Documenttranscriptie
Original Instruction Manual
Instructions d’emploi d’origine
Originalbetriebsanleitung
Manuale di istruzioni originale
Originele gebruiksaanwijzing
Instrucciones de manejo originales
Instruções de serviço original
Original brugsanvisning
Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών
Important:
Read this instruction manual carefully before putting the Power Cutter into operation and strictly observe the safety regulations!
Keep this instruction manual!
Important :
Veuillez lire attentivement ce mode d’emploi avant d’utiliser la découpeuse thermique et respectez strictement les consignes de sécurité !
Conservez ce mode d’emploi !
Wichtig:
Lesen Sie vor Verwendung des Trennschleifers diese Bedienungsanleitung aufmerksam durch und halten Sie die Sicherheitsregeln strikt
ein!
Bewahren Sie diese Bedienungsanleitung auf!
Importante:
Leggere attentamente il presente manuale di istruzioni prima di mettere in funzione la sega circolare e rispettare scrupolosamente le norme
per la sicurezza.
Conservare il manuale di istruzioni.
Belangrijk:
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de doorslijpmachine in gebruik neemt en houdt u te allen tijde aan de
veiligheidsinstructies!
Bewaar deze gebruiksaanwijzing!
Importante:
Lea atentamente este manual de instrucciones antes de utilizar el cortador y cumpla estrictamente la normativa de seguridad.
Conserve este manual de instrucciones.
Importante:
Leia cuidadosamente este manual de instruções antes de utilizar a Cortadora a Gasolina e cumpra todas as normas de segurança!
Guarde este Manual de instruções!
Vigtigt:
Læs denne brugsanvisning omhyggeligt igennem inden du anvender den skæremaskinen og overhold sikkerhedsbestemmelserne til
mindste detalje!
Gem denne brugsanvisning!
Σημαντικό:
Πριν θέσετε σε λειτουργία τον Βενζινοκίνητο Κόφτη διαβάσετε προσεχτικά το εγχειρίδιο οδηγιών και εφαρμόσετε αυστηρά τους κανονισμούς
ασφαλείας.
Κρατήστε αυτό το εγχειρίδιο χρήσης!
PC-7612V
PC-7614V
Nederlands
(Originele instructies)
Hartelijk dank voor uw aanschaf van een
DOLMAR-product!
Inhoud
Gefeliciteerd met uw keuze voor een DOLMAR-doorslijpmachine!
Wij zijn ervan overtuigd dat u zeer tevreden zult zijn over dit
moderne stuk gereedschap.
Wij willen dat u tevreden bent over uw DOLMAR-product.
Om een optimale werking en optimale prestaties van uw
doorslijpmachine te garanderen, en om uw persoonlijke veiligheid te
garanderen, verzoeken wij u het volgende te doen:
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de
doorslijpmachine voor het eerst in gebruik neemt en houdt
u te allen tijde aan de veiligheidsinstructies! Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan dat leiden tot
ernstig letsel of zelfs de dood!
Inhoud van de verpakking ......................................................... 107
Pagina
Verpakking ..................................................................................106
Symbolen ....................................................................................107
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN ............................ 108
Algemene voorzorgsmaatregelen .......................................... 108
Veiligheidsuitrusting ............................................................... 108
Brandstof en bijvullen ............................................................. 109
In gebruik nemen ................................................................... 109
Doorslijpschijven .................................................................... 110
Terugslag en vastlopen .......................................................... 111
Gedrag tijdens het werk / Werkwijze ...................................... 111
Doorslijpen van metaal........................................................... 112
Doorslijpen van steen en beton.............................................. 112
Vervoer en opslag .................................................................. 113
Onderhoud ............................................................................. 114
EHBO ..................................................................................... 114
Technische gegevens ................................................................ 115
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Ondergetekenden, Tamiro Kishima en Rainer Bergfeld, als
erkende vertegenwoordigers van Dolmar GmbH, verklaren dat
de DOLMAR-machine(s):
Aanduiding van de machine: Doorslijpmachine
Modelnr./Type: PC-7612V en PC-7614V
Technische gegevens: zie de tabel “Technische gegevens”.
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen
of genormaliseerde documenten:
EN ISO 19432
De technische documentatie wordt bewaard door:
Dolmar GmbH,
Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ,
D-22045 Hamburg
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn
2000/14/EC was is Overeenstemming met annex VIII.
Officiële instantie:
TÜV Rheinland LGA Products GmbH
Tillystraße 2
D-90431 Nürnberg
Identificatienr. 0197
Gemeten geluidsvermogenniveau: 113 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 114 dB (A)
Naam en plaats van de onderdelen .......................................... 116
IN GEBRUIK NEMEN .................................................................. 117
De doorslijpschijf aanbrengen ................................................ 117
Aandrijfriem spannen / Aandrijfriemspanning controleren...... 118
Vóór gebruik ........................................................................... 118
Gebruik ........................................................................................120
Starten.................................................................................... 120
De carburator afstellen ..............................................................121
ONDERHOUD ..............................................................................121
Aandrijfriem ........................................................................... 122
De beschermkap reinigen ...................................................... 122
Het luchtfilter reinigen/vervangen........................................... 123
De bougie onderhouden......................................................... 124
Het brandstoffilter vervangen ................................................. 124
De trekstartinrichting reinigen ................................................ 125
De positie van de slijpkop veranderen (midden/zijkant) ......... 126
SPECIALE ACCESSOIRES ........................................................ 127
Diamantdoorslijpschijven ....................................................... 127
Slijpwagen .............................................................................. 127
Watertank (onderdeel van de slijpwagen) .............................. 127
Waterleidingnetwerk/waterspuitsysteem ................................ 127
Onderhoudsschema ...................................................................128
14. 1. 2011
Storingzoeken .............................................................................129
Problemen oplossen ..................................................................130
Opslag .........................................................................................131
Tamiro Kishima
Hoofddirecteur
Rainer Bergfeld
Hoofddirecteur
Verpakking
Uw DOLMAR-doorslijpmachine is verpakt in een kartonnen doos
om beschadiging tijdens transport te voorkomen.
Karton is een ruw basismateriaal en kan daarom opnieuw worden
gebruikt en is geschikt om te recyclen (oud papier recyclen).
106
Inhoud van de verpakking
2
3
4
5
1.
2.
3.
4.
5.
Doorslijpmachine
Combinatiesleutel 13/19 AF
Stersleutel
Schroevendraaier voor afstellen van carburateur
Adapterring (Gereedschappen in bepaalde landen hebben
deze ring mogelijk niet nodig.)
6. Gebruiksaanwijzing (niet afgebeeld)
1
In het geval dat een van de vermelde onderdelen niet in de
verpakking aanwezig is, neemt u contact op met uw verkoper.
Symbolen
Op de doorslijpmachine en in de gebruiksaanwijzing vindt u de volgende symbolen:
Lees de gebruiksaanwijzing en
volg de waarschuwingen en
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen op!
Nooit cirkelzaagbladen gebruiken!
Bijzondere zorg en voorzichtigheid!
Gebruik nooit defecte scheidingsschijven!
Verboden!
Motor handmatig starten
Draag een veiligheidshelm, gezichtsen gehoorbescherming, en gebruik
ademhalingbeschermingsapparatuur!
Zet de motor uit!
Draag veiligheidshandschoenen!
Waarschuwing! Terugslag!
Verboden te roken!
Brandstof (benzine)
Geen open vuur!
EHBO
Draairichting van de doorslijpschijf
Recyclen
WAARSCHUWING: de maximale
omtreksnelheid van de doorslijpschijf is
80 m/s!
CE-symbool
Afmetingen van de doorslijpschijf
107
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN
Algemene voorzorgsmaatregelen
- De gebruiker MOET deze gebruiksaanwijzing lezen om een veilige
bediening te garanderen (zelfs als u reeds ervaring hebt in het gebruik van
een doorslijpmachine). Het is belangrijk bekend te zijn met de bediening van
deze specifieke doorslijpmachine. Gebruikers die onvoldoende geïnformeerd zijn,
brengen zichzelf en anderen in gevaar als gevolg van onjuist omgaan met het
gereedschap.
- Laat alleen personen die ervaring hebben in het werken met doorslijpmachines
met dit gereedschap werken. Wanneer u iemand anders met de doorslijpmachine
laar werken, moet u deze gebruiksaanwijzing erbij geven.
- Mensen die de doorslijpmachine voor het eerst gaan gebruiken, moeten een
specialist vragen hen te instrueren in het werken met een benzinemotoraangedreven doorslijpmachine.
- Kinderen en personen onder 18 jaar mogen deze doorslijpmachine niet bedienen.
Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter de doorslijpmachine gebruiken
om te oefenen, zolang ze onder toezicht staan van een gekwalificeerde
begeleider.
- Werken met een doorslijpmachine vereist een hoge mate van concentratie.
- Gebruik de doorslijpmachine alleen als u in goede lichamelijke conditie bent.
Als u vermoeid bent, kunt u zich minder goed concentreren. Wees met name
voorzichtig aan het einde van de werkdag. Werk altijd rustig en voorzichtig. De
gebruiker is aansprakelijk ten opzichte van anderen.
- Werk nooit terwijl u onder invloed bent van drugs, alcohol, medicijnen of andere
stoffen die een negatieve invloed kunnen hebben op uw gezichtsvermogen,
behendigheid of beoordelingsvermogen.
- Een brandblusser moet beschikbaar zijn in de onmiddellijke nabijheid.
- Asbest en andere materialen waaruit giftige stoffen kunnen vrijkomen
mogen alleen worden doorgeslepen na het treffen van de benodigde
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en na het melden bij de betreffende autoriteiten
en onder hun supervisie of van iemand die door hen is aangewezen.
1
2
Veiligheidsuitrusting
- Om letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten te voorkomen en om uw
gehoor te beschermen, moet de volgende veiligheidsuitrusting worden
gebruikt tijdens het werken met de doorslijpmachine:
- Het type kleding moet geschikt zijn, d.w.z. deze moet nauwsluitend zijn zonder
u te hinderen. Kleding waarin stukjes materiaal zich kunnen ophopen (in
omgeslagen broekspijpen, openstaande broek- en borstzakken, enz.) mag niet
worden gedragen, met name niet tijdens het doorslijpen van metaal.
- Draag geen sierraden of kleding die gegrepen kan worden of kan afleiden van de
bediening van de doorslijpmachine.
- Het is noodzakelijk een veiligheidshelm te dragen wanneer u met de
doorslijpmachine werkt. U moet de veiligheidshelm (A) regelmatig controleren
op beschadigingen en deze na uiterlijk 5 jaar vervangen. Gebruik alleen
goedgekeurde veiligheidshelmen.
- Het spatscherm (B) van de helm beschermt het gezicht tegen stof en stukjes
materiaal. Om verwondingen aan ogen en gezicht te voorkomen, moet u
altijd een veiligheidsbril (C) of spatscherm dragen tijdens het werken met de
doorslijpmachine.
- Om gehoorbeschadiging te voorkomen, draagt u altijd geschikte, persoonlijke
gehoorbescherming (oorbeschermers (D), oordopjes, enz.). Octaafbandanalyse
op verzoek beschikbaar.
- Bij het droog doorslijpen in stofproducerende materialen, zoals steen of beton,
draagt u altijd goedgekeurde ademhalingbeschermingsapparatuur (E).
- Werkhandschoenen (F) van sterk leer maken deel uit van de vereiste
beschermingsmiddelen voor het werken met de doorslijpmachine en moeten altijd
worden gedragen tijdens het werken met de doorslijpmachine.
108
3
E
4
F
-- Draag altijd veiligheidsschoenen of -laarzen (G) met stalen neuzen,
antislipzolen en beenbeschermers tijdens het werken met de doorslijpmachine.
Veiligheidsschoenen die zijn voorzien van een beschermende laag bieden
bescherming tegen sneden en zorgen ervoor dat u stevig staat.
-- Draag altijd een werkpak (H) van stevig materiaal.
Brandstof en bijvullen
-- Ga naar een veilige, horizontale plaats om brandstof bij te vullen. Vul nooit
brandstof bij op een steiger, op een berg materiaal of op soortgelijke
plaatsen!
-- Schakel de motor uit voordat u brandstof bijvult in de doorslijpmachine.
-- Niet roken of werken in de buurt van open vuur (6).
-- Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult.
-- Brandstoffen kunnen stoffen bevatten die soortgelijk zijn aan oplosmiddelen.
Uw ogen en huid mogen niet in aanraking komen met minerale-olieproducten.
Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van de brandstof (dus
niet de normale werkhandschoenen!). Verschoon en was beschermende kleding
veelvuldig. Adem geen brandstofdampen in. Het inademen van brandstofdampen
kan schadelijk zijn voor uw gezondheid.
-- Mors geen brandstof. Als brandstof is gemorst, reinigt u de doorslijpmachine
onmiddellijk. Brandstof mag niet op kleding komen. Als uw kleding in aanraking is
gekomen met brandstof, trekt u direct schone kleding aan.
-- Zorg ervoor dat brandstof niet in de grond komt (milieuverontreiniging). Werk op
een geschikte ondergrond.
-- Brandstof bijvullen is niet toegestaan in gesloten vertrekken. Brandstofdampen
verzamelen zich vlak boven de vloer (explosiegevaar).
-- Verzeker u ervan dat de vuldop stevig op de brandstoftank is gedraaid.
-- Voordat u de motor start, verplaatst u de doorslijpmachine naar een plaats ten
minste 3 meter verwijderd van de plaats waar u de brandstof hebt bijgevuld (7),
maar niet binnen het werpgebied van de doorslijpschijf (in de richting van de
vonken).
-- Brandstof kan niet gedurende een onbeperkte tijd worden bewaard. Koop niet
meer brandstof dan u in de nabije toekomst nodig zult hebben.
-- Gebruik uitsluitend goedgekeurde en gemerkte flessen of jerrycans om brandstof
in te bewaren en te vervoeren.
-- Houdt brandstof buiten bereik van kinderen!
5
6
3 meter
In gebruik nemen
-- Werk niet alleen. Er moet iemand in de buurt zijn in geval van nood (binnen
gehoorafstand).
-- Houd u aan alle regels met betrekking tot geluidsoverlast wanneer u in een
woonwijk werkt.
-- Gebruik de doorslijpmachine nooit in de buurt van brandbare materialen of
explosieve gassen! De doorslijpmachine kan vonken produceren die brand
of een explosie kunnen veroorzaken!
-- Zorg ervoor dat iedereen binnen een straal van 30 meter, zoals andere
werknemers, een veiligheidsuitrusting dragen (zie “Veiligheidsuitrusting”) (8).
Kinderen en andere onbevoegde personen moeten meer dan 30 meter uit de
buurt van de werkplek blijven. Let ook op eventuele dieren in het werkgebied (9).
-- Alvorens met de werkzaamheden te beginnen moet de doorslijpmachine
worden gecontroleerd op een perfecte werking en bedrijfsveiligheid
overeenkomstig de voorschriften.
Controleer met name of de doorslijpmachine in goede staat verkeert
(vervang gescheurde, beschadigde of gebogen onderdelen onmiddellijk),
de doorslijpmachine goed bevestigd is, de beschermkap vergrendeld is, de
handbescherming goed bevestigd is, de aandrijfriem goed gespannen is, de
gashendel gemakkelijk te bedienen is, de handgrepen door en schoon zijn, en de
combinatieschakelaar goed functioneert.
-- Start de doorslijpmachine alleen nadat deze volledig in elkaar gezet en
gecontroleerd is. Gebruik de doorslijpmachine nooit als deze niet volledig in
elkaar gezet is.
7
30 m
= draag veiligheidsuitrusting
8
9
109
Doorslijpschijven
-- De beschermkap moet altijd gesloten zijn! Verwissel de schijf alleen
wanneer de motor uitgeschakeld is!
-- Er zijn in principe twee typen doorslijpschijven:
-- Voor metaal (heet doorslijpen)
-- Voor steen (koud doorslijpen)
OPMERKING:
Bij gebruik van diamantdoorslijpschijven, moet u goed op de markeringen voor
de draairichting letten. Diamantschijven mogen alleen worden gebruikt voor het
doorslijpen van metselwerk, steen, beton, enz.
-- Doorslijpschijven zijn alleen bedoeld voor radiale belasting, d.w.z. voor
doorslijpen.
Gebruik nooit de zijkant van de doorslijpschijf! Hierdoor zal de schijf breken (10)!
LET OP:
Buig nooit de slijprichting om (met een draaicirkelstraal van minder dan
5 meter), oefen nooit laterale (zijdelingse) kracht uit, en kantel nooit de
doorslijpmachine tijdens het doorslijpen (11)!
-- Gebruik de doorslijpschijf alleen voor het doorslijpen in materialen waar deze
voor bedoeld is. Het juiste type schijf, voor metaal of voor steen, moet worden
gebruikt.
-- Het asgat (middengat) van de doorslijpschijf moet exact om de as passen. Als
het asgat groter is dan de asdiameter, moet een opvulring (accessoire) worden
gebruikt.
-- Gebruik alleen doorslijpschijven die zijn goedgekeurd door de DSA (Duitse
schuurschijf associatie) of gelijkwaardige organisatie voor doorslijpen uit de vrije
hand tot 4.370 tpm (omtreksnelheid = 80 m/sec) voor schijven van 14”/355 mm,
of tot 5.100 tpm (omtreksnelheid = 80 m/sec) voor schijven van 12”/300 mm.
-- De schijf mag geen gebreken vertonen (12). Gebruik geen beschadigde
doorslijpschijven.
Haal de bevestigingsbout van de doorslijpschijf altijd aan met een draaikoppel
van 30 Nm. Anders kan de doorslijpschijf verdraaien.
-- Voordat u de doorslijpmachine start, zorgt u ervoor dat u stevig staat.
-- Neem de doorslijpmachine alleen in gebruik zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing (13). Zet altijd uw linkervoet in de achterhandgreep en pak
de andere handgreep stevig vast (met duim en vingers). Andere manieren van
starten zijn niet toegestaan.
-- Bij het starten van de doorslijpmachine moet deze goed ondersteund en stevig
vastgehouden worden. De doorslijpschijf mag niets raken.
-- Als de doorslijpschijf nieuw is, test u deze door deze ten minste 60 seconden
op het maximumtoerental te laten draaien. Wanneer u dit doet, zorgt u ervoor
dat zich geen personen of lichaamsdelen bevinden in het werpgebied van de
doorslijpschijf, voor het geval deze defect is, in stukken breekt en in het rond
vliegt.
-- Houd de doorslijpmachine tijdens het werken altijd met twee handen vast.
Houd de achterhandgreep vast met uw rechterhand en de beugelhandgreep
met uw linkerhand. Houd de handgrepen stevig vast met uw duim in
tegenovergestelde richting van uw vingers.
-- LET OP: Nadat u de gashendel hebt losgelaten, blijft de schijf nog een korte
tijd doordraaien (uitlopen).
-- Zorg er voortdurend voor dat u stevig staat.
-- Houd de doorslijpmachine zodanig vast dat u niet de uitlaatgassen inademt.
Werk niet in afgesloten vertrekken of in diepe gaten of greppels (gevaar voor
vergiftiging door dampen).
