Panasonic EY37A2 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding
Portable Radio/Speaker System
Tragbares Radio-/Lautsprecher-System
Système radio/enceinte portable
Sistema radio/altoparlante portatile
Draagbare radio/Luidsprekersysteem
Sistema de radio/altavoz portátil
Transportabelt radio-/højttalersystem
Portabelt radio-/högtalarsystem
Bærbart radio-/høyttalersystem
Kannettava radio/kaiutinjärjestelmä
Taşınabilir Radyo/Hoparlör Sistemi
Model No:EY37A2
Operating Instructions
Bedienungsanleitung
Instructions d’utilisation
Istruzioni per l’uso
Gebruiksaanwijzing
Manual de instrucciones
Brugsvejledning
Driftsföreskrifter
Bruksanvisning
Käyttöohjeet
Çalıştırma Talimatları
Before operating this unit, please read these instructions completely and save this manual for future use.
Vor Inbetriebnahme des Gerätes die Betriebsanleitung bitte gründlich durchlesen und diese Broschüre zum
späteren Nachschlagen sorgfältig aufbewahren.
Lire entièrement les instructions suivantes avant de faire fonctionner l’appareil et conserver ce mode d’emploi à des
fins de consultation ultérieure.
Prima di usare questa unità, leggere completamente queste istruzioni e conservare il manuale per usi futuri.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voor u het apparaat in gebruik neemt en bewaar de
gebruiksaanwijzing voor eventuele naslag.
Antes de usar este aparato por primera vez, lea todas las instrucciones de este manual y guarde el manual para
poderlo consultar en el futuro.
Gennemlæs denne betjeningsvejledning før brugen og gem den til fremtidig brug.
Läs igenom hela bruksanvisningen innan verktyget tas i bruk. Spara bruksanvisningen för senare användning.
Før enheten tas i bruk, vennligst les disse alle anvisningene og oppbevar deretter bruksanvisningen for senere bruk.
Lue ohjeet huolella ennen laitteen käyttöönottoa ja säilytä tämä käyttöohje tallessa tulevaa tarvetta varten.
Bu cihazı çalıştırmadan önce lütfen bu talimatları dikkatli bir şekilde okuyun ve bu kılavuzu gelecekte kullanmak
üzere saklayın.
-
56
-
NL
Originele gebruiksaanwijzing: Engels
Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzing: Andere talen
Wanneer dit toestel wordt gebruikt met alle
panelen volledig gesloten en werkend op
een accu, voldoet het aan de vereiste IP-
bescherming gebaseerd op de IEC-reglementen.
Definitie van de IP-code
IP6X: Geen binnendringen van stof (talkpoeder
kleiner dan 75μm kan het gereedschap
binnendringen)
IPX4: Water dat vanuit een willekeurige richting
op het toestel wordt gespat, mag geen schadelijk
effect hebben (Dit toestel is ontworpen om
te werken wanneer water van een normale
temperatuur gedurende 10 minuten met een
hoeveelheid van 4,3 l/min vanuit meerdere
richtingen met behulp van meerdere slangen op
ongeveer 1 meter afstand op het toestel wordt
gespoten.).
OPMERKING:
Dit is niet van toepassing op de
bijgeleverde “netspanningsadapter”.
BEPERKTE GARANTIE
De IP64 classicatie betekent dat dit product
bestand is tegen de minimale inwerking van
water en stof, maar er wordt geen garantie
gegeven voor de prestatie onder dergelijke
omstandigheden.
Zie Veiligheids- en gebruiksinstructies voor
verdere informatie over het juiste gebruik.
I. VEILIGHEIDSVOOR SCHRIFTEN
Lees alle aanwijzingen volledig
1. BEWAAR DEZE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - Deze
handleiding bevat belangrijke veiligheids- en
gebruiksinformatie voor dit product.
2. Lees alle aanwijzingen en waarschuwingen
alvorens u het product in gebruik neemt.
3. Stel dit product en de accu niet bloot aan
regen of sneeuw en gebruik deze ook niet in
een vochtige ruimte.
4. Het gebruik van een hulpsuk wordt
afgeraden, aangezien dit zou kunnen
resulteren in brand, een elektrische schok of
lichamelijk letsel.
5. Om beschadiging aan de stekker en het
snoer te voorkomen, dient u altijd de stekker
vast te pakken wanneer u de acculader
loskoppelt. Trek niet aan het snoer.
6. Gebruik geen verlengsnoer.
7. Als het snoer beschadigd is, moet het om
risico te voorkomen vervangen worden
door de fabrikant of een door de fabrikant
erkende reparateur, of door een persoon met
vergelijkbare kwalificaties.
8. Om een elekrische schok te voorkomen,
dient u de acculader los te maken van het
lichtnet voordat onderhouds- of reinigings-
werkzaamheden worden uitgevoerd.
9. Leg het snoer zodanig dat er niet over
gelopen kan worden en dat dit ook niet op
andere wijze hindert en beschadigd zou
kunnen worden.
10. Dit product en de accu zijn speciaal
ontworpen om samen te worden gebruikt.
11. Probeer dit product en de behuizing van de
accu niet te demonteren.
12. Berg het gereedschap en de accu niet op
een plaats op waar de temperatuur tot boven
50°C (122°F) kan oplopen (bijvoorbeeld in
een metalen schuur of in een auto die in de
zon geparkeerd staat). Dit kan de levensduur
van de accu nadelig beïnvloeden.
13. Laad de accu niet op bij een tempe ratuur
ONDER 0°C (32°F) of BOVEN 40°C (104°F).
14. Probeer de accu niet te verbranden. De accu
zou kunnen ontploffen.
15. Dit product kan uitsluitend gebruikt worden
op het lichtnet. Zorg dat de netspanning
hetzelfde is als de bedrijfsspanning die
vermeld staat op het plaatje met de
technische gegevens. Probeer het product
nooit op een andere netspanning te
gebruiken!
16. Wees voorzichtig dat het snoer niet
beschadigd wordt. Draag de acculader
nooit aan het snoer en trek ook niet aan
het snoer om dit los te maken van het
stopcontact. Houd het snoer uit de buurt van
warmtebronnen, olie en scherpe randen.
17. Laad de accu op een goed geventileerde
plaats op. Leg tijdens het opladen geen doek
e.d. over de acculader en de accu.
18. Veroorzaak geen kortsluiting in de accu. Bij
kortsluiting kan een zeer hoge stroomsterkte
ontstaan met oververhitting en brandgevaar
als gevolg.
19. OPMERKING: Als het netsnoer
beschadigd is, mag dit uitsluitend bij een
reparatiecentrum aanbevolen door de
fabrikant worden vervangen. Voor het
vervangen van het netsnoer zijn namelijk
speciale ge reedschappen vereist.
20. Het apparaat is geen draagbare lamp voor
kinderen.
21. Kinderen mogen in geen geval met het
toestel spelen.
-
57
-
NL
Symbool Betekenis
Om het risico van
letsel te verminderen,
dient de gebruiker de
gebruiksaanwijzing te lezen en
ter kennis te nemen.
Alleen voor gebruik
binnenshuis.
Gebruik het toestel alleen
op de stroombronnen die in
deze gebruiksaanwijzing zijn
vermeld.
WAARSCHUWING:
Gebruik uitsluitend Panasonic-accu’s
die bestemd zijn voor gebruik met dit
oplaadbare gereedschap.
Panasonic kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor beschadigingen of ongelukken
veroorzaakt door het gebruik van een
gerecyclede accu of een namaak-accu.
Accu’s niet verbranden of aan extreme hitte
blootstellen.
Accu’s niet doorboren met voorwerpen
als spijkers, niet blootstellen aan harde
schokken, niet demonteren en niet wijzigen.
Laat geen metalen voorwerpen in contact
komen met de aansluitingen van de accu.
De accu niet opbergen of vervoeren
in dezelfde verpakking als spijkers of
vergelijkbare metalen voorwerpen.
De accu niet opladen bij grote hitte, zoals
naast een vuur of in direct zonlicht.
De accu kan hierdoor oververhit raken, in
brand vliegen of exploderen.
Gebruik uitsluitend de bijbehorende lader
voor het opladen van de accu. De accu kan
anders gaan lekken, oververhit raken of
exploderen.
Bevestig altijd het accudeksel nadat u de
accu van dit product of de acculader hebt
losgemaakt. Het is anders mogelijk dat de
accupolen kortgesloten worden met mogelijk
brand tot gevolg.
Wanneer de accu versleten is, moet deze
door een nieuwe worden vervangen.
Als u een versleten of beschadigde accu
blijft gebruiken, kan dit resulteren in
hitteontwikkeling, ontbranding of barsten
van de accu.
Wanneer u een abnormale situatie vaststelt,
moet u meteen met het gebruik van het
toestel stoppen en contact opnemen met de
winkel waar u het toestel heeft gekocht.
Stel het volume niet te hoog in bij gebruik
van een hoofdtelefoon of oortelefoon.
WAARSCHUWING:
Verhoog het volume niet onnodig want uw
gehoor gaat dan aan een hoog ingesteld
volume wennen.
Gebruik het product niet ononderbroken
gedurende een lange periode, maar neem
af en toe een pauze om uw oren rust te
geven.
Als u merkt dat u last krijgt van uw oren,
moet u stoppen met het gebruik en contact
opnemen met een arts.
Zet geen zware voorwerpen op de radio en
ga er ook niet op staan.
Zet de radio niet op een onstabiele
ondergrond of op een plaats waar de radio
kan omvallen.
Maak altijd een reservekopie van de
gegevens die zijn opgeslagen in het
apparaat dat op deze radio is aangesloten
om gegevensverlies te voorkomen in geval
het apparaat defect raakt.
II. MONTAGE
Batterijen plaatsen
Plaatsen van de reservebatterijen [Fig. 1]
OPMERKING:
Als de accu/batterijen worden verwijderd
uit het vak voor de accu en de
reservebatterijen, zal het toestel ongeveer
drie minuten later in de begintoestand
worden teruggesteld.
1. Trek de batterijvakhouder naar buiten voor
toegang tot de batterijvakken. Er is een vak
voor het hoofdbatterijpak (accu) en een vak
voor de reservebatterijen.
2. Verwijder het deksel van het batterijvak voor
de reservebatterijen en plaats 2 nieuwe
UM-3 (AA-formaat) batterijen. Zorg dat de
batterijen met de plus en min in de juiste
richting worden geplaatst, zoals aangegeven
in het batterijvak. Breng het deksel van het
batterijvak weer aan.
OPMERKING:
De radio kan worden gebruikt zonder dat
er reservebatterijen in zijn geplaatst.
Zorg dat er altijd reservebatterijen in het
batterijvak zijn om te voorkomen dat de
gegevens van de voorkeurzenders in het
zendergeheugen verloren gaan.
LET OP:
Gebruik geen andere batterijen dan de
voorgeschreven batterijen (UM-3).
Verwijder de batterijen als u het product
geruime tijd niet denkt te gebruiken.
Gebruik geen nieuwe en oude batterijen
of verschillende typen batterijen door
elkaar.
-
58
-
NL
Verkeerd gebruik van de batterijen kan
resulteren in batterijlekkage, warmte-
ontwikkeling, brand of een ontploffing.
Als er batterijlekkage optreedt, moet u
eventuele batterijvloeistof in het vak voor de
reservebatterijen zorgvuldig wegvegen.
Als er vloeistof uit de batterijen lekt, moet
u om veiligheidsredenen de volgende
punten goed in acht nemen.
Raak de batterijvloeistof nooit met blote
handen aan. Dit kan resulteren in irritatie
van uw huid of ander letsel.
Wanneer vloeistof in uw ogen
terechtkomt, kan dit zelfs leiden tot
blindheid.
Veeg eventueel gelekte batterijvloeistof
volledig weg.
Bevestigen/verwijderen van de accu [Fig. 2]
1. Nadat de reservebatterijen zijn geplaatst,
moet de accu in het toestel worden
geplaatst. Steek de accu helemaal naar
binnen totdat deze met een klik vergrendelt.
De geschikte accu’s voor deze radio staan
vermeld in de Technische gegevens.
2. Om de accu te verwijderen, trekt u deze uit
het vak.
