CoaguChek XS

Roche CoaguChek XS Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Roche CoaguChek XS Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
CoaguChek
®
XS
Manuel d’utilisation
Gebruiksaanwijzing
CoaguChek
®
XS
Gebruiksaanwijzing
2
Op het verpakkingsmateriaal en op het typeplaatje van de meter kunnen
de volgende symbolen of afkortingen voorkomen. De betekenis hiervan is
hieronder weergegeven:
Houdbaar tot
Lotnummer
Medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek
Dit product voldoet aan de Europese richtlijn 98/79/EG
inzake medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek.
Artikelnummer
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Waarschuwing, raadpleeg de bijgevoegde documentatie!
Raadpleeg de veiligheidsaanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzing van het apparaat.
Fabrikant
Temperatuurlimiet (Bewaren bij)
Het systeem voldoet aan de veiligheidseisen van Canada
en de Verenigde Staten (GEREGISTREERD door UL, con-
form UL 61010A-1:02 en CAN/CSA C22.2 nr. 61010-1-04)
LOT
IVD
Het CoaguChek XS-systeem
3
Nederlands
Het CoaguChek XS-systeem
Het CoaguChek XS-systeem wordt gebruikt voor de kwantitatieve bepaling
van de protrombinetijd (andere veel gebruikte aanduidingen zijn trombo-
plastinetijd, PT en Quick-waarde) met CoaguChek XS PT-teststrips.
Op basis van, na zorgvuldige instructie door een hiertoe gekwalificeerde
medische beroepsbeoefenaar, door zelfcontrole met het CoaguChek XS-
systeem verkregen stollingswaarden dient de orale anticoagulantia-
therapie alleen in overleg en op voorschrift van de behandelende arts
te worden aangepast. De voor zelfcontrole benodigde apparatuur en
materialen zijn in Nederland verkrijgbaar bij uw trombosedienst en in
België bij uw apotheek of gespecialiseerde leverancier. Lees a.u.b. de
speciale aanwijzingen voor INR-zelfcontrole in de bijsluiter van de
verpakking teststrips.
Datum van uitgifte gebruikersinformatie: 2011-04
WAARSCHUWING
De CoaguChek XS Softclix-prikpen is uitsluitend
bedoeld voor gebruik bij zelfcontrole door één persoon.
De prikpen mag niet worden gebruikt voor het
afnemen van bloed bij verschillende personen,
omdat hiervoor geen speciale voorzieningen ter
voorkoming van infectiegevaar getroffen zijn.
Deze gebruiksaanwijzing bevat alle informatie, die nodig is voor het
bedienen en onderhouden van het CoaguChek XS-systeem. Lees deze
gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik goed door.
Medische beroepsbeoefenaren: Volg daarnaast de in de betreffende
rubrieken van deze gebruiksaanwijzing beschreven voorzorgsmaatrege-
len en procedures, die betrekking hebben op professioneel gebruik,
zorgvuldig op.
Het CoaguChek XS-systeem
4
Overzicht van herzieningen
Versie van de
Gebruiksaanwijzing
Herzieningsdatum Wijzigingen
1.0 2009-09 Nieuw document
2.0 2010-03 Herziening van de aanbevelingen voor
reiniging/ontsmetting en van de weer-
gave van meldingen met betrekking
tot veiligheid. Update van display-
weergaven.
3.0 2011-04 Verandering van prikpen. Geheugen:
300 meetresultaten met datum en tijd
Update van displayweergaven.
5
Nederlands
Het CoaguChek XS-systeem
3
Inleiding
9
Het CoaguChek XS-systeem
....................................................................... 9
Testprincipe
....................................................................................................... 10
Inhoud van de verpakking
.......................................................................... 10
Condities voor het gebruik van de meter
........................................... 11
Kwaliteitscontrole
........................................................................................... 12
Belangrijke veiligheidsinstructies en overige informatie
13
De CoaguChek XS-meter
14
De CoaguChek XS-meter
........................................................................... 15
Batterijen
............................................................................................................. 16
Eerste ingebruikname
17
Batterijen plaatsen
......................................................................................... 18
Codechip
21
Codechip plaatsen
........................................................................................ 22
Instellingen van de meter
24
Beknopt overzicht van de instellingen van de meter
................... 25
Procedure voor het instellen (instelmodus)
...................................... 26
Instellen van de datumweergave
............................................................ 29
Instellen van de datum
................................................................................. 30
Instellen van de tijdweergave
................................................................... 32
Instellen van de tijd
........................................................................................ 33
Instellen van de eenheid
............................................................................. 34
Instellen van het akoestische signaal
................................................... 35
Instellen van het therapeutische bereik (INR)
................................. 36
6
Bepaling van een monster capillair bloed
41
Belangrijke aanwijzingen
........................................................................... 42
Aanbevelingen voor het verkrijgen van capillair bloed
.............. 44
Voorbereiden van een meting
................................................................. 45
Uitvoeren van een meting
......................................................................... 46
Opmerkingen bij de weergave van de meetresultaten
............... 57
Metingen door medische beroepsbeoefenaren
61
Aanbevelingen voor het verkrijgen van een monster
capillair bloed door medische beroepsbeoefenaren
................... 62
Afvalverwijdering door medische beroepsbeoefenaren
............ 62
Geheugen (Memory)
63
Weergave van opgeslagen meetresultaten
...................................... 63
In het geheugen opgeslagen resultaten wissen
............................ 66
Reiniging en ontsmetting van de meter
69
Aanbevolen oplossingen voor het reinigen/ontsmetten
............ 70
Reiniging/ontsmetting van de buitenkant
(behuizing van de meter)
........................................................................... 71
Reiniging/ontsmetting van de teststrippengeleider
..................... 72
Foutmeldingen
75
Beknopt overzicht van de foutmeldingen
.......................................... 76
Foutmeldingen na het aanzetten van de meter
.............................. 78
Foutmeldingen bij het voorbereiden van de meting
................... 80
Foutmeldingen na bevestiging van het codenummer
................. 84
Foutmeldingen tijdens of na het opbrengen van bloed
............. 86
Foutmelding bij de infraroodcommunicatie
..................................... 94
7
Nederlands
Displayweergaven en symbolen
96
Overige informatie
99
Bestelinformatie
............................................................................................... 99
Beperkingen van het product
................................................................... 99
Productspecificaties
100
Condities voor gebruik van de meter en technische
specificaties
.................................................................................................... 100
Monstermateriaal
......................................................................................... 101
Opslag- en transportcondities
.............................................................. 101
Afvalverwijdering: weggooien van de
CoaguChek XS-meter
................................................................................ 102
Afvalverwijdering: weggooien van gebruikte batterijen
........... 102
Customer Service
......................................................................................... 103
Reparaties
........................................................................................................ 103
Garantie
104
Alfabetisch trefwoordenregister
105
8
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Inleiding
9
Nederlands
Inleiding
Het CoaguChek XS-systeem
Het CoaguChek XS-systeem (CoaguChek XS-meter en de CoaguChek
XS PT-teststrips) is ontwikkeld voor de kwantitatieve bepaling van de
protrombinetijd (tromboplastinetijd, Quick-waarde, INR-waarde) met
capillair bloed uit de vingertop of met onbehandeld, veneus volbloed.
Stollingsbepalingen zijn met het CoaguChek XS-systeem eenvoudig uit
te voeren.
Zo worden alle bedieningshandelingen d.m.v. symbolen op
de display van de CoaguChek XS-meter weergegeven.
De met een
verpakking teststrips geleverde codechip bevat alle chargespecifieke
informatie van deze teststrips, zoals de kalibratiegegevens voor de juiste
berekening van de meetresultaten en de vervaldatum van de teststrips.
U hoeft alleen de codechip in de meter te plaatsen, de meter aan te
zetten, een teststrips te plaatsen en een bloedmonster op te brengen.
Als de CoaguChek XS-meter gereed is voor een meting, wordt het
resultaat ca. 1 minuut na het opbrengen van het monster op de display
weergegeven. Na de meting wordt het resultaat automatisch in het
geheugen opgeslagen.
Indien u vragen heeft over de CoaguChek XS-meter kunt u contact
opnemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegen-
woordiging van Roche Diagnostics. De contactgegevens staan vermeld
op pagina 103.
Let op!: Om metingen correct uit te kunnen voeren, moeten de datum
en de tijd voor de eerste ingebruikname (d.w.z. nadat er voor het eerst
batterijen in de meter zijn geplaatst) juist worden ingesteld. Na iedere
vervanging van de batterijen moeten de datum en de tijd worden
gecontroleerd en, indien noodzakelijk, worden gecorrigeerd.
Inleiding
10
Testprincipe
De CoaguChek XS PT-teststrip bevat een gevriesdroogd reagens
(reagens in gedroogde vorm). De reactieve bestanddelen van dit reagens
bestaan uit tromboplastine en een peptidesubstraat. Als het monster is
opgebracht, wordt het stollingsproces geactiveerd door tromboplastine,
hetgeen resulteert in de vorming van trombine. De meter start gelijktijdig
met het meten van de tijd. Het gevormde trombine splitst het peptidesub-
straat, waarbij een elektrochemisch signaal wordt opgewekt. Dit signaal
wordt afhankelijk van het tijdstip, waarop het optreedt, met behulp van
een hiervoor geschikt algoritme in de gebruikelijke stollingseenheden
(INR, % Quick, seconden) omgerekend en het resultaat wordt op de
display weergegeven.
Inhoud van de verpakking
CoaguChek XS-meter
4 Batterijen 1,5 V (alkalimangaan) type AAA
CoaguChek XS Softclix-prikpen met gebruiksaanwijzing
CoaguChek Softclix-lancetten
Draagtas voor het systeem
Gebruiksaanwijzing
Inleiding
11
Nederlands
Condities voor het gebruik van de meter
Voor de goede werking van uw CoaguChek XS-systeem dienen de
volgende aanwijzingen te worden opgevolgd:
Gebruik de meter alleen bij kamertemperatuur (tussen +15 °C
en +32 °C).
