LG MT09R.NU1 Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

INSTALLATIEHANDLEIDING
AIR
CONDITIONER
www.lg.com
Lees deze installatiehandleiding zorgvuldig door voordat u het product
installeert.
De installatiewerkzaamheden moeten volgens de landelijke
bedradingsnormen enkel door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd.
Bewaar deze installatiehandleiding na lezing zorgvuldig voor later gebruik.
PLAFONDCASSETTE
Vertaling van de oorspronkelijke instructie
Copyright © 2016 - 2019 LG Electronics Inc. Alle rechten voorbehouden.
NEDERLANDS
2
MODEL NAAM
NEDERLANDS
MODEL NAAM
- Productnaam : Airconditioner
- Modelnaam:
- Additionele Informatie : serienummer staat
op de barcode op het product.
- Max toelaatbare druk Hoge kant :
4.2 MPa / 4.32 MPa (Het kan per model
verschillen)
- Max toelaatbare druk Lage kant :
2.4 MPa
- Koelmiddel : R32 / R410A
Productinformatie
Serienummer
Binnenunit / Buitenunits
Gedetailleerd producttype alleen
voor modellen van de M-serie
AQ : Op een wand gemonteerd Libero-R
SQ : Op een wand gemonteerd Libero-E
AH* : ARTCOOL
AW* : ART COOL Mirror
AH : Plafondcassette
AHL: In het plafond verborgen leiding
(Laag statisch)
R : Refrigerant R32/R410A
PC : Standard plus (S)
Gedetailleerd producttype voor
modellen van de U- / C- series
L : Laag statisch
H : Hoge COP
C : Econo
R : Koelmiddel R32 / R410A
Nominale capaciteit
Bijv.) 7 000 Btu/h Klasse '07',
18 000 Btu/h Class '18'
Producttype
Aansluitbaar type buitenunit
Chassisnaam
SQSM N B 015
S : Op een wand gemonteerd /
ARTCOOL mirror
J : Op een wand gemonteerd
A : ARTCOOL
T : Plafondcassette
B, M : In het plafond verborgen leiding
V : Aan het plafond opgehangen & vloer
Q : Console
P : Vloer staand
M : Binnnenunit alleen voor
Multi-systemen
U : Binnneunits alleen voor
Afzonderlijke A systemen
C : Gemeenschappelijke binnenunit
voor Multi- en Afzonderlijke CAC
N : Binnenunit
U : Buitenunit
De A-gewogen uitgestoten geluidsdruk van dit
product is lager dan 70 dB.
** Het lawaainiveau kan variëren, afhankelijk
van de plek.
De genoemde cijfers zijn het uitstootniveau,
en zijn niet noodzakelijkerwijs veilige
werkniveaus.
Hoewel er een correlatie bestaat tussen de
uitstoot en de blootstellingsniveaus, kan dit
niet als betrouwbare basis worden gebruikt
om te bepalen of er voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen of niet.
Factoren die van invloed zijn op de
daadwerkelijke niveaus waaraan de werkers
worden blootgesteld zijn de eigenschappen
van de werkruimte, en andere
geluidsbronnen, d. w.z. het aantal apparaten
en andere processen in de nabijheid en hoe
lang een gebruiker wordt blootgesteld aan het
lawaai.Tevens kan het blootstellingsniveau dat
is toegestaan van land tot land verschillen.
Deze informatie echter zal de gebruiker van de
apparatuur in staat stellen om een betere
evaluatie te maken van de gevaren en risico's.
Uitstoot luchtgeluid
De grensconcentratie is de grens van
concentratie van freongas waarbij onmiddellijk
maatregelen kunnen worden getroffen zonder
dat persoonlijk letsel optreedt als koelvloeistof
in de lucht lekt. De grensconcentratie dient
omschreven te worden in de eenheid kg/m
3
(Freongas gewicht per eenheid luchtvolume)
om de berekening mogelijk te maken.
n Calculate refrigerant concentration
Totale hoeveelheid van aangevuld
koelvloeistof in koelvloeistofinstallatie (kg)
Capaciteit van kleinste ruimte waar
de binnenunit geïnstalleerd is (m
3
)
Koelvloeistof
concentratie
(kg/m
3
)
=
Grensconcentratie: 0.44 kg/m
3
(R410A)
Grensconcentratie (voor R410A)
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
3
NEDERLANDS
• Koel binnenshuis niet excessief. Dit kan schadelijk voor uw gezondheid zijn en verbruikt meer
elektriciteit.
• Sluit zonlicht buiten met lamellen of gordijnen als de air conditioner in werking is.
• Houd deuren en ramen goed gesloten terwijl u de air conditioner gebruikt.
Pas de richting van de luchtstroom verticaal of horizontaal aan om de lucht binnenshuis te circuleren.
• Zet de ventilator harder om lucht binnenshuis gedurende een korte periode snel te koelen of te
verwarmen.
• Open ramen regelmatig voor ventilatie, omdat de luchtkwaliteit binnenshuis kan verslechteren als
de air conditioner gedurende vele uren wordt gebruikt.
• Maak het luchtfilter iedere 2 weken schoon. Stof en onregelmatigheden die in het luchtfilter zijn
opgevangen kunnen de luchtstroom blokkeren of de koel-/ontvochtigingsfuncties verminderen.
Voor uw administratie
Niet uw aankoopbon vast aan deze pagina voor het geval u de aankoopdatum moet bewijzen of
vanwege garantieredenen. Noteer het modelnummer en het serienummer hier:
Modelnummer :
Serienummer :
U vindt deze op het label aan de zijkant van iedere unit.
Naam van de dealer :
Datum van aankoop :
Hieronder volgt een aantal tips die u helpen het stroomverbruik te minimaliseren tijdens het
gebruik van de air conditioner. U kunt uw air conditioner efficiënter gebruiken door de
onderstaande instructies op te volgen:
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
NEDERLANDS
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De onderstaande symbolen worden weergegeven op binnen- en buitenunits.
LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U DE APPARATUUR GEBRUIKT.
Houdt u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen om gevaarlijke
situaties te voorkomen en zeker te zijn van een topprestatie van uw product.
WAARSCHUWING
Als deze aanwijzingen worden genegeerd kan dit tot ernstig letsel of de
dood leiden.
LET OP
Als deze aanwijzingen worden genegeerd kan dit tot licht letsel of schade
aan het product leiden.
WAARSCHUWING
• Installatie of reparaties door niet-gekwalificeerde personen kunnen leiden
tot gevaar voor uzelf en anderen.
• De informatie die in de handleiding staat is bedoeld voor gebruik door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus die bekend is met de
veiligheidsprocedures en beschikt over het juiste gereedschap en
testinstrumenten.
Als alle instructies in deze handleiding niet zorgvuldig worden gelezen en
opgevolgd, kan dit ervoor zorgen dat de apparatuur niet goed functioneert,
schade aan eigendommen optreedt, alsmede persoonlijk letsel en/of de dood.
• De nationale gasvoorschriften moeten worden nageleefd.
Installatie
• Altijd aarden.
- Anders kan dit een elektrische schok veroorzaken.
• Gebruik nooit een beschadigde stroomkabel of stekker of een loszittend
stopcontact.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
!
!
!
Lees de voorzorgsmaatregelen in
deze handleiding zorgvuldig door
voordat u de unit gebruikt.
Dit apparaat is gevuld met brandbaar
koelmiddel (R32).
Dit symbool geeft aan dat de
bedieningshandleiding zorgvuldig
moet worden gelezen.
Dit symbool geeft aan dat een
onderhoudstechnicus deze
apparatuur moet behandelen
overeenkomstig de
installatiehandleiding
5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
NEDERLANDS
• Neem voor de installatie van dit product altijd contact op met een
servicecentrum of een professioneel installatiebureau.
- Anders kan dit brand, een elektrische schok, een explosie of letsel
veroorzaken.
• Bevestig de aansluitdoos aan de binnenunit en het onderhoudspaneel aan
de buitenunit.
- Als de aansluitdoos van de binnenunit en het onderhoudspaneel van de
buitenunit niet goed aangesloten zijn, kunnen stof, water e.d. hierin
doordringen en brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Installeer altijd een luchtlekverbreker en een aangepast schakelpaneel.
Geen installatie kan brand en een elektrische schok veroorzaken.
• Bewaar geen brandbare gassen en brandstoffen in de buurt van de air
conditioner.
- Anders kan dit brand of een defect aan het product veroorzaken.
• Zorg ervoor dat het installatieframe van de buitenunit in orde is en niet
beschadigd door langdurig gebruik.
- Dit kan letsel of een ongeluk veroorzaken.
• Demonteer of repareer het product niet zelf. Dit zal brand of een
elektrische schok veroorzaken.
• Installeer het product niet op een plaats waar het kan vallen.
- Anders kan dit resulteren in persoonlijk letsel.
• Ga bij het uitpakken en installeren voorzichtig te werk. U kunt zich aan
scherpe randen verwonden.
• Het apparaat moet worden geplaatst in een ruimte zonder continu
werkende ontstekingsbronnen. (Bijvoorbeeld: open vuur, een werkend
apparaat op gas of een werkende elektrische verwarming.)
• Er zijn twee personen nodig voor het optillen en verplaatsen van het
product. Vermijd persoonlijk letsel.
• Gebruik geen middelen om het ontdooien te versnellen of voor het
reinigen, anders dan die worden aanbevolen door de fabrikant.
• Doorboor of verband het koelcircuit niet.
• Wees u ervan bewust dat koudemiddelen mogelijk geurloos zijn.
• Houd ventilatieopeningen vrij van obstakels.
• Het apparaat moet in een goed geventileerde ruimte worden geplaatst
waar de grootte van de ruimte overeen komt met de specificatie voor het
gebruik. (voor R32)
• Koelmiddelleidingen moeten beschermd of weggewerkt worden om
beschadiging te voorkomen.
• Flexibele koelmiddel aansluitingen (zoals verbindingslijnen tussen het
NEDERLANDS
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6
binnen- en buitendeel) dat tijdens normaal gebruik kan worden verplaatst,
moeten worden beschermd tegen mechanische beschadiging.
• Een gesoldeerde, gelaste of mechanische verbinding moet worden
gemaakt voordat de kleppen worden geopend, zodat het koelmiddel
tussen de onderdelen van het koelsysteem kan lopen.
• Mechanische verbindingen moeten toegankelijk zijn voor
onderhoudsdoeleinden.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
nationale bedradingsvoorschriften.
Bediening
• Sluit op de afvoer van het product geen andere apparaten aan.
-
Door warmteontwikkeling kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
• Gebruik nooit een beschadigde stroomkabel.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Verander of verleng de stroomkabel niet.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Trek niet aan de stroomkabel wanneer de air conditioner in werking is.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Trek de stroomkabel onmiddellijk uit het stopcontact als u vreemde
geluiden, een vreemde geur of rook uit de unit komt.
- Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Vermijd open vuur.
- Anders kan dit brand veroorzaken.
• Trek de stekker indien nodig uit het stopcontact, waarbij u de stekker zelf
vasthoudt en raak niet met natte handen aan.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Houd de stroomkabel uit de buurt van verwarmingsapparaten.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Open het inlaatrooster van een binnen- of buitenunit niet als deze in
werking zijn.
- Anders kan dit een elektrische schok en een storing veroorzaken.
• Zorg ervoor dat er geen water in de elektrische onderdelen komt.
- Anders kan dit een storing van de machine of een elektrische schok
veroorzaken.
• Houd de stekker bij de kop vast als u hem uit het stopcontact trekt.
- Het kan een elektrische schok en schade veroorzaken.
• Raak de metalen onderdelen van de unit bij het verwijderen van het filter
niet aan.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
7
NEDERLANDS
- Deze zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
• Ga niet op een binnen- of buitenunit staan en leg er niets op.
- Het kan letsel veroorzaken doordat de unit valt of u zelf valt.
• Plaats geen zware voorwerpen op de stroomkabel.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Neem contact op met een servicecentrum als het product geheel of
gedeeltelijk onder water heeft gestaan.
- Anders kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Voorkom dat kinderen op de buitenunit gaan staan.
- Anders kunnen kinderen zwaar gewond raken door er vanaf te vallen.
• Gebruik een vacuümpomp of Inert (nitrogeen)-gas wanneer u een
lekkagetest of ontluchting uitvoert. Voer geen lucht- of
zuurstofcompressie uit en gebruik geen ontvlambare gassen. Anders kan
dit tot een explosie of brand leiden.
- Er bestaat risico op dood, verwonding, brand of explosie.
• De schakelaar niet inschakelen (of in ieder geval de stroom niet aanzetten)
als het voorpaneel, behuizing, deksel, of afdekplaat van de schakelkast
verwijderd of geopend is.
- Anders kan dit brand, elektrische schokken, explosies of de dood als
gevolg hebben.
• Schakel alle apparaten uit die brand kunnen veroorzaken bij lekken van
koelmiddel en ventileer de ruimte (open bijvoorbeeld het venster of
gebruik ventilatie) en neem contact op met de verkoper die u het apparaat
heeft verkocht.
• De installatie van leidingwerk moet tot een minimum worden beperkt.
• Wanneer mechanische aansluitingen binnenshuis worden hergebruikt,
moeten de afdichtende delen worden vernieuwd. (voor R32)
• Wanneer uitlopende verbindingen binnenshuis worden hergebruikt, moet
de welving opnieuw worden gemaakt. (voor R32)
LET OP
Installatie
• Installeer een afvoerslang om te verzekeren dat er veilig afgevoerd wordt.
- Anders kan dit waterlekkage veroorzaken.
• Installeer het product zodanig dat het geluid of warme luchtstroom van de
buitenunit de buren niet hindert.
- Anders kan dit ruzie met de buren veroorzaken.
• Inspecteer de producten na installatie en reparatie altijd op gaslekken.
!
8
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
NEDERLANDS
- Anders kan dit een defect aan het product veroorzaken.
• Houd het product bij installatiewerkzaamheden altijd horizontaal.
- Anders kan dit trillingen of een waterlekkage veroorzaken.
• Iedere persoon die betrokken is bij het werken aan of het onderbreken van
het koelcircuit moet in het bezit zijn van een geldig certificaat van een door
de industrie officieel erkende beoordelingsinstantie, die hun bevoegdheid
verleent om koelmiddelen veilig te behandelen in overeenstemming met
een door de industrie erkende richtlijnen. (voor R32)
• Draag de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) bij het
installeren, onderhouden of servicebeurt van het product.
• Pijpleidingen moeten worden beschermd tegen fysieke schade.
Bediening
• Voorkom een sterke afkoeling en ventileer de ruimte regelmatig.
- Anders kan dit schadelijk zijn voor uw gezondheid.
• Reinig de producten altijd met een zachte doek. Gebruik geen wax,
verdunner of een agressief reinigingsmiddel.
- Het uiterlijk van de air conditioner kan in kwaliteit achteruit gaan, van
kleur veranderen of rimpels gaan vertonen.
• Gebruik het product niet voor speciale doeleinden zoals het bewaren van
dierenvoeding, precisie-instrumenten of kunstvoorwerpen.
- Anders kan dit schade aan uw eigendommen veroorzaken.
• Plaats geen obstakels rondom de luchtinlaat of luchtuitlaat.
- Anders kan dit een defect aan het apparaat of een ongeluk veroorzaken.
