32
NEDERLANDS
Batterijen vervangen (fig. A & B)
Het hulpstuk werkt op batterijen maat AAA.
Het signaal batterij leeg (8) verschijnt op de display
(3) om aan te geven dat de batterijen moeten
worden vervangen (fig. B).
• Schroef de deksel van het batterijcompartiment (7)
los en verwijder deze (fig. A).
• Vervang de batterijen. Zorg ervoor dat de nieuwe
batterijen in de aangegeven richting worden
geplaatst.
• Plaats de deksel van het batterijcompartiment
terug en sluit deze.
Vervang bij het vervangen van de
batterijen altijd alle batterijen tegelijk.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen
door elkaar.
Het hulpstuk installeren (fig. A, C1 & C2)
Het hulpstuk kan met of zonder de bijgeleverde klem
worden gebruikt. Bij gebruik met de klem kan het
hulpstuk op een maatstok, een landmeetstok,
een tapeind of een paal worden bevestigd.
Zonder de klem:
• Het hulpstuk is aan de bovenkant voorzien van
magneten (5) om het op een plafondsponning of
stalen tapbouten vast te zetten (fig. A).
• Het hulpstuk kan ook met de hand worden
vastgehouden, bijvoorbeeld tegen muren.
Met de klem:
• Bevestig het hulpstuk aan de klem (13) zoals
weergegeven en draai de knop (14) vast (fig. C1).
• Druk op de snelontgrendelingsknop (15) en trek
de draadpin (16) naar buiten (fig. C2).
• Houd het hulpstuk in de gewenste positie,
bijvoorbeeld tegen een maatstok.
• Draai de knop (17) vast.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
• Verwijder voordat u voor de eerste keer met het
hulpstuk gaat werken de bescherming van de
schermen en gooi deze weg.
• Houd terwijl u met het hulpstuk werkt het
geluidssignaal actief zolang de richtpositie van de
laserstraal nog niet is gedetecteerd.
Het geluidssignaal wordt alleen weergegeven als
de laserstraal het straaldetectievenster kruist.
In- en uitschakelen (fig. A & B)
• Druk om in te schakelen op de knop (1) (fig. A).
Terwijl het signaal stroom aan (9) op de display (3)
verschijnt, knippert de indicatielijn van de
richtstraal (11) één keer en klinkt er gedurende
een seconde een geluidssignaal (fig. B).
• Als het hulpstuk gedurende ongeveer vijf minuten
niet wordt gebruikt, wordt het automatisch
uitgeschakeld.
Het volume van het geluidssignaal instellen (fig. A)
• Druk op de knop (2). Iedere keer als de knop
wordt ingedrukt verspringt het volume cyclisch
van ‘hoog’ via ‘laag’ naar ‘uit’ (“high”, “low”, “off”).
De laserstraal detecteren (fig. A & B)
• Stel de roterende laser in de gewenste positie op
en zet deze aan.
• Schakel het hulpstuk in en plaats de voorzijde in
de richting van de roterende laser. Zorg er hierbij
voor dat u niet in de laserstraal kijkt.
• Beweeg het hulpstuk ongeveer binnen het
gebied van de laserstraal omhoog en omlaag tot
de straal wordt gedetecteerd. Zodra de straal is
gedetecteerd, wordt de relatieve positie op de
display (3) weergegeven terwijl er een
geluidssignaal klinkt.
- Wanneer de laserstraal zich boven de
richtpositie bevindt, piept het geluidssignaal
snel en verschijnt er een naar beneden
wijzende pijl (10) op de display.
- Wanneer de laserstraal zich onder de
richtpositie bevindt, piept het geluidssignaal
langzaam en verschijnt er een naar boven
wijzende pijl (12) op de display.
- Wanneer de laserstraal zich op de richtpositie
bevindt, is het geluidssignaal constant en
verschijnt de indicatielijn van de richtstraal (11)
op de display.
• Pas de hoogte van het hulpstuk naar wens aan
tot de laserstraal zich in de richtpositie bevindt.
DE0732.P65 27-06-2001, 16:4632