IS 330 EB

Festool IS 330 EB, SSU 200 EB, SSU 200 EB-Plus, SSU 200 EB-Plus-FS Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Festool IS 330 EB Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
73
NL
Timmermanskettingzaag SSU 200 EB oor-
spronkelijke gebruiksaanwijzing
Inhoud
1 Technische gegevens
Netspanning 220 – 240 V ~
Netfrequentie 50 60 Hz
Nominaal vermogen 1600 W
Losse stroomkabel H07RN-F
Zekering 15 16 A
stroomzekering
Instelbaar toerental
Constante elektronica
Elektrische veiligheidsrem
Softstart •
Automatische smering van kettingzwaard
Toerental kettingwiel bij instellen elektronica
op versnelling: 2200 – 4600 min
–1
Maximale kettingsnelheid 10,6 m/s
Kantelbaar kettingzwaard 0° – 60°
Gewicht (met gereedschap) 6,5 kg
Zaagdiepte [Kettingzwaard 8" (20 cm)]
bij 0° 200 mm
bij 15° 190 mm
bij 30° 170 mm
bij 45° 140 mm
bij 60° 100 mm
Volume oliereservoir ~240 ml
Veiligheidsklasse II /
2 Symbolen
Dubbele isolering
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Waarschuwing voor schok
Gebruik schutbril!
Draag gehoorbescherming!
Draag een stofmasker!
Gebruik beschermende handschoenen!
Niet blootstellen aan regen!
Ingeval van beschadiging of doorsnijding
van de stroomkabel onmiddellijk de stek-
ker van het elektrische net loskoppelen
Handleiding / aanwijzingen lezen
Akoestische uitgangswaarde
Niet in huisafval
Aanwijzing, tip
3 Bedieningselementen
[1-1] Inschakelblokkering
[1-2] Netschakelaar
[1-3] Geleideliniaal
[1-4] Afschermkap kettingzwaard
[1-5] Handschroef voor opspannen
[1-6] Geleideslee
[1-7] Extra handvat voor
[1-8] Olieafl ezer
[1-9] Dop oliereservoir
[1-10] Draaibaar afzuigstuk
[1-11] Wieltje voor spannen van ketting
[1-12] Wieltje instelling oliedosering
[1-13] Spanhendeltje voor vergrendeling van
naar achter kanteling
[1-14] Toerentalregelaar
[1-15] Extra handvat achter
[1-16] Parallelaanslag
[2-1] Afschermkap kettingwiel
[2-2] Spanwieltje
[2-3] Ketting
[2-4] Kettingzwaard
1 Technische gegevens .............................. 72
2 Symbolen ................................................. 72
3 Bedieningselementen ............................. 72
4 Gebruiksdoel van de machine ........................73
5 Veiligheidsinstructies ............................. 73
6 Vervoer en levering ................................. 78
7 Instelling ................................................. 78
8 Ingebruikname ........................................ 79
9 Gebruik .................................................... 80
10 Accessoires gebruiken ........................... 81
11 Onderhoud en service ............................. 81
12
Speciale gevaaromschrijving voor het milieu 84
13 Opheffen van fouten ................................ 84
1 Tekniska specifikationer ......................... 85
74
rijkste handvat gemakkelijk te bedienen is. Een
goed gevormde opening voor het wegvallen van
zaagsel zorgt voor verwijdering van zaagsel van
de machine en maakt het mogelijk de slang van
de afzuiging aan te sluiten. Gedurende het zagen
wordt de ketting optimaal gesmeerd door de olie-
doseerpomp. Na het aanzetten van de machine
loopt de motor geleidelijk aan m.b.v. de elektroni-
sche besturingseenheid, tot het maximale toeren-
tal. Elektronica beschermt de motor, bij eventuele
plotselinge overschrijding van de motorbelasting
wordt deze automatisch uitgezet, bij een langdu-
rige overbelasting wordt er naar de zgn. koeling-
modus overgeschakeld, de machine loopt bij lage
koelingsnelheid en pas na het afkoelen keert in de
gebruikelijke werkmodus. Bij het uitzetten van de
machine wordt een elektrische motorrem geacti-
veerd, die de uitlooptijd van het gereedschap aan-
zienlijk verminderd. Afhankelijk van het gebruikte
principe kan deze tijd sterk verschillen.
4.2 Eigenschappen van het gereedschap
De timmermanskettingzaag SSU 200 EB is be-
stemd voor dwars- en kort langszagen in vol,
massief hout en vergelijkbare materialen. De
machine wordt door een persoon bediend die het
vasthoudt en met behulp van handvaten geleidt,
dwz. de gebruikelijke wijze van vasthouden is op
het extra handvat voor en het handvat middenin.
De machine mag slechts dan op het extra handvat
achter worden vastgehouden, als er geen gevaar
dreigt van de terugslag. Enig ander gebruik wordt
als een voor deze machine niet bedoeld gebruik
worden beschouwd. De machine is niet bestemd
voor het kappen en zagen van bomen of struiken!
De machinefabrikant is niet aansprakelijk voor
enige door het niet bedoelde gebruik veroorzaak-
te schade. Het risico van een dergelijk gebruik
wordt door de machinegebruiker gedragen. Het
opvolgen van de door de fabrikant vastgestelde
bedrijfs-, service- en reparatievoorwaarden hoort
ook bij het bedoelde gebruik van de machine. Per-
sonen jonger dan 16 jaar mogen deze machine
niet bedienen.
5 Veiligheidsinstructies
GEVAAR
Het is beslist noodzakelijk alle geldende wette-
lijke voorschriften betreffende de arbeidsveilig-
heid op te volgen, alsook de in hoofdstuk Veilig-
heidsinstructies genoemde veiligheidsinstructies
en overige algemeen van kracht zijnde principes
voor gezondheidsbescherming en arbeid. De fa-
[2-5] Opening voor spanpin
[2-6] Spanpin
[2-7] Spanschroef
[2-8] Kettingwiel
[2-9] Wieltje voor spannen van ketting
[3-1] Spanhendeltje voor vergrendeling van
naar achter kanteling
[4-1] Wijzer van snede voor 0°
[4-2] Handschroef voor instelling zaaghoek
[4-3] Schaal
[4-4] Wijzer van snede voor 45°
[4-5] Wijzer van snede voor 60°
[4-6] Indicator spaansnede voor 0°
[5-1] Merkje oliehoeveelheid
[5-2] Wieltje voor dosering oliehoeveelheid
[6-1] Begrenzingschroeven
[7-1] Geleider
[7-2] Klem
[7-3] Verstelbare hoekgeleider
[7-4] Verbindingsveer
[7-5] Snelspanner
[8-1] Beugel borgring
[8-2] Onderlegring
[8-3] Kettingwiel
[8-4] Spil
In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschre-
ven toebehoren wordt niet altijd standaard mee-
geleverd.
