Documenttranscriptie
82
1
ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit product. Bij
de ontwikkeling en montage van dit product stonden u en het
milieu centraal. Daarom krijgt u bij dit product een verkorte
installatiehandleiding, zodat er minder papier wordt gebruikt en
er dus minder bomen moeten worden gekapt. Een volledige,
gedetailleerde gebruikershandleiding met beschrijvingen van alle
functies vindt u op onze website, www.aegtelephones.eu. Hier
kunt u de gebruikershandleiding integraal downloaden zodat u alle
geavanceerde functies van uw product kunt gebruiken. Met het oog
op het milieu zouden wij u evenwel willen verzoeken om de volledige
handleiding niet af te drukken. Bedankt dat u ons steunt in onze zorg
voor het milieu.
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u uw telefoon gebruikt, dient u steeds enkele fundamentele
veiligheidsvoorschriften in acht te nemen om het risico op brand,
elektrische schokken en letsel te beperken:
1. Lees alle instructies en zorg dat u ze begrijpt.
2. Houd rekening met alle waarschuwingen en instructies die op het
product zijn vermeld.
3. Verwijder de stekker van dit product uit het stopcontact voordat
u het reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek om het toestel te reinigen.
4. Houd uw telefoon uit de buurt van warme, vochtige omgevingen
of direct zonlicht, maak het toestel niet nat en gebruik het niet in de
buurt van water (bad, gootsteen, zwembad enz.).
5. Zorg dat u de stopcontacten en verlengkabels niet overbelast om
brand en elektrische schokken te vermijden.
6. Haal dit product in de volgende omstandigheden uit het
stopcontact en raadpleeg ons servicecentrum:
tBij schade aan het netsnoer of de stekker.
tAls het product niet normaal werkt bij toepassing van de
gebruiksinstructies.
tAls men het product heeft laten vallen en de behuizing
beschadigd is.
tAls de prestaties van het product drastisch gewijzigd zijn.
7. Gebruik uw telefoon NOOIT buiten tijdens een onweersbui.
Koppel het toestel los van de telefoonlijn en het stopcontact
wanneer het onweert in uw omgeving. Schade door blikseminslag
wordt niet gedekt door de garantie.
8. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te melden wanneer u zich
in de buurt van het lek bevindt.
9. Gebruik alleen de meegeleverde NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride)! De gebruikstijden voor de handsets zijn alleen van
toepassing bij gebruik van batterijen met een standaardcapaciteit.
10. Het gebruik van andere batterijtypes of niet-oplaadbare batterijen/
primaire cellen kan gevaarlijk zijn. Dat kan leiden tot interferentie
en/of schade aan het toestel of de omgeving. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade door het niet-naleven
van deze voorschriften.
11. Gebruik geen laders van andere fabrikanten. Zij kunnen de
batterijen beschadigen.
12. Zorg dat de batterijen volgens de juiste polariteit zijn geplaatst.
13. Doe batterijen veilig weg. U mag ze niet onderdompelen in water,
verbranden of achterlaten op plaatsen waar ze mogelijk doorboord
worden.
3
BEDOELD GEBRUIK
Deze telefoon is bedoeld voor aansluiting op een openbaar analoog
telefoonnetwerk of een analoge verlenging van een compatibel PBXsysteem.
4
DE VERPAKKING VAN UW
TELEFOON VERWIJDEREN
De verpakking bevat het volgende:
t1 handset
t1 basisstation
t1 netvoedingsadapter
t1 telefoonsnoer
t2 Oplaadbare batterijen
t1 gebruikershandleiding
NL
83
84
Handset - Verbinding met het basisstation
tBij aankoop van het toestel zijn alle handsets al bij de basiseenheid
aangemeld.
tAls u de handset en de basiseenheid samen wilt gebruiken, moet er
een radioverbinding tussen beide toestellen gemaakt worden. Het
signaal tussen de handset en het basisstation is in overeenstemming
met de normale normen voor een DECT-telefoon: maximaal bereik
buiten tot 300 meter en binnen tot 50 meter.
tHet signaalbereik kan afnemen als er grote voorwerpen tussen
de handset en de basiseenheid staan, zoals een koelkast, spiegel,
archiefkast, metalen deuren of gewapend beton. De sterkte van het
signaal kan ook worden beperkt door andere massieve structuren
zoals muren of door andere radio- of elektrische signalen.
tZet de handset of het basisstation niet vlak bij een andere telefoon,
een televisie of audioapparatuur - deze apparaten kunnen storing
veroorzaken.