-- Schakel de doorslijpmachine onmiddellijk uit wanneer u enige verandering
in het gedrag van de doorslijpmachine opmerkt.
-- Schakel de motor uit voordat u de spanning van de aandrijfriem controleert
of afstelt, de bevestigingspositie van de slijpkop verandert (zijkant of
midden), of storingen opheft (14).
-- Schakel de motor onmiddellijk uit en controleer de schijf als u enige verandering
in het gedrag van de doorslijpmachine hoort of voelt.
-- Schakel de doorslijpmachine uit wanneer u een pauze neemt of met werken stopt
(14). Plaats de doorslijpmachine op zo’n manier dat de schijf niets raakt en voor
niemand gevaar oplevert.
-- Plaats de hete doorslijpmachine niet in droog gras of op brandbare voorwerpen.
De uitlaatdemper is zeer heet (gevaar van brand).
-- BELANGRIJK: Na nat doorslijpen, stopt u eerst de aanvoer van het water en laat
u vervolgens de schijf 30 seconden draaien zodat het resterende water van de
schijf af geworpen wordt en corrosie wordt voorkomen.
10
min. 5 m
11
12
13
• Onderhoud
• Brandstof bijvullen
• Verwisselen van de
doorslijpschijf
• Positie van de
slijpkop veranderen
• Stoppen met werken
• Vervoer
• Uit bedrijf nemen
14
110
Terugslag en vastlopen
-- Tijdens het werken met de doorslijpmachine bestaat het gevaar van terugslag en
vastlopen.
-- Terugslag treedt op wanneer het bovenste deel van de doorslijpschijf wordt
gebruikt voor het doorslijpen (15).
-- Hierdoor wordt de doorslijpmachine met grote kracht en ongecontroleerd in de
richting van de gebruiker teruggeworpen. Gevaar van letsel!
Om terugslag te voorkomen, houdt u rekening met het volgende:
-- Slijp nooit met het segment van de doorslijpschijf aangegeven in afbeelding 15.
Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de schijf opnieuw inbrengt in een
reeds bestaande snede!
-- Vastlopen treedt op wanneer de snede vernauwt (scheur, of werkstuk onder
spanning).
-- Hierdoor springt de doorslijpmachine plotseling, ongecontroleerd en met grote
kracht naar voren. Gevaar van letsel!
Om vastlopen te voorkomen, houdt u rekening met het volgende:
-- Wanneer u de schijf opnieuw in een bestaande snede inbrengt, laat u de
doorslijpmachine op maximumtoerental draaien. Slijp altijd op maximumtoerental.
-- Ondersteun het werkstuk altijd zo dat de snede onder zodanige spanning
staat (16) dat deze niet wordt dichtgedrukt en de doorslijpschijf kan vastlopen
naarmate hij door het materiaal slijpt.
-- Breng bij het aanvangen van een snede de schijf voorzichtig in aanraking met het
werkstuk.
Duw de schijf niet botweg in het materiaal.
-- Slijp nooit meer dan één stuk materiaal tegelijk. Let er bij het doorslijpen op dat
de schijf geen ander werkstuk raakt.
15
16
Gedrag tijdens het werk / Werkwijze
-- Voordat u begint te werken, controleert u het werkgebied op eventuele gevaren
(zoals elektrische draden, brandbare materialen, enz.). Markeer het werkgebied
duidelijk (bijvoorbeeld met waarschuwingsborden of door het gebied af te zetten).
-- Wanneer u met de doorslijpmachine werkt, houdt u hem stevig vast aan de vooren achterhandgrepen. Laat de doorslijpmachine nooit onbeheerd achter!
-- Gebruik indien mogelijk de doorslijpmachine op zijn nominale astoerental (zie
“Technische gegevens”).
-- Gebruik de doorslijpmachine alleen wanneer u goed licht en zicht hebt.
Wees bedacht op gladde of natte plaatsen en op ijs en sneeuw (kans op
uitglijden).
-- Werk nooit op onstabiele oppervlakken. Zorg ervoor dat zich in het werkgebied
geen obstakels bevinden (kans op struikelen). Zorg er altijd voor dat u stevig
staat.
-- Slijp nooit boven schouderhoogte (17).
-- Sta nooit op een ladder bij het doorslijpen (17).
-- Gebruik de doorslijpmachine nooit terwijl u op een steiger staat.
-- Leun niet te ver naar voren tijdens het werk. Bij het neerzetten en oppakken van
de doorslijpmachine, buigt u niet uw bovenlichaam voorover, maar buigt u uw
knieën. Denk om uw rug!
-- Geleid de doorslijpmachine op zo’n manier dat geen enkel deel van uw lichaam
zich binnen het werpgebied van de schijf bevindt (18).
-- Gebruik doorslijpschijven alleen in de materialen waarvoor ze zijn ontworpen.
-- Gebruik de doorslijpmachine niet om stukjes materiaal en andere voorwerpen op
te pakken en weg te schuiven.
Belangrijk! Alvorens door te slijpen, verwijdert u alle vreemde voorwerpen,
zoals stenen, kiezels, spijkers, enz., uit het slijpgebied. Anders kunnen dergelijke
voorwerpen met hoge snelheid worden weggeworpen door de schijf. Gevaar van
letsel!
-- Wanneer u een werkstuk op lengte doorslijpt, gebruikt u een stevige
ondersteuning. Indien nodig, zet u het werkstuk vast zodat het niet kan
wegglijden, maar houdt het niet op zijn plaats met uw voet en laat een ander het
niet vasthouden.
-- Wanneer u een rond werkstuk doorslijpt, zet u dit vast zodat het niet kan
ronddraaien.
-- Wanneer u de doorslijpmachine vanuit de hand gebruikt, bevestigt u de slijpkop
alleen aan de zijkant op de doorslijpmachine wanneer dit echt nodig is.
In alle andere gevallen gebruikt u de centrale positie. Hiermee heeft de
doorslijpmachine een betere balans en wordt de gebruiker minder snel moe.
111
17
18
Doorslijpen van metaal
BELANGRIJK!
Draag altijd goedgekeurde ademhalingbeschermingsapparatuur!
Materialen waaruit giftige stoffen kunnen vrijkomen mogen alleen worden
doorgeslepen na het melden bij de betreffende autoriteiten en onder hun
supervisie of van iemand die door hen is aangewezen.
LET OP:
Door het snel ronddraaien van de doorslijpschijf wordt het metaal warm
zodat het smelt op het raakpunt. Breng de beschermkap achter de snede
zover mogelijk naar beneden (19) zodat de vonkenregen naar voren wordt
geworpen, weg van de gebruiker (brandgevaar).
-- Bepaal de richting waarin u wilt doorslijpen, markeer de snede en breng de schijf
met een gemiddeld toerental in aanraking met het materiaal om een geleidegroef
te maken, voordat u overgaat op het maximumtoerental en meer druk uitoefent
op de doorslijpmachine.
-- Houd de schijf recht en verticaal. Kantel de schijf niet aangezien deze hierdoor
kan breken.
-- De beste manier om een goede, schone snede te maken, is om de
doorslijpmachine beurtelings naar voren te duwen en naar achteren te trekken.
Druk de schijf niet gewoon in het materiaal.
-- Dik, rond materiaal kan het best in fasen worden doorgeslepen (20).
-- Dunne slangen en buizen kunnen worden doorgeslepen met een simpele,
neerwaartse snede.
-- Slijp buizen met een grote diameter op dezelfde manier door als ronde
materialen. Om omvallen te voorkomen en om een betere controle te verkrijgen,
mag de schijf niet te diep in het materiaal zakken. Slijp in plaats daarvan ondiep
rond het hele werkstuk.
-- Gesleten schijven hebben een iets kleinere diameter dan nieuwe schijven,
waardoor ze bij hetzelfde motortoerental een lagere, effectieve omtreksnelheid
hebben en daardoor niet zo goed doorslijpen.
-- Slijp I-balken en hoeklijnen stapsgewijs door (zie afb. 21).
-- Slijp banden en platen op dezelfde manier door als buizen: langs de brede kant
met een lange snede.
-- Wanneer u materiaal onder spanning doorslijpt (ondersteund materiaal of
materiaal in een gebouw), brengt u altijd eerst een inkeping aan in de drukzijde
en slijpt u vervolgens door vanaf de trekzijde zodat de schijf niet vastloopt.
Voorkom dat het eraf geslepen materiaal valt!
LET OP:
Als de kans bestaat dat het materiaal onder spanning staat, moet u voorbereid
zijn op terugslag. Zorg ervoor dat u aan de kant kunt springen als dat nodig
is!
Wees bijzonder voorzichtig in metaalschrootbedrijven, op autosloperijen, op
ongevallocaties en bij bergen los gestort materiaal. Gevaarlijk balancerende
materiaaldelen of delen onder spanning kunnen op onvoorspelbare
wijze bewegen en kunnen verschuiven, opspringen of barsten. Beveilig
doorslijpmateriaal tegen vallen! Wees altijd uiterst voorzichtig en gebruik
uitsluitend apparatuur die in perfecte staat verkeert.
Houd u aan de voorschriften voor ongevallenpreventie en de regels van uw
werkgever en/of verzekeringsmaatschappij.
Doorslijpen van steen en beton
BELANGRIJK!
Draag altijd goedgekeurde ademhalingbeschermingsapparatuur!
Asbest en andere materialen waaruit giftige stoffen kunnen vrijkomen mogen
alleen worden doorgeslepen na het melden bij de betreffende autoriteiten en
onder hun supervisie of van iemand die door hen is aangewezen. Volg voor
het doorslijpen van voorgespannen en gewapend beton de richtlijnen en
regels van de verantwoordelijke autoriteiten of de bouwer van het constructieelement. De bewapening moet worden doorgeslepen in de voorgeschreven
volgorde overeenkomstig de toepasselijke veiligheidsinstructies.
