Documenttranscriptie
76
De schroef aandraaien
Gebruik het meegeleverde
gereedschap (of een muntstuk)
en draai de schroef van het
batterijkapje naar links.
P1
Open het
batterijkapje
Plaats de micro-SD-kaart
Plaats de SD-kaart in de sleuf door
op de SD-kaart naar beneden te
drukken, zoals getoond in de
afbeelding.
P7
Plaats de batterij
Plaats de batterij, sluit het batterijkapje
en gebruik een muntstuk om de schroef
rechtsom te draaien.
P2
P6
Plaatst de SIM-kaart
P5
P3
Plaats de SIM
Druk de SIM-kaart, met het
contact naar beneden, in de
SIM1 of SIM2 houder, zoals
getoond in de afbeelding.
P4
Schroeven voor
batterijkapje
Opladen
Aanbeveling:
12 uur opladen voor
ingebruikname.
77
1
ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van
dit product. Daarom krijgt u bij dit product
een verkorte installatiehandleiding, zodat
er minder papier wordt gebruikt en er
dus minder bomen moeten worden
gekapt. Bedankt dat u ons steunt in
onze zorg voor het milieu. Een volledige,
gedetailleerde
gebruikershandleiding
vindt
u
op
onze
website
www.aegtelephones.eu.
VEILIGHEIDS- EN VOORZORGSMAATREGELEN
Wanneer u uw telefoon gebruikt moeten
altijd de basis voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen om het risico
op brand, elektrische schokken en
verwondingen te reduceren, met het
volgende inbegrepen:
• Zet de telefoon uit in de buurt van
chemische fabrieken, benzinestations
en andere locaties met brandbare of
explosieve materialen.
• Wanneer u rijdt gebruik dan het
handsfree apparaat (wordt apart
verkocht) om de veiligheid te
garanderen. Parkeer uw auto langs de
weg voor communicatie, behalve in
noodgevallen.
• Zet de telefoon uit wanneer u aanboord
NL
2
78
•
•
•
•
•
•
•
•
stapt van een vliegtuig en zet de
telefoon niet aan tijdens de vlucht.
Wees voorzichtig met het gebruik van
de telefoon in de buurt van apparaten
zoals pacemakers, gehooraapparaten
en andere elektronische medische
apparaten, die kunnen worden
verstoord door de mobiele telefoon.
Probeer nooit zelf de telefoon uit elkaar
te halen.
Laad de telefoon niet op zonder een
batterij te hebben geplaatst.
Laad de telefoon op in een goed
geventileerde ruimte en houdt het uit
de buurt van brandbare en explosieve
materialen.
Houd de telefoon uit de buurt van
magnetische
materialen,
zoals
magnetische schijven of credit cards,
om demagnetisatie te voorkomen.
Houdt de telefoon uit de buurt
van vloeistoffen. Neem de batterij
uit de telefoon en neem contact
op met de leverancier in geval van
onderdompeling of erosie.
Voorkom het gebruik van de telefoon
in een omgeving met extreem hoge
of extreem lage temperaturen. Stel de
telefoon nooit bloot aan direct zonlicht,
aan hoge vochtigheid of aan een
stoffige omgeving.
Gebruik geen vloeistoffen of iets dat
nat is met sterke schoonmaakmiddelen
om de telefoon schoon te maken.
79
Zorg ervoor dat het batterijkapje, de
schroef, opening voor rubberen stekker,
oortelefoon en USB rubberen pluggen
volledige zijn gesloten tijdens gebruik
in de buurt van water, of in het geval de
telefoon nat wordt, om te verzekeren dat
de telefoon waterdicht en stofdicht blijft.
Medische inrichtingen
Het gebruik van apparatuur dat
radiosignalen uitzendt, bijv. mobiele
telefoons, kan storing veroorzaken bij
onvoldoende beschermde medische
apparatuur. Raadpleeg een arts of de
fabrikant van het apparaat om te bepalen
of deze voldoende is afgeschermd tegen
externe radiosignalen of als u vragen
heeft. Waar aangekondigt wordt dat het
gebruik van mobiele telefoons verboden
is, moet u daaraan voldoen. Ziekenhuizen
en andere zorginstellingen gebruiken
soms apparatuur die gevoelig is voor
externe radiosignalen.
2.2
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren
een minimale afstand van 15 cm. tussen
een mobiele telefoon en een pacemaker
om het risico van storing in de pacemaker
te voorkomen. Deze aanbevelingen zijn
in overeenstemming met onafhankelijk
onderzoek en aanbevelingen van Wireless
Technology Research. Mensen met een
pacemaker moeten:
NL
2.1
80
• de telefoon niet in een borstzak dragen
• de telefoon tegen het oor aan de
tegenovergestelde zijde van de
pacemaker houden, om de kans op
storingen te verminderen.
