AEG AXP09HSECI Handleiding

Categorie
Elektrische wasdrogers
Type
Handleiding
68 www.aeg.com
WE DENKEN AAN U
KLANTENSERVICE
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren
professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol en ontworpen met u in
het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer
fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand
hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips.
Milieu-informatie.
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Ga naar onze website voor:
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE ���������������������������������������������������������������������������������� 69
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES �������������������������������������������������������������������������������� 72
3. OMSCHRIJVING ������������������������������������������������������������������������������������������������ 76
4. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES ���������������������������������������������������������������������� 76
5. INSTALLATIE-INSTRUCTIES ������������������������������������������������������������������������������� 77
6. KENMERKEN VAN DE AIRCONDITIONER ���������������������������������������������������������� 79
7. BEDIENINGSINSTRUCTIES �������������������������������������������������������������������������������� 80
8. ONDERHOUD & REINIGING ������������������������������������������������������������������������������� 83
9. PROBLEEMOPLOSSING ������������������������������������������������������������������������������������ 83
10. EXTRA INFORMATIE ���������������������������������������������������������������������������������������� 84
11. MILIEUBESCHERMING ������������������������������������������������������������������������������������ 89
69NEDERLANDS
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
1.1 Belangrijke opmerkingen
WAARSCHUWING!
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek
aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen�
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen�
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of
diens technische dienst of een gekwaliceerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen�
OPGELET!
•Voor reparatie of onderhoud van dit systeem altijd beroep
doen op een erkend monteur
•Neem contact met de installateur voor montage van dit
systeem�
•Deze airconditioner is niet bedoeld voor gebruik door jonge
kinderen of verstandelijk gehandicapten zonder toezicht�
•Houd jonge kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze
met de airconditioner spelen�
•Er bestaan plaatselijke richtlijnen m�b�t� maximaal
toelaatbare geluidsniveau's van airconditioners�
•Als het netsnoer moet worden vervangen, mag deze
vervanging enkel gebeuren door bevoegd personeel�
•Montagewerkzaamheden moeten door bevoegd personeel
worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale
bedradingsnormen (indien van toepassing)� Onjuiste
aansluiting kan oververhitting en brand veroorzaken�
•Zorg ervoor dat uw vingers tijdens het verstellen van de
horizontale lamellen niet gekneld raken tussen de ventilator
Deze handleiding bevat informatie m�b�t� het juiste gebruik van
uw nieuwe airconditioner� Lees deze handleiding zorgvuldig door
alvorens het product te gebruiken� Deze handleiding moet op
een veilige plaats bewaard worden�
1�
Stel het systeem niet in werking zonder het luchtlter
2�
Stel het systeem niet in werking in de nabijheid van een
warmtebron of open vuur
3�
Stel het systeem niet bloot aan direct zonlicht�
70 www.aeg.com
4�
Bewaar of verplaats het systeem altijd rechtop�
5�
Tijdens de werking of net erna het apparaat niet bedekken�
6�
Zorg er altijd voor dat, wanneer er een waterpompafvoerslang
is aangesloten, deze slang naar een goedwerkende afvoer
wordt geleid�
7�
Zorg voor opslag altijd dat al het condensatiewater uit het
systeem verwijderd is�
1.2 Belangrijke zaken bij het gebruik van uw airconditioningsysteem
OPGELET!
Waarschuwingen voor gebruik
OPGELET!
Waarschuwing m�b�t� het netsnoer
•Deze stekker mag uitsluitend in een geschikt
wandstopcontact gestoken worden� Niet gebruiken in
combinatie met verlengsnoeren�
•Duw de stekker stevig in het stopcontact en zorg ervoor
dat deze niet los zit�
•Het netsnoer niet vervormen of wijzigen en er niet aan
trekken of het onderdompelen in water� Door aan het
netsnoer te trekken of het niet juist te gebruiken kan er
schade aan het apparaat optreden en kunnen er elektrische
schokken optreden�
•Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant of diens
technische dienst of een gekwaliceerd persoon dit vervangen
•Wijzig geen enkel onderdeel van dit product�
•Steek niets in onderdelen van dit systeem�
•Zorg ervoor dat de stroomtoevoer de gepaste spanning
heeft� Gebruik uitsluitend netstroom van 220V - 240V,
50Hz,10A� Het gebruik van netstroom met een onjuiste
spanning kan leiden tot schade aan het apparaat en
mogelijk brandgevaar opleveren�
•Gebruik altijd een stroomonderbreker of zekering met de
juiste spanningswaarde� Gebruik in geen geval draad, pennen
of andere objecten in plaats van een geschikte zekering�
•In geval van abnormale werking van het
airconditioningsysteem (bijvoorbeeld een brandgeur),
schakel het onmiddellijk uit en koppel het systeem los van
het stroomnet�
71NEDERLANDS
1.3 Veiligheidsinstructies voor gebruik
(uitsluitend voor het VK)
•Dit apparaat is uitgerust met een netsnoer met een geaarde
draad die verbonden is met een geaarde pen� De stekker moet
verbonden worden met een stopcontact dat correct gemonteerd
en geaard is� De vierkante aardingspen van deze stekker mag in
geen geval afgeknipt of verwijderd worden�
•Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld en losgekoppeld
van het stroomnet alvorens enige onderhoudswerkzaamheden
of reiniging worden uitgevoerd�
•Gooi of giet geen water rechtstreeks op het apparaat� Water kan
elektrische schokken of schade aan het apparaat veroorzaken�
•Bij het verplaatsen van het airconditioningsysteem moet het
water uit het systeem worden afgevoerd (zie pagina 14)� Als er
water in het reservoir blijft, kan dit tijdens het verplaatsen uit het
apparaat stromen�
•Voor een goede afvoer mag de afvoerslang niet geknikt zijn of
opgetild worden tijdens de dehumidicatie-modus� Als dit wel
gebeurt, kan er water uit het apparaat stromen�
•Tijdens het gebruik mag de temperatuur rond de afvoerslang niet
onder het vriespunt liggen� Afvoerwater kan dan bevriezen in de
slang, waardoor het water in het systeem uit het apparaat stroomt�
•Blokkeer de luchtuitlaat niet met objecten� De koelingprestaties
kunnen dan verminderen of geheel stoppen�
Stekker
Aarding
Stekker
Vierkante aardingspen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen� Gebruik uitsluitend
door de fabrikant gespeciceerde netsnoeren als vervanging�
•Dit apparaat moet geaard worden� Dit apparaat is uitgerust
met een netsnoer met aardingskabel� De stekker moet in een
stopcontact worden gestoken dat goed is geïnstalleerd en geaard�
72 www.aeg.com
•Voorzie een lekstroomapparaat (ROD) ter bescherming tegen
elektrische schokken, in overeenstemming met de Britse norm
en bedradingsrichtlijnen�
•Langdurige blootstelling aan een directe luchtstroming kan
schadelijk zijn voor uw gezondheid� Stel bewoners, huisdieren of
planten niet langdurig bloot aan directe luchtstromen�
•Gebruik dit airconditioningsysteem niet voor onbeoogde
bijzondere doeleinden (bijvoorbeeld het bewaren van precisie-
instrumenten, voedsel, huisdieren, planten en kunstobjecten)�
Dit kan schadelijk zijn voor zulke eigendommen�
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
2.1 Opmerkingen m�b�t� de bediening/werking
• Wacht 3 minuten tot de compressor
opnieuw begint te koelen� Als u het
airconditioningsysteem uitschakelt en
onmiddellijk opnieuw herstart, wacht
dan 3 minuten tot de compressor
de koeling opnieuw inschakelt�
Het airconditioningsysteem bevat
een elektronisch toestel dat, uit
veiligheidsoverwegingen, de compressor
3 minuten inactief houdt�
• In geval van een stroomstoring tijdens
gebruik, wacht 3 minuten alvorens
het systeem te herstarten� Nadat
de stroom opnieuw is ingeschakeld,
herstart het airconditioningsysteem�
Indien de stroomtoevoer minder dan
drie minuten uitgeschakeld was, wacht
dan ten minste drie minuten alvorens
het systeem opnieuw te herstarten� Als
u het airconditioningsysteem sneller
herstart, zorgt een beveiligingsapparaat
in het systeem er mogelijk voor dat
de compressor wordt uitgeschakeld�
Dit beveiligingsapparaat zal de koeling
ongeveer 5 minuten verhinderen�
Alle eerdere instelling zullen worden
geannuleerd en het systeem keert terug
naar de startinstellingen�
• Werking bij lage temperaturen: Bevriest uw
systeem? Dit kan gebeuren wanneer het
systeem bij lage omgevingstemperaturen
wordt ingesteld op een temperatuur rond
18 °C, met name 's nachts� In dat geval
zal een verdere temperatuurdaling ervoor
zorgen dat het systeem bevriest� Stel het
systeem in op een hogere temperatuur om
te voorkomen dat het bevriest�
• De dehumicatie-modus verhoogt de
kamertemperatuur� Het systeem genereert
warmte tijdens de dehumidicatie-modus
en de kamertemperatuur zal stijgen� Er zal
warme lucht uit de luchtuitlaat komen, maar
dat is normaal en wijst niet op een probleem
met het systeem�
• In de afkoelingsmodus blaast het
airconditioningsysteem de warme lucht die
het systeem genereert uit de kamer via de
afvoerslang� Ondertussen komt dezelfde
hoeveelheid lucht van buitenaf door
eventuele openingen in de kamer binnen�
• Gebruik geen middelen die het ontdooien
versnellen of reinigingsmiddelen anders
dan de middelen die door de fabrikant
worden aanbevolen�
• Het apparaat moet worden bewaard in
een kamer zonder doorlopend werkende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open
vlammen, een werkend gastoestel of een
werkende elektrische verwarming)�
• Niet doorboren of verbranden�
• Apparaat moet worden geïnstalleerd,
bediend en opgeslagen in een kamer met
een vloeroppervlakte van meer dan 12 m
2
• U moet de nationale gasvoorschriften
naleven�
73NEDERLANDS
2.2 Waarschuwing tijdens
gebruik
• Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van
obstructies�
• Het apparaat moet worden opgeslagen in
een goed-geventileerde ruimte die groter is
dan 12 m
2
• Enige persoon die is betrokken bij werken
aan of ingebruikstelling van een koelcircuit
moet een actueel, geldig certicaat van
een in de industrie geaccrediteerde
beoordelingsinstantie bezitten, die zijn/
haar competentie in het veilig hanteren
van koelmiddel in overeenstemming
met een in de industrie erkende
beoordelingsspecicatie autoriseert�
• Onderhoud mag uitsluitend worden
uitgevoerd zoals aanbevolen door de
fabrikant van de apparatuur� Onderhoud
en reparaties waarvoor de assistentie van
ander deskundig personeel nodig is, moet
worden uitgevoerd onder toezicht van de
persoon die competent is in het gebruik
van ontvlambare koelmiddelen�
• Dit product bevat een lithium knoop-/
muntcelbatterij� Als een nieuwe of
gebruikte lithium knoop-/muntcelbatterij
wordt doorgeslikt of het lichaam
binnenkomt, kan dit ernstige inwendige
brandwonden veroorzaken en in slechts
2 uur al leiden tot de dood� Maak het
batterijcompartiment altijd goed vast� Als
het batterijcompartiment niet goed wordt
vastgemaakt, houdt u op met het gebruik
van het product, verwijdert u de batterijen
en houdt u ze uit de buurt van kinderen�
Als u denkt dat batterijen zijn ingeslikt of
in een deel van het lichaam zijn geplaatst,
raadpleegt u onmiddellijk een arts�
Om letsel bij de gebruiker of andere personen en
schade aan eigendommen te vermijden, moeten
volgende instructies strikt worden nageleefd�
Onjuiste werking/bediening wegens het
negeren van instructies kan letsels of schade
veroorzaken�
De ernst hiervan wordt aangeduid d�m�v
volgende indicaties:
Dit symbool duidt op de mogelijkheid van
dood of ernstig letsel�
Waarschuwing tijdens gebruik
Dit symbool duidt op een gevaar voor
letsels of schade aan eigendommen�
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
OPGELET!
De betekenis van de symbolen die in deze
handleiding worden gebruikt, wordt hieronder
weergegeven:
Dit symbool betekent dat u dit nooit
mag doen�
Dit symbool betekent dat u dit altijd
moet doen�
74 www.aeg.com
waarschuwing betekenis
Steek de stekker correct in het stopcontact Gevaar voor elektrische schokken of brand
door oververhitting
Het systeem nooit starten of stoppen door
de stekker in of uit te trekken
Gevaar voor elektrische schokken of brand
door oververhitting
Beschadig het netsnoer niet en gebruik geen
onbekende/andere netsnoeren
Gevaar voor elektrische schokken of brand�
Als de voedingskabel beschadigd is, moet
de fabrikant of diens technische dienst of
een gekwaliceerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen
Pas de lengte van het netsnoer niet aan en
sluit geen andere apparaten aan op hetzelfde
stopcontact
Gevaar voor elektrische schokken of brand
door oververhitting
Gebruik het systeem niet met natte handen
of in een vochtige omgeving
Dit kan een elektrische schok veroorzaken
Laat geen water in elektrische onderdelen
stromen
Dit kan leiden tot storingen of elektrocutie
Monteer altijd een stroomonderbreker en een
afzonderlijk stroomcircuit
Onjuiste montage kan leiden tot brand en
een elektrische schok
Haal het systeem uit het stopcontact als er
geluiden, geur of rook uit komt
Het kan brand en een elektrische schok
veroorzaken
Gebruik het stopcontact niet als dit los of
beschadigd blijkt
Het kan brand en een elektrische schok
veroorzaken
Open het systeem niet tijdens de werking Het kan brand en een elektrische schok
veroorzaken
Houd vuurwapens uit de buurt Deze kunnen brand veroorzaken
Gebruik het netsnoer niet in de nabijheid van
verwarmingstoestellen
Het kan brand en een elektrische schok
veroorzaken
Gebruik het netsnoer niet in de nabijheid
van brandbare gassen of explosieven, zoals
benzine, benzeen, thinner, enz
Gevaar voor elektrische schokken of brand
Als er een gaslek is van een ander apparaat,
verlucht de kamer alvorens de airconditioner
in te schakelen
Gevaar voor explosie, brand en brandwonden
Het systeem nooit demonteren of wijzigen Het kan brand en een elektrische schok
veroorzaken
Zorg altijd voor een correcte aarding Onjuiste aarding kan leiden tot een elektrische
schok
Richt de luchtstroom niet naar personen Dit kan de gezondheid schaden
75NEDERLANDS
OPGELET!
let op betekenis
Als het luchtlter verwijderd moet worden,
raak dan de metalen onderdelen van het
systeem niet aan
Dit kan letsel veroorzaken
Reinig de airconditioner niet met water Water kan in het systeem terechtkomen
en de isolatie beschadigen� Het kan een
elektrische schok veroorzaken
Verlucht de kamer goed indien het systeem
gebruikt wordt in combinatie met een kachel,
enz
Er kan een tekort aan zuurstof optreden
Als het systeem moet gereinigd worden,
schakel het uit en zet de stroomonderbreker uit
Reinig de eenheid niet wanneer de stroom
ingeschakeld is; dit kan brand en elektrische
schokken veroorzaken, alsook letsel
Plaats een huisdier of plant nooit op een
plaats waar ze blootgesteld zijn aan directe
luchtstroom
Dit kan schadelijk zijn voor uw huisdier of
planten
Niet gebruiken voor bijzondere doeleinden Gebruik deze airconditioner niet om
precisie-instrumenten, voedsel, huisdieren,
planten en kunstobjecten te bewaren� Dit kan
nadelig zijn voor de kwaliteit, enz
Stop onmiddellijk de werking en sluit het
venster bij storm of cyclonen
Het gebruik met geopende vensters zorgt
mogelijk voor een nat interieur of meubilair
Neem de stekker op de kop vast wanneer u
deze uit het stopcontact haalt
Gevaar voor elektrische schokken en
lichamelijk letsel
Schakel de hoofdschakelaar uit wanneer u
het systeem lange tijd niet gebruikt
Er kunnen storingen of brand ontstaan
Plaats geen objecten rond luchtinlaten of in
de luchtafvoer
Dit kan schade aan het apparaat of
ongevallen veroorzaken
Plaats de lters altijd stevig terug� Reinig het
lter elke twee weken
Werking/bediening zonder lters kan
storingen veroorzaken
Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen zoals
was of verdunners - gebruik een zachte doek
De kleuren kunnen verbleken of er kunnen
krassen op het oppervlak ontstaan
Plaats geen zware objecten op het netsnoer
en zorg dat het snoer niet wordt ingedrukt
Er is gevaar voor brand of elektrische
schokken
Drink geen water dat uit de airconditioner
afkomstig is
Het bevat verontreinigingen die u ziek kunnen
maken
Wees zorgvuldig bij het uitpakken en monteren Scherpe randen kunnen letsels veroorzaken
Indien er water in het systeem terecht komt,
schakelt u het systeem uit via de stekker en
schakelt u de stroomonderbreker uit� Isoleer
de stroomtoevoer door de stekker uit het
stopcontact te halen en neem contact met
een bevoegd monteur
Gevaar voor elektrische schokken en schade
76 www.aeg.com
1
3
2
4
5
7
6
8
10
9
3. OMSCHRIJVING
• Controleer of alle accessoires in de verpakking zitten en raadpleeg de montage-instructies
voor het gebruik ervan�
1
2
5
3
9
10
8
4
6
7
Kamerluchtafvoer
Afb. 1
Afb. 2
Bedieningspaneel
Afstandsbediening
Kamerluchttoevoer
Afvoeruitlaat
Afvoerlade onderaan
Zwenkwiel
Handgrepen (beide zijden)
Filter
Afvoerluchtuitlaat
4. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
1
2
3
4
5
6
7
ONDERDELEN NAAM VAN HET ONDERDEEL: HOEVEELHEID:
Uitlaatslang
Vensterschuifkit
Afvoerslang & adapter
3/8" schroef
Sierfolie
Bevestigingsband
1 stuks
1 stuks
1 stuks
2 stuks
1 stuks
1 set
Afstandsbediening 1 stuks
fan
77NEDERLANDS
5. INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Afb. 3
5.1 Warme lucht afvoeren
In de KOEL-modus moet het apparaat dicht
bij een venster of opening worden geplaatst
zodat de warme luchtafvoer naar buiten kan
worden geleid� Plaats het systeem eerst
op een vlakke vloer en zorg ervoor dat er
minimaal 30 cm speling is rond het systeem,
en dat het zich in de nabijheid van een
stopcontact bevindt�
1.
Schuif een van de uiteinden van de slang
uit (afb� 3)�
3.
Installeer de raamset op het raam, schuif
adapter B in de vensterschuifkit en sluit dit
af (afb� 5 & 6)�
2.
Schuif de adapter A in het uitwisselingsgat
van de eenheid (zie afbeelding 4)�
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
Vensterschuifkit
Minimaal: 56 cm
Maximaal: 112 cm
Raadpleeg “5.2 Installatie in een
openslaand raam” voor informatie over
het installeren van de raamset�
De slang is oorspronkelijk 38 cm lang
maar kan verlengd worden tot 150 cm�
Het is echter aanbevolen om ze niet
langer te maken dan nodig� Zorg er ook
voor dat de slang geen scherpe bochten
maakt� (Afb� 7)
Afb. 7
5.2 Installatie op een openslaand
raam
Afb. 9
B
1.
Open het raam en hef de
vergrendelingshendel van de
vensterschuifkit op (afb� 9)�
B: Vergrendelingshendel
78 www.aeg.com
C: Sierfolie
Afb. 10
Afb. 11 A
Afb. 11 B
Afb. 11 C
Afb. 12
Afb. 13
C
2.
Plaats de vensterschuifkit op het raam�
Pas de lengte van de vensterschuifkit aan
volgens de hoogte van het venster (afb� 10)�
4.
Knip de sierfolie op de bijpassende lengte
en plak dit op de uitschuifbare stang
(afb� 13)�
3.
Duw de vergrendelingshendel terug om
de vensterschuifkit op de juiste lengte af te
stellen, sluit het raam en knijp de raamset
tussen het raam en het venster om de
raamset goed vast te maken� Pel de
beschermfolie aan de achterkant van de
ankertabs af en bevestig dit op het venster
Maak vervolgens het bandje vast (afb� 12)�
De uitschuifbare stang kan worden
verlengd als het raam te hoog is�
Verwijder de uitschuifbare stang hiertoe
eerst helemaal (afb� 11A)� Lijn vervolgens
de 3 haken op de uitschuifbare stang
(afzonderlijk verkrijgbaar) uit met de
3 sleuven op het uiteinde van de
uitschuifbare stang en schuif de 3 haken
in de sleuven� Druk vervolgens op de
uitschuifbare stang om de sleuven te
vergrendelen (afb� 11B)� Schuif daarna
de gecombineerde uitschuifbare stang
terug in de raamset (afb� 11C)�
79NEDERLANDS
Afb. 20
Afb. 21
1.
Draai de afstandsbediening om� In de
knop van de afstandsbediening bevindt
zich een sleuf�
2.
Gebruik een muntje of iets dergelijks
om de achterklep linksom te openen
(afb� 20 & 21)�
3.
Gebruik dezelfde manier om het
beschermdeksel aan de binnenkant te
openen en verwijder de batterij (afb� 22)�
6. KENMERKEN VAN DE AIRCONDITIONER
6.1
BEDIENINGSPANEEL
6.2 Afstandsbediening
1
234567
Indrukken om de eenheid in of uit te
schakelen
Indrukken om modes te selecteren
2
Indrukken om ventilatiesnelheden te
selecteren
4
Indrukken om de temperatuurinstelling
teverhogen
3
Indrukken om de temperatuurinstelling
teverlagen
5
1
1
2
3
4
5
Ventilator
Modes
1 4
2
7
6
5
Geeft de temperatuur weer Temperatuur verhogen
Filterresettoets (3 sec� indrukken om te
resetten)
Schakelt eenheid in of uit
3
Stelt de ventilatorsnelheid in
Temperatuur verlagen
Stelt modus in
Open de achterkleppen en
verwijder de beschermfolie om de
afstandsbediening te activeren wanneer
u deze voor het eerst gebruikt�
De batterij vervangen
80 www.aeg.com
7. BEDIENINGSINSTRUCTIES
Batterytype: RG15D/E-ELL (Voltage op het
naamplaatje: 3VDC)
WAARSCHUWING!
Gebruik de batterij op passende wijze
4.
Vervang de batterij en breng de binnenklep
en achterklep weer aan�
Afb. 22
1.
Gevaar voor chemische brandwonden�
Houd batterijen uit de buurt van kinderen�
2.
Zorg dat de batterijen op de juiste wijze
worden geplaatst�
3.
Gebruik alleen batterijen van het
gespeciceerde type�
4.
Combineer geen oude en nieuwe
batterijen�
5.
Gooi batterijen nooit in een vuur� Batterijen
kunnen exploderen of lekken�
6.
De cellen moeten op gepaste wijze worden
weggegooid en moeten uit de buurt
van kinderen worden gehouden� Zelfs
gebruikte cellen kunnen letsel veroorzaken�
7.
Om schade te voorkomen, verwijdert u de
batterijen wanneer u de afstandsbediening
gedurende langere niet niet zult gebruiken�
8.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van
de FCC-voorschriften� De werking
is onderhevig aan de volgende twee
voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen
schadelijke interferentie veroorzaken, en
(2) dit apparaat moet eventuele ontvangen
interferentie accepteren, inclusief
interferentie die een ongewenste werking
kan veroorzaken�
Sommige van de volgende instructies
kunnen uitsluitend worden gebruikt
door gebruik te maken van het
bedieningspaneel�
Het is niet nodig om de afvoerslang in
de mode “Cool” te gebruiken�
Koelmodus
Fan mode
Verwarmingsmode (op sommige modellen)
In deze modus MOET de uitlaatadapterslang
worden gebruikt�
In deze modus moet u de uitlaat- of afvoerslang
niet gebruiken�
In deze modus MOET de uitlaatadapterslang
worden gebruikt�
7.1
Gebruik van het
bedieningspaneel
1.
Druk op de “Modes”-toets tot het
indicatielampje “Cool” brandt�
2.
Druk op de temperatuurtoetsen “ - ” & “ + ”
om de juiste temperatuur in te stellen�
3.
Druk op de “Fan speed”-toets voor de
gewenste ventilatorsnelheid�
1.
Druk op de “Modes”-toets tot het
indicatielampje “Fan” brandt�
2.
Druk op de “Fan speed”-toets voor de
gewenste ventilatorsnelheid�
3.
De ventilator werkt op de geselecteerde
snelheid en het display geeft de
kamertemperatuur weer
1.
Druk op de “Modes”-toets tot het
indicatielampje “Heat” brandt�
2.
Druk op de temperatuurtoetsen “ - ” & “ + ”
om de juiste temperatuur in te stellen�
3.
Druk op de “Fan speed”-toets voor de
gewenste ventilatorsnelheid�
4.
Aangesloten afvoerslang� Raadpleeg
hoofdstuk 7�3 Afvoer
81NEDERLANDS
Nadat u de ventilatorsnelheid “Auto
Fan”, “High”, “Mid” of “Low” hebt
gekozen, gaat het bijbehorende
indicatielampje branden�
In de modus Auto en Dry kunt u geen
ventilatorsnelheid kiezen�
Droogmodus
Een ventilatorsnelheid selecteren
Functie voor het controleren van het lter
Automatische modus
In deze modus moet de uitlaatslang altijd
aangesloten zijn�
Wanneer u de airconditioner in de Auto-
modus zet, zal deze automatisch koeling,
verwarming (niet van toepassing bij modellen
die uitsluitend koelen) of ventilatie, afhankelijk
van de temperatuur die u selecteerde en de
temperatuur in de kamer� De airconditioner
zal de kamertemperatuur automatisch
regelen volgens het door u ingestelde
temperatuurinstelpunt�
In de AUTO-modus kunt u de ventilatorsnelheid
niet kiezen�
1� Druk op de “Modes”-toets tot het
indicatielampje “Auto mode” brandt�
Als de “Auto mode” is geselecteerd, werkt de
eenheid automatisch in overeenstemming met
de werkelijke temperatuur van de lucht in de
kamer
In deze modus moet u de uitlaatadapterslang
niet gebruiken, MAAR het verzamelde water
moet worden afgevoerd� Raadpleeg hoofdstuk
7�3 Afvoer
Als het display “A5” weergeeft, dan is de
kamertemperatuursensor defect� Neem contact
op met uw erkende Electrolux-servicecentrum�
Als het display “E5” weergeeft, dan is de
verdampertemperatuursensor defect� Neem
contact op met uw erkende Electrolux-
servicecentrum�
Als het display “E7” weergeeft, dan is er een
storing in de inwendige motor� Neem contact op
met uw erkende Electrolux-servicecentrum�
Als het display “E4” weergeeft, dan is de
communicatie van het displaypaneel defect�
Neem contact op met uw erkende Electrolux-
servicecentrum�
Als het display “P1” weergeeft, dan is de
onderste lade vol� Verplaats het systeem dan
voorzichtig naar een afvoerlocatie, verwijder
de onderste afvoerdop en laat het water
wegstromen� Herstart de machine tot het
symbool “P1” verdwijnt� Als de storing aanhoudt,
neemt u contact op met de klantendienst�
U kunt de gewenste ventilatorsnelheid selecteren
door op de “Fan speed”-toets te drukken� De
ventilatorsnelheid verandert in deze volgorde:
“Auto Fan”, “High”, “Mid”, “Low”
7.2
Storingscode
1.