OPMERKING:
Cement, steen en beton genereren tijdens het doorslijpen grote hoeveelheden
stof. Om de levensduur van de doorslijpschijf te vergroten (door te koelen), om het
zicht te verbeteren en om het genereren van buitensporig veel stof te voorkomen,
adviseren wij u met klem nat door te slijpen in plaats van droog.
112
19
20
21
Bij nat doorslijpen wordt de schijf gelijkmatig aan beide zijden nat gehouden door
een stroompje water. DOLMAR levert de juiste accessoires voor alle toepassingen
van nat doorslijpen (zie ook “SPECIALE ACCESSOIRES”).
-- Verwijder vreemde voorwerpen, zoals zand, stenen en spijkers, die zich binnen
het werkgebied bevinden. LET OP: Kijk uit naar elektriciteitsdraden en
-kabels!
Door het snel ronddraaien van de doorslijpschijf op het raakpunt worden
stukjes materiaal op hoge snelheid uit de snede geworpen. Voor uw
veiligheid, brengt u de beschermkap zo ver mogelijk naar beneden achter de
snede (23) zodat de stukjes materiaal naar voren wordt geworpen, weg van de
gebruiker.
-- Markeer de snede en maak vervolgens een groef ongeveer 5 mm langs de
hele lengte van de geplande snede. Deze groef doet dienst als richtlijn voor de
doorslijpmachine om nauwkeurig te richten tijdens het werkelijke doorslijpen.
23
OPMERKING:
Voor lange, rechte sneden adviseren wij u een slijpwagen te gebruiken (24, zie
ook “SPECIALE ACCESSOIRES”). Hierdoor wordt het veel gemakkelijker om de
doorslijpmachine recht te geleiden.
-- Voer de snede uit met een regelmatige heen-en-weer gaande beweging.
-- Bij het op maat doorslijpen van platen, hoeft u niet door de volledige dikte
van het materiaal te slijpen (waarbij onnodig veel stof wordt gegenereerd). In
plaats daarvan maakt u simpelweg een ondiepe groef en slaat u vervolgens het
restmateriaal op het platte oppervlak schoon af (25).
VOORZICHTIG!
Bij het op lengte afslijpen, door materiaal heen slijpen, openingen slijpen in
materiaal, enz., maakt u van tevoren een plan van de richting en volgorde van de
sneden op een zodanige manier dat de schijf niet vastloopt tegen het af te slijpen
deel, en dat geen personen gewond kunnen raken door vallende stukken materiaal.
Vervoer en opslag
-- Schakel de doorslijpmachine altijd uit wanneer u hem vervoert of verplaatst
tussen twee locaties op een werkterrein (26).
-- Draag of verplaats de doorslijpmachine nooit terwijl de motor loopt of de
doorslijpschijf draait!
-- Draag het gereedschap alleen aan de (middelste) beugelhandgreep met de
doorslijpschijf naar achteren gericht (26). Vermijd aanraking van de uitlaatdemper
(verbrandingsgevaar!).
-- Wanneer de doorslijpmachine over een grote afstand wordt verplaatst, gebruikt u
een kruiwagen of plateauwagen.
-- Wanneer de doorslijpmachine in een voertuig wordt vervoerd, zorgt u ervoor
dat hij stevig is vastgezet op een zodanige manier dat er geen brandstof uit kan
lekken.
Verwijder altijd de doorslijpschijf voordat u de doorslijpmachine in een voertuig
vervoert.
-- De doorslijpmachine moet veilig worden opgeslagen op een droge plaats. Hij
mag niet buiten worden achtergelaten! Haal de doorslijpschijf er altijd af voordat u
de doorslijpmachine opslaat. Houd de doorslijpmachine uit de buurt van kinderen.
-- Voordat de doorslijpmachine langdurig wordt opgeslagen en voordat de
doorslijpmachine wordt verstuurd, volgt u de instructies in het hoofdstuk
“Opslag”. Maak de brandstoftank ALTIJD leeg en laat de carburator droog
draaien.
-- Wanneer doorslijpschijven worden opgeslagen, gaat u als volgt te werk:
-- Goed schoon en droog maken.
-- Plat neerleggen.
-- Vochtigheid, vorst, direct zonlicht, hoge temperaturen en
temperatuurschommelingen vermijden, aangezien hierdoor breuk en splinteren
kan ontstaan.
-- Controleer nieuwe doorslijpschijven en doorslijpschijven die uit opslag zijn
gehaald altijd om u ervan te overtuigen dat ze geen gebreken vertonen.
24
25
26
113
Onderhoud
-- Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, schakelt u de
doorslijpmachine uit (27) en trekt u de bougiekap eraf.
-- Controleer de doorslijpmachine altijd voordat u hem gebruikt om er zeker van te
zijn dat hij in goede staat verkeert. Controleer met name of de doorslijpschijf goed
is bevestigd. Controleer of de doorslijpschijf onbeschadigd is en geschikt is voor
de taak waarvoor hij gaat worden gebruikt.
-- Bedien de doorslijpmachine alleen op lage geluids- en emissieniveaus.
Hiertoe moet de carburator goed zijn afgesteld.
-- Reinig de doorslijpmachine regelmatig.
-- Controleer regelmatig of de brandstoftankvuldop goed afsluit.
Volg de instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de
relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen zijn
uitgegeven. Breng NOOIT wijzigingen aan op de doorslijpmachine! Hiermee
brengt u alleen maar uw eigen veiligheid in gevaar!
Voer uitsluitend de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit die worden
beschreven in de gebruiksaanwijzing. Alle andere werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door DOLMAR Service (28).
Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires van
DOLMAR.
Bij gebruik van vervangingsonderdelen, accessoires of doorslijpschijven van
andere fabrikanten dan DOLMAR, wordt de kans op een ongeval vergroot. Wij
accepteren geen enkele verantwoordelijkheid voor ongevallen of schade die
zich voordoen als gevolg van het gebruik van andere vervangingsonderdelen,
accessoires of doorslijpschijven dan originele DOLMAR-producten.
27
SERVICE
28
EHBO (29)
Zorg ervoor dat een EHBO-doos altijd dichtbij en onmiddellijk beschikbaar is.
Vervang onmiddellijk elk item dat uit de EHBO-doos wordt gebruikt.
Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept:
-- Plaats van het ongeval
-- Beschrijving van het ongeval
-- Aantal gewonde mensen
-- Soort letsels
-- Uw naam!
OPMERKING:
Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of
polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen van
huidskleur of van de huid.
Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts!
114
29
Technische gegevens
Model
PC-7612V
Item
Motor
PC-7614V
3
Cilinderinhoud
cm
75,6
Boring
mm
51
Slag
mm
37
Max. vermogen
kW
3,0
Max. koppel
Nm
4,6
Stationair toerental
min-1
2.600
Koppeling
Automatisch centrifugaal systeem
Begrenzing van motortoerental
min-1
9.100
Max. astoerental
min-1
4.300
Carburator
Membraantype
Ontstekingssysteem
(met snelheidsbegrenzing)
Contactloos, magneettype
Bougie
Type
NGK CMR6H
Elektrodenafstand
mm
0,5
Startsysteem
Trekstartsysteem
Brandstofverbruik bij max. belasting
volgens ISO 8893
kg/u
1,2
Specifiek brandstofverbruik bij max.
belasting volgens ISO 8893
g/kWh
400
Brandstof
Inhoud brandstoftank
Benzine voor auto’s
l
1,1
Olie van API-classificatie, SF-klasse of beter, SAE 10W-30
(4-taktmotorolie voor auto’s)
Smeermiddel (motorolie)
Hoeveelheid smeermiddel
l
0,22
Doorslijpschijf voor 80 m/sec of sneller 1)
(DSA-goedgekeurd): afmetingen
mm
Geluidsdrukniveau (LpA) volgens EN ISO 19432 3)
dB (A)
Onzekerheid (K)
dB (A)
2,5
dB (A)
104,6
dB (A)
2,5
- Voorhandgreep (stationair/nominaal astoerental)
m/s2
2,7
Onzekerheid (K)
m/s2
2,0
2
1,8
Geluidsvermogenniveau (LWA) volgens EN ISO 19432
Onzekerheid (K)
300 / 20 / 5
2)
300 / 25,4 / 5
2)
350 / 20 / 5
2)
350 / 25,4 / 5
92,7
Trillingsversnelling ah, w volgens EN ISO 19432
- Achterhandgreep (stationair/nominaal astoerental)
Onzekerheid (K)
Asgatdiameter
m/s
m/s2
mm
Asdiameter
mm
Minimale buitendiameter van flens
mm
Max. slijpdiepte
mm
Afmetingen doorslijpmachine (totale lengte x totale
breedte x totale hoogte)
Aandrijfriem
nr.
Totaalgewicht (tanks leeg, zonder doorslijpschijf)
kg
2,0
20,0
25,4
20,0
17
25,4
17 of 25,4
4)
102
97
122
761 mm x 310 mm x 435 mm
780 mm x 310 mm x 455 mm
225094-6
12,7
1) Omtreksnelheid bij maximummotortoerental
2) Buitendiameter/asgat/dikte
3) Op de werkplek (gemeten aan het oor van de gebruiker)
4) Afhankelijk van het land
115
12,9
2)
Naam en plaats van de onderdelen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Achterhandgreep
Filterkap
Vergrendelschroef van de bovenkap
Bovenkap van luchtfilter en bougiekap
Bovenkap
Voorhandgreep
Beschermkap
Spanschroef
Zeskantmoeren
Demper
Trekstarthandgreep
Olievuldop
Brandstoftankvuldop
Brandstofhandpomp (choke)
Doorslijpschijf
Buitenflens
Zeskantbout
Schakelaar
Veiligheidsvergrendelknop
Gashendel
5
6
4
7
3
2
1
8
9
10
13
14
12
11
18
15
19
16
17
20
116
IN GEBRUIK NEMEN
LET OP:
Schakel altijd de motor uit en trek de bougiekap eraf voordat
u enige werkzaamheden aan de doorslijpmachine uitvoert!