Als u vermoedt dat er een risico bestaat
voor storing, zet het apparaat uit en plaats
het uit de buurt.
2.3
Omgevingen met
explosiegevaar
Zet het apparaat altijd uit wanneer u in
een omgeving bent waar sprake is van
explosiegevaar, en volg alle aanwijzingen
en instructies. Explosiegevaar bestaat
in omgeving waar u gewoonlijk wordt
verzocht de motor van uw auto uit te
zetten. In dergelijke omgevingen kunnen
vonken explosies of brand veroorzaken,
wat lichamelijk letsel of zelfs de dood tot
gevolg kan hebben.
Schakel het apparaat uit bij tankstations
(in de buurt van benzinepompen
en garages). Volg de richtlijnen die
van kracht zijn op het gebruik van
radioapparatuur in omgevingen waar
brandstof wordt opgeslagen en verkocht,
bij chemische fabrieken en plaatsen waar
met explosieven wordt gewerkt.
Gebieden met explosiegevaar zijn vaak
- maar niet altijd - duidelijk gemarkeerd.
Dit geldt ook voor ruimte benedendeks
op schepen; het vervoer of de opslag
81
van chemicaliën; voertuigen die vloeibare
brandstof gebruiken (zoals propaan
of butaan); gebieden waar de lucht
chemicaliën of deeltjes bevat, zoals graan,
stof of metaalpoeder.
Noodoproepen
Belangrijk!
Mobiele telefoons maken gebruik
van radiosignalen en het mobiele
telefoonnetwerk.
Dit
betekent
dat
verbinding
niet
onder
alle
omstandigheden
kan
worden
gegarandeerd.
Daarom moet u nooit alleen vertrouwen
op een mobiele telefoon voor zeer
belangrijke oproepen, zoals in medische
noodgevallen.
Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen
Niet langdurig met hoog geluidsniveau
luisteren om mogeljke gehoorschade te
voorkomen.
3
DE TAAL INSTELLEN
• Druk op Menu (Menu)
en
/
/
/
om “Settings”
(Instellingen) te kiezen, druk daarna
op OK.
• Druk op OK om “Telefooninstellingen”
te selecteren.
• Druk
op
/
om
NL
2.4
82
“Taalinstellingen” te selecteren en
druk vervolgens op OK.
• Druk op
/
voor “Display-taal”
of “Schrijf-taal” en druk op Selecteren.
• Druk op
/
om uw taal te
selecteren en druk op OK om te
bevestigen.
• Druk op Terug om terug te gaan naar
het menu Telefooninstellingen.
4
4.1
KENNISMAKING MET
UW TELEFOON
Toetsen
#
en
onderdelen
Functie
1
Luidspreker
2
Rechter
Softkey
Voert functie uit die op
het display boven de
toets worden getoond.
3
Linker
Softkey
Voert functie uit die op
het display boven de
toets worden getoond.
4
• Indrukken om het
volume tijdens een
gesprek in te stellen.
• Indrukken om naar
Omhoog/
namen,
Omlaag
telefoonnummers,
Entermenu's en instellingen
toets
te bladeren.
• Druk op middelste toets
om in te voeren of een
keuze te bevestigen.
5
• Druk op de Berichttoets om een bericht te
schrijven.
6
7
Lang indrukken om
LED-zaklamp te activeren.
Waarschuwing:
De zaklamp maakt
gebruik van een hoge
intentiseit LED. Niet
rechtstreeks op de ogen
richten of door een
optisch instrument in het
licht kijken.
• Indrukken om een
oproep te beëindigen
of te weigeren.
• Indrukken om terug te
keren naar de stand-by
modus.
NL
83
84
8
9
# toets
10 * toets
• Indrukken om een
oproep te
beantwoorden.
• Indrukken om de
oproepenlijst te openen.
• In stand-by ingedrukt
houden om tussen
gebruikersprofielen te
schakelen.
• In de bewerkingsmodus:
Indrukken op de
invoerenmethode te
veranderen.
• In kiesmodus: Druk voor
het invoeren van "*".
Druk herhaaldelijk in te
voeren "+" / "P" / "W"
dienovereenkomstig.
• In de bewerkingsmodus
Druk opom
pictogrammen in te
voeren.
• Voor gebruik met een
Hoofd
hoofdtelefoon.
11 telefoon• Vereist een 3.5 mm
aansluiting
4-polige stekker.
• Voor het opladen van
batterijen van de
Micro-USB handset en het
12
aansluiting aansluiten op een
computer voor dataoverdracht.
