact disc) 16 Keuze van de ingangsbron: TAPE cassette-weergave 17 Keuze van de ingangsbron: MD minidisc-speler 18 Keuze van de ingangsbron: TV 19 Keuze van de ingangsbron:PHONO platenspeler 10 Keuze van de ingangsbron: DVD (videospeler) 7MENU Oproepen van het MENU scherm 6v Cursor omhoog verplaatsen 6V Cursor omlaag verplaatsen 6B Cursor naar rechts verplaatsen 6b Cursor naar links verplaatsen 6OK Uitvoeren van een uit het MENU gekozen punt qh Omschakelen van afstemband of voorkeurzendergroep qgPROGR +/– Voorinstelnummer of afstemfrequentie hoger :+ Voorinstelnummer of afstemfrequentie lager: – 82 +/– Geluid harder zetten: + Geluid zachter zetten: – 9% Geluid van de versterker dempen. Nogmaals drukken om weer geluid te horen. * Om vergissingen te voorkomen, werkt de REC z toets niet alleen. 53NL O, P, Q, R Index A Aanleerfunctie 15, 35 Aanpassen tijdsduur tussen System Control commando’s 29 Automatisch uitschakelen SYSTEM CONTROL 1 toets 24 B Batterijen 6 Bedieningsreeksen interval tussen System Control commando’s 29 programmeren 24, 27 wissen 26, 28 Beveiligen met toetsblokkering 43 Blokkeren met de Hold toetsbeveiliging 43 C Cijfertoetsen 9, 14, 29, 30, 32, 33, 38, 41 Codenummers 8, 11 Component-keuzetoetsen andere componenten toewijzen 32 instellen van de intschakelfunctie 30 kopiëren van instellingen 34 ontvangen van gegevens 42 overnemen van instellingen 34 programmeren van een signaal 15 programmeren van een System Control bedieningsreeks 27 toevoegen van een extra functie 32 verzenden van gegevens 39 D, E, F, G % dempingstoets 10, 13, 18, 22, 43 Fabrieksinstelling 26, 33, 47 Gegevens overbrengen 39 H, I, J Hold beveiliging 30 Ingangskeuze 14 Inschakelcommando instellen 30 SYSTEM CONTROL 3 toets 24 K, L, M, N Kopiëren gegevens naar een andere afstandsbediening 38 instellingen van de component-keuzetoetsen 34 54NL Ontvangst van gegevens 40 Overnemen gegevens naar een andere afstandsbediening 38 instellingen van de component-keuzetoetsen 34 S Systeem-uitschakelfunctie SYSTEM CONTROL 1 toets 24 System Control functies Zie “Bedieningsreeksen” SYSTEM CONTROL toetsen bedieningsreeksen 24 programmeren van een signaal 35 T, U Toetsen blokkeren (Hold beveiliging) 43 Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen 32 Uitschakelfunctie Zie “Automatisch uitschakelen” Zie “Systeemuitschakelfunctie” V Verhelpen van storingen 45 2 volumetoetsen 10, 13, 17, 18, 22, 47 Vooringestelde componenten 8 W, X, Y, Z Wijzigen/wissen aangeleerde signalen 19, 20, 37 inschakelcommando 31 System Control Åbedieningsreeks 26, 28 Wissen Zie “Wijzigen/wissen“.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Sony RM-VL900T de handleiding

Type
de handleiding

in andere talen

Andere documenten