De vermelde afbeeldingen staan in het begin van
de gebruiksaanwijzing.
4 Gebruiksdoel van de machine
4.1 Machinebeschrijving
De timmermanskettingzaag SSU 200 EB is ont-
wikkeld voor multifunctioneel gebruik bij werken
aan houten constructies. Met de machine kan men
rechthoekig zagen en verstelbare hoeksneden
maken tot een diepte van 200 mm. Verschillende
typen kettingen maken het kiezen van een juist
gereedschap mogelijk, voor elke toepassing. De
zaaghoek tot 60° kan snel en nauwkeurig wor-
den ingesteld, met behulp van twee uitklapbare
segmenten en een goed afl eesbare schaal. De
machine is van een uitschuifbaar geleideliniaal
voorzien, dat aan beide zijkanten van de geleide-
slee kan worden gezet en voor een nauwkeurige,
rechte zaaglijn zorgt.
Het kettingzwaard kan snel met 10° naar ach-
ter worden gekanteld. De kettingspanning is ge-
makkelijk zonder gereedschap in te stellen, met
behulp van een wieltje dat boven op het belang-
75
brikant is niet aansprakelijk voor enige schade
veroorzaakt door een onbevoegd verrichten van
wijzigingen aan de machine.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschrif-
ten en instructies. Wanneer de waarschu-
wingen en instructies niet in acht worden
genomen, kan dit een elektrische schok, brand of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en handlei-
dingen om ze later te kunnen raadplegen.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
„elektrisch gereedschap” heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het
stroomnet (met netsnoer) en op elektrische ge-
reedschappen voor gebruik met een accu (zonder
netsnoer).
5.2 Veiligheidswaarschuwingen voor tim-
mermanskettingzaag SSU 200 EB
- Wanneer de zaag in werking is, houd alle li-
chaamsdelen buiten bereik van de zaagket-
ting. Voordat de kettingzaag wordt aangezet,
controleren of de ketting nergens tegenaan
zit. Een moment van onoplettendheid tijdens
de werking van de kettingzaag kan betekenen
dat uw kleding of lichaam de zaagketting aan-
raakt.
- Houd de achterste handgreep van de ket-
tingzaag met uw rechterhand en de voorste
handgreep met uw linkerhand vast. Indien u
de kettingzaag andersom vasthoudt, wordt het
risico van letsel vergroot. Houd de kettingzaag
nooit op de omgekeerde manier vast.
- Draag een veiligheidsbril en oorbeschermers.
Andere hulpmiddelen voor bescherming van
hoofd, handen, benen en voeten worden ook
aangeraden. Een goed beschermende kleding
vermindert het gevaar van letsel door afsprin-
gende deeltjes of onbedoelde aanraking van
zaagketting.
- Gebruik de kettingzaag nooit in een boom. Met
een kettingzaag boven in een boom werken kan
lichamelijk letsel tot gevolg hebben. De ma-
chine is voor dit soort gebruik niet bestemd.
- Ga altijd een goede lichamelijke houding aan-
nemen en werk met de kettingzaag slechts
dan, als u op een vaste, veilige en rechte on-
dergrond staat. Gladde of instabiele opper-
vlakken, bijv. ladders, kunnen het verlies van
evenwicht of controle over de kettingzaag ver-
oorzaken.
- Draag de kettingzaag bij de verplaatsing met
het zaagzwaard op een afstand van het li-
chaam en met het afdekscherm erop.
- Volg de instructies voor het smeren, ket-
tingspannen en vervangen van accessoires
goed op. Een verkeerd gespannen of niet ge-
smeerde ketting kan gemakkelijker breken of
terugslaan.
- Houd de handvatten droog, schoon en ontdaan
van olie en smeermiddelen. Vette, geoliede
handvatten zijn glad en veroorzaken verlies van
controle.
- Houd er bij het zagen van een tak die onder
spanning staat rekening mee, dat deze terug-
veert. Wanneer de spanning in de houtvezels
vrijkomt, kan deze tak de bediener van de ma-
chine raken en/of de kettingzaag aan de con-
trole onttrekken.
- Wees zeer voorzichtig bij het zagen van kreu-
pelhout en jonge bomen. Het dunne materiaal
kan in de zaagketting vast blijven zitten en te-
gen u aanslaan of u uit uw evenwicht brengen.
- Alleen hout zagen. De kettingzaag niet ge-
bruiken voor werkzaamheden waarvoor hij
niet bedoeld is – Bijvoorbeeld: gebruik de
kettingzaag niet voor het zagen van plastic,
metselwerk of bouwmateriaal dat niet van
hout is. Gebruik van de kettingzaag dat niet
volgens de voorschriften plaatsvindt, kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
- Houd elektromechanisch gereedschap alleen
vast aan de geïsoleerde handgrepen, omdat
de ketting in contact kan komen met de afge-
dekte leiding of de eigen toevoer. Aanraking
van de ketting met een draad „onder stroom“
kan veroorzaken, dat het ongeïsoleerde meta-
len deel van het elektromechanische gereed-
schap ook „onder stroom“ komt te staan en
verwonding door elektrische spanning veroor-
zaakt.
- Wij adviseren een aardlekschakelaar te gebrui-
ken met een uitschakelstroom van maximaal
30 mA.
- Draag de kettingzaag bij het transport zoda-
nig, dat u de voorste handgreep vasthoud. De
kettingzaag moet hierbij uitgeschakeld zijn
en zich op een veilige afstand van het lichaam
bevinden. Trek bij transport of opslag altijd
de beschermkap over de geleidelijst van de
kettingzaag. Door de kettingzaag voortdurend
in de juiste positie vast te houden beperkt u het
gevaar van ongewenst contact met de bewe-
gende zaagketting.
76
Oorzaken van terugslag en hoe de gebruiker
die kan beperken:
De terugslag kan voorkomen wanneer de top van
het zaagzwaard een voorwerp raakt of wanneer
het hout sluit en de kettingzaag in de snede gaat
klemmen. Het aanraken van de top kan in sommi-
ge gevallen een plotselinge reactie veroorzaken,
het gooien van het zaagzwaard omhoog en terug
naar de gebruiker. Het inklemmen van de zaag-
ketting langs de top van het zaagzwaard kan het
zaagzwaard snel terugduwen in de richting van de
gebruiker. Elke dergelijke reactie kan tot gevolg
hebben dat u de controle over de zaag verliest,
wat een ernstige verwonding kan veroorzaken.
