22
Veiligheidsinstructies
1. Algemene veiligheidsinstructies
LET OP! Lees alle voorschriften. Wan-
neer de volgende voorschriften niet in acht
worden genomen, kan dit een elektrische
schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben. Het hierna gebruikte begrip "elek-
trisch gereedschap" heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik
op het stroomnet (met aansluitkabel) en
op elektrische gereedschappen voor
gebruik met een accu (zonder aansluitka-
bel).
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED.
1.1 Werkomgeving
a) Houd uw werkomgeving schoon en
opgeruimd. Een rommelige of onver-
lichte werkomgeving kan tot ongeval-
len leiden.
b) Werk met het gereedschap niet in een
omgeving met explosiegevaar waar-
in zich brandbare vloeistoffen, gassen
of stof bevinden. Elektrische gereed-
schappen veroorzaken vonken die het
stof of de dampen tot ontsteking kun-
nen brengen.
c)Houd kinderen en andere personen tij-
dens het gebruik van het elektrische
gereedschap uit de buurt. Wanneer u
wordt afgeleid, kunt u de controle over
het gereedschap verliezen.
1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereed-
schap moet in het stopcontact passen.
De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapter-
stekkers in combinatie met geaarde
gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beper-
ken het risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam
met geaarde oppervlakken, bijvoor-
beeld van buizen, ver warmingen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische
schok wanneer uw lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van
water in het elektrische gereedschap
vergroot het risico van een elektrische
schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een ver-
keerd doel, om het gereedschap te
dragen of op te hangen of om de stek-
ker uit het stopcontact te trekken.
Houd de kabel uit de buurt van hitte,
olie, scherpe randen en bewegende
gereedschapdelen. Beschadigde of in
de war geraakte kabels vergroten het
risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen ver -
lengkabels te gebruiken die voor
gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd.
Het gebruik van een voor gebruik bui-
tenshuis geschikte verlengkabel beperkt
het risico van een elektrische schok.
1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en
ga met verstand te werk bij het gebruik
van het elektrische gereedschap.
Gebruik het gereedschap niet wanneer
u moe bent of onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een
moment van onoplettendheid bij het
gebruik van het gereedschap kan tot
ernstige verwondingen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermende
uitrusting en altijd een veiligheids-
bril. Het dragen van persoonlijke
beschermende uitrusting zoals een
stofmasker, slipvaste werkschoenen,
een veiligheidshelm of gehoorbe-
scherming, afhankelijk van de aard en
het gebruik van het elektrische gereed-
schap, vermindert het risico van ver-
wondingen.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen.
Controleer of de schakelaar in de
stand "UIT" staat voordat u de stekker
in het stopcontact steekt. Wanneer u
bij het dragen van het gereedschap uw
vinger aan de schakelaar hebt of wan-
neer u het gereedschap ingeschakeld
op de stroomvoorziening aansluit, kan
dit tot ongevallen leiden.
d)
Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het gereed-
schap inschakelt. Een instelgereed-
schap of sleutel in een draaiend deel
van het gereedschap kan tot verwon-
dingen leiden.
e) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat
u stevig staat en steeds in evenwicht
blijft. Daardoor kunt u het gereedschap
in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden.
Houd haren, kleding en handschoenen
uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lan-
ge haren kunnen door bewegende delen
worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofop-
vangvoorzieningen kunnen worden
gemonteerd, dient u zich ervan te ver -
zekeren dat deze zijn aangesloten en
juist worden gebruikt. Het gebruik van
deze voorzieningen beperkt het gevaar
door stof.
1.4 Gebruik en onderhoud van elektri-
sche gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet.
Gebruik voor uw werkzaamheden het
daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elek-
trische gereedschap werkt u beter en
veiliger binnen het aangegeven capaci-
teitsbereik.
b) Gebruikgeenelektrischgereedschap
waarvan de schakelaar defect is. Elek-
trisch gereedschap dat niet meer kan
worden in- of uitgeschakeld, is gevaar -
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap instelt, toe-
behoren wisselt of het gereedschap
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel
voorkomt onbedoeld starten van het
gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische
gereedschappen buiten bereik van
kinderen. Laat het gereedschap niet
gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwij-
zingen niet hebben gelezen. Elektri-
sche gereedschappen zijn gevaarlijk
wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070806 / 000 / 00