Draag altijd veiligheidshandschoenen!
LET OP:
Start de doorslijpmachine alleen nadat deze volledig in elkaar
gezet en gecontroleerd is.
Voor de volgende werkzaamheden gebruikt u de gereedschappen
die erbij werden geleverd:
1.
2.
3.
4.
Combinatiesleutel 13/16 AF
Stersleutel
Schroevendraaier voor afstellen van carburateur
Adapterring
Plaats de doorslijpmachine op een stabiele ondergrond en voer de
volgende stappen uit om hem in elkaar te zetten:
Er is geen luchtfilter gemonteerd!
Knijp voor gebruik meerdere keren in het bijgeleverde filter
zodat de olie gelijkmatig verdeeld wordt over het hele filter.
Plaats een geolied schuimrubberen filter (voorfilter) zoals
aangegeven in de afbeelding hiernaast. Verwijder hiertoe
eerst de filterkap (zie de tekst onder Het luchtfilter reinigen/
vervangen).
De doorslijpschijf aanbrengen
WAARSCHUWING:
• Wanneer een diamantdoorslijpschijf wordt aangebracht,
let u erop deze zo aan te brengen dat de pijl in dezelfde
richting wijst als waarin de buitenflens (6) draait. Als de
diamantdoorslijpschijf (4) wordt aangebracht terwijl zijn pijl in
de tegenovergestelde richting wijst als die op de beschermkap,
kunnen stukjes van de rand van de schijf afbreken en
persoonlijk letsel veroorzaken.
• Gebruik bij het aanbrengen van een doorslijpschijf (4)
altijd de ring die overeenkomt met het middengat van de
doorslijpschijf en de diameter van de as (5). Als u geen
passende ring gebruikt, kan het gereedschap gaan trillen
waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan.
• Gebruik uitsluitend doorslijpschijven met een middengat
dat overeenkomt met de diameter van de bijgeleverde
ring(en). Als u een niet-passende schijf gebruikt, kan het
gereedschap gaan trillen waardoor ernstig persoonlijk letsel kan
ontstaan.
• Controleer een doorslijpschijf op beschadigingen (zie
het tekstdeel onder het kopje “Doorslijpschijven” in het
hoofdstuk “VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN”).
1. Steek de stersleutel (2) in het gat (8) om te voorkomen dat de
as (5) meedraait.
OPMERKING: Als de houder van het waterspuitsysteem is
bevestigd in het gat in het gereedschap, verwijdert
u deze voordat u de doorslijpschijf aanbrengt.
2. Terwijl u de sleutel (2) in die positie houdt, draait u met de
bijgeleverde combinatiesleutel (1) de bout (7) waarmee de
schijf is vastgezet linksom en verwijdert u de bout (7) en de
buitenflens (6).
3. Breng een diamantschijf/doorslijpschijf (4) aan op de as (5).
Plaats daarna de buitenflens (6) op de as, zodanig dat de
twee parallelle platte vlakken van de buitenflens passen tegen
de platte vlakken van de as, en draai de bout stevig rechtsom
vast.
Om een doorslijpschijf aan te brengen, plaatst u een ring
met dezelfde diameter als het middengat van de schijf en de
bijgeleverde O-ring zodat de ring op de as blijft zitten, voordat u
de doorslijpschijf aanbrengt.
Breng daarna de doorslijpschijf aan.
OPMERKING: Haal de zeskantbout stevig aan (25 tot 31 Nm)
omdat anders de doorslijpschijf kan slippen tijdens
het doorslijpen.
Schematische
tekening
4
5
6
8
7
6
2
1
117
Aandrijfriem spannen / Aandrijfriemspanning
controleren
BELANGRIJK:
Een juiste afstelling van de aandrijfriemspanning is
belangrijk voor maximale doorslijpprestaties bij een
minimaal brandstofverbruik. Een onjuist afgestelde
aandrijfriemspanning zal leiden tot voortijdige slijtage
van de aandrijfriem en poelie, of beschadiging van het
koppelingslager.
OPMERKING: De twee zeskantmoeren (9) moeten worden
losgedraaid voordat de aandrijfriem wordt gespannen of de
aandrijfriemspanning wordt gecontroleerd.
Om de aandrijfriemspanning te verhogen, draait u met behulp
van de bij de doorslijpmachine geleverde combinatiesleutel de
spanschroef (10) rechtsom (met de klok mee).
De aandrijfriemspanning is correct afgesteld wanneer de moer
(11) zich bevindt op de plaats aangegeven in de afbeelding in
relatie tot de markering (12).
11
BELANGRIJK:
• Vergeet niet na het spannen/controleren de
zeskantmoer (9) aan te halen (25 tot 31 Nm).
• Stel de aandrijfriemspanning niet af terwijl de
machine warm is. Er is kans dat u brandwonden
oploopt.
10
9
12
Vóór gebruik
Markering MAX
1. Motorolie controleren/bijvullen
• Bij een koude motor, moet u de motorolie als volgt
controleren/bijvullen.
• Plaats de motor op een horizontale ondergrond en controleer
of het oliepeil tussen de markeringen MAX en MIN van de
olietank staat.
• Als het oliepeil te laag staat (vlakbij de markering MIN van de
olietank), vult u de olie bij in de olietank tot de markering MAX.
• Het oliepeil kan van buitenaf worden gecontroleerd zonder de
olievuldop los te draaien aangezien het oliepeil kan worden
afgelezen door het doorzichtige venster met markeringen.
• Als richtlijn geldt dat de olie iedere tien bedrijfsuren moet
worden bijgevuld (één tank vol olie op tien tanken brandstof).
• Ververs sterk vervuild of verkleurde olie.
<Aanbevolen olie> .... Gebruik olie van API-classificatie,
SF-klasse of beter, SAE 10W-30
(4-taktmotorolie voor auto’s).
<Hoeveelheid olie> ... 0,22 l (220 ml)
Markering MIN
Motorolie
OPMERKING:
• Als de motor niet rechtop is bewaard, heeft de olie zich door
de motor verspreid en zal na het bijvullen van de olie er te
veel olie in de doorslijpmachine zitten.
• Als het oliepeil hoger staat dan de markering MAX, kan er olie
uit lekken en vervuiling of witte rook veroorzaken.
Aandachtspunt 1 bij olie bijvullen: olievuldop
Verversingsinterval: in eerste instantie na 20 bedrijfsuren, en
daarna iedere 30 bedrijfsuren.
• Verwijder het vuil rondom de olievulnek en verwijder daarna
de olievuldop.
• Leg de olievuldop op een ondergrond waarop hij niet
in aanraking kan komen met zand of vuil. Als een vuile
olievuldop wordt teruggeplaatst, kan de oliecirculatie
worden gehinderd en motoronderdelen slijten waardoor een
mechanische storing kan ontstaan.
De motorolie is vanaf dit peil
zichtbaar zodat de markeringen
MAX en MIN kunnen worden
gebruikt om het oliepeil te
controleren.
118
(1) Plaats de motor op een horizontale ondergrond en verwijder
de olievuldop.
(2) Vul olie bij tot het oliepeil aan de rand van de vulnek staat.
Gebruik voor het bijvullen van olie een geschikte
smeermiddelfles voor bijvullen.
(3) Draai de olievuldop stevig vast. Als de olievuldop los zit,kan
de olie eruit lekken.
Aandachtspunt 2 bij olie bijvullen: wat te doen als olie wordt
gemorst
Als olie is gemorst tussen de brandstoftank en de motor, en de
doorslijpmachine vervolgens wordt gebruikt, zal de olie naar
binnen worden gezogen via de koudeluchtinlaat waardoor
vervuiling kan ontstaan. Veeg gemorste olie altijd af voordat u de
doorslijpmachine weer gebruikt.
Olievuldop
2. Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING:
• Let goed op de volgende punten wanneer u brandstof
bijvult. Als u dat niet doet kan dat leiden tot ontvlamming
of brand.
• Blijf uit de buurt van vuur wanneer u brandstof bijvult.
Bovendien, nooit roken of enige vorm van vuur in de buurt
van de brandstof of de doorslijpmachine brengen tijdens het
bijvullen van brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u brandstof
bijvult.
• Draai de brandstoftankvuldop altijd langzaam los om de
inwendige druk op een gecontroleerde manier te laten
ontsnappen. Als u dit niet doet kan de brandstof eruit
spuiten als gevolg van de inwendige druk.
• Wees voorzichtig dat u geen brandstof morst. Als brandstof
is gemorst, veegt u de brandstof af.
• Vul brandstof bij op een goed geventileerde plaats.
• Ga altijd uiterst voorzichtig met brandstof om.
• Als brandstof in aanraking komt met uw huid en/of ogen,
kan dit een allergische reactie en/of ontsteking oproepen.
In geval van dergelijke allergische reacties en/of
ontstekingen, enz., raadpleegt u onmiddellijk een arts.
<Bewaartermijn van brandstof>
Als regel geldt dat brandstof die wordt bewaard in een daarvoor
geschikte jerrycan op een schaduwrijke plaats met goede
ventilatie, dient te worden opgebruikt binnen vier weken. Als
geen geschikte jerrycan wordt gebruikt en/of de dop ervan is
open blijven staan, enz., kan brandstof in de zomer in één dag
verslechteren.