Druk op de “Modes”-toets tot het
indicatielampje “Dry” brandt�
2.
De ventilator werkt op lage snelheid en het
display geeft de kamertemperatuur weer
3.
Houd deuren en ramen gesloten voor het
beste resultaat�
4.
Aangesloten afvoerslang� Raadpleeg het
hoofdstuk Afvoer
1.
Het lter schoonmaken�
2.
Houd de “Filter”-toets 3 seconden ingedrukt
om het lterlampje uit te schakelen�
82 www.aeg.com
Afb. 23
Afb. 24
Sluit een 8-9mm slang hier
de afvoerslang verlengen
Tijdens de modus Heat en Dry moet u de
afvoerslang op de afvoeruitlaat op de achterkant
van de eenheid aansluiten om het condensaat
uit de eenheid af te voeren� Anders werkt de
eenheid mogelijk niet normaal en wordt “P1” op
het display weergegeven�
A� Afvoeren in een uitlaat die zich lager dan de
eenheid bevindt�
B� De eenheid beschikt over een pomp die het
condensaat afvoert�
Tijdens de koelmodus vervangt u de
rubberstopper op de slangconnector om
maximale prestaties te bereiken�
U kunt de afvoerslang zo nodig verlengen door
de afvoerslangadapter op het uiteinde van de
afvoerslang aan te brengen en vervolgens een
8-9 mm slang te gebruiken om te verlengen
(afb� 24)�
7.3
Afvoer 7.4
Bedieningstips
Nu u vertrouwd bent met de bediening van het
toestel zijn er nog meer functies die u moet leren
kennen�
• Het koelcircuit beschikt over een
automatische uitgestelde start van
3minuten indien het systeem snel aan
en uit wordt geschakeld� Dit voorkomt
oververhitting van de compressor
en een mogelijk activering van de
stroomonderbreker� De ventilator zal op
dat moment wel blijven draaien�
• De temperatuur kan worden aangepast
tussen 16 °C en 32 °C�
• Het regelsysteem kan de temperatuur
weergeven in graden Fahrenheit of
graden Celsius� Om tussen de twee
temperatuureenheden te schakelen, druk
gedurende 3 seconden tegelijk op de
toetsen “TEMP” omhoog (+) en “TEMP”
omlaag (-)�
• Wanneer u de ventilator selecteert, duurt
het 2 seconden voordat de compressor
wordt uitgeschakeld� De reden hiervoor is
de mogelijkheid dat u slechts doorbladert
om een andere mode te selecteren�
• Na een stroomstoring zal het systeem de
laatste instelling onthouden en het systeem
naar dezelfde instellingen terugstellen na
het herstellen van de stroomtoevoer
• Het bedrijfsbereik voor de
binnentemperatuur van dit product is
16°C tot 35 °C�
• Tijdens normale bediening toont het
display van de eenheid kamertemperatuur,
maar als de kamertemperatuur boven
37° C is, toont het display “HI”�
• Na 60 seconden inactiviteit op het
bedieningspaneel gaan het display
en indicatielampjes uit� Druk op een
willekeurige toets van het bedieningspaneel
of de afstandsbediening om het display
weer in te schakelen�
83NEDERLANDS
8. ONDERHOUD & REINIGING
Reinig uw airconditioner regelmatig zodat deze
er als nieuw blijft uitzien�
Zorg ervoor dat u het systeem van het
stroomnet loskoppelt alvorens het te reinigen�
Voer de context van uw taak hier in (optioneel)�
Zorg ervoor dat u het systeem van het
stroomnet loskoppelt om gevaar voor schokken
of brand te vermijden�
8.1
Reinigen van het luchtlter
8.2
Reinigen van de kast
1.
Pak de lterstab vast en trek de 4 lters op
de achterkant van de eenheid er een voor
een af�
2.
Reinig het lter d�m�v� vloeibaar
vaatwasmiddel en warm water� Spoel
het lter grondig� Schud overtollig water
voorzichtig uit het lter� Of, i�p�v� het lter te
wassen, kunt u het ook stofzuigen�
3.
Breng de lters weer aan als ze droog zijn�
Zorg ervoor dat het lter grondig droog
is alvorens het terug te plaatsen�
Als u het apparaat tijdens de wintermaanden
wenst op te slaan, bedek het dan met plastic of
bewaar het in de oorspronkelijke verpakking�
8.3
Opslag tijdens de
wintermaanden
• Gebruik nooit agressieve
reinigingsmiddelen, was of polijstmiddel op
de voorzijde van de kast�
• Zorg ervoor dat het bedieningspaneel
afgeveegd wordt met een droog
doek� Overtollig water in of rond het
bedieningspaneel kan schade veroorzaken�
Let op bij het reinigen van de eenheid�
De kast en de voorzijde mogen worden afgestoft
met een olievrije doek of worden gewassen met
een doek dat bevochtigd is met warm water en
een zacht vloeibaar vaatwasmiddel� Spoel en
droog grondig�
9. PROBLEEMOPLOSSING
Voordat u om onderhoud vraagt, controleert
u eerst deze lijst� Dit kan u tijd en geld
besparen� De lijst omvat veelvoorkomende
problemen die niet worden veroorzaakt door
defect vakmanschap of materialen in dit
apparaat�
De airconditioner werkt niet.
Lucht uit systeem voelt niet koud
genoeg aan.
Airconditioner koelt, maar de kamer
is te warm - GEEN ijsvorming op de
koelingspoel achter het decoratieve
voorpaneel.
• Stekker zit los� Steek de stekker stevig in
het stopcontact�
• Zekering doorgebrand of
stroomonderbreker geactiveerd� Vervang
de zekering of reset de stroomonderbreker
• Regelsysteem staat UIT� Schakel
regelsysteem AAN en stel in op gewenste
instelling�
• P1 verschijnt op het display� Water
afvoeren zoals beschreven in hoofdstuk
7�3 Afvoer
• Kamertemperatuur lager dan de ingestelde
temperatuur (Koelmodus)� Reset de
temperatuur
• Kamertemperatuur lager dan 16 °C�
De koeling wordt niet gestart tot de
kamertemperatuur boven 16 °C stijgt�
• Stel in op een lagere temperatuur
• Compressor uitgeschakeld bij het wijzigen
van modi� Wacht ongeveer 3 minuten tot
de compressor herstart als het systeem in
de COOL-modus staat�
• Buitentemperatuur lager dan 16 °C�
Om de spoel te ontdooien, stelt u de
Fan-modus (ventilator) in�
• Luchtlter is mogelijk vuil� Maak het
lter schoon� Raadpleeg hoofdstuk 8�
Onderhoud en reiniging� Om te ontdooien,
stelt u de Fan-modus (ventilator) in�
• Temperatuur is te laag ingesteld voor
nachtelijke koeling� Om de spoel te
84 www.aeg.com
• Vuil luchtlter - luchtstroom geblokkeerd�
Reinig de luchtlter
• Buitentemperatuur extreem hoog� Stel de
ventilatorsnelheid hoger in om lucht door
de koelingspoelen te leiden�
Kamer te koud.
• Temperatuur te laag ingesteld� Verhoog de
temperatuurinstelling�
10. EXTRA INFORMATIE
Transport van apparatuur dat
ontvlambaar koelmiddel bevat
Wegdoen van apparatuur dat
ontvlambaar koelmiddel bevat
Markeren van apparatuur met behulp
van signalisatie
Opslag van apparatuur/apparaten
Opslag van verpakte (onverkochte)
apparatuur
Informatie over onderhoud
Zie de transportvoorschriften
Zie de nationale voorschriften
Zie de lokale voorschriften
De opslag van apparaten moet gebeuren in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant�
De bescherming van de opslagverpakking
moet zodanig worden geconstrueerd dat
mechanische schade aan de apparatuur
binnen de verpakking geen lekkage van het
koelmiddel zal veroorzaken� Het maximale
aantal stuks apparatuur dat bij elkaar mag
worden opgeborgen, wordt bepaald door de
lokale voorschriften�
1.
Controles van de ruimte� Voordat u
werkzaamheden aanvangt aan systemen die
ontvlambare koelmiddelen bevatten, moeten
er veiligheidscontroles worden uitgevoerd
om te zorgen dat het risico op ontsteking
wordt geminimaliseerd� Voor reparatie aan
het koelsysteem moet u zich aan de volgende
voorzorgsmaatregelen houden voordat
u werkzaamheden aan het systeem gaat
uitvoeren�
2.
Werkprocedure Het werk moet worden
uitgevoerd volgens een gereguleerde
procedure, zodat het risico op de
aanwezigheid van ontvlambaar gas of damp
tijdens het uitvoeren van het werk wordt
geminimaliseerd�
3.
Algemeen werkgebied� Alle
onderhoudspersoneel en anderen die in
de omgeving werken, moet op de hoogte
worden gebracht van de aard van de
werkzaamheden die worden uitgevoerd�
Werk in beperkte ruimten moet worden
vermeden� De ruimte rondom de werkruimte
moet worden afgescheiden� Zorg dat de
omstandigheden binnen de ruimte veilig zijn
gemaakt door beheersing van ontvlambaar
materiaal�
4.
Controleren op aanwezigheid van
koelmiddel� De ruimte moet met een
gepaste koelmiddeldetector worden
gecontroleerd voorafgaande aan en tijdens
de werkzaamheden, om te verzekeren dat
de monteur zich bewust is van mogelijk
ontvlambare atmosferen� Zorg dat de
lekkagedetectieapparatuur die wordt gebruikt,
ontdooien, stelt u de Fan-modus (ventilator)
in� Stel dan de temperatuur hoger in�
• Uitlaatleiding niet aangesloten of
geblokkeerd� Raadpleeg hoofdstuk 5�1
Afvoer van warme lucht�
Airconditioner koelt, maar de kamer
is te warm - ijsvorming op de
koelingspoel achter het decoratieve
voorpaneel.
Airconditioner schakelt snel aan en uit.
• Vuil luchtlter - luchtstroom geblokkeerd�
Reinig de luchtlter� Raadpleeg hoofdstuk
8� Onderhoud en reiniging�
• Temperatuur is te hoog ingesteld� Stel de
temperatuur lager in�
• Lamellen voor luchtstroom onjuist
gepositioneerd� Verplaats de lamellen voor
een betere luchtverdeling�
• Voorzijde van het systeem is geblokkeerd
door gordijnen, rolgordijnen, enz� - beperkte
luchtverdeling� Verwijder de blokkade�
• Deuren, vensters, enz� open - koude lucht
ontsnapt� Sluit deuren, vensters, enz�
• Systeem recent ingeschakeld in warme
kamer� Laat meer tijd om “opgeslagen
warmte uit muren, plafond, vloer en
meubels te verwijderen�
85NEDERLANDS
geschikt is voor gebruik met ontvlambare
koelmiddelen, d�w�z� geen vonken, voldoende
afgesloten of intrinsiekveilig�
5.
Aanwezigheid van een brandblusser� Als
er heet werk aan de koelapparatuur of
eventuele bijbehorende onderdelen moet
worden uitgevoerd, moet bijbehorende
brandblussende apparatuur bijdehand zijn�
Zorg dat er een droogpoederblusser of een
CO2-brandblusser naast het oplaadgebied
aanwezig is�
6.
Geen ontstekingsbronnen� Geen enkele
persoon die werk uitvoert in verband met
een koelsysteem dat betrekking heeft op het
blootstellen van pijpleidingen die ontvlambaar
koelmiddel bevatten of hebben bevat, mag
enige ontstekingsbronnen gebruiken op
een zodanige manier dat dit kan leiden tot
het risico op brand of een explosie� Alle
mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief het
roken van sigaretten, moeten voldoende uit
de buurt worden gehouden van de plaats
van installatie, reparatie, verwijdering en
wegdoen, gedurende de periode waarin
er mogelijk ontvlambaar koelmiddel in de
omgeving kan worden vrijgegeven� Voordat
de werkzaamheden plaatsvinden, moet
de ruimte rondom de apparatuur worden
geïnspecteerd om te zorgen dat er geen
ontvlambare gevaren of ontstekingsrisico's
bestaan� Er moeten “Niet-roken”-borden
worden weergegeven�
7.
Geventileerde ruimte� Zorg dat de ruimte
open is of voldoende wordt geventileerd
voordat u het systeem in gebruik stelt of
hete werkzaamheden uitvoert� Gedurende
de periode dat de werkzaamheden worden
uitgevoerd, moet er een mate van ventilatie
gaande zijn� De ventilatie moet eventueel
vrijkomend koelmiddel veilig verspreiden en
bij voorkeur extern in de atmosfeer uitvoeren�
8.
Controles aan de koelmiddelapparatuur
Als er elektrische componenten worden
verwisseld, moeten ze worden aangebracht
voor dat doel en conform de correcte
specicaties� De onderhouds- en
reparatierichtlijnen van de fabrikant moeten te
allen tijde worden opgevolgd� Bij twijfel vraagt
u de technische afdeling van de fabrikant om
hulp� De volgende controles moeten worden
toegepast op installaties die gebruik maken
van ontvlambare koelmiddelen:
- De laadgrootte is in overeenstemming met
de grootte van de ruimte waarbinnen de
onderdelen die koelmiddel bevatten, worden
geïnstalleerd;
- De ventilatie-apparatuur en -uitgangen
werken adequaat en worden niet belemmerd;
- Als er een indirect koelmiddelcircuit wordt
gebruikt, moet het secundaire circuit
worden gecontroleerd op aanwezigheid van
koelmiddel;
- De markering van het apparaat blijft zichtbaar
en goed leesbaar� Markeringen en signalisatie
die onleesbaar zijn, moeten worden
gecorrigeerd;
- Koelmiddelleidingen of -componenten worden
geïnstalleerd op een positie waarin ze naar alle
waarschijnlijkheid niet worden blootgesteld aan
een substantie die corrosie kan veroorzaken
in de componenten die koelmiddel bevatten,
tenzij de componenten zijn geconstrueerd
uit materialen die inherent bestand zijn tegen
corrosie of die op geschikte wijze worden
beschermd tegen corrosie�
9.