• Het apparaat moet zodanig worden geplaatst dat mechanische schade
wordt voorkomen.
• Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals word aanbevolen door de
fabrikant van de apparatuur. Onderhoud en reparatie waarbij de
ondersteuning van ander gekwalificeerd personeel nodig is moet worden
uitgevoerd onder toezicht van de persoon die bevoegd is voor het gebruik
van brandbare koelmiddelen. (voor R32)
• Demontage van de unit, behandeling van de koelolie en eventuele
onderdelen moet worden uitgevoerd volgens lokale en nationale
standaarden.
• Stof- en zoutdeeltjes vastgeplakt op de warmtewisselaar moeten
periodiek (meer dan eenmaal/jaar) met water verwijderd worden.
• De ontkoppelingsmiddelen moeten worden opgenomen in de vaste
bedrading overeenkomstig de bedradingsregels.
9
2 MODEL NAAM
3 TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
4 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
10 INSTALLATIELOCATIES
12 INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
13
Binnenunit afvoerleidingen
14
Bedradingsverbinding
16
Uitdrijfwerkzaamheden
19 INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
21
Afstandsbediening met bedrading installeren
22 INSTALLATIE DECORATIEPANEEL (ACCESSOIRE)
24 PROEFDRAAIEN
25 OPTIONELE BEDIENING
25
Installatie-instelling - modus proefdraaien
26
Installatie-instelling - adres van centrale bediening instellen
28
Installatie-instelling - keuze plafondhoogte
29
Installatie-instelling - groepsinstelling
30
Installatie-instelling - modusinstelling droog contact
31
Installatie-instelling - omschakelen tussen Celsius/Fahrenheit
32
Installatie-instelling – optionele functie-instelling
33
Instelling installatieprogramma - Modusvergrendeling afstandsbediening
34 HOE E.S.P. (ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA)
IN TE STELLEN?
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
NEDERLANDS
10
NEDERLANDS
INSTALLATIELOCATIES
INSTALLATIELOCATIES
- Er mag geen warmtebron of stoom in de buurt van de unit zijn.
- Er mogen geen obstakels zijn die de luchtcirculatie tegengaan.
- Een plaats waar luchtcirculatie in de ruimte correct is.
- Een plaats waar het gemakkelijk is om de afvoer te laten plaatsvinden.
- Een plaats waar rekening wordt gehouden met het voorkomen van geluid.
- Installeer de unit niet in de buurt van de deuropening.
- Houdt u aan de ruimtes die staan aangegeven door pijltjes vanaf de muur, het plafond, of
andere obstakels.
- De binnenunit moet de juiste onderhoudsruimte aanhouden.
Eenheid : mm
Plafond
Plafondplaat
Plafondplaat
H
1 000
of meer
500
of meer
500
of meer
300 of minder
Ten minste 1 800
H of minder
Vloer
10 of
meer
* Gebruik een bijgesloten blad of het
golfkarton aan de onderkant van de
verpakking als installatieblad.
* Wanneer u de onderkant van de verpakking
gebruikt, haal het installatieblad dan los van
de productverpakking door een mes enz. te
gebruiken zoals in onderstaande afbeelding.
Bijgesloten blad
Of
Golfkarton aan de
onderkant van de
verpakking
Chassis
H
TU 3 300
TQ/TR/TP 3 600
TN/TM 4 200
11
NEDERLANDS
INSTALLATIELOCATIES
Minimaal vloeroppervlak
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
Amin (m
2
)
m (kg)
0 2345678910
Etage
Op de muur
gemonteerd
Tegen het plafond
gemonteerd
1.224
- Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en geplaatst in een ruimte met een
vloeroppervlak dat groter is dan het minimale vloeroppervlak.
- Gebruik de grafiek of de tabel om het minimale vloeroppervlak te bepalen.
- Het pijpwerk moet beschermd worden tegen fysieke schade en mag niet in een niet-
geventileerde ruimte worden geïnstalleerd als die ruimte kleiner is dan A (minimale oppervlak
voor de installatie)
- m: Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
- Totale hoeveelheid koelmiddel: hoeveelheid fabriekskoelmiddel + extra hoeveelheid koelmiddel.
Etage
m (kg) Amin (m
2
)
< 1.224
-
1.224 12.9
1.4 16.82
1.6 21.97
1.8 27.80
2 34.32
2.2 41.53
2.4 49.42
2.6 58.00
2.8 67.27
3 77.22
3.2 87.86
3.4 99.19
3.6 111.20
3.8 123.90
4 137.29
4.2 151.36
4.4 166.12
Etage
m (kg) Amin (m
2
)
4.6 181.56
4.8 197.70
5 214.51
5.2 232.02
5.4 250.21
5.6 269.09
5.8 288.65
6 308.90
6.2 329.84
6.4 351.46
6.6 373.77
6.8 396.76
7 420.45
7.2 444.81
7.4 469.87
7.6 495.61
7.8 522.04
Op de muur gemonteerd
m (kg) Amin (m
2
)
< 1.224
-
1.224 1.43
1.4 1.87
1.6 2.44
1.8 3.09
2 3.81
2.2 4.61
2.4 5.49
2.6 6.44
2.8 7.47
3 8.58
3.2 9.76
3.4 11.02
3.6 12.36
3.8 13.77
4 15.25
4.2 16.82
4.4 18.46
Op de muur gemonteerd
m (kg) Amin (m
2
)
4.6 20.17
4.8 21.97
5 23.83
5.2 25.78
5.4 27.80
5.6 29.90
5.8 32.07
6 34.32
6.2 36.65
6.4 39.05
6.6 41.53
6.8 44.08
7 46.72
7.2 49.42
7.4 52.21
7.6 55.07
7.8 58.00
Tegen het plafond gemonteerd
m (kg) Amin (m
2
)
< 1.224
-
1.224 0.956
1.4 1.25
1.6 1.63
1.8 2.07
2 2.55
2.2 3.09
2.4 3.68
2.6 4.31
2.8 5.00
3 5.74
3.2 6.54
3.4 7.38
3.6 8.27
3.8 9.22
4 10.21
4.2 11.26
4.4 12.36
Tegen het plafond gemonteerd
m (kg) Amin (m
2
)
4.6 13.50
4.8 14.70
5 15.96
5.2 17.26
5.4 18.61
5.6 20.01
5.8 21.47
6 22.98
6.2 24.53
6.4 26.14
6.6 27.80
6.8 29.51
7 31.27
7.2 33.09
7.4 34.95
7.6 36.86
7.8 38.83
(voor R32)
12
NEDERLANDS
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Peilmeter
Plafond
Plafondbord
Eenheid: mm
Eenheid: mm
875 (plafondopening)
787 (ophangbout)
684 (ophangbout)
671
875 (plafondopening)
TQ/TR Series
TP/TN/TM Series
585~660
517
461
517
585~660
523
570
570
319
840 Unitgrootte840 Unitgrootte
840 Unitgrootte840 Unitgrootte
840 Unitgrootte
840 Unitgrootte
TU Chassis
600
250
965
1 065
50
50
466
860
448
400 4040
306
354
• Deze air conditioner maakt
gebruik van een afvoerpomp.
Installeer de unit horizontaal met
behulp van een peilmeter.
• Tijdens de installatie dient u erop
te letten dat u de elektrische
bedrading niet beschadigt.
- Kies en markeer de positie voor
bevestigingsbouten en het leidinggat.
-
Bepaal de positie van bevestigingsbouten
enigszins schuin in de afvoerrichting, nadat u
de richting van de afvoerslang hebt overwogen.
- Boor het gat voor de verankeringsmoer aan
de muur.
OPMERKING
!
Vermijdt installatie op de volgende locaties.
1 Plaatsen zoals restaurants en keukens waar een
aanzienlijke hoeveelheid olieachtige stoom en meel
wordt gegenereerd. Deze kunnen ervoor zorgen dat
de warmtewisselaar een verminderde efficiëntie
heeft, of voor waterdruppels, dan wel het slecht
functioneren van de afvoerpomp. Ga in die gevallen
als volgt te werk:
- Zorg dat de ventilator voldoende geschikt is om alle
schadelijke gassen in deze ruimte aan te kunnen.
- Zorg voor voldoende afstand van een kookruimte
om de air conditioner op zo'n plaats te installeren
waar deze geen olieachtige stoom kan opzuigen.
2 Vermijd installatie van de air conditioner in plaatsen
waar bakolie of ijzerpoeder worden gegenereerd.
3 Vermijd locaties waar ontvlambare gassen worden
gegenereerd.
4 Vermijd locaties waar schadelijke gassen worden
gegenereerd.
5 Vermijd locaties in de buurt van hoge frequentie
generatoren.
Gebruik de ventilator
om rook in de afzuigkap
op te vangen met
voldoende capaciteit.
Aanrecht
Air conditioner
Neem
voldoende
afstand
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
LET OP
!
13
NEDERLANDS
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Stel de schroef van het
papieren model in (4 stuks)
Stel de schroef van het
papieren model in (4 stuks)
Papiermodel voor
installatie
Papiermodel voor
installatie
Plafond
bord
150 mm
70 mm
Plafondbord
Plafondbord
Plafond
Plafond
Platte tussenring
voor M10(accessoire)
Platte tussenring
voor M10(accessoire)
Houd de lengte van de
bout vanaf de klem op 40 mm
Houd de lengte van de
bout vanaf de klem op 40 mm
Open het plafondbord
langs de buitenste rand
van het papiermodel
Open het plafondbord
langs de buitenste rand
van het papiermodel
Ophangbout
(W3/8 of M10)
Moer
(W3/8 of M10)
Moer
(W3/8 of M10)
Veerring (M10)
Behuizing air
conditioner
Behuizing air conditioner
Houd een lengte van 15~18 mm
aan tussen het onderste
oppervlak van de air conditioner
en het plafondoppervlak
Houd een lengte van 20~22 mm
aan tussen het onderste
oppervlak van de air conditioner
en het plafondoppervlak
Pas aan voor
dezelfde hoogte
Pas aan voor
dezelfde hoogte
4-WEG
1-WEG
Plafondbord
Plafondbord
Plafondbord
De volgende onderdelen zijn optioneel.
Ophangbout - W 3/8 or M10
Moer - W 3/8 or M10
Veerring - M10
Platte tussenring - M10
Boor het gat voor de leiding in de buitenwand enigszins schuin naar beneden met behulp van een
Ø 70 mm gatkernboor.
Muur
Binnen
Buiten
5~7 mm
Zet de bouten en moeren stevig vast
om te voorkomen dat de unit valt.
Onderhoud
afvoerpoort
Omhoog
routeren
niet
toegestaan
Leidingklem
Binnenunit
300 mm of minder
Binnenunit afvoerleidingen
- Afvoerleidingen moeten schuin omlaag staan
(1/50 tot 1/100): zorg ervoor dat u geen
omhoog/omlaag helling maakt, om
terugstromen te voorkomen.
- Wees bij de aansluiting van de afvoerleidingen
voorzichtig dat u geen extra kracht uitoefent op
de afvoerpoort van de binnenunit.
- De buitendiameter van de afvoerverbinding op
de binnenunit bedraagt 32 mm.
- Zorg ervoor dat u warmte-isolatie aanbrengt op
de afvoerleidingen.
- Installeer de oplopende afvoerleidingen in een
rechte hoek op de binnenunit en niet meer dan
300 mm van de unit.
Leidingmateriaal: Polyvinylchloride leiding
VP-25 en leidingbevestigingen.
LET OP
!
14
NEDERLANDS
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
700 of minder
1 -1.5 m
Klem metaal (bijgevoegd)
Afvoerslang (bijgevoegd)
Afvoer opwaartse leiding
300 mm of minder300 mm of minder300 mm of minder
Warmte-isolatie materiaal: Polyethyleen
schuim met een dikte van meer dan 8 mm.
Afvoertest
De air conditioner maakt gebruik van een afvoerpomp
om water af te voeren.
Gebruik de volgende procedure om de werking van de
afvoerpomp te testen:
- Sluit de hoofdafvoerleiding aan op de buitenkant en
laat deze provisorisch op die plaats totdat de test is
afgelopen.
- Vul de flexibele afvoerleiding met water en
controleer de leidingen op lekkage.
- Zorg ervoor dat u de afvoerpomp controleert op
normale werking en geluiden als de elektrische
bedrading compleet is.
- Als de test voltooid is, sluit u de flexibele afvoerslang
aan op de afvoerpoort op de binnenunit.
Toevoerwater
Afvoerpomp
Afvoerbak
Flexibele afvoerslang
(accessoire)
Hoofdafvoer
leiding
Het verbindingsstuk
lijmen
Afvoer
poort
Afvoerslang aansluiting
De klem gebruiken
(accessoire)
WARMTE-ISOLATIE
-
Gebruik het materiaal voor warmte-isolatie van de
koelvloeistofleidingen dat een uitstekende
warmteweerstand heeft (meer dan 120
°
C).
-
Voorzorgsmaatregelen in omstandigheden met
hoge luchtvochtigheid: Deze air conditioner is
getest in overeenstemming met de “KS
standaardvoorwaarden met mist”, en er is
bevestigd dat zich geen defect voordoet. Indien
echter gedurende een langere tijd gebruikt in een
zeer vochtige atmosfeer (temperatuur dauwpunt:
meer dan 23
°
C), is het waarschijnlijk dat er
waterdruppels uitvallen. In dat geval voegt u
warmte-isolatiemateriaal toe in overeenstemming
met de volgende procedure:
- Warmte-isolerend materiaal klaar leggen...
Adiabatische glaswol met een dikte van 10 tot
20 mm.
- Breng glaswol aan op alle air conditioners die
zich aan het plafond bevinden.
Binnen
unit
Thermische isolatie
(accessoire)
Bevestigingsband
(accessoire)
Leidingen
koelvloeistof
Bedradingsverbinding
-
Open de schakelkastkap en sluit de
afstandsbedieningskabel en de
binnenstroomkabels aan.
- Verwijder de schakelkastkap voor de
elektrische verbinding tussen de binnenunit en
de buitenunit. (Verwijder schroeven ¿)
-
Gebruik de snoerklem om het snoer vast te maken.
Afstand
sbediening
skabel
1
1
Verbindingskab
el tussen de
binnenunit en
de buitenunit.
Schakelkastkap (waarop
de elektrische bedrading
wordt aangesloten)
De meegeleverde flexibele afvoerslang
mag niet worden gebogen of
vastgeschroefd. Een gebogen of
vastgeschroefde slang kan
waterlekkage veroorzaken.
Afstand van
de hanger
Hangerklem
1/50~1/100
helling
Max.700 mm
Flexibele afvoerslang
Isolatie
Metaal
klem
Max.300 mm
1~1.5 m
LET OP
!
15
NEDERLANDS
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Voorzorgsmaatregelen bij het
aanleggen van stroombedrading
Gebruik ronde drukblokken voor aansluitingen
op het klemmenbord van de stroom.
Volg indien deze niet beschikbaar zijn de
onderstaande instructies op.
- Sluit geen bedrading van verschillende diktes
aan op het klemmenblok van de stroom.
(Speling in de stroombedrading kan
abnormale hitte veroorzaken.)
-
Bij het aansluiten van bedrading van dezelfde dikte,
doet u dit zoals getoond in onderstaande afbeelding.
