Technische wijzigingen voorbehouden.
83019100aNL
7
Instellingen aan de ruimteregelaar
met stooklijnverstelling
1 Scherm met weergave van de actuele ruimtetem-
peratuur (in 0,2K-stappen van -5°C tot +50°C)
en symbool dat de actuele bedrijfswijze van de
warmtepomp aangeeft
2 Bedrijfskeuzeschakelaar voor correctie van de
ruimtetemperatuur en voor omschakeling tussen
de warmtepompbedrijfswijzen ‘Verwarmen’ en
‘Koelen’
3 Draaiknop van de ruimteregelaar
Instelling stooklijnen en koeling ter beïnvloeding
van de met de verwarmings- en warmtepomp-
regelaar ingestelde waarde van de warmtepomp
(verwarmingscircuit, menggroep 1, menggroep 2
en menggroep 3)
(Instellingsstappen: +/- 0,2 K)
OPMERKING
Is de koelfunctie vrijgegeven, dan kan de warmte-
pomp desondanks naargelang nodig verwarmen,
warm tapwater bereiden of de zwembadbereiding
activeren.
ruImtetemperatuurcorrectIe
De functie ‘Ruimtetemperatuurcorrectie’ dient om de door
de geïntegreerde sensor van de ruimteregelaar gemeten
ruimtetemperatuur te vergelijken met de ruimtetempera-
tuur die wordt gemeten door een in de ruimte aanwezige,
geijkte thermometer.
Zet de bedrijfskeuzeschakelaar binnen de 3 seconden
op ‘SET’, terug op het verwarmings- of koelsymbool en
vervolgens weer op ‘SET’.
Het scherm begint na ca. 3 seconden te knipperen, geeft
de door de geïntegreerde sensor van de ruimteregelaar
gemeten temperatuur aan en toont het symbool voor
de correctie van de ruimtetemperatuur.
Door een cyclische stijgende functie wordt de vermelde
temperatuurwaarde in 0,2K-stappen automatisch geva-
rieerd binnen een bereik van ±3K.
Schuif de bedrijfskeuzeschakelaar uit de stand ‘SET’,
zodra de vermelde temperatuur overeenstemt met de
temperatuur die wordt gemeten door de in de ruimte
aanwezige, geijkte thermometer.
De aangegeven ruimtetemperatuur wordt nu aange-
houden. De vergelijking tussen de ruimteregelaar en de
in de ruimte aanwezige thermometer is hiermee afge-
sloten.
OPMERKING
De op het scherm van de ruimteregelaar aangege-
ven ruimtetemperatuur heeft geen enkele invloed
op de regeling van de warmtepomp.
De aangegeven ruimtetemperatuur dient uitslui-
tend ter informatie.
verlIchtIng van het scherm
Het scherm van de ruimteregelaar is uitgerust met een ach-
tergrondverlichting, die u blijvend in of uit kunt schakelen.
Zet de bedrijfskeuzeschakelaar op ‘SET’.
De achtergrondverlichting van het scherm wordt na ca.
3 seconden cyclisch in- en uitgeschakeld.
Als u de bedrijfskeuzeschakelaar uit de stand ‘SET’
schuift terwijl de achtergrondverlichting ingeschakeld
is, dan blijft de achtergrondverlichting vervolgens inge-
schakeld.
Als u de bedrijfskeuzeschakelaar uit de stand ‘SET’
schuift terwijl de achtergrondverlichting uitgeschakeld
is, dan blijft de achtergrondverlichting vervolgens uitge-
schakeld.