5
UW TELEFOON
5.1
Overzicht handset (zie P1)
#
Betekenis
1
Omhoog
tIn de stand-bymodus: indrukken om de oproeplijst
te openen
tIn menumodus: indrukken om omhoog te gaan in
het menu
tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken
om omhoog te gaan in de lijst
tTijdens een oproep: indrukken om het volume van
de handset of de luidspreker te verhogen
tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te
verhogen
2
Softtoets links (Menu/OK)
tIn de stand-bymodus: indrukken om het hoofdmenu
te openen
tIn submenumodus: indrukken om de selectie te
OK
bevestigen
tTijdens een oproep: indrukken om de intercom /
het telefoonboek / de herhaallijst / de oproeplijst
te gebruiken
3
Van de haak/Flash-toets
tIn de stand-by-/voorkiesmodus: indrukken om een
oproep te maken
tIn de herhaallijst / de oproeplijst / het telefoonboek:
indrukken om een oproep te maken naar het
weergegeven nummer
tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep te
beantwoorden
tTijdens een oproep: indrukken om een flashsignaal
te verzenden
R
4
Toetsenvergrendeling
tIngedrukt houden om het toetsenbord te
vergrendelen/ontgrendelen.
tIngedrukt houden om te wisselen tussen externe en
interne oproepen als beide zijn ingesteld.
5
Handenvrije modus
tTijdens een oproep: indrukken om de handenvrije
modus in/uit te schakelen.
tContactpersoon in oproeplijst / telefoonboek:
indrukken om een oproep te maken met de
handenvrije modus
tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep met
de handenvrije modus te beantwoorden
NL
85
86
6
Softtoets
rechts
(wissen/terug/microfoon
uitschakelen/intern gesprek)
tIn hoofdmenumodus: indrukken om naar het
standby-display te gaan
tIn submenumodus: indrukken om naar het vorige
niveau te gaan
tIn submenumodus: ingedrukt houden om terug te
keren naar het standby-display
tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: indrukken om
een teken/cijfer te wissen
tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: ingedrukt
houden om alle tekens/cijfers te wissen
tTijdens een oproep: indrukken om de microfoon uit
te schakelen/te activeren
tIn standby-modus: indrukken om een intern gesprek
met een andere handset te voeren
7
Op de haak / AAN
tTijdens een oproep: indrukken om een oproep te
beëindigen om terug te gaan naar het standbydisplay
tIn de menu-/bewerkingsmodus: indrukken om terug
te gaan naar het vorige menu
tIn de stand-bymodus: ingedrukt houden om de
handset uit te schakelen
tIn de standby-modus (wanneer de handset is
uitgeschakeld): Ingedrukt houden om de handset in
te schakelen
8
Omlaag/Herhaallijst
tIn de stand-bymodus: indrukken om de herhaallijst
te openen
tIn menumodus: indrukken om omlaag te gaan in het
menu
tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken
om omlaag te gaan in de lijst
tTijdens een oproep: indrukken om het volume van
de handset of luidspreker te verlagen
tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te
verlagen
9
Beltoon uit
tIngedrukt houden om de beltoon van de handset
uit of weer in te schakelen.
Mobiel
10 MOBILE tindrukken om de oproep via de mobiele verbinding
te beantwoorden.
11
Telefoonboek
tIndrukken om het telefoonboek te openen.
5.2
Display draadloze handset (zie P2)
Het lcd-scherm geeft informatie over de huidige status van de
telefoon.
#
Betekenis
Brandt wanneer de handset binnen bereik van het
basisstation is.
Hoe meer balkjes, hoe sterker het signaal.
Geeft aan dat er een gesprek wordt gevoerd met die
handset.
Geeft aan dat u een nieuw voicemailbericht hebt. Dit
is een netwerkdienst, neem hiervoor contact op met
uw aanbieder.
Geeft aan dat de beltoon van de handset is
uitgeschakeld.
NL
87
88
Geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen.
De interne segmenten bewegen tijdens opladen van
de batterij.
Geeft aan dat de batterij moet worden opgeladen.
Knippert bij een laag batterijniveau.
Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan vóór de
tekens/cijfers die worden weergegeven.
(1) Brandt wanneer er een intern gesprek wordt
gevoerd. Knippert bij een inkomende interne oproep.
Geeft de handenvrije modus aan.
Brandt wanneer er een alarm is ingesteld.
Knippert wanneer het alarm weerklinkt.
Geeft aan dat het toetsenbord is vergrendeld.
Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan na de
tekens/cijfers die worden weergegeven.
Indrukken om de huidige selectie te bevestigen, waar
van toepassing.
indrukken om het hoofdmenu te openen.
Geeft een nieuwe oproep in de oproeplijst aan.
Geeft aan dat er hoger of lager in de lijst nog meer
opties zijn.
Indrukken om terug te gaan naar het vorige
menuniveau of de huidige handeling te annuleren,
waar van toepassing.
Indrukken om een teken te wissen, het alarm te
stoppen, waar van toepassing, of de microfoon
tijdens een gesprek uit/in te schakelen.
(2) Indrukken om een intern gesprek te starten.
89
Geeft aan dat er een mobiele telefoon via Bluetooth
is gekoppeld
Basisstation
#
Betekenis
12
Paging/Zoeken
tIndrukken om de geregistreerde handset(s) te
pagen. Deze rinkelt ongeveer 60 seconden.
tIngedrukt houden om het basisstation in de
registratiemodus te zetten.
5.4
Menustructuur
tDruk in de stand-bymodus op
OK om naar de menulijst te gaan.
tDruk op / om naar andere opties in de menulijst te gaan.
tDruk op OK om een submenu of functie te openen.
tDruk op om naar het vorige niveau te gaan.
5.5
Tekst en cijfers invoeren
In de bewerkingsmodus wordt er een cursor weergegeven op de
huidige invoerpositie voor tekst. Deze staat rechts van het laatste
teken dat u hebt ingevoerd.
Schrijftips:
tAls er een teken geselecteerd is, gaat de cursor na een korte pauze
naar de volgende positie.
tU kunt de cursor binnen de tekst verplaatsen met de toetsen /
om de ingevoerde tekst aan te passen.
tDruk op om het laatste teken te wissen.
tHoud ingedrukt om de hele tekstreeks te wissen.
6
UW TELEFOON INSTALLEREN
6.1
Het basisstation aansluiten (zie P5)
tSluit het netsnoer en telefoonsnoer aan op het basisstation.
NL
5.3
90
tSteek de netvoedingsadapter in een stopcontact van 100 - 240 V /
50 - 60 Hz en het telefoonsnoer in de telefooncontactdoos.
tGebruik altijd de kabels die in de doos worden meegeleverd
Waarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Andere adapters kunnen
risico‘s inhouden.
Plaats het basisstation op een plek waar u de netsnoerstekker kunt
aansluiten op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact. Probeer
nooit het netsnoer te verlengen.
Opmerking:
Het basistoestel heeft een stopcontact nodig om normaal te
functioneren, niet alleen om de batterijen van de handset op te laden.
6.2
De batterijen plaatsen en opladen (zie P3)
tPlaats
de
2
meegeleverde
batterijen
conform
de
polariteitsaanduidingen in het batterijcompartiment (zie afbeelding).
Gebruik alleen de meegeleverde, oplaadbare NiMH-batterijen.
tPlaats de afdekking van het batterijcompartiment over de batterijen
en schuif ze omhoog tot ze klikt.
tPlaats de handset op het basisstation en laad hem gedurende 15 uur
op alvorens u de handset voor het eerst gebruikt. De handset piept
kort wanneer hij correct op het basisstation of de lader is geplaatst.
7
UW TELEFOON GEBRUIKEN
7.1
Bluetooth
Uw nieuwe telefoonsysteem is voorzien van draadloze Bluetoothtechnologie waarmee u een mobiele telefoon met Bluetooth met het
basisstation kunt koppelen en verbinden, zodat u uw huistelefoon
kunt gebruiken om oproepen via uw mobiele telefoon te ontvangen
of om via het abonnement van uw mobiele telefoon het laatst gekozen
nummer te bellen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
tRaadpleeg de gebruikershandleiding van uw mobiele telefoon voor
meer informatie over de Bluetooth-functie van de telefoon.
91
7.2
Bluetooth instellen
Als u een mobiele telefoon met Bluetooth met uw telefoon wilt
gebruiken, moet u uw mobiele telefoon met Bluetooth eerst
koppelen met het basisstation van de telefoon. U kunt elke handset
die bij het basisstation is aangemeld gebruiken om oproepen via het
abonnement van uw mobiele telefoon te maken of te ontvangen.
7.2.1
Een mobiele telefoon toevoegen
U kunt een mobiele telefoon met Bluetooth als volgt koppelen en
verbinden:
tLeg uw mobiele telefoon vlak bij het basisstation.
tDruk op en daarna op / . Kies “MOBIEL VERB.” (PAIR MOBILE).
tDruk op . Op het display staat “MOBIEL KLAAR?” (MOBILE
READY?).
. Op het display staat “MODE ZICHTBAAR”
tDruk op
(DISCOVERABLE MODE). De Bluetooth-functie is geactiveerd.
tSchakel de Bluetooth-functie van uw mobiele telefoon met Bluetooth
in en zoek naar een nieuw apparaat.
tSelecteer de D550 BT-telefoon als uw mobiele telefoon met
Bluetooth de telefoon heeft gevonden en ga verder met koppelen.
tAls uw mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld, wordt er op
het scherm “OK” (COMPLETED) weergegeven en hoort u een toon.
De pictogrammen worden op de handset weergegeven.
Zie de gebruikershandleiding voor uw mobiele telefoon met
Bluetooth voor informatie over het zoeken naar of toevoegen van
nieuwe Bluetooth-apparaten.
NL
tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth zich op een afstand van
1 tot 2 meter van het basisstation bevindt om een goede verbinding
tussen uw mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation tot
stand te brengen.
tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth een sterk signaal heeft.
Mogelijk moet u de mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation
verplaatsen naar een plek waar het mobiele signaal beter is.
tLaad uw mobiele telefoon met Bluetooth op als deze met het
basisstation is verbonden, omdat de batterij van uw mobiele
telefoon sneller leegloopt als deze draadloos met het basisstation
is verbonden.
92
Opmerkingen:
>Een gekoppelde mobiele telefoon wordt automatisch verbonden
en opgeslagen.
>Als er een mobiele telefoon met Bluetooth is verbonden, wordt
het pictogram op het scherm weergegeven.
7.2.2
Een oproep via uw mobiele telefoon beantwoorden
Als de gekoppelde mobiele telefoon een oproep ontvangt, rinkelt de
handset met de toon MELODY MOB (Mobile ring) en knippert het
op het display.
pictogram
tDruk op de toets MOBILE om de oproep te beantwoorden.
tDruk op de toets om de oproep te beëindigen.
7.2.3
Het laatste nummer van de mobiele telefoon herhalen
tDruk op de toets MOBILE. “HRH LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST
MOBILE NUMBER) wordt weergegeven.
om het nummer via uw mobiele abonnement
tDruk op de toets
te bellen.
tDruk op de toets om de oproep te beëindigen.
Opmerking:
Op het scherm staat “NIET MOGEL.” (NOT POSSIBLE) als er wordt
geprobeerd een oproep te maken terwijl de Bluetooth-functie van de
mobiele telefoon is uitgeschakeld of buiten bereik is.
7.3
Een oproep maken
7.3.1
Voorkiezen
Voer het telefoonnummer in (maximaal 24 cijfers) en druk op of om
verbinding te maken en het nummer te bellen. Als u bij de invoer van
om cijfers te wissen.
het nummer een fout maakt, druk dan op
7.3.2
Direct kiezen
om verbinding te maken en voer vervolgens het
Druk op of
telefoonnummer in.
Opmerking:
Als u een verkeerd cijfer hebt ingevoerd, kunt u dit niet corrigeren
met de toets .
93
7.3.3
Een nummer uit het telefoonboek bellen
om het telefoonboek te openen en druk op / om de
tDruk op
gewenste contactpersoon te selecteren.
tDruk op of om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
Opmerkingen:
>U kunt het telefoonboek ook openen door op , , OK te drukken.
>De alfanumerieke toetsen fungeren als snelkoppeling naar
contactpersonen met de overeenkomstige letters.
Een nummer van de oproeplijst bellen (alleen
beschikbaar met nummerweergave)
tDruk op om de oproeplijst te openen en druk op / om het
gewenste nummer in de oproeplijst te selecteren.
tDruk op of om het geselecteerde nummer in de oproeplijst te
bellen.
Opmerking:
U kunt de oproeplijst ook openen door twee keer op
OK te drukken.
7.3.5
Nummerherhaling
om de herhaallijst te openen en druk op /
tDruk op
gewenste nummer in de herhaallijst te selecteren.
tDruk op of om het geselecteerde nummer te bellen.
om het
7.3.6
Gesprekstimer
Uw handset registreert automatisch de duur van elk gesprek.
De timer wordt weergegeven zodra u een oproep beantwoordt of als
u op de toets drukt. De timer blijft 5 seconden na het einde van
het gesprek op het display staan. De tijd wordt weergegeven in uren,
minuten en seconden (UU:MM:SS).
7.4
Een oproep beantwoorden
Als de handset niet op de lader staat:
tWanneer de telefoon rinkelt, drukt u op
beantwoorden:
of
om een oproep te
Opmerking:
Als de functie “AUTOM.ANTW” (Auto Answer) op “AAN” (On) staat,
wordt de oproep automatisch beantwoord wanneer men de handset
van het basisstation neemt en moet er geen toets worden ingedrukt.
NL
7.3.4
94
7.5
Een oproep beëindigen
tDruk tijdens een oproep op om de oproep te beëindigen.
OF
tPlaats de handset op het basisstation of de lader om de oproep te
beëindigen.
7.6
Handenvrije modus
om af te wisselen tussen de
Tijdens een gesprek drukt u op
handenvrije modus en de normale handsetmodus.
7.7
Het volume van de handset of de luidspreker aanpassen
Er zijn 5 volumeniveaus (VOLUME 1 tot en met VOLUME 5) waarmee u
het volume van de handset en de luidspreker kunt kiezen.
Tijdens een oproep:
tDruk op / om volume 1-5 te kiezen. De huidige instelling wordt
weergegeven.
Wanneer u de oproep beëindigt, blijft het laatst ingestelde niveau
behouden.
7.8
De beltoon van de handset uitschakelen
tHoud in de stand-bymodus de toets ingedrukt om de beltoon van
wordt op het display
de handset uit te schakelen. Het pictogram
weergegeven.
Opmerking:
Bij een inkomend gesprek knippert het pictogram voor een oproep of
het nummer van de oproeper op het display, zelfs wanneer de beltoon
uitgeschakeld is.
tAls u de beltoon opnieuw wilt activeren, houdt u
weer ingedrukt.
7.9
Toetsvergrendeling
Houd in de stand-bymodus de toets ingedrukt om het toetsenbord
te ontgrendelen. Het pictogram wordt op het display weergegeven.
Opmerking:
U kunt nog steeds gebruiken om een oproep te beantwoorden
wanneer de handset rinkelt.
95
Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen, houd dan
ingedrukt.
opnieuw
7.10
Laatste nummer herhalen
U kunt de 10 laatst gebelde nummers opnieuw kiezen. Als er in het
telefoonboek een naam aan het nummer is gekoppeld, verschijnt de
naam in plaats van het nummer.
Het laatst gebelde nummer verschijnt bovenaan de herhaallijst.
7.10.1
Een nummer uit de herhaallijst bellen
om de herhaallijst te openen.
tDruk in de stand-bymodus op
om het nummer te
tDruk op / om door de herhaallijst te bladeren.
tDruk op om het in de herhaallijst geselecteerde nummer te bellen.
Opmerking:
Als er geen nummers in de herhaallijst staan, verschijnt “LEEG”
(EMPTY) op het display.
7.10.2
Een nummer van de mobiele telefoon opnieuw kiezen
tDruk in de standby-modus op MOBILE. Op het scherm staat “HRH
LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST MOBILE NUMBER).
tDruk op MOBILE of OK om het geselecteerde mobiele nummer te
bellen.
Opmerking:
Als er geen mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld en
verbonden, wordt “GEEN MOBIEL” (NO MOBILE) op het scherm
weergegeven als u op MOBILE drukt.
NL
Opmerking:
Als de herhaallijst een naam bevat, drukt u op #
zien dat bij de naam hoort.
96
7.11
Een handset zoeken
op het basisstation te
U kunt een handset lokaliseren door op
drukken. Alle handsets die op het basisstation zijn geregistreerd,
produceren een oproeptoon en geven op het display “PAGING”
(PAGING) weer. U kunt de pagingfunctie uitschakelen door op / /
op een willekeurige handset of op het basisstation op
te
drukken.
Opmerking:
Als er een oproep binnenkomt terwijl de pagingfunctie wordt gebruikt,
vervangt het gerinkel van de telefoon de oproeptoon.
8
TELEFOONBOEK
Elke handset bevat een telefoonboek waarin men tot vijftig
contactpersonen kan opslaan met naam en nummer. Voor
elk telefoonboekcontact zijn er maximaal 24 cijfers voor het
telefoonnummer en 14 tekens voor de naam beschikbaar. U kunt ook
verschillende beltonen selecteren voor uw telefoonboekcontacten.
Opmerking:
De verschillende beltonen worden alleen afgespeeld wanneer u bent
geabonneerd op de dienst nummerweergave en als het inkomende
nummer overeenkomt met het opgeslagen nummer.
De telefooncontacten worden alfabetisch op naam opgeslagen.
8.1
Een nieuw contact toevoegen
In de stand-bymodus:
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
tDruk op
OK om “TOEVOEGEN” (ADD) weer te geven.
tDruk op
OK en voer vervolgens de naam in.
tDruk op
OK en voer het nummer in.
tDruk op
OK en / om de gewenste beltoon voor uw
contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. U kunt kiezen uit
10 beltonen.
tDruk op
OK om de contactpersoon op te slaan.
97
8.3
Een contactpersoon in het telefoonboek bewerken
In de stand-bymodus:
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
tDruk op / om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek
te selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “BEWERKEN” (EDIT) te
selecteren.
tDruk op
OK om de huidige naam weer te geven.
tBewerk de naam en druk op
OK.
tBewerk het nummer en druk op
OK.
tDruk op / om de beltoon te wijzigen en druk op
OK om te
bevestigen.
8.4
Een contactpersoon uit het telefoonboek wissen
In de stand-bymodus:
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
tDruk op om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “WISSEN” (DELETE) te
selecteren.
tDruk op
OK om te bevestigen en de contactpersoon te wissen.
NL
8.2
Een contactpersoon opzoeken in het telefoonboek
In de stand-bymodus:
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
OF
tDruk op
OK en / om “TELEF.BOEK” (CONTACTS) te
selecteren en druk daarna op
OK om het telefoonboek te
openen.
tVoer de eerste letter van de naam in met de alfanumerieke toetsen
(druk bijvoorbeeld drie keer op toets 2 voor een naam beginnend
met een C) en druk vervolgens op / om naar de gewenste
contactpersoon te bladeren.
98
9
NUMMERWEERGAVE
(NETWERKAFHANKELIJK)
Deze functie is beschikbaar als u bij uw telefoonprovider hebt
ingetekend op de dienst nummerweergave. Uw telefoon kan tot
20 ontvangen oproepen met datum/tijd opslaan in de oproeplijst.
Wanneer de telefoon rinkelt, wordt het nummer getoond op het
display van de handset. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in uw telefoonboek, wordt de bijbehorende naam uit het
telefoonboek afwisselend weergegeven met het nummer en gebruikt
de handset de beltoon die aan de desbetreffende contactpersoon in
de telefoonboek is gekoppeld.
Als de oproep afkomstig is van personen met geheim nummer,
verschijnt er “ANONIEM” (WITHHELD) op het display.
Als de oproep afkomstig is van een persoon wiens nummer
onbeschikbaar is (bijvoorbeeld een internationale oproep of
huistelefooncentrale), verschijnt er “NT BESCHIK.” (UNAVAILABLE)
op het display.
Als u nieuwe gemiste oproepen hebt, verschijnt er in de standbymodus “1 NW OPROEP” (1 NEW CALL) of “X NW OPROEP” (X
NEW CALL) (voor x=2 tot 20) op de handset. Deze aanduiding blijft
staan tot alle nieuwe gemiste oproepen op de handset zijn bekeken.
9.1
De oproeplijst bekijken
Alle ontvangen oproepen worden opgeslagen in de oproeplijst en de
laatste oproep staat bovenaan de lijst. Wanneer de oproeplijst vol is,
wordt de oudste oproep vervangen door een nieuwe. Onbeantwoorde
oproepen die nog niet bekeken zijn, worden gemarkeerd met het
in het midden van de onderste displaylijn.
pictogram
tDruk op om de oproeplijst te openen.
tDruk op / om het gewenste nummer te selecteren.
tDruk indien van toepassing op # om het nummer van de beller te
bekijken.
tDruk op
OK, / om “DETAILS” (DETAILS) weer te geven en
daarna op
OK om de datum en tijd van de oproep met de naam
of het nummer weer te geven. Druk op # om waar nodig de rest van
de naam of het nummer te zien. Druk op
OK om terug naar het
vorige display te gaan.
99
9.2
Een oproep uit de oproeplijst wissen
tVolg stappen 1 en 2 van sectie 9.1.
tDruk op
OK en / om “WISSEN” (DELETE) te selecteren.
tDruk op
OK om te bevestigen en wis de invoer.
10
TELEFOONINSTELLINGEN
10.1
De taal van de handset instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om “TAAL” (LANGUAGE) te selecteren.
tDruk op
OK en / om de gewenste taal in te stellen.
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.2
Datum- en tijdsinstellingen
Als u een abonnement op nummerweergave hebt, worden de tijd en
de datum automatisch bijgewerkt door het netwerk wanneer u een
inkomende oproep ontvangt.
De dienst nummerweergave verzendt alleen de maand en de dag,
niet het jaar. Dat moet u eventueel nog zelf instellen.
10.2.1
Het datumformaat wijzigen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
OK om “DATUMFORMAAT” (DATE FORMAT) weer te
geven.
tDruk op
OK en / om het gewenste datumformaat te selecteren
(DD-MM-JJ of MM-DD-JJ).
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.2.2
Het tijdformaat wijzigen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
NL
Uw telefoon heeft een aantal instellingen die u kunt wijzigen om de
werking ervan aan uw eigen voorkeuren aan te passen.
100
tDruk op
OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
OK en / om “TIJDFORMAAT” (TIME FORMAT) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om het gewenste tijdformaat (12 UUR (12 HR)
of 24 UUR (24 HR)) te selecteren.
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.2.3
De tijd instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
OK en / om “TIJD INSTEL.” (SET TIME) te selecteren.
tDruk op
OK en voer de tijdsinformatie in 24-urenformaat in.
tDruk op
OK om te bevestigen.
Opmerking:
Als de tijd al eerder werd ingesteld, wordt de huidige tijd weergegeven,
anders ziet u “UU:MM” (HH:MM) op het display.
10.2.4
De datum instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
OK en / om “DATUM INST.” (SET DATE) te
selecteren.
tDruk op
OK en voer de datuminformatie in volgens het formaat
dat u hebt ingesteld in sectie 10.1.1.
tDruk op
OK om te bevestigen.
Opmerking:
Als de datum al eerder werd ingesteld, wordt de huidige datum
weergegeven, anders ziet u 01/01/13 op het display.
101
Opmerking:
>Als u op een toets drukt, wordt het alarm uitgeschakeld, ook als het
toetsenbord van de handset is vergrendeld terwijl het alarm klinkt.
Het volume van het alarm is hetzelfde als de instellingen voor het
belvolume van de handset. Als de beltoon van de handset is ingesteld
op “VOLUME UIT” (VOLUME OFF) dan klinkt het alarm nog altijd
met het niveau “VOLUME 1” (VOLUME 1).
Als een ingesteld alarm tijdens een externe of interne oproep wordt
en “ALARM AAN” (ALARM ON)
geactiveerd, gaan het pictogram
knipperen. De gebruiker wordt gewaarschuwd met een alarmtoon via
de handset zodra de alarmtijd is bereikt. Als de gebruiker op een toets
heeft gedrukt of
ingedrukt heeft gehouden om het alarm uit te
schakelen, wordt de gespreksduur weer op het display weergegeven.
>Tijdens pagen of rinkelen klinkt het alarm niet als de alarmtijd
wordt bereikt. Maar als de sluimerfunctie is ingeschakeld en het
toestel niet bezig is met pagen of rinkelen, dan klinkt het alarm
weer na verloop van de sluimerperiode.
10.3.1
Het alarm in-/uitschakelen
Druk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
Druk op
OK om “ALARM” (ALARM) weer te geven.
Druk op
OK en / om “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen.
tDruk op
OK om te bevestigen.
Opmerking:
Als AAN (On) is geselecteerd, wordt u gevraagd om de alarmtijd in
te stellen.
NL
10.3
Alarminstellingen
U kunt een alarm instellen op deze telefoon. Als er een alarm is
op het display van de handset
ingesteld, wordt het pictogram
weergegeven. Als de tijd van het alarm wordt bereikt, gaan het
en “ALARM AAN” (ALARM ON) op het display van de
pictogram
handset knipperen en klinkt de alarmtoon gedurende 45 seconden. U
kunt op een willekeurige toets drukken om het alarm uit te schakelen.
Als de sluimerfunctie wordt geactiveerd, klinkt het alarm na verloop
van de sluimerperiode van zeven minuten opnieuw. U kunt ook
ingedrukt houden terwijl het alarm klinkt om het alarm te stoppen en
de sluimerfunctie uit te schakelen.
102
10.3.2
De alarmtijd instellen
tVoer stappen 1 tot en met 4 van sectie 10.2.1 uit.
tVoer de alarmtijd in het 24-urenformaat in.
tDruk op
OK om “SLUIMER” (SNOOZE) weer te geven.
tDruk op / om sluimer “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen.
tDruk op
OK om de alarminstelling te bevestigen.
10.4
Instellingen van de handset
10.4.1
De belmelodie voor externe oproepen instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk op
OK en daarna op / om “EXTERN. BEL” (EXTERNAL
RING) te selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om de melodie te selecteren die
u bij externe oproepen wilt horen.
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.4.2
De belmelodie voor mobiele gesprekken instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk
OK en daarna op / om “MELODY MOB” (MOBILE
RING) te selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om de melodie te selecteren die
u bij mobiele oproepen wilt horen.
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.4.3
Het belvolume instellen
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk op
OK en / om “BELVOLUME” (RING VOLUME) te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om het gewenste belvolume te
kiezen.
103
tVOLUME UIT (VOLUME OFF) of Volume 1 tot en met 5.
Opmerking:
Het belvolume wordt voor elke selectie afgespeeld. Als VOLUME UIT
weergegeven.
(Volume off) is geselecteerd, wordt het pictogram
OK om te bevestigen.
10.4.4
Automatisch beantwoorden instellen
Als u Automatisch beantwoorden instelt, kunt u een oproep
automatisch beantwoorden door de handset van het basisstation of
de lader op te pakken. U hoeft dan geen toets in te drukken.
tDruk op
OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om “AUTOM.ANTW” (AUTO ANSWER) te
selecteren.
tDruk op
OK en / om de functie automatisch beantwoorden
in of uit te schakelen.
tDruk op
OK om te bevestigen.
10.5
Basisinstellingen
10.5.1
De flashtijd wijzigen
Als uw telefoon is aangesloten op een PBX (Private Exchange)
waarvoor mogelijk een andere tijd voor oproepen moet worden
ingesteld, dan moet u de flashtijd wijzigen. De opties voor de flashtijd
zijn Kort (Short) (standaardwaarde van 100 ms), Normaal (Mid) (300
ms) of Lang (Long) (600 ms).
tDruk op
OK en / om “BASIS INST” (BS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om “FLASHTIJD” (FLASH
TIME) te selecteren.
tDruk op
OK en daarna op / om de gewenste flashtijd te
selecteren (KORT (SHORT), NORMAAL (MID), LANG (LONG),
waarbij de huidige instelling wordt aangegeven met een asterisk
rechts).
tDruk op
OK om de instelling te bevestigen.
NL
tDruk op
104
10.6
Registratie
Belangrijk:
Wanneer u uw telefoon koopt, zijn alle handsets reeds geregistreerd
op uw basisstation. U hoeft ze dus niet meer te registreren.
Een handset registreren is alleen nodig wanneer u extra handsets
bijkoopt of wanneer een handset defect raakt.
U kunt bijkomende handsets registreren tot een maximum van vijf
handsets per basisstation. Het nummer van de handset (1 tot 5) wordt
weergegeven op het display.
Een nieuwe handset op uw basisstation registreren:
op het basisstation langer dan vijf seconden
tHoud de toets
ingedrukt om het basisstation in de registratiemodus te brengen.
Het blijft ongeveer 1 minuut in registratiemodus. De volgende reeks
handelingen op de handset moet binnen deze tijd worden voltooid.
tDruk op
OK en / om “AANMELDEN” (REGISTRATION) te
selecteren.
tDruk op
OK om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven.
tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000).
tDruk op
OK om te bevestigen. Op het display verschijnt “EVEN
GEDULD” (PLEASE WAIT).
Als de registratie van de handset is gelukt, hoort u een bevestigingstoon
en gaat het display in stand-by terwijl het nieuwe handsetnummer op
het display wordt weergegeven. De handset zal automatisch worden
toegewezen aan het volgende vrije handsetnummer.
tAls de registratie van de handset niet is gelukt, geeft het display
opnieuw “HANDSET AANMELDEN” (REGISTER HANDSET) weer.
10.7
Uw telefoon resetten
U kunt uw telefoon weer op de standaardinstellingen instellen. Na een
reset worden alle persoonlijke instellingen, nummers in de oproeplijst
en nummers in de herhaallijst gewist, maar uw telefoonboek is
onveranderd.
tDruk op
OK en / om “RESET” (RESET) te selecteren.
tDruk op
OK om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven.
tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000).
tDruk op
OK om “BEVESTIG?” (CONFIRM?) weer te geven
tDruk op
OK om te bevestigen; de telefoon wordt weer op de
standaardinstellingen ingesteld.
105
Problemen oplossen
Probleem
Oorzaken
Oplossingen
Geen kiestoon als
u op drukt.
t Het snoer van het
basisstation is niet
op het basisstation
aangesloten.
t Het snoer van de
adapter is niet goed
op het basisstation
aangesloten.
t Een andere
handset gebruikt
het basisstation
om te bellen.
t Verkeerd
telefoonsnoer.
t Controleer de
aansluitingen. Haal
het snoer los van de
voeding en sluit het
weer aan. Controleer
of het telefoonsnoer
goed op het
basisstation en de
telefooncontactdoos
is aangesloten.
t Controleer de stekker
van het basisstation
en de 230 V-stekker
(verwijderen en
weer aansluiten).
t Wacht totdat de
lijn weer vrij is.
Bij aansluiting op
een PBX geen
verbinding of verkeerd
nummer na kiezen.
U moet eerst een
prefix kiezen.
Toets eerst het prefix in.
„BUITENBEREIK“
(OUT OF RANGE)
wordt weergegeven.
t Basisstation
buiten bereik.
t Basisstation niet
aangesloten op
netvoeding.
t Verklein het bereik.
t Sluit het basisstation
aan op de
netvoeding.
Geen weergave
Lege batterij
Laad de batterij op
NL
11
106
12
GARANTIE EN SERVICE
De telefoon wordt geleverd met 24 maanden garantie vanaf de
aankoopdatum vermeld op uw aankoopbon. Onder deze garantie
vallen geen storingen of defecten als gevolg van ongevallen,
verkeerd gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, storingen
in de telefoonlijn, blikseminslag, knoeien met de apparatuur of
pogingen om het toestel aan te passen of te repareren die niet door
goedgekeurde servicepunten zijn uitgevoerd.
Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs.
12.1
Tijdens de garantieperiode
tKoppel het basisstation los van de telefoonlijn en de netvoeding.
tDoe alle onderdelen van uw telefoonsysteem in de originele
verpakking.
tBreng het toestel terug naar de winkel waar u het hebt gekocht en
neem uw aankoopbon mee.
tVergeet ook de netvoedingsadapter niet (indien van toepassing).
12.2
Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder de garantie valt, kunt u
contact met ons opnemen via www.aegtelephones.eu
Dit product werkt enkel met oplaadbare batterijen. Als u nietoplaadbare batterijen in de handset steekt en de handset op het
basisstation plaatst, wordt de handset beschadigd en deze schade is
NIET gedekt door de garantie.
13
TECHNISCHE INFORMATIE
Standaard
Digital Enhanced Cordless (DECT)
Frequentiebereik
1,88 tot 1,9 GHz (bandbreedte = 20 MHz)
Kanaalbandbreedte
1,728 MHz
Bereik
Tot 300 meter buiten; tot 50 meter binnen
Gebruikstijden
Stand-by: min. 200 uur,
gesprekstijd: min. 14 uur
Laadtijd batterij: 15 uur
Temperatuurbereik
Werkt bij 0 °C tot 40 °C, Opslag
bij -20 °C tot 60 °C
Elektrische
aansluiting
Basisstation:
S003IB0600045 / S003IV0600045
input 100-240 V AC 50/60 Hz
150 mA, output 6VDC 450 mA
VT04EEU06045 / VT04EUK06045
input 100-240 V AC 50/60 Hz
150 mA, output 6VDC 450 mA
Informatie over de batterij:
Type NiMH (oplaadbare batterij)
Spanning 600 mAh, 2 AAAbatterijen van 1,2 V
Specificaties voor de poort:
De poort (aangesloten op de netvoeding) is een SELV-poort met
betrekking tot EN41003.
De poort (aangesloten op het telefoonsnoer) is een TNV-poort met
betrekking tot EN41003.
14
CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante
voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
U vindt de conformiteitsverklaring op: www.aegtelephones.eu
NL
107
108
15
HET APPARAAT AFVOEREN
(MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het product mag u dit product
niet weggooien met het normale huishoudafval, maar moet u het
product naar een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische
en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt aangegeven met
het symbool op het product, in de gebruikershandleiding en/of
op de verpakking. Sommige productmaterialen kunnen worden
hergebruikt als u ze naar een inzamelingspunt brengt. Door sommige
onderdelen of grondstoffen van gebruikte producten aan te bieden
voor hergebruik levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor
meer informatie over de inzamelingspunten in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijderd voordat het toestel
wordt weggegooid. Gooi de batterijen op een milieuvriendelijke
manier weg, volgens de voorschriften van uw land.
16
REINIGING EN ZORG
Reinig geen onderdelen van de telefoon met benzeen, thinners of
andere chemicaliën met oplosmiddelen. Hierdoor kan permanente
schade ontstaan die niet onder de garantie valt.
Reinig het toestel wanneer nodig met een vochtige doek.
Houd uw telefoonsysteem uit de buurt van hete, vochtige
omstandigheden of fel zonlicht en laat het niet nat worden.