Gebruik de meter alleen bij een relatieve luchtvochtigheid tussen
10 % en 85 %.
Voor het uitvoeren van een meting moet de meter op een vlakke,
stabiele ondergrond worden geplaatst of horizontaal in de hand
worden gehouden.
Als de meter gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet deze
in de bijgeleverde draagtas worden bewaard.
Gebruik de meter alleen bij een hoogte van maximaal 4.300 m.
Elektromagnetische storingen
Sterke elektromagnetische velden kunnen het functione-
ren van de meter beïnvloeden. Gebruik de meter daarom
niet in de onmiddellijke nabijheid van bronnen met
sterke elektromagnetische straling.
Inleiding
12
Kwaliteitscontrole
Het CoaguChek XS-systeem bevat een aantal ingebouwde kwaliteits-
controlefuncties:
Controle van de elektronische componenten en functies bij het
aanzetten van de meter.
Controle van de temperatuur van de teststrip tijdens de uitvoering
van de meting.
Controle van de vervaldatum en de chargespecifieke informatie van
de teststrip.
Een in de teststrip geïntegreerde kwaliteitscontrole. Kwaliteitscontro-
les of functiecontroles met testoplossingen, zoals u deze misschien
van andere apparaten kent, zijn hierdoor niet meer noodzakelijk.
Belangrijke veiligheidsinstructies en overige informatie
13
Nederlands
Belangrijke veiligheidsinstructies en
overige informatie
In deze rubriek wordt uitgelegd, hoe meldingen met betrekking tot
veiligheid en informatie over de juiste omgang met het systeem in de
gebruiksaanwijzing van het CoaguChek XS-systeem worden weerge-
geven. Lees deze delen van de tekst zorgvuldig door.
Het symbool voor veiligheidswaarschuwingen alleen
(zonder alarmerende tekst) wordt gebruikt om de aan-
dacht te vestigen op gevaren van algemene aard of om de
lezer te wijzen op de bijbehorende veiligheidsinformatie.
WAARSCHUWING
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die, indien deze niet
wordt vermeden, zou kunnen leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
VOORZICHTIG!
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die, indien deze niet
wordt vermeden, zou kunnen leiden tot lichte of middel-
zware verwondingen.
LET OP!
Geeft een gevaarlijke situatie aan, die, indien deze niet
wordt vermeden, zou kunnen leiden tot schade aan het
systeem.
Belangrijke informatie, die geen betrekking heeft op de veiligheid,
wordt tegen een gekleurde achtergrond (zonder symbool) weerge-
geven. Hier vindt u aanvullende informatie over het juiste gebruik
van de meter of nuttige tips.
Aanwijzingen met betrekking tot te verrichten handelingen (dus
handelingen, die u zelf moet uitvoeren) worden eveneens tegen een
blauwe achtergrond weergegeven.
De CoaguChek XS-meter
14
De CoaguChek XS-meter
G
D
A
B
E
C
F
I
H
H
De CoaguChek XS-meter
15
Nederlands
De CoaguChek XS-meter
A Display
Geeft alle meetresultaten,
informatie, symbolen en
opgeslagen meetresultaten
weer.
B M-toets (Memory)
Door op deze toets te
drukken, kunt u de in het
geheugen opgeslagen meet-
resultaten oproepen en de
instellingen van de meter
wijzigen. Bovendien kunt
u met deze toets het voor
iedere meting weergegeven
codenummer bevestigen.
C Aan/Uit-toets
Door op deze toets te druk-
ken wordt de meter aan- of
uitgezet.
D Klep van de teststrippen-
geleider
De klep kan worden ver-
wijderd om de teststrippen-
geleider te reinigen.
E Teststrippengeleider
Hier moet de teststrip worden
ingevoerd.
F Deksel van het
batterijencompartiment
Sluit het batterijencomparti-
ment af (4 alkalimangaan-
batterijen 1,5 V type AAA)
G Uitsparing voor de
codechip
De codechip wordt hierin
geplaatst.
H Set-toets
De Set-toets bevindt zich aan
de linkerzijkant van de meter.
Door op deze toets te druk-
ken kunt u de verschillende
instellingen van de meter
vastleggen.
I Infraroodvenster
De infrarood-interface maakt
de overdracht van opgesla-
gen gegevens mogelijk.
De CoaguChek XS-meter
16
Batterijen
Om energie te sparen schakelt de CoaguChek XS-meter zichzelf na
3 minuten uit, als er binnen deze tijd geen toets is ingedrukt of er geen
nieuwe teststrip is geplaatst. Als de meter zichzelf uitschakelt, worden
alle, tot dat moment verkregen testresultaten in het geheugen opgesla-
gen. Na het aanzetten geeft de meter d.m.v. het batterijsymbool korte tijd
aan, hoe vol de batterijen nog zijn. Het batterijsymbool bestaat hiertoe uit
vier segmenten.
Meetresultaten, inclusief de bijbehorende meetdatum en tijd, en alle
andere instellingen van de meter blijven ook zonder batterijen in het
geheugen opgeslagen.
Wees milieubewust. Gooi gebruikte batterijen weg met het klein
chemisch afval (KCA).
Bij het vervangen van de batterijen moeten de nieuwe batterijen binnen
een (1) minuut zijn geplaatst, om de instellingen van tijd en datum te
behouden. Als deze tijd wordt overschreden, dan moeten de datum en
de tijd opnieuw worden ingesteld. Gebruik uitsluitend alkalimangaan-
batterijen type AAA.
De CoaguChek XS-meter wordt geleverd met batterijen van een goede
kwaliteit. Omdat de kwaliteit van de verschillende merken batterijen
nogal kan verschillen, adviseert Roche u om de gebruikte batterijen
te vervangen door nieuwe batterijen van een gelijkwaardige, goede
kwaliteit en batterijen van verschillende merken niet gecombineerd te
gebruiken. Nieuwe en reeds gebruikte batterijen dienen eveneens niet
gecombineerd te worden gebruikt.
Houd er rekening mee, dat de levensduur van batterijen door vele factoren,
zoals de kwaliteit van de batterijen, condities voor gebruik (b.v. omgevings-
temperatuur), gebruiksfrequentie en testduur, kan worden beïnvloed.
WAARSCHUWING
Werp batterijen in verband met explosiegevaar niet in
het vuur!
Eerste ingebruikname
17
Nederlands
Eerste ingebruikname
Voor de eerste ingebruikname van de meter moeten de volgende
stappen worden uitgevoerd:
1 Plaats de batterijen.
2 Plaats de codechip (kan ook direct voor de meting).
3 Stel de actuele datum en tijd in.
4 Stel de gewenste eenheid in, waarin de resultaten moeten
worden weergegeven.
Eerste ingebruikname
18
Batterijen plaatsen
1 Draai het uitgeschakelde
apparaat om.
2 Open het batterijencomparti-
ment door de vergrendeling
zachtjes naar het midden van
de meter te drukken en de
deksel op te lichten.
3 Plaats de vier batterijen, zoals
aangegeven in het batterijen-
compartiment. Let hierbij
vooral op de positie van “+”
(bovenkant van de batterij)
en “–” (platte onderkant).
Circa 5 seconden na het
plaatsen van de batterijen
wordt de meter automatisch
aangezet.
Gebruik uitsluitend alkali-
mangaan-batterijen (1,5V,
AAA). Wees milieubewust.
Gooi gebruikte batterijen weg
met het klein chemisch afval
(KCA).
Eerste ingebruikname
19
Nederlands
4 Sluit de deksel van het
batterijencompartiment.
5 Om onjuiste aflezingen door
defecte displayelementen te
vermijden, moet regelmatig
worden gecontroleerd of alle
displayelementen correct
worden weergegeven.
Tip:
Als de displayelementen te
kort zijn weergegeven, kunt
u de volgende keer, dat u de
meter aanzet, de Aan/Uit-
toets ingedrukt houden.
Zolang u de toets ingedrukt
houdt, worden de elementen
op de display weergegeven.
code
pm
am
mem
error
set
%Q
Sec
INR
28:88 88
--
8888
888
QC C
18:88
Eerste ingebruikname
20
6 Controleer of de display de
juiste datum en tijd weer-
geeft.
Als deze instellingen nog
niet waren ingevoerd of
zijn gewist (langer dan
één minuut zonder stroom-
voorziening), gaat uw
CoaguChek XS-meter nu
automatisch naar de instel-
modus. Als u de datum en de
tijd heeft ingesteld, gaat de
meter automatisch naar de
meetmodus. Voor het invoe-
ren van nog meer instellingen
vindt u de informatie in het
hoofdstuk Procedure voor het
instellen (instelmodus) op
pagina 26 en verder.
7 Zet de meter weer uit, als de
instellingen correct zijn.
11:23 11
--
0412
set
00
--
1231
Codechip
21
Nederlands
Codechip
De codechip voorziet de meter van belangrijke informatie, die nodig is
om de stollingsbepaling uit te kunnen voeren. De chip bevat informatie
over de testmethode, het chargenummer en de vervaldatum. Na het
plaatsen van de codechip is de meter gereed voor gebruik.
Controleer bij iedere meting of de juiste codechip in de meter is
geplaatst.
Let er op, dat bij het gebruik van een nieuwe verpakking teststrips
de oude codechip wordt verwijderd en wordt vervangen door de
codechip, die met de nieuwe verpakking teststrips is geleverd.
Iedere codechip behoort bij een specifieke charge (lot) teststrips. Ver-
wijder de codechip pas, als u metingen gaat uitvoeren met teststrips
uit een nieuwe verpakking (en plaats de hierbij behorende codechip).
De codechip mag niet worden blootgesteld aan vocht en apparaten,
die een magnetisch veld opwekken.
Codechip
22
Codechip plaatsen
1 Verwijder de eventueel nog
in de meter aanwezige oude
codechip.
De oude, gebruikte codechip
mag met het gewone huisvuil
worden weggegooid.
2 Controleer altijd of het code-
nummer op de codechip
overeenkomt met het code-
nummer op het etiket van de
flacon teststrips.
VOORZICHTIG!
Bij gebruik van een verkeerde codechip kunnen er
onjuiste meetresultaten op de display worden weer-
gegeven.
Codechip
23
Nederlands
Telkens als u een teststrip in de meter plaatst, wordt het codenummer
van de codechip, die zich in de meter bevindt, op de display weergege-
ven. Controleer of het codenummer op de display overeenkomt met het
op de flacon gedrukte codenummer. Als beide codenummers overeen-
komen, bevestigt u dit door op de M-toets te drukken (zie pagina 49).
Als de codenummers niet overeenkomen, moet u de meter uitzetten
en de juiste codechip plaatsen. Gooi de oude codechip direct weg om
verdere verwisselingen te vermijden.
Als de codechip ontbreekt of niet goed in de uitsparing is geschoven,
worden op de display gelijktijdig de meldingen Error en Code weer-
gegeven (raadpleeg hiervoor het hoofdstuk Foutmeldingen vanaf
pagina 75).
3 Schuif de nieuwe codechip,
zoals hiernaast weergegeven,
in de hiervoor bestemde uit-
sparing aan de zijkant van de
meter, tot u een duidelijke
klik hoort.
Instellingen van de meter
24
Instellingen van de meter
Let op!: Als de datum niet is ingesteld (als de meter voor de eerste keer
is aangezet of als deze langer dan één minuut zonder stroomvoorziening
is geweest), kunt u geen test uitvoeren. Na het aanzetten gaat de meter
automatisch naar de instelmodus, waarna u de datum en de tijd moet
instellen. Vervolgens gaat de meter automatisch naar de meetmodus.
Instellingen van de meter
25
Nederlands
Beknopt overzicht van de instellingen van de meter
* “Fabrieksinstelling” geeft de instelling weer, zoals deze in de fabriek is
ingesteld en waarmee de meter de fabriek heeft verlaten.
Instelling Keuzemogelijkheden Fabrieks-
instellingen *
Datumweergave dag-maand-jaar (31-12-00)
maand-dag-jaar (12-31-00)
jaar-maand-dag (00-12-31)
31-12-00
Datum 31-12-00
Tijdweergave 24-uursweergave (24h)
12-uursweergave (12h),
met de toevoeging a.m./p.m.
24h
Tijd 12:00
Eenheid %Q
Sec
INR
INR
Akoestisch signaal Aan (On)
Uit (Off)
On
Therapeutisch
bereik (alleen INR)
Aan (On)
Uit (Off)
Off
Instellen van het
bereik [INR]
Onderste grenswaarde
(1,5 – 3,5)
Bovenste grenswaarde
(2,5 – 4,5)
1,5 INR
2,5 INR
Instellingen van de meter
26
Procedure voor het instellen (instelmodus)
Alle instellingen worden met de Set- en de M-toets ingevoerd, zoals
hieronder beschreven
1 Als de meter zich na het aan-
zetten niet automatisch in de
instelmodus bevindt, moet
u op de Set-toets (aan de
linkerkant van de meter)
drukken.
Ook als de meter reeds is
ingeschakeld, kunt u met
behulp van de Set-toets naar
de instelmodus gaan.
2 Als de instelling, waarvan
op de display wordt weerge-
geven, dat deze kan worden
gewijzigd, juist is (b.v. de
datum is juist en u wilt alleen
de tijd wijzigen), kunt u met
de Set-toets direct naar de
volgende instelling gaan
of
Instellingen van de meter
27
Nederlands
3 U drukt op de M-toets om de
op de display knipperende
instelling te wijzigen. U kunt
zo vaak op de M-toets druk-
ken (of de toets ingedrukt
houden), tot de gewenste
instelling (waarde) wordt
weergegeven. Instellingen
met slechts twee keuzemo-
gelijkheden (tijdweergave,
akoestisch signaal) worden
met de M-toets in- of uitge-
schakeld.
4 Druk opnieuw op de Set-
toets om de geselecteerde
instelling te bevestigen
(waarna deze wordt opge-
slagen) en ga verder met de
volgende instelling.
Instellingen van de meter
28
5 U kunt de afzonderlijke
instellingen uitsluitend in
voorwaartse richting selecte-
ren. Even teruggaan is dus
niet mogelijk. Wijzigingen
kunnen alleen worden uitge-
voerd door de instellingen
opnieuw te selecteren. De
instelprocedure kan op ieder
moment worden beëindigd
door op de Aan/Uit-toets
te drukken. De reeds inge-
voerde instellingen blijven
hierbij behouden.
Instellingen van de meter
29
Nederlands
Instellen van de datumweergave
De eerste stap is het selecteren van de datumweergave (de datum
wordt knipperend op de display weergegeven). De volgende
mogelijkheden kunnen worden geselecteerd:
31-12-00 (= fabrieksinstelling) dag-maand-jaar
12-31-00 maand-dag-jaar
00-12-31 jaar-maand-dag
Onderdelen, die in de onderstaande afbeeldingen door een stralenkrans
worden omgeven, worden op de display knipperend weergegeven.
De Set-toets bevindt zich aan de linkerzijkant van de meter. Door op de
Set-toets te drukken, komt u in de instelmodus. Dit wordt door het woord
set” op de display weergegeven.
1 Druk op de M-toets, om
de datumweergave te
selecteren. 31-12-00 wordt
knipperend op de display
weergegeven. U kunt nu de
datumweergave selecteren.
2 Druk vervolgens op de Set-
toets om deze instelling op te
slaan en met de instelling
van de datum verder te gaan.
Op de display verschijnt
automatisch de instelling van
de datum.
set
00
--
1231
Instellingen van de meter
30
Instellen van de datum
Met de volgende drie instellingen worden eerst het jaar, vervolgens de
maand en tot slot de dag ingevoerd.
3 Druk op de M-toets om het
op de display knipperende
getal te wijzigen en het
actuele jaar in te stellen.
4 Druk op de Set-toets om het
jaar op te slaan. Vervolgens
verschijnt automatisch de
display voor het invoeren van
de maand.
5 De in de fabriek ingestelde
maand knippert. Druk op de
M-toets tot de gewenste
maand wordt weergegeven.
6 Druk op de Set-toets om de
instelling op te slaan. Hierna
verschijnt automatisch de
display voor het invoeren van
de dag.
set
00
--
1231
set
11
--
0431
Instellingen van de meter
31
Nederlands
7 De in de fabriek ingestelde
dag knippert. Druk op de
M-toets tot de gewenste dag
wordt weergegeven.
8 Druk op de Set-toets om de
geselecteerde instelling op te
slaan. Hierna verschijnt auto-
matisch de display voor het
instellen van de tijdweergave.
set
11
--
0412
Instellingen van de meter
32
Instellen van de tijdweergave
U kunt de weergave van de tijd nu selecteren, hetzij in de internationale
weergave (24-uursweergave = fabrieksinstelling), hetzij in de Engels-
Amerikaanse weergave (12-uursweergave met de toevoeging “a.m.”
of “p.m.”).
9 Druk op de M-toets om
tussen de 24-uurs- en de
12-uursweergave te wisselen.
10 Druk op de Set-toets om
de gewenste instelling op
te slaan en verder te gaan
met het instellen van de tijd.
Hierna wordt automatisch de
display voor het instellen van
de tijd weergegeven.
set
24 h
set
12 h
Instellingen van de meter
33
Nederlands
Instellen van de tijd
Als eerste kunt u het actuele uur instellen, gevolgd door de instelling van
de minuten.
11 Druk op de M-toets om het
op de display knipperende
getal te wijzigen. Nadat u ver-
volgens op de Set-toets heeft
gedrukt, kunt u de minuten
instellen (opnieuw met de
M-toets).
Als u de tijdweergave 12h
heeft geselecteerd, wordt bij
het bereiken van de tijd
“12:xx” op de display tussen
a.m. en p.m. omgeschakeld.
12 Druk op de Set-toets om de
geselecteerde instelling op
te slaan en met de instelling
van de weergave van de
eenheden verder te gaan.
set
11:23
12:23
am
set
11:23
pm
12:23
Instellingen van de meter
34
Instellen van de eenheid
Selecteer nu de eenheid, waarin het meetresultaat weergegeven moet
worden. U kunt kiezen uit de volgende eenheden:
%Q
Sec
INR (fabrieksinstelling)
De momenteel ingestelde eenheid knippert op de display.
Als u de eenheid “INR” heeft geselecteerd, kunt u, als u dit wilt, uw
therapeutische streefwaardenbereik invoeren. Hierdoor wordt na iedere
meting aangegeven of het meetresultaat binnen uw therapeutische
streefwaardenbereik ligt (zie pagina 36).
WAARSCHUWING
Het verdient aanbeveling om de eenheid in overleg met
uw arts vast te stellen.
13 Druk op de M-toets om
tussen de drie mogelijke
eenheden te wisselen.
14 Druk op de Set-toets om
de geselecteerde eenheid op
te slaan. Hierna wordt auto-
matisch de display voor het
instellen van het akoestische
signaal weergegeven.
set
Sec
set
%Q
set
INR
Instellingen van de meter
35
Nederlands
Instellen van het akoestische signaal
Na het instellen van de eenheid volgt de instelling van het akoestische
signaal met “On” resp.”OFF” (= “Aan” resp. “Uit”). Als het akoestische
signaal is ingeschakeld (“On”) wordt in de volgende situaties een
akoestisch signaal afgegeven:
als de meter het plaatsen van een teststrip detecteert,
als het opwarmen van de teststrip is beëindigd en er een monster
moet worden opgebracht,
als de meter een monster detecteert,
als de resultaat op de display wordt weergegeven en
als er een fout is opgetreden (drie korte tonen).
Wij adviseren u om het akoestische signaal in principe ingeschakeld
te houden.
15 Druk op de M-toets om
tussen “OFF” (Uit) en “On
(Aan = fabrieksinstelling)
te wisselen.
16 Druk op de Set-toets om
de geselecteerde instelling
op te slaan. De display geeft
automatisch de volgende
instelmogelijkheid weer.
set
0n
Instellingen van de meter
36
Instellen van het therapeutische bereik (INR)
De verdere voortgang van het instellen is afhankelijk van de eerder
geselecteerde eenheid, waarin de resultaten worden weergegeven.
Als u “%Q” of “Sec” heeft geselecteerd, dan is het instellen van uw
CoaguChek XS-meter hiermee voltooid en wordt op de display “End”
(zie pagina 38) weergegeven.
Als u “INR” als eenheid heeft ingesteld, kunt u nu kiezen voor de aanvul-
lende weergave van de resultaten, die buiten een therapeutisch streef-
waardenbereik liggen. Als u deze keuzemogelijkheid heeft ingesteld,
wordt er bij meetresultaten boven of onder het ingestelde bereik aanvul-
lend een pijlsymbool op de display weergegeven om u er op te attende-
ren, dat deze resultaten buiten het streefwaardenbereik liggen.
Als u deze keuzemogelijkheid heeft geactiveerd (“On”), heeft u aanvul-
lend de mogelijkheid om de grenswaarden van het streefwaardenbereik
vast te leggen. Overleg met uw arts, welk streefwaardenbereik voor u van
toepassing is.
17 Druk op de M-toets om
tussen “OFF” (Uit = fabrieks-
instelling) en “On” (Aan) te
wisselen.
18 Druk op de Set-toets om de
geselecteerde instelling op te
slaan en met de volgende
instelling verder te gaan.
set
0FF
Instellingen van de meter
37
Nederlands
19 Druk op de M-toets om de
onderste grenswaarde
(weergegeven door een naar
beneden wijzende pijl) in het
bereik van 1,5 – 3,5 INR in te
voeren.
20 Druk op de Set-toets om de
geselecteerde instelling op te
slaan en met het instellen van
de bovenste grenswaarde
verder te gaan.
21 Druk op de M-toets om de
bovenste grenswaarde
(weergegeven door een naar
boven wijzende pijl) in het
bereik van 2,5 – 4,5 INR in
te voeren. De in te stellen
waarde moet echter minstens
0,1 INR boven de onderste
grenswaarde liggen.
22 Druk op de Set-toets om de
geselecteerde instelling op
te slaan en het instellen te
beëindigen.
set
INR
15
set
INR
25
Instellingen van de meter
38
Het instellen van de meter is nu voltooid.
Deze displayweergave verschijnt
automatisch na het invoeren van
de laatste instelling en geeft
gedurende enkele seconden het
afsluiten van de instelprocedure
weer.
Vervolgens schakelt de meter
automatisch over naar de meet-
modus.
set
End
11:23 11
--
0412
Instellingen van de meter
39
Nederlands
U kunt de instelprocedure op ieder moment onderbreken (b.v. na het
invoeren van een onjuiste instelling) door op de Aan/Uit-toets te
drukken. Start de instelprocedure vervolgens opnieuw door de meter
weer met de Set-toets aan te zetten. Druk vervolgens zo vaak op de
Set-toets tot u bij de te wijzigen instelling gekomen bent.
Als u nu geen meting uit wilt voe-
ren, kunt u de meter uitzetten.
Instellingen van de meter
40
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Bepaling van een monster capillair bloed
41
Nederlands
Bepaling van een monster capillair bloed
Benodigdheden:
CoaguChek XS-meter
De reeds in de meter geplaatste codechip (wordt met iedere flacon
teststrips geleverd)
Een flacon teststrips met teststrips, die bij de hiervoor genoemde
codechip horen
Prikpen (b.v. CoaguChek XS Softclix)
Lancetten (b.v. CoaguChek Softclix Lancet)
Niet-pluizende doekjes of papieren tissues
Bepaling van een monster capillair bloed
42
Belangrijke aanwijzingen
Altijd …
de flacon teststrips direct na het uitnemen van een teststrip weer
goed met de dop afsluiten.
de meter bij kamertemperatuur (tussen +15 °C en +32 °C
gebruiken.
de meter op een vlakke, stabiele ondergrond (tafel) plaatsen of
zo horizontaal mogelijk in de hand houden.
de informatie in de bijsluiter opvolgen voor een juist gebruik en
een juiste behandeling van de teststrips.
de teststrippengeleider en de buitenkant van de meter schoon
houden. Raadpleeg het hoofdstuk Reiniging en ontsmetting van
de meter.
Bepaling van een monster capillair bloed
43
Nederlands
Nooit …
de meter bij extreme temperaturen bewaren.
de meter zonder bescherming onder vochtige of klamme
omstandigheden bewaren.
tijdens de uitvoering van een meting de codechip verwijderen
of plaatsen.
een codechip uit een andere verpakking gebruiken.
de teststrips tijdens een meting aanraken of verwijderen.
na de vingerprik langer dan 15 seconden wachten met het
opbrengen van het bloed.
extra bloed op de teststrip opbrengen, als de meting al is
begonnen.
een meting uitvoeren met een bloeddruppel van een voorgaande
vingerprik.
Het niet opvolgen van bovengenoemde aanwijzingen
kan tot onjuiste meetresultaten leiden.
Bepaling van een monster capillair bloed
44
Aanbevelingen voor het verkrijgen van capillair bloed
Voor het verkrijgen van een geschikte bloeddruppel:
Was uw handen met warm water en droog ze goed af.
Laat uw hand langs uw lichaam hangen, voordat u de vingerprik
verricht.
Masseer uw vinger direct na de punctie zachtjes in de richting van
de vingertop om zonder drukken of knijpen een voldoend grote
bloeddruppel te verkrijgen.
WAARSCHUWING
Op de huid achtergebleven water kan de bloeddruppel
verdunnen en hierdoor tot onjuiste meetresultaten leiden.
WAARSCHUWING
De CoaguChek XS Softclix-prikpen is uitsluitend
bedoeld voor gebruik bij zelfcontrole door één persoon.
De prikpen mag niet worden gebruikt voor het
afnemen van bloed bij verschillende personen,
omdat hiervoor geen speciale voorzieningen ter
voorkoming van infectiegevaar getroffen zijn.
Bepaling van een monster capillair bloed
45
Nederlands
Voorbereiden van een meting
1 Leg de flacon teststrips
gereed.
2 Controleer of de codechip,
die bij deze teststrips hoort,
zich in de meter bevindt.
3 Maak de prikpen gereed door
een nieuw lancet te plaatsen.
Voer de vingerprik echter pas
uit, als dit verderop in deze
beschrijving gevraagd wordt.
Bepaling van een monster capillair bloed
46
Uitvoeren van een meting
1 Was uw handen met zeep
en warm water. Droog uw
handen goed af.
WAARSCHUWING
Op de huid achtergebleven water kan de bloeddruppel
verdunnen en hierdoor tot onjuiste meetresultaten leiden.
2 Plaats de meter op een
vlakke, stabiele ondergrond
of houd hem horizontaal in
de hand. Zet de meter aan
door op de Aan/Uit-toets
te drukken. Het is ook moge-
lijk om de meter door het
plaatsen van een teststrip aan
te zetten.
3 Controleer of alle symbolen
correct op de display worden
weergegeven om onjuiste
aflezingen te voorkomen.
code
pm
am
mem
error
set
%Q
Sec
INR
28:88 88
--
8888
888
QC C
18:88
Bepaling van een monster capillair bloed
47
Nederlands
4 Controleer de ladingstoe-
stand van de batterijen. Als er
in het batterijsymbool geen
balksegmenten meer worden
weergegeven, kunnen er
geen metingen meer worden
uitgevoerd.
5 Controleer of de datum en
de tijd juist zijn. Corrigeer
onjuiste instellingen, zoals
op pagina 26 en verder is
beschreven.
6 Het knipperende teststrip-
symbool geeft aan, dat u nu
een teststrip in de meter moet
schuiven. Neem een teststrip
uit de flacon. De flacon test-
strips moet direct, nadat
hieruit een teststrip is
genomen, weer met de
dop worden afgesloten.
LET OP!
De teststrips kunnen door invloeden van buitenaf
(b.v. hoge luchtvochtigheid) onbruikbaar worden,
hetgeen tot foutmeldingen kan leiden.
11:23 11
--
0412
11:23 11
--
0412
Bepaling van een monster capillair bloed
48
7 Houd de teststrip vast met de
opgedrukte belettering, de
pijlen en de bloeddruppel-
symbolen naar boven.
8 Schuif de teststrip in de rich-
ting van de opgedrukte pijlen
in de teststrippengeleider.
Schuif de teststrip zo ver
mogelijk in de meter. Een
akoestisch signaal (indien
dit in de instellingen van de
meter is ingeschakeld) geeft
aan, dat de meter de teststrip
heeft gedetecteerd.
Bepaling van een monster capillair bloed
49
Nederlands
Op de display wordt nu het code-
nummer van de codechip, die
zich in de meter bevindt, knippe-
rend weergegeven. Controleer of
dit nummer overeenkomt met het
codenummer op de flacon test-
strips.
9 Als het codenummer juist is,
bevestigt u dit door op de
M-toets te drukken.
Het codenummer stopt met
knipperen.
Als het codenummer niet
overeenkomt, moet u de
onjuiste codechip verwijde-
ren en de bij de teststrip
behorende, nieuwe codechip
in de meter plaatsen.
VOORZICHTIG!
Het gebruik van onjuiste codechips kan tot onjuiste
meetresultaten leiden!
code
11:23 11
--
0412
184
Bepaling van een monster capillair bloed
50
Een zandloper verschijnt tijdens
het opwarmen van de teststrip
op de display. Hierna wordt
(indien ingeschakeld) met een
volgend akoestisch signaal aan-
gegeven, dat u het bloed nu kunt
opbrengen.
Op de display beginnen het
bloeddruppelsymbool en de
opbrengzone te knipperen.
De meter is gereed voor het
uitvoeren van een meting en in
afwachting van het opbrengen
van het bloed.
Gelijktijdig begint de meter van
180 seconden naar nul terug te
tellen (countdown). U moet de
bloeddruppel binnen deze tijd
hebben opgebracht, anders
wordt er een foutmelding weer-
gegeven (displayweergave error
en de waarde “000” in het
resultatenveld).
11:24 11
--
0412
Sec
11:25 11
--
0412
107
Bepaling van een monster capillair bloed
51
Nederlands
10 Verricht nu met de prikpen
een vingerprik aan de zijkant
van een vingertop.
Wij bevelen aan om in de zijkant
van de vingertoppen te prikken,
omdat de pijnprikkel op deze
plaatsen het kleinst is.
Masseer uw vinger direct na het
prikken zachtjes in de richting van
de vingertop om zonder drukken
of knijpen een voldoend grote
bloeddruppel te verkrijgen.
Breng de eerste bloeddruppel
van de vinger op de teststrip
op.
WAARSCHUWING
De CoaguChek XS Softclix-prikpen is uitsluitend
bedoeld voor gebruik bij zelfcontrole door één persoon.
De prikpen mag niet worden gebruikt voor het
afnemen van bloed bij verschil lende personen,
omdat hiervoor geen speciale voorzieningen ter
voorkoming van infectiegevaar getroffen zijn.
Bepaling van een monster capillair bloed
52
11 Breng het bloed direct van de
vinger op de halfronde, door-
zichtige monsteropbreng-
zone van de teststrip op.
Bepaling van een monster capillair bloed
53
Nederlands
Het is ook mogelijk om de
bloeddruppel tegen de zij-
kant van de opbrengzone te
houden (in plaats van deze
van bovenaf in het midden op
te brengen). Hierbij wordt het
bloed door capillaire werking
in de teststrip opgezogen.
Hierbij moet u de bloeddrup-
pel zolang tegen de teststrip
houden, tot het knipperende
bloeddruppelsymbool van de
display is verdwenen en er
een akoestisch signaal klinkt
(indien ingeschakeld).
De bloeddruppel moet binnen
15 seconden na de vingerprik
van de vingertop op de teststrip
worden opgebracht. Als het bloed
later wordt opgebracht, leidt dit
tot onjuiste resultaten, omdat
het stollingsproces dan al is
begonnen.
Bepaling van een monster capillair bloed
54
Als er voldoende bloed is opge-
bracht, klinkt er een akoestisch
signaal (indien ingeschakeld).
Het bloeddruppelsymbool
verdwijnt en de meting wordt
gestart.
Voeg geen extra bloed toe (nadoseren). Raak de teststrip niet aan tot het
resultaat op de display wordt weergegeven.
Eerst wordt de automatische
kwaliteitscontrole van de teststrip
uitgevoerd. Deze procedure
wordt weergegeven door “QC”
(Engels: Quality Control = kwali-
teitscontrole) op de display.
De succesvolle uitvoering van
deze controle wordt met een
vinkje achter de letters “QC”
weergegeven.
11:27 11
--
0412
QC
11:28 11
--
0412
Bepaling van een monster capillair bloed
55
Nederlands
Hierna wordt de eigenlijke meet-
procedure pas uitgevoerd. De
zandloper knippert tot het meet-
resultaat wordt weergegeven.
Het resultaat wordt in de door
u (bij de instelling van de meter)
geselecteerde eenheid weerge-
geven en automatisch opgesla-
gen. U kunt de eenheid, waarin
het resultaat wordt weergegeven,
echter ook veranderen, door
tijdens het weergeven van het
resultaat op de Set-toets te druk-
ken (zie pagina 58). De Set-toets
bevindt zich aan de linkerzijkant
van de meter.
Noteer het meetresultaat in uw
patiëntendagboek. Lees voor de
interpretatie van het meetresul-
taat ook de bijsluiter van de ver-
pakking teststrips goed door.
QC
11:28 11
--
0412
INR
11:29 11
--
0412
30
Bepaling van een monster capillair bloed
56
12 Verwijder de teststrip uit de
teststrippengeleider.
13 Zet de meter uit.
14 Gooi de gebruikte teststrip
weg met het gewone huisvuil.
WAARSCHUWING
Gooi de gebruikte lancetten op een zodanige wijze weg,
dat u of anderen zich niet aan de naald kunnen verwon-
den (b.v. door het gebruik van een naaldencontainer).
15 Maak de meter, indien
noodzakelijk, schoon
(zie pagina 69).
Bepaling van een monster capillair bloed
57
Nederlands
Opmerkingen bij de weergave van de meetresultaten
Als het meetresultaat in INR
wordt weergegeven en u de
betreffende keuzemogelijkheid
heeft geactiveerd, worden resul-
taten buiten het vastgestelde
streefwaardenbereik met een
omhoog (te hoge waarde) of
omlaag (te lage waarde) wijzende
pijl weergegeven.
INR
11:29 11
--
0412
50
INR
11:29 11
--
0412
13
Bepaling van een monster capillair bloed
58
Er wordt een “c” bij het resultaat
weergegeven.
Dit gebeurt, als de hematocriet-
waarde zeer laag is of als het
bloed op onjuiste wijze is verkre-
gen (b.v. natte handen). Herhaal
de meting en zorg ervoor, dat uw
handen goed droog zijn. Als deze
melding opnieuw wordt weerge-
geven, moet u contact opnemen
met uw medische beroepsbeoe-
fenaar om uw hematocrietwaarde
te laten controleren.
U kunt de eenheid, waarin het
resultaat op de display wordt
weergegeven, tijdelijk veranderen
door tijdens de weergave van
het resultaat op de Set-toets te
drukken.
Telkens als u op de toets drukt,
wordt stapsgewijze de volgende
eenheid (%Q – Sec – INR – )
weergegeven.
Bij de volgende meting wordt het
meetresultaat weer in de inge-
stelde standaardeenheid weer-
gegeven.
C
INR
11:29 11
--
0412
25
Bepaling van een monster capillair bloed
59
Nederlands
De voor de CoaguChek XS PT-
teststrips van toepassing zijnde
meetbereiken zijn:
INR: 0,8–8,0
%Q: 120–5
Sec: 9,6–96
Resultaten buiten het meetbereik
worden door de symbolen >
(groter) of < (kleiner) weergege-
ven en knipperen op de display.
Lees in deze gevallen de rubriek
Beperkingen en storingen van
de test in de bijsluiter van de
verpakking teststrips en herhaal
de meting.
INR
11:23 11
--
0412
80
Bepaling van een monster capillair bloed
60
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
Metingen door medische beroepsbeoefenaren
61
Nederlands
Metingen door medische beroepsbeoefenaren
Gebruik handschoenen.
Gebruik voor iedere patiënt een nieuw lancet / een aparte prikpen.
Gooi de gebruikte lancetten weg in een naaldencontainer.
Gooi gebruikte teststrips weg conform de binnen uw laboratorium
of instelling geldende richtlijnen en procedures voor het omgaan met
potentieel infectieuze materialen.
Volg daarnaast alle overige, binnen uw laboratorium of instelling
geldende voorschriften m.b.t. hygiëne en veiligheid zorgvuldig op.
Gebruik uitsluitend een prikpen, die is toegestaan voor professionele
toepassing (zoals bijvoorbeeld de hieronder afgebeelde Accu-Chek
Safe-T-Pro Plus-prikpen van Roche). Volg de instructies van de
fabrikant voor gebruik bij verschillende patiënten zorgvuldig op.
WAARSCHUWING
Bescherming tegen infecties
Er bestaat een potentieel infectiegevaar. Medische
beroepsbeoefenaren, die het CoaguChek XS-systeem
gebruiken, moeten er rekening mee houden, dat alle
voorwerpen, die met humaan bloed in contact kunnen
komen, als potentieel infectieuze materialen moeten
worden beschouwd. Medische beroepsbeoefenaren
moeten zich er ook bewust van zijn, dat kruiselingse
besmetting een potentieel infectiegevaar voor patiënten
vormt. (zie: Clinical and Laboratory Standards Institute:
Protection of Laboratory Workers from Occupationally
Acquired Infections; Approved Guideline – Third Edition;
CLSI document M29-A3, 2005).
Metingen door medische beroepsbeoefenaren
62
Aanbevelingen voor het verkrijgen van een monster capillair bloed
door medische beroepsbeoefenaren
Selecteer de prikplaats aan de zijkant van een vingertop en voer de
vingerprik uit.
Stimuleer de vorming van een bloeddruppel (ten minste 8 μL) door de
vinger met lichte druk in de richting van de vingertop te masseren.
Afvalverwijdering door medische beroepsbeoefenaren
Volg de binnen uw ziekenhuis, instituut, praktijk of instelling geldende
richtlijnen voor afvalverwijdering van gebruikte materialen zorgvuldig op.
VOORZICHTIG!
Laat de vinger van de patiënt goed drogen, nadat u deze
heeft gewassen of gedesinfecteerd. Op de huid achter-
gebleven water of desinfecteermiddel kan de bloeddrup-
pel verdunnen en hierdoor tot onjuiste meetresultaten
leiden.
Volg de testprocedure, zoals beschreven op pagina 45 en verder,
zorgvuldig op.
Gebruik uitsluitend een prikpen, die is toegestaan voor professionele
toepassing (zoals bijvoorbeeld de Accu-Chek Safe-T-Pro Plus-
prikpen van Roche).
Geheugen (Memory)
63
Nederlands
Geheugen (Memory)
De CoaguChek XS-meter heeft een geheugen voor het opslaan van
maximaal 300 meetresultaten met bijbehorende datum en tijd.
Weergave van opgeslagen meetresultaten
1 Plaats de meter op een
vlakke, stabiele ondergrond
of houd hem horizontaal in
de hand.
2 Zet de meter aan door op de
M-toets te drukken, waarna
de geheugenmodus direct
wordt geopend.
Na de standaard displaytest
wordt het laatste recente, opge-
slagen meetresultaat weerge-
geven. De displaymelding mem
geeft aan, dat het hier een opge-
slagen resultaat (en niet een
zojuist gemeten resultaat) betreft.
De datum en de tijd, waarop de
meting werd uitgevoerd, worden
eveneens weergegeven.
mem
INR
10:15 11
--
0412
20
Geheugen (Memory)
64
3 Blader door de oudere
opgeslagen resultaten, door
opnieuw op de M-toets te
drukken.
Als het oudste opgeslagen resul-
taat bereikt is, wordt dit door een
leeg invoerveld op de display
weergegeven.
Als alle geheugenplaatsen bezet
zijn, wordt het oudste meetresul-
taat telkens automatisch gewist
om een nieuw meetresultaat op
te kunnen slaan.
Als er nog helemaal geen
meetresultaat is opgeslagen,
verschijnt er een zelfde display-
weergave, echter met het getal
“0” aan de rechter bovenkant.
mem
---
mem
INR
0
---
Geheugen (Memory)
65
Nederlands
Opgeslagen meetresultaten kunnen ook via de ingebouwde infrarood-
interface worden overgedragen.
Let op!: Vermijd bij de gegevensoverdracht via de infrarood-interface
blootstelling aan sterke lichtbronnen, omdat dit de gegevensoverdracht
kan beïnvloeden (zie pagina 94).
Voor meer informatie over het downloaden van gegevens naar een
geschikte ontvanger (b.v. PC) kunt u contact opnemen met de afdeling
Customer Service van de lokale vertegenwoordiging van Roche
Diagnostics (zie pagina 103).
Door tijdens de weergave van
een opgeslagen resultaat op
de Set-toets te drukken, kunt
u (op dezelfde wijze als direct na
een meting) de weergave van de
eenheid, waarin de resultaten
worden weergegeven, tijdelijk
veranderen. De Set-toets bevindt
zich aan de linkerzijkant van de
meter. Telkens als u op de toets
drukt, wordt stapsgewijze de
volgende eenheid weergegeven
(zie pagina 58).
Geheugen (Memory)
66
In het geheugen opgeslagen resultaten wissen
U kunt alle opgeslagen meetresultaten in zijn geheel uit het geheugen
van uw CoaguChek XS-meter wissen. Het wissen van afzonderlijk
geselecteerde meetresultaten is echter niet mogelijk.
1 Plaats de (uitgeschakelde)
meter op een vlakke, stabiele
ondergrond of houd hem
horizontaal in de hand.
2 Voor het aanzetten van
de meter
drukt u eerst op de M-
toets en houdt u deze
ingedrukt,
vervolgens drukt u ook
op de Aan/Uit-toets en
houdt u beide toetsen
minstens 5 seconden
ingedrukt.
Geheugen (Memory)
67
Nederlands
Na de gebruikelijke displaytest
worden gelijktijdig de meldingen
mem (geheugen, knippert) en clr
(Engels: clear = wissen) weerge-
geven. Rechtsboven wordt het
aantal opgeslagen meetresulta-
ten weergegeven.
3 Bevestig het volledig wissen
van alle opgeslagen meetre-
sultaten door op de M-toets
te drukken.
Om de wismodus te verlaten,
zonder de meetresultaten te
wissen, drukt u in plaats hier-
van op de Aan/Uit-toets.
mem
56
clr
Geheugen (Memory)
68
Tijdens de wisprocedure knippert
de zandloper.
De op “0” teruggezette teller en
de drie streepjes geven aan, dat
er in het geheugen (nu) geen
meetresultaten meer opgeslagen
zijn.
mem
clr
mem
INR
0
---
Reiniging en ontsmetting van de meter
69
Nederlands
Reiniging en ontsmetting van de meter
Zorg ervoor, dat de meter is uitgezet.
Reinig de meter alleen, als deze met bloed is vervuild.
Gebruik geen enkele soort spray.
Zorg ervoor, dat het doekje of de katoenen depper/wattenstaafje
vochtig is en niet nat, om de meter tegen het binnendringen van vocht
te beschermen.
LET OP!
Volg de hieronder beschreven procedures voor het
reinigen/ontsmetten van de meter zorgvuldig op. Het
niet opvolgen van deze procedures kan tot een slechte
werking van de meter leiden.
Nuttige tip bij zelfcontrole: Om contaminatie te voorkomen, kunt
u het bloed direct van de vingertop aan de zijkant van de opbrengzone
opbrengen.
Reiniging en ontsmetting van de meter
70
Aanbevolen oplossingen voor het reinigen/ontsmetten
70% ethanol of isopropylalcohol
een mengsel van 1-propanol (400 mg/g), 2-propanol (200 mg/g) en
glutaaraldehyde (1,0 mg/g)
1
10 % natriumhypochlorietoplossing (1 deel bleekwater in 9 delen
gedeïoniseerd water, dagelijks vers aangemaakt)
1. In sommige landen verkocht onder de naam “Bacillol Plus”.
Medische beroepsbeoefenaren:
Volg de binnen uw instelling of laboratorium gel-
dende richtlijnen voor het ontsmetten zorgvuldig op.
Gebruik handschoenen.
Reiniging en ontsmetting van de meter
71
Nederlands
Reiniging/ontsmetting van de buitenkant (behuizing van de meter)
Gebruik de op pagina 70 voor het reinigen/ontsmetten van de buitenkant
van de meter aanbevolen oplossingen. Breng de oplossingen op en laat
deze gedurende > 1 minuut inwerken (raadpleeg het etiket van het
betreffende product).
Zorg ervoor, dat de blauwe klep van de teststrippengeleider tijdens
het reinigen van de buitenkant van de meter goed gesloten blijft.
Zorg ervoor, dat er zich geen vloeistof rond een van de openingen
kan verzamelen.
LET OP!
Zorg ervoor, dat er tijdens het schoonmaken van de bui-
tenkant geen vloeistof in de meter terecht komt. Als er
vocht in de meter terecht komt, kan dit tot een slechte
werking van het apparaat leiden.
1 Veeg, terwijl de meter is uit-
geschakeld, de buitenkant
van de meter schoon.
2 Verwijder na het reinigen van
de buitenkant achtergeble-
ven vocht en vloeistof met
een schone, droge doek of
een niet-pluizende tissue.
3 Laat de schoongemaakte
delen ten minste 10 minu-
ten goed drogen, voordat
u een meting uitvoert.
Reiniging en ontsmetting van de meter
72
Reiniging/ontsmetting van de teststrippengeleider
Gebruik de op pagina 70 voor het reinigen/ontsmetten van de teststrip-
pengeleider aanbevolen oplossingen. Breng de oplossingen met niet-
pluizende katoenen deppers/wattenstaafjes op en laat deze gedurende
> 1 minuut inwerken (raadpleeg het etiket van het betreffende product).
1 Verwijder de klep van de test-
strippengeleider om deze te
reinigen. (Gebruik de nagel
van uw duim om de klep van
de teststrippengeleider te
openen door de voorkant
omhoog te drukken.) Verwij-
der de klep voorzichtig van de
meter.
2 Spoel de klep af met warm
water of veeg deze schoon
met de hierboven aanbevolen
oplossingen. Laat de klep van
de teststrippengeleider ten
minste 10 minuten drogen,
voordat deze weer wordt
bevestigd.
Reiniging en ontsmetting van de meter
73
Nederlands
3 Houd de meter verticaal,
waarbij de teststrippengelei-
der zich aan de onderkant
bevindt.
Reinig de makkelijk toe-
gankelijke, witte delen met
een bevochtigde katoenen
depper/wattenstaafje.
Zorg ervoor, dat de depper/
wattenstaafje vochtig is en
niet nat. Verwijder achter-
gebleven vocht en vloeistof.
Reiniging en ontsmetting van de meter
74
Als u klaar bent met het reinigen:
LET OP!
Schade aan het apparaat
Zorg ervoor, dat er geen vloeistof in de meter
terechtkomt. Als er vocht in de meter terecht komt,
kan dit tot een slechte werking van het apparaat
leiden.
Steek geen voorwerpen in de teststrippengeleider. De
elektrische contacten achter de teststrippengeleider
kunnen hierdoor beschadigd worden.
4 Laat de teststrippengeleider,
met afgenomen deksel, ten
minste 10 minuten drogen.
5 Plaats de klep van de test-
strippengeleider na deze
droogtijd weer terug in de
behuizing. Controleer of de
klep weer goed is gesloten.
U kunt horen, dat deze dicht
klikt.
Foutmeldingen
75
Nederlands
Foutmeldingen
In diverse situaties kunnen er foutmeldingen op de display worden weer-
gegeven. In het algemeen moet u eerst proberen het probleem op te
lossen door de aanwijzingen op te volgen, die bij iedere fout beschreven
staan. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost, dient u contact
op te nemen met de afdeling Customer Service van de lokale vertegen-
woordiging van Roche Diagnostics (zie pagina 103).
Een volledig overzicht van alle op de display weergegeven elementen en
symbolen vindt u op pagina 96 en verder.
Foutmeldingen
76
Beknopt overzicht van de foutmeldingen
Foutmelding (altijd met
de melding error)
Korte beschrijving Zie
pagina
Teststripsym-
bool knippert
Teststrip in de meter of 78
Teststrip is defect of het is
geen CoaguChek XS PT-
teststrip
82
Temperatuursymbool
knippert
Meter is te warm of te koud 78
Batterijsymbool
knippert
Batterijen zijn leeg 80
Dekselsymbool
knippert
Klep van de teststrippen-
geleider is open
80
IR-symbool
knippert
Fout bij de infrarood-
gegevensoverdracht
94
QC-symbool
knippert
Kwaliteitscontrole:
teststrip is defect
88
Code-symbool
knippert
Fout van de codechip 82
QC
code
Foutmeldingen
77
Nederlands
De foutnummers 1 en 2 worden uitsluitend voor interne toepassing door
Roche gebruikt.
Foutmelding (altijd met
de melding error)
Korte beschrijving Zie
pagina
Foutnummer:
000
Tijdsoverschrijding bij het
opbrengen van bloed
86
Foutnummer:
3
Vervaldatum overschreden 84
Foutnummer:
4
Teststrip defect 84
Foutnummer:
5
Fout bij het opbrengen van
bloed
86
Foutnummer:
6
Fout bij de meetprocedure 88
Foutnummer:
7
Fout bij de meetprocedure 90
Foutnummer:
8
Interne fout 92
Foutnummer:
9
Interne fout 92
Foutmeldingen
78
Foutmeldingen na het aanzetten van de meter
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Teststrip
Bij het aanzetten van de meter
met de Aan/Uit-toets was er al
een teststrip geplaatst.
Fout: Omgevingstemperatuur
De meter is voor het correct uit-
voeren van een meting te koud of
te warm.
error
11:23 11
--
0412
error
11:23 11
--
0412
Foutmeldingen
79
Nederlands
Oplossing
Verwijder de teststrip. De foutmelding verdwijnt en de meter is weer
gereed voor gebruik.
Zet de meter uit en laat hem ca. 30 minuten bij kamertemperatuur
(+15 °C tot +32 °C) staan.
Foutmeldingen
80
Foutmeldingen bij het voorbereiden van de meting
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Batterij
Batterijen zijn leeg
Fout: Klep
De klep van de teststrippen-
geleider is niet goed gesloten.
error
11:23 11
--
0412
error
11:23 11
--
0412
Foutmeldingen
81
Nederlands
Oplossing
Plaats nieuwe batterijen, zoals beschreven op pagina 18.
Doe de klep van de teststrippengeleider goed dicht. De foutmelding
verdwijnt en de meter is weer gereed voor gebruik.
Foutmeldingen
82
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Teststrip
De teststrip is defect of het is
geen CoaguChek XS PT-teststrip.
Fout: Codechip
De codechip ontbreekt, is ver-
keerd in de meter geplaatst of
is beschadigd.
error
11:23 11
--
0412
code error
11:23 11
--
0412
Foutmeldingen
83
Nederlands
Oplossing
Verwijder de teststrip en herhaal de meting met een nieuwe resp. voor
de meter geschikte teststrip.
De codechip plaatsen resp. verwijderen en opnieuw plaatsen.
Foutmeldingen
84
Foutmeldingen na bevestiging van het codenummer
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Teststrip
De vervaldatum van de teststrip
is overschreden.
Fout: Teststrip
De teststrip is defect.
error
3
error
4
Foutmeldingen
85
Nederlands
Oplossing
Controleer eerst of de datum van de meter juist is ingesteld. Als dit niet
het geval is, moet u deze juist instellen.
Als de datum juist is: zet de meter uit, verwijder de codechip en de
teststrip en vervang deze door een nieuwe charge teststrips met de
bijbehorende codechip.
Zet de meter uit, verwijder de teststrip en voer deze opnieuw in. Als de
foutmelding opnieuw op de display verschijnt, moet u de defecte teststrip
vervangen door een nieuwe teststrip.
Foutmeldingen
86
Foutmeldingen tijdens of na het opbrengen van bloed
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Tijdsoverschrijding
De maximale tijd voor het
opbrengen van het monster
(180 seconden) is overschreden.
Fout: Opbrengen van bloed
Fout bij het opbrengen van het
monster op de teststrip.
error
000
error
5
Foutmeldingen
87
Nederlands
Oplossing
Zet de meter uit, verwijder de teststrip en voer een nieuwe meting uit met
dezelfde teststrip.
Zet de meter uit en verwijder de teststrip. Lees de aanwijzingen voor het
opbrengen van bloed nogmaals goed door (vanaf pagina 41) en herhaal
de meting met een nieuwe teststrip.
Foutmeldingen
88
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Meting
Fout bij de meetprocedure
Fout: Kwaliteitscontrole
De teststrip voldoet niet aan de
eisen van de interne kwaliteits-
controle van de meter. De test-
strip is defect.
error
6
error
QC
Foutmeldingen
89
Nederlands
Oplossing
Zet de meter uit en verwijder de teststrip. Herhaal de meting met een
nieuwe teststrip. De teststrip mag tijdens de meting niet worden aange-
raakt of worden verwijderd.
Zet de meter uit en verwijder de teststrip. Herhaal de meting met een
nieuwe teststrip. Als deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u contact
op te nemen met Customer Service van Roche.
Foutmeldingen
90
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Meting
Fout bij de meetprocedure, ver-
oorzaakt door het opgebrachte
monster.
error
7
Foutmeldingen
91
Nederlands
Oplossing
Zet de meter uit en verwijder de teststrip. Herhaal de meting met een
nieuwe teststrip en met bloed van een nieuwe vingerprik van een andere
vingertop. De teststrip mag tijdens de meting niet worden aangeraakt of
worden verwijderd.
Opmerking bij fout 7 “Meting”: De CoaguChek XS PT-teststrip mag
ook worden gebruikt bij patiënten, die naast een behandeling met orale
anticoagulantia ook heparine-injecties toegediend krijgen. Voor de maxi-
male concentraties heparine, die geen invloed op de test hebben, wordt
verwezen naar de bijsluiter. Voor het opbrengen van het bloed op de test-
strip mogen echter absoluut geen gehepariniseerde capillaire buisjes
worden gebruikt. Bij gebruik van capillairen adviseren wij u om hiervoor
de speciale CoaguChek capillaire buisjes te gebruiken. Neem absoluut de
maximale tijd van 15 seconden tussen de vingerprik en het opbrengen
van het bloed in acht.
WAARSCHUWING
In zeldzame gevallen, zoals bij patiënten met verlengde
stollingstijden (> 8 INR, < 5% Quick), kan deze fout-
melding (7) op de display verschijnen. Als deze fout-
melding na het herhalen van de test opnieuw verschijnt,
moeten deze resultaten met een andere methode
worden gecontroleerd. Neem hiervoor direct contact
op met uw behandelend arts.
Foutmeldingen
92
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Interne fout
Fout bij de interne functietest van
de meter.
Fout: Interne fout
Fout bij de interne functietest van
de meter.
error
8
error
9
Foutmeldingen
93
Nederlands
Oplossing
Zet de meter uit en verwijder de batterijen. Plaats de batterijen na min-
stens één minuut weer in het batterijencompartiment en stel de datum en
de tijd in, zoals vanaf pagina 24 is beschreven.
Herhaal de meting. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven, is
de meter defect. Neem contact op met de afdeling Customer Service van
de lokale vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie pagina 103).
Zet de meter uit en wacht ten minste 2 minuten. Let erop, dat de
omgevingstemperatuur stabiel is, als u een meting uitvoert.
Herhaal de meting. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven
of later nogmaals verschijnt, is de meter defect. Deze foutmelding
wijst op mogelijke schade aan de contacten van de verwarmingsplaat.
Neem contact op met de afdeling Customer Service van de lokale
vertegenwoordiging van Roche Diagnostics (zie pagina 103).
Foutmeldingen
94
Foutmelding bij de infraroodcommunicatie
Displayweergave Beschrijving van de fout
Fout: Infrarood-interface
Fout bij de communicatie via de
infrarood-interface ten gevolge
van storende lichtbronnen.
error
11:23 11
--
0412
Foutmeldingen
95
Nederlands
Oplossing
De gegevensoverdracht via de infrarood-interface kan door een hoge
intensiteit van het licht in de omgeving worden gestoord, in het bijzonder
als dit licht direct op het infraroodvenster van de meter of dat van de
ontvangende apparatuur (b.v. een computer) is gericht.
Voorkom blootstelling aan sterke lichtbronnen bij de gegevens-
overdracht!
Displayweergaven en symbolen
96
Displayweergaven en symbolen
De volgende symbolen kunnen op de display worden weergegeven.
Deze symbolen hebben de volgende betekenis:
Symbool Betekenis
Teststrip (zonder monsteropbrengzone)
Teststrip (met monsteropbrengzone)
Breng het monster op
De gebruiker moet wachten tot de meter een
handeling heeft uitgevoerd.
24-uursweergave
12-uursweergave
Tijd tussen middernacht en twaalf uur 's
middags (bij de 12-uursweergave)
Tijd tussen twaalf uur 's middags en
middernacht (bij de 12-uursweergave)
De meetresultaten worden op de display
in %Quick weergegeven.
De meetresultaten worden op de display
in seconden weergegeven.
De meetresultaten worden op de display
in INR-eenheden weergegeven.
24 h
12 h
am
pm
%Q
Sec
INR
Displayweergaven en symbolen
97
Nederlands
Het akoestische signaal is ingeschakeld (On)
Het akoestische signaal is uitgeschakeld
(OFF)
Het meetresultaat ligt boven het ingestelde
therapeutische bereik (alleen bij weergave in
INR-eenheden).
Het meetresultaat ligt beneden het ingestelde
therapeutische bereik (alleen bij weergave in
INR-eenheden).
Meetresultaten in de geselecteerde
eenheid;
Foutnummers
Geen of verder geen meetresultaten in het
geheugen opgeslagen
Tijdweergave als uren : minuten.
Datumweergave als dag-maand-jaar,
maand-dag-jaar of jaar-maand-dag
De meter bevindt zich in de instelmodus.
Geeft het codenummer van de in de meter
geplaatste codechip weer.
Het meetresultaat, weergegeven in de geselec-
teerde eenheid, ligt boven het meetbereik.
Het meetresultaat, weergegeven in de geselec-
teerde eenheid, ligt beneden het meetbereik.
Symbool Betekenis
0n
0FF
888
---
28:8818:88
88-88-88
set
code
Displayweergaven en symbolen
98
Batterijenstatus:
Als de batterijen volledig zijn geladen,
zijn alle segmenten verlicht.
Naarmate de lading van de batterijen
verder afneemt, verdwijnen er ook steeds
meer verlichte segmenten.
Als er geen segmenten meer zichtbaar
zijn, kunnen er geen metingen meer
worden uitgevoerd. De opgeslagen
resultaten kunnen echter nog wel worden
opgeroepen.
De meter bevindt zich in de geheugenmodus.
De automatische kwaliteitscontrole is
succesvol uitgevoerd
Het resultaat van de meting van dit bloedmon-
ster is gemarkeerd met een “c” vanwege een
te lage hematocrietwaarde of natte handen.
Geeft aan, dat er een fout is opgetreden
(zie foutmeldingen)
De kamertemperatuur resp. de temperatuur
van de meter ligt buiten het toegestane bereik.
Communicatie vindt plaats via de infrarood-
interface
De klep van de teststrippengeleider is open.
Symbool Betekenis
mem
QC
C
error
Overige informatie
99
Nederlands
Overige informatie
Bestelinformatie
Neem contact op met uw leverancier.
Beperkingen van het product
Uitgebreide informatie over de specificaties en de beperkingen van het
product staan vermeld in de bijsluiter van de verpakking teststrips.
CoaguChek XS PT Test,
24 teststrips
REF 0 4625358
CoaguChek XS PT Test,
2 x 24 teststrips
REF 0 4625315
CoaguChek Softclix Lancet,
50 lancetten
REF 0 3506509
Productspecificaties
100
Productspecificaties
Condities voor gebruik van de meter en technische specificaties
Temperatuurbereik +15 °C tot +32 °C
Rel. luchtvochtigheid 10 tot 85 % (zonder condensatie)
Toegestane hoogte 4.300 m
Plaatsing Plaats de meter op een vlakke, stabiele onder-
grond of houd hem horizontaal in de hand.
Meetbereik %Q: 120 – 5
SEC: 9,6 – 96
INR: 0,8 – 8,0
Geheugencapaciteit 300 Meetresultaten met datum en tijd
Interface Infrarood-interface, LED/IRED klasse 1
Werking op batterijen 4 x 1,5 V alkalimangaan-batterijen type AAA
Aantal metingen per
set batterijen
Maximaal 2 jaren of maximaal 300 metingen
(afhankelijk van de gebruiksfrequentie)
Veiligheidsklasse III
Automatisch uitzetten Na 3 minuten
Afmetingen 138 x 78 x 28 mm
Gewicht 127 g (zonder batterijen)
Productspecificaties
101
Nederlands
Monstermateriaal
Opslag- en transportcondities
Type monster Capillair volbloed of niet met anticoagulantia
behandeld veneus volbloed.
Monstervolume Minstens 8 μL
Storingen Zie de bijsluiter van de verpakking teststrips
Temperatuurbereik –25 °C tot +70 °C
Relatieve lucht-
vochtigheid
10 tot 85 % (zonder condensatie)
Productspecificaties
102
Afvalverwijdering: weggooien van de CoaguChek XS-meter
Tijdens metingen kan de meter met bloed in contact komen. Hierdoor
vormen gebruikte meters een potentieel infectiegevaar. Hierom dient
uw gebruikte meter, nadat de batterijen zijn verwijderd en de meter
is gereinigd, te worden weggegooid conform de in uw land geldende
voorschriften. Informatie over de juiste manier van afvalverwijdering kan
worden ingewonnen bij de lokale overheid (gemeente).
De Europese richtlijn 2002/96/EG (richtlijn betreffende afgedankte elek-
trische- en elektronische apparatuur (AEEA)) is niet van toepassing op
deze meter.
Voor medische beroepsbeoefenaren
Gooi de meter weg conform de binnen uw instelling of laboratorium
geldende richtlijnen en procedures voor het omgaan met potentieel
infectieuze afvalmaterialen.
Afvalverwijdering: weggooien van gebruikte batterijen
Gooi de batterijen niet weg met het gewone huisvuil.
Gooi gebruikte batterijen op een milieuverantwoorde wijze
(met het klein chemisch afval (KCA)) weg en conform de lokaal
geldende voorschriften en richtlijnen. Neem contact op met
de lokale overheid (gemeente) of de fabrikant van de gebruikte
batterijen voor advies over de juiste manier van afvalverwijdering.
Productspecificaties
103
Nederlands
Customer Service
Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met de medewerkers van
onze afdeling Customer Service op één van de onderstaande adressen.
Reparaties
Reparaties en wijzigingen aan de meter mogen alleen worden uitgevoerd
door personen, die hiervoor door Roche Diagnostics geautoriseerd zijn.
Roche Diagnostics
Nederland BV
Transistorstraat 41
1322 CK Almere, Nederland
Telefoon: 0800 - 22 357 88 (gratis)
Roche Diagnostics Belgium
Schaarbeeklei 198
1800 Vilvoorde, België
Telefoon: 02 247 4747
Garantie
104
Garantie
Bij de verkoop van consumptiegoederen zullen de wettelijke garantie-
bepalingen in het land van aankoop van toepassing zijn.
ACCU-CHEK, COAGUCHEK, SAFE-T-PRO en SOFTCLIX
zijn merken van Roche.
© 2011 Roche Diagnostics. Alle rechten voorbehouden.
Alfabetisch trefwoordenregister
105
Nederlands
Alfabetisch trefwoordenregister
A
Afvalverwijdering ..................................................................16, 18, 22, 23, 56, 102
Akoestisch signaal .....................................................................................................50
instellen ..................................................................................................................35
B
Batterijen
plaatsen .......................................................................................................... 18–20
type ....................................................................................................................16, 18
Bestelinformatie ..........................................................................................................99
Bloed opbrengen ........................................................................................................52
Bloed, verkrijgen van .................................................................................................44
Bloedmonster (bepaling) ................................................................................. 41–62
C
Capillair bloed, monster (bepaling) ............................................................. 41–62
Codechip ......................................................................................................... 21–23, 49
Codenummer ........................................................................................................22
codenummer ........................................................................................................49
plaatsen ..................................................................................................................22
Condities voor het gebruik van de meter ................................................ 11, 100
Customer Service ..................................................................................................... 103
D
Datum ..............................................................................................................................30
Datumweergave ..........................................................................................................29
Display
symbolen ........................................................................................................ 96–98
Displayweergave
functietest .......................................................................................................19, 46
Alfabetisch trefwoordenregister
106
E
Eenheid
meetresultaten (INR, % Quick, seconden) ................................. 34, 55, 58
tijdelijk veranderen ..................................................................................... 58, 65
Eenheid, waarin resultaat wordt weergegeven ................................ 34, 55, 58
Elektromagnetische storingen .............................................................................. 11
F
Foutmeldingen ..................................................................................................... 75–95
G
Garantie .......................................................................................................................104
Geheugen .............................................................................................................. 63–68
wissen .............................................................................................................. 66–68
H
Hoogte (condities voor gebruik) .......................................................................... 11
I
Infrarood-interface ............................................................................................. 65, 94
Ingebruikname (eerste) .................................................................................... 17–23
Instellingen ............................................................................................................ 24–39
akoestisch signaal ............................................................................................. 35
beknopt overzicht .............................................................................................. 25
datum ..................................................................................................................... 30
datumweergave .................................................................................................. 29
eenheid .................................................................................................................. 34
procedure voor het instellen van de meter .............................................. 26
therapeutisch bereik .................................................................................. 36–37
tijd ............................................................................................................................ 33
tijdweergave ......................................................................................................... 32
Alfabetisch trefwoordenregister
107
Nederlands
K
Klep van de teststrippengeleider ..........................................................................72
Kwaliteitscontrole .......................................................................................................54
L
Luchtvochtigheid (relatieve) ...................................................................................11
M
Meetbereik ....................................................................................................................59
Meetresultaat ...............................................................................................................55
eenheid instellen .................................................................................................34
Meter
instellingen .................................................................................................... 24–39
Meter, overzicht van de onderdelen ....................................................................15
Meting
uitvoeren ........................................................................................................ 46–56
voorbereiden .........................................................................................................45
M-toets ....................................................................................................................27, 63
O
Ontsmetten ............................................................................................................ 69–74
P
Protrombinetijd ..............................................................................................................9
R
Reiniging ................................................................................................................ 69–74
teststrippengeleider ...........................................................................................72
Alfabetisch trefwoordenregister
108
S
Set-toets ........................................................................................................................ 26
Stollingsproces ............................................................................................................ 53
Storende verlichting ........................................................................................... 65, 94
Streefwaardenbereik ......................................................................................... 36, 57
instellen .......................................................................................................... 36–37
Symbolen
beknopt overzicht ....................................................................................... 96–98
bloeddruppel ........................................................................................................ 50
clr (clear) ............................................................................................................... 67
fout ................................................................................................................... 75–95
mem (memory, geheugen) ............................................................................. 63
op verpakking .........................................................................................................2
typeplaatje ...............................................................................................................2
zandloper ................................................................................................ 50, 55, 68
T
Technische specificaties .......................................................................................100
Telefoonnummer (Customer Service) .............................................................. 103
Temperatuurbereik ............................................................................................. 11, 42
Test
principe .................................................................................................................. 10
Teststrip
plaatsen ................................................................................................................. 48
symbool .................................................................................................................. 47
Therapeutisch streefwaardenbereik ............................................................ 36, 57
instellen .......................................................................................................... 36–37
Tijd ................................................................................................................................... 33
Tijdweergave ................................................................................................................ 32
Alfabetisch trefwoordenregister
109
Nederlands
V
Vingerprik uitvoeren ..................................................................................................51
Vingertop .......................................................................................................................51
Alfabetisch trefwoordenregister
110
Deze pagina is met opzet blanco gelaten.
111
Nederlands
/