Thermo Fisher Scientific HyPerforma Single-Use Mixer Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding voor
HyPerforma-mixer voor
eenmalig gebruik (S.U.M.)
mettouchscreenconsole
DOC0042NL • Revisie C
maart 2021
Inhoud
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie 1
Gebruik van deze handleiding 7
Hoofdstuk 1 Overzicht van deS.U.M. 9
1.1 Inleiding 10
1.2 Hardware-kenmerken 12
1.2.1 Onderdelen van S.U.M.-hardware 12
1.2.2 Kenmerken van S.U.M.-systeem 13
1.3 Kenmerken van de touchscreenconsole 14
1.3.1 Hardwareonderdelen van de touchscreenconsole 14
1.3.2 Functies van de touchscreenconsole 14
1.4 Controllers van derden 15
1.5 Kenmerken van de BPC 15
1.5.1 BPC-functie S.U.M. 15
1.5.2 Bedrijfsdruk 16
1.5.3 Werkvolume 16
1.5.4 Aftappen 16
1.5.5 Aseptische verbindingen 16
1.5.6 Monstername 17
1.6 Aanvullende/optionele systeemonderdelen 17
1.6.1 Sonde-integratie 17
1.6.2 Verplichte en optionele accessoires 18
Hoofdstuk 2 Hardwaremontage en-configuratie 22
2.1 Werkplekvoorbereiding 23
2.1.1 Elektrische aansluitingen 23
2.1.2 Voorbereiding van de hardware 23
2.2 Hardwaremontage 23
2.2.1 Hardware uit de kist halen 23
2.2.2 Motoreenheid voor S.U.M. van 2.000 l 24
2.2.3 Voorbereiding van laadcellen 26
2.2.4 Extra items voor montage 27
2.3 Hardwareconfiguratie 30
Hoofdstuk 3 Configuratie van de touchscreenconsole 32
3.1 De hardware van de touchscreenconsole configureren 33
3.2 Het startscherm van de touchscreenconsole configureren 38
3.2.1 Kennismaking met de touchscreenconsole 38
3.2.2 Modules toevoegen aan het startscherm 39
3.2.3 Een beheerdersprofiel maken en gebruiken 41
3.3 Moduleoverzicht 44
3.4 Vereiste externe onderdelen voor modules 47
3.5 Modules configureren 47
3.5.1 Interlocks en alarmen instellen 48
3.5.2 De module Agitation (Roeren) configureren 48
3.5.3 De module Mass (Massa) configureren 52
3.5.4 De module Timer configureren 57
3.5.5 De module BPC Pressure (BPC-druk) configureren 57
3.5.6 De module Pumps (Pompen) configureren 60
3.5.7 De module Fill (Vullen) configureren 62
3.5.8 De module Harvest (Aftappen) configureren 64
3.5.9 De pH-module configureren 67
3.5.10 De module Conductivity (Geleidbaarheid) configureren 72
3.5.11 De module Temperature (Temperatuur) configureren 77
3.5.12 De module Liquid Pressure (Vloeistofdruk) configureren 84
3.5.13 De module Auxiliary Output (Hulpuitgang) configureren 87
3.5.14 De module Auxiliary Input (Hulpingang) configureren 89
Hoofdstuk 4 Kalibratieprocedures 93
4.1 Pompen kalibreren 94
4.2 pH kalibreren 95
4.3 Geleidbaarheid kalibreren 97
4.4 Roersnelheid kalibreren 98
4.5 Massa kalibreren 99
4.6 BPC-luchtdruk kalibreren 100
4.7 Vloeistofdruk kalibreren 100
4.8 Temperatuur kalibreren 101
Hoofdstuk 5 BPC laden en sondeinbrengen 102
5.1 Richtlijnen voor algemeen gebruik 103
5.1.1 BPC voorbereiden en configureren 103
5.1.2 Hanteringsinstructies BPC 103
5.1.3 Werkvolume 103
5.1.4 Vloeistofoverdracht 103
5.1.5 Toediening 104
Inhoud
Inhoud
5.2 De BPC laden 104
5.3 De recirculatielijn configureren 109
5.4 De BPC met lucht vullen 111
5.5 De aandrijfas inbrengen 112
5.6 BPC's laden voor open-top mengen 115
5.7 Sondeaansluitingen maken 117
5.7.1 Kleenpak-specificaties 117
5.7.2 Ontvangst van de uitrusting 117
5.7.3 Installatie 118
5.7.4 Gammastraling 119
5.7.5 Instructies voor het autoclaveren 119
5.7.6 De verbinding tot stand brengen 120
5.8 Sensoren en sondes inbrengen 127
5.8.1 Temperatuursensoren inbrengen 127
5.8.2 pH- en geleidbaarheidssondes voorbereiden 128
5.8.3 pH- en geleidbaarheidssondes inbrengen 129
5.9 De S.U.M. tarreren 131
Hoofdstuk 6 Bedieningsinformatie 133
6.1 Vullen met vloeistof 134
6.2 Roeren instellen 135
6.3 Poeder toevoegen met de Powdertainer 136
6.4 De timer gebruiken 139
6.5 Functies voor bewaking en controle 139
6.5.1 Mengen 139
6.5.2 Meer poeder of vloeistof toevoegen 140
6.5.3 pH en geleidbaarheid aanpassen 142
6.5.4 Temperatuur bijstellen 143
6.5.5 De druk in de BPC-hoofdruimte bewaken 144
6.5.6 Alarmen bewaken 144
6.5.7 Andere functies bewaken 145
6.5.8 Monstername 146
6.6 Aftappen 147
6.6.1 De module Harvest (Aftappen) gebruiken 147
6.6.2 Handmatig aftappen 149
6.7 Afsluiten en wegwerpen 149
6.7.1 De S.U.M. afsluiten 149
6.7.2 De touchscreenconsole buiten bedrijf stellen 150
6.7.3 Afvoerinformatie 151
Hoofdstuk 7 Onderhoud en probleemoplossing 152
7.1 Richtlijnen voor onderhoud 153
7.1.1 Richtlijnen voor routineonderhoud 153
7.1.2 Softwareonderhoud van touchscreenconsole 154
7.1.3 Richtlijnen voor preventief onderhoud 154
7.2 Problemen met de BPC oplossen 155
7.3 Problemen met de touchscreenconsole oplossen 156
Hoofdstuk 8 Specificaties en informatie over onderdelen 159
8.1 Hardware-kenmerken 160
8.1.1 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 50, 100 en 200 l 160
8.1.2 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 500 en1.000 l 161
8.1.3 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 2.000 l 162
8.2 Hardware-specificaties 163
8.3 Specificaties van de touchscreenconsole 181
8.4 BPC-specificaties 183
8.4.1 Standaard BPC's 50 l 183
8.4.2 Standaard BPC's 100 l 188
8.4.3 Standaard BPC's 200 l 193
8.4.4 Standaard BPC's 500 l 198
8.4.5 Standaard BPC's 1.000 l 203
8.4.6 Standaard BPC's 2.000 l 208
8.4.7 Standaard open-top liners en mengschroefhulzen 212
8.4.8 Aangepaste BPC-producten 214
8.5 Specificaties van accessoires en opties 215
8.5.1 Laadcellen 215
8.5.2 Powdertainer-arm 217
8.5.3 Kabelbeheersysteem 218
8.5.4 Diverse items 219
8.6 Configureerbare opties 224
Hoofdstuk 9 Algemene bestelinformatie 229
9.1 Bestelinstructies 230
9.2 Contactgegevens voor bestellen en ondersteuning 230
9.3 Technische ondersteuning 231
Inhoud
Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 1
Waarschuwingen, veiligheid en
garantie-informatie
Gefeliciteerd! U hebt hoogwaardige Thermo Scientific-apparatuur
aangeschaft. We hebben de veiligheidsinformatie toegevoegd aan
deze handleiding, die gebaseerd is op onze kennis en ervaring.
Het is echter belangrijk dat u samenwerkt met uw afdeling
Safety Management om te zorgen dat deze apparatuur in uw
veiligheidspraktijken wordt geïntegreerd. Neem de tijd om uw eigen
taakveiligheidsanalyse uit te voeren om alle potentiële gevaren te
identificeren en beheren.
WAARSCHUWING: Zorg dat u deze gebruikershandleiding
begrijpt voordat u deze apparatuur in gebruik neemt.
De Thermo Scientific HyPerforma-mixer voor eenmalig gebruik
(S.U.M.) is ontwikkeld om gebruikt te worden onder traditionele
farmaceutische omstandigheden. Een algemeen begrip van
mengsystemen en hun werking is van belang voordat het systeem
de eerste keer gebruikt wordt. Zorg dat u de gebruikershandleiding
voorafgaand aan het gebruik hebt gelezen en begrepen. Indien u dit
niet doet, kan dit leiden tot letsel en mogelijk productverlies.
WAARSCHUWING: Gevaarlijke interne spanning.
De motor van de mixer, motorregelaar en de touchscreenconsole
beschikken allemaal over elektrische componenten. Er bestaat een
risico op elektrische schokken en letsel. Koppel de voeding los
voordat u elektrische componenten opent. Onderhoud mag alleen
worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel van Thermo Fisher
Scientific. Thermo Fisher Scientific raadt het gebruik van standaard
lock-outprocedures aan wanneer onderhoud aan elektrische
componenten wordt uitgevoerd. De hoofdonderbreker van de
touchscreen-console kan vergrendeld worden.
WAARSCHUWING: Er kan statische elektriciteit worden
opgebouwd in BPC's.
BioProcess Containers (BPC's) kunnen als isolatie voor
elektrostatische lading optreden. Indien elektrostatische lading
wordt overgebracht naar een BPC kan de lading worden
opgeslagen in de BPC en/of het interne product. Dit fenomeen
verschilt per product en gebruikstoepassing. De eindgebruiker
heeft daarom de exclusieve verantwoordelijkheid om te
garanderen dat een risicobeoordeling wordt uitgevoerd en het
risico op elektrostatische schokken wordt weggenomen.
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Thermo Scientific
Waar van toepassing kan een roestvrijstalen koppeling van een
productcontact geaard worden aan het frame om elektrostatische
opbouw vanuit het materiaal in een BPC af te voeren. De juiste
praktijk is om elektrostatische opbouw af te voeren door alle
BPC's te aarden voordat ze worden aangeraakt. Wanneer
met BPC's wordt gewerkt, is het gebruik van niet-geleidende
materialen, zoals niet-geleidende handschoenen, aanbevolen.
WAARSCHUWING: Draaiende onderdelen—risico
opverstrikking.
Draaiende en bewegende delen kunnen verwondingen veroorzaken.
Houd uw handen uit de buurt van bewegende onderdelen tijdens
hetgebruik.
Gebruik deze apparatuur niet tenzij de meegeleverde afscherming
is aangebracht en naar behoren werkt.
Het is de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker om deze
apparatuur te controleren en te bevestigen dat de apparatuur
en veiligheidsvoorzieningen in goede staat zijn, en dat alle
gebruikers getraind en zich bewust zijn van verstrikkingsgevaren
en bijbehorende beschermende voorzieningen, zoals
waarschuwingsborden en afschermingen.
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij het gebruik van ladders
en verhoogde platformen.
Voor sommige gebruikstoepassingen, zoals het laden van een BPC in
een grote S.U.M., kan het gebruik van een ladder of platform vereist
zijn. U dient voor te bevestigen dat de ladder gecontroleerd is en dat
deze het gewicht van de gebruiker kan dragen. Wanneer u een ladder
of platform gebruikt, dient u te zorgen dat deze stabiel staat, dat u
drie contactpunten aanhoudt en dat de treden schoon zijn.
WAARSCHUWING: Volg de procedures voor lock-out/tag-out.
Om letsel te voorkomen, dient u de procedures voor lock-out/
tag-out van uw bedrijf te gebruiken wanneer u onderhoud aan
apparatuur uitvoert, om zo elektrische, mechanische, pneumatische,
hydraulische, chemische, thermische, zwaartekracht-gerelateerde en
overige potentiële energie te isoleren en daardoor medewerkers te
beschermen tegen het vrijkomen van gevaarlijke energie.
WAARSCHUWING: Wees voorzichtig met gevaarlijke
chemische stoen of materialen.
Personeelsleden die onderhoud uitvoeren aan apparatuur, moeten
bekend zijn met de risico's van chemische stoen of materialen die
aanwezig zijn op of in de apparatuur. Maak gebruik van algemene
communicatietechnieken voor risico's, zoals veiligheidsdatabladen,
labels en pictogrammen om eventuele gevaren aan te geven.
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 2
Thermo Scientific
WAARSCHUWING: Mogelijke besloten ruimte.
Gebruikers kunnen grotere S.U.M.-systemen betreden. Evalueer
deze apparatuur aan de hand van de normen en procedures inzake
besloten ruimtes.
WAARSCHUWING: Barstgevaar—lucht onder druk.
De BPC-kamer van de S.U.M. staat lichtelijk onder druk tijdens
normale gebruiksomstandigheden. Normale, passieve ventilatie
voorkomt dat de druk te hoog wordt in de kamer. Er moet
gecontroleerd worden of de druk in de kamer en de druk in de
toevoerleiding op de juiste manier zijn ingesteld.
Inhoud onder druk
Overschrijd een BPC-druk van 0,5 psi (0,03 bar) niet
Overschrijd een toevoerdruk van 5 psi (0,34 bar) niet
Controleer of het ventilatiefilter goed is geplaatst en naar
behorenwerkt
WAARSCHUWING: Heet oppervlak—niet aanraken.
De verwarmingsmantel is bedoeld om de binnenwand van het vat te
verwarmen. Normale gebruiksomstandigheden genereren warmte en
kunnen deze hete oppervlakken creëren.
Heet intern oppervlak
Contact met oppervlakken kan brandwonden veroorzaken
Niet aanraken tijdens gebruik
WAARSCHUWING: Beknellingsgevaar.
De hanger van de Powdertainer op de S.U.M. kan handmatig
verhoogd en verlaagd worden. U moet voorzichtig zijn om te
voorkomen dat een gebruiker bekneld raakt of schade aan de
apparatuur of de BPC wordt veroorzaakt.
WAARSCHUWING: Beknellingsgevaar.
Wees voorzichtig wanneer u de knijpventielen opent of sluit om te
voorkomen dat een gebruiker bekneld raakt of verwond wordt.
WAARSCHUWING: De Thermo Scientific HyPerforma-mixer
voor eenmalig gebruik mag niet worden geïnstalleerd in
een potentieel explosieve omgeving, zoals vastgelegd in de
toepasselijke EU ATEX-richtlijn. Het is de verantwoordelijkheid
van de eindgebruiker om de mogelijke gevaren te beoordelen en
begrijpen, zoals vermeld in de ATEX-richtlijnen 2014/34/EU.
Randaarde
Randaarde moet worden geverifieerd voordat de S.U.M. in een
stopcontact wordt gestoken. Zorg dat het stopcontact goed
geaardis.
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 3
Thermo Scientific
Omgeving
In bedrijf: 17 tot 27 °C, 20 tot 80% relatieve luchtvochtigheid,
zonder condensvorming
Opslag: -25 tot 65 °C
Installatiecategorie II (overspanning) volgens IEC 664
Hoogtelimiet: 2.000 meter
Elektrische aansluitingen
De apparatuur moet worden gevoed door een stroomkring
van 15 A zonder aardlekschakelaar. Aardingsstoringen doen zich
voor wanneer stroom ergens lekt en elektriciteit dus naar de grond
ontsnapt. Wanneer het menselijk lichaam optreedt als het pad
voor lekkage naar de grond, kan dit leiden tot elektrocutie. Een
aardlekschakelaar (GFCI) controleert de stroom die naar de grond
loopt en schakelt de voeding uit (activeert de GFCI) in een fractie van
een seconde voor stroomspanning die veel lager is dan als gevaarlijk
wordt beschouwd. Vanwege de gevoeligheid van aardlekschakelaars
bij een elektrische lekkage (van een paar mA), raden we u aan de
mixer voor eenmalig gebruik NIET in een stopcontact met GFCI
testeken.
Informatie over de watermantel van het vat
Het S.U.M.-hardwaresysteem met watermantel is ontwikkeld om
gebruikt te worden met water als hulpmiddel voor warmteoverdracht.
De temperatuur mag 50 °C (122 °F) niet overschrijden bij een
bedrijfsdruk van minder dan 150 psig (1 MPa). Om de veiligheid te
garanderen, raden we u aan om de S.U.M. te gebruiken bij 75 psig
ofminder.
Opmerking: De BPC-gebruikslimieten van de S.U.M. zijn 5 tot
40°C wat betreft temperatuur. De interne druk mag de 0,5 psi niet
overschrijden. De watermantel hoeft niet geregistreerd, geïnspecteerd
en van het Code U-symbool voorzien te worden volgens artikel
U-1(c)2(f) van de ASME Boiler and Pressure Vessel Code en/of
de Europese richtlijn 97/23/EG betreende drukapparatuur (PED).
Opaanvraag kan een conformiteitsverklaring voor goede technische
PED-praktijken beschikbaar worden gesteld.
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 4
Thermo Scientific
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Garantie-informatie
Eventuele garantie voor deze apparatuur is niet van toepassing op:
(a)normale slijtage; (b) ongelukken, rampen of overmacht; (c) verkeerd
gebruik, fouten of nalatigheid door uw toedoen; (d) het gebruik van de
apparatuur op een manier waarvoor het niet ontworpen is; (e) externe
aantasting van de apparatuur, zoals, maar niet beperkt tot, externe
doorboring, stroomuitval of elektrische piekspanningen; (f) onjuiste
opslag en onjuist gebruik van de apparatuur; (g) het gebruik van de
apparatuur in combinatie met apparatuur of software die niet door
ons is geleverd; (h) apparatuur die aan u verkocht is als 'gebruikte'
producten; (i) contact met verkeerd gebruikte of niet-goedgekeurde
chemische stoen of materialen; (j) installatie, verwijdering, gebruik,
onderhoud, opslag of hantering op een ongepaste, onjuiste of niet-
goedgekeurde manier, zoals, maar niet beperkt tot, het niet volgen
van de meegeleverde documentatie of instructies of die gerelateerd
zijn aan de apparatuur, het gebruik buiten de omgevings- of andere
toepassingsspecificaties, of het gebruik in combinatie met niet-
goedgekeurde software, materialen of overige producten; (k) productie
in overeenstemming met de vereisten die u hebt opgegeven;
(l)installatie van de software, interface of producten die niet door ons
zijn goedgekeurd; (m) het gebruik van meegeleverde instructies of
documentatie om wettelijke goedkeuringen te ondersteunen; (n) de
prestaties, eciëntie of compatibiliteit van vermelde componenten; en
(o) de prestaties van aangepaste apparatuur, producten of vermelde
componenten, of het verkrijgen van resultaten via de apparatuur,
vermelde componenten of services binnen het bereik dat u had
gewenst, zelfs als die bereiken aan ons zijn gecommuniceerd en
beschreven in specificaties, een oerte of een arbeidsverklaring.
BOVENDIEN ZULLEN BIJ ELK(E) INSTALLATIE, ONDERHOUD,
REPARATIE, SERVICE, VERPLAATSING, AANPASSING OF ENIGE
ANDERE VORM VAN MANIPULATIE VAN DE APPARATUUR DOOR
EEN NATUURLIJKE PERSOON OF RECHTSPERSOON ANDERS
DAN WIJZELF ZONDER ONZE VOORAFGAANDE SCHRIFTELIJKE
GOEDKEURING, EN BIJ ELK GEBRUIK VAN VERVANGENDE
ONDERDELEN DIE NIET DOOR ONS ZIJN GELEVERD, ALLE
GARANTIES OP DE BETREFFENDE APPARATUUR DIRECT
VERVALLEN EN WORDEN INGETROKKEN. INDIEN DE
APPARATUUR IN DE VERENIGDE STATEN WORDT GEBRUIKT,
KUNNEN WE UW GARANTIE INTREKKEN INDIEN U DE
APPARATUUR BUITEN DE VERENIGDE STATEN VERZENDT.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 5
Thermo Scientific
Waarschuwingen, veiligheid en garantie-informatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 6
Gebruiksbeperkingen
U moet deze apparatuur in overeenstemming met onze documentatie
gebruiken, en, indien van toepassing, in combinatie met onze
andere bijbehorende instructies, inclusief, zonder beperking,
een productlabel voor 'alleen voor onderzoeksdoeleinden' of
een labellicentie voor 'beperkt gebruik'. Deze apparatuur is
bedoeld voor onderzoeksdoeleinden of verdere productie van
bioverwerkingstoepassingen en niet voor diagnostisch gebruik of
directe toediening in mensen of dieren. We leggen de apparatuur
niet voor regelmatige controle voor aan een overheidsinstantie of
andere organisatie en we valideren de apparatuur niet voor klinisch
of diagnostisch gebruik, voor veiligheid en eectiviteit, of voor overig
specifiek gebruik of toepassing.
Richtlijnen voor seismische activiteit
De koper van de apparatuur is er verantwoordelijk voor om aan de
landspecifieke wetten te voldoen en voor de evaluatie van seismische
waarden om te controleren of de installatie en veiligheid van de
apparatuur geschikt zijn voor de betreende locatie. De koper
draagt tevens de verantwoordelijkheid voor het evalueren van de
structuur van het gebouw voor de betreende apparatuur, om te
verzekeren dat de verankering en de bevestiging van de apparatuur
en het gebouw bestand zijn tegen seismische activiteit. We raden
de koper ten zeerste aan om een plaatselijk, bevoegd, extern
architecten- en ingenieursbureau om een correcte technische analyse
en gecertificeerde documentatie te vragen voorafgaand aan de
installatie van de apparatuur in het gebouw. De koper is bovendien
verantwoordelijk voor het vastzetten en verankeren van de apparatuur
op een aangegeven, vaste locatie. Thermo Fisher Scientific kan op
aanvraag en tegen overeengekomen kosten ondersteuning bieden
bij de seismische verankering en bevestiging voor aangeschafte
apparatuur, op basis van de bouw- en landspecifieke wetten.
Verplaatsbare apparatuur (d.w.z. niet-vaste apparatuur of op
een bevestiging met zwenkwielen) komt niet in aanmerking voor
seismische ontwerpvereisten in overeenstemming met ASCE 7-16,
hoofdstuk 13, artikel 1.4. Hoewel deze apparaten niet in aanmerking
komen voor de seismische ontwerpvereisten van ASCE 7, dient u er
rekening mee te houden dat dergelijke apparatuur kan omkiepen bij
seismische activiteit. Het is daarom de verantwoordelijkheid van de
klant om de seismische veiligheid voor verplaatsbare apparatuur in
acht te nemen op de betreende locatie.
Thermo Scientific
Gebruik van deze handleiding
Reikwijdte van deze publicatie
Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het standaard
HyPerforma S.U.M.-systeem van Thermo Scientific, met inbegrip
van hardware, onderdelen, controlemethodes voor productontwerp,
installatie, bediening en specificaties Ze is bestemd voor personen
met of zonder ervaring met systemen van Thermo Scientific, maar
die enige kennis hebben van bioproductieprocessen en grootschalige
mengsystemen.
Informatie over documentwijzigingen
Rev. Datum Sectie Aangebrachte wijziging Auteur
A10/2018 -- Oorspronkelijke versie E. Hale
B01/2019 8,2 'Relatieve vochtigheid' gecorrigeerd in specificaties
voor alle systeemgroottes E. Hale
B01/2019 8,3 Sensorbereiken van laadcellen voor S.U.M.'s van 200,
500, 1.000 en 2.000 l toegevoegd aan tabel8.19 E. Hale
B01/2019 8,2 Algehele breedte 500 l gecorrigeerd in specificaties
tot 117,4 cm (46,2 inch) E. Hale
B01/2019 8,2 Bereik mengsnelheden 2.000 l gecorrigeerd in
specificaties tot 30–350 RPM E. Hale
B01/2019 8,4 Grootte in tabel 8.48 gecorrigeerd tot 2.000 l E. Hale
B01/2019 -- Kleine opmaakwijzigingen aangebracht E. Hale
C10/2019 8,2 Kleine revisies en lengte van wagentje bijgewerkt in
afbeelding 8.8 T. Golightly
Vragen over deze publicatie
Indien u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud van deze
publicatie, neem dan contact op met technicaldocumentation@
thermofisher.com of met uw Thermo Fisher Scientific-verkoopteam.
Gebruik van deze handleiding
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 7
Thermo Scientific
Gebruik van deze handleiding
Gerelateerde publicaties
Neem contact op met uw plaatselijke verkoopvertegenwoordiger voor
informatie over de hieronder vermelde gerelateerde publicatie.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 8
Publicatie Beschrijving
Validatiehandleiding voor HyPerforma S.U.M. met
touchscreenconsole (DOC0067) Informatie over validatieprocedures
HyPerforma S.U.M. Gegevensbladen Productbeschrijvingen en bestelinformatie
Integratorhandleiding touchscreen-console (DOC0069) Informatie over de integratie van de
touchscreenconsole in controllers van derden
Uitpakhandleiding voor HyPerforma S.U.M. met
touchscreenconsole (DOC0061) Instructies om het S.U.M.-systeem uit te pakken
Afkortingen
Zie onderstaande lijst voor definities van afkortingen die in deze
publicatie worden gebruikt.
BPC BioProcess Container
DO Opgeloste zuurstof
E-Stop Noodstopknop
ETP Specificatiepakket van de apparatuur
GFCI Aardlekschakelaar
ID Binnendiameter
IEC Internationale elektrische code
OD Buitendiameter
PED Richtlijn drukapparatuur
P&ID Proces- en instrumentendiagram
RTD Weerstandtemperatuurdetector
S.U.M. Mixer voor eenmalig gebruik
TCU Temperatuurregelaar
VFD Aandrijving met variabele frequentie
Thermo Scientific
Overzicht van
deS.U.M.
Inhoudsopgave
1.1 Inleiding
1.2 Hardware-kenmerken
1.3 Kenmerken van de touchscreenconsole
1.4 Door eindgebruiker geleverde onderdelen
1.5 Kenmerken van de BPC
1.6 Aanvullende/optionele systeemonderdelen
1
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 9
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Thermo Scientific
1.1 Inleiding
De HyPerforma mixer voor eenmalig gebruik (S.U.M.) van
ThermoScientific is een eenmalig bruikbaar alternatief voor
traditioneel mengen in geroerde tanks. Het systeem is gebaseerd
op hetzelfde mengprincipe als de Thermo Scientific HyPerforma
bioreactor voor eenmalig gebruik (S.U.B.). Beide systemen gebruiken
een mengschroef die aan een overhead mengmotor is gekoppeld
via een afgedichte lagereenheid zodat de mengschroef kan draaien
zonder de integriteit van het systeem in gevaar te brengen. De S.U.M.
is ontworpen voor een gesloten poeder-op-vloeistof- en vloeistof-op-
vloeistof-systeem met contactoppervlakken voor eenmalig gebruik en
open-top mengen.
Elk S.U.M.-systeem bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Roestvrijstalen buitenste ondersteuningscontainer,
beschikbaar met of zonder mantelverwarmingssysteem.
2. Touchscreenconsole, om meerdere sensoren en functies te
bewaken en in te stellen.
3. BioProcess Container (BPC), die gammabestraald
wordtgeleverd.
Afbeelding 1.1. S.U.M.-systeem van 100 l
met alle beschikbare opties.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 10
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Thermo Scientific
De buitenste ondersteuningscontainer is een roestvrijstalen vat
dat de BPC bevat en ondersteunt. De container is ontwikkeld en
gefabriceerd om elke BPC te ondersteunen en biedt gemakkelijke
toegang voor bediening. De aandrijfas is verwijderbaar en
herbruikbaar binnen de gestelde gebruiksparameters en wordt via
de mengeenheid en in de lagerpoort aangebracht in closed-top
BPC's Laadcellen zijn voor alle systemen beschikbaar om wegen te
vergemakkelijken.
Met de touchscreenconsole kunnen verschillende functies
tijdens het gebruik direct worden benut, zoals temperatuur, pH,
geleidbaarheid, roersnelheid, vullen en aftappen. Dankzij het flexibele
ontwerp kunnen gebruikers alarmen met toegewezen vergrendelingen
inschakelen, verbinding maken met externe apparaten (zoals pompen)
en deze instellen, en het startscherm aanpassen met de gewenste
functionaliteit.
De BPC biedt gebruiksklare contactoppervlakken voor eenmalig
gebruik, met inbegrip van een mengschroef, een afgedichte
lagereenheid en slangen voor vloeistofoverdracht. De opties zijn:
Open-top liner voor media-/bufferbereiding
Gesloten BPC's met poederpoort, ontworpen voor integratie
in de Thermo Scientific Powdertainer en bedoeld voor
ergonomische, ingesloten media-/bufferbereiding
Gesloten BPC's met mogelijkheden voor bewakingssondes
Gesloten BPC's voor vloeistof-op-vloeistof mengen van
kritieke steriele oplossingen
In deze gebruikershandleiding vindt u informatie over de configuratie,
de bediening, het onderhoud en het oplossen van problemen voor alle
S.U.M.-systemen in de volgende volumes: 50, 100, 200, 500, 1.000,
en 2.000 liter.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 11
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
1.2 Hardware-kenmerken
1.2.1 Onderdelen van S.U.M.-hardware
In afbeeldingen 1.2 en 1.3 hierna worden alle beschikbare onderdelen
van S.U.M.-systemen in de groottes van 500 en 2.000 l geïllustreerd.
1. Powdertainer-arm (optioneel)
2. Motor van mixer met veiligheidsklep
3. Gegolfde mantel 0,95 cm (3/8 inch)
4. Standaard gereedschapsset: Vierkante
momentsleutel van 10 mm (3/8 inch) x
16,9Nm (150 in-lb.) en vergrendelsleutel voor
laadcellen en motorkap
5. Buitenste ondersteuningscontainer van
roestvrij staal
6. Aandrijfas, opgeborgen
7. Mand (optioneel)
8. Touchscreenconsole
9. Planken (optioneel)
10. Wagen
11. Zwenkwielen (2 scharnierend, 2 vast voor S.U.M.'s
van 50–1.000 l)
12. Haken voor kabelbeheersysteem (optioneel)
13. Vloeistofkijkvensters
14. Deur voor laden BPC
15. Venster sondetoegang
16. Sondecliphanger
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Afbeelding 1.2. Vooraanzicht van S.U.M. van 500 l.
11 15
14
16
13
12
Afbeelding 1.3. Vooraanzicht van S.U.M. van 2.000 l.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 12
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
1.2.2 Kenmerken van S.U.M.-systeem
De S.U.M. is ontworpen met het oog op mobiliteit, bedieningsgemak
en eenvoudige integratie van disposables. Opmerking: De
systemen van 2.000 l zijn niet draagbaar en hebben geen wielen.
Hardwaretekeningen en specificatietabellen voor alle S.U.M.-groottes
vindt u in hoofdstuk 8 — Specificaties en informatie over onderdelen
Schudden
De mengsnelheid van de S.U.M. kunt u instellen met de
touchscreenconsole. De interface geeft de roersnelheid aan in aantal
omwentelingen per minuut (RPM).
Temperatuurregulering
Het S.U.B.-hardwaresysteem met watermantel is ontwikkeld om
gebruikt te worden met water als hulpmiddel voor warmteoverdracht,
bij een temperatuurbereik van 2–50°C. Onder bepaalde
omstandigheden kunnen hogere temperaturen mogelijk zijn.
Raadpleeg uw vertegenwoordiger van Thermo Scientific als hogere
temperaturen gewenst zijn. De procestemperatuur kan worden
bewaakt met de temperatuurmodule van de touchscreenconsole,
dankzij een temperatuursensor die wordt aangebracht in de
thermowell van een BPC met sondepoorten.
Laadcellen
Laadcellen zijn beschikbaar voor alle roestvrijstalen S.U.M.-hardware.
Laadcellen kunnen in de fabriek worden geïnstalleerd of later
worden aangebracht door een gecertificeerde onderhoudsmonteur.
Laadcellen worden ongekalibreerd geleverd. De fabrikant van de
laadcellen of een gekwalificeerde monteur moet deze systemen ter
plekke kalibreren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 13
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Afbeelding 1.4. Voor- en achteraanzicht van de touchscreenconsole.
1.3 Kenmerken van de touchscreenconsole
1.3.1 Hardwareonderdelen van de touchscreenconsole
Afbeelding 1.4 op de volgende pagina toont de hardwareonderdelen
van de touchscreenconsole.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 14
Noodstopknop
(e-stop)
Aanraakscherm
Behuizing van
roestvrij staal
Resetknop
Pomp-/
hulpuitgangen (4)
USB-poort
Speaker
Motoraansluiting
Pneumatische
poorten (4)
Hulpuitgangen voor
stroom (4)
Hoofdschakelaar
Hulpschakelaar
Netschakelaar
Digitale
communicatiepoorten (6) Diverse
communicatiepoorten
(24)
Aansluiting
voedingskabel
1.3.2 Functies van de touchscreenconsole
Met de touchscreenconsole kunnen gebruikers meerdere functies
bewaken en instellen, zoals roeren, pH, geleidbaarheid, temperatuur
en massa. Op het aanpasbare startscherm kunnen de gebruikers
alleen de functies weergeven die ze voor hun activiteiten nodig
hebben. Zie voor meer informatie hoofdstuk 3 — Touchscreenconsole
configureren
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
1.4 Controllers van derden
De standaard HyPerforma S.U.M.'s hebben een complete,
geïntegreerde touchscreenconsole om verschillende functionaliteiten
in te stellen. Controllers van derden kunnen echter worden
aangesloten via de Modbus- en Profibus-poorten op de achterzijde
van de touchscreenconsole. In deze configuratie wordt de
touchscreenconsole gebruikt om gegevenspakketten van de
controllers van derden te verzenden naar verschillende andere
apparaten. Zie de Integratorhandleiding voor meer informatie.
Controllers van de volgende fabrikanten zijn aanpasbaar voor gebruik
met de S.U.M.:
Thermo Fisher Scientific
ABEC
Bellco
Broadley-James
Dasgip
Emerson
Honeywell
New Brunswick Scientific
Pendotech
Sartorius Stedim Biotech
1.5 Kenmerken van de BPC
1.5.1 BPC-functie S.U.M.
De S.U.M. BPC (een gesloten BioProcess Container of een open-top
liner) bevat het mengproces. De BPC-kamer is gemaakt van CX5-14-
film of Aegis5-14-film. De open-top liner is gemaakt van CX3-9
film. De BPC en liner zijn gecoëxtrudeerde structuren die specifiek
zijn ontworpen voor gebruik in biofarmaceutische processen. Alle
materialen zijn gekwalificeerd voor een serie fysieke, mechanische,
biologische en chemische compatibiliteitsvereisten. De BPC van de
mixer is gammabestraald op een minimale drempelwaarde van meer
dan 25 kGy. Dit resulteert in het uiteenvallen van elektronen, waardoor
micro-organismen worden vernietigd of niet langer in staat zijn zich
te reproduceren binnen een verpakte BPC. Het leidt echter niet tot
residuen of radioactiviteit in de BPC. Er zijn twee standaard BPC-
configuraties beschikbaar voor poeder-op-vloeistof- en vloeistof-op-
vloeistof-toepassingen, elk verkrijgbaar met of zonder sondepoorten.
De open-top liner heeft een gescheiden mengschroef en aandrijfas-
hulssysteem voor open-top mengen Zie gedeelte 8.4 voor meer
informatie over BPC's.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 15
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
1.5.2 Bedrijfsdruk
VOORZICHTIG: De BPC S.U.M. is niet geclassificeerd als een
drukvat. De gasdruk mag niet hoger zijn dan 0,03 bar (0,5 psi) binnen
een statische BPC of 0,007 bar (0,1 psi) wanneer de motor tijdens
gebruik draait,. Opmerking: De touchscreenconsole heeft een
ingeprogrammeerd instelpunt voor luchtdruk van 0,004 bar (0,06psi).
De BPC mag tijdens het opblazen niet te gespannen worden.
Overdruk kan leiden tot beschadiging van de BPC of persoonlijk letsel.
De bedrijfsdruk kan worden bewaakt met de module van de BPC-
druk op de touchscreenconsole. Opmerking: Bewaking van de BPC-
druk vereist een BPC met drukmonitor.
1.5.3 Werkvolume
Iedere S.U.M. is ontworpen voor een specifiek werkvolumebereik. Het
minimale werkvolume en het nominale werkvolume worden vermeld
in de specificatietabellen in hoofdstuk 8 — Specificaties en informatie
over onderdelen. De werkelijke werkvolumes mogen de aangegeven
nominale werkvolumes niet overschrijden. Indien nodig kan de BPC
een kleine volumeoverschrijding aan (68 l voor de S.U.M. van 50 l,
110 l voor de S.U.M. van 100 l, 220 l voor de S.U.M. van 200 l, 550 l
voor de S.U.M. van 500 l, 1.100 l voor de S.U.M. van 1.000, 2.100l
voor de S.U.M. van 2.000 l). VOORZICHTIG: Werkvolumes kleiner
dan de genoemde minima kunnen leiden tot hardwarestoringen en
beschadiging van de BPC.
1.5.4 Aftappen
De S.U.M. heeft een onderste afvoerlijn waarmee vloeistof afgetapt
kan worden met een peristaltische pomp of de zwaartekracht. De
onderste afvoerlijn kan aangesloten worden met behulp van de
meegeleverde snelaansluiting van 12,7 mm (1/2 inch). Wanneer de
S.U.M. BPC wordt gehanteerd terwijl de laatste paar liter vloeistof
wordt verwijderd, kan vloeistofophoping worden geminimaliseerd.
1.5.5 Aseptische verbindingen
Er zijn meerdere aseptische verbindingsopties beschikbaar voor
S.U.M.-gebruikers. De standaard-BPC bevat stukken slang
voor de slanglasser, snelaansluitingen voor gebruik onder een
laminaire luchtstroomkap en stoombare sanitaire aansluitingen voor
vloeistof-op-vloeistof-BPC’s. De S.U.M. BPC is ontworpen met
thermoplastische slangen van verschillende lengtes en afmetingen
met het oog op toevoegen en onttrekken vanuit de S.U.M. BPC. Zie
de BPC-opties in hoofdstuk 8 van deze publicatie voor aangepaste
opties voor eindbehandeling.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 16
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
1.5.6 Monstername
Tijdens het gebruik van de S.U.M. moeten mogelijk monsters worden
genomen om verschillende, door de gebruiker ingestelde parameters
te bewaken, zoals pH, spectrofotometrische analyse en osmolaliteit.
Monsters kunnen op verschillende manieren uit de S.U.M. worden
genomen, afhankelijk van de BPC-configuratie. Monstername is
gemakkelijk uitvoerbaar via de recirculatielus en de SmartSite-poort
die op alle standaard BPC-configuraties aanwezig is. In toepassingen
met volledig volume waarin de recirculatielus niet wordt gebruikt,
kunnen monsters direct via de poederpoort worden genomen met
behulp van een van de lijnsets op de bovenkant van de BPC of via
deafvoerlijn.
Voor BPC-configuraties die sondepoorten gebruiken, kan de BPC
worden uitgerust met een monsterpoort voor kleine volumes die
deel uit maakt van de BPC-thermowell. Met deze siliconen stijgbuis
met een kleine diameter en een lengte van 15,24 cm (6 inch) kunnen
monsters met een laag dood volume worden genomen. De stijgbuis
wordt geleverd met een aseptische Luer-Lock-connector (SmartSite)
waarmee rechtstreeks monsters kunnen worden genomen of
verschillende monsterverdeelstukken kunnen worden aangesloten met
de standaard Luer-Lock-connector. Verdeelstukken kunnen ook met
een slanglasser op de C-Flex monsterlijn worden gelast.