Controles van elektrische apparaten�
Reparatie en onderhoud aan elektrische
componenten moet onder meer bestaan
uit initiële veiligheidscontroles en
componentinspectieprocedures� Als er
een storing aanwezig is die de veiligheid
in gevaar kan brengen, dan mag er geen
elektrische stroomvoorziening op het circuit
worden aangesloten totdat de storing naar
tevredenheid is opgelost� Als de storing niet
onmiddellijk kan worden gecorrigeerd, maar
het wel nodig is om de werking te continueren,
moet er een adequate tijdelijke oplossing
worden gebruikt� Dit moet aan de eigenaar
van de apparatuur worden gerapporteerd,
zodat alle partijen op de hoogte zijn�
Initiële veiligheidscontroles bestaan
onder meer uit:
• Dat condensatoren worden ontladen:
dit moet op een veilige manier worden
gedaan om de mogelijkheid van vonken
tevermijden;
• Dat er geen live elektrische componenten
en bedrading wordt blootgesteld tijdens
het opladen, terugwinnen of zuiveren van
het systeem;
• Dat er doorlopend contact met de aarde
bestaat�
Reparaties aan afgedichte
componenten
1.
Tijdens reparaties aan afgedichte
componenten, moeten alle elektrische
stroomvoorzieningen van de apparatuur
waaraan wordt gewerkt worden ontkoppeld
voorafgaande aan de verwijdering van
afgedichte afdekkingen, etc� Als het absoluut
noodzakelijk is om tijdens reparaties
een elektrische stroomvoorziening naar
86 www.aeg.com
Reparatie van intrinsiek veilige
componenten
OPMERKING: Het gebruik van siliconen
afdichtmiddel belemmert mogelijk
de effectiviteit van bepaalde soorten
lekkagedetectieapparatuur� Intrinsiek veilige
componenten hoeven niet te worden
geïsoleerd voordat eraan wordt gewerkt�
Breng geen permanent inductieve of
capaciteitsladingen op het circuit aan zonder
te zorgen dat het toelaatbare voltage en de
toelaatbare stroom voor de gebruikte apparatuur
hiermee niet wordt overschreden�
Intrinsiek veilige componenten zijn de enige
types waaraan live in de aanwezigheid van een
ontvlambare atmosfeer kan worden gewerkt�
Het testapparaat moet de juiste spanning
hebben� Vervang componenten uitsluitend
door onderdelen die door de fabrikant worden
gespeciceerd� Andere onderdelen kunnen leiden
tot de ontsteking van koelmiddel in de atmosfeer
door een lekkage�
Controleer of kabels niet onderhevig zijn aan
slijtage, corrosie, bovenmatige druk, vibratie,
scherpe randen of enige andere nadelige
milieueffecten� De controle moet ook rekening
houden met de gevolgen van ouderdom
of doorlopende trillingen uit bronnen als
compressoren of ventilatoren�
Wanneer een koelcircuit moet worden geopend
om reparaties uit te voeren, of voor enig ander
doeleinde, moeten er conventionele procedures
worden gebruikt� Het is echter belangrijk
dat best practice wordt gevolgd, aangezien
er rekening moet worden gehouden met
ontvlambaarheid� U moet zich aan de volgende
procedure houden:
• Koelmiddel verwijderen;
• Het circuit zuiveren met inert gas;
• Evacueren;
Onder geen enkele omstandigheden mogen
mogelijke ontstekingsbronnen worden
gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van
koelmiddellekkages� Er mag geen halogenide
lamp (of enige andere detector die gebruik
maakt van een naakte vlam) worden gebruikt�
De volgende lekkagedetectiemethoden worden
aanvaardbaar geacht voor systemen die
ontvlambare koelmiddelen bevatten�
Elektronische lekkagedetectors mogen
worden gebruikt voor het detecteren van
ontvlambare koelmiddelen� De gevoeligheid
kan echter onvoldoende zijn of moet mogelijk
opnieuw worden gekalibreerd� (Detectie-
apparatuur moet in een koelmiddelvrije
ruimte worden gekalibreerd�) Zorg dat de
detector geen mogelijke ontstekingsbron is
en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel�
Lekkagedetectieapparatuur moet worden
ingesteld op een percentage van de LFL van
het koelmiddel en moet worden gekalibreerd ten
opzichte van het koelmiddel dat wordt gebruikt
en nadat het bijbehorende gaspercentage
(maximaal 25%) is bevestigd�
Lekkagedetectievloeistoffen zijn geschikt voor
gebruik met de meeste koelmiddelen, maar het
gebruik van schoonmaakmiddelen met chloor
moet worden vermeden, aangezien de chloor
kan reageren met het koelmiddel en corrosie
van de koperen leidingen kan veroorzaken�
Als er een lek wordt vermoed, moeten alle
naakte vlammen worden verwijderd/gedoofd�
Als er een koelmiddellekkage wordt
gevonden waarvoor soldering nodig is, moet
al het koelmiddel uit het systeem worden
teruggewonnen of worden geïsoleerd (door
middel van uitschakelkleppen) in een deel van
het systeem dat ver van het lek is verwijderd�
Zuurstofvrije stikstof (OFN) moet vervolgens
door het systeem worden gevoerd, zowel voor
als tijdens het soldeerproces�
Kabels
Verwijdering en evacuatie
Detectie van ontvlambare
koelmiddelen
Lekkagedetectiemethoden
het apparaat te laten lopen, dan moet
een permanent werkende vorm van
lekkagedetectie op het meest kritieke punt
worden geplaatst om te waarschuwen tegen
een mogelijk gevaarlijke situatie�
2.
Er moet met name goed op het volgende
worden gelet om te waarborgen dat de
behuizing door de werkzaamheden aan
de elektrische componenten niet op
zodanige manier wordt gewijzigd dat het
beschermingsniveau wordt beïnvloed� Dit
bestaat onder meer uit schade aan kabels,
buitengewone hoeveelheden aansluitingen,
terminals niet aangesloten volgens de
oorspronkelijke specicatie, schade aan
afdichtingen, onjuiste montage van dichtingen,
etc� Zorg dat het apparaat goed is gemonteerd�
Zorg dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen
niet zodanig zijn verslechterd, dat ze niet
langer hun doel dienen of de binnendringing
van ontvlambare atmosferen voorkomen�
Vervangingsonderdelen moeten in
overeenstemming zijn met de specicaties van
de fabrikant�
87NEDERLANDS
De koelmiddellading moet worden
teruggewonnen in de correcte
terugwinningscilinders� Het systeem moet
worden “gespoeld” met OFN om de eenheid
veilig te stellen� Dit proces moet mogelijk
meerdere keren worden herhaald� Er mag
geen perslucht of zuurstof voor deze taak
worden gebruikt� Het spoelen moet worden
bereikt door het verbreken van het vacuüm in
het systeem met OFN, met OFN blijven vullen
totdat de werkdruk is bereikt, vervolgens
de OFN in de atmosfeer af laten zuigen
en ten slotte weer een vacuüm tot stand
brengen� Dit proces moet herhaald worden
totdat er zich geen koelmiddel meer in het
systeem bevindt� Wanneer de laatste OFN-
lading is gebruikt, moet het systeem tot de
atmosferische druk worden geventileerd om
werkzaamheden mogelijk te maken� Deze
verrichting is absoluut cruciaal als er in de
pijpleidingen zal worden gesoldeerd�
Zorg dat de uitlaat voor de vacuümpomp
zich niet in de buurt van ontstekingsbronnen
bevindt en dat er ventilatie beschikbaar is�
Naast conventionele laadprocedures moet
aan de volgende vereisten worden voldaan�
Oplaadprocedures
• Nogmaals zuiveren met inert gas;
• Het circuit openen door snijden of solderen�
• Zorg bij het gebruik van laadapparatuur dat
er geen verontreiniging van verschillende
koelmiddelen optreedt� Slangen of
leidingen moeten zo kort mogelijk worden
gehouden om de hoeveelheid koelmiddel
erin te minimaliseren�
• Cilinders moeten rechtop staan�
• Zorg dat het koelmiddelsysteem
voorafgaande aan het laden van
koelmiddel in het systeem is geaard�
• Voorzie het systeem van een label wanneer
het laden is voltooid (als dat nog niet het
geval is)�
• Er moet extreem goed worden opgelet dat
er niet teveel koelmiddel in het systeem
wordt aangebracht�
Voordat u het systeem opnieuw oplaadt,
moet er met OFN een druktest worden
uitgevoerd� Als het opladen is afgerond, maar
voorafgaande aan ingebruikneming moet het
systeem op lekkage worden getest� Voordat
u de locatie verlaat moet er een opvolgende
lekkagetest worden uitgevoerd�
Voordat deze procedure wordt uitgevoerd,
is het essentieel dat de monteur volledig
bekend is met de apparatuur en alle
details ervan� Het is een aanbevolen
best practice dat alle koelmiddelen veilig
worden teruggewonnen� Voordat de taak
wordt uitgevoerd, moet er een olie- en
koelmiddelmonster worden genomen, voor
het geval er een analyse nodig is voordat
het teruggewonnen koelmiddel opnieuw kan
worden gebruikt� Het is van essentieel belang
dat er elektriciteit beschikbaar is voordat met
de taak wordt begonnen�
Buitengebruikstelling
1.
Zorg dat u bekend bent met de apparatuur
en de bediening ervan�
2.
Isoleer het systeem elektrisch�
3.
Zorg voordat u met de procedure begint dat:
• Er zo nodig mechanische
verwerkingsapparatuur beschikbaar is voor
de verwerking van koelmiddelcilinders;
• Alle persoonlijke beschermingsmiddelen
beschikbaar zijn en op de juiste wijze
worden gebruikt;
• Het terugwinningsproces te allen tijde
onder toezicht van een competente
persoon wordt uitgevoerd;
• Terugwinningsapparatuur en -cilinders
voldoen aan de bijbehorende standaarden�
4.
Draineer het koelmiddelsysteem zo mogelijk�
5.
Als een vacuüm niet mogelijk is, maakt u
een zodanig spruitstuk dat het koelmiddel
uit de verschillende delen van het systeem
kan worden verwijderd�
6.
Zorg dat de cilinder op de weegschaal
staat voordat u met de terugwinning start�
7.
Start de terugwinningsmachine en
bedien deze in overeenstemming met de
instructies van de fabrikant�
8.
Zorg dat er niet teveel koelmiddel in de
cilinders wordt gevuld� (Niet meer dan een
volume van 80% aan vloeibare lading�)
9.
De maximale werkdruk van de cilinder mag
niet worden overschreden (zelfs niet tijdelijk)�
10.
Wanneer de cilinders op de juiste wijze
zijn gevuld en het proces is voltooid,
moet u zorgen dat de cilinders en de
apparatuur meteen uit de vestiging worden
verwijderd en dat alle isolatiekleppen op de
apparatuur zijn afgesloten�
88 www.aeg.com
De apparatuur moet van een label worden
voorzien waarop staat dat het buiten gebruik
is gesteld en dat het koelmiddel eruit is
verwijderd� Het label moet worden gedateerd
en ondertekend� Zorg dat er labels op de
apparatuur worden aangebracht waarop staat
dat de apparatuur ontvlambaar koelmiddel bevat�
Wanneer er koelmiddel uit een systeem
wordt verwijderd, voor reparaties of
buitengebruikstelling, wordt het als best practice
aanbevolen om alle koelmiddelen op veilige
wijze te verwijderen�
Wanneer het koelmiddel wordt overgebracht
naar cilinders, moet u zorgen dat er uitsluitend
gepaste cilinders voor de terugwinning van
koelmiddel worden gebruikt� Zorg dat het juiste
aantal cilinders voor de totale koelmiddellading
van het systeem beschikbaar is� Alle cilinders die
zullen worden gebruikt, zijn speciaal aangewezen
voor het teruggewonnen koelmiddel en bevatten
een label voor dat koelmiddel (d�w�z� speciale
cilinders voor de terugwinning van koelmiddel)�
De cilinders moeten een drukontluchtingsklep
bevatten, evenals de bijbehorende
uitschakelkleppen, alle in goed werkende
staat� Lege terugwinningscilinders worden
geëvacueerd en zo mogelijk gekoeld voordat de
terugwinning wordt uitgevoerd�
Etikettering
Terugwinning
De terugwinningsapparatuur moet in goede
werkende staat zijn, met een set instructies in
verband met de apparatuur� Tevens moet de
apparatuur geschikt zijn voor de terugwinning
van ontvlambare koelmiddelen� Bovendien
moet er een set gekalibreerde weegschalen,
in goede werkende staat, beschikbaar zijn�
Slangen moeten volledig zijn, met lekkagevrije
ontkoppelingen en in goede staat� Voordat u
een terugwinningsapparaat gebruikt, controleert
u of deze in goede werkende staat is, op de
juiste wijze is onderhouden en dat eventuele
bijbehorende elektrische componenten zijn
afgedicht om in geval van vrijgifte van koelmiddel
ontsteking te voorkomen� Bij twijfel neemt u
contact op met de fabrikant�
Het teruggewonnen koelmiddel moet in
de correcte terugwinningscilinder worden
geretourneerd aan de koelmiddelleverancier en
de relevante aantekening voor afvaloverdracht
moet worden afgesproken� Meng geen
koelmiddelen in terugwinningseenheden, vooral
niet in cilinders�
WAARSCHUWING!
• Gebruik geen middelen die het ontdooien
versnellen of reinigingsmiddelen anders
dan de middelen die door de fabrikant
worden aanbevolen�
• Het apparaat moet worden bewaard in
een kamer zonder doorlopend werkende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open
vlammen, een werkend gastoestel of een
werkende elektrische verwarming)�
• Niet doorboren of verbranden�
• Wees u ervan bewust dat koelmiddelen
geen geur afgeven�
• Apparaat moet worden geïnstalleerd,
bediend en opgeslagen in een kamer met
een vloeroppervlakte van meer dan 12 m
2
• Het apparaat moet zodanig worden
opgeslagen dat mechanische schade
wordt voorkomen� Wij waarschuwen u dat
het apparaat moet worden opgeslagen
in een goed-geventileerde ruimte, waarbij
de grootte van de ruimte overeenkomt
met de ruimte die voor de werking wordt
gespeciceerd�
• Enige persoon die is betrokken bij werken
aan of ingebruikstelling van een koelcircuit
moet een actueel, geldig certicaat van
een in de industrie geaccrediteerde
beoordelingsinstantie bezitten, die zijn/
haar competentie in het veilig hanteren
van koelmiddel in overeenstemming
met een in de industrie erkende
beoordelingsspecicatie autoriseert�
• Onderhoud mag uitsluitend worden
uitgevoerd zoals aanbevolen door de
fabrikant van de apparatuur� Onderhoud
en reparaties waarvoor de assistentie van
ander deskundig personeel nodig is, moet
worden uitgevoerd onder toezicht van de
persoon die competent is in het gebruik
van ontvlambare koelmiddelen�
Als compressoren of compressorolieën
moeten worden verwijderd, moet u zorgen
dat ze zijn geëvacueerd tot een aanvaardbaar
niveau om te zorgen dat er geen ontvlambaar
koelmiddel in het smeermiddel achterblijft�
Het evacuatieproces moet worden uitgevoerd
voordat u de compressor aan de leveranciers
retourneert� Alleen de elektrische verwarming
van het hoofgedeelte van de compressor mag
worden gebruikt om dit proces te versnellen�
Wanneer de olie uit het een systeem is
afgevoerd, moet dat op veilige wijze gebeuren�
11.
Teruggewonnen koelmiddel mag pas in een
ander koelmiddelsysteem worden geladen
als het is gereinigd en is gecontroleerd�
89NEDERLANDS
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool�
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen�
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten� Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval� Breng
het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente�

Documenttranscriptie

68 www.aeg.com INHOUD 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE ���������������������������������������������������������������������������������� 69 2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES �������������������������������������������������������������������������������� 72 3. OMSCHRIJVING ������������������������������������������������������������������������������������������������ 76 4. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES ���������������������������������������������������������������������� 76 5. INSTALLATIE-INSTRUCTIES ������������������������������������������������������������������������������� 77 6. KENMERKEN VAN DE AIRCONDITIONER ���������������������������������������������������������� 79 7. BEDIENINGSINSTRUCTIES �������������������������������������������������������������������������������� 80 8. ONDERHOUD & REINIGING ������������������������������������������������������������������������������� 83 9. PROBLEEMOPLOSSING ������������������������������������������������������������������������������������ 83 10. EXTRA INFORMATIE ���������������������������������������������������������������������������������������� 84 11. MILIEUBESCHERMING ������������������������������������������������������������������������������������ 89 WE DENKEN AAN U Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol en ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registerelectrolux.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips. Milieu-informatie. Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 69 VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING! • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Deze handleiding bevat informatie m.b.t. het juiste gebruik van uw nieuwe airconditioner. Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens het product te gebruiken. Deze handleiding moet op een veilige plaats bewaard worden. OPGELET! • Voor reparatie of onderhoud van dit systeem altijd beroep doen op een erkend monteur. • Neem contact met de installateur voor montage van dit systeem. • Deze airconditioner is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen of verstandelijk gehandicapten zonder toezicht. • Houd jonge kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met de airconditioner spelen. • Er bestaan plaatselijke richtlijnen m.b.t. maximaal toelaatbare geluidsniveau's van airconditioners. • Als het netsnoer moet worden vervangen, mag deze vervanging enkel gebeuren door bevoegd personeel. • Montagewerkzaamheden moeten door bevoegd personeel worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale bedradingsnormen (indien van toepassing). Onjuiste aansluiting kan oververhitting en brand veroorzaken. • Zorg ervoor dat uw vingers tijdens het verstellen van de horizontale lamellen niet gekneld raken tussen de ventilator. 1.1 Belangrijke opmerkingen 1. Stel het systeem niet in werking zonder het luchtfilter. 2. Stel het systeem niet in werking in de nabijheid van een warmtebron of open vuur. 3. Stel het systeem niet bloot aan direct zonlicht. 70 www.aeg.com 4. Bewaar of verplaats het systeem altijd rechtop. 5. Tijdens de werking of net erna het apparaat niet bedekken. 6. Zorg er altijd voor dat, wanneer er een waterpompafvoerslang is aangesloten, deze slang naar een goedwerkende afvoer wordt geleid. 7. Zorg voor opslag altijd dat al het condensatiewater uit het systeem verwijderd is. 1.2 Belangrijke zaken bij het gebruik van uw airconditioningsysteem OPGELET! Waarschuwingen voor gebruik • Wijzig geen enkel onderdeel van dit product. • Steek niets in onderdelen van dit systeem. • Zorg ervoor dat de stroomtoevoer de gepaste spanning heeft. Gebruik uitsluitend netstroom van 220 V - 240 V, 50 Hz,10 A. Het gebruik van netstroom met een onjuiste spanning kan leiden tot schade aan het apparaat en mogelijk brandgevaar opleveren. • Gebruik altijd een stroomonderbreker of zekering met de juiste spanningswaarde. Gebruik in geen geval draad, pennen of andere objecten in plaats van een geschikte zekering. • In geval van abnormale werking van het airconditioningsysteem (bijvoorbeeld een brandgeur), schakel het onmiddellijk uit en koppel het systeem los van het stroomnet. OPGELET! Waarschuwing m.b.t. het netsnoer • Deze stekker mag uitsluitend in een geschikt wandstopcontact gestoken worden. Niet gebruiken in combinatie met verlengsnoeren. • Duw de stekker stevig in het stopcontact en zorg ervoor dat deze niet los zit. • Het netsnoer niet vervormen of wijzigen en er niet aan trekken of het onderdompelen in water. Door aan het netsnoer te trekken of het niet juist te gebruiken kan er schade aan het apparaat optreden en kunnen er elektrische schokken optreden. • Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon dit vervangen NEDERLANDS 71 teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Gebruik uitsluitend door de fabrikant gespecificeerde netsnoeren als vervanging. • Dit apparaat moet geaard worden. Dit apparaat is uitgerust met een netsnoer met aardingskabel. De stekker moet in een stopcontact worden gestoken dat goed is geïnstalleerd en geaard. Aarding Stekker • Dit apparaat is uitgerust met een netsnoer met een geaarde draad die verbonden is met een geaarde pen. De stekker moet verbonden worden met een stopcontact dat correct gemonteerd en geaard is. De vierkante aardingspen van deze stekker mag in geen geval afgeknipt of verwijderd worden. Vierkante aardingspen Stekker (uitsluitend voor het VK) 1.3 Veiligheidsinstructies voor gebruik • Zorg ervoor dat het systeem is uitgeschakeld en losgekoppeld van het stroomnet alvorens enige onderhoudswerkzaamheden of reiniging worden uitgevoerd. • Gooi of giet geen water rechtstreeks op het apparaat. Water kan elektrische schokken of schade aan het apparaat veroorzaken. • Bij het verplaatsen van het airconditioningsysteem moet het water uit het systeem worden afgevoerd (zie pagina 14). Als er water in het reservoir blijft, kan dit tijdens het verplaatsen uit het apparaat stromen. • Voor een goede afvoer mag de afvoerslang niet geknikt zijn of opgetild worden tijdens de dehumidificatie-modus. Als dit wel gebeurt, kan er water uit het apparaat stromen. • Tijdens het gebruik mag de temperatuur rond de afvoerslang niet onder het vriespunt liggen. Afvoerwater kan dan bevriezen in de slang, waardoor het water in het systeem uit het apparaat stroomt. • Blokkeer de luchtuitlaat niet met objecten. De koelingprestaties kunnen dan verminderen of geheel stoppen. 72 www.aeg.com • Voorzie een lekstroomapparaat (ROD) ter bescherming tegen elektrische schokken, in overeenstemming met de Britse norm en bedradingsrichtlijnen. • Langdurige blootstelling aan een directe luchtstroming kan schadelijk zijn voor uw gezondheid. Stel bewoners, huisdieren of planten niet langdurig bloot aan directe luchtstromen. • Gebruik dit airconditioningsysteem niet voor onbeoogde bijzondere doeleinden (bijvoorbeeld het bewaren van precisieinstrumenten, voedsel, huisdieren, planten en kunstobjecten). Dit kan schadelijk zijn voor zulke eigendommen. 2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 2.1 Opmerkingen m.b.t. de bediening/werking • Wacht 3 minuten tot de compressor opnieuw begint te koelen. Als u het airconditioningsysteem uitschakelt en onmiddellijk opnieuw herstart, wacht dan 3 minuten tot de compressor de koeling opnieuw inschakelt. Het airconditioningsysteem bevat een elektronisch toestel dat, uit veiligheidsoverwegingen, de compressor 3 minuten inactief houdt. • In geval van een stroomstoring tijdens gebruik, wacht 3 minuten alvorens het systeem te herstarten. Nadat de stroom opnieuw is ingeschakeld, herstart het airconditioningsysteem. Indien de stroomtoevoer minder dan drie minuten uitgeschakeld was, wacht dan ten minste drie minuten alvorens het systeem opnieuw te herstarten. Als u het airconditioningsysteem sneller herstart, zorgt een beveiligingsapparaat in het systeem er mogelijk voor dat de compressor wordt uitgeschakeld. Dit beveiligingsapparaat zal de koeling ongeveer 5 minuten verhinderen. Alle eerdere instelling zullen worden geannuleerd en het systeem keert terug naar de startinstellingen. • Werking bij lage temperaturen: Bevriest uw systeem? Dit kan gebeuren wanneer het systeem bij lage omgevingstemperaturen wordt ingesteld op een temperatuur rond 18 °C, met name 's nachts. In dat geval • • • • • • • zal een verdere temperatuurdaling ervoor zorgen dat het systeem bevriest. Stel het systeem in op een hogere temperatuur om te voorkomen dat het bevriest. De dehumificatie-modus verhoogt de kamertemperatuur. Het systeem genereert warmte tijdens de dehumidificatie-modus en de kamertemperatuur zal stijgen. Er zal warme lucht uit de luchtuitlaat komen, maar dat is normaal en wijst niet op een probleem met het systeem. In de afkoelingsmodus blaast het airconditioningsysteem de warme lucht die het systeem genereert uit de kamer via de afvoerslang. Ondertussen komt dezelfde hoeveelheid lucht van buitenaf door eventuele openingen in de kamer binnen. Gebruik geen middelen die het ontdooien versnellen of reinigingsmiddelen anders dan de middelen die door de fabrikant worden aanbevolen. Het apparaat moet worden bewaard in een kamer zonder doorlopend werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vlammen, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming). Niet doorboren of verbranden. Apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een kamer met een vloeroppervlakte van meer dan 12 m2. U moet de nationale gasvoorschriften naleven. NEDERLANDS 73 • Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies. • Het apparaat moet worden opgeslagen in een goed-geventileerde ruimte die groter is dan 12 m2. • Enige persoon die is betrokken bij werken aan of ingebruikstelling van een koelcircuit moet een actueel, geldig certificaat van een in de industrie geaccrediteerde beoordelingsinstantie bezitten, die zijn/ haar competentie in het veilig hanteren van koelmiddel in overeenstemming met een in de industrie erkende beoordelingsspecificatie autoriseert. • Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant van de apparatuur. Onderhoud en reparaties waarvoor de assistentie van ander deskundig personeel nodig is, moet worden uitgevoerd onder toezicht van de persoon die competent is in het gebruik van ontvlambare koelmiddelen. • Dit product bevat een lithium knoop-/ muntcelbatterij. Als een nieuwe of gebruikte lithium knoop-/muntcelbatterij wordt doorgeslikt of het lichaam binnenkomt, kan dit ernstige inwendige brandwonden veroorzaken en in slechts 2 uur al leiden tot de dood. Maak het batterijcompartiment altijd goed vast. Als het batterijcompartiment niet goed wordt vastgemaakt, houdt u op met het gebruik van het product, verwijdert u de batterijen en houdt u ze uit de buurt van kinderen. Als u denkt dat batterijen zijn ingeslikt of in een deel van het lichaam zijn geplaatst, raadpleegt u onmiddellijk een arts. Om letsel bij de gebruiker of andere personen en schade aan eigendommen te vermijden, moeten volgende instructies strikt worden nageleefd. Onjuiste werking/bediening wegens het negeren van instructies kan letsels of schade veroorzaken. De ernst hiervan wordt aangeduid d.m.v. volgende indicaties: De betekenis van de symbolen die in deze handleiding worden gebruikt, wordt hieronder weergegeven: WAARSCHUWING! Dit symbool duidt op de mogelijkheid van dood of ernstig letsel. OPGELET! Dit symbool duidt op een gevaar voor letsels of schade aan eigendommen. Dit symbool betekent dat u dit nooit mag doen. Dit symbool betekent dat u dit altijd moet doen. 2.2 Waarschuwing tijdens gebruik WAARSCHUWING! Waarschuwing tijdens gebruik 74 www.aeg.com waarschuwing betekenis Steek de stekker correct in het stopcontact Gevaar voor elektrische schokken of brand door oververhitting Het systeem nooit starten of stoppen door de stekker in of uit te trekken Gevaar voor elektrische schokken of brand door oververhitting Beschadig het netsnoer niet en gebruik geen onbekende/andere netsnoeren Gevaar voor elektrische schokken of brand. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen Pas de lengte van het netsnoer niet aan en sluit geen andere apparaten aan op hetzelfde stopcontact Gevaar voor elektrische schokken of brand door oververhitting Gebruik het systeem niet met natte handen of in een vochtige omgeving Dit kan een elektrische schok veroorzaken Richt de luchtstroom niet naar personen Dit kan de gezondheid schaden Zorg altijd voor een correcte aarding Onjuiste aarding kan leiden tot een elektrische schok Laat geen water in elektrische onderdelen stromen Dit kan leiden tot storingen of elektrocutie Monteer altijd een stroomonderbreker en een afzonderlijk stroomcircuit Onjuiste montage kan leiden tot brand en een elektrische schok Haal het systeem uit het stopcontact als er geluiden, geur of rook uit komt Het kan brand en een elektrische schok veroorzaken Gebruik het stopcontact niet als dit los of beschadigd blijkt Het kan brand en een elektrische schok veroorzaken Open het systeem niet tijdens de werking Het kan brand en een elektrische schok veroorzaken Houd vuurwapens uit de buurt Deze kunnen brand veroorzaken Gebruik het netsnoer niet in de nabijheid van verwarmingstoestellen Het kan brand en een elektrische schok veroorzaken Gebruik het netsnoer niet in de nabijheid van brandbare gassen of explosieven, zoals benzine, benzeen, thinner, enz Gevaar voor elektrische schokken of brand Als er een gaslek is van een ander apparaat, verlucht de kamer alvorens de airconditioner in te schakelen Gevaar voor explosie, brand en brandwonden Het systeem nooit demonteren of wijzigen Het kan brand en een elektrische schok veroorzaken NEDERLANDS 75 OPGELET! let op betekenis Als het luchtfilter verwijderd moet worden, raak dan de metalen onderdelen van het systeem niet aan Dit kan letsel veroorzaken Reinig de airconditioner niet met water Water kan in het systeem terechtkomen en de isolatie beschadigen. Het kan een elektrische schok veroorzaken Verlucht de kamer goed indien het systeem gebruikt wordt in combinatie met een kachel, enz Er kan een tekort aan zuurstof optreden Als het systeem moet gereinigd worden, schakel het uit en zet de stroomonderbreker uit Reinig de eenheid niet wanneer de stroom ingeschakeld is; dit kan brand en elektrische schokken veroorzaken, alsook letsel Plaats een huisdier of plant nooit op een plaats waar ze blootgesteld zijn aan directe luchtstroom Dit kan schadelijk zijn voor uw huisdier of planten Niet gebruiken voor bijzondere doeleinden Gebruik deze airconditioner niet om precisie-instrumenten, voedsel, huisdieren, planten en kunstobjecten te bewaren. Dit kan nadelig zijn voor de kwaliteit, enz Stop onmiddellijk de werking en sluit het venster bij storm of cyclonen Het gebruik met geopende vensters zorgt mogelijk voor een nat interieur of meubilair Neem de stekker op de kop vast wanneer u deze uit het stopcontact haalt Gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel Schakel de hoofdschakelaar uit wanneer u het systeem lange tijd niet gebruikt Er kunnen storingen of brand ontstaan Plaats geen objecten rond luchtinlaten of in de luchtafvoer Dit kan schade aan het apparaat of ongevallen veroorzaken Plaats de filters altijd stevig terug. Reinig het filter elke twee weken Werking/bediening zonder filters kan storingen veroorzaken Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen zoals was of verdunners - gebruik een zachte doek De kleuren kunnen verbleken of er kunnen krassen op het oppervlak ontstaan Plaats geen zware objecten op het netsnoer en zorg dat het snoer niet wordt ingedrukt Er is gevaar voor brand of elektrische schokken Drink geen water dat uit de airconditioner afkomstig is Het bevat verontreinigingen die u ziek kunnen maken Wees zorgvuldig bij het uitpakken en monteren Scherpe randen kunnen letsels veroorzaken Indien er water in het systeem terecht komt, schakelt u het systeem uit via de stekker en schakelt u de stroomonderbreker uit. Isoleer de stroomtoevoer door de stekker uit het stopcontact te halen en neem contact met een bevoegd monteur Gevaar voor elektrische schokken en schade 76 www.aeg.com 3. OMSCHRIJVING 1 2 6 7 8 3 9 5 10 4 1 Kamerluchtafvoer 6 Handgrepen (beide zijden) 2 Bedieningspaneel 3 Kamerluchttoevoer 7 Filter 8 Afvoerluchtuitlaat 4 Zwenkwiel 9 Afvoeruitlaat 5 Afstandsbediening 10 Afvoerlade onderaan Afb. 1 4. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES ONDERDELEN NAAM VAN HET ONDERDEEL: HOEVEELHEID: 1 Uitlaatslang 1 stuks 2 Vensterschuifkit 1 stuks 3 Afvoerslang & adapter 1 stuks 4 3/8" schroef 2 stuks 5 Sierfolie 1 stuks 6 Bevestigingsband 1 set Afstandsbediening 1 stuks 7 fan Afb. 2 • Controleer of alle accessoires in de verpakking zitten en raadpleeg de montage-instructies voor het gebruik ervan. NEDERLANDS 77 5. INSTALLATIE-INSTRUCTIES 5.1 Warme lucht afvoeren In de KOEL-modus moet het apparaat dicht bij een venster of opening worden geplaatst zodat de warme luchtafvoer naar buiten kan worden geleid. Plaats het systeem eerst op een vlakke vloer en zorg ervoor dat er minimaal 30 cm speling is rond het systeem, en dat het zich in de nabijheid van een stopcontact bevindt. 1. Schuif een van de uiteinden van de slang uit (afb. 3). Afb. 6 Vensterschuifkit Minimaal: 56 cm Maximaal: 112 cm Raadpleeg “5.2 Installatie in een openslaand raam” voor informatie over het installeren van de raamset. Afb. 3 2. Schuif de adapter A in het uitwisselingsgat van de eenheid (zie afbeelding 4). De slang is oorspronkelijk 38 cm lang maar kan verlengd worden tot 150 cm. Het is echter aanbevolen om ze niet langer te maken dan nodig. Zorg er ook voor dat de slang geen scherpe bochten maakt. (Afb. 7) Afb. 4 Afb. 7 3. Installeer de raamset op het raam, schuif adapter B in de vensterschuifkit en sluit dit af (afb. 5 & 6). 5.2 Installatie op een openslaand raam 1. Open het raam en hef de vergrendelingshendel van de vensterschuifkit op (afb. 9). B Afb. 5 Afb. 9 B: Vergrendelingshendel 78 www.aeg.com 2. Plaats de vensterschuifkit op het raam. Pas de lengte van de vensterschuifkit aan volgens de hoogte van het venster (afb. 10). 3. Duw de vergrendelingshendel terug om de vensterschuifkit op de juiste lengte af te stellen, sluit het raam en knijp de raamset tussen het raam en het venster om de raamset goed vast te maken. Pel de beschermfolie aan de achterkant van de ankertabs af en bevestig dit op het venster. Maak vervolgens het bandje vast (afb. 12). Afb. 10 De uitschuifbare stang kan worden verlengd als het raam te hoog is. Verwijder de uitschuifbare stang hiertoe eerst helemaal (afb. 11A). Lijn vervolgens de 3 haken op de uitschuifbare stang (afzonderlijk verkrijgbaar) uit met de 3 sleuven op het uiteinde van de uitschuifbare stang en schuif de 3 haken in de sleuven. Druk vervolgens op de uitschuifbare stang om de sleuven te vergrendelen (afb. 11B). Schuif daarna de gecombineerde uitschuifbare stang terug in de raamset (afb. 11C). Afb. 12 4. Knip de sierfolie op de bijpassende lengte en plak dit op de uitschuifbare stang (afb. 13). C Afb. 11 A Afb. 13 C: Sierfolie Afb. 11 B Afb. 11 C NEDERLANDS 6. KENMERKEN VAN DE AIRCONDITIONER 6.1 BEDIENINGSPANEEL 1 7 6 5 4 3 2 1 Geeft de temperatuur weer 4 Temperatuur verhogen 2 Filterresettoets (3 sec. indrukken om te resetten) 3 Stelt de ventilatorsnelheid in 5 Temperatuur verlagen 6 Stelt modus in 6.2 Afstandsbediening Modes 1. Draai de afstandsbediening om. In de knop van de afstandsbediening bevindt zich een sleuf. 1 2 5 7 Schakelt eenheid in of uit 2. Gebruik een muntje of iets dergelijks om de achterklep linksom te openen (afb. 20 & 21). 3 4 Ventilator 1 Indrukken om modes te selecteren 2 Indrukken om de eenheid in of uit te schakelen Afb. 20 3 Indrukken om de temperatuurinstelling te verhogen 4 Indrukken om ventilatiesnelheden te selecteren 5 Indrukken om de temperatuurinstelling te verlagen Open de achterkleppen en verwijder de beschermfolie om de afstandsbediening te activeren wanneer u deze voor het eerst gebruikt. De batterij vervangen Afb. 21 3. Gebruik dezelfde manier om het beschermdeksel aan de binnenkant te openen en verwijder de batterij (afb. 22). 79 80 www.aeg.com 3. Gebruik alleen batterijen van het gespecificeerde type. 4. Combineer geen oude en nieuwe batterijen. 5. Gooi batterijen nooit in een vuur. Batterijen kunnen exploderen of lekken. Afb. 22 4. Vervang de batterij en breng de binnenklep en achterklep weer aan. Batterytype: RG15D/E-ELL (Voltage op het naamplaatje: 3VDC) WAARSCHUWING! Gebruik de batterij op passende wijze 1. Gevaar voor chemische brandwonden. Houd batterijen uit de buurt van kinderen. 2. Zorg dat de batterijen op de juiste wijze worden geplaatst. 6. De cellen moeten op gepaste wijze worden weggegooid en moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Zelfs gebruikte cellen kunnen letsel veroorzaken. 7. Om schade te voorkomen, verwijdert u de batterijen wanneer u de afstandsbediening gedurende langere niet niet zult gebruiken. 8. Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventuele ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking kan veroorzaken. 7. BEDIENINGSINSTRUCTIES Sommige van de volgende instructies kunnen uitsluitend worden gebruikt door gebruik te maken van het bedieningspaneel. 7.1 Gebruik van het bedieningspaneel Verwarmingsmode (op sommige modellen) 1. Druk op de “Modes”-toets tot het indicatielampje “Cool” brandt. 2. Druk op de temperatuurtoetsen “ - ” & “ + ” om de juiste temperatuur in te stellen. 3. Druk op de “Fan speed”-toets voor de gewenste ventilatorsnelheid. Het is niet nodig om de afvoerslang in de mode “Cool” te gebruiken. In deze modus MOET de uitlaatadapterslang worden gebruikt. Fan mode 1. Druk op de “Modes”-toets tot het In deze modus moet u de uitlaat- of afvoerslang niet gebruiken. indicatielampje “Heat” brandt. 2. Druk op de temperatuurtoetsen “ - ” & “ + ” om de juiste temperatuur in te stellen. 3. Druk op de “Fan speed”-toets voor de gewenste ventilatorsnelheid. 4. Aangesloten afvoerslang. Raadpleeg hoofdstuk 7.3 Afvoer. Koelmodus In deze modus MOET de uitlaatadapterslang worden gebruikt. 1. Druk op de “Modes”-toets tot het indicatielampje “Fan” brandt. 2. Druk op de “Fan speed”-toets voor de gewenste ventilatorsnelheid. 3. De ventilator werkt op de geselecteerde snelheid en het display geeft de kamertemperatuur weer. NEDERLANDS 81 Droogmodus 7.2 In deze modus moet u de uitlaatadapterslang niet gebruiken, MAAR het verzamelde water moet worden afgevoerd. Raadpleeg hoofdstuk 7.3 Afvoer. Als het display “A5” weergeeft, dan is de kamertemperatuursensor defect. Neem contact op met uw erkende Electrolux-servicecentrum. Storingscode 1. Druk op de “Modes”-toets tot het indicatielampje “Dry” brandt. 2. De ventilator werkt op lage snelheid en het display geeft de kamertemperatuur weer. 3. Houd deuren en ramen gesloten voor het beste resultaat. 4. Aangesloten afvoerslang. Raadpleeg het hoofdstuk Afvoer. Als het display “E5” weergeeft, dan is de verdampertemperatuursensor defect. Neem contact op met uw erkende Electroluxservicecentrum. Automatische modus In deze modus moet de uitlaatslang altijd aangesloten zijn. Wanneer u de airconditioner in de Automodus zet, zal deze automatisch koeling, verwarming (niet van toepassing bij modellen die uitsluitend koelen) of ventilatie, afhankelijk van de temperatuur die u selecteerde en de temperatuur in de kamer. De airconditioner zal de kamertemperatuur automatisch regelen volgens het door u ingestelde temperatuurinstelpunt. In de AUTO-modus kunt u de ventilatorsnelheid niet kiezen. 1. Druk op de “Modes”-toets tot het indicatielampje “Auto mode” brandt. Als de “Auto mode” is geselecteerd, werkt de eenheid automatisch in overeenstemming met de werkelijke temperatuur van de lucht in de kamer. Als het display “E4” weergeeft, dan is de communicatie van het displaypaneel defect. Neem contact op met uw erkende Electroluxservicecentrum. Als het display “P1” weergeeft, dan is de onderste lade vol. Verplaats het systeem dan voorzichtig naar een afvoerlocatie, verwijder de onderste afvoerdop en laat het water wegstromen. Herstart de machine tot het symbool “P1” verdwijnt. Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met de klantendienst. Functie voor het controleren van het filter 1. Het filter schoonmaken. 2. Houd de “Filter”-toets 3 seconden ingedrukt om het filterlampje uit te schakelen. Een ventilatorsnelheid selecteren U kunt de gewenste ventilatorsnelheid selecteren door op de “Fan speed”-toets te drukken. De ventilatorsnelheid verandert in deze volgorde: “Auto Fan”, “High”, “Mid”, “Low”. Nadat u de ventilatorsnelheid “Auto Fan”, “High”, “Mid” of “Low” hebt gekozen, gaat het bijbehorende indicatielampje branden. In de modus Auto en Dry kunt u geen ventilatorsnelheid kiezen. Als het display “E7” weergeeft, dan is er een storing in de inwendige motor. Neem contact op met uw erkende Electrolux-servicecentrum. 82 www.aeg.com 7.3 Afvoer Tijdens de modus Heat en Dry moet u de afvoerslang op de afvoeruitlaat op de achterkant van de eenheid aansluiten om het condensaat uit de eenheid af te voeren. Anders werkt de eenheid mogelijk niet normaal en wordt “P1” op het display weergegeven. A. Afvoeren in een uitlaat die zich lager dan de eenheid bevindt. B. De eenheid beschikt over een pomp die het condensaat afvoert. Afb. 23 U kunt de afvoerslang zo nodig verlengen door de afvoerslangadapter op het uiteinde van de afvoerslang aan te brengen en vervolgens een 8-9 mm slang te gebruiken om te verlengen (afb. 24). Sluit een 8-9mm slang hier de afvoerslang verlengen Afb. 24 Tijdens de koelmodus vervangt u de rubberstopper op de slangconnector om maximale prestaties te bereiken. 7.4 Bedieningstips Nu u vertrouwd bent met de bediening van het toestel zijn er nog meer functies die u moet leren kennen. • Het koelcircuit beschikt over een automatische uitgestelde start van 3 minuten indien het systeem snel aan en uit wordt geschakeld. Dit voorkomt oververhitting van de compressor en een mogelijk activering van de stroomonderbreker. De ventilator zal op dat moment wel blijven draaien. • De temperatuur kan worden aangepast tussen 16 °C en 32 °C. • Het regelsysteem kan de temperatuur weergeven in graden Fahrenheit of graden Celsius. Om tussen de twee temperatuureenheden te schakelen, druk gedurende 3 seconden tegelijk op de toetsen “TEMP” omhoog (+) en “TEMP” omlaag (-). • Wanneer u de ventilator selecteert, duurt het 2 seconden voordat de compressor wordt uitgeschakeld. De reden hiervoor is de mogelijkheid dat u slechts doorbladert om een andere mode te selecteren. • Na een stroomstoring zal het systeem de laatste instelling onthouden en het systeem naar dezelfde instellingen terugstellen na het herstellen van de stroomtoevoer. • Het bedrijfsbereik voor de binnentemperatuur van dit product is 16 °C tot 35 °C. • Tijdens normale bediening toont het display van de eenheid kamertemperatuur, maar als de kamertemperatuur boven 37° C is, toont het display “HI”. • Na 60 seconden inactiviteit op het bedieningspaneel gaan het display en indicatielampjes uit. Druk op een willekeurige toets van het bedieningspaneel of de afstandsbediening om het display weer in te schakelen. NEDERLANDS 83 8. ONDERHOUD & REINIGING Reinig uw airconditioner regelmatig zodat deze er als nieuw blijft uitzien. 8.1 Reinigen van het luchtfilter De kast en de voorzijde mogen worden afgestoft met een olievrije doek of worden gewassen met een doek dat bevochtigd is met warm water en een zacht vloeibaar vaatwasmiddel. Spoel en droog grondig. Zorg ervoor dat u het systeem van het stroomnet loskoppelt alvorens het te reinigen. Voer de context van uw taak hier in (optioneel). 1. Pak de filterstab vast en trek de 4 filters op de achterkant van de eenheid er een voor een af. 2. Reinig het filter d.m.v. vloeibaar vaatwasmiddel en warm water. Spoel het filter grondig. Schud overtollig water voorzichtig uit het filter. Of, i.p.v. het filter te wassen, kunt u het ook stofzuigen. Zorg ervoor dat het filter grondig droog is alvorens het terug te plaatsen. 3. Breng de filters weer aan als ze droog zijn. 8.2 Reinigen van de kast Let op bij het reinigen van de eenheid. • Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, was of polijstmiddel op de voorzijde van de kast. • Zorg ervoor dat het bedieningspaneel afgeveegd wordt met een droog doek. Overtollig water in of rond het bedieningspaneel kan schade veroorzaken. 8.3 Opslag tijdens de wintermaanden Als u het apparaat tijdens de wintermaanden wenst op te slaan, bedek het dan met plastic of bewaar het in de oorspronkelijke verpakking. Zorg ervoor dat u het systeem van het stroomnet loskoppelt om gevaar voor schokken of brand te vermijden. 9. PROBLEEMOPLOSSING Voordat u om onderhoud vraagt, controleert u eerst deze lijst. Dit kan u tijd en geld besparen. De lijst omvat veelvoorkomende problemen die niet worden veroorzaakt door defect vakmanschap of materialen in dit apparaat. De airconditioner werkt niet. • Stekker zit los. Steek de stekker stevig in het stopcontact. • Zekering doorgebrand of stroomonderbreker geactiveerd. Vervang de zekering of reset de stroomonderbreker. • Regelsysteem staat UIT. Schakel regelsysteem AAN en stel in op gewenste instelling. • P1 verschijnt op het display. Water afvoeren zoals beschreven in hoofdstuk 7.3 Afvoer. • Kamertemperatuur lager dan de ingestelde temperatuur (Koelmodus). Reset de temperatuur. Lucht uit systeem voelt niet koud genoeg aan. • Kamertemperatuur lager dan 16 °C. De koeling wordt niet gestart tot de kamertemperatuur boven 16 °C stijgt. • Stel in op een lagere temperatuur. • Compressor uitgeschakeld bij het wijzigen van modi. Wacht ongeveer 3 minuten tot de compressor herstart als het systeem in de COOL-modus staat. Airconditioner koelt, maar de kamer is te warm - GEEN ijsvorming op de koelingspoel achter het decoratieve voorpaneel. • Buitentemperatuur lager dan 16 °C. Om de spoel te ontdooien, stelt u de Fan-modus (ventilator) in. • Luchtfilter is mogelijk vuil. Maak het filter schoon. Raadpleeg hoofdstuk 8. Onderhoud en reiniging. Om te ontdooien, stelt u de Fan-modus (ventilator) in. • Temperatuur is te laag ingesteld voor nachtelijke koeling. Om de spoel te 84 www.aeg.com ontdooien, stelt u de Fan-modus (ventilator) in. Stel dan de temperatuur hoger in. • Uitlaatleiding niet aangesloten of geblokkeerd. Raadpleeg hoofdstuk 5.1 Afvoer van warme lucht. Airconditioner koelt, maar de kamer is te warm - ijsvorming op de koelingspoel achter het decoratieve voorpaneel. • Vuil luchtfilter - luchtstroom geblokkeerd. Reinig de luchtfilter. Raadpleeg hoofdstuk 8. Onderhoud en reiniging. • Temperatuur is te hoog ingesteld. Stel de temperatuur lager in. • Lamellen voor luchtstroom onjuist gepositioneerd. Verplaats de lamellen voor een betere luchtverdeling. • Voorzijde van het systeem is geblokkeerd door gordijnen, rolgordijnen, enz. - beperkte luchtverdeling. Verwijder de blokkade. • Deuren, vensters, enz. open - koude lucht ontsnapt. Sluit deuren, vensters, enz. • Systeem recent ingeschakeld in warme kamer. Laat meer tijd om “opgeslagen” warmte uit muren, plafond, vloer en meubels te verwijderen. Airconditioner schakelt snel aan en uit. • Vuil luchtfilter - luchtstroom geblokkeerd. Reinig de luchtfilter. • Buitentemperatuur extreem hoog. Stel de ventilatorsnelheid hoger in om lucht door de koelingspoelen te leiden. Kamer te koud. • Temperatuur te laag ingesteld. Verhoog de temperatuurinstelling. 10. EXTRA INFORMATIE Transport van apparatuur dat ontvlambaar koelmiddel bevat Zie de transportvoorschriften Markeren van apparatuur met behulp van signalisatie Zie de lokale voorschriften Wegdoen van apparatuur dat ontvlambaar koelmiddel bevat Zie de nationale voorschriften Opslag van apparatuur/apparaten De opslag van apparaten moet gebeuren in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur De bescherming van de opslagverpakking moet zodanig worden geconstrueerd dat mechanische schade aan de apparatuur binnen de verpakking geen lekkage van het koelmiddel zal veroorzaken. Het maximale aantal stuks apparatuur dat bij elkaar mag worden opgeborgen, wordt bepaald door de lokale voorschriften. Informatie over onderhoud 1. Controles van de ruimte. Voordat u werkzaamheden aanvangt aan systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten, moeten er veiligheidscontroles worden uitgevoerd om te zorgen dat het risico op ontsteking wordt geminimaliseerd. Voor reparatie aan het koelsysteem moet u zich aan de volgende voorzorgsmaatregelen houden voordat u werkzaamheden aan het systeem gaat uitvoeren. 2. Werkprocedure Het werk moet worden uitgevoerd volgens een gereguleerde procedure, zodat het risico op de aanwezigheid van ontvlambaar gas of damp tijdens het uitvoeren van het werk wordt geminimaliseerd. 3. Algemeen werkgebied. Alle onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving werken, moet op de hoogte worden gebracht van de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Werk in beperkte ruimten moet worden vermeden. De ruimte rondom de werkruimte moet worden afgescheiden. Zorg dat de omstandigheden binnen de ruimte veilig zijn gemaakt door beheersing van ontvlambaar materiaal. 4. Controleren op aanwezigheid van koelmiddel. De ruimte moet met een gepaste koelmiddeldetector worden gecontroleerd voorafgaande aan en tijdens de werkzaamheden, om te verzekeren dat de monteur zich bewust is van mogelijk ontvlambare atmosferen. Zorg dat de lekkagedetectieapparatuur die wordt gebruikt, NEDERLANDS geschikt is voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen, d.w.z. geen vonken, voldoende afgesloten of intrinsiek veilig. 5. Aanwezigheid van een brandblusser. Als er heet werk aan de koelapparatuur of eventuele bijbehorende onderdelen moet worden uitgevoerd, moet bijbehorende brandblussende apparatuur bijdehand zijn. Zorg dat er een droogpoederblusser of een CO2-brandblusser naast het oplaadgebied aanwezig is. 6. Geen ontstekingsbronnen. Geen enkele persoon die werk uitvoert in verband met een koelsysteem dat betrekking heeft op het blootstellen van pijpleidingen die ontvlambaar koelmiddel bevatten of hebben bevat, mag enige ontstekingsbronnen gebruiken op een zodanige manier dat dit kan leiden tot het risico op brand of een explosie. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, moeten voldoende uit de buurt worden gehouden van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering en wegdoen, gedurende de periode waarin er mogelijk ontvlambaar koelmiddel in de omgeving kan worden vrijgegeven. Voordat de werkzaamheden plaatsvinden, moet de ruimte rondom de apparatuur worden geïnspecteerd om te zorgen dat er geen ontvlambare gevaren of ontstekingsrisico's bestaan. Er moeten “Niet-roken”-borden worden weergegeven. 7. Geventileerde ruimte. Zorg dat de ruimte open is of voldoende wordt geventileerd voordat u het systeem in gebruik stelt of hete werkzaamheden uitvoert. Gedurende de periode dat de werkzaamheden worden uitgevoerd, moet er een mate van ventilatie gaande zijn. De ventilatie moet eventueel vrijkomend koelmiddel veilig verspreiden en bij voorkeur extern in de atmosfeer uitvoeren. 8. Controles aan de koelmiddelapparatuur. Als er elektrische componenten worden verwisseld, moeten ze worden aangebracht voor dat doel en conform de correcte specificaties. De onderhouds- en reparatierichtlijnen van de fabrikant moeten te allen tijde worden opgevolgd. Bij twijfel vraagt u de technische afdeling van de fabrikant om hulp. De volgende controles moeten worden toegepast op installaties die gebruik maken van ontvlambare koelmiddelen: - D  e laadgrootte is in overeenstemming met de grootte van de ruimte waarbinnen de onderdelen die koelmiddel bevatten, worden geïnstalleerd; - D  e ventilatie-apparatuur en -uitgangen werken adequaat en worden niet belemmerd; 85 - A  ls er een indirect koelmiddelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden gecontroleerd op aanwezigheid van koelmiddel; - D  e markering van het apparaat blijft zichtbaar en goed leesbaar. Markeringen en signalisatie die onleesbaar zijn, moeten worden gecorrigeerd; - Koelmiddelleidingen of -componenten worden geïnstalleerd op een positie waarin ze naar alle waarschijnlijkheid niet worden blootgesteld aan een substantie die corrosie kan veroorzaken in de componenten die koelmiddel bevatten, tenzij de componenten zijn geconstrueerd uit materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie of die op geschikte wijze worden beschermd tegen corrosie. 9. Controles van elektrische apparaten. Reparatie en onderhoud aan elektrische componenten moet onder meer bestaan uit initiële veiligheidscontroles en componentinspectieprocedures. Als er een storing aanwezig is die de veiligheid in gevaar kan brengen, dan mag er geen elektrische stroomvoorziening op het circuit worden aangesloten totdat de storing naar tevredenheid is opgelost. Als de storing niet onmiddellijk kan worden gecorrigeerd, maar het wel nodig is om de werking te continueren, moet er een adequate tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dit moet aan de eigenaar van de apparatuur worden gerapporteerd, zodat alle partijen op de hoogte zijn. Initiële veiligheidscontroles bestaan onder meer uit: • Dat condensatoren worden ontladen: dit moet op een veilige manier worden gedaan om de mogelijkheid van vonken te vermijden; • Dat er geen live elektrische componenten en bedrading wordt blootgesteld tijdens het opladen, terugwinnen of zuiveren van het systeem; • Dat er doorlopend contact met de aarde bestaat. Reparaties aan afgedichte componenten 1. Tijdens reparaties aan afgedichte componenten, moeten alle elektrische stroomvoorzieningen van de apparatuur waaraan wordt gewerkt worden ontkoppeld voorafgaande aan de verwijdering van afgedichte afdekkingen, etc. Als het absoluut noodzakelijk is om tijdens reparaties een elektrische stroomvoorziening naar 86 www.aeg.com het apparaat te laten lopen, dan moet een permanent werkende vorm van lekkagedetectie op het meest kritieke punt worden geplaatst om te waarschuwen tegen een mogelijk gevaarlijke situatie. 2. Er moet met name goed op het volgende worden gelet om te waarborgen dat de behuizing door de werkzaamheden aan de elektrische componenten niet op zodanige manier wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt beïnvloed. Dit bestaat onder meer uit schade aan kabels, buitengewone hoeveelheden aansluitingen, terminals niet aangesloten volgens de oorspronkelijke specificatie, schade aan afdichtingen, onjuiste montage van dichtingen, etc. Zorg dat het apparaat goed is gemonteerd. Zorg dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig zijn verslechterd, dat ze niet langer hun doel dienen of de binnendringing van ontvlambare atmosferen voorkomen. Vervangingsonderdelen moeten in overeenstemming zijn met de specificaties van de fabrikant. OPMERKING: Het gebruik van siliconen afdichtmiddel belemmert mogelijk de effectiviteit van bepaalde soorten lekkagedetectieapparatuur. Intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voordat eraan wordt gewerkt. Reparatie van intrinsiek veilige componenten Breng geen permanent inductieve of capaciteitsladingen op het circuit aan zonder te zorgen dat het toelaatbare voltage en de toelaatbare stroom voor de gebruikte apparatuur hiermee niet wordt overschreden. Intrinsiek veilige componenten zijn de enige types waaraan live in de aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer kan worden gewerkt. Het testapparaat moet de juiste spanning hebben. Vervang componenten uitsluitend door onderdelen die door de fabrikant worden gespecificeerd. Andere onderdelen kunnen leiden tot de ontsteking van koelmiddel in de atmosfeer door een lekkage. Kabels Controleer of kabels niet onderhevig zijn aan slijtage, corrosie, bovenmatige druk, vibratie, scherpe randen of enige andere nadelige milieueffecten. De controle moet ook rekening houden met de gevolgen van ouderdom of doorlopende trillingen uit bronnen als compressoren of ventilatoren. Detectie van ontvlambare koelmiddelen Onder geen enkele omstandigheden mogen mogelijke ontstekingsbronnen worden gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekkages. Er mag geen halogenide lamp (of enige andere detector die gebruik maakt van een naakte vlam) worden gebruikt. Lekkagedetectiemethoden De volgende lekkagedetectiemethoden worden aanvaardbaar geacht voor systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten. Elektronische lekkagedetectors mogen worden gebruikt voor het detecteren van ontvlambare koelmiddelen. De gevoeligheid kan echter onvoldoende zijn of moet mogelijk opnieuw worden gekalibreerd. (Detectieapparatuur moet in een koelmiddelvrije ruimte worden gekalibreerd.) Zorg dat de detector geen mogelijke ontstekingsbron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel. Lekkagedetectieapparatuur moet worden ingesteld op een percentage van de LFL van het koelmiddel en moet worden gekalibreerd ten opzichte van het koelmiddel dat wordt gebruikt en nadat het bijbehorende gaspercentage (maximaal 25 %) is bevestigd. Lekkagedetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen, maar het gebruik van schoonmaakmiddelen met chloor moet worden vermeden, aangezien de chloor kan reageren met het koelmiddel en corrosie van de koperen leidingen kan veroorzaken. Als er een lek wordt vermoed, moeten alle naakte vlammen worden verwijderd/gedoofd. Als er een koelmiddellekkage wordt gevonden waarvoor soldering nodig is, moet al het koelmiddel uit het systeem worden teruggewonnen of worden geïsoleerd (door middel van uitschakelkleppen) in een deel van het systeem dat ver van het lek is verwijderd. Zuurstofvrije stikstof (OFN) moet vervolgens door het systeem worden gevoerd, zowel voor als tijdens het soldeerproces. Verwijdering en evacuatie Wanneer een koelcircuit moet worden geopend om reparaties uit te voeren, of voor enig ander doeleinde, moeten er conventionele procedures worden gebruikt. Het is echter belangrijk dat best practice wordt gevolgd, aangezien er rekening moet worden gehouden met ontvlambaarheid. U moet zich aan de volgende procedure houden: • Koelmiddel verwijderen; • Het circuit zuiveren met inert gas; • Evacueren; NEDERLANDS • Nogmaals zuiveren met inert gas; • Het circuit openen door snijden of solderen. De koelmiddellading moet worden teruggewonnen in de correcte terugwinningscilinders. Het systeem moet worden “gespoeld” met OFN om de eenheid veilig te stellen. Dit proces moet mogelijk meerdere keren worden herhaald. Er mag geen perslucht of zuurstof voor deze taak worden gebruikt. Het spoelen moet worden bereikt door het verbreken van het vacuüm in het systeem met OFN, met OFN blijven vullen totdat de werkdruk is bereikt, vervolgens de OFN in de atmosfeer af laten zuigen en ten slotte weer een vacuüm tot stand brengen. Dit proces moet herhaald worden totdat er zich geen koelmiddel meer in het systeem bevindt. Wanneer de laatste OFNlading is gebruikt, moet het systeem tot de atmosferische druk worden geventileerd om werkzaamheden mogelijk te maken. Deze verrichting is absoluut cruciaal als er in de pijpleidingen zal worden gesoldeerd. Zorg dat de uitlaat voor de vacuümpomp zich niet in de buurt van ontstekingsbronnen bevindt en dat er ventilatie beschikbaar is. Oplaadprocedures Naast conventionele laadprocedures moet aan de volgende vereisten worden voldaan. • Zorg bij het gebruik van laadapparatuur dat er geen verontreiniging van verschillende koelmiddelen optreedt. Slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk worden gehouden om de hoeveelheid koelmiddel erin te minimaliseren. • Cilinders moeten rechtop staan. • Zorg dat het koelmiddelsysteem voorafgaande aan het laden van koelmiddel in het systeem is geaard. • Voorzie het systeem van een label wanneer het laden is voltooid (als dat nog niet het geval is). • Er moet extreem goed worden opgelet dat er niet teveel koelmiddel in het systeem wordt aangebracht. Voordat u het systeem opnieuw oplaadt, moet er met OFN een druktest worden uitgevoerd. Als het opladen is afgerond, maar voorafgaande aan ingebruikneming moet het systeem op lekkage worden getest. Voordat u de locatie verlaat moet er een opvolgende lekkagetest worden uitgevoerd. 87 Buitengebruikstelling Voordat deze procedure wordt uitgevoerd, is het essentieel dat de monteur volledig bekend is met de apparatuur en alle details ervan. Het is een aanbevolen best practice dat alle koelmiddelen veilig worden teruggewonnen. Voordat de taak wordt uitgevoerd, moet er een olie- en koelmiddelmonster worden genomen, voor het geval er een analyse nodig is voordat het teruggewonnen koelmiddel opnieuw kan worden gebruikt. Het is van essentieel belang dat er elektriciteit beschikbaar is voordat met de taak wordt begonnen. 1. Zorg dat u bekend bent met de apparatuur en de bediening ervan. 2. Isoleer het systeem elektrisch. 3. Zorg voordat u met de procedure begint dat: • Er zo nodig mechanische verwerkingsapparatuur beschikbaar is voor de verwerking van koelmiddelcilinders; • Alle persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en op de juiste wijze worden gebruikt; • Het terugwinningsproces te allen tijde onder toezicht van een competente persoon wordt uitgevoerd; • Terugwinningsapparatuur en -cilinders voldoen aan de bijbehorende standaarden. 4. Draineer het koelmiddelsysteem zo mogelijk. 5. Als een vacuüm niet mogelijk is, maakt u een zodanig spruitstuk dat het koelmiddel uit de verschillende delen van het systeem kan worden verwijderd. 6. Zorg dat de cilinder op de weegschaal staat voordat u met de terugwinning start. 7. Start de terugwinningsmachine en bedien deze in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. 8. Zorg dat er niet teveel koelmiddel in de cilinders wordt gevuld. (Niet meer dan een volume van 80 % aan vloeibare lading.) 9. De maximale werkdruk van de cilinder mag niet worden overschreden (zelfs niet tijdelijk). 10. Wanneer de cilinders op de juiste wijze zijn gevuld en het proces is voltooid, moet u zorgen dat de cilinders en de apparatuur meteen uit de vestiging worden verwijderd en dat alle isolatiekleppen op de apparatuur zijn afgesloten. 88 www.aeg.com 11. Teruggewonnen koelmiddel mag pas in een ander koelmiddelsysteem worden geladen als het is gereinigd en is gecontroleerd. Etikettering De apparatuur moet van een label worden voorzien waarop staat dat het buiten gebruik is gesteld en dat het koelmiddel eruit is verwijderd. Het label moet worden gedateerd en ondertekend. Zorg dat er labels op de apparatuur worden aangebracht waarop staat dat de apparatuur ontvlambaar koelmiddel bevat. Terugwinning Wanneer er koelmiddel uit een systeem wordt verwijderd, voor reparaties of buitengebruikstelling, wordt het als best practice aanbevolen om alle koelmiddelen op veilige wijze te verwijderen. Wanneer het koelmiddel wordt overgebracht naar cilinders, moet u zorgen dat er uitsluitend gepaste cilinders voor de terugwinning van koelmiddel worden gebruikt. Zorg dat het juiste aantal cilinders voor de totale koelmiddellading van het systeem beschikbaar is. Alle cilinders die zullen worden gebruikt, zijn speciaal aangewezen voor het teruggewonnen koelmiddel en bevatten een label voor dat koelmiddel (d.w.z. speciale cilinders voor de terugwinning van koelmiddel). De cilinders moeten een drukontluchtingsklep bevatten, evenals de bijbehorende uitschakelkleppen, alle in goed werkende staat. Lege terugwinningscilinders worden geëvacueerd en zo mogelijk gekoeld voordat de terugwinning wordt uitgevoerd. De terugwinningsapparatuur moet in goede werkende staat zijn, met een set instructies in verband met de apparatuur. Tevens moet de apparatuur geschikt zijn voor de terugwinning van ontvlambare koelmiddelen. Bovendien moet er een set gekalibreerde weegschalen, in goede werkende staat, beschikbaar zijn. Slangen moeten volledig zijn, met lekkagevrije ontkoppelingen en in goede staat. Voordat u een terugwinningsapparaat gebruikt, controleert u of deze in goede werkende staat is, op de juiste wijze is onderhouden en dat eventuele bijbehorende elektrische componenten zijn afgedicht om in geval van vrijgifte van koelmiddel ontsteking te voorkomen. Bij twijfel neemt u contact op met de fabrikant. Het teruggewonnen koelmiddel moet in de correcte terugwinningscilinder worden geretourneerd aan de koelmiddelleverancier en de relevante aantekening voor afvaloverdracht moet worden afgesproken. Meng geen koelmiddelen in terugwinningseenheden, vooral niet in cilinders. Als compressoren of compressorolieën moeten worden verwijderd, moet u zorgen dat ze zijn geëvacueerd tot een aanvaardbaar niveau om te zorgen dat er geen ontvlambaar koelmiddel in het smeermiddel achterblijft. Het evacuatieproces moet worden uitgevoerd voordat u de compressor aan de leveranciers retourneert. Alleen de elektrische verwarming van het hoofgedeelte van de compressor mag worden gebruikt om dit proces te versnellen. Wanneer de olie uit het een systeem is afgevoerd, moet dat op veilige wijze gebeuren. WAARSCHUWING! • Gebruik geen middelen die het ontdooien versnellen of reinigingsmiddelen anders dan de middelen die door de fabrikant worden aanbevolen. • Het apparaat moet worden bewaard in een kamer zonder doorlopend werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vlammen, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming). • Niet doorboren of verbranden. • Wees u ervan bewust dat koelmiddelen geen geur afgeven. • Apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een kamer met een vloeroppervlakte van meer dan 12 m2. • Het apparaat moet zodanig worden opgeslagen dat mechanische schade wordt voorkomen. Wij waarschuwen u dat het apparaat moet worden opgeslagen in een goed-geventileerde ruimte, waarbij de grootte van de ruimte overeenkomt met de ruimte die voor de werking wordt gespecificeerd. • Enige persoon die is betrokken bij werken aan of ingebruikstelling van een koelcircuit moet een actueel, geldig certificaat van een in de industrie geaccrediteerde beoordelingsinstantie bezitten, die zijn/ haar competentie in het veilig hanteren van koelmiddel in overeenstemming met een in de industrie erkende beoordelingsspecificatie autoriseert. • Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant van de apparatuur. Onderhoud en reparaties waarvoor de assistentie van ander deskundig personeel nodig is, moet worden uitgevoerd onder toezicht van de persoon die competent is in het gebruik van ontvlambare koelmiddelen. NEDERLANDS 89 11. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

AEG AXP09HSECI Handleiding

Categorie
Elektrische wasdrogers
Type
Handleiding