Brandstofvuldop
Peil
De doorslijpmachine en jerrycan opslaan
• Bewaar de doorslijpmachine en jerrycan uit de buurt van
direct zonlicht op een koele plaats.
• Laat een met brandstof gevulde doorslijpmachine of jerrycan
niet in een auto of in de kofferbak van een auto achter.
Brandstofpeil
MAX
<Brandstof>
De motor is een viertaktmotor en gebruikt dus benzine voor
auto’s (normale benzine).
Brandstoftank
Aandachtspunten bij brandstof
• Gebruik geen mengsmering (benzine gemengd met
motorolie). Als u dit doet, kan koolstofafzetting optreden en
een mechanische storing worden veroorzaakt.
• Bij gebruik van oude brandstof is het mogelijk dat de motor
slecht start.
<Brandstof bijvullen>
Zet altijd de motor uit en laat hem afkoelen voordat u brandstof
bijvult.
<Bruikbare benzine> ..... Benzine voor auto’s
• Draai de benzinetankvuldop iets los om de druk te laten
ontsnappen zodat de uitwendige en inwendige druk gelijk zijn.
• Verwijder de benzinetankvuldop en vul brandstof bij (vul niet
bij tot bovenin de vulnek).
• Na het bijvullen van de brandstof, draait u de
benzinetankvuldop weer stevig vast.
• De benzinetankvuldop is een verbruiksonderdeel. Als tekenen
van slijtage of andere abnormaliteiten eraan zichtbaar zijn,
vervangt u hem (als richtlijn geldt dat hij iedere twee tot drie
jaar moet worden vervangen).
119
Gebruik
Trekstarthandgreep
Starten
WAARSCHUWING:
Start de motor niet op een plaats waar eerder brandstof is
bijgevuld. Neem ten minste drie meter afstand van de plaats
waar brandstof in de doorslijpmachine werd bijgevuld.
• Als u dat niet doet kan dat leiden tot ontvlamming of brand.
Schakelaar
Veiligheidsvergrendelknop
LET OP:
Voordat u de motor star, moet u controleren of de
doorslijpschijf niet de grond of enig ander voorwerp raakt.
• Als de doorslijpschijf de grond of enig ander voorwerp raakt,
kan hierdoor een ongeval plaatsvinden.
Zodra de motor start, begint de doorslijpschijf te draaien.
Let dus goed op mensen en voorwerpen in de buurt.
Gashendel
1. Koud starten
(1) Druk herhaaldelijk op de brandstofhandpomp tot er brandstof
in verschijnt.
(2) Zet de schakelaar in de stand
(choke).
(3) Plaats uw voet in de achterhandgreep en houd de
beugelhandgreep stevig vast met een hand.
(4) Trek herhaaldelijk krachtig aan de trekstarthandgreep tot u
hoort dat de motor aanslaat.
Opwarmen
• Nadat de motor is aangeslagen, houdt u de
veiligheidsvergrendelknop omlaag en knijpt u herhaaldelijk de
gashendel in gedurende één of twee minuten om de motor op
te warmen.
• Nadat het motortoerental is gestabiliseerd en de motor soepel
oppakt van een laag naar hoog toerental, is het opwarmen
voltooid.
2. De motor starten terwijl deze al warm is
Druk enkele keren op de brandstofhandpomp. Zet direct al de
schakelaar in de stand [I] (bedrijf) en start de motor door stap (3)
van bovenstaande procedure 1 uit te voeren.
OPMERKING:
• Door herhaaldelijk aan de trekstarthandgreep te trekken en
hem weer los te laten terwijl de schakelaar in de stand choke
staat, zal de motor verzuipen en moeilijk starten.
• Wanneer de motor afslaat, mag u nooit de gashendel
inknijpen. Door onnodig inknijpen van de gashendel terwijl de
motor stilstaat, zal de motor verzuipen en moeilijk starten.
• Als de motor toch is verzopen, verwijdert u de bougie en trekt
u voorzichtig enkele keren aan de trekstarthandgreep om
het overschot aan brandstof te verwijderen. Maak ook het
elektrodengedeelte van de bougie droog.
• Trek de trekstarthandgreep niet tot aan het uiteinde van het
touw omdat op deze manier de levensduur van het touw
wordt verkort. Laat bovendien de trekstarthandgreep rustig
terugkeren en laat hem niet plotseling los.
• Voorkom dat de doorslijpmachine op maximaal stationair
toerental draait omdat hierdoor de levensduur van de motor
wordt verkort.
Schakelaar
3. Uitzetten
Om de motor uit te zetten laat u de gashendel los en zet u de
schakelaar in de stand
(stop).
Als per ongeluk de chokehendel in de stand
wordt gezet om
de motor uit te zetten, gebruikt u de halve-chokestand om de
motor opnieuw te starten.
120
De carburator afstellen
Stel het stationair toerental in met een schroevendraaier
(breedte van blad: 4 mm).
Een schroevendraaier met een aangegoten nok, zoals de
bijgeleverde schroevendraaier, is handig voor deze afstelling.
OPMERKING: Deze motor is uitgerust met een elektronische
ontsteking om het toerental te begrenzen. De carburator
heeft ook een vaste sproeier die niet kan worden afgesteld.
In de fabriek is het stationair toerental ingesteld op
ongeveer 2.600 min-1, maar door de inloopprocedure van
een nieuwe motor kan het noodzakelijk zijn het stationair
toerental iets af te stellen.
4. Stationair toerental afstellen
LET OP: Het afstellen van de carburator mag uitsluitend
gedaan worden door een gespecialiseerd DOLMARservicecentrum!
Voer geen enkele afstelling uit met de stelschroeven (H) en
(L) zonder een toerenteller! Een verkeerde afstelling kan
leiden tot motorschade!
Een toerenteller is noodzakelijk voor het maken van
afstellingen met behulp van de stelschroeven (H) en (L)
omdat wanneer de motor op een hoger toerental dan het
nominaal maximumtoerental draait, de motor oververhit kan
raken en zonder smeermiddel kan komen te zitten. Hierdoor
kan de motor worden beschadigd!
Stelschroef
Alleen de stationair-stelschroef (T) mag door de gebruiker
worden verdraaid. Als de doorslijpschijf beweegt terwijl de
motor stationair draait (d.w.z. zonder dat de gashendel wordt
ingeknepen), is het noodzakelijk het stationair toerental af te
stellen!
Het afstellen van het stationair toerental mag alleen worden
uitgevoerd wanneer de motor warm is en het luchtfilter
schoon is.
Gebruik een schroevendraaier (met een blad van 4 mm) voor
het afstellen van het stationair toerental.
ONDERHOUD
LET OP:
• Voordat u enige werkzaamheden uitvoert aan
de doorslijpmachine, zet u de motor uit en laat
u hem afkoelen, verwijdert u de doorslijpschijf,
trekt u de bougiekap van de bougie af en trekt u
veiligheidshandschoenen aan!
Als u direct na het uitzetten van de motor
onderhoudswerkzaamheden uitvoert, of terwijl de bougiekap
nog op de bougie zit, kan een hete motor brandwonden
veroorzaken of na per ongeluk starten van de motor letsel
ontstaan.
• Start de doorslijpmachine alleen nadat deze volledig in
elkaar gezet en gecontroleerd is.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit
kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten.
OPMERKING:
• Veeg vuil van de doorslijpmachine af en kies
daarna een schone werkplek voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden.
121
BELANGRIJK:
Omdat veel van de onderdelen en onderdeelgroepen die
niet in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd van vitaal
belang zijn voor de veiligheid van de machine, en omdat
alle onderdelen onderhevig zijn aan een bepaalde mate van
slijtage, is het van belang voor uw eigen veiligheid dat de
machine regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden
door een erkend DOLMAR-servicecentrum.
BELANGRIJK:
Als de doorslijpschijf tijdens bedrijf breekt, moet
de doorslijpmachine worden gerepareerd door
een DOLMAR-servicecentrum voordat hij weer
kan worden gebruikt!
SERVICE
Aandrijfriemdeksel
Aandrijfriem
1. De aandrijfriemspanning afstellen
• Als de doorslijpschijf tijdens bedrijf gemakkelijk tot stilstand
komt, is de aandrijfriem slap gaan staan. In dat geval stelt u
de spanning af aan de hand van de volgende procedure.
(1) Draai de bevestigingsmoeren van het aandrijfriemdeksel los.
(2) Draai de spanschroef rechtsom (met de klok mee) tot de
indicatormoer de gemarkeerde positie bereikt om zo de
spanning van de aandrijfriem te verhogen.
(3) Nadat het spannen van de aandrijfriem voltooid s, draait
u de bevestigingsmoeren van het aandrijfriemdeksel weer
stevig vast.
• Als de doorslijpschijf tijdens bedrijf gemakkelijk tot stilstand
komt ondanks dat de aandrijfriem is gespannen of de
aandrijfriem is gebroken, vervangt u de aandrijfriem.
Spanschroef
Indicatormoer
Zeskantmoer
Markering
2. De aandrijfriem vervangen
(1) Draai de bevestigingsmoeren los en draai de spanschroef
linksom tot het uiteinde van de spanschroef zichtbaar is.
(2) Verwijder de bevestigingsmoeren en verwijder daarna het
aandrijfriemdeksel.
(3) Verwijder vervolgens de drie bevestigingsbouten en
verwijder het koppelingsdeksel.
(4) Verwijder de oude aandrijfriem en breng een nieuwe
aandrijfriem aan. Bevestig daarna het koppelingsdeksel
weer, gevolgd door het aandrijfriemdeksel.
(5) Stel de spanning af zoals hierboven beschreven in het
tekstdeel onder het kopje “De aandrijfriemspanning
afstellen”.
Zeskantmoer
Aandrijfriemdeksel
Spanschroef
Koppelingsdeksel
Uiteinde van de
spanschroef
De beschermkap reinigen
Na verloop van tijd kan de binnenkant van de beschermkap zijn
aangekoekt met materiaalresten (met name door nat doorslijpen)
die na ophoping het vrij ronddraaien van de doorslijpschijf
kunnen hinderen. Om deze reden moet de beschermkap
regelmatig worden gereinigd.
Verwijder de doorslijpschijf en verwijder het opgehoopte
materiaal vanaf de binnenkant van de beschermkap met een
stuk hout of soortgelijk hulpmiddel.
Reinig de as en alle gedemonteerde onderdelen met een doek.
OPMERKING: Om de doorslijpschijf aan te brengen, raadpleegt
u “De doorslijpschijf aanbrengen”.
122
Bovenkap
Het luchtfilter reinigen/vervangen
Bovenkap
Als het luchtfilter verstopt raakt, kunnen slechte motorprestaties
het gevolg zijn. Reinig daarom na ieder gebruik van de
doorslijpmachine het luchtfilter op de volgende manier:
• Draai de vergrendelschroef linksom en verwijder hem.
• Verwijder de bovenkap nadat u het stof eraf hebt geblazen.
• Verwijder vervolgens het voorfilter.
• Was het voorfilter in een oplossing van schoonmaakmiddel
in water, en droog hem volledig. Knijp niet in het voorfilter en
wrijf er niet over tijdens het wassen.
• Breng 40 ml nieuwe tweetaktmotorolie aan op het voorfilter,
pak het voorzichtig beet en verdeel de motorolie gelijkmatig.
• Breng het voorfilter stevig aan in de bovenkap.
• Lijn de tand van de bovenkap uit met de inkeping in de
behuizing en draai de vergrendelschroef vast.
Voorfilter
Losdraaien
Vergrendelschroef
Voorfilter
Filterkap
Sterschroeven
Sterschroeven
Binnenfilter
Naast bovenstaande reinigingswerkzaamheden, voert u de
volgende stappen uit wanneer het interval vermeld in het
“Onderhoudsschema” is verstreken.
• Verwijder de vier sterschroeven.
• Verwijder de filterkap.
• Verwijder het luchtfilter.
• Verwijder het stofzakfilter uit de filterkap en tik en blaas er
voorzichtig tegen om het te reinigen.
• Tik en blaas voorzichtig tegen het binnenfilter om vuil en stof
te verwijderen. Was bovendien het binnenfilter regelmatig in
zeepwater en droog het daarna grondig.
• Om het luchtfilter schoon te maken, tikt u er voorzichtig tegen.
Als een luchtcompressor wordt gebruikt, blaast u de perslucht
tegen de binnenkant van het luchtfilter. Het luchtfilter mag niet
worden gewassen.
• Blaas het stof weg rondom de filters.
• Plaats het luchtfilter terug in de filterkap nadat de onderdelen
zijn gereinigd. Plaats eerst het luchtfilter in de filterkap voordat
u de filterkap aanbrengt.
• Draai de vergrendelschroef stevig vast.
Opmerking:
• Het luchtfilter mag niet met water worden gewassen.
• Vervang een versleten of beschadigd filter door een nieuwe.
• Was een filter niet met benzine, wasbenzine, thinner, alcohol
en dergelijke.
Luchtfilter
Stofzakfilter
123
De bougie onderhouden
(1) Draai de vergrendelschroef los en verwijder de bovenkap.
(2) Open de bougiedeksel, trek de bougiekap eraf en verwijder
de bougie.
(3) Controleer of de elektrodenafstand 0,5 mm is of niet. Als de
afstand te groot of te klein is, stelt u deze af op 0,5 mm.
(4) Als koolstof en/of vuil is afgezet op de bougie, reinigt u
de bougie en monteert u hem weer. Een sterk gesleten of
verbrande bougie moet worden vervangen door een nieuwe.
(5) Na het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden,
monteert u de bougie weer, duwt u de bougiekap erop en
sluit u het bougiedeksel.
Bovenkap
Vergrendelschroef
Losdraaien
Bougiekap
0,5 mm
Het brandstoffilter vervangen
Het brandstoffilter (13) kan verstopt raken. Wij adviseren u het
brandstoffilter iedere drie maanden te vervangen om verzekerd
te zijn van een ongehinderde brandstofdoorvoer naar de
carburator.
Draai de brandstoftankvuldop (12) los en maak de
verliespreventiedraad los uit de vulnek.
Maak de brandstoftank leeg.
Om het brandstoffilter te verwijderen zodat u hem kunt
vervangen, trekt u hem naar buiten door de vulnek van de
brandstoftank met behulp van een stuk draad dat aan het
uiteinde in de vorm van een haak is gebogen.
LET OP: Zorg ervoor dat de brandstof niet in aanraking
komt met uw huid!
13
124
12
De trekstartinrichting reinigen
14
Wanneer de trekstartinrichting niet goed werkt, bijvoorbeeld
doordat het startkoord niet terugkeert naar de uitgangsstand,
is het noodzakelijk om stof van de trekstartinrichting (14) en de
koppeling (15) af te blazen.
Om de trekstartinrichting en de koppeling te kunnen reinigen,
verwijdert u drie bouten (16) voor toegang.
15
16
125
Bevestigingsrichting
De positie van de slijpkop veranderen (midden/
zijkant)
Bevestigingsrichting van de beschermkap
• De slijpkop van de doorslijpmachine is gemonteerd in de
richting aangegeven in afbeelding A. Indien gewenst kunt u
aan de hand van de volgende procedure hem monteren in de
richting aangegeven in afbeelding B.
A
Monteren in de richting B
(1) Draai de bevestigingsmoeren los en draai de spanschroef
linksom tot het uiteinde van de spanschroef zichtbaar is (zie
afb. 1).
(2) Verwijder de bevestigingsmoeren en verwijder daarna het
aandrijfriemdeksel (zie afb. 1).
(3) Draai de beschermkap naar de stand aangegeven door de
stippellijn. Verwijder de aandrijfriem en verwijder daarna de
slijpkop vanaf de doorslijpmachine.
Verander de positie van de greep (zie afb. 2).
(4) Trek de vergrendelas met een platkopschroevendraaier of een
tang omhoog (zie afb. 3).
(5) Draai de arm totdat deze de greep raakt en zet de
vergrendelas weer terug op zijn oorspronkelijke plaats (zie
afb. 4).
Verander de positie van de greep (zie afb. 5).
(6) Draai de verwijderde slijpkop ondersteboven, steek de bout
door het boutgat en monteer de slijpkop in richting B.
Breng de aandrijfriem weer aan rond de poelie (zie afb. 6).
(7) Breng het aandrijfriemdeksel aan (zie afb. 7).
Draai de spanschroef om de aandrijfriem te spannen. Nadat
de aandrijfriem is gespannen, draait u de bevestigingsmoeren
stevig vast.
B
Afb. 1
Spanschroef
Zeskantmoeren
Uiteinde van de Aandrijfriemdeksel
spanschroef
Beschermkap
Afb. 2
Aandrijfriem
Afb. 3
Tang
Vergrendelas
Afb. 4
Arm
Greep
Aandrijfriem
Gaten
Verplaats
Aandrijfriemdeksel
Bouten
Greep
Poelie
Bouten
Afb. 5
Afb. 6
126
Aandrijfriemdeksel
Zeskantmoer
Afb. 7
SPECIALE ACCESSOIRES
Watertank (onderdeel van de slijpwagen)
De watertank is bedoeld om op de slijpwagen geplaatst te worden.
Met zijn grote inhoud is hij bijzonder geschikt voor situaties waarbij
veelvuldig van locatie wordt veranderd. Voor gemakkelijk vullen
en eenvoudig omwisselen met een reservetank kan de watertank
gewoon van de wagen af getild worden.
De watertank wordt geleverd met alle benodigde aansluitingen
en slangen. De watertank kan zeer snel en eenvoudig op de
slijpwagen en doorslijpmachine worden gemonteerd.
Diamantdoorslijpschijven
Diamantdoorslijpschijven van DOLMAR voldoen aan de strengste
eisen van bedrijfsveiligheid, gebruiksgemak en economische
doorslijpprestaties. Zij kunnen worden gebruikt voor het doorslijpen
van alle materialen behalve metaal.
De enorme duurzaamheid van de diamantstukjes garandeert een
geringe slijtage en daarmee een zeer lange levensduur met vrijwel
geen verandering van de schijfdiameter gedurende de levensduur
van de schijf. Dit zorgt voor consistente prestaties tijdens het
doorslijpen en daarmee voor lage kosten. Door de uitstekende
doorslijpeigenschappen van deze schijven gaat het doorslijpen
gemakkelijker.
De metalen schijfplaten draaien uiterst concentrisch met minimale
trillingen tijdens gebruik.
Het gebruik van diamantdoorslijpschijven verkort de benodigde
doorslijptijd aanzienlijk.
Dit leidt op zijn beurt weer tot lagere operationele kosten
(brandstofverbruik, slijtage van onderdelen, reparaties en niet op de
laatste plaats milieuschade).
Waterleidingnetwerk/waterspuitsysteem
Het waterleidingnetwerk/waterspuitsysteem is ontworpen om te
worden gemonteerd op de doorslijpmachine. Het kan worden
gebruikt met of zonder de slijpwagen, maar is met name geschikt
in situaties met stationair doorslijpen uit de vrije hand. De
waterleiding is voorzien van een snelontkoppeling en het water kan
worden aangevoerd vanuit het waterleidingnetwerk of vanuit een
hogedrukwatertank (7).
Het watersysteem wordt geleverd met alle benodigde aansluitingen
en leidingen. Het kan snel en eenvoudig worden gemonteerd op de
doorslijpmachine.
Slijpwagen
Met de slijpwagen van DOLMAR is het veel gemakkelijker in
een rechte lijn door te slijpen, en zorgt er tegelijkertijd voor dat
het werken bijna moeiteloos verloopt. De slijpwagen kan worden
ingesteld op de lichaamslengte van de gebruiker en kan worden
gebruikt terwijl de slijpkop in het midden of aan de zijkant is
gemonteerd.
Een dieptebegrenzer kan worden toegevoegd voor nog
gemakkelijker en nauwkeuriger doorslijpen. Dit maakt het mogelijk
een exacte, vooraf-ingestelde diepte van de snede aan te houden.
Om de hoeveelheid gegenereerde stof beperkt te houden en om de
doorslijpschijf beter te koelen biedt DOLMAR diverse mogelijkheden
om de schijf tijdens het gebruik nat te houden.
• Slijpwagen
Deze is handig bij het doorslijpen van wegverhardingen
• Filtersets
Voorfilter (5 filters)
Luchtfilter (1 filter)
Stofzakfilter (1 filter)
127
Onderhoudsschema
Gebruikstijd
Voor
gebruik
Item
Na bijvullen Dagelijks
van brandstof (10 uur)
20 uur
30 uur
50 uur
200 uur
Vóór
opslag
Zie
pagina
Inspecteren/
reinigen
118
Motorolie
*
Vervangen
Vastdraaien
(bouten, moeren)
1
Inspecteren
—
Reinigen/
inspecteren
—
Brandstoftank
Brandstof
aftappen
*3
113
Aandrijfriem
Inspecteren/
afstellen
122
Gashendel
Werking
controleren
—
Stopschakelaar
Werking
controleren
120
Doorslijpschijf
Inspecteren
110
Stationair toerental
Inspecteren/
afstellen
121
Luchtfilter
Reinigen
123
Stofzakfilter
Reinigen/
vervangen
123
Voorfilter
Reinigen/
vervangen
123
Bougie
Inspecteren
124
Koelluchtinlaatopening en
koelribben van de cilinder
Reinigen/
inspecteren
—
Inspecteren
—
Brandstofleiding
*2
Vervangen
Brandstoffilter
Reinigen/
vervangen
Klepspeling (inlaatklep en
uitlaatklep)
Inspecteren/
afstellen
Carburateur
Brandstof
aftappen
—
124
*2
—
*3
*1 Eerste keer verversen na 20 bedrijfsuren.
*2 Vraag een erkend servicecentrum of een machinewerkplaats om de inspectie na 200 bedrijfsuren uit te voeren.
*3 Na het aftappen van de brandstoftank, laat u de motor draaien om de brandstof in de carburateur op te gebruiken.
128
113
Storingzoeken
Probleem
Systeem
Waarneming
Oorzaak
De doorslijpschijf
begint niet te draaien
Koppeling
Motor loopt
Schade aan de koppeling
Motor start niet of
zeer moeilijk
Ontstekingssysteem
Ontstekingsvonk OK
Fout in brandstoftoevoer of compressiesysteem, mechanisch
defect
Geen ontstekingsvonk Stopschakelaar ingeschakeld, bedradingsfout of kortsluiting,
aanwezig
bougie of bougiekap defect, ontstekingsmodule defect
Brandstoftoevoersysteem Brandstoftank is vol
Onjuiste stand van chokehendel, carburator defect,
brandstofleiding geknikt of verstopt, brandstof vuil
Compressiesysteem
Geen compressie bij
aantrekken
Cilinderkoppakking defect, krukasafdichtingen beschadigd, cilinder
of zuigerveren defect, of slechte afdichting van bougie
Mechanisch defect
Starter grijpt niet aan
Gebroken startveer, gebroken onderdelen binnenin de motor
Koppeling
De verontreiniging
kleeft aan de
koppeling en
de omliggende
onderdelen
De ratelveer is verontreinigd en geopend. Laat hem reinigen
Problemen bij starten
van warme motor
Carburator
Brandstoftank vol,
ontstekingsvonk
aanwezig
Carburator is vervuild. Laat deze schoonmaken.
Motor start, maar
slaat direct weer af
Brandstoftoevoersysteem Brandstoftank is vol
Onvoldoende
prestaties
Mogelijk zijn meerdere
systemen tegelijk de
oorzaak
Verkeerde afstelling van stationair toerental, of brandstoffilter of
carburator is vervuild
Ontluchting brandstoftank defect, brandstofleiding niet open,
gaskabel of stopschakelaar defect
Slecht stationair lopen Luchtfilter is vervuild, carburator is vervuild, uitlaatdemper is
verstopt, uitlaatkanaal in de cilinder is verstopt
129
Problemen oplossen
Alvorens een verzoek voor reparatie in te dienen, controleer u de storing zelf aan de hand van de onderstaande tabel. Als een probleem is
gevonden, repareert u het gereedschap aan de hand van de beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing. Probeer nooit enig onderdeel te
demonteren of repareren in strijd met de beschrijvingen. Voor reparatie neemt u contact op met een erkend servicecentrum of uw plaatselijke
dealer.
Probleemomschrijving
Mogelijke oorzaak (storing)
Druk deze 7 tot 10 keer in
Te zwak trekken aan de trekstarthandgreep
Trek krachtig
Gebrek aan brandstof
Vul brandstof bij
Verstopt brandstoffilter
Reinig
Gebroken brandstofleiding
Maak de brandstofleiding recht
Verslechterde brandstof
De verslechterde brandstof bemoeilijkt het
starten.
Vervang de brandstof door nieuwe.
(Aanbevolen vervangingstermijn: 1 maand)
Buitensporige toevoer van brandstof
Verander de stand van de gashendel van
middelhoog toerental naar hoog toerental en
trek aan de trekstarthandgreep tot de motor
start. Nadat de motor is gestart, begint de
doorslijpschijf te draaien. Let goed op de
doorslijpschijf.
Als de motor nog steeds niet start, draait u de
bougie eruit, maakt u de elektroden droog, en
monteert u de bougie weer. Start vervolgens
zoals beschreven.
Bougiekap ligt eraf
Bevestig stevig
Motor start niet
Motor slaat snel af
Motortoerental neemt niet toe
Doorslijpschijf draait niet
Vervuilde bougie
Reinig
Verkeerde elektrodenafstand van bougie
Stel de elektrodenafstand af
Ander probleem met de bougie
Vervang
Probleem met de carburator
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Trekstarthandgreep kan niet worden
getrokken
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Verontreinigde koppeling en omliggende
onderdelen
Reinig
Onvoldoende opgewarmd
Warm de motor op
Chokehendel staat in de stand “ ” ondanks
dat de motor opgewarmd is.
Zet in de stand “ON
Verstopt brandstoffilter
Reinig
Vervuild of verstopt luchtfilter
Reinig
Probleem met de carburator
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Bevestigingsbout van de doorslijpschijf zit los
Draai goed vast
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Doorslijpschijf is gebroken, verbogen of
versleten
Vervang de doorslijpschijf
Bevestigingsbout van de doorslijpschijf zit los
Draai goed vast
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Hoog stationair toerental
Stel af
Gasklepverbinding is losgeraakt
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Stekker losgeraakt
Bevestig stevig
Probleem met elektrisch systeem
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Motorblok trilt abnormaal sterk
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Doorslijpschijf stopt niet onmiddellijk
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Motor slaat niet af
Oplossing
De brandstofhandpomp werd niet ingedrukt
Laat de motor stationair draaien en zet de
chokehendel in de stand “ ”
”
Als de motor niet start ondanks dat deze opgewarmd is:
Als bij het doorlopen van de controlepunten geen probleem wordt gevonden, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open en start u de motor.
130
Opslag
WAARSCHUWING:
Als u de brandstof wilt aftappen, zet u altijd de motor uit, laat u hem afkoelen en tapt u daarna de brandstof af.
• Als u de brandstof aftapt onmiddellijk nadat de motor is uitgezet, kunnen vlammen of brand ontstaan waardoor brandwonden kunnen worden
veroorzaakt.
LET OP:
Als de doorslijpmachine niet gebruikt gaat worden gedurende een langere tijd, tapt u alle brandstof af en bewaart u de
doorslijpmachine op een droge, schone plaats.
• Volg de volgende procedure om de brandstof af te tappen uit de brandstoftank en carburator.
(1) Verwijder de brandstoftankvuldop en tap de brandstof af totdat de brandstoftank leeg is.
Controleer op dit moment of zich vreemde stoffen in de brandstoftank bevinden. Als dat het geval is, verwijdert u deze.
(2) Gebruik een stukje draad of iets soortgelijks om het brandstoffilter uit de vulnek te trekken.
(3) Druk op de brandstofhandpomp totdat alle brandstof teruggestroomd is naar de brandstoftank en verwijder daarna deze brandstof uit de
brandstoftank.
(4) Plaats het brandstoffilter terug op zijn plaats in de brandstoftank en draai de brandstoftankvuldop vervolgens stevig vast.
(5) Laat tenslotte de motor lopen tot hij stopt.
(6) Verwijder de bougie en verwijder de paar druppels motorolie uit het bougiegat.
(7) Trek langzaam aan de trekstarthandgreep om olie door de hele motor te circuleren en plaats daarna de bougie terug.
(8) Giet de afgetapte brandstof in een geschikte jerrycan en bewaar deze op een schaduwrijke, goed geventileerde plaats.
131