Vertrouw niet uitsluitend op de veiligheidsuitrus-
ting, ingebouwd in de zaag. Als gebruiker van een
kettingzaag moet u meer stappen ondernemen
om het zaagwerk zonder ongevallen of letsels te
verrichten. De terugslag is het gevolg van een
verkeerd gebruik van het gereedschap en/of
verkeerde werkprocessen of -omstandigheden
en kan door degelijk opvolgen van de hierna ge-
noemde maatregelen worden belet:
- Houd het handvat vast, met duimen en vingers
om de handvatten van de kettingzaag heen,
met beide handen op de zaag en het lichaam
en armen zo gehouden dat die het mogelijk
maken de kracht van een terugslag op te van-
gen. De kracht van de terugslag kan door de
gebruiker onder controle worden gehouden,
mits hij goede veiligheidsmaatregelen opvolgt.
Laat de kettingzaag niet draaien.
- Nooit te ver en nooit hoger dan de schouders
zagen. Dit helpt een onbedoelde aanraking van
een voorwerp door de zaagtop te voorkomen en
maakt een betere controle over de kettingzaag
in onverwachte situaties mogelijk.
- Gebruik slechts door de fabrikant gespeci-
ceerde zaagzwaarden en kettingen bij ver-
vanging. Niet geschikte zaagzwaarden en ket-
tingen kunnen het breken van de ketting of de
terugslag tot gevolg hebben.
- Volg de instructies van de fabrikant op voor
wat het slijpen en onderhoud van de zaagket-
ting betreft. De verlaging van het beperking-
voetje betekent een verhoogde kans op terug-
slag.
Bijkomende veiligheidsvoorschriften
- Wanneer de ketting verdraaid is of niet recht in
de snede ligt, kunnen de tanden aan de achter-
kant van de ketting van boven tegen het hout
slaan en de ketting springt uit de snede en de
zaag slaat terug naar de gebruiker.
- Wanneer de ketting vast blijft zitten of wanneer
het zagen van welke reden ook moet worden
onderbroken, maakt de schakelaar los en houd
de zaag op plaats in het materiaal totdat de
ketting helemaal stopt. Nooit proberen de zaag
uit de snede op te tillen of terug te trekken,
zolang de ketting in beweging is; in zulke geval-
len kan een terugslag plaatsvinden. Zoek naar
oorzaken van het vastklemmen van de ketting
en naar manieren hoe de oorzaken kunnen
worden voorkomen.
- Wanneer u de zaag met de ketting in het werk-
stuk aan moet zetten, centreer de ketting in de
gleuf van de snede en controleer of de tanden
niet tegen het materiaal slaan. Als de ketting
vast komt te zitten, kan de zaag na herstarten
omhoog uit het werkstuk worden geduwd of er
kan een terugslag komen.
- Bij het zagen van grote platen moeten die goed
worden ondersteund, om het klemmen van de
ketting en de terugslag te vermijden. Grote
platen buigen vaak onder eigen gewicht. On-
der elke plaat moeten steunen worden aange-
bracht, aan beide kanten dicht bij de snede en
dicht bij de zijkanten.
- Gebruik geen stompe of beschadigde kettingen.
Niet geslepen of verkeerd ingestelde kettingen
vragen veel meer werkinzet, wat tot destructie
en vervolgens tot een letsel kan leiden.
- Voor u gaat zagen moeten de hendeltjes, die de
verstelling naar achter en de kanteling van het
zaagzwaard vergrendelen, voldoende en be-
trouwbaar aangetrokken. Als de positie van het
zaagzwaard in de loop van het zagen plaats-
vindt, kan die gaan klemmen of terugslaan.
- Ga principieel nooit zagen door „in het materi-
aal te duiken“, de constructie met de bescher-
mende strip maakt het niet mogelijk. Het is
verboden de beschermende strip af te halen.
- Let op en houd uw handen op een veilige af-
stand van de plaats van het zagen en van de
ketting. Goud met de tweede hand het extra
handvat goed vast. Als u de zaag met beide
handen vasthoud, kunt u niet in eigen handen
snijden.
- Steek uw handen niet onder het te zagen ma-
teriaal. De beschermende strip kan u niet vol-
ledig afschermen tegen het aanraken van de
ketting onder het te zagen stuk.
- Houd het te zagen stuk nooit in hand of over de
knie. Bevestig het werkstuk op een vaste fun-
dering. Het is belangrijk dat het te zagen stuk
degelijk ondersteund wordt en dat het gevaar
77
van de aanraking van een lichaamsdeel, van
het klemmen van de ketting of het verlies van
de controle zo minimaal mogelijk is.
- Gebruik bij het langszagen altijd de geleider,
geleideliniaal of parallel aanslag. De nauw-
keurigheid van het zagen wordt beter en het
gevaar van blijven klemmen in de snede wordt
minder.
- Gebruik altijd door de fabrikant aangera-
den zaagzwaard, ketting en kettingwiel. Het
zwaard moet altijd degelijk vastgezet zijn.
- Controleer de volledigheid van de originele
afschermkap van het kettingwiel. De originele
afschermkap van het kettingwiel mag niet wor-
den gebruik indien beschadigd of onvolledig en
mag met geen ander deel worden vervangen,
bijv. een moer. Het spansysteem is speciaal
voor uw zaag geconstrueerd met inachtneming
van een optimale werking en arbeidsveiligheid.
- Controleer steeds voor het neerleggen van
de zaag op een werktafel of vloer of de ket-
ting niet in beweging is en of de zaag tegen
de beschermende strip aanligt. De uitlopende
ketting zonder afscherming veroorzaakt een
terugslag van de zaag en snijdt in alles wat die
aanraakt. Besef altijd goed hoe lang het na het
uitzetten duurt tot de ketting stilstaat. Het is
raadzaam de zaag op een recht oppervlak van
de geleideslee af te leggen.
- De beschermende strip maakt een vast deel uit
van de machine, het is verboden deze aan te
passen, af te korten of te demonteren. Zorg er-
voor dat die gelijk loopt met het kettingzwaard,
dat de ketting juist is aangespannen en de strip
niet aanraakt. Minimumafstand tussen de ket-
ting en de beschermende strip bedraagt 5 mm,
wordt de ketting losser door slijtage, moet die
worden vervangen met een nieuwe.
- Wil de beschermende strip functioneel zijn,
moet die in de gleuf van de zaagsnede zitten.
De beschermende strip vermijdt niet de terug-
slag bij korte zaagsneden.
- Als de beschermende strip verbogen is, ge-
bruik de zaag niet meer.
- Het is verboden de beschermende strip af te
halen of aan te passen.
- De juiste kettingspanning is belangrijk. Con-
troleer de kettingspanning vóór en tijdens het
werken met de zaag. Beweging in de zaagsne-
de moet zo worden gekozen dat de ketting niet
tot stilstand komt.
- Zaagkettingen met tanden waar de zaaghoe-
ken uitsluitend voor het zagen op stationaire
machines zijn bestemd, mogen niet worden
gebruikt.
- Verander de gekozen zaagrichting tijdens het
zagen niet met geweld.
- Beschermkappen en -middelen mogen prin-
cipieel niet verwijderd worden en de juiste
functie ervan mag niet onmogelijk gemaakt
worden.
- Controleer voor het begin van de werkzaam-
heden de stand van de smeerolie en controleer
of het smeren goed werkt.
- Zaag geen stukken die voor de machine te groot
of te klein zijn.
- Het is verboden het lopende gereedschap in
een vol, gesloten oppervlak in te steken (in te
duwen). Gevaar van letsel door terugslag van
de machine!
- Zorg bij gebruik van de machine in een gesloten
ruimte voor een afdoende ventilering, gebruik
eventueel een afzuiging. Vermijd het zagen van
de voor gezondheid gevaarlijke materialen, bijv.
asbest.
- Verwijder van het te zagen materiaal alle vreem-
de voorwerpen, vooral metalen, die het gereed-
schap beschadigen en letsel kunnen veroorza-
ken.
- Let op het verwijderen van zaagsel! Wanneer
de opening voor het afvoeren van zaagsel ver-
stopt raakt, zet de machine uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact. Pas als de ketting stil
staat mag de beschermkap van het kettingwiel
worden afgehaald en de verstopte opening vrij-
gemaakt. Steek uw handen nooit in de opening
voor het wegvallen van zaagsel zolang de ma-
chine niet volkomen stil staat.
- Zet de machine dan pas aan, wanneer het te
zagen stuk opgezet is. Begin te zagen pas dan
als de machine op volle toeren draait.
- Haal de machine van het te zagen stuk pas dan
als de ketting stil staat.
- Houd uw werkplek netjes op orde. Wanorde op
de werkplek kan een arbeidsongeval tot gevolg
hebben.
- Let op invloeden van de omgeving. Laat de
machine nooit in de regen staan en gebruik
die nooit in een natte of vochtige omgeving.
Zorg voor een goede verlichting van de werk-
plaats en gebruik de machine niet in de buurt
van brandbare vloeistoffen of gassen, lag de
verhitte machine niet weg in een omgeving,
waar een ontvlamming kan ontstaan, houd de
machine schoon.
78
- Controleer regelmatig de stroomkabel en laat
het indien nodig in een vakbekwame service
vervangen. Gebruik de stroomkabel niet voor
het dragen van de machine en uittrekken van
de stekker uit het stopcontact. Bescherm de
kabel tegen hoge temperaturen, olie en scher-
pe randen.
- Verzorg de gereedschappen goed. U kunt beter
en veiliger slechts met geslepen en schone ge-
reedschappen werken. Gebruik nooit gebrek-
kige, stompe of qua afmeting ongeschikte
gereedschappen. Volg de instructies op be-
treffende het onderhoud en vervanging van
gereedschappen.
- Wordt de machine niet gebruikt, bij reparatie of
vervanging van gereedschap, trek de stekker
van de stroomkabel uit het stopcontact.
- Controleer voor het aanzetten van de machine
of de strip degelijk vast zit en de ketting goed
gespannen.
- Verplaats de machine nooit met lopende ket-
ting.
- Vermijd het vast komen zitten van de schake-
laar in de positie „aan“.
- Houd de handvatten en -grepen schoon en vrij
van olie, vetten, hars en derg.
- Gebruik in open ruimtes slechts toegestane en
daarvoor aangemerkte verlengkabels. Contro-
leer de verlengkabel regelmatig en vervang die
onmiddellijk bij beschadiging.
- Blijf tijdens het werken in de normale li-
chaamshouding. Sta bij het werken goed vast
en houd steeds evenwicht.
- Controleer voor elk gebruik van de machine
alle beschermkappen en -middelen, net als
alle beweegbare delen. Alle onderdelen moe-
ten op de juiste wijze zijn gemonteerd en alle
voorwaarden voor een juiste werking van de
machine moeten worden nageleefd. Bescha-
digde beschermkappen en -middelen moeten
vakbekwaam gerepareerd of vervangen wor-
den, in een erkende servicewerkplaats. Be-
schadigde schakelaars moeten door een vak-
bekwame service worden vervangen. Gebruik
de machine niet, wanneer de schakelaar niet
aan en uit kan.
- Leg de stroomkabel zodanig neer dat het door
het gereedschap niet kan worden aangeraakt
en dat het geen ander gevaar veroorzaakt, bijv.
struikelen.
- Staat de machine buiten gebruik, laat altijd de
beschermkap van de ketting opzitten, ook tij-
dens het verplaatsen van de machine.
- Houd na het afmaken van de zaagsnede en
uitzetten van de machine deze zo lang in de
werkpositie, tot het gereedschap in stilstand
komt.
- Wij raden u aan de machine op de geleideslee
af te leggen. Zo voorkomt u eventuele bescha-
diging van de ketting en het zaagzwaard.
- Gedurende de werkzaamheden met de ma-
chine mogen binnen de werkruimte geen on-
bevoegde personen verblijven, vooral geen
kinderen. Het is ook verboden de machine en
de stroomkabel door onbevoegden te laten
hanteren.
- Zolang de machine niet gebruikt is, bewaar
die op een veilige, droge en afgesloten plaats
buiten bereik van kinderen en onbevoegden.
- Gebruik de machine niet voor andere dan daar-
voor bedoelde doelen. Het is verboden de ma-
chine als stationaire zaag te gebruiken.
- Draag gepaste en sluitende werkkleding.
Aangeraden is de snijvaste kleding te dragen.
Draag geen sieraden, armbanden, horloge en
derg., die door bewegende delen gegrepen
kunnen worden. Bij werkzaamheden in open
ruimte adviseren wij rubberen handschoenen
en werkschoenen met antislipzolen te dragen.
Doe lang haar in een netje vast.
- Gebruik slechts onderdelen of aparte acces-
soires, die bij de machine door de fabrikant
worden aangeboden.
- Reparaties mogen slechts in een erkende ser-
vicewerkplaats worden uitgevoerd, door ge-
schoold personeel, met gebruik van originele
onderdelen. De garantie is niet van toepassing
op schade die door gebruik van ongeschikte
delen is veroorzaakt.
5.3 Restrisico
Ook in geval van voorgeschreven gebruik van de
machine en de opvolging van alle betreffende vei-
ligheidsvoorschriften kunnen naar aanleiding van
de machineconstructie en het machinegebruik de
volgende restrisico’s qua veiligheid dreigen:
- Letsel door zaagtanden bij vervanging van de
ketting.
- Letsel door contact met de ketting in de buurt
van de zaagsnede.
- Grijpen van kleding door de lopende ketting.
- Letsel door afspringende afgezaagde stukjes
of gereedschapdelen.
- Gevaar vanuit de stroomkabel.
- Terugslag naar aanleiding van het vastklem-
men van de ketting of werken met de top van
het zaagzwaard.
79
- De gezondheid bedreigende hoge concentratie
van houtstof bij werkzaamheden in een onvol-
doend geventileerde ruimte.
- Letsel door contact met delen onder elektri-
sche spanning tijdens demontage van de ma-
chine of onderdelen ervan, wanneer de stekker
niet uit het stopcontact is getrokken.
- Gehoorbeschadiging bij langdurig werk zonder
oorbeschermers.
5.4 Informatie over geluid en vibratie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60745.
Het kenmerkende A-gewaardeerde geluidsniveau
van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau L
PA
= 91 dB(A)
Geluidsvermogenniveau L
WA
= 102 dB(A)
Akoestische uitgangswaarde gemeten volgens
vastgestelde richtlijn 2000/14/EG, appendix VI.
Gemeten geluidsdrukniveau 102 dB(A)
Onzekerheid K = 3 dB
Gegarandeerd geluidsdrukniveau 104 dB(A)
Beoordelingsprocedure van de conformiteit vol-
gens bijlage VI. Productcategorie: 6.
Aangewezen plaats:
SLG Prüf- und Zertifi zierungs GmbH
Burgstädter Straße 20
09232 Hartmannsdorf
Duitsland
LET OP
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
Draag gehoorbescherming!
Kenmerkend is dat
de hand-arm vibratie is a
h
= 3 m/s
2
Onzekerheid K = 2 m/s
2
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn geschikt om machines te vergelijken,
om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te ma-
ken
en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepas-
singen, met ander inzetgereedschap of bij on-
voldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stil-
standtijden van de machine in acht!
6 Vervoer en levering
De kettingzaag SSU 200 EB wordt in perfecte en
geteste staat afgeleverd, verpakt in plastic sys-
tainer. Oliereservoir van de machine SSU 200
EB wordt leeg geleverd. Haal de machine na de
levering direct uit de verpakking en controleer of
die tijdens het vervoer eventueel niet beschadigd
raakte. Beschadigingen die tijdens het transport
ontstaan zijn, moeten direct aan de transporteur
worden gemeld.
6.1 Opslag
Verpakte zaagmachine kan in een droge opslag-
plaats zonder verwarming worden opgeslagen,
mits de temperatuur niet lager dan −5 °C blijft.
Niet verpakte zaagmachine slechts in een droge,
afgesloten opslagplaats bewaren, waar de tem-
peratuur niet lager dan +5 °C blijft en waar geen
plotselinge temperatuurschommelingen voorko-
men.
7 Instelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stopcontact.
LET OP
Alle handelingen in verband met in- en ver-
stellen moeten nog voor het aanzetten van de
machine plaatsvinden.
7.1 Kettingzwaard in de lengte kantelen
Het kettingzwaard kan inclusief de beschermende
strip in de lengte met 10° naar achter worden
gekanteld. Deze instelling wordt vooral gebruikt,
wanneer meerdere achter elkaar liggende lagen
gezaagd worden. Dit vermijdt het afdrukken van
het gereedschap en houdt de zaagsnede recht.
Haal het hendeltje [3-1] (fi g. [3a]) los omhoog.
Door aan het handvat te trekken het ketting-
zwaard in de richting naar achter kantelen en
opnieuw met het hendeltje [3-1] vergrendelen,
in de richting omlaag (fi g. [3b]).
7.2 Zaaghoek instellen
WAARSCHUWING
Bij schuine zaagsneden geldt een maximum
diepte van de zaagsnede.
80
Maak aan beide kanten de handschroeven [4-2]
los. M.b.v. de schaal [4-3] de zaaghoek op de ge-
wenste waarde instellen (schaal is per 1° opge-
deeld). Handschroeven [4-2] opnieuw aantrek-
ken.
7.3 Elektronica van de motor
Softstart
Elektronisch gestuurde traploze aanloop zorgt
voor het opstarten zonder terugslag. Dankzij de
stroombeperking tijdens de softstart is de zeke-
ring van 16 A voldoende.
Vermindering van onbelast toerental
Elektronica vermindert het toerental van de ma-
chine bij onbelast draaien; daarmee wordt het
geluid minder alsook de slijtage van de motor en
transmissies.
Constante elektronica
Constante elektronica houdt het toerental bij on-
belast draaien en bij belasting op gelijke waarde;
dit zorgt voor een gelijkmatige werkverschuiving
en zaagsnede van goede kwaliteit.
Elektronische bescherming bij overbelasting
Bij extreme overbelasting van de machine wordt
de motor tegen beschadiging elektronisch be-
schermd. In dat geval blijft de motor stilstaan en
begint pas na het ontlasten en na opnieuw aanzet-
ten via de schakelaar te lopen.
Warmtebescherming bij overbelasting
De veiligheidselektronica schakelt bij extreme
constante belasting bij het bereiken van de kri-
tieke temperatuur de motor over in koelingmo-
dus, ter bescherming tegen oververhitting. De
machine kan niet belast worden, deze loopt bij
verminderd toerental. Na het afkoelen, over ca
3 5 min., is de machine opnieuw klaar voor be-
drijf en volledig belastbaar. Bij de door bedrijf ver-
hitte machines reageert de warmtebescherming
op een adequate wijze al eerder.
Vooraf instelbaar toerental
M.b.v. de toerentalregelaar [1-14] kan vooraf het
toerental gelijkmatig worden gekozen:
Stand 1: 2200 min
–1
Stand 4: 3600 min
–1
Stand 2: 2600 min
–1
Stand 5: 4100 min
–1
Stand 3: 3200 min
–1
Stand 6: 4600 min
–1
8 Ingebruikname
8.1 Ketting opzetten
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120V/60 Hz worden ingezet.
WAARSCHUWING
Zorg bij het opzetten van de ketting voor de juiste
positie. De zaagtanden moeten in de richting van
het draaien van de ketting liggen, dwz. volgens
het merkje dat op het zaaglichaam is aange-
bracht.
De machine SSU 200 EB wordt zonder opgezette
ketting geleverd.
Demonteer de beschermkap van het ketting-
wiel [2-1] door het spanwieltje [2-2] tegen de
richting van de klok te draaien, zie fi g. [2].
Zet de nieuwe ketting [2-3] op het ketting-
zwaard [2-4] en zet die dan in de machine. Volg
de juiste positie (richting) van de zaagtanden
conform de draairichting op. De draairichting is
door middel van een pijltje op het zaaglichaam
aangeduid en onder het afschermkapje van het
kettingwiel is een merkje, hoe de ketting op-
gezet moet worden.
Zet de kettingschakels op het kettingwiel [2-8]
en draai met het spanwieltje [2-9] (met draaien
met de klok mee, gezien van bovenaan, wordt
de ketting losser – de pin beweegt omhoog,
met draaien tegen de klok in – beweegt de
pin omlaag), zodat de opening op het ketting-
zwaard [2-5] op de spanpin [2-6] invalt.
Zet daarna het kapje van het kettingwiel [2-1]
op de spanschroef [2-7] en trek het aan door
het draaien met het spanwieltje [2-2] met de
klok mee.
Voor vast aantrekken de ketting op de juiste
spanning brengen, zoals in artikel 11.1 staat
beschreven.
81
8.2 Oliereservoir vullen
De machine SSU 200 EB wordt met leeg re-
servoir voor kettingsmeerolie geleverd. Voor de
eerste ingebruikname van de machine moet het
oliereservoir met kettingolie worden gevuld, an-
ders kan de doseerpomp van olie beschadigd/
vernield. Wanneer de machine met onvoldoend
gevuld oliereservoir, eventueel met niet werkend
smeer systeem wordt gebruikt, heeft het de on-
herstelbare schade aan de oliedoseerpomp tot
gevolg alsook aan de hele set zaaggereedschap!
Dop van oliereservoir [1-9] is van een opening
met een één richting zuigklep voorzien, om de
luchtdruk in evenwicht te brengen. Werkt u met
de machine in andere dan horizontale positie, kan
het gebeuren dat de ketting niet wordt gesmeerd.
De uitlaat van het oliereservoir is beneden achter
geplaatst, bij het verdraaien van de machine kan
de pomp geen olie zuigen. Oliepeil in het reservoir
wordt d.m.v. olieafl ezer [1-8] aangegeven.
8.3 Netaansluiting
WAARSCHUWING
Letselgevaar bij onjuiste voeding van het ge-
reedschap vanuit het stroomnet.
De kettingzaag SSU 200 EB mag slechts op een
eenfasenet met wisselspanning 220-240V/50–
60Hz aangesloten worden. De machine heeft be-
schermingsklasse II tegen letsel door elektrische
stroom volgens EN 60745-1 en is radio ontstoord
volgens EN 55 014.
Controleer voor de ingebruikname van de machi-
ne of de spanning in het stopcontact met de op het
typeplaatje van de machine genoemde gegevens
correspondeert.
De stroomkabel kan naargelang worden verlegd
als volgt:
- Lengte 20 m, kabeldikte 3 × 1,5 mm
2
- Lengte 50 m, kabeldikte 3 × 2,5 mm
2
Gebruik slechts dergelijke verlengkabels, die voor
buitengebruik zijn bestemd en als zodanig aan-
gemerkt.
9 Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stopcontact.
9.1 Aan- en uitzetten
Zet vóór het aanzetten van de machine alle be-
vestigings- en spanmoeren vast. Pak de machine
met beide handen aan en zet deze op het te zagen
werkstuk zodanig dat de zaagketting vrij is en na
het aanzetten niet in de zaagsnede zit.
Aanzetten
Aan de zijkant op de greep de inschakelblokke-
ring [1-1] indrukken en vervolgens de motorscha-
kelaar [1-2] bedienen.
Uitzetten
Laat de schakelaar van de motor [1-2] los. De
inschakelblokkering [1-1] gaat naar de uitgangs-
positie terug en verhindert zo een onbedoelde
inschakeling. Bij het uitzetten wordt gelijktijdig
de rem geactiveerd, die de uitloop van de ketting
aanzienlijk verkort.
Haal de machine van het te zagen werkstuk pas
dan, als de ketting helemaal stil staat.
9.2 Smering van ketting en kettingzwaard
instellen
De hoeveelheid van de smeerolie kan m.b.v. het
doseerwieltje [5-2] worden ingesteld. Na het
indrukken van het doseerwieltje [5-2] kan vol-
gens de wijzer de positie 0, 1, 2 of MAX t.a.v. de
maatstreep [5-1] worden versteld. Positie 0 zorgt
voor minimale hoeveelheid smeerolie voor schone
zaagsneden, echter mag niet constant worden
gebruikt en na een dergelijke snede moet de ket-
ting altijd en het kettingzwaard met nog meer olie
worden gesmeerd. Voor continu werking is de in-
stelling van de hoeveelheid op 2 en MAX het beste.
9.3 Wijzer van zaagsnede
Bij het zagen zonder geleider – alle voor het be-
palen van het binnenste zaagvlakte van de ketting
bedoelde wijzers op de geleideslee gebruiken:
- Bij rechthoekige zaagsneden, wijzer 0° [4-1]
- Bij schuine zaagsneden:
• wijzer 45° [4-4]
• wijzer 60° [4-5]
Gebruik voor het bepalen van het uitwendige snij-
vlak van de ketting de indicator spaansnede [4-6].
Bij het zagen met geleider (;
g. [8]) slechts de wijzer van snede 0° [4-1]
voor het bepalen van het binnenste zaagvlakte
van de ketting gebruiken.
9.4 Geleideliniaal
Schuif de geleideliniaal [1-3] in de houders op de
geleideslee [1-6] en bevestig die m.b.v. de hand-
schroeven [1-5]. De geleideliniaal maakt paral-
lelzagen langs de parallelrand.
82
9.5 Afzuiging
WAARSCHUWING
Gevaar voor de gezondheid door stof
Stof kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid.
Werkdaarom nooit zonder afzuiging.
Volg bij het afzuigen van gezondheidsbedrei-
gende stoffen altijd de nationale voorschrif-
ten.
10 Accessoires gebruiken
Aan de onderkant van de geleideslee is op de ma-
chine in de lengte een inkeping voor het opzetten
van de geleider. Zo kunnen eenvoudig en nauw-
keurig grotere zaagwerken worden gedaan.
10.1 geleidesysteem
Het wordt aangeraden omwille van een eenvou-
dige en veilige hantering van grote werkstukken
alsook van het bereiken van nauwkeurige zaag-
sneden onder een bepaalde hoek, het geleidesys-
teem te gebruiken.
Dit systeem maakt schone zaagsnede mogelijk,
doordat de machine precies langs de aangegeven
rand wordt geleid. Dankzij de hard geëloxeerde
geleider kan de machine gemakkelijk schuiven
met minder krachtinspanning en tevens be-
ter werkproces. De zijdelingse speling van de
zaagslee kan m.b.v. begrenzingschroefjes in de
extra handvatten [6-1] worden ingesteld.
10.2 Montage van geleider
De montage van de geleider [7-1] wordt met
gebruik van speciale klemmen FSZ 300 [7-2] of
FS-RAPID/L [7-5] uitgevoerd, die in de daarvoor
bestem de geleidergleuven (fi g. [7a]) worden inge-
schoven. Zo kunnen ook ongelijke vlakken veilig
ondersteund worden. Aan de onderkant van de
geleider zijn antislipstroken aangebracht, die voor
een veilig neerleggen zorgen en het bekrassen
van het materiaaloppervlak voorkomen.
LET OP
Bij het zagen met gekantelde zaagmachine kan
het gereedschap met de bevestigingsklem in
collisie komen.
Kantel de zaagmachine slechts binnen een
dergelijke hoek dat de ketting en klem niet
in collisie kunnen komen.
10.3 Montage van hoekgeleider
(FS-AG-2)
De combinatie van de geleider met de traploos
verstelbare hoekgeleider [7-3] maakt nauwkeu-
rige zaagsneden onder bepaalde hoek mogelijk,
bijv. voor aansluitwerken. Monteer de hoekgelei-
der volgens de afbeelding [7b]. Op de schaal kan
de gewenste zaaghoek worden ingesteld.
10.4 Montage van verbinding (FSV)
Naargelang gebruik en grootte van werkstuk
kunnen meerdere geleiders met elkaar worden
verbonden, met gebruikmaking van de verbin-
dingsveer [7-4] (fi g. [7c]). Om een vaste verbin-
ding van meerdere geleiders te krijgen kunnen de
verbindingen m.b.v. schroeven worden gefi xeerd,
in de corresponderende schroefgaten.
10.5 Montage van snelspanner
(FS-RAPID/L)
M.b.v. dit hulpmiddel [7-5] kan de geleider snel
worden bevestigd, door het in de onderste gleuf
te schuiven. Na het indrukken van pistoolknop
wordt het vastgezet, na het indrukken van de ver-
grendelingsknop wordt de spanner losgemaakt.
LET OP
Bij het zagen met gekantelde zaagmachine kan
het gereedschap met het handvat van de snel-
spanner in collisie komen.
Het handvat van de snelspanner moet na het
vastzetten naar links naar het materiaal wor-
den gedraaid, dan kan geen collisie komen,
ook niet bij maximale kanteling van 60°.
11 Onderhoud en service
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den waarvoor het vereist is de motorbehui-
zing te openen, mogen alleen door een ge-
autoriseerde onderhoudswerkplaats worden
uitgevoerd.
83
WAARSCHUWING
Let op! Gevaar van letsel door zaagtanden van
de ketting!
Let op! Gevaar van letsel door scherpe randen
van het kettingzwaard!
Haal steeds de stekker uit het stopcontact
vóór elke vervanging van een deel van de ge-
reedschapset.
Draag beschermende handschoenen!
Klantenservice en reparatie alleen door
producent of servicewerkplaatsen:
Dichtstbijzijnde adressen op:
www.festool.nl/service
EKAT
1
2
3
5
4
Alleen originele Festool-reserveonderde-
len gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.nl/service
De gereedschapset van de kettingzaag SSU 200
EB heeft kettingschakels met 3/8" steek en ket-
tingschakels met dikte van 1,3 mm. Het gebruik
van andere gereedschapsets is afhankelijk van de
uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant van
deze machine. De steek van de kettingschakels
moet gelijk zijn aan de steken van het kettingwiel
en aan de steek van de geleidekatrol van het ket-
tingzwaard.
Complete gereedschapset van de zaagmachine
bestaat uit:
a) kettingwiel [8-3]
b) kettingzwaard [2-4]
c) ketting [2-3]
De levensduur van de gereedschapset hangt het
meest af van de smering en kettingspanning.
Daarom moet de kettingspanning vóór en tijdens
het werken worden gecontroleerd en ingesteld.
11.1 Kettingspanning
Het kapje van het kettingwiel [2-1] lichtelijk los-
maken en met het spanwieltje [2-9] in de richting
van het pijltje + net zolang draaien, tot de onder-
kant van de ketting nauw tegen het kettingzwaard
aansluit, zie fi g. [10]. Daarna het afdekkapje van
het kettingwiel [2-1] vast aantrekken door het
spanwieltje [2-2] met de klok mee te draaien.
Controleer de juiste spanning van de ketting door
lichtelijk aan de onderkant aan de ketting te trek-
ken volgens fi g. [10]. Na het loslaten moet de ket-
ting in de oorspronkelijke positie terugkeren en
nauw tegen het zwaard aansluiten.
Kettingen die bij warmgedraaide stand werden
gespannen moeten na het voltooien van het werk
beslist worden losgemaakt. Bij het afkoelen van
een gespannen ketting gaat deze krimpen en
grote spanning veroorzaken, die schade aan de
machine kan brengen!
11.2 Onderhoud, ketting slijpen
De ketting moet worden geslepen zodra het zaag-
sel veels te fi jn wordt, fi g. [11].
11.3 Ketting smeren
Het oliereservoir bevat 240 ml. Om een grote slij-
tage tegen te gaan moet de ketting en het ket-
tingzwaard gedurende de werking van de machine
onafgebroken gesmeerd. De smering wordt door
een oliedoseerpomp verzorgd, die de ingestelde
hoeveelheid olie in de smeergleuf van het zwaard
pompt. Het is zeer belangrijk vóór het werken elke
keer het oliepeil in de olieafl ezer en de werking
van het smeren van de ketting te controleren. Als
het oliepeil in de olieafl ezer [1-8] tot de onder-
kant zakt, moet de olie worden bijgevuld.
Advies:
Gebruik slechts olie, bestemd voor het smeren
van zaagkettingen. Oude oliën en oliën die niet
uitdrukkelijk als olie voor ketting zijn aangeduid,
mogen niet worden gebruikt. Maak het reservoir
rondom de dop schoon, nog voordat u de dop af-
haalt! Zaagsel, stof en spanen die in het reser-
voir zouden vallen, kunnen het verstoppen van
oliekanaaltjes veroorzaken, en zo een ernstige
storing bij het smeren van de ketting! Bio logisch
afbreekbare oliën voor het smeren van kettin-
gen hebben als gevolg van de samenstelling een
mindere smeercapaciteit en kunnen na een lan-
gere stilstand van de machine het verstoppen van
inwendige smeerkanaaltjes veroorzaken. Volg
daarom de adviezen van de fabrikant op!
11.4 Onderhoud van kettingzwaard
Eenzijdige slijtage van het zwaard kan worden
vermeden door elke keer na het slijpen van de
ketting het zwaard om te keren. Het indrukken
van uitwendige glijvlakken (fi g. [9b]) is een ge-
wone bedrijfsslijtage. Verwijder de opstaande
randen m.b.v. een platte veil. De geleidevlakken
aan de binnenkant (fi g. [9a]) worden versleten bij
onvoldoend smeren, door verkeerd smeren van
de ketting of door onjuist werkproces. Het ket-
tingzwaard moet worden vervangen!
Kettingschakels mogen in geen geval de bodem
van de gleuf op het zwaard aanraken. Als de ket-
ting de bodem van de gleuf wel aanraakt, is het
zwaard zo versleten dat het moet worden vervan-
gen. Smeergaten en -gleuf van het zwaard moeten
permanent schoon zijn.
84
11.5 Onderhoud van kettingwiel
Meeste problemen met ketting komen door ver-
keerde spanning van de ketting of door te late
vervanging van het kettingwiel. Een versleten ket-
tingwiel zal zeer snel het resterende onbescha-
digde deel van dure gereedschapset beschadigen.
Spaar beslist nooit op verkeerde plaats en ver-
vang het kettingwiel op tijd! Er wordt geadviseerd
het kettingwiel samen met de tweede vervanging
van de ketting vervangen of eerder.
11.6 Ketting en kettingzwaard vervangen
Zet de machine in de basisstand 0° en haal de
schermkap van het kettingwiel [2-1] eraf door
met het spanwieltje [2-2] tegen de klok in te
draaien. Zie fi g. [2].
Haal de ketting [2-3] over het kettingwiel [2-8]
en haal het samen met het zwaard [2-4] eraf.
Zet een nieuwe ketting [2-3] op (een nieuw)
kettingzwaard [2-4] en zet die in de machine.
Houd de zaagtanden in de juiste positie volgens
de draairichting. De draairichting is met een
pijltje op het machinelichaam aangeduid, en
bovendien onder het kapje van het kettingwiel
is een merkje hoe de ketting opgezet moet
worden.
De geleideschakels van de ketting precies
in tanden van het kettingwiel [2-8] zetten en
m.b.v. het spanwieltje [2-9] draaien (met de
klok mee, gezien van bovenaf, losmaken – de
pin beweegt omhoog, tegen de klok in, gezien
van boven, beweegt de pin omlaag) zodat de
opening op het kettingzwaard [2-5] op de span-
pin [2-6] invalt.
Daarna het kapje van het kettingwiel [2-1] op
de spanschroef [2-7] zetten en met het span-
wieltje [2-2] met de klok mee draaien en aan-
trekken. Voordat het vastgedraaid wordt, moet
de ketting goed worden gespannen. Controleer
of de ketting goed gespannen zit!
11.7 Kettingwiel vervangen
Haal de ketting en het kettingzwaard eraf, zoals
hiervoor beschreven.
Haal met een schroevendraaier de beugel bor-
gring [8-1] van de spil [8-4] af, haal het onder-
zetring [8-2] af en het kettingwiel [8-3].
Na de vervanging het kettingwiel terugzetten,
net als de onderzetring en de borgring.
11.8 Smeren en schoonmaken
Wij adviseren de machine regelmatig schoonma-
ken. Verwijder stof, spanen, hars en overig vuil.
Als u schoonmaakmiddelen met oplosmiddelen
gebruikt, kunnen de gelakte oppervlakken of
plastic delen worden beschadigd. Wilt u derge-
lijke schoonmaakmiddelen gebruiken, raden wij u
aan om de werking daarvan als eerst op een klein
onzichtbaar oppervlak uit te testen. Elke keer als
er een onderdeel van de gereedschapset wordt
geslepen of vervangen, de binnenkant van de
schermkap van opgehoopte stof en spanen vrij-
maken, de geleidegleuf, gaten voor het smeren en
spannen van het kettingzwaard schoonmaken. Het
draaibaar afzuigstuk niet met de vingers schoon-
maken! Ventilatiegaten van de motorkap mogen
niet verstopt raken!
11.9 Koolborstels vervangen
WAARSCHUWING
Om de beschermingsklasse te behouden moet
de zaagmachine uit het oogpunt van de veui-
ligheid worden gecontroleerd, daarom moe-
ten deze werkzaamheden in een vakbekwame
elektrotechnische werkplaats worden verricht,
met bevoegdheid dit werk uit te voeren. Haal de
stekker van de stroomkabel uit het stopcontact
voordat u aan servicewerkzaamheden begint!
Om de borstels, stroomkabel en derg. te vervan-
gen, vertrouw de machine aan een erkende ser-
vice toe. Ook na het vallen van de machine moet
deze aan een erkende service worde gebracht,
om een elektrisch of mechanisch gevaar te ver-
mijden.
Na ca 200 werkuren worden de borstels gecon-
troleerd. De borstels zijn na het afhalen van het
scherm toegankelijk. De borstels moeten door
nieuwe worden vervangen zodra die korter dan
5 mm zijn.
De machine is van zelf loskoppelbare borstels
voorzien, die na het bereiken van een minimum-
lengte automatisch loskoppelen. Gebruik uitslui-
tend de originele set borstels!
85
13 Opheffen van fouten
Storing Oorzaak Oplossing
Machine wil niet aanslaan Geen stroom Controleer de zekeringen en
stroomkabel
Borstels zijn versleten Vervang de borstels
Schakelaar zit vast Inschakelblokkering indrukken
Na een overbelasting Controleer de zekeringen
Ketting is niet schoon, ketting
loopt zijwaarts
Te grote verschuiving in de
zaagsnede
Verminder het schuiven
Gereedschap is bot Slijp de ketting, vervang die
eventueel door een nieuwe
Ketting is verkeerd geslepen Vervang de ketting door een
nieuwe
Verschuiven van de machine
in de zaagsnede vereist een
grote krachtinspanning
Steunvlak van de slee is veront-
reinigd
Maak het schoon
Gereedschap is bot Slijp de ketting, vervang die
eventueel door een nieuwe
Hout met verschillende eigen-
schappen
Pas het schuiven in de
zaagsnede aan
Te grote verschuiving in de
zaagsnede
Maak het schuiven minder
Ketting wordt niet gesmeerd Smeerkanaaltjes van het zwaard
zijn verstopt
Maak het kettingzwaard schoon
Oliedoseerpomp is gebrekkig Vervang de pomp
(in erkende service)
Oliereservoir is leeg Vul de kettingolie bij
Inwendige oliekanaaltjes van de
machine zijn verstopt of biologi-
sche olie is verhard
Maak de machine schoon
(in erkende service)
12
Speciale gevaaromschrijving voor
het milieu
Geef elektrisch gereedschap niet met het huis-
vuil mee! Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem
daarbij de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische apparaten
en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving
dienen oude elektrische apparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
Informatie voor REACh:
www.festool.com/reach
1/184