Xerox 3635MFP Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Phaser
®
3635MFP
Beknopte gebruikshandleiding
Versie 3.2 11.01.08
Phaser
®
3635MFP
Beknopte
gebruikshandleiding
Beknopte gebruikshandleiding 1
Nederlands
Xerox Phaser 3635MFP
Beknopte gebruikshandleiding
Hartelijk dank voor de aanschaf van de Phaser 3635MFP. Als u de procedures
in deze handleiding in de aangeboden volgorde doorleest, kunt u de volgende
taken uitvoeren:
De Phaser 3635MFP aansluiten
De Phaser 3635MFP instellen
Optionele functies installeren
De Phaser 3635MFP bedienen
Inhoud
De Phaser 3635MFP installeren .........................................................3
Het apparaat inschakelen....................................................................4
De Phaser 3635MFP...........................................................................6
Aansluiting op het netwerk................................................................10
Printerdrivers installeren....................................................................13
E-mailinstellingen ..............................................................................14
Faxinstellingen ..................................................................................16
Optiekits installeren...........................................................................17
Kopieën maken .................................................................................19
Document afdrukken.........................................................................22
Fax verzenden...................................................................................25
Netwerkscannen................................................................................28
E-mail verzenden ..............................................................................32
De productiviteit van het apparaat verbeteren ..................................34
Problemen oplossen..........................................................................37
Help...................................................................................................40
Voorbladen inschakelen/uitschakelen...............................................42
2 Beknopte gebruikshandleiding
Raadpleeg de desbetreffende gedeelten in de Handleiding voor de gebruiker voor informatie over
Veiligheid, Informatie betreffende de Europese regelgeving, Conformiteit met milieu-eisen,
Illegale kopieën, en recycling en wegdoen van het product.
Als u gedetailleerdere informatie nodig hebt over een van de toepassingen op het apparaat,
raadpleegt u de Handleiding voor de gebruiker en de cd voor systeembeheerders.
Ga voor productondersteuning en informatie over het bestellen van verbruiksartikelen en
afdrukmateriaal naar de Xerox-website
www.xerox.com/support.
Samengesteld en vertaald door:
Xerox
GKLS European Operations
Bessemer Road
Welwyn Garden City
Hertfordshire
AL7 1BU
Verenigd Koninkrijk
© 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en
zaken van auteursrechtelijk beschermd materiaal en informatie die thans of in de toekomst van
rechtswege zijn toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd
door de software en dat in het scherm wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en
inhoud van schermen, enzovoort.
Alle Xerox-producten die in deze publicatie worden vermeld, zijn handelsmerken van Xerox
Corporation. Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij erkend.
Hoewel de informatie in dit document ten tijde van de publicatie correct is, behoudt Xerox zich het
recht voor de informatie op elk gewenst moment zonder nadere kennisgeving te wijzigen.
Wijzigingen en nieuwe technische gegevens zullen in een volgende editie van de documentatie
worden toegevoegd.
Ga voor de recentste informatie naar
www.xerox.com/support.
Beknopte gebruikshandleiding 3
Nederlands
De Phaser 3635MFP installeren
1 Haal het apparaat en eventuele hardware-opties uit de verpakking en zoek de
installatie-instructies.
2 Volg de installatie-instructies om het apparaat en de hardware-opties te
installeren. Het resultaat is een van de volgende configuraties.
Daarnaast beschikt u over:
Netsnoer, cd met gebruikersdocumentatie, cd met documentatie voor
systeembeheerders, cd met printerdrivers, de beknopte gebruikshandleiding (dit
naslagwerk), tonercassette, labels voor het bedieningspaneel,
productactiveringskaart en een telefoonkabel (Phaser 3635MFP/X met alleen
fax).
Phaser 3635MFP/S Phaser 3635MFP/X
Standaard-
toepassingen
Kopiëren, afdrukken,
scannen en e-mailen
Lade 1 en handmatige
invoer
Kopiëren, afdrukken,
scannen, e-mailen en
faxen
Lade 1 en handmatige
invoer
Optionele
hardware
Lade 2
Extern interfaceapparaat
Lade 2
Extern interfaceapparaat
4 Beknopte gebruikshandleiding
Het apparaat inschakelen
Zodra het apparaat is geïnstalleerd, moet het worden geconfigureerd. Dit doet u
met de productactiveringskaart wanneer het apparaat voor het eerst wordt
ingeschakeld.
De productactiveringskaart is
verpakt in een plastic koker in de
doos bij het apparaat. De
procedure voor het configureren
van het apparaat is als volgt:
1 Haal de koker met daarin de
Productactiveringskaart uit de
doos. Verwijder de plastic kaart en
druk de activeringskaart er
voorzichtig uit.
2 Sluit het netsnoer aan op het apparaat en een geschikt stopcontact.
3 Schakel het apparaat in.
4 Plaats de productactiveringskaart in de kaartlezersleuf aan de achterkant van
het apparaat.
5 Het scherm Standaardtaal verschijnt. Selecteer de gewenste taal en vervolgens
Opslaan.
6 Het scherm Installatie Wizard wordt weergegeven. Selecteer Volgende.
7 Het scherm Productactiveringsinstellingen wordt weergegeven. Volg de
instructies op het scherm.
OPMERKING: Wanneer het groene lampje stopt met knipperen en continu
blijft branden (circa 10 seconden), is de configuratie geslaagd.
8 Verwijder de productactiveringskaart en selecteer Volgende op het scherm.
Productactiveringskaart
Kaartlezersleuf
Groene LED
Beknopte gebruikshandleiding 5
Nederlands
9 Het scherm Standaard papierformaat wordt weergegeven. Selecteer A4 of
8,5 x 11 inch en daarna Volgende.
10 Het scherm Tel. Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen wordt
weergegeven. Voer het Tel.nr Technische ondersteuning en het
Telefoonnummer verbruiksartikelen in en selecteer Volgende.
OPMERKING: Deze gegevens zijn slechts ter informatie. U kunt deze velden
leeg laten als u de telefoonnummers niet weet.
11 Op de volgende 4 schermen kunt u het Datumformaat, de Datum, het
Klokformaat en de Tijd instellen. Volg de instructies om de juiste informatie in
te voeren en selecteer op elk scherm Volgende.
12 Het scherm Gefeliciteerd! wordt weergegeven. U hebt het gedeelte
Systeeminstellingen van de Installatiewizard voltooid. Selecteer Voltooien om
door te gaan.
OPMERKING: Op bepaalde locaties wordt er een popup-scherm
weergegeven waarin u wordt gevraagd om de PagePack-toegangscode. Als dit
gebeurt, neemt u contact op met een vertegenwoordiger van het Xerox Welcome
Centre voor de toegangscode.
13 Op het apparaat wordt het scherm Bezig met zelftest apparaat weergegeven
terwijl de configuratie-instellingen op het apparaat worden toegepast. Als deze
procedure is voltooid, wordt het scherm Kopiëren op het apparaat
weergegeven. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
14 Als de faxtoepassing is geïnstalleerd, wordt het scherm met de wizard voor de
faxinstallatie weergegeven. Raadpleeg Faxinstellingen op pagina 16.
6 Beknopte gebruikshandleiding
De Phaser 3635MFP
In het apparaat
Er bevindt zich een door de klant te
vervangen eenheid in het apparaat, de
tonercassette (6).
Als de offline nieteenheid (7) is
geïnstalleerd, kan de nietcassette ook
worden vervangen.
Het serienummer staat aan de binnenkant
van de voordeur.
1
5
2
3
1
1
3
5
Bedieningspaneel:
Aanraakscherm en
cijfertoetsen
4
2
Papierladen:
Lade 1 is standaard
en lade 2 is optioneel.
Opvangbak:
Hierin worden de
afdrukken verzameld
Handmatige
invoer:
Wordt gebruikt voor
afwijkend
afdrukmateriaal
De AOD:
Wordt gebruikt
voor het scannen
van meervoudige
documenten. De
glasplaat wordt
gebruikt voor het
scannen van
afzonderlijke,
ingebonden
originelen enz.
4
7
6
Beknopte gebruikshandleiding 7
Nederlands
Overzicht van het bedieningspaneel
Item Beschrijving
Homepage functies Hiermee wordt het scherm Functies weergegeven om
toepassingen te kunnen selecteren.
Functies Gebruik deze voorziening om de toepassingsopties op te
roepen.
Opdrachtstatus Hiermee kunt u de status van de huidige opdracht en andere
opdrachtwachtrijen bekijken.
Apparaatstatus Hiermee kunt u toegang krijgen tot informatie over het
apparaat, de status en het serienummer, en overzichten
afdrukken.
Beeldscherm en
aanraakscherm
Hier ziet u de huidige apparaatstatus en ook schermen om
apparaattoepassingen te selecteren.
Help Hier worden Help-berichten weergegeven voor toepassingen
en foutberichten.
Taal Wordt gebruikt om de taal te selecteren die in het scherm
wordt gebruikt.
Aan/uit-toets Gebruik deze toets om het apparaat te reactiveren vanuit de
energiespaarstand.
Opdrachtstatus
Homepage
functies
Apparaat-
status
Beeldscherm en
aanraakscherm
Kiespauze
Invoer annuleren
Start
Stop
Alles
wissen
Aan-/afmelden
Help
Taal
Afdrukken onderbreken
Functies
Aan/uit-
knop
Cijfertoetsen
8 Beknopte gebruikshandleiding
Papier in de papierladen plaatsen
1 Open de papierlade en plaats
papier in de lade. Overschrijd NIET
de lijn MAX voor maximale vulling.
2 Stel de achter- en zijgeleiders
zodanig af dat het papier tegen de
rechterkant van de lade wordt
gehouden.
3 Wanneer u de lade sluit, wordt het
scherm Papierinstellingen
weergegeven. Voer het formaat, de
soort en de kleur in van het papier
dat u in het apparaat hebt geplaatst
en druk op Bevestigen.
Aan-/afmelden Hiermee krijgt de beheerder toegang tot de
apparaatinstellingen. Biedt tevens gebruikerstoegang tot
functies, als verificatie is ingeschakeld.
Cijfertoetsen Gebruik deze toetsen om alfanumerieke tekens in te voeren.
Invoer annuleren Hiermee wordt de invoer via de cijfertoetsen geannuleerd.
Kiespauze Hiermee wordt een pauze in een telefoonnummer ingevoegd
wanneer er een fax wordt verzonden.
Alles wissen Druk eenmaal op deze toets om de huidige invoer te wissen.
Druk tweemaal op deze toets om de standaardinstellingen te
herstellen.
Afdrukken
onderbreken
Gebruik deze toets om de huidige opdracht te onderbreken
om een afdrukopdracht te kunnen uitvoeren die een hogere
prioriteit heeft.
Stop Hiermee wordt de opdracht gestopt die wordt verwerkt.
Start Gebruik deze toets om een opdracht te activeren.
Item Beschrijving
Geleiders
Beknopte gebruikshandleiding 9
Nederlands
Originelen plaatsen
U kunt originelen plaatsen in de automatische originelendoorvoer (AOD) of op
de glasplaat.
1 Plaats originelen die moeten
worden gekopieerd met de
beeldzijde omhoog in de invoerlade
van de AOD, met de bovenkant van
het origineel aan de achterkant of
aan de linkerkant van de lade.
2 Verplaats de documentgeleider
zodat beide zijden van het
document net worden aangeraakt.
Of...........
3 ........open de AOD en plaats
afzonderlijke originelen met de
beeldzijde omlaag op de glasplaat,
uitgelijnd tegen de linkerachterhoek.
OPMERKING: Documenten
worden slechts eenmaal gescand,
zelfs als u meervoudige kopieën
hebt geselecteerd.
Geleiders
10 Beknopte gebruikshandleiding
Aansluiting op het netwerk
Volg deze instructies om het apparaat op een Ethernet TCP/IP-netwerk aan te
sluiten.
Als u het apparaat aansluit op een ander type netwerk of als u andere protocollen
wilt gebruiken, raadpleegt u de cd voor systeembeheerders.
Het apparaat testen
Voordat u het apparaat aansluit op het netwerk, moet u controleren of het
apparaat correct functioneert als kopieerapparaat.
1 Plaats een origineel in de AOD en maak 3 kopieën.
2 Als de kopieën goed worden gemaakt, installeert u de netwerkaansluiting zoals
in de volgende stappen wordt beschreven. Als het kopiëren mislukt, raadpleegt
u Problemen oplossen op pagina 37.
Netwerkaansluiting met TCP/IP
U kunt de TCP/IP-netwerkaansluiting instellen met een van de volgende
methoden:
DHCP: gebruik deze methode om een DHCP-server automatisch een
IP-adres te laten toewijzen. Dit is de fabrieksinstelling.
Statisch IP-adres: gebruik deze methode om handmatig een IP-adres
toe te wijzen dat door de netwerkbeheerder wordt verstrekt.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, wordt automatisch DHCP gebruikt om de
netwerkconfiguratie te verkrijgen. Als u een statisch IP-adres wilt gebruiken,
moet u DHCP uitschakelen en het IP-adres, gateway-adres, subnetmasker en
DNS-serveradres handmatig invoeren.
1 Sluit de Ethernet-kabel aan op de RJ45-
connector aan de achterkant van het
apparaat.
OPMERKING: De Ethernet-kabel
wordt niet door Xerox geleverd.
2 Wilt u het adres met behulp van DHCP
instellen, dan raadpleegt u Netwerkinstelling met DHCP op pagina 11. Als u een
statisch IP-adres wilt instellen, gaat u verder naar Netwerkinstelling met een
statisch IP-adres op pagina 11.
RJ45-
netwerk-
connector
Beknopte gebruikshandleiding 11
Nederlands
Netwerkinstelling met DHCP
1 Nadat u het apparaat hebt gestart, communiceert het met de DHCP-server om
een IP-adres te verkrijgen. Wacht twee minuten tot de netwerkinstelling is
voltooid en controleer vervolgens het toegewezen IP-adres als volgt:
Druk op de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel, voer de
toegangscode van de beheerder [1111] in en selecteer Invoeren.
Druk op de toets Apparaatstatus en selecteer vervolgens
Hulpprogramma's > Connectiviteit en netwerkinstellingen >
Geavanceerd > Netwerkinstelling > Netwerkinstellingen > TCP/
IP-opties > TCP/IP-instellingen.
Het toegewezen TCP/IP-adres is te vinden in het veld Naam/adres.
2 Controleer of er een IP-adres is toegewezen en of het een geschikt IP-adres is
voor het netwerk.
OPMERKING: Als het IP-adres begint met 169.xxx.xxx.xxx, heeft de DHCP-
server niet correct een adres toegewezen of is DHCP niet ingeschakeld op het
netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor ondersteuning.
Netwerkinstelling met een statisch IP-adres
Voordat u begint, moet u de volgende informatie opvragen bij de
netwerkbeheerder:
•IP-adres
Gateway-adres
Subnetmasker
DNS-serveradres
1 Druk via het bedieningspaneel op de
toets Aan-/afmelden, voer de
toegangscode van de beheerder
[1111] in en selecteer Invoeren.
2 Druk op de toets Apparaatstatus en
selecteer vervolgens
Hulpprogramma's > Connectiviteit
en netwerkinstellingen >
Geavanceerd > Netwerkinstelling >
Netwerkinstellingen > TCP/
IP-opties.
3 Selecteer HTTP en Inschakelen.
Selecteer Opslaan.
4 Selecteer TCP/IP-instellingen.
5 Selecteer de toets Dynamische adressering. DHCP is standaard
geselecteerd. Selecteer Uitgeschakeld om DHCP uit te schakelen en
vervolgens Opslaan.
12 Beknopte gebruikshandleiding
6 Selecteer Naam/adres. Voer de Hostnaam in door het toetsenbordsymbool te
selecteren. Voer het IP-adres in door elk vakje te selecteren en het nummer met
de cijfertoetsen in te voeren. Selecteer Opslaan.
7 Selecteer Subnet en gateway. Voer het Subnetmasker en de IP-gateway in.
Selecteer Opslaan.
8 Als u geen DNS-instellingen wilt configureren, gaat u verder met de volgende
stap. Als u wel DNS-instellingen wilt configureren, drukt u op de toets DNS-
configuratie. Voer de Domeinnaam en het adres van de Voorkeurs DNS-
server in. Selecteer Opslaan.
9 Het statische IP-adres is nu ingesteld. Druk op de toets Aan-/afmelden en
selecteer vervolgens Bevestigen om uzelf af te melden en het menu
Hulpprogramma's te sluiten.
Beknopte gebruikshandleiding 13
Nederlands
Printerdrivers installeren
In deze procedure wordt beschreven hoe u printerdrivers moet installeren met
de cd met printerdrivers.
De printerdrivers staan op de cd met printerdrivers die bij de Phaser 3635MFP
wordt meegeleverd.
U kunt de CentreWare printer- en faxdrivers-cd gebruiken om meerdere
onderdelen tegelijk te installeren, zoals printerdrivers, scandrivers,
gebruikersdocumentatie en PPD's (PostScript
®
-printerbeschrijving). Als u het
installatieprogramma wilt gebruiken, plaatst u de CentreWare printer- en
faxdrivers-cd-rom die bij de Phaser 3635MFP wordt meegeleverd.
1 Plaats de cd met drivers in het cd-station van het clientwerkstation.
2 Als de cd niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het menu Start, klikt u op
Uitvoeren en bladert u naar het cd-station. Klik op Setup en vervolgens op OK.
Klik op OK om de installatieprocedure te starten.
3 Selecteer de taal voor de installatie en klik dan op Doorgaan. Het driverscherm
wordt geopend.
OPMERKING: De selecties zijn:
Printer- en scandrivers installeren - zowel de printerdrivers als de scandrivers
worden geïnstalleerd.
Printerdriver installeren - alleen de printerdrivers worden geïnstalleerd.
Scandriver installeren - alleen de drivers voor de scanner worden
geïnstalleerd.
Als u de printerdrivers wilt installeren, volgt u de onderstaande instructies. Als u
de scandrivers wilt installeren, klikt u op Printer- en scandrivers installeren.
4 Klik op de optie voor het installeren van drivers.
5 Klik op de optie voor het installeren van de printerdrivers.
OPMERKING: De PCL6-driver wordt standaard geïnstalleerd.
6 Als u de PCL5- of Adobe® PostScript®-printerdrivers wilt installeren, klikt u op
Optie en schakelt u de selectievakjes voor de benodigde drivers in.
7 Voer het IP-adres, de DNS-naam of het UNC-pad van de printer in voor het
apparaat.
8 Klik op Installeren.
9 Volg de berichten op het scherm om de installatie te voltooien.
10
Wanneer de installatie van de printerdriver is geslaagd, verzendt u een testafdruk
vanaf de printerdriver of verzendt u een opdracht naar de Phaser 3635MFP.
11 Als de afdrukbewerking goed wordt uitgevoerd, gaat u verder met de volgende
instellingsprocedure in dit document. Als de afdrukbewerking mislukt,
raadpleegt u Problemen oplossen op pagina 37.
Raadpleeg voor een volledige uitleg de cd voor systeembeheerders die bij de
Phaser 3635MFP wordt meegeleverd.
14 Beknopte gebruikshandleiding
E-mailinstellingen
Als u de functie E-mail wilt instellen, volgt u deze procedure. Als u deze functie
nu niet wilt instellen, gaat u verder met het gedeelte Faxinstellingen op
pagina 16.
OPMERKING: Als u de toets E-mail niet op het scherm Homepage functies
ziet, schakelt u
E-mail in het pad Hulpprogramma's in. (Druk op Aan-/afmelden >
Apparaatstatus > Toegangscode [1111] > Invoeren > Hulpprogramma's >
Gebruikersinterface > Functie-activeringen > E-mail > Inschakelen.)
Voordat u begint met de instellingsprocedure, moet u controleren of de volgende
items beschikbaar zijn of de volgende acties zijn uitgevoerd.
Controleer of het apparaat volledig functioneert op het netwerk en of de
e-mailfunctie beschikbaar is op het scherm Homepage functies.
Zorg ervoor dat de TCP/IP- en HTTP-protocollen op het apparaat zijn
geconfigureerd en volledig functioneel zijn. Raadpleeg Netwerkinstelling
met een statisch IP-adres op pagina 11.
Zorg dat u het IP-adres hebt van een functionele SMTP-mailserver die
inkomend e-mailverkeer accepteert.
Zorg ervoor dat de DNS-instellingen correct zijn geconfigureerd en dat u
het domeinnaamadres hebt, indien van toepassing.
Maak een e-mailaccount die door het apparaat kan worden gebruikt als
standaardadres voor verzenden.
Test de e-mailaccount door een e-mailbericht te verzenden naar de
account van het Xerox-apparaat. Deze taak moet worden uitgevoerd vanaf
een mailclient in het netwerk die SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) en
POP3 (Post Office Protocol 3) ondersteunt.
U gebruikt Internet Services om e-mailinstellingen te configureren. Internet
Services zijn toegankelijk via een webbrowser.
1 Open de webbrowser en voer het TCP/IP-adres van het apparaat in de
adresbalk in. Druk op Invoeren.
2 Klik op Properties (Eigenschappen) > Connectivity (Connectiviteit) >
Protocols (Protocollen) > TCP/IP.
3 Voer de domeinnaam in het daarvoor bestemde vak in (bijvoorbeeld:
abc.xyz.bedrijf.com). U hoeft alleen de DNS-instellingen te configureren als u
hostnamen gaat gebruiken.
OPMERKING: Als dynamische adressering is ingesteld op het apparaat
(DHCP of BootP), is de domeinnaam niet toegankelijk. Als u dit moet wijzigen,
klikt u op Static (Statisch) in de menulijst voor de resolutie van het IP-adres.
Beknopte gebruikshandleiding 15
Nederlands
4 Blader naar de onderkant van het scherm en klik op de toets Apply
(Toepassen) om eventuele wijzigingen door te voeren. Voer de huidige
gebruikersnaam en toegangscode voor de hulpprogramma's voor de beheerder
in.
De standaardwaarden hiervoor zijn [admin] (er wordt onderscheid gemaakt
tussen kleine letters en hoofdletters) en [1111].
5 Klik in het menu Protocols (Protocollen) op SMTP Server.
6 Klik op IP Address (IP-adres) of Host Name (Hostnaam) en voer de hostnaam
of het IP-adres en het poortnummer (1-65535) van de SMTP-server in. De
standaardpoort is 25.
7 Schakel indien nodig het vakje Server Requires SMTP Authentication (Server
vereist SMTP-verificatie) in.
8 Voer de aanmeldingsnaam en de toegangscode in.
9 Klik op Apply (Toepassen) om uw instellingen te bevestigen.
10 Klik in het menu Properties (Eigenschappen) op Services (Functies) > E-mail
Settings (E-mailinstellingen) > Defaults (Standaardinstellingen).
11 Als u de instellingen in het e-mailscherm wilt wijzigen, klikt u voor elke
optiegroep op Edit (Bewerken).
12 Wanneer u uw selecties hebt gemaakt, klikt u op Apply (Toepassen).
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over alle e-mailfuncties,
waaronder het instellen van adresboeken, de cd voor systeembeheerders.
16 Beknopte gebruikshandleiding
Faxinstellingen
Bij de Phaser 3635MFP/X-configuratie is de faxoptie standaard aanwezig. De
faxkit moet worden ingesteld wanneer het apparaat wordt geïnstalleerd.
De faxkit instellen
1 Installeer de faxkit met behulp van de instructies in de kit.
2 Sluit de telefoonlijn aan op de
Lijnconnector van het apparaat.
3 Als u een toestel op het apparaat wilt
aansluiten, moet u dit op de
toestelconnector doen.
4 Druk op de toets Aan-/afmelden om
naar het pad Hulpprogramma's te
gaan.
5 Voer met de cijfertoetsen [1111] of
de huidige toegangscode in en
selecteer Invoeren.
6 Druk op de toets Apparaatstatus en
selecteer vervolgens
Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Functie-activeringen > Interne
fax. Het installatiescherm voor de fax wordt geopend.
7 Selecteer de gewenste (of dichtstbijzijnde) landlocatie door de vermelding te
selecteren in de lijst Landinstelling en selecteer dan Volgende.
8 Selecteer de gewenste kiesmethode. Selecteer Toon voor een toonlijn.
Selecteer Puls voor een lijn met 10 pulsen per seconde. Als u twijfelt, selecteert
u Toon.
9 Selecteer het toetsenbordsymbool voor Faxnummer en voer het faxnummer
van het apparaat in.
10 Selecteer het toetsenbordsymbool voor Apparaatnaam en voer een aangepaste
naam voor het apparaat in.
11 Selecteer Opslaan en vervolgens Sluiten. Het apparaat wordt opnieuw gestart.
Het apparaat verzendt en ontvangt nu faxen met behulp van
standaardinstellingen. Als u de faxinstellingen wilt wijzigen, voert u het pad
Hulpprogramma in zoals wordt beschreven in stap 4 en 5, en selecteert u
Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Interne fax. U kunt de
verschillende faxopties selecteren en wijzigen.
Toestelconnector
Lijnconnector
Beknopte gebruikshandleiding 17
Nederlands
Optiekits installeren
In dit gedeelte vindt u instructies over het installeren en configureren van
optionele toepassingen:
Netwerkaccountadministratie
•Serverfax
OPMERKING: Raadpleeg de cd voor systeembeheerders voor meer
instructies over het installeren en configureren van de toepassingen Serverfax
en Netwerkaccountadministratie.
Optiekits installeren
Alle optiekits worden op dezelfde manier geïnstalleerd. Iedere kit bevat een
toepassingsactiveringskaart en instructies.
1 Plaats de
toepassingsactiveringskaart
wanneer het apparaat is
ingeschakeld in de
kaartlezersleuf aan de
rechterkant van het apparaat.
De lampjes op de
toepassingsactiveringskaart
gaan branden (eerst rood, dan
groen knipperend en
vervolgens groen).
2 Als de installatie van de toepassing is geslaagd, wordt er een popup-bericht
weergegeven waarin wordt gemeld dat de toepassing is geconfigureerd en
waarin u wordt gevraagd de toepassingsactiveringskaart te verwijderen.
Netwerkaccountadministratie
Met Netwerkaccountadministratie kunt u het gebruik van het apparaat met
gedetailleerde voorzieningen voor kostenanalyse beheren. Afdruk-, scan-, fax-
en kopieeropdrachten worden op het apparaat bijgehouden en in een
opdrachtenlog bewaard. Gebruikers moeten hun gebruikers-ID en account-ID
invoeren om het apparaat te kunnen gebruiken en om de informatie over het
aantal uitgevoerde opdrachten te kunnen oproepen dat in een opdrachtenlog is
vastgelegd.
De kit installeren
Installeer de kit. Raadpleeg Optiekits installeren op pagina 17.
Kaartlezersleuf
18 Beknopte gebruikshandleiding
Netwerkaccountadministratie inschakelen
1 Druk op de toets Aan-/afmelden.
2 Voer 1111 in en selecteer Invoeren.
3 Druk op de toets Apparaatstatus en selecteer vervolgens Hulpprogramma's
> Accountadministratie > Inschakelen accountadministratie >
Verificatiemode.
4 Selecteer de toets Inschakelen onder het kopje Netwerkaccountadministratie.
5 Selecteer Opslaan.
6 Druk op de toets Aan-/afmelden en selecteer vervolgens Bevestigen om uzelf
af te melden.
OPMERKING: U vindt meer informatie in de Handleiding voor de
systeembeheerder.
Serverfax
Met de toepassing Serverfax kunnen gebruikers documenten via de telefoonlijn,
zonder een speciale telefoonaansluiting voor het apparaat, naar een of meer
faxapparaten verzenden. Dit kan worden bewerkstelligd door het apparaat op
een netwerkfaxserver aan te sluiten die faxverzendingen binnen een gehele
organisatie kan beheren.
De kit installeren
1 Installeer de kit. Raadpleeg Optiekits installeren op pagina 17.
Serverfax inschakelen
2 Druk op de toets Aan-/afmelden om naar het pad Hulpprogramma's te gaan.
3 Druk op de toets Apparaatstatus en selecteer vervolgens Hulpprogramma's
> Gebruikersinterface > Functie-activeringen > Serverfax.
4 Als u wordt gevraagd om een PIN in te voeren, voert u Code A in, zoals getoond
op pagina ii van de instructies van de serverfaxkit. Druk op Invoeren.
5 Als de toets Inschakelen wordt weergegeven, selecteert u Inschakelen.
6 Druk op de toets Aan-/afmelden en selecteer vervolgens Bevestigen om uzelf
af te melden en het menu Hulpprogramma's te sluiten.
7 Het apparaat wordt automatisch opnieuw gestart. Het opnieuw starten van het
apparaat neemt ongeveer 2-3 minuten in beslag.
OPMERKING: U vindt meer informatie in de Handleiding voor de
systeembeheerder.
Beknopte gebruikshandleiding 19
Nederlands
Kopieën maken
1 Plaats de originelen die moeten worden gekopieerd met de beeldzijde omhoog
in de AOD of met de beeldzijde omlaag uitgelijnd tegen de linkerachterhoek van
de glasplaat.
2 Druk op de toets Homepage
functies en vervolgens op
Kopiëren. Het scherm Kopiëren
wordt weergegeven.
3 Selecteer de gewenste toepassingen
op het aanraakscherm.
In de volgende tabel vindt u een
overzicht van de toepassingen.
Kopiëren Afdrukkwaliteit Opmaakaanpassing Afleveringsformaat
Verkleinen/
vergroten - het
beeld 25% tot
400% verkleinen
of vergroten
Origineelsoort -
het origineel als
tekst, tekst en foto
of foto definiëren
om de resolutie-
instellingen te
optimaliseren
Ingebonden
origineel -
ingebonden
documenten kopiëren
Katern maken -
document
automatisch
afdrukken als katern
Papiertoevoer
- de lade/het
papierformaat
selecteren
Lichter/
donkerder
- de
afdruk lichter of
donkerder maken
Origineelformaat -
het formaat van het
origineel instellen
Omslagen -
omslagen invoegen
2-zijdig
kopiëren -
opties voor 1- of
2-zijdig kopiëren
Achtergron-
donderdrukking
- een donkere
achtergrond
automatisch
verkleinen of
verwijderen
Randen wissen - de
randen van het beeld
verwijderen
Scheidingsvellen
voor
transparanten
-
blanco
scheidingsvellen
invoegen na iedere
transparant
Aflevering -
optie om sets te
maken
Beeldverschuiving
- het beeld verplaatsen
op de pagina
Pagina-opmaak -
meerdere beelden op
1 pagina afdrukken
Opdracht opslaan
- de opdracht wordt
op het apparaat
opgeslagen
20 Beknopte gebruikshandleiding
4 Voer het aantal gewenste kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk
vervolgens op Start.
OPMERKING: Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om
de kopieeropdracht te bevestigen en het scherm Opdrachtstatus weer te geven.
De kopieeropdracht wordt in de wachtrij weergegeven.
Beknopte gebruikshandleiding 21
Nederlands
Aanvullende kopieertoepassingen
Verkleinen / Vergroten
U kunt originelen met 25% tot 400% verkleinen en vergroten.
Als u deze optie wilt gebruiken, selecteert u het tabblad
Kopiëren. Selecteer een van de vooringestelde percentages
voor Verkleinen/vergroten of selecteer Meer voor aangepaste
waarden.
Afdrukkwaliteit aanpassen
U kunt de kopieerkwaliteit van de afdrukken verbeteren op
basis van het type en de kwaliteit van het origineel dat wordt
gescand. Als u deze optie wilt gebruiken, selecteert u het
tabblad Afdrukkwaliteit.
Origineelsoort: selecteer het type document dat moet worden
gekopieerd: tekst, tekst en foto's of foto's.
Lichter/donkerder: hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken.
Achtergrondonderdrukking: gebruik deze optie om de donkere achtergrond
die ontstaat wanneer originelen van gekleurd papier of krantenpapier worden
gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen.
Katernen maken
Een opeenvolgende set van 1- of 2-zijdige originelen kan
zodanig worden gekopieerd dat er handige katernen worden
gemaakt. Het apparaat kan 2-zijdige afdrukken maken die, als
ze gevouwen worden, een katern vormen met alle pagina's in de
juiste volgorde. Ook worden de beelden verkleind en correct
gepositioneerd, zodat deze op het geselecteerde papier passen.
Als u deze optie wilt gebruiken, plaatst u de originelen in de
AOD en selecteert u het tabblad Afleveringsformaat en Katern maken.
X-op-1
Deze toepassing wordt gebruikt om twee of meer documenten
met een verkleind formaat te kopiëren op één vel papier. Deze
toepassing is handig voor handouts, storyboards of
documenten die voor archiefdoeleinden worden gebruikt. Als u
deze optie wilt gebruiken, plaatst u de originelen in de AOD en
selecteert u het tabblad Afleveringsformaat en daarna
X-op-1. U kunt één, twee of vier afzonderlijke originelen op één
zijde van een vel papier kopiëren.
22 Beknopte gebruikshandleiding
Document afdrukken
1 Zorg ervoor dat de juiste Xerox Phaser 3635MFP-printerdriver op de pc is
geïnstalleerd. Raadpleeg Printerdrivers installeren op pagina 13 voor informatie
over het installeren van de printerdrivers.
U vindt de printerdrivers ook op de cd met CentreWare Print and Fax Services,
of u kunt de meest recente versies downloaden van de Xerox-website op
www.xerox.com/support
.
2 Open het document dat u wilt afdrukken. Klik op Bestand > Afdrukken en
selecteer de Xerox Phaser 3635MFP in de lijst met printers die wordt
weergegeven.
3 Als u de standaardafdrukeigenschappen wilt wijzigen, klikt u op
Eigenschappen.
De printerdriver bevat diverse tabbladen
met opties en eigenschappen
Het tabblad Geavanceerd
bevat diverse opties voor fonts
en afdrukken.
Gebruik het tabblad Papier/
aflevering om de soort papier,
het formaat en de kleur te
kiezen, plus afdrukopties zoals
2-zijdig afdrukken.
•Met Beeldopties kunt u het
uiterlijk van afdrukken
aanpassen. U kunt het formaat
van het beeld vergroten en verkleinen, toner besparen en de resolutie
instellen.
Het tabblad Opmaak/watermerk bevat diverse opties om watermerken
toe te voegen aan pagina's, de beeldrichting te wijzigen (landschap of
portret) en het afdrukken van katernen en afdrukken met x-op-1 in te
schakelen.
Kies de opties die voor de afdrukopdracht worden vereist en klik op OK om het
document af te drukken.
4 De afdrukopdracht wordt naar het apparaat verzonden en in de wachtrij Niet-
voltooide opdrachten weergegeven. Als u de wachtrij op het apparaat wilt
weergeven, drukt u via het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus.
Beknopte gebruikshandleiding 23
Nederlands
Aanvullende afdruktoepassingen
Beeld roteren
Met deze toepassing kunt u de pagina 180 graden draaien. Als u
deze optie wilt gebruiken, selecteert u het tabblad Geavanceerd
en klikt u op Beeldopties. Selecteer Ingeschakeld om
paginabeelden 180 graden ten opzichte van de huidige richting
te roteren. Selecteer Uitgeschakeld om deze toepassing uit te
schakelen.
Opgeslagen instellingen
Regelmatig (of zelden) gebruikte toepassingen van een
afdrukopdracht kunnen worden opgeslagen met de optie
Opgeslagen instellingen. Hiermee kunt u bijna alle toepassingen
van een afdrukopdracht die kunnen worden geselecteerd, een
naam geven, opslaan en oproepen. U kunt maximaal 50
opdrachtinstellingen opslaan. Als u deze optie wilt gebruiken,
klikt u op het tabblad Papier/aflevering en vervolgens op de pijl-
omlaag bij Opgeslagen instellingen. Selecteer Opslaan als om
de huidige instellingen op te slaan of kies een eerder opgeslagen
instelling.
Toner besparen
Als u conceptdocumenten afdrukt, kunt u de gebruikte
hoeveelheid toner beperken door de toepassing Toner besparen
te gebruiken. Het beeld is lichter dan normaal, maar is duidelijk
leesbaar en ideaal voor het controleren of proeflezen van een
document. Klik op het tabblad Beeldopties en schakel het
selectievakje Toner besparen in om deze toepassing te
gebruiken.
24 Beknopte gebruikshandleiding
Watermerk toevoegen
Met de toepassing Watermerk kunt u achtergrondtekst of -
bitmaps maken en over de breedte van de pagina's van
documenten afdrukken. U kunt eigen watermerken maken of
watermerken bewerken. U kunt ook watermerken opgeven die op
de voorgrond of achtergrond moeten worden afgedrukt, of alleen
op de eerste pagina. Als u deze optie wilt gebruiken, klikt u op het
tabblad Opmaak/Watermerk en vervolgens op de gewenste
opties in het gedeelte Watermerk.
Beknopte gebruikshandleiding 25
Nederlands
Fax verzenden
OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar bij de 3635MFP/X-
configuratie.
1 Plaats de originelen die moeten worden gefaxt met de beeldzijde omlaag op de
glasplaat of met de beeldzijde omhoog in de AOD.
2 Druk op de toets Homepage
functies en selecteer de optie Fax.
Het scherm Fax wordt geopend.
3 Voer het faxnummer van de
ontvanger in met:
Kiezen via toetsen -
selecteer het gedeelte
Nummer invoeren op het
aanraakscherm en voer het
nummer met behulp van de
cijfertoetsen in.
Handmatig kiezen - als er een toestel is aangesloten op het apparaat,
selecteert u Handmatig kiezen en kiest u het nummer met het toestel of
gebruikt u de cijfertoetsen om te kiezen.
Snelkiezen - selecteer Snelkiezen en selecteer een vooringesteld
snelkiesnummer.
Toevoegen - voeg verschillende ontvangers aan de verzendlijst toe om
een fax naar verschillende ontvangers te sturen. Met deze toets hebt u
toegang tot de kieslijst voor personen en groepen.
26 Beknopte gebruikshandleiding
Selecteer de gewenste toepassingen voor de faxopdracht in de volgende tabel.
OPMERKING: Het tabblad Faxopties biedt toegang tot toepassingen voor het
instellen van faxen zoals het maken van mailboxen, het toevoegen van namen
aan een kieslijst en andere nuttige opties.
4 Druk op Start om de fax te verzenden.
OPMERKING: Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om
de faxopdracht te bevestigen en het scherm Opdrachtstatus weer te geven. De
opdracht in de wachtrij wordt weergegeven.
Basisfuncties Fax Meer faxtoepassingen
Resolutie - de kwaliteit van het
beeld instellen
Lichter/donkerder - de afdruk lichter of
donkerder maken
Type opdracht -1-zijdige of
2-zijdige originelen
Kleurenmode- scan is in zwart-wit of in
kleur
Origineelsoort - het origineel als
tekst, tekst en foto of foto definiëren
om de resolutie-instellingen te
optimaliseren
Achtergrondonderdrukking - een
donkere achtergrond automatisch
verkleinen of verwijderen
Origineelformaat - het formaat van het
origineel instellen
Beknopte gebruikshandleiding 27
Nederlands
Aanvullende faxtoepassingen
Uitgesteld verzenden
Met deze toepassing kunt u het tijdstip opgeven waarop de fax
moet worden verzonden. Deze optie kan worden gebruikt om het
verzenden van een faxopdracht uit te stellen tot een dalperiode
om de kosten van de oproep te beperken. Als u deze optie wilt
gebruiken, selecteert u het tabblad Faxopties. Selecteer
Faxopties> Uitgesteld verzenden.
De resolutie wijzigen
De resolutie bepaalt hoe de fax eruit zal zien op de ontvangende
faxterminal. Als u deze optie wilt gebruiken, selecteert u het
tabblad Faxopties en maakt u een keuze uit de beschikbare
opties onder Resolutie. U kunt voor de meeste tekstdocumenten
Standaard selecteren en voor lijntekeningen en foto's Fijn.
Een adresboek instellen
Met deze toepassing kunt u namen van faxbestemmingen,
faxnummers en faxverzendinstellingen op het apparaat opslaan.
De vermeldingen die u hier opslaat, kunnen later worden
geselecteerd in de toepassing Verzendlijst op het tabblad
Faxopties. Selecteer het tabblad Fax en vervolgens Adresboek.
Voer faxgegevens voor personen in. Er kunnen ook groepen
kieslijsten worden ingesteld die bestaan uit individuele
vermeldingen.
Faxrapporten
Er kunnen verscheidene faxrapporten worden afgedrukt door op
Apparaatstatus te drukken en Gebruikersinterface >
Faxrapporten te selecteren. Selecteer een rapport en
vervolgens de vereiste afdrukoptie.
28 Beknopte gebruikshandleiding
Netwerkscannen
Met Netwerkscannen kunt u documenten scannen en opslaan als elektronische
bestanden.
Voordat u de toepassing Netwerkscannen kunt gebruiken, moet er een
bestandsopslagplaats worden ingesteld. Raadpleeg de Handleiding voor de
systeembeheerder voor informatie over het instellen van een
bestandsopslagplaats.
1 Plaats de originelen die moeten worden gescand met de beeldzijde omlaag op
de glasplaat of met de beeldzijde omhoog in de AOD.
2 Druk op de toets Homepage functies
van het bedieningspaneel. Selecteer
de optie Netwerkscannen. Het
scherm Netwerkscannen wordt nu
weergegeven.
3 Selecteer de gewenste scansjabloon
in de lijst.
4 Wijzig indien nodig de
sjablooninstellingen via de opties op
de tabbladen Netwerkscannen,
Geavanceerde instellingen, Opmaakaanpassing en Opslagopties.
Netwerkscannen
Geavanceerde
instellingen
Opmaakaanpassing Opslagopties
Afleveringskleur
- scan is in zwart-
wit of in kleur
Lichter/
donkerder - de
afdruk lichter of
donkerder maken
Origineelformaat
- het formaat van het
origineel instellen
Bestandsnaam -
als de
bestandsnaam al
bestaat
2-zijdig scannen
- origineel kan 1- of
2-zijdig zijn; tweede
zijde kan worden
geroteerd
Achtergron-
donderdrukking
- een donkere
achtergrond
automatisch
verkleinen of
verwijderen
Tot rand scannen
- de volledige pagina
scannen
Velden van
documentbeheer
- indexinformatie
over het document
invoeren
Origineelsoort -
tekst, foto of tekst
en foto
Kwaliteit/
bestandsgrootte
- optimale kwaliteit
versus
bestandsgrootte
Bestemmingen
toevoegen
-
aanvullende
bestandsbestemmin
gen aan sjablonen
toevoegen
Beknopte gebruikshandleiding 29
Nederlands
5 Druk op Start om de documenten te scannen.
OPMERKING: Druk via het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus om
de scanopdracht te bevestigen en het scherm Opdrachtstatus weer te geven. De
opdracht in de wachtrij wordt weergegeven.
Resolutie
-
Hiermee past u de
scaninstellingen
aan aan de manier
waarop het
gescande beeld zal
worden gebruikt
Sjablonen
bijwerken - een
recent gemaakte of
bijgewerkte
sjabloon gebruiken
voordat het systeem
deze automatisch
aan de
sjablonenlijst
toevoegt
Bestandsformaat
- PDF, TIF, JPEG of
XPS
Netwerkscannen
Geavanceerde
instellingen
Opmaakaanpassing Opslagopties
30 Beknopte gebruikshandleiding
Aanvullende netwerkscantoepassingen
Scansjablonen maken
Sjablonen worden bij netwerkscannen
gebruikt om de bestemming- en
scaninstellingen voor de scanopdracht te
definiëren. Het productieproces verloopt
efficiënter als u specifieke sjablonen voor de
meest gebruikte scanopdrachten maakt.
Nieuwe sjablonen worden gebaseerd op de
instellingen die voor de standaardsjabloon
zijn geconfigureerd. U kunt ook sjablonen
kopiëren en wijzigen. Er kunnen maximaal
250 sjablonen worden weergegeven.
1 Open de webbrowser en voer het TCP/IP-adres van het apparaat in de
adresbalk in. Druk op Enter en klik op het tabblad Scan (Scannen).
2 In het venster met algemene informatie voert u in het vak Template Name
(Sjabloonnaam) een naam in voor de sjabloon. U kunt optioneel ook een
beschrijving en de naam van de eigenaar toevoegen.
3 Klik op Add (Toevoegen) om de nieuwe sjabloon te maken. De sjabloon wordt
weergegeven in de lijst Templates (Sjablonen) aan de linkerkant.
Naam / Indeling
4 Als u de naam en de indeling van het gescande document wilt selecteren, klikt
u op Edit (Bewerken). Voer een naam voor het gescande document in en kies
de indeling: PDF, Multi-Page TIFF, TIFF, JPEG-JIF of XPS. Klik op Apply
(Toepassen).
Bestemmingen
5 De scan kan door de systeembeheerder naar een bestandsopslagplaats
worden verzonden of als fax worden verzonden, indien Serverfax op het
apparaat is ingeschakeld. Klik op File (Bestand) en/of Fax. Als u op File
(Bestand) klikt, moet u de bestandsopslagplaats selecteren waar de gescande
beelden heen worden verzonden.
Velden van Documentbeheer
6 Als u gegevens wilt toevoegen om het documentbeheer van de gescande
beelden te vergemakkelijken, klikt u op Add (Toevoegen) en vult u de
gewenste informatie in.
Beknopte gebruikshandleiding 31
Nederlands
Scanopties
7 Als u de scanopties wilt wijzigen, klikt u op Edit (Bewerken). De instellingen
waaruit u kunt kiezen, zijn 2-Sided (2-zijdig), Original Type (Origineelsoort) en
geavanceerde scaninstellingen zoals Lighten/Darken (Lichter/donkerder), Color
Options (Kleurenopties), Original Input (Origineleninvoer) en Resolution
(Resolutie). U kunt er ook voor kiezen een bevestigingsrapport af te drukken en
een opdrachtenlog met het beeld op te slaan.
8 Wanneer u uw selecties hebt gemaakt, klikt u op Apply (Toepassen).
32 Beknopte gebruikshandleiding
E-mail verzenden
1 Plaats de originelen die per e-mail moeten worden verzonden met de beeldzijde
omlaag op de glasplaat of met de beeldzijde omhoog in de AOD.
2 Druk op de toets Homepage
functies op het bedieningspaneel.
3 Selecteer E-mail.
4 Selecteer Van en voer het adres in
dat u in het veld Van bij de e-mail
wilt gebruiken.
OPMERKING: Mogelijk is dit veld
vooringesteld door de beheerder en
kan het niet worden bewerkt.
5 Selecteer Nieuwe ontvangers, voer het e-mailadres van de ontvanger in en
selecteer Toevoegen. Als er een adresboek is ingesteld, selecteer dan
Adresboek en voer de naam van de ontvanger in. Het adresboek wordt
doorzocht en u kunt de ontvanger selecteren in de lijst met namen die wordt
weergegeven. Op deze manier kunt u meerdere ontvangers aan de verzendlijst
toevoegen.
Beknopte gebruikshandleiding 33
Nederlands
6 Selecteer op de tabbladen E-mail, Geavanceerde instellingen,
Opmaakaanpassing of E-mailopties een toepasselijke instelling voor het
document.
7 Druk op Start om het document te scannen en als bijlage bij een e-mail te
verzenden.
OPMERKING: Als u de opdracht wilt bevestigen, drukt u op de toets
Opdrachtstatus op het bedieningspaneel. De opdracht wordt in de
opdrachtwachtrij weergegeven.
E-mail
Geavanceerde
instellingen
Opmaakaanpassing E-mailopties
Afdrukkleur -
zwart-wit of kleur
Lichter/
donkerder
- het
beeld lichter of
donkerder maken
Origineelformaat
- het formaat van het
origineel instellen
Bestandsindeling -
PDF, TIF, JPEG of
XPS
2-zijdig
scannen
-
origineel kan
1- of 2-zijdig zijn
Achtergron-
donderdrukking
- donkere
achtergronden
onderdrukken
Randen wissen -
Scan de volledige
pagina
Antwoord aan -
e-mailadres instellen
Origineelsoort
- tekst of foto
Kwaliteit/
bestandsgrootte
- optimale kwaliteit
versus
bestandsgrootte
Bericht -
berichtinhoud invoeren
Resolutie - van
72x72 tot
600x600 dpi
34 Beknopte gebruikshandleiding
De productiviteit van het apparaat
verbeteren
De Phaser 3635MFP is een krachtig, multifunctioneel apparaat met veel digitale
functies die in één compact systeem zijn geïntegreerd. Het apparaat is
ontworpen ter ondersteuning van grote werkgroepen in verschillende
productieomgevingen. U kunt meer doen met minder en uw werkstroom
stroomlijnen met deze toepassingen die de productiviteit verbeteren.
Het apparaat aanpassen
Online adresboek
Het apparaat kan zodanig worden ingesteld dat deze volledig is
aangepast aan de werkstroom van uw kantoor. Het eerste scherm
dat u op het apparaat ziet, kan bijvoorbeeld het scherm
Apparaatstatus, Opdrachtstatus, Homepage functies34 of een van
de Functies zijn. De standaardinstellingen voor elk van de functies
kunnen aan uw eigen voorkeuren worden aangepast, zoals de
standaardpapierlade, aangepaste verkleiningspercentages en
2-zijdig kopiëren om papier te besparen.
Als u de opties wilt verkennen, opent u Hulpprogramma's en bekijkt
u de Standaardinstellingen scherm en Systeeminstellingen.
Het adresboek is handig wanneer u een lijst hebt opgebouwd van
personen of groepen die regelmatig een fax of e-mail ontvangen.
Gebruik deze toepassing om het adresboek te programmeren met
de gegevens van ontvangers, zoals hun e-mailadressen of
faxnummers. Nummers die voor het adresboek zijn geregistreerd,
kunnen ook als snelkiescodes worden gebruikt.
Als dit adresboek is geconfigureerd, biedt het apparaat
ondersteuning voor zowel bedrijfs- (LDAP-) als lokale
adresboeken. Lokale adresboeken kunnen worden geïmporteerd
vanuit een CSV-bestand onder Internet Services
(Internetdiensten) > Properties (Eigenschappen) > Services
(Diensten) > E-mail Settings (E-mailinstellingen).
Beknopte gebruikshandleiding 35
Nederlands
Extern beheer
Papieren documenten verzenden als e-mail
Dit multifunctionele apparaat heeft een eigen CentreWare
Internet Services-site. U hebt toegang tot deze site via uw
webbrowser. Als gebruiker kunt u informatie over uw apparaat
verkrijgen en over opdrachten die vanaf uw eigen pc naar het
apparaat zijn verzonden.
De tabbladen op de webpagina bevatten opties om de status
van het apparaat, het geplaatste papier, opdrachten in de
wachtrij en beheerdersinstellingen te controleren. Met deze
toepassing kunt u zelfs een afdrukklare opdracht via internet
verzenden.
Open eenvoudigweg de webbrowser en voer het IP-adres van
het apparaat in.
Gescande documenten kunnen als bijlage bij een e-mail naar een
opgegeven e-mail-ontvanger of groep ontvangers worden verzonden.
U kunt toegang krijgen tot de e-mailtoepassingen met de toets
Homepage functies op het bedieningspaneel en de optie E-mail op
het scherm. Dit is een uitstekende toepassing voor het scannen van
documenten voor uw eigen gebruik. Selecteer eenvoudigweg de
toepassing E-mail, voer uw eigen e-mailadres in en scan het
document. Slechts enkele ogenblikken later vindt u het bestand (het
scanbeeld) in uw e-mailpostvak.
36 Beknopte gebruikshandleiding
Eenvoudig beheer van verbruiksartikelen
Krachtige documenten
Verbruiksartikelen zijn items op het apparaat die moeten worden
aangevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en door de klant te
vervangen eenheden. Eenheden zoals de toner- en nietcassette
zijn artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. Dit
betekent dat u deze artikelen kunt vervangen zonder dat u
hiervoor contact hoeft op te nemen met een Xerox-
servicemedewerker. Op deze manier kunt u de non-productieve
tijd beperken.
Het apparaat is geen gewone printer; u kunt het apparaat gebruiken om
documenten af te drukken en te maken die speciaal zijn aangepast aan
uw behoeften, ongeacht of het voor een presentatie, voor handouts of
als notulen voor een vergadering is.
Met Katern maken kunt u bijvoorbeeld katernen of kopieën met
verscheidene pagina's maken van 1- of 2-zijdige originelen.
Ingebonden originelen kunnen in kleur worden gescand en via e-mail
naar uzelf worden verzonden, zodat u ze kunt opnemen in uw
elektronische documenten. U kunt presentatiepakketten maken met de
toepassing X-op-1 en nog veel meer. Uw enige beperking is uw
verbeelding.
Beknopte gebruikshandleiding 37
Nederlands
Problemen oplossen
De kwaliteit van de afdrukken en kopieën kan door verschillende factoren
worden beïnvloed. Voor optimale resultaten moet u de richtlijnen in de
Handleiding voor de gebruiker opvolgen. Met de documentatie en
storingsberichten van het apparaat kunt u problemen eenvoudig opsporen en
verhelpen.
Sommige problemen kunnen worden opgelost door het apparaat uit te
schakelen en weer in te schakelen. Wacht ongeveer 20 seconden voor u het
apparaat inschakelt. Als het probleem niet is opgelost nadat u het apparaat
opnieuw hebt gestart, raadpleegt u de volgende tabel om oplossingen te vinden.
Probleem Oplossing
Het apparaat kan niet
worden ingeschakeld
• Controleer of het apparaat niet in de energiespaarstand staat
(wordt aangegeven door een groen lampje op het
bedieningspaneel). Raak het aanraakscherm aan om het
apparaat weer te activeren.
• Controleer of het netsnoer correct is aangesloten.
• Zet de AAN/UIT-toets op AAN (I).
Originelen worden
niet door de
automatische
originelendoorvoer
(AOD) gevoerd
• Zorg ervoor dat alle nietjes of paperclips zijn verwijderd uit de
originelen.
• Zorg ervoor dat de AOD niet te vol is. Max. 50 originelen.
• Zorg ervoor dat de geleiders zo zijn ingesteld dat deze de zijden
van de originelen raken.
Het apparaat drukt
niet af vanaf een
werkstation
• Controleer of het apparaat op een actieve netwerkkabel is
aangesloten.
• Controleer of de netwerkinstellingen correct zijn. Raadpleeg
Aansluiting op het netwerk op pagina 10.
Kan niet verzenden:
E-mail
• Controleer of het apparaat als printer op het netwerk is
aangesloten.
• Controleer of e-mail is ingeschakeld. Raadpleeg
E-mailinstellingen op pagina 14.
Papierstoringen
• Plaats het papier in de papierladen met de naadzijde van het
papier omhoog.
• Plaats het papier in de handmatige invoer met de naadzijde
omlaag.
• Als het papier erg krult, moet u het papier in de betreffende
papierlade omkeren.
• Gebruik papier uit een nieuw pak.
38 Beknopte gebruikshandleiding
Papierstoringen
Op het scherm wordt de plaats van de papierstoring aangegeven.
Volg de instructies op het scherm om het papier uit de papierbaan te
verwijderen.
Zorg ervoor dat alle deuren en panelen die worden gebruikt om
papierstoringen op te lossen in de juiste positie terug worden gezet.
OPMERKING: Zones waar papierstoringen kunnen optreden en moeten
worden verholpen, verschillen per model en configuratie.
Kan geen document
faxen
• Controleer of het apparaat is aangesloten op een werkende
telefoonlijn en controleer of u een kiestoon hoort.
• Controleer of Fax is ingeschakeld. Raadpleeg Faxinstellingen
op pagina 16.
Probleem Oplossing
p
Papier verwijderen bij voorpaneel
Papier verwijderen in duplexzone en bij achterpaneel
Beknopte gebruikshandleiding 39
Nederlands
Origineelstoringen
Op het scherm wordt weergegeven wanneer er een origineelstoring is
opgetreden.
Volg de instructies op het scherm en verwijder alle originelen uit de
AOD en van de glasplaat volgens de instructies. Onderstaande
afbeelding geeft de zones van de AOD weer waar zich
origineelstoringen kunnen voordoen die moeten worden verholpen.
De klep van de AOD optillen
De klep van de invoermodule omhoog
zetten met behulp van de schuiven
40 Beknopte gebruikshandleiding
Help
Wanneer u het apparaat gebruikt, hebt u gedetailleerde en directe hulp binnen
handbereik. U hebt toegang tot Help-informatie en tips afkomstig van
verschillende bronnen.
Op het apparaat
U kunt op ieder ogenblik op Help drukken
voor toegang tot de online Help-
schermen. Berichten, scherminstructies
en afbeeldingen bieden aanvullende
informatie.
Documentatie
De meeste antwoorden op uw vragen zijn
te vinden in de documentatie die op cd's
bij de Phaser 3635MFP wordt verstrekt.
U hebt ook toegang tot deze documenten
vanaf www.xerox.com/support.
Handleiding voor de gebruiker - bevat instructies en informatie over alle
toepassingen op het apparaat.
Handleiding voor de systeembeheerder - bevat gedetailleerde
instructies en informatie over het aansluiten van het apparaat op het
netwerk en het installeren van optionele toepassingen.
In de printerdriver
Klik op Help in het printerdriverscherm of
druk via het toetsenbord van de pc op [F1]
voor informatie over het printerdriverscherm
dat wordt weergegeven.
Beknopte gebruikshandleiding 41
Nederlands
Bij CentreWare
Internet Services
Klik op Index om de inhoud
van de Internet Services-site
weer te geven.
Klik op Help om naar de Xerox-
website voor online-
ondersteuning te gaan.
42 Beknopte gebruikshandleiding
Voorbladen inschakelen/uitschakelen
Het voorblad in de printerdriver uitschakelen
Gebruik de volgende instructies om het voorblad van uw apparaat via de
printerdriver op uw pc uit te schakelen.
1 Selecteer op uw pc het menu Start en kies dan Printers en faxapparaten.
2 Klik met de rechtermuisknop op de gewenste printer.
3 Selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4 Selecteer het tabblad Geavanceerd.
5 Selecteer Papier/aflevering en klik op het +-teken om het menu uit te klappen.
6 Selecteer Uitgeschakeld in de voorbladopties.
7 Selecteer Toepassen.
8 Selecteer OK.
Het voorblad op de printer uitschakelen
Gebruik de volgende instructies om het voorblad op het apparaat uit te
schakelen.
1 Selecteer de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel van het apparaat.
2 Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en selecteer Invoeren.
3 Druk via het bedieningspaneel op de toets Apparaatstatus.
4 Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
5 Selecteer Gebruikersinterface en vervolgens Opdrachtvellen.
6 Selecteer Voorbladen.
7 Selecteer Uitgeschakeld.
8 Selecteer Opslaan.
9 Druk via het bedieningspaneel op de groene toets voor de systeembeheerder.
10 Selecteer Afmelden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Xerox 3635MFP Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding