22
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: De beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op de dichts-
bijzijnde tien jaar) onderaan het overzicht om het
juiste intensiteitsniveau te bepalen. De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste getal is de hartslag voor vetverbranding, het
middelste getal is de hartslag voor maximale vetver-
branding en het hoogste getal is de hartslag voor
aerobic-oefeningen.
Vet Verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefening – Als het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren wat een activiteit is die grote hoeveelheden
zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel de
intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag rond
het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een
aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en verme-
nigvuldig het resultaat met 10 om uw hartslag te weten.
Als u bijvoorbeeld 14 hartslagen in zes seconden tijd
voelt, dan is uw hartslag 140 slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming Up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
TRAININGSRICHTLIJNEN