3. Breng de batterijvakhouder weer terug in de
oorspronkelijke positie.
Indicator voor lage accuspanning
1. Minder vermogen, vervorming, een
“happerend” geluid of de aanduiding voor
lage accuspanning (
) die op het display
verschijnt, zijn tekenen dat de accu moet
worden vervangen.
OPMERKING: De accu kan niet via de
bijgeleverde netspanningsadapter worden
opgeladen.
2. Wanneer de accu is verwijderd en de
aanduiding voor lage accuspanning ( ) en
een “E.” op het display worden aangegeven,
betekent dat de reservebatterijen moeten
worden vervangen.
Gebruik van de flexibele antenne [Fig. 3]
Zet de flexibele antenne rechtop.
LET OP:
De flexibele antenne werkt maar in één
richting.
Wanneer de antenne met kracht wordt
verbogen, kan deze beschadigd raken of
kunt u zich verwonden.
Gebruik van de bijgeleverde
netspanningsadapter
Verwijder de rubber afdekking en steek
de adapterstekker in de gelijkstroom-
ingangsaansluiting aan de rechterkant
van de radio. Steek de adapter zelf in een
standaard stopcontact. Bij het aansluiten
van de adapter wordt de accu automatisch
uitgeschakeld. De netspanningsadapter moet
worden losgemaakt van het stopcontact
wanneer deze niet wordt gebruikt.
OPMERKING:
Bij gebruik met de netspanningsadapter is
het geluid wat zachter dan bij gebruik op
een accu.
Wanneer de netspanningsadapter storing
veroorzaakt in de AM-ontvangst, moet de
radio meer dan 30 cm verwijderd van de
adapter worden geplaatst.
Wanneer de netspanningsadapter en de
accu beide zijn aangesloten, heeft de
netspanningsadapter voorrang en zorgt
deze voor de stroomvoorziening. De
stroom van de accu wordt in dit geval niet
gebruikt.
Dit toestel heeft geen oplaadfunctie.
Wanneer zowel de netspanningsadapter
als de accu zijn aangesloten, betekent dit
niet dat de accu wordt opgeladen.
De netspanningsadapter is alleen bedoeld
voor gebruik met dit product en mag niet
met andere apparatuur worden gebruikt.
Gebruik ook niet de netspanningsadapter
van andere apparatuur met dit product.
III. BEDIENING
Bediening van de radio – Automatische
afstemming AM/FM
OPMERKING:
Als het ontvangstsignaal zwak is, kunt u
de radio of antenne proberen te draaien
om een betere ontvangstkwaliteit te
verkrijgen.
1. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio in te schakelen.
2. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of
“FM” wordt weergegeven.
3. Druk op de afstemknop om te beginnen
met automatische afstemming. De radio
doorloopt de AM/FM-afstemband vanaf de
frequentie die nu wordt aangegeven en
stopt automatisch zodra een zender wordt
gevonden met voldoende signaalsterkte.
4. Na een paar seconden wordt de aanduiding
op het display bijgewerkt. Het display toont
de frequentie van de zender waarop is
afgestemd.
5. Om een andere zender te zoeken, drukt u
opnieuw op de afstemknop.
6. Wanneer het einde van de afstemband
wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat
vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de
afstemband.
7. Draai aan de volumeregelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
8. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio uit te schakelen.
-
59
-
NL
Handafstemming – AM/FM
1. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om
de radio in te schakelen.
2. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of
“FM” wordt weergegeven.
3. Draai aan de afstemknop om op een zender
af te stemmen.
4. Wanneer het einde van de afstemband
wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat
vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de
afstemband.
5. Gebruik de volumeregelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
Vastleggen van AM/FM-zenders in het
geheugen
Er kunnen 6 zenders van iedere afstemband,
AM en FM, in het geheugen worden
vastgelegd. De bediening is hetzelfde voor
beide afstembanden.
1. Stem op de gewenste radiozender af zoals
hiervoor is beschreven.
2. Houd de gewenste voorkeurzendertoets
(1 t/m 6) ingedrukt totdat de radio een
pieptoon maakt. Naast de frequentie
wordt nu bijvoorbeeld “M1” aangegeven.
De zender wordt met het betreffende
voorkeurzendernummer in het geheugen
vastgelegd. Herhaal deze procedure voor de
andere zenders die u in het geheugen wilt
vastleggen. Indien er reeds een zender op
een bepaalde geheugenplaats is vastgelegd,
wordt deze overschreven bij het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
Oproepen van vastgelegde AM/
FM-voorkeurzenders
1. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of
“FM” wordt weergegeven.
2. Druk even kort op de gewenste
voorkeurzendertoets om af te stemmen op
de zender die met die toets in het geheugen
is vastgelegd.
FM-stereo/mono –––––––––––––––––
FM
Als de FM-radiozender waarop is afgestemd
een zwak signaal heeft, kan er ruis hoorbaar
zijn. U kunt de ruis verminderen door over te
schakelen van stereo- naar mono-ontvangst.
1. Druk op de geluidsbrontoets om de
FM-afstemband te kiezen en stem op de
gewenste FM-zender af zoals hiervoor is
beschreven.
2. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang
tot het menu.
3. Draai aan de afstemknop totdat “FM” op het
display wordt aangegeven en druk dan op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
Als de instelling ST (stereo) is, drukt u op
de afstemknop om over te schakelen naar
MN (mono) om de ruis te verminderen. Druk
op de afstemknop om de instelling vast te
leggen.
Luisteren naar muziek via Bluetooth
®
streaming –––––––––––––––––––––
BT
U moet uw Bluetooth
®
apparaat aan de
radio koppelen voordat auto-link mogelijk
is voor afspelen/streaming van Bluetooth
®
muziek door de radio. Door middel van
koppelen worden twee apparaten met
elkaar ‘verbonden’ zodat ze elkaar kunnen
herkennen.
Uw Bluetooth
®
apparaat de eerste maal
koppelen
1. Druk op de geluidsbrontoets totdat “BT”
wordt weergegeven.
verschijnt op
het display en het Bluetooth
®
pictogram
begint te knipperen.
2. Activeer Bluetooth
®
op het andere apparaat
zoals beschreven in de handleiding
van dat apparaat en begin met de
koppelingsprocedure.
3. Druk op de Bluetooth
®
-koppeltoets zodat
op het display verschijnt. U kunt nu uw
radio op het Bluetooth
®
apparaat zoeken.
Als “EY37A2” op uw Bluetooth
®
apparaat
wordt weergegeven, selecteert u het item in
de Bluetooth
®
lijst zodat de koppeling met de
radio plaatsvindt.
4. Nadat de verbinding is gemaakt, licht het
Bluetooth
®
pictogram continu op het
display op. U kunt nu de muziek in uw
Bluetooth
®
-gekoppeld apparaat via de radio
weergeven.
OPMERKING:
Als “EY37A2” in uw Bluetooth
®
apparatenlijst wordt weergegeven,
maar u geen verbinding kunt maken,
verwijdert u het item uit de lijst en voert
dan de koppeling van het apparaat met
de radio opnieuw uit door de hierboven
beschreven stappen op te volgen.
Het effectieve overdrachtbereik tussen
de radio en het gekoppelde apparaat
is ongeveer 10 meter. Wanneer er een
obstakel tussen de radio en het apparaat
is, zal het overdrachtbereik korter zijn.
De Bluetooth
®
connectiviteit-prestatie
kan verschillen afhankelijk van het
aangesloten Bluetooth
®
apparaat.
Raadpleeg de Bluetooth
®
eigenschappen
van uw apparaat voordat u dit aan de
radio koppelt. Het is mogelijk dat niet alle
functies beschikbaar zijn op sommige
gekoppelde Bluetooth
®
apparaten.
Muziek afspelen van voorheen gekoppelde
apparaten
Dit toestel kan in totaal 8 sets van
gekoppelde apparaten in het geheugen
opslaan. Wanneer dit aantal wordt
overschreden, wordt het eerst gekoppelde
apparaat door de radio overschreven.
-
60
-
NL
Als uw Bluetooth
®
apparaat reeds voorheen
met dit toestel was gekoppeld, zal het
toestel uw Bluetooth
®
apparaat onthouden
en proberen om automatisch verbinding
te maken met het apparaat dat het laatst
was verbonden. Als het laatst verbonden
apparaat niet beschikbaar is, probeert de
radio verbinding te maken met het tweede
laatste apparaat enz.
Wissen van alle gekoppelde apparaten
Houd de Bluetooth
®
-koppeltoets ongeveer
7 seconden ingedrukt totdat u een dubbele
toon hoort. De radio wist alle apparaten
uit het geheugen en kan weer worden
opgezocht om te koppelen.
Verbreken van de verbinding met uw
Bluetooth
®
apparaat
Houd de Bluetooth
®
-koppeltoets ingedrukt
totdat de radio een pieptoon maakt om de
verbinding van het toestel met het Bluetooth
®
apparaat te verbreken. Het Bluetooth
®
pictogram knippert op het display om aan te
geven dat de radio kan worden opgezocht
om te koppelen.
Klok en alarmfuncties
Instellen van de weergave van de kloktijd
TIM
Er zijn twee mogelijkheden voor de
weergave van de kloktijd die wordt getoond
in de ruststand en tijdens muziek afspelen.
De gekozen tijdweergave wordt ook gebruikt
bij het instellen van de alarmfuncties.
1. Controleer of de radio is ingeschakeld. Houd
de afstemknop ingedrukt voor toegang tot
het geavanceerde menu van de huidige
modus.
2. Draai aan de afstemknop totdat ”TIM“ op het
display wordt aangegeven en druk dan op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
3. Draai aan de afstemknop om de 12-uurs
of 24-uurs tijdweergave te kiezen. Druk
op de afstemknop om uw keuze voor de
tijdweergave vast te leggen.
OPMERKING:
Als de 12-uurs tijdweergave wordt
gekozen, gebruikt de radio ook de
12-uurs klok bij het instellen van de
alarmfuncties en toont deze een 12-uurs
klok met PM (namiddag) indicator in de
ruststand.
Handmatig instellen van de kloktijd –
CLK
1. Controleer of de radio is ingeschakeld. Houd
de afstemknop ingedrukt voor toegang tot
het geavanceerde menu van de huidige
modus.
2. Draai aan de afstemknop totdat “CLK” op het
display wordt aangegeven en druk dan op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
De uuraanduiding begint te knipperen.
3. Draai aan de afstemknop om het gewenste
uur in te stellen en druk op de afstemknop
om de instelling te bevestigen. De
minutenaanduiding begint te knipperen.
4. Draai aan de afstemknop om de gewenste
minuten in te stellen en druk op de
afstemknop om de instelling te bevestigen.
Het display keert terug naar het vorige menu.
Instellen van de wekker
De radio heeft twee wekfuncties, een voor
het wekken met de AM/FM-radio en een
voor het wekken met een zoemeralarm. Zorg
dat de kloktijd juist is ingesteld voordat u de
wekker gaat instellen.
a. Wekken met de radio:
1. Controleer of de radio is ingeschakeld.
2. Houd de radio-alarmtoets ingedrukt zodat
het radio-alarmsymbool (
) en de
uuraanduiding beginnen te knipperen en er
een pieptoon klinkt.
3. Terwijl de uuraanduiding knippert, draait u
aan de afstemknop om het gewenste uur
voor de alarmtijd te kiezen en dan drukt u
op de afstemknop om de uurinstelling te
bevestigen.
4. Draai daarna aan de afstemknop om de
gewenste minuten voor de alarmtijd in te
stellen en druk op de afstemknop om de
instelling te bevestigen.
5. Terwijl het radio-alarmsymbool knippert,
draait u aan de afstemknop om de gewenste
afstemband en de zender waarmee u gewekt
wilt worden te kiezen en dan drukt u op de
afstemknop om uw keuze te bevestigen.
6. Draai aan de afstemknop om het gewenste
volume in te stellen en druk op de
afstemknop om de instelling te bevestigen.
De instellingen voor het radio-alarm zijn
hiermee voltooid.