De aansluitkabel die op de binnen-
en buitenunit is aangesloten moet
voldoen aan de volgende
technische specificaties (Deze
apparatuur wordt voorzien van een
kabelset die voldoet aan de
nationale regelgeving.)
Als het stroomsnoer beschadigd
is, moet het worden vervangen
voor een speciaal snoer of
assemblage die leverbaar is door
de fabrikant of zijn
servicevertegenwoordiger.
NORMALE
DWARSDOORSNEDE
GEBIED 0.75 mm
2
20 mm
35±5 mm
GN/YL
10±3 mm
Sluit aan beide kanten
draden van dezelfde
dikte aan.
Het is verboden om
twee draden aan één
kant aan te sluiten.
Het is verboden om
draden van
verschillende diktes
aan te sluiten.
-
Gebruik voor de bedrading het daartoe bedoelde
stroomdraad en sluit het stevig aan, beveilig
vervolgens om te voorkomen dat druk van
buitenaf wordt uitgeoefend op het klemmenblok.
- Gebruik een geschikte schroevendraaier om de
klemschroeven vast te draaien. Een
schroevendraaier met een te kleine kop
beschadigt de bovenkant en maakt het correct
vastdraaien onmogelijk.
- Het te vast aandraaien van de klemschroeven
kan ervoor zorgen dat ze breken.
LET OP
!
LET OP
!
Het stroomsnoer dat is aangesloten
op de unit dient te worden gekozen
in overeenstemming met de
volgende specificaties.
16
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
NEDERLANDS
Uitdrijfwerkzaamheden
De belangrijkste oorzaak voor gaslekkage is
onjuiste uitdrijfwerkzaamheden. Ga bij het
optrompen als volgt te werk.
1 Gebruik de leidingkit accessoire of de
leidingen die u plaatselijk heeft gekocht.
2 Meet de afstand tussen de binnen- en de
buitenunit.
3 Snijd de leidingen iets langer af dan de
gemeten afstand.
4 Snijd de kabel 1,5m langer af dan de
leidinglengte.
1. Verwijder zorgvuldig alle bramen van de op
maat gesneden leidingstukken.
2. Richt het uiteinde van de koperen leiding
omlaag terwijl u bramen verwijdert, om te
voorkomen dat bramen in de leidingen
terecht komen.
- Verwijder de optrompmoeren van de binnen-
en buitenunits en breng ze nadat u de
bramen heeft verwijderd op de
leidingstukken aan. (Dit is na de
uitdrijfwerkzaamheden niet meer mogelijk.)
1 Houd de koperen leiding stevig in een
staaf geklemd volgens de opgegeven
afmeting in bovenstaande tabel.
2 Voer de uitdrijfwerkzaamheden uit met het
uitdrijfgereedschap.
Snijd de leidingen en kabels op
de gewenste lengte af
Bramen verwijderen
Koperen
leiding
90 °
Schuin Ongelijk Ruw
Leiding
Ruimer
Naar
beneden
gericht
Moeren aanbrengen
Optrompmoer
Koperen leiding
Uitdrijfwerkzaamheden
koper dat in contact komt met
koelmiddelen moet zuurstofvrij of
gedesoxydeerd zijn, bijvoorbeeld
Cu-DHP, zoals gespecificeerd in EN
12735-1 en EN 12735-2.
• De installatie van leidingwerk moet tot
een minimum worden beperkt.
• De flensnaad is uitsluitend bestemd voor
gebruik gegloeide pijpen en voor
pijpafmetingen met een buitendiameter
die niet groter is dan 20 mm.
<Type wingmoer>
<Type koppeling>
"A"
Staaf
Koperen leiding
Pijpdiameter
inch (mm)
Een inch (mm)
Type wingmoer Type koppeling
Ø 1/4 (Ø 6.35)
0.04~0.05 (1.1~1.3)
0~0.02
(0~0.5)
Ø 3/8 (Ø 9.52)
0.06~0.07 (1.5~1.7)
Ø 1/2 (Ø 12.7)
0.06~0.07 (1.6~1.8)
Ø 5/8 (Ø 15.88)
0.06~0.07 (1.6~1.8)
Ø 3/4 (Ø 19.05)
0.07~0.08 (1.9~2.1)
LET OP
!
LET OP
!
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
17
NEDERLANDS
1 Vergelijk de uitdrijfwerkzaamheden met de
afbeelding.
2 Als een uitdrijfgedeelte incorrect is, snijdt
u dit af en voert u de
uitdrijfwerkzaamheden nogmaals uit.
1 Lijn het midden van de leidingen uit en
maak de optrompmoer voldoende vast
met de hand.
2 Zet de optrompmoer met een moersleutel
vast.
3 Als het nodig is de afvoerslang van de
binnenunit te verlengen, bevestigt u de
afvoerleiding zoals afgebeeld in de
tekening.
1 Bedek het isolatiemateriaal van de
aansluitleiding en het isolatiemateriaal van
de leiding van de binnenunit gedeeltelijk.
Bind ze samen met vinyltape zodat er geen
vrije ruimte is.
Controleren
Scheef
De binnenkant glanst zonder krassen
Rondom glad
Rondom even breed
Oppervlak
beschadigd
Gescheurd Ongelijke
dikte
= Mislukte optromping =
De installatieleiding en afvoerslang
op de binnenunit aansluiten.
Leiding binnenunit Optrompmoer Leidingen
Buitendiameter
Aanhaalmoment
mm inch kgf.m
Ø 6.35 1/4 1.8~2.5
Ø 9.52 3/8 3.4~4.2
Ø 12.7 1/2 5.5~6.5
Ø 15.88 5/8 6.3~8.2
Ø 19.05 3/4 9.9~12.1
Momentsleutel
Leiding binnenunit
Moersleutel met
open einde (vast)
Aansluitleiding
Optrompmoer
Vinyltape (smal)
Hechtmiddel
Afvoerleiding
Afvoerslang binnenunit
Wikkel het isolatiemateriaal
rondom het aansluitgedeelte.
Isolatiemateriaal
(voor R32)
• Wanneer mechanische aansluitingen
binnenshuis worden hergebruikt,
moeten de afdichtende delen
worden vernieuwd.
• Wanneer uitlopende verbindingen
binnenshuis worden hergebruikt,
moet de welving opnieuw worden
gemaakt.
LET OP
!
18
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
NEDERLANDS
2 Zet de leiding snijdlijn omhoog. Wikkel het
gebied dat ruimte biedt aan het
behuizinggedeelte van de achterste
leidingen in met vinyltape.
3 Bundel de leidingen en afvoerslang samen
door ze voldoende te omwikkelen met
vinyltape over het bereik waarbinnen ze in
het behuizinggedeelte van de achterste
leidingen passen.
Gasleiding
Vloeistofleiding
Snijdlijn
Snijdlijn
Goede behuizing Slechte behuizing
* Snijdlijn leidingen moet omhoog zijn.
Vinyltape (smal)
Aansluitleiding
Aansluitkabel
Vinyltape (breed)
Omwikkel met vinyltape
Leiding binnenunit
Leiding
Omwikkel met vinyltape
Afvoerslang
Leiding
Vinyltape (breed)
INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
19
NEDERLANDS
Maak a.u.b. stevig vast met behulp van de meegeleverde schroef nadat het
instelbord van de afstandsbediening is geplaatst op de plaats die u wenst.
- Plaats deze zo, dat hij niet kan buigen omdat indien het instelbord buigt, er een slechte
instelling plaatsvindt. Plaats het bord van de afstandsbediening zo dat deze op het
regeneratiebord aansluit, als er een regeneratiebord is.
- Installeer het product zodanig dat er geen kloof ontstaat tussen de muurzijde om schudden
na de installatie te voorkomen.
U kunt de kabel voor de afstandsbediening met bedrading in drie richtingen instellen.
- Instelrichting: het oppervlak van muurregeneratie, boven, rechts
- Als u de kabel van de afstandsbediening instelt op de boven- of rechterzijde, verwijder dan de
groef voor kabelgeleiding voordat u de afstandsbediening instelt.
* Verwijder de geleidegroef met tang.
Regeneratie aan het oppervlak van de muur
Bovenzijde geleidegroef
Rechterzijde geleidegroef
1
2
3
2
3
<Bedrading geleidegroeven>
INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
20
NEDERLANDS
INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
Maak het bovenste gedeelte van de afstandsbediening
a.u.b. vast aan het instelbord dat is bevestigd aan het
muuroppervlak, zoals in onderstaande afbeelding, en
sluit vervolgens het instelbord aan door het onderste
gedeelte in te drukken.
-
Sluit a.u.b. aan om ervoor te zorgen dat er geen vrije ruimte is
tussen de afstandsbediening en de boven-, onder-, rechter- en
linkerzijde van het instelbord.
- Regel voor de montage van het installatiebord dat de kabel
niet interfereert met de circuitonderdelen.
Als u de afstandsbediening losmaakt van het instelbord,
zoals in de onderstaande afbeelding, draait u de
schroevendraaier die u in het onderste scheidingsgat
gestoken heeft met de klok mee en vervolgens is de
afstandsbediening losgemaakt.
- Er zijn twee scheidingsgaten. Maak deze a.u.b. één voor
één los.
- Wees a.u.b. voorzichtig dat u de binnenste componenten
niet beschadigt tijdens het losmaken.
Sluit de binnenunit a.u.b. aan op de afstandsbediening met behulp van de aansluitkabel.
Gebruik a.u.b. een verlengsnoer als de afstand tussen de afstandsbediening
met bedrading en de binnenunit meer dan 10 m bedraagt.
Muur
zijde
Muur
zijde
Muur
zijde
Muur
zijde
<Aansluitvolgorde>
<Scheidingsvolgorde>
Controleer a.u.b. of de connector normaal is aangesloten.
Aansluitkabel
Zijkant
binnenunit
Plaats bij het installeren van de afstandsbediening met bedrading deze niet in de muur. (Dit
kan schade aan de temperatuursensor veroorzaken.)
Installeer geen kabel van 50m of langer. (Dit kan een communicatiefout veroorzaken.)
• Bij het installeren van het verlengsnoer controleert u de aansluitrichting van de connector
van de zijde van de afstandsbediening en van de productzijde voor een juiste installatie.
• Als u het verlengsnoer in de omgekeerde richting installeert, zal de connector niet zijn
aangesloten.
• Specificaties voor verlengsnoer: 2547 1007 22# dubbele kern, 3 afschermingen 5 of hoger.
LET OP
!
21
NEDERLANDS
INSTALLATIE AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening met bedrading installeren
Omdat de sensor voor de kamertemperatuur zich in de afstandsbediening bevindt, dient het
kastje van de afstandsbediening te worden geïnstalleerd uit de buurt van direct zonlicht, hoge
luchtvochtigheid of de directe toevoer van koude lucht om de juiste omgevingstemperatuur te
behouden. Installeer de afstandsbediening ongeveer 1,5 m boven de vloer in een ruimte met
goede luchtcirculatie bij een gemiddelde kamertemperatuur.
Installeer de afstandsbediening niet als die kan worden beïnvloed door:
- Tocht of dode hoeken achter deuren en in hoeken.
- Hete of koude lucht uit de kanalen.
- Stralingswarmte van de zon of apparatuur.
- Verborgen leidingen en schoorstenen.
- Ongecontroleerde ruimtes zoals een buitenmuur achter de afstandsbediening.
- Deze afstandsbediening is voorzien van een LED-display met zeven segmenten.
- Voor een juiste weergave van de LED’s van de afstandsbediening, dient de afstandsbediening
correct te worden geïnstalleerd zoals getoond in Afb. 1.
(De standaardhoogte bedraagt 1,2~1,5 m vanaf de vloer.)
1,5 meter
Zone met rechtstreekse
zoninstraling
Nee
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
Haal de verbinding van het voorste rooster af
Hoekbesc
herming
RopeRopeRope
Haakklem
Haak
Rope
Rope
22
NEDERLANDS
INSTALLATIE DECORATIEPANEEL (ACCESSOIRE)
INSTALLATIE DECORATIEPANEEL (ACCESSOIRE)
Het decoratiepaneel heeft zijn eigen
installatierichting.
Voordat u het decoratiepaneel installeert,
verwijdert u altijd het papieren sjabloon.
1 Verwijder de verpakking en neem het
luchtinlaatrooster uit het voorpaneel.
2 Verwijder de hoekbeschermers van het
paneel.
3 Monteer het paneel van de unit door de
haken te bevestigen zoals in de afbeelding
getoond.
4
Bevestig twee schroeven in de diagonale
hoeken van het paneel. Draai de bouten niet
volledig aan. (De bevestigingsschroeven
worden in de doos van de binnenunit
meegeleverd.)
Controleer of het paneel mooi
recht op het plafond past. De hoogte kan met
behulp van de hangbouten worden aangepast
zoals in de afbeelding getoond. Breng nu ook
de twee andere schroeven aan en zet alle
schroeven helemaal vast.
Screw
De roosterverbinding op het paneelframe.
De rand in het paneelframe plaatsen
De deurvergrendeling sluiten
Controleer het linker-, rechter- en middendelen
CN_VANE 1,2
CN_DISPLAY
23
NEDERLANDS
INSTALLATIE DECORATIEPANEEL (ACCESSOIRE)
5 Breng de hoekbeschermingen aan.
6 Draai twee schroeven van de afdekking van
het bedieningspaneel los.
7 Sluit één displayconnector en twee
connectoren voor waaierregeling van het
voorpaneel op de binnenunit PCB aan.
De standmarkering op de PCB is als volgt:
Displayconnector: CN_DISPLAY
Connector voor waaierregeling: CN_VANE 1, 2
8 Sluit het deksel van schakelkast.
9 Monteer het luchtinlaatrooster en het filter
op het paneel.
- Nadat u de rand van het rooster in het
frame van het paneel hebt geplaatst,
bevestigt u het touw aan het frame van het
paneel. Sluit vervolgens het deurslot en
druk op het linker-, rechter- en middendeel.
24
NEDERLANDS
PROEFDRAAIEN
PROEFDRAAIEN
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ PROEFDRAAIEN
-
De initiële stroomvoorziening moet tenminste
voorzien in 90 % van de nominale spanning.
Anders mag de air conditioner niet worden
gebruikt.
CONTROLEER DE VOLGENDE ZAKEN
WANNEER DE INSTALLATIE VOLTOOID IS
- Nadat de werkzaamheden zijn voltooid, zorgt u
dat de resultaten van het proefdraaien zijn
gemeten en genoteerd, en bewaart u de
gemeten gegevens enz.
- Zaken om te meten zijn kamertemperatuur,
buitentemperatuur, afzuigtemperatuur,
uitblaastemperatuur, windsnelheid,
windvolume, spanning, stroom, aanwezigheid
van abnormale trilling en geluid, werkingsdruk,
leidingtemperatuur, compressiedruk.
- Controleer de volgende zaken m.b.t. structuur
en uiterlijk.
* Is de luchtcirculatie adequaat?
* Verloopt de afvoer gemakkelijk?
* Is de warmte-isolatie compleet (koelvloeistof-
en afvoerleidingen)?
* Is er lekkage van koelvloeistof?
* Wordt de schakelaar van de
afstandsbediening gebruikt?
* Is er onjuiste bedrading?
* Zitten er geen aansluitingsschroeven los?
M4......118 N
.
cm{12 kgf
.
cm}
M5......196 N
.
cm{20 kgf
.
cm}
M6......245 N
.
cm{25 kgf
.
cm}
M8......588 N
.
cm{60 kgf
.
cm}
Aansluiting van stroomvoorziening
- Sluit het snoer van de stroomvoorziening aan
op een onafhankelijke stroombron.
Een stroomonderbreker is vereist.
- Gebruik de unit gedurende 15 minuten of
langer.
Evaluatie van de prestaties
- Meet de luchtinlaat- en luchtuitlaattemperatuur.
- Zorg ervoor dat het verschil tussen de
inlaattemperatuur en de uitlaat meer dan 8 °C
bedraagt (koelen) of omgekeerd (verwarmen).
- Om het proefdraaien te beëindigen, drukt u
op een willekeurige knop.
• Tijdens het proefdraaien, voert u de
koelingsprocedure eerst uit, zelfs
tijdens het verwarmingsseizoen. Als
de verwarmingsprocedure als eerste
wordt uitgevoerd, zorgt dit voor
problemen met de compressor.
Hierop dient u dus te letten.
• Voer het proefdraaien uit gedurende
meer dan 5 minuten zonder storing.
(Het proefdraaien wordt automatisch
18 minuten later beëindigd.)
Thermometer
Air conditioner
unit
Decoratiepaneel
Bevestig de isolatie (dit gedeelte)
en wees voorzichtig dat er geen
lekkage van koellucht is
Goed voorbeeld
Plafondbord
Plafond
bord
Decoratiepaneel
Lucht
Lekkage koellucht
(niet goed)
Slecht voorbeeld
Eenheid klimaatregelaar
Installeer het decoratiepaneel goed vast.
Lekkage van koellucht zorgt voor zweten.
Er vallen dan waterdruppels omlaag.
LET OP
!
LET OP
!
OPTIONELE BEDIENING
25
NEDERLANDS
Installatie-instelling - modus proefdraaien
Na installatie van het product, moet u de modus proefdraaien gebruiken.
Voor details met betrekking tot deze werking, raadpleegt u de producthandleiding.
Functiecode Instellen
Druk op de -knop om te starten.
3
Als u tijdens het proefdraaien op de
onderstaande knop drukt, wordt het
proefdraaien stopgezet.
- Kies bediening, temperatuur
omhoog/omlaag, bediening windstroom,
windrichting, start/stop-knop.
4
Als u langer dan 3 seconden op de -knop
drukt, komt u in de instelmodus van de
afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt
u in de modus gebruikersinstelling. Druk
a.u.b. langer dan 3 seconden in voor de
zekerheid.
- Beëindig a.u.b. de rechter en linker
windrichting voor het RAC-product.
1
Instelgetal ‘01’ knippert in het onderste
gedeelte van het weergavevenster.
2
OPTIONELE BEDIENING
26
OPTIONELE BEDIENING
NEDERLANDS
Installatie-instelling - adres van centrale bediening instellen
Deze functie wordt gebruikt om de centrale bediening aan te sluiten.
Raadpleeg de handleiding centrale bediening voor meer details.
Functiecode
Groepsnummer
Nr. binnen
Stel groepsnummer in door op de
-knop te drukken. (0~F)
3
Ga naar de optie voor nummerinstelling
binnen door op de -knop te drukken.
4
Stel het nummer binnen in door op de
-knop te drukken.
5
Druk op de -knop om op
te slaan.
6
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
7
Als u in de adres instelmodus komt met behulp van de
knop, wordt het onderstaande plaatje getoond.
2
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de instelmodus van
de afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt u in
de modus gebruikersinstelling. Druk a.u.b.
langer dan 3 seconden in voor de zekerheid.
1
OPTIONELE BEDIENING
27
NEDERLANDS
Installatie-instelling - Thermistor
Functiecode Thermistor-instelling
Stel Thermistor-waarde in door op de
knop te drukken. (01: Afstandsbediening,
02: Binnen, 03: 2TH)
3
Druk op de -knop om op te slaan.
4
5
Als u omschakelt naar het keuzemenu voor de
kamertemperatuursensor door op de -knop te
drukken, toont deze het zoals in onderstaande
afbeelding.
2
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de instelmodus
van de afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt u in de
modus gebruikersinstelling. Druk a.u.b. langer dan 3
seconden in voor de zekerheid.
1
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
<Thermistor tabel>
Keuze temperatuursensor Function
01 Afstandsbediening Bediening temperatuursensor op de afstandsbediening
02 Binnenunit Bediening temperatuursensor op de binnenunit
03 2 TH
Koeling
Bediening bij hogere temperatuur door de temperatuur van de binnenunit en
van de afstandsbediening met bedrading met elkaar te vergelijken.
(Er zijn producten die bij een lagere temperatuur functioneren.)
Verwarming
Bediening bij lagere temperatuur door de temperatuur van de binnenunit
en van de afstandsbediening met bedrading met elkaar te vergelijken.
De functie 2 TH kent andere bedieningskenmerken afhankelijke van het product.
28
OPTIONELE BEDIENING
NEDERLANDS
Installatie-instelling - keuze plafondhoogte
Deze functie is om de VENTILATOR luchtstroom aan te passen volgens de plafondhoogte (alleen cassettemodel)
Functiecode Thermistor-instelling
Stel waarde plafondhoogte in door op de
knop te drukken. (01: Laag, 02: Standaard,
03: Hoog, 04: Zeer hoog)
3
Druk op de -knop om op te slaan.
4
5
Als u omschakelt naar het keuzemenu plafondhoogte
door op de -knop te drukken, geeft deze dit weer
zoals in de onderstaande afbeelding.
2
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de instelmodus van
de afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt u in de
modus gebruikersinstelling.
Druk a.u.b. langer dan 3 seconden in voor de zekerheid.
1
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
<Tabel keuze plafondhoogte>
* Instelling plafondhoogte is slechts beschikbaar bij sommige producten.
* Plafondhoogte met ‘Super hoog’-functie kan niet bestaan, afhankelijk van de binnenunit.
* Raadpleeg de producthandeiding voor meer informatie.
Niveau plafondhoogte Omschrijving
01 Laag
Verminder de luchtstroomverhouding binnen 1 stap vanaf het standaardniveau
02 Standaard Stel de luchtstroomverhouding binnen in als standaardniveau
03 Hoog
Verhoog de luchtstroomverhouding binnen 1 stap vanaf het standaardniveau
04 Super hoog
Verhoog de luchtstroomverhouding binnen 2 stappen vanaf het standaardniveau
OPTIONELE BEDIENING
29
NEDERLANDS
Installatie-instelling - groepsinstelling
Dit is een functie voor instellingen in groepsbeheer, of beheer van 2 afstandsbedieningen.
Functiecode Waarde master/slave
Kies master/slave door op de
-knop te drukken.
(00: Slave, 01: Master)
3
Druk op de -knop om op te slaan.
4
Als u langer dan 3 seconden op de
knop drukt, komt u in de instelmodus van
de afstandsbediening.
-
Als u de knop één keer kort indrukt, komt u in de
modus gebruikersinstelling. Druk a.u.b. langer dan
3 seconden in voor de zekerheid.sure.
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus automatisch verlaten als er
gedurende 25 seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
1
Als u de -knop herhaaldelijk indrukt, komt u in
het keuzemenu master/slave zoals in onderstaande
afbeelding.
2
5
* Raadpleeg het gedeelte ‘groepsbeheer’ voor meer informatie.
- Als u in groepen beheert, kunnen basis bedieningsinstellingen, sterkte luchtstroom
zwak/gemiddeld/sterk, vergrendelinginstelling van de afstandsbediening, tijdsinstellingen en
andere functies beperkt zijn.
Afstandsbediening Functie
Master
De binnenunit functioneert bij groepsbeheer op basis van de master
afstandsbediening. (Master staat ingesteld bij levering uit de fabriek.)
Slave
Stel bij groepsbeheer alle afstandsbedieningen in op slave behalve één
master afstandsbediening.
30
OPTIONELE BEDIENING
NEDERLANDS
Functiecode Instelwaarde
droog contact
Kies instelling droog contact door op de
-knop te drukken.
(00: Automatisch, 01: handmatig)
3
Druk op de -knop om
op te slaan.
4
Als u langer dan 3 seconden op de -knop drukt,
komt u in de instelmodus van de
afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt u in
de modus gebruikersinstelling. Druk a.u.b.
langer dan 3 seconden in voor de zekerheid.
1
Als u de -knop herhaaldelijk indrukt, komt u in
het instellingsmenu van de afstandsbediening voor
droog contact, zoals in onderstaande afbeelding.
2
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
5
Installatie-instelling - modusinstelling droog contact
De functie droog contact is de functie die alleen kan worden gebruikt als apparatuur voor droog
contact apart is aangeschaft/ingesteld.
Wat is droog contact?
Net zoals een kaartsleutel van een hotelkamer of een lichaamssensor, is dit het signaal van het
contactpunt als de air conditioner gekoppeld wordt gebruikt.
- Raadpleeg a.u.b. de handleiding droog contact voor meer informatie.
OPTIONELE BEDIENING
31
NEDERLANDS
Installatie-instelling - omschakelen tussen Celsius/Fahrenheit
Deze functie wordt gebruikt om het display om te schakelen tussen Celsius en Fahrenheit.
(Uitsluitend geoptimaliseerd voor de VS)
h
Als u de -knop in de modus Fahrenheit indrukt, zal de temperatuur 2 graden stijgen/dalen.
Functiecode Waarde conversiemodus
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de
instelmodus van de afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort
indrukt, komt u in de modus
gebruikersinstelling. Druk a.u.b. langer
dan 3 seconden in voor de zekerheid.
1
Druk op de -knop om te
verlaten of laat het systeem de
instelling automatisch verlaten door
gedurende 25 seconden niets in te
voeren.
5
Herhaal het indrukken van de -knop om
functiecode 12 te kiezen.
Vb.) Instelling Fahrenheit
2
Kies modus temperatuureenheid door op de
-knop te drukken.
(00: Celsius, 01: Fahrenheit)
3
Druk op de -knop om op te slaan of vrij
te geven.
4
32
OPTIONELE BEDIENING
NEDERLANDS
Installatie-instelling – optionele functie-instelling
Instellingskenmerken voor binnenunit wanneer lucht reiniging / verwarming / bevochtiger /
omhoog/naar beneden rooster / ventilatie KIT/ bijverwarming nieuw wordt geïnstalleerd, of een
geïnstalleerde eenheid wordt verwijderd.
Functiecode Bestaande toestand
Kies bestaande toestand van
iedere modus door op de
-knop te drukken.
(00: niet geïnstalleerd,
01: geïnstalleerd)
3
Druk op de -knop om op te
slaan.
4
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de
instelmodus van de afstandsbediening.
-
Als u de knop één keer kort indrukt,
komt u in de modus gebruikersinstelling.
Druk a.u.b. langer dan 3 seconden in
voor de zekerheid.
1
Als u de -knop herhaaldelijk indrukt, komt u
in de gekozen optie functieode zoals in
onderstaande afbeelding.
2
Als u op de -knop drukt, wordt de
instellingsmodus verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de knop
instellen, wordt de gewijzigde waarde niet bewaard.
5
Functie
Plasma zuivering
Elektrische verwarming
Ontvochtiger
Hoogterooster
Ventilatiekit
Bijverwarming
Code
20
21
22
23
24
25
OPTIONELE BEDIENING
33
NEDERLANDS
Instelling installatieprogramma - Modusvergrendeling afstandsbediening
Deze functie wordt gebruikt voor het beperken van de instelling voor selectie van ‘bedieningsmodus’.
Houd de knop langer dan 3
seconden ingedrukt om naar de
instellingenmodus van het
installatieprogramma te gaan.
1
Druk op de knop om af te sluiten.
5
Ga naar het codenummer 42 van het
installatieprogramma in het menu
met gebruik van de knop .
2
Selecteer de master/slave van de
afstandsbediening met gebruik van de
knop .
3
Druk op de knop om de instelling op
te slaan.
4
Codewaarde voor
instelling
modusvergrendeling
Waarde
instellen
code Omschrijving
42:00
42:01
42:02
Beperkt de instelling voor
bedieningsmodus niet.
Gebruiker kan alleen instellen op
koelmodus.
Gebruiker kan alleen instellen op
verwarmingsmodus.
h Het kan alleen bedrade afstandsbedieningsknop beperken. Andere regelaars kunnen de
bedieningsmodus wijzigen.
(bijvoorbeeld draadloze afstandsbediening en centrale regelaar)
34
HOE E.S.P. (ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA) IN TE STELLEN?
NEDERLANDS
HOE E.S.P. (ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA) IN TE STELLEN?
Dit is de functie die de kracht van de wind bepaalt op ieder windniveau en daarom maakt deze
functie de installatie gemakkelijker.
- Als u ESP onjuist instelt, functioneert de air conditioner mogelijk niet goed.
- Deze instelling moet door een erkende vakman worden uitgevoerd.
- Als u de ESP-waarde op het product instelt zonder zeer zwakke wind of bij zeer sterke wind,
functioneert deze mogelijk niet.
Als u in de ESP instelmodus komt met
behulp van de -knop, wordt zoals
onderstaande afbeelding getoond.
2
Kies ESP ventilatorstap door op de
-knop te drukken. (01: zeer laag, 02: laag, 03:
gemiddeld, 04: hoog, 05: volledig)
3
Ga naar de ESP-waarde instelling door op de
knop te drukken.
(Deze staat bij levering uit
de fabriek op 000.)
4
Druk op de -knop om de
ESP-waarde in te stellen.
(Het is mogelijk om de
ESP-waarde in te stellen van 1
tot 255, waarbij 1 het kleinste
en 255 het grootste is.)
5
Functiecode,
ESP-code
ESP-waarde
Als u langer dan 3 seconden op de
-knop drukt, komt u in de instelmodus
van de afstandsbediening.
- Als u de knop één keer kort indrukt, komt u
in de modus gebruikersinstelling. Druk a.u.b.
langer dan 3 seconden in voor de zekerheid.
1
Functiecode ESP-waarde
ESP-stap
HOE E.S.P. (ELEKTRONISCH STABILITEITSPROGRAMMA) IN TE STELLEN?
35
NEDERLANDS
- Wees a.u.b. voorzichtig om de ESP-waarde niet voor iedere ventilatorstap te wijzigen.
- Het is bij sommige producten niet effectief om de ESP-waarde in te stellen voor zeer lage/hoge
stappen.
- De ESP-waarde is beschikbaar in een specifiek bereik dat bij het product hoort.
Functiecode,
ESP-code
ESP-waarde
Druk op de -knop om op te slaan.
7
Kies ESP ventilatorstap opnieuw met behulp
van de -knop en stel de ESP-waarde
in, als nr. 4 en 5, dat overeenkomt met iedere
windstroom
6
Druk op de -knop om te verlaten.
Na het instellen wordt de instelmodus
automatisch verlaten als er gedurende 25
seconden op geen enkele knop wordt
gedrukt.
Bij het verlaten zonder indrukken van de
knop instellen, wordt de gewijzigde waarde
niet bewaard.
8
36
NEDERLANDS
A
C
[
[
P
I
s
P
C
O
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37

LG MT09R.NU1 Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor