44
snijden niet aangeraden. Aanwending van dit
apparaat voor andere doeleinden dan waar het
voor bestemd is is gevaarlijk en kan letsel ver-
oorzaken.
c) Gebruik geen hulpstukken die niet uitsluitend
door de fabrikant voor dit apparaat ontworpen
en aanbevolen zijn. Dat sommige produkten
combineerbaar zijn met uw apparaat is nog
geen garantie dat ze veilig kunnen worden ge-
bruikt.
d) Het nominale toerental dat op de hulpstuk-
ken is aangegeven moet ten minste gelijk zijn
aan het maximale toerental van het apparaat.
Hulpstukken die bestemd zijn voor een toeren-
tal dat hoger is dan het nominale toerental kun-
nen barsten of in stukken breken.
e) De buitendiameter en dikte van de hulpstuk-
ken moeten binnen het bereik zijn van de no-
minale omvang van uw apparaat. Hulpstukken
met een onjuiste omvang kunnen niet naar be-
horen worden bediend of beveiligd.
f) De afmetingen van de bevestigingsopeningen
van de schijven, fl enzen, steunschijven of an-
dere accessoires moeten overeenkomen met
de afmetingen van de spil van de machine.
Hulpstukken waarbij deze afmetingen niet klop-
pen zullen in het gebruik niet uitgebalanceerd
zijn en overmatig vibreren waardoor u de con-
trole over het apparaat kunt verliezen.
g) Gebruik geen beschadigde hulpstukken. Con-
troleer voor het gebruik eerst de hulpstukken
– let bij schuurschijven op afgeschilferde stuk-
jes of barstjes, bij steunschijven op scheurtjes
of overmatige slijtage en bij schuurborstels
op loszittend of gespleten ijzerdraad. Contro-
leer als een hulpstuk op de grond is gevallen
of het niet is beschadigd en vervang het indien
noodzakelijk. Zorg na het controleren en be-
vestigen van de hulpstukken dat u en eventu-
ele omstanders zich niet op op dezelfde hoogte
bevinden als het draaiende gereedschap en
laat vervolgens het apparaat gedurende een
minuut onbelast testdraaien op het maximale
toerental. In het algemeen zullen hulpstukken
die beschadigd zijn al tijdens deze test barsten
of in stukken breken.
h) Gebruik een beschermende uitrusting voor uw
persoonlijke veiligheid. Gebruik, afhankelijk
van de wijze waarop het apparaat wordt aan-
gewend, een veiligheidshelm met vizier of een
veiligheidsbril. Maak zo veel mogelijk gebruik
van een stofmasker, oorbeschermers, werk-
handschoenen en een werkschort dat bestand
is tegen slijpstof en materiaalkorrels. De oog-
beschermers moeten in staat zijn allerlei soor-
ten rondvliegend materiaal tegen te houden dat
bij de verschillende werkzaamheden vrijkomt.
Een stofmasker of een ademhalingstoestel dient
alle deeltjes die tijdens het werk vrijkomen uit
de luchtstroom te fi ltreren. Let op, langdurige
blootstelling aan geluid van hoge intensiteit kan
gehoorbeschadiging tot gevolg hebben.
i) Zorg er voor dat omstanders op veilige afstand
van de werkplek staan. Ieder die uw werkom-
geving betreedt dient eveneens een bescher-
mende uitrusting te dragen. Ook op geruime
afstand van de werkplek loopt men risico letsel
op te lopen door rondvliegend materiaal of af-
gebroken stukken gereedschap.
j) De slijpmachine kan tijdens het gebruik op een
verborgen elektrische leiding stuiten of onver-
hoeds het eigen aansluitsnoer raken. Houd om
elektrische schokken te vermijden de machine
tijdens het werk altijd vast aan de geïsoleerde
handvatten. De metalen behuizing kan na aan-
raking met een elektrische kabel onder stroom
komen te staan, wat bij aanraking letsel tot ge-
volg kan hebben.
k) Houdt het aansluitsnoer buiten het bereik van
het draaiende gedeelte van het apparaat. De
kans bestaat dat indien u de macht over het ap-
paraat verliest, het aanvoersnoer wordt doorge-
sneden en dat uw hand(en) er in verstrikt raken
en naar het roterende gedeelte worden toege-
trokken.
l) Leg het apparaat nooit neer eer het volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende gedeelte
kan ergens aan vast blijven haken en u kunt zo
de controle over het apparaat verliezen.
m
) Houd het apparaat nooit naar u zelf toegekeerd
als het nog in bedrijf is. Het draaiende gedeelte
kan in uw kleren verstrikt raken en zo naar uw
lichaam toegetrokken worden.
n) Reinig de luchtingsgaten van machine regel-
matig. De ventilator zuigt slijpstof in de behui-
zing van de elektromotor – een te langdurige
opeenhoping van metalen stofdeeltjes kan lei-
den tot kortsluiting of elektrische schokken.
o) Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van
licht ontvlambare stoffen. Dergelijke stoffen
kunnen door de vonken die vrijkomen tot ont-
branding komen.
p) Gebruik geen hulpstukken die gekoeld moe-
ten worden met behulp van vloeistoffen. Het
gebruik van water of andere vloeibare koelings-
stoffen kan letsel of zelfs de dood door een elek-