36
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt. Een instel-
gereedschap of sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig staat
en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangen-
de kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren -
kunnen door bewegende delen worden meegeno-
men.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzienin-
gen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van deze voorzienin-
gen beperkt het gevaar door stof.
3.1.4 Gebruik en onderhoud van elektrische
gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elektrische gereed-
schap werkt u beter en veiliger binnen het aangege-
ven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk
en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of haal het
accu-pack uit het gereedschap voordat u het gereed-
schap instelt, toebehoren wisselt of het gereed-
schap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
onbedoeld starten van het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap
niet gebruiken door personen die er niet mee ver-
trouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gele-
zen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wan-
neer deze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer
of bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet vastklemmen en of onderde-
len gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de
werking van het gereedschap nadelig wordt beïn-
vloed. Laat beschadigde delen repareren voordat
u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen heb-
ben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrische gereedschappen, toebeho-
ren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens
deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale gereed-
schapstype voorgeschreven. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werk-
zaamheden. Het gebruik van elektrische gereed-
schappen voor andere dan de voor ziene toepass-
ingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
3.1.5 Gebruik en onderhoud van accu-
gereedschappen
a) Controleer of het gereedschap uitgeschakeld is voor-
dat u de accu in het gereedschap zet. Het inzetten
van een accu in elektrisch gereedschap dat inge-
schakeld is, kan tot ongevallen leiden.
b) Laad accu's alleen op in oplaadapparaten die door
de fabrikant worden geadviseerd. Voor een oplaad-
apparaat dat voor een bepaald type accu geschikt is,
bestaat brandgevaar wanneer het met andere accu's
wordt gebruikt.
c) Gebruik alleen de daarvoor bedoelde accu's in de
elektrische gereedschappen. Het gebruik van andere
accu's kan tot verwondingen en brandgevaar leiden.
d) Voorkom aanraking van de niet-gebruikte accu met
paperclips, munten, sleutels, spijkers, schroeven
en andere kleine metalen voorwerpen die over-
brugging van de contacten kunnen veroorzaken.
Kortsluiting tussen de accucontacten kan brand-
wonden of brand tot gevolg hebben.
e) Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu lek-
ken. Voorkom contact. Spoel bij onvoorzien con-
tact met water af. Wanneer de vloeistof in de ogen
komt, dient u bovendien een arts te raadplegen.
Gelekte accuvloeistof kan tot huidirritaties en ver-
brandingen leiden.
3.1.6 Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met ori-
ginele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap
in stand blijft.
3.2 Productspecifieke veiligheidsinstructies
3.2.1 Veiligheid van personen
a)Wanneer het apparaat zonder stofzafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
b)Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kin-
deren of door zwakke, ongeschoolde personen.
c)Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
d)Stof van materiaal zoals loodhoudende ver f, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen
schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact
komen met of het inademen van dit stof kan leiden
tot allergische reacties en/of aandoeningen van de
luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in
de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eikenof
beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in
het bijzonder in combinatie met houtbewerkings-
middelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070616 / 000 / 00