Abus BW8040 Specificatie

Categorie
Bewegingsdetectoren
Type
Specificatie
5INPLBW8040
NEDERLANDS
Installatie instructies XEVOX TRIPLEX MW VdS
Plaatsen van de melder
Houd bij de montage van de melder rekening met de volgende punten:
•Kies een plaats waarvandaan waarvandaan personen bij een eventuele
inbraak het best door de bewegingsmelder kunnen worden gedetecteerd.
•Bevestig de melder op de aanbevolen montagehoogte van 2,5m.
•Dek de melder nooit af met gordijnen of andere belemmerende
objecten.
•Plaats de melder niet in de onmiddellijke nabijheid van radiatoren,
verwarmings- c.q. koelbuizen of ventilatieopeningen van airco’s.
•Plaats de melder niet op plekken in de buurt van ramen, die aan direct
zonlicht of tocht zijn blootgesteld.
Installatie-instructies
1. Open de behuizing door de afdekking aan de voorkant te verwijderen.
Steek daartoe een platte schroevendraaier in de gleuf aan de onderkant
van de melder en wip de afdekking voorzichtig los
2. Verwijder de printplaat: Draai de schroef op de PCB los en werwijder de
printplaat.
Opmerking: Vermijd elk contact met het IR-element
.
3. Open de vereiste montage- en kabelgaten.
4. Steek de kabel door de kabelopeningen (vanaf de buitenkant van de
eenheid) in de behuizing.
5. Bevestig de trekontlasting (kabelbinder) zo aan de leiding binnen in de
behuizing dat de kabel niet meer uit de behuizing kan worden getrokken.
6. Sluit de opening van de kabeltoevoeropeningen af met silicon ter
bescherming tegen stof en insecten.
7. Bevestig de achterkant van de behuizing op een montagehoogte van 2
à 3 m op de wand.
8. Verbind de draden met de aansluitklemmen (Fig. 1).
9. Plaats de printplaat weer in de behuizing en schroef deze aan de
bodem van de behuizing vast.
10. Sluit de behuizing en vergeet niet, het deksel van de behuizing met
de schroef vast te draaien.
Gebruik en instelling
Instelling van de impulsteller:
De impulsteller regelt het aantal impulsen, dat herkend moeten worden,
voordat de melder het alarmrelais opent. Fabriekinstelling is 2 impulsen
(de jumper is over beide pennen gestoken). Als de jumper zich op slechts
één pen bevindt, reageert de melder al na één impuls.
OPMERKING: Kies voor de VdS-installatie alleen impuls 1!
LED-weergave instellen:
Plaats de LED-brug om de LED-weergave te activeren en verwijder hem
om de weergave te deactiveren. Wanneer de brug op ON staat, geeft de
kleur van de LED volgende status aan:
- geel: PIR actief
- groen: Radar actief
- rood: alarm
Opwarmtijd: Nadat de melder op een gelijkspanning van 9-16V DC is
aangesloten, heeft deze een opwarmtijd van ca. 3 min.
Looptest voor de melder:
Om het detectiebereik van de melder te bepalen, wordt er een loop-test
uitgevoerd. Daarbij loopt u langs het detectiebereik van de melder. Neem
hiervoor het diagram van het detectiebereik (Fig. 2) in acht. Let op de
LED om te controleren of het volledige bereik wordt gedekt. Deze test
moet wekelijks worden uitgevoerd.
Bereiksinstelling microgolfelement (MW)
Via de potentiometer op de printplaat kan het detectieberik voor het MW-
element worden gewijigd. Over de regelaar op de PCB kan de
protectiebereik voor de radar worden gewijzigd. Houd er rekening mee
dat de potentiometer op het laagste niveau is ingesteld om een volledige
dekking van het te controleren bereik zeker te stellen.
Opmerking: Bij gebruik van de VdS-installatie moet u de
potentiometer op MAX instellen.
Alarmgeheugensfunctie (Fig. 3)
De melder XEVOX Triplex MW VdS heeft 3 verschillende alarmgeheugen
varianten. Bij VdS installaties regelt normaal gesproken de alarmcentrale
de status van de LED. Om de geheugensfunctie van de installatie te
kunnen gebruiken, moet de Looptest-stekker op OFF staan (op een pen).
De memory-jumper moet afhankelijk van de besturing (0v of 12V)
worden gezet.
Volgende geheugensvarianten zijn beschikkbaar:
Variant 1:
- alle melders slaan hun alarmmeldingen op.
- niet herkenbaar welke melder als eerst werd geactiveerd
- afstandbediening van de loop-test-functie door de centrale is niet
mogelijk
Alle geheugensaansluitingen moeten in serie zijn geschakeld en met de
uitgang ‘Geheugen’ van de centrale worden verbonden. De LOOPTEST-
ingang blijft open. Als de centrale wordt ingeschakeld, moet bij de
geheugenuitgang van de centrale sprake zijn van +12 V (HIGH) of 0 V
(LOW), oftewel 0 V of 12 V bij het uitschakelen.
De LED van de melders, die zijn geactiveerd, blijven op UIT
(donkersturing) totdat het systeem wordt uitgeschakeld. Het inschakelen
van het systeem leidt tot +12V of 0V bij de geheugensingang van de
melders en reset deze.
Variant 2:
- alle melders slaan hun alarmmeldingen op.
- herkenbaar welke melder als eerst is worden geactiveerd
- afstandbediening van de Looptest-functie door centrale niet mogelijk
Ga te werk als bij installatie van variant 1, met uitzondering, dat nu alle
Looptest-aansluitingen van de melders met elkaar worden verbonden.
Deze aansluitingen worden echter niet met de centrale worden verbonden.
De LED werkt in grotendeels op dezelfde wijze als bij variant 1. Als het
systeem wordt uitgeschakeld, gaat nu echter de LED knipperen van de
melder die het eerst een beweging heeft gedetecteerd. De LED’s van alle
andere melders branden permanent.
Variant 3: VdS
- alle melders slaan hun alarmmeldingen op.
- herkenbaar welke melder als eerst is worden geactiveerd
- afstandbediening van de loop-test-functie door de centrale is mogelijk
Ga te werk als bij de installatie van variant 2, met de uitzondering dat nu
alle Looptest-aansluitingen op een centrale uitgang, die zo nodig +12V
of 0V levert, moeten worden aangesloten. De LED’s van de melders
werken als onder variant 2. Bij het uitschakelen van het systeem kunnen
de LOOPTEST-aansluitingen echter van +12 V of 0 V worden voorzien
(instellen m.b.v. toetsen), zodat de melder-LED’s iedere keer IN/UIT
schakelen wanneer een persoon verschijnt en geregistreerd wordt.
Resetten gebeurt zoals beschreven bij variant 1.
Opmerking: Bij het uitvoeren van een LOOPTEST bij variant 3 wordt het
geheugen niet gewist. Zodra u de LOOPTEST beëindigt door de +12 V of
0 V op de LOOPTEST-ingang uit te schakelen, herhaalt de LED van de
melder de exacte weergave die deze had, voordat u de LOOPTEST startte.
Het geheugen van de melder wordt alleen gereset als u het alarmsysteem
weer inschakelt. Wanneer u de LOOPTEST-stekker van de melder op ON
instelt, gaat de LED van de melder iedere keer branden als de melder
wordt geactiveerd. Wilt u de melder alleen op deze manier gebruiken,
sluit de aansluiting LOOPTEST en MEM dan niet aan. Laat deze
aansluitingen gewoon open.
Technische gegevens:
Bedrijfsspanning:: 9-16V DC (nom.12VDC)
Stroomverbruik: 13mA bij 12V
Alarmuitgang: NC, 100mA, 24VDC max.
Sabotage-uitgang: NC, 100mA, 24VDC max.
Detectiebereik: 15m x 15m
Installatiehoogte: 2m tot 3m
Impulsteller: 1,2(geleiderbrug)
Pyro-element: duaal PIR-element
Microgolfelement: Doppler module 9,35 GHz
Alarmduur: min. 2,2 seconden
Bedrijfstemperatuur: -10
0
tot +55
0
C
Opslagtemperatuur: -20
0
C tot +60
0
C
Afmetingen (HxBxD): 107 x 60 x 48mm
Gewicht: 111g
LED weergave: kiesbaar (geleiderbrug)
VdS klas: B (G106510)
DANSK
Fig. 1
A: aansluitklemmen/ Tilslutningsliste
B: tamper-contact/ Sabotagekontakt
C: twee duale PIR elementen/ PIR-element
D: potentiometer MW
E: LED
F: Doppler Module/Doppler-Modul
G: geleiderbrug LED/ LED-jumper
H: geleiderbrug impulsteller/ Impulstæller
I: geleiderbrug memory/ Jumper til hukommelse
K: geleiderbrug loop-test/ Jumper GÅ-TEST
aansluitingklemmen/ Tilslutningsliste
1 geheugen/ Hukommelse
2 Looptest-test/ GÅ-TEST
3&4 Tamper/ Sabotage
5 vrij/ Fri
6&7 alarm
8&9 spanningstoevoer/ Spændingsindgang (GND, +12V)
Betjeningsvejledning XEVOX TRIPLEX MW VdS
Placering af melderen
Inden melderen monteres, bør du tage højde for de følgende punkter:
•Vælg det sted, der er bedst egnet til at der herfra kan registreres en
person med bevægelsesmelderen i tilfælde af et indbrud.
•Fastgør melderen i den anbefalede montagehøjde på 2,5 m.
Montér ikke melderen, så den sidder skjult bag gardiner, forhæng eller
store genstande.
•Undgå at placere melderen umiddelbart i nærheden af radiatorer,
varme- eller kølerør eller ventilatorudgange på klimaanlæg.
•Placér ikke melderen i nærheden af vinduer, der er udsat for direkte
sollys eller træk.
Installationsanvisninger
1. Åbn huset ved at fjerne frontdækslet. Dette gøres nemmest ved at
stikke en flad skruetrækker ind i slidsen på undersiden af melderen og
løfte dækslet forsigtigt ud.
2. Fjern lederpladen: Løsn befæstigelsesskruen på printkortet. Bøj nu
knasten på venstre side af huset forsigtigt ud med en flad skruetrækker
og tag printkortet ud.
Anmærkning: Undgå enhver berøring af det infrarøde element.
3. Åbn de nødvendige montage- og kabelhuller.
4. Stik kablet ind gennem kabelindføringerne (fra ydersiden af enheden)
ind i huset.
5. Fastgør trækaflastningen (kabelbinderne) på ledningen indvendigt i
huset, så kablet ikke længere kan trækkes ud af huset.
6. Forsegl åbningen af kabelindføringerne med silikone for at beskytte
dem mod støv og insekter.
7. Montér bagsiden af huset på væggen i en højde af 2 m til 3 m.
8. Forbind trådene med tilslutningsterminalerne (fig. 1).
9. Stik printkortet ind i huset igen og skru det fast på bundhuset.
10. Luk huset og husk at fastgøre husets dæksel med skruerne.
Drift og justering
Indstilling af impulstælleren: Impulstælleren regulerer antallet af
impulser, der skal registreres, inden melderen åbner alarmrelæet.
Indstillingen af impulstælleren kan ændres ved at ændre den
pågældende jumperstilling. Når jumperen er sat over begge PIN’s
(fabriksindstilling), er impulsvalget 2, når den kun sidder på en PIN, skal
melderen have 1 impulser, inden den udløser alarmen. Bemærk: Brug
udelukkende impulsvalg 1 til Vds-installationen!
Indstilling af LED-displayet:
Sæt LED-jumperen i for at aktivere LED-displayet og fjern den for at
deaktivere displayet. Når jumperen står på ON, viser LED'ens farve
følgende tilstande:
- gul: PIR aktiv
- grøn: mikrobølge aktiv
- rød: alarm
Opvarmningstid:
Efter forsyningen med en jævnspænding på 9-16 V DC har melderen brug
for en opvarmningstid på ca. 3 min.
Gåtest for melderen:
For at bestemme hvilket mønster melderens linse afdækker skal der
gennemføres en gåtest. Dette gøres ved at gå langs med melderens
registreringsområde. Vær i denne forbindelse opmærksom på diagrammet
for registreringsområdet (fig. 2). Hold øje med LED’en, så der sikres en
komplet afdækning. Denne test bør gentages en gang om ugen.
Områdeindstilling for mikrobølgeelementet (MW)
Afdækningsområdet for mikrobølgeelementet kan ændres vha.
potentiometeret på printpladen. Vær opmærksom på, at potentiometeret
er indstillet på laveste trin, så det sikres, at det beskyttede område
afdækkes komplet.
Bemærk: Ved brug af en Vds-installation skal
potentiometeret indstilles på MAX!
Beskrivelse af alarmhukommelsesfunktionen (fig. 3)
Melderen XEVOX Triplex MW VdS råder over 3 forskellige varianter af
alarm-hukommelse. Ved en VdS-installation vil alarmcentralen
sædvanligvis styre LED’ens status. For at kunne udnytte anlæggets
hukommelsesfunktion skal GÅ-TEST-stikket stå på OFF!
Memory-
jumperen skal vælges afhængigt af aktiveringen (0V eller 12V).
Der står følgende hukommelsesvarianter til rådighed:
Variant 1:
- alle meldere gemmer deres alarmmeldinger
- det kan ikke ses, hvilken melder der udløste alarmen først
- fjernbetjening af GÅ-TEST-funktionen fra centralen er ikke mulig
Alle hukommelses-tilslutninger (MEM) skal serieforbindes og forbindes
med centralens udgang ”hukommelse”. GÅ-TEST-indgangen holdes åben.
Når centralen aktiveres skal der være +12 V (HIGH) eller 0 V (LOW) på
hukommelsesudgangen på centralen, og tilsvarende 0 V eller 12 V i
deaktiveret tilstand. LED’erne på de meldere, der har udløst alarm, skal
blive på FRA (slukning), indtil alarmsystemet deaktiveres. Aktivering af
systemet bevirker +12 V eller 0 V på melderens hukommelsesindgang
og nulstiller den.
Variant 2:
- alle meldere gemmer deres alarmmeldinger
- det kan ses, hvilken melder der udløste alarmen først
- fjernbetjening af GÅ-TEST-funktionen fra centralen er ikke mulig
Gå frem på samme måde som beskrevet for variant 1, dog med den
forskel at alle GÅ-TEST-tilslutninger på melderne nu skal forbindes med
hinanden. Disse tilslutninger forbindes dog ikke med centralen. LED’en
arbejder på samme måde som i variant 1, dog med den forskel, at ved
deaktivering af systemet blinker LED’en på den melder, der først
detekterede en bevægelse. På alle andre meldere lyser LED’erne stabilt.
Variant 3: VdS
- alle meldere gemmer deres alarmmeldinger
- det kan ses, hvilken melder der udløste alarmen først
- fjernbetjening af GÅTEST-funktionen fra centralen er mulig
Gå frem på samme måde som beskrevet for variant 2, dog med den
undtagelse, at alle GÅ-TEST-tilslutninger nu skal tilsluttes til en central
udgang, der giver +12 V eller 0 V efter behov. Meldernes LED’er
arbejder som under variant 2.
Dog kan de forsynes med +12 V eller 0 V under den deaktiverede
tilstand (med kommando på tastefeltet), sådan at melder-LED’en hver
gang kobler TIL/FRA, når en person viser sig og registreres. Nulstillingen
gennemføres som beskrevet ovenfor for variant 1.
Anmærkning: Når der gennemføres en GÅ-TEST iht. variant 3 slettes
hukommelsen ikke. Lige så snart du afslutter GÅ-TESTEN ved at koble
+12 V eller 0 V på GÅ-TEST-indgangen fra, gentager melderens LED
eksakt den visning, som den havde inden GÅ-TESTEN blev startet. Vær
opmærksom på, at melderens hukommelse kun nulstilles ved igen at
koble alarmsystemet aktivt. Når du indstiller melderens GÅ-TEST-stik på
ON, lyser melderens LED hver gang, når melderen udløser. Hvis du kun
ønsker at anvende melderen på denne måde, så skal du under ingen
omstændigheder tilslutte tilslutningen GÅ-TEST og MEM. Lad simpelthen
disse tilslutninger være åbne.
Tekniske data:
Driftsspænding: 9-16 V DC (nom.12VDC)
Strømforbrug: 13mA ved 12V
Alarmkontakt: NC, 100mA, 24VDC maks.
Sabotagekontakt: NC, 100mA, 24VDC maks.
Registreringsområde: 15m x 15m
Installationshøjde: 2m bis 3m
Impulstæller: 1,2 (jumper)
Pyroelement: 2 duale PIR-elementer
Mikrobølgeelement: Dopplermodul 9,35 GHz
Alarmvarighed: min. 2,2 sekunder
Driftstemperatur: -10
0
C til +55
0
C
Opbevaringstemperatur: -20
0
C til +60
0
C
Mål (HxBxD): 107 x 60 x 48mm
Vægt: 111 g
LED display: algfri (jumper)
VdS-godkendelse: B (G106510)
Fig. 2
Variant 1:
Variant 2:
Variante 3:
Fig. 3

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Installatie instructies XEVOX TRIPLEX MW VdS Plaatsen van de melder Houd bij de montage van de melder rekening met de volgende punten: •Kies een plaats waarvandaan waarvandaan personen bij een eventuele inbraak het best door de bewegingsmelder kunnen worden gedetecteerd. •Bevestig de melder op de aanbevolen montagehoogte van 2,5m. •Dek de melder nooit af met gordijnen of andere belemmerende objecten. •Plaats de melder niet in de onmiddellijke nabijheid van radiatoren, verwarmings- c.q. koelbuizen of ventilatieopeningen van airco’s. •Plaats de melder niet op plekken in de buurt van ramen, die aan direct zonlicht of tocht zijn blootgesteld. Installatie-instructies 1. Open de behuizing door de afdekking aan de voorkant te verwijderen. Steek daartoe een platte schroevendraaier in de gleuf aan de onderkant van de melder en wip de afdekking voorzichtig los 2. Verwijder de printplaat: Draai de schroef op de PCB los en werwijder de printplaat. Opmerking: Vermijd elk contact met het IR-element. 3. Open de vereiste montage- en kabelgaten. 4. Steek de kabel door de kabelopeningen (vanaf de buitenkant van de eenheid) in de behuizing. 5. Bevestig de trekontlasting (kabelbinder) zo aan de leiding binnen in de behuizing dat de kabel niet meer uit de behuizing kan worden getrokken. 6. Sluit de opening van de kabeltoevoeropeningen af met silicon ter bescherming tegen stof en insecten. 7. Bevestig de achterkant van de behuizing op een montagehoogte van 2 à 3 m op de wand. 8. Verbind de draden met de aansluitklemmen (Fig. 1). 9. Plaats de printplaat weer in de behuizing en schroef deze aan de bodem van de behuizing vast. 10. Sluit de behuizing en vergeet niet, het deksel van de behuizing met de schroef vast te draaien. Gebruik en instelling Instelling van de impulsteller: De impulsteller regelt het aantal impulsen, dat herkend moeten worden, voordat de melder het alarmrelais opent. Fabriekinstelling is 2 impulsen (de jumper is over beide pennen gestoken). Als de jumper zich op slechts één pen bevindt, reageert de melder al na één impuls. OPMERKING: Kies voor de VdS-installatie alleen impuls 1! LED-weergave instellen: Plaats de LED-brug om de LED-weergave te activeren en verwijder hem om de weergave te deactiveren. Wanneer de brug op ON staat, geeft de kleur van de LED volgende status aan: - geel: PIR actief - groen: Radar actief - rood: alarm Opwarmtijd: Nadat de melder op een gelijkspanning van 9-16V DC is aangesloten, heeft deze een opwarmtijd van ca. 3 min. Bereiksinstelling microgolfelement (MW) Via de potentiometer op de printplaat kan het detectieberik voor het MWelement worden gewijigd. Over de regelaar op de PCB kan de protectiebereik voor de radar worden gewijzigd. Houd er rekening mee dat de potentiometer op het laagste niveau is ingesteld om een volledige dekking van het te controleren bereik zeker te stellen. Opmerking: Bij gebruik van de VdS-installatie moet u de potentiometer op MAX instellen. Alarmgeheugensfunctie (Fig. 3) De melder XEVOX Triplex MW VdS heeft 3 verschillende alarmgeheugen varianten. Bij VdS installaties regelt normaal gesproken de alarmcentrale de status van de LED. Om de geheugensfunctie van de installatie te kunnen gebruiken, moet de Looptest-stekker op OFF staan (op een pen). De memory-jumper moet afhankelijk van de besturing (0v of 12V) worden gezet. Volgende geheugensvarianten zijn beschikkbaar: Variant 1: - alle melders slaan hun alarmmeldingen op. - niet herkenbaar welke melder als eerst werd geactiveerd - afstandbediening van de loop-test-functie door de centrale is niet mogelijk Looptest voor de melder: Om het detectiebereik van de melder te bepalen, wordt er een loop-test uitgevoerd. Daarbij loopt u langs het detectiebereik van de melder. Neem hiervoor het diagram van het detectiebereik (Fig. 2) in acht. Let op de LED om te controleren of het volledige bereik wordt gedekt. Deze test moet wekelijks worden uitgevoerd. Alle geheugensaansluitingen moeten in serie zijn geschakeld en met de uitgang ‘Geheugen’ van de centrale worden verbonden. De LOOPTESTingang blijft open. Als de centrale wordt ingeschakeld, moet bij de geheugenuitgang van de centrale sprake zijn van +12 V (HIGH) of 0 V (LOW), oftewel 0 V of 12 V bij het uitschakelen. 8. Forbind trådene med tilslutningsterminalerne (fig. 1). 9. Stik printkortet ind i huset igen og skru det fast på bundhuset. 10. Luk huset og husk at fastgøre husets dæksel med skruerne. Gåtest for melderen: For at bestemme hvilket mønster melderens linse afdækker skal der gennemføres en gåtest. Dette gøres ved at gå langs med melderens registreringsområde. Vær i denne forbindelse opmærksom på diagrammet for registreringsområdet (fig. 2). Hold øje med LED’en, så der sikres en komplet afdækning. Denne test bør gentages en gang om ugen. De LED van de melders, die zijn geactiveerd, blijven op UIT (donkersturing) totdat het systeem wordt uitgeschakeld. Het inschakelen van het systeem leidt tot +12V of 0V bij de geheugensingang van de melders en reset deze. Variant 2: - alle melders slaan hun alarmmeldingen op. - herkenbaar welke melder als eerst is worden geactiveerd - afstandbediening van de Looptest-functie door centrale niet mogelijk Ga te werk als bij installatie van variant 1, met uitzondering, dat nu alle Looptest-aansluitingen van de melders met elkaar worden verbonden. Deze aansluitingen worden echter niet met de centrale worden verbonden. De LED werkt in grotendeels op dezelfde wijze als bij variant 1. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat nu echter de LED knipperen van de melder die het eerst een beweging heeft gedetecteerd. De LED’s van alle andere melders branden permanent. Variant 3: VdS - alle melders slaan hun alarmmeldingen op. - herkenbaar welke melder als eerst is worden geactiveerd - afstandbediening van de loop-test-functie door de centrale is mogelijk Ga te werk als bij de installatie van variant 2, met de uitzondering dat nu alle Looptest-aansluitingen op een centrale uitgang, die zo nodig +12V of 0V levert, moeten worden aangesloten. De LED’s van de melders werken als onder variant 2. Bij het uitschakelen van het systeem kunnen de LOOPTEST-aansluitingen echter van +12 V of 0 V worden voorzien (instellen m.b.v. toetsen), zodat de melder-LED’s iedere keer IN/UIT schakelen wanneer een persoon verschijnt en geregistreerd wordt. Resetten gebeurt zoals beschreven bij variant 1. Opmerking: Bij het uitvoeren van een LOOPTEST bij variant 3 wordt het geheugen niet gewist. Zodra u de LOOPTEST beëindigt door de +12 V of 0 V op de LOOPTEST-ingang uit te schakelen, herhaalt de LED van de melder de exacte weergave die deze had, voordat u de LOOPTEST startte. Het geheugen van de melder wordt alleen gereset als u het alarmsysteem weer inschakelt. Wanneer u de LOOPTEST-stekker van de melder op ON instelt, gaat de LED van de melder iedere keer branden als de melder wordt geactiveerd. Wilt u de melder alleen op deze manier gebruiken, sluit de aansluiting LOOPTEST en MEM dan niet aan. Laat deze aansluitingen gewoon open. Fig. 1 Technische gegevens: Bedrijfsspanning:: Stroomverbruik: Alarmuitgang: Sabotage-uitgang: Detectiebereik: Installatiehoogte: Impulsteller: Pyro-element: Microgolfelement: Alarmduur: Bedrijfstemperatuur: Opslagtemperatuur: Afmetingen (HxBxD): Gewicht: LED weergave: VdS klas: 9-16V DC (nom.12VDC) 13mA bij 12V NC, 100mA, 24VDC max. NC, 100mA, 24VDC max. 15m x 15m 2m tot 3m 1,2(geleiderbrug) duaal PIR-element Doppler module 9,35 GHz min. 2,2 seconden -100 tot +550C -200C tot +600C 107 x 60 x 48mm 111g kiesbaar (geleiderbrug) B (G106510) DANSK Betjeningsvejledning XEVOX TRIPLEX MW VdS Placering af melderen Inden melderen monteres, bør du tage højde for de følgende punkter: •Vælg det sted, der er bedst egnet til at der herfra kan registreres en person med bevægelsesmelderen i tilfælde af et indbrud. •Fastgør melderen i den anbefalede montagehøjde på 2,5 m. Montér ikke melderen, så den sidder skjult bag gardiner, forhæng eller store genstande. •Undgå at placere melderen umiddelbart i nærheden af radiatorer, varme- eller kølerør eller ventilatorudgange på klimaanlæg. •Placér ikke melderen i nærheden af vinduer, der er udsat for direkte sollys eller træk. Installationsanvisninger 1. Åbn huset ved at fjerne frontdækslet. Dette gøres nemmest ved at stikke en flad skruetrækker ind i slidsen på undersiden af melderen og løfte dækslet forsigtigt ud. 2. Fjern lederpladen: Løsn befæstigelsesskruen på printkortet. Bøj nu knasten på venstre side af huset forsigtigt ud med en flad skruetrækker og tag printkortet ud. Anmærkning: Undgå enhver berøring af det infrarøde element. 3. Åbn de nødvendige montage- og kabelhuller. 4. Stik kablet ind gennem kabelindføringerne (fra ydersiden af enheden) ind i huset. 5. Fastgør trækaflastningen (kabelbinderne) på ledningen indvendigt i huset, så kablet ikke længere kan trækkes ud af huset. 6. Forsegl åbningen af kabelindføringerne med silikone for at beskytte dem mod støv og insekter. 7. Montér bagsiden af huset på væggen i en højde af 2 m til 3 m. Drift og justering Indstilling af impulstælleren: Impulstælleren regulerer antallet af impulser, der skal registreres, inden melderen åbner alarmrelæet. Indstillingen af impulstælleren kan ændres ved at ændre den pågældende jumperstilling. Når jumperen er sat over begge PIN’s (fabriksindstilling), er impulsvalget 2, når den kun sidder på en PIN, skal melderen have 1 impulser, inden den udløser alarmen. Bemærk: Brug udelukkende impulsvalg 1 til Vds-installationen! Indstilling af LED-displayet: Sæt LED-jumperen i for at aktivere LED-displayet og fjern den for at deaktivere displayet. Når jumperen står på ON, viser LED'ens farve følgende tilstande: - gul: PIR aktiv - grøn: mikrobølge aktiv - rød: alarm Opvarmningstid: Efter forsyningen med en jævnspænding på 9-16 V DC har melderen brug for en opvarmningstid på ca. 3 min. Områdeindstilling for mikrobølgeelementet (MW) Afdækningsområdet for mikrobølgeelementet kan ændres vha. potentiometeret på printpladen. Vær opmærksom på, at potentiometeret er indstillet på laveste trin, så det sikres, at det beskyttede område afdækkes komplet. Bemærk: Ved brug af en Vds-installation skal potentiometeret indstilles på MAX! Beskrivelse af alarmhukommelsesfunktionen (fig. 3) Melderen XEVOX Triplex MW VdS råder over 3 forskellige varianter af alarm-hukommelse. Ved en VdS-installation vil alarmcentralen sædvanligvis styre LED’ens status. For at kunne udnytte anlæggets hukommelsesfunktion skal GÅ-TEST-stikket stå på OFF! Memoryjumperen skal vælges afhængigt af aktiveringen (0V eller 12V). Der står følgende hukommelsesvarianter til rådighed: Variant 1: - alle meldere gemmer deres alarmmeldinger - det kan ikke ses, hvilken melder der udløste alarmen først - fjernbetjening af GÅ-TEST-funktionen fra centralen er ikke mulig Alle hukommelses-tilslutninger (MEM) skal serieforbindes og forbindes med centralens udgang ”hukommelse”. GÅ-TEST-indgangen holdes åben. Når centralen aktiveres skal der være +12 V (HIGH) eller 0 V (LOW) på hukommelsesudgangen på centralen, og tilsvarende 0 V eller 12 V i deaktiveret tilstand. LED’erne på de meldere, der har udløst alarm, skal blive på FRA (slukning), indtil alarmsystemet deaktiveres. Aktivering af systemet bevirker +12 V eller 0 V på melderens hukommelsesindgang og nulstiller den. Variant 2: - alle meldere gemmer deres alarmmeldinger - det kan ses, hvilken melder der udløste alarmen først - fjernbetjening af GÅ-TEST-funktionen fra centralen er ikke mulig Gå frem på samme måde som beskrevet for variant 1, dog med den forskel at alle GÅ-TEST-tilslutninger på melderne nu skal forbindes med hinanden. Disse tilslutninger forbindes dog ikke med centralen. LED’en arbejder på samme måde som i variant 1, dog med den forskel, at ved deaktivering af systemet blinker LED’en på den melder, der først detekterede en bevægelse. På alle andre meldere lyser LED’erne stabilt. Variant 3: VdS - alle meldere gemmer deres alarmmeldinger - det kan ses, hvilken melder der udløste alarmen først - fjernbetjening af GÅTEST-funktionen fra centralen er mulig Gå frem på samme måde som beskrevet for variant 2, dog med den undtagelse, at alle GÅ-TEST-tilslutninger nu skal tilsluttes til en central udgang, der giver +12 V eller 0 V efter behov. Meldernes LED’er arbejder som under variant 2. Dog kan de forsynes med +12 V eller 0 V under den deaktiverede tilstand (med kommando på tastefeltet), sådan at melder-LED’en hver gang kobler TIL/FRA, når en person viser sig og registreres. Nulstillingen gennemføres som beskrevet ovenfor for variant 1. A: aansluitklemmen/ Tilslutningsliste B: tamper-contact/ Sabotagekontakt C: twee duale PIR elementen/ PIR-element D: potentiometer MW E: LED F: Doppler Module/Doppler-Modul G: geleiderbrug LED/ LED-jumper H: geleiderbrug impulsteller/ Impulstæller I: geleiderbrug memory/ Jumper til hukommelse K: geleiderbrug loop-test/ Jumper GÅ-TEST aansluitingklemmen/ Tilslutningsliste 1 geheugen/ Hukommelse 2 Looptest-test/ GÅ-TEST 3&4 Tamper/ Sabotage 5 vrij/ Fri 6&7 alarm 8&9 spanningstoevoer/ Spændingsindgang (GND, +12V) Anmærkning: Når der gennemføres en GÅ-TEST iht. variant 3 slettes hukommelsen ikke. Lige så snart du afslutter GÅ-TESTEN ved at koble +12 V eller 0 V på GÅ-TEST-indgangen fra, gentager melderens LED eksakt den visning, som den havde inden GÅ-TESTEN blev startet. Vær opmærksom på, at melderens hukommelse kun nulstilles ved igen at koble alarmsystemet aktivt. Når du indstiller melderens GÅ-TEST-stik på ON, lyser melderens LED hver gang, når melderen udløser. Hvis du kun ønsker at anvende melderen på denne måde, så skal du under ingen omstændigheder tilslutte tilslutningen GÅ-TEST og MEM. Lad simpelthen disse tilslutninger være åbne. Fig. 2 Variant 1: Tekniske data: Driftsspænding: Strømforbrug: Alarmkontakt: Sabotagekontakt: Registreringsområde: Installationshøjde: Impulstæller: Pyroelement: Mikrobølgeelement: Alarmvarighed: Driftstemperatur: Opbevaringstemperatur: Mål (HxBxD): Vægt: LED display: VdS-godkendelse: 9-16 V DC (nom.12VDC) 13mA ved 12V NC, 100mA, 24VDC maks. NC, 100mA, 24VDC maks. 15m x 15m 2m bis 3m 1,2 (jumper) 2 duale PIR-elementer Dopplermodul 9,35 GHz min. 2,2 sekunder -100C til +550C -200C til +600C 107 x 60 x 48mm 111 g algfri (jumper) B (G106510) Variant 2: Variante 3: Fig. 3 5INPLBW8040
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3

Abus BW8040 Specificatie

Categorie
Bewegingsdetectoren
Type
Specificatie