1.6 Aanvullende/optionele systeemonderdelen
1.6.1 Sonde-integratie
De sonde-eenheid heeft een innovatief ontwerp voor eenmalig gebruik
waarin door de gebruiker geleverde pH-sondes worden verpakt en
aangesloten op de S.U.M. BPC. De sonde-eenheid (afbeelding 1,5)
bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Gegoten balgafdekking
2. Sondeadapter met schroefdraad
3. Pall Kleenpak-connector (KPCHT-serie, voor hoge
temperaturen)
4. Kabelbinders
241 3
4
Afbeelding 1.5. Sonde-eenheid
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 17
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Opmerking: Afbeelding 1.5 (boven) toont een sonde-eenheid met
een Kleenpak aseptische connector. Uw S.U.M. BPC gebruikt in
plaats daarvan mogelijk CPC AseptiQuik aseptische connectoren of
niet-aseptische snelaansluitingen.
1.6.2 Verplichte en optionele accessoires
De volgende aanvullende accessoires zijn verkrijgbaar om het gebruik
van de S.U.M. te ondersteunen. Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over hardwareaccessoires.
Powdertainer-hanger en -houderarm van Thermo Scientific
De Powdertainer-hanger en -houderarm (afbeelding 1.6 rechts) zijn
een optioneel accessoire dat wordt gebruikt om poederzakken op te
hangen en te positioneren. Het is bedoeld voor S.U.M.-systemen die
poeder-op-vloeistof mengen gebruiken.
Robuuste slangklemmen
Slangklemmen (afbeelding 1.7) zijn vereist om ongebruikte lijnsets
handmatig dicht te knijpen en te voorkomen dat procesvloeistoen in
de lijnsets komen. Op S.U.M.-systemen met de
touchscreenconsole kunnen in plaats daarvan
knijpventielen worden gebruikt die automatisch
worden gecontroleerd. Opmerking: Voordat
een steriele sonde wordt ingebracht, moeten
handmatige slangklemmen zijn geplaatst om
sondepoorten af te sluiten. Gebruikers moeten
één slangklem hebben voor elke gebruikte
aansluitpoort.
Afbeelding 1.6. Robuuste slangklem.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 18
Afbeelding 1.7. Powdertainer-
arm S.U.M. van 50 l.
Knijpventielen
Knijpventielen (afbeelding 1.8) worden aangesloten op de
touchscreenconsole en worden gebruikt om de vloeistofstroom
door de BPC-slangen automatisch te reguleren tijdens het vullen of
aftappen. Het volgende bereik slangmaten kan worden gebruikt met
S.U.M.-knijpventielen:
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Maximum: Slangen met een buitendiameter van 19 mm (3/4 inch)
met een wand van 3,18 mm (1/8 inch)
Minimum: Slangen met een buitendiameter van 12,7 mm (1/2inch)
met een wand van 3,18 mm (1/8 inch)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 19
Afbeelding 1.8. Knijpventiel.
Afbeelding 1.9. Plastic sondeclip.
Sondeclips
Sondeclips (afbeelding 1.9) zijn vereist om sondes tijdens het gebruik
van de S.U.M. op hun plek te houden.
Autoclaafplaat voor sondekits
De roestvrijstalen autoclaaftray (afbeelding 1.10) is ontworpen voor
aseptische toepassingen en is verplicht tijdens het sterilisatieproces.
De ondersteuningstray biedt een hellende bevestiging voor twee
sondes tijdens het autoclaveren om de spanning op de sondes
te minimaliseren en te voorkomen dat de silicone balgen worden
ingedrukt. Opmerking: Afbeelding 1.10 laat zien hoe de autoclaaftray
wordt gebruikt met Kleenpak aseptische connectoren. Voor systemen
met AseptiQuik-connectoren is een andere autoclaaftray vereist.
Zieparagraaf 8.5 — Specificaties van accessoires en opties voor
meer informatie.
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 20
Afbeelding 1.10. Autoclaaftray.
Handgreep
Autoclaafplaat voor
sondekits
Sonde-
eenheid
Tabel 1.1. Aanbevolen geleidbaarheidssondes voor gebruik met de S.U.M.
Sonde Onderdeelnummer
Thermo Fisher
Onderdeelnummer
fabrikant Diameter Type
procesverbinding Lengte Type
signaal
Jumo-geleiding SV51148.01 00682581 12 mm
(0,47inch) 13,5 PG 225 mm
(8,85 inch) M12
Mettler Toledo-
geleiding SV51148.02 52001998 12 mm
(0,47inch) 13,5 PG 225 mm
(8,85 inch) VarioPin
Tabel 1.2. Aanbevolen pH-sondes voor gebruik met de S.U.M.
Sonde Onderdeelnummer
Thermo Fisher
Onderdeelnummer
fabrikant Diameter Type
procesverbinding Lengte Type
signaal
Mettler
ToledopH SV51147.01 59903228 12 mm
(0,47inch) 13,5 PG 225 mm
(8,85 inch) S8
Broadley
JamespH SV51147.03 F-635-B225-DH 12 mm
(0,47inch) 13,5 PG 225 mm
(8,85 inch) S8
Thermo
Scientific pH SV51147.02 SV51147.02 12 mm
(0,47 inch) 13,5 PG 225 mm
(8,85 inch) S8
Geleidbaarheids- en pH-sondes
Tabellen 1.1 en 1.2 tonen de lengte, de diameter het type
procesverbinding, het signaaltype en de onderdeelnummers voor de
geleidbaarheids- en pH-sondes die in de S.U.M. zijn geïntegreerd.
De lengte- en diametervereisten zijn gebaseerd op de vereiste
inbrengdiepte van de sonde bij gebruik in combinatie met de
sondepoort.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 1 | Overzicht van de S.U.M.
Pompen
Pompen zijn optioneel voor S.U.M.-systemen. Indien gebruikt in
combinatie met de touchscreenconsole, stellen pompen gebruikers
in staat vloeistof automatisch bij te vullen en af te tappen en bolussen
van zuur-, base- of andere bueroplossingen tijdens het mengen toe
te voeren. Verschillende pompmaten zijn verkrijgbaar om in te spelen
op de verschillende behoeften van gebruikers.
Laadcellen
Laadcellen worden gebruikt om het gewicht van de inhoud van een
S.U.M. te bepalen. Hoewel laadcellen voor alle systemen optioneel
zijn, zijn ze verplicht wanneer u de modules Fill (Vullen), Harvest
(Aftappen) en Mass (Massa) op de touchscreenconsole gebruikt.
Kabelbeheersysteem
Het kabelbeheersysteem is optioneel voor alle S.U.M.-systemen.
Meerdere aan de buitenste ondersteuningscontainer bevestigde
clips worden gebruikt om kabels van de touchscreenconsole te
organiseren.
Aandrijfassen
De aandrijfas wordt via de mengeenheid en in de lagerpoort
aangebracht in closed-top BPC's. In S.U.M.-eenheden van 50 en
100 l worden alleen eendelige aandrijfassen gebruikt, in eenheden
van 200, 1.000 en 2.000 l alleen tweedelige. Beide typen assen zijn
beschikbaar voor eenheden van 500 l.
AC- en DC-motoren
S.U.M.-systemen van 50 l, 100 l, 200 l, 500 l en 1.000 l zijn alleen
verkrijgbaar met gelijkstroommotoren. S.U.M.'s van 2.000 l zijn alleen
verkrijgbaar met wisselstroommotoren.
Diverse optionele items
S.U.M.-thermowell of monsterpoort — poort om de
temperatuursensor te kalibreren en valideren.
Druksensoren
Communicatiekabels
Sondes
Temperatuursensor
P&ID-tags
Drukontlastingsklep met watermantel — alleen voor S.U.M.-
systemen met watermantel
Planken en mand — om pompen en flessen op te zetten
Zie paragraaf 8.5 — Specificaties van accessoires en opties voor
meer informatie over hardwareaccessoires.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 21
Thermo Scientific
Hardwaremontage
en-configuratie
Inhoudsopgave
2.1 Werkplekvoorbereiding
2.2 Hardwaremontage
2.3 Hardwareconfiguratie
2
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 22
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
2.1 Werkplekvoorbereiding
2.1.1 Elektrische aansluitingen
De voedingskabel voor de touchscreenconsole kan worden besteld
met een landspecifieke stekker voor aansluiting op het stroomnet van
de faciliteit. Voor sommige landen, waaronder de Verenigde Staten,
is de stekker stroomsterktespecifiek. Controleer vóór gebruik of de
stroomspecificaties van uw faciliteit overeenkomen met die van de
voedingskabel van de touchscreenconsole. De hardware van de
mixer voor eenmalig gebruik (S.U.M.) van 2.000 l is niet geschikt
voor circuits met een aardlekschakelaar (GFCI) omdat daarmee
ongewenste uitschakeling kan optreden.
2.1.2 Voorbereiding van de hardware
De hardware wordt rechtstreeks door de fabrikant verzonden en
wordt afgeleverd met verschillende veiligheidsmechanismen. Volg de
onderstaande richtlijnen om de S.U.M. bij aankomst te configureren.
VOORZICHTIG: Alle procedures waarvoor de touchscreenconsole
moet worden geopend, moeten worden uitgevoerd met een
uitgeschakelde, vergrendelde hoofschakelaar en alle voedingsbronnen
moeten van de touchscreenconsole zijn losgekoppeld. Voor de
veiligheid van de gebruiker moet u de S.U.M.-hardware op zijn plek
vastzetten door voorafgaand aan het onderhoud de zwenkwielen uit
te schakelen.
2.2 Hardwaremontage
2.2.1 Hardware uit de kist halen
De S.U.M.-hardware wordt rechtstreeks door de fabrikant verzonden
en geleverd in een krat. Volg de bijgeleverde uitpakinstructies en
bewaar alle verpakkingsmateriaal voor eventueel toekomstig gebruik.
Als u merkt dat er tijdens het vervoer schade is ontstaan, neemt
u onmiddellijk contact op met uw salesmedewerker.
De S.U.M. wordt afgeleverd met de volgende items:
Buitenste ondersteuningscontainer, met inbegrip van platform,
tank, sondedeurplaten en touchscreenconsole (bevestigd).
Powdertainer-arm-eenheid (optioneel)
Aandrijfas
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 23
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
Moment- en moersleutels
Pompplanken (optioneel)
Mand (optioneel)
Kabelkapstok (optioneel)
Kabelbeheerarm (optioneel)
Communicatiekabels, met gereedschap om kabels aan te sluiten
op de touchscreenconsole (afbeelding 2.1)
Specificatiepakket van de apparatuur (ETP) op een USB-stick
(apart verzonden)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 24
Afbeelding 2.1. Gereedschap om
kabels op de touchscreenconsole
aan te sluiten.
Zie de Uitpakhandleiding voor HyPerforma S.U.M. met
touchscreenconsole (DOC0061) voor meer informatie over het
uitpakken van de S.U.M.
2.2.2 Motoreenheid voor S.U.M. van 2.000 l
Vanwege de omvang van de S.U.M.-eenheid van 2.000 l moet de
mengmotor voor verzending worden verwijderd. Volg alleen voor
S.U.M.-eenheden van 2.000 l de onderstaande stappen om de
mengmotor op de buitenste ondersteuningscontainer te monteren.
Opmerking: Voor de veiligheid dient de motor door twee personen
op de tank te worden gemonteerd.
1. Haal het motor uit de doos.
2. Verwijder de bevestigde montageplaat van de veiligheidsdeksel
van de bovenkant van de motor.
3. Zet de motor op het motorblokgedeelte van de ondersteuningsarm
(afbeelding 2.2).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
4. Terwijl de ene persoon de motor op zijn plek houdt, plaatst de
tweede persoon de montageplaat van de veiligheidsdeksel op de
bovenkant van de motor.
5. Sluit de veiligheidsdeksel van de motor en gebruik de pen (aan
een kabel bevestigd) om deze vast te zetten.
6. Breng de vier bouten van 0,95 x 15,8 cm (3/8 x 6,25 inch)
aan via de plaat, motor, en in het motorblokgedeelte van de
ondersteuningsarm.
7. Draai alle vier de bouten aan.
8. Voer de sensordraad van de veiligheidsdeksel naar de module
met de wisselstroommotor achter de touchscreenconsole. Sluit de
M12-stekker aan op het lege stopcontact op de onderkant van de
module met de wisselstroommotor.
9. Voer de voedingskabel van de motor naar de module met de
wisselstroommotor achter de touchscreenconsole. Sluit de
rechthoekige stekker met zes pootjes aan op het lege stopcontact
op de onderkant van de module van de wisselstroommotor en zet
de verbinding vast met de hendelklem.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 25
Afbeelding 2.2. Motorondersteuningsarm voor S.U.M. van 2.000 l.
Motorblokgedeelte van
ondersteuningsarm
Motorondersteuningsarm
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
2.2.3 Voorbereiding van laadcellen
Wanneer S.U.M.-eenheden worden aangeschaft met in de fabriek
geïnstalleerde laadcellen, worden de laadcellen in vergrendelde positie
(omhoog gedraaid) verzonden om de apparatuur te beschermen
(afbeelding 2.3).
A
Vergrendelmoer
Aansluiting met
drie klemmen
38,1mm (1,5 inch)
Vergrendelstang
Delrin-sleepring
Afbeelding 2.3. Details van laadcellen.
Na plaatsing van de apparatuur volgt u de onderstaande instructies
om de laadcellen te ontgrendelen.
1. Verwijder de Delrin-sleepring als die aanwezig is.
2. Verwijder de drieklem.
3. Maak de vergrendelmoer los met het kleine uiteinde van het
bijgeleverde gereedschap. Ga door totdat de moer strak tegen de
basis of poot van de tank zit.
4. Herhaal dit proces voor elke laadcel totdat alle vergrendelmoeren
los zijn van de vergrendelstangen.
5. Plaats de drieklem niet terug.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 26
Thermo Scientific
6. Na ontgrendeling moeten de laadcellen worden gekalibreerd in
overeenstemming met uw bedrijfsbeleid. Zie paragraaf 4.5 voor
instructies om de massa te kalibreren met de touchscreenconsole.
VOORZICHTIG: Verwijder de eenheid niet wanneer de laadcellen
zijn ontgrendeld, en vooral niet wanneer de eenheid is gevuld.
Hierdoor kunnen de laadcellen beschadigd raken.
Ontgrendelde laadcellen opnieuw vergrendelen:
1. Draai de vergrendelmoer met de hand vast op de stang.
2. Gebruik het meegeleverde gereedschap om de moer nog een
kwartslag te draaien.
VOORZICHTIG: Om schade aan de laadcellen te voorkomen,
mag u de moer niet te strak aandraaien.
3. Breng een standaard rvs drieklem van 38,1 mm (1,5 inch) aan
rond de flenzen.
4. Herhaal dit proces voor alle laadcellen.
2.2.4 Extra items voor montage
1. Als u sondes gaat gebruiken en optionele sondeclips
(afbeelding 2.4) hebt besteld, bevestigt u de sondeclips aan de
toegangsinkeping voor sondes op de klamp.
Afbeelding 2.4. Plastic sondeclip.
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 27
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
2. Plaats de aandrijfas, gereedschappen en lagerpot in de beugels
van de S.U.M.-hardware-eenheid (afbeelding 2.5 en 2.6)
Afbeelding 2.5. Gereedschap in de beugel.
Afbeelding 2.6. Aandrijfas en lagerpot in de beugel.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 28
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
3. Als uw systeem is voorzien van een watermantel, gebruikt u
de aansluiting met drie klemmen om de in- en uitgangen van
de watermantel aan te sluiten op onderkant van de buitenste
ondersteuningscontainer (afbeelding 2.7 en 2.8).
Afbeelding 2.7. Aansluiting met drie
klemmen op uitgang van watermantel
verwijderen.
Afbeelding 2.8. Aansluiting op poort van
watermantel bevestigen.
4. Als uw eenheid is voorzien van de optionele Powdertainer-arm,
installeert u deze op de buitenste ondersteuningscontainer zoals
hierna getoond (afbeelding 2.9).
Afbeelding 2.9. Powdertainer-arm installeren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 29
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
2.3 Hardwareconfiguratie
De S.U.M.-hardware mag alleen worden verplaatst over gladde
oppervlakken. De S.U.M. moet leeg zijn en zijn losgekoppeld van
alle stroom- en toevoerbronnen. Als uw systeem is voorzien van
laadcellen, moeten deze worden vergrendeld voordat de S.U.M.-
eenheid wordt
verplaatst
. Volg de stappen hierna om de S.U.M.-
hardware voor gebruik te configureren.
1. Verplaats de S.U.M. naar de gewenste plek en vergrendel de
zwenkwielen om de eenheid te blokkeren. De S.U.M. van 2.000 l
heeft geen wielen.
Opmerking: De eindgebruiker is ervoor verantwoordelijk alle
bewegingen
van het systeem te voorkomen en de geschiktheid
van de structuur van het gebouw voor de betreende apparatuur te
beoordelen, om te verzekeren dat de verankering en de bevestiging
van de apparatuur en het gebouw bestand zijn tegen seismische
activiteit.
Afbeelding 2.10. Planken en mand
bevestigd aan de S.U.M.
5. Als uw eenheid wordt geleverd met de (optionele) pompplanken
(afbeelding 2.10), bevestigt u deze met een sleutel en vier bouten
per plank aan de staaf. De (optionele) mand is vooraf aangebracht.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 30
Thermo Scientific
Hoofdstuk 2 | Hardwaremontage en -configuratie
Opmerking: Raadpleeg de richtlijnen van de fabrikant van de TCU
voor installatie- en bedieningsinstructies voor de TCU.
4. Als u een controller van derden gebruikt, zoekt u de te
gebruiken digitale communicatiepoort op de achterkant van
de touchscreenconsole op. Voordat u de aansluiting tot stand
brengt, moet u controleren of de juiste T-stekker en terminator
zijn aangebracht. Een kit met deze onderdelen is op bestelling
verkrijgbaar. Raadpleeg paragraaf 8.5—Specificaties van
accessoires en opties. U kunt een controller ook aansluiten met de
verouderde poort op de achterkant van de touchscreenconsole.
Afbeelding 2.11. De TCU aansluiten op
dewatermantel.
Afbeelding 2.12. Verbindingen tussen de S.U.M.
ende TCU.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 31
2. Controleer of de elektrische voedingen in de faciliteit voldoende
zijn voor de stroomvereisten van de S.U.M. en bijbehorende
componenten, zoals controllers of pompen.
3. Als uw eenheid een watermantel heeft, sluit u de in- en
uitgangen van de temperatuurcontrole-unit (TCU) aan op
de watermantelpoorten van de S.U.M. (afbeelding 2.11 en
2.12). Deingang zit gewoonlijk links wanneer u naar de
connectorenkijkt.
Thermo Scientific
Configuratie van de
touchscreenconsole
Inhoudsopgave
3.1 De hardware van de touchscreenconsole configureren
3.2 Het startscherm van de touchscreenconsole configureren
3.3 Moduleoverzicht
3.4 Vereiste externe onderdelen voor modules
3.5 Modules configureren
3
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 32
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.1 De hardware van de touchscreenconsole
configureren
Afbeelding 3.1 illustreert het achterpaneel van de touchscreenconsole.
De verschillende poorten zijn voor uw gemak gelabeld.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 33
Afbeelding 3.1. Poorten en aansluitingen op de achterkant van de
touchscreenconsole.
Wissel-
stroomuit-
gangen (4)
Motoraansluiting
USB-poort
Speaker
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3. Als u het optionele kabelbeheersysteem gebruikt, leidt u
de pompkabels door de clips die op de handgrepen op de
achterkant van de S.U.M. zijn bevestigd. Sluit de pompen
vervolgens aan op de juiste voedingsbron. Opmerking: Als u
de pompen wilt kalibreren nadat ze zijn geconfigureerd, moet
u eerst paragraaf3.2–3.5 doornemen. Raadpleeg vervolgens
paragraaf4.1 — Pompen kalibreren.
4. Als u lucht wilt aansluiten op het S.U.M.-systeem, sluit dan
een luchtleiding met een buitendiameter van 8 mm (5/16 inch)
(afbeelding 3.4 — niet bijgeleverd) aan op de eerste persluchtpoort
op de achterkant van de touchscreenconsole (afbeelding 3.1)
en op de luchttoevoer van uw faciliteit. VOORZICHTIG: De
luchtdruk naar de touchscreenconsole moet tussen 4,14–6,55bar
(60–95psi) liggen.
Afbeelding 3.4. Luchtleiding aangesloten op de
achterkant van de touchscreenconsole.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 34
1. Zet alle pompen die op de S.U.M. worden aangesloten op de
bevestigde planken, indien aanwezig (afbeelding 3.2).
2. Sluit de communicatiekabels van de pomp(en) aan op de pomp-/
hulpuitgang op de achterkant van de touchscreenconsole en zet
ze vast met het bijgeleverde gereedschap (afbeelding 3.3).
Afbeelding 3.2. Pompen op planken
plaatsen.
Afbeelding 3.3. Pompen aansluiten op de
touchscreenconsole.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.6. De E-Stop rechtsom draaien
om deze uit te schakelen.
6. Verifieer dat de noodstop ('E-Stop') vrij is (uitgetrokken),
door de knop naar rechts te draaien (afbeelding 3.6).
Opmerking:DeE-Stop verbreekt alle stroom naar het systeem.
Een alarmzoemer gaat af wanneer de E-Stop wordt geactiveerd.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 35
5. Controleer of de hoofdonderbreker en de hoofdschakelaar op 'uit'
staan. De keuzeschakelaar moet wijzen naar de kleine cirkel links
(afbeelding 3.5).
Afbeelding 3.5. Voedingsschakelaar
in de 'uit'-stand.
7. Zorg dat de jumperstekker op de achterkant van de
touchscreenconsole is aangesloten.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.7. Aansluiting motorbesturingseenheid.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 36
9. Sluit alle elektrische stekkers aan op de stroomvoorziening van de
vestiging. Raadpleeg de labels en de schema's van de hardware/
elektriciteit om te verzekeren dat de juiste elektrische spanning op
de S.U.M. aangesloten is.
10. Gebruik het meegeleverde gereedschap (afbeelding 3.8) om alle
communicatiekabels die u zult gebruiken (temperatuursensor,
pH-sensor, druksensor, geleidbaarheidssensor, laadcellen enz.),
aan te sluiten op de ingangspoorten op de achterzijde van de
touchscreenconsole (afbeelding 3.9). Opmerking: Opdat de
labels tijdens het maken van de aansluitingen zichtbaar blijven,
raden we aan om met het aansluiten van de kabels op de
touchscreenconsole onderaan te beginnen en naar boven toe
tewerken.
8. Sluit de voedingskabel van de motor aan op de motor
(afbeelding3.7).
Afbeelding 3.8. Bijgeleverd gereedschap
om communicatiekabels aan te sluiten.
Afbeelding 3.9. Communicatiekabels aansluiten
op de touchscreenconsole.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
11. Gebruik zo nodig de noodstroompoorten op de achterkant
van de touchscreenconsole Opmerking: Noodstroom heeft
dezelfde lijnspanning als de touchscreenconsole (120 of 240 V,
afhankelijk van uw systeem). Verifieer voor het gebruik dat de
hulponderbreker op de achterzijde van de touchscreenconsole op
'on' (aan) staat.
VOORZICHTIG: Alle vier de noodstroompoorten delen dezelfde
onderbreker [8 ampère (A) stroom vanuit de touchscreenconsole].
Om doorslaan van de hulponderbreker te voorkomen mag
u geen stroom van meer dan 8 A gebruiken voor de vier
noodstroompoorten samen.
12. Wanneer u klaar bent om het systeem te gebruiken, schakelt u
eerst de hoofdonderbreker in en daarna de hoofdschakelaar.
Nadat de touchscreenconsole is opgestart, controleert u of de
noodstop is uitgeschakeld en drukt u vervolgens op de blauwe
knop 'stroom aan resetten' (afbeelding 3.10).
Afbeelding 3.10. Drukken op de blauwe
resetknop om de stroom in te schakelen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 37
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.2 Het startscherm van de
touchscreenconsole configureren
3.2.1 Kennismaking met de touchscreenconsole
Afbeelding 3.11 toont een voorbeeld van het startscherm van de
touchscreenconsole. Zie tabel 3.1 voor meer informatie over de op
het scherm genummerde items.
Tabel 3.1. Beschrijvingen van items op het startscherm van de touchscreenconsole.
Artikel Naam Beschrijving
1Beheerderspictogram Als er een beheerdersprofiel is gemaakt en dit momenteel is aangemeld, dan is dit pictogram blauw. Als
de beheerder niet is aangemeld, is het pictogram grijs.
2Alarmpictogram Stuurt de gebruiker door naar het scherm Alarm Status (Alarmstatus), waar alarmen kunnen worden
weergegeven/bevestigd.
3Instellingenpictogram Stuurt de gebruiker door naar het scherm System Settings (Systeeminstellingen), waar de gebruiker de
datum/tijd kan aanpassen, een beheerdersprofiel kan instellen, kan zien of er software-updates zijn enz.
4Uitklapbare menubalk Toont de actieve modules. Door op de naam van de module in het menu te drukken, wordt de actieve
module geopend.
5Geconfigureerde
modules
Toont de modules die de gebruiker aan het startscherm heeft toegevoegd en geconfigureerd.
Zieparagrafen 3.2.2 en 3.2.3 voor informatie over het toevoegen en configureren van modules.
6Grootte, datum en tijd
van de S.U.M. Toont de grootte van de momenteel gebruikte S.U.M. en de huidige datum en tijd.
7Paginanavigatie
Het startscherm bestaat uit drie pagina's, die onder aan het scherm zichtbaar zijn als drie stippen. De stip
voor de actieve pagina is wit, de andere zijn gedimd. U kunt de volgende beschikbare pagina openen door
op het startscherm van rechts naar links te vegen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 38
Afbeelding 3.11. Voorbeeld van het startscherm van de
touchscreenconsole.
2
3
5
4
6
7
1
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.2.2 Modules toevoegen aan het startscherm
De touchscreenconsole gebruikt 'modules' om de functies te
identificeren die kunnen worden gebruikt. Paragraaf 3.2.3 bevat
overzichtsinformatie over elke module. Volg de onderstaande stappen
om de modules toe te voegen die u op het startscherm wilt gebruiken.
1. Nieuwe gebruikers zien na het inschakelen van de
touchscreenconsole een leeg scherm (afbeelding 3.12).
Opmerking: Voordat u begint modules toe te voegen aan het
startscherm, moet u zorgen dat de maateenheden, datum en tijd
rechtsonder op het lege scherm juist zijn. Als de waarden onjuist
zijn, raakt u het pictogram 'Instellingen' rechtsboven aan en
selecteert u 'Instrument Settings' (Instrumentinstellingen) om de
waarden in te stellen.
Afbeelding 3.12. Bij het opstarten verschijnt een leeg scherm.
2. Wanneer de maateenheden, datum en tijd juist op het scherm
worden weergegeven, raakt u 'Home screen' (Startscherm) aan.
3. In het geopende scherm Select Auxiliary Outputs or Pumps
(Hulpuitgangen of pompen selecteren) kan de gebruiker een
combinatie van vier pompen en/of hulpuitgangen selecteren
(afbeelding 3.13). Raak de pompen en/of hulpuitgangen aan die
u wilt toevoegen aan uw startscherm. Druk opnieuw op de knop
om de selectie van een pomp of hulpuitgang ongedaan te maken.
Wanneer u gereed bent, raakt u 'Next' (Volgende) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 39
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.13. Pompen en/of hulpuitgangen selecteren.
4. In het geopende scherm Select Modules (Modules selecteren) kan
de gebruiker andere modules selecteren (afbeelding 3.14). Raak
de modules aan die u wilt toevoegen aan het startscherm. Druk
opnieuw op de knop om de selectie van een module ongedaan te
maken. Wanneer u gereed bent, raakt u 'Next' (Volgende) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 40
Afbeelding 3.14. Modules selecteren.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
5. In het geopende scherm Home Screen Confirmation (Startscherm
bevestigen) worden de pompen/hulpuitgangen en modules
weergegeven die u hebt geselecteerd (afbeelding 3.15). Klik op
'Confirm' (Bevestigen) om ze aan uw startscherm toe te voegen.
Het volgende geopende scherm ziet er vergelijkbaar uit, maar
bevat de modules die aan het startscherm zijn toegevoegd. Raak
'Open Home Screen' (Startscherm openen) aan.
Afbeelding 3.15. Bevestigingsscherm van startscherm.
6. Het geconfigureerde startscherm wordt geopend met de door u
geselecteerde modules. Al naar gelang het aantal toegevoegde
modules kan uw startscherm uit meerdere pagina's bestaan.
Veeg van rechts naar links om andere pagina's weer te geven. Zie
de volgende paragraaf, 3.3 — Moduleoverzicht, voor algemene
informatie over de functionaliteit van elke module en instructies om
modules te configureren.
3.2.3 Een beheerdersprofiel maken en gebruiken
Met een beheerdersprofiel kan een beheerder de toegang van
andere gebruikers tot bepaalde instellingen en functies van de
touchscreenconsole beperken. Tabel 3.2 toont de beschikbare
functies voor 'alle gebruikers' en 'alleen beheerders'.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 41
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 42
Tabel 3.2. Toegankelijkheid van instellingen/functies voor alle gebruikers en alleen beheerders.
Instelling of functie Alle gebruikers Alleen beheerders
pH-instellingen
Calibration (Kalibratie), Temperature
compensation (Temperatuurcompensatie),
Select active sensor (Actieve sensor
selecteren), Reset calibration (Kalibratie
resetten), Module configuration
(Moduleconfiguratie) en Sensors available
(Beschikbare sensoren)
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag), Alarmen High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag), Alarm designation
(Alarmaanduiding) (pompen) en Diagnostics (Diagnose)
Systeeminstellingen Export sensor logs
(Sensorlogboekenexporteren)
About instrument (Info instrument), Maintenance
and services (Onderhoud en services), Instrument
settings (Instrumentinstellingen), Alarms and interlocks
(Alarmen en interlocks) en End User License Agreement
(Gebruiksrechtovereenkomst)
BPC-drukinstellingen Units (Eenheden), Calibration (Kalibratie)
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag), Alarmen High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag), Alarm designation
(Alarmaanduiding) (pompen) en Module Configuration (Module
configureren)
Roer-instellingen N.v.t.
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag), Alarmen High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag), Set point limits (Limieten
instelpunten), Calibration (Kalibratie) en Module configuration
(Module configureren)
Temperatuurinstellingen Select active sensor (Actieve sensor
selecteren), Calibration (Kalibratie)
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag), Alarmen High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag), TCU set point
limits (Instelpuntlimieten TCU) en Module configuration
(Moduleconfigureren)
Timerinstellingen Notes (Opmerkingen), Reset (Resetten) N.v.t.
Massa-instellingen Fluid density (Vloeistofdichtheid), Tare/zero
(Tarreren/nulstelling)
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag), Alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag), Alarm
designation (Alarmaanduiding) (pompen), Alarm
designation (Alarmaanduiding) (roeren), Alarm designation
(Alarmaanduiding) (knijpventielen), Calibration (Kalibratie) en
Module configuration (Module configureren)
Pompinstellingen
Units and fluid density (Eenheden en
vloeistofdichtheid), Pump calibration
(Pompkalibratie), Add bolus (Bolus
toevoegen) en Prime pump (Pomp primen)
Diagnostics (Diagnose), RPM scaling (RPM-schaling),
RPM limits (RPM-limieten) en Module configuration
(Moduleconfigureren)
Vloeistofdrukinstellingen Units (Eenheden), Display options
(Weergaveopties) en Calibration (Kalibratie)
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog), Low Low and
High High Alarms (Alarmen (Low Low) Laag-laag) en High
High (Hoog-hoog)), Alarm designation (Alarmaanduiding)
(pompen), Alarm designation (Alarmaanduiding) (roeren), Alarm
designation (Alarmaanduiding) (knijpventielen) en Module
configuration (Module configureren)
Thermo Scientific Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 43
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Om een beheerdersprofiel in te stellen voert u de volgende
stappenuit.
1. Open 'System Settings' (Systeeminstellingen) door het pictogram
'Settings' (Instellingen) rechtsboven in het startscherm aan te
raken. Raak 'Administrator' (Beheerder) aan.
2. Voer in het geopende scherm de pincode in die u als beheerder
wilt gebruiken. Voer de pincode opnieuw in bij 'Confirm PIN'
(Pincode bevestigen). Opmerking: Als u de door u ingevoerde
pincode wilt weergeven, raakt u het vak 'Show PIN' (Pincode
weergeven) aan.
3. Wanneer u klaar bent, raakt u 'Create profile' (Profiel maken) aan.
Er verschijnt een bevestiging dat uw beheerdersprofiel is gemaakt.
Raak 'Done' (Gereed) aan.
4. Nadat u een beheerdersprofiel hebt gemaakt, kunt u zich
met de optie 'Administrator' (Beheerder) onder 'System
settings' (Systeeminstellingen) bij het profiel af- en aanmelden
(afbeelding3.16).
Selecteer 'Actions' (Acties) voor meer beheerdersopties. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Reset PIN (PIN terugzetten): de PIN van het beheerdersprofiel
wijzigen.
Enable auto sign out (Automatisch afmelden inschakelen):
toestaan dat de touchscreenconsole de beheerder automatisch
afmeldt na een door de gebruikers opgegeven tijdsduur.
Afbeelding 3.16. Scherm Administrator profile (Beheerdersprofiel).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Control admin PIN (Beheerders-PIN controleren): het
beheerdersprofiel activeren of deactiveren. Opmerking: Als
u 'Disable' selecteert, wordt het beheerdersprofiel uit de
touchscreenconsole verwijderd. Als u het profiel wilt behouden
maar nu niet wilt gebruiken, meldt u zich in plaats daarvan af bij
het profiel.
3.3 Moduleoverzicht
Met elk van de hierna vermelde touchscreenconsole-modules
kunnen gebruikers verschillende functies bewaken en instellen.
Sommige modules vereisen, of kunnen optioneel worden gebruikt
met, hulpcomponenten zoals sensoren of pompen. Veel modules zijn
ook 'optioneel afhankelijk' van hulpcomponenten of andere modules.
Dit betekent dat gebruikers desgewenst binnen modules interlocks
kunnen instellen die hun functie afhankelijk van bepaalde voorwaarden
wijzigen, zoals het uitschakelen van een pomp wanneer de BPC-
luchtdruk een bepaalde PSI-waarde bereikt. Zie paragraaf 3.5.1 voor
meer informatie om interlocks in te stellen.
1. Agitation (Roeren) — Deze module wordt gebruikt om de
mengsnelheid van de S.U.M. te bewaken en regelen. Deze
snelheid wordt weergegeven in omwentelingen per minuut (RPM).
De module Agitation (Roeren) is optioneel afhankelijk van de
temperatuurcontrole-unit (TCU), als er een TCU wordt gebruikt.
Dit betekent dat de touchscreenconsole de TCU kan pauzeren of
stoppen als de roersnelheid boven of onder de gespecificeerde
instelpunten komt.
2. Mass (Massa) —deze module heeft laadcellen nodig om het
totale gewicht van het S.U.M-systeem te lezen. De module Mass
(Massa) is optioneel afhankelijk van het volgende:
Knijpventiel voor vullen: Het knijpventiel sluit als de massa-
aflezing een gespecificeerd instelpunt overschrijdt, om
overlopen te voorkomen.
Knijpventiel voor aftappen: Het knijpventiel sluit als de massa-
aflezing onder een gespecificeerd instelpunt komt, om teveel
aftappen te voorkomen.
Pompen: De pompen worden uitgeschakeld als de massa-
aflezing boven of onder een gespecificeerd instelpunt komt
omdat de knijpventielen voor vullen of aftappen sluiten.
Ditvoorkomt overdruk in BPC-lijnen en barsten daarvan.
Module Agitation (Roeren): Het roeren stopt als de massa-
aflezing onder een gespecificeerd instelpunt komt,
om potentiële schade voor mengen in een lege BPC
tevoorkomen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 44
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3. BPC Pressure (BPC-druk) — Deze module kan alleen
worden gebruikt met closed-top BPC's die zijn voorzien van
druksensoren, en in faciliteiten waarin een luchtbron beschikbaar
is. BPC Pressure (BPC-druk) wordt gebruikt om de BPC te vullen
met een gespecificeerde hoeveelheid lucht en om de druk in de
hoofdruimte van de BPC te bewaken. De functie is optioneel
afhankelijk van het knijpventiel voor vullen en de pompen:
het knijpventiel sluit en de pomp stopt als de psi boven een
gespecificeerd instelpunt komt.
4. Pumps (Pompen) — Deze module kan alleen worden gebruikt als
een of meer pompen ingesteld zijn. De module Pumps (Pompen)
kan worden gebruikt om de BPC te vullen met vloeistof, zuur-,
base- of andere bufferoplossingen te leveren en om vloeistof af
te tappen. Het gebruik van knijpventielen is optioneel, maar bij
gebrek daaraan moeten gebruikers BPC-lijnen handmatig openen
en sluiten met knijpventielen.
5. Fill (Vullen) — Deze module kan alleen worden gebruikt als uw
systeem is uitgerust met laadcellen en er een of meer pompen
zijn geconfigureerd. De module Fill (Vullen) wordt gebruikt om
de BPC voor het mengen met vloeistof te vullen. Het gebruik
van knijpventielen is optioneel, maar zonder ventielen moeten
gebruikers de BPC vullen door handmatig een knijpventiel op een
BPC-leiding te openen.
6. Harvest (Aftappen) — Deze module kan alleen worden gebruikt
als uw systeem is uitgerust met laadcellen en er een pomp is
geconfigureerd. De module Harvest (Aftappen) wordt gebruikt
om vloeistof uit de BPC af te tappen na voltooiing van het
mengproces. Het gebruik van knijpventielen is optioneel, maar
zonder ventielen moeten gebruikers de BPC aftappen door
handmatig een knijpventiel op een BPC-leiding te openen.
7. pH — Deze module kan niet worden gebruikt zonder een of twee
pH-sensoren. De pH-module kan worden gebruikt om de pH-
niveaus tijdens het mengproces te bewaken en aan te passen. De
mogelijkheid om pH-niveaus aan te passen is echter afhankelijk
van het gebruik van pompen (bijv. één om een zuuroplossing af
te leveren en een andere voor een base-oplossing). De module
is optioneel afhankelijk van pompen omdat de pomp kan worden
gepauzeerd of gestopt als de pH-waarde boven of onder
gespecificeerde instelpunten komt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 45
8. Conductivity (Geleidbaarheid) — Deze module kan niet worden
gebruikt zonder een of twee geleidbaarheidssensoren. De
module Conductivity (Geleidbaarheid) kan worden gebruikt om de
geleidbaarheidsniveaus tijdens het mengproces te bewaken en
aan te passen. De mogelijkheid om geleidbaarheidsniveaus aan te
passen is echter afhankelijk van het gebruik van een pomp om een
bufferoplossing af te leveren. De module is optioneel afhankelijk
van pompen omdat de pomp kan worden gepauzeerd of gestopt
als de geleidbaarheidswaarde boven of onder gespecificeerde
instelpunten komt.
9. Temperature (Temperatuur) — Deze module kan niet worden
gebruikt zonder een of twee temperatuursensoren. De module
Temperature (Temperatuur) kan worden gebruikt om de
temperatuur te bewaken en aan te passen. De mogelijkheid om
de temperatuur aan te passen is echter afhankelijk van het gebruik
van een TCU. De module Temperature (Temperatuur) is optioneel
afhankelijk van de TCU omdat de TCU stand-by kan worden gezet
als de temperatuur boven of onder gespecificeerde instelpunten
komt.
10. Timer — De module Timer bestaat uit een timer die bij nul begint
en oploopt om te volgen hoe lang een oplossing wordt gemengd.
De module heeft start- en stopfuncties.
11. Liquid Pressure (Vloeistofdruk) — deze module kan niet
worden gebruikt zonder een of twee vloeistofdruksensoren in de
slangenset van de BPC (voor en/of na het filter). De monitor Liquid
Pressure (Vloeistofdruk) wordt gebruikt om het vloeistofdrukniveau
tijdens het aftappen te bewaken om te zorgen dat het filter niet
verstopt raakt. De module Liquid Pressure (Vloeistofdruk) is
optioneel afhankelijk van beide pompen en de knijpventielen voor
aftappen omdat het knijpventiel sluit en de pomp stopt als de
vloeistof boven een gespecificeerd instelpunt komt.
12. Auxiliary Output (Hulpuitgang) — deze module kan worden
gebruikt om indien nodig een andere bestaande module, zoals
Temperature (Temperatuur) te dupliceren. De module Auxiliary
Output (Hulpuitgang) gebruikt dezelfde verbindingspoort (op de
achterzijde van de touchscreenconsole) als de pompen, zodat
gebruikers een maximale combinatie van vier pompen en/of
hulpuitgangen kunt hebben.
13. Auxiliary Inputs (Hulpingangen) — deze module kan worden
gebruikt om sensoren en zenders te monitoren die een 4-20 mA-
signaal gebruiken, zoals externe weegschalen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 47
Afbeelding 3.17. Stroomdiagram met verplichte externe componenten voor elke module.
pH
Geleidbaar-
heid
BPC-druk Massa Vullen
Schudden Hulpingangen TimerTemperatuur
Vloeistofdruk Hulpuitgangen
Harvest
pH-sensor Geleidbaar-
heidssensor
Luchtdruk-
sensor Luchtbron
Pompen
Pomp(en)
Temperatuur-
sensor
Vloeistofdruk-
sensor
Module
Externe component
Vereist
Laadcellen
Klemmen
3.4 Vereiste externe onderdelen voor modules
Het hierna afgebeelde stroomdiagram (afbeelding3.17) illustreert de
vereiste externe onderdelen voor verschillende modules.
3.5 Modules configureren
Elke moduleconfiguratie vereist dat de gebruiker bepaalde velden
(zoals instelpunten) invult en bevat optionele velden (zoals alarmen)
voor aanpassing. De volgende paragrafen bevatten informatie om
interlocks, alarmen en individuele modules in te stellen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.5.1 Interlocks en alarmen instellen
Gebruikers kunnen de functionaliteit van hun touchscreenconsole
aanpassen door interlocks en alarmen op individuele modules in
testellen.
Door het instellen van 'interlocks' binnen een module ontstaan
afhankelijkheden van andere modules of hulpcomponenten.
Gebruikers kunnen bijvoorbeeld interlocks instellen in de module
Mass (Massa) waarmee roeren wordt uitgeschakeld als de massa
van de S.U.M. een bepaald gewicht bereikt. Deze interlock
voorkomt potentiële schade die kan ontstaan door het mengen
in een lege BPC of het mengen met een snelheid buiten de
aanbevolen specificaties voor veilig gebruik van de aandrijfas.
Alarmen zijn ook optioneel op modules van de
touchscreenconsole. Gebruikers kunnen 'High' (Hoog) en 'Low'
(Laag) alarmen instellen, of 'High High' (Hoog-hoog) en 'Low Low'
(Laag-laag) alarmen.
De alarmen High (Hoog) en Low (Laag) waarschuwen de
gebruiker alleen visueel dat de gespecificeerde instelpunten zijn
bereikt. Wanneer de alarmen High (Hoog) of Low (Laag) worden
geactiveerd, worden het alarmpictogram en de betreffende
module op het startscherm geel weergegeven, maar worden de
processen voortgezet.
De alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) waarschuwen de gebruiker visueel en hoorbaar dat de
gespecificeerde instelpunten zijn bereikt. Wanneer de alarmen
High High (Hoog-hoog) of Low Low (Laag-laag) worden
geactiveerd, worden het alarmpictogram en de betreffende
module rood weergegeven op het startscherm, klinkt er een
zoemer en worden de processen gepauzeerd of gestopt
(afhankelijk van de instellingen van de gebruiker).
Interlock- en alarminstellingen voor individuele modules zijn
toegankelijk door de module op het startscherm aan te raken. Het
scherm 'Configuration' (Configuratie) van elke module bevat velden
om beide opties in te stellen. Zie voor meer informatie de instructies
om modules te configureren in de volgende paragrafen.
3.5.2 De module Agitation (Roeren) configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Agitation
(Roeren) te configureren. Elk van de onderstaande items wordt
geïllustreerd in afbeelding3.18. Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed)
onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen tijde
aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 48
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Verplichte velden
Set point limits (Limieten instelpunten): Voer de maximum- en
minimumsnelheden (in RPM) in die u tijdens het mengproces
wiltgebruiken.
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
RPM-waarden in waarmee de alarmen High (Hoog) en Low
(Laag) worden geactiveerd. Deze alarmen hebben geen
invloed op lopende processen, maar waarschuwen gebruikers
dat bepaalde omstandigheden buiten de gespecificeerde
gebruiksparametersvallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en hysterese
in om de voorwaarden in te stellen waarmee de alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) worden geactiveerd.
Bij activering van deze alarmen klinkt een zoemer en worden
lopende processen gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van de
gebruikersinstellingen. De interlockvergelijking geeft aan onder
welke omstandigheden het alarm wordt geactiveerd, terwijl
het hysteresegedeelte aangeeft onder welke omstandigheden
processen worden hervat. Raak elk van de getoonde velden aan
om de vereiste waarden voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en/of Low Low (Laag-laag) in te voeren of te selecteren.
Calibration (Kalibratie) (alleen voor systemen met
wisselstroommotoren): Stel éénpunts roerkalibratie in om de
nauwkeurigheid van de roeraflezingen te bepalen. Zie hoofdstuk 4
voor meer informatie over kalibratieprocedures.
1. Zoek de module Agitation (Roeren) op het startscherm van
de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Agitation Configuration (Roeren configureren)
verschijnt (afbeelding3.18). Raak het veld 'Set point limits'
(Limieten instelpunten) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 49
Afbeelding 3.18. Scherm Agitation Configuration (Roeren configureren).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
2. Voer in het geopende scherm de gewenste boven- en
ondergrenzen voor de roer-instelpunten (in RPM) in. Raak 'Next'
(Volgende) aan.
3. Het scherm Agitation Configuration (Roeren configureren)
wordt opnieuw geopend. De 'Max' en 'Min' waarden die u hebt
opgegeven, moeten zichtbaar zijn in het veld naast 'Set point
limits' (Limieten instelpunten). Als u de roer-alarmen High (Hoog)/
Low (Laag) wilt instellen voor roeren in relatie tot temperatuur,
raakt u het veld 'Low and High alarms' (Alarmen Laag en Hoog)
aan.
4. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag) (afbeelding 3.19). Als u het alarm Low
(Laag) wilt configureren, schuift u de knop On/O (Aan/O) naar
de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog alarm)
de temperatuur [in graden Celsius(°C)] in waarbij het alarm High
(Hoog) wordt geactiveerd.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 50
Afbeelding 3.19. Scherm High and Low alarms (Alarmen hoog en laag).
5. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'Low
Alarm' (Laag alarm) de temperatuur [in graden Celsius (°C)] in
waarbij het alarm Low (Laag) wordt geactiveerd.
6. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
7. In het scherm Agitation Configuration (Roeren configureren)
worden nu de ingevoerde waarden voor de alarmen High (Hoog)
en Low (Laag) weergegeven. Als u de alarmen High High (Hoog-
Thermo Scientific
Afbeelding 3.20. Scherm High High and Low Low Alarms
(Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag).
9. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij het
alarm wordt geactiveerd, en aan te geven welke actie na activering
moet worden uitgevoerd.
10. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond. In het gedeelte 'TCU Interlock
Equation' (TCU-interlockvergelijking) voert u waarden in bij Control
Set Point (Controle-instelpunt) (in RPM) en selecteert u een
waarde bij Action Taken (Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of
Stop (Stoppen)).
11. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt hoeveel RPM de S.U.M. moet bereiken (en hoe lang die
RPM moet worden aangehouden, in seconden) voordat de TCU
wordt hervat. Voer een waarde in bij Set Point (Instelpunt) (in RPM)
en Seconds (Seconden). Wanneer u gereed bent, raakt u 'Done'
(Gereed) aan.
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 51
hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt instellen voor roeren in relatie tot
temperatuur, raakt u het veld 'Low Low and High High alarms'
(Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
8. Het geopende scherm (afbeelding 3.20) bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag).
Schuif de knoppen On/O (Aan/uit) in elk gedeelte naar de kant
'On' (Aan) om de alarmen in te schakelen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
12. Wanneer u de interlock en hysterese voor het alarm High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld, raakt u
'Done' (Gereed) aan in het scherm 'Agitation High High and Low
Low Alarms' (Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag voor roeren).
13. Als u het systeem gebruikt met een wisselstroommotor en
een roerkalibratie wilt instellen, raakt u het veld 'Calibration'
(Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit hoofdstuk 4 —
Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook overslaan en 'Done'
(Gereed) aanraken om terug te gaan naar het startscherm.
3.5.3 De module Mass (Massa) configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Mass
(Massa) te configureren. Elk van de onderstaande items wordt
geïllustreerd in afbeelding 3.21. Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed)
onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen tijde
aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Verplichte velden
Units (Eenheden): Voer in welke eenheden u wilt gebruiken
wanneer u de S.U.M. weegt [gram (g) of kilogram (kg)].
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
massawaarden (g of kg) in waarmee de alarmen High (Hoog)
en Low (Laag) worden geactiveerd. Deze alarmen hebben geen
invloed op lopende processen, maar waarschuwen gebruikers
dat bepaalde omstandigheden buiten de gespecificeerde
gebruiksparameters vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en hysterese
in om de voorwaarden in te stellen waarmee de alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) worden geactiveerd.
Bij activering van deze alarmen klinkt een zoemer en worden
lopende processen gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van de
gebruikersinstellingen. De interlockvergelijking geeft aan onder
welke omstandigheden het alarm wordt geactiveerd, terwijl
het hysteresegedeelte aangeeft onder welke omstandigheden
processen worden hervat. Raak elk van de getoonde velden aan
om de vereiste waarden voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en/of Low Low (Laag-laag) in te voeren of te selecteren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 52
Alarm Designation (pumps, pinch valves, and agitation)
(Alarmaanduiding; pompen, knijpventielen en roeren): Nadat u
de massa-alarmen High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-
laag) hebt ingesteld, gebruikt u deze drie velden om te selecteren
op welke pompen u deze alarmen wilt toepassen. Bijvoorbeeld
voor Pomp1 schakelt u het alarm Low Low (Laag-laag) in en het
alarm High High (Hoog-hoog) uit.
Calibration (Kalibratie): Stel éénpunts massakalibratie in om de
nauwkeurigheid van de massalezingen van laadcellen te bepalen.
Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over kalibratieprocedures.
1. Zoek de module 'Mass' (Massa) op het startscherm van
de touchscreenconsole op en raak vervolgens 'Configure'
(Configureren) aan. Het scherm Mass Configuration (Massa
configureren) verschijnt (afbeelding 3.21). Raak het veld 'Units'
(Eenheden) aan.
2. Selecteer gram of kilogram in het geopende scherm. Raak 'Next'
(Volgende) aan.
3. Het scherm Mass Configuration (Massa configureren) wordt
opnieuw geopend. De geselecteerde eenheden worden
weergegeven in het veld naast 'Units' (Eenheden). Als u de
alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor massa, raakt u
het veld 'Low and High alarms' (Alarmen Laag en Hoog) aan.
4. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag) (afbeelding3.22). Als u het alarm
High (Hoog) wilt configureren, schuift u de knop On/O (Aan/Uit)
naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog
alarm) de massawaarde in waarbij het alarm High (Hoog) wordt
geactiveerd.
Afbeelding 3.21. Scherm Mass Configuration (Massa configureren).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 53
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.22. Scherm High and Low alarms (Alarmen
hoog en laag).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 54
5. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'Low
Alarm' (Laag alarm) de massawaarde in waarbij het alarm Low
(Laag) wordt geactiveerd.
6. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
7. In het scherm Mass Configuration (Massa configureren) worden
nu de ingevoerde waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low
(Laag) weergegeven. Als u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low
Low (Laag-laag) wilt instellen voor massa (in verband met pompen,
knijpventielen of roeren), raakt u het veld 'Low Low and High High
alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
8. Het geopende scherm (afbeelding3.23) bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag).
Schuif de knoppen On/O (Aan/uit) in elk gedeelte naar de kant
'On' (Aan) om de alarmen in te schakelen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.23. Scherm High High and Low Low Alarms
(Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag).
9. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij
het alarm wordt geactiveerd, of 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
10. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond. In het gedeelte 'Agitation Interlock
Equation' (Interlockvergelijking voor roeren) voert waarden in bij
Control Set Point (Controle-instelpunt) (in g of kg) en selecteert
u een waarde bij Action Taken (Ondernomen actie) (Pause
(Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
11. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt de massa die de S.U.M. moet bereiken (en hoe lang
die massa moet worden aangehouden, in seconden) voordat
het roeren, de pompen of de knijpventielen opnieuw worden
geactiveerd. Voer een waarde in bij Set Point (Instelpunt) (in g
of kg) en Seconds (Seconden). Wanneer u gereed bent, raakt u
'Done' (Gereed) aan.
12. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de alarmen
Low Low (Laag-laag) en High High (Hoog-hoog) hebt ingesteld,
raakt u 'Done' (Gereed) aan. Het scherm Mass Configuration
(Massa configureren) wordt opnieuw geopend.
13. Als u ingestelde alarmen voor roeren of specifieke pompen/
knijpventielen wilt aanduiden, raakt u het bijbehorende veld 'Alarm
Designation' (Alarmaanduiding) in het scherm Mass Configuration
(Massaconfiguratie) aan. Opmerking: Wanneer een pomp of
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 55
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
knijpventiel is ingeschakeld, kan de massa worden aangepast
nadat het alarm is geactiveerd. Bij inschakeling van een alarm voor
roeren wordt het roeren in- of uitgeschakeld nadat het alarm is
geactiveerd.
14. In het geopende scherm (afbeelding 3.24) ziet u de interlock- en
hystereseparameters die u hebt opgegeven voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag). Eronder worden
het roeren, de pompen of de knijpventielen weergegeven die
zijn ingesteld met het systeem, afhankelijk van het veld Alarm
Designation (Alarmaanduiding) dat u in het scherm Mass
Configuration (Massaconfiguratie) hebt geselecteerd. Raak een
knop voor een pomp, knijpventiel of roeren aan om de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) in of uit te
schakelen. Opmerking: Afbeelding3.24 toont de opties voor de
selectie 'Alarm Designation (pumps)' (Alarmaanduiding (pompen)).
Afbeelding 3.24. Scherm Mass Alarm Designation (Pumps)
Alarmaanduiding Massa (pompen).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 56
15. Schuif op het geopende scherm de knop Enable/Disable (In-/
uitschakelen) naar de kant Enable (Inschakelen) voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) om het of de
alarmen in te schakelen, voor roeren of voor de geselecteerde
pomp of het geselecteerde knijpventiel. Wanneer u gereed bent,
raakt u de knop 'Done' (Gereed) aan.
16. Als u een massakalibratie wilt instellen, raakt u het veld
'Calibration' (Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit
hoofdstuk 4 — Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook
overslaan en 'Done' (Gereed) aanraken om terug te gaan naar
hetstartscherm.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.5.4 De module Timer configureren
Omdat de module Timer alleen de functies 'Start' (Starten) en 'Stop'
(Stoppen) bevat, hoeft deze module niet te worden geconfigureerd.
3.5.5 De module BPC Pressure (BPC-druk)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module BPC
Pressure (BPC-druk) te configureren. Elk van de onderstaande velden
wordt geïllustreerd in afbeelding 3.25. Opmerking: U kunt 'Done'
(Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen
tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Verplichte velden
Units (Eenheden): Geef de eenheden op die u wilt gebruiken
wanneer u de BPC vult met lucht [millibar (mbar) of psi].
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de BPC-
drukwaarden in waarmee de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
worden geactiveerd. Deze alarmen hebben geen invloed op
lopende processen, maar waarschuwen gebruikers dat bepaalde
omstandigheden buiten de gespecificeerde gebruiksparameters
vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en hysterese in
om de voorwaarden in te stellen waarmee de alarmen voor BPC-
druk High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) worden
geactiveerd. Bij activering van deze alarmen klinkt een zoemer en
worden lopende processen gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van
de gebruikersinstellingen. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en Low Low (Laag-laag) moeten gebruikers waarden opgeven in
de velden 'Interlock' en 'Hysteresis' (Hysterese). Deze waarden
bepalen onder welke voorwaarden een alarm wordt geactiveerd,
welke acties vervolgens moeten worden ondernomen en wanneer
de functies worden hervat.
Calbration (Kalibratie): Configureer een nieuwe kalibratie voor
BPC-druk met een éénpunts offset. Zie hoofdstuk 4 voor meer
informatie over kalibratieprocedures.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 57
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Afbeelding 3.25. Scherm BPC Module Configuration
(BPC-module configureren).
2. Selecteer mbar of psi in het geopende scherm. Raak 'Next'
(Volgende) aan. Het scherm BPC Pressure Configuration (BPC-
druk configureren) wordt opnieuw geopend. De geselecteerde
eenheden worden weergegeven in het veld naast 'Units'
(Eenheden). Raak vervolgens het veld 'Maximum air pressure
value' (Maximale luchtdrukwaarde) aan.
3. Als u de alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor
luchtdruk, raakt u het veld 'Low and High alarms' (Alarmen Laag
en Hoog) aan. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor
de alarmen High (Hoog) en Low (Laag) (afbeelding 3.26). Als u het
alarm High (Hoog) wilt instellen, schuift u de knop On/O (Aan/
Uit) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog
alarm) de luchtdrukwaarde in waarbij het alarm High (Hoog) wordt
geactiveerd. Raak 'Next' (Volgende)aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 58
1. Zoek de module 'BPC Pressure' (BPC-druk) op het startscherm
van de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm BPC Module Configuration (BPC-module
configureren) verschijnt (afbeelding 3.25). Raak het veld 'Units'
(Eenheden) aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 59
Afbeelding 3.26. Scherm BPC Pressure High and Low
Alarms (Alarmen Hoog en Laag voor BPC-druk).
4. Als u het alarm Low (Laag) wilt instellen, schuift u de knop On/O
(Aan/Uit) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'Low Alarm'
(Laag alarm) de luchtdrukwaarde in waarbij het alarm Low (Laag)
wordt geactiveerd.
5. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het scherm BPC
Pressure Configuration (BPC-druk configureren) worden nu de
ingevoerde waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
weergegeven.
6. Als u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt
instellen voor luchtdruk in verband met pompen, raakt u het veld
'Low Low and High High alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog) aan.
7. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij
het alarm wordt geactiveerd, of 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
8. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond (afbeelding 3.27). In het gedeelte
'Agitation Interlock Equation' (Interlockvergelijking voor roeren)
voert u waarden in bij Control Set Point (Controle-instelpunt)
(in mbar of psi) en selecteert u een waarde bij Action Taken
(Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 60
Afbeelding 3.27. Scherm BPC Pressure High High and Low Low
Alarms (Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag voor BPC-druk).
9. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt de luchtdruk die de BPC moet bereiken (en hoe lang
die luchtdruk moet worden aangehouden, in seconden) voordat
processen worden hervat. Voer een waarde in bij Set Point
(Instelpunt) (in mbar of psi) en Seconds (Seconden). Wanneer u
gereed bent, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
10. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het opnieuw geopende scherm
BPC Pressure Configuration (BPC-druk configureren) worden nu
de ingevoerde waarden voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en Low Low (Laag-laag) weergegeven.
11. Als u een kalibratie voor BPC-druk wilt instellen, raakt u het veld
'Calibration' (Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit
hoofdstuk 4 — Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook
overslaan en 'Done' (Gereed) aanraken om terug te gaan naar
hetstartscherm.
3.5.6 De module Pumps (Pompen) configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Pumps
(Pompen) te configureren. Elk van de onderstaande velden wordt
geïllustreerd in afbeelding 3.28. Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed)
onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen tijde
aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Verplichte velden
RPM scaling (RPM-schaling): Zet het uitvoersignaal voor de
pomp om van milliampères (mA) in RPM.
RPM limits (RPM-limieten): Stel de maximale en minimale RPM-
waarden voor de pomp in.
Optionele velden
Pump name (Naam van pomp): Elke pompmodule (maximaal
vier) kan een aparte naam krijgen om het doel van de pompen aan
te geven. Eén pomp zou bijvoorbeeld de naam 'P1 zuur' kunnen
krijgen en een andere de naam 'P2 aftappen' zodat gebruikers
de pompen gemakkelijker van elkaar kunt onderscheiden.
Opmerking: Alle pompnamen krijgen een voorvoegsel 'P#' om
aan te geven welke pomppoort op de pomp aangesloten is.
Calibration (Kalibratie): Configureer een nieuwe pomp met
vierpunts kalibratie en met massa- of volume-eenheden. Zie
hoofdstuk 4 voor meer informatie over kalibratieprocedures.
1. Zoek de module Pump (Pomp) op het startscherm van de
touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Pump Configuration (Pomp configureren)
verschijnt (afbeelding 3.28). Raak het veld 'RPM Scaling'
(RPM-schaling)aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 61
Afbeelding 3.28. Scherm Pump Configuration (Pomp configureren).
2. In het geopende scherm (afbeelding 3.29) wordt u gevraagd de
RPM-waarden op te geven die u op de touchscreenconsole wilt
weergeven na omzetting van het uitvoersignaal (in mA). Raak
'Done' (Gereed) aan wanneer u klaar bent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 62
Afbeelding 3.29. Scherm Pump RPM Scaling (RPM-schaling
pomp).
3. Het scherm Pump Configuration (Pomp configureren) wordt
opnieuw geopend. De ingevoerde schalingswaarden worden
weergegeven in het veld naast 'RPM scaling' (RPM-schaling).
Raak vervolgens het veld 'RPM Limits' (RPM-limieten) aan.
4. Stel in het geopende scherm de RPM-limieten van de pomp in
door de maximum- en minimumsnelheden (in RPM) op te geven.
Raak 'Done' (Gereed) aan.
5. Als u de pompmodule een naam wilt geven raakt u het veld 'Pump
name' (Naam van pomp) aan. Geef een naam op voor de pomp
met het alfanumerieke toetsenbord dat op het scherm verschijnt.
Wanneer u gereed bent, raakt u 'Enter' (Invoeren) aan. Het scherm
Pump Configuration (Pomp configureren) wordt opnieuw geopend
met de naam die u naast het veld 'Pump Name' (Naam van pomp)
hebt opgegeven.
6. Als u de pomp wilt kalibreren, raakt u het veld 'Calibration'
(Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit hoofdstuk 4 —
Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook overslaan en 'Done'
(Gereed) aanraken om terug te gaan naar het startscherm.
3.5.7 De module Fill (Vullen) configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Fill (Vullen)
te configureren. Elk van de onderstaande velden wordt geïllustreerd
in afbeelding 3.30. De module Mass (Massa) moet zijn geconfigureerd
voordat u de module Fill (Vullen) configureert. Opmerking: U kunt
'Done' (Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te
allen tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer
wordt opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer
u de moduleconfiguratie opnieuw opent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Verplichte velden
Pinch valve (Knijpventiel): Dit veld wordt weergegeven als de
touchscreenconsole wel of geen knijpventiel heeft gedetecteerd.
Units and liquid density (Eenheden en vloeistofdichtheid):
Selecteer de eenheden die u wilt gebruiken (liter (l) of
kilogram(kg)).
Fill pump selection (Vulpomp selecteren): Selecteer een pomp
om aan de module Fill (Vullen) toe te wijzen. Als u niet onmiddellijk
een pomp wilt toewijzen, raakt u 'Assign Pump Later' (Pomp later
toewijzen) aan.
Fill control (Vullen reguleren): Stel de parameters in voor
het vulproces, met inbegrip van de totale vloeistoftoediening,
stroomsnelheden faseren, overgang tussen fasen en beëindiging.
Optionele velden
Geen
1. Zoek de module Fill (Vullen) op het startscherm van de
touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren) aan.
Het scherm Fill Module Configuration (Vulmodule configureren)
verschijnt (afbeelding 3.30). Raak het veld 'Units and Liquid
Density' (Eenheden en vloeistofdichtheid) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 63
Afbeelding 3.30. Scherm Fill Module Configuration
(Vulmodule configureren).
2. Selecteer in het geopende scherm de eenheden die u wilt
gebruiken (Mass (Massa) (in kg) of Volume (in l)). Geef vervolgens
de vloeistofdichtheid op (in g/ml). Raak 'Done' (Gereed) aan
wanneer u klaar bent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3. Het scherm Fill Module Configuration (Vulmodule configureren)
wordt opnieuw geopend. De geselecteerde eenheden en
vloeistofdichtheid worden weergegeven in het veld naast 'Units
and Liquid Density' (Eenheden en vloeistofdichtheid). Raak
vervolgens het veld 'Fill pump selection' (Vulpomp selecteren) aan.
4. In het geopende scherm wordt u gevraagd een pomp te
selecteren voor toewijzing aan de module Fill (Vullen). Nadat u de
pomp hebt aangeraakt die u voor het vullen wilt gebruiken, raakt u
'Done' (Gereed) aan. Opmerking: Er moet ten minste één pomp
op het systeem zijn aangesloten om een pomp aan de module Fill
(Vullen) toe te wijzen.
5. Het scherm Fill Configuration (Vulmodule configureren) wordt
opnieuw geopend, met de pomp die u naast het veld 'Fill
Pump Selection' (Vulpomp selecteren) hebt geselecteerd. Raak
vervolgens 'Fill control' (Vullen reguleren) aan.
6. Het geopende scherm bevat velden voor de verschillende stappen
van het vulproces. Voer de gewenste waarden in voor de volgende
velden:
Total fluid delivery (Totale vloeistoftoediening): De totale
hoeveelheid vloeistof die u in de BPC wilt pompen.
Stage 1 flow rate (Flowsnelheid fase 1): De snelheid
waarmee u de BPC in eerste instantie wilt vullen (in l of kg per
minuut).
Stage 1 to Stage 2 transition (Overgang fase 1 naar
fase2): Het percentage vloeistof dat in de BPC moet worden
gepompt voordat de pomp naar fase 2 gaat.
Stage 2 flow rate (Flowsnelheid fase 2): De gewenste
snelheid bij voltooiing van het vulproces. De stroomsnelheid
van fase 2 moet aanzienlijk lager zijn dan die van fase 1 om
overlopen te voorkomen.
Stage 2 termination (Beëindiging fase 2): De actie die de
pompen moeten uitvoeren wanneer het vulproces voltooid is
(Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
7. Raak 'Done' (Gereed) aan om terug te gaan naar het startscherm.
3.5.8 De module Harvest (Aftappen) configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Harvest
(Oogsten) te configureren. Elk van de onderstaande velden wordt
geïllustreerd in afbeelding 3.31. De module Mass (Massa) moet
zijn geconfigureerd voordat u de module Harvest (Aftappen)
configureert. Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed) onder aan het
scherm Configuration (Configuratie) te allen tijde aanraken tijdens de
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 64
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
configuratie van de module. Uw invoer wordt opgeslagen en u kunt
doorgaan waar u was gebleven wanneer u de moduleconfiguratie
opnieuw opent.
Verplichte velden
Pinch valve (Knijpventiel): Dit veld wordt weergegeven als de
touchscreenconsole wel of geen knijpventiel heeft gedetecteerd.
Units and liquid density (Eenheden en vloeistofdichtheid):
Selecteer de eenheden die u wilt gebruiken (liter (l) of
kilogram(kg)).
Harvest pump selection (Aftappomp selecteren): Selecteer een
pomp om aan de module Harvest (Aftappen) toe te wijzen. Als u
niet onmiddellijk een pomp wilt toewijzen, raakt u 'Assign Pump
Later' (Pomp later toewijzen) aan.
Harvest control (Aftappen reguleren): Stel de parameters in voor
het aftapproces, met inbegrip van de totale vloeistoftoediening,
stroomsnelheden faseren, overgang tussen fasen en beëindiging.
Optionele velden
Geen
1. Zoek de module Harvest (Aftappen) op het startscherm van
de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Harvest Module Configuration (Aftapmodule
configureren) verschijnt (afbeelding 3.31). Raak het veld 'Units and
Liquid Density' (Eenheden en vloeistofdichtheid) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 65
Afbeelding 3.31. Scherm Harvest Module Configuration
(Aftapmodule configureren).
2. Selecteer in het geopende scherm de eenheden die u wilt
gebruiken (Mass (Massa) (in kg) of Volume (in l)). Geef vervolgens
de vloeistofdichtheid op (in g/ml). Raak 'Done' (Gereed) aan
wanneer u klaar bent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3. Het scherm Harvest Module Configuration (Aftapmodule
configureren) wordt opnieuw geopend. De geselecteerde
eenheden en vloeistofdichtheid worden weergegeven in het veld
naast 'Units and Liquid Density' (Eenheden en vloeistofdichtheid).
Raak vervolgens het veld 'Harvest pump selection' (Aftappomp
selecteren) aan.
4. In het geopende scherm wordt u gevraagd een pomp te
selecteren voor toewijzing aan de module Harvest (Aftappen).
Nadat u de pomp hebt aangeraakt die u voor het aftappen wilt
gebruiken, raakt u 'Done' (Gereed) aan. Opmerking: Er moet ten
minste één pomp op het systeem zijn aangesloten om een pomp
aan de module Harvest (Aftappen) toe te wijzen.
5. Het scherm Harvest Module Configuration (Aftapmodule
configureren) wordt opnieuw geopend , met de pomp die u
naast het veld 'Harvest Pump Selection' (Aftappomp selecteren)
hebt geselecteerd. Raak vervolgens 'Harvest Control' (Aftappen
reguleren) aan.
6. Het geopende scherm bevat velden voor de verschillende stappen
van het aftapproces. Voer de gewenste waarden in voor de
volgende velden:
Total fluid delivery (Totale vloeistoftoediening): De totale
hoeveelheid vloeistof die u uit de BPC wilt pompen.
Stage 1 flow rate (Flowsnelheid fase 1): De snelheid
waarmee u de BPC in eerste instantie wilt aftappen (in l of kg
per minuut).
Stage 1 to Stage 2 transition (Overgang fase 1 naar
fase2): Het percentage vloeistof dat uit de BPC moet worden
gepompt voordat de pomp naar fase 2 gaat.
Stage 2 flow rate (Flowsnelheid fase 2): De gewenste
snelheid bij voltooiing van het aftapproces. De stroomsnelheid
van fase 2 moet aanzienlijk lager zijn dan die van fase 1 om
overmatig aftappen te voorkomen.
Stage 2 termination (Beëindiging fase 2): De actie die de
pompen moeten uitvoeren wanneer het aftapproces voltooid is
(Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
7. Raak 'Done' (Gereed) aan om terug te gaan naar het startscherm.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 66
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
3.5.9 De pH-module configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de pH-module te
configureren. Elk van de onderstaande velden wordt geïllustreerd in
afbeelding 3.32. Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed) onder aan het
scherm Configuration (Configuratie) te allen tijde aanraken tijdens de
configuratie van de module. Uw invoer wordt opgeslagen en u kunt
doorgaan waar u was gebleven wanneer u de moduleconfiguratie
opnieuw opent.
Verplichte velden
pH sensors available (Beschikbare pH-sensoren): Selecteer
welke pH-sensoren u voor gebruik beschikbaar wilt maken. U kunt
pH1, pH2 of beide selecteren.
Active pH sensor (Actieve pH-sensor): Selecteer welke pH-
sensor u actief wilt maken. U kunt pH1 of pH2 selecteren.
Optionele velden
Temperature compensation (Temperatuurcompensatie):
Als de module Temperature (Temperatuur) is geconfigureerd,
wordt de aflezing van de temperatuursensor gebruikt voor
pH-temperatuurcompensatie. Als de module Temperature
(Temperatuur) niet is geconfigureerd, voert u de Expected Vessel
Temperature (Verwachte vattemperatuur) en wordt deze gebruikt.
U kunt er ook voor kiezen de module Temperature (Temperatuur)
te configureren voordat u doorgaat met de pH-configuratie.
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de pH-
waarden in waarmee de pH-alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
worden geactiveerd. Deze alarmen hebben geen invloed op
lopende processen, maar waarschuwen gebruikers dat bepaalde
omstandigheden buiten de gespecificeerde gebruiksparameters
vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en hysterese in
om de voorwaarden in te stellen waarmee de pH-alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) worden geactiveerd.
Bij activering van deze alarmen klinkt een zoemer en worden
lopende processen gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van de
gebruikersinstellingen. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en Low Low (Laag-laag) moeten gebruikers waarden opgeven in
de velden 'Interlock' en 'Hysteresis' (Hysterese). Deze waarden
bepalen onder welke voorwaarden een alarm wordt geactiveerd,
welke acties vervolgens moeten worden ondernomen en wanneer
de functies worden hervat.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 67
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Alarm designation (Alarmaanduiding): Nadat u de pH-alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
gebruikt u dit veld om te selecteren op welke pompen u deze
alarmen wilt toepassen. Bijvoorbeeld voor Pomp1 (Zuur) schakelt
u het alarm High High (Hoog-hoog) in en het alarm Low Low
(Laag-laag) uit.
Calibration (Kalibratie): Configureer een nieuwe pH-kalibratie met
directe invoer, 2-punts of 3-punts kalibratie. Zie hoofdstuk 4 voor
meer informatie over kalibratieprocedures.
1. Zoek de pH-module op het startscherm van de
touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren) aan.
Het scherm pH Module Configuration (pH-module configureren)
verschijnt (afbeelding 3.32). Raak het veld 'pH sensors available'
(Beschikbare pH-sensoren) aan
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 68
2. Selecteer in het geopende scherm de pH-sensor(en) die u voor
gebruik beschikbaar wilt maken. U kunt pH1, pH2 of beide
selecteren. Raak 'Done' (Gereed) aan wanneer u klaar bent.
3. Het scherm pH Module Configuration (pH-module configureren)
wordt opnieuw geopend. De geselecteerde sensoren worden
weergegeven in het veld naast 'pH Sensors Available'
(Beschikbare pH-sensoren). Raak vervolgens het veld 'Active pH
sensor' (Actieve pH-sensor) aan.
Afbeelding 3.32. Scherm pH Module Configuration
(pH-module configureren).
Afbeelding 3.33. Scherm pH Temperature Compensation
(pH-temperatuurcompensatie).
4. Selecteer in het geopende scherm de pH-sensor die u wilt
activeren. U kunt pH1 of pH2 selecteren. Wanneer u de
actieve sensor hebt geselecteerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
Opmerking: U kunt te allen tijde een andere sensor activeren
door terug te gaan naar het scherm pH Module Configuration
(pH-module activeren) en Active pH sensor (Actieve pH-sensor)
teselecteren.
5. Het scherm pH Module Configuration (pH-module configureren)
wordt opnieuw geopend. Raak het veld 'Temperature
Compensation' (Temperatuurcompensatie) aan.
Als de module Temperature (Temperatuur) niet is
geconfigureerd, wordt u in een scherm gevraagd de module
Temperature (Temperatuur) te configureren (om de aflezing
van de temperatuursensor te gebruiken) of de verwachte
vattemperatuur handmatig op te geven.
Als de module Temperature (Temperatuur) is geconfigureerd,
kunt u kiezen de temperatuursensor in of uit te schakelen. Als
u ervoor kiest de sensor uit te schakelen, moet u de verwachte
vattemperatuur handmatig opgeven (afbeelding 3.33).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 69
Wanneer u de module Temperature (Temperatuur) hebt
geconfigureerd en/of hebt ingeschakeld of de verwachte
vattemperatuur hebt opgegeven, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 70
Afbeelding 3.34. Scherm High High and Low Low Alarms
(Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag).
6. Het scherm pH Module Configuration (pH-module configureren)
wordt opnieuw geopend. Als u de alarmen High (Hoog)/Low
(Laag) wilt instellen voor pH, raakt u het veld 'Low and High
alarms' (Alarmen Laag en Hoog) aan.
7. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag). Als u het alarm High (Hoog) wilt
configureren, schuift u de knop On/O (Aan/Uit) naar de kant
'On'(Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog alarm) de pH-
waarde in waarbij het alarm High (Hoog) wordt geactiveerd.
8. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij
'LowAlarm' (Laag alarm) de pH-waarde in waarbij het alarm Low
(Laag) wordt geactiveerd.
9. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
10. In het scherm pH Configuration (pH configureren) worden nu de
ingevoerde waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
weergegeven. Als u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low
(Laag-laag) wilt instellen voor pH, raakt u het veld 'Low Low and
High High alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
11. Het geopende scherm (afbeelding 3.34) bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag).
Schuif de knoppen On/O (Aan/uit) in elk gedeelte naar de kant
'On' (Aan) om de alarmen in te schakelen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
12. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij het
alarm wordt geactiveerd, en 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
13. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond. In het gedeelte 'Interlock Equation'
(Interlockvergelijking) voert waarden in bij Control Set Point
(Controle-instelpunt) (in pH) en selecteert u een waarde bij Action
Taken (Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
14. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt wanneer processen worden hervat nadat het alarm is
geactiveerd. Voer de tolerantie en de tijdsduur in gedurende welke
het pH-niveau van het controle-instelpunt (plus de tolerantie) moet
worden vastgehouden voordat wordt verdergegaan (in seconden).
Wanneer u gereed bent, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
15. Wanneer u de interlock en hysterese voor het alarm High High
(Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld, raakt u
'Done' (Gereed) aan in het scherm 'pH High High and Low Low
Alarms' (Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag voor pH).
16. Als u alarmen voor specifieke, voor de S.U.M. geconfigureerde
pompen wilt aanduiden, raakt u het veld 'Alarm Designation'
(Alarmaanduiding) in het scherm pH Configuration (pH-
configuratie) aan. Opmerking: Wanneer een pomp is
ingeschakeld, kan het pH-niveau worden aangepast door na
activering van het alarm een bolus toe te dienen.
17. In het geopende scherm (afbeelding 3.35) ziet u de interlock- en
hystereseparameters die u hebt opgegeven voor de alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag). Eronder worden de
met het systeem ingestelde pompen getoond. Raak een pomp
aan om de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) in of uit te schakelen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 71
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
18. Schuif op het geopende scherm de knop Enable/Disable (In-/
uitschakelen) naar de kant Enable (Inschakelen) voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) om het
of de alarmen in te schakelen voor de geselecteerde pomp.
Herhaal deze stap om alarmen toe te wijzen aan alle andere
geconfigureerde pompen. Wanneer u gereed bent, raakt u de
knop 'Done' (Gereed) aan.
19. Als u de pH wilt kalibreren, raakt u het veld 'Calibration'
(Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit hoofdstuk 4 —
Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook overslaan en 'Done'
(Gereed) aanraken om terug te gaan naar het startscherm.
3.5.10 De module Conductivity (Geleidbaarheid)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module
Conductivity (Geleidbaarheid) te configureren. Elk van de
onderstaande velden wordt geïllustreerd in afbeelding 3.36.
Opmerking: U kunt 'Done' (Gereed) onder aan het scherm
Configuration (Configuratie) te allen tijde aanraken tijdens de
configuratie van de module. Uw invoer wordt opgeslagen en u kunt
doorgaan waar u was gebleven wanneer u de moduleconfiguratie
opnieuw opent.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 72
Afbeelding 3.35. Scherm pH Pump Designation
(pH-pompaanduiding).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Verplichte velden
Units (Eenheden): Selecteer de eenheden die u wilt gebruiken
(µS/cm of mS/cm).
Active conductivity sensor (Actieve geleidbaarheidssensor):
Selecteer welke geleidbaarheidssensor u actief wilt maken. U kunt
Conductivity1 of Conductivity2 selecteren.
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
geleidbaarheidswaarden in waarmee de geleidbaarheidsalarmen
High (Hoog) en Low (Laag) worden geactiveerd. Deze
alarmen hebben geen invloed op lopende processen, maar
waarschuwen gebruikers dat bepaalde omstandigheden buiten de
gespecificeerde gebruiksparameters vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en
Hoog-hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en
hysterese in om de voorwaarden in te stellen waarmee de
geleidbaarheidsalarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low
(Laag-laag) worden geactiveerd. Bij activering van deze alarmen
klinkt een zoemer en worden lopende processen gepauzeerd
of gestopt, afhankelijk van de gebruikersinstellingen. Voor
de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag)
moeten gebruikers waarden opgeven in de velden 'Interlock'
en 'Hysteresis' (Hysterese). Deze waarden bepalen onder
welke voorwaarden een alarm wordt geactiveerd, welke acties
vervolgens moeten worden ondernomen en wanneer de functies
worden hervat.
Alarm designation (Alarmaanduiding): Nadat u de
geleidbaarheidsalarmen High High (Hoog-hoog) en/of Low Low
(Laag-laag) hebt ingesteld, gebruikt u dit veld om te selecteren op
welke pompen u deze alarmen wilt toepassen. Bijvoorbeeld voor
Pomp1 schakelt u het alarm Low Low (Laag-laag) in en het alarm
High High (Hoog-hoog) uit.
Calibration (Kalibratie): Configureer een nieuwe
geleidbaarheidskalibratie met directe invoer, 2-punts of
3-punts kalibratie. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over
kalibratieprocedures.
1. Zoek de module Conductivity (Geleidbaarheid) op het startscherm
van de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Conductivity Module Configuration (Module
Geleidbaarheid configureren) verschijnt (afbeelding 3.36). Raak het
veld 'Units' (Eenheden) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 73
2. Selecteer in het geopende scherm de eenheden die u voor de
touchscreenconsole beschikbaar wilt maken. U kunt µS/cm of
mS/cm selecteren. Raak 'Next' (Volgende) aan.
3. Het scherm Conductivity Module Configuration (Module
Geleidbaarheid configureren) wordt opnieuw geopend. Raak
'Active Conductivity Sensor' (Actieve geleidbaarheidssensor)
aan. In het geopende scherm wordt gevraagd welke
geleidbaarheidssensor de gebruiker wil activeren. U kunt
Conductivity1 of Conductivity2 selecteren. Raak 'Next'
(Volgende) aan.
4. Het scherm Conductivity Module Configuration (Module
Geleidbaarheid configureren) wordt opnieuw geopend. Als
u de alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor
geleidbaarheid, raakt u het veld 'Low and High Alarms'
(Alarmen Laag en Hoog) aan.
5. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag) (afbeelding 3.37). Als u het alarm
High (Hoog) wilt configureren, schuift u de knop On/O (Aan/
Uit) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld 'High Alarm'
(Hoogalarm) het geleidbaarheidsniveau in waarbij het alarm
High (Hoog) wordt geactiveerd.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 74
Afbeelding 3.36. Scherm Conductivity Configuration
(Geleidbaarheid configureren).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
6. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld
'LowAlarm' (Laag alarm) het geleidbaarheidsniveau in waarbij het
alarm Low (Laag) wordtgeactiveerd.
7. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
8. In het scherm Conductivity Module Configuration (Module
Geleidbaarheid configureren) worden nu de ingevoerde waarden
voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag) weergegeven. Als
u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt
instellen voor, raakt u het veld 'Low Low and High High alarms'
(Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
9. Het geopende scherm (afbeelding 3.38) bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag).
Schuif de knoppen On/O (Aan/uit) in elk gedeelte naar de kant
'On' (Aan) om de alarmen in te schakelen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 75
Afbeelding 3.37. Conductivity High and Low Alarms
(Alarmen Hoog en Laag voor geleidbaarheid).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
10. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij het
alarm wordt geactiveerd, en 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
11. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond. In het gedeelte 'Interlock Equation'
(Interlockvergelijking) voert u waarden in bij Control Set Point
(Controle-instelpunt) en selecteert u een waarde bij Action Taken
(Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
12. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt wanneer processen worden hervat nadat het alarm is
geactiveerd. Voer de tolerantie en de tijdsduur in gedurende
welke het geleidbaarheidsniveau van het controle-instelpunt voor
(plus de tolerantie) moet worden vastgehouden voordat wordt
verdergegaan (in seconden). Wanneer u gereed bent, raakt u
'Done' (Gereed) aan.
13. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
raakt u 'Done' (Gereed) aan.
14. Als u alarmen voor specifieke pompen wilt aanduiden, raakt u
het veld 'Alarm Designation' (Alarmaanduiding) in het scherm
Conductivity Module Configuration (Module Geleidbaarheid
configureren) aan. Opmerking: Wanneer een pomp is
ingeschakeld, kan het geleidbaarheidsniveau worden aangepast
door na activering van het alarm een bolus toe te dienen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 76
Afbeelding 3.38. Scherm High High and Low Low Alarms
(Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag)
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 77
15. In het geopende scherm (afbeelding 3.39) ziet u de interlock-
en hystereseparameters die u hebt opgegeven voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag). Eronder
worden de met het systeem ingestelde pompen getoond.
Raak een pomp aan om de alarmen High High (Hoog-hoog) en
LowLow (Laag-laag) in of uit te schakelen.
Afbeelding 3.39. Scherm Alarm Designation (Alarmaanduiding).
16. Schuif op het geopende scherm de knop Enable/Disable (In-/
uitschakelen) naar de kant Enable (Inschakelen) voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) om het
of de alarmen in te schakelen voor de geselecteerde pomp.
Herhaal deze stap om alarmen toe te wijzen aan alle andere
geconfigureerde pompen. Wanneer u gereed bent, raakt u de
knop 'Done' (Gereed) aan.
17. Als u de geleidbaarheid wilt kalibreren, raakt u het veld
'Calibration' (Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit
hoofdstuk 4 — Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook
overslaan en 'Done' (Gereed) aanraken om terug te gaan naar het
startscherm.
3.5.11 De module Temperature (Temperatuur)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module
Temperature (Temperatuur) te configureren. Elk van de onderstaande
velden wordt geïllustreerd in afbeelding 3.40. Opmerking: U kunt
'Done' (Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te
allen tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer
wordt opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer
u de moduleconfiguratie opnieuw opent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 78
Verplichte velden
Available temperature sensors (Beschikbare
temperatuursensoren): Selecteer welke temperatuursensoren
u voor gebruik beschikbaar wilt maken. U kunt Temperature1
(Temperatuur 1), Temperature 2 (Temperatuur 2) of beide
selecteren.
Active temperature sensor (Actieve temperatuursensor):
Selecteer welke geleidbaarheidssensor u actief wilt maken. U kunt
Temperature1 of Temperature2 selecteren.
TCU setpoint limits (Instelpuntlimieten TCU) (voor systemen
met een TCU): Voor de maximum- en minimumtemperaturen in
die u wilt gebruiken (in°C).
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
temperatuurwaarden in waarmee de temperatuuralarmen
High (Hoog) en Low (Laag) worden geactiveerd. Deze
alarmen hebben geen invloed op lopende processen, maar
waarschuwen gebruikers dat bepaalde omstandigheden buiten de
gespecificeerde gebruiksparameters vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en hysterese in
om de voorwaarden in te stellen waarmee de temperatuuralarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) worden
geactiveerd. Bij activering van deze alarmen klinkt een zoemer en
worden lopende processen gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van
de gebruikersinstellingen. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog)
en Low Low (Laag-laag) moeten gebruikers waarden opgeven in
de velden 'Interlock' en 'Hysteresis' (Hysterese). Deze waarden
bepalen onder welke voorwaarden een alarm wordt geactiveerd,
welke acties vervolgens moeten worden ondernomen en wanneer
de functies worden hervat.
1. Zoek de module Temperature (Temperatuur) op het startscherm
van de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Temperature Module Configuration (Module
Temperatuur configureren) verschijnt (afbeelding 3.40).
Raak het veld Available Temperature Sensors' (Beschikbare
temperatuursensoren) aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 79
Afbeelding 3.40. Scherm Temperature Module Configuration
(Module Temperatuur configureren).
2. Selecteer in het geopende scherm de temperatuursensor(en) die
u voor gebruik beschikbaar wilt maken. U kunt Temperature1,
Temperature2 of beide selecteren. Raak 'Done' (Gereed) aan
wanneer u klaar bent.
3. Het scherm Temperature Module Configuration (Module
Temperatuur configureren) wordt opnieuw geopend. De
geselecteerde sensoren worden weergegeven in het
veld naast 'Available Temperature Sensors' (Beschikbare
temperatuursensoren). Raak vervolgens het veld 'Active
Temperature Sensor' (Actieve temperatuursensor) aan.
4. Selecteer in het geopende scherm de temperatuursensor die u
wilt activeren. U kunt Temperature1 of Temperature2 selecteren.
Wanneer u de actieve sensor hebt geselecteerd, raakt u 'Done'
(Gereed) aan. Opmerking: U kunt te allen tijde een andere sensor
activeren door terug te gaan naar het scherm Temperature Module
Configuration (Module Temperatuur configureren) en Active
Temperature Sensor (Actieve temperatuursensor) te selecteren.
5. Het scherm Temperature Module Configuration (Module
Temperatuur configureren) wordt opnieuw geopend. Als u de
alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor temperatuur,
raakt u het veld 'Low and High alarms' (Alarmen Laag en
Hoog)aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
6. Het geopende scherm (afbeelding 3.41) bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag). Als u het alarm High
(Hoog) wilt configureren, schuift u de knop On/O (Aan/Uit) naar
de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog alarm)
de temperatuurwaarde in waarbij het alarm High (Hoog) wordt
geactiveerd.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 80
7. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'Low
Alarm' (Laag alarm) de temperatuurwaarde in waarbij het alarm
Low (Laag) wordt geactiveerd.
8. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
9. In het scherm Temperature Module Configuration (Module
Temperatuur configureren) worden nu de ingevoerde waarden
voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag) weergegeven. Als
u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt
instellen voor temperatuur, raakt u het veld 'Low Low and High
High alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
10. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag). Schuif de
knoppen On/O (Aan/uit) in elk gedeelte naar de kant 'On' (Aan)
om de alarmen in te schakelen.
Afbeelding 3.41. Scherm High and Low alarms (Alarmen
hoog en laag).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 81
11. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij het
alarm wordt geactiveerd, en 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
Afbeelding 3.42. Scherm High High and Low Low Alarms
(Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag).
12. In het geopende scherm (afbeelding 3.42) worden de gedeeltes
'Interlock' (Interlock) en 'Hysteresis' (Hysterese) getoond. In het
gedeelte 'Interlock Equation' (Interlockvergelijking) voert u waarden
in bij Control Set Point (Controle-instelpunt) en selecteert u een
waarde bij Action Taken (Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of
Stop (Stoppen)).
13. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte
'Interlock') bepaalt wanneer processen worden hervat nadat
het alarm is geactiveerd. Voer de tolerantie en de tijdsduur
in gedurende welke het temperatuurniveau van het controle-
instelpunt (plus de tolerantie) moet worden vastgehouden voordat
wordt verdergegaan (in seconden). Wanneer u gereed bent, raakt
u 'Done' (Gereed) aan.
14. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de
alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt
ingesteld, raakt u 'Done' (Gereed) aan. De Temperature Module
Configuration (Module Temperatuur configureren) moet de
waarden High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) tonen
die u hebt opgegeven in het veld 'High High and Low Low Alarms'
(Alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag)).
15. Als u de temperatuur wilt kalibreren, raakt u het veld 'Calibration'
(Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies uit hoofdstuk 4 —
Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook overslaan en 'Done'
(Gereed) aanraken om terug te gaan naar het startscherm.
16. Als u een TCU gebruikt, raadpleegt u de paragraaf over TCU-
configuratie en kalibratieparameters.
TCU-configuratie en kalibratieparameters
Het volgende schema illustreert de configuratie en
kalibratieparameters voor TCU's uit de Lauda Integral T-serie, de
Lauda Varicool-serie en de Neslab TF-serie. De blauwgroene vakken
zijn items uit het menu Settings (Instellingen), de grijze vakken zijn
parameters die verplicht moeten worden opgegeven.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 82
QUICK START/
SETTINGS
(SNELSTART/
INSTELLINGEN)
ANALOGE
COMM
SERIËLE COMM SERIEEL TYPE
EXTERNE
SENSOR
RS 485
BAUD: 9600
PARITEIT: GEEN
DATABITS: 8
STOPBITS: 1
ADRES: 1
Afbeelding 3.43. Configuratieparameters voor TCU uit de Neslab TF-serie.
MENU CONFIGURATIE CONTROLE
INTERFACES
VEREISTE
PARAMETER-
INVOER
MODUS
RS 485
ADRES
BEZIG MET LADEN,
EEN MOMENT
GEDULD
SETTINSTEL-
LINGENINGS
VARIABELE
CONTROLE
EXTERN
PT100
RS485
1
REQUIRED
PARAMETER
INPUT
Afbeelding 3.44. Configuratieparameters voor TCU uit de Lauda Varicool-serie.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 83
MENU CON
PAR A
ADR
SETTINGS
MENU
E
RS485
1
REQUIRED
PARAMETER
INPUT
Afbeelding 3.45. Configuratieparameters voor TCU uit de Lauda Integral T-serie.
QUICK START/
SETTINGS
(SNELSTART/
INSTELLINGEN)
KALIBRATIE KALIBREER t1
AANPASSEN AAN
BEKEND
TEMPERATUURBAD
VOOR LAGE
EN HOGE
TEMPERATUREN
Afbeelding 3.46. TCU-kalibratieprocedures voor Neslab TF-serie.
MENU INTERFACESEXTERN Pt100KALIBRATIE
AANPASSEN
AAN BEKEND
TEMPERATUURBAD
Afbeelding 3.47. TCU-kalibratieprocedures voor Lauda Varicool-serie.
MENU PAR A KAL E
WACHT
4 SECONDEN,
AANPASSEN
AAN BEKEND
TEMPERATUURBAD
Afbeelding 3.48. TCU-kalibratieprocedures voor Lauda Integral T-serie.
Thermo Scientific
3.5.12 De module Liquid Pressure (Vloeistofdruk)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Liquid
Pressure (Vloeistofdruk) te configureren. Elk van de onderstaande
velden wordt geïllustreerd in afbeelding 3.49. Opmerking: U kunt
'Done' (Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te
allen tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer
wordt opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer
u de moduleconfiguratie opnieuw opent.
Verplichte velden
Units (Eenheden): Voer de eenheden in die u op de
touchscreenconsole wilt gebruiken wanneer deze de vloeistofdruk
weergeeft (mbar ofpsi).
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
vloeistofdrukwaarden in waarmee de vloeistofdrukalarmen
High (Hoog) en Low (Laag) worden geactiveerd. Deze
alarmen hebben geen invloed op lopende processen, maar
waarschuwen gebruikers dat bepaalde omstandigheden buiten de
gespecificeerde gebruiksparameters vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en
Hoog-hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en
hysterese in om de voorwaarden in te stellen waarmee de
vloeistofdrukalarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden geactiveerd. Bij activering van deze alarmen klinkt
een zoemer en worden lopende processen gepauzeerd of gestopt,
afhankelijk van de gebruikersinstellingen. Voor de alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) moeten gebruikers
waarden opgeven in de velden 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese). Deze waarden bepalen onder welke voorwaarden een
alarm wordt geactiveerd, welke acties vervolgens moeten worden
ondernomen en wanneer de functies worden hervat.
Alarm designation (Alarmaanduiding): Nadat u de
vloeistofdrukalarmen High High (Hoog-hoog) en/of Low Low
(Laag-laag) hebt ingesteld, gebruikt u dit veld om te selecteren op
welke pompen u deze alarmen wilt toepassen. Bijvoorbeeld voor
Pomp 1 schakelt u het alarm High High (Hoog-hoog) in en het
alarm Low Low (Laag-laag) uit.
Calibration (Kalibratie): Configureer een nieuwe kalibratie voor
vloeistofdruk met een éénpunts offset. Zie hoofdstuk 4 voor meer
informatie over kalibratieprocedures.
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 84
Thermo Scientific
Afbeelding 3.49. Scherm Liquid Pressure Module
Configuration (Module Vloeistofdruk configureren).
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 85
1. Zoek de module 'Liquid Pressure'(Vloeistofdruk) op het
startscherm van de touchscreenconsole op en raak 'Configure'
(Configureren) aan. Het scherm Liquid Pressure Module
Configuration (Module Vloeistofdruk configureren) verschijnt
(afbeelding 3.49). Raak het veld 'Units' (Eenheden) aan.
2. Selecteer mbar of psi in het geopende scherm. Raak 'Next'
(Volgende) aan. Het scherm Liquid Pressure Module Configuration
(Module Vloeistofdruk configureren) wordt opnieuw geopend. De
geselecteerde eenheden worden weergegeven in het veld naast
'Units' (Eenheden).
3. Als u de alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor
vloeistofdruk, raakt u het veld 'Low and High alarms' (Alarmen
Laag en Hoog) aan. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes
voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag) (afbeelding 3.50). Als
u het alarm High (Hoog) wilt configureren, schuift u de knop On/O
(Aan/Uit) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm'
(Hoog alarm) de vloeistofdrukwaarde in waarbij het alarm High
(Hoog) wordt geactiveerd. Raak 'Next' (Volgende) aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
4. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld bij 'Low
Alarm' (Laag alarm) de vloeistofdrukwaarde in waarbij het alarm
Low (Laag) wordt geactiveerd.
5. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het scherm Liquid
Pressure Module Configuration (Module Vloeistofdruk configureren)
worden nu de ingevoerde waarden voor de alarmen High (Hoog)
en Low (Laag) weergegeven.
6. Als u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt
instellen voor vloeistofdruk, raakt u het veld 'Low Low and High
High alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-hoog) aan.
7. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij
het alarm wordt geactiveerd, of 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
8. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond (afbeelding 3.51). In het gedeelte
'Agitation Interlock Equation' (Interlockvergelijking voor roeren)
voert u waarden in bij Control Set Point (Controle-instelpunt)
(in mbar of psi) en selecteert u een waarde bij Action Taken
(Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 86
Afbeelding 3.50. Scherm Liquid Pressure High and Low
Alarms (Alarmen Hoog en Laag voor vloeistofdruk).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
9. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt de vloeistofdruk die moet worden bereikt (en hoe lang die
vloeistofdruk moet worden aangehouden, in seconden) voordat
wordt doorgegaan. Voer een waarde in bij Control Set Point
(Controle-instelpunt) (in mbar of psi) en Seconds (Seconden).
Wanneer u gereed bent, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
10. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het opnieuw geopende scherm
Liquid Pressure Module Configuration (Module Vloeistofdruk
configureren) worden nu de ingevoerde waarden voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) weergegeven.
11. Als u een kalibratie voor vloeistofdruk wilt instellen, raakt u het
veld 'Calibration' (Kalibratie) aan. Volg de kalibratie-instructies
uit hoofdstuk 4 — Kalibratieprocedures. U kunt de kalibratie ook
overslaan en 'Done' (Gereed) aanraken om terug te gaan naar het
startscherm.
3.5.13 De module Auxiliary Output (Hulpuitgang)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Auxiliary
Output (Hulpuitgang) te configureren. Elk van de onderstaande velden
wordt geïllustreerd in afbeelding 3.52. Opmerking: U kunt 'Done'
(Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen
tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 87
Afbeelding 3.51. Scherm Liquid Pressure High High and Low Low
Alarms (Alarmen Hoog-hoog en Laag-laag voor vloeistofdruk).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Verplichte velden
Sensor value to duplicate (Te dupliceren sensorwaarde):
Selecteer het type sensorwaarde dat u wilt dupliceren. U kunt
iedere beschikbare module op de touchscreenconsole selecteren,
uitgezonderd Auxiliary Input (Hulpingang)
Other required fields (Andere verplichte velden): Welke velden
verplicht zijn voor de modules Auxiliary Output (Hulpuitgang)
wisselt al naar gelang de module die u wilt dupliceren. Voordat
u een module Auxiliary Output (Hulpuitgang) configureert, moet
u eerst vertrouwd zijn met de module die u wilt dupliceren
(paragrafen 3.5.2 tot 3.5.12). Deze paragrafen bevatten informatie
over de verplichte en optionele velden in elke module.
Optionele velden
Module name (Modulenaam): Voer een naam voor de module
Auxiliary Ouput (Hulpuitgang) in. Het is raadzaam de naam in te
voeren van de module die u dupliceert, samen met een nummer
om de module Auxiliary Output (Hulpuitgang) aan te duiden. Als u
bijvoorbeeld de module Conductivity (Geleidbaarheid) dupliceert,
raden we aan de module Conductivity (Geleidbaarheid) de
naam 'Geleidbaarheid 2' te geven om de modules van elkaar te
onderscheiden.
1. Zoek de module 'Auxiliary Output' (Hulpuitgang) op het
startscherm van de touchscreenconsole op en raak 'Configure'
(Configureren) aan. Het scherm Auxiliary Output Module
Configuration (Module Hulpuitgang configureren) verschijnt
(afbeelding 3.52). Raak het veld 'Sensor value to duplicate'
(Tedupliceren sensorwaarde) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 88
Afbeelding 3.52. Scherm Auxiliary Output Module
Configuration (Module Hulpuitgang configureren).
Afbeelding 3.53. Module selecteren om te dupliceren.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 89
2. Raak in het geopende scherm (afbeelding 3.53) de module aan
die u wilt dupliceren. Raak vervolgens 'Next' (Volgende) aan.
3. Het scherm Auxiliary Output Configuration (Hulpuitgang
configureren) wordt opnieuw geopend met de verplichte en
optionele velden van de module die u dupliceert. Zie de paragraaf
over de configuratie van de module die u dupliceert (paragrafen
3.5.2 tot 3.5.12) voor informatie over alle bijbehorende velden.
4. Als u een naam wilt geven aan de module Auxiliary Output
(Hulpuitgang), raak u het veld 'Module name' (Modulenaam)
aan in het scherm Auxiliary Output Configuration (Hulpuitgang
configureren). Geef de nieuwe modulenaam op met het geopende
alfanumerieke toetsenbord. Raak 'Next' (Volgende) aan om terug
te gaan naar het scherm Auxiliary Output Module Configuration
(Module Hulpuitgang configureren).
3.5.14 De module Auxiliary Input (Hulpingang)
configureren
Gebruik de volgende informatie en stappen om de module Auxiliary
Input (Hulpingang) te configureren. Elk van de onderstaande velden
wordt geïllustreerd in afbeelding 3.54. Opmerking: U kunt 'Done'
(Gereed) onder aan het scherm Configuration (Configuratie) te allen
tijde aanraken tijdens de configuratie van de module. Uw invoer wordt
opgeslagen en u kunt doorgaan waar u was gebleven wanneer u de
moduleconfiguratie opnieuw opent.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 90
Verplichte velden
Units (Eenheden): Voer de eenheden in die u op de
touchscreenconsole wilt gebruiken voor de module Auxiliary Input
(Hulpingang)
Scaling (Schalen): Voer de schaling in die u op de
touchscreenconsole wilt gebruiken voor het mA-signaal en de
door u opgegeven eenheden.
Optionele velden
Low and High alarms (Alarmen Laag en Hoog): Voer de
waarden in waarmee de alarmen High (Hoog) en/of Low (Laag)
worden geactiveerd voor de module Auxiliary Input (Hulpingang).
Deze alarmen hebben geen invloed op lopende processen, maar
waarschuwen gebruikers dat bepaalde omstandigheden buiten de
gespecificeerde gebruiksparameters vallen.
Low Low and High High alarms (Alarmen Laag-laag en
Hoog-hoog): Vul de velden voor de interlockvergelijking en
hysterese in om de voorwaarden in te stellen waarmee de
hulpingangalarmen High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-
laag) worden geactiveerd. Bij activering van deze alarmen klinkt
een zoemer en worden lopende processen gepauzeerd of gestopt,
afhankelijk van de gebruikersinstellingen. Voor de alarmen High
High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) moeten gebruikers
waarden opgeven in de velden 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese). Deze waarden bepalen onder welke voorwaarden een
alarm wordt geactiveerd, welke acties vervolgens moeten worden
ondernomen en wanneer de functies worden hervat.
Alarm designation (Alarmaanduiding): Nadat u de alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
gebruikt u dit veld om te selecteren op welke pompen u deze
alarmen wilt toepassen. Bijvoorbeeld voor Pomp 1 schakelt
u hetalarm High High (Hoog-hoog) in en het alarm Low Low
(Laag-laag) uit.
1. Zoek de module 'Auxiliary Input' (Hulpingang) op het startscherm
van de touchscreenconsole op en raak 'Configure' (Configureren)
aan. Het scherm Auxiliary Input Module Configuration (Module
Hulpingang configureren) verschijnt (zie afbeelding 3.54). Raak het
veld 'Units' (Eenheden) aan.
2. Voer in het geopende scherm de eenheden in die u wilt gebruiken.
Wanneer u gereed bent, raakt u 'Done' (Gereed) aan.
3. Het scherm Auxiliary Input Module Configuration (Module
Hulpingang configureren) wordt opnieuw geopend. Raak het veld
'Scaling' (schaling) aan.
4. Voer in het geopende scherm de schaling in die u wilt gebruiken
tussen het op de touchscreenconsole ontvangen mA-signaal en
de eerder door u opgegeven eenheden. Wanneer u gereed bent,
raakt u 'Done' (Gereed) aan.
5. Het scherm Auxiliary Input Module Configuration (Module
Hulpingang configureren) wordt opnieuw geopend. Als u de
alarmen High (Hoog)/Low (Laag) wilt instellen voor de module
Auxiliary Input (Hulpingang), raakt u het veld 'Low en High alarms'
(Alarmen Laag en Hoog) aan.
6. Het geopende scherm bevat aparte gedeeltes voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag). Als u het alarm High (Hoog) wilt
configureren, schuift u de knop On/O (Aan/Uit) naar de kant
'On'(Aan). Voer in het veld bij 'High Alarm' (Hoog alarm) de
waarde in waarbij het alarm High (Hoog) wordt geactiveerd. Raak
'Next' (Volgende) aan.
7. Als u het alarm Low (Laag) wilt configureren, schuift u de knop
On/O (Aan/O) naar de kant 'On' (Aan). Voer in het veld
bij 'LowAlarm' (Laag alarm) de waarde in waarbij het alarm
Low(Laag) wordt geactiveerd.
Afbeelding 3.54. Scherm Auxiliary Input Module
Configuration (Module Hulpingang configureren).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 91
8. Nadat u de waarden voor de alarmen High (Hoog) en Low(Laag)
hebt ingevoerd, raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het scherm
Auxiliary Input Module Configuration (Module Hulpingang
configureren) worden nu de ingevoerde waarden voor de alarmen
High (Hoog) en Low (Laag) weergegeven.
9. Als u de alarmen High High (Hoog-hoog)/Low Low (Laag-laag) wilt
instellen voor de module Auxiliary Input (Hulpingang), raakt u het
veld 'Low low en High high alarms' (Alarmen Laag-laag en Hoog-
hoog) aan.
10. Voor de alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-
laag) worden er velden met het label 'Interlock' en 'Hysteresis'
(Hysterese) weergegeven. Raak 'Interlock' in een van de
alarmvelden aan om de initiële voorwaarde in te stellen waarbij
het alarm wordt geactiveerd, of 'Hysteresis' (Hysterese) om aan te
geven welke actie na activering moet worden uitgevoerd.
11. In het geopende scherm worden de interlock- en
hysteresegedeeltes getoond. In het gedeelte 'Interlock Equation'
(Interlockvergelijking) voert u waarden in bij Control Set Point
(Controle-instelpunt) en selecteert u een waarde bij Action Taken
(Ondernomen actie) (Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
12. Het gedeelte 'Hysteresis' (Hysterese) (onder het gedeelte Interlock)
bepaalt de waarde die moet worden bereikt (en hoe lang die
waarde moet worden aangehouden, in seconden) voordat wordt
doorgegaan. Voer een waarde in bij Control Set Point (Controle-
instelpunt) en Seconds (Seconden). Wanneer u gereed bent, raakt
u 'Done' (Gereed) aan.
13. Nadat u de interlock- en hystereseparameters voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag) hebt ingesteld,
raakt u 'Done' (Gereed) aan. In het opnieuw geopende scherm
Auxiliary Input Module Configuration (Module Hulpingang
configureren) worden nu de ingevoerde waarden voor de alarmen
High High (Hoog-hoog) en/of Low Low (Laag-laag) weergegeven.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 3 | Touchscreenconsole configureren
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 92
Thermo Scientific
Kalibratieprocedures
Inhoudsopgave
4.1 Pompen kalibreren
4.2 pH kalibreren
4.3 Geleidbaarheid kalibreren
4.4 Roersnelheid kalibreren
4.5 Massa kalibreren
4.6 BPC-luchtdruk kalibreren
4.7 Vloeistofdruk kalibreren
4.8 Temperatuur kalibreren
4
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 93
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
4.1 Pompen kalibreren
1. Als u nog geen actieve pompkalibratie hebt ingesteld, wordt u nu
in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken. Raak de
knop 'Calibrate now' (Nu kalibreren) aan.
2. Vul de velden in voor het slangtype, de binnendiameter van
slangen, het vloeistoftype, de eenheden en de vloeistofdichtheid.
U kunt desgewenst de pompkalibratie ook een naam geven en
opmerkingen toevoegen. Raak 'Next' (Volgende) aan.
3. Gebruikers kunnen kiezen of ze massa of volume willen gebruiken
om pompen te kalibreren. Voor massakalibratie hebt u een beker
en een schaal nodig. Een cilinder met maataanduiding is vereist
voor volumekalibratie. Voor de optie Volume moeten gebruikers
de eenheden opgeven (ml of l), voor de optie Mass (Massa) alleen
grammen. Voor beide opties moeten gebruikers RPM-limieten
(maximale en minimale snelheden) en vloeistofdichtheid opgeven.
4. Nadat u de verplichte velden hebt ingevuld, kunt u 'Prime Set
Up' (Primen configureren) of 'Skip Prime' (Primen overslaan)
opgeven. Als u 'Prime Set Up' (Primen configureren) selecteert,
wordt u in een scherm gevraagd de beker of een cilinder met
maataanduiding op een schaal te configureren.
a. Nadat u 'Next' (Volgende) hebt aangeraakt, wordt u in een
tweede scherm gevraagd slangen in de pomp te laden en de
slangen vervolgens in de beker of cilinder met maataanduiding
te plaatsen.
b. Raak 'Next' (Volgende) nogmaals aan. Houd de knop 'Prime'
(Primen) ingedrukt totdat het instelpunt voor primen op het
scherm wordt weergegeven.
c. Selecteer 'Next' (Volgende). U wordt doorgestuurd naar het
scherm 'Calibration Total Time Input' (Totale kalibratietijd
invoeren) en wordt gevraagd de totale tijd voor pompkalibratie
in te voeren (in seconden).
Opmerking: Als u 'Skip Prime' (Primen overslaan) kiest, wordt
u rechtstreeks doorgestuurd naar het scherm 'Calibration Total
Time Input' (Totale kalibratietijd invoeren). Voer de totale tijd voor
pompkalibratie in seconden in.
5. Er zijn vier kalibratiepunten voor de volume- en massaopties, en
vier stappen voor elk kalibratiepunt. Herhaal de volgende stappen
voor elk van de vier kalibratiepunten:
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 94
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
a. Kies om de beker/cilinder met maataanduiding te legen en de
schaal na elk kalibratiepunt op nul te stellen, of om de beker/
cilinder met maataanduiding te vullen en de schaal na elk
kalibratiepunt niet op nul te stellen.
b. Configureer een lege beker/cilinder met maataanduiding en
een schaal. Tarreer de weegschaal, zodat alleen het gewicht
van de vloeistof wordt gemeten en niet het gewicht van de
vloeistof en de beker. Raak 'Next' (Volgende) aan.
c. Raak de knop 'Deliver Bolus' (Bolus toedienen) aan
om een bolus toe te voegen aan de beker/cilinder met
maataanduiding. Voor elk kalibratiepunt voert de pomp een
ander percentage van het beschikbare RPM-uitvoerbereik uit
(van laag naar hoog) gedurende een verschillende tijdsduur.
d. Nadat de bolus is toegediend, verschijnt de melding 'Delivery
Complete' (Toediening voltooid). Raak 'Next' (Volgende) aan.
Voer de totale hoeveelheid vloeistof in die is gepompt tijdens
het kalibratiepunt (1, 2, 3 of 4) en raak 'Calibrate' (Kalibreren)
aan. Het scherm voor het volgende kalibratiepunt wordt
geopend.
6. Nadat alle vier de kalibratiepunten zijn voltooid, raakt u 'Done'
(Gereed) rechtsonder op het scherm aan om terug te gaan naar
het scherm Pump Settings (Pompinstellingen).
4.2 pH kalibreren
1. Als u nog geen actieve pH-kalibratie hebt ingesteld, wordt u nu
in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken. Raak de
knop 'Create New Calibration' (Nieuwe kalibratie maken) aan. Als
u al een actieve pH-kalibratie hebt gemaakt, raakt u pH-module
op het startscherm van de touchscreenconsole aan om het
scherm 'pH Settings' (pH-instellingen) te openen. Raak de knop
'Calibration' (Kalibreren) aan.
2. Selecteer eerst welke pH-sensor u kalibreren. Kies vervolgens
het type kalibratie dat u wilt gebruiken (geef helling en oset,
osetkalibratie, 2-punts of 3-punts op).
3. Volg de onderstaande stappen om de helling en oset te
kalibreren:
a. Nadat u de knop 'Enter slope and oset' (Helling en oset
opgeven) hebt aangeraakt, wordt de gebruiker in een scherm
gevraagd de helling (pH/mV) en oset (mV) op te geven.
b. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed) aan om terug
te gaan naar het scherm pH Settings (pH-instellingen).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 95
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
4. Volg de onderstaande stappen om de oset te kalibreren:
a. Nadat u de knop 'Oset Calibration' (Osetkalibratie)
hebt aangeraakt, wordt er een scherm geopend met de
stabiliserende pH-sensorwaarde voor kalibratiepunt 1. Nadat
de waarde is gestabiliseerd, wordt het veld 'Buer Solution
Value' (Waarde bueroplossing) automatisch ingevuld en
precies afgestemd op de buerwaarde. U kunt de waarde
desgewenst ook wijzigen. Raak 'Calibrate' (Kalibreren) aan.
b. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed) aan om terug
te gaan naar het scherm pH Settings (pH-instellingen).
5. Volg de onderstaande stappen voor 2-punts kalibratie.
Opmerking: Voor driepunts kalibratie worden dezelfde stappen
gevolgd, maar worden stappen 'd' en 'e' voor het derde
kalibratiepunt herhaald.
a. Nadat u de knop '2-Point Calibration' (2-punts kalibratie) hebt
aangeraakt, verschijnt er een scherm met het verzoek om een
temperatuurcompensatie voor de kalibratie te selecteren. De
verwachte buertemperatuur wordt gebruikt als er geen RTD
aanwezig is. Indien aanwezig kunt u de RTD ook gebruiken
door de schuifknop in te stellen om deze in te schakelen. Raak
'Next' (Volgende) aan.
b. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
pH-sensor (en RTD, indien geselecteerd) te plaatsen in de
eerste bueroplossing voor kalibratiepunt 1. Raak 'Next'
(Volgende)aan.
c. Het volgende scherm toont de stabiliserende pH-
sensorwaarde voor kalibratiepunt 1. Nadat de waarde
is gestabiliseerd, wordt het veld 'pH Value' (pH-waarde)
automatisch ingevuld en precies afgestemd op de
buerwaarde. U kunt de waarde desgewenst ook wijzigen.
Raak 'Calibrate' (Kalibreren) aan.
d. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
pH-sensor (en RTD, indien geselecteerd) te plaatsen in de
tweede bueroplossing voor kalibratiepunt 2. Raak 'Next'
(Volgende)aan.
e. Het volgende scherm toont de stabiliserende pH-
sensorwaarde voor kalibratiepunt 2. Nadat de waarde
is gestabiliseerd, wordt het veld 'pH Value' (pH-waarde)
automatisch ingevuld en precies afgestemd op de
buerwaarde. U kunt de waarde desgewenst ook wijzigen.
Raak 'Calibrate' (Kalibreren) aan.
f. Het volgende scherm meldt dat de pH-kalibratie
gereed is. De gebruiker wordt gevraagd de gewenste
temperatuurcompensatie in het volgende scherm bij te werken.
Raak 'Next' (Volgende) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 96
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
g. Stel de temperatuurcompensatie in die moet worden
gebruikt als de sensor is ingesteld als actief. De verwachte
buertemperatuur wordt gebruikt als er geen RTD aanwezig
is. Indien aanwezig kunt u de RTD ook gebruiken door de
schuifknop in te stellen om deze in te schakelen. Raak 'Done'
(Gereed) aan.
h. Het scherm 'pH Calibration Complete' (pH-kalibratie
voltooid) verschijnt. Raak rechtsonder in het scherm 'Done'
(Gereed) aan om terug te gaan naar het scherm pH Settings
(pH-instellingen).
4.3 Geleidbaarheid kalibreren
1. Als u nog geen actieve geleidbaarheidskalibratie hebt ingesteld,
wordt u in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken.
Raak de knop 'Create New Calibration' (Nieuwe kalibratie maken)
aan. Als u al een actieve geleidbaarheidskalibratie hebt gemaakt,
raakt u module Conductivity (Geleidbaarheid) op het startscherm
van de touchscreenconsole aan om het scherm 'Conductivity
Settings' (Geleidbaarheidsinstellingen) te openen. Raak de knop
'Calibration' (Kalibreren) aan.
2. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd een
geleidbaarheidssensor voor kalibratie te selecteren (Conductivity1
of Conductivity2). Nadat u een geleidbaarheidssensor hebt
geselecteerd, wordt u gevraagd welke kalibratiemethode u wilt
gebruiken (1-punts, 2-punts of 3-punts kalibratie).
3. Volg de onderstaande stappen voor 1-punts kalibratie:
a. Voer in het geopende scherm de celconstante van de
geleidbaarheidssensor in. Raak vervolgens 'Next' (Volgende)
aan.
b. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
geleidbaarheidssensor in een bueroplossing te plaatsen.
Raak 'Next' (Volgende) aan.
c. Het volgende scherm toont de stabiliserende
geleidbaarheidssensorwaarde voor kalibratiepunt 1 van
1(inµS/cm). Nadat de waarde is gestabiliseerd, wordt het
veld 'Conductivity Value' (Geleidbaarheidswaarde) automatisch
ingevuld en precies afgestemd op de buerwaarde. U
kunt de waarde desgewenst ook wijzigen. Raak 'Calibrate'
(Kalibreren)aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 97
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
d. Wanneer het scherm 'Conductivity Calibration Complete'
(Geleidbaarheidskalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie
voltooid. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed)
aan om terug te gaan naar het scherm Conductivity Settings
(Geleidbaarheidsinstellingen).
4. Volg de onderstaande stappen voor 2-punts kalibratie.
Opmerking: Voor 3-punts kalibratie worden dezelfde stappen
gevolgd, maar worden stappen 'd' en 'e' voor het derde
kalibratiepunt herhaald.
a. Voer in het geopende scherm de celconstante van
de geleidbaarheidssensor in. Raak vervolgens 'Next'
(Volgende)aan.
b. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd
de geleidbaarheidssensor in de eerste bueroplossing te
plaatsen. Raak 'Next' (Volgende) aan.
c. Het volgende scherm toont de stabiliserende
geleidbaarheidssensorwaarde voor kalibratiepunt 1
(in µS/cm). Nadat de waarde is gestabiliseerd, wordt het veld
'Conductivity Value' (Geleidbaarheidswaarde) automatisch
ingevuld en precies afgestemd op de buerwaarde. U
kunt de waarde desgewenst ook wijzigen. Raak 'Calibrate'
(Kalibreren)aan.
d. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
geleidbaarheidssensor in de volgende bueroplossing te
plaatsen. Raak 'Next' (Volgende) aan.
e. Het volgende scherm toont de stabiliserende
geleidbaarheidssensorwaarde voor het kalibratiepunt
(inµS/cm). Nadat de waarde is gestabiliseerd, wordt het veld
'Conductivity Value' (Geleidbaarheidswaarde) automatisch
ingevuld en precies afgestemd op de buerwaarde. Ukunt
de waarde desgewenst ook wijzigen. Raak 'Calibrate'
(Kalibreren)aan.
f. Wanneer het scherm 'Conductivity Calibration Complete'
(Geleidbaarheidskalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie
voltooid. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed)
aan om terug te gaan naar het scherm Conductivity Settings
(Geleidbaarheidsinstellingen).
4.4 Roersnelheid kalibreren
1. Raak de module Agitation (Roeren) in het startscherm van de
touchscreenconsole aan om het scherm 'Agitation Settings'
(Roer-instellingen) te openen. Raak de knop 'Calibration'
(Kalibreren) aan.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 98
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 99
2. Er verschijnt een scherm waarin de gebruiker wordt gevraagd de
werkelijke motorsnelheid (in RPM) te meten met een tachometer
en de snelheid in het betreende veld in te voeren. Nadat u
de werkelijke motorsnelheid hebt ingevoerd, raakt u 'Done'
(Gereed)aan.
3. Het scherm '1-point oset adjustment complete' (Afstelling
1-punts kalibratie voltooid) verschijnt wanneer de kalibratie
voltooid is. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed)
aanom terug te gaan naar het scherm 'Agitation Settings'
(Roer-instellingen).
4.5 Massa kalibreren
1. Raak de module Mass (Massa) in het startscherm van de
touchscreenconsole aan om het scherm 'Mass Settings'
(Massa-instellingen) te openen. Raak de knop 'Calibration'
(Kalibreren)aan.
2. Selecteer het type kalibratie dat u wilt gebruiken (1-punts, 2-punts
of 3-punts). Opmerking: Hierna vindt u de stappen van het
proces voor 2-punts kalibratie. Voor 1-punts en 3-punts kalibratie
worden dezelfde stappen gevolgd, met een paar kleine verschillen:
1-punts kalibratie heeft geen stap 'b', terwijl voor 3-punts
kalibratie stap 'b' wordt herhaald voor het derde kalibratiepunt.
3. Volg de onderstaande stappen voor 2-punts kalibratie:
a. Nadat u de knop '2-point calibration' (2-punts kalibratie)
hebt aangeraakt, verschijnt er voor 'Calibration Point 1 of 2'
(Knoppen 1 van 2) een scherm waarin de gebruiker wordt
gevraagd de eerste massasensorwaarde op te geven in kg.
Plaats een gewicht in het vat, voer de sensorwaarde op het
scherm in en raak 'Calibrate' (Kalibreren) aan.
b. Er verschijnt een scherm voor 'Calibration Point 2 of 2'
(Kalibratiepunt 2 van 2). Plaats een tweede gewicht dat
zwaarder is dan dat uit de eerste stap, in het vat. Voer de
sensorwaarde van de totale massa in kg in en raak vervolgens
'Calibrate' (Kalibreren) aan.
c. Wanneer het scherm 'Mass Calibration Complete'
(Geleidbaarheidskalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie
voltooid. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed)
aan om terug te gaan naar het scherm 'Mass Settings'
(Massa-instellingen).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 100
4.6 BPC-luchtdruk kalibreren
1. Als u nog geen actieve BPC-drukkalibratie hebt ingesteld, wordt
u in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken. Raak
de knop 'Create New Calibration' (Nieuwe kalibratie maken) aan.
Als u al een actieve BPC-drukkalibratie hebt gemaakt, raakt u
module BPC Pressure (BPC-druk) op het startscherm van de
touchscreenconsole aan om het scherm 'BPC Pressure Settings'
(BPC-drukinstellingen) te openen. Raak de knop 'Calibration'
(Kalibreren) aan.
2. In een scherm wordt de gebruiker gevraagd een kalibratiemethode
te kiezen: nulstellen/tarreren, een 1-punts osetwaarde invoeren
of oset wissen. Selecteer 'Enter a 1-point oset value' (1-punts
osetwaarde invoeren').
3. In het volgende scherm wordt de gebruiker gevraagd de BPC-
sensorwaarde in psi op te geven. Raak 'Calibrate' (Kalibreren) aan
nadat u de BPC-druk in psi hebt opgegeven.
4. Wanneer het scherm 'BPC Pressure Calibration Complete' (BPC-
drukkalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie voltooid. Raak
rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed) aan om terug te gaan
naar het scherm 'BPC Pressure Settings' (BPC-drukinstellingen).
4.7 Vloeistofdruk kalibreren
1. Als u nog geen actieve vloeistofdrukkalibratie hebt ingesteld, wordt
u in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken. Raak
de knop 'Create New Calibration' (Nieuwe kalibratie maken) aan.
Als u al een actieve vloeistofdrukkalibratie hebt gemaakt, raakt u
module Liquid Pressure (Vloeistofdruk) op het startscherm van de
touchscreenconsole aan om het scherm Liquid Pressure Settings'
(vloeistofdrukinstellingen) te openen. Raak de knop 'Calibration'
(Kalibreren) aan.
2. In een scherm wordt de gebruiker gevraagd een kalibratiemethode
te kiezen: vloeistofdruk1 nulstellen/tarreren, vloeistofdruk2
nulstellen/tarreren, een 1-punts osetwaarde invoeren of
oset wissen. Selecteer 'Enter a 1-point oset value' (1-punts
osetwaarde invoeren').
3. Selecteer in het volgende scherm een vloeistofdruksensor die u
voor kalibratie wilt gebruiken.
4. In het volgende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
sensorwaarde voor vloeistofdruk in psi op te geven. Raak
'Calibrate' (Kalibreren) aan nadat u de vloeistofdruk in psi hebt
opgegeven.
5. Wanneer het scherm 'Liquid Pressure Calibration Complete'
(Vloeistofdrukkalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie
voltooid. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed) aan
om terug te gaan naar het scherm 'Liquid Pressure Settings'
(Vloeistofdrukinstellingen).
4.8 Temperatuur kalibreren
1. Als u nog geen actieve temperatuurkalibratie hebt ingesteld, wordt
u in een scherm gevraagd een nieuwe kalibratie te maken. Raak
de knop 'Create New Calibration' (Nieuwe kalibratie maken) aan.
Als u al een actieve temperatuurkalibratie hebt gemaakt, raakt u
module Temperature (Temperatuur) op het startscherm van de
touchscreenconsole aan om het scherm 'Temperature Settings'
(Temperatuurinstellingen) te openen. Raak de knop 'Calibration'
(Kalibreren) aan.
2. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd een
temperatuursensor voor kalibratie te selecteren.
3. In het volgende scherm wordt de gebruiker gevraagd een
kalibratiemethode te selecteren. Selecteer '1-Point Calibration'
(1-punts kalibratie). Opmerking: De hier gegeven instructies
illustreren 1-punts kalibratie. Herhaal de onderstaande stappen
voor 2-punts en 3-punts kalibratie.
4. In het volgende scherm wordt de gebruiker gevraagd de
temperatuursensorwaarde op te geven (in°C). Raak 'Calibrate'
(Kalibreren) aan nadat u de temperatuursensorwaarde hebt
opgegeven.
5. Wanneer het scherm 'Temperature Calibration Complete'
(Temperatuurkalibratie voltooid) verschijnt, is de kalibratie
voltooid. Raak rechtsonder in het scherm 'Done' (Gereed)
aan om terug te gaan naar het scherm 'Temperature Settings'
(Temperatuurinstellingen).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 4 | Kalibratieprocedures
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 101
Thermo Scientific
BPC laden en
sondeinbrengen
Inhoudsopgave
5.1 Richtlijnen voor algemeen gebruik
5.2 De BPC laden
5.3 De recirculatielijn configureren
5.4 De BPC met lucht vullen
5.5 De aandrijfas inbrengen
5.6 BPC's laden voor open-top mengen
5.7 Sondeaansluitingen maken
5.8 Sensoren en sondes inbrengen
5.9 De S.U.M. tarreren
5
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 102
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Thermo Scientific
5.1 Richtlijnen voor algemeen gebruik
5.1.1 BPC voorbereiden en configureren
Maak uzelf vertrouwd met de S.U.M. BPC en hardware voordat
de BPC wordt geladen. De voorzijde van de BPC is ter referentie
aangewezen als het paneel met de lagerpoort. De lagerpoort moet
wijzen naar de ontvanger van de lagerpoort. Deze bevindt zich onder
de motorsteun wanneer de BPC wordt geladen. Controleer bovendien
of het volume van de BPC die wordt geladen, overeenkomt met het
volume van de S.U.M.
5.1.2 Hanteringsinstructies BPC
Gebruik geen schaar of andere scherpe voorwerpen om de buitenste
plastic zakken van de BPC's te openen. Wanneer u een BPC in de
buitenste ondersteuningscontainer plaatst, sleep de BPC dan niet
over hoeken of scherpe voorwerpen. Til de BPC niet aan de hoeken of
bovenste naden. Rol de slangen bovenop de BPC voorzichtig op voor
opslag om te voorkomen dat ze doorboord worden door kabelbinders
of kabelklemmen. Gebruik beschermingsmateriaal tussen de slangen
en de BPC voor opslag en transport.
5.1.3 Werkvolume
Iedere S.U.M. is ontworpen voor een specifiek werkvolumebereik. Het
minimale werkvolume en het nominale werkvolume worden vermeld
in hoofdstuk 8—Specificaties en informatie over onderdelen. Voor
normaal gebruik mogen de werkelijke werkvolumes de aangegeven
nominale werkvolumes niet overschrijden.
5.1.4 Vloeistofoverdracht
De S.U.M. BPC is ontworpen met thermoplastische slangen,
snelaansluitingen en drievoudige klemmen om vloeistof toe te voegen
aan en te onttrekken uit de BPC. Voor toepassingen met vloeistof
op vloeistof kan een steriele omgeving worden behouden zolang alle
verbindingen op een aseptische manier worden gemaakt. Om de
steriliteit van het mengsysteem te behouden, moeten extra leidingen
(snelaansluitingen en drieklem) worden aangesloten onder een
laminaire luchtstroomkap of met een steriele buizenlasser.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 103
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
5.1.5 Toediening
Het roermechanisme mag niet worden bediend wanneer de
volumes kleiner zijn dan het vermelde minimumvolume. De S.U.M.
heeft een afvoerlijn waarmee vloeistof verwijderd kan worden met een
peristaltische pomp. De afvoer bevindt zich aan de onderkant van
de S.U.M. BPC, zodat er vrijwel geen verstoppingen plaatsvinden.
De onderste afvoerlijn kan aangesloten worden met behulp van de
meegeleverde snelaansluiting van 12,7 mm (0,5 inch). Schakel het
roeren tijdens het aftappen uit wanneer het minimale werkvolume bijna
bereikt is.
5.2 De BPC laden
Volg de onderstaande stappen om een BPC in de buitenste
ondersteuningscontainer te laden.
Opmerking: Het is van cruciaal belang dat deze procedures worden
gevolgd om de S.U.M. succesvol te kunnen gebruiken. Voor grotere
systemen (500 tot 2.000 l) raden we aan dat twee gebruikers de
BPC in de buitenste ondersteuningscontainer plaatsen. Voor grotere
systemen is tevens toegang tot een ladder of een ander verhoogd
platform vereist.
1. Als u een S.U.M. van 500 l, 1.000 l of 2.000 l gebruikt, opent
u eerst de deur van de buitenste ondersteuningscontainer
(afbeelding 5.1).
Afbeelding 5.1. De deur op een S.U.M. van 500 l openen.
2. Haal de BPC uit de dubbele plastic beschermingszakken
(afbeelding 5.2). Let op dat u niet in de BPC knipt of snijdt
wanneer u de plastic zak opent.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 104
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.2. De plastic zak openen.
3. Nadat u de BPC uit de dubbele plastic zak hebt verwijderd,
inspecteert u de BPC visueel op beschadiging. Als de BPC
is beschadigd, neemt u onmiddellijk contact op met uw
verkoopvertegenwoordiger.
4. Sluit alle klemmen van de BPC-leiding (afbeelding 5.3) Zorg dat de
klem van de afvoerleiding zich zo dicht mogelijk bij de BPC-poort
bevindt en volledig is gesloten.
Afbeelding 5.3. De klem van de leidingset sluiten.
5. Richt de BPC met de lagerpoort omhoog naar de motoraandrijving
en met de sondepoorten (indien aanwezig) naar de onderkant
van de onderste toegangsuitsparing. Laad bij S.U.M.'s van
500 l, 1.000 l of 2.000 l de BPC door de open deur van de
buitenste ondersteuningscontainer. Laad bij S.U.M.'s van
50l, 100 l of 200 l de BPC via de bovenkant van de buitenste
ondersteuningscontainer.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 105
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
6. Voer de afvoerleiding door de onderste bodemplaat
(afbeelding5.4). De bodemplaat kan worden verwijderd om
het laden van deze onderste leidingset te vergemakkelijken.
Positioneer de BPC vervolgens in de tank. Bij grotere units sluit u
de deur op de buitenste ondersteuningscontainer.
Afbeelding 5.4. De afvoerleiding door de tank voeren.
7. Als u een BPC met sondepoorten gebruikt, moet u controleren
of alle poortklemmen op de aansluitleidingen van de poort zijn
gesloten en zich zo dicht mogelijk bij de behuizing van de BPC
bevinden (afbeelding 5.5).
Afbeelding 5.5. De locatie van de poortklemmen controleren.
8. Open de vergrendeling van de lagerpoort bij de voorkant van het
motorblok. Controleer of de zwarte bumpers aanwezig zijn op
de achterkant van het motorsteunblok en aan de binnenkant van
de vergrendeling (afbeelding 5.6). Breng de lagerpoort aan in de
ontvanger. Sluit vervolgens de vergrendeling en klem deze vast
(afbeelding 5.7).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 106
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.7. De ontvanger van de lagerpot sluiten en vergrendelen.
9. Gebruik de vier onderste uitsparingen in de basis van de buitenste
ondersteuningscontainer om de positioneringstabs op de BPC uit
te lijnen op de hardware (afbeelding 5.8).
Afbeelding 5.8. De BPC-positioneringstabs uitlijnen
met pennen.
Afbeelding 5.6. De lagerpoort in de ontvanger inbrengen.
Bumpers
Ontvanger
lagerpoort
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 107
Thermo Scientific
10. Bevestig de lipjes op de BPC aan elk van de vier onderste
hoekpennen op de buitenste ondersteuningscontainer.
Uitsparingen in de achterkant van de tank vergemakkelijken de
bevestiging van de lipjes. Bij units van 500 l en 1.000 l kunt u
de bevestiging van de lipjes vergemakkelijken door de beugel
omhoog te trekken over de uitsparing in de achterkant van de
tank en deze te verwijderen. Bij units van 2.000 l is een deur in
de achterkant van de tank voorzien om de bevestiging van de
positioneringslipjes aan de pennen te vergemakkelijken.
11. Wanneer de BPC volledig is aangebracht, moet u zorgen dat de
afvoerleiding volledig door de onderste poort wordt geleid en dat
de lagerpoort op de BPC zich in de juiste positie bevindt (wijzend
naar de ontvangerpoort).
12. Zodra de lagerpoort volledig vastzit, moet u controleren of de film
niet te strak rond de lagerpoort wordt getrokken. Het betreende
gebied bevindt zich op het voorste BPC-paneel, onder de
lagerpoort (afbeeldingen 5.9 en 5.10). Om juiste inbreng van de
aandrijfas te waarborgen en de spanning op de lagerpoort te
verminderen, trekt u het voorpaneel van de BPC iets omhoog om
extra film aan het betreende gebied toe te voegen.
Afbeelding 5.9. Juist geladen BPC
Overtollige film
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 108
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
13. Als de gebruikte BPC sondepoorten heeft, lijnt u de rij
sondepoorten uit via het toegangsvenster.
14. Als u systeem knijpventielen heeft, leidt u de slangen van de
BPC door de knijpventielen. Knijpventielen kunnen worden
opgeborgen op een optionele hanger aangebracht op de buitenste
ondersteuningscontainer.
5.3 De recirculatielijn configureren
U kunt desgewenst een optionele recirculatie- of monsternamelus
configureren Volg de onderstaande stappen om de recirculatielijn aan
te sluiten.
1. Voer de afvoerleiding door een peristaltische pomp
(afbeelding5.11).
Afbeelding 5.11. Afvoerleiding in peristaltische pomp.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 109
Afbeelding 5.10. Onjuist geladen BPC
Spanning op de
BPC-lagerpoort
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.12. Plastic zak verwijderen.
3. Haal de doppen van de snelaansluitingen. Lijn de snelaansluitingen
van de recirculatie- en afvoerlijn uit en verbind ze (afbeelding5.13).
Opmerking: Bij steriele toepassingen moet deze verbinding
worden aangebracht onder een laminaire luchtstroomkap of met
gebruik van een steriele slanglasser.
Afbeelding 5.13. Leiding aansluiten.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 110
2. Voeg bij niet-steriele toepassingen de snelaansluitingen van de
recirculatie- of monsternamelijn en de afvoerleiding samen om de
recirculatielus te vormen. Om deze verbinding te maken, opent
u eerst de tamper-proof plastic zak die de snelaansluitingen op
de recirculatie-/monsternamelijn en de afvoerleidingen bedekt
(afvoerleiding 5.12).
4. Zorg dat de klemmen op de recirculatielijn zijn gesloten voordat u
de BPC vult.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.14. Volledige recirculatielus.
Recirculatie-/
monsternamelijn.
5. Wanneer u klaar bent om de recirculatielus te gebruiken, opent u
alle klemmen op beide leidingensets. Afbeelding 5.14 toont een
voltooide recirculatielus.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 111
5.4 De BPC met lucht vullen
Voordat u begint de BPC met lucht te vullen, moet u controleren of
de BPC-drukmodule is geconfigureerd op de touchscreenconsole
en of het S.U.M.-systeem is aangesloten op de luchttoevoer van uw
faciliteit.
1. Raak de module 'BPC Pressure' (BPC-druk) op het startscherm
van de touchscreenconsole aan. Selecteer 'Calibration' (Kalibratie)
2. Raak 'Zero/Tare BPC Pressure Sensor' (BPC-druksensor op nul
stellen/tarreren) aan en voer 0 (nul) psi in het veld in
3. Raak 'Close' (Sluiten) onder aan het scherm BPC Pressure
Module (BPC-drukmodule) aan om terug te gaan naar het
startscherm.
4. Raak 'Start' (Starten) aan om te beginnen met het vullen
met lucht. Opmerking: De touchscreenconsole heeft een
ingeprogrammeerd instelpunt van 0,06 psi.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
5.5 De aandrijfas inbrengen
Voordat u de aandrijfas inbrengt, moet u zich vertrouwd maken met
de onderstaande illustratie van de mengeenheid (afbeelding 5.15).
Opmerking: Wanneer u de aandrijfas inbrengt of verwijdert, moet
u voorkomen dat de as tegen het plafond of plafondlampen stoot.
Ziehoofdstuk 8 voor de vereiste plafondhoogte om de aandrijfas aan
te brengen.
Afbeelding 5.15. Mengeenheid
Aandrijfaskop
Spiebaan van motoraandrijving
Borgpen
Motor
Aandrijfas
Veiligheidsafdekking
Holle
doorgang
Dop
1. Voordat u de aandrijfas laadt, moet u controleren of de BPC is
gevuld met lucht (paragraaf 5.4).
2. Verwijder de veiligheidsdeksel van de motor (afbeelding 5.16).
Gebruik de twee bijgeleverde sleutels voor het losmaken van de
deksel met schroefdraad die de holle doorgang van de motor
bedekt (afbeelding 5.17). Schroef de deksel vervolgens los en
verwijder deze.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 112
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.16. De veiligheidskap
verwijderen.
3. Breng de aandrijfas in via de holle doorgang van de
motoreenheid, zoals hierna beschreven. Opmerking: Smeer
de uiteinden met schroefdraad van de uit meerdere segmenten
bestaande aandrijfassen in met een lichte coating voor voeding
goedgekeurde anti-seize bij elk gebruik. Wanneer u een uit
meerdere segmenten bestaande aandrijfas installeert, moet u
de segmenten met omgekeerde schroefdraad verbinden en de
vergrendelpen van de deksel gebruiken om het segment tijdens
het vastdraaien op zijn plek te houden.
Gebruik twee handen om de aandrijfas via de bovenkant van
de mengeenheid te laden (afbeelding 5.18). Het inbrengen
gaat gemakkelijker als u de as licht naar achteren en
vorenbeweegt.
Wanneer er nog ongeveer 5,08 cm (2 inch) van de as resteert,
draait u deze een beetje om de mengschroef vast te zetten.
Wanneer er nog ongeveer 2,54 cm (1 inch) van de as resteert,
draait u deze een beetje om de lagereenheid vast te zetten.
Wanneer er nog ongeveer 0,64 cm (0,25 inch) van
de as resteert, draait u deze om de spiebaan van de
motoraandrijving uit te lijnen met de vier buitenste sleuven op
de kop van de aandrijfas (afbeelding 5.19).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 113
Afbeelding 5.17. De dop met sleutels
verwijderen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
4. Koppel de aandrijfas rechtstreeks aan de motoraandrijving.
Plaats de deksel met schroefdraad op de holle doorgang en
draai deze met de hand rechtsom vast (afbeelding 5.20).
Plaats de moersleutel op de holle doorgang en draai de deksel
vast met de bijgeleverde momentsleutel (afbeelding5.21).
Opmerking: De momentsleutel heeft een standaard
vierkantaandrijving van 10 mm (3/8 inch) en is in de fabriek
gekalibreerd op 16,9 Nm (150 in-lb.).
Controleer of de sleutels uit het systeem zijn verwijderd en in
de opslaghouders zijn opgeborgen.
Sluit de veiligheidsdeksel. De magnetische sluiting houdt de
veiligheidsdeksel gesloten.
Afbeelding 5.20. De dop
terugplaatsen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 114
Afbeelding 5.21. De dop vastdraaien.
Afbeelding 5.18. Aandrijfasinbrengen. Afbeelding 5.19. Uitlijnen met de spiebaan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
5.6 BPC's laden voor open-top mengen
Voor toepassingen met open-top mengen biedt de S.U.M. een
herbruikbare lagerpoort (afbeelding 5.22), een mengschroef en mof
voor eenmalig gebruik (afbeelding 5.23) en een tankvoering voor
eenmalig gebruik met afvoerleiding.
Afbeelding 5.23. Mengschroef en mof.
Afbeelding 5.22. Lagerpotten voor drieklem
(links) en snelaansluitingen (rechts) voor
2.000l.
Voor open-top mengen in alle S.U.M.-tanks brengt u de herbruikbare
lagerpoort (voor aansluiting met drie klemmen of snelaansluitingen)
aan in de lagerpoortontvanger van de motor. De S.U.M. van 2.000 l
gebruikt de versie met drie klemmen van de herbruikbare lagerpoort,
terwijl alle andere maten de versie met snelaansluiting gebruiken
(afbeelding 5.22). Er zijn ook twee passende mengschroef- en
mofcombinaties: een met de aansluiting met drie klemmen en een met
de snelaansluiting.
Volg de stappen onderstaande stappen om uw systeem voor open-
top mengen te configureren.
1. Laad de BPC-voering in de buitenste ondersteuningscontainer
van de S.U.M. Volg de laadinstructies uit paragraaf 5.2 — De BPC
laden, om de voering aan de hardware-eenheid te bevestigen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 115
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.24. De voering installeren.
3. Open de houderklem voor de lager en breng de herbruikbare
lagerpot in de ontvanger in (afbeelding 5.25). Sluit vervolgens de
klem en vergrendel deze.
Afbeelding 5.25. De herbruikbare lagerpot inbrengen.
4. Bevestig de mof van de mengschroef rechtstreeks op de
herbruikbare lagerpoort met behulp van de snelaansluiting op de
plastic huls. Een hoorbare klik geeft aan dat de bevestiging tot
stand is gebracht (afbeelding 5.26). Opmerking: De eenheid van
2.000 l heeft geen snelaansluiting. Voor eenheden van 2.000 l
wordt de verbinding tot stand gebracht met een aansluiting met
drie klemmen.
2. Spreid de bovenste opening van de voering uit over de
buitenrand van de hardware en hang de voering over de zijkanten
(afbeelding5.24).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 116
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.26. De mof van de mengschroef
bevestigen.
5. Breng de aandrijfas aan in de motoras zoals beschreven in
paragraaf 5.5 — De aandrijfas inbrengen.
5.7 Sondeaansluitingen maken
De instructies voor sondeaansluiting in deze paragraaf zijn van
toepassing op Pall Kleenpak aseptische connectoren. Opmerking:
Uw S.U.M.-systeem gebruikt in plaats van Kleenpak mogelijk
CPC AseptiQuik aseptische connectoren of niet-aseptische
snelaansluitingen. Neem contact op met uw salesmedewerker voor
informatie over deze alternatieve sondeaansluitingen.
5.7.1 Kleenpak-specificaties
De Kleenpak-connector heeft een maximale werkdruk van 3 bar
(43,5psi) bij 40°C in compatibele vloeistoffen.
WAARSCHUWING: Een werking buiten de bovenstaande
specificaties en/of met vloeistoen die niet compatibel zijn met
de bouwmaterialen kan leiden tot persoonlijk letsel of schade aan
hetapparaat.
5.7.2 Ontvangst van de uitrusting
De mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren worden geleverd
in afzonderlijke pakketten. Er zijn meerdere soorten eindaansluitingen
om te voldoen aan de eisen van verschillende slangmaten en om
verschillende aansluitmogelijkheden op slangen te bieden.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 117
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Tips:
Bewaar de mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren in een
schone, droge omgeving en zo mogelijk in de buitenverpakking
waarin ze zijn afgeleverd.
Verwijder de Kleenpak-connectoren NIET uit de binnenste
apparaatzakverpakking waarin ze zijn geleverd.
Mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren worden
beschermd geleverd in een binnen- en buitenzak. Controleer of de
verpakking niet beschadigd is.
De montagehulp wordt niet-steriel geleverd en kan meermaals
worden gebruikt. De eenheid moet tussen elk gebruik worden
bewaard in een schone, droge omgeving. Het montagehulpmiddel
wordt apart geleverd en kan bij uw plaatselijke Pall-
vertegenwoordiger worden aangeschaft.
5.7.3 Installatie
Vóór installatie moet u absoluut controleren of de Kleenpak-connector
geschikt is voor de vloeistof waarbij het voor de toepassing in
aanraking komt, en moet u de betreende onderstaande instructies
volgen.
Installeer de mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren met
compatibele verbindingen. Bevestig om lekken tijdens het gebruik
te voorkomen de slang stevig aan de slangpilaar met kabelbinders
of op een andere manier. Tijdens de montage van de buis wordt
een vroegtijdige bediening van de mannelijke zuiger voorkomen
door de tegenhoudring. De tegenhoudring moet op zijn plaats
blijven totdat de feitelijke verbinding tot stand is gebracht. De
aanwezigheid van kleppen vóór de connector op de slangen
wordt aangeraden om te voorkomen dat vloeistof voorafgaand aan
gebruik in aanraking komt met de Kleenpak-connectoren
Als de connectoren moeten worden geautoclaveerd, plaatst u ze
met de afpelstroken omhoog om blokkering ervan door condens
te voorkomen.
WAARSCHUWING:
Het apparaat moet droog blijven voor verbinding van de
mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren. Als er vloeistof
in de leiding of rond de apparaten aanwezig is, mag u ze
nietgebruiken.
Deze Kleenpak-wegwerpconnectoren mogen niet met stoom
gesteriliseerd worden in de leiding. Beperkingen inzake
materiaalontwerp worden overschreden wanneer ze worden
blootgesteld aan stoom onder druk en uiteindelijk zullen
zescheuren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 118
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
5.7.4 Gammastraling
1. Sluit de mannelijke of vrouwelijke Kleenpak-connector aan op het
systeem voor eenmalig gebruik. Een klep of klem moet dicht bij de
connector worden geïnstalleerd zodat ze niet nat worden nadat
het systeem is gevuld met vloeistof.
2. Zorg dat de beschermkap goed is geplaatst. Autoclaafpapier en
ander stralingsbestendig materiaal kan worden gebruikt om te
vermijden dat de kap loskomt tijdens de hantering.
3. Het wordt aanbevolen om het volledige systeem in een binnen- en
buitenzak te plaatsen ter bescherming vóór de gammastraling.
4. Behandel het met gammastraling. De maximaal toegelaten
stralingsdosis is 50 kGy (5 mrad).
Belangrijke opmerking: Pall beveelt aan om de eciëntie van de
gammastralingscyclus te valideren met een geschikte methode.
Deze connectoren zijn niet gevalideerd voor herhaalde blootstelling
aangammastraling.
5.7.5 Instructies voor het autoclaveren
1. Installeer de mannelijke of vrouwelijke Kleenpak-connector op
de te autoclaveren uitrusting. Als de Kleenpak-connector op een
tank is aangesloten, moet de tank juist worden geventileerd met
eenontluchter.
2. Zorg dat de beschermkap van de Kleenpak-connector goed
is geplaatst. Autoclaafpapier of een ander autoclaveerbaar en
lucht/stoom doorlatend materiaal kan worden gebruikt om de
dop losjes te bedekken zodat deze zich tijdens hantering niet
kanverplaatsen.
3. De Kleenpak-connectoren moeten kunnen ventileren tijdens het
autoclaveren. De ventilatiestrook moet naar boven wijzen om
blokkering door condens te voorkomen.
WAARSCHUWING: Om ophoping van condens in de connectoren
te voorkomen mag u de ventilatiestrook tijdens het autoclaveren niet
naar beneden plaatsen. De connector mag niet worden afgedekt
met zware voorwerpen tijdens de autoclaafcyclus. Pall beveelt aan
om de eciëntie van de autoclaveercyclus te valideren met een
geschiktemethode.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 119
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Opmerking: De maximumtemperatuur is 121°C voor ACD-
onderdeelnummers en 130°C voor KPCHT-onderdeelnummers.
Demaximale blootstellingstijd is 75 minuten. Autoclaveer niet bij
een hogere temperatuur of voor langere tijd. Een trage uitlaatcyclus
wordtaanbevolen.
5.7.6 De verbinding tot stand brengen
Afbeelding 5.27 illustreert de onderdelen van een mannelijke
en een vrouwelijke Kleenpak-connector en de volledige,
geactiveerdeconnector.
WAARSCHUWING: Gebruik de connector niet als er vloeistof mee in
aanraking komt. Gebruik de connector niet als de beschermdoppen
los zitten of verplaatst zijn.
Afbeelding 5.27. Schema van Kleenpak-connector.
De verbinding tot stand brengen met het montagehulpmiddel
voor connectoren
Volg de onderstaande stappen om de Kleenpak-verbinding tot stand
te brengen met het montagehulpmiddel.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 120
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.28. Beschermdoppen op connectoren.
1. Trek het lipje omhoog en verwijder deze van de beschermdoppen
zodat u de doppen kunt verwijderen van de Kleenpak-
connectoren (afbeelding 5.28).
Afbeelding 5.29. Uitgelijnde platte kanten van connectoren.
3. Nadat beide connectoren juist zijn uitgelijnd, drukt u ze stevig
tegen elkaar totdat beide vergrendelclips stevig dichtklikken
(afbeelding 5.30).
Afbeelding 5.30. Connectoren samendrukken.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 121
2. Houd de cilinder van de grote (mannelijke) Kleenpak-connector
boven de basis. Lijn de kleine (vrouwelijke) Kleenpak-connector
uit met de mannelijke connector. De platte zijden moeten
worden uitgelijnd en beide afpelbare stroken moeten gevouwen
blijven (afbeelding 5.29). Opmerking: Indien de Kleenpak-
connectoren niet juist zijn uitgelijnd, kan geen verbinding tot stand
wordengebracht.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
4. Ondersteun de mannelijke en vrouwelijke Kleenpak-connectoren
en verwijder de tegenhoudring uit de mannelijke connector door
het lipje naar het getande uiteinde van de mannelijke Kleenpak-
connector te trekken (afbeelding 5.31).
Afbeelding 5.31. De tegenhoudring verwijderen.
5. Als u het montagehulpmiddel voor Kleenpak-connectoren
gebruikt, plaatst u de connector zodanig in het hulpmiddel
dat de afpelbare stroken door de opening naar buiten steken
(afbeelding5.32). Als dat niet zo is, houdt u de connector
stevig vast aan beide zijden, waarbij de afpelbare stroken van
uw hand af wijzen. De Kleenpak-connector moet goed in het
montagehulpmiddel blijven zitten als deze juist is geïnstalleerd.
Afbeelding 5.32. Afpelbare stroken die uit het montagehulpmiddel naar
buiten steken.
6. Houd het montagehulpmiddel in de palm van uw hand. Hierbij
moet de Kleenpak-connector naar buiten wijzen en moet u met
uw duim de Kleenpak-connector in het montagehulpmiddel
ondersteunen. Pak met uw andere hand beide afpelbare stroken
zo dicht mogelijk bij de behuizing van het montagehulpmiddel
vast om een goede grip te garanderen, en trek beide stroken in
één vloeiende beweging los. Zorg dat de Kleenpak-connector
loodrecht op de afpelbare stroken staat (afbeelding 5.33).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 122
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.33. De afpelbare stroken van de connector verwijderen.
WAARSCHUWING: Gebruik de connector niet als maar één
afpelbare strook is verwijderd in plaats van beide.
7. Terwijl de Kleenpak-connector nog stevig in het
montagehulpmiddel zit, duwt u de duimsteun van de
mannelijke Kleenpak-connector naar de basis van de cilinder
(afbeelding5.34).
Afbeelding 5.34. De duimsteun van de connector naar de basis van de cilinder duwen.
Voor een goede verbinding moet de plunjer in de mannelijke
Kleenpak-connector volledig in de vrouwelijke Kleenpak-connector
zijn ingebracht. Bij wijze van controle herhaalt u de activering
totdat u een harde stop bereikt.
U kunt de Kleenpak-connector zo nodig uit het
montagehulpmiddel verwijderen om de plunjerbeweging
tevoltooien.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 123
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
8. Na assemblage van de Kleenpak-connector kan de montagehulp
worden verwijderd. Wanneer de montagehulp wordt verwijderd,
verifieert u de bediening tot een harde aanslag is bereikt. Start
vervolgens de vloeistofoverdracht (afbeelding 5.35)
Afbeelding 5.35. Vloeistofoverdracht beginnen.
De verbinding tot stand brengen zonder het
montagehulpmiddel voor connectoren
Volg de onderstaande stappen om de Kleenpak-verbinding tot stand
te brengen zonder het montagehulpmiddel.
1. Trek de beschermdoppen omhoog zodat u de doppen kunt
verwijderen van de Kleenpak-connectoren (afbeelding 5.36).
Afbeelding 5.36. Beschermdoppen verwijderen.
2. Houd de cilinder van de grootste (mannelijke) connector boven de
basis. Lijn de kleinste (vrouwelijke) connector uit met de mannelijke
connector. De platte zijden moeten worden uitgelijnd en beide
afpelbare stroken moeten gevouwen blijven (afbeelding5.37).
Opmerking: Indien de Kleenpak-connectoren niet juist zijn
uitgelijnd, kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 124
Thermo Scientific
Afbeelding 5.37. Mannelijke en vrouwelijke connectoren uitlijnen.
3. Nadat beide connectoren juist zijn uitgelijnd, drukt u ze stevig
tegen elkaar totdat beide vergrendelclips stevig dichtklikken
(afbeelding 5.38).
Afbeelding 5.38. De connectoren samendrukken.
4. Ondersteun zowel de mannelijke en als de vrouwelijke Kleenpak-
connector. Verwijder de tegenhoudring van de mannelijke
connector door de tab naar het geribbelde uiteinde van de
mannelijke Kleenpak-connector te trekken (afbeelding 5.39).
Afbeelding 5.39. De tegenhoudring verwijderen.
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 125
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
5. Ondersteun met één hand de mannelijke en vrouwelijke kanten
van de Kleenpak-connector door uw vingers rond beide kanten
van de connector te wikkelen, naast de flens. Pak met uw andere
hand beide afpelbare stroken zo dicht mogelijk bij de platte kant
van de connector vast om een goede grip te garanderen, en trek
ze in één vloeiende beweging uit elkaar. Zorg dat de connector
loodrecht op de trekstrips staat, zoals getoond in afbeelding 5.40.
De loodrechte oriëntatie moet aangehouden worden wanneer
tegelijk aan de twee strips wordt getrokken. Niet gebruiken indien
een van de trekstrips is verwijderd in plaats van beide.
Opmerking: Oefen geen loodrechte druk uit op de connector
omdat die dan kan breken. Als er een loodrechte kracht op wordt
uitgeoefend door items die aan de Kleenpak-connector zijn
bevestigd, moet de connector juist worden ondersteund.
Afbeelding 5.40. De afpelbare stroken van de connector verwijderen.
6. Duw de duimsteun van de mannelijke Kleenpak-connector naar de
basis van de cilinder totdat ze elkaar raken (afbeelding 5.41).
Afbeelding 5.41. De duimsteun naar de cilinder duwen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 126
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Voor een goede verbinding moet de plunjer in de mannelijke
connector volledig in de vrouwelijke connector zijn ingebracht. Bij
wijze van controle herhaalt u de activering totdat u een harde stop
bereikt. Start vervolgens de vloeistofoverdracht (afbeelding 5.42)
Afbeelding 5.42. Vloeistofoverdracht beginnen.
5.8 Sensoren en sondes inbrengen
5.8.1 Temperatuursensoren inbrengen
Volg de onderstaande stappen om temperatuursensoren in de
thermowell in te brengen.
1. Verwijder het plastic inzetstuk in de dompelhuls, indien aanwezig.
2. Plaats een kleine hoeveelheid glycerol (0,5 ml) in de dompelhuls
om te helpen bij de warmteoverdracht. De glycerol dient
ook als smeermiddel en helpt bij het inbrengen. Draai de
temperatuursensor lichtjes terwijl u hem begint in te brengen
(afbeelding 5.43).
Afbeelding 5.43. Temperatuursensor inbrengen.
3. Breng de temperatuursensor in totdat de basis van de sonde de
mond van de thermowell raakt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 127
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
4. Zet de sensor vast door de kraag van de Luer-lock te verdraaien
(afbeelding 5.44). De thermowell rekt iets op wanneer de sensor
wordt aangebracht.
Afbeelding 5.44. De temperatuursensor
verdraaien om deze goed aan te brengen.
5.8.2 pH- en geleidbaarheidssondes voorbereiden
1. Selecteer de gewenste sonde. Zorg dat er een Teflon-
ondersteuningsring en een O-ring op de sonde aanwezig zijn en
inspecteer ze op het oog op beschadiging.
2. Voer eventueel vereist onderhoud van de sondes uit en
kalibreer de pH- of geleidbaarheidssonde (hoofdstuk 4 —
Kalibratieprocedures).
3. Doe een klein beetje (0,5–1 ml) buer- of fysiologische
zoutoplossing op het uiteinde met schroefdraad van de
sondeadapter.
4. Steek de sonde in de sonde-eenheid door de adapter met
schroefdraad.
5. Zorg dat de sondetip het membraan van de aseptische connector
of de snelaansluiting niet raakt door een ruimte van meer dan
6,35mm (1/4 inch) vrij te laten. Schroef de sondetip vervolgens in
de sondeadapter.
6. Draai de adapter met de hand vast en verifieer dat de sondepunt
het membraan niet raakt.
7. Plaats de sonde-eenheid met de sonde in de autoclaaftray
voor sondekits (afbeelding 5.45). Opmerking: Afbeelding 5.45
laat zien hoe de autoclaaftray wordt gebruikt voor sondes met
Kleenpak connectoren. Voor sondes met AseptiQuik aseptische
connectoren is een andere autoclaaftray vereist.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 128
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.45. Kleenpak-sonde-
eenheid in autoclaaftray.
Handgreep
Autoclaafplaat
voor sondekits
Sonde-
eenheid
8. Autoclaveer de sonde-eenheid volgens een gevalideerde
sterilisatiecyclus (ongeveer 30 minuten op 122°C). Een
sterilisatiecyclus van 30 minuten is doorgaans voldoende.
Opties voor droge of natte parameters kunnen worden gebruikt.
Trage uitlaatcycli hebben de voorkeur, aangezien dit de sondes
minder belast tijdens temperatuur- en drukwijzigingen van het
autoclaveren.
9. Indien juist bewaard kunnen de geautoclaveerde sonde-
eenheden kortstondig (minder dan 24 uur) droog worden bewaard
zonder dat de levensduur, prestaties of steriliteit van de sensor
achteruitgaat.
Opmerking: Voordat u een sonde inbrengt, dient u zich vertrouwd
te maken met de instructies voor Kleenpak-connectoren in
paragraaf5.7.
5.8.3 pH- en geleidbaarheidssondes inbrengen
Volg de onderstaande stappen om de pH- en geleidbaarheidssondes
in de BPC in te brengen met behulp van de sonde-eenheid
(geautoclaveerd indien vereist). Opmerking: Afbeeldingen 5.47 en
5.48 tonen een plastic sondeclip. Uw systeem is mogelijk al uitgerust
met een metalen sondeclip.
1. Plaats slangklemmen op alle sondepoorten voordat u probeert
sonde-eenheden aan te sluiten (afbeelding 5.46). Dit voorkomt
verlies van steriliteit als er tijdens de aseptische aansluiting fouten
worden gemaakt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 129
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
Afbeelding 5.46. Slangklemmen plaatsen.
2. Sluit de aseptische connector aan op de poort voor pH- of
geleidbaarheidssondes. Opmerking: Als u Kleenpak aseptische
connectoren gebruikt, volgt u de methodes uitgelegd in
paragraaf5.7.
3. Zorg dat alle vier de klemmen vastklikken op elke connector en
dat de basis en cilinder volledig zijn ingebracht.
4. Verwijder de slangklem op de individuele sondepoort.
5. Breng de pH/geleidbaarheidssonde in door de balgen naar de
S.U.M. samen te vouwen. (afbeelding 5.47). De sonde is goed
ingebracht wanneer de balgen volledig zijn samengevouwen. Een
klein beetje vloeistof kan in de balg binnendringen als de sonde
wordt geladen na het vullen met vloeistof.
Afbeelding 5.47. De sondebalgen samendrukken.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 130
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
6. Bevestig een sondeclip op de horizontale band onderaan op de
voorkant van de buitenste ondersteuningscontainer om de sonde
te ondersteunen.
7. Plaats de volledig samengevouwen sonde-eenheid in de sondeclip
(afbeelding 5.48). Druk de sondebalgen zo nodig verder samen
om de sonde-eenheid stevig in het uiteinde van de sondeclip aan
te brengen.
Afbeelding 5.48. De samengevouwen sonde-eenheid in
de sondeclip plaatsen.
8. Laat de sondebalgen ontspannen.
Opmerking: Sondepoorten die niet worden gebruikt voordat
vloeistof wordt toegediend, moeten afgeklemd blijven. Niet-gebruikte
sondepoorten zijn later toegankelijk om sondes te vervangen of voor
gebruik als redundante poort, mocht dat nodig zijn.
5.9 De S.U.M. tarreren
Om nauwkeurige massametingen te waarborgen moet u uw S.U.M.-
systeem met behulp van de volgende stappen tarreren voordat u de
BPC vult met vloeistof. Opmerking: Als u laadcellen gebruikt, moet
u de module Mass (Massa) op de touchscreenconsole configureren
voordat u het systeem kunt tarreren. Zie paragraaf 3.5.3 voor
informatie over het configureren van de module Mass (Massa).
1. Controleer of alle onderdelen van de mixer (aandrijfas, BPC,
sondedeurplaten en gereedschappen) zich op de buitenste
ondersteuningscontainer bevinden. De BPC moet ook in de
eenheid zijn aangebracht. Afhankelijk van uw weegprocessen
moet de Powdertainer mogelijk ook worden geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 131
Thermo Scientific
Hoofdstuk 5 | BPC laden en sonde inbrengen
2. als u geen laadcellen gebruikt, tarreert u de skid op de schaal
terwijl de BPC is geïnstalleerd.
3. Als u laadcellen gebruikt, moet de module Mass (Massa) op de
touchscreenconsole zijn geconfigureerd. Raak op het startscherm
de module Mass (Massa) aan en selecteer 'Calibration' (Kalibratie).
Raak '1-Point Calibration' (1-punts kalibratie) aan. Voer 0 (nul) in
het veld in en raak 'Next' (Volgende) aan. De S.U.M. is getarreerd
wanneer het scherm '1 Point Calibration Complete' (1-punts
kalibratie voltooid) verschijnt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 132
Thermo Scientific
Bedieningsinformatie
Inhoudsopgave
6.1 Vullen met vloeistof
6.2 Roeren instellen
6.3 Poeder toevoegen met de Powdertainer
6.4 De timer gebruiken
6.5 Functies voor bewaking en controle
6.6 Aftappen
6.7 Voorbereiden op de volgende run
6
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 133
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
De instructies in dit hoofdstuk zijn een algemeen overzicht van de
bedieningsprocedures. Omdat procedures per toepassing sterk
kunnen verschillen, is het belangrijk uw interne formuleringsprotocollen
te raadplegen voor de juiste procedures.
De onderstaande informatie heeft betrekking op steriele en niet-
steriele mengtoepassingen. Voor steriele toepassingen moeten alle
aansluitingen aseptisch worden gemaakt.
6.1 Vullen met vloeistof
Als uw systeem laadcellen en pompen heeft die zijn geconfigureerd
zoals in paragraaf 3.1, volgt u de onderstaande stappen
om het systeem te vullen met de module Fill (Vullen) op de
touchscreenconsole. Opmerking: De module Fill (Vullen) moet vóór
gebruik zijn geconfigureerd. Zie paragraaf 3.5.7 voor informatie over
het configureren van de module Fill (Vullen).
1. Zoek de module Fill (Vullen) op het startscherm van de
touchscreenconsole op. Raak de module aan om het scherm Fill
Settings (Vulinstellingen) te openen en selecteer vervolgens de
knop 'Fill control' (Vullen reguleren).
2. In het scherm Fill control (Vullen reguleren) wordt u gevraagd een
vulmethode te selecteren: door middel van druk of een pomp.
Als u pressure (druk) selecteert: Voer het vloeistofdoel in.
Raak vervolgens 'Done' (Gereed) aan.
Als u pump (pomp) selecteert: Voer het vloeistofdoel in door
de hoeveelheid in te voeren die aan de huidige waarde moet
worden toegevoegd. Voer de stroomsnelheid voor fase 1 in,
het percentage gevuld vóór fase 2 en de stroomsnelheid voor
fase 2. Raak vervolgens 'Done' (Gereed) aan.
3. Als het systeem aangesloten knijpventielen bevat, wordt u in
het volgende geopende scherm gevraagd te controleren of het
knijpventiel voor vullen is gesloten. Als het knijpventiel open is,
verplaatst u de schuifknop van 'Open' naar 'Closed' (Gesloten).
Raak vervolgens 'Start Fill' (Vullen starten) aan.
4. Nadat u 'Start Fill' (Vullen starten) hebt geselecteerd, worden
de pompen ingeschakeld en begint het vullen van het systeem
met de door de gebruiker gespecificeerde hoeveelheid vloeistof.
Het geopende scherm (afbeelding 6.1) toont de resterende
hoeveelheid vloeistof, de huidige massa, de BPC-druk en de
vloeistofdruk (voor vloeistofdruk1, vloeistofdruk2 en delta).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 134
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
5. U kunt te allen tijde onder aan het scherm de knop 'Pause'
(Pauzeren) selecteren om het vulproces tijdelijk te stoppen. Er
verschijnt een scherm Fill Paused (Vullen gepauzeerd) waarmee u
het vullen met vloeistof kunt hervatten of annuleren.
Afbeelding 6.1. Het scherm Fill Control (Vullen reguleren).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 135
6.2 Roeren instellen
Wanneer de vloeistof het minimale gebruiksvolume van de mixer voor
eenmalig gebruik (S.U.M.) heeft bereikt, kunt u het roeren inschakelen
met de module Agitation (Roeren) op de touchscreenconsole. Zorg
dat de BioProcess Container (BPC) tot een adequaat volumeniveau
voor uw individuele lopende processen is gevuld voordat u met roeren
begint.
VOORZICHTIG: Als u de S.U.M. buiten de in dit document vermelde
mengspecificaties gebruikt, kan de aandrijfas beschadigd raken.
Opmerking: De module Agitation (Roeren) moet zijn geconfigureerd
voordat u begint met mengen. Zie paragraaf 3.5.2 voor informatie
over het configureren van de module Agitation (Roeren). Als u het
roeren wilt inschakelen, zoekt u de module Agitation (Roeren) op het
startscherm van de touchscreenconsole op (afbeelding 6.2) en raakt u
de knop 'Start' (Starten) aan.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
6.3 Poeder toevoegen met de Powdertainer
De S.U.M. kan worden uitgerust met een Powdertainer-
ondersteuningsarm om vaste stoen zoals poeder toe te voegen.
Zie paragraaf 8.5.2 van deze publicatie voor specificaties van
dePowdertainer.
In de volgende instructies wordt het gebruik van de Powdertainer-
BPC in combinatie met de S.U.M. beschreven wanneer deze is
voorzien van de Powdertainer-arm. Hoewel er ook andere methodes
zijn om vaste stoen met de BPC-poederpoort toe te voegen, zijn hier
geen volledige protocollen opgenomen omdat individuele protocollen
kunnen wisselen.
1. Zorg dat de klem op de zak van de Powdertainer volledig
geslotenis.
2. Hang de Powdertainer met de handgreep aan de hanger van de
ondersteuningsarm (afbeelding 6.3).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 136
Afbeelding 6.2. Module Agitation (Roeren).
Afbeelding 6.3. De Powdertainer aan de
ondersteuningsarm hangen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 137
3. Pas de hoogte van de Powdertainer-arm zo nodig aan door de
vergrendeling omlaag te klappen, de bovenste stang omhoog of
omlaag te schuiven, de vergrendeling opnieuw te sluiten en de
hendel vervolgens rechtsom te draaien om deze vast te zetten.
4. Verwijder de tape en dop van de opening van de Powdertainer-
BPC (afbeelding 6.4).
Afbeelding 6.4. De dop van de
Powdertainer verwijderen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
5. Klik de poederpoort op de BPC in de beugel op de
ondersteuningsarm van de Powdertainer. Verplaats de beugel
zo nodig naar binnen of buiten om deze aan de positie van de
poederpoort op de BPC aan te passen.
6. Verwijder de klem en beschermdop van de poederpoort op de
BPC.
7. Lijn de opening van de Powdertainer en de poederpoort op de
BPC met elkaar uit (afbeelding 6.5).
8. Gebruik de aansluiting met drie klemmen op de Powdertainer-arm
om de twee poorten te verbinden (afbeelding 6.6).
Afbeelding 6.5. BPC-poederpoort in de klem.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 138
Afbeelding 6.6. De Powdertainer
aansluiten op de BPC-poederpoort.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
9. Als u wilt beginnen met het toevoegen van vaste stoen, maakt u
de klem op de onderkant van de toevoerzak los (afbeelding6.7).
Zorg dat de volledige inhoud van de toevoerzak is toegevoegd
voordat u de Powdertainer losmaakt van de BPC. Deafdekking,
pakking en klem van de poederpoort kunnen worden
teruggeplaatst als er geen andere droge ingrediënten hoeven te
worden toegevoegd, of de poederpoort kan open blijven voor
monstername met een pipet.
Afbeelding 6.7. De Powdertainer-toevoerklem openen.
6.4 De timer gebruiken
Met de module Timer op de touchscreenconsole kunnen gebruikers
een timer instellen om te bewaken hoe lang de S.U.M. aan het
mengen is geweest. Zoek de module Timer op het startscherm van
de touchscreenconsole op om de timer te gebruiken. Raak de knop
'Start' (Starten) aan. De timer begint te tellen vanaf nul en gaat door
totdat de gebruiker de knop 'Stop' (Stoppen) aanraakt.
6.5 Functies voor bewaking en controle
6.5.1 Mengen
De gebruiker kan de mengsnelheid tijdens het gebruik bewaken met
de module Agitation (Roeren) op de touchscreenconsole. De module
Agitation (Roeren) op het startscherm toont de huidige mengsnelheid
en de instelpunten die tijdens het configureren van de module zijn
opgegeven. Als u de roersnelheid wilt kalibreren, raadpleegt u
paragraaf 4.4 van deze publicatie.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 139
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
6.5.2 Meer poeder of vloeistof toevoegen
Afhankelijk van uw bedieningsprocedures moet u tijdens het
mengproces mogelijk meer poeder of vloeistof aan de oplossing
toevoegen. Volg de onderstaande stappen om tijdens het gebruik
componenten toe te voegen aan de S.U.M.
Poeder toevoegen aan vloeistof
1. Hang de Powdertainer-BPC aan de hanger op de S.U.M.
2. Verwijder de klem, afdekking en pakking van de poederpoort op
de BPC.
3. Gebruik de houderarm om de poederpoort van de BPC op zijn
plek te houden terwijl de Powdertainer wordt gepositioneerd.
4. Verwijder de beschermtape en -dop van de poort op de
Powdertainer.
5. Sluit de Powdertainer met de aansluiting met drie klemmen aan op
de poederpoort op de BPC.
6. Controleer in de module Agitation (Roeren) op de
touchscreenconsole of de motor van de mixer werkt op de
gewenste snelheid. Zie paragraaf 6.5.1 voor meer informatie over
het gebruik van de module Agitation (Roeren).
7. Open de clip van de zak om de inhoud van de Powdertainer in de
S.U.M. BPC te laten lopen.
8. Blijf mengen totdat alle poeder is opgelost en voordat u doorgaat
naar het volgende ingrediënt.
Vloeistof zonder pompen toevoegen aan vloeistof
1. Controleer in de module Agitation (Roeren) op de
touchscreenconsole of de motor van de mixer werkt op de
gewenste snelheid. Zie paragraaf 6.5.1 voor meer informatie over
het gebruik van de module Agitation (Roeren).
2. Sluit de leiding van de vloeistofbron met de snelaansluiting of
aansluiting met drie klemmen aan op een extra leidingenset op de
bovenkant van de BPC.
3. Om de vloeistof toe te dienen opent u het vloeistoftraject door de
klemmen op de leidingenset te openen. Blijf mengen totdat alle
vloeistof is toegediend en voordat u doorgaat naar het volgende
ingrediënt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 140
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Vloeistof met pompen toevoegen aan vloeistof
1. Controleer in de module Agitation (Roeren) op de
touchscreenconsole of de motor van de mixer werkt op de
gewenste snelheid. Zie paragraaf 6.5.1 voor meer informatie over
het gebruik van de module Agitation (Roeren).
2. Zorg dat de gebruikte pomp is geconfigureerd volgens de
instructies in paragraaf 3.1 en dat de juiste pomp is toegewezen
aan de module Fill (Vullen). Raak de module Fill (Vullen) aan op
het startscherm van de touchscreenconsole om het scherm
Fill Settings (Vulinstellingen) te openen. Raak de knop 'Pump
Selection' (Pomp selecteren) aan om de pomptoewijzingen te
controleren en/of bewerken.
3. Ga terug naar het scherm Fill Settings (Vulinstellingen). Raak
de knop 'Fill control' (Vullen reguleren) aan om de hoeveelheid
vloeistof die u wilt toedienen, de fases, de stroomsnelheden en
de overgangs- en beëindigingsparameters op te geven. Raak de
knop 'Done' (Gereed) aan.
4. In het volgende scherm wordt u gevraagd of u knijpventielen
gebruikt.
Als dat niet zo is: Raak de knop 'No' (Nee) aan. U wordt in
een scherm gevraagd of u wilt beginnen met het vullen met
vloeistof. Raak de knop 'Cancel' (Annuleren) aan om terug te
gaan naar het vorige scherm, of raak 'Start Fill' (Vullen starten)
aan om met vullen te beginnen.
Als dat zo is: Raak de knop 'Yes' (Ja) aan. Er verschijnt
een scherm om de knijpventielen te openen of sluiten. Het
knijpventiel moet worden gesloten om te beginnen met het
vullen met vloeistof. Raak de knop 'Cancel' (Annuleren) aan
om terug te gaan naar het vorige scherm, of raak 'Start Fill'
(Vullen starten) aan om met vullen te beginnen.
5. Nadat u 'Start Fill' (Vullen starten) hebt geselecteerd, worden
de pompen ingeschakeld en begint het vullen van het systeem
met de door de gebruiker gespecificeerde hoeveelheid vloeistof.
Hetgeopende scherm toont de vloeistofdruk en deltawaarden,
de resterende hoeveelheid vloeistof, de huidige massa en de
BPC-druk.
6. U kunt te allen tijde onder aan het scherm de knop 'Pause Fill'
(Vullen pauzeren) selecteren om het vulproces tijdelijk te stoppen.
Er verschijnt een scherm Fill Paused (Vullen gepauzeerd) waarmee
u het vullen met vloeistof kunt hervatten of annuleren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 141
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
7. Ga door met mengen totdat alle vloeistof is toegediend. Ga
daarna verder met het volgende ingrediënt, indien nodig.
Herhaal dit proces voor alle vloeistofcomponenten in de formulering.
6.5.3 pH en geleidbaarheid aanpassen
Op de touchscreenconsole kunnen gebruikers de pH- en
geleidbaarheidsniveaus van de oplossing tijdens het mengen
bewaken. Op het startscherm van de touchscreenconsole tonen de
modules pH en Conductivity (Geleidbaarheid) de huidige waarden
die door het systeem worden afgelezen. Als u deze niveaus wilt
bijstellen, moet u de pompen gebruiken die zijn geconfigureerd voor
zuur-, base- of fysiologische zoutoplossingen. Volg de onderstaande
stappen om de pH- en geleidbaarheidsniveaus aan te passen.
1. Voordat u de pH of geleidbaarheid aanpast, moet u zorgen dat de
door u gebruikte sonde juist is gekalibreerd en goed is ingebracht
in de sondebalgen. Zie paragrafen 4.2 en 4.3 voor informatie over
de kalibratie van pH en geleidbaarheid.
2. Raak op het startscherm van de touchscreenconsole de module
'Pump' (Pomp) aan die is toegewezen aan de buer die u wilt
toedienen, zoals zuur, base of fysiologische zoutoplossing.
3. Selecteer 'Add Bolus' (Bolus toevoegen). In het geopende scherm
wordt u gevraagd de gewenste eenheden, de hoeveelheid
vloeistof die de pomp moet toedienen, en de toedieningsduur
(duur van bolustoediening) op te geven. Het veld Set point flow
rate (Stroomsnelheid instelpunt) wordt automatisch ingevuld nadat
u de vloeistoftoediening en de duur hebt opgegeven. Opmerking:
Als een duur of vloeistof wordt opgegeven die groter is dan de
waarden waarvoor de pomp is gekalibreerd, wordt in deze velden
automatisch de maximaal mogelijke waarde ingevuld. Als u geen
controlevergelijking gebruikt, raakt u 'Next' (Volgende) aan om
door te gaan. Als u parameters voor pH of geleidbaarheid wilt
opgeven met een controlevergelijking, volgt u de onderstaande
stappen voordat u de knop 'Next' (Volgende) aanraakt.
Schuif de aan/uitknop voor 'Control Equation'
(Controlevergelijking) en 'Hysteresis' (Hysterese) naar
'On'(Aan).
Raak het veld naast 'Control Equation' (Controlevergelijking)
aan om de instelpunten voor pH of geleidbaarheid op te geven
en om op te geven welke actie moet worden ondernomen
(Pause (Pauzeren) of Stop (Stoppen)).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 142
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Raak het veld naast 'Hysteresis' (Hysterese) aan om de te
bereiken pH- of geleidbaarheidswaarde op te geven en hoe
lang die waarde moet worden aangehouden voordat de pomp
doorgaat. Raak 'Next' (Volgende) aan.
4. Bovenaan in het geopende scherm wordt het volgende
weergegeven: de resterende hoeveelheid toe te dienen
vloeistof, de huidige pH- of geleidbaarheidswaarde en de totale
hoeveelheid toe te dienen vloeistof. De resterende tijd is zichtbaar
in het midden van het scherm. Als u een controlevergelijking
hebt opgegeven, wordt de vergelijking onder aan het scherm
weergegeven. Als er geen controlevergelijking is opgegeven,
wordt in plaats daarvan onder aan het scherm 'Control Equation
Disabled' (Controlevergelijking uitgeschakeld) weergegeven.
6.5.4 Temperatuur bijstellen
Op de touchscreenconsole kunnen gebruikers de temperatuur van de
oplossing tijdens het mengen bewaken. Op het startscherm van de
touchscreenconsole toont de module Temperature (Temperatuur) de
huidige temperatuur in graden Celsius (°C) die door het systeem wordt
afgelezen. Als u de temperatuur van de S.U.M. wilt instellen met de
module Temperature (Temperatuur) op de touchscreenconsole, moet
op uw systeem een geïntegreerde temperatuurcontrole-unit (TCU)
zijn geconfigureerd. Volg de onderstaande instructies om de S.U.M.-
temperatuur aan te passen.
1. Voordat u de temperatuur aanpast, moet u zorgen dat de door u
gebruikte sonde juist is ingebracht in de sondebalgen.
2. Raak op het startscherm van de touchscreenconsole de
module Temperature (Temperatuur) aan. Raak de knop 'Select
Active Sensor' (Actieve sensor selecteren) aan op het scherm
Temperature Settings (Temperatuurinstellingen).
3. In het volgende scherm wordt de gebruiker gevraagd een
temperatuursensor te selecteren. U kunt Temp1 of Temp2 kiezen.
Nadat u een sensor hebt geselecteerd, raakt u 'Done' (Gereed)
aan. Raak 'Close' (Sluiten) aan om terug te gaan naar het
startscherm van de touchscreenconsole.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 143
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
4. Raak de knop 'Setpoint' (Instelpunt) op de module Temperature
(Temperatuur) aan. Geef het gewenste TCU-instelpunt (in°C) op en
raak 'Enter' aan. Raak 'Start' (Starten) op de module Temperature
(Temperatuur) aan. De TCU past nu de temperatuur aan op grond
van het verschafte instelpunt. De PID-luswaarden voor verwarmen
en koelen zijn in de TCU opgenomen.
6.5.5 De druk in de BPC-hoofdruimte bewaken
Op de touchscreenconsole kunnen gebruikers de druk in de
hoofdruimte van de BPC bewaken tijdens het gebruik van de S.U.M.
De module BPC Pressure (BPC-druk) op het startscherm van de
touchscreenconsole (afbeelding 6.8) toont de huidige BPC-druk in psi.
Afbeelding 6.8. BPC-
drukmodule.
6.5.6 Alarmen bewaken
In veel van de modules op de touchscreenconsole kunnen gebruikers
de alarmen High/Low (Hoog/Laag) of High High (Hoog-hoog)/Low
Low (Laag-laag) instellen. Deze alarmen worden geactiveerd onder
door de gebruiker gespecificeerde voorwaarden. Deze voorwaarden
worden binnen individuele modules ingesteld.
Alarmen High (Hoog) en Low (Laag)
Als een alarm High (Hoog) of Low (Laag) tijdens het gebruik wordt
geactiveerd:
De betreende module wordt geel op het startscherm.
De gebruikers worden visueel gewaarschuwd voor specifieke
omstandigheden, maar het functioneren wordt niet gepauzeerd
ofgestopt.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 144
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Alarmen High High (Hoog-hoog) en Low Low (Laag-laag)
Als een alarm High High (Hoog-hoog) of Low Low (Laag-laag) tijdens
het gebruik wordt geactiveerd:
De betreende module wordt rood op het startscherm.
Er klinkt een hoorbare zoemer.
Operationele processen die zijn gerelateerd aan de betreende
module worden gepauzeerd of gestopt, afhankelijk van de door de
gebruiker gespecificeerde voorwaarden.
Geactiveerde alarmen deactiveren
Als u een geactiveerd alarm wilt deactiveren, raakt u het
alarmpictogram aan op het startscherm van de touchscreenconsole
om het scherm Alarm Status (Alarmstatus) te openen. Raak het
geactiveerde alarm aan (of selecteer de knop 'Select All' (Alles
selecteren) als u meerdere alarmen tegelijk wilt bevestigen) en raak
vervolgens 'Acknowledge' (Bevestigen) aan. De zoemer stopt en het
alarmpictogram van de betreende module verandert van rood terug
in wit.
6.5.7 Andere functies bewaken
U kunt de touchscreenconsole gebruiken om andere functies buiten
de geleverde modules te bewaken. Met de hierna beschreven
modules Auxiliary Output (Hulpuitgang) en Auxiliary Input (Hulpingang)
kunnen gebruikers aanpassen welke functies ze willen bewaken
tijdens het mengproces. Beheerders hebben bovendien toegang tot
een optie 'Diagnostics' (Diagnose) in de instellingen voor de pomp- en
pH-modules.
Hulpuitgangen
In de module Auxiliary Output (Hulpuitgang) kunnen gebruikers
een bestaande module dupliceren om over extra sensoren of meer
redundantie te beschikken. Als u geconfigureerde hulpuitgangen
tijdens het gebruik wilt bewaken, raakt u op het startscherm van de
touchscreenconsole de module Auxiliary Output (Hulpuitgang) aan.
Nadat u een module hebt geselecteerd die u wilt dupliceren, kunt u
een diagnose kiezen, de modulenaam wijzigen en de RPM-schaling
aanpassen.
Hulpingangen
In de module Auxiliary Input (Hulpingang) kunnen gebruikers sensoren
en zenders bewaken die een signaal van 4-20 mA gebruiken en geen
gespecificeerde module op de touchscreenconsole hebben.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 145
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 146
Afbeelding 6.9. Dop
verwijderen.
Pomp- en pH-diagnose
Beheerders hebben toegang tot de optie 'Diagnostics' (Diagnose)
voor de pomp- en pH-modules. Met Pump Diagnostics
(Pompdiagnose) kan de beheerder de uitgangsstroom van de
Pompuitgang handmatig instellen. Dit kan helpen de stroom naar
RPM-waarden voor RPM-schaling te bepalen. Met pH Diagnostics
(pH-diagnose) kan de beheerder de kalibratiewaarden voor de helling
en oset weergeven die momenteel op de pH-sensor(en) worden
toegepast.
6.5.8 Monstername
Monstername met recirculatielus
Monsters kunnen worden genomen uit de SmartSite-poort op de
recirculatielus. U brengt daarvoor een injectiespuit met Luer-lock
aan en neemt een monster af terwijl de recirculatielus in gebruik is.
U kunt ook monsters nemen op BPC's die zijn uitgerust met een
thermowell-monsternamepoort in een van de sondepoorten. De
volgende instructies zijn bedoeld voor aseptische monstername via de
SmartSite-poort. Gebruik voor deze instructies de standaard Luer-
lock op een injectiespuit van 60 ml of een steriel verdeelstuk.
1. Verwijder het stof van de SmartSite (afbeelding 6.9).
2. Reinig de SmartSite met een nat doekje. Sluit vervolgens de
sanitaire injectiespuit met Luer-Lock aan (afbeelding 6.10).
Afbeelding 6.10. Injectiespuit
voor monstername inbrengen.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
3. Pas een beetje vacuümdruk toe door de plunjer van de
injectiespuit iets naar buiten te trekken en een monster te nemen
(circa 30-60 ml)
4. Verwijder de injectiespuit. Dit wordt gezien als een
zuiveringsmonster.
5. Reinig de SmartSite met een nat doekje. Sluit vervolgens de
sanitaire injectiespuit met Luer-Lock aan.
6. Schep een lichte vacuümdruk met de spuit en neem het gewenste
monster (ongeveer 10–20 ml).
7. Verwijder de injectiespuit. Dit wordt gezien als een representatief
monster.
8. Reinig de SmartSite met een nat doekje. Plaats de stofdop
vervolgens weer terug.
Monstername zonder recirculatielus
Wanneer de recirculatielus niet wordt gebruikt, kan in plaats daarvan
een leidingenset worden gebruikt voor monstername. Als u een
leidingenset voor monstername wilt gebruiken, duwt u de leidingenset
omlaag tot het vloeistofniveau. Gebruik een pomp om vloeistof af te
tappen naar een secundaire container. Monsters kunnen op dezelfde
manier ook worden genomen via de afvoerleiding.
6.6 Aftappen
6.6.1 De module Harvest (Aftappen) gebruiken
Als u pompen hebt geconfigureerd zoals in paragraaf 3.1, volgt u de
onderstaande stappen om het systeem af te tappen met de module
Harvest (Aftappen) op de touchscreenconsole. Opmerking: U moet
de module Harvest (Aftappen) configureren voor u deze gebruikt. Zie
paragraaf 3.5.8 voor informatie over het configureren van de module
Harvest (Aftappen).
1. Zoek de module Harvest (Aftappen) op het startscherm van de
touchscreenconsole op. Raak de module aan om het scherm
Harvest Settings (Aftapinstellingen) te openen en selecteer
vervolgens de knop 'Harvest Control' (Aftappen reguleren).
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 147
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
2. In het geopende scherm wordt de gebruiker gevraagd een
aftapmethode te selecteren: met zwaartekracht of met een pomp.
Als u Gravity (Zwaartekracht) selecteert: Voer het
vloeistofdoel in. Raak vervolgens 'Done' (Gereed) aan.
Als u Pump (Pomp) selecteert: Voer het vloeistofdoel in
door de hoeveelheid in te voeren die van de huidige waarde
wilt wegnemen. Voer de stroomsnelheid voor fase 1 in, het
percentage afgetapt vóór fase 2 en de stroomsnelheid voor
fase 2. Raak vervolgens 'Done' (Gereed) aan.
3. Als het systeem aangesloten knijpventielen bevat, wordt u in het
volgende geopende scherm gevraagd te controleren of de het
knijpventiel voor aftappen is gesloten. Als het knijpventiel open is,
verplaatst u de schuifknop van 'Open' naar 'Closed' (Gesloten).
Raak vervolgens 'Start Harvest' (Aftappen starten) aan.
4. Nadat u 'Start Harvest' (Aftappen starten) hebt geselecteerd,
worden de pompen ingeschakeld en begint het aftappen van de
door de gebruiker gespecificeerde hoeveelheid vloeistof uit het
systeem. Het geopende scherm (afbeelding 6.11) toont de huidige
fase van het aftapproces de resterende hoeveelheid vloeistof, de
huidige massa, de BPC-druk en de vloeistofdruk (vloeistofdruk1,
vloeistofdruk2 en delta).
5. U kunt te allen tijde onder aan het scherm de knop 'Pause'
(Pauzeren) selecteren om het aftapproces tijdelijk te stoppen. Er
verschijnt een scherm Harvest Paused (Aftappen gepauzeerd)
waarmee u het vullen met vloeistof kunt hervatten of annuleren.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 148
Afbeelding 6.11. Het scherm Harvest Control (Aftappen reguleren).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
6.6.2 Handmatig aftappen
Als u geen pompen volgens sectie 3.1 gebruikt, moet u de S.U.M.
handmatig aftappen. Volg de onderstaande instructies voor
handmatig aftappen.
Handmatig aftappen met een recirculatielus
Als u een recirculatielus gebruikt, bevindt de afvoerleiding zich op
toevoegleiding 'Y'. Open de klem op het gedeelte van 30,5 cm
(12 inch) van de slang in recirculatielus 'Y' en sluit deze aan op de
beoogde overdrachtleiding. Gebruik de peristaltische pomp die al is
geïnstalleerd op de recirculatielijn (paragraaf 5.3) om de inhoud van de
S.U.M. over te dragen. Zorg dat u de mengmotor stopt voordat u het
minimale werkvolume bereikt.
Handmatig aftappen zonder een recirculatielus
Als u geen recirculatielus gebruikt, volgt u de onderstaande stappen
om handmatig vloeistof uit de S.U.M. BPC af te tappen.
1. Sluit de afvoerslangenset aan de onderkant aan op de beoogde
overdrachtslijn. Opmerking: Voor steriele aansluitingen moet dit
aseptisch worden gedaan.
2. Open de klem op de onderste aftappoort.
3. Begin de BPC af tappen met behulp van een peristaltische pomp.
Zorg dat u de mengmotor stopt voordat de vloeistof in de BPC het
minimale werkvolume bereikt.
4. Wanneer er ongeveer 3-5 liter in de BPC resteert, tilt u de BPC uit
de bovenkant. Houd tijdens het optillen de onderste afvoerleiding
bij de vloer om het aftappen van de laatste liter vloeistof te
vergemakkelijken.
6.7 Afsluiten en wegwerpen
6.7.1 De S.U.M. afsluiten
1. Nadat de S.U.M. is afgetapt, controleert u of de motor van het
roermechanisme is uitgeschakeld en schakelt u de voeding naar
de buitenste ondersteuningscontainer uit door de hoofdstroom uit
te schakelen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 149
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
2. Verwijder de aandrijfas en berg deze op. Voer hiervoor de stappen
voor montage (paragraaf 5.6) in omgekeerde volgorde uit.
Opmerking: Wees voorzichtig wanneer u de S.U.M. verwijdert
onder een laag plafond om beschadiging van het plafond of
plafondlampen te voorkomen (zie de vereisten voor plafondhoogte
in hoofdstuk 8).
3. Als de hardware van de S.U.M. in contact is gekomen met
bijtende materialen, dan spoelt u desbetreende gebieden af met
een beetje water en reinigt u ze volgens de standaard procedures.
Zie Hoofdstuk 7 — Onderhoud voor meer informatie.
4. Breng losse voorwerpen zoals de aandrijfas en gereedschap terug
naar de opslaglocaties om accidentele schade te voorkomen.
5. Verwijder de BPC van de buitenste ondersteuningscontainer
en werp de BPC weg volgens de voorschriften van uw faciliteit.
Alle contactmaterialen van het product kunnen in een geschikte
afvalbak of verbrandingsinstallatie worden weggedaan. Als de
herbruikbare lagerpoort is gebruikt voor open-top mengen,
bewaart u deze voor toekomstig gebruik.
6.7.2 De touchscreenconsole buiten bedrijf stellen
1. Zet de netstroomschakelaar en de interne wisselstroomschakelaar
uit.
2. Maak de voedingskabel los.
3. Zet de uitvoerschakelaar voor wisselstroom uit.
4. Maak de M12-voedingskabel en de motorkabel los. Maak
vervolgens alle andere M12-kabels los.
5. Maak de optionele externe E-Stop los, indien aanwezig.
6. Maak de bevestigingsschroef voorzichtig los en demonteer de
eenheid.
7. Bewaar de eenheid na verwijdering in een geschikte bergruimte.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 150
Afbeelding 6.12. AEEA-
symbool
6.7.3 Afvoerinformatie
Voer gebruikte BPC's af volgens de voorschriften van uw faciliteit.
Alle contactmaterialen van het product kunnen in een geschikte
afvalbak of verbrandingsinstallatie worden weggedaan. Producten met
het onderstaande symbool voldoen aan richtlijn 2002/96/EC inzake
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) van de
Europese Unie.
Als u producten van Thermo Scientific gebruikt, u zich in Europa
bevindt en onze producten moet laten recyclen conform de AEEA-
richtlijn, moet uw product op of na 13 augustus 2005 zijn gekocht
en zijn gemarkeerd met het AEEA-symbool. Producten van
ThermoScientific blijven voldoen aan de vereisten van alle relevante
richtlijnen, met inbegrip van die van de Richtlijn betreende de
beperking van gevaarlijke stoen (RoHS) indien van toepassing.
Alonze producten waarop de RoHS betrekking heeft of voor het eerst
betrekking heeft ten gevolge van de opname in de herziene richtlijn
voor productcategorieën 8, 9 of (de nieuwe categorie) 11, wijzigingen
in de uitsluitingen of wijzigingen in uitgezonderde toepassingen, zullen
vanaf de eerste vervaldatum voldoen aan deze nieuwe vereisten of dit
mogelijk maken voor een eindproduct waarin ze worden opgenomen.
Producten die als biologisch gevaarlijk worden beschouwd
of medisch besmet zijn, mogen niet via dit programma
worden gerecycled. Ze moeten als biologisch gevaarlijk
afval worden behandeld en volgens uw lokale voorschriften
wordenopgeruimd.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 6 | Bedieningsinformatie
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 151
Thermo Scientific
Onderhoud en
probleemoplossing
Inhoudsopgave
7.1 Onderhoud
7.2 Probeemoplossing en veelgestelde vragen
7
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 152
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
7.1 Richtlijnen voor onderhoud
7.1.1 Richtlijnen voor routineonderhoud
Omgevingsomstandigheden, gebruiksparameters en de naleving
door de gebruiker van standaard operationele procedures zoals
uiteengezet in deze handleiding, kunnen veel invloed hebben
op de nuttige levensduur van de S.U.M.-hardware. Er is in
het ontwerp van de wegwerpbare constructie van de S.U.M.
rekening gehouden met sterk slijtende items die veel voorkomen
in conventionele systemen, zoals lagers, afdichtingen, O-ringen
en sterilisatiekleppen. Dit heeft een mengsysteem opgeleverd
dat inherent robuust is en weinig routineonderhoud vereist. De
volgende richtlijnen voor routineonderhoud zijn gebaseerd op
standaard gebruiksomstandigheden, zoals gedefinieerd in deze
gebruikershandleiding.
Neem tussen het mengen van batches de tijd om de buitenkant
van de S.U.M. te reinigen. Dit verbetert het uiterlijk en de algemene
levensduur van het hardwaresysteem. Tussen runs kunnen de
buitenste ondersteuningscontainer, de aandrijfas, de aandrijving
van de menger en de touchscreenconsole worden afgeveegd
met schone doekjes. Stalen oppervlakken op de buitenste
ondersteuningscontainer kunnen ook gereinigd worden met
een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Opmerking: Gebruik
alleen schone, droge doekjes om het touchscreen van de
touchscreenconsole af te vegen.
De S.U.M.-hardware is gemaakt in overeenstemming met de IP-54-
classificatie voor bescherming tegen binnendringen en kan worden
gereinigd volgens de standaardreinigingsprocedures voor laboratoria.
Zorg dat alle elektrische aansluitingen zijn losgekoppeld en dat
elektriciteitskasten goed gesloten zijn. De unit moet volledig kunnen
drogen voordat deze opnieuw in gebruik wordt genomen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 153
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
7.1.2 Softwareonderhoud van touchscreenconsole
Wanneer beschikbaar moeten gebruikers software-updates op de
touchscreenconsole installeren. U doet dit door de USB-stick met de
laatste software-update in de USB-poort van de touchscreenconsole te
plaatsen. Selecteer het instellingenpictogram op het startscherm. Klik
daarna achtereenvolgens op 'Maintenance' (Onderhoud) en 'Check for
updates' (Controleren op updates).
7.1.3 Richtlijnen voor preventief onderhoud
Volg de onderstaande richtlijnen voor preventief onderhoud om
betrouwbaar systeemgebruik te garanderen. Aan slijtage onderhevige
onderdelen moeten voor en na gebruik op het oog worden
geïnspecteerd. Zie de tekeningen in het ETP voor informatie over
vervangingsonderdelen. Opmerking: De herbruikbare lagerpoort van
de S.U.M. moet jaarlijks worden vervangen.
Aandrijfmotor
De aandrijfmotor is een inductiemotor van industriële kwaliteit met een
permanent afgedichte en gesmeerde tandwielkast. De aandrijfmotor
kan minimaal 10.000 uur met continue belasting worden gebruikt
voordat deze moet worden vervangen.
Aandrijfas-eenheid
De aandrijfas slijt bij gebruik enigszins en moet na elke run op het oog
worden geïnspecteerd. Coat de uit meerdere segmenten bestaande
aandrijfas lichtjes met voor voeding goedgekeurde anti-seize om
te helpen bij het maken van de verbindingen van de aandrijfas.
De aandrijfas-eenheid moet meestal na één jaar gebruik worden
vervangen. Zie voor speciale omstandigheden de slijtagespecificaties
van de kop van de aandrijfas in tabel 7.1.
Tabel 7.1 toont de minimale diameters voor de zeskantbus van de
aandrijfas. De diameters worden gemeten op de breedste plaats over
de punten. Vervang een versleten aandrijfaskop-eenheid wanneer de
diameter van de zeskantbus van de aandrijfas op de breedste plek
gelijk is aan of kleiner is dan de meting tussen de verschillende punten.
Zie afbeelding 7.1 voor de meetlocatie.
Tabel 7.1. Diameters van de zeskantbus van de aandrijfaskop.
Grootte van de S.U.M. Minimale diameter van de zeskantbus
van de aandrijfas
50, 100, 200, 500 en 1.000 l 14,4 mm (0,566 inch)
2.000 l 20,8 mm (0,820 inch)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 154
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
7.2 Problemen met de BPC oplossen
Er staat teveel spanning op de film in de buurt van de
lagerpoort van de geladen BPC.
Laad zo mogelijk de BPC opnieuw en volg daarbij nauwgezet de
BPC-laadinstructies in deze publicatie.
Zorg voor extra film in het gebied van de BPC dat zich het dichtst
bij de lagerpoort bevindt wanneer u de BPC in de tank uitlijnt.
Vul pas vloeistof toe wanneer de BPC juist is aangebracht in
detank.
Controleer of de zwarte bumper in het motorsteunblok
aanwezigis.
Ik ben niet vertrouwd met het gebruik van Pall Kleenpak-
connectoren en ben bezorgd over het maken van aseptische
verbindingen.
Lees de instructies voor Pall Kleenpak-connectoren in paragraaf
5.7 van deze handleiding voordat u aseptische verbindingen
gaatmaken.
Wanneer u een verbinding maakt, moet u de status van de vier
externe vergrendelclips beoordelen en controleren of ze goed
dicht zitten. U moet bij alle vier de clips een duidelijke klik horen
wanneer u de connectoren dicht drukt. Zorg altijd dat de vier
vergrendelclips volledig verbonden zijn voor de mannelijke/
vrouwelijke aansluiting voordat u de papieren stroken verwijdert.
Een veelvoorkomende oorzaak van lekkende Kleenpak-
connectoren is een fout in de laatste stap waarbij de tapse
cilinders van de mannelijke/vrouwelijke connector goed moeten
worden aangebracht. In de mannelijke connector bevindt zich
een serie concentrische ringen (0,8 mm/0,3 inch voor de zwarte
O-ring). Controleer op het oog of de vier interne clips zich op de
Probleem:
Oplossing:
Probleem:
Oplossing:
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 155
Afbeelding 7.1. Aandrijfaskop-eenheid.
Meetpunt
zeskant-
diameter
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
laatste set ringen bevinden. Plaats de connectorflenzen tussen de
wijsvinger en duim van uw beide handen en knijp totdat alles goed
vastzit.
Ik heb voorafgaand aan het vullen met vloeistof geen pH-sonde
aangebracht. Kan ik onder die omstandigheden toch nog een
steriele aansluiting tot stand brengen?
U kunt nog steeds een steriele aansluiting tot stand brengen
nadat u de BPC hebt gevuld. Dit is op voorwaarde dat de
klemmen op de sondepoorten van de Kleenpak-connector
voorafgaand aan het vullen met vloeistof waren gesloten.
De Kleenpak-connectoren moeten droog zijn als u de sonde-
eenheden wilt aansluiten. Wanneer er al media in de S.U.M. aanwezig
is, volgt u de procedures om een sonde in te brengen in paragraaf 5.8
van deze handleiding. Er kan wat vloeistof in de balgen binnendringen
wanneer de sonde wordt ingebracht in een BPC die al met vloeistof
isgevuld.
7.3 Problemen met de touchscreenconsole
oplossen
Zie tabel 7.2 om problemen met de touchscreenconsole op te
lossen en potentiële oorzaken te achterhalen. Voor verdere hulp
om technische problemen met de touchscreenconsole op te
lossen kunt u bellen naar +1 435 792 8500 (Verenigde Staten) of
+44 (1) 670 734 093 (Europa, V.K.), of contact opnemen met:
customerservice.bioprocessing@thermofisher.com
VOORZICHTIG: Open de touchscreenconsole niet en probeer
deze niet zelf te repareren. De eenheid mag alleen worden
gerepareerd door servicepersoneel van Thermo Scientific. Reparaties
die niet door medewerkers van Thermo Fisher Scientific zijn
uitgevoerd, maken de systeemgarantie ongeldig.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 156
Probleem:
Oplossing:
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 157
Tabel 7.2. Problemen met de touchscreenconsole oplossen en potentiële oorzaken achterhalen.
Probleem Potentiële oorza(a)k(en)
De touchscreenconsole kan niet worden ingeschakeld De stekker of het stopcontact is defect
Een zekering (stroomonderbreker) is doorgeslagen
De touchscreenconsole loopt van op het opstartscherm
Als dit periodiek gebeurt, kan dit te wijten zijn aan een
leesfout, waarvoor opnieuw opstarten vereist is.
De firmware is beschadigd of er is een hardwarestoring
De motor start niet Probleem met de communicatiekabel van de motor
Het toerental (RPM) van de motor valt buiten de
tolerantiegrenzen
Dit probleem doet zich niet voor bij gelijkstroommotoren:
eenoptische sensor zorgt dat het toerental binnen de
tolerantiegrenzen blijft.
De massa-aflezing wordt niet weergegeven Probleem met laadcel/laadcelkabel
Probleem met optelblok voor laadcellen
De massa-aflezingen zijn onnauwkeurig De vatgrootte is onjuist
De laadcelkalibratie is onnauwkeurig
De pH-aflezingen worden niet weergegeven of de pH-
zender herkent de sensor niet.
Probleem met pH-verbinding
Probleem met pH-kaart in de touchscreenconsole
De pH-aflezingen zijn onnauwkeurig
pH-aflezingen worden altijd weergegeven, zelfs zonder
aangesloten sensor of kabel
Probleem met pH-kalibratie
De geleidbaarheidsaflezingen worden niet weergegeven Probleem met de geleidbaarheidssensor
Probleem met de geleidbaarheidsverbinding
De geleidbaarheidsaflezingen zijn onnauwkeurig Probleem met de geleidbaarheidskalibratie
Probleem met de geleidbaarheidssensor
De BPC-druk wordt niet afgelezen
De druksensor in de BPC werkt niet
Verbindingsprobleem tussen een druksensor en de
touchscreenconsole
De aflezingen van de BPC-druk zijn onnauwkeurig
Probleem met de kalibratie van de druksensor
Verbindingsprobleem tussen een druksensor en de
touchscreenconsole
De BPC-drukmodule pompt geen lucht in de BPC nadat
op 'Start' (Starten) is gedrukt
Probleem met luchttoevoer in de touchscreenconsole
Probleem met de pneumatische magneetkleppen
Thermo Scientific
Hoofdstuk 7 | Onderhoud en probleemoplossing
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 158
Tabel 7.3. Problemen met de touchscreenconsole oplossen en potentiële oorzaken achterhalen (vervolg).
Probleem Potentiële oorza(a)k(en)
De touchscreenconsole regelt de TCU niet Probleem met TCU-parameters
Probleem met TCU-kabelsets
Een onderbreker van de touchscreenconsole slaat binnen
een periode van vier uur meerdere keren door
Inadequate stroomvoorziening: zorg dat er geen andere apparaten
op hetzelfde stopcontact zijn aangesloten.
Er wordt teveel stroom verbruikt door (al dan niet defecte) apparaten
die op hulpstopcontacten zijn aangesloten. Verwijder het of de
apparaten om de defecte component te vinden
Het HMI-scherm van de touchscreenconsole reageert niet Probleem met de software
Probleem met de elektrische hardware
De touchscreenconsole herkent een USB-stick niet De USB-stick heeft geen FAT-indeling
Probleem met elektronische hardware
De touchscreenconsole regelt een knijpventiel niet Onjuiste feedback- en controleaansluiting van knijpventiel
Probleem met persluchtingang
De touchscreenconsole regelt een extern apparaat niet
(uitgang van 4-20 mA)
Probleem met parameters op externe component
Probleem met kabelset
De touchscreenconsole herkent een hulpingang niet
(ingang van 4-20 mA)
Probleem met externe toevoer van 4-20 mA
Probleem met kabelset
Een hulponderbreker slaat binnen een periode van vier
uur meerdere keren door
Overbelasting van hulpstekkers
Probleem met onderbreker
De temperatuuraflezingen worden niet weergegeven of
herkennen een sensor niet
Probleem met RTD
Probleem met kabelset
De temperatuuraflezingen zijn onnauwkeurig Probleem met RTD
De temperatuurkalibratie is onnauwkeurig
Het digitale communicatieprotocol werkt niet Probleem met de software
Probleem met kabelset
De externe E-Stop wordt niet herkend Probleem met kabelset
Probleem met het circuit van de E-Stop
De zoemer van de E-Stop kan niet worden uitgeschakeld Probleem met het resetcircuit van de E-Stop
Probleem met zoemer
De zoemer van de E-Stop gaat niet aan wanneer er op de
knop van de E-Stop wordt gedrukt
Probleem met zoemer
Probleem met het circuit van de E-Stop
De hulpcontacten werken niet Een hulponderbreker is mogelijk doorgeslagen
Probleem met netsnoer
Waarschuwing voor oververhitting Probleem met uitlaatventilator
Probleem met inlaatventilator
HMI reageert langzaam of loopt achter Probleem met firmware
De gelijkstroommotor is oververhit Probleem met koelventilator
Probleem met bedrading
Thermo Scientific
Specificaties en
informatie over
onderdelen
Inhoudsopgave
8.1 Hardware-kenmerken
8.2 Hardwarespecificaties
8.3 Specificaties van de touchscreenconsole
8.4 BPC-specificaties
8.5 Accessoires en opties
8
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 159
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.1 Hardware-kenmerken
8.1.1 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 50, 100 en200 l
13. Standaard gereedschapsset: Vierkante momentsleutel van
10mm (3/8 inch) x 16,9 Nm (150 in-lb.) en vergrendelsleutel
voor laadcellen en motorkap
14. Gegolfde mantel 0,95 cm (3/8 inch)
15. Buitenste ondersteuningscontainer van roestvrij staal
16. Handgrepen met clips voor kabelbeheer
17. Mand (optioneel)
18. Openingen/pennen onderaan voor bevestiging en uitlijning
BPC
19. Aftapklep (alleen op modellen met mantel)
20. 3,81 cm (1,5 inch) poorten voor aansluiting met drie klemmen
voor watertoevoer/-afvoer (alleen op modellen met mantel)
21. Wielen (2 draaiend, 2 vast)
Afbeelding 8.1. S.U.M. met mantel, 200 l
(vooraanzicht).
Afbeelding 8.2. S.U.M. met mantel, 200 l
(achteraanzicht).
1. Powdertainer-arm (optioneel)
2. Mengsysteem met afscherming
3. Steun van lagerpoort met klem
4. Mixermotor
5. Aandrijfas, opgeborgen
6. Planken (optioneel)
7. Kijkvenster voor vloeistof
8. Touchscreenconsole
9. Sondecliphanger
10. Vensters voor sondetoegang
11. Wagen
12. Kabelbeheerhaken
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 160
14
13
16
17
18
20 21
19
15
1
2
3
4
8
7
5
69
10
11
12
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.1.2 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 500 en1.000 l
1. Powdertainer-arm (optioneel)
2. Mengeenheid met veiligheidsdeksel
3. Steun van lagerpoort met klem
4. Mixermotor
5. Aandrijfas, opgeborgen
6. Planken (optioneel)
7. Deur om BPC te laden, met kijkvensters voor
vloeistof
8. Touchscreenconsole
9. Sondecliphanger
10. Vensters voor sondetoegang
11. Wagen
12. Kabelbeheerhaken
13. Standaard gereedschapsset: Vierkante
momentsleutel van 10 mm (3/8 inch) x 16,9 Nm
(150 in-lb.) en vergrendelsleutel voor laadcellen
en motorkap
14. Gegolfde mantel 0,95 cm (3/8 inch)
15. Buitenste ondersteuningscontainer van
roestvrijstaal
16. Handgrepen met clips voor kabelbeheer
17. Mand (optioneel)
18. Uitsparing met verwijderbare beugel om BPC
teladen
19. Openingen/pennen onderaan voor bevestiging en
uitlijning BPC
20. Aftapklep (alleen op modellen met mantel)
21. 3,81 cm (1,5 inch) poorten voor aansluiting met
drie klemmen voor watertoevoer/-afvoer (alleen
op modellen met mantel)
22. Wielen (2 draaiend, 2 vast)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 161
Afbeelding 8.4. S.U.M. met mantel, 500 l
(achteraanzicht).
20
13
16
19
22
21
17
15
14
18
Afbeelding 8.3. S.U.M. met mantel, 500 l
(vooraanzicht).
1
2
3
4
8
5
10 11
9
7
6
12
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.1.3 Ontwerpkenmerken van S.U.M.'s van 2.000 l
Afbeelding 8.5. S.U.M. met mantel, 2.000 l
(vooraanzicht).
Afbeelding 8.6. S.U.M. met mantel, 2.000 l
(achteraanzicht).
1. Powdertainer-arm (optioneel)
2. Mengeenheid met veiligheidsdeksel
3. Steun van lagerpoort met klem
4. Mixermotor
5. Touchscreenconsole
6. Aandrijfas, opgeborgen
7. Kabelbeheerhaken
8. Venster sondetoegang
9. Sondecliphanger
10. BPC-laaddeur en kijkvensters voor vloeistof
11. Mand (optioneel)
12. Planken (optioneel)
13. Standaard gereedschapsset: Vierkante momentsleutel
van 10 mm (3/8 inch) x 16,9 Nm (150 in-lb.) en
vergrendelsleutel voor laadcellen en motorkap
14. Gegolfde mantel 0,95 cm (3/8 inch)
15. Buitenste ondersteuningscontainer van roestvrij staal
16. Achterdeur (om BPC te laden ), met kijkvenster
17. Openingen/pennen onderaan voor bevestiging en
uitlijning BPC
18. Aftapklep (alleen op modellen met mantel)
19. 3,81 cm (1,5 inch) poorten voor aansluiting met drie
klemmen voor watertoevoer/-afvoeren (alleen op
modellen met mantel)
20. Stelpoten (3)
1
2
3
4
5
6
9
8
11
10
12
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 162
13
16
17
18
14
15
19
20
7
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.2 Hardware-specificaties
De volgende tabellen en afbeeldingen bevatten specificatiegegevens
voor S.U.M.-systemen van 50, 100, 200, 500, 1.000 en 2.000 l
Opmerking: Afbeeldingen 8.7 tot en met 8.18 tonen mengers met
watermantels. Modellen zonder watermantel kunnen iets andere
afmetingen hebben. Zie de bij uw eenheid geleverde tekeningen voor
de exacte maten.
Tabel 8.1. Specificaties voor S.U.M.'s van 50 l
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 50 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 10 l
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 80 l
Diameter BPC-kamer 34,9 cm (13,75 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 84,8 cm (33,4 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 52,1 cm (20,5 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter) werkvolume 1,5:1
Ophopingsvolume < 50 ml
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,9:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter tank) 2/5
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 14,6 cm (5,75 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 20–356 RPM
Snelheid van tip 15 cm/s (28,5 ft/min) – 272 cm/s (535,4 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 12,5°
Verschuiving van middellijn roeras 1,9 cm (0,75 inch)
Totale lengte aandrijfas 91,7 cm (36,1 inch)
Diameter aandrijfas 1,27 cm (0.5 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 11,75 cm (4,63 inch)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 163
Thermo Scientific
Tabel 8.2. Specificaties voor S.U.M.'s van 50 l (vervolg).
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Borstelloos, 48 VDC
Nominaal motorvermogen 400 W (0,536 pk)
Motor: 48 V, 6,5 A
Nominaal motorkoppel 8,6 Nm (76 in-lb.)
Tandwielreductie 7,5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via communicatiepoorten
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 0,38 m2 (4,1 ft2) /
0,32 m2 (3,4 ft2)-
Mantelvolume 2 l (0,53 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 99 l/min (26,4 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem 1 inch -
Temperatuurre-
gulering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF2500: 2800/2500 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 1,2 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 2,7 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontainer
(zonder planken/mand)
Totale breedte 87 cm (34,1 inch)
Totale lengte 86 cm (33,9 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 152 cm (59,8 inch)
Gewicht droge skid (massa) 164,1 kg (360,8 lb.) 145,1 kg (319,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 214 kg (470,8 lb.) 195,1 kg (429,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van aandrijfas 228,6 cm (90 inch)
Nominale voeding 100-120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
220-240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type (Applisens, Broadley
James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5PG (pijp) schroefdraad
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid 20–80% zonder condensatie
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur S.U.M.: 2–40 +/- 0,1°C (36–104 +/- 0,2 °F)
Gelijkstroommotor 0–40°C
Motorsnelheid 20–356 RPM
Volumebereik 10–50 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 164
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.7. Afmetingen van S.U.M. van 50 l (vooraanzicht).
Afbeelding 8.8. Afmetingen van S.U.M. van 50 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.3. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 50 l.
Beschrijving Cat.nr.
50 l zonder mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0050.9001
50 l met mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0050.9002
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 165
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.4. Specificaties voor S.U.M.'s van 100 l
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 100 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 20 l (met complete mengschroefbedekking)
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 150 l
Diameter BPC-kamer 43,8 cm (17,25 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 100,8 cm (39,7 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 66 cm (26 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter) werkvolume 1,5:1
Ophopingsvolume < 50 ml
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,9:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter tank) 1/3
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 14,6 cm (5,75 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 20–356 RPM
Snelheid van tip 22,9 cm/s (45,2 ft/min) –
267,7 cm/s (526,9 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 15°
Verschuiving van middellijn roeras 5,08 cm (2 inch)
Totale lengte aandrijfas 104,4 cm (41,1 inch)
Diameter aandrijfas 1,27 cm (0.5 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 4,9 cm (1,93 inch)
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Borstelloos, 48 VDC
Nominaal motorvermogen 400 W (0,536 pk)
Motor: 48 V, 6,5 A
Nominaal motorkoppel 8,6 Nm (76 in-lb.)
Tandwielreductie 7,5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via communicatiepoorten
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 166
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.5. Specificaties voor S.U.M.'s van 100 l (vervolg).
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 0,69 m2 (7,4 ft2) /
0,41 m2 (4,4 ft2)-
Mantelvolume 4 l (1,1 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 100 l/min (26,4 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem
1 inch -
Temperatuurregu-
lering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF2500: 2800/2500 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 2 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 5,1 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontainer
(zonder planken/mand)
Totale breedte 87 cm (34,1 inch)
Totale lengte 92 cm (36,4 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 153 cm (60,2 inch)
Gewicht droge skid (massa) 172 kg (379,8 lb.) 194,1 kg (426,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 272,1 kg (600,8 lb.) 294,1 kg (647,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van aandrijfas 236,2 cm (93 inch)
Nominale voeding 100–120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
220–240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type
(Applisens, Broadley James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5 PG (pijp) schroefdraad
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid 20–80% zonder condensatie
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur S.U.M.: 2–40 ± 0,1°C (36–104 ± 0,2 °F)
Gelijkstroommotor 0–40°C
Motorsnelheid 20–356 RPM
Volumebereik 20–100 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 167
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.9. Afmetingen van S.U.M. van 100 l (vooraanzicht).
Afbeelding 8.10. Afmetingen van S.U.M. van 100 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.6. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 100 l.
Beschrijving Cat.nr.
100 l zonder mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0100.9001
100 l met mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0100.9002
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 168
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.7. Specificaties voor S.U.M.'s van 200 l
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 200 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 40 l (met complete mengschroefbedekking)
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 250 l
Diameter BPC-kamer 59,7 cm (20 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 123,4 cm (48,6 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 99 cm (39 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter)
werkvolume 1,5:1
Ophopingsvolume < 50 ml
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,95:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter
tank) 2/5
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 20 cm (7,87 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 20–356 RPM
Snelheid van tip 31,4–366,6 cm/s (61,9–721,6 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 12,5°
Verschuiving van middellijn roeras 6,4 cm (2,5 inch)
Totale lengte aandrijfas 129,5 cm (51 inch)
Diameter aandrijfas 1,27 cm (0.5 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 7,9 cm (3,1 inch)
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Borstelloos, 48 VDC
Nominaal motorvermogen 400 W (0,536 pk)
Motor: 48 V, 6,5 A
Nominaal motorkoppel 8,6 Nm (76 in-lb.)
Tandwielreductie 7,5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via communicatiepoorten
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 169
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.8. Specificaties voor S.U.M.'s van 200 l (vervolg).
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 1,2 m2 (13 ft2) /
0,69 m2 (7,4 ft2)-
Mantelvolume 6,5 l (1,7 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 99,4 l/min
(26,3 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem
1 inch -
Temperatuurre-
gulering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF2500: 2800/2500 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 3,4 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 6,8 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontai-
ner (zonder planken/
mand)
Totale breedte 90 cm (35,4 inch)
Totale lengte 107 cm (42 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 174 cm (68,5 inch)
Gewicht droge skid (massa) 259,1 kg (570,8 lb.) 230,1 kg (507,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 459,1 kg (1011,8 lb.) 430,1 kg (948,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van standaard aandrijfas 281,9 cm (111 inch)
Vereiste plafondhoogte voor laden van optionele 2-delige
aandrijfas 242,3 cm (95,4 inch)
Nominale voeding 100–120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
220–240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid 20–80% zonder condensatie
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type
(Applisens, Broadley James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5 PG (pijp) schroefdraad
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur S.U.M.: 2–40 ± 0,1°C (36–104 ± 0,2 °F)
Gelijkstroommotor 0–40°C
Motorsnelheid 20–356 RPM
Volumebereik 40–200 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 170
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.11. Afmetingen van S.U.M. van 200 l (vooraanzicht).
Afbeelding 8.12. Afmetingen van S.U.M. van 200 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.9. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 200 l.
Beschrijving Cat.nr.
200 l zonder mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0200.9001
200 l met mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0200.9002
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 171
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.10. Specificaties voor S.U.M.'s van 500 l
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 500 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 100 l (met complete mengschroefbedekking)
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 660 l
Diameter BPC-kamer 75,56 cm (29,75 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 146 cm (57,5 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 111,8 cm (44 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter) werkvolume 1,5:1
Ophopingsvolume < 100 ml
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,7:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter tank) 9/34
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 20 cm (7,87 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 20–356 RPM
Snelheid van tip 31,4–366,6 cm/s (61,9–721,6 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 20°
Verschuiving van middellijn roeras 10,56 cm (4,16 inch)
Totale lengte aandrijfas 152,4 cm (60 inch)
Diameter aandrijfas 1,27 cm (0.5 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 7,52 cm (2,96 inch)
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Borstelloos, 48 VDC
Nominaal motorvermogen 400 W (0,536 pk)
Motor: 48 V, 6,5 A
Nominaal motorkoppel -
Tandwielreductie 7,5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via
communicatiepoorten
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 172
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.11. Specificaties voor S.U.M.'s van 500 l (vervolg).
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 2,2 m2 (23,9 ft2) /
1,4m2 (14,8 ft2)-
Mantelvolume 11 l (2,9 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 96,8 l/min
(25,5 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem 1 inch -
Temperatuurre-
gulering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF10000: 6100/10000 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 2,6 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 3,7 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontainer
(zonder planken/mand)
Totale breedte 118 cm (46,2 inch)
Totale lengte 132 cm (51,8 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 197 cm (77,7 inch)
Gewicht droge skid (massa) 424,1 kg (935,8 lb.) 326,1 kg (718,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 924,1 kg (2037,8 lb.) 826,1 kg (1820,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van standaard aandrijfas 320 cm (126 inch)
Vereiste plafondhoogte voor laden van optionele 2-delige
aandrijfas 275,6 cm (108,5 inch)
Nominale stroomvoorziening 100–120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
220–240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type
(Applisens, Broadley James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5 PG (pijp) schroefdraad
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid 20–80% zonder condensatie
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur S.U.M.: 2–40 ± 0,1°C (36–104 ± 0,2 °F)
Gelijkstroommotor 0–40°C
Motorsnelheid 20–356 RPM
Volumebereik 100–500 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 173
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.13. Afmetingen van S.U.M. van 500 l (vooraanzicht).
Afbeelding 8.14. Afmetingen van S.U.M. van 500 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.12. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 500 l.
Beschrijving Cat.nr.
500 l zonder mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0500.9001
500 l met mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM0500.9002
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 174
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.13. Specificaties voor S.U.M.'s van 1.000 l
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 1.000 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 200 l (met complete mengschroefbedekking)
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 1.380 l
Diameter BPC-kamer 105,4 cm (41,52 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 157,2 cm (61,9 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 115,6 cm (45,5 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter) werkvolume 1,1:1
Ophopingsvolume < 300 ml
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,2:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter tank) 8/25
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 20 cm (7,87 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 20–356 RPM
Snelheid van tip 31,4–366,6 cm/s (61,9–721,6 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 22°
Verschuiving van middellijn roeras 12,7 cm (5 inch)
Totale lengte aandrijfas 152,4 cm (60 inch)
Diameter aandrijfas 1,27 cm (0.5 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 11,81 cm (4,65 inch)
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Borstelloos, 48 VDC
Nominaal motorvermogen 400 W (0,536 pk)
Motor: 48 V, 6,5 A
Nominaal motorkoppel 8,6 Nm (76 in-lb.)
Tandwielreductie 7,5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via
communicatiepoorten
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 175
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.14. Specificaties voor S.U.M.'s van 1.000 l (vervolg).
Alleen gelijkstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 3,5 m2 (37,6 ft2) /
2,1m2 (22,7 ft2)-
Mantelvolume 17,5 l (4,6 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 102 l/min
(27 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem 1 inch -
Temperatuurre-
gulering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF24000: 22500/24000 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 1,6 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 2,3 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontainer
(zonder planken/mand)
Totale breedte 144 cm (56,4 inch)
Totale lengte 158 cm (62,3 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 200 cm (78,7 inch)
Gewicht droge skid (massa) 559,1 kg (1232,8 lb.) 439 kg (967,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 1559,1 kg (3437,8 lb.) 1439,1 kg
(3172,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van standaard
aandrijfas 320 cm (126 inch)
Vereiste plafondhoogte voor laden van optionele 2-delige
aandrijfas 277,6 cm (109,3 inch)
Nominale voeding 100–120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
200–240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type
(Applisens, Broadley James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5 PG (pijp) schroefdraad
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid 20–80% zonder condensatie
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur S.U.M.: 2–40 ± 0,1°C (36–104 ± 0,2 °F)
Gelijkstroommotor 0–40°C
Motorsnelheid 20–356 RPM
Volumebereik 200–1.000 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 176
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.15. Afmetingen van S.U.M. van 1.000 l (vooraanzicht).
Afbeelding 8.16. Afmetingen van S.U.M. van 1.000 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.15. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 1.000 l.
Beschrijving Cat.nr.
1.000 l zonder mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM1000.9001
1.000 l met mantel, gelijkstroommotor, touchscreenconsole, met laadcellen SUM1000.9002
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 177
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.16. Specificaties voor S.U.M.'s van 2.000 l
Alleen wisselstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Mengergeometrie
Nominaal werkvolume van vloeistof 2.000 l
Minimaal werkvolume van vloeistof 400 l (met complete
mengschroefbedekking)
Totaal kamervolume (vloeistof en gas) 2.700 l
Diameter BPC-kamer 135 cm (53 inch)
Schouderhoogte BPC-kamer 185 cm (73 inch)
Vloeistofhoogte en nominaal werkvolume 140 cm (55 inch)
Vloeistofgeometrie bij verhouding (hoogte/diameter) werkvolume 1:1
Ophopingsvolume < 1 l
Algemene mengergeometrie (verhouding hoogte/diameter) 1,2:1
Tankschotten Geen
Mengschroef
Mengschroef (hoeveelheid x aantal schoepen) 1 x 3
Schaal van mengschroef (diameter mengschroef/diameter tank) 1/5
Pitch van mengschroefschoepen (hoek) 45°
Mengschroefdiameter 25,02 cm (9,85 inch)
Schudden
Bereik mengsnelheid 30–350 RPM
Snelheid van tip 39,4–459,7 cm/s (77,6–904,8 ft/min)
Mengstroomrichting linksom Omlaag pompen
Opgeloste hoek roeras 27°
Verschuiving van middellijn roeras 17,8 cm (7 inch)
Totale lengte aandrijfas 192,5 cm (75,78 inch)
Diameter aandrijfas 1,9 cm (0,75 inch)
Buitendiameter plastic omhulsel aandrijfas 2,54 cm (1 inch)
Vrije ruimte mengschroef vanaf tankbodem 5,08 cm (2 inch)
Motor
Motoraandrijving roermechanisme (type, spanning, fase) Inductie, 208 VAC, 3-fasig
Nominaal motorvermogen 745,7 W (1 pk)
Motor: 208 VAC, 3,2 A
Nominaal motorkoppel 18 Nm (159 in-lb.)
Tandwielreductie 5:1
Methodes voor motorcommunicatie Op de touchscreenconsole via
communicatiepoorten
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 178
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.17. Specificaties voor S.U.M.'s van 2.000 l (vervolg).
Alleen wisselstroommotoren
Mantel Zonder mantel
Vloeistofmantel
Manteloppervlak: vol/half volume 5,3 m2 (57,3 ft2) /
3,3 m2 (35,5 ft2)-
Mantelvolume 26 l (6,9 gal.) -
Manteldebiet bij 3,4 bar (50 psi) 93 l/min (24,5 gal/min) -
Procesverbinding Hygiënische drieklem 1
inch -
Temperatuurregu-
lering
TCU-model: maximale verwarming/koeling TF24000:
22.500/24.000 W -
Geschatte opwarmtijd voor vloeistof (5–37°C) 2,7 uur -
Geschatte afkoeltijd voor vloeistof (37–5°C) 3,9 uur -
RTD of thermokoppel, 3,18 mm (1/8 inch) OD Pt-100 (standaard)
Ondersteuningscontainer
(zonder planken/mand)
Totale breedte 180 cm (70,7 inch)
Totale lengte 171 cm (67,4 inch)
Algehele hoogte (zonder Powdertainer-arm) 225 cm (88,5 inch)
Gewicht droge skid (massa) 755,1 kg (1664,8 lb.) 551,1 kg (1214,8 lb.)
Gewicht natte skid–nominaal werkvolume (massa) 2755,1 kg (6073,8 lb.) 2551,1 kg (5623,8 lb.)
Algemeen
Vereiste plafondhoogte voor laden van standaard aandrijfas 292,1 cm (115 inch)
Nominale voeding 100–120 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15 A
220–240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 10,4 A
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
pH- en DO-sonde —autoclaveerbaar type
(Applisens, Broadley James, Mettler-Toledo)
12 mm diameter x 215–235 mm invoerlengte x
13,5 PG (pijp) schroefdraad
Opslagtemperatuur -25–65°C
Relatieve vochtigheid
S.U.M.: 20–80% zonder condensatie
Wisselstroommotor: 100% max. (zonder enige
dauwcondensatie)
Aanbevolen
gebruiksparameters
Bereik van bedrijfstemperatuur 2–40 ± 0,1°C (36–104 ± 0,2 °F)
Motorsnelheid 30–350 RPM
Volumebereik 500–2.000 l
Maximale statische BPC-druk 0,03 bar (0,5 psi)
Maximale BPC-druk tijdens gebruik 0,007 bar (0,1 psi)
Continue bedrijfsduur 21 dagen mengen alleen bij nominaal volume
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 179
Afbeelding 8.17. Afmetingen van S.U.M. van 2.000 l (vooraanzicht).
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.18. Afmetingen van S.U.M. van 2.000 l (bovenaanzicht).
Tabel 8.18. Bestelgegevens voor S.U.M.'s van 2.000 l.
Beschrijving Cat.nr.
2.000 l zonder mantel, wisselstroommotor, touchscreenconsole, 240 V, met laadcellen SUM2000.9003
2.000 l met mantel, wisselstroommotor, touchscreenconsole, 240 V, met laadcellen SUM2000.9004
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 180
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.3 Specificaties van de touchscreenconsole
Zie tabel 8.18 hierna voor specificaties van de touchscreenconsole.
Tabel 8.19. Specificaties van de touchscreenconsole.
Specificaties
Algemeen
Afmetingen (B x H x D) 25 x 52 x 23,4 cm (9,84 x 20,42 x 9,21 inch)
Totaal gewicht 18,5kg (40,8lb)
HMI 21,34 cm (8,4 inch) lcd-scherm met capacitief touchscreen
Constructiemateriaal AISI 304 roestvrij staal
Elektrische eisen 120/240 VAC, 50/60 Hz, enkel, 15/10,4 A
Bereik luchtdruk 4,14–6,55 bar (60–95 psi)
Bereik van bedrijfstemperatuur 18–30°C
Ruisniveau < 70 dB op 1,5 m
Relatieve vochtigheid 15–80%
IP-classificatie IP54
RoHS 2011/65/EU Conform CE
Externe componenten en data
Pompen Ondersteunt diverse pompen met signaalcontrole van 4-20 mA
Laadcellen Mettler Toledo MTB
Ondersteunde pH-sensoren Thermo, Mettler Toledo, Broadley James
Ondersteunde geleidbaarheidssensoren Jumo, Mettler Toledo
Knijpventielen Bimba ACRO 935 knijpventiel 19 mm (3/4 inch) buitendiameter x
3,17 mm (1/8 inch) wandslang
Alarmen Ingesteld in de fabriek en door de gebruiker gedefinieerd
Communicatiepoorten USB, Ethernet, Profibus, Modbus RTU
E-Stop Geïntegreerd veiligheidscircuit voor volledig systeem (externe
E-Stop ook beschikbaar)
Bestandsindelingen CSV
Gegevensregistratie*
Overdracht van door de gebruiker gedefinieerde gegevens via
Ethernet, Profibus of Modbus RTU; 72-uurs gegevensopslag voor
export via USB
Gegevensexport* Lokaal via USB-flashstation, extern via pc/netwerk met Ethernet,
Profibus of Modbus RTU
*Ontwerp is niet compatibel met CFR11
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 181
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 182
Tabel 8.20. Meetopties en specificaties van de touchscreenconsole.
Laadcel Temperatuur pH Geleidbaarheid
BPC en
vloeistofdruk in
leidingen
Nauwkeurigheid
van RPM
Nauwkeurigheid na
kalibratie
± 0,5% van volledige
schaal 0,2°C ± 0,05 pH ± 5%
± 3,5% van
volledige schaal
(30 psi)
1 RPM of 1%
van instelpunt
(grootste van de
twee)
Kalibratie 1 tot 3 punten en functie
voor nulstellen/tarreren 1 tot 3 punten 1 tot 3 punten 1 tot 3 punten 1 punt; nulstellen/
tarreren Oset van 1punt
Resolutie 0,1 kg 0,01°C 0,01 pH 1 µS/cm 0,01 psi. 0,1 RPM
Sensorbereik
50/100 l: 0–300 kg
200 l: 0–600 kg
500 l: 0–900 kg
1.000 l: 0–1500 kg
2.000 l: 0–3300 kg
0–200°C 0–14 20–20.000 µS/cm 0–30 psi 20–350 RPM
Maat-
eenheden kg Graden Celsius pH µS/cm psi RPM
Type sonde 3x Mettler Toledo MTB-
laadcellen RTD
Elektrochemisch
met S8-
connector van
225 mm
Tweepolige
geleidbaarheidssensor
Sensor voor
eenmalig gebruik,
onderdeel van
BPC en/of ontwerp
met eenheid voor
vloeistofoverdracht
N.v.t.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.4 BPC-specificaties
8.4.1 Standaard BPC's 50 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen
en specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 50 l.
Debestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.23.
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 50 l
(zondersondepoorten)
Tabel 8.21. BPC van 50 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop
van 12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
Ingestoken 12,7 mm
(1/2inch) MPX-inzetstuk
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 76 mm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
Voorkant
Achterkant
1
2
3
4
Mengschroef
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 183
Thermo Scientific
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 50 l
(zondersondepoorten)
Tabel 8.22. BPC van 50 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
Ingestoken 12,7 mm (1/2 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24inch)
Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall Acro 50)
5Vulleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Voorkant
Achterkant
Mengschroef 1
3
5
4
2
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 184
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.23. BPC van 50 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop van 12,7 mm
(1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
Ingestoken 12,7 mm (1/2 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatielijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 122 cm
(48 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-behuizing
met plug van 12,7 mm (1/2 inch)
4–5 Sondepoorten (2) Geen Aseptische Pall Kleenpak-connectoren
KPCHT-serie (vrouwelijk)
6
Thermowell/
monsternamelijn
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
7Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 76 mm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 50 l
(metsondepoorten)
Voorkant
Mengschroef
3
6
4–5
2
Achterkant
1
7
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 185
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.24. BPC van 50 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) Ingestoken 9,5 mm (3/8 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatielijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30
cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-behuizing
met plug van 12,7 mm (1/2 inch)
4–5 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
6
Thermowell/
monsternamelijn
voor kleine
volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
7Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch) Dop met pakking
8Vulleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 50 l
(metsondepoorten)
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 186
4–5
6
Meng-
schroef
Voorkant
3
1
2
7
8
Achterkant
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Bestelgegevens voor BPC's van 50 l
Zie tabel 8.23 voor bestelgegevens voor BPC's van 50 l Neem voor
meer informatie contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.
Opmerking sondepoorten: alle BPC's van 50 l met sondepoorten
zijn zo ontworpen dat sondes goed werken bij een turndown van 5:1.
Deze BPC's zijn alleen compatibel met de HyPerforma-hardware die in
deze publicatie wordt vermeld. Als u een oudere versie van de S.U.M.-
hardware gebruikt, mag u deze items niet gebruiken. Raadpleeg in
plaats daarvan de gebruikershandleiding of gegevensbladen van de
verouderde S.U.M.
Tabel 8.25. Bestelgegevens voor BPC's van 50 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
50 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30768.01
50 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30973.01
50 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30767.01
50 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30983.01
50 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31055.02
50 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31051.02
50 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31055.04
50 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31051.01
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 187
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.26. BPC van 100 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
Ingestoken 12,7 mm (1/2 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 76 mm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
8.4.2 Standaard BPC's 100 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen
en specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 100 l.
Debestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.28.
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 100 l
(zondersondepoorten)
Meng-
schroef 3
2
4
1
Voorkant
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 188
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.27. BPC van 100 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24inch)
Ingestoken 9,5 mm (3/8 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm
(4inch)
Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall Acro 50)
5Vulleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 100 l
(zondersondepoorten)
Meng-
schroef
Voorkant
3
2
5
4
1
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 189
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.28. BPC van 100 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
Ingestoken 9,5 mm (3/8 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatielijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4
Thermowell/
monsternamelijn voor
kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
5Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 76 mm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
6–7 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 100 l
(metsondepoorten)
Meng-
schroef
Voorkant
3
2
6–7
4
Achterkant 5
1
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 190
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.29. BPC van 100 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) Ingestoken 9,5 mm (3/8 inch)
MPX-inzetstuk
3Recirculatielijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 137 cm (54 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30
cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4
Thermowell/
monsternamelijn
voor kleine
volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
5Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch) Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall Acro 50)
6–7 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
8Vulleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 100 l
(metsondepoorten)
1
Achterkant
8
3
2
5
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 191
Meng-
schroef
Voorkant
6-7
4
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Bestelgegevens voor BPC's van 100 l
Zie tabel 8.28 voor bestelgegevens voor BPC's van 100 l Neem voor
meer informatie contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.
Opmerking sondepoorten: alle BPC's van 100 l met sondepoorten
zijn zo ontworpen dat sondes goed werken bij een turndown van 5:1.
Deze BPC's zijn alleen compatibel met de HyPerforma-hardware die in
deze publicatie wordt vermeld. Als u een oudere versie van de S.U.M.-
hardware gebruikt, mag u deze items niet gebruiken. Raadpleeg in
plaats daarvan de gebruikershandleiding of gegevensbladen van de
verouderde S.U.M.
Tabel 8.30. Bestelgegevens voor BPC's van 100 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
100 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH31046.01
100 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH31052.01
100 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH31046.03
100 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH31052.03
100 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31046.02
100 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31052.02
100 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31046.04
100 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31052.04
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 192
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.31. BPC van 200 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-inzetstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met plug 12,7 mm
(1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
8.4.3 Standaard BPC's 200 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen
en specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 200 l.
Debestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.33.
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 200 l
(zondersondepoorten)
Meng-
schroef 3
2
1
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 193
3
Achterkant
4
5
2
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.32. BPC van 200 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-inzetstuk met dop van 12,7 mm
(1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met plug 12,7 mm
(1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-behuizing
met plug van 12,7 mm (1/2 inch)
4Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 122 cm (48 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
5Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch) Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2micron PVDF—Pall Acro 50)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 200 l
(zondersondepoorten)
Meng-
schroef
1
Voorkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 194
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.33. BPC van 200 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met plug 12,7mm
(1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-behuizing met plug 12,7mm
(1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 137 cm
(54inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch), MPX-
behuizing met plug van 12,7 mm
(1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
5–6 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
7
Thermowell/
monsternamepoort
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 200 l
(metsondepoorten)
Meng-
schroef
2
3
15–6
7
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 195
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.34. BPC van 200 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm
(48inch)
MPX-inzetstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 6 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug 12,7 mm
(1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 122 cm
(48 inch) splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex
slang x 61 cm (24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch)
C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop van
12,7mm (1/2 inch), MPX-behuizing
met plug van 12,7 mm (1/2 inch)
4Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 122 cm (48 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
5–6 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
7
Thermowell/
monsternamepoort
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
8Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch) Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2micron PVDF—Pall Acro 50)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 200 l
(metsondepoorten)
1
Meng-
schroef
5–6
7
2
8
4
3
Voorkant
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 196
Thermo Scientific
Bestelgegevens voor BPC's van 200 l
Zie tabel 8.33 voor bestelgegevens voor BPC's van 200 l Neem voor
meer informatie contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.
Opmerking sondepoorten: alle BPC's van 200 l met sondepoorten
zijn zo ontworpen dat sondes goed werken bij een turndown van 5:1.
Deze BPC's zijn alleen compatibel met de HyPerforma-hardware die in
deze publicatie wordt vermeld. Als u een oudere versie van de S.U.M.-
hardware gebruikt, mag u deze items niet gebruiken. Raadpleeg in
plaats daarvan de gebruikershandleiding of gegevensbladen van de
verouderde S.U.M.
Tabel 8.35. Bestelgegevens voor BPC's van 200 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
200 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30750.01
200 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30973.02
200 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30753.01
200 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30983.02
200 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31054.02
200 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31053.02
200 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH31054.04
200 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH31053.04
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 197
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.36. BPC van 500 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 152 cm (60 inch) MPX-behuizing met plug
12,7mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 137 cm (54 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x
30cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
8.4.4 Standaard BPC's 500 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen
en specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 500 l.
Debestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.38.
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 500 l
(zondersondepoorten)
4
Achterkant
Meng-
schroef
1
2
3
Voorkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 198
3
2
5
4
Achterkant
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.37. BPC van 500 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 168 cm (66 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x
30cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall Acro
50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 152 cm (60 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 500 l
(zondersondepoorten)
Meng-
schroef
1
Voorkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 199
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.38. BPC van 500 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met plug
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 152 cm (60 inch) MPX-behuizing met plug
12,7 mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 168 cm (66 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm
(12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7 mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
5–6 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
7Ongebruikt Geen Plug
8
Thermowell/
monsternamepoort
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 500 l
(metsondepoorten)
3
2
Meng-
schroef
1
8
5–6
7
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 200
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.39. BPC van 500 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 168 cm (66 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30
cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7 mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob
ventilatiefilter (0,2 micron
PVDF—Pall Acro 50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 152 cm (60 inch)
SterilEnz-aansluiting met
drie klemmen 38,1 mm
(1,5inch)
6–7 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
8
Dompelhuls/
monster met klein
volume
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 500 l
(metsondepoorten)
Achterkant
3
5
4
2
Voorkant
1
6–7
8
Meng-
schroef
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 201
Thermo Scientific
Bestelgegevens voor BPC's van 500 l
Zie onderstaande tabel 8.40 voor bestelgegevens voor BPC’s
van 500 l Neem voor meer informatie contact op met uw
verkoopvertegenwoordiger.
Tabel 8.40. Bestelgegevens voor BPC's van 500 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
500 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30751.01
500 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30973.03
500 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30754.01
500 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30983.03
500 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30751.02
500 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30974.03
500 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30754.02
500 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30982.03
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 202
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.41. BPC van 1.000 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 183 cm (72 inch) MPX-behuizing met plug
12,7 mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x
30,5cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7 mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
8.4.5 Standaard BPC's 1.000 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen en
specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 1.000 l. De
bestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.43.
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 1.000 l
(zondersondepoorten)
1
3
2
Meng-
schroef
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 203
Achterkant
3
2
4
5
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.42. BPC van 1.000 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x
30cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall
Acro50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 183 cm (72 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 1.000 l
(zondersondepoorten)
Voorkant
Meng-
schroef
1
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 204
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.43. BPC van 1.000 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met plug
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met plug
12,7 mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 198 cm (78 inch) splitst
in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 61 cm (24 inch) en
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7 mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
5–6 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
7Ongebruikt Geen Plug
8
Thermowell/
monsternamepoort
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 1.000 l
(metsondepoorten)
Meng-
schroef
3
1
8
5–6
7
2
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 205
3
5
4
2
Achterkant
Thermo Scientific
Tabel 8.44. BPC van 1.000 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm
(12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob ventilatiefilter
(0,2 micron PVDF—Pall
Acro50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 183 cm (72 inch) SterilEnz-aansluiting met drie
klemmen 38,1 mm (1,5 inch)
6–7 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
8Ongebruikt Geen Plug
9
Dompelhuls/
monster met
klein volume
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 1.000 l
(metsondepoorten)
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Meng-
schroef
6–7
8
9
1
Voorkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 206
Thermo Scientific
Bestelgegevens voor BPC's van 1.000 l
Zie onderstaande tabel 8.43 voor bestelgegevens voor BPC's
van 1.000 l Neem voor meer informatie contact op met uw
verkoopvertegenwoordiger.
Tabel 8.45. Bestelgegevens voor BPC's van 1.000 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
1.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30752.02
1.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30973.04
1.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30755.01
1.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30983.04
1.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30752.02
1.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30974.04
1.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30755.02
1.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30982.04
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 207
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.46. BPC van 2.000 l zonder sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop van
12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 183 cm (72 inch) MPX-behuizing met plug
12,7mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30,5
cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
8.4.6 Standaard BPC's 2.000 l
Zie de volgende paragrafen voor verschillende tekeningen
en specificaties van de standaard S.U.M. BPC van 2.000 l.
Debestelgegevens voor alle typen vindt u in tabel 8.48.
Poeder-op-vloeistof BPC van 2.000 l (zonder sondepoorten)
4
Voorkant
1
2
Meng-
schroef
3
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 208
Thermo Scientific
Achterkant
3
2
4
5
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.47. BPC van 2.000 l zonder sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5 mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch) splitst
in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) en
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7 mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob
ventilatiefilter (0,2 micron
PVDF—Pall Acro 50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 183 cm (72 inch)
SterilEnz-aansluiting met
drie klemmen 38,1 mm
(1,5 inch)
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 2.000 l
(zondersondepoorten)
Voorkant
Meng-
schroef
1
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 209
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.48. BPC van 2.000 l met sondepoorten voor poeder-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met plug
12,7mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 12,7 mm (1/2 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-behuizing met plug
12,7mm (1/2 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 198 cm (78 inch)
splitst in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 61 cm
(24 inch) en 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 30
cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug van
12,7mm (1/2 inch)
4Poedertoevoerpoort Sanitaire aansluiting 7,6 cm (3 inch), aansluiting met drie klemmen Dop met pakking
5–6 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
7Ongebruikt Geen Plug
8
Thermowell/
monsternamepoort
voor kleine volumes
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard poeder-op-vloeistof BPC van 2.000 l
(metsondepoorten)
Meng-
schroef
3
1
8
5–6
7
2
Voorkant
4
Achterkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 210
Thermo Scientific
3
5
4
2
Achterkant
Tabel 8.49. BPC van 2.000 l met sondepoorten vloeistof-op-vloeistof toepassingen.
Artikel Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
1Afvoer onderkant 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex-slang x 122 cm (48 inch) MPX-inzetstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch)
2Toevoerleiding 9,5 mm (3/8 inch) x 15,9 mm (5/8 inch) C-Flex-slang x 61 cm (24 inch) MPX-behuizing met plug
9,5 mm (3/8 inch)
3Recirculatie-/
monsternamelijn
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 198 cm (78 inch) splitst
in 12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 61 cm (24 inch) en
12,7 mm (1/2 inch) x 19,1 mm (3/4 inch) C-Flex slang x 30 cm (12 inch)
MPX-invoegstuk met dop
van 12,7 mm (1/2 inch),
MPX-behuizing met plug
van 12,7 mm (1/2 inch)
4Ventilatiefilter 6,4 mm (1/4 inch) x 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex-slang x 10,2 cm (4 inch)
Steriel hydrofoob
ventilatiefilter (0,2 micron
PVDF—Pall Acro 50)
5Vulleiding 19,1 mm (3/4 inch) x 25,4 mm (1 inch) C-Flex slang x 183 cm (72 inch)
SterilEnz-aansluiting met
drie klemmen 38,1 mm
(1,5 inch)
6–7 Sondepoorten (2) Geen
Aseptische Pall Kleenpak-
connectoren KPCHT-serie
(vrouwelijk)
8Ongebruikt Geen Plug
9
Dompelhuls/
monster met klein
volume
Thermowell-adapter voor diameter van 3,2 mm (1/8 inch)
3,2 mm (1/8 inch) x 6,4 mm (1/4 inch) C-Flex-slang x 30 cm (12 inch)
Luer en SmartSite
Kleppoort
Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC van 2.000 l
(metsondepoorten)
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Meng-
schroef
6-7
8
9
1
Voorkant
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 211
Thermo Scientific
Bestelgegevens voor BPC's van 2.000 l
Zie onderstaande tabel 8.43 voor bestelgegevens voor BPC's
van 2.000 l Neem voor meer informatie contact op met uw
verkoopvertegenwoordiger.
Tabel 8.50. Bestelgegevens voor BPC's van 2.000 l.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
2.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30770.01
2.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30973.05
2.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten CX5-14 SH30769.01
2.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC zonder sondepoorten Aegis5-14 SH30983.05
2.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30770.02
2.000 l Standaard poeder-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30974.05
2.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten CX5-14 SH30769.02
2.000 l Standaard vloeistof-op-vloeistof BPC met sondepoorten Aegis5-14 SH30982.05
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.4.7 Standaard open-top liners en mengschroefhulzen
Zie de onderstaande tekeningen en tabellen 8.498.51 voor
specificaties en bestelgegevens voor open-top liners en
mengschroefhulzen.
Afvoer onderkant
Tabel 8.51. Standaard open-top liner.
Beschrijving Buizenset (ID x OD x lengte) Eindbehandeling
Afvoer onderkant 182,9 mm (72 inch) van 12,7 mm (1/2 inch) C-Flex slangen Connector voor MPX-
invoegstuk
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 212
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Snelaansluiting
Huls [slang met
binnendiameter van
1,9 cm (3/4 inch)]
Mengschroef
Let op: de lagerpot voor open-top mengen wordt standaard
samen met de tankhardware geleverd. De eindbehandeling voor de
mengschroef voor 2.000 l heeft een aansluiting met drie klemmen in
plaats van een snelaansluiting.
Bestelgegevens voor open-top liners en mengschroefhulzen
Tabel 8.52. Bestelgegevens voor open-top liners voor de S.U.M.
Afmetingen Beschrijving Filmtype Cat.nr.
50 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.04
100 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.06
200 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.01
500 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.02
1.000 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.03
2.000 l Standaard open-top liner CX3-9 SH30762.05
Tabel 8.53. Bestelgegevens voor mengschroefhulzen voor de S.U.M.
Afmetingen Beschrijving Cat.nr.
50 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30749.06
100 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30749.14
200 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30749.08
500 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30749.10
1.000 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30749.10
2.000 l Mengschroefhuls voor open-top mengen SH30772.01
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 213
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
8.4.8 Aangepaste BPC-producten
Zie tabel 8.52 hierna voor beschrijvingen van verschillende
aangepaste BPC-producten. Neem voor meer informatie contact op
met uw verkoopvertegenwoordiger.
Let op: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle poorten. Poorttype,
poortlocatie, kamerafmetingen en mengeenheid zijn niet aanpasbaar.
Zie voor meer informatie de selectiegidsen in de BPC-catalogus.
Tabel 8.54. Specificatiegegevens voor aangepaste BPC-producten.
Categorie Opties/capaciteiten Opmerkingen
Buistype C-Flex, platinum-cured silicone, PVC, PharMed,
PharmaPure
Meer informatie is beschikbaar in de
Keuzegids voor buizen.
Grootte van de buis Bereiken met binnendiameters van 3,18–25,4
mm (1/8–1 inch) in verschillende lengtes
Meer informatie is beschikbaar in de
Keuzegids voor buizen.
Connectoren
Luers, CPC-snelaansluitingen, SIP-connectoren,
drieklem, Kleenpak, Lynx, SmartSite, Clave, Lynx
steam thru, CPC steam thru, Gore stoomklep,
Gore Mini TC, BioQuate, SterilEnz, eindplug enz.
Meer informatie is beschikbaar in de
Keuzegids voor aansluitsystemen.
Sondepoorten/
lijntoevoerpoorten
Poorten kunnen worden toegevoegd als ze
compatibel zijn met de hardware.
De herbruikbare sondeconnector
is geschikt voor Kleenpak- of
AseptiQuik-connectoren
Wegwerpsensoren
Druksensor: PendoTECH- en Thermo Scientific-
oplossingen (PendoTECH is standaard aanwezig
op 500 l en 1.000 l)
DO en pH: Thermo Scientific en PreSens
pH: Mettler Toledo
Keuze aan gekwalificeerde
leveranciers is beschikbaar
Poortmaten Enkel beperkte engineer-to-order aanpassing
Afhankelijk van de locatie in de BPC
en pasvorm binnen de hardware
(bijv. een poort met een diameter van
2,54 cm (1 inch) op een aftapleiding)
Herschikking van lijnen aan
bestaande poorten
Beperkte aanpassingsmogelijkheden,
zoals verplaatsing van de monstername-/
thermowellpoort van een sondeslangpoort,
of omwisseling van uitlaatleiding en
vloeistofleidingen
Afhankelijk van de locatie in de BPC
en pasvorm binnen de hardware
Lijnen met ondergedompelde
buizen Beperkte aanpassing mogelijk Lengte kan de mengschroef en as
niet storen
Filters aan media- en
supplementinlaten
Alleen beperkte engineer-to-order aanpassing—
keuze van filters voor sterilisatie van
binnenkomende media of toevoegingen is
beschikbaar
N.v.t.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 214
Tabel 8.55. Informatie over BPC-verpakking
Buitenverpakking 'Plat verpakt' geleverd met twee polyethyleen buitenlagen
Label Beschrijving, productcode, partijnummer, vervaldatum op buitenverpakking, verzenddoos
Gammastraling Straling (25 tot 40 kGy) in buitenverpakking
Verzonden container Duurzame kartonnen doos
Documentatie Analysecertificaat wordt voor elke levering bij elke partij verschaft
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 215
8.5 Specificaties van accessoires en opties
De volgende paragrafen bevatten informatie over accessoires en
opties voor de S.U.M.
8.5.1 Laadcellen
Laadcellen werken als een mechanisch ophang- en weegsysteem op
de S.U.M. Laadcellen kunnen worden aangeschaft op het moment
van verkoop van de apparatuur of als retro-fit kits voor bestaande
S.U.M.-eenheden. Laadcelsystemen bestaan uit drie laadcellen, een
optelblok, een display en bedrading.
Laadcellen uit de Mettler Toledo 0745A-serie worden gebruikt om
met S.U.M.-eenheden van 2.000 l te kunnen wegen (afbeelding 8.19).
Mettler Toledo MTB-laadcellen (afbeelding 8.20 en 8.21) worden
gebruikt om met alle andere S.U.M.-eenheden te kunnen wegen.
Afbeelding 8.19. Mettler Toledo 0745A-laadcel voor
de S.U.M. van 2.000 l
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.20. Mettler Toledo MTB-
laadcel voor S.U.M-eenheden van
50—1.000 l
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 216
Afbeelding 8.21. Close-up van Mettler
Toledo MTB-laadcel.
Laadcellen worden gewoonlijk radiaal gemonteerd in sets van drie.
De montagelocatie is iets anders voor elke grootte om de onderste
afvoer- of spoelsystemen en -slangen gemakkelijker toegankelijk
te maken. Zie tabel 8.54 voor specificaties van de laadcellen en
tabel8.55 voor bestelgegevens.
Tabel 8.56. Specificatiegegevens voor S.U.M.-laadcellen.
Parameter weegmodule S.U.M. 50–100 l S.U.M. 200 l S.U.M. 500 l S.U.M. 1.000 l S.U.M. 2.000 l
Modelnummer MTB-100 MTB-200 MTB-300 MTB-500 0745A
Nominale capaciteit
perlaadcel 100 kg (220 lb) 200 kg (441 lb) 300 kg (661 lb) 500 kg (1102 lb) 1100 kg (2500 lb)
Veilige laadlimiet 150% van nominale capaciteit
Veilige laadlimiet zijkant 100% van nominale capaciteit
Veilige dynamische lading 70% van nominale capaciteit
Gewicht (inclusief laadcel),
nominaal 0,6 kg (1,3 lb)
Volledige eenheid
7,2 kg (16 lb)
Alleen laadcel
0,9 kg (1,98 lb)
Materiaal 304 roestvrij staal
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 217
Tabel 8.57. Bestelgegevens voor laadcelkits van Mettler Toledo.
Afmetingen Beschrijving Cat.nr.
50, 100 l (3) Laadcel met kabels SV51145.01
200 l (3) Laadcel met kabels SV51145.02
500 l (3) Laadcel met kabels SV51145.03
1.000 l (3) Laadcel met kabels SV51145.05
2.000 l (3) Laadcel met kabels SV51146.04
8.5.2 Powdertainer-arm
De Powdertainer-arm is als optie beschikbaar voor poeder-op-
vloeistof toepassingen. Powdertainer-armen zijn verkrijgbaar in twee
maten: één voor eenheden van 50 tot 1.000 l, en één voor eenheden
van 2.000 l (afbeelding 8.22). De arm houdt de poedercontainer
boven de mixer vast en bevestigt deze met een klem aan de BPC.
De arm kan verticaal worden aangepast en is draaibaar zodat
de poedercontainer handig op de hanger kan worden getild. Zie
tabel8.56 voor bestelgegevens voor de Powdertainer-arm.
Powdertainer-
haak
Bevestigings-
mechanisme
voor tanks
Klem voor
Powdertainer
naar BPC-
poort
Afbeelding 8.22. Powdertainer-armen voor eenheden van 50–1.000 l (links)
en eenheden van 2.000 l (rechts)
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 218
Tabel 8.58. Bestelgegevens voor Powdertainer-armen.
Afmetingen Beschrijving Cat.nr.
50–1.000 l Powdertainer-arm voor mixers van 50–1.000 l SV51002.01
2.000 l Powdertainer-arm voor mixers van 2.000 l SV51002.02
8.5.3 Kabelbeheersysteem
Het kabelbeheersysteem (afbeelding 8.23) is een accessoire dat
gebruikers helpt de draden en kabels uit de touchscreenconsole
bij elkaar te houden. Indien bij uw systeem besteld, zijn de
kabelbeheerhaken bij levering al aan de mixer bevestigd.
Kabelbeheersystemen kunnen ook achteraf aan bestaande S.U.M.-
eenheden worden toegevoegd. Zie tabel 8.57 voor bestelgegevens
voor kabelbeheersystemen.
Afbeelding 8.23. Kabelbeheerarm.
Tabel 8.59. Bestelgegevens voor kabelbeheersysteem.
Afmetingen Beschrijving Cat.nr.
50–2.000 l Kabelbeheerarm SV50992.12
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 219
Afbeelding 8.24. Autoclaaftray
voor aseptische Kleenpak-
connectoren.
Ontwerpelementen zijn:
Gemaakt van roestvrij staal
Een plastic handgreep voor
gemakkelijk transport meteen
vanuit de autoclaaf
Mogelijkheid om sondes onder
een hoek van 15% te plaatsen
voor een grotere levensduur van
sonde/membraan
Mogelijkheid om te voorkomen
dat de sondebalgen
samenvouwen tijdens de
sterilisatie
8.5.4 Diverse items
De volgende hulpcomponenten ondersteunen de werking van de
HyPerforma S.U.M. en verbeteren de prestaties van het hele systeem.
Bestelgegevens voor alle verschillende items vindt u in tabel 8.58.
Autoclaaftray voor sondes
De autoclaafplaat (afbeelding 8.24) bevat de elektrochemische sondes
en balg die worden geplaatst tijdens het autoclaaf-sterilisatieproces.
De tray biedt ruimte voor twee sondes.
Robuuste slangklemmen
Robuuste slangklemmen (afbeelding 8.25) worden gebruikt
om ongebruikte lijnsets dicht te knijpen en te voorkomen dat
procesvloeistoen ontsnappen. Slangklemmen moeten op hun
plek zitten voordat steriele sondes worden ingebracht, zodat de
sondepoorten afgesloten zijn.
Afbeelding 8.25. Slangklem.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 220
Knijpventielen
Knijpventielen (afbeelding 8.26) worden aangesloten op de
touchscreenconsole en worden gebruikt om de vloeistofstroom
door de BPC-slangen automatisch te reguleren tijdens het vullen
ofaftappen.
Afbeelding 8.26. Knijpventiel.
Sondeclips
Plastic sondeclips (afbeelding 8.27) worden gebruikt om sondes
op de S.U.M.-tank op hun plek te houden. De sondeclips kunnen
onafhankelijk worden verplaatst en zijn aangebracht op een dunne
beugel boven de uitsparing in de tank voor sondepoorten. Plastic
sondeclips worden bevestigd door ze met stevige druk op de beugel
aan te brengen.
Afbeelding 8.27. Plastic sondeclip.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Afbeelding 8.28. Watson-Marlow-
pompen op planken.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 221
Pompen
Pompen zijn optioneel voor S.U.M.-systemen. Indien gebruikt in
combinatie met de touchscreenconsole, stellen pompen gebruikers
in staat vloeistof automatisch bij te vullen en af te tappen en bolussen
tijdens het mengen toe te voeren. Verschillende pompmaten zijn
verkrijgbaar om in te spelen op de verschillende behoeften van
gebruikers (afbeelding 8.28). Grote pompen worden gebruikt om
vloeistof uit de S.U.M. aan te vullen en af te tappen. Kleine pompen
worden hoofdzakelijk gebruikt om bueroplossingen en pH-bolussen
tijdens het mengen toe te dienen.
Planken
Planken om pompen op te bergen (afbeelding 8.29) zijn een optioneel
accessoire voor S.U.M.-systemen. Er zijn drie schappen gemonteerd
op de arm die op de tank is bevestigd. Ze kunnen één grote en twee
kleine Watson-Marlow-pompen dragen.
Afbeelding 8.29. Pompplanken.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Mand
Een mand is als accessoire beschikbaar voor de S.U.M. De mand
biedt opslagruimte voor flessen met buer- of pH-oplossingen
(afbeelding 8.30). De mand wordt gemonteerd op de arm die boven
de pompplanken is bevestigd.
Bestelgegevens
Zie tabel 8.58 voor bestelgegevens voor diverse items.
Afbeelding 8.30. Mand voor
oplossingflessen.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 222
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Tabel 8.60. Bestelgegevens voor diverse items.
Beschrijving Cat.nr.
Autoclaaftray voor aseptische connectoren. SV50177.01
Sonde-eenheid (niet-steriel, voor gebruik in autoclaaf) SH30720.01
Sondeclips (4) SV50177P.01
Robuuste slangklemmen (enkel) SV20664.01
Robuuste slangklemmen (10) SV20664.04
Watson-Marlow 120 V wisselstroompomp — groot (0,004–6,85 l/min.) SV511054.01
Watson-Marlow 240 V wisselstroompomp — groot (0,004–6,85 l/min.) SV511054.02
Watson-Marlow 120 – 240 wisselstroompomp — klein (0,09–170 ml/min.) SV511054.03
Pompplanken en mand SV50236A.12
T-stekker — RS485/Modbus/Canbus SV51142.901
Terminator — RS485/Modbus/Canbus SV51142.900
T-stekker — Profibus SV51142.902
Terminator — Profibus SV51142.903
Eindstekker, externe E-Stop SV51142.904
pH-sonde (Thermo Scientific), 225 mm K8 SV51147.02
pH-sonde (Broadley James), 225 mm K8 SV51147.03
pH-sonde (Mettler Toledo), 225 mm K8 SV51147.01
RTD met dubbel element SV50999.08
Geleidbaarheidssonde (Jumo) SV51148.01
Geleidbaarheidssonde (Mettler Toledo) SV51148.02
Knijpventiel, vulleiding SV51108.05
Knijpventiel, aftapleiding SV51108.08
Kabel, hulpingang/uitgang 4-20 mA SV51142.01
Kabel, externe E-Stop SV51142.02
Kabel, extern alarm SV51142.03
Kabel, verouderd 17-pins SV51142.04
Kabel, Modbus TCP SV51142.100
Kabel, E-Box naar TCU (Lauda) SV51142.101
Kabel, E-Box naar TCU (Neslab) SV51142.102
Kabel, Profibus SV51142.103
Kabel, RS485/Modbus RTU SV51142.104
Kabel, CANBus SV51142.106
Kabel, enkele RTD SV51142.200
Kabel, dubbele RTD Lemo-connector (voor Lauda TCU) SV51142.201
Kabel, dubbele RTD DB9-connector (voor Neslab TCU) SV51142.202
Kabel, druksensor SV51142.300
Kabel, pH voor K8S-connector SV51142.400
Kabel, pH voor VP6-connector SV51142.401
Kabel, geleidbaarheidssensor met VarioPin-connector (Mettler Toledo) SV51142.500
Kabel, geleidbaarheidssensor met M12-connector (Jumo) SV51142.501
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 223
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 224
Tabel 8.61. Bestelgegevens voor diverse items (vervolg).
Beschrijving Cat.nr.
Kabel, gelijkstroommotor D-Sub, comm, en vermogen SV51142.600
Kabel, hulpuitgang voor wisselstroom SV51142.800
Kabel, voedingskabel voor wisselstroommotor SV50986.18
Motor, gelijkstroom met geïntegreerde aandrijving, 400 W,
overbrengingsverhouding 7,5:1 SV51152.01
Motor, wisselstroom, 1 pk, overbrengingsverhouding 5:1 SV50237.29
Touchscreenconsole SV51151.01
Reserveonderdelen
Zie de bij het ETP geleverde tekeningen voor informatie over
aanbevolen reserveonderdelen.
8.6 Configureerbare opties
Zie afbeelding 8.31–8.37 hierna voor configureerbare opties voor de
HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole.
Moet de
temperatuur
op de S.U.M.
worden
gecontroleerd?
Neslab
ThermoFlex
Nee
Ja
Is een
drukontlastingsklep
vereist?
Ja
Drukontlas-
tingsklep
van 150 psi
met indicator
Drukontlas-
tingsklep
van 75 psi
met indicator
Zal er
een TCU
worden
gebruikt?
Ja
Lauda
Varicool
Lauda
Integral T Anders
TCU-specifieke
comm.kabel
TCU-specifieke
RTD-kabel
RTD
Zal de
touchscreenconsole
worden gebruikt
om de temperatuur
te bewaken?
Ja
Nee
Welk merk
zal worden
gebruikt?
Afbeelding 8.31. Verplicht configureerbare opties voor S.U.M.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 225
Is een touchscreenconsole
voor de eenheid vereist?
(Universeel vermogen
108-240 VAC 50/60 Hz)
Nee
*AC-motors op aanvraag verkrijgbaar
voor S.U.M.'s van 50-1000 l
RVS 304 is standaard
RVS 316 is op aanvraag beschikbaar
Ja AC-motor*
van 2000 l en
AC-motormodule
DC-motor*
van 50-1000 l
Montage voor
rechtshandigen
(standaard) of
linkshandigen?
Vat opgesteld
voor
rechtshandigen
Vat opgesteld
voor
linkshandigen
Afbeelding 8.32. Motoropties.
Aandrijfas uit 2 stuk
Welke maat heeft
het S.U.M.-systeem?
50 l 100 l
Aandrijfas uit 1 stuk
200 l 500 l 1.000 l 2.000 l
Afbeelding 8.33. Opties voor aandrijfas.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 226
Zal de pH
met de
touchscreenconsole
worden gemeten?
Nee
Ja
Welke
pH-sensor
zal worden
gebruikt?
Finesse
(standaard)
SV51147.02
Mettler Toledo
SV51147.01
Anders
(op aanvraag)
of pH-sensor voor
eenmalig gebruik,
geïntegreerd
in de BPC
Broadley
James
SV51147.03
pH K8S-kabel
vereist
SV51142.400
Hoeveel sensoren
zullen tegelijkertijd
in de S.U.M. worden
gebruikt (max. 2)?
Geef het totale
aantal sensoren
en kabels op
dat met de
nieuwe S.U.M.
moet worden
geleverd
pH VP6-kabel
vereist
SV51142.401
Afbeelding 8.34. Opties voor pH-sensor.
Zal de
geleidbaarheid
met de
touchscreenconsol
worden
gemeten?
Nee
Ja
Welke
geleidbaarheidssensor
zal worden
gebruikt?
Jumo
(standaard)
SV51148.01
Mettler Toledo
SV51148.02
Mettler
Toledo-sensorkabel
SV51142.500
Jumo-sensorkabel
SV51142.501
Geef het totale
aantal sensoren
en kabels op dat
met de nieuwe
S.U.M. moet
worden geleverd
Hoeveel sensoren
zullen tegelijkertijd
in de S.U.M. worden
gebruikt (max. 2)?
Afbeelding 8.35. Opties voor geleidbaarheidssensor.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 227
Welke
voedingskabel
is vereist?
Kies één. Alle voedingskabels zijn 5 m
lang en hebben een C19-aansluiting:
*VS 20 A—SV51142.720
EURO 16 A—SV51142.700
VK 13 A—SV51142.702
China 16 A—SV51142.706
AUS/NZL 15 A—SV51142.701
Z.-Afrika 16 A—SV51142.703
Brazilië 16 A—SV51142.704
Italië 16 A—SV51142.705
Zwitserland 16 A—SV51142.707
Argentinië 16 A—SV51142.708
Israël 16 A—SV51142.709
India 16 A—SV51142.710
*Japan 20 A—SV51142.721
*Deze systemen van 2000 l
met AC-motors vereisen een
voedingskabel van 240 V
Afbeelding 8.36. Opties voor
voedingskabel.
Selecteer een
kabel uit de
lijst en geef het
aantal op
Aux in/out-kabel van 4-20 mA
Externe noodstopkabel
Externe alarmkabel
17-pin kabel (ouder model)
Modbus TCP-kabel
Kabel e-kast naar TCU (Lauda)
Kabel e-kast naar TCU (Neslab)
Profibuskabel
RS485/Modbus RTU-kabel
Canbuskabel
Enkele RTD-kabel
Kabel dubbele RTD Lemoconnector (voor Lauda TCU)
Kabel dual RTD DB9-connector (voor Neslab TCU)
Druksensorkabel
Kabel pH voor K8S-connector
Kabel pH voor VP-connector
Kabel geleidbaarheidssensor met VarioPin-connector
Kabel geleidbaarheidssensor met M12-connector
Kabel DC-motor D-Sub, comm.kabel en voedingskabel
AC-noodstroomkabel
Eindstekker resistor, RS485/Modbus/Canbus
T-distributeur, RS485/Modbus/Canbus
T-distributeur, Profibus
Eindstekker resistor, Profibus
Eindstekker, externe noodstop
Afbeelding 8.37. Kabelopties.
Zullen de pompen
middels de
touchscreenconsole
worden bestuurd?
Nee
Ja
Aftap-/vulpomp
0,004-6,85 l/min
240 VAC 50/60 Hz: SV51151.01
120 VAC 50/60 Hz: SV51151.02
Titratiepomp
0,09-170 ml/min
108-240 VAC 50/60 Hz:
SV51151.03
Welke
pompen
zijn vereist?
Kies welk aantal van
elke pomp vereist is
Opmerking: Een
veelgebruikte opstelling
bestaat uit eén
aftap-/vulpomp en
twee titratiepompen
Afbeelding 8.38. Pompopties.
Thermo Scientific
Hoofdstuk 8 | Specificaties en informatie over onderdelen
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 228
Kies
opties
Kabelbeheer (oude stijl)—
wordt aan de tegenovergestelde
zijde van de touchscreenconsole
bevestigd
Uitsluitend
Kabelbeheer (nieuwe stijl)—
Alleen beschikbaar met
touchscreenconsole
(wordt eronder bevestigd)
En/of
En/of Pomprekken—wordt aan de
tegenovergestelde zijde van de
touchscreenconsole bevestigd
Afbeelding 8.39. Opties voor secundaire montage.
Zullen
pneumatische
knijpventielen op de S.U.M.
worden gebruikt en worden
deze middels de
touchscreenconsole
bestuurd?
Nee
Ja
Kies
de locatie
van de
knijpventielen
Aftappen Voeden/
vullen Beide
Afbeelding 8.40. Opties voor knijpventielen.
Thermo Scientific
Algemene
bestelinformatie
Inhoudsopgave
9.1 Bestelinstructies
9.2 Contactgegevens voor bestellen en ondersteuning
9.3 Technische ondersteuning
9
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 229
Thermo Scientific
Hoofdstuk 9 | Algemene bestelinformatie
9.1 Bestelinstructies
BPC's en hardwarecomponenten voor de HyPerforma S.U.M. kunnen
rechtstreeks besteld worden bij Thermo Fisher Scientific. Deze
artikelen bestaan uit alle componenten met onderdeelnummers die
beginnen met de volgende tekens:
SH
SV
SUM
9.2 Contactgegevens voor bestellen en
ondersteuning
In Noord-, Midden- Zuid-Amerika en Azië
1726 Hyclone Drive
Logan, Utah 84321
Verenigde Staten
Tel: +1 435 792 8500
E-mail: customerservice.bioprocessing@thermofisher.com
In Europa
Unit 9 Atley Way
Cramlington, NE 23 1WA
Groot-Brittannië
Tel: +44 (1) 670 734 093
Fax: +44 (1) 670 732 537
E-mail: customerservice.bioprocessing@thermofisher.com
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 230
Thermo Scientific
Hoofdstuk 9 | Algemene bestelinformatie
9.3 Technische ondersteuning
Technische ondersteuning voor de HyPerforma S.U.M.'s is
beschikbaar in verschillende indelingen. Een gedeelte of alles van
het volgende kan van toepassing zijn, afhankelijk van persoonlijke
ervaringen en omstandigheden.
Hotline en e-mail voor technisch onderhoud
Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger van Thermo
Fisher Scientific voor algemene productprijzen, beschikbaarheid,
levering, bestelinformatie en klachten over producten.
Bel +1 435 792 8500 (Verenigde Staten) of +44 (1) 670 734 093
(Europa, Verenigd Koninkrijk) voor directe en onmiddellijke antwoorden
op algemene vragen over producten en technische productinformatie
(technische ondersteuning). U kunt ook contact opnemen met de
technische ondersteuning door een e-mail te sturen naar:
techsupport.bioprocessing@thermofisher.com
Eerste installatie en gebruik
De juiste technische ondersteuning is beschikbaar om te helpen bij de
eerste installatie van ieder S.U.M.-systeem. Als u hulp nodig heeft bij
het installeren en gebruiken van uw S.U.M.-systeem, vraag hier dan
naar als u het product koopt.
Training
Er zijn trainingen beschikbaar voor het opstarten en gebruiken
van de S.U.M. Neem voor meer informatie contact op met uw
verkoopvertegenwoordiger van Thermo Fisher Scientific.
Gebruikershandleiding HyPerforma S.U.M. met touchscreenconsole | 231
Bekijk meer informatie op thermofisher.com/sut
Voor onderzoek of verdere productie. Niet voor diagnostisch gebruik of directe toedieningen in mensen of dieren.
© 2021 Thermo Fisher Scientific Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsmerken zijn het eigendom van Thermo Fisher Scientific en haar
dochterondernemingen tenzij anders vermeld. CPC en AseptiQuik zijn handelsmerken van Colder Products Company. Pall, Kleenpak en Acro zijn
handelsmerken van Pall Corporation. Mettler Toledo is een handelsmerk van Mettler Toledo AG. SmartSite is een handelsmerk van Becton, Dickinson
and Company. Teflon is een handelsmerk van The Chemours Company. SterilEnz is een handelsmerk van PAW BioScience. PendoTECH is een
handelsmerk van PendoTECH. AC-Tech is een handelsmerk van Lenze. PharMed, PharmaPure en C-Flex zijn handelsmerken van Saint Gobain
Performance Plastics. BioQuate is een handelsmerk van General Electric Company. Gore is een handelsmerk van W. L. Gore & Associates, Inc. Lynx is
een handelsmerk van EMD Millipore Corporation. Watson-Marlow is een handelsmerk van Watson-Marlow, Inc. Clave is een handelsmerk van Victus.
PreSens is een handelsmerk van PreSens Precision Sensing GmbH. DOC0042NL Rev. C 0321
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237

Thermo Fisher Scientific HyPerforma Single-Use Mixer Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding