•
Regeling van de veiligheidsthermostaat
-
Zet de veiligheidsthermostaat op 60 °C (fig. 4).
•
Inwerkingstelling
-
Zie de gebruiksaanwijzingen van de stookketel.
•
Regelingen van de parameters in functie van de
installatie
-
Zie de gebruiksaanwijzingen van de stookketel.
•
Vloerverwarming
-
De hooglimiet van de vertrektemperatuur te regelen,
lijn 72 = 50 °C (met ruimtevoeler QAA73)
of
-
De hooglimiet van de vertrektemperatuur te regelen,
lijn H 507 = 50 °C (zonder ruimtevoeler QAA73)
-
Programmeer de uren van de verwarmingsperiodes
zonder verlaagde modus.
of
-
Programmeer de uren van de verwarmingsperiodes
re k e nin g ho u d en d met de t r a a g h ei d van de
vloerverwarming.
• Oververhittingsveiligheid
De veiligheidsthermostaat (geregeld op 60°C),
c o n t r o l e e r t d e t e m p e r a t u u r v a n h e t ve r t r e k
verwarmingsketel. Deze stopt de circulatiepomp
wa n n e e r d e t e m p e r a t u u r v a n h e t v e r t r e k
verwarmingsketel de insteltemperatuur van de
thermostaat overschrijdt.
- De knop losdraaien en herwapenen wanneer de
watertemperatuur opnieuw normaal geworden is
(fig. 5) (20 tot 25°C onder de uitschakeltemperatuur).
Indien dit incident zich herhaalt, de installateur
verwittigen.
•
Wisselstukken
. 1 109349 Kabelboom ................. 01
. 2 178985 Veiligheidsthermostaat ........... 01
4 Gebruiksaanwijzing “1269”
Kit rechtstreekse vloerverwarming - code 073446
Fig. 4 - Regeling van de veiligheidsthermostaat
Regel op 60 °C
Fig. 5 - Toegang beveiligingsthermostaat
(oververhitting)
1
2