Documenttranscriptie
137
INHOUD DOOS
In de doos zit het volgende:
• 1 mobiele handset
• 1 tafellader
• 1 voedingsadapter
• 1 achterkant voor gsm
• 1 gebruikershandleiding
• 1 USB-kabel
Bewaar het verpakkingsmateriaal op een veilige
plek, zodat u het later kunt gebruiken als u het
toestel moet vervoeren.
Waarschuwing
De zaklamp werkt met een zeer heldere LED.
Richt de straal niet direct in de ogen en kijk niet
met optische instrumenten in het licht.
BELANGRIJK
Uw handset wordt zonder simkaart geleverd; de
handset werkt pas als er een simkaart is geplaatst.
ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit
product. Bij de ontwikkeling en montage van
dit product stonden u en het milieu centraal.
Daarom krijgt u bij dit product een verkorte
installatiehandleiding, zodat er minder papier
wordt gebruikt en er dus minder bomen moeten
worden gekapt. Bedankt dat u ons steunt in
onze zorg voor het milieu.
NL
1
138
2
UW TELEFOON
2.1
Toetsen en onderdelen
7
14
9
13
8
1
2
4
5
3
6
6
10
11
12
#
Betekenis
1
Softtoets
links
2
Softtoets
rechts
3
Toets
Omhoog
en Omlaag
Voert de functie van de
weergegeven tekst erboven
uit: Menu / OK
Voert de functie van de tekst
erboven uit: Contactpersonen (Contacts) / Terug
(Back)
• Indrukken om het menu te
openen
• Indrukken om de cursor
naar boven of beneden te
bewegen bij het bewerken
• Indrukken om de frequentie
in de FM-interface handmatig aan te passen
4
Verbindingstoets
5
Eindetoets
6
M1/M2toets
7
Toets in-/
uit-schakelen
• Indrukken voor + en - in de
rekenmachine
• Indrukken om een oproep
te beantwoorden als de
telefoon rinkelt
• Indrukken om het oproeplog in stand-by te openen
• Indrukken om een nummer
te kiezen
• Indrukken om een gesprek
te beëindigen
• Indrukken om terug te gaan
naar het beginscherm / de
stand-bymodus
• Rechtstreekse geheugentoetsen om een vaak
gebruikt telefoonnummer
onder op te slaan; lang
indrukken om naar het
onder M1/M2 opgeslagen
nummer te bellen
• Indrukken om kanalen in
de FM-interface te zoeken
• Indrukken om tussen
links/rechts in het menu
te wisselen
• Indrukken voor X en / in
de rekenmachine
• Ingedrukt houden om
de telefoon in of uit te
schakelen
• Indrukken om het scherm te
doen oplichten
NL
139
140
• Lang indrukken om de
SOS-procedure op te
starten: SOS-alarm/
oproepen van de vijf
vooraf in het geheugen
opgeslagen nummers/verzenden van SOS-berichten
8
SOStoets
9
Toetsenbordvergrendelingstoets
• Omhoog duwen om het
toetsenbord te vergrendelen
• Omlaag duwen om het
toetsenbord te ontgrendelen
10
Cijfertoetsen
• Indrukken om een telefoonnummer in te voeren
• In bewerkingsmodus: indrukken om cijfers of letters
in te voeren
11
Toets *
• Indrukken om * in te voeren
12
Toets #
• Indrukken om “#” in te
voeren
• In bewerkingsmodus: indrukken om de invoerwijze
te wijzigen
• Lang indrukken om de stille
modus in te schakelen
13
Toetsen
voor
geluidssterkte
• Belvolume in stand-by of
luidsprekervolume tijdens
oproep
• Volume in FM-radio
14
Zaklamptoets
• Lang indrukken om zaklamp
aan of uit te zetten
141
2.2
Pictogrammen en symbolen
op het display
Betekenis
Radioverbinding
Aan bij signaalsterkte bij verbinding
met mobiel netwerk.
Laadniveau batterij
Interne segmenten bewegen tijdens
opladen van de batterij.
Wekker
Aan als wekker is ingesteld.
Bellen en trillen uit
De beltoon en trilfunctie zijn uit.
Beltoon aan
Aan als alleen de beltoon is ingeschakeld.
Trilfunctie aan
Aan als alleen trilfunctie is ingeschakeld.
Trilfunctie en beltoon aan
Aan als beide zijn ingeschakeld.
Trilfunctie, daarna beltoon
Aan als trilfunctie en daarna beltoon
wordt ingeschakeld.
Nieuwe SMS
Geeft aan dat u nieuwe SMS-berichten
hebt.
Vergrendeling
Aan wanneer het toetsenbord is
vergrendeld.
NL
Op het stand-byscherm staat de volgende
informatie:
142
FM-radio
Aan wanneer FM is ingeschakeld.
Bluetooth
Aan wanneer bluetooth is ingeschakeld.
Headset
Aan wanneer een headset is aangesloten.
3
WERKING VAN HET MENU
Er worden menulijsten gebruikt voor het instellen
en gebruiken van het toestel. De functies van de
softtoetsen links en rechts zijn Menu (Menu) en
Namen (Names).
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging)
weer te geven, de eerste optie in de lijst van
het hoofdmenu.
Gebruik Omhoog of Omlaag om de menulijst
te doorbladeren. Het display verandert en de
softtoetsen worden OK (OK) en Terug (Back).
• Druk op OK (OK) / Terug (Back) om naar het
volgende/vorige display te gaan.
Als u tekst schrijft, gebruik dan de toets # om
tussen de invoerwijze (ABC), (abc), (Abc) of cijfers
(123) te wisselen.
Gebruik Omhoog of Omlaag en M1/M2 om
de cursor te verplaatsen, de softtoets rechts
om letters te wissen en de toets * voor symbolen
of leestekens.
143
4
INSTALLEREN EN INSTELLEN
U moet een simkaart plaatsen voor gebruik. Houd
de simkaart buiten bereik van kleine kinderen.
De simkaart en de contacten van de kaart kunnen
eenvoudig beschadigd raken door krassen of
buigen, dus wees voorzichtig met de kaart.
De simkaart en batterij plaatsen
• Schakel de telefoon uit en koppel de lader los.
• Hef de afdekking op via de opening aan de
linkerkant, om het achterpaneel te verwijderen.
• Verwijder de batterij.
• Schuif de simkaart voorzichtig in de houder met
de goudkleurige connectoren omlaag (zie 1).
• Plaats de batterij terug door de gouden connectoren op de batterij uit te lijnen met die in
de telefoon en duw het uiteinde van de batterij
omlaag totdat deze op zijn plaats klikt (zie 2).
• Plaats het achterklepje terug door dit plat op
de achterkant van de handset te plaatsen en
omlaag te drukken totdat het op zijn plaats klikt.
1.
2.
NL
4.1
144
4.2
De batterij opladen
Waarschuwing:
Gebruik alleen meegeleverde/goedgekeurde
batterijen en opladers. Het gebruik van andere
batterijen en opladers kan gevaarlijk zijn en zorgt
bovendien dat de garantie ongeldig wordt. Er moet
een batterij zijn geplaatst.
Laad de batterij niet op terwijl het achterklepje is
verwijderd.
• Sluit de oplader stevig aan op de USB aan de
rechterkant van de handset of plaats de handset
direct in de lader.
• Steek de netadapter in een stopcontact. Als
de handset wordt ingeschakeld, wordt “Lader
aangesloten” (Charger connected) enkele
seconden weergegeven en bewegen de balkjes
voor de batterij om aan te geven dat het toestel
wordt opgeladen.
• Als “Lader aangesloten” (Charger connected)
niet wordt weergegeven, koppel het toestel los
en probeer opnieuw.
Neem contact op met de helpdesk als het laden
dan nog altijd niet begint.
• De batterij is volledig opgeladen als de streepjes in het batterijsymbool continu branden.
Koppel de oplader los van de telefoon en het
stopcontact. “Lader verwijderd” (Charger
removed) wordt een paar seconden weergegeven om aan te geven dat het opladen is gestopt.
145
Opmerking:
De batterij kan ook worden opgeladen als de
handset op de USB-poort van een computer
is aangesloten.
In- en uitschakelen
De telefoon in- en uitschakelen:
• Uitschakelen: houd de toets In- en uitschakelen
(Power key) ingedrukt totdat het display wordt
uitgeschakeld.
• Inschakelen: houd de toets In- en uitschakelen
(Power key) ingedrukt totdat het display wordt
ingeschakeld.
Waarschuwing:
Schakel de mobiele telefoon niet in als het
gebruik ervan niet is toegestaan of als er storing
of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
NL
4.3
146
5
5.1
BELLEN EN OPROEPEN
BEANTWOORDEN
Een oproep maken
Zorg dat de telefoon is ingeschakeld en actief is.
•
Toets het nummer samen met het netnummer in. (Als u de prefix “+” wilt invoegen,
druk lang op de toets 0)
om
• Druk op de Verbindingstoets (Talk)
het nummer op het display te kiezen.
• Druk op Einde gesprek (End Call)
om
oproepen te beëindigen.
5.2
Laatste nummer opnieuw kiezen
• Druk in de stand-bymodus op Praten (Talk)
om de lijst Alle gesprekken (All calls) te zien –
dat is een lijst met de laatste 10 nummers voor
gekozen, ontvangen en gemiste oproepen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om naar het
gewenste nummer te gaan.
om
• Druk op de Verbindingstoets (Talk)
het nummer te bellen.
5.3
Een oproep beantwoorden
• Wanneer de telefoon rinkelt, druk op de
om de telefoon
Verbindingstoets (Talk)
aan te nemen.
• Druk tijdens een gesprek op de Volumeregelingstoetsen om de geluidssterkte
aan te passen.
147
De geluidssterkte wordt weergegeven en blijft
hetzelfde voor de komende oproepen.
Overschakelen naar de handenvrije
modus
• Druk tijdens een oproep op H-vrij (H-Free) om
de luidspreker in te schakelen en druk op HF uit
(HF off) om de luidspreker uit te schakelen.
• Druk op de toets Einde gesprek (End Call)
om de oproep te beëindigen.
5.5
De microfoon dempen
• Druk tijdens een gesprek op de softtoets links
voor Opties (Options) en vervolgens op
Microfoon Aan/uit (On/Off Mute).
NL
5.4
148
6
HET TELEFOONBOEK
GEBRUIKEN
U kunt namen en telefoonnummers in het interne
telefoonboek (maximaal 300) en in het SIMtelefoonboek (afhankelijk van SIM, maar
maximaal 250) opslaan.
6.1
Het telefoonboek openen
In de stand-bymodus:
• Druk op de softtoets rechts of Menu (Menu),
vervolgens op Omlaag naar het Telefoonboek
(Phonebook) en op OK (OK).
Opmerking:
Dit zijn invoeren op de simkaart.
Dit zijn contacten in het interne telefoonboek.
6.2
Een nieuw contact toevoegen
• Druk op Menu (Menu), daarna op Omlaag naar
Telefoonboek (Phonebook). Druk op OK (OK)
om het telefoonboekmenu te openen.
• Kies Contact toevoegen (Add new contact) en
druk op Opties (Options). Kies daarna Opslaan
op SIM of op Telefoon (to SIM/to Phone) en op
OK (OK).
• Voer de naam in en druk daarna op Omlaag en
voer het telefoonnummer in.
• Druk op Opties (Options) en daarna op Opslaan
(Save) om het nieuwe contact op te slaan.
Opmerking:
Gebruik bij het invoeren van de naam # om af te
wisselen tussen (ABC), (abc), (Abc) en cijfers (123).
149
6.3
Een nummer uit het telefoonboek bellen
• Druk in stand-bymodus op de softtoets rechts
om het telefoonboek te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om de gewenste
naam te zoeken en druk op de Verbindingstoets (Talk key)
om het nummer te bellen.
Een contactpersoon in het telefoonboek
bewerken
• Druk op de softtoets rechts om het telefoonboek te openen; druk daarna op Omhoog/
Omlaag om de contactpersoon te vinden die
u wilt wijzigen.
• Druk op Opties (Options) en daarna op
Omhoog/Omlaag om Bewerken (Edit) weer
te geven. Bewerk vervolgens de naam en druk
op Omlaag om het nummer te bewerken.
• Druk op Opties (Options) en daarna op Opslaan
(Save) om de wijziging(en) op te slaan.
6.5
Een contactpersoon uit het telefoonboek
verwijderen
• Druk op de softtoets rechts om het telefoonboek te openen en daarna op Omhoog/
Omlaag om de contactpersoon te vinden
die u wilt verwijderen.
• Druk op Opties (Options) en daarna op
Omhoog/Omlaag om Verwijderen (Delete)
te selecteren en vervolgens op Ja (Yes) om
Verwijderen (Delete) te bevestigen.
NL
6.4
150
6.6
Een contactpersoon naar de telefoon
of de simkaart kopiëren
• Druk op de softtoets rechts om het telefoonboek te openen en daarna op Omhoog/
Omlaag om de contactpersoon te vinden
die u wilt kopiëren.
• Druk op Opties (Options) en daarna op
Omhoog/Omlaag om Kopiëren (Copy) te selecteren, druk op de softtoets links om naar de
telefoon (Phone) of de SIM (SIM) te kopiëren.
6.7
Een contact aan de blokkeerlijst
toevoegen
• Druk op de softtoets rechts om het telefoonboek te openen en daarna op Omhoog/
Omlaag om de contactpersoon te vinden die u
aan de blokkeerlijst (Blacklist) wilt toevoegen.
• Druk op Opties (Options) en daarna op
Omhoog/Omlaag om Toevoegen aan blokkeerlijst (Add to Blacklist) te selecteren en druk
op Yes (Ja) om te bevestigen.
Opmerking: Verzeker eerst dat Nummer in blokkeerlijst afwijzen (Reject numbers in blacklist) Aan
(On) staat, door het volgende pad in te stellen:
Instellingen (Settings) > Oproepinstellingen (Call
Settings) > Geavanceerde instellingen (Advanced
settings) > Blokkeerlijst (Blacklist) > Nummers in
blokkeerlijst afwijzen (Reject numbers in blacklist).
Wanneer het nummer eenmaal aan de blokkeerlijst is toegevoegd, kan dit nummer u niet langer
opbellen.
151
Telefoonboekinstellingen
In de stand-bymodus:
• Druk op de softtoets rechts of op Menu
(Menu), daarna op Omlaag naar Telefoonboek
(Phonebook). Druk daarna op OK (OK) om het
telefoonboekmenu te openen en op Opties
(Options).
• Ga Omlaag naar Telefoonboekinstellingen
(Phonebook settings) en selecteer om het
volgende weer te geven:
Extra nummers
Wanneer dit aanstaat, kunt u enkel
naar vaste nummers bellen; indien
ondersteund door een SIM-kaart.
Geheugentoestand
Toestand van het geheugen op de
SIM/telefoon weergeven
Contacten
kopiëren
Alle contacten kopiëren van de SIM
naar de telefoon of omgekeerd
Contacten
verplaatsen
Alle contacten verplaatsen van de
SIM naar de telefoon of omgekeerd
Alle contacten
verwijderen
Alle contacten op de SIM of
telefoon verwijderen
NL
6.8
152
7
GESPREKGESCHIEDENIS
Met deze functie kunt u de gespreksgeschiedenis
(Call history) bekijken. Als een oproep niet is beantwoord, wordt 1 gemiste oproep(en)
(1 missed call(s)) weergegeven totdat u op
Bekijken (View) of Terug (Back) drukt.
7.1
Nummers in het oproeplog bekijken
• Druk vanop het beginscherm/de stand-bymodus
om het oproepop Verbindingstoets (Talk)
log weer te geven of
• bekijk deze via het Menu (Menu) en Gesprekgeschiedenis (Call history); hier staan aparte
lijsten voor Gemiste oproepen (Missed calls),
Uitgaande gesprekken (Dialled calls), Inkomende gesprekken (Received calls), Oproeplogs
verwijderen (Delete call logs), Oproeptimers
(Call timers) en SMS-teller
(Text msg. counter).
• Druk op Menu (Menu), daarna op Omhoog/
Omlaag om Gesprekgeschiedenis (Call history)
te openen en druk daarna op OK (OK) om het
menu voor Gesprekgeschiedenis (Call history)
te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om alle oproeplogs
te selecteren die u wilt bekijken en druk op OK
(OK) om de geselecteerde lijst te openen.
• In een lijst kunt u op Omhoog/Omlaag drukken
om de gewenste invoer te vinden.
• Druk op Opties (Options) om de volgende lijst
met opties te openen:
153
Details van de geselecteerde
oproep bekijken, met inbegrip
van het nummer.
Bellen (Call)
Het geselecteerde nummer bellen.
SMS versturen
(Send text
message)
Stuur een SMS-bericht naar het
geselecteerde nummer.
Opslaan in
telefoonboek
(Save to
phonebook)
Sla het geselecteerde nummer op
in het telefoonboek.
Aan zwarte lijst
toevoegen
Het nummer toevoegen aan
de zwarte lijst
Verwijderen
Verwijder het geselecteerde
nummer uit het log.
NL
Bekijken (View)
154
8
SMS
Ontvangen SMS-berichten worden in het Postvak in
(Inbox) opgeslagen. Het pictogram geeft aan dat er
nieuwe berichten zijn.
Ook wordt “1 nieuw bericht” (New message 1
unread) weergegeven totdat u op Bekijken (View)
of Terug (Back) drukt.
8.1
Het SMS-menu openen
• Druk op Menu (Menu) om Berichten (Messages)
weer te geven.
• Druk op OK (OK) om Berichten (Messages) te
openen.
Bericht schrijven
(Write message)
Een nieuw bericht schrijven.
Postvak in
Ga naar uw Postvak in om
ontvangen berichten te lezen.
Concepten
Ga naar de opgeslagen concepten.
Postvak uit
Opgeslagen berichten die niet zijn
verzonden.
Verzonden (Sent
messages)
Opgeslagen berichten die zijn
verzonden.
Broadcastbericht
(Broadcast
messages)
Broadcast-berichten instellen en
opslaan
SMS- instellingen
SMS-instellingen
controleren of wijzigen.
155
8.2
Een tekstbericht (SMS) schrijven
en verzenden
Opmerking:
Als u tekst schrijft, gebruik dan de toets # om tussen (ABC), (abc), (Abc) of cijfers (123) te wisselen.
Opmerking:
Gebruik Omhoog/Omlaag en M1/M2 om de cursor te verplaatsen, Wissen (Clear) om letters te
verwijderen en de toets *
voor symbolen of
leestekens, of druk meerdere keren op de toets
1 voor meer.
• Druk voor verzenden op Opties (Options) en
kies dan Verzenden naar (Send to).
• Druk op OK (OK) om een nummer uit het telefoonboek toe te voegen of op Omhoog om een
Nummer in te voeren (Enter number), voer het
volledige nummer in en druk op OK (OK).
• Druk op Opties (Options) wanneer het nummer
is ingegeven en selecteer Zenden naar (Send
to) om het bericht te versturen.
Opmerking:
Wanneer een bericht verstuurd is wordt het ook bewaard in de map Verzonden (Sent), indien de optie
Verzonden berichten opslaan (Save sent messages)
NL
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging) te
openen
• Druk op OK (OK) om Bericht schrijven (Write
message) te openen
• Druk nog een keer op OK (OK) om een knipperende cursor weer te geven.
• Schrijf uw bericht met de cijfer-/lettertoetsen.
156
is geselecteerd in SMS (Messaging) > SMS-instellingen (SMS Settings). Als het bericht niet verzonden
is, wordt het opgeslagen in Postvak uit (Outbox).
Opmerking:
Als het bericht is verzonden, gaat de telefoon terug
naar de menulijst SMS (Messaging).
8.3
Uw berichten lezen
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging)
weer te geven en druk op OK (OK) om dit te
selecteren.
• Druk op Omlaag om het Postvak in (Inbox) te
kiezen en druk op OK (OK) om dit te selecteren.
• Druk op Omhoog/Omlaag om de berichten te
bekijken.
• Druk tijdens het bekijken van een bericht op Opties (Options) om het volgende weer te geven:
Bekijken (View)
Het bericht lezen.
Antwoorden (Reply)
Het bericht van de verzender
beantwoorden.
Verzender opbellen
(Call sender)
De verzender opbellen.
Doorsturen
(Forward)
Het bericht doorsturen naar
anderen.
Verwijderen
Het bericht verwijderen.
Alles verwijderen
(Delete all)
Alle berichten in het Postvak in
verwijderen. Opslaan in telefoonboek (Save to phonebook)
Sorteren op
Berichten sorteren op datum,
verzender, onderwerp,
ongelezen/gelezen,
berichtgrootte
157
Details
Het Postvak uit (Outbox) bekijken
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging)
weer te geven en druk op OK (OK) om dit te
selecteren.
• Druk op Omlaag voor Postvak uit (Outbox)
en druk op OK (OK) om dit te selecteren en
volg de menu’s.
8.5
Alle berichten verwijderen
U kunt met het menu Opties (Options) berichten uit
de mappen verwijderen.
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging)
weer te geven en druk op OK (OK) om dit te
selecteren.
• Druk op Omhoog/Omlaag om het Postvak
in (Inbox), Concepten (Drafts), Postvak uit (Outbox), of Verzonden (Sent messages) te kiezen.
Druk op Opties (Options) om de lijst met opties
te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om Alles verwijderen (Delete all) te selecteren en vervolgens op Ja
(Yes) om de gewenste berichten te verwijderen.
8.6
De SMS-instellingen aanpassen
• Druk op Menu (Menu) om SMS (Messaging)
weer te geven en druk op OK (OK) om dit te
selecteren.
• Druk op Omhoog/Omlaag voor SMS-instellingen
(SMS Settings) en op OK (OK) om te selecteren.
NL
8.4
Het nummer van de verzender
weergeven.
158
SIM
Het SMSC-adres,
Afleveringsverslag, Antwoordpad
en de Voicemailserver selecteren.
Geheugentoestand
De toestand van het geheugen van
de SIM/telefoon weergeven.
Verzonden
berichten
opslaan
Het opslaan van verzonden
berichten in- of uitschakelen
Aanbevolen
opslag
Telefoon of SIM
Lange
tekstberichten
In-/uitschakelen
SMS
Blokkeerlijst
De SMS Blokkeerlijst in-/
uitschakelen.
159
9
INSTELLINGEN
9.1 PROFIELEN
Met Profielen (Profiles) kunt u de geluiden van uw
telefoon eenvoudig aanpassen en ze aan uw situatie aanpassen.
Er zijn 4 profielen op de telefoon ingesteld –
Algemeen (General), Stil (Silent), Ontmoeting
(Meeting), Buitenshuis (Outdoor) – en elk profiel
heeft instellingen voor Oproeptype (Alert type),
Belsignaal (Ring type), Belvolume (Ring Volume),
Berichttoon (Message tone), Berichtvolume (Message volume), Toon toetsenbord (Keypad tone),
Toetsvolume (Keytone volume), Signaal voor in-/
uitschakelen (Power on/off tone) en Systeemsignaal
(System alert).
9.1.1.
Een profiel activeren
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan;
druk daarna op OK (OK) om het menu Profielen
(Profiles) te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om naar het gewenste profiel te gaan en druk op Opties (Options)
en selecteer Activeren (Activate).
NL
Hier kunt u verschillende instellingen op de
telefoon instellen en ze ook weer op de fabrieksinstellingen instellen.
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan
en druk op OK (OK) om te selecteren.
• Kies een optie uit de lijst die wordt
weergegeven.
160
9.1.2.
Een profiel aanpassen
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan;
druk daarna op OK (OK) om het menu Profielen
(Profiles) te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om naar het profiel
te gaan dat u wilt aanpassen en druk op Opties
(Options).
• Druk op Omlaag voor Aanpassen (Customize)
en druk op de softtoets links om te selecteren.
9.2
Telefooninstelling
Tijd en datum
De weergegeven tijd en datum
instellen.
In- en
uitschakelen
plannen
De tijd instellen en deze functie
activeren om het in- en uitschakelen
van uw telefoon te plannen.
Taal (Language)
De weergavetaal instellen.
Aanbevolen
Schrijftaal
(Writing
language)
De schrijftaal instellen.
Weergave
Een achtergrond instellen voor
het stand-byscherm of de weergave
van datum en tijd op het scherm
instellen.
Andere
instellingen
De achtergrondverlichting instellen.
9.3
Netwerkinstellingen
Het selecteren van het mobiele netwerk kan
ingesteld worden op: automatisch/manueel.
161
M1/M2-instellingen
• Druk op Menu (menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan
en druk op OK (OK) om te selecteren; druk vervolgens op Omlaag naar M1/M2-instelling (M1
M2 setting) en op OK (OK) om te selecteren.
• Voer het nummer voor M1 en M2 in, druk vervolgens op Opties (Options) om Opslaan (Save)
te selecteren en op Ja (Yes) om de instellingen
op te slaan. Houd de toets M1/M2 in de
stand-bymodus ingedrukt om de nummers
opgeslagen onder M1 of M2 te kiezen.
9.5
Beveiliging
Hier kunt u de veiligheid van uw telefoon beheren.
SIMbeveiliging
(SIM
security)
De SIM-blokkering instellen: U hebt
een pincode nodig als u de telefoon
inschakelt en als u het wachtwoord wilt
wijzigen.
Opmerking: Bij sommige simkaarten kan
dit niet worden uitgeschakeld.
Waarschuwing: Als u drie keer een
verkeerde pincode invoert, wordt de
simkaart geblokkeerd en moet u de
pukcode instellen of contact opnemen
met uw SIM-leverancier om de telefoon
te deblokkeren of een nieuwe pincode in
te stellen. De pin- en pukcodes worden
bij uw simkaart geleverd.
Beveiliging
telefoon
(Phone
security)
Het telefoonslot instellen zodat de
pincode moet worden ingevoerd bij
het inschakelen van de telefoon en
het wijzigen van het wachtwoord. De
standaardpincode is 1122.
NL
9.4
162
9.6
Bluetooth
Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan; druk
op OK (OK) en daarna op Omlaag naar Verbindingen (Connectivity) om te selecteren en op OK (OK)
om Bluetooth (Bluetooth) in te stellen.
Status
Bluetooth in-/uitschakelen.
Zichtbaarheid
Bluetooth al dan niet zichtbaar maken.
Mijn apparaat
Een nieuw toestel zoeken en
koppelen; de gekoppelde toestellen
worden hier opgeslagen.
Audioapparaat zoeken
Een hoofdtelefoon voor Bluetooth
zoeken en koppelen.
Mijn naam
Uw Bluetoothnaam wijzigen.
Geavanceerd
Uw Bluetoothadres weergeven en het
audiopad : in uw telefoon instellen /
doorsturen naar uw hoofdtelefoon
voor Bluetooth.
9.7
Belinstellingen
Hier kunt u de volgende belopties instellen of
wijzigen:
Wisselgesprek
(Call waiting)
Wisselgesprek activeren, waarbij
u op de Verbindingstoets (Talk)
kunt drukken om een 2e oproep te
beantwoorden, terwijl de 1e oproep
in de wacht wordt gezet.
Oproep
omleiden
(Call divert)
Diverse opties voor oproep omleiden
instellen.
Gesprek
blokkeren
(Call barring)
Het maken en ontvangen van
oproepen beperken.
Blokkeerlijst
(Blacklist)
Blokkeerlijst voor inkomende
oproepen in-/uitschakelen,
nummers op blokkeerlijst zetten.
Automatisch
herhalen
(Auto redial)
Automatisch herhalen instellen voor
niet-gelukte oproepen.
Herinnering
gesprekstijd
(Call time
reminder)
Een enkele of regelmatige tijd
instellen voor een herinnering van de
gesprekstijd tijdens oproepen.
Verwerpen
door SMS
(Reject by
SMS)
Indien deze functie is ingeschakeld,
wordt er een SMS naar de beller
verzonden wanneer u een oproep
verwerpt.
Antwoordmodus (Answer mode)
Elke toets/Automatisch
beantwoorden inschakelen in
hoofdtelefoonmodus.
Opmerking:
Sommige netwerkfuncties zijn mogelijk niet
overal beschikbaar, dus neem voor meer informatie
over de beschikbaarheid contact op met uw
SIM-leverancier.
9.8
Instellingen herstellen
Hier kunt u de telefoon weer op de begininstellingen instellen. Hiervoor hebt u het wachtwoord voor
uw telefoon nodig (standaard = 1122)
NL
163
164
10
SOS-INSTELLING
Houd de toets SOS 3 seconden in de stand-bymodus ingedrukt terwijl het display is ingeschakeld
om een noodoproep te maken.
U hoort een sirene via de luidspreker en daarna
wordt het noodbericht naar de maximaal vijf
geprogrammeerde SOS-nummers gestuurd.
De telefoon belt daarna het eerste geprogrammeerde noodnummer. Als het eerste nummer in
gesprek is of niet binnen 30 sec wordt beantwoord,
dan wordt het 2e nummer gebeld en vervolgens
het 3e, 4e en 5e. Als er nog steeds niemand kan
worden bereikt, worden de oproepen herhaald. Als
u een noodoproep ontvangt, moet u op cijfertoets
“0” op de ontvangende telefoon drukken om de
procedure te stoppen.
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan
en druk op OK (OK) om te selecteren; druk
daarna op Omlaag naar SOS-instelling (SOS
Setting) en op OK (OK) om te selecteren.
• Toestand: AAN/UIT (ON/OFF) gebruik M1/M2
om de SOS-toets in of uit te schakelen.
Nummer 1-5: voer tot 5 telefoonnummers in
voor SOS-oproepen en SOS-berichten
Bericht: dit is het SOS-bericht dat wordt verzonden wanneer de SOS-toets wordt ingedrukt.
Deze tekst kan bewerkt worden.
• Druk op de Eindtoets (End key)
om terug te
keren naar de stand-bymodus.
Opmerking: Zelfs als het scherm is vergrendeld en
uitstaat, is de SOS-toets geactiveerd.
165
11
HULPMIDDELEN
• Druk op Menu (Menu) en op Omlaag naar
Hulpmiddelen (Tools) en vervolgens op OK (OK)
om te selecteren.
Ga met de headset aangesloten naar FM-radio
(FM radio) en de FM (FM) wordt automatisch geactiveerd. Op het display staat de radiofrequentie
of het kanaal en de huidige geluidssterkte.
• Druk op de toets Omhoog/Omlaag om de
frequentie handmatig aan te passen.
• Druk op de toets Geluid -\+ om de geluidssterkte aan te passen.
• Druk op M1/M2 om de kanalen links/rechts te
doorlopen.
• Druk op de softtoets rechts om FM (FM) te
verlaten.
• Druk op Opties (Options) voor de volgende
opties:
Kanaallijst
(Channel list)
Een lijst met radiostations openen die
u kunt beluisteren, verwijderen
of bewerken.
Handmatige
invoer (Manual input)
Handmatig een nieuwe frequentie voor
beluisteren invoeren.
Automatisch
zoeken (Auto
search)
Scannen naar radiostations en de
kanalen opslaan in de kanaallijst.
instellingen
Op achtergrond afspelen instellen,
de luidspreker in-/uitschakelen.
NL
11.1 FM-radio
166
Opmerking:
In de achtergrond afspelen (BG play), druk, als de
radio is ingeschakeld, op Einde gesprek (End Call)
om terug te keren naar de stand-bymodus of
andere functies op de handset te gebruiken, maar
de FM-radio op de achtergrond te blijven horen.
11.2 Kalender
Open een kalender om de opties voor huidige
maand weer te geven.
Naar datum
(Jump to date)
Naar een specifieke datum gaan.
Ga naar vandaag
(Go to today)
Naar vandaag gaan.
Weekweergave
(Go to weekly
view)
Een weekweergave tonen.
11.3 Wekker
U kunt tot vier alarmtijden instellen. Als het alarm
wordt geactiveerd, druk op de softtoets links om
het alarm te stoppen of op de softtoets rechts om
de sluimerfunctie te starten als er een sluimertijd is
ingesteld.
11.4 Wereldklok
• Druk op M1/M2 om van tijdzone te veranderen.
• Druk op Opties (Options) en vervolgens op OK
(OK) om Zomertijd voor vreemde stad (Daylight saving time for foreign city) Aan/Uit (On/
Off) te schakelen.
167
U kunt de rekenmachine gebruiken om
eenvoudige optel-, aftrek-, vermenigvuldigingsen deelberekeningen te maken.
• Druk op de cijfertoetsen [0-9,#] om cijfers in
te voeren.
• Druk op de softtoets links om de som
te berekenen.
• Druk op Wissen (Clear) om de cijfers te
verwijderen of te wissen.
• Druk op de toetsen Omhoog/Omlaag om
cijfers toe te voegen of te verwijderen.
• Druk op M1/M2 voor vermenigvuldigen
en delen.
NL
11.5 Rekenmachine
168
12
SPELLEN
Druk op Menu (Menu) en vervolgens op Omlaag
naar Spellen (Games); druk op OK om te selecteren
en opnieuw op OK om Slang (Snake) te selecteren:
Controleer de richting van de slang om voedsel
op te eten; hoe meer de slang eet hoe langer hij
wordt. U moet vermijden de muur of de staart van
de slang te raken.
Alvorens met het spel te beginnen, kunt u het spelniveau selecteren of naar Spelinstellingen (Games
settings) gaan om gerelateerde instellingen, het
geluidseffect en het geluidsniveau te wijzigen.
169
VEILIGHEID EN
VOORZORGSMAATREGELEN
Wanneer u uw telefoon gebruikt, dient u steeds
enkele fundamentele veiligheidsvoorschriften in
acht te nemen om het risico op brand, elektrische
schokken en letsel te beperken:
1. Schakel de telefoon uit in de buurt van
chemische installaties, benzinestations of
andere locaties met explosieve voorwerpen.
2. Maak tijdens het autorijden voor de veiligheid gebruik van de handenvrije voorziening
(afzonderlijk aan te schaffen). Zet de auto aan de
kant van de weg als u wilt bellen, behalve in een
noodgeval.
3. Schakel de telefoon uit wanneer u aan boord
van een vliegtuig stapt en schakel de telefoon
tijdens de vlucht niet in.
4. Wees voorzichtig wanneer u de mobiele telefoon gebruikt in de buurt van apparaten zoals
pacemakers, gehoortoestellen en andere
elektrische medische apparaten die door de
mobiele telefoon kunnen worden gestoord.
5. Probeer nooit om de telefoon zelf te
demonteren.
6. Laad de telefoon niet op wanneer er geen
batterij is geplaatst.
7. Laad de telefoon op in een goed geventileerde
omgeving en houd hem uit de buurt van
ontvlambare en zeer explosieve voorwerpen.
8. Houd de handset uit de buurt van magnetische
voorwerpen, zoals magneetkaarten of creditcards, om demagnetisering te voorkomen.
NL
13
170
9. Houd de telefoon uit de buurt van vloeistoffen. Wanneer de telefoon doorweekt raakt of
er erosie optreedt, moet u de batterij uit het
toestel verwijderen en contact opnemen met de
leverancier.
10. Gebruik de telefoon niet in omgevingen met
zeer hoge of lage temperaturen. Stel de telefoon niet langere tijd bloot aan direct zonlicht,
een hoge vochtigheid of een stoffige omgeving.
11. Gebruik geen vloeistof of andere natte middelen met sterke reinigingsmiddelen om de
handset te reinigen.
13.1 De batterij opladen
Uw toestel is uitgerust met een oplaadbare batterij.
Een nieuwe batterij zal pas optimaal werken na
twee of drie volledige laad- en ontlaadcycli. De
batterij kan honderden keren worden opgeladen
en ontladen maar zal op den duur slijten. Wanneer
de gespreks- en stand-bytijden merkbaar korter
worden dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde batterijen en
laad de batterij uitsluitend op met goedgekeurde
laders die specifiek zijn bedoeld voor dit toestel.
Wanneer een vervangende batterij voor het eerst
wordt gebruikt of wanneer de batterij langere tijd
niet is gebruikt, kan het nodig zijn om de lader aan
te sluiten, los te koppelen en opnieuw aan te sluiten om het opladen van de batterij te starten.
Haal de lader uit het stopcontact en het apparaat
als u de lader niet gebruikt. Laat een volledig
opgeladen batterij niet aangesloten op een lader,
aangezien de levensduur kan worden verkort door
overladen. Wanneer een volledig opgeladen bat-
terij langere tijd niet wordt gebruikt, neemt het
batterijvermogen na verloop van tijd af.
Wanneer de batterij volledig is ontladen, kan het
enkele minuten duren voordat het laadlampje op
het display verschijnt of voordat u met het toestel
kunt bellen. Gebruik de batterij uitsluitend voor het
bedoelde gebruik. Gebruik nooit een lader of batterij die is beschadigd.
Zorg dat u de batterij niet kortsluit. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp
zoals een munt, clip of pen direct contact maakt
met de positieve (+) en negatieve (-) polen van de
batterij. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u
een reservebatterij in uw zak of tas bewaart. Door
kortsluiting van de polen kan de batterij of het
betreffende voorwerp beschadigd raken.
Laat de batterij niet achter op zeer warme of koude
locaties, zoals een afgesloten auto in zomerse of
winterse omstandigheden, omdat dit de capaciteit
en levensduur van de batterij kan verkorten.
Een toestel met een zeer warme of koude batterij
zal mogelijk tijdelijk niet werken, zelfs niet wanneer
de batterij volledig is opgeladen. Met name bij
temperaturen onder nul zal de batterij minder goed
werken.
Gooi batterijen niet in het vuur, aangezien ze kunnen
exploderen. Batterijen kunnen ook exploderen als ze
zijn beschadigd. Voer batterijen af overeenkomstig
de plaatselijke voorschriften. Recycle ze waar mogelijk. Gooi ze niet weg als huishoudelijk afval.
Opmerking:
De werkelijke levensduur van de batterij hangt af
van de werkingsmodus, netwerkinstellingen en
oproepinstellingen.
NL
171
172
Opmerking:
• Om de veiligheid te waarborgen, mag u onderdelen en accessoires van de batterij niet zelf
vervangen en mag u de batterijbehuizing niet
verwijderen.
• We adviseren u om uitsluitend gebruik te maken
van de originele batterij die bij uw telefoon is
geleverd, om schade aan uw telefoon te voorkomen.
• Het temperatuurbereik voor het opladen van de
telefoon is 0 °C - 40 °C. Laad de batterij niet op
bij zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de mobiele telefoon niet tijdens het
opladen.
13.2 Overige veiligheidsinformatie
De eenheid en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
13.3 Gebruiksomgeving
Houd u aan de regels die van toepassing zijn op de
locatie waar u zich bevindt en schakel het toestel
altijd uit op locaties waar het gebruik niet is toegestaan, om te voorkomen dat het toestel storingen
of gevaar veroorzaakt. Gebruik de toestellen enkel
in de normale gebruikspositie.
Dit toestel voldoet aan de richtlijnen voor straling
wanneer het wordt gebruikt in een normale positie
bij uw oor of wanneer het op minstens 2,2 cm van
uw lichaam wordt gehouden.
Als het toestel dicht bij uw lichaam in een hoes,
173
13.4 Medische apparatuur
Het gebruik van apparatuur die radiosignalen
uitzendt, zoals mobiele telefoons, kan de werking
van onvoldoende beschermde medische apparatuur verstoren. Raadpleeg een arts of de fabrikant
van de apparatuur om te bepalen of dergelijke apparatuur voldoende beschermd is tegen externe radiosignalen. Raadpleeg ze ook als u andere vragen
hebt. Wanneer u ergens bordjes ziet waarop staat
dat het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, dient u zich hieraan te houden. Ziekenhuizen
en andere zorginstellingen maken soms gebruik
van apparatuur die gevoelig kan zijn voor
externe radiosignalen.
13.5 Pacemaker
Pacemakerfabrikanten adviseren een afstand van
minimaal 15 cm tussen een mobiele telefoon en
een pacemaker om het risico op verstoring van
de pacemaker te vermijden. Deze aanbevelingen
komen overeen met onafhankelijk onderzoek en
NL
riemhouder of andere houder wordt gedragen,
mogen deze geen metaal bevatten en moet het
product op de hierboven aangegeven afstand van
uw lichaam worden geplaatst.
Onderdelen van het toestel zijn magnetisch.
Het toestel kan metalen voorwerpen aantrekken.
Bewaar geen creditcards of andere magnetische
voorwerpen in de buurt van het toestel, aangezien
de hierop opgeslagen gegevens kunnen
worden gewist.
174
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Personen met een pacemaker moeten:
• het toestel niet in een borstzak dragen;
• het toestel bij het oor houden dat het verst van
de pacemaker verwijderd is, om het risico op
storing te beperken.
Als u vermoedt dat er een risico op storing bestaat,
moet u het toestel uitschakelen en het op grotere
afstand houden.
13.6 Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze toestellen kunnen de
werking van sommige gehoorapparaten verstoren.
13.7 Voertuigen
Radiosignalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in motorvoertuigen (zoals elektronische brandstofinspuiting, ABS-remmen, automatische cruisecontrol, airbagsystemen) die verkeerd
zijn geïnstalleerd of onvoldoende zijn beschermd.
Neem contact op met de fabrikant of zijn vertegenwoordiger voor meer informatie over uw voertuig of
eventuele aanvullende apparatuur.
Voor voertuigen met airbags: houd er rekening mee
dat airbags met veel kracht worden opgeblazen.
Plaats voorwerpen, inclusief vaste of draagbare
radioapparatuur, niet in de ruimte boven de airbag
of in de ruimte waar deze mogelijk wordt opgeblazen. Er kan ernstig letsel ontstaan als de mobiele
telefoonapparatuur verkeerd is geïnstalleerd en de
airbags zich met lucht vullen.
13.8 Explosiegevaarlijke omgevingen
Schakel het toestel altijd uit wanneer u zich bevindt
in een omgeving waar explosiegevaar bestaat en
volg alle waarschuwingsborden en instructies op.
Explosiegevaar bestaat in omgevingen zoals die
waar u gewoonlijk wordt verzocht om de motor van
uw auto af te zetten. In een dergelijke omgeving
volstaat een vonk om een explosie of brand te
veroorzaken, met lichamelijk letsel of zelfs de dood
tot gevolg.
Schakel het toestel uit bij benzinestations, dus in de
buurt van benzinepompen en garages.
Volg de beperkingen die voor het gebruik van radioapparatuur gelden in de buurt van locaties waar
brandstof wordt opgeslagen en verkocht, chemische fabrieken en locaties waar
opblaaswerkzaamheden bezig zijn.
Gebieden met explosiegevaar worden meestal –
maar niet altijd – duidelijk aangegeven.
13.9 Noodoproepen
Belangrijk!
Mobiele telefoons maken gebruik van radiosignalen
en het mobiele-telefoonnetwerk. Dit betekent dat
een verbinding onder alle omstandigheden niet kan
worden gegarandeerd.
Vertrouw daarom nooit enkel op een mobiele
telefoon voor belangrijke oproepen zoals medische
noodoproepen.
NL
175
176
14
GARANTIE EN SERVICE
De telefoon wordt geleverd met 24 maanden
garantie vanaf de aankoopdatum vermeld op uw
aankoopbon. Onder deze garantie vallen geen
storingen of defecten als gevolg van ongevallen,
verkeerd gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, blikseminslag, knoeien met de apparatuur
of pogingen om het toestel aan te passen of te
repareren die niet door goedgekeurde servicepunten zijn uitgevoerd.
Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs.
14.1 Tijdens de garantieperiode
• Doe alle onderdelen van uw telefoon in
de verpakking.
• Breng het toestel terug naar de winkel
waar u het hebt gekocht en neem uw
aankoopbon mee.
• Vergeet ook de netvoedingsadapter niet
(indien van toepassing).
14.2 Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder de garantie valt,
kunt u contact met ons opnemen via
www.aegtelephones.eu
177
TECHNISCHE INFORMATIE
Standaard: GSM Mobiel
Frequentiebereik: GSM900/DCS1800
Systeem: Phase 2+
Gebruikstijden: in stand-by ongeveer: 400 uur
(met volledig opgeladen batterij)
Gesprekstijd: 4 uur
Laadtijd: < 5 uur
Temperatuurbereik: Bedrijfstemperatuur:
0 °C tot 40 °C
Opslag: -20 °C tot 60 °C
Handsetbatterij: batterijpak 3.7 V DC, 800 mAh
Adapter:
Ingang: 100-240 V AC, 50/60 Hz,
Max 0,15 A
Uitgang: 5,0 V DC, 550 mA
NL
15
178
16
CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten
en andere relevante voorschriften van de
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
U vindt de conformiteitsverklaring op:
www.aegtelephones.eu
1313
179
HET TOESTEL AFVOEREN
(MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het product
mag u dit product niet weggooien met het normale
huishoudafval, maar moet u het product naar een
inzamelingspunt voor de recycling van elektrische
en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt
aangegeven met het symbool op het product, in
de gebruikershandleiding en/of op de verpakking.
Sommige productmaterialen kunnen worden hergebruikt als u ze naar een inzamelingspunt brengt.
Door sommige onderdelen of grondstoffen van
gebruikte producten aan te bieden voor hergebruik
levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het milieu. Neem contact op met de
plaatselijke autoriteiten voor meer informatie over
de inzamelingspunten in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijderd voordat
het toestel wordt weggegooid. Gooi de batterijen
op een milieuvriendelijke manier weg, volgens de
voorschriften van uw land.
NL
17
180
18
PROBLEMEN OPLOSSEN
“Oproep
mislukt” (Call
failed) wordt
weergegeven
Controleer of u het juiste nummer hebt
gekozen, met netnummer.
Simkaart
geplaatst –
alleen noodoproepen
mogelijk
Sommige simkaarten zijn dunner
dan andere. Druk voorzichtig op de
simkaarthouder zodat de kaart goed
contact maakt.
Het display
van de
mobiele
telefoon is
leeg (scherm
uit).
De telefoon is uitgeschakeld. Druk
3 seconden op de toets in-/uitschakelen
om de telefoon weer in te
schakelen.
Buiten uw
eigen land
bellen
Als u niet via uw eigen netwerkprovider belt, kan uw telefoon verbinding
maken met een ander GSM-netwerk.
Het scherm staat in de energiebesparende modus. Druk op een toets om
de telefoon weer in te schakelen.
Neem contact op met uw netwerkprovider voor eventuele kosten die u moet
betalen bij het gebruik van uw telefoon
in het buitenland.
Kunt u een
noodoproep
maken zonder signaal of
beltegoed?
U kunt niet bellen als de telefoon geen
signaal heeft.
Als Limited Service of SOS op uw
display wordt weergegeven, kan de
telefoon geen signaal van uw netwerk
ontvangen of hebt u geen beltegoed
meer en kunt u alleen het noodnummer 112 bellen.
U kunt 112 ook bellen als uw telefoon
geen beltegoed meer heeft.
Hoe kan ik
de ontvangst
verbeteren?
Als het signaal zwak is, ga dan ergens
anders staan om te bellen of een gesprek te hervatten; als u bijvoorbeeld
binnen bent, kunt u bij het raam gaan
staan. De ontvangst is meestal slecht
in liften, in tunnels, in de metro en in
parkeergarages.
Kan ik ervoor
zorgen dat
mijn telefoonnummer
niet wordt
weergegeven?
Als u niet wilt dat iemand anders uw
telefoonnummer ziet als u belt, neem
contact op met uw serviceprovider.
(Deze netwerkservice is mogelijk niet
beschikbaar.)
Geen reactie
wanneer u
een toets
indrukt?
Schuif de knop voor de toetsenvergrendeling rechts op de handset
omlaag om het toetsenbord te ontgrendelen.
Wanneer
worden er
kosten berekend bij het
bellen?
Er worden kosten berekend als uw
oproep door iemand anders of een
antwoordapparaat wordt aangenomen. Er worden geen kosten berekend
voor het schrijven of ontvangen van
een SMS, alleen wanneer u een SMS
verstuurt, en er worden geen kosten
berekend voor telefoonfuncties, zoals
de wekker.
Heb ik
mijn SMS
verzonden?
Als uw SMS in de map verzonden
berichten staat, dan is het bericht
verstuurd. U kunt ook een bevestiging krijgen als de SMS is afgeleverd:
stel dan Afleveringsverslag (Delivery
report) in bij Berichten (Messages) >
SMS-instellingen (SMS Settings) >
SIM (SIM). Of neem contact op met
uw aanbieder.
NL
181