85
4.2
Schermpictogrammen
symbolen
en
Het standaard standby-scherm toont de
volgende informatie:
Betekenis
Vergadering geluidsprofiel aan
Buitenshuis geluidsprofiel aan
Binnenshuis geluidsprofiel aan
Nieuwe SMS
Geeft aan dat u nieuwe
ongelezen berichten hebt.
Verbinding
Aan met signaalsterkte als er
verbinding is.
Laadniveau van de batterij
Oplaadsegmenten bewegen
wanneer de batterij
wordt opgeladen.
Alarm
Aan wanner het alarm
is ingeschakeld.
Stil geluidsprofiel aan.
Indien één of beide SIMkaarten niet zijn geplaatst.
NL
Gemiste oproep
86
Een hoofdtelefoon
is aangesloten.
Bluetooth is ingeschakeld.
5
INSTALLATIE EN
CONFIGURATIE
Een micro-SD-kaart (tot 32GB) kan in
de handset worden geïnstalleerd voor
de opslag van foto‘s, video‘s of andere
gegevens.
5.1
De batterij opladen
Waarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde/
goedgekeurde batterij en lader. Het
gebruik van andere batterijen en
opladers kan gevaarlijk zijn en maakt de
goedkeuringen of garantie ongeldig. Een
batterij moet zijn geplaatst. Niet opladen
terwijl de achterklep is verwijderd.
• De lader goed in de micro-USBaansluiting aan de zijkant van de
telefoon aandrukken.
• Steek de adapterstekker in een
AC-stopcontact. Als de handset
is
ingeschakeld,
verschijnt
„Opladen“
enkele
seconden,
en de oplaadsegmenten van de
batterij bewegen om aan te geven
dat de telefoon wordt opgeladen.
Als de telefoon is uitgeschakeld,
toont het scherm de bewegende
oplaadsegmenten om aan te geven dat
het laden is begonnen.
• Het kan tot 3 uur duren om de batterij
volledig op te laden.
• Als “Opladen“ niet wordt getoond,
de stekker los koppelen en weer
aansluiten.
• Als het opladen nog steeds niet lukt, de
hulplijn bellen.
• De batterij is volledig opgeladen
wanneer de oplaadsegmenten continu
aan zijn. De lader loskoppelen van de
telefoon en het stopcontact. “Lader
is losgekoppeld” verschijnt enkele
seconden om aan te geven dat het
opladen is gestopt.
Opmerking:
De telefoon kan ook opgeladen worden
via een USB-poort van een computer,
en bestanden overzetten als een USBopslagapparaat is geselecteerd.
5.2
De
telefoon
uitschakelen
aan-
en
De telefoon aan en uit schakelen:
• Als de telefoon uit is: druk op
en
ingedrukt houden totdat het scherm
aan gaat.
• Als de telefoon aan is: druk op
en
ingedrukt houden totdat het scherm
wordt uitgeschakeld.
NL
87
88
Waarschuwing:
De telefoon niet inschakelen wanneer
gebruik van mobiele telefoons is
verboden of als dit storing of gevaar zou
kunnen opleveren.
5.3
Vergrendelen/ontgrendelen
van het toetsenbord
• Druk op Ontgrendelen om vrij te
geven en dan op „ * „.
• Druk om handmatig te vergrendelen
op Menu en vervolgens op „ * „,
of druk op Gesprek beëindigen
als
Instelling>Beveiliging>Einde
toetsenbordslot is ingesteld.
Opmerking:
Wanneer het toetsenbord is vergrendeld,
kunt u bellen met het alarmnummer
112/999, en u kunt de telefoon bedienen
zoals bij een normaal gesprek.
6
6.1
BELLEN EN OPROEPEN
BEANTWOORDEN
Bellen
De telefoon inschakelen en controleren of
er verbinding is.
•
Het telefoonnummer inclusief het
netnummer invoeren. (Om de
toegangscode „+“ toe te
voegen, twee keer snel op de „*“ toets
drukken.)
89
• Druk op
om het getoonde nummer
te bellen.
• Druk op
om het gesprek te
beëindigen.
6.2
Laatste nummer herhalen
• Vanuit de ruststand indrukken voor het
openen
van het log met Uitgaande
oproepen - een lijst van de laatste 100
gebelde nummers verschijnt.
• Druk op
/
voor logs van
Gemiste, Ontvangen of Geweigerde
oproepen.
• Druk op
/
om naar het
gewenste nummer te bladeren.
• Druk op
om het nummer te bellen.
Een oproep beantwoorden
• Als gebeld wordt, op
te beantwoorden.
6.4
drukken om
Luidsprekervolume
• Druk tijdens een gesprek op
/
om het volume aan te passen.
De instelling van het volumeniveau
verschijnt en blijft hetzelfde voor volgende
gesprekken.
NL
6.3
90
7
GEBRUIK VAN
TELEFOONBOEK
U kunt namen en telefoonnummers
opslaan in het interne telefoonboek
(maximaal 500) en in het SIM-telefoonboek
(SIM-afhankelijk).
7.1
Het telefoonboek openen
In de standby-modus:
• Druk op Namen (Rechter Softkey) OF
• Druk
op
Menu,
selecteer
Telefoonboek, en druk op OK.
Opmerking:
>
Toont het aantal nummers in het
SIM1 telefoonboek.
>
Toont het aantal nummers in het
SIM2 telefoonboek.
>
Toont nummers in het interne
telefoonboek.
7.2
Een nieuw nummer in het
telefoonboek invoeren
• Druk vanuit het telefoonboek op
Opties en vervolgens op OK om
Nieuw te selecteren.
• Kies opslaan Naar telefoon of Naar
SIM1 of SIM2 in de menulijst en druk
op OK.
• Druk op Bewerken om een pictogram
te wijzigen of toe te voegen en dan
opp
/
om te Bewerken om
een Naam, Mobile, Classificatie en
91
Beltoon toe te voegen. Als u klaar bent,
drukt u op Opslaan om de wijzigingen
op te slaan.
Opmerking:
Bij het schrijven van een naam, #
gebruiken om te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters, eerste letter
hoofdletter (Abc), hoofdletters (ABC),
kleine letters (abc) of cijfers (123), of een
andere schrijftaal selecteren.
GARANTIE EN SERVICE
De Telefoon valt onder een garantie van
24 maanden vanaf de datum van aankoop
vermeld op uw kassabon. Deze garantie
dekt geen fouten of defecten veroorzaakt
door ongelukken, verkeerd gebruik,
normale slijtage, verwaarlozing, bliksem,
knoeien met de apparatuur, of een poging
tot aanpassing of reparatie anders dan via
erkende agenten.
Bewaar uw aankoopbon; dit is uw
garantiebewijs.
8.1
Tijdens de garantieperiode
• Pak alle onderdelen van uw telefoon
systeem in, met gebruik van de
originele verpakking.
• Breng het apparaat terug naar de winkel
waar u het heeft gekocht, zorg ervoor
dat u uw aankoopbon meeneemt.
• Vergeet niet om de netadapter bij te
voegen.
NL
8
92
8.2
Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder de
garantie valt, neem dan contact met ons
op via www.aegtelephones.eu
9
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
Standaard
GSM Mobile
Frequentieband GSM 850/900/1800/1900
Werktijd
(met volledig
geladen
batterij)
Oplaadtijd
Standby: > 210 uren
Gesprekstijd:
> 10 uren
< 3 uren
Temperatuur
bereik
In werking: 0°C tot 40°C
opslag: -20°C to 60°C
Batterij tyoe
H3 Li-ion
3.7V DC, 1300mAh
Adapter type
EU adaptor:
YMK1938-05050B
Invoer 100-240V
AC 50/60Hz 0.15A
Uitvoer 5.0V DC:500mA
Adapter type
Max.
Head: 0.13W/Kg
Body: 1.35W/Kg
93
*Variaties in de gebruiksduur kunnen
optreden afhankelijk van de SIM-kaart, het
netwerk, en gebruiksinstellingen, de vorm
van gebruik en de omgeving.
10 CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële
vereisten
en
andere
relevante
voorschriften van de R&TTE-richtlijn
2012/19/EU.
U vindt de conformiteitsverklaring op:
www.aegtelephones.eu
11 HET TOESTEL
AFDANKEN (MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het
product mag u dit product niet weggooien
met
het
normale
huishoudafval,
maar moet u het product naar een
inzamelingspunt voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur
brengen. Dat wordt aangegeven met
het symbool op het product, in de
gebruikershandleiding en/of op de
verpakking. Sommige productmaterialen
kunnen worden hergebruikt als u ze
naar een inzamelingspunt brengt. Door
NL
0560
94
sommige onderdelen of grondstoffen
van gebruikte producten aan te bieden
voor hergebruik levert u een belangrijke
bijdrage aan de bescherming van
het milieu. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten voor meer
informatie over de inzamelingspunten in
uw regio.
De
batterijen
moeten
worden
verwijderd voordat het toestel wordt
weggegooid. Gooi de batterijen op een
milieuvriendelijke manier weg, volgens
de voorschriften van uw land.