Makita EBH341L Handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

EBH341LEBH341U
Original Instruction Manual
Instructions d’emploi d’origine
Originalbetriebsanleitung
Manuale di istruzioni originale
Originele gebruiksaanwijzing
Instrucciones de manejo originales
Instruções de serviço original
Original brugsanvisning
Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών
Orijinal Kullanım Kılavuzu
Important:
Read this instruction manual carefully before putting the Petrol Brushcutter into operation and strictly observe the safety regulations!
Preserve instruction manual carefully!
Important :
Veuillez lire attentivement ce mode d’emploi avant d’utiliser la débroussailleuse thermique et respectez strictement les consignes de
sécurité !
Veillez à conservez ce manuel d’instructions !
Wichtig:
Lesen Sie vor Verwendung der Motorsense diese Betriebsanleitung aufmerksam durch und halten Sie die Sicherheitsbestimmungen strikt ein!
Bewahren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig auf!
Importante:
Leggere attentamente il presente manuale di istruzioni prima di mettere in funzione il decespugliatore a benzina e rispettare scrupolosamente le
norme per la sicurezza.
Conservare con cura il manuale di istruzioni.
Belangrijk:
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de benzinebosmaaier in gebruik neemt en houdt u te allen tijde aan de
veiligheidsinstructies!
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Importante:
Lea atentamente este manual de instrucciones antes de utilizar la desbrozadora y cumpla estrictamente la normativa de seguridad.
Conserve el manual de instrucciones con cuidado.
Importante:
Leia cuidadosamente este manual de instruções antes de utilizar a Roçadeira a Gasolina e cumpra todas as normas de segurança!
Guarde este manual de instruções num local seguro!
Vigtigt:
Læs denne brugsanvisning omhyggeligt igennem inden du anvender den benzindrevne buskrydder og overhold sikkerhedsbestemmelserne til
mindste detalje!
Gem denne brugsanvisning omhyggeligt!
Σημαντικό:
Πριν θέσετε σε λειτουργία τον Βενζινοκίνητο Θαμνοκοπτικό διαβάσετε προσεχτικά το παρόν εγχειρίδιο οδηγιών και εφαρμόσετε αυστηρά τους
κανονισμούς ασφαλείας.
Διατηρήστε με προσοχή το εγχειρίδιο οδηγιών!
Önemli:
Benzinli Yan Tırpanı kullanmaya başlamadan önce bu kullanım kılavuzunu dikkatli bir şekilde okuyun ve güvenlik talimatlarını harfiyen takip
edin!
Kullanım kılavuzunu dikkatlice saklayın!
94
Hartelijk dank voor uw aankoop van deze benzinebosmaaier van MAKITA.
Met trots bevelen wij u deze benzinebosmaaier van MAKITA van harte aan als
resultaat van een langdurig ontwikkelingsprogramma en jarenlange kennis en
ervaring.
Lees deze handleiding met daarin nauwkeurige beschrijvingen van de diverse
punten die zijn hoogstaande prestaties demonstreren. Hierdoor bent u in staat
de best mogelijke resultaten te behalen die de benzinebosmaaier van MAKITA
u kan bieden.
Besteed bijzondere zorg en aandacht!
Lees de gebruiksaanwijzing en
volg de waarschuwingen en
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen op!
Verboden!
Verboden te roken!
Geen open vuur!
Veiligheidshandschoenen vereist!
Houd mensen en huisdieren weg van het
werkgebied!
Draag een veiligheidshelm, oog- en
oorbescherming!
Motor handmatig starten
Toegestaan maximumtoerental
Noodstop
AAN/START
UIT/STOP
Gevaar voor rondvliegende voorwerpen!
Houd afstand!
Terugslag!
Brandstof (benzine)
EHBO
Let op de volgende symbolen wanneer u de gebruiksaanwijzing leest.
SYMBOLEN
Draag stevige laarzen met antislipzolen.
Veiligheidslaarzen met stalen neuzen zijn
aanbevolen!
Inhoud Pagina
Symbolen.....................................................................94
Veiligheidsinstructies ...................................................95
Technische gegevens ..................................................99
Namen van onderdelen .............................................100
De handgreep monteren............................................101
De beschermkap monteren .......................................102
Het snijgarnituur monteren ........................................103
Vóór het begin van het werk ......................................104
Correcte hantering .....................................................106
Tips voor gebruik en procedure voor stoppen ...........106
Het snijgarnituur slijpen .............................................108
Onderhoudsinstructies............................................... 110
Opslag ....................................................................... 114
Nederlands
(Originele instructies)
95
15 meter
Schematische
voorstelling
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene instructies
Lees deze gebruiksaanwijzing om u bekend te maken met de juiste
manier van omgaan met het gereedschap. Gebruikers die onvoldoende
geïnformeerd zijn, lopen de kans zichzelf en anderen in gevaar te brengen
als gevolg van onjuist omgaan met het multifunctionele aandrijfsysteem.
Het verdient aanbeveling het gereedschap uitsluitend uit te lenen aan
mensen die bewezen hebben ervaren te zijn.
Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee.
Onervaren gebruikers dienen de dealer te vragen om basisinstructies om
zichzelf bekend te maken met het omgaan met een bosmaaier.
Laat geen kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan 18 jaar met het
gereedschap werken. Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter het
gereedschap gebruiken om te oefenen terwijl ze onder toezicht staan van
een gekwalificeerde begeleider.
Gebruik het gereedschap met de grootst mogelijke zorg en aandacht.
Gebruik het gereedschap alleen als u in goede lichamelijke conditie bent.
Werk altijd rustig en voorzichtig. De gebruiker is aansprakelijk ten opzichte
van anderen.
Gebruik dit gereedschap nooit na het gebruik van alcohol of drugs, of
wanneer u zich moe of ziek voelt.
Het gebruik van het gereedschap kan landelijk gereglementeerd zijn.
Bedoeld gebruik van het gereedschap
Het gereedschap is uitsluitend bedoeld voor het maaien van gras, onkruid,
struiken en ondergroei. Het mag niet worden gebruikt voor enig ander doel,
zoals randen bijwerken of heggen snoeien, aangezien dit tot letsel kan leiden.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting
De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z. nauwsluitend
zonder te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die in de struiken kunnen
verstrikt raken.
Om tijdens het gebruik letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten
te voorkomen en uw gehoor te beschermen, moeten de volgende
veiligheidsuitrusting en beschermende kleding worden gebruikt terwijl u
werkt.
Draag altijd een helm wanneer het risico bestaat op vallende objecten. U
moet de veiligheidshelm (1) regelmatig controleren op schade en uiterlijk na 5
jaar worden vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen.
Het spatscherm (2) van de helm (of de veiligheidsbril) beschermt het
gezicht tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Draag tijdens het
gebruik altijd een veiligheidsbril of een spatscherm om letsel aan de ogen te
voorkomen.
Draag geschikte uitrusting om u te beschermen tegen het lawaai en
gehoorbeschadiging te voorkomen (oorbeschermers (3), oordopjes, enz.).
Een werkoverall (4) beschermt tegen rondvliegend afval en opspringende
stenen.
Wij raden u sterk aan een werkoverall te dragen.
Handschoenen (5) maken deel uit van de voorgeschreven uitrusting en
moeten altijd worden gedragen tijdens het gebruik.
Draag tijdens gebruik van het gereedschap altijd stevige schoenen (6) met
een antislipzool. Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig
staat.
De bosmaaier starten
Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen
een werkbereik van 15 meter (50 feet) en let ook of er geen dieren in de
werkomgeving zijn.
Controleer voor gebruik altijd of het gereedschap veilig is om te gebruiken.
Controleer de bevestiging van het snijgarnituur, controleer of de gashendel
gemakkelijk kan worden bediend, en controleer of de gashendelvergrendeling
goed werkt.
Het snijgarnituur mag niet draaien bij stationair motortoerental. Neem bij
twijfel contact op met uw dealer voor afstelling. Controleer of de handgrepen
schoon en droog zijn en test de werking van de stopschakelaar.
96
• Pauzeren
• Vervoeren
• Brandstof bijvullen
• Onderhouden
• Onderdelen vervangen
3 meter
Start de bosmaaier alleen in overeenstemming met de instructies.
Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten!
Gebruik de bosmaaier en de gereedschappen uitsluitend voor de beschreven
toepassingen.
Start de motor van de benzinegraskantmaaier alleen nadat deze volledig is
gemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alle
toepasselijke toebehoren zijn gemonteerd!
Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met
harde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het
snijgarnituur zal ronddraaien.
De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige motorstoring.
Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de
motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren.
Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren op
haarscheurtjes met de klopgeluidentest).
Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert
u de conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden
hervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking.
Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende
servicecentrum om inspectie en reparatie.
Gebruik het gereedschap alleen terwijl het bevestigd is aan het
schouderdraagstel, dat goed moet worden afgesteld voordat de bosmaaier
wordt gebruikt. Het is belangrijk het schouderdraagstel af te stellen op
de lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid tijdens gebruik te
voorkomen. Houd het multifunctionele aandrijfsysteem nooit met slechts één
hand vast tijdens het gebruik.
Houd tijdens gebruik de bosmaaier altijd met twee handen vast.
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Gebruik het gereedschap zo, dat u geen uitlaatgassen kunt inademen. Laat
de motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking).
Koolmonoxide is een geurloos gas.
Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u het gereedschap
onbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar voor
anderen en beschadiging van het gereedschap te voorkomen.
Leg nooit een warme bosmaaier op droog gras of enige andere ontvlambare
materialen.
Breng altijd een goedgekeurde beschermkap van het snijgarnituur aan op het
gereedschap voordat u de motor start.
Als u dat niet doet, kan aanraking van het snijgarnituur leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschap
zijn geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt.
Gebruik het gereedschap nooit met een defecte uitlaatdemper.
Schakel de motor uit tijdens het vervoer.
Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op
het snijblad.
Leg tijdens vervoer per auto het gereedschap op een veilige plaats om te
voorkomen dat er brandstof uit lekt.
Wanneer u het gereedschap vervoert, moet u ervoor zorgen dat de
brandstoftank volledig leeg is.
Let erop dat bij het uitladen van het gereedschap uit de auto de motor niet op
de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan worden beschadigd.
Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap nooit op de grond laten vallen
of weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar beschadigd kan raken.
Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u het
verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepen
en dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand.
Brandstof bijvullen
Schakel de motor uit alvorens brandstof bij te vullen, blijf uit de buurt van
open vuur en rook niet.
Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampen
niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van de
brandstof. Zorg dat u de beschermende kleding regelmatig vervangt en reinigt.
Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreiniging
te voorkomen (milieubescherming). Reinig de bosmaaier onmiddellijk nadat
brandstof erop is gemorst.
Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijk om
als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat).
Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig
kan worden aangedraaid en niet lekt.
Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het gereedschap voordat u de
motor start (tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld.)
Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen
zich vlak boven de vloer (risico van explosie.)
Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat de
opgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen.
97
Let op:
Terugslag
Schematische
voorstelling
Schematische
voorstelling
Gebruiksmethode
Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en zicht. Wees in de winter
bedacht op gladde of natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden).
Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Maai nooit boven heuphoogte.
Werk nooit vanaf een ladder.
Klim nooit in een boom om daar met het gereedschap te werken.
Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw werkbereik vindt.
Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaarlijke
terugslagen veroorzaken.
Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur op maximaal toerental
draaien.
Bij gebruik van een metalen snijblad, zwaait u het gereedschap gelijkmatig in
halve cirkels van rechts naar links, zoals een zeis wordt gebruikt.
Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de
beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze verwijdert. Als u dat toch
doet, kan door onbedoeld draaien van het snijblad ernstig letsel ontstaan.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle
over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te
rusten.
Snijgarnituren
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de geplande werkzaamheden.
Nylondraad-snijkoppen (voor graskantmaaiers) zijn geschikt voor het maaien
van een gazon.
Metalen snijbladen zijn geschikt voor het maaien van onkruid, hoog gras,
struiken, heesters, ondergroei, bosjes en dergelijke.
Gebruik nooit andere messenbladen, waaronder metalen meerdelige
kettingen en vlegelmessen. Als u dat toch doet, kan ernstig letsel ontstaan.
Bij gebruik van een metalen snijblad voorkomt u dat terugslag kan optreden
en bent u altijd voorbereid op per ongeluk optredende terugslag. Raadpleeg
de hoofdstukken “Terugslag” en “Voorkomen van terugslag”.
Terugslag (stoot van het snijblad)
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plotselinge reactie op een
klemzittend of vastgelopen snijblad. Zodra dit optreed wordt het gereedschap
met grote kracht zijwaarts of in de richting van de gebruiker geworpen en kan
het ernstig letsel veroorzaken.
Terugslag treedt met name op wanneer u met het snijbladsegment tussen 12
en 2 uur tegen een hard voorwerp, struiken en takken met een diameter van
3 cm of meer komt.
Om terugslag te voorkomen:
gebruikt u het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur;
gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 12 en 2 uur;
gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 11 en 12 uur en tussen 2 en
5 uur, behalve indien de gebruiker goed opgeleid en erg ervaren is en dit
op zijn/haar eigen verantwoordelijkheid doet;
gebruikt u het snijblad nooit dichtbij harde voorwerpen, zoals afrasteringen,
muren, boomstammen en stenen, en
houdt u het snijblad nooit verticaal voor werkzaamheden zoals het maaien
van graskanten of snoeien van heggen.
Trillingen
Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen
of polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel,
veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich
voordoet, raadpleegt u uw huisarts!
Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen
warm tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires
goed.
Onderhoudsinstructies
Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat
altijd uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste
reparatie en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap
verkorten en de kans op ongevallen vergroten.
De toestand van de maaier, met name van het snijgarnituur en de
veiligheidsuitrusting, naast het schouderdraagstel, moeten worden
gecontroleerd voor aanvang van de werkzaamheden. Besteed bijzondere
aandacht aan snijbladen, die correct moeten worden geslepen.
Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf wanneer u het snijgarnituur
vervangt of slijpt, en wanneer u de maaier of het snijgarnituur schoonmaakt.
98
Probeer nooit beschadigde snij- of zaaggarnituren recht te
trekken of te lassen.
Denk aan het milieu. Vermijd onnodig gebruik van de gashendel zodat minder
uitlaatgassen en geluid worden geproduceerd. Stel de carburateur goed af.
Maak het gereedschap regelmatig schoon en controleer of alle bouten en
moeren stevig zijn vastgedraaid.
Onderhoud of bewaar het gereedschap niet in de buurt van open vuur.
Bewaar het gereedschap altijd in een afgesloten ruimte en met een lege
brandstoftank.
Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of opbergt, bevestigt u altijd
de beschermkap op het snijblad.
Volg de relevante instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen
zijn uitgegeven.
Breng geen wijzigingen aan het gereedschap aan, omdat hiermee uw veiligheid gevaar loopt.
Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de gebruiker is beperkt tot de activiteiten die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Alle
andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen en
accessoires die zijn vervaardigd en geleverd door MAKITA.
Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen leidt tot een verhoogde kans op ongevallen.
MAKITA aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongevallen of schade veroorzaakt door het gebruik van niet-goedgekeurde
snijgarnituren, bevestigingsmiddelen voor snijgarnituren of accessoires.
EHBO
Zorg dat er altijd een EHBO-doos beschikbaar is in de buurt waar er wordt
gemaaid om eerste hulp te bieden bij eventuele ongevallen. Vervang
onmiddellijk elk item dat uit de EHBO-doos is genomen.
Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept:
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonden
Soort letsels
Uw naam
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s):
Aanduiding van de machine: Benzinebosmaaier
Modelnr./Type: EBH341U, EBH341L
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerd documenten:
EN ISO 11806-1
De technische documentatie wordt bewaard door:
Makita International Europe Ltd., Technical Department,
Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was in Overeenstemming met annex V.
Gemeten geluidsvermogenniveau: 109,7 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 111 dB
31. 8. 2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, JAPAN
99
TECHNISCHE GEGEVENS - EBH341U, EBH341L
Model
EBH341U EBH341L
Handgreep Beugelhandgreep
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (zonder snijblad) mm 1.810 x 620 x 500 1.810 x 330 x 275
Gewicht (zonder kunststofbeschermkap en snijblad) kg 7,1 6,7
Volume (brandstoftank) l 0,65
Volume (olietank) l 0,1
Cilinderinhoud cm
3
33,5
Maximaal motorvermogen ISO8893 kW 1,07 bij 7.000 min
-1
Maximaal astoerental min
-1
6.850
Motortoerental bij aanbevolen maximaal astoerental min
-1
10.000
Brandstofverbruik op maximaal motorvermogen ISO8893 kg/u 0,458
Specifiek brandstofverbruik op maximaal motorvermogen g/kwh 426
Motortoerental bij stationair draaien min
-1
3.000
Toerental op aangrijppunt van koppeling min
-1
4.100
Carburator (membraancarburator) type WALBRO WYL
Ontstekingssysteem type Transistorontsteking
Bougie type NGK CMR4A
Elektrodenafstand mm 0,7 - 0,8
Trilling volgens
ISO 22867
Rechterhandgreep
(Achterste handvat)
a
hv eq
m/s
2
3,3 6,1
Onzekerheid K m/s
2
0,70 2,0
Linkerhandgreep
(Voorste handvat)
a
hv eq
m/s
2
2,5 7,4
Onzekerheid K m/s
2
1,26 0,63
Gemiddeld geluidsdrukniveau volgens
ISO 22868
L
PA eq
dB (A) 98,2
Onzekerheid K dB (A) 2,1
Gemiddeld geluidsvermogenniveau
volgens ISO 22868
L
WA eq
dB (A) 106,7
Onzekerheid K dB (A) 1,3
Brandstof Benzine voor auto's
Motorolie
SAE 10W-30 olie volgens API-classificatie,
SF-klasse of beter (viertaktmotorolie voor auto's)
Snijgarnituren (diameter snijblad) mm 305 (met drie tanden)
Overbrengingsverhouding 13/19
100
NAMEN VAN ONDERDELEN
NL NAMEN VAN ONDERDELEN
1 Brandstoftank
2 Trekstartinrichting
3 Luchtfilter
4
Stopschakelaar
(stoppen - bedrijf)
5 Bougie
6 Uitlaatdemper
7 Koppelingshuis
9 Bevestigingsoog
10 Handgreep
11 Gashendel
12 Gaskabel
13 Schacht
14
Beschermkap
(beschermkap van snijgarnituur)
15 Tandwielhuis
16 Handgreepbevestiging
17 Metalen snijblad
18 Nylondraad-maaikop
19 Brandstofvuldop
20 Trekstarthandgreep
21 Brandstofhandpomp
22 Chokehendel
23 Uitlaatpijp
24 Oliepeilstok
EBH341U
ԛ
Ԝ
Ԩ
Ԟ
Ԣ
ԡ
ԣ
ԥ
ԧ
Ԧ
Ԥ
Ԡ
EBH341L
Ԝ
ԣ
Ԟ
Ԣ
ԛ
Ԡ
ԡ
Ԥ
ԩ
ԥ
Ԧ
101
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de benzinebosmaaier,
moet u altijd de motor uitschakelen en de bougiekap van de bougie
aftrekken.
Draag altijd veiligheidshandschoenen.
LET OP: Start de benzinebosmaaier pas nadat deze geheel in elkaar is gezet.
Voor gereedschappen met een fietsstuur-type handgreep
Draai knop (1) los.
Plaats de handgreep (4) tussen de handgreepklem (2) en de handgreepvoet
(3).
Stel de handgreep (4) af onder een hoek die u een comfortabele werkhouding
biedt en zet deze daarna vast door de knop (1) met de hand vast te draaien.
LET OP: Vergeet niet om de veer (5) te plaatsen.
DE HANDGREEP MONTEREN
䋨㪈䋩
䋨㪉䋩
䋨㪊䋩
䋨㪋䋩
䋨㪌䋩
Motor
Motor
Voor gereedschappen met een rond-type handgreep
Monteer een eindstuk aan de linkerkant van het gereedschap tezamen met
de handgreep ter bescherming van de gebruiker.
Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming wordt gemonteerd tussen de
afstandshouder en de pijlmarkeringen.
WAARSCHUWING: Verwijder of verklein de afstandshouder niet. De
afstandshouder zorgt voor een bepaalde afstand tussen
beide handen. Als de handgreep/bescherming dichter
op het andere handvat zou staan dan de lengte van de
afstandshouder, kunt u de controle over het gereedschap
verliezen waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan.
Pijlmerkteken
102
In naleving van de toepasselijke veiligheidsregels mogen uitsluitend
de gereedschap/beschermkap-combinaties worden gebruikt die in
de afbeelding worden aangegeven.
Verzeker u ervan uitsluitend originele snijbladen
of nylondraad-maaikoppen van MAKITA te
gebruiken.
Het snijblad moet goed geslepen zijn en vrij zijn van barsten of
breuken. Als het snijblad tijdens het gebruik een steen raakt,
moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijblad
controleren.
Het snijblad na elke drie uur gebruik worden geslepen of
vervangen.
Als de nylondraad-maaikop tijdens het gebruik een steen raakt,
moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en de nylondraad-
maaikop controleren.
LET OP: Voor uw veiligheid en om te voldoen aan de voorschriften
voor ongevallenpreventie, moet u altijd de geschikte
beschermkap installeren.
Het is verboden het gereedschap te gebruiken zonder dat
de beschermkap is gemonteerd.
De buitendiameter van het snijblad moet 255 mm (10”)
zijn. Snijbladen met een buitendiameter van 305 mm
(12”) mogen alleen gebruikt worden als ze drie tanden
hebben.
Metalen snijblad
Beschermkap voor metalen
snijblad
Nylondraad-maaikop
Beschermkap voor
nylondraad-maaikop
DE BESCHERMKAP MONTEREN
Bij gebruik van het metalen snijblad, monteer de beschermkap (3) met behulp
van de twee bouten M6 x 30 (1) op de klem (2).
OPMERKING: Draai de linker- en rechterbout gelijkmatig vast zodat de
opening tussen de klem (2) en de beschermkap (3) evenwijdig
blijft.
Als u dit niet doet, is het mogelijk dat de beschermkap niet
werkt zoals bedoeld.
In het geval de nylondraad-maaikop wordt gebruikt, moet u de beschermkap
van de nylondraad-maaikop (4) monteren op de beschermkap van het
metalen snijblad (3).
Monteer de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) door het op zijn
plaats te schuiven vanaf de zijkant van de beschermkap van het metalen
snijblad (3), zoals afgebeeld.
Haal de tape af van het mesje voor het afsnijden van de nylondraad op de
beschermkap van de nylondraad-maaikop (4).
LET OP: Duw de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) erop tot deze
geheel op zijn plaats zit.
Wees voorzichtig uzelf niet te verwonden aan het mesje voor het
afsnijden van de nylondraad.
(3)
(2)
(1)
(3)
(4)
Om de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) te verwijderen, steekt
u een inbussleutel in de nok van de beschermkap van het metalen snijblad
(3), duwt u deze erin en verschuift u tegelijkertijd de beschermkap van de
nylondraad-maaikop (4).
Inbussleutel
103
Draai het gereedschap ondersteboven zodat u het metalen snijblad of de
nylondraad-maaikop gemakkelijk kunt vervangen.
Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de
ontvangerring (4) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt.
Maak de moer (1) (met linksdraaiend schroefdraad) los met de dopsleutel en
verwijder de moer (1), de beker (2) en de klemring (3).
Inbussleutel
HET SNIJGARNITUUR MONTEREN
Het snijblad monteren
Terwijl de inbussleutel nog op zijn plaats zit.
Monteer het snijblad op de schacht zodat de nok op de ontvangerring (4) past
in de uitsparing in het asgat van het snijblad. Monteer de klemring (3), beker
(2) en zet het snijblad vast met de moer (1).
[Aanhaalkoppel: 13 - 23 N-m]
OPMERKING: Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u het snijblad
hanteert.
OPMERKING: De bevestigingsmoer van het snijblad (met veerring) is een
verbruiksartikel.
Als u slijtage of vervorming van de veerring opmerkt, moet u de
moer vervangen.
De nylondraad-maaikop monteren
De klemring (3), de beker (2) en de moer (1) zijn niet nodig voor het monteren
van de nylondraad-maaikop. De nylondraad-maaikop moet bovenop de
ontvangerring komen (4).
Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de
ontvangerring (4) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt.
Schroef daarna de nylondraad-maaikop op de as door deze linksom te
draaien.
Haal de inbussleutel eruit.
Draairichting
Zorg ervoor dat het snijblad met de goede kant omhoog wijst.
(3)
(2)
(1)
Inbussleutel
Losdraaien
Vastdraaien
Inbussleutel
(4)
(4)
104
Controleren en bijvullen van de motorolie
Voer de volgende procedure uit bij koude motor.
Houd de motor horizontaal, verwijder de oliepeilstok en controleer of het oliepeil tussen de bovenste en onderste merktekens staat.
Als het oliepeil zo laag staat dat alleen de punt van de peilstok de olie raakt, ook wanneer de oliepeilstok in het motorblok is gestoken zonder
deze vast te draaien (zie afb. 1), vult u via de olievulopening nieuwe olie bij (zie afb. 2).
Ter informatie, na ongeveer iedere 15 bedrijfsuren moet olie worden bijgevuld (bijvulfrequentie: 15 keer).
Als de olie door vuil van kleur is veranderd, ververst u de vuile olie door nieuwe. (Raadpleeg pagina 110 en 111 voor informatie over de
verversingsinterval en verversingsprocedure)
Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto's)
Hoeveelheid olie: Ongeveer 0,1 liter
Opmerking: Als de motor niet horizontaal wordt gehouden, kan de olie binnenin de motor terechtkomen en te veel worden bijgevuld.
Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte rook
vrijkomt.
Tip 1 bij het verversen van de olie: “Oliepeilstok”
Verwijder stof of vuil rondom de olievulopening en draai de oliepeilstok eruit.
Zorg ervoor dat geen zand of stof op de oliepeilstok komt. Als dit toch gebeurt, kan het zand of stof dat aan de oliepeilstok kleeft leiden
tot een onregelmatige oliecirculatie of slijtage van de motoronderdelen, waardoor storingen kunnen ontstaan.
Een manier om de oliepeilstok schoon te houden is om de draaiknop van de oliepeilstok in de motorafdekking te steken, zoals
aangegeven in afbeelding 3.
Oliepeilstok
Als de olie alleen rond
de punt zit, vul olie bij.
Afbeelding 1
Bovengrens van oliepeil
(onderkant schroefdraad
van de olievulopening)
Afbeelding 2
Afbeelding 3
VÓÓR HET BEGIN VAN HET WERK
(1) Houd de motor horizontaal en draai de oliepeilstok eruit.
(2) Vul de olie bij tot aan de rand van de olievulopening. (Zie afb. 2).
Vul olie bij vanuit een olievulfles.
(3) Draai de oliepeilstok stevig vast. Bij onvoldoende vastdraaien kan olie eruit
lekken.
Tip 2 bij het verversen van de olie: “Olielekkage”
Als olie eruit lekt tussen de brandstoftank en het motorblok, wordt de olie via de koelluchtinlaatopening naar binnen gezogen waardoor
de motor verontreinigd raakt. Veeg gelekte olie af voordat u met het werk begint.
105
BRANDSTOF BIJVULLEN
Omgaan met brandstof
Het is noodzakelijk uiterst voorzichtig om te gaan met brandstof. Brandstof kan stoffen bevatten die ook in oplosmiddelen voorkomen. Het
bijvullen van brandstof moet gebeuren in een vertrek met een voldoende goede ventilatie of in de open lucht. Adem nooit brandstofdampen in
en houd afstand tot de brandstof. Als uw huid herhaaldelijk in aanraking komt met brandstof gedurende een lange tijd, wordt uw huid droog,
waardoor een huidziekte of allergie kan ontstaan. Als brandstof in uw oog komt, spoelt u uw oog uit met schoon water. Als uw oog daarna blijft
irriteren, raadpleegt u een dokter.
Opslagtermijn van brandstof
Brandstof dient binnen een periode van 4 weken te worden opgebruikt, ook wanneer de brandstof wordt bewaard in een speciale jerrycan op
een goed geventileerde plaats in de schaduw.
Als geen speciale jerrycan wordt gebruikt, of als de brandstof in een open bak wordt bewaard, kan de brandstof binnen één dag verslechteren.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE
MATERIALEN
Gebruikte benzine: Benzine voor auto's (loodvrije benzine)
Draai de brandstofvuldop een klein stukje los zodat een verschil in luchtdruk
wordt opgeheven.
Draai de brandstofvuldop eraf, vul brandstof bij en laat de lucht uit de
brandstoftank stromen door de brandstoftank iets te kantelen zodat de
brandstofvulopening recht omhoog wijst. (Vul nooit brandstof bij via de
olievulopening.)
Veeg rondom de brandstofvuldop goed schoon om te voorkomen dat
vreemde stoffen in de brandstoftank kunnen vallen.
Na het bijvullen van brandstof draait u de brandstofvuldop weer vast.
Als enige onvolkomenheid of schade aan de brandstofvuldop wordt
geconstateerd, moet deze worden vervangen.
De brandstofvuldop is een verbruiksartikel en moet daarom iedere twee tot
drie jaar worden vervangen.
Brandstofvuldop
Bovengrens van
brandstofpeil
Brandstoftank
Brandstof
De motor is een viertaktmotor. Gebruik uitsluitend benzine voor auto's (normale benzine of superbenzine).
OPSLAG VAN MAAIER EN JERRYCAN
Bewaar de maaier en jerrycan op een koele plaats uit direct zonlicht.
Bewaar de brandstof nooit in de passagiersruimte of bagageruimte van een auto.
Tips voor het omgaan met brandstof
Gebruik nooit mengsmering, waarin motorolie zit. Als u dat doet, zal buitensporige koolafzetting of mechanische storing optreden.
Als verslechterde olie wordt gebruikt, zal dat leiden tot onregelmatig starten.
106
Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie!
STARTEN
Houd tenminste 3 meter afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats de benzinebosmaaier op een schoon stuk grond en zorg ervoor
dat de snijgarnituur de grond of andere voorwerpen niet raakt.
A: Startprocedure bij koude motor
1) Plaats het gereedschap op een vlakke
ondergrond.
(1)
BEDRIJF
Uit-vergrendelhendel
Hoog toerental
Laag
toerental
Gashendel
CORRECTE HANTERING
TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN
2) Zet de stopschakelaar (1) in de stand I (bedrijf).
3) Chokehendel
Zet met de chokehendel de choke dicht.
Choke:
Volledig open bij lage temperaturen of wanneer de motor koud is.
Volledig of half dicht bij opnieuw starten van de motor direct na het
uitschakelen.
DICHT
STOP
EBH341UEBH341L
BEDRIJF
STOP
(1)
Laag
toerental
Hoog
toerental
De schouderriem bevestigen
Pas de lengte van de schouderriem zo aan, dat het
snijblad parallel aan de grond kan worden gehouden.
Voor EBH341U
OPMERKING: Wees voorzichtig dat uw kleding, enz., niet
verstrikt raakt in de gesp.
Losmaken
Voor EBH341L
In geval van nood, druk de knoppen (1) aan beide zijkanten in zodat het
gereedschap los komt van uw lichaam.
Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap
behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de
richting van iemand die in de buurt staat beweegt.
WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap
behoudt, kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD
veroorzaken.
Bevestigingsoog
(1)
Voor EBH341U
In geval van nood, druk de knoppen (2) aan beide
zijkanten in zodat het gereedschap los komt van uw
lichaam.
Let er goed op dat u op dat moment de controle over het
gereedschap behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap
zich niet in uw richting of in de richting van iemand die in
de buurt staat beweegt.
WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over
het gereedschap behoudt, kan dit
ernstige lichamelijk letsels of de DOOD
veroorzaken.
Gesp
(2)
Gashendel
Uit-vergrendelhendel
EBH341U
107
㩿㪉㪀
㩿㪈㪀
STOP
Opmerking: – Als de gashendel herhaaldelijk wordt ingeknepen terwijl de chokehendel in de dichte stand staat, zal de motor niet gemakkelijk
starten vanwege een overmatige brandstoftoevoer.
In geval van een overmatige brandstoftoevoer, verwijdert u de bougie en trekt u langzaam aan de trekstarthandgreep om
overtollige brandstof te verwijderen. Maak ook het elektrodengedeelte van de bougie droog.
Opgelet tijdens gebruik:
Als de gashendel volledig wordt ingeknepen tijdens onbelast bedrijf, neemt het motortoerental toe tot meer dan 10.000 toeren min
-1
of meer.
Laat de motor nooit draaien op een hoger toerental dan nodig is en met een toerental van 6.000 tot 8.500 toeren min
-1
.
Carburator
Brandstofhandpomp
4) Brandstofhandpomp
Blijf op de brandstofhandpomp drukken tot de brandstof in de
brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen stroomt de brandstof in
de brandstofhandpomp na 7 tot 10 keer duwen.)
Als te vaak op de brandstofhandpomp wordt gedrukt, vloeit het overschot
aan brandstof terug naar de brandstoftank.
5) Trekstartinrichting
Trek voorzichtig aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt
(compressiepunt). Laat de trekstarthandgreep terugtrekken en trek er
vervolgens krachtig aan.
Trek nooit door tot aan het einde van het trekstartkoord. Nadat aan de
trekstarthandgreep is getrokken, mag u hem niet onmiddellijk loslaten.
Houd de trekstarthandgreep vast tot het trekstartkoord is opgewonden in de
trekstartinrichting.
6) Chokehendel
Nadat de motor is aangeslagen, zet u de choke open.
Zet de choke geleidelijk open terwijl u op het motortoerental let. Zorg
ervoor dat op het laatst de choke volledig open staat.
Bij lage temperaturen of wanneer de motor koud is, mag u de choke nooit
plotseling open zetten. Als u dit doet kan de motor afslaan.
7) Opwarmen
Laat de motor gedurende 2 tot 3 minuten opwarmen.
B: Startprocedure bij warme motor
1) Druk herhaaldelijk op de brandstofhandpomp.
2) Laat de chokehendel in de stand voor stationair draaien staan.
3) Trek krachtig aan de trekstarthandgreep.
4) Als de motor moeilijk te starten is, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open.
Let goed op het snijblad dat kan gaan draaien.
STOPPEN
1) Laat de gashendel (2) volledig los en, nadat het
motortoerental is afgenomen, duw de stopschakelaar
(1) naar de stand “STOP” om de motor uit te schakelen.
2) Bedenk dat het snijgarnituur wellicht niet onmiddellijk
stopt en laat het volledig uitdraaien.
(1)
STOP
(2)
Waarschuwing bij de bediening
Als de motor ondersteboven wordt gebruikt, kan witte rook uit de uitlaatpijp komen.
OPEN
EBH341L EBH341U
(2)
(1)
STOP
108
HET LAAG TOERENTAL (VOOR STATIONAIR DRAAIEN) AFSTELLEN
Als het nodig is het laag toerental (voor stationair draaien) af te stellen, doet u dit met behulp van de stelschroef op de carburator.
HET LAAG TOERENTAL CONTROLEREN
Stel het laag toerental af op 3.000 toeren min
-1
.
Als het nodig is het laag toerental af te stellen, draait u de stelschroef (links
afgebeeld) met een kruiskopschroevendraaier.
Draai de stelschroef rechtsom om het motortoerental te verhogen. Draai de
stelschroef linksom om het motortoerental te verlagen.
De carburator is over het algemeen goed afgesteld vóór aflevering aan de
klant. Mocht het toch nodig zijn deze opnieuw af te stellen, neemt u contact
op met een erkend servicecentrum.
Stelschroef
Carburator
LET OP:
De hieronder vermelde snijgarnituren mogen alleen worden geslepen door
een bevoegd bedrijf. Het handmatig slijpen zal resulteren in onbalans van het
snijgarnituur, waardoor trillingen zullen ontstaan en het gereedschap schade
kan oplopen.
– snijblad
De erkende sevicecentra bieden een professionele service voor het slijpen en
uitbalanceren.
OPMERKING:
Om de levensduur van het snijblad te verlengen, kan dit eenmalig worden
omgekeerd, totdat beide snijranden bot zijn geworden.
HET SNIJGARNITUUR SLIJPEN
De gashendel bedienen
Houd het gashendelhuis in uw hand vast (met de uit-vergrendelhendel ingeduwd) en knijp de gashendel in zodat het motortoerental toeneemt.
Laat de gashendel los zodat het motortoerental afneemt.
Laat het gashendelhuis los uit uw hand zodat de uit-vergrendelhendel automatisch terugveert en de gashendel niet per ongeluk kan worden
ingeknepen.
Het motortoerental afstellen
Als u het motortoerental wilt afstellen, knijpt u de gashendel helemaal in en draait u de gasregelschijf. Draai de gasregelschijf rechtsom om het
motortoerental te verlagen. Draai de gasregelschijf linksom om het motortoerental te verhogen.
NYLONDRAAD-MAAIKOP
De nylondraad-maaikop is een dubbele-draadkop voor de benzinebosmaaier
die is uitgerust met zowel een automatisch draadaanvoermechanisme als een
stoot-aanvoermechanisme.
De nylondraad-maaikop voert automatisch de juiste lengte nylondraad
aan overeenkomstig van veranderingen in de centrifugale kracht die wordt
veroorzaakt door een toenemend of afnemend toerental. Om zacht gras
efficiënter te maaien, stoot u de nylondraad-maaikop tegen de grond om extra
nylondraad aan te voeren, zoals beschreven onder het kopje Bediening.
Bediening
Verhoog het toerental van de nylondraad-maaikop naar ongeveer 6.000
toeren min
-1
.
Een laag toerental (lager dan 4.800 toeren min
-1
) is niet geschikt omdat de
nylondraad bij een laag toerental niet goed aangevoerd wordt.
Het meest effectieve maaigebied wordt aangegeven door het gearceerde
deel in de afbeelding.
Ga als volgt te werk als de nylondraad niet automatisch wordt aangevoerd:
1. Laat de gashendel los zodat de motor stationair draait en knijp de
gashendel vervolgens volledig in. Herhaal deze procedure tot de
nylondraad tot de juiste lengte is aangevoerd.
2. Als de nylondraad te kort is om automatisch met behulp van de
bovenstaande procedure aan te voeren, stoot u de stootknop van de snijkop
tegen de grond om de nylondraad aan te voeren.
3. Als de nylondraad niet met behulp van procedure 2 kan worden
aangevoerd, volgt u de procedures die zijn beschreven onder “De
nylondraad vervangen” om de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te
vervangen.
Meest effectieve maaigebied
Stationair
toerental
Maximaal
toerental
Stootknop
109
De nylondaad vervangen
1. Druk de twee lippen op tegenovergestelde zijden van de behuizing in en
trek de afdekking van de behuizing af.
2. Haal de stootknop en draadspoel uit de behuizingsnaaf.
3. Steek van ieder van de twee nylondraden een uiteinde in het gaatje dat
achteraan de sleuf zit in ieder van de buitenflenzen van de draadspoel.
Trek de nylondraden door de sleuf in iedere buitenflens in de geulen van de
draadspoel.
4. Wikkel de nylondraden strak op in de richting aangegeven door de linkerpijl
(LH) op de buitenflens. Voorkom dat de nylondraden elkaar kruisen.
5. Wikkel op 100 mm (3-15/16”) na de volledige lengte van de nylondraad op
de draadspoel, en haak de uiteinden tijdelijk in de inkeping in de zijkant van
de draadspoel.
6. Plaats de stootknop zodanig in de behuizingsnaaf dat deze tegen de
veerdruk in vrij op en neer kan bewegen. Leg de draadspoel zodanig in de
behuizing dat de tanden op de draadspoel en op de stootknop in elkaar
grijpen als tandwielen.
Lip van
behuizing
Trek eraf
Opening in
behuizing
Stootknop
Draadspoel
Achteraan de sleuf zit
een gaatje
Sleuf
In de richting “LH”
Strak opwikkelen
100 mm uit de
inkeping
Tanden van de stootknop
Tanden van de
draadspoel
110
MOTOROLIE VERVERSEN
Verslechterde motorolie verkort sterk de levensduur van de bewegende delen van de motor. Controleer het verversingsinterval en de
bijvulhoeveelheid.
LET OP: Over het algemeen zijn de motor zelf en de motorolie heet kort nadat de motor is uitgeschakeld. Alvorens de motorolie te
verversen, controleert u op de motor zelf en de motorolie voldoende zijn afgekoeld. Als u dit niet doet, bestaat de kans op
verbranding.
Opmerking: Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte
rook vrijkomt.
Verversingsinterval: In eerste instantie iedere 20 bedrijfsuren, en daarna iedere 50 bedrijfsuren
Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto's)
7. Trek de nylondraden door de gleuf van de oogjes.
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de benzinebosmaaier, moet u altijd de motor uitschakelen en de bougiekap van de bougie
aftrekken (zie “De bougie controleren”).
Draag altijd veiligheidshandschoenen.
Om een lange levensduur te garanderen en eventuele schade aan het gereedschap te voorkomen, moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitgevoerd worden.
Dagelijkse controle en onderhoud
Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse bouten of ontbrekende onderdelen. Let vooral op of het snijblad of de nylondraad-
maaikop stevig is bevestigd.
Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder.
Maak deze plaatsen zo nodig schoon.
Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het gebruik:
• Reinig de buitenkant van de benzinebosmaaier en inspecteer op beschadigingen.
• Maak het luchtfilter schoon. Als onder extreem stoffige omstandigheden wordt gewerkt, moet het filter meerdere keren per dag worden
gereinigd.
• Controleer het snijblad of de nylondraad-maaikop op beschadigingen en controleer of het snijblad of de maaikop stevig bevestigd is.
• Controleer of er voldoende verschil is tussen het stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te zijn dat het snijgarnituur stilstaat
wanneer de motor stationair draait (verlaag zo nodig het stationair toerental).
In het geval het snijgarnituur bij stationair toerental blijft draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Controleer de werking van de stopschakelaar, de uit-vergrendelhendel, de gashendel, en de vergrendelingsknop.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
8. Plaats de afdekking op de behuizing, lijn de lippen op de afdekking uit met
de openingen in de behuizing. Zorg ervoor dat de afdekking nauwkeurig op
de behuizing wordt bevestigd. De buitenrand van de lip van de afdekking en
het buitenoppervlak van de behuizing moeten even hoog liggen.
Lip van behuizing
Opening in
behuizing
Buitenrand
van de lip van
de afdekking
Buitenoppervlak
van de behuizing
111
Volg de onderstaande procedure om de olie te verversen.
1) Controleer of de brandstofvuldop stevig vastgedraaid is.
2) Draai de oliepeilstok los en trek hem eruit.
Zorg ervoor dat de oliepeilstok schoon blijft.
Brandstofvuldop
Oliepeilstok
Absorptiepapier
3) Leg absorptiepapier rondom de olievulopening.
TIPS VOOR HET OMGAAN MET OLIE
Gooi verbruikte motorolie nooit weg met het afval, op de grond, of in een rioolput. Het weggooien van olie is bij wet geregeld. Houd u
bij het weggooien altijd aan de betreffende wetten en regelgeving. In het geval u hierover vragen heeft, neemt u contact op met een
erkend servicecentrum.
Olie verslechtert, ook wanneer de olie niet wordt gebruikt. Controleer en ververs de olie regelmatig (ververs de olie iedere 6 maanden).
4) Draai de oliepeilstok los, trek hem eruit, en tap de olie af door de motor te
kantelen zodat de olievulopening onder zit.
Laat de olie in een bak lopen zodat u de olie op de juiste wijze kunt
weggooien.
5) Plaats de motor horizontaal en vul met nieuwe olie tot aan de rand van de
olievulopening.
Gebruik voor het bijvullen een olievulfles.
6) Draai na het bijvullen de oliepeilstok stevig vast. Bij onvoldoende
vastdraaien van de oliepeilstok kan olie eruit lekken.
112
Trek aan deze lip en verwijder het filterelement (vilt).
Achterplaat
Filterelement (spons)
Luchtfilterkap
Bevestigingsbout
Filterelement (vilt)
Ontluchting
HET LUCHTFILTER REINIGEN
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR
ONTBRANDBARE MATERIALEN
Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren)
Zet met de chokehendel de choke helemaal dicht en houd de carburator vrij
van stof of vuil.
Verwijder de bevestigingsbout van de luchtfilterkap.
Trek aan de onderrand van de luchtfilterkap en haal de luchtfilterkap eraf.
Als er olie op het filterelement (spons) zit, knijpt u deze goed uit.
In geval van ernstige verontreiniging:
1) Verwijder het filterelement (spons), dompel het in warm water of in een
oplossing van een neutraal schoonmaakmiddel in water, en droog het
grondig.
2) Reinig het filterelement (vilt) met benzine en droog het grondig.
Alvorens het filterelement terug te plaatsen, moet het grondig droog zijn. Als
het filterelement onvoldoende droog wordt teruggeplaatst, kan dat leiden tot
moeilijk starten.
Veeg olie die rondom de luchtfilterkap en achterplaat zit af met een
poetsdoek.
Onmiddellijk nadat het reinigen klaar is, plaatst u de luchtfilterkap terug en
monteert u de bevestigingsbout. (Plaats bij het monteren eerst de bovenrand
en daarna de onderrand.)
Tips voor het omgaan met het filterelement
Reinig het filterelement meerdere keren per dag als onder extreem
stoffige omstandigheden wordt gewerkt.
Als u blijft doorwerken terwijl het filterelement vervuild is met olie, kan
de olie buiten het luchtfilter terechtkomen en tot olieverontreiniging
leiden.
0,7 mm - 0,8 mm
(0,028”-0,032”)
DE BOUGIE CONTROLEREN
Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te
installeren.
De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,7 tot 0,8 mm
(0,028”-0,032”) bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u deze
aanpassen. Als de elektroden van de bougie verstopt of vervuild zijn, moet u
deze grondig schoonmaken of de bougie vervangen.
LET OP: Raak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar op
elektrische schok door hoogspanning).
Tandwielhuis
Smeeropening
HET TANDWIELHUIS SMEREN
Breng elke 30 bedrijfsuren smeervet (Shell Alvania 2 of gelijkwaardig) aan
in het tandwielhuis via de smeeropening. (Origineel MAKITA-smeervet kan
worden aangeschaft bij uw MAKITA-dealer.)
113
HET BRANDSTOFFILTER REINIGEN
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR
ONTBRANDBARE MATERIALEN
Controle- en reinigingsinterval: Maandelijks (iedere 50 bedrijfsuren)
Zuigkop in brandstoftank
Het brandstoffilter (1) op de zuigkop wordt gebruikt om de brandstof die door
de carburator wordt aangezogen, te filteren.
Het brandstoffilter moet regelmatig visueel worden gecontroleerd. Hiertoe
draait u de brandstofvuldop eraf en gebruikt u een draadhaak om de
zuigkop uit de brandstofvulopening te trekken. Als het brandstoffilter hard is
geworden, of vervuild of verstopt is, moet het worden vervangen.
Onvoldoende brandstoftoevoer kan ervoor zorgen dat het maximale
toegelaten toerental wordt overschreden. Het is daarom belangrijk het
brandstoffilter iedere drie maanden te vervangen om verzekerd te zijn van
een goede brandstoftoevoer naar de carburator.
Brandstofleiding
Slangklem
Brandstoffilter (1)
Brandstofleiding
DE BOUTEN, MOEREN EN SCHROEVEN INSPECTEREN
Draai losse bouten. moeren, enz., weer vast.
Controleer op brandstof- en olielekkage.
Vervang beschadigde onderdelen door nieuwe voor een veilig gebruik.
DE ONDERDELEN REINIGEN
Houd de motor altijd schoon.
Houd de koelribben van de cilinder vrij van stof en vuil. Stof en vuil dat zich tussen de koelribben ophoopt, zal leiden tot het vastlopen van de
zuiger.
DE AFDICHTINGEN EN PAKKINGEN VERVANGEN
Nadat de motor uit elkaar is gehaald, moeten bij het weer in elkaar zetten altijd de afdichtingen en pakkingen worden vervangen door nieuwe.
Alle onderhouds- of aanpassingswerkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven, mogen alleen worden uitgevoerd door
erkende servicecentra.
DE BRANDSTOFLEIDING VERVANGEN
LET OP: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE
MATERIALEN
Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren)
Vervanging: Jaarlijks (iedere 200 bedrijfsuren)
Vervang de brandstofleiding ieder jaar, ongeacht de gebruiksfrequentie.
Brandstoflekkage kan brand veroorzaken.
Als tijdens de inspectie een lekkage wordt gevonden, vervangt u de
brandstofleiding onmiddellijk.
114
WAARSCHUWING: Controleer of de motor is uitgeschakeld en afgekoeld voordat u begint met het aftappen
van de brandstof.
Vlak na het uitschakelen van de motor, is deze nog heet en kan brandwonden, ontbranding en brand
veroorzaken.
LET OP: Als het gereedschap gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden, tapt u alle brandstof uit de
brandstoftank en carburator, en slaat u het op een droge, schone plaats op.
Storingzoeken
Tap de brandstof af uit de brandstoftank en carburator aan de hand van de
volgende procedure:
1) Draai de brandstofvuldop eraf en tap de brandstof volledig af.
Als een vreemde substantie is achtergebleven in de brandstoftank,
verwijdert u deze volledig.
2) Trek met behulp van een draadhaak het brandstoffilter uit de
brandstofvulopening.
3) Druk op de brandstofhandpomp totdat de brandstof daaruit en in de
brandstoftank stroomt.
4) Plaats het brandstoffilter terug in de brandstoftank en draai de
brandstofvuldop stevig vast.
5) Laat de motor vervolgens draaien tot deze afslaat.
Verwijder de bougie en breng enkele druppels motorolie via het bougiegat in
de cilinder.
Trek voorzichtig aan de starthendel zodat de motorolie zich door de motor
verspreidt, en monteer daarna de bougie weer.
Bevestig de beschermkap op het snijblad.
Tijdens opslag moet de schacht horizontaal liggen of het gereedschap
verticaal geplaatst worden met het snijblad omhoog gericht. (Let er in dat
geval goed op dat het gereedschap niet kan omvallen.)
Plaats het gereedschap nooit met het snijblad omlaag gericht. De smeerolie
kan er dan uitvloeien.
Bewaar de afgetapte brandstof in een speciale jerrycan op een goed
geventileerde plaats in de schaduw.
OPSLAG
Aandachtspunt na langdurige opslag
Alvorens de motor na langdurige stilstand opnieuw te starten, moet de olie worden ververst (zie pag. 109). De olie verslechtert terwijl
het gereedschap niet in gebruik is.
Storing Systeem Waarneming Oorzaak
Motor start niet of moeilijk Ontstekingssysteem Ontstekingsvonk OK Fout in brandstoftoevoer of compressiesysteem,
mechanisch defect
Geen ontstekingsvonk Stopschakelaar ingeschakeld, bedradingsfout
of kortsluiting, bougie of bougiekap defect,
ontstekingsmodule defect
Brandstoftoevoer Brandstoftank vol Onjuiste stand van chokehendel, carburator defect,
brandstofleiding geknikt of verstopt, brandstof vuil
Compressie Geen compressie bij
aantrekken
Cilindervoetpakking defect, krukasafdichtingen
beschadigd, cilinder of zuigerveren defect, of slechte
afdichting van bougie
Mechanisch defect Starter wordt niet
geactiveerd
Gebroken startveer, gebroken onderdelen binnenin de
motor
Problemen bij starten van
warme motor
Brandstoftank vol,
ontstekingsvonk
aanwezig
Carburator vervuild. Laat schoonmaken
Motor start, maar slat af Brandstoftoevoer Tank vol Verkeerde afstelling stationair draaien, carburator
vervuild
Ontluchting brandstoftank defect, brandstofleiding niet
open, gaskabel of stopschakelaar defect
Onvoldoende prestaties Mogelijk zijn
meerdere systemen
tegelijk de oorzaak
Slecht stationair draaien Luchtfilter vervuild, carburator vervuild, uitlaatdemper
verstopt, uitlaatkanaal in de cilinder verstopt
115
*1 Eerste keer verversen na 20 bedrijfsuren.
*2 Vraag een erkend servicecentrum of een machinewerkplaats om de inspectie na 200 bedrijfsuren uit te voeren.
*3 Na het aftappen van de brandstoftank, laat u de motor draaien om de brandstof in de carburator op te gebruiken.
Bedrijfsuren
Item
Voor
gebruik
Na smeren
Dagelijks
(10 uur)
30 uur 50 uur 200 uur
Langdurige
opslag
Zie pagina
Motorolie
Inspecteren/
reinigen
104
Vervang de
bougie.
*
1
110
Vastdraaien
(bouten, moeren, enz.)
Inspecteren
113
Brandstoftank
Reinigen/
inspecteren
Brandstof
aftappen
*
3
114
Gashendel
Werking
controleren
Stopschakelaar
Werking
controleren
107
Snijblad Inspecteren
102
Laag toerental
Inspecteren/
afstellen
108
Luchtfilter Reinig.
112
Bougie Inspecteren
112
Koelluchtinlaatkanaal
Reinigen/
inspecteren
113
Brandstofleiding
Inspecteren
113
Vervang de
bougie.
*
2
Smeervet in tandwielhuis Bijvullen
112
Brandstoffilter
Reinigen/
vervangen
113
Afstand tussen luchtinlaatklep
en luchtuitlaatklep
Stel af.
*
2
Olieslang Inspecteren
*
2
Motor reviseren *
2
Carburator
Brandstof
aftappen
*
3
114
116
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens een verzoek voor reparatie in te dienen, controleer u de storing zelf aan de hand van de onderstaande tabel. Als een probleem is
gevonden, repareert u het gereedschap aan de hand van de beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing. Probeer nooit enig onderdeel te demonteren
of repareren in strijd met de beschrijvingen. Voor reparatie neemt u contact op met een erkend servicecentrum of uw plaatselijke dealer.
Als de motor niet start ondanks dat deze opgewarmd is:
Als bij het doorlopen van de controlepunten geen probleem wordt gevonden, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open en start u de motor.
Probleemomschrijving Mogelijke oorzaak (storing) Oplossing
Motor start niet
De brandstofhandpomp werd niet ingedrukt Druk deze 7 tot 10 keer in
Te zwak aantrekken van het startkoord Trek krachtig
Gebrek aan brandstof Vul brandstof bij
Verstopt brandstoffilter Reinig
Defecte brandstofleiding Maak de brandstofleiding recht
Verslechterde brandstof De verslechterde brandstof bemoeilijkt het
starten. Vervang de brandstof door nieuwe.
(Aanbevolen vervangingsinterval: 1 maand)
Buitensporige toevoer van brandstof Verander de stand van de gashendel van
middelhoog toerental naar hoog toerental en
trek aan de trekstarthandgreep tot de motor
start. Nadat de motor is gestart, begint het
snijblad te draaien. Let goed op het snijblad.
Als de motor nog steeds niet start, draait u de
bougie eruit, maakt u de elektroden droog, en
monteert u de bougie weer. Start vervolgens
zoals beschreven.
Bougiekap ligt eraf Bevestig stevig
Vervuilde bougie Reinig
Verkeerde elektrodenafstand van bougie Stel de elektrodenafstand af
Ander probleem met de bougie Vervang de bougie
Probleem met de carburator
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Startkoord kan niet worden getrokken
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Motor slaat snel af
Motortoerental neemt niet toe
Onvoldoende opgewarmd Warm de motor op
Chokehendel staat in de dichte stand ondanks
dat de motor opgewarmd is.
Zet in de geopende stand
Verstopt brandstoffilter Reinig
Vervuild of verstopt luchtfilter Reinig
Probleem met de carburator
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Snijblad draait niet Bevestigingsmoer van snijblad zit los Draai goed vast
Takjes rond snijblad gewikkeld of verstoppen
beschermkap.
Verwijder vreemde voorwerpen
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Motorblok trilt abnormaal sterk Snijblad is gebroken, verbogen of versleten Vervang het snijblad
Bevestigingsmoer van snijblad zit los Draai goed vast
Bolle deel van snijblad is verschoven ten
opzichte van het steunvlak.
Bevestig stevig
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Snijblad stopt niet onmiddellijk Hoog stationair toerental Stel af
Gaskabel losgeraakt Bevestig stevig
Probleem met aandrijving
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Motor slaat niet af Stekker losgeraakt Bevestig stevig
Probleem met elektrisch systeem
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Motor slaat slaat onmiddellijk af
Laat de motor stationair draaien en zet
de chokehendel in de dichte stand

Documenttranscriptie

Original Instruction Manual Instructions d’emploi d’origine Originalbetriebsanleitung Manuale di istruzioni originale Originele gebruiksaanwijzing Instrucciones de manejo originales Instruções de serviço original Original brugsanvisning Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών Orijinal Kullanım Kılavuzu Important: Read this instruction manual carefully before putting the Petrol Brushcutter into operation and strictly observe the safety regulations! Preserve instruction manual carefully! Important : Veuillez lire attentivement ce mode d’emploi avant d’utiliser la débroussailleuse thermique et respectez strictement les consignes de sécurité ! Veillez à conservez ce manuel d’instructions ! Wichtig: Lesen Sie vor Verwendung der Motorsense diese Betriebsanleitung aufmerksam durch und halten Sie die Sicherheitsbestimmungen strikt ein! Bewahren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig auf! Importante: Leggere attentamente il presente manuale di istruzioni prima di mettere in funzione il decespugliatore a benzina e rispettare scrupolosamente le norme per la sicurezza. Conservare con cura il manuale di istruzioni. Belangrijk: Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de benzinebosmaaier in gebruik neemt en houdt u te allen tijde aan de veiligheidsinstructies! Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Importante: Lea atentamente este manual de instrucciones antes de utilizar la desbrozadora y cumpla estrictamente la normativa de seguridad. Conserve el manual de instrucciones con cuidado. Importante: Leia cuidadosamente este manual de instruções antes de utilizar a Roçadeira a Gasolina e cumpra todas as normas de segurança! Guarde este manual de instruções num local seguro! Vigtigt: Læs denne brugsanvisning omhyggeligt igennem inden du anvender den benzindrevne buskrydder og overhold sikkerhedsbestemmelserne til mindste detalje! Gem denne brugsanvisning omhyggeligt! Σημαντικό: Πριν θέσετε σε λειτουργία τον Βενζινοκίνητο Θαμνοκοπτικό διαβάσετε προσεχτικά το παρόν εγχειρίδιο οδηγιών και εφαρμόσετε αυστηρά τους κανονισμούς ασφαλείας. Διατηρήστε με προσοχή το εγχειρίδιο οδηγιών! Önemli: Benzinli Yan Tırpanı kullanmaya başlamadan önce bu kullanım kılavuzunu dikkatli bir şekilde okuyun ve güvenlik talimatlarını harfiyen takip edin! Kullanım kılavuzunu dikkatlice saklayın! EBH341U EBH341L Nederlands (Originele instructies) Hartelijk dank voor uw aankoop van deze benzinebosmaaier van MAKITA. Met trots bevelen wij u deze benzinebosmaaier van MAKITA van harte aan als resultaat van een langdurig ontwikkelingsprogramma en jarenlange kennis en ervaring. Lees deze handleiding met daarin nauwkeurige beschrijvingen van de diverse punten die zijn hoogstaande prestaties demonstreren. Hierdoor bent u in staat de best mogelijke resultaten te behalen die de benzinebosmaaier van MAKITA u kan bieden. Inhoud Pagina Symbolen.....................................................................94 Veiligheidsinstructies ...................................................95 Technische gegevens ..................................................99 Namen van onderdelen .............................................100 De handgreep monteren............................................101 De beschermkap monteren .......................................102 Het snijgarnituur monteren ........................................103 Vóór het begin van het werk ......................................104 Correcte hantering .....................................................106 Tips voor gebruik en procedure voor stoppen ...........106 Het snijgarnituur slijpen .............................................108 Onderhoudsinstructies............................................... 110 Opslag ....................................................................... 114 SYMBOLEN Let op de volgende symbolen wanneer u de gebruiksaanwijzing leest. Lees de gebruiksaanwijzing en volg de waarschuwingen en veiligheidsvoorzorgsmaatregelen op! Houd mensen en huisdieren weg van het werkgebied! Besteed bijzondere zorg en aandacht! Draag een veiligheidshelm, oog- en oorbescherming! Verboden! Toegestaan maximumtoerental Houd afstand! Brandstof (benzine) Gevaar voor rondvliegende voorwerpen! Motor handmatig starten Verboden te roken! Noodstop EHBO Geen open vuur! AAN/START Veiligheidshandschoenen vereist! UIT/STOP Draag stevige laarzen met antislipzolen. Veiligheidslaarzen met stalen neuzen zijn aanbevolen! Terugslag! 94 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Algemene instructies – Lees deze gebruiksaanwijzing om u bekend te maken met de juiste manier van omgaan met het gereedschap. Gebruikers die onvoldoende geïnformeerd zijn, lopen de kans zichzelf en anderen in gevaar te brengen als gevolg van onjuist omgaan met het multifunctionele aandrijfsysteem. – Het verdient aanbeveling het gereedschap uitsluitend uit te lenen aan mensen die bewezen hebben ervaren te zijn. Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee. – Onervaren gebruikers dienen de dealer te vragen om basisinstructies om zichzelf bekend te maken met het omgaan met een bosmaaier. – Laat geen kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan 18 jaar met het gereedschap werken. Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter het gereedschap gebruiken om te oefenen terwijl ze onder toezicht staan van een gekwalificeerde begeleider. – Gebruik het gereedschap met de grootst mogelijke zorg en aandacht. – Gebruik het gereedschap alleen als u in goede lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en voorzichtig. De gebruiker is aansprakelijk ten opzichte van anderen. – Gebruik dit gereedschap nooit na het gebruik van alcohol of drugs, of wanneer u zich moe of ziek voelt. – Het gebruik van het gereedschap kan landelijk gereglementeerd zijn. Bedoeld gebruik van het gereedschap – Het gereedschap is uitsluitend bedoeld voor het maaien van gras, onkruid, struiken en ondergroei. Het mag niet worden gebruikt voor enig ander doel, zoals randen bijwerken of heggen snoeien, aangezien dit tot letsel kan leiden. Persoonlijke-veiligheidsuitrusting – De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z. nauwsluitend zonder te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die in de struiken kunnen verstrikt raken. – Om tijdens het gebruik letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten te voorkomen en uw gehoor te beschermen, moeten de volgende veiligheidsuitrusting en beschermende kleding worden gebruikt terwijl u werkt. – Draag altijd een helm wanneer het risico bestaat op vallende objecten. U moet de veiligheidshelm (1) regelmatig controleren op schade en uiterlijk na 5 jaar worden vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen. – Het spatscherm (2) van de helm (of de veiligheidsbril) beschermt het gezicht tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Draag tijdens het gebruik altijd een veiligheidsbril of een spatscherm om letsel aan de ogen te voorkomen. – Draag geschikte uitrusting om u te beschermen tegen het lawaai en gehoorbeschadiging te voorkomen (oorbeschermers (3), oordopjes, enz.). – Een werkoverall (4) beschermt tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Wij raden u sterk aan een werkoverall te dragen. – Handschoenen (5) maken deel uit van de voorgeschreven uitrusting en moeten altijd worden gedragen tijdens het gebruik. – Draag tijdens gebruik van het gereedschap altijd stevige schoenen (6) met een antislipzool. Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig staat. Schematische voorstelling De bosmaaier starten – Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik van 15 meter (50 feet) en let ook of er geen dieren in de werkomgeving zijn. – Controleer voor gebruik altijd of het gereedschap veilig is om te gebruiken. Controleer de bevestiging van het snijgarnituur, controleer of de gashendel gemakkelijk kan worden bediend, en controleer of de gashendelvergrendeling goed werkt. – Het snijgarnituur mag niet draaien bij stationair motortoerental. Neem bij twijfel contact op met uw dealer voor afstelling. Controleer of de handgrepen schoon en droog zijn en test de werking van de stopschakelaar. 95 15 meter Start de bosmaaier alleen in overeenstemming met de instructies. – Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten! – Gebruik de bosmaaier en de gereedschappen uitsluitend voor de beschreven toepassingen. – Start de motor van de benzinegraskantmaaier alleen nadat deze volledig is gemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alle toepasselijke toebehoren zijn gemonteerd! – Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met harde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het snijgarnituur zal ronddraaien. – De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige motorstoring. – Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren. – Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren op haarscheurtjes met de klopgeluidentest). – Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie. – Gebruik het gereedschap alleen terwijl het bevestigd is aan het schouderdraagstel, dat goed moet worden afgesteld voordat de bosmaaier wordt gebruikt. Het is belangrijk het schouderdraagstel af te stellen op de lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid tijdens gebruik te voorkomen. Houd het multifunctionele aandrijfsysteem nooit met slechts één hand vast tijdens het gebruik. – Houd tijdens gebruik de bosmaaier altijd met twee handen vast. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. – Gebruik het gereedschap zo, dat u geen uitlaatgassen kunt inademen. Laat de motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking). Koolmonoxide is een geurloos gas. – Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u het gereedschap onbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar voor anderen en beschadiging van het gereedschap te voorkomen. – Leg nooit een warme bosmaaier op droog gras of enige andere ontvlambare materialen. – Breng altijd een goedgekeurde beschermkap van het snijgarnituur aan op het gereedschap voordat u de motor start. Als u dat niet doet, kan aanraking van het snijgarnituur leiden tot ernstig persoonlijk letsel. – De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschap zijn geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt. – Gebruik het gereedschap nooit met een defecte uitlaatdemper. – Schakel de motor uit tijdens het vervoer. – Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op het snijblad. – Leg tijdens vervoer per auto het gereedschap op een veilige plaats om te voorkomen dat er brandstof uit lekt. – Wanneer u het gereedschap vervoert, moet u ervoor zorgen dat de brandstoftank volledig leeg is. – Let erop dat bij het uitladen van het gereedschap uit de auto de motor niet op de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan worden beschadigd. – Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap nooit op de grond laten vallen of weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar beschadigd kan raken. – Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u het verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepen en dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand. • Pauzeren • Vervoeren • Brandstof bijvullen • Onderhouden • Onderdelen vervangen Brandstof bijvullen – Schakel de motor uit alvorens brandstof bij te vullen, blijf uit de buurt van open vuur en rook niet. – Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampen niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van de brandstof. Zorg dat u de beschermende kleding regelmatig vervangt en reinigt. – Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreiniging te voorkomen (milieubescherming). Reinig de bosmaaier onmiddellijk nadat brandstof erop is gemorst. – Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijk om als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat). – Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig kan worden aangedraaid en niet lekt. – Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het gereedschap voordat u de motor start (tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld.) – Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen zich vlak boven de vloer (risico van explosie.) – Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat de opgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen. 96 ter e 3m Gebruiksmethode – Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht en zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat. – Maai nooit boven heuphoogte. – Werk nooit vanaf een ladder. – Klim nooit in een boom om daar met het gereedschap te werken. – Werk nooit op onstabiele oppervlakken. – Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaarlijke terugslagen veroorzaken. – Voordat u begint te maaien, moet het snijgarnituur op maximaal toerental draaien. – Bij gebruik van een metalen snijblad, zwaait u het gereedschap gelijkmatig in halve cirkels van rechts naar links, zoals een zeis wordt gebruikt. Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze verwijdert. Als u dat toch doet, kan door onbedoeld draaien van het snijblad ernstig letsel ontstaan. – Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten. Snijgarnituren – Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de geplande werkzaamheden. Nylondraad-snijkoppen (voor graskantmaaiers) zijn geschikt voor het maaien van een gazon. Metalen snijbladen zijn geschikt voor het maaien van onkruid, hoog gras, struiken, heesters, ondergroei, bosjes en dergelijke. Gebruik nooit andere messenbladen, waaronder metalen meerdelige kettingen en vlegelmessen. Als u dat toch doet, kan ernstig letsel ontstaan. – Bij gebruik van een metalen snijblad voorkomt u dat terugslag kan optreden en bent u altijd voorbereid op per ongeluk optredende terugslag. Raadpleeg de hoofdstukken “Terugslag” en “Voorkomen van terugslag”. Terugslag (stoot van het snijblad) – Terugslag (stoot van het snijblad) is een plotselinge reactie op een klemzittend of vastgelopen snijblad. Zodra dit optreed wordt het gereedschap met grote kracht zijwaarts of in de richting van de gebruiker geworpen en kan het ernstig letsel veroorzaken. – Terugslag treedt met name op wanneer u met het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur tegen een hard voorwerp, struiken en takken met een diameter van 3 cm of meer komt. – Om terugslag te voorkomen: • gebruikt u het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur; • gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 12 en 2 uur; • gebruikt u het snijbladsegment nooit tussen 11 en 12 uur en tussen 2 en 5 uur, behalve indien de gebruiker goed opgeleid en erg ervaren is en dit op zijn/haar eigen verantwoordelijkheid doet; • gebruikt u het snijblad nooit dichtbij harde voorwerpen, zoals afrasteringen, muren, boomstammen en stenen, en • houdt u het snijblad nooit verticaal voor werkzaamheden zoals het maaien van graskanten of snoeien van heggen. Let op: Terugslag Schematische voorstelling Trillingen – Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen. Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts! – Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen warm tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires goed. Onderhoudsinstructies – Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat altijd uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste reparatie en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap verkorten en de kans op ongevallen vergroten. – De toestand van de maaier, met name van het snijgarnituur en de veiligheidsuitrusting, naast het schouderdraagstel, moeten worden gecontroleerd voor aanvang van de werkzaamheden. Besteed bijzondere aandacht aan snijbladen, die correct moeten worden geslepen. – Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf wanneer u het snijgarnituur vervangt of slijpt, en wanneer u de maaier of het snijgarnituur schoonmaakt. 97 Schematische voorstelling Probeer nooit beschadigde snij- of zaaggarnituren recht te trekken of te lassen. – Denk aan het milieu. Vermijd onnodig gebruik van de gashendel zodat minder uitlaatgassen en geluid worden geproduceerd. Stel de carburateur goed af. – Maak het gereedschap regelmatig schoon en controleer of alle bouten en moeren stevig zijn vastgedraaid. – Onderhoud of bewaar het gereedschap niet in de buurt van open vuur. – Bewaar het gereedschap altijd in een afgesloten ruimte en met een lege brandstoftank. – Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of opbergt, bevestigt u altijd de beschermkap op het snijblad. Volg de relevante instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen zijn uitgegeven. Breng geen wijzigingen aan het gereedschap aan, omdat hiermee uw veiligheid gevaar loopt. Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de gebruiker is beperkt tot de activiteiten die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Alle andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires die zijn vervaardigd en geleverd door MAKITA. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen leidt tot een verhoogde kans op ongevallen. MAKITA aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongevallen of schade veroorzaakt door het gebruik van niet-goedgekeurde snijgarnituren, bevestigingsmiddelen voor snijgarnituren of accessoires. EHBO Zorg dat er altijd een EHBO-doos beschikbaar is in de buurt waar er wordt gemaaid om eerste hulp te bieden bij eventuele ongevallen. Vervang onmiddellijk elk item dat uit de EHBO-doos is genomen. Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept: – Plaats van het ongeval – Beschrijving van het ongeval – Aantal gewonden – Soort letsels – Uw naam Alleen voor Europese landen EU-verklaring van conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s): Aanduiding van de machine: Benzinebosmaaier Modelnr./Type: EBH341U, EBH341L Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS” in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2000/14/EC en 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerd documenten: EN ISO 11806-1 De technische documentatie wordt bewaard door: Makita International Europe Ltd., Technical Department, Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was in Overeenstemming met annex V. Gemeten geluidsvermogenniveau: 109,7 dB Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 111 dB 31. 8. 2009 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, JAPAN 98 TECHNISCHE GEGEVENS - EBH341U, EBH341L EBH341U EBH341L Handgreep Beugelhandgreep 1.810 x 620 x 500 1.810 x 330 x 275 7,1 6,7 Model Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (zonder snijblad) Gewicht (zonder kunststofbeschermkap en snijblad) mm kg Volume (brandstoftank) l 0,65 Volume (olietank) l 0,1 Cilinderinhoud 3 33,5 cm Maximaal motorvermogen ISO8893 1,07 bij 7.000 min-1 kW min-1 Maximaal astoerental Motortoerental bij aanbevolen maximaal astoerental min Brandstofverbruik op maximaal motorvermogen kg/u ISO8893 Specifiek brandstofverbruik op maximaal motorvermogen 6.850 -1 10.000 0,458 g/kwh 426 min -1 3.000 Toerental op aangrijppunt van koppeling min -1 4.100 Carburator (membraancarburator) type WALBRO WYL Ontstekingssysteem type Transistorontsteking Bougie type NGK CMR4A Elektrodenafstand mm 0,7 - 0,8 Motortoerental bij stationair draaien Trilling volgens ISO 22867 Rechterhandgreep (Achterste handvat) Linkerhandgreep (Voorste handvat) Gemiddeld geluidsdrukniveau volgens ISO 22868 Gemiddeld geluidsvermogenniveau volgens ISO 22868 ahv eq Onzekerheid K ahv eq Onzekerheid K 2 3,3 6,1 2 0,70 2,0 2 2,5 7,4 2 1,26 0,63 m/s m/s m/s m/s LPA eq dB (A) 98,2 Onzekerheid K dB (A) 2,1 LWA eq dB (A) 106,7 Onzekerheid K dB (A) 1,3 Brandstof Benzine voor auto's Motorolie SAE 10W-30 olie volgens API-classificatie, SF-klasse of beter (viertaktmotorolie voor auto's) Snijgarnituren (diameter snijblad) mm Overbrengingsverhouding 305 (met drie tanden) 13/19 99 NAMEN VAN ONDERDELEN EBH341U Ԝ Ԡ ԛ Ԣ ԣ Ԝ Ԟ ԧ ԣ ԛ ԡ Ԡ ԡ Ԥ Ԟ Ԣ Ԧ Ԩ Ԥ ԥ Ԧ EBH341L ԥ ԩ 100 NL NAMEN VAN ONDERDELEN 1 Brandstoftank 2 Trekstartinrichting 3 Luchtfilter 4 Stopschakelaar (stoppen - bedrijf) 5 Bougie 6 Uitlaatdemper 7 Koppelingshuis 9 Bevestigingsoog 10 Handgreep 11 Gashendel 12 Gaskabel 13 Schacht 14 Beschermkap (beschermkap van snijgarnituur) 15 Tandwielhuis 16 Handgreepbevestiging 17 Metalen snijblad 18 Nylondraad-maaikop 19 Brandstofvuldop 20 Trekstarthandgreep 21 Brandstofhandpomp 22 Chokehendel 23 Uitlaatpijp 24 Oliepeilstok DE HANDGREEP MONTEREN LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de benzinebosmaaier, moet u altijd de motor uitschakelen en de bougiekap van de bougie aftrekken. Draag altijd veiligheidshandschoenen. LET OP: Start de benzinebosmaaier pas nadat deze geheel in elkaar is gezet. Voor gereedschappen met een fietsstuur-type handgreep – Draai knop (1) los. – Plaats de handgreep (4) tussen de handgreepklem (2) en de handgreepvoet (3). – Stel de handgreep (4) af onder een hoek die u een comfortabele werkhouding biedt en zet deze daarna vast door de knop (1) met de hand vast te draaien. 䋨㪈䋩 䋨㪉䋩 䋨㪋䋩 LET OP: Vergeet niet om de veer (5) te plaatsen. 䋨㪊䋩 䋨㪌䋩 Motor Voor gereedschappen met een rond-type handgreep – Monteer een eindstuk aan de linkerkant van het gereedschap tezamen met de handgreep ter bescherming van de gebruiker. – Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming wordt gemonteerd tussen de afstandshouder en de pijlmarkeringen. WAARSCHUWING: Verwijder of verklein de afstandshouder niet. De afstandshouder zorgt voor een bepaalde afstand tussen beide handen. Als de handgreep/bescherming dichter op het andere handvat zou staan dan de lengte van de afstandshouder, kunt u de controle over het gereedschap verliezen waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan. 101 Motor Pijlmerkteken DE BESCHERMKAP MONTEREN In naleving van de toepasselijke veiligheidsregels mogen uitsluitend de gereedschap/beschermkap-combinaties worden gebruikt die in de afbeelding worden aangegeven. Verzeker u ervan uitsluitend originele snijbladen of nylondraad-maaikoppen van MAKITA te gebruiken. Metalen snijblad Beschermkap voor metalen snijblad Nylondraad-maaikop Beschermkap voor nylondraad-maaikop – Het snijblad moet goed geslepen zijn en vrij zijn van barsten of breuken. Als het snijblad tijdens het gebruik een steen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijblad controleren. – Het snijblad na elke drie uur gebruik worden geslepen of vervangen. – Als de nylondraad-maaikop tijdens het gebruik een steen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en de nylondraadmaaikop controleren. LET OP: Voor uw veiligheid en om te voldoen aan de voorschriften voor ongevallenpreventie, moet u altijd de geschikte beschermkap installeren. Het is verboden het gereedschap te gebruiken zonder dat de beschermkap is gemonteerd. De buitendiameter van het snijblad moet 255 mm (10”) zijn. Snijbladen met een buitendiameter van 305 mm (12”) mogen alleen gebruikt worden als ze drie tanden hebben. – Bij gebruik van het metalen snijblad, monteer de beschermkap (3) met behulp van de twee bouten M6 x 30 (1) op de klem (2). OPMERKING: Draai de linker- en rechterbout gelijkmatig vast zodat de opening tussen de klem (2) en de beschermkap (3) evenwijdig blijft. Als u dit niet doet, is het mogelijk dat de beschermkap niet werkt zoals bedoeld. – In het geval de nylondraad-maaikop wordt gebruikt, moet u de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) monteren op de beschermkap van het metalen snijblad (3). – Monteer de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) door het op zijn plaats te schuiven vanaf de zijkant van de beschermkap van het metalen snijblad (3), zoals afgebeeld. – Haal de tape af van het mesje voor het afsnijden van de nylondraad op de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4). LET OP: Duw de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) erop tot deze geheel op zijn plaats zit. Wees voorzichtig uzelf niet te verwonden aan het mesje voor het afsnijden van de nylondraad. (1) (3) (2) (3) (4) – Om de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4) te verwijderen, steekt u een inbussleutel in de nok van de beschermkap van het metalen snijblad (3), duwt u deze erin en verschuift u tegelijkertijd de beschermkap van de nylondraad-maaikop (4). Inbussleutel 102 HET SNIJGARNITUUR MONTEREN Draai het gereedschap ondersteboven zodat u het metalen snijblad of de nylondraad-maaikop gemakkelijk kunt vervangen. – Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de ontvangerring (4) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt. – Maak de moer (1) (met linksdraaiend schroefdraad) los met de dopsleutel en verwijder de moer (1), de beker (2) en de klemring (3). (4) Inbussleutel (3) (2) (1) Het snijblad monteren Terwijl de inbussleutel nog op zijn plaats zit. – Monteer het snijblad op de schacht zodat de nok op de ontvangerring (4) past in de uitsparing in het asgat van het snijblad. Monteer de klemring (3), beker (2) en zet het snijblad vast met de moer (1). [Aanhaalkoppel: 13 - 23 N-m] OPMERKING: Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u het snijblad hanteert. OPMERKING: De bevestigingsmoer van het snijblad (met veerring) is een verbruiksartikel. Als u slijtage of vervorming van de veerring opmerkt, moet u de moer vervangen. Inbussleutel De nylondraad-maaikop monteren Losdraaien – De klemring (3), de beker (2) en de moer (1) zijn niet nodig voor het monteren van de nylondraad-maaikop. De nylondraad-maaikop moet bovenop de ontvangerring komen (4). – Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de ontvangerring (4) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt. – Schroef daarna de nylondraad-maaikop op de as door deze linksom te draaien. – Haal de inbussleutel eruit. (4) Inbussleutel – Zorg ervoor dat het snijblad met de goede kant omhoog wijst. Draairichting 103 Vastdraaien VÓÓR HET BEGIN VAN HET WERK Controleren en bijvullen van de motorolie – Voer de volgende procedure uit bij koude motor. – Houd de motor horizontaal, verwijder de oliepeilstok en controleer of het oliepeil tussen de bovenste en onderste merktekens staat. Als het oliepeil zo laag staat dat alleen de punt van de peilstok de olie raakt, ook wanneer de oliepeilstok in het motorblok is gestoken zonder deze vast te draaien (zie afb. 1), vult u via de olievulopening nieuwe olie bij (zie afb. 2). – Ter informatie, na ongeveer iedere 15 bedrijfsuren moet olie worden bijgevuld (bijvulfrequentie: 15 keer). Als de olie door vuil van kleur is veranderd, ververst u de vuile olie door nieuwe. (Raadpleeg pagina 110 en 111 voor informatie over de verversingsinterval en verversingsprocedure) Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto's) Hoeveelheid olie: Ongeveer 0,1 liter Opmerking: Als de motor niet horizontaal wordt gehouden, kan de olie binnenin de motor terechtkomen en te veel worden bijgevuld. Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte rook vrijkomt. Tip 1 bij het verversen van de olie: “Oliepeilstok” – Verwijder stof of vuil rondom de olievulopening en draai de oliepeilstok eruit. – Zorg ervoor dat geen zand of stof op de oliepeilstok komt. Als dit toch gebeurt, kan het zand of stof dat aan de oliepeilstok kleeft leiden tot een onregelmatige oliecirculatie of slijtage van de motoronderdelen, waardoor storingen kunnen ontstaan. – Een manier om de oliepeilstok schoon te houden is om de draaiknop van de oliepeilstok in de motorafdekking te steken, zoals aangegeven in afbeelding 3. Bovengrens van oliepeil (onderkant schroefdraad van de olievulopening) Oliepeilstok Als de olie alleen rond de punt zit, vul olie bij. Afbeelding 1 Afbeelding 3 Afbeelding 2 (1) Houd de motor horizontaal en draai de oliepeilstok eruit. (2) Vul de olie bij tot aan de rand van de olievulopening. (Zie afb. 2). Vul olie bij vanuit een olievulfles. (3) Draai de oliepeilstok stevig vast. Bij onvoldoende vastdraaien kan olie eruit lekken. Tip 2 bij het verversen van de olie: “Olielekkage” – Als olie eruit lekt tussen de brandstoftank en het motorblok, wordt de olie via de koelluchtinlaatopening naar binnen gezogen waardoor de motor verontreinigd raakt. Veeg gelekte olie af voordat u met het werk begint. 104 BRANDSTOF BIJVULLEN Omgaan met brandstof Het is noodzakelijk uiterst voorzichtig om te gaan met brandstof. Brandstof kan stoffen bevatten die ook in oplosmiddelen voorkomen. Het bijvullen van brandstof moet gebeuren in een vertrek met een voldoende goede ventilatie of in de open lucht. Adem nooit brandstofdampen in en houd afstand tot de brandstof. Als uw huid herhaaldelijk in aanraking komt met brandstof gedurende een lange tijd, wordt uw huid droog, waardoor een huidziekte of allergie kan ontstaan. Als brandstof in uw oog komt, spoelt u uw oog uit met schoon water. Als uw oog daarna blijft irriteren, raadpleegt u een dokter. Opslagtermijn van brandstof Brandstof dient binnen een periode van 4 weken te worden opgebruikt, ook wanneer de brandstof wordt bewaard in een speciale jerrycan op een goed geventileerde plaats in de schaduw. Als geen speciale jerrycan wordt gebruikt, of als de brandstof in een open bak wordt bewaard, kan de brandstof binnen één dag verslechteren. OPSLAG VAN MAAIER EN JERRYCAN – Bewaar de maaier en jerrycan op een koele plaats uit direct zonlicht. – Bewaar de brandstof nooit in de passagiersruimte of bagageruimte van een auto. Brandstof De motor is een viertaktmotor. Gebruik uitsluitend benzine voor auto's (normale benzine of superbenzine). Tips voor het omgaan met brandstof – Gebruik nooit mengsmering, waarin motorolie zit. Als u dat doet, zal buitensporige koolafzetting of mechanische storing optreden. – Als verslechterde olie wordt gebruikt, zal dat leiden tot onregelmatig starten. Brandstof bijvullen WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE MATERIALEN Gebruikte benzine: Benzine voor auto's (loodvrije benzine) Brandstofvuldop – Draai de brandstofvuldop een klein stukje los zodat een verschil in luchtdruk wordt opgeheven. – Draai de brandstofvuldop eraf, vul brandstof bij en laat de lucht uit de brandstoftank stromen door de brandstoftank iets te kantelen zodat de brandstofvulopening recht omhoog wijst. (Vul nooit brandstof bij via de olievulopening.) – Veeg rondom de brandstofvuldop goed schoon om te voorkomen dat vreemde stoffen in de brandstoftank kunnen vallen. – Na het bijvullen van brandstof draait u de brandstofvuldop weer vast. ● Als enige onvolkomenheid of schade aan de brandstofvuldop wordt geconstateerd, moet deze worden vervangen. ● De brandstofvuldop is een verbruiksartikel en moet daarom iedere twee tot drie jaar worden vervangen. 105 Bovengrens van brandstofpeil Brandstoftank CORRECTE HANTERING De schouderriem bevestigen – Pas de lengte van de schouderriem zo aan, dat het snijblad parallel aan de grond kan worden gehouden. Gesp Voor EBH341U OPMERKING: Wees voorzichtig dat uw kleding, enz., niet verstrikt raakt in de gesp. EBH341U Losmaken Voor EBH341L – In geval van nood, druk de knoppen (1) aan beide zijkanten in zodat het gereedschap los komt van uw lichaam. Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de richting van iemand die in de buurt staat beweegt. WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap behoudt, kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD veroorzaken. (1) Bevestigingsoog Voor EBH341U – In geval van nood, druk de knoppen (2) aan beide zijkanten in zodat het gereedschap los komt van uw lichaam. Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de richting van iemand die in de buurt staat beweegt. WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap behoudt, kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD veroorzaken. (2) TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie! STARTEN Houd tenminste 3 meter afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats de benzinebosmaaier op een schoon stuk grond en zorg ervoor dat de snijgarnituur de grond of andere voorwerpen niet raakt. A: Startprocedure bij koude motor 1) Plaats het gereedschap op een vlakke ondergrond. Uit-vergrendelhendel BEDRIJF STOP Hoog toerental Laag toerental STOP Gashendel Laag toerental Hoog toerental (1) BEDRIJF Uit-vergrendelhendel Gashendel (1) 2) Zet de stopschakelaar (1) in de stand I (bedrijf). 3) Chokehendel Zet met de chokehendel de choke dicht. Choke: – Volledig open bij lage temperaturen of wanneer de motor koud is. – Volledig of half dicht bij opnieuw starten van de motor direct na het uitschakelen. 106 EBH341L EBH341U DICHT 4) Brandstofhandpomp Blijf op de brandstofhandpomp drukken tot de brandstof in de brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen stroomt de brandstof in de brandstofhandpomp na 7 tot 10 keer duwen.) Als te vaak op de brandstofhandpomp wordt gedrukt, vloeit het overschot aan brandstof terug naar de brandstoftank. Carburator Brandstofhandpomp 5) Trekstartinrichting Trek voorzichtig aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt (compressiepunt). Laat de trekstarthandgreep terugtrekken en trek er vervolgens krachtig aan. Trek nooit door tot aan het einde van het trekstartkoord. Nadat aan de trekstarthandgreep is getrokken, mag u hem niet onmiddellijk loslaten. Houd de trekstarthandgreep vast tot het trekstartkoord is opgewonden in de trekstartinrichting. 6) Chokehendel Nadat de motor is aangeslagen, zet u de choke open. – Zet de choke geleidelijk open terwijl u op het motortoerental let. Zorg ervoor dat op het laatst de choke volledig open staat. – Bij lage temperaturen of wanneer de motor koud is, mag u de choke nooit plotseling open zetten. Als u dit doet kan de motor afslaan. OPEN 7) Opwarmen Laat de motor gedurende 2 tot 3 minuten opwarmen. Opmerking: – Als de gashendel herhaaldelijk wordt ingeknepen terwijl de chokehendel in de dichte stand staat, zal de motor niet gemakkelijk starten vanwege een overmatige brandstoftoevoer. – In geval van een overmatige brandstoftoevoer, verwijdert u de bougie en trekt u langzaam aan de trekstarthandgreep om overtollige brandstof te verwijderen. Maak ook het elektrodengedeelte van de bougie droog. Opgelet tijdens gebruik: Als de gashendel volledig wordt ingeknepen tijdens onbelast bedrijf, neemt het motortoerental toe tot meer dan 10.000 toeren min-1 of meer. Laat de motor nooit draaien op een hoger toerental dan nodig is en met een toerental van 6.000 tot 8.500 toeren min-1. B: Startprocedure bij warme motor 1) 2) 3) 4) Druk herhaaldelijk op de brandstofhandpomp. Laat de chokehendel in de stand voor stationair draaien staan. Trek krachtig aan de trekstarthandgreep. Als de motor moeilijk te starten is, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open. Let goed op het snijblad dat kan gaan draaien. Waarschuwing bij de bediening Als de motor ondersteboven wordt gebruikt, kan witte rook uit de uitlaatpijp komen. STOPPEN 1) Laat de gashendel (2) volledig los en, nadat het motortoerental is afgenomen, duw de stopschakelaar (1) naar de stand “STOP” om de motor uit te schakelen. 2) Bedenk dat het snijgarnituur wellicht niet onmiddellijk stopt en laat het volledig uitdraaien. STOP STOP (2) (1) 㩿㪈㪀 㩿㪉㪀 STOP (2) (1) 107 EBH341L EBH341U De gashendel bedienen Houd het gashendelhuis in uw hand vast (met de uit-vergrendelhendel ingeduwd) en knijp de gashendel in zodat het motortoerental toeneemt. Laat de gashendel los zodat het motortoerental afneemt. Laat het gashendelhuis los uit uw hand zodat de uit-vergrendelhendel automatisch terugveert en de gashendel niet per ongeluk kan worden ingeknepen. Het motortoerental afstellen Als u het motortoerental wilt afstellen, knijpt u de gashendel helemaal in en draait u de gasregelschijf. Draai de gasregelschijf rechtsom om het motortoerental te verlagen. Draai de gasregelschijf linksom om het motortoerental te verhogen. HET LAAG TOERENTAL (VOOR STATIONAIR DRAAIEN) AFSTELLEN Als het nodig is het laag toerental (voor stationair draaien) af te stellen, doet u dit met behulp van de stelschroef op de carburator. HET LAAG TOERENTAL CONTROLEREN Stelschroef – Stel het laag toerental af op 3.000 toeren min-1. Als het nodig is het laag toerental af te stellen, draait u de stelschroef (links afgebeeld) met een kruiskopschroevendraaier. – Draai de stelschroef rechtsom om het motortoerental te verhogen. Draai de stelschroef linksom om het motortoerental te verlagen. – De carburator is over het algemeen goed afgesteld vóór aflevering aan de klant. Mocht het toch nodig zijn deze opnieuw af te stellen, neemt u contact op met een erkend servicecentrum. Carburator HET SNIJGARNITUUR SLIJPEN LET OP: De hieronder vermelde snijgarnituren mogen alleen worden geslepen door een bevoegd bedrijf. Het handmatig slijpen zal resulteren in onbalans van het snijgarnituur, waardoor trillingen zullen ontstaan en het gereedschap schade kan oplopen. – snijblad De erkende sevicecentra bieden een professionele service voor het slijpen en uitbalanceren. OPMERKING: Om de levensduur van het snijblad te verlengen, kan dit eenmalig worden omgekeerd, totdat beide snijranden bot zijn geworden. NYLONDRAAD-MAAIKOP De nylondraad-maaikop is een dubbele-draadkop voor de benzinebosmaaier die is uitgerust met zowel een automatisch draadaanvoermechanisme als een stoot-aanvoermechanisme. De nylondraad-maaikop voert automatisch de juiste lengte nylondraad aan overeenkomstig van veranderingen in de centrifugale kracht die wordt veroorzaakt door een toenemend of afnemend toerental. Om zacht gras efficiënter te maaien, stoot u de nylondraad-maaikop tegen de grond om extra nylondraad aan te voeren, zoals beschreven onder het kopje Bediening. Meest effectieve maaigebied Bediening – Verhoog het toerental van de nylondraad-maaikop naar ongeveer 6.000 toeren min-1. Een laag toerental (lager dan 4.800 toeren min-1) is niet geschikt omdat de nylondraad bij een laag toerental niet goed aangevoerd wordt. – Het meest effectieve maaigebied wordt aangegeven door het gearceerde deel in de afbeelding. Ga als volgt te werk als de nylondraad niet automatisch wordt aangevoerd: 1. Laat de gashendel los zodat de motor stationair draait en knijp de gashendel vervolgens volledig in. Herhaal deze procedure tot de nylondraad tot de juiste lengte is aangevoerd. 2. Als de nylondraad te kort is om automatisch met behulp van de bovenstaande procedure aan te voeren, stoot u de stootknop van de snijkop tegen de grond om de nylondraad aan te voeren. 3. Als de nylondraad niet met behulp van procedure 2 kan worden aangevoerd, volgt u de procedures die zijn beschreven onder “De nylondraad vervangen” om de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te vervangen. 108 Stationair toerental Stootknop Maximaal toerental De nylondaad vervangen 1. Druk de twee lippen op tegenovergestelde zijden van de behuizing in en trek de afdekking van de behuizing af. Trek eraf Lip van behuizing Opening in behuizing 2. Haal de stootknop en draadspoel uit de behuizingsnaaf. Draadspoel Stootknop 3. Steek van ieder van de twee nylondraden een uiteinde in het gaatje dat achteraan de sleuf zit in ieder van de buitenflenzen van de draadspoel. Trek de nylondraden door de sleuf in iedere buitenflens in de geulen van de draadspoel. Sleuf Achteraan de sleuf zit een gaatje 4. Wikkel de nylondraden strak op in de richting aangegeven door de linkerpijl (LH) op de buitenflens. Voorkom dat de nylondraden elkaar kruisen. In de richting “LH” Strak opwikkelen 5. Wikkel op 100 mm (3-15/16”) na de volledige lengte van de nylondraad op de draadspoel, en haak de uiteinden tijdelijk in de inkeping in de zijkant van de draadspoel. 100 mm uit de inkeping 6. Plaats de stootknop zodanig in de behuizingsnaaf dat deze tegen de veerdruk in vrij op en neer kan bewegen. Leg de draadspoel zodanig in de behuizing dat de tanden op de draadspoel en op de stootknop in elkaar grijpen als tandwielen. Tanden van de stootknop Tanden van de draadspoel 109 7. Trek de nylondraden door de gleuf van de oogjes. 8. Plaats de afdekking op de behuizing, lijn de lippen op de afdekking uit met de openingen in de behuizing. Zorg ervoor dat de afdekking nauwkeurig op de behuizing wordt bevestigd. De buitenrand van de lip van de afdekking en het buitenoppervlak van de behuizing moeten even hoog liggen. Lip van behuizing Opening in behuizing Buitenrand van de lip van de afdekking Buitenoppervlak van de behuizing ONDERHOUDSINSTRUCTIES LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de benzinebosmaaier, moet u altijd de motor uitschakelen en de bougiekap van de bougie aftrekken (zie “De bougie controleren”). Draag altijd veiligheidshandschoenen. Om een lange levensduur te garanderen en eventuele schade aan het gereedschap te voorkomen, moeten de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitgevoerd worden. Dagelijkse controle en onderhoud – Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse bouten of ontbrekende onderdelen. Let vooral op of het snijblad of de nylondraadmaaikop stevig is bevestigd. – Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder. Maak deze plaatsen zo nodig schoon. – Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het gebruik: • Reinig de buitenkant van de benzinebosmaaier en inspecteer op beschadigingen. • Maak het luchtfilter schoon. Als onder extreem stoffige omstandigheden wordt gewerkt, moet het filter meerdere keren per dag worden gereinigd. • Controleer het snijblad of de nylondraad-maaikop op beschadigingen en controleer of het snijblad of de maaikop stevig bevestigd is. • Controleer of er voldoende verschil is tussen het stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te zijn dat het snijgarnituur stilstaat wanneer de motor stationair draait (verlaag zo nodig het stationair toerental). In het geval het snijgarnituur bij stationair toerental blijft draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum. – Controleer de werking van de stopschakelaar, de uit-vergrendelhendel, de gashendel, en de vergrendelingsknop. MOTOROLIE VERVERSEN Verslechterde motorolie verkort sterk de levensduur van de bewegende delen van de motor. Controleer het verversingsinterval en de bijvulhoeveelheid. LET OP: Over het algemeen zijn de motor zelf en de motorolie heet kort nadat de motor is uitgeschakeld. Alvorens de motorolie te verversen, controleert u op de motor zelf en de motorolie voldoende zijn afgekoeld. Als u dit niet doet, bestaat de kans op verbranding. Opmerking: Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte rook vrijkomt. Verversingsinterval: In eerste instantie iedere 20 bedrijfsuren, en daarna iedere 50 bedrijfsuren Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto's) 110 Volg de onderstaande procedure om de olie te verversen. 1) Controleer of de brandstofvuldop stevig vastgedraaid is. 2) Draai de oliepeilstok los en trek hem eruit. Zorg ervoor dat de oliepeilstok schoon blijft. Brandstofvuldop Oliepeilstok 3) Leg absorptiepapier rondom de olievulopening. Absorptiepapier 4) Draai de oliepeilstok los, trek hem eruit, en tap de olie af door de motor te kantelen zodat de olievulopening onder zit. Laat de olie in een bak lopen zodat u de olie op de juiste wijze kunt weggooien. 5) Plaats de motor horizontaal en vul met nieuwe olie tot aan de rand van de olievulopening. Gebruik voor het bijvullen een olievulfles. 6) Draai na het bijvullen de oliepeilstok stevig vast. Bij onvoldoende vastdraaien van de oliepeilstok kan olie eruit lekken. TIPS VOOR HET OMGAAN MET OLIE – Gooi verbruikte motorolie nooit weg met het afval, op de grond, of in een rioolput. Het weggooien van olie is bij wet geregeld. Houd u bij het weggooien altijd aan de betreffende wetten en regelgeving. In het geval u hierover vragen heeft, neemt u contact op met een erkend servicecentrum. – Olie verslechtert, ook wanneer de olie niet wordt gebruikt. Controleer en ververs de olie regelmatig (ververs de olie iedere 6 maanden). 111 HET LUCHTFILTER REINIGEN Achterplaat WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE MATERIALEN Filterelement (spons) Luchtfilterkap Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren) – Zet met de chokehendel de choke helemaal dicht en houd de carburator vrij van stof of vuil. – Verwijder de bevestigingsbout van de luchtfilterkap. – Trek aan de onderrand van de luchtfilterkap en haal de luchtfilterkap eraf. – Als er olie op het filterelement (spons) zit, knijpt u deze goed uit. – In geval van ernstige verontreiniging: 1) Verwijder het filterelement (spons), dompel het in warm water of in een oplossing van een neutraal schoonmaakmiddel in water, en droog het grondig. 2) Reinig het filterelement (vilt) met benzine en droog het grondig. Ontluchting Filterelement (vilt) Bevestigingsbout – Alvorens het filterelement terug te plaatsen, moet het grondig droog zijn. Als het filterelement onvoldoende droog wordt teruggeplaatst, kan dat leiden tot moeilijk starten. – Veeg olie die rondom de luchtfilterkap en achterplaat zit af met een poetsdoek. – Onmiddellijk nadat het reinigen klaar is, plaatst u de luchtfilterkap terug en monteert u de bevestigingsbout. (Plaats bij het monteren eerst de bovenrand en daarna de onderrand.) Tips voor het omgaan met het filterelement – Reinig het filterelement meerdere keren per dag als onder extreem stoffige omstandigheden wordt gewerkt. – Als u blijft doorwerken terwijl het filterelement vervuild is met olie, kan de olie buiten het luchtfilter terechtkomen en tot olieverontreiniging leiden. Trek aan deze lip en verwijder het filterelement (vilt). DE BOUGIE CONTROLEREN – Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te installeren. – De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,7 tot 0,8 mm (0,028”-0,032”) bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u deze aanpassen. Als de elektroden van de bougie verstopt of vervuild zijn, moet u deze grondig schoonmaken of de bougie vervangen. LET OP: Raak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar op elektrische schok door hoogspanning). 0,7 mm - 0,8 mm (0,028”-0,032”) HET TANDWIELHUIS SMEREN – Breng elke 30 bedrijfsuren smeervet (Shell Alvania 2 of gelijkwaardig) aan in het tandwielhuis via de smeeropening. (Origineel MAKITA-smeervet kan worden aangeschaft bij uw MAKITA-dealer.) Tandwielhuis Smeeropening 112 HET BRANDSTOFFILTER REINIGEN WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE MATERIALEN Brandstoffilter (1) Slangklem Controle- en reinigingsinterval: Maandelijks (iedere 50 bedrijfsuren) Brandstofleiding Zuigkop in brandstoftank – Het brandstoffilter (1) op de zuigkop wordt gebruikt om de brandstof die door de carburator wordt aangezogen, te filteren. – Het brandstoffilter moet regelmatig visueel worden gecontroleerd. Hiertoe draait u de brandstofvuldop eraf en gebruikt u een draadhaak om de zuigkop uit de brandstofvulopening te trekken. Als het brandstoffilter hard is geworden, of vervuild of verstopt is, moet het worden vervangen. – Onvoldoende brandstoftoevoer kan ervoor zorgen dat het maximale toegelaten toerental wordt overschreden. Het is daarom belangrijk het brandstoffilter iedere drie maanden te vervangen om verzekerd te zijn van een goede brandstoftoevoer naar de carburator. DE BRANDSTOFLEIDING VERVANGEN LET OP: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE MATERIALEN Brandstofleiding Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren) Vervanging: Jaarlijks (iedere 200 bedrijfsuren) Vervang de brandstofleiding ieder jaar, ongeacht de gebruiksfrequentie. Brandstoflekkage kan brand veroorzaken. Als tijdens de inspectie een lekkage wordt gevonden, vervangt u de brandstofleiding onmiddellijk. DE BOUTEN, MOEREN EN SCHROEVEN INSPECTEREN – Draai losse bouten. moeren, enz., weer vast. – Controleer op brandstof- en olielekkage. – Vervang beschadigde onderdelen door nieuwe voor een veilig gebruik. DE ONDERDELEN REINIGEN – Houd de motor altijd schoon. – Houd de koelribben van de cilinder vrij van stof en vuil. Stof en vuil dat zich tussen de koelribben ophoopt, zal leiden tot het vastlopen van de zuiger. DE AFDICHTINGEN EN PAKKINGEN VERVANGEN Nadat de motor uit elkaar is gehaald, moeten bij het weer in elkaar zetten altijd de afdichtingen en pakkingen worden vervangen door nieuwe. Alle onderhouds- of aanpassingswerkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven, mogen alleen worden uitgevoerd door erkende servicecentra. 113 OPSLAG WAARSCHUWING: Controleer of de motor is uitgeschakeld en afgekoeld voordat u begint met het aftappen van de brandstof. Vlak na het uitschakelen van de motor, is deze nog heet en kan brandwonden, ontbranding en brand veroorzaken. LET OP: Als het gereedschap gedurende een lange tijd niet gebruikt gaat worden, tapt u alle brandstof uit de brandstoftank en carburator, en slaat u het op een droge, schone plaats op. – Tap de brandstof af uit de brandstoftank en carburator aan de hand van de volgende procedure: 1) Draai de brandstofvuldop eraf en tap de brandstof volledig af. Als een vreemde substantie is achtergebleven in de brandstoftank, verwijdert u deze volledig. 2) Trek met behulp van een draadhaak het brandstoffilter uit de brandstofvulopening. 3) Druk op de brandstofhandpomp totdat de brandstof daaruit en in de brandstoftank stroomt. 4) Plaats het brandstoffilter terug in de brandstoftank en draai de brandstofvuldop stevig vast. 5) Laat de motor vervolgens draaien tot deze afslaat. – Verwijder de bougie en breng enkele druppels motorolie via het bougiegat in de cilinder. – Trek voorzichtig aan de starthendel zodat de motorolie zich door de motor verspreidt, en monteer daarna de bougie weer. – Bevestig de beschermkap op het snijblad. – Tijdens opslag moet de schacht horizontaal liggen of het gereedschap verticaal geplaatst worden met het snijblad omhoog gericht. (Let er in dat geval goed op dat het gereedschap niet kan omvallen.) Plaats het gereedschap nooit met het snijblad omlaag gericht. De smeerolie kan er dan uitvloeien. – Bewaar de afgetapte brandstof in een speciale jerrycan op een goed geventileerde plaats in de schaduw. Aandachtspunt na langdurige opslag – Alvorens de motor na langdurige stilstand opnieuw te starten, moet de olie worden ververst (zie pag. 109). De olie verslechtert terwijl het gereedschap niet in gebruik is. Storingzoeken Storing Systeem Waarneming Oorzaak Motor start niet of moeilijk Ontstekingssysteem Ontstekingsvonk OK Fout in brandstoftoevoer of compressiesysteem, mechanisch defect Geen ontstekingsvonk Stopschakelaar ingeschakeld, bedradingsfout of kortsluiting, bougie of bougiekap defect, ontstekingsmodule defect Brandstoftoevoer Brandstoftank vol Onjuiste stand van chokehendel, carburator defect, brandstofleiding geknikt of verstopt, brandstof vuil Compressie Geen compressie bij aantrekken Cilindervoetpakking defect, krukasafdichtingen beschadigd, cilinder of zuigerveren defect, of slechte afdichting van bougie Mechanisch defect Starter wordt niet geactiveerd Gebroken startveer, gebroken onderdelen binnenin de motor Brandstoftank vol, ontstekingsvonk aanwezig Carburator vervuild. Laat schoonmaken Tank vol Verkeerde afstelling stationair draaien, carburator vervuild Problemen bij starten van warme motor Motor start, maar slat af Brandstoftoevoer Ontluchting brandstoftank defect, brandstofleiding niet open, gaskabel of stopschakelaar defect Onvoldoende prestaties Mogelijk zijn meerdere systemen tegelijk de oorzaak Slecht stationair draaien 114 Luchtfilter vervuild, carburator vervuild, uitlaatdemper verstopt, uitlaatkanaal in de cilinder verstopt Bedrijfsuren Voor gebruik Item Na smeren Dagelijks (10 uur) 30 uur 50 uur 200 uur Langdurige Zie pagina opslag Inspecteren/ reinigen 104 Motorolie Vervang de bougie. Vastdraaien (bouten, moeren, enz.) *1 110 Inspecteren 113 Reinigen/ inspecteren — Brandstoftank Brandstof aftappen *3 114 Gashendel Werking controleren — Stopschakelaar Werking controleren 107 Snijblad Inspecteren 102 Laag toerental Inspecteren/ afstellen 108 Luchtfilter Reinig. 112 Bougie Inspecteren 112 Koelluchtinlaatkanaal Reinigen/ inspecteren 113 Inspecteren 113 Brandstofleiding Vervang de bougie. *2 — Smeervet in tandwielhuis Bijvullen 112 Brandstoffilter Reinigen/ vervangen 113 Afstand tussen luchtinlaatklep Stel af. en luchtuitlaatklep *2 Olieslang *2 Inspecteren *2 Motor reviseren Carburator — Brandstof aftappen — *3 *1 Eerste keer verversen na 20 bedrijfsuren. *2 Vraag een erkend servicecentrum of een machinewerkplaats om de inspectie na 200 bedrijfsuren uit te voeren. *3 Na het aftappen van de brandstoftank, laat u de motor draaien om de brandstof in de carburator op te gebruiken. 115 114 PROBLEMEN OPLOSSEN Alvorens een verzoek voor reparatie in te dienen, controleer u de storing zelf aan de hand van de onderstaande tabel. Als een probleem is gevonden, repareert u het gereedschap aan de hand van de beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing. Probeer nooit enig onderdeel te demonteren of repareren in strijd met de beschrijvingen. Voor reparatie neemt u contact op met een erkend servicecentrum of uw plaatselijke dealer. Probleemomschrijving Mogelijke oorzaak (storing) De brandstofhandpomp werd niet ingedrukt Druk deze 7 tot 10 keer in Te zwak aantrekken van het startkoord Trek krachtig Gebrek aan brandstof Vul brandstof bij Verstopt brandstoffilter Reinig Defecte brandstofleiding Maak de brandstofleiding recht Verslechterde brandstof De verslechterde brandstof bemoeilijkt het starten. Vervang de brandstof door nieuwe. (Aanbevolen vervangingsinterval: 1 maand) Buitensporige toevoer van brandstof Verander de stand van de gashendel van middelhoog toerental naar hoog toerental en trek aan de trekstarthandgreep tot de motor start. Nadat de motor is gestart, begint het snijblad te draaien. Let goed op het snijblad. Als de motor nog steeds niet start, draait u de bougie eruit, maakt u de elektroden droog, en monteert u de bougie weer. Start vervolgens zoals beschreven. Motor start niet Motor slaat snel af Motortoerental neemt niet toe Snijblad draait niet Motor slaat slaat onmiddellijk af Motorblok trilt abnormaal sterk Motor slaat slaat onmiddellijk af Snijblad stopt niet onmiddellijk Motor slaat slaat onmiddellijk af Motor slaat niet af Oplossing Bougiekap ligt eraf Bevestig stevig Vervuilde bougie Reinig Verkeerde elektrodenafstand van bougie Stel de elektrodenafstand af Ander probleem met de bougie Vervang de bougie Probleem met de carburator Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Startkoord kan niet worden getrokken Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Probleem met aandrijving Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Onvoldoende opgewarmd Warm de motor op Chokehendel staat in de dichte stand ondanks dat de motor opgewarmd is. Zet in de geopende stand Verstopt brandstoffilter Reinig Vervuild of verstopt luchtfilter Reinig Probleem met de carburator Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Probleem met aandrijving Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Bevestigingsmoer van snijblad zit los Draai goed vast Takjes rond snijblad gewikkeld of verstoppen beschermkap. Verwijder vreemde voorwerpen Probleem met aandrijving Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Snijblad is gebroken, verbogen of versleten Vervang het snijblad Bevestigingsmoer van snijblad zit los Draai goed vast Bolle deel van snijblad is verschoven ten opzichte van het steunvlak. Bevestig stevig Probleem met aandrijving Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Hoog stationair toerental Stel af Gaskabel losgeraakt Bevestig stevig Probleem met aandrijving Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Stekker losgeraakt Bevestig stevig Probleem met elektrisch systeem Dien een verzoek in voor inspectie en onderhoud. Laat de motor stationair draaien en zet de chokehendel in de dichte stand Als de motor niet start ondanks dat deze opgewarmd is: Als bij het doorlopen van de controlepunten geen probleem wordt gevonden, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open en start u de motor. 116
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232

Makita EBH341L Handleiding

Categorie
Tuingereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor