Ferm BCM1004 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Ferm BCM1004 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Produkt: Ferm Akkulader.
6 Ampère, art. nr. 160350;
10 Ampère, art. nr. 160360;
Ferm, Genemuiden, Holland.
Zie voor een volledige beschrijving van de technische
specificaties pagina 2.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GOED
DOOR VOORDAT U DE AKKULADER IN
GEBRUIK NEEMT!
1. ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Houd het werkgebied op orde.
- Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongeluk-
ken.
- Verlicht de werkomgeving voldoende.
Houd rekening met omgevingsinvloeden.
Laat de akkulader niet in de regen liggen. Gebruik de
akkulader niet in een vochtige of natte omgeving en
zorg voor een goede verlichting. Gebruik de akkula-
der niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen. Doof sigaretten en vermijdt open vuur.
Voorkom een elektrische schok.
Bescherm het netsnoer van het apparaat tegen hit-
te, olie en scherpe voorwerpen. Vermijd lichaams-
contact met blootliggende delen van de netstekker.
Houd kinderen uit de buurt.
Laat andere personen niet aan de akkulader
komen, houd ze weg van het werkgebied.
Berg de akkulader veilig op.
Niet in gebruik zijnde gereedschappen moeten in
droge, afgesloten ruimten, buiten het bereik van
kinderen gehouden worden.
Overbelast de akkulader niet.
Men werkt beter en veiliger binnen het aangegeven
vermogensbereik. Schade door overbelasting valt
niet onder de garantie.
Gebruik het juiste gereedschap.
Gebruik geen apparaten met een te laag vermogen
voor een te zware belasting. Gebruik het apparaat
niet voor een doel of karwei waarvoor zij niet
bestemd zijn.
Gebruik het netsnoer niet verkeerd.
Gebruik het snoer niet om de netstekker uit het
stopcontact te trekken. Bescherm het snoer tegen
hitte, olie en scherpe voorwerpen.
Onderhoud de akkulader zorgvuldig.
Houd de akkulader schoon om beter en veiliger te
kunnen werken.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Trek de stekker uit het stopcontact als de akkula-
der niet in gebruik is of tijdens het onderhoud.
Verlengsnoer.
Gebruik alleen goedgekeurde en overeenkomstig
gekenmerkte verlengsnoeren.
Wees steeds opmerkzaam.
Zorg dat u alle gebruiksinstructies juist opvolgt en
ga met verstand te werk.
Controleer de akkulader.
- Controleer of alle andere voorwaarden, die het
functioneren van het apparaat zouden kunnen
beïnvloeden, juist zijn.
- Indien in de gebruiksaanwijzing niets anders is aan-
gegeven, moeten beschadigde veiligheidsinrichtin-
gen en onderdelen door een servicewerkplaats vak-
kundig worden gerepareerd of worden vervangen.
2. SPECIALE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN
Bij het ontwerp van het apparaat is rekening gehouden
met de eisen voor een veilig gebruik. Elke verandering,
aanpassing, ombouw of ander toepassingsgebruik kan
de veiligheid van het ontwerp teniet doen. Bovendien
zal hierdoor de garantie vervallen.
1. Controleer het volgende:
-komt de aansluitspanning van de akkulader met
de netspanning overeen. Akkuladers met de
aanduiding 230 Volt kunnen ook op een net-
spanning van 220 Volt gebruikt worden;
- zijn het netsnoer en de netstekker in goede staat.
2. Vermijd het gebruik van lange verlengkabels voor
de akkulader.
3. Probeer de behuizing van de akku niet te openen.
Hierbij kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen.
4. Gebruik de akkulader niet in een vochtige omgeving.
5. Stel de akku (en akkulader) niet bloot aan fel zon-
licht en hoge temperaturen.
6. Na het laden stopt de akkulader niet automatisch.
Daarom moet het worden afgezet en losgekop-
peld van de akku (zie hoofdstuk 7). Laat de akkula-
der niet aan de netspanning aangesloten wanneer
de akku volledig is geladen.
7. Geen 'niet-opnieuw-opvulbare accu's' of defecte
accu's laden.
8. Verwijder de vuldopjes uit de accu tijdens het
laden om ervoor te zorgen dat de gassen die tij-
dens het laden ontstaan snel kunnen vervliegen.
Dit geldt niet voor gesloten akku’s d.w.z. akku’s
zonder vuldoppen. De gassen zijn explosief. Het
laden dient dan ook in een goed geventilleerde
ruimte te gebeuren.
9. Rook niet in de omgeving van de accu tijdens het opla-
den en vermijdt open vuur in de omgeving van de accu.
10. Elektrolyt vloeistof uit de accu veroorzaakt corro-
sie. Vermijd contact van de vloeistof met de huid
en met de auto.
11. Sommige laders bevatten delen zoals schakelaars of
relais waarin zich vonken of het overspringen van
Ferm ________ ## 10 Ferm Aspirateur
vonken voor kan doen. Plaats de lader dus op een
geschikte plek wanneer u hem in de garage gebruikt.
12. Uitsluitend te gebruiken voor12 Volt loodaccu's.
13. Op de adviezen van de accuproducent letten.
14. Apparaat van het net afnemen, voordat de accu
vastgeklemd resp. losgemaakt wordt.
15. Attentie! Vlammen en vonken vermijden. Bij het
opladen komt explosief knalgas vrij.
16. Elementen van de apparaten laten eventueel von-
ken en lichtbogen ontstaan. Het apparaat uitslui-
tend in goed geventileerde ruimtes gebruiken.
17. Tegen regen, opspattend water en vocht beschermen.
18. Niet op een verwarmde ondergrond zetten.
19. Ventilatiespleten openhouden.
20. Voorzichtig! Accuzuur is bijtend. Spatten op huid
en kleding met zeeploog afwassen. Zuurspetters in
de ogen ogenblikkelijk met water uitspoelen (15
min.) en een arts opzoeken.
21. Bij diepontladen of defecte accu's gaat de thermo-
bescherming in het apparaat automatisch uit (te
hoge oplaadstroom). Door de netstekker uit het
stopcontact te trekken, het oplaadapparaat van
het stroomnet afscheiden. De beveiligingsschake-
laar springt na afkoeling automatisch op de uit-
gangspositie terug.
HET APPARAAT ONMIDDELLIJK UITZET-
TEN BIJ:
1. Storing in de netstekker, netsnoer of snoerbe-
schadiging.
2. Rook of stank van verschroeide isolatie.
Draag tijdens de werkzaamheden met de akku
een veiligheidsbril en oude kleding, want het
akkuzuur is een bijtend produkt!
ONBRUIKBARE AKKU’S.
- Beschadigde akku’s die hun lading niet behou-
den.
Akku’s die in zeer slechte staat verkeren kunnen dik-
wijls niet meer geladen worden en moeten vervangen
worden omdat ze hun lading niet meer behouden.
- Kortgesloten akku’s:
Als na meerdere uren laadtijd de akkulader nog
niet aangeeft dat de akku vol wordt, is normaliter
een element kortgesloten. Vervang de akku.
3. GARANTIEBEPALINGEN
1. Ferm geeft 24 MAANDEN garantie na aan-
koop op alle optredende materiaal- en fabricage-
fouten. Verdere aanspraken op schadevergoe-
ding, van welke aard dan ook, direct of indirect
aan personen en/of materialen, zijn niet mogelijk.
2. Raadpleeg eerst uw Ferm dealer. In de meeste geval-
len kan uw dealer het probleem of defect verhelpen.
3. Door een reparatie of vervanging van onderde-
len binnen de garantietermijn, wordt de garan-
tietermijn niet verlengd.
4. Normale slijtage valt niet onder de garantie.
Buiten de garantie vallen bijvoorbeeld motoren,
schakelaars en lampen.
5. UW RECHT OP GARANTIE GELDT ALLÉÉN
INDIEN:
- een bewijs van aankoopdatum in de vorm van
een AANKOOPBON getoond kan worden;
- de bijbehorende garantiekaart volledig inge-
vuld en ondertekend is. De garantiekaart
bevindt zich achterin deze gebruiksaanwijzing.
- aan het apparaat geen reparaties of verande-
ringen door derden zijn aangebracht, of niet-
originele onderdelen zijn gemonteerd;
- het apparaat volgens de bedieningsvoorschrif-
ten is behandeld;
- er geen sprake is van overmacht van onze kant;
6. De garantiebepalingen gelden in combinatie met
onze leverings- en verkoopvoorwaarden.
7. Alle kosten voor transport van te repareren
gereedschap komt voor rekening van de koper.
Slecht verpakte artikelen worden geweigerd.
4. MILIEUBESCHERMING
Lever de defecte accu aan uw garage of win-
kel waar u de accu heeft gekocht. Zij zorgen
voor een milieu vriendelijke verwerking.
Doe de accu nooit thuis in de vuilcontainer.
5. INSTALLATIE
1. ACCUKLEMMEN IN ELKAAR ZETTEN
- Druk de isolatie-huls van de rode klem over de
rode (+) geleider isolatie. Druk de isolatie-huls van
de zwarte klem over de zwarte (-) geleider isolatie.
- Bevestig de elektrische bekabeling aan de accu-klem.
- Schuif de isolatie van de klem verder over de klem
heen.
6. VOOR INBEDRIJFSTELLING
Vóór inbedrijfstelling van de akkulader dient u de vol-
gende stappen te volgen (zie afbeelding)
1. Wanneer de akku nog aangesloten is, dient u eerst
de aansluitingen los te maken. KOPPEL EERST DE
NEGATIEVE POOL LOS DAN DE POSITIEVE.
De akku moet uit het voertuig worden verwijderd
alvorens te laden.
2. Controleer voordat u de acculader aansluit op de
accu wat de + pool en de - pool van de accu is. Dit
staat aangegeven op de accu behuizing.
3. Controleer of het niveau van het elektrolyt tussen
het minimum en maximum streepje staat. Neem
voor het laden de vuldopjes uit de accu . Vul de
accu bij met gedistilleerd water indien dit nodig is
!
Ferm ________ ##Ferm ________ ##
(dit is niet mogelijk bij onderhoudsvrije accu’s).
Plaats de dopjes pas weer na het laden.
Aan de hand van het soortelijk gewicht van het
akkuzuur kan worden afgeleid of een akku volledig
geladen is of niet. Met behulp van een soortelijk
gewichtmeter is het soortelijk gewicht te bepalen.
Lege akku: s.g.=1,13 kg/dm
3
Voll akku: s.g.=1,28 kg/dm
3
BELANGRIJK: Electrolyte vloeistof uit de accu
veroorzaakt corrosie. Vermijd contact van de
vloeistof met de huid en met de auto.
4. Reinig zowel de aansluitingen als de polen. Dit kan
met een staalborstel of met schuurpapier.
5. Sluit eerst de plus-klem van de lader (rood) aan
op de plus-pool (+) van de akku. Sluit daarna
de min-klem van de lader (zwart) aan op de
min-pool (-) van de akku.
Sluit vervolgens de netstekker van de lader aan op
het stopcontact. Zorg ervoor dat de klemmen van
het laadtoestel stevig op de akku zijn aangesloten.
6. Voer de volgende stappen uit met behulp van de
informatie die de laadcontroledisplay u verschaft.
7. INBEDRIJFSTELLING VAN DE
AKKULADER
Op de voorzijde van de akkulader bevinden zich drie
gekleurde LED’s. Tijdens de gehele laadprocedure geven
de gekleurde LED’s de toestand van de akkulader aan.
RODE LED LICHT OP
De rode LED geeft aan, dat de akkulader op de juiste
manier is aangesloten op de akkupolen. Het opladen
kan nu beginnen door aansluiting van de akkulader op
het lichtnet . Tijdens de gehele laadprocedure blijft de
rode LED branden.
BELANGRIJK: Wanneer de rode LED na aansluiting
aan de akkupolen van de akkuklemmen niet brandt,
dient de zekering te worden gecontroleerd (zie ver-
wisseling van de zekering) of beveiligingsschakelaar
ingedrukt te worden.
GELE LED LICHT OP
De gele LED geeft aan dat de op het lichtnet aangeslo-
ten akkulader nu de akku oplaadt.Gedurende de gehe-
le laadprocedure blijft de gele LED branden.
BELANGRIJK: Wanneer de gele LED na aansluiting
op het lichtnet niet brand, dient het functioneren van
het stopconstact gecontroleerd te worden. Gaat de
gele LED tijdens de laadprocedure uit, dan werd de
stroomkring door het beschermingssysteem van de
transformator tegen overbelasting onderbroken. Ver-
wijder de stekker uit het stopconstact, en na een
wachttijd van c.a. 10 minuten (afkoelpauze) kan de
stekker weer in het stopcontact worden gestoken.
GROENE LED LICHT OP
De laadprocedure is beeindigd. Nadat de akku volledig
is opgeladen begint de groene LED op te lichten. Daar-
bij zal de lichtintensiteit van de LED van zwak oplich-
tend tot sterk oplichtend continue veranderen.
Zwakke lichtintensiteit:
Laadprocedure bijna beeindigd.
Sterke lichtintensiteit:
Laadprocedure beeindigd.
De laadprocedure wordt niet afgebroken.
Dus houdt het laadproces in de gaten. Aan
de hand van de LED’s kan de situatie
bepaald worden.
Na het laden stopt het laadtoestel niet
automatisch, daarom moet het worden
afgezet en losgekoppeld van de akku.
Trek eerst de netstekker uit het stopkon-
takt. Koppel vervolgens eerst de min-klem
los en daarna de plus-klem.
8. ONDERHOUD
Bij onderhoud en schoonmaak van de
akkulader altijd de netstekker uit het stop-
contact halen. Gebruik nooit water of
andere vloeistoffen bij het schoonmaken
van het apparaat. Houd het snoer en uw
akkulader schoon.
U kunt de levensduur van uw akku aanzienlijk verlen-
gen als u de volgende raadgevingen opvolgt:
- Controleer elke maand het vloeistofniveau van de
akku en vul deze zonodig bij met gedestilleerd water;
- Reinig de polen van uw akku regelmatig om aanslag te
voorkomen. Voorzie de polen van een laagje vaseline;
- Als u uw voertuig weinig gebruikt, zal de akku zich
ontladen. Laadt daarom uw akku regelmatig bij tot
de maximale kapaciteit. Hiermee kunt u een sto-
ring voorkomen.
ZEKERING
Wanneer er contact is tussen de accuklemmen of bij
het aansluiten van de accuklemmen aan de verkeerde
accupolen, zal het laden onderbroken worden door
een smeltzekering.
Doorgebrande zekeringen moeten vervangen worden
volgens de instructies “verwisselen van de zekering”.
VERWISSELEN VAN DE ZEKERING
Voor het verwisselen van de zekering eerst de stekker
uit het stopcontact halen en daarna de akkuklemmen
!
!
!
Ferm ________ ##
le). Ne jamais utiliser de l’eau ou d’aut-
res liquides pour le nettoyage de l’appa-
reil. Maintenir propres le câble et votre
chargeur de batteries. Certains produits
de nettoyage et dissolvants (essence,
diluant) peuvent attaquer ou dissoudre
les parties en matière synthétique. Ces
produits contiennent e.a. du benzène,
du trychloréthylène, du chlorure et de
l’ammoniaque.
Vous pourrez allonger considérablement la durée de
vie de votre batterie, en suivant les conseils suivants:
- Contrôler tous les mois le niveau du liquide de bat-
terie et au besoin, rajuster celui-ci à l’aide d’eau
distillée.
- Nettoyer régulièrement les pôles de votre batte-
rie pour éviter qu’ils ne s’entartrent. Appliquer
une fine couche de vaseline sur les pôles.
- Lorsque votre véhicule est peu utilisé, votre batte-
rie se déchargera. C’est pourquoi il est conseillé
de recharger régulièrement la batterie jusqu’à la
capacité maximale. Ainsi vous pourrez éviter une
panne.
12. PANNES
Dans le cas où le chargeur de batteries ne fonctionne-
rait pas convenablement, cela pourrait avoir les causes
suivantes:
- Les bornes sont mal ajustées.
Contrôler que chaque borne soit bien connectée sur le
pôle correspondant.
- Le disjoncteur de protection est en arrêt.
Lorsque vous avez tout contrôlé et que le chargeur de
batteries ne fonctionne toujours pas de manière con-
venable, présenter alors votre chargeur de batteries à
votre représentant Ferm pour une réparation.
13. ACCESSOIRES ET PIÈCES
LES ACCESSOIRES SUIVANTS FONT PAR-
TIE DE LA LIVRAISON :
- Mode d’emploi;
- Bornes de batterie.
Par l’intermédiaire de votre distributeur Ferm vous
pouvez commander des pièces gardées en stock. Pour
la commande de pièces vous pouvez vous servir des
numéros indiqués sur la liste des pièces. Tous les piè-
ces sans numéro de commande ne sont pas en stock.
!
Ferm ________ ##
!
!
!
!
!
!
1/16