Festool OF 2200 EB-Plus Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Originalbetriebsanleitung - Oberfräse 6
Original operating manual - Router 13
Notice d’utilisation d’origine - Défonceuse 21
Manual de instrucciones original - Fresadora 28
Istruzioni per l’uso originali - Fresatrici verticali 36
Originele gebruiksaanwijzing - Bovenfrezen 44
Originalbruksanvisning - Handöverfräsarna 52
Alkuperäiset käyttöohjeet - Yläjyrsin 59
Original brugsanvisning - Overfræserne 66
Originalbruksanvisning - Overfresene 73
Manual de instruções original - Fresadora superior 80
Оригинал Руководства по эксплуатации - Ôàñîííî-ôðåçåðíàÿ ìàøèíêà 88
Originální návod k použití - Horní frézka 96
Oryginalna instrukcja eksploatacji - Frezarka górnowrzecionowa 103
OF 2200 EB
468073_N / 2019-08-09
Festool GmbH
Wertstraße 20
D-73240 Wendlingen
Tel.: 07024 /804-0
Telefax: 07024/804-20608
www.festool.com
44
1 Symbolen
Waarschuwing voor algemeen gevaar
Gevaar voor elektrische schokken
Handleiding/aanwijzingen lezen!
Draag een stofmasker!
Draag gehoorbescherming!
Draag veiligheidshandschoenen!
Niet in huisafval.
2 Technische gegevens
Vermogen 2200 W
(110 V-versie: 16 A)
Toerental (onbelast) 10000 - 22000 min
-1
Dieptesnelinstelling 80 mm
Dieptefi jninstelling 20 mm
Aansluitschroefdraad van de aandrijfas
M 22 x 1,0
Freesdiameter, max. 89 mm (3½“)
Gewicht (zonder netsnoer) 7,8 kg
Beveiligingsklasse
/ II
3 Apparaatonderdelen
[1.1] Stelknop voor freesdiepte-fi jninstelling
[1.2] Schaalring voor freesdiepte-fi jninstelling
[1.3] Draaiknop voor de klemming van de
freesdiepte
[1.4] Schaal voor freesdiepte
[1.5] Diepteaanslag met naald
[1.6] Spanhendel voor diepteaanslag
[1.7] Excenter voor het koppelen van de diepte-
aanslag en de stappenaanslag
[1.8] Stappenaanslag
[1.9] Bedieningshendel voor het wisselen van
loopzolen
[1.10] Kanteltoets voor spilvergrendeling
[1.11] Stelknop voor toerentalregeling
[2.1] Vergrendelknop voor in-/uitschakelaar
[2.2] In-/uitschakelaar
[2.3] Hendel voor het vastzetten van de be-
schermkap
[2.4] Handgrepen
[2.5] Afzuigaansluiting
De vermelde afbeeldingen staan aan het begin en
aan het einde van de handleiding.
4 Gebruik volgens de stemming
De bovenfrezen zijn conform de bepalingen be-
stemd voor het frezen van hout, kunststof en
houtachtig materiaal. Bij gebruik van het hier-
voor in de verkoopdocumentatie van Festool ge-
noemde freesgereedschap kan ook aluminium
en gipskarton bewerkt worden.
De gebruiker is aansprakelijk voor schade
en letsel bij gebruik dat niet volgens de
voorschriften plaatsvindt.
5 Veiligheidsvoorschriften
5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschrif-
ten en instructies. Wanneer de waarschuwingen
en instructies niet in acht worden genomen, kan
dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en handlei-
dingen om ze later te kunnen raadplegen.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
„elektrisch gereedschap” heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het
stroomnet (met netsnoer) en op elektrische ge-
reedschappen voor gebruik met een accu (zonder
netsnoer).
5.2 Machinespecifi eke veiligheidsvoorschriften
- Neem het elektrische gereedschap alleen aan
de geïsoleerde greepvlakken vast omdat de
frees de eigen netkabel kan raken. Het con-
tact met een spanningvoerende leiding kan ook
Bovenfrezen OF 2200
Inhoudsopgave
1 Symbolen .................................................... .44
2 Technische gegevens ................................. .44
3 Apparaatonderdelen .................................. .44
4 Gebruik volgens de stemming .................... .44
5 Veiligheidsvoorschriften ..................................44
6 Inbedrijfstelling .......................................... .45
7 Instellingen ................................................. .45
8 Gebruik ........................................................ .48
10 Onderhoud en verzorging ........................... .50
11
Speciale gevaaromschrijving voor het milieu .50
12 EG-conformiteitsverklaring ........................ .50
45
metalen apparaatonderdelen onder spanning
zetten en tot een elektrische schok leiden.
- Bevestig en beveilig het werkstuk met schroef-
klemmen of op een andere manier op een sta-
biele ondergrond. Als u het werkstuk slechts
met één hand of tegen uw lichaam houdt, blijft
het stabiel, wat tot het verlies van de controle
kan leiden.
- Controleer of de freesmachine stevig bevestigd
is en of hij correct loopt.
- De spantang en de wartelmoer mogen niet be-
schadigd zijn.
- Er mag alleen gereedschap worden gebruikt
dat in overeenstemming is met de norm EN
847-1. Al het Festool-freesgereedschap voldoet
hieraan.
- Het maximale toerental dat op het gereedschap
staat aangegeven mag niet worden overschre-
den, het toerentalbereik dient in acht te worden
genomen.
- Er mogen geen freesmachines worden gebruikt
met scheuren of barsten of waarvan de vorm
veranderd is.
- Span alleen gereedschap in met een voor de
spantang geschikte schachtdiameter.
- Draag een passende persoonlijke veiligheids-
uitrusting: gehoorbescherming, veiligheidsbril,
stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt en veiligheidshandschoenen bij het
bewerken van ruwe materialen en het wisselen
van gereedschap.
- Festool-elektrogereedschap mag alleen wor-
den ingebouwd in werktafels die hiervoor
door Festool bestemd zijn. Door inbouw in an-
dere of zelfgemaakte werktafels kan het elek-
trogereedschap onveilig worden, met mogelijk
ernstige ongevallen als gevolg.
5.3 Emissiewaarden
Geluidswaarden bepaald volgens EN 60745:
Geluidsdrukniveau L
PA
= 87 dB(A)
Geluidsvermogensniveau L
WA
= 98 dB(A)
Onzekerheid K = 3 dB
VOORZICHTIG
Door het geluid dat tijdens het bewerken ont-
staat, kan het gehoor beschadigd raken.
Draag gehoorbescherming!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie rich-
tingen) bepaald volgens EN 60745:
Trillingsemissiewaarde
(3-assig) a
h
< 2,5 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s²
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toe-
passingen, met ander inzetgereedschap of bij
onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht!3 Elektri-
sche aansluiting en inbedrijfstelling
6 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van 120
V/60 Hz worden ingezet.
De schakelaar [2.2] dient als IN-/UIT-schakelaar.
Voor continugebruik kan hij met de vergrendel-
knop aan de zijkant [2.1] worden vastgezet. Door
de schakelaar nogmaals in te drukken wordt de
vergrendeling opgeheven.
7 Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1 De elektronica
De OF 2200 EB beschikt over een volledige golf-
elektronica met de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
voor een stootvrije aanloop van de machine.
46
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (1.11) trap-
loos tussen 10000 en 22000 min
-1
ingesteld wor-
den. Hiermee kunt u de zaagsnelheid optimaal
aanpassen aan het betreffende materiaal en het
freesgereedschap.
Freesdiameter [mm]
Aanbevolen
zaagmateriaal
Materiaal
10 -30
30 -
50
50 -
89
Stand van de stelknop
Hardhout
6 - 4 5 - 3 3 - 1
HW
(HSS)
Zacht hout
6 - 5 6 - 4 5 - 3
HSS
(HW)
Spaanplaat,
geplastifi -
ceerd
6 - 5 6 - 4 4 - 2
HW
Kunststof
6 - 4 6 - 3 3 - 1
HW
Aluminium
3 - 1 3 - 1 2 - 1
HSS
(HW)
Gipskarton
2 - 1 1 1
HW
Constant toerental
Het vooraf ingestelde motortoerental wordt elek-
tronisch constant gehouden. Hierdoor wordt ook
bij belasting een gelijkblijvende zaagsnelheid be-
reikt.
Temperatuurbeveiliging
Ter bescherming tegen oververhitting (doorbran-
den van de motor) is een elektronische tempera-
tuurbewaking ingebouwd. Voordat er een kritische
motortemperatuur wordt bereikt, wordt de motor
door de veiligheidselektronica uitgeschakeld. Na
een afkoeltijd van ca. 3 - 5 minuten is de machine
weer bedrijfsklaar en volledig belastbaar. Bij een
draaiende machine (onbelast toerental) neemt de
afkoeltijd aanzienlijk af.
Rem
De OF 2200 EB beschikt over een elektronische
rem, die nadat de machine uitgeschakeld is de
spindel met het gereedschap binnen enkele se-
conden tot stilstand brengt.
7.2 Gereedschapswissel
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen - het freesgereedschap
kan na gebruik heet zijn, en het heeft scherpe
snijkanten.
Laat het gereedschap voor het wisselen af-
koelen.
Draag veiligheidshandschoenen bij het wisse-
len van gereedschap.
AANWIJZING
Druk alleen op de kanteltoets voor de spilver-
grendeling [3.1] wanneer de bij machine uitge-
schakeld is.
Voor het wisselen van gereedschap bevelen wij
aan de machine op zijn kant te leggen.
a) Gereedschap inbrengen
Plaats het freesgereedschap [3.4/3a.1] zo ver
mogelijk, maar tenminste tot de markering
op de freesschacht in de geopende spantang
[3a.2]. Wanneer de spantang niet zichtbaar
is door de wartelmoer [3a.3], moet het frees-
gereedschap tenminste zó ver in de spantang
worden geleid dat de markering
niet meer
boven de wartelmoer uitsteekt.
Druk op de kanteltoets [3.1] voor de spilver-
grendeling aan de zijkant [B].
Draai de wartelmoer [3.3] met een steeksleutel
(SW 24) vast.
De kanteltoets blokkeert de motorspindel
slechts in één draairichting. Daarom hoeft de
schroefsleutel bij het openen en sluiten van
de wartelmoer niet te worden afgenomen,
maar kan als een ratel heen en weer worden
bewogen.
b) Gereedschap uitnemen
Schuif eventueel de beschermkap tegen spa-
nen [3.2] naar boven tot hij inklikt.
Druk op de kanteltoets [3.1] voor de spilver-
grendeling aan de zijkant [A].
Open de wartelmoer (3.3) zo ver met een steek-
sleutel (SW 24) tot u het gereedschap kunt uit-
nemen.
7.3 Wisseling van spantang
Schuif eventueel de beschermkap tegen spa-
nen [4.2] naar boven tot hij inklikt.
47
Druk op de kanteltoets [4.1] voor de spilver-
grendeling aan de zijkant [A].
Draai de wartelmoer [4.3] volledig los.
Neem de wartelmoer samen met de spantang
[4.4] uit de spindel. U mag de wartelmoer en de
spantang nooit van elkaar scheiden, omdat zij
een eenheid vormen!
Plaats een nieuwe spantang uitsluitend met
opgestoken en vastgeklikte moer in de spindel
en draai de moer iets aan. Draai de wartelmoer
niet vast zolang er geen freesmachine is inge-
bracht!
7.4 Freesdiepte instellen
De instelling vindt plaats in twee stappen:
a) Nulpunt instellen
Plaats de bovenfrees op een egale ondergrond
(referentievlak).
Draai de spanhendel open [5.2].
Open de draaiknop [5.1].
Druk de machine naar beneden tot de freesma-
chine op de ondergrond (referentievlak) rust.
Klem de machine in deze stand vast door de
draaiknop [5.1] te sluiten.
Druk de diepteaanslag [5.3] tegen één van de
drie vaste aanslagen van de draaibare stappen-
aanslag [5.4].
Schuif de wijzer [5.5] naar beneden, zodat hij 0
mm aanwijst op de schaal [5.7].
Klopt de nulstand van de wijzer niet, dan kan
deze worden gecorrigeerd door aan de schroef
[5.6] op de wijzer te draaien.
De stappenaanslag (afbeelding 7) beschikt over
drie aanslagen. Bij twee hiervan kunt u met een
schroevendraaier de hoogte instellen:
Aanslag Hoogte
A 18 mm - 51 mm
B 6 mm - 18 mm
C 0 mm
Aanslag C beschikt over een diametersprong
om voor te frezen - zie „Voor-/fi jnfrezen“.
b) Freesdiepte bepalen
Trek de diepteaanslag [6.6] zover naar boven
tot de naald [6.2] de gewenste freesdiepte aan-
geeft.
Klem de diepteaanslag met de spanhendel [6.3]
in deze stand vast.
Open de draaiknop [6.1]. De machine bevindt
zich nu in de oorspronkelijke stand.
Zo nodig kunt u de freesdiepte bijstellen door
aan de stelknop [6.8] te draaien. Per mar-
keringsstreep verandert de freesdiepte met
0,1 mm. Een volledige omwenteling is 1 mm.
Er kan alleen aan de schaalring [6.7] worden
gedraaid om hem op „nul“ te zetten.
De drie markeringen [6.4] geven aan de rand
[6.5] het maximale instelbereik van de stel-
knop (20 mm) en de middenpositie aan.
7.5 Voor-/fi jnfrezen
Aanslag C beschikt over twee aanslagniveaus met
een hoogteverschil van 2 mm. Hierdoor kunt u de
freesdiepte die met aanslag C is ingesteld in twee
stappen frezen:
Voorfrezen door de bovenfrees neer te laten tot
op het aanslagniveau [7.1];
Eindfrezen door de bovenfrees neer te laten tot
op het aanslagniveau [7.2];
Door op deze manier te werk te gaan, kunt
u snel freeswerkzaamheden met een grote
freesdiepte uitvoeren terwijl een goede opper-
vlaktekwaliteit gegarandeerd blijft. De uitein-
delijke freesdiepte wordt daarbij bepaald door
de instelling van het aanslagniveau [7.2].
7.6 Fijninstelling voor het bewerken van ran-
den
Voor het gebruik van freesgereedschap met aan-
loopkogellager beschikt de machine over een
speciale fi jninstelling. Hiermee kan bijvoorbeeld
snel en eenvoudig een exacte overgang bij het af-
ronden van kanten zonder diametersprong wor-
den ingesteld [Afbeelding 8].
Stel eerst de freesdiepte grof in en voer bij wijze
van test een freesbewerking uit.
Stel hierna de freesdiepte exact in:
Draai de spanhendel open [9.2].
Druk de diepteaanslag [9.3] tegen de vaste aan-
slag C [9.5].
Klem de diepteaanslag met de excenter [9.4]
aan de stappenaanslag vast (tegen de wijzers
van de klok indraaien).
Draai de spanhendel dicht [9.2].
Open de draaiknop [9.1].
Stel de freesdiepte exact in door aan de stel-
knop [9.6] te draaien.
48
Door de koppeling van diepteaanslag en stap-
penaanslag is het mogelijk de freesdiepte in
beide richtingen in te stellen.
Sluit de draaiknop [9.1].
Open de excenter [9.4] (tegen de wijzers van de
klok in draaien).
Voer eventueel meer freesbewerkingen bij wijze
van test en meer instellingen uit.
7.7 Afzuiging
VOORZICHTIG
Het inademen van stof kan schade toebrengen
aan de luchtwegen.
Sluit de machine altijd aan op een afzuiging.
Werk alleen met een goed functionerende be-
schermkap tegen spanen [10.2].
Draag bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt een zuurstofmasker.
Op de afzuigaansluiting [10.4] kan een Festool-
afzuigapparaat voorzien van een afzuigslang met
een diameter van 36 mm of 27 mm (36 mm aan-
bevolen wegens een geringer risico van verstop-
ping) worden aangesloten.
De afzuigaansluiting [10.4] kan binnen een be-
paald bereik [10.3] worden gedraaid. In het ove-
rige bereik kan de afzuigaansluiting niet zover
over de afzuigpijp worden geschoven dat hij goed
vastzit.
Beschermkap tegen spanen
De beschermkap tegen spanen [10.2] kan in een
hogere stand worden vergrendeld, bijv. voor de
freeswissel. Schuif de beschermkap hiervoor
naar boven tot hij vergrendelt, of druk de machine
tot de aanslag naar beneden.
Om het effect van de afzuiging te verbeteren, ra-
den wij aan de beschermkap tegen spanen tijdens
de werkzaamheden neer te laten. Druk hiervoor
op de hendel [10.1] in de richting van de hand-
greep.
Spaanvanger KSF-OF
Dankzij de spaanvanger KSF-OF [11.1] kan er
bij het kantfrezen effectiever worden afgezogen.
De maximaal mogelijke freesdiameter bedraagt
78 mm.
De montage gebeurt op dezelfde wijze als bij de
kopieerring (kopieerfrezen).
De kap kan met een beugelzaag langs de groeven
[11.2] worden afgesneden en hierdoor worden
verkleind. De spaanvanger kan bij binnenradii
met een minimale radius van 52 mm worden ge-
bruikt.
8 Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen - neem de volgende
aanwijzingen in acht:
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tijdens
de bewerking niet kan bewegen.
Houd de machine altijd met beide handen vast
aan de daarvoor bestemde handgrepen [2.4].
Schakel altijd eerst de bovenfrees in voordat u
met de freesmachine het werkstuk raakt!
Zie er op toe dat de spanhendel [1.6] gesloten
en de excenter [1.7] geopend is voor aanvang
van de werkzaamheden.
Werk steeds zo dat de snijkracht van het ge-
reedschap tegen de aanvoerrichting van de
machine ingaat (tegenloopfrezen).
Handelwijze
Stel de gewenste freesdiepte in.
Schakel de machine in.
Open de draaiknop [1.3].
Draai de machine tot de aanslag naar bene-
den.
Klem de machine in deze stand vast door de
draaiknop [1.3] te sluiten.
Voer de freeswerkzaamheden uit.
Open de draaiknop [1.3].
Bewegen de machine langzaam tot de aanslag
naar boven (uitvallen).
Schakel de machine uit.
8.1 Manieren om de machine te geleiden
a) Frezen met zijaanslag
De zijaanslag (ten dele accessoires) wordt voor
freeswerkzaamheden parallel met de rand van
het werkstuk ingezet.
Klem de beide geleidingsstangen [12.4] met be-
hulp van de twee draaiknoppen [12.2] vast aan
de zijaanslag.
Leid de geleidingsstangen tot de gewenste
diepte in de groeven van de freestafel en klem
de geleidingsstangen met behulp van de draai-
knop [12.1] vast.
49
Fijninstelling
Open de draaiknop [12.7] om met behulp van de
stelknop [12.5] fi jn in te stellen. Hiervoor heeft
de schaalring [12.6] een verdeling van 0,1 mm.
Wordt de stelknop vastgehouden, dan kan er
alleen aan de schaalring worden gedraaid om
hem op „nul“ te zetten. Bij grotere veranderin-
gen komt de millimeterschaalverdeling [12.3]
op het basisdeel van pas.
Sluit de draaiknop [12.7] weer na het fi jninstel-
len.
Stel de beide geleidingsklemmen [13.3] zo in,
dat de afstand tot de freesmachine ca. 5 mm
bedraagt. Hiervoor dienen de schroeven [13.2]
te worden losgedraaid en na het instellen weer
te worden aangehaald.
Alleen wanneer u langs de rand freest: schuif
de afzuigkap [13.1] van achteren op de zijaan-
slag tot hij inklikt, en sluit een afzuigslang met
een diameter van 27 mm of 36 mm aan op de
afzuigaansluiting [13.4]. Anders laat u de afzui-
ging over aan de afzuigaansluiting van de ma-
chine.
b) Kopieerfrezen
Voor freeswerkzaamheden met sjablonen ge-
bruikt men de bovenfrees met ingebouwde kopi-
eerring (accessoires).
De kopieerringen kunnen met de standaard
beschikbare loopzool worden gebruikt. Ter
verbetering van de ondersteuning is als ac-
cessoire een speciale loopzool verkrijgbaar.
VOORZICHTIG
Door te groot freesgereedschap wordt de ko-
pieerring beschadigd, hetgeen kan leiden tot
ongevallen.
Let erop dat het gebruikte freesgereedschap
door de opening van de kopieerring past.
Handelwijze
Leg de machine met de zijkant op een stabiele
ondergrond.
Open de hendel [14.4].
Neem de loopzool [14.1] af.
Laat de hendel [14.4] weer los.
Leg een kopieerring [14.3] in de juiste positie in
de freestafel.
Leg een loopzool met de las [14.2] in de freesta-
fel.
Druk de loopzool in de freestafel tot hij inklikt.
De mate waarin het werkstuk ten opzichte van
het sjabloon uitsteekt Y [Afbeelding 15] wordt als
volgt berekend:
Y = ½ (Ø kopieerring - Ø freesmachine)
c) Bewerking van de randen
Voor het bewerken van randen wordt freesge-
reedschap met aanloopkogellager in de machine
ingebracht. Hierbij wordt de machine zo geleid
dat de aanloopkogellager op het werkstuk afrolt.
Maak bij de bewerking van randen altijd gebruik
van de spaanvanger KSF-OF, om de afzuiging te
verbeteren.
d) Frezen met geleidesysteem FS
Met behulp van het geleidesysteem (ten dele ac-
cessoires) kunnen gemakkelijker rechte groeven
gefreesd.
Bevestig de geleiderail met schroefklemmen
[16.4] aan het werkstuk.
Breng de loopzool [16.3] voor de geleideaan-
slag in de freestafel van de bovenfrees in (zie
„Loopzool verwisselen“).
Deze loopzool beschikt over een diameter-
sprong die de hoogte van de geleiderail com-
penseert.
Klem de beide geleidingsstangen [16.6] met be-
hulp van de twee draaiknoppen [16.5] en [16.9]
aan de geleideaanslag vast.
Open de draaiknop [16.1].
Leid de geleidingsstangen [16.6] in de groeven
van de freestafel.
Plaats de bovenfrees met de geleideaanslag op
de geleiderail.
Zo nodig kunt u met een schroevendraaier bij
de beide geleidebekken [16.2] de speling van de
geleideaanslag op de geleiderail instellen.
Schuif de bovenfrees langs de geleidingsstan-
gen totdat de gewenste afstand X van het frees-
gereedschap ten opzichte van de geleiderail is
bereikt.
Sluit de draaiknop [16.1].
Open de draaiknop [16.10].
Stel de afstand X exact in door aan de stelknop
[16.7] te draaien.
Wanneer u de stelknop [16.7] vasthoudt, kunt
u de schaal [16.8] alleen op „Nul“ draaien.
Sluit de draaiknop [16.10].
50
8.2 Loopzolen verwisselen
Festool biedt speciale loopzolen (accessoires)
voor uiteenlopende toepassingen.
Deze kunnen als volgt worden verwisseld:
Plaats de machine met de zijkant op een sta-
biele ondergrond.
Open de hendel [14.4].
Neem de loopzool [14.1] af.
Laat de hendel [14.4] weer los.
Leg een loopzool met de las [14.2] in de freesta-
fel.
Druk de loopzool in de freestafel tot hij inklikt.
Bij het eerste gebruik van de loopzool: bescherm-
folie verwijderen!
8.3 Bewerken van aluminium
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen - neem bij de bewer-
king van aluminium de volgende veiligheids-
maatregelen in acht:
Voorschakelen van een differentiaal- (FI-,
PRCD-) veiligheidsschakelaar.
Sluit de machine altijd aan op een geschikt af-
zuigapparaat.
Verwijder regelmatig het stof dat zich in de
motorbehuizing heeft afgezet.
Draag een veiligheidsbril.
9 Accessoires
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen originele
Festool accessoires en reserveonderdelen.
De bestelnummers voor accessoires en ge-
reedschap vindt u in de Festool-catalogus of op het
Internet onder „www.festool.com“.
10 Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken
Haal vóór alle werkzaamheden aan de machi-
ne altijd de stekker uit het stopcontact.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den waarvoor het vereist is de motorbehui-
zing te openen, mogen alleen door een ge-
autoriseerde onderhoudswerkplaats worden
uitgevoerd.
Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de
koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds
vrij en schoon te worden gehouden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale
kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een
automatische stroomonderbreking en komt het
toestel tot stilstand.
Klantenservice en reparatie alleen door
producent of servicewerkplaatsen:
Dichtstbijzijnde adressen op:
www.festool.com/Service
EKAT
1
2
3
5
4
Alleen originele Festool-reserveonder-
delen gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.com/Service
11
Speciale gevaaromschrijving voor het milieu
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer de apparaten, accessoires en verpak-
kingen op milieuvriendelijke wijze af! Neem daarbij
de geldende nationale voorschriften in acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische apparaten
en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving
dienen oude elektrische apparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
Informatie voor REACh:
www.festool.com/reach
12 EG-conformiteitsverklaring
Bovenfrezen Serienr.
OF 2200 EB 496069, 496071
Jaar van de CE-markering: 2007
Wij verklaren en stellen ons ervoor verantwoor-
delijk dat dit product voldoet aan de volgende nor-
men en normatieve documenten.
EN 60745-1:2009, EN 60745-2-17:2010, EN 55014-
1:2006 + A1:2009 + A2:2011, EN 55014-2:2006 +
A1:2009 + A2:2011, EN 61000-3-2:2006 + A1:2009
+ A2:2009, EN 61000-3-3:2013 volgens de bepalin-
gen van de richtlijnen 2006/42/EG, 2004/108/EG
(tot 19.04.2016), 2014/30/EU (vanaf 20.04.2016),
2011/65/EU.
51
Festool GmbH
Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen, Germany
Dr. Johannes Steimel
Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische
documentatie
2015-03-10

Documenttranscriptie

Festool GmbH Wertstraße 20 D-73240 Wendlingen Tel.: 07024 /804-0 Telefax: 07024/804-20608 www.festool.com Originalbetriebsanleitung - Oberfräse Original operating manual - Router 13 Notice d’utilisation d’origine - Défonceuse 21 Manual de instrucciones original - Fresadora 28 Istruzioni per l’uso originali - Fresatrici verticali 36 Originele gebruiksaanwijzing - Bovenfrezen 44 Originalbruksanvisning - Handöverfräsarna 52 Alkuperäiset käyttöohjeet - Yläjyrsin 59 Original brugsanvisning - Overfræserne 66 Originalbruksanvisning - Overfresene 73 Manual de instruções original - Fresadora superior 80 Оригинал Руководства по эксплуатации - Ôàñîííî-ôðåçåðíàÿ ìàøèíêà 88 Originální návod k použití - Horní frézka 96 Oryginalna instrukcja eksploatacji - Frezarka górnowrzecionowa OF 2200 EB 468073_N / 2019-08-09 6 103 Bovenfrezen OF 2200 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 10 11 12 Symbolen .................................................... .44 Technische gegevens ................................. .44 Apparaatonderdelen .................................. .44 Gebruik volgens de stemming.................... .44 Veiligheidsvoorschriften ..................................44 Inbedrijfstelling .......................................... .45 Instellingen ................................................. .45 Gebruik ........................................................ .48 Onderhoud en verzorging ........................... .50 Speciale gevaaromschrijving voor het milieu .50 EG-conformiteitsverklaring ........................ .50 1 Symbolen Waarschuwing voor algemeen gevaar Gevaar voor elektrische schokken Handleiding/aanwijzingen lezen! Draag een stofmasker! Draag gehoorbescherming! Draag veiligheidshandschoenen! Niet in huisafval. 2 Technische gegevens Vermogen 2200 W (110 V-versie: 16 A) Toerental (onbelast) 10000 - 22000 min-1 Dieptesnelinstelling 80 mm Dieptefijninstelling 20 mm Aansluitschroefdraad van de aandrijfas M 22 x 1,0 Freesdiameter, max. 89 mm (3½“) Gewicht (zonder netsnoer) 7,8 kg / II Beveiligingsklasse 3 Apparaatonderdelen [1.1] [1.2] [1.3] [1.4] 44 Stelknop voor freesdiepte-fijninstelling Schaalring voor freesdiepte-fijninstelling Draaiknop voor de klemming van de freesdiepte Schaal voor freesdiepte [1.5] [1.6] [1.7] [1.8] [1.9] [1.10] [1.11] [2.1] [2.2] [2.3] [2.4] [2.5] Diepteaanslag met naald Spanhendel voor diepteaanslag Excenter voor het koppelen van de diepteaanslag en de stappenaanslag Stappenaanslag Bedieningshendel voor het wisselen van loopzolen Kanteltoets voor spilvergrendeling Stelknop voor toerentalregeling Vergrendelknop voor in-/uitschakelaar In-/uitschakelaar Hendel voor het vastzetten van de beschermkap Handgrepen Afzuigaansluiting De vermelde afbeeldingen staan aan het begin en aan het einde van de handleiding. 4 Gebruik volgens de stemming De bovenfrezen zijn conform de bepalingen bestemd voor het frezen van hout, kunststof en houtachtig materiaal. Bij gebruik van het hiervoor in de verkoopdocumentatie van Festool genoemde freesgereedschap kan ook aluminium en gipskarton bewerkt worden. De gebruiker is aansprakelijk voor schade en letsel bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt. 5 Veiligheidsvoorschriften 5.1 Algemene veiligheidsvoorschriften LET OP! Lees alle veiligheidsvoorschriften en instructies. Wanneer de waarschuwingen en instructies niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en handleidingen om ze later te kunnen raadplegen. Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer). 5.2 Machinespecifieke veiligheidsvoorschriften - Neem het elektrische gereedschap alleen aan de geïsoleerde greepvlakken vast omdat de frees de eigen netkabel kan raken. Het contact met een spanningvoerende leiding kan ook - - - - - - metalen apparaatonderdelen onder spanning zetten en tot een elektrische schok leiden. Bevestig en beveilig het werkstuk met schroefklemmen of op een andere manier op een stabiele ondergrond. Als u het werkstuk slechts met één hand of tegen uw lichaam houdt, blijft het stabiel, wat tot het verlies van de controle kan leiden. Controleer of de freesmachine stevig bevestigd is en of hij correct loopt. De spantang en de wartelmoer mogen niet beschadigd zijn. Er mag alleen gereedschap worden gebruikt dat in overeenstemming is met de norm EN 847-1. Al het Festool-freesgereedschap voldoet hieraan. Het maximale toerental dat op het gereedschap staat aangegeven mag niet worden overschreden, het toerentalbereik dient in acht te worden genomen. Er mogen geen freesmachines worden gebruikt met scheuren of barsten of waarvan de vorm veranderd is. Span alleen gereedschap in met een voor de spantang geschikte schachtdiameter. Draag een passende persoonlijke veiligheidsuitrusting: gehoorbescherming, veiligheidsbril, stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt en veiligheidshandschoenen bij het bewerken van ruwe materialen en het wisselen van gereedschap. Festool-elektrogereedschap mag alleen worden ingebouwd in werktafels die hiervoor door Festool bestemd zijn. Door inbouw in andere of zelfgemaakte werktafels kan het elektrogereedschap onveilig worden, met mogelijk ernstige ongevallen als gevolg. 5.3 Emissiewaarden Geluidswaarden bepaald volgens EN 60745: Geluidsdrukniveau LPA = 87 dB(A) Geluidsvermogensniveau LWA = 98 dB(A) Onzekerheid K = 3 dB VOORZICHTIG Door het geluid dat tijdens het bewerken ontstaat, kan het gehoor beschadigd raken. Draag gehoorbescherming! Trillingsemissiewaarde (3-assig) ah < 2,5 m/s2 Onzekerheid K = 1,5 m/s² De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid) – zijn geschikt om machines te vergelijken, – om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting van de trillings- en geluidsbelasting te maken – en gelden voor de belangrijkste toepassingen van het persluchtgereedschap. Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassingen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden van de machine in acht!3 Elektrische aansluiting en inbedrijfstelling 6 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen wanneer de machine met een ontoelaatbare spanning of frequentie wordt gebruikt. - De netspanning en de frequentie van de stroombron dienen met de gegevens op het typeplaatje overeen te stemmen. - In Noord-Amerika mogen alleen Festoolmachines met een spanningsopgave van 120 V/60 Hz worden ingezet. De schakelaar [2.2] dient als IN-/UIT-schakelaar. Voor continugebruik kan hij met de vergrendelknop aan de zijkant [2.1] worden vastgezet. Door de schakelaar nogmaals in te drukken wordt de vergrendeling opgeheven. 7 Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact. 7.1 De elektronica De OF 2200 EB beschikt over een volledige golfelektronica met de volgende kenmerken: Zachte aanloop De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aanloop van de machine. Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: 45 Freesdiameter [mm] Materiaal 10 -30 30 50 - 50 89 - Stand van de stelknop Hardhout 6-4 5-3 3-1 Zacht hout 6-5 6-4 5-3 Aanbevolen zaagmateriaal Toerentalregeling Het toerental kan met de stelknop (1.11) traploos tussen 10000 en 22000 min-1 ingesteld worden. Hiermee kunt u de zaagsnelheid optimaal aanpassen aan het betreffende materiaal en het freesgereedschap. HW (HSS) HSS (HW) Spaanplaat, geplastificeerd 6-5 Kunststof 6-4 6-3 3-1 HW Aluminium 3-1 3-1 2-1 HSS (HW) Gipskarton 2-1 1 1 HW 6-4 4-2 HW 7.2 Gereedschapswissel WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen - het freesgereedschap kan na gebruik heet zijn, en het heeft scherpe snijkanten. Laat het gereedschap voor het wisselen afkoelen. Draag veiligheidshandschoenen bij het wisselen van gereedschap. AANWIJZING Druk alleen op de kanteltoets voor de spilvergrendeling [3.1] wanneer de bij machine uitgeschakeld is. Voor het wisselen van gereedschap bevelen wij aan de machine op zijn kant te leggen. a) Constant toerental Het vooraf ingestelde motortoerental wordt elektronisch constant gehouden. Hierdoor wordt ook bij belasting een gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt. Temperatuurbeveiliging Ter bescherming tegen oververhitting (doorbranden van de motor) is een elektronische temperatuurbewaking ingebouwd. Voordat er een kritische motortemperatuur wordt bereikt, wordt de motor door de veiligheidselektronica uitgeschakeld. Na een afkoeltijd van ca. 3 - 5 minuten is de machine weer bedrijfsklaar en volledig belastbaar. Bij een draaiende machine (onbelast toerental) neemt de afkoeltijd aanzienlijk af. Rem De OF 2200 EB beschikt over een elektronische rem, die nadat de machine uitgeschakeld is de spindel met het gereedschap binnen enkele seconden tot stilstand brengt. Gereedschap inbrengen Plaats het freesgereedschap [3.4/3a.1] zo ver mogelijk, maar tenminste tot de markering op de freesschacht in de geopende spantang [3a.2]. Wanneer de spantang niet zichtbaar is door de wartelmoer [3a.3], moet het freesgereedschap tenminste zó ver in de spantang niet meer worden geleid dat de markering boven de wartelmoer uitsteekt. Druk op de kanteltoets [3.1] voor de spilvergrendeling aan de zijkant [B]. Draai de wartelmoer [3.3] met een steeksleutel (SW 24) vast.  De kanteltoets blokkeert de motorspindel slechts in één draairichting. Daarom hoeft de schroefsleutel bij het openen en sluiten van de wartelmoer niet te worden afgenomen, maar kan als een ratel heen en weer worden bewogen. b) Gereedschap uitnemen Schuif eventueel de beschermkap tegen spanen [3.2] naar boven tot hij inklikt. Druk op de kanteltoets [3.1] voor de spilvergrendeling aan de zijkant [A]. Open de wartelmoer (3.3) zo ver met een steeksleutel (SW 24) tot u het gereedschap kunt uitnemen. 7.3 Wisseling van spantang Schuif eventueel de beschermkap tegen spanen [4.2] naar boven tot hij inklikt. 46 Druk op de kanteltoets [4.1] voor de spilvergrendeling aan de zijkant [A]. Draai de wartelmoer [4.3] volledig los. Neem de wartelmoer samen met de spantang [4.4] uit de spindel. U mag de wartelmoer en de spantang nooit van elkaar scheiden, omdat zij een eenheid vormen! Plaats een nieuwe spantang uitsluitend met opgestoken en vastgeklikte moer in de spindel en draai de moer iets aan. Draai de wartelmoer niet vast zolang er geen freesmachine is ingebracht! Open de draaiknop [6.1]. De machine bevindt zich nu in de oorspronkelijke stand. Zo nodig kunt u de freesdiepte bijstellen door aan de stelknop [6.8] te draaien. Per markeringsstreep verandert de freesdiepte met 0,1 mm. Een volledige omwenteling is 1 mm.  Er kan alleen aan de schaalring [6.7] worden gedraaid om hem op „nul“ te zetten.  De drie markeringen [6.4] geven aan de rand [6.5] het maximale instelbereik van de stelknop (20 mm) en de middenpositie aan. 7.4 Freesdiepte instellen Aanslag C beschikt over twee aanslagniveaus met een hoogteverschil van 2 mm. Hierdoor kunt u de freesdiepte die met aanslag C is ingesteld in twee stappen frezen: Voorfrezen door de bovenfrees neer te laten tot op het aanslagniveau [7.1]; Eindfrezen door de bovenfrees neer te laten tot op het aanslagniveau [7.2];  Door op deze manier te werk te gaan, kunt u snel freeswerkzaamheden met een grote freesdiepte uitvoeren terwijl een goede oppervlaktekwaliteit gegarandeerd blijft. De uiteindelijke freesdiepte wordt daarbij bepaald door de instelling van het aanslagniveau [7.2]. De instelling vindt plaats in twee stappen: a) Nulpunt instellen Plaats de bovenfrees op een egale ondergrond (referentievlak). Draai de spanhendel open [5.2]. Open de draaiknop [5.1]. Druk de machine naar beneden tot de freesmachine op de ondergrond (referentievlak) rust. Klem de machine in deze stand vast door de draaiknop [5.1] te sluiten. Druk de diepteaanslag [5.3] tegen één van de drie vaste aanslagen van de draaibare stappenaanslag [5.4]. Schuif de wijzer [5.5] naar beneden, zodat hij 0 mm aanwijst op de schaal [5.7].  Klopt de nulstand van de wijzer niet, dan kan deze worden gecorrigeerd door aan de schroef [5.6] op de wijzer te draaien. De stappenaanslag (afbeelding 7) beschikt over drie aanslagen. Bij twee hiervan kunt u met een schroevendraaier de hoogte instellen: Aanslag A B C Hoogte 18 mm - 51 mm 6 mm - 18 mm 0 mm  Aanslag C beschikt over een diametersprong om voor te frezen - zie „Voor-/fijnfrezen“. b) Freesdiepte bepalen Trek de diepteaanslag [6.6] zover naar boven tot de naald [6.2] de gewenste freesdiepte aangeeft. Klem de diepteaanslag met de spanhendel [6.3] in deze stand vast. 7.5 Voor-/fijnfrezen 7.6 Fijninstelling voor het bewerken van randen Voor het gebruik van freesgereedschap met aanloopkogellager beschikt de machine over een speciale fijninstelling. Hiermee kan bijvoorbeeld snel en eenvoudig een exacte overgang bij het afronden van kanten zonder diametersprong worden ingesteld [Afbeelding 8]. Stel eerst de freesdiepte grof in en voer bij wijze van test een freesbewerking uit. Stel hierna de freesdiepte exact in: Draai de spanhendel open [9.2]. Druk de diepteaanslag [9.3] tegen de vaste aanslag C [9.5]. Klem de diepteaanslag met de excenter [9.4] aan de stappenaanslag vast (tegen de wijzers van de klok indraaien). Draai de spanhendel dicht [9.2]. Open de draaiknop [9.1]. Stel de freesdiepte exact in door aan de stelknop [9.6] te draaien. 47  Door de koppeling van diepteaanslag en stap- penaanslag is het mogelijk de freesdiepte in beide richtingen in te stellen. Sluit de draaiknop [9.1]. Open de excenter [9.4] (tegen de wijzers van de klok in draaien). Voer eventueel meer freesbewerkingen bij wijze van test en meer instellingen uit. 7.7 Afzuiging VOORZICHTIG Het inademen van stof kan schade toebrengen aan de luchtwegen. Sluit de machine altijd aan op een afzuiging. Werk alleen met een goed functionerende beschermkap tegen spanen [10.2]. Draag bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een zuurstofmasker. Op de afzuigaansluiting [10.4] kan een Festoolafzuigapparaat voorzien van een afzuigslang met een diameter van 36 mm of 27 mm (36 mm aanbevolen wegens een geringer risico van verstopping) worden aangesloten. De afzuigaansluiting [10.4] kan binnen een bepaald bereik [10.3] worden gedraaid. In het overige bereik kan de afzuigaansluiting niet zover over de afzuigpijp worden geschoven dat hij goed vastzit. Beschermkap tegen spanen De beschermkap tegen spanen [10.2] kan in een hogere stand worden vergrendeld, bijv. voor de freeswissel. Schuif de beschermkap hiervoor naar boven tot hij vergrendelt, of druk de machine tot de aanslag naar beneden. Om het effect van de afzuiging te verbeteren, raden wij aan de beschermkap tegen spanen tijdens de werkzaamheden neer te laten. Druk hiervoor op de hendel [10.1] in de richting van de handgreep. Spaanvanger KSF-OF Dankzij de spaanvanger KSF-OF [11.1] kan er bij het kantfrezen effectiever worden afgezogen. De maximaal mogelijke freesdiameter bedraagt 78 mm. De montage gebeurt op dezelfde wijze als bij de kopieerring (kopieerfrezen). De kap kan met een beugelzaag langs de groeven [11.2] worden afgesneden en hierdoor worden 48 verkleind. De spaanvanger kan bij binnenradii met een minimale radius van 52 mm worden gebruikt. 8 Gebruik WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen - neem de volgende aanwijzingen in acht: Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tijdens de bewerking niet kan bewegen. Houd de machine altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen [2.4]. Schakel altijd eerst de bovenfrees in voordat u met de freesmachine het werkstuk raakt! Zie er op toe dat de spanhendel [1.6] gesloten en de excenter [1.7] geopend is voor aanvang van de werkzaamheden. Werk steeds zo dat de snijkracht van het gereedschap tegen de aanvoerrichting van de machine ingaat (tegenloopfrezen). Handelwijze Stel de gewenste freesdiepte in. Schakel de machine in. Open de draaiknop [1.3]. Draai de machine tot de aanslag naar beneden. Klem de machine in deze stand vast door de draaiknop [1.3] te sluiten. Voer de freeswerkzaamheden uit. Open de draaiknop [1.3]. Bewegen de machine langzaam tot de aanslag naar boven (uitvallen). Schakel de machine uit. 8.1 Manieren om de machine te geleiden a) Frezen met zijaanslag De zijaanslag (ten dele accessoires) wordt voor freeswerkzaamheden parallel met de rand van het werkstuk ingezet. Klem de beide geleidingsstangen [12.4] met behulp van de twee draaiknoppen [12.2] vast aan de zijaanslag. Leid de geleidingsstangen tot de gewenste diepte in de groeven van de freestafel en klem de geleidingsstangen met behulp van de draaiknop [12.1] vast. Fijninstelling Open de draaiknop [12.7] om met behulp van de stelknop [12.5] fijn in te stellen. Hiervoor heeft de schaalring [12.6] een verdeling van 0,1 mm. Wordt de stelknop vastgehouden, dan kan er alleen aan de schaalring worden gedraaid om hem op „nul“ te zetten. Bij grotere veranderingen komt de millimeterschaalverdeling [12.3] op het basisdeel van pas. Sluit de draaiknop [12.7] weer na het fijninstellen. Stel de beide geleidingsklemmen [13.3] zo in, dat de afstand tot de freesmachine ca. 5 mm bedraagt. Hiervoor dienen de schroeven [13.2] te worden losgedraaid en na het instellen weer te worden aangehaald. Alleen wanneer u langs de rand freest: schuif de afzuigkap [13.1] van achteren op de zijaanslag tot hij inklikt, en sluit een afzuigslang met een diameter van 27 mm of 36 mm aan op de afzuigaansluiting [13.4]. Anders laat u de afzuiging over aan de afzuigaansluiting van de machine. b) Kopieerfrezen Voor freeswerkzaamheden met sjablonen gebruikt men de bovenfrees met ingebouwde kopieerring (accessoires).  De kopieerringen kunnen met de standaard beschikbare loopzool worden gebruikt. Ter verbetering van de ondersteuning is als accessoire een speciale loopzool verkrijgbaar. VOORZICHTIG Door te groot freesgereedschap wordt de kopieerring beschadigd, hetgeen kan leiden tot ongevallen. Let erop dat het gebruikte freesgereedschap door de opening van de kopieerring past. Handelwijze Leg de machine met de zijkant op een stabiele ondergrond. Open de hendel [14.4]. Neem de loopzool [14.1] af. Laat de hendel [14.4] weer los. Leg een kopieerring [14.3] in de juiste positie in de freestafel. Leg een loopzool met de las [14.2] in de freestafel. Druk de loopzool in de freestafel tot hij inklikt. De mate waarin het werkstuk ten opzichte van het sjabloon uitsteekt Y [Afbeelding 15] wordt als volgt berekend: Y = ½ (Ø kopieerring - Ø freesmachine) c) Bewerking van de randen Voor het bewerken van randen wordt freesgereedschap met aanloopkogellager in de machine ingebracht. Hierbij wordt de machine zo geleid dat de aanloopkogellager op het werkstuk afrolt. Maak bij de bewerking van randen altijd gebruik van de spaanvanger KSF-OF, om de afzuiging te verbeteren. d) Frezen met geleidesysteem FS Met behulp van het geleidesysteem (ten dele accessoires) kunnen gemakkelijker rechte groeven gefreesd. Bevestig de geleiderail met schroefklemmen [16.4] aan het werkstuk. Breng de loopzool [16.3] voor de geleideaanslag in de freestafel van de bovenfrees in (zie „Loopzool verwisselen“).  Deze loopzool beschikt over een diametersprong die de hoogte van de geleiderail compenseert. Klem de beide geleidingsstangen [16.6] met behulp van de twee draaiknoppen [16.5] en [16.9] aan de geleideaanslag vast. Open de draaiknop [16.1]. Leid de geleidingsstangen [16.6] in de groeven van de freestafel. Plaats de bovenfrees met de geleideaanslag op de geleiderail. Zo nodig kunt u met een schroevendraaier bij de beide geleidebekken [16.2] de speling van de geleideaanslag op de geleiderail instellen. Schuif de bovenfrees langs de geleidingsstangen totdat de gewenste afstand X van het freesgereedschap ten opzichte van de geleiderail is bereikt. Sluit de draaiknop [16.1]. Open de draaiknop [16.10]. Stel de afstand X exact in door aan de stelknop [16.7] te draaien.  Wanneer u de stelknop [16.7] vasthoudt, kunt u de schaal [16.8] alleen op „Nul“ draaien. Sluit de draaiknop [16.10]. 49 8.2 Loopzolen verwisselen Festool biedt speciale loopzolen (accessoires) voor uiteenlopende toepassingen. Deze kunnen als volgt worden verwisseld: Plaats de machine met de zijkant op een stabiele ondergrond. Open de hendel [14.4]. Neem de loopzool [14.1] af. Laat de hendel [14.4] weer los. Leg een loopzool met de las [14.2] in de freestafel. Druk de loopzool in de freestafel tot hij inklikt. Bij het eerste gebruik van de loopzool: beschermfolie verwijderen! 8.3 Bewerken van aluminium WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen - neem bij de bewerking van aluminium de volgende veiligheidsmaatregelen in acht: Voorschakelen van een differentiaal- (FI-, PRCD-) veiligheidsschakelaar. Sluit de machine altijd aan op een geschikt afzuigapparaat. Verwijder regelmatig het stof dat zich in de motorbehuizing heeft afgezet. Draag een veiligheidsbril. 9 Accessoires Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen originele Festool accessoires en reserveonderdelen. De bestelnummers voor accessoires en gereedschap vindt u in de Festool-catalogus of op het Internet onder „www.festool.com“. 10 Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen, elektrische schokken Haal vóór alle werkzaamheden aan de machine altijd de stekker uit het stopcontact. Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarvoor het vereist is de motorbehuizing te openen, mogen alleen door een geautoriseerde onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. 50 Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds vrij en schoon te worden gehouden. Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een automatische stroomonderbreking en komt het toestel tot stilstand. Klantenservice en reparatie alleen door producent of servicewerkplaatsen: Dichtstbijzijnde adressen op: www.festool.com/Service EKAT Alleen originele Festool-reserveonderdelen gebruiken! Bestelnr. op: www.festool.com/Service 4 2 3 5 1 11 Speciale gevaaromschrijving voor het milieu Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Voer de apparaten, accessoires en verpakkingen op milieuvriendelijke wijze af! Neem daarbij de geldende nationale voorschriften in acht. Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. Informatie voor REACh: www.festool.com/reach 12 EG-conformiteitsverklaring Bovenfrezen Serienr. OF 2200 EB 496069, 496071 Jaar van de CE-markering: 2007 Wij verklaren en stellen ons ervoor verantwoordelijk dat dit product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten. EN 60745-1:2009, EN 60745-2-17:2010, EN 550141:2006 + A1:2009 + A2:2011, EN 55014-2:2006 + A1:2009 + A2:2011, EN 61000-3-2:2006 + A1:2009 + A2:2009, EN 61000-3-3:2013 volgens de bepalingen van de richtlijnen 2006/42/EG, 2004/108/EG (tot 19.04.2016), 2014/30/EU (vanaf 20.04.2016), 2011/65/EU. Festool GmbH Wertstr. 20, D-73240 Wendlingen, Germany Dr. Johannes Steimel Hoofd onderzoek, ontwikkeling en technische documentatie 2015-03-10 51
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116

Festool OF 2200 EB-Plus Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor