Wanneer de lader is aangezet dan zal de rode LED aan gaan om duidelijk te maken dat de
uitgangsspanning beschikbaar is. Als de accu’s worden geladen of als de lader een DC
belasting voedt, dan zal de stroom die wordt geleverd worden weergegeven door de
ampèremeter.
Als de accu’s ontladen zijn, zullen ze een laadstroom trekken die evenredig is met hun
ontladen toestand (tot aan de maximale stroomcapaciteit van de lader) en deze getrokken
stroom zal zichtbaar zijn op de ampèremeer. Als de accu’s volledig zijn geladen, dan
trekken ze een zeer lage stroom (mogelijk niet geregistreerd door de ampèremeter) om
zelfontlading van de accu te compenseren.
Het opladen van een in een voertuig geïnstalleerde accu
Volg deze stappen als de accu is geïnstalleerd in een voertuig. Een vonk bij de accu kan een
explosie veroorzaken. Omwille van uw veiligheid, voorkom vonkvorming in de buurt van een
accu:
1. Plaats kabels (DC en AC) zodanig dat ze niet kunnen worden beschadigd door de
motorkap, deuren of bewegende motoronderdelen.
2. Blijf uit de buurt van ventilatorbladen, riemen, kettingen en andere onderdelen die
letsel kunnen veroorzaken aan personen.
3. Check de polariteit van de accupolen. Een positieve (Posief, P, +) accupool heeft
gewoonlijk een grotere diameter dan een negatieve (Neg, B, -) pool.
4. Bepaal welke pool van de accu is geaard (verbonden) met het chassis (motorblok).
Als de negatieve pool geaard is aan het motorblok (zoals in de meeste voertuigen),
zie sub paragraaf 5. Als de positieve pool is geaard, zie sub paragraaf 6.
5. Voor een negatief geaard voertuig, verbind de positieve (rode) DC kabel van de
acculader met de positieve accupool. Verbind de negatieve (zwarte) DC kabel van
de acculader met een gedeelte waar blank, zwaar metaal van het chassis zichtbaar
is of het motorblok uit de buurt van de accu. Maak geen verbinding met de
carburateur, brandstofslangen of dunne metalen gedeeltes.
6. Voor een positief geaard voertuig, verbind de negatieve (zwarte) DC kabel van de
acculader met de negatieve accupool. Verbind de positieve (rode) DC kabel van de
acculader met een gedeelte waar blank, zwaar metaal van het chassis zichtbaar is
of het motorblok uit de buurt van de accu. Maak geen verbinding met de
carburateur, brandstofslangen of dunne metalen gedeeltes.
7. Verbind de AC voedingskabel van de lader met een AC stopcontact.
8. Als u de lader afkoppelt, zet dan de aan/uitschakelaar in de uit-stand, verwijder de
AC voedingskabel, verwijder de verbinding van het voertuigchassis en verwijder tot
slot de verbinding met de accu.
Het opladen van een accu buiten het voertuig
Volg deze stappen als de accu is geïnstalleerd buiten een voertuig. Een vonk bij de accu kan
een explosie veroorzaken. Omwille van uw veiligheid, voorkom vonkvorming in de buurt van
een accu:
1. Check de polariteit van de accupolen. Een positieve (Posief, P, +) accupool heeft
gewoonlijk een grotere diameter dan een negatieve (Neg, B, -) pool.
2. Verbind een stuk kabel van tenminste 1,8 meter 16 mm2 SEC-1245E/2425E) of 25
mm2 (SEC-1260E/1280E/2440E) geïsoleerde kabel met de negatieve accupool.
3. Verbind de positieve (rode) DC kabel tussen de lader en de positieve accupool.
4. Ga zelf bij het uiteinde van het stuk kabel staan dat is bevestigd met de negatieve
pool, zo ver mogelijk uit de buurt van de accu als mogelijk en verbind dan de
negatieve (zwarte) DC kabel vanaf de lader met het stuk kabel dat is verbonden met
de negatieve accupool.
9
BEDIENING