OPMERKING:
Als de gekozen AM/FM-zender niet
beschikbaar is wanneer de alarmtijd
wordt bereikt, hoort u het zoemeralarm.
b. Wekken met het HWS (langzaam luider
wordend weksignaal) zoemeralarm:
1. Controleer of de radio is ingeschakeld.
2. Houd de zoemer-alarmtoets ingedrukt zodat
het zoemer-alarmsymbool (
) en de
uuraanduiding beginnen te knipperen en er
een pieptoon klinkt.
3. Terwijl de uuraanduiding knippert, draait u
aan de afstemknop om het gewenste uur
voor de alarmtijd te kiezen en dan drukt u
op de afstemknop om de uurinstelling te
bevestigen.
4. Draai daarna aan de afstemknop om de
gewenste minuten voor de alarmtijd in te
stellen en druk op de afstemknop om de
instelling te bevestigen.
-
61
-
NL
5. Draai aan de afstemknop om het
gewenste volume in te stellen en druk op
de afstemknop om de volume-instelling
te bevestigen. De instellingen voor het
zoemeralarm zijn hiermee voltooid.
Wanneer het alarm klinkt
Om het alarmgeluid te stoppen, drukt u op
de aan/ruststand-toets.
Een alarminstelling uitschakelen/annuleren
Om een actieve alarminstelling uit te
schakelen, drukt u op de bijbehorende
alarmtoets zodat de alarminstelling wordt
geannuleerd.
Tijdsduur van het alarmgeluid –
ALM
1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang
tot het geavanceerde menu van de huidige
modus.
2. Draai aan de afstemknop totdat “ALM” op
het display wordt aangegeven. Druk op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
3. Draai aan de afstemknop om de opties 1, 3,
5, 10, 15, 30 en 60 minuten, te doorlopen.
Stop wanneer de gewenste optie op het
display wordt aangegeven en druk dan op de
afstemknop om de instelling te bevestigen.
Sluimerfunctie –––––––––
SNZ
1. Wanneer het alarm klinkt, kunt u op een
willekeurige toets drukken, met uitzondering
van de aan/ruststand-toets, om het
alarmgeluid stil te zetten. Op het display
verschijnt het sluimersymbool ( ).
2. Om de stiltetijd voor de sluimerfunctie in te
stellen, houdt u de afstemknop ingedrukt
voor toegang tot het menu.
3. Draai aan de afstemknop totdat “SNZ” op
het display verschijnt en druk dan op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
Draai aan de afstemknop om de stiltetijd
voor de sluimerfunctie in te stellen op 1, 3, 5,
10, 15 minuten of op UIT.
4. Om de sluimerfunctie te annuleren wanneer
het alarm is stilgezet, drukt u op de aan/
ruststand-toets. Om de sluimerfunctie uit te
schakelen, draait u aan de afstemknop totdat
“UIT” wordt weergegeven.
Sleeptimer –––––––––––––––––––––
SLP
De radio kan automatisch worden
uitgeschakeld nadat een vooraf ingestelde
tijd is verstreken. De sleeptimer kan worden
ingesteld op UIT, 15, 30, 45, 60 en 90
minuten.
1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang
tot het geavanceerde menu.
2. Draai aan de afstemknop totdat “SLP” op
het display wordt aangegeven. Druk op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
3. Draai aan de afstemknop om de opties UIT,
15, 30, 45, 60 en 90 minuten, te doorlopen.
Stop wanneer de gewenste instelling
voor de sleeptimer op het display wordt
aangegeven. De instelling wordt opgeslagen
en het display keert terug naar de normale
aanduidingen.
4. De radio wordt automatisch uitgeschakeld
nadat de tijd die is ingesteld voor de
sleeptimer is verstreken. Het sleeptimer-
pictogram (
) wordt op het display getoond
om aan te geven dat de sleeptimer actief is.
5. Om de sleeptimer te annuleren voordat
de ingestelde tijd is verstreken, houdt u
eenvoudigweg de aan/ruststand-toets
ingedrukt om het toestel handmatig
uit te schakelen. Om de sleeptimer uit
te schakelen terwijl deze nog aan het
aftellen is, gaat u naar het menu met de
sleeptimerinstellingen en kiest dan “UIT”.
Toonregelingsfunctie ––––––
TON
U kunt de klankkleur van de muziek aan
uw persoonlijke voorkeur aanpassen
overeenkomstig het soort muziek
waarnaar u luistert. De radio heeft 5 vaste
equalizerinstellingen. Het is ook mogelijk
om enkel de weergave van de hoge en lage
tonen naar eigen voorkeur in te stellen.
1. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot
het EQ-menu.
2. Draai aan de volumeregelaar totdat “TON”
op het display wordt aangegeven. Druk op
de volumeregelaar voor toegang tot het
instellingenmenu.
3. Draai aan de volumeregelaar om de 6
instellingen te doorlopen totdat de gewenste
instelling wordt aangegeven. Druk op de
volumeregelaar om uw keuze te bevestigen.
a. TN 1-Geen bijregeling
b. TN 2- Zwaar
c. TN 3- Zacht
d. TN 4- Helder
e. TN 5- Zang
4. Om terug te gaan naar het bovenste
menuniveau, draait u aan de volumeregelaar
totdat op het display wordt
aangegeven. Druk vervolgens nog een keer
op de volumeregelaar om het bovenste
menuniveau te laten verschijnen.
Uw eigen EQ instellen –––––––––––
BAS
Als u vindt dat de vaste equalizerinstellingen
niet aan uw wensen voldoen, kunt u de lage
en hoge tonen als volgt naar eigen voorkeur
instellen:
1. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot
het EQ-menu.
2. Draai aan de volumeregelaar totdat “BAS”
op het display wordt aangegeven. Druk op
de volumeregelaar voor toegang tot het
instellingenmenu.
-
62
-
NL
3. Draai aan de volumeregelaar om het niveau
van de lage tonen in te stellen (tussen
-5 en +3). Het geluid verandert wanneer
u het niveau wijzigt. Druk nog een keer
op de volumeregelaar om de instelling te
bevestigen.
4. Draai aan de volumeregelaar totdat “TRE”
op het display wordt aangegeven. Druk op
de volumeregelaar voor toegang tot het
instellingenmenu.
5. Draai aan de volumeregelaar om het niveau
van de hoge tonen in te stellen (tussen
-5 en +3). Het geluid verandert wanneer
u het niveau wijzigt. Druk nog een keer
op de volumeregelaar om de instelling te
bevestigen.
Instellen van het bedieningsgeluid
SND
U kunt het bedieningsgeluid van de radio in-
of uitschakelen.
1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang
tot het menu van de huidige modus.
2. Draai aan de afstemknop totdat “SND” op
het display verschijnt en druk dan op de
afstemknop om de instelling weer te geven.
3. Draai aan de afstemknop om uw keuze te
maken en druk dan op de afstemknop om de
instelling te bevestigen.
Aux-ingangsaansluiting
Aan de linkerkant van de radio is een
3,5 mm stereo aux-ingangsaansluiting.
1. Sluit een externe geluidsbron (bijvoorbeeld
een smartphone of een MP3- of CD-speler)
op de aux-ingangsaansluiting aan.
2. Druk op de geluidsbrontoets totdat AUX IN
wordt weergegeven.
3. Stel het volume op uw smartphone of
MP3- of CD-speler op een geschikt
niveau in zodat een goed signaal door
de speler wordt afgegeven en gebruik
dan de volumeregelaar op de radio om
de geluidssterkte op een comfortabel
luisterniveau in te stellen.
Hoofdtelefoonaansluiting
Aan de rechterkant van de radio is een
3,5 mm hoofdtelefoonaansluiting om met een
hoofdtelefoon naar de muziek te luisteren.
Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon
wordt de interne luidspreker automatisch
uitgeschakeld.
Houd er rekening mee dat de gevoeligheid
van de diverse hoofdtelefoons aanzienlijk
kan verschillen. Wij raden u daarom
aan het volume op een laag niveau in
te stellen voordat u de hoofdtelefoon op
de radio aansluit. Ook is het verstandig
om het volume te verlagen voordat u de
hoofdtelefoon weer losmaakt.
LET OP:
Bij een te hoog ingesteld volume van
de hoofdtelefoon of oortelefoon kan
gehoorverlies optreden.
USB-aansluiting voor opladen van
smartphone
OPMERKING:
USB-apparaten kunnen niet worden
opgeladen tijdens ontvangst van
AM-uitzendingen.
De radio heeft een USB-aansluiting die
uitsluitend bedoeld is voor het opladen
van een smartphone of een gelijkwaardig
apparaat.
De oplaadtijd kan verschillen en in sommige
gevallen duurt het opladen langer dan
wanneer de smartphone wordt opgeladen
met de oplader die door de fabrikant bij de
smartphone wordt geleverd.
1. Sluit uw smartphone aan op de USB-
oplaadaansluiting aan de linkerkant van de
radio.
2. Het opladen van uw smartphone begint. Het
opladen is mogelijk in de FM/Bluetooth
®
/Aux-
in modus.
3. Maak de USB-kabel los zodra uw
smartphone is opgeladen.
LET OP:
Sommige USB-apparaten kunnen alleen op
een bepaalde manier worden opgeladen.
Controleer dit voordat u uw apparaat gaat
opladen.
Het is mogelijk dat de oplader sommige
USB-apparaten niet van stroom kan
voorzien.
Maak de USB-kabel los en sluit de
afdekking als de aansluiting niet wordt
gebruikt of wanneer het opladen klaar is.
Sluit geen voedingsbron op de USB-poort
aan. Dit kan namelijk resulteren in brand.
De USB-poort is uitsluitend bedoeld voor
het opladen van een apparaat dat op lage
spanning werkt. Breng altijd de afdekking
op de USB-poort aan wanneer er geen
apparaat dat op lage spanning werkt is
aangesloten.
Steek geen nagel, draad enz. in de
USB-poort. Dit kan nameljik resulteren in
kortsluiting met rook of brand tot gevolg.
Verbind deze USB-aansluiting niet met
een USB-poort op uw pc, want dit kan
mogelijk resulteren in beschadiging van
de apparatuur.
Gebruik de USB-aansluiting niet in de
regen of bij vochtige omstandigheden
om te voorkomen dat vocht in de radio
terechtkomt. Let erop dat de rubber
afdekking aan de achterkant goed dicht is
bij deze omstandigheden.
-
63
-
NL
LED-lamp
De radio is op het voorpanel voorzien van
een LED-lamp met lange levensduur. Druk
op de verlichtingstoets om de LED-lamp in
en uit te schakelen.
Let op: KIJK NIET RECHTSTREEKS IN
DE LICHTSTRAAL.
OPMERKING:
Als er geen bediening wordt uitgevoerd,
begint de lamp na ongeveer 10 minuten
te knipperen en gaat dan één minuut later
uit.
IV. ONDERHOUD
Maak het gereedschap met een droge,
zachte doek schoon. Gebruik nooit een
vochtige doek, witte spiritus, benzine of
andere ontvlambare middelen om het
gereedschap schoon te maken.
In het geval er water binnen in het toestel
of de accu is terechtgekomen, zo spoedig
mogelijk het water laten uitlekken en laten
drogen.Verwijder nauwkeurig alle stof of
ijzervijlsel dat zich binnen in het toestel
heeft verzameld. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde erkende service-centrum als
u bij het gebruik van het toestel problemen
ondervindt.
V. ACCESSOIRES
Accu
Zie de technische gegevens.
Acculader
Neem contact op met een officiële dealer
voor verdere informatie.
OPMERKING:
De accu en de acculader worden niet bij
deze set geleverd.
[Accu]
Voor een juist gebruik van de accu
Li-ion accu [Fig. 4]
• De levensduur van oplaadbare accu’s is
beperkt.
Voor een optimale levensduur van de Li-ion
accu moet u de accu na gebruik opbergen
zonder dat u deze oplaadt.
Kijk bij het laden van de accu of de
aansluitingen op de acculader vrij zijn van
vreemde bestanddelen zoals stof en water,
enz. Reinig de aansluitingen als u vreemde
bestanddelen op de aansluitingen aantreft.
De levensduur van de accu-aansluitingen
kan tijdens gebruik nadelig beïnvloed worden
door vreemde bestanddelen zoals stof en
water, enz.
Wanneer de accu niet wordt gebruikt, dient u
deze uit de buurt van metalen voorwerpen te
houden zoals paperclips, munten, sleutels,
nagels, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die de aansluitpunten van de
accu met elkaar in contact kunnen brengen.
Wanneer de aansluitpunten van de accu
worden kortgesloten, kan dit resulteren in
vonken, brandwonden of zelfs brand.
Zorg er bij gebruik van de accu voor dat de
werkplaats goed geventileerd is.
Wanneer de accu van het hoofdapparaat
wordt losgemaakt, moet u meteen het
accudeksel op de accu aanbrengen om
te voorkomen dat er stof en vuil op de
accuaansluitingen komt waardoor er
kortsluiting kan ontstaan.
LET OP:
Let bij het gebruik van het gereedschap
op deze wijze op het volgende om de
motor en de accu te beschermen.
Als de motor en de accu te warm worden,
wordt de beveiligingsfunctie geactiveerd
en stopt de werking van de motor en de
accu.
Voor een veilig gebruik
• Het aanbrengen van de accu moet om
veiligheidsredenen in twee stappen worden
uitgevoerd. Zorg dat de accu vóór gebruik
goed op het gereedschap is bevestigd.
[Acculader]
Opladen
LET OP:
1) De lader is ontworpen voor gebruik met
standaard elektrische stroom, zoals
vermeld op het typeplaatje. Laad alleen bij
de spanning aangeduid op het typeplaatje
van het apparaat, bijv. 230 V/50 Hz.
2) Probeer het apparaat niet bij een
andere spanning of frequentiewaarde te
gebruiken.
3) Als de temperatuur van de accu daalt
naar ongeveer onder -10°C (14°F) zal
opladen automatische stoppen om
verslechtering van de accu te voorkomen.
4) Het omgevingstemperatuurbereik ligt
tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F).
Als de accu wordt gebruikt terwijl de
accutemperatuur lager is dan 0°C
(32°F) kan het toestel mogelijk niet goed
functioneren.
5) Gebruik de lader bij temperaturen tussen
0°C (32°F) en 40°C (104°F) en laad de
accu op bij een temperatuur gelijk aan die
van de batterij zelf. (Er mag niet meer dan
een verschil van 15°C (59°F) zijn tussen
de temperaturen van de accu en de
oplaadlocatie).
6) Laat een koude accu (kouder dan 0°C
(32°F)), voordat deze wordt opgeladen
in een warme omgeving, eerst minimal
een uur in deze ruimte liggen om op
temperatuur te komen.
-
64
-
NL
7) Laat de lader afkoelen wanneer u meer
dan twee accu’s na elkaar oplaadt.
8) Steek uw vingers niet in de
contactopening wanneer u de lader
vastpakt.
9) Om brandgevaar en beschadiging van de
acculader te voorkomen.
Voorkom dat de ventilatiegaten van de
lader en de accu worden bedekt.
Maak de acculader los wanneer deze
niet wordt gebruikt.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen
wanneer u deze koopt. Laad de accu
daarom voor gebruik op.
Hoe opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu stevig in de lader.
1. Zet de uitlijntekens tegenover elkaar en
plaats de accu in de acculader.
2. Schuif de accu in de richting van de pijl
naar voren.
Uitlijntekens
3. De laadindicator licht op tijdens het laden.
Wanneer de accu is geladen, wordt
automatisch een interne elektronische
schakeling geactiveerd die voorkomt dat de
accu wordt overladen.
Wanneer de accu warm is, zal deze niet
worden opgeladen (bijvoorbeeld direct na
intensief gebruik).
De oranje standby-indicator knippert tot
de accu is afgekoeld.Vanaf dat moment
wordt de accu automatisch opnieuw
geladen.
4. De laadindicator (groen) knippert langzaam
wanneer de accu ongeveer 80% is
opgeladen.
5. Wanneer het opladen is voltooid, zal de
groene laadindicator uitgaan.
6. Als de temperatuur van de accu minder
dan 0°C (32°F) is, zal het volledig opladen
van de accu langer duren dan de standaard
oplaadtijd.
Zelfs nadat de accu volledig is opgeladen,
zal deze in dit geval slechts ongeveer
50% van het accuvermogen hebben in
vergelijking met een accu die bij normale
bedrijfstemperatuur volledig is opgeladen.
7. Als de laadindicator (groen) niet uitgaat,
moet u contact opnemen met een officiële
dealer.
8. Als een volledig opgeladen accu opnieuw
in de acculader wordt geplaatst, zal het
oplaadlampje oplichten. Na enkele minuten
zal de groene laadindicator uit-gaan.
(Groen) (Oranje)
Opladen voltooid. (Volledig opgeladen.)
De accu is ongeveer 80% opgeladen.
Aan het opladen.
Uit Brandt Knippert
Lader is aangesloten op een stopcontact. Klaar om op te
laden.
Laadstatusindicator
De aanduiding is Links: groen en Rechts: oranje.
De accu is koud.
De accu wordt langzaam opgeladen om de belasting van de
accu te verminderen.
De accu is warm.
Het opladen zal beginnen wanneer de temperatuur van de
accu is gedaald. Als de temperatuur van de accu minder
dan -10°C (14°F) is, zal de laadindicator (oranje) ook gaan
knipperen. Het opladen begint wanneer de statustemperatuur
van de accu hoger wordt.
Opladen is niet mogelijk. Stof op de accu of accu defect.
LAMPINDICATIES
-
65
-
NL
Recyclen van de accu
ATTENTIE:
Om het milieu te beschermen en nogmaals bruikbare materialen te recyclen, dient u de accu
naar een hiervoor bestemd inzamelpunt te brengen.
Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en
lege batterijen
Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende
documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en
batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen worden.
Voor een correcte behandeling, recuperatie en recyclage van oude producten en
lege batterijen moeten zij naar de bevoegde verzamelpunten gebracht worden
in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de Richtlijnen 2012/19/EC
en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij
tot het beschermen van waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële
negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu die anders
door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan.
Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten
en batterijen, gelieve contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente, uw
afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt.
Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd
worden in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Voor zakengebruikers in de Europese Unie
Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan contact op met uw dealer
voor meer informatie.
[Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze producten te
verwijderen, neem dan contact op met uw plaatselijke autoriteiten of dealer, en vraag informatie
over de correcte wijze om deze producten te verwijderen.
VI. TECHNISCHE GEGEVENS
[GEREEDSCHAP]
Netspanningsadapter DC12 V/1500 mA, middenpen positief
Accu/batterij
Reservebatterijen: UM-3 (AA-formaat) × 2
Accu: 14,4 V/18 V
Bluetooth
®
QD ID 58625
Bluetooth
®
versie 4,0
Bluetooth
®
proelen A2DP/SCMS-T
Overdrachtvermogen Bluetooth
®
specicatie, vermogensklasse 2 (2,5 mW)
Overdrachtbereik
Ongeveer 10 m (varieert afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden)
Ondersteunde codec SBC
Compatibel Bluetooth
®
proel A2DP
Afstembereik
FM 87,5-108 MHz (stapjes van 0,05 MHz)
AM (MG) 522-1629 kHz (stapjes van 9 kHz)
Luidspreker 3,5 inch, 8 ohm × 2
Uitgangsvermogen
Bij gebruik van de netspanningsadapter: 1,7 W × 2
Bij gebruik van een 14,4 V accu: 2,6 W × 2
Bij gebruik van een 18 V accu: 4,5 W × 2
Ingangsaansluiting 3,5 mm dia./max. 2 V/stereo (AUX IN)
Uitgangsaansluiting
USB: DC OUT 5 V/1 A
Hoofdtelefoon: 3,5 mm dia./3 Ω /150 mV/stereo
Antennesysteem
FM: Flexibele antenne
AM: staafantenne
Afmetingen (B × H × D) 344 mm × 280 mm × 239 mm
Gewicht 4,7 kg (met EY9L51)/4,0 kg (alleen hoofdapparaat)
Opgenomen vermogen
max. 7 W
0,12 W (ruststand)
-
66
-
NL

Gebruiksbeperkingen
Draadloze gegevensoverdracht en/of gebruik
met alle Bluetooth
®
-uitgeruste apparaten kan
niet worden gegarandeerd.
Alle apparaten moeten voldoen aan de
normen opgesteld door Bluetooth SIG, Inc.
Afhankelijk van de technische gegevens
en instellingen van een apparaat, is het
mogelijk dat verbinding niet mogelijk is of dat
sommige functies anders werken.
Dit systeem ondersteunt de Bluetooth
®
beveiligingsfuncties. Afhankelijk van de
gebruiksomgeving en/of de instellingen is
deze beveiliging mogelijk niet voldoende.
Ga altijd met zorg te werk bij draadloze
gegevensoverdracht met dit systeem.
Dit systeem kan geen gegevens naar een
Bluetooth
®
apparaat overbrengen.

Gebruiksbereik
Gebruik dit toestel binnen het maximumbereik
van 10 m. Afhankelijk van de omgeving,
obstakels of interferentie kan dit bereik minder
zijn.
[ACCU]
Modelnr.
EY9L41 EY9L42 EY9L44 EY9L45 EY9L47 EY9L50 EY9L51 EY9L52
Soort accu
Li-ion accu
Accuspanning
14,4V gelijkstroom
(3,6V × 4 cellen)
14,4V gelijkstroom
(3,6V × 8 cellen)
14,4V gelijkstroom
(3,6V × 4 cellen)
18V gelijkstroom
(3,6V × 10 cellen)
18V gelijkstroom
(3,6V × 5 cellen)
Gebruiksduur
bij 50 W +
50 W (FM-
ontvangst)
Ca. 18
uur
Ca. 9
uur
Ca. 19
uur
Ca. 24
uur
Ca. 11 uur
Ca. 19
uur
Ca. 24
uur
Ca. 11 uur
[ACCULADER]
Modelnr. EY0L82
Gegevens Zie het specicatieplaatje op de onderkant van de acculader.
Gewicht 0,93 kg
Laadtijd
EY9L41 EY9L42 EY9L44 EY9L45 EY9L47 EY9L50 EY9L51 EY9L52
Bruikbaar:
35min.
Bruikbaar:
30min.
Bruikbaar:
40min.
Bruikbaar:
50min.
Bruikbaar:
35min.
Bruikbaar:
40min.
Bruikbaar:
55min.
Bruikbaar:
35min.
Vol:50min. Vol:35min. Vol:55min. Vol:60min. Vol:40min. Vol:55min. Vol:70min. Vol:40min.
OPMERKING: In deze tabel zijn mogelijk modellen opgenomen die niet in de handel verkrijgbaar zijn.
Zie de meest recente algemene catalogus.
Zie de ingesloten garantiekaart voor de naam en het adres van de dealer.
VII. LICENTIES
Het woordmerk en de logo’s van Bluetooth
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van Blue-
tooth SIG, Inc. en ieder gebruik van die merken door Panasonic Corporation vindt plaats
onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke
eigenaren.
De diverse namen in deze gebruiksaanwijzing, zoals namen van fabrikanten en pro-
ducten, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke
ondernemingen. Wij willen u erop attent maken dat sommige TM of ® symbolen niet in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt.
Betreffende Bluetooth
®
Panasonic kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor de gegevens en/of informatie
die tijdens de draadloze gegevensoverdracht
worden gecomprimeerd.

Gebruikte frequentieband
Dit systeem maakt gebruik van de 2,4 GHz
frequentieband.

Certicatie van dit toestel
Het systeem voldoet aan de
frequentiebeperkingen en heeft
certificatie ontvangen op basis van de
frequentiewetgeving. Een vergunning voor
draadloze informatieoverdracht is daarom
niet nodig.
De onderstaande zaken zijn strafbaar in
sommige landen:
– Demonteren of wijzigingen aanbrengen in
het toestel.
– Verwijderen van aanduidingen met
technische gegevens.
-
67
-
NL

Interferentie van andere apparaten
Het systeem werkt mogelijk niet juist en
er kunnen storingen optreden zoals ruis
en overspringen van het geluid als gevolg
van interferentie van radiogolven wanneer
het toestel te dicht bij andere Bluetooth
®
apparaten staat die gebruik maken van de
2,4 GHz band.
Dit systeem werkt mogelijk niet juist als de
radiogolven van een plaatselijk radiostation
enz. te sterk zijn.

Bedoeld gebruik
Het systeem is alleen bedoeld voor normaal
en algemeen gebruik.
Gebruik het systeem niet in de buurt van
apparatuur of in een omgeving die gevoelig
is voor interferentie van radiofrequenties
(bijv. vliegvelden, ziekenhuizen, laboratoria
enz.).
Verklaring van overeenstemming
(DoC)
Panasonic
Corporation” verklaart
hierbij dat dit product
in overeenstemming is met de essentiële eisen
en andere relevante bepalingen van Richtlijn
1999/5/EG.
Klanten kunnen een kopie van de originele
verklaring van overeenstemming (DoC) van
onze R&TTE-producten van onze DoC-server
downloaden:
http://www.doc.panasonic.de
Neem contact op met onze bevoegde
vertegenwoordiger:
Panasonic Testing Centre, Panasonic Europe
Ltd. - Hamburg ofce, Winsbergring 15, 22525
Hamburg, Duitsland

Documenttranscriptie

Operating Instructions Bedienungsanleitung Instructions d’utilisation Istruzioni per l’uso Gebruiksaanwijzing Manual de instrucciones Brugsvejledning Driftsföreskrifter Bruksanvisning Käyttöohjeet Çalıştırma Talimatları Portable Radio/Speaker System Tragbares Radio-/Lautsprecher-System Système radio/enceinte portable Sistema radio/altoparlante portatile Draagbare radio/Luidsprekersysteem Sistema de radio/altavoz portátil Transportabelt radio-/højttalersystem Portabelt radio-/högtalarsystem Bærbart radio-/høyttalersystem Kannettava radio/kaiutinjärjestelmä Taşınabilir Radyo/Hoparlör Sistemi Model No:EY37A2 Before operating this unit, please read these instructions completely and save this manual for future use. Vor Inbetriebnahme des Gerätes die Betriebsanleitung bitte gründlich durchlesen und diese Broschüre zum späteren Nachschlagen sorgfältig aufbewahren. Lire entièrement les instructions suivantes avant de faire fonctionner l’appareil et conserver ce mode d’emploi à des fins de consultation ultérieure. Prima di usare questa unità, leggere completamente queste istruzioni e conservare il manuale per usi futuri. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voor u het apparaat in gebruik neemt en bewaar de gebruiksaanwijzing voor eventuele naslag. Antes de usar este aparato por primera vez, lea todas las instrucciones de este manual y guarde el manual para poderlo consultar en el futuro. Gennemlæs denne betjeningsvejledning før brugen og gem den til fremtidig brug. Läs igenom hela bruksanvisningen innan verktyget tas i bruk. Spara bruksanvisningen för senare användning. Før enheten tas i bruk, vennligst les disse alle anvisningene og oppbevar deretter bruksanvisningen for senere bruk. Lue ohjeet huolella ennen laitteen käyttöönottoa ja säilytä tämä käyttöohje tallessa tulevaa tarvetta varten. Bu cihazı çalıştırmadan önce lütfen bu talimatları dikkatli bir şekilde okuyun ve bu kılavuzu gelecekte kullanmak üzere saklayın. EY37A2.indb 1 2015-2-11 17:07:20 Originele gebruiksaanwijzing: Engels Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing: Andere talen NL Wanneer dit toestel wordt gebruikt met alle panelen volledig gesloten en werkend op een accu, voldoet het aan de vereiste IPbescherming gebaseerd op de IEC-reglementen. Definitie van de IP-code IP6X: Geen binnendringen van stof (talkpoeder kleiner dan 75μm kan het gereedschap binnendringen) IPX4: Water dat vanuit een willekeurige richting op het toestel wordt gespat, mag geen schadelijk effect hebben (Dit toestel is ontworpen om te werken wanneer water van een normale temperatuur gedurende 10 minuten met een hoeveelheid van 4,3 l/min vanuit meerdere richtingen met behulp van meerdere slangen op ongeveer 1 meter afstand op het toestel wordt gespoten.). OPMERKING: Dit is niet van toepassing op de bijgeleverde “netspanningsadapter”. BEPERKTE GARANTIE De IP64 classificatie betekent dat dit product bestand is tegen de minimale inwerking van water en stof, maar er wordt geen garantie gegeven voor de prestatie onder dergelijke omstandigheden. Zie Veiligheids- en gebruiksinstructies voor verdere informatie over het juiste gebruik. I. VEILIGHEIDSVOOR SCHRIFTEN Lees alle aanwijzingen volledig 1. BEWAAR DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - Deze handleiding bevat belangrijke veiligheids- en gebruiksinformatie voor dit product. 2. Lees alle aanwijzingen en waarschuwingen alvorens u het product in gebruik neemt. 3. Stel dit product en de accu niet bloot aan regen of sneeuw en gebruik deze ook niet in een vochtige ruimte. 4. Het gebruik van een hulpsuk wordt afgeraden, aangezien dit zou kunnen resulteren in brand, een elektrische schok of lichamelijk letsel. 5. Om beschadiging aan de stekker en het snoer te voorkomen, dient u altijd de stekker vast te pakken wanneer u de acculader loskoppelt. Trek niet aan het snoer. 6. Gebruik geen verlengsnoer. 7. Als het snoer beschadigd is, moet het om risico te voorkomen vervangen worden door de fabrikant of een door de fabrikant erkende reparateur, of door een persoon met vergelijkbare kwalificaties. 8. Om een elekrische schok te voorkomen, dient u de acculader los te maken van het lichtnet voordat onderhouds- of reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd. 9. Leg het snoer zodanig dat er niet over gelopen kan worden en dat dit ook niet op andere wijze hindert en beschadigd zou kunnen worden. 10. Dit product en de accu zijn speciaal ontworpen om samen te worden gebruikt. 11. Probeer dit product en de behuizing van de accu niet te demonteren. 12. Berg het gereedschap en de accu niet op een plaats op waar de temperatuur tot boven 50°C (122°F) kan oplopen (bijvoorbeeld in een metalen schuur of in een auto die in de zon geparkeerd staat). Dit kan de levensduur van de accu nadelig beïnvloeden. 13. Laad de accu niet op bij een tempe ratuur ONDER 0°C (32°F) of BOVEN 40°C (104°F). 14. Probeer de accu niet te verbranden. De accu zou kunnen ontploffen. 15. Dit product kan uitsluitend gebruikt worden op het lichtnet. Zorg dat de netspanning hetzelfde is als de bedrijfsspanning die vermeld staat op het plaatje met de technische gegevens. Probeer het product nooit op een andere netspanning te gebruiken! 16. Wees voorzichtig dat het snoer niet beschadigd wordt. Draag de acculader nooit aan het snoer en trek ook niet aan het snoer om dit los te maken van het stopcontact. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen. 17. Laad de accu op een goed geventileerde plaats op. Leg tijdens het opladen geen doek e.d. over de acculader en de accu. 18. Veroorzaak geen kortsluiting in de accu. Bij kortsluiting kan een zeer hoge stroomsterkte ontstaan met oververhitting en brandgevaar als gevolg. 19. OPMERKING: Als het netsnoer beschadigd is, mag dit uitsluitend bij een reparatiecentrum aanbevolen door de fabrikant worden vervangen. Voor het vervangen van het netsnoer zijn namelijk speciale ge reedschappen vereist. 20. Het apparaat is geen draagbare lamp voor kinderen. 21. Kinderen mogen in geen geval met het toestel spelen. - 56 - EY37A2.indb 56 2015-2-11 17:07:40 Symbool Betekenis Om het risico van letsel te verminderen, dient de gebruiker de gebruiksaanwijzing te lezen en ter kennis te nemen. Alleen voor gebruik binnenshuis. Gebruik het toestel alleen op de stroombronnen die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. WAARSCHUWING: • Gebruik uitsluitend Panasonic-accu’s die bestemd zijn voor gebruik met dit oplaadbare gereedschap. • Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor beschadigingen of ongelukken veroorzaakt door het gebruik van een gerecyclede accu of een namaak-accu. • Accu’s niet verbranden of aan extreme hitte blootstellen. • Accu’s niet doorboren met voorwerpen als spijkers, niet blootstellen aan harde schokken, niet demonteren en niet wijzigen. • Laat geen metalen voorwerpen in contact komen met de aansluitingen van de accu. • De accu niet opbergen of vervoeren in dezelfde verpakking als spijkers of vergelijkbare metalen voorwerpen. • De accu niet opladen bij grote hitte, zoals naast een vuur of in direct zonlicht. De accu kan hierdoor oververhit raken, in brand vliegen of exploderen. • Gebruik uitsluitend de bijbehorende lader voor het opladen van de accu. De accu kan anders gaan lekken, oververhit raken of exploderen. • Bevestig altijd het accudeksel nadat u de accu van dit product of de acculader hebt losgemaakt. Het is anders mogelijk dat de accupolen kortgesloten worden met mogelijk brand tot gevolg. • Wanneer de accu versleten is, moet deze door een nieuwe worden vervangen. Als u een versleten of beschadigde accu blijft gebruiken, kan dit resulteren in hitteontwikkeling, ontbranding of barsten van de accu. • Wanneer u een abnormale situatie vaststelt, moet u meteen met het gebruik van het toestel stoppen en contact opnemen met de winkel waar u het toestel heeft gekocht. • Stel het volume niet te hoog in bij gebruik van een hoofdtelefoon of oortelefoon. WAARSCHUWING: • Verhoog het volume niet onnodig want uw gehoor gaat dan aan een hoog ingesteld volume wennen. • Gebruik het product niet ononderbroken gedurende een lange periode, maar neem af en toe een pauze om uw oren rust te geven. • Als u merkt dat u last krijgt van uw oren, moet u stoppen met het gebruik en contact opnemen met een arts. • Zet geen zware voorwerpen op de radio en ga er ook niet op staan. • Zet de radio niet op een onstabiele ondergrond of op een plaats waar de radio kan omvallen. • Maak altijd een reservekopie van de gegevens die zijn opgeslagen in het apparaat dat op deze radio is aangesloten om gegevensverlies te voorkomen in geval het apparaat defect raakt. NL II. MONTAGE Batterijen plaatsen Plaatsen van de reservebatterijen [Fig. 1] OPMERKING: Als de accu/batterijen worden verwijderd uit het vak voor de accu en de reservebatterijen, zal het toestel ongeveer drie minuten later in de begintoestand worden teruggesteld. 1. Trek de batterijvakhouder naar buiten voor toegang tot de batterijvakken. Er is een vak voor het hoofdbatterijpak (accu) en een vak voor de reservebatterijen. 2. Verwijder het deksel van het batterijvak voor de reservebatterijen en plaats 2 nieuwe UM-3 (AA-formaat) batterijen. Zorg dat de batterijen met de plus en min in de juiste richting worden geplaatst, zoals aangegeven in het batterijvak. Breng het deksel van het batterijvak weer aan. OPMERKING: • De radio kan worden gebruikt zonder dat er reservebatterijen in zijn geplaatst. • Zorg dat er altijd reservebatterijen in het batterijvak zijn om te voorkomen dat de gegevens van de voorkeurzenders in het zendergeheugen verloren gaan. LET OP: • Gebruik geen andere batterijen dan de voorgeschreven batterijen (UM-3). • Verwijder de batterijen als u het product geruime tijd niet denkt te gebruiken. • Gebruik geen nieuwe en oude batterijen of verschillende typen batterijen door elkaar. - 57 - EY37A2.indb 57 2015-2-11 17:07:41 Verkeerd gebruik van de batterijen kan resulteren in batterijlekkage, warmteontwikkeling, brand of een ontploffing. Als er batterijlekkage optreedt, moet u eventuele batterijvloeistof in het vak voor de reservebatterijen zorgvuldig wegvegen. NL van de adapter wordt de accu automatisch uitgeschakeld. De netspanningsadapter moet worden losgemaakt van het stopcontact wanneer deze niet wordt gebruikt. OPMERKING: • Bij gebruik met de netspanningsadapter is het geluid wat zachter dan bij gebruik op een accu. • Wanneer de netspanningsadapter storing veroorzaakt in de AM-ontvangst, moet de radio meer dan 30 cm verwijderd van de adapter worden geplaatst. • Wanneer de netspanningsadapter en de accu beide zijn aangesloten, heeft de netspanningsadapter voorrang en zorgt deze voor de stroomvoorziening. De stroom van de accu wordt in dit geval niet gebruikt. • Dit toestel heeft geen oplaadfunctie. Wanneer zowel de netspanningsadapter als de accu zijn aangesloten, betekent dit niet dat de accu wordt opgeladen. • De netspanningsadapter is alleen bedoeld voor gebruik met dit product en mag niet met andere apparatuur worden gebruikt. Gebruik ook niet de netspanningsadapter van andere apparatuur met dit product. Als er vloeistof uit de batterijen lekt, moet u om veiligheidsredenen de volgende punten goed in acht nemen. • Raak de batterijvloeistof nooit met blote handen aan. Dit kan resulteren in irritatie van uw huid of ander letsel. • Wanneer vloeistof in uw ogen terechtkomt, kan dit zelfs leiden tot blindheid. • Veeg eventueel gelekte batterijvloeistof volledig weg. Bevestigen/verwijderen van de accu [Fig. 2] 1. Nadat de reservebatterijen zijn geplaatst, moet de accu in het toestel worden geplaatst. Steek de accu helemaal naar binnen totdat deze met een klik vergrendelt. De geschikte accu’s voor deze radio staan vermeld in de Technische gegevens. 2. Om de accu te verwijderen, trekt u deze uit het vak. 3. Breng de batterijvakhouder weer terug in de oorspronkelijke positie. Indicator voor lage accuspanning 1. Minder vermogen, vervorming, een “happerend” geluid of de aanduiding voor lage accuspanning ( ) die op het display verschijnt, zijn tekenen dat de accu moet worden vervangen. OPMERKING: De accu kan niet via de bijgeleverde netspanningsadapter worden opgeladen. 2. Wanneer de accu is verwijderd en de aanduiding voor lage accuspanning ( ) en een “E.” op het display worden aangegeven, betekent dat de reservebatterijen moeten worden vervangen. Gebruik van de flexibele antenne [Fig. 3] Zet de flexibele antenne rechtop. LET OP: De flexibele antenne werkt maar in één richting. Wanneer de antenne met kracht wordt verbogen, kan deze beschadigd raken of kunt u zich verwonden. Gebruik van de bijgeleverde netspanningsadapter Verwijder de rubber afdekking en steek de adapterstekker in de gelijkstroomingangsaansluiting aan de rechterkant van de radio. Steek de adapter zelf in een standaard stopcontact. Bij het aansluiten EY37A2.indb 58 III. BEDIENING Bediening van de radio – Automatische afstemming AM/FM 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. OPMERKING: Als het ontvangstsignaal zwak is, kunt u de radio of antenne proberen te draaien om een betere ontvangstkwaliteit te verkrijgen. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om de radio in te schakelen. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of “FM” wordt weergegeven. Druk op de afstemknop om te beginnen met automatische afstemming. De radio doorloopt de AM/FM-afstemband vanaf de frequentie die nu wordt aangegeven en stopt automatisch zodra een zender wordt gevonden met voldoende signaalsterkte. Na een paar seconden wordt de aanduiding op het display bijgewerkt. Het display toont de frequentie van de zender waarop is afgestemd. Om een andere zender te zoeken, drukt u opnieuw op de afstemknop. Wanneer het einde van de afstemband wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de afstemband. Draai aan de volumeregelaar om de geluidssterkte naar wens in te stellen. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om de radio uit te schakelen. - 58 - 2015-2-11 17:07:41 Handafstemming – AM/FM 1. Houd de aan/ruststand-toets ingedrukt om de radio in te schakelen. 2. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of “FM” wordt weergegeven. 3. Draai aan de afstemknop om op een zender af te stemmen. 4. Wanneer het einde van de afstemband wordt bereikt, wordt het afstemmen hervat vanaf het tegenovergestelde uiteinde van de afstemband. 5. Gebruik de volumeregelaar om de geluidssterkte naar wens in te stellen. Vastleggen van AM/FM-zenders in het geheugen Er kunnen 6 zenders van iedere afstemband, AM en FM, in het geheugen worden vastgelegd. De bediening is hetzelfde voor beide afstembanden. 1. Stem op de gewenste radiozender af zoals hiervoor is beschreven. 2. Houd de gewenste voorkeurzendertoets (1 t/m 6) ingedrukt totdat de radio een pieptoon maakt. Naast de frequentie wordt nu bijvoorbeeld “M1” aangegeven. De zender wordt met het betreffende voorkeurzendernummer in het geheugen vastgelegd. Herhaal deze procedure voor de andere zenders die u in het geheugen wilt vastleggen. Indien er reeds een zender op een bepaalde geheugenplaats is vastgelegd, wordt deze overschreven bij het uitvoeren van de bovenstaande procedure. Oproepen van vastgelegde AM/ FM-voorkeurzenders 1. Druk op de geluidsbrontoets totdat “AM” of “FM” wordt weergegeven. 2. Druk even kort op de gewenste voorkeurzendertoets om af te stemmen op de zender die met die toets in het geheugen is vastgelegd. FM-stereo/mono ––––––––––––––––– FM Als de FM-radiozender waarop is afgestemd een zwak signaal heeft, kan er ruis hoorbaar zijn. U kunt de ruis verminderen door over te schakelen van stereo- naar mono-ontvangst. 1. Druk op de geluidsbrontoets om de FM-afstemband te kiezen en stem op de gewenste FM-zender af zoals hiervoor is beschreven. 2. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het menu. 3. Draai aan de afstemknop totdat “FM” op het display wordt aangegeven en druk dan op de afstemknop om de instelling weer te geven. Als de instelling ST (stereo) is, drukt u op de afstemknop om over te schakelen naar MN (mono) om de ruis te verminderen. Druk op de afstemknop om de instelling vast te leggen. Luisteren naar muziek via Bluetooth® streaming –––––––––––––––––––––– BT U moet uw Bluetooth® apparaat aan de radio koppelen voordat auto-link mogelijk is voor afspelen/streaming van Bluetooth® muziek door de radio. Door middel van koppelen worden twee apparaten met elkaar ‘verbonden’ zodat ze elkaar kunnen herkennen. NL Uw Bluetooth® apparaat de eerste maal koppelen 1. Druk op de geluidsbrontoets totdat “BT” wordt weergegeven. verschijnt op het display en het Bluetooth® pictogram begint te knipperen. 2. Activeer Bluetooth® op het andere apparaat zoals beschreven in de handleiding van dat apparaat en begin met de koppelingsprocedure. 3. Druk op de Bluetooth®-koppeltoets zodat op het display verschijnt. U kunt nu uw radio op het Bluetooth® apparaat zoeken. Als “EY37A2” op uw Bluetooth® apparaat wordt weergegeven, selecteert u het item in de Bluetooth® lijst zodat de koppeling met de radio plaatsvindt. 4. Nadat de verbinding is gemaakt, licht het Bluetooth® pictogram continu op het display op. U kunt nu de muziek in uw Bluetooth®-gekoppeld apparaat via de radio weergeven. OPMERKING: • Als “EY37A2” in uw Bluetooth® apparatenlijst wordt weergegeven, maar u geen verbinding kunt maken, verwijdert u het item uit de lijst en voert dan de koppeling van het apparaat met de radio opnieuw uit door de hierboven beschreven stappen op te volgen. • Het effectieve overdrachtbereik tussen de radio en het gekoppelde apparaat is ongeveer 10 meter. Wanneer er een obstakel tussen de radio en het apparaat is, zal het overdrachtbereik korter zijn. • De Bluetooth® connectiviteit-prestatie kan verschillen afhankelijk van het aangesloten Bluetooth® apparaat. Raadpleeg de Bluetooth® eigenschappen van uw apparaat voordat u dit aan de radio koppelt. Het is mogelijk dat niet alle functies beschikbaar zijn op sommige gekoppelde Bluetooth® apparaten. Muziek afspelen van voorheen gekoppelde apparaten Dit toestel kan in totaal 8 sets van gekoppelde apparaten in het geheugen opslaan. Wanneer dit aantal wordt overschreden, wordt het eerst gekoppelde apparaat door de radio overschreven. - 59 - EY37A2.indb 59 2015-2-11 17:07:42 NL Als uw Bluetooth® apparaat reeds voorheen met dit toestel was gekoppeld, zal het toestel uw Bluetooth® apparaat onthouden en proberen om automatisch verbinding te maken met het apparaat dat het laatst was verbonden. Als het laatst verbonden apparaat niet beschikbaar is, probeert de radio verbinding te maken met het tweede laatste apparaat enz. Wissen van alle gekoppelde apparaten Houd de Bluetooth®-koppeltoets ongeveer 7 seconden ingedrukt totdat u een dubbele toon hoort. De radio wist alle apparaten uit het geheugen en kan weer worden opgezocht om te koppelen. Verbreken van de verbinding met uw Bluetooth® apparaat Houd de Bluetooth®-koppeltoets ingedrukt totdat de radio een pieptoon maakt om de verbinding van het toestel met het Bluetooth® apparaat te verbreken. Het Bluetooth® pictogram knippert op het display om aan te geven dat de radio kan worden opgezocht om te koppelen. Klok en alarmfuncties Instellen van de weergave van de kloktijd ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– TIM Er zijn twee mogelijkheden voor de weergave van de kloktijd die wordt getoond in de ruststand en tijdens muziek afspelen. De gekozen tijdweergave wordt ook gebruikt bij het instellen van de alarmfuncties. 1. Controleer of de radio is ingeschakeld. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het geavanceerde menu van de huidige modus. 2. Draai aan de afstemknop totdat ”TIM“ op het display wordt aangegeven en druk dan op de afstemknop om de instelling weer te geven. 3. Draai aan de afstemknop om de 12-uurs of 24-uurs tijdweergave te kiezen. Druk op de afstemknop om uw keuze voor de tijdweergave vast te leggen. OPMERKING: Als de 12-uurs tijdweergave wordt gekozen, gebruikt de radio ook de 12-uurs klok bij het instellen van de alarmfuncties en toont deze een 12-uurs klok met PM (namiddag) indicator in de ruststand. Handmatig instellen van de kloktijd ––– CLK 1. Controleer of de radio is ingeschakeld. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het geavanceerde menu van de huidige modus. 2. Draai aan de afstemknop totdat “CLK” op het display wordt aangegeven en druk dan op de afstemknop om de instelling weer te geven. De uuraanduiding begint te knipperen. 3. Draai aan de afstemknop om het gewenste uur in te stellen en druk op de afstemknop om de instelling te bevestigen. De minutenaanduiding begint te knipperen. 4. Draai aan de afstemknop om de gewenste minuten in te stellen en druk op de afstemknop om de instelling te bevestigen. Het display keert terug naar het vorige menu. Instellen van de wekker De radio heeft twee wekfuncties, een voor het wekken met de AM/FM-radio en een voor het wekken met een zoemeralarm. Zorg dat de kloktijd juist is ingesteld voordat u de wekker gaat instellen. a. Wekken met de radio: 1. Controleer of de radio is ingeschakeld. 2. Houd de radio-alarmtoets ingedrukt zodat het radio-alarmsymbool ( ) en de uuraanduiding beginnen te knipperen en er een pieptoon klinkt. 3. Terwijl de uuraanduiding knippert, draait u aan de afstemknop om het gewenste uur voor de alarmtijd te kiezen en dan drukt u op de afstemknop om de uurinstelling te bevestigen. 4. Draai daarna aan de afstemknop om de gewenste minuten voor de alarmtijd in te stellen en druk op de afstemknop om de instelling te bevestigen. 5. Terwijl het radio-alarmsymbool knippert, draait u aan de afstemknop om de gewenste afstemband en de zender waarmee u gewekt wilt worden te kiezen en dan drukt u op de afstemknop om uw keuze te bevestigen. 6. Draai aan de afstemknop om het gewenste volume in te stellen en druk op de afstemknop om de instelling te bevestigen. De instellingen voor het radio-alarm zijn hiermee voltooid. OPMERKING: Als de gekozen AM/FM-zender niet beschikbaar is wanneer de alarmtijd wordt bereikt, hoort u het zoemeralarm. b. Wekken met het HWS (langzaam luider wordend weksignaal) zoemeralarm: 1. Controleer of de radio is ingeschakeld. 2. Houd de zoemer-alarmtoets ingedrukt zodat het zoemer-alarmsymbool ( ) en de uuraanduiding beginnen te knipperen en er een pieptoon klinkt. 3. Terwijl de uuraanduiding knippert, draait u aan de afstemknop om het gewenste uur voor de alarmtijd te kiezen en dan drukt u op de afstemknop om de uurinstelling te bevestigen. 4. Draai daarna aan de afstemknop om de gewenste minuten voor de alarmtijd in te stellen en druk op de afstemknop om de instelling te bevestigen. - 60 - EY37A2.indb 60 2015-2-11 17:07:42 5. Draai aan de afstemknop om het gewenste volume in te stellen en druk op de afstemknop om de volume-instelling te bevestigen. De instellingen voor het zoemeralarm zijn hiermee voltooid. Wanneer het alarm klinkt Om het alarmgeluid te stoppen, drukt u op de aan/ruststand-toets. Een alarminstelling uitschakelen/annuleren Om een actieve alarminstelling uit te schakelen, drukt u op de bijbehorende alarmtoets zodat de alarminstelling wordt geannuleerd. Tijdsduur van het alarmgeluid –––– ALM 1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het geavanceerde menu van de huidige modus. 2. Draai aan de afstemknop totdat “ALM” op het display wordt aangegeven. Druk op de afstemknop om de instelling weer te geven. 3. Draai aan de afstemknop om de opties 1, 3, 5, 10, 15, 30 en 60 minuten, te doorlopen. Stop wanneer de gewenste optie op het display wordt aangegeven en druk dan op de afstemknop om de instelling te bevestigen. Sluimerfunctie –––––––––––––––––– SNZ 1. Wanneer het alarm klinkt, kunt u op een willekeurige toets drukken, met uitzondering van de aan/ruststand-toets, om het alarmgeluid stil te zetten. Op het display verschijnt het sluimersymbool ( ). 2. Om de stiltetijd voor de sluimerfunctie in te stellen, houdt u de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het menu. 3. Draai aan de afstemknop totdat “SNZ” op het display verschijnt en druk dan op de afstemknop om de instelling weer te geven. Draai aan de afstemknop om de stiltetijd voor de sluimerfunctie in te stellen op 1, 3, 5, 10, 15 minuten of op UIT. 4. Om de sluimerfunctie te annuleren wanneer het alarm is stilgezet, drukt u op de aan/ ruststand-toets. Om de sluimerfunctie uit te schakelen, draait u aan de afstemknop totdat “UIT” wordt weergegeven. Sleeptimer ––––––––––––––––––––– SLP De radio kan automatisch worden uitgeschakeld nadat een vooraf ingestelde tijd is verstreken. De sleeptimer kan worden ingesteld op UIT, 15, 30, 45, 60 en 90 minuten. 1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het geavanceerde menu. 2. Draai aan de afstemknop totdat “SLP” op het display wordt aangegeven. Druk op de afstemknop om de instelling weer te geven. 3. Draai aan de afstemknop om de opties UIT, 15, 30, 45, 60 en 90 minuten, te doorlopen. Stop wanneer de gewenste instelling voor de sleeptimer op het display wordt aangegeven. De instelling wordt opgeslagen en het display keert terug naar de normale aanduidingen. 4. De radio wordt automatisch uitgeschakeld nadat de tijd die is ingesteld voor de sleeptimer is verstreken. Het sleeptimer) wordt op het display getoond pictogram ( om aan te geven dat de sleeptimer actief is. 5. Om de sleeptimer te annuleren voordat de ingestelde tijd is verstreken, houdt u eenvoudigweg de aan/ruststand-toets ingedrukt om het toestel handmatig uit te schakelen. Om de sleeptimer uit te schakelen terwijl deze nog aan het aftellen is, gaat u naar het menu met de sleeptimerinstellingen en kiest dan “UIT”. NL Toonregelingsfunctie –––––––––––– TON 1. 2. 3. 4. U kunt de klankkleur van de muziek aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen overeenkomstig het soort muziek waarnaar u luistert. De radio heeft 5 vaste equalizerinstellingen. Het is ook mogelijk om enkel de weergave van de hoge en lage tonen naar eigen voorkeur in te stellen. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot het EQ-menu. Draai aan de volumeregelaar totdat “TON” op het display wordt aangegeven. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot het instellingenmenu. Draai aan de volumeregelaar om de 6 instellingen te doorlopen totdat de gewenste instelling wordt aangegeven. Druk op de volumeregelaar om uw keuze te bevestigen. a. TN 1-Geen bijregeling b. TN 2- Zwaar c. TN 3- Zacht d. TN 4- Helder e. TN 5- Zang Om terug te gaan naar het bovenste menuniveau, draait u aan de volumeregelaar totdat op het display wordt aangegeven. Druk vervolgens nog een keer op de volumeregelaar om het bovenste menuniveau te laten verschijnen. Uw eigen EQ instellen ––––––––––– BAS Als u vindt dat de vaste equalizerinstellingen niet aan uw wensen voldoen, kunt u de lage en hoge tonen als volgt naar eigen voorkeur instellen: 1. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot het EQ-menu. 2. Draai aan de volumeregelaar totdat “BAS” op het display wordt aangegeven. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot het instellingenmenu. - 61 - EY37A2.indb 61 2015-2-11 17:07:42 NL 3. Draai aan de volumeregelaar om het niveau van de lage tonen in te stellen (tussen -5 en +3). Het geluid verandert wanneer u het niveau wijzigt. Druk nog een keer op de volumeregelaar om de instelling te bevestigen. 4. Draai aan de volumeregelaar totdat “TRE” op het display wordt aangegeven. Druk op de volumeregelaar voor toegang tot het instellingenmenu. 5. Draai aan de volumeregelaar om het niveau van de hoge tonen in te stellen (tussen -5 en +3). Het geluid verandert wanneer u het niveau wijzigt. Druk nog een keer op de volumeregelaar om de instelling te bevestigen. Instellen van het bedieningsgeluid –––––––––––––––––––––––––––––––––– SND U kunt het bedieningsgeluid van de radio inof uitschakelen. 1. Houd de afstemknop ingedrukt voor toegang tot het menu van de huidige modus. 2. Draai aan de afstemknop totdat “SND” op het display verschijnt en druk dan op de afstemknop om de instelling weer te geven. 3. Draai aan de afstemknop om uw keuze te maken en druk dan op de afstemknop om de instelling te bevestigen. Aux-ingangsaansluiting Aan de linkerkant van de radio is een 3,5 mm stereo aux-ingangsaansluiting. 1. Sluit een externe geluidsbron (bijvoorbeeld een smartphone of een MP3- of CD-speler) op de aux-ingangsaansluiting aan. 2. Druk op de geluidsbrontoets totdat AUX IN wordt weergegeven. 3. Stel het volume op uw smartphone of MP3- of CD-speler op een geschikt niveau in zodat een goed signaal door de speler wordt afgegeven en gebruik dan de volumeregelaar op de radio om de geluidssterkte op een comfortabel luisterniveau in te stellen. Hoofdtelefoonaansluiting Aan de rechterkant van de radio is een 3,5 mm hoofdtelefoonaansluiting om met een hoofdtelefoon naar de muziek te luisteren. Bij het aansluiten van een hoofdtelefoon wordt de interne luidspreker automatisch uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat de gevoeligheid van de diverse hoofdtelefoons aanzienlijk kan verschillen. Wij raden u daarom aan het volume op een laag niveau in te stellen voordat u de hoofdtelefoon op de radio aansluit. Ook is het verstandig om het volume te verlagen voordat u de hoofdtelefoon weer losmaakt. LET OP: Bij een te hoog ingesteld volume van de hoofdtelefoon of oortelefoon kan gehoorverlies optreden. USB-aansluiting voor opladen van smartphone OPMERKING: USB-apparaten kunnen niet worden opgeladen tijdens ontvangst van AM-uitzendingen. De radio heeft een USB-aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor het opladen van een smartphone of een gelijkwaardig apparaat. De oplaadtijd kan verschillen en in sommige gevallen duurt het opladen langer dan wanneer de smartphone wordt opgeladen met de oplader die door de fabrikant bij de smartphone wordt geleverd. 1. Sluit uw smartphone aan op de USBoplaadaansluiting aan de linkerkant van de radio. 2. Het opladen van uw smartphone begint. Het opladen is mogelijk in de FM/Bluetooth®/Auxin modus. 3. Maak de USB-kabel los zodra uw smartphone is opgeladen. LET OP: Sommige USB-apparaten kunnen alleen op een bepaalde manier worden opgeladen. Controleer dit voordat u uw apparaat gaat opladen. • Het is mogelijk dat de oplader sommige USB-apparaten niet van stroom kan voorzien. • Maak de USB-kabel los en sluit de afdekking als de aansluiting niet wordt gebruikt of wanneer het opladen klaar is. • Sluit geen voedingsbron op de USB-poort aan. Dit kan namelijk resulteren in brand. De USB-poort is uitsluitend bedoeld voor het opladen van een apparaat dat op lage spanning werkt. Breng altijd de afdekking op de USB-poort aan wanneer er geen apparaat dat op lage spanning werkt is aangesloten. • Steek geen nagel, draad enz. in de USB-poort. Dit kan nameljik resulteren in kortsluiting met rook of brand tot gevolg. • Verbind deze USB-aansluiting niet met een USB-poort op uw pc, want dit kan mogelijk resulteren in beschadiging van de apparatuur. • Gebruik de USB-aansluiting niet in de regen of bij vochtige omstandigheden om te voorkomen dat vocht in de radio terechtkomt. Let erop dat de rubber afdekking aan de achterkant goed dicht is bij deze omstandigheden. - 62 - EY37A2.indb 62 2015-2-11 17:07:42 LED-lamp De radio is op het voorpanel voorzien van een LED-lamp met lange levensduur. Druk op de verlichtingstoets om de LED-lamp in en uit te schakelen. Let op: KIJK NIET RECHTSTREEKS IN DE LICHTSTRAAL. OPMERKING: Als er geen bediening wordt uitgevoerd, begint de lamp na ongeveer 10 minuten te knipperen en gaat dan één minuut later uit. IV. ONDERHOUD Maak het gereedschap met een droge, zachte doek schoon. Gebruik nooit een vochtige doek, witte spiritus, benzine of andere ontvlambare middelen om het gereedschap schoon te maken. In het geval er water binnen in het toestel of de accu is terechtgekomen, zo spoedig mogelijk het water laten uitlekken en laten drogen.Verwijder nauwkeurig alle stof of ijzervijlsel dat zich binnen in het toestel heeft verzameld. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende service-centrum als u bij het gebruik van het toestel problemen ondervindt. houden zoals paperclips, munten, sleutels, nagels, schroeven of andere kleine metalen voorwerpen die de aansluitpunten van de accu met elkaar in contact kunnen brengen. Wanneer de aansluitpunten van de accu worden kortgesloten, kan dit resulteren in vonken, brandwonden of zelfs brand. • Zorg er bij gebruik van de accu voor dat de werkplaats goed geventileerd is. • Wanneer de accu van het hoofdapparaat wordt losgemaakt, moet u meteen het accudeksel op de accu aanbrengen om te voorkomen dat er stof en vuil op de accuaansluitingen komt waardoor er kortsluiting kan ontstaan. LET OP: • Let bij het gebruik van het gereedschap op deze wijze op het volgende om de motor en de accu te beschermen. • Als de motor en de accu te warm worden, wordt de beveiligingsfunctie geactiveerd en stopt de werking van de motor en de accu. Voor een veilig gebruik • Het aanbrengen van de accu moet om veiligheidsredenen in twee stappen worden uitgevoerd. Zorg dat de accu vóór gebruik goed op het gereedschap is bevestigd. [Acculader] Opladen V. ACCESSOIRES Accu • Zie de technische gegevens. Acculader • Neem contact op met een officiële dealer voor verdere informatie. OPMERKING: De accu en de acculader worden niet bij deze set geleverd. [Accu] Voor een juist gebruik van de accu Li-ion accu [Fig. 4] • De levensduur van oplaadbare accu’s is beperkt. • Voor een optimale levensduur van de Li-ion accu moet u de accu na gebruik opbergen zonder dat u deze oplaadt. • Kijk bij het laden van de accu of de aansluitingen op de acculader vrij zijn van vreemde bestanddelen zoals stof en water, enz. Reinig de aansluitingen als u vreemde bestanddelen op de aansluitingen aantreft. De levensduur van de accu-aansluitingen kan tijdens gebruik nadelig beïnvloed worden door vreemde bestanddelen zoals stof en water, enz. • Wanneer de accu niet wordt gebruikt, dient u deze uit de buurt van metalen voorwerpen te NL LET OP: 1) De lader is ontworpen voor gebruik met standaard elektrische stroom, zoals vermeld op het typeplaatje. Laad alleen bij de spanning aangeduid op het typeplaatje van het apparaat, bijv. 230 V/50 Hz. 2) Probeer het apparaat niet bij een andere spanning of frequentiewaarde te gebruiken. 3) Als de temperatuur van de accu daalt naar ongeveer onder -10°C (14°F) zal opladen automatische stoppen om verslechtering van de accu te voorkomen. 4) Het omgevingstemperatuurbereik ligt tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F). Als de accu wordt gebruikt terwijl de accutemperatuur lager is dan 0°C (32°F) kan het toestel mogelijk niet goed functioneren. 5) Gebruik de lader bij temperaturen tussen 0°C (32°F) en 40°C (104°F) en laad de accu op bij een temperatuur gelijk aan die van de batterij zelf. (Er mag niet meer dan een verschil van 15°C (59°F) zijn tussen de temperaturen van de accu en de oplaadlocatie). 6) Laat een koude accu (kouder dan 0°C (32°F)), voordat deze wordt opgeladen in een warme omgeving, eerst minimal een uur in deze ruimte liggen om op temperatuur te komen. - 63 - EY37A2.indb 63 2015-2-11 17:07:42 NL 7) Laat de lader afkoelen wanneer u meer dan twee accu’s na elkaar oplaadt. 8) Steek uw vingers niet in de contactopening wanneer u de lader vastpakt. 9) Om brandgevaar en beschadiging van de acculader te voorkomen. • Voorkom dat de ventilatiegaten van de lader en de accu worden bedekt. • Maak de acculader los wanneer deze niet wordt gebruikt. OPMERKING: De accu is niet volledig opgeladen wanneer u deze koopt. Laad de accu daarom voor gebruik op. Hoe opladen 1. Steek de lader in een stopcontact. OPMERKING: Wanneer de stekker in het stopcontact wordt gestoken, kunnen er vonken ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk. 2. Plaats de accu stevig in de lader. 1. Zet de uitlijntekens tegenover elkaar en plaats de accu in de acculader. 2. Schuif de accu in de richting van de pijl naar voren. Uitlijntekens 3. De laadindicator licht op tijdens het laden. Wanneer de accu is geladen, wordt automatisch een interne elektronische schakeling geactiveerd die voorkomt dat de accu wordt overladen. • Wanneer de accu warm is, zal deze niet worden opgeladen (bijvoorbeeld direct na intensief gebruik). De oranje standby-indicator knippert tot de accu is afgekoeld.Vanaf dat moment wordt de accu automatisch opnieuw geladen. 4. De laadindicator (groen) knippert langzaam wanneer de accu ongeveer 80% is opgeladen. 5. Wanneer het opladen is voltooid, zal de groene laadindicator uitgaan. 6. Als de temperatuur van de accu minder dan 0°C (32°F) is, zal het volledig opladen van de accu langer duren dan de standaard oplaadtijd. Zelfs nadat de accu volledig is opgeladen, zal deze in dit geval slechts ongeveer 50% van het accuvermogen hebben in vergelijking met een accu die bij normale bedrijfstemperatuur volledig is opgeladen. 7. Als de laadindicator (groen) niet uitgaat, moet u contact opnemen met een officiële dealer. 8. Als een volledig opgeladen accu opnieuw in de acculader wordt geplaatst, zal het oplaadlampje oplichten. Na enkele minuten zal de groene laadindicator uit-gaan. LAMPINDICATIES Opladen voltooid. (Volledig opgeladen.) De accu is ongeveer 80% opgeladen. Aan het opladen. (Groen) Uit EY37A2.indb 64 (Oranje) Lader is aangesloten op een stopcontact. Klaar om op te laden. Laadstatusindicator De aanduiding is Links: groen en Rechts: oranje. De accu is koud. De accu wordt langzaam opgeladen om de belasting van de accu te verminderen. De accu is warm. Het opladen zal beginnen wanneer de temperatuur van de accu is gedaald. Als de temperatuur van de accu minder dan -10°C (14°F) is, zal de laadindicator (oranje) ook gaan knipperen. Het opladen begint wanneer de statustemperatuur van de accu hoger wordt. Opladen is niet mogelijk. Stof op de accu of accu defect. Brandt - 64 - Knippert 2015-2-11 17:07:43 Recyclen van de accu ATTENTIE: Om het milieu te beschermen en nogmaals bruikbare materialen te recyclen, dient u de accu naar een hiervoor bestemd inzamelpunt te brengen. Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en lege batterijen Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen worden. Voor een correcte behandeling, recuperatie en recyclage van oude producten en lege batterijen moeten zij naar de bevoegde verzamelpunten gebracht worden in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de Richtlijnen 2012/19/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij tot het beschermen van waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu die anders door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan. Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten en batterijen, gelieve contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt. Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd worden in overeenstemming met de nationale wetgeving. NL Voor zakengebruikers in de Europese Unie Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan contact op met uw dealer voor meer informatie. [Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze producten te verwijderen, neem dan contact op met uw plaatselijke autoriteiten of dealer, en vraag informatie over de correcte wijze om deze producten te verwijderen. VI. TECHNISCHE GEGEVENS [GEREEDSCHAP] Netspanningsadapter Accu/batterij Bluetooth® QD ID Bluetooth® versie Bluetooth® profielen Overdrachtvermogen Overdrachtbereik Ondersteunde codec Compatibel Bluetooth® profiel Afstembereik Luidspreker Uitgangsvermogen Ingangsaansluiting Uitgangsaansluiting Antennesysteem Afmetingen (B × H × D) Gewicht Opgenomen vermogen DC12 V/1500 mA, middenpen positief Reservebatterijen: UM-3 (AA-formaat) × 2 Accu: 14,4 V/18 V 58625 4,0 A2DP/SCMS-T Bluetooth® specificatie, vermogensklasse 2 (2,5 mW) Ongeveer 10 m (varieert afhankelijk van de gebruiksomstandigheden) SBC A2DP FM 87,5-108 MHz (stapjes van 0,05 MHz) AM (MG) 522-1629 kHz (stapjes van 9 kHz) 3,5 inch, 8 ohm × 2 Bij gebruik van de netspanningsadapter: 1,7 W × 2 Bij gebruik van een 14,4 V accu: 2,6 W × 2 Bij gebruik van een 18 V accu: 4,5 W × 2 3,5 mm dia./max. 2 V/stereo (AUX IN) USB: DC OUT 5 V/1 A Hoofdtelefoon: 3,5 mm dia./3 Ω /150 mV/stereo FM: Flexibele antenne AM: staafantenne 344 mm × 280 mm × 239 mm 4,7 kg (met EY9L51)/4,0 kg (alleen hoofdapparaat) max. 7 W 0,12 W (ruststand) - 65 - EY37A2.indb 65 2015-2-11 17:07:43 [ACCU] Modelnr. Soort accu EY9L47 EY9L50 EY9L51 EY9L52 Li-ion accu 14,4V gelijkstroom 14,4V gelijkstroom 14,4V gelijkstroom 18V gelijkstroom 18V gelijkstroom Accuspanning (3,6V × 4 cellen) (3,6V × 8 cellen) (3,6V × 4 cellen) (3,6V × 10 cellen) (3,6V × 5 cellen) Gebruiksduur bij 50 W + 50 W (FMontvangst) NL [ACCULADER] Modelnr. Gegevens Gewicht Laadtijd EY9L41 EY9L42 EY9L44 EY9L45 Ca. 18 uur Ca. 9 uur Ca. 19 Ca. 24 uur uur Ca. 11 uur Ca. 19 Ca. 24 uur uur Ca. 11 uur EY0L82 Zie het specificatieplaatje op de onderkant van de acculader. 0,93 kg EY9L41 EY9L42 EY9L44 EY9L45 EY9L47 EY9L50 EY9L51 EY9L52 Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: Bruikbaar: 35min. 30min. 40min. 50min. 35min. 40min. 55min. 35min. Vol:50min. Vol:35min. Vol:55min. Vol:60min. Vol:40min. Vol:55min. Vol:70min. Vol:40min. OPMERKING: In deze tabel zijn mogelijk modellen opgenomen die niet in de handel verkrijgbaar zijn. Zie de meest recente algemene catalogus. Zie de ingesloten garantiekaart voor de naam en het adres van de dealer. VII. LICENTIES • Het woordmerk en de logo’s van Bluetooth® zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van die merken door Panasonic Corporation vindt plaats onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke eigenaren. • De diverse namen in deze gebruiksaanwijzing, zoals namen van fabrikanten en producten, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen. Wij willen u erop attent maken dat sommige TM of ® symbolen niet in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt. Betreffende Bluetooth® Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de gegevens en/of informatie die tijdens de draadloze gegevensoverdracht worden gecomprimeerd.  Gebruikte frequentieband Dit systeem maakt gebruik van de 2,4 GHz frequentieband.  Certificatie van dit toestel • • Het systeem voldoet aan de frequentiebeperkingen en heeft certificatie ontvangen op basis van de frequentiewetgeving. Een vergunning voor draadloze informatieoverdracht is daarom niet nodig. De onderstaande zaken zijn strafbaar in sommige landen: – Demonteren of wijzigingen aanbrengen in het toestel. – Verwijderen van aanduidingen met technische gegevens.  Gebruiksbeperkingen • Draadloze gegevensoverdracht en/of gebruik met alle Bluetooth®-uitgeruste apparaten kan niet worden gegarandeerd. • Alle apparaten moeten voldoen aan de normen opgesteld door Bluetooth SIG, Inc. • Afhankelijk van de technische gegevens en instellingen van een apparaat, is het mogelijk dat verbinding niet mogelijk is of dat sommige functies anders werken. • Dit systeem ondersteunt de Bluetooth® beveiligingsfuncties. Afhankelijk van de gebruiksomgeving en/of de instellingen is deze beveiliging mogelijk niet voldoende. Ga altijd met zorg te werk bij draadloze gegevensoverdracht met dit systeem. • Dit systeem kan geen gegevens naar een Bluetooth® apparaat overbrengen.  Gebruiksbereik Gebruik dit toestel binnen het maximumbereik van 10 m. Afhankelijk van de omgeving, obstakels of interferentie kan dit bereik minder zijn. - 66 - EY37A2.indb 66 2015-2-11 17:07:44  Interferentie van andere apparaten • Het systeem werkt mogelijk niet juist en er kunnen storingen optreden zoals ruis en overspringen van het geluid als gevolg van interferentie van radiogolven wanneer het toestel te dicht bij andere Bluetooth® apparaten staat die gebruik maken van de 2,4 GHz band. • Dit systeem werkt mogelijk niet juist als de radiogolven van een plaatselijk radiostation enz. te sterk zijn. NL  Bedoeld gebruik • Het systeem is alleen bedoeld voor normaal en algemeen gebruik. • Gebruik het systeem niet in de buurt van apparatuur of in een omgeving die gevoelig is voor interferentie van radiofrequenties (bijv. vliegvelden, ziekenhuizen, laboratoria enz.). Verklaring van overeenstemming (DoC) “Panasonic Corporation” verklaart hierbij dat dit product in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG. Klanten kunnen een kopie van de originele verklaring van overeenstemming (DoC) van onze R&TTE-producten van onze DoC-server downloaden: http://www.doc.panasonic.de Neem contact op met onze bevoegde vertegenwoordiger: Panasonic Testing Centre, Panasonic Europe Ltd. - Hamburg office, Winsbergring 15, 22525 Hamburg, Duitsland - 67 - EY37A2.indb 67 2015-2-11 17:07:44
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140

Panasonic EY37A2 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding