Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
DUT In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de
Apple Corporation.
• Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
• Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en Lightroom zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
• microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• HDMI, het HDMI-logo en de term
'High Definition Multimedia Interface'
zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing
kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
• U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
aangeschaft.
• Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle
wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera
na.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing
zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar
een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid
door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering.
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het
eigendom van de betreffende eigenaars.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips
om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera
optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel
kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand
van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van
het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het
gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten
het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden
ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar
opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan
permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Dek de camera niet af met dekens of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Maak tijdens een onweersbui geen gebruik van de
netvoedingskabel en kom niet in de buurt van de oplader.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Als in uw camera vloeistof of vreemde voorwerpen komen,
dient u meteen alle voedingsbronnen los te koppelen, zoals de
batterij of wisselstroomadapter en daarna dient u contact op te
nemen met een Samsung-servicecenter.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of
roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
• Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
• Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat.
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken.
Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de
camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij
niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
• Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De
camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen
of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen
en aanwijzingen van medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om
mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en
onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een
pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk
uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van
de pacemaker of het medische apparaat.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen
de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen
exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door
niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de
batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de wisselstroomadapter gebruikt, dient u de
camera uit te schakelen voordat u de voeding naar de
wisselstroomadapter uitschakelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Verwijder de wisselstroomadapter uit het stopcontact als deze
niet wordt gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik geen beschadigde netvoedingskabel,
wisselstroomadapter of los stopcontact als u batterijen
oplaadt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de wisselstroomadapter niet in contact komen met de +/polen op de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote
schokken.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters
en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en
accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of
gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische
velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als onderdelen van glas of acryl zijn gebroken, gaat u naar een
servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen
beschadigd raken.
4
Informatie over gezondheid en veiligheid
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade
die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht.
Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken.
Als de camera oververhit raakt, verwijdert u de batterij en laat
u de camera afkoelen.
• Bij langdurig gebruik van de camera kan de batterij oververhit raken
en kan de interne temperatuur van de camera oplopen. Verwijder de
batterij als de camera niet meer werkt en laat deze afkoelen.
• Hoge interne temperaturen kunnen ruis in uw foto's veroorzaken. Dit is
normaal en is niet van invloed op de algehele prestaties van de camera.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen
veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is
beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur
en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant
van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing
op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of
accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
• Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde
handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in
openbare ruimten of via open netwerken.
• De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op
auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of
regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.
5
Pictogrammen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt
Pictogram
Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
sluiterknop.
(
Paginanummer van verwante informatie
)
→
*
De volgorde van opties of menu's moet u selecteren om een
stap te kunnen uitvoeren; bijvoorbeeld: raak 1 →
Kwaliteit aan (betekent raak 1 aan en raak daarna
Kwaliteit) aan.
Voetnoot
6
Inhoudsopgave
Tips
Hoofdstuk 1
Fotografie-concepten en conventies
Mijn camera
Houding ........................................................................................................ 13
Aan de slag ................................................................................................... 28
Uitpakken ..................................................................................................................... 28
Onderdelen en functies ............................................................................. 29
De camera vasthouden .............................................................................................. 13
Staand fotograferen..................................................................................................... 14
Geknield fotograferen................................................................................................. 14
Diafragma ..................................................................................................... 15
De knop DIRECT LINK gebruiken ........................................................................... 31
De opdrachtkeuzeknop gebruiken ....................................................................... 32
Diafragma en scherptediepte .................................................................................. 16
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................................................. 33
Sluitertijd ...................................................................................................... 17
ISO-waarde ................................................................................................... 18
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de
belichting beïnvloeden.............................................................................. 19
Samenhang tussen brandpuntsafstand,
beeldhoek en perspectief ......................................................................... 20
De batterij en geheugenkaart verwijderen ....................................................... 33
De batterij opladen en de camera inschakelen .................................... 34
De batterij opladen .................................................................................................. 34
De camera inschakelen ........................................................................................... 34
De eerste instellingen opgeven ............................................................... 35
De regel van derden .................................................................................................... 23
Foto's met twee onderwerpen ................................................................................ 24
Een modus selecteren ................................................................................ 36
Open een modusscherm ........................................................................................ 36
Modusbeschrijving ................................................................................................... 36
Pictogrammen opnieuw rangschikken ............................................................. 37
Functies (opties) selecteren ...................................................................... 38
m gebruiken..................................................................................................... 38
Het smartpaneel gebruiken .................................................................................. 39
Flitser ............................................................................................................. 25
Het aanraakscherm gebruiken ............................................................................... 40
Scherptediepte ............................................................................................ 21
Wat bepaalt de vervagingseffecten? ..................................................................... 21
Optisch voorbeeld........................................................................................................ 23
Compositie ................................................................................................... 23
Richtgetal van flitser .................................................................................................... 25
Bounce-fotografie ........................................................................................................ 26
7
Inhoudsopgave
Pictogrammen op het scherm .................................................................. 41
In de opnamemodus................................................................................................ 41
Foto's maken ................................................................................................................. 41
Video's opnemen ......................................................................................................... 42
Over de peilmeter........................................................................................................ 42
In de afspeelmodus .................................................................................................. 43
Foto's weergeven......................................................................................................... 43
Video's afspelen............................................................................................................ 43
Instellen welke informatie wordt weergegeven ............................................ 44
Lenzen ........................................................................................................... 45
Lensindeling................................................................................................................ 45
De lens vergrendelen of ontgrendelen ............................................................... 46
Markeringen op de lens .......................................................................................... 49
Accessoires ................................................................................................... 50
Onderdelen van externe flitser ............................................................................ 50
De externe flitser aansluiten .................................................................................... 51
Indeling van GPS-module (optioneel) ............................................................... 53
De GPS-module aansluiten.................................................................................... 53
Opnamemodi ............................................................................................... 55
Auto-modus ................................................................................................................ 55
Smart-modus .............................................................................................................. 57
De modus Beste gezicht gebruiken ...................................................................... 58
Panoramafoto's vastleggen ..................................................................................... 59
Programma-modus .................................................................................................. 61
Programmaverschuiving........................................................................................... 61
Minimale sluitertijd ..................................................................................................... 62
Modus Diafragmaprioriteit .................................................................................... 62
Modus Sluiterprioriteit ............................................................................................ 63
Handmatige modus ................................................................................................. 64
De Bulb gebruiken ...................................................................................................... 65
Modus Aangepast ..................................................................................................... 65
Een aanpassingsmodus opslaan ............................................................................ 65
Een aanpassingsmodus selecteren ....................................................................... 66
Een video opnemen ................................................................................................. 66
i-Functie gebruiken .................................................................................................. 68
Z gebruiken ...................................................................................................... 69
3D-modus .................................................................................................................... 70
Beschikbare functies in de opnamemodus ..................................................... 71
8
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2
Afstemmingsmodus ................................................................................... 92
Opnamefuncties
Optische beeldstabilisatie (OIS) ............................................................... 93
Formaat en resolutie .................................................................................. 74
Fotoformaat ................................................................................................................ 74
Kwaliteit ........................................................................................................................ 75
ISO-waarde ................................................................................................... 76
Snelheid (opnamemethode)..................................................................... 94
1 opname ..................................................................................................................... 94
Continu ......................................................................................................................... 94
Burst ............................................................................................................................... 95
Timer .............................................................................................................................. 95
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT) ............................ 96
Witbalansbracketing (WB BKT) ............................................................................ 96
Fotowizardbracketing (F Wiz BKT) ...................................................................... 97
Lichtmeting .................................................................................................. 98
Multi ............................................................................................................................... 98
Spot ................................................................................................................................ 99
Centr. gewogen.......................................................................................................... 99
Dynamisch bereik ..................................................................................... 100
Witbalans ...................................................................................................... 77
Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen ..................................... 78
Fotowizard (fotostijlen) ............................................................................. 80
Intelligent Filter ........................................................................................... 81
AF-modus ..................................................................................................... 82
Enkelvoudige AF........................................................................................................ 83
Continu AF ................................................................................................................... 83
Handmatige scherpstelling ................................................................................... 84
AF-gebied ..................................................................................................... 85
Keuze AF ....................................................................................................................... 85
Multi AF......................................................................................................................... 86
Gezichtsdetectie AF ................................................................................................. 86
Zelfportret AF ............................................................................................................. 87
Aanraak AF ................................................................................................... 88
Aanraak AF................................................................................................................... 88
AF-punt ......................................................................................................................... 88
Tracking AF .................................................................................................................. 88
One Touch-opname.................................................................................................. 89
Scherpstelhulp............................................................................................. 90
MF-hulp ........................................................................................................................ 90
Uitlichten ...................................................................................................................... 90
De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten ............................. 91
Flitser ........................................................................................................... 101
Het rode-ogeneffect verminderen .................................................................. 102
De flitssterkte aanpassen .................................................................................... 102
Belichtingscompensatie .......................................................................... 104
Belichtingsvergendeling ......................................................................... 105
Videofuncties ............................................................................................. 106
Filmformaat .............................................................................................................. 106
Filmkwaliteit ............................................................................................................. 106
Multi Motion ............................................................................................................ 107
In-/uitfaden .............................................................................................................. 107
Spraak ......................................................................................................................... 108
Windonderdrukking.............................................................................................. 108
Microfoonniveau .................................................................................................... 108
9
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Weergeven en bewerken
Draadloos netwerk
Bestanden zoeken en beheren............................................................... 110
Foto's weergeven ................................................................................................... 110
Miniaturen weergeven ......................................................................................... 110
Bestanden op categorie weergeven ............................................................... 111
Bestanden weergeven als map ......................................................................... 111
Bestanden beveiligen ........................................................................................... 112
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
configureren............................................................................................... 124
Verbinding maken met een WLAN .................................................................. 124
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen................................................... 112
Bestanden verwijderen ........................................................................................ 113
Afzonderlijke bestanden wissen .......................................................................... 113
Meerdere bestanden wissen ................................................................................. 113
Alle bestanden verwijderen................................................................................... 113
Foto's weergeven ...................................................................................... 114
Een foto vergroten ................................................................................................. 114
Een diashow weergeven...................................................................................... 114
Automatisch draaien............................................................................................. 115
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................................................... 115
Video's afspelen......................................................................................... 116
Een video tijdens het afspelen bijsnijden ..................................................... 116
Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan................................. 117
Foto's bewerken ........................................................................................ 118
Een foto bijsnijden ................................................................................................. 118
Een foto draaien...................................................................................................... 119
Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................ 119
Uw foto's aanpassen ............................................................................................. 120
Gezichten aanpassen ............................................................................................ 121
Rode ogen verminderen...................................................................................... 121
Intelligent filter-effecten toepassen ................................................................ 122
Netwerkopties instellen .......................................................................................... 125
Het IP-adres handmatig instellen ........................................................................ 125
De aanmeldingsbrowser gebruiken................................................................ 125
Tips over netwerkverbinding............................................................................. 126
Tekst ingeven ........................................................................................................... 127
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ...................... 128
Foto's of video's naar een smartphone verzenden ............................ 129
Een smartphone als externe ontspanner gebruiken ......................... 131
Automatische back-up gebruiken
om foto's of video's te verzenden .......................................................... 133
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc .... 133
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................ 133
Foto's of video's via e-mail verzenden .................................................. 135
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................ 135
Uw gegevens opslaan .............................................................................................. 135
Een e-mailwachtwoord instellen ......................................................................... 136
Het e-mailwachtwoord wijzigen .......................................................................... 137
Foto's of video's via e-mail verzenden............................................................ 137
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ................. 139
Een website openen.............................................................................................. 139
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 140
10
Inhoudsopgave
Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken ................... 141
Foto's uploaden naar online opslag ................................................................ 141
Foto's of video's op apparaten weergeven die Samsung Link
ondersteunen .......................................................................................................... 142
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ........................................................... 144
Hoofdstuk 6
Verbinding maken met externe apparaten
Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie ................. 158
Bestanden weergeven op een HDTV .............................................................. 158
Bestanden weergeven op een 3D-televisie .................................................. 159
Bestanden naar de computer overbrengen ........................................ 160
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen........................... 160
De camera aansluiten als verwisselbare schijf ................................................ 160
De camera loskoppelen (Windows XP).............................................................. 161
Hoofdstuk 5
Camera-instellingenmenu
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen..................................... 161
Gebruikersinstellingen ............................................................................ 146
ISO aanpassen ......................................................................................................... 146
Programma's op een computer gebruiken.......................................... 163
Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd ................................ 163
ISO-stap ......................................................................................................................... 146
Auto ISO bereik........................................................................................................... 146
Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt ....................... 163
Ruisonderdrukking ................................................................................................
Bracketing instellen ...............................................................................................
DMF (Direct Manual Focus) ................................................................................
Kleurruimte...............................................................................................................
Vervormingscorrectie ...........................................................................................
Als aanpassingsmodus opslaan ........................................................................
iFn aanpassen ..........................................................................................................
Gebruikersdisplay ..................................................................................................
Toetsafbeelding ......................................................................................................
Rasterlijn ....................................................................................................................
AF-lamp .....................................................................................................................
146
147
147
148
149
149
149
149
150
151
151
i-Launcher gebruiken ........................................................................................... 163
Vereisten voor Windows OS ................................................................................... 163
Vereisten voor Mac OS ............................................................................................. 164
i-Launcher openen .................................................................................................... 164
Multimedia Viewer gebruiken............................................................................... 165
De firmware downloaden ....................................................................................... 166
Het programma PC Auto Backup downloaden .............................................. 166
Adobe Photoshop Lightroom installeren...................................................... 167
Adobe Photoshop Lightroom gebruiken ...................................................... 167
Instellingen................................................................................................. 152
11
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 7
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .......................... 181
Bijlagen
Cameraspecificaties .................................................................................. 184
Foutmeldingen .......................................................................................... 169
Woordenlijst ............................................................................................... 189
Onderhoud van de camera ..................................................................... 170
Reiniging van de camera ..................................................................................... 170
Optionele accessoires .............................................................................. 195
Index ............................................................................................................ 197
Cameralens en -scherm ........................................................................................... 170
Beeldsensor ................................................................................................................. 170
Camerabehuizing ...................................................................................................... 170
De camera gebruiken of opbergen ................................................................. 171
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of
opbergen van de camera.........................................................................................171
Gebruik op het strand of aan de waterkant ..................................................... 171
Camera voor langere tijd opbergen ................................................................... 171
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen............................... 172
Overige aandachtspunten ..................................................................................... 172
Geheugenkaart ....................................................................................................... 173
Ondersteunde geheugenkaart ............................................................................. 173
Capaciteit van de geheugenkaart ....................................................................... 174
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten .................................. 176
De batterij ................................................................................................................. 177
Batterijspecificaties ................................................................................................... 177
Werkduur van de batterij ........................................................................................ 178
Bericht Batterij bijna leeg ....................................................................................... 178
De batterij gebruiken ............................................................................................... 178
Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij....................................... 179
De batterij opladen ................................................................................................... 179
Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten ................ 180
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer
deze af volgens de voorschriften ..........................................................................180
12
Fotografie-concepten en conventies
Houding
Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden vastgehouden
is noodzakelijk om goed foto's te kunnen maken. Zelfs als u de camera
op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde lichaamshouding
voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta rechtop en stil om een stevige
ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met een lange
sluitertijd fotografeert, houdt u uw adem in om te zorgen dat uw lichaam
zo min mogelijk beweegt.
De camera vasthouden
Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter wijsvinger
op de ontspanknop. Houd uw linkerhand ter ondersteuning onder de lens.
13
Fotografie-concepten en conventies
Staand fotograferen
Bepaal de compositie; sta rechtop met uw voeten op schouderlengte van
elkaar en houd uw ellebogen naar beneden gericht.
Geknield fotograferen
Bepaal de compositie; kniel met een knie op de grond en houd uw rug
recht.
14
Fotografie-concepten en conventies
Diafragma
Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de camera
binnenvalt. Dit is een van de drie factoren die de belichting bepalen.
De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen die openen en
sluiten om meer of minder licht door de opening (het diafragma) de
camera te laten binnenvallen. De formaat van het diafragma hangt nauw
met de helderheid van de foto samen: hoe groter het diafragma, des te
helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, des te donkerder de foto.
Diafragmagrootten
De grootte van het diafragma wordt aangeduid met een waarde die
bekend staat als een 'F-getal'. Het f-getal staat voor de brandpuntsafstand
gedeeld door de diameter van de lens. Als bijvoorbeeld een lens met een
brandpuntsafstand van 50 mm een diafragma-aanduiding van F2 heeft,
is de diameter van het diafragma 25 mm. (50 mm/25 mm=F2) Hoe kleiner
het f-getal, des te groter het diafragma.
De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingwaarde
(EV, Exposure Value). Het verdubbelen van de belichtingswaarde
(+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht verdubbelt.
En met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de
hoeveelheid binnenvallend licht gehalveerd. U kunt tevens de
belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid licht
nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2,
1/3 EV, enzovoort.
+1 EV
Minimaal diafragma
Gemiddeld diafragma
-1 EV
Maximaal diafragma
F1.4
F2
F2.8
F4
F5.6
F8
Stappen van de belichtingswaarde
Donkere foto
(diafragma een klein beetje open)
Heldere foto
(diafragma wijd open)
15
Fotografie-concepten en conventies
Diafragma en scherptediepte
U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met
behulp van het diafragma. Het diafragma hangt nauw samen met de
scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is).
De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen samen
en regelen de hoeveelheid licht die er door het midden van het diafragma valt.
Het aantal bladen is tevens van invloed op de vorm van licht in nachtelijke
opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen heeft, wordt het licht in
een zelfde aantal delen verdeeld. Is het aantal bladen oneven, dan is het aantal
lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen.
Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een
diafragma met 7 bladen verdeelt het licht in 14 delen.
Foto met een grote scherptediepte
Foto met een kleine scherptediepte
7 bladen
8 bladen
16
Fotografie-concepten en conventies
Hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht binnenvalt. Hoe langer de
sluitertijd, hoe meer licht binnenvalt.
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen
en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto,
aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het
diafragma op de beeldsensor valt.
Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid
van de sluitertijd wordt wel de 'belichtingswaarde' (EV, exposure value)
genoemd. Deze wordt geregeld in intervallen van 1 s, 1/2 s, 1/4 s, 1/8 s,
1/15s, 1/1000 s, 1/2000 s, enzovoort.
Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange sluitertijd
meer licht binnen, waardoor de foto helderder wordt. En met een kortere
sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder,
maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te
bevriezen.
+1 EV
Belichting
-1 EV
0,8 s
1s
1/2 s
1/4 s
1/8 s
1/15 s
0,004 s
1/30 s
Sluitertijd
17
Fotografie-concepten en conventies
ISO-waarde
De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de
camera. Deze gevoeligheid wordt gebaseerd op internationale normen uit
het tijdperk van analoge film, de ISO-waarden. Bij digitale camera's wordt
deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de digitale
sensor die het beeld opvangt.
ISO-gevoeligheid verdubbelt terwijl het nummer wordt verdubbeld.
Een ISO 200-instelling kan bijvoorbeeld twee keer zo snel afbeeldingen
vastleggen dan een ISO 100-instelling. Hogere ISO-instellingen kunnen
echter in 'ruis' resulteren - kleine gaatjes, stippels en andere fenomenen
in een foto waardoor de opname met ruis of als vuil verschijnt. Tenzij u in
een donkere omgeving of gedurende de nacht opnamen maakt, is het als
algemene regel het beste om een lage ISO-instelling te gebruiken om ruis
in uw foto's te voorkomen.
Aangezien een lage ISO-waarde betekent dat de camera minder gevoelig
voor licht is, hebt u meer licht nodig om een optimale belichting te
bereiken. Open daarom bij een lage ISO-waarde het diafragma verder of
gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht de camera
binnenvalt. Als er op een zonnige dag bijvoorbeeld voldoende licht is,
hoeft bij een lage ISO-waarde geen lange sluitertijd worden gebruikt. Op
donkere plaatsen of 's nachts zal een lage ISO-waarde echter resulteren
in een onscherpe foto. U kunt daarom het beste de ISO-waarde flink
verhogen.
Foto gemaakt met een statief en een hoge
ISO-waarde
Onscherpe foto met een lage
ISO-waarde
Veranderingen in de kwaliteit en helderheid door de ISO-waarde
18
Fotografie-concepten en conventies
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de
belichting beïnvloeden
Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotografie nauw
met elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van de
lensopening waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd
bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISO-waarde bepaalt
de snelheid waarmee de film op licht reageert. Samen bepalen deze drie
elementen de belichting van een foto.
Een aanpassing van de sluitertijd, het diafragma of de ISO-waarde kan
met een aanpassing van een van de andere twee elementen worden
gecompenseerd, zodat de belichting gelijk blijft. De resultaten in het
beeld verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De
sluitertijd is bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld
wordt geregeld, het diafragma regelt de scherptediepte en met de
ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto worden veranderd.
Instellingen
Resultaat
Instellingen
Sluitertijd
Resultaat
Hoge snelheid
= minder licht
Lage snelheid
= meer licht
Kort = stil
Lang = vaag
ISO-waarde
Hoge ISO-waarde
= gevoeliger voor
licht
Lage ISO-waarde
= minder gevoelig
voor licht
Hoog = korreliger
Laag = minder korrelig
Diafragmawaarde
Wijd diafragma
= meer licht
Nauw diafragma
= minder licht
Wijd = kleine scherptediepte
Smal = grote scherptediepte
19
Fotografie-concepten en conventies
Samenhang tussen brandpuntsafstand,
beeldhoek en perspectief
Lange brandpuntsafstand
De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand tussen het
midden van de lens en het brandpunt. Dit is van invloed op de beeldhoek
en het perspectief van de opname. Een korte brandpuntsafstand vertaalt
zich in een grote hoek, waarmee groothoekopnamen van een breed
gebied worden gemaakt. Een lange brandpuntsafstand vertaalt zich in
een kleine hoek, waarmee teleopnamen van een klein gebied worden
gemaakt.
telefotolens
telefoto-opname
nauwe beeldhoek
Korte brandpuntsafstand
Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's.
groothoeklens
groothoekopname
grote hoek
20 mm-hoek
50 mm-hoek
200 mm hoek
Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor
landschapsfoto's en wordt een lens met een nauwe hoek aanbevolen voor
sportevenementen en portretten.
20
Fotografie-concepten en conventies
Wat bepaalt de vervagingseffecten?
Scherptediepte
Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de
achtergrond onscherp is, zodat het onderwerp goed naar voren komt.
Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of scherp
zijn. Dit wordt de scherptediepte genoemd (Engels: DOF, ‘depth of field’).
De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld is.
Een kleine scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en een
grote scherptediepte op een groot gebied dat scherp in beeld is.
Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde
Hoe wijder het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), des te kleiner
de scherptediepte. Sluitertijd en ISO-waarde hebben geen invloed op de
scherptediepte; alleen de formaat van het diafragma heeft dat.
Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk
naar voren springt en de rest onscherp is, kan worden gemaakt met een
telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen. Een foto met een
grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp in beeld
zijn, kan worden gemaakt met een groothoeklens of door een hoge
diafragmawaarde in te stellen.
50 mm F5.7
Kleine scherptediepte
50 mm F22
Grote scherptediepte
21
Fotografie-concepten en conventies
Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand
Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner de scherptediepte.
Een telelens met een langere brandpuntsafstand is beter om een foto
met een kleine scherptediepte te maken dan een groothoeklens met een
kortere brandpuntsafstand.
Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen
onderwerp en camera
Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, des te kleiner de
scherptediepte. Hierdoor kan een foto die van dichtbij wordt gemaakt een
kleine scherptediepte opleveren.
Een foto genomen met een 100 mm telelens
Een foto gemaakt met een 20-mm
groothoeklens
Een foto genomen met een 100 mm
telelens
Een foto die dichtbij het onderwerp is genomen
22
Fotografie-concepten en conventies
Optisch voorbeeld
U kunt ook op het scherm de knop Aanpassen aanraken om voor het
vastleggen van een foto het optische voorbeeld te bekijken. De camera
past de lensopening aan op de vooraf gedefinieerde instellingen en
toont op het scherm de resultaten. Stel de knop Aanpassen in op Optisch
voorb.. (pag. 150)
F
Compositie
Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te
leggen. Maar hoe mooi iets ook is, met een slechte compositie kan de foto
toch lelijk worden.
Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te
geven.
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in
het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van
derden een plezierig resultaat.
De regel van derden
De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van drie keer
drie gelijke rechthoeken.
Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan
te raden om het op een van de hoeken van de centrale rechthoek te
plaatsen.
23
Fotografie-concepten en conventies
Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante
composities die in balans zijn. Hier ziet u een paar voorbeelden.
Foto's met twee onderwerpen
Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het
effect dat de foto uit balans is. U kunt de foto in balans brengen door een
tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te plaatsen, om zo het
gewicht van het beeld te verdelen.
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Instabiel
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Stabiel
Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit
balans. Geef de foto meer gewicht door de horizon omhoog of omlaag te
brengen.
Onderwerp 1
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Onderwerp 2
Instabiel
Stabiel
24
Fotografie-concepten en conventies
Richtgetal van flitser
Flitser
Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. Het is echter niet
eenvoudig om altijd en overal voldoende licht te hebben. Met een flitser
kunt u de lichtinstellingen optimaliseren en diverse effecten bereiken.
Een flitser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin
weinig licht aanwezig is. Het is ook handig in situaties waarin juist erg
veel licht aanwezig is. U kunt een flitser bijvoorbeeld gebruiken om de
belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om
bij tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te
leggen.
Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser
en de maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die
'richtgetal' wordt genoemd. Hoe hoger het richtgetal is, des te groter de
lichtopbrengst van de flitser is. Het richtgetal wordt verkregen door de
afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de
diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100.
Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp X diafragmawaarde
Diafragmawaarde = richtgetal/afstand van flitser tot onderwerp
Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal/diafragmawaarde
Als u het richtgetal van een flitser kent, kunt u daarom de optimale afstand
van de flitser tot het onderwerp schatten wanneer u de flitser handmatig
instelt. Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal 20 heeft en de afstand tot
het onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0.
Vóór correctie
Na correctie
25
Fotografie-concepten en conventies
Bounce-fotografie
Bounce-fotografie is een methode van fotograferen waarbij het licht naar
het plafond of de muren wordt geleid, zodat het licht gelijkmatig wordt
verspreid over het onderwerp. Foto's die met een flitser zijn genomen
kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in
foto's die met bounce-fotografie zijn gemaakt, werpen geen schaduwen
en zien er vloeiend uit door het gelijkmatig verspreide licht.
26
Hoofdstuk 1
Mijn camera
Meer informatie over de onderdelen van uw camera, pictogrammen op het scherm,
lens, optionele accessoires, en algemene functies.
Mijn camera
Aan de slag
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera
(inclusief bodydop en
hot-shoe-bescherming)
AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij
Externe flitser
Software-CD-ROM
(met gebruiksaanwijzing)
DVD-ROM met Adobe Photoshop
Lightroom
Snelstartgids
Polslus
• De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
• U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung.
Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van niet goedgekeurde accessoires ontstaat.
Zie pagina 195 voor informatie over accessoires.
28
Mijn camera
Onderdelen en functies
1
2
3 4
Nr.
5 6
4
16
7
15
14
7
8
9
10
13
12
11
1
2
Naam
Nr.
Naam
Opdrachtkeuzeknop
• In het Smart-venster: ga naar
8
Beeldsensor
9
Luidspreker
10
NFC-code
11
Lensontgrendelknop
12
Lensvatting
13
Lensvattingmarkering
14
AF-hulplampje/timerlampje
15
Aan/uit-schakelaar
16
Ontspanknop
een gewenste optie of pas een
geselecteerde optie aan.
• In de opnamemodus: In
de opnamemodus een
modusscherm openen of de
sluitertijd, diafragmawaarde of
belichtingswaarde aanpassen in
bepaalde opnamemodi.
• In de afspeelmodus: geef
miniatuurweegaven weer of vergroot/
verklein een foto.
DIRECT LINK-knop: een vooringestelde
Wi-Fi-functie starten. (pag. 31)
Interne antenne
3
* Vermijd contact met de interne
antenne wanneer u het draadloze
netwerk gebruikt.
4
Microfoon
5
Hot-shoe
6
Hot-shoe-bescherming
7
Oogje voor de polslus van de camera
29
Mijn camera >
Onderdelen en functies
Nr.
1
Naam
Video-opnameknop
Een video opnemen.
Statuslampje
1
2
3
4
2
3
4
De status van de camera aangeven.
• Knippert: wanneer een foto wordt opgeslagen, een video wordt opgenomen, gegevens naar
een computer worden verzonden, verbinding met een WLAN wordt gemaakt of een foto wordt
verzonden.
• Continu aan: als geen gegevens tussen de camera en een computer wordt overgedragen of als
de batterij wordt geladen.
MODUS-knop
Open het scherm Modus. (pag. 36)
Weergaveknop
De afspeelmodus openen.
USB-poort en aansluiting draadontspanner
5
6
9
8
5
De camera aansluiten op een computer of ontspanknop. U kunt een draadontspanner en een
statief gebruiken om ervoor te zorg dat de camera zo min mogelijk beweegt.
6
HDMI-aansluiting
7
8
7
9
Batterij-/geheugenkaartklepje
Een geheugenkaart en batterij plaatsen.
Scherm
Raak het scherm aan om een modus of optie te selecteren. (pag. 38)
Statiefbevestigingspunt
30
Mijn camera >
Onderdelen en functies
De knop DIRECT LINK gebruiken
U kunt de Wi-Fi-functie eenvoudig inschakelen met de knop
[DIRECT LINK]. Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te keren
naar de vorige modus.
De knop DIRECT LINK instellen
U kunt instellen dat een Wi-Fi-functie wordt gestart wanneer u op de knop
[DIRECT LINK] drukt. (pag. 150)
Een DIRECT LINKoptie instellen:
Raak in opnamemodus
→ 5 → Toetsafbeelding →
DIRECT LINK → een optie aan.
31
Mijn camera >
Onderdelen en functies
De opdrachtkeuzeknop gebruiken
U kunt opties in sommige opnamemodi met de opdrachtkeuzeknop opties
aanpassen, zoals lensopeningswaarde, sluitertijd of belichtingswaarde.
Druk op de opdrachtkeuzeknop en draai deze daarna linksom of rechtsom.
U kunt in het Smart-paneel ook enkele opties met de opdrachtkeuzeknop
afstellen. Draai in het Smart-paneel de opdrachtkeuzeknop om naar
een gewenste optie te gaan. Druk op de opdrachtkeuzeknop om het te
selecteren en draai de opdrachtkeuzeknop daarna om de geselecteerde
optie aan te passen.
Belichtingswaarde
Bijv. de belichtingswaarde in de modus Programma aanpassen
Raak, om de
belichtingswaarde
aan te passen,
op het scherm Modus Expert → Programma → druk twee
keer op de opdrachtenkeuzeknop om de belichtingswaarde te
selecteren → draai de opdrachtkeuzeknop om aanpassingen uit
te voeren.
32
Mijn camera
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en
een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Schuif de vergrendeling omhoog om
de batterij los te maken.
Batterijvergrendeling
Oplaadbare batterij
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Plaats een geheugenkaart met de
goudkleurige contactpunten naar beneden
gericht.
Geheugenkaart
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het Samsung-logo
naar boven.
Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij als het statuslampje knippert.
Hierdoor zouden de gegevens op de kaart en de camera kunnen beschadigen.
Oplaadbare batterij
33
Mijn camera
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij
worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op
de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de
netspanningsadapter.
Stel de aan/uit-schakelaar in op ON.
• Als u de camera wilt uitschakelen, stelt u de aan/uit-schakelaar in op
OFF.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera
voor het eerst inschakelt. (pag. 35)
ON
OFF
Status lamp
• Rode lampje brandt: opladen
• Rode lampje uit: volledig opgeladen
• Rode lampje knippert: fout opgetreden
• Gebruik alleen de netspanningsadapter en de USB-kabel die bij de camera zijn
geleverd. Als u een andere netspanningsadapter gebruikt, is het mogelijk dat
de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
• U kunt de batterij alleen opladen met de USB-kabel als de camera is
uitgeschakeld.
34
Mijn camera
De eerste instellingen opgeven
Als u uw camera voor de eerste keer inschakelt, verschijnt het eerste
scherm voor set-up. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio
waarin de camera is verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen.
1
Raak Tijdzone aan.
2
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak daarna een
tijdzone aan.
4
Raak de pijlen omhoog of omlaag aan om een optie in te
stellen.
Datum/tijd
Jaar Maand Dag Uur Min.
Zomertijd
Tijdzone
[GMT +00:00] Londen
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
[GMT -01:00] Kaap-verdië
[GMT -02:00] Atlantische oceaan
[GMT -03:00] Buenos Aires, Sao Paulo
[GMT -03:30] Newfoundland
3
Raak Datum en tijd aan.
5
Raak
6
Raak Datumtype → een type datum aan.
7
Raak Type tijd → een type tijd aan.
8
Raak
aan.
aan om de eerste set-up te voltooien.
35
Mijn camera
Een modus selecteren
Selecteer op het scherm Modus diverse modi en functies.
Modusbeschrijving
Modus
Open een modusscherm
Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op [h] om
naar de vorige modus terug te keren. U kunt de opdrachtenkeuzeknop ook
draaien om een modusscherm te openen in de opnamemodus.
Beschrijving
Auto
Maak een foto met een automatisch door de camera
geselecteerde scènemodus. (pag. 55)
Smart
Maak een foto met opties die vooraf voor een specifieke scène
zijn ingesteld. (pag. 57)
• Programma: Maak een foto met instellingen die u
•
•
Expert
•
•
handmatig hebt aangepast, met uitzondering van de
sluitertijd en diafragmawaarde. (pag. 61)
Diafragmaprioriteit: stel de lensopeningswaarde
handmatig in terwijl de camera automatische een juiste
sluitertijd selecteert. (pag. 62)
Sluiterprioriteit: stel de sluitertijd handmatig in terwijl
de camera automatische een juiste lensopeningswaarde
selecteert. (pag. 63)
Handmatig: pas zowel de lensopeningswaarde als de
sluitertijd handmatig aan. (pag. 64)
Aangepast: maak uw eigen opnamemodi door opties aan
te passen en ze op te slaan. (pag. 65)
Auto
Smart
Expert
Wi-Fi
Raak een pictogram aan om een modus of functie te selecteren.
36
Mijn camera >
Modus
Een modus selecteren
Beschrijving
• MobileLink: stuur foto's of video's naar een smartphone.
•
•
Wi-Fi
•
•
•
(pag. 129)
Remote Viewfinder: gebruik een smartphone als een
externe ontspanner en zie op uw smartphone een
voorbeeld van een afbeelding van uw camera. (pag. 131)
Automatische back-up: stuur draadloos foto's of video's
die u met een camera hebt gemaakt, naar een pc. (pag. 133)
E-mail: stuur foto's of video's die op de camera zijn
opgeslagen, per e-mail. (pag. 135)
SNS en cloud: upload foto's of video's naar websites voor
bestanden delen. (pag. 139)
Samsung Link: upload foto's naar de online opslag van
Samsung Link of geeft bestanden op andere door Samsung
Link ondersteunde apparaten weer. (pag. 142)
Pictogrammen opnieuw rangschikken
Als u wilt wijzigen hoe pictogrammen worden weergegeven in het
submodusscherm van de modus Smart of de modus Expert, raakt u
(Rasterweergave) of (Lijstweergave) aan in de linkerbovenhoek van het
scherm. Als u Lijstweergave selecteert, sleept u de optielijst omhoog of
omlaag of draait u de moduskeuzeknop op het scherm en raakt u daarna
een pictogram aan.
<Lijstweergave>
<Rasterweergave>
37
Mijn camera
Functies (opties) selecteren
Selecteer menu's of opties door zachtjes met uw vingerpunt een item op
het scherm aan.
4
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak daarna een
optie aan.
• Als u
aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met
informatie over functies en instellingen.
m gebruiken
Raak op het scherm
instellingen.
AutoShare
aan en wijzig daarna de opname-opties of
Fotoformaat
Fotoformaat
5472x3648 (3:2)
Kwaliteit
3888x2592 (3:2)
2976x1984 (3:2)
ISO
1728x1152 (3:2)
Minimale sluitertijd
Bijv. de fotoformaat in de modus Programma selecteren
5472x3080 (16:9)
Witbalans
1
Raak op het modusscherm Expert → Programma aan.
2
Raak
3
Raak 1 → Fotoformaat aan.
5
aan.
Raak
aan om naar de opnamemodus te schakelen.
AutoShare
Fotoformaat
Kwaliteit
ISO
Minimale sluitertijd
Uit
Witbalans
38
Mijn camera >
Functies (opties) selecteren
Het smartpaneel gebruiken
Raak op het scherm
aan om enkele functies te openen, zoals
Belichting, ISO en Witbalans.
4
Druk op het scherm op de keuzeknop en raak dan
om de optie aan te passen.
aan
• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien om de optie aan te
passen. (pag. 32)
EV : 0.0
Bijv. de belichtingswaarde in de modus Programma aanpassen
1
Raak op het modusscherm Expert → Programma aan.
2
Raak
3
Raak EV aan.
aan.
• U kunt ook enkele opties afstellen door de keuzeknop met
uw vinger over het scherm te slepen. Draai als alternatief de
opdrachtkeuzeknop om naar een gewenste optie te gaan. Druk
op de opdrachtkeuzeknop om het te selecteren en draai de
opdrachtkeuzeknop daarna om de geselecteerde optie aan te
passen.
EV : 0.0
39
Mijn camera >
Functies (opties) selecteren
Het aanraakscherm gebruiken
Vegen: veeg uw vinger voorzichtig over het scherm.
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals pennen of potloden om het scherm te
bedienen. U kunt hiermee het scherm beschadigen.
Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te
selecteren.
• Het aanraakscherm herkent uw invoer mogelijk niet als u meerdere items
tegelijk aanraakt.
• Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm veegt, kan er
Slepen: blijf een gedeelte op het scherm aanraken en sleep uw
vinger over het scherm.
kleurverandering optreden. Dit wijst niet op een defect, maar is een kenmerk
van het aanraakscherm. Duw of veeg niet te hard op het scherm om de
verkleuringen te minimaliseren.
• Het aanraakscherm werkt mogelijk niet correct als u de camera gebruikt in
omstandigheden met zeer hoge luchtvochtigheid.
• Het scherm werkt mogelijk niet correct als u een beschermingsfolie of andere
accessoires aanbrengt op het scherm.
• Afhankelijk van de kijkhoek, kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid
of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
AutoShare
Fotoformaat
Kwaliteit
ISO
Minimale sluitertijd
Uit
Witbalans
40
Mijn camera
Pictogrammen op het scherm
In de opnamemodus
Pictogram
Foto's maken
1
London
F
2
Beschrijving
Pictogram
Autofocuskader
Scherpstelgebied
Spotmetingsgebied
Gezichtsdetectie
Bewegingsonscherpte
Witbalans (pag. 77)
Schaal voor handmatig
scherpstellen
Fijnafstelling witbalans
Optische beeldstabilisatie (OIS) (pag. 93)
Peilmeter (pag. 42)
Dynamisch bereik (pag. 100)
Histogram (pag. 150)
Z aan
Scherpstellen
Z -verhouding
Sluitertijd
3
Intelligent filter
Diafragmawaarde
1. Opnamegegevens
Pictogram
Opnamemodus
Huidige datum
Huidige tijd
GPS actief*
London
Belichtingsaanpassingswaarde
ISO-gevoeligheid (pag. 76)
Beschrijving
Locatie-informatie*
Geheugenkaart niet geplaatst**
Automatische
belichtingsvergrendeling
(pag. 105)
Resterend aantal foto's
•
•
: volledig geladen
: gedeeltelijk
geladen
•
(Rood): leeg (herlaad de
batterij)
* Deze pictogrammen worden weergegeven wanneer u een
optionele GPS-module aansluit.
** Foto's die zijn gemaakt zonder een geheugenkaart te
plaatsen, kunnen niet worden afgedrukt of overgebracht
naar een geheugenkaart of een computer.
2. Opname-instellingen
Pictogram
Beschrijving
3. Opname-opties (aanraakscherm)
Pictogram
F
Beschrijving
Knop Aangepast (pag. 150)
Wijzig de modus Smart***
AutoShare
Aanraak AF-opties
Beschrijving
Knop Weergavetype
Fotoformaat
Opname-instellingen
RAW-bestand
Smartpaneel
Transportmodus
Flitser (pag. 101)
Flitserintensiteit aanpassen
Meten (pag. 98)
AF-modus (pag. 82)
*** Deze pictogram verschijnt alleen als u de modus Smart
selecteert.
Welke pictogrammen worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde modus en de
ingestelde opties.
41
Mijn camera >
Pictogrammen op het scherm
2. Opname-instellingen
Video's opnemen
1
Pictogram
Beschrijving
Videoformaat
AF-modus (pag. 82)
2
Meten (pag. 98)
Witbalans (pag. 77)
Over de peilmeter
Met de peilmeter kunt u de camera uitlijnen met
de horizontale en verticale lijnen op het scherm.
Als de niveaumeter niet waterpas is, kunt u deze
kalibreren met de functie Horizontale kalibratie.
(pag. 152)
Verticaal
Optische beeldstabilisatie (OIS)
(pag. 93)
Fijnafstelling witbalans
1. Opnamegegevens
Pictogram
In-/uitfaden (pag. 107)
Beschrijving
Multi Motion (pag. 107)
Opnamemodus
Spraakopname uit (pag. 108)
Horizontaal
Huidige opnametijd/beschikbare
opnametijd
•
•
•
: volledig geladen
: gedeeltelijk geladen
(Rood): leeg (herlaad de
batterij)
▲ Waterpas
Welke pictogrammen worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde modus en de
ingestelde opties.
▲ Niet waterpas
U kunt de niveaumeter niet gebruiken wanneer
u opneemt in de staande stand.
Annuleer AF aanraken
Pauzeer of ga door met de
opname
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtingswaarde
(over-/onderbelicht)
ISO-waarde (pag. 76)
42
Mijn camera >
Pictogrammen op het scherm
In de afspeelmodus
Foto's weergeven
1
Video's afspelen
London
Mode
F No
Shutter
ISO
Metering
Flash
Focal Length
White Balance
EV
Photo Size
Datum
Pictogram
2
Informatie
3
London
Beschrijving
Nr.
Beschrijving
Bestand vastgelegd met continue opnamefunctie
1
2
Genomen foto
Afspeelsnelheid
RGB-histogram (pag. 150)
Multi Motion
Huidig bestand/totaalaantal bestanden
Mapnummer - Bestandsnummer
London
Bestand met locatiegegevens
Locatie-informatie
RAW-bestand
3
Pictogram
Beschrijving
Huidig afspeeltijdstip
Opnamemodus, Meting, Flitser,
Witbalans, Lensopeningswaarde,
Sluitertijd, ISO, Brandpuntsafstand,
Belichtingswaarde, Fotoformaat,
Datum, Locatie-informatie
Lengte van de video
Een afbeelding vastleggen
Beveiligd bestand
/
Afdrukinformatie aan bestand toegevoegd
(pag. 115)
3D-bestand
Vorige bestand weergeven/achteruit
scannen. (Elke keer dat u het pictogram
voor achteruit scannen aanraakt, wijzigt
u als volgt de scansnelheid: 2X, 4X, 8X.)
/
Afspelen onderbreken of hervatten.
Stop het afspelen en keer naar het vorig
scherm terug.
Knop Weergavetype
Menu Afspelen/bewerken
Bestanden verwijderen
Foto's bewerken
Een video knippen
Afbeeldingsminiaturen weergeven
/
Volgende bestand weergeven/vooruit
scannen. (Elke keer dat u de pictogram
Vooruit scannen aanraakt, kunt u de
scansnelheid in deze volgorde wijzigen:
2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid
dempen.
43
Mijn camera >
Pictogrammen op het scherm
Instellen welke informatie wordt
weergegeven
Raak
herhaaldelijk aan op het scherm om het type weergave
te wijzigen.
Modus
Type weergave
• Algemene opnamegegevens (Opnamemodus, Sluitertijd,
Opname
Afspelen
Diafragmawaarde, Belichtingswaarde, ISO-waarde,
enzovoort)
• Algemene opnamegegevens + knoppen voor
opnameopties (MENU, Fn, AutoShare, Aanraak AF) +
Peilmeter
• Algemene opnamegegevens + knoppen voor
opnameopties + gegevens over huidige opnameopties
(Fotoformaat, Transportmodus, Flitser, Lichtmeting, AFmodus, enzovoort)
• Algemene opnamegegevens + knoppen voor
opnameopties + gegevens over huidige opnameopties +
histogram + datum en tijd
• Algemene informatie
• Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
• Alle informatie over het huidige bestand weergeven,
inclusief het RGB-histogram.
44
Mijn camera
Lenzen
U kunt optionele lenzen aanschaffen die exclusief voor de NX-camera zijn
gemaakt.
Hier leest u over de functies en voorzieningen van de lenzen, zodat u er
een kunt aanschaffen die aan uw wensen voldoet.
Lensindeling
SAMSUNG 20-50 mm F3.5-5.6 ED II-lens (voorbeeld)
Nr.
Beschrijving
1
2
Lensvattingmarkering
3
Lens
4
Scherpstelring (pag. 90)
5
i-Function-knop (pag. 68)
6
Zoomring
7
Lenscontactpunten
Zoomvergrendelingsknop
7
1
2
6
3
5
4
45
Mijn camera >
Lenzen
De lens vergrendelen of ontgrendelen
U vergrendelt de lens door de zoomvergrendelingsknop in te drukken en
van de camerabehuizing af te schuiven en de zoomring te draaien zoals
wordt aangegeven in de afbeelding.
U ontgrendelt de lens door de zoomring te draaien zoals aangeduid in de
afbeelding totdat u een klik hoort.
U kunt geen foto maken wanneer de lens is vergrendeld.
46
Mijn camera >
Lenzen
SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III-lens (voorbeeld)
8
1
2
3
4
5
6
7
Nr.
Beschrijving
1
2
Lensvattingmarkering
3
Scherpstelring (pag. 90)
4
Markering zonnekapbevestiging
5
Lens
6
i-Function-knop (pag. 68)
7
AF/MF-schakelaar (pag. 82)
8
Lenscontactpunten
Zoomring
Wanneer de lens niet in gebruik is, moeten de lensdop en vattingdop erop
bevestigd zijn om de lens tegen stof en krassen te beschermen.
47
Mijn camera >
Lenzen
SAMSUNG 16 mm F2.4-lens (voorbeeld)
SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D (voorbeeld)
6
5
1
2
1
2
3
3
4
4
5
Nr.
Beschrijving
1
2
3
i-Function-knop (pag. 68)
4
Lens
5
Lenscontactpunten
Lensvattingmarkering
Scherpstelring (pag. 90)
Nr.
Beschrijving
1
i-Function-knop (pag. 68)
2
3
4
Lensvattingmarkering
5
2D/3D-schakelaar (pag. 70)
6
Lenscontactpunten
Scherpstelring (pag. 90)
Lens
48
Mijn camera >
Lenzen
Markeringen op de lens
Nr.
Hier leest u wat de nummers op de lens inhouden.
1
Beschrijving
Diafragmawaarde
SAMSUNG 18-200 mm F3.5-6.3 ED OIS-lens (voorbeeld)
De ondersteunde maximale diafragmawaarden. 1:3.5–6.3 betekent
bijvoorbeeld een maximale diafragmawaarde van 3,5 tot 6,3.
Brandpuntsafstand
2
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in
millimeter). Dit getal wordt aangeduid in een bereik: minimale
brandpuntsafstand tot maximale brandpuntsafstand van de lens.
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere
beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere
brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.
ED
3
1
2
3 4 5
ED staat voor Extra-low Dispersion (extra lage brekingsindex).
Glas met een extra lage brekingsindex is effectief tegen
kleurafwijking. Dit is een vervorming die optreedt wanneer de
lens niet alle kleuren in hetzelfde convergentiepunt kan laten
samenkomen.
OIS (pag. 93)
4
Optische beeldstabilisatie (Optical Image Stabilization). Lenzen met
deze voorziening kunnen het trillen van de camera detecteren en
deze beweging in de camera opheffen.
Ø
5
De lensdiameter. Wanneer u een filter voor de lens wilt plaatsen, moet
deze dezelfde diameter als de lens hebben.
49
Mijn camera
Accessoires
U kunt accessoires gebruiken zoals de externe flitser en GPS-module
waarmee u beter en eenvoudiger foto's kunt maken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van een accessoire voor meer informatie
over optionele accessoires.
Onderdelen van externe flitser
SEF8A (voorbeeld)
1
• De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen.
• U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires aanschaffen bij een
wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet
verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van
derden ontstaat.
2
3
Nr.
Beschrijving
1
Bulb
2
Vastzetring voor hot shoe
3
Hot shoe-aansluiting
50
Mijn camera >
Accessoires
De externe flitser aansluiten
1
Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.
2
Sluit de flitser aan door deze in de hot shoe te schuiven.
3
Vergrendel de flitser door de hot-shoe-vastzetring rechtsom te
draaien.
4
Klap de flitser omhoog voor gebruik.
51
Mijn camera >
Accessoires
• U kunt een foto maken met een flitser die niet volledig is opgeladen, maar
•
•
•
•
•
het wordt aanbevolen een volledig opgeladen flitser te gebruiken.
Ga naar de pagina met optionele accessoires voor informatie over de
beschikbare externe flitsers. (pag. 195)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet
totdat de tweede flits is uitgevoerd.
SEF8A is mogelijk niet compatibel met andere camera's uit de NX-serie.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de flitser voor meer informatie over
optionele flitsers.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele
flitsers kan de camera beschadigen.
SEF220A (voorbeeld) (optioneel)
7
8
1
2
3
6
5
4
Nr.
Beschrijving
1
Pictogrammen op het scherm
2
READY-lampje/testknop
3
MODE-knop
4
Flitserontspanknop
5
Aan/uit-knop
6
Batterijklepje
7
Lamp
8
Modusschakelknop voor telelens/groothoeklens (TELE/WIDE)
9
Hot shoe-aansluiting
9
52
Mijn camera >
Accessoires
Indeling van GPS-module (optioneel)
1
De GPS-module aansluiten
1
Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.
2
Bevestig de GPS-module door deze in de hot shoe te schuiven.
2
3
4
5
Nr.
Beschrijving
1
Statuslampje
2
Aan/uit-knop
3
Vastzetring voor hot shoe
4
Hot shoe-aansluiting
5
Batterijklepje
53
Mijn camera >
Accessoires
3
Vergrendel de GPS-module door de snelvastzetring te draaien
in de richting van LOCK.
4
Druk op de Aan-knop van de GPS-module.
54
Mijn camera
Opnamemodi
Twee eenvoudige opnamemodi—Auto en Smart-modus—helpen u foto's
met diverse automatische instellingen te maken. Aanvullende modi maken
grotere aanpassingen van instellingen mogelijk.
Auto-modus
In de modus Auto herkent de camera omgevende omstandigheden en
past het automatisch factoren aan die aan de belichting toevoegen,
inclusief de sluitertijd, lensopeningswaarde, meting, witbalans en
belichtingscompensatie. Gezien de camera de meeste functies bestuurt,
zijn enkele opnamefuncties beperkt. Deze modus is nuttig om snel
momentopnamen met de minste hoeveelheid aanpassingen vast te
leggen.
1
Raak op het modusscherm Auto aan.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• De camera selecteert een scène. Het bijbehorende scènepictogram
wordt op het scherm weergegeven.
55
Mijn camera >
Opnamemodi
Herkenbare scènes
Pictogram
Pictogram
Beschrijving
Beboste gebieden bestaan meestal uit onderwerpen met
groene kleuren
Beschrijving
Landschappen
Close-ups van kleurrijke onderwerpen
Scènes met helderwitte achtergronden
Portretten tijdens de nacht
De camera is gestabiliseerd op een statief en het onderwerp
beweegt niet gedurende een bepaalde tijd. (wanneer u
opnamen in het donker maakt)
Landschappen met tegenlicht
Actief bewegende onderwerpen
Portretten met tegenlicht
Vuurwerk (wanneer u een statief gebruikt)
Landschappen tijdens de nacht
Portretten
Close-upfoto's van onderwerpen
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
• De camera kan ook bij hetzelfde onderwerp verschillende scènes detecteren,
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
•
Close-up met spotlight
•
Portretten met spotlight
Blauwe luchten
•
•
onder invloed van externe factoren zoals lichtval, afstand tot het onderwerp
en bewegingsonscherpte door het trillen van de camera.
Als de camera niet de juiste scènemodus herkent, gebruikt het de
standaardinstellingen voor de modus Auto.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera
geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp
en de lichtval.
Zelfs als u een statief gebruikt, detecteert de camera mogelijk niet de
statiefmodus ( ) als het onderwerp beweegt.
De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd
om de juiste scène te selecteren.
56
Mijn camera >
Opnamemodi
Smart-modus
Optie
Beschrijving
In de modus Smart kunt u foto's maken met opties die vooraf voor een
specifieke scène zijn ingesteld.
Actie-opname
Onderwerpen vastleggen die met grote snelheid
bewegen.
Rijke toon
Foto's vastleggen met heldere kleuren.
1
Panorama
Brede panoramascènes opnemen in één foto.
Waterval
Scènes met watervallen vastleggen.
Silhouet
Onderwerpen vastleggen als donkere vormen
tegen een verlichte achtergrond.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en
geeltinten vastleggen.
Nacht
Meerdere foto's maken in omstandigheden met
weinig licht zonder flitser. De camera combineert
ze tot één afbeelding die helderder is en minder
vervaging bevat.
Vuurwerk
Scènes met vuurwerk vastleggen.
Lichtspoor
Scènes vastleggen met een lichtspoor in
omstandigheden met weinig licht.
Creatieve
opname
Foto's vastleggen waarop effecten automatisch
worden toegepast.
2
Raak op het modusscherm Smart aan.
Raak een scène aan.
• Om in de opnamemodus een andere scène te selecteren, raakt u op
het scherm
aan en daarna raakt u vanuit de lijst een modus aan.
Optie
Beschrijving
Gezichtscorrectie
Een portretfoto maken met opties voor het
verhullen van onzuiverheden op het gezicht.
Beste gezicht
Meerdere foto's maken en gezichten vervangen
om de beste afbeelding te maken.
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Macro
Foto's maken van kleine onderwerpen of closeups maken.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
57
Mijn camera >
Opnamemodi
De modus Beste gezicht gebruiken
5
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's maken en gezichten
vervangen om de beste afbeelding te maken. Gebruik deze modus om de
beste afbeelding te selecteren voor elke persoon wanneer u groepsfoto's
maakt.
1
Raak op het modusscherm Smart → Beste gezicht aan.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop]
half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn
vastgelegd.
• Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te
vervangen.
• Op de afbeelding verschijnt het pictogram
dat door de camera
wordt aangeraden.
• De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
• De eerste foto wordt gebruikt als achtergrondafbeelding.
• De camera detecteert automatisch gezichten na het opnemen.
4
Raak een gezicht aan om dit te vervangen.
6
Raak
aan om de foto op te slaan.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• De resolutie is standaard ingesteld op 5.9M of kleiner.
58
Mijn camera >
Opnamemodi
Panoramafoto's vastleggen
5
Een 2D- of 3D-panoramafoto maken. Vastgelegde 3D-panoramafoto's
kunnen alleen worden weergegeven op een 3D-televisie of -beeldscherm.
Terwijl de [Ontspanknop] is ingedrukt, beweegt u de camera
langzaam in de gewenste richting.
• De 3D-panoramamodus kunt u een scène alleen horizontaal
vastleggen.
1
Raak op het modusscherm Smart → Panorama aan.
2
Raak
→ 1 → Panorama → Live Panorama of 3D aan.
3
Raak
aan om naar de opnamemodus terug te keren.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
• Er wordt een pijl in de richting van de beweging weergegeven en
een volledige afbeelding van de opname wordt weergegeven in
het voorbeeldvak.
• Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
• De camera slaat de opnamen automatisch op als één foto.
• Als u de [Ontspanknop] los laat tijdens het opnemen, wordt de
panoramaopname beëindigd en worden de vastgelegde foto's
opgeslagen.
59
Mijn camera >
Opnamemodi
• De resolutie verschilt afhankelijk van de panoramafoto die u hebt gemaakt.
• In de panoramamodus zijn bepaalde opname-opties niet beschikbaar.
• De compositie van de opname of de beweging van het onderwerp kunnen
een reden zijn waarom de camera stopt met het maken van opnamen.
• In de panoramamodus legt de camera de laatste scène mogelijk niet volledig
•
•
•
•
vast als u ophoudt met het bewegen van de camera om de fotokwaliteit te
verbeteren. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera
iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen.
In de 3D-panoramamodus legt de camera mogelijk het begin van het einde
van een scène niet vast vanwege de aard van het 3D-effect. Als u de volledige
scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets voorbij het begin- en
eindpunt dat u wilt vastleggen.
Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de
bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera
kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.
Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie
of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u
de beelden bekijkt.
Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus, wordt het 3D-effect mogelijk
minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt met een 3D-lens. U kunt het
3D-effect vergroten door de optionele 3D-lens aan te sluiten en de 3D-modus
te gebruiken. (pag. 70)
• Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
volgende vermijden:
de camera te snel of te langzaam bewegen
de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen
de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen
de camera schudden
opnemen op donkere locaties
bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen
opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht
verandert
• Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt in de volgende omstandigheden:
- als u de opnamerichting wijzigt tijdens het opnemen
- als u de camera te snel beweegt
- als u de camera niet beweegt
-
60
Mijn camera >
Opnamemodi
Programma-modus
1
Raak op het modusscherm Expert → Programma aan.
De camera regelt de sluitertijd en het diafragma automatisch voor een
optimale belichting.
2
Stel de gewenster opties in.
Deze modus is handig als u opnamen met een constante belichting wilt
maken, maar wel andere instellingen wilt kunnen aanpassen.
• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Programmaverschuiving
Met de functie Programmaverschuiving kunt u de sluitertijd
of lensopeningswaarde aanpassen terwijl de camera dezelfde
belichtingswaarde behoudt. Druk in de opnamemodus één keer op
de opdrachtenkeuzeknop en draai deze linksom om de sluitertijd te
verkleinen en de diafragmawaarde te verhogen. Druk in de opnamemodus
één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze rechtsom om de
sluitertijd te vergroten en de diafragmawaarde te verlagen.
61
Mijn camera >
Opnamemodi
Minimale sluitertijd
Modus Diafragmaprioriteit
Instellen dat de sluitertijd niet korter is dan de geselecteerde sluitertijd. Als
er echter geen optimale belichtingswaarde kan worden behaald omdat
voor de ISO-waarde de maximale ISO-waarde is bereikt die is ingesteld
met Auto ISO bereik, kan de sluitertijd korter zijn dan de geselecteerde
minimale sluitertijd.
De minimale
sluitertijd instellen:
Raak in de opnamestand
sluitertijd → een optie aan.
In de Diafragmaprioriteitmodus berekent de camera automatisch de
sluitertijd die bij het gekozen diafragma past.
U kunt de scherptediepte regelen door de diafragmawaarde te
veranderen. Deze modus is handig voor het maken van portretten en
foto's van bloemen en landschappen.
→ 1 → Minimale
• Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de ISO-waarde is ingesteld op
Auto.
• Deze functie is alleen beschikbaar in de Programma- of
Diafragmaprioriteitmodus.
Grote scherptediepte
Kleine scherptediepte
62
Mijn camera >
1
Opnamemodi
Raak op het modusscherm Expert → Diafragmaprioriteit
aan.
2
Druk één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze naar
links of rechts om de diafragmawaarde aan te passen.
3
Stel de gewenster opties in.
• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)
4
Modus Sluiterprioriteit
In de Sluiterprioriteitmodus berekent de camera automatisch het
diafragma dat bij de gekozen sluitertijd past. Deze modus is handig voor
foto's van snelbewegende objecten of om bewegingssporen vast te
leggen.
Als u het onderwerp wilt bevriezen, stelt u bijvoorbeeld een sluitertijd van
1/500 sec in. Wilt u het onderwerp vervagen, dan stelt u een sluitertijd van
1/30 sec in.
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
• In omstandigheden met weinig omgevingslicht, moet u wellicht de ISOwaarde verhogen om onscherpe foto's te voorkomen.
• Als u de minimale sluitertijd wilt instellen, raakt u in de opnamestand
→ 1 → Minimale sluitertijd → een optie aan.
Lange sluitertijd
Korte sluitertijd
63
Mijn camera >
Opnamemodi
1
Raak op het modusscherm Expert → Sluiterprioriteit aan.
Handmatige modus
2
Druk één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze naar
links of rechts om de sluitertijd aan te passen.
In de handmatige modus kunt u zowel diafragma als sluitertijd handmatig
instellen. Hiermee hebt u volledig controle over de belichting van uw
foto's.
3
Stel de gewenster opties in.
Deze modus is handig in gecontroleerde opnamesituaties, zoals een
studio, of wanneer het noodzakelijk is om de belichting preciezer af te
stellen. De Handmatige modus is tevens aanbevolen voor nachtopnamen
of opnamen van vuurwerk.
• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Als u de verminderde hoeveelheid licht die bij korte sluitertijden op de
beeldsensor valt wilt compenseren, opent u het diafragma verder om meer licht
binnen te laten. Zijn uw foto's nog steeds te donker, dan verhoogt u de
ISO-waarde.
1
Raak op het modusscherm Expert → Handmatig aan.
2
Druk op de opdrachtkeuzeknop om de sluitertijd of de
lensopeningswaarde te selecteren.
3
Druk op de opdrachtkeuzeknop om de sluitertijd of de
lensopeningswaarde aan te passen.
4
Stel de gewenste opties in.
• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)
5
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
64
Mijn camera >
Opnamemodi
De Bulb gebruiken
Modus Aangepast
Met de Bulb kunt u nachtopnamen of opnamen van een sterrenhemel
maken. Terwijl u op [Ontspanknop] drukt, blijft de sluiter geopend zodat
u speciale effecten met bewegend licht kunt maken.
Als u de Bulb wilt
gebruiken:
Draai de opdrachtkeuzeknop helemaal rechtsom naar Bulb
→ houd [Ontspanknop] gedurende de gewenste tijd
ingedrukt.
Modus Aangepast laat u uw eigen opnamemodi maken door opties aan te
passen en deze op te slaan.
Een aanpassingsmodus opslaan
1
Raak op het modusscherm Expert → Programma,
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.
2
Stel de opname-opties in.
• Als u een hoge ISO-waarde instelt of de sluiter lang openzet, kan er meer
beeldruis optreden.
• Snelheidsopties, flitser en One Touch-opname kunnen niet worden gebruikt
• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)
met de Bulb.
• De Bulb is alleen beschikbaar in de handmatige modus.
• Gebruik een statief en draadontspanner om te voorkomen dat de camera
beweegt.
• Hoe langer de sluiter is geopend, hoe langer het duurt om een foto op te
slaan. Schakel de camera niet uit terwijl de camera een foto opslaat.
• Als u deze functie lange tijd gebruikt, moet u een volledig opgeladen batterij
gebruiken.
3
Raak
→ 5 → Opslaan als aangepaste modus aan.
• U kunt ook
4
→
aanpassen.
Raak een locatie aan om op te slaan (C1, C2, of C3).
• U kunt de instellingen overschrijven als op dezelfde locatie een
oude modus is opgeslagen.
5
Raak
aan.
65
Mijn camera >
Opnamemodi
Een aanpassingsmodus selecteren
1
Raak op het modusscherm Expert → Aangepast, aan.
2
Raak een modus aan →
• Raak
.
→ 1 → Aangepaste modus → een modus aan om
een andere aanpassingsmodus te selecteren.
• U kunt in de geselecteerde aanpassingsmodus de opname-opties wijzigen en
deze als een nieuwe aanpassingsmodus opslaan.
→ 1 → Aangepaste modus resetten → de
aanpassingsmodus aan om een aanpassingsmodus te resetten.
• Raak
Een video opnemen
In de opnamemodus kunt u video's in Volledige HD (1920X1080) opnemen
door op
(Video-opname) te drukken. U kunt videobestanden met
een maximale duur van 29 minuten en 59 seconden opnemen bij
30, 24 of 15 fps en de bestanden opslaan in de indeling MP4 (H.264).
De maximale opnametijd is 20 minuten als u
selecteert. 24 fps is
alleen met 1920X810 beschikbaar. 15 fps is alleen met enkele Smartfitleropties beschikbaar. Het geluid wordt via de microfoon van de camera
opgenomen.
U kunt de belichting instellen doorvoor de modus die u hebt geselecteerd,
de lensopeningswaarde en sluitertijd aan te passen. De camera brengt de
focus automatisch op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt terwijl
u een film opneemt. Als u de knop Aanraken AF annuleren aanraakt
( ), schakelt de camera naar continu automatische focus. Als de
AF/MF-schakelaar op de lens op MF is ingesteld, kunt u de functie AF
aanraken niet gebruiken.
Raak In-/uitfaden aan om van een scène in of uit te faden. U kunt ook
Spraak, Windonderdrukking of andere opties selecteren om opnameopties in te stellen. (pag. 108)
66
Mijn camera >
1
Opnamemodi
Raak op het modusscherm Auto, Smart, of Expert →
Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,
Handmatig, of Aangepast aan.
• Deze functie werkt wellicht niet in sommige modi.
2
Stel de gewenste opties in.
3
Druk op
4
Druk nogmaals op
stoppen.
(Video-opname) om het opnemen te starten.
•
•
•
•
•
•
•
(Video-opname) om het opnemen te
• H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is de nieuwste videocoderingsindeling die in
•
• Als u tijdens het opnemen van een video plotseling van beeldhoek verandert,
2003 is ontwikkeld door ISO-IEC en ITU-T. Aangezien deze indeling een hoof
compressieniveau gebruikt, kunnen er meer gegevens worden opgeslagen
op minder geheugenruimte.
Als u tijdens de video-opname de beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan
het geluid hiervan in de opname hoorbaar zijn.
Het zoomgeluid en andere lensgeluiden kunnen worden opgenomen als u
de lens aanpast terwijl u een video opneemt.
Wanneer u een optionele videolens gebruikt, wordt het autofocusgeluid niet
opgenomen.
Als u tijdens het opnemen van een video de lens verwijdert, wordt de
opname onderbroken. Verwissel de lens niet tijdens het opnemen.
Als u tijdens het opnemen van een video een externe microfoon aansluit,
wordt het geluid niet opgenomen via de externe microfoon. (De eerdere
instellingen blijven behouden.) Als u tijdens het opnemen van een video de
externe microfoon verwijdert, wordt het geluid niet opgenomen. Schakel de
camera uit voordat u de externe microfoon aansluit of verwijdert.
•
•
•
•
kan het zijn dat de camera de beelden niet nauwkeurig kan vastleggen.
Gebruik een statief om bewegingsonscherpte te voorkomen.
De camera ondersteunt alleen de functie Multi AF wanneer u een video
opneemt. Andere opties voor het scherpstelgebied, zoals Gezichtsdetectie
AF, kunnen niet worden gebruikt.
Wanneer het formaat van een video groter wordt dan 4 GB, stopt de camera
automatisch met opnemen zelfs als de maximale opnametijd (29 minuten en
59 seconden) nog niet is bereikt.
Bij geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid, kan het gebeuren dat
de opname wordt onderbroken doordat de kaart het tempo waarin de film
wordt opgenomen niet kan bijhouden. Vervang in dat geval de kaart door
een snellere, of verklein het videoformaat (bijvoorbeeld van 1280X720 naar
640X480).
Formatteer de geheugenkaart altijd in de camera. Als u de kaart in een
andere camera of op een pc formatteert, kunnen er bestanden op de kaart
verloren gaan of kan de capaciteit veranderen.
Wanneer u op de video-opnameknop drukt, wordt Z uitgeschakeld.
Als u een video opneemt met dezelfde ISO-waarde, is het scherm mogelijk
donkerder dan wanneer u een foto maakt. Pas de ISO-waarde aan.
Als u een video opneemt in Programma, Diafragmaprioriteit, of
Sluiterprioriteit, wordt ISO automatisch ingesteld op Auto.
67
Mijn camera >
Opnamemodi
i-Functie gebruiken
3
Pas de scherpstelring aan om een optie te selecteren.
• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien of het scherm slepen
Wanneer u de i-Function-knop op een i-Function-lens gebruikt, kunt u
sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde, ISO-waarde en witbalans
voor de lens handmatig selecteren en aanpassen.
1
Raak op het modusscherm Expert → Programma,
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.
2
Druk op [i-Function] op de lens om een instelling te
selecteren.
• U kunt ook op [i-Function] drukken en dan het scherm slepen om
een instelling te selecteren.
om een optie aan te passen.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Beschikbare opties
Opnamemodus
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
Diafragma
-
O
-
O
Sluitertijd
-
-
O
O
ISO
O
O
O
O
EV
O
O
O
-
Witbalans
O
O
O
O
Z
O
O
O
O
• Om in de opnamemodus op de lens items te selecteren als u op [i-Function]
drukt, raakt u
→ 5 → iFn aanpassen → een item aan.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de
3D-modus.
68
Mijn camera >
Opnamemodi
Z gebruiken
3
Met Z kunt u inzoomen op een onderwerp met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotoresolutie kan
echter anders zijn dan wanneer u inzoomt door de zoomring te draaien.
1
2
Pas de scherpstelring aan om een zoompercentage te
selecteren.
• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien of het scherm slepen
om een optie aan te passen.
• De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van het
zoompercentage als u Z gebruikt.
Raak op het modusscherm Expert → Programma,
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.
Druk op [i-Function] op de lens om Z te selecteren.
• U kunt ook op [i-Function] drukken en dan het scherm slepen.
3:2
16:9
1:1
x1.2
4560X3040 (13.9M)
4560X2568 (11.7M)
3040X3040 (9.2M)
x1.4
3888X2592 (10.1M)
3888X2184 (8.5M)
2592X2592 (6.7M)
x1.7
3264X2176 (7.1M)
3264X1840 (6.0M)
2176X2176 (4.7M)
x2
2736X1824 (5.0M)
2736X1536 (4.2M)
1824X1824 (3.3M)
Deze cijfers zijn gebaseerd op de maximale resolutie voor elke beeldverhouding.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
• Z is niet beschikbaar wanneer u serieopnamen vastlegt.
• Z is niet beschikbaar wanneer u foto's maakt in de bestandsindeling
RAW.
• Z wordt uitgeschakeld wanneer u video's opneemt door op de knop
voor video-opname te drukken.
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de
3D-modus.
69
Mijn camera >
Opnamemodi
3D-modus
Met een optionele 3D-lens kunt u 3D-foto's en -video's vastleggen.
Ongeacht de cameramodus, is de 3D-modus altijd aan. Om een vooraf
gedefinieerde Wi-Fi-functie te starten, drukt u op [DIRECT LINK]. Sommige
Wi-Fi-functies zijn mogelijk niet beschikbaar.
• De beschikbare opnameopties verschillende in vergelijking met andere
opnamemodi.
• U kunt het fotoformaat 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080) selecteren.
• De videoresolutie is ingesteld op .
• Video's die worden opgenomen in 3D, kunnen donker zijn of schokkerig
worden afgespeeld.
• Als u opnamen maakt bij lagere temperaturen, kan er kleurvervorming
optreden op afbeeldingen en kan er meer batterijlading worden verbruikt.
• Het is wellicht niet mogelijk om goede opnamen te maken in
•
•
•
SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D-lens (bijvoorbeeld)
Stel de 2D/3D-schakelaar op de lens in op 3D en maak een foto of video
op 1,5-5 m afstand van het onderwerp.
• Om automatische 3D-opties te gebruiken zodat de camera, afhankelijk
van de opnamecondities in de 3D-modus, automatisch opname-opties
kan instellen, raakt u
→ 1 → 3D-auto-modus → Aan aan.
•
•
•
•
•
•
omstandigheden met minder dan 8,5 LV/900 lux. U kunt voor de beste
resultaten het beste opnamen maken op locaties met voldoende licht.
Wanneer u foto's maakt van voorwerpen die polariserend materiaal bevatten,
zoals een scherm, zonnebrillen of een polariserend filter, of het polariserende
materiaal gebruikt met uw lens, kunnen de afbeeldingen donker lijken of
wordt het 3D-effect mogelijk niet correct toegepast.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als u de camera draait of verticaal kantelt tijdens het opnemen, wordt het
3D-effect mogelijk niet correct toegepast. Maak opnamen met de camera in
de normale positie.
Als u opnamen maakt bij TL-verlichting of foto's maakt van afbeeldingen
die worden weergegeven op projectoren of tv's, kunnen de foto's zwart zijn
vanwege het flikkereffect.
In de 3D-stand, is de optie 8x vergroten van MF-help mogelijk niet
beschikbaar.
Op het camerascherm worden 3D-video's in 2D weergegeven.
Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de
bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera
kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.
Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie
of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u
de beelden bekijkt.
U kunt in de 3D-modus niet de flitser gebruiken.
70
Mijn camera >
Opnamemodi
Beschikbare functies in de opnamemodus
Raadpleeg Hoofdstuk 2 voor details over opnamefuncties. Druk voor elke functie op een snelkoppeling.
Functie
Auto
Smart
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
3D
Fotoformaat (pag. 74)
O
O
O
O
O
O
O
Kwaliteit (pag. 75)
O
O
O
O
O
-
-
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
-
O
O
O
O
O
O
AF-gebied (pag. 85)
-
O
O
O
O
O
-
Aanraak AF (pag. 88)
O
O
O
O
O
O
O
MF-help (pag. 90)
O
O
O
O
O
O
O
Uitlichten (pag. 90)
O
O
O
O
O
O
Koppel AE met AF (pag. 91)
-
-
O
O
O
O
O
O
O
O
-
ISO (pag. 76)
Witbalans (pag. 77)
Fotowizard (pag. 80)
Intelligent filter (pag. 81)
AF-modus (pag. 82)
Afst. modus (pag. 92)
O: de optie is beschikbaar. Sommige opties zijn mogelijk beperkt of kunnen niet worden gewijzigd.
-: de optie is beschikbaar.
71
Mijn camera >
Opnamemodi
Auto
Smart
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
3D
OIS (Anti-trillen) (pag. 93)
O
O
O
O
O
O
O
Snelheid (Serieopname/Burst/
Timer/Bracketing) (pag. 94)
O
O
O
O
O
O
O
-
O
O
O
O
Dynamisch bereik (pag. 100)
-
O
O
O
O
Flitser (pag. 101)
O
O
O
O
O
O
Belichtingscompensatie (pag. 104)
-
-
O
O
O
O
O
O
-
-
Functie
Lichtmeting (pag. 98)
Belichtingsvergendeling (pag. 105)
O: de optie is beschikbaar. Sommige opties zijn mogelijk beperkt of kunnen niet worden
gewijzigd.
-: de optie is beschikbaar.
72
Hoofdstuk 2
Opnamefuncties
Hier vindt u informatie over de functies en instellingen van de opnamemodus.
Met de opnamefuncties hebt u uitgebreide controle over de manier waarop u foto's en video's maakt.
Opnamefuncties
Formaat en resolutie
Fotoformaat
Pictogram
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Selecteer een
lage resolutie voor foto's die bedoeld zijn voor weergave in een digitale
fotolijst of op het web.
U stelt de formaat
als volgt in:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → Fotoformaat →
Formaat
Aanbevolen voor
5472x3648 (3:2)
Afdrukken op A1-papier.
3888x2592 (3:2)
Afdrukken op A2-papier.
2976x1984 (3:2)
Afdrukken op A3-papier.
1728x1152 (3:2)
Afdrukken op A5-papier.
5472x3080 (16:9)
Afdrukken op A1-papier of weergeven op
een HDTV.
3712x2088 (16:9)
Afdrukken op A3-papier of weergeven op
een HDTV.
2944x1656 (16:9)
Afdrukken op A4-papier of weergeven op
een HDTV.
1920x1080 (16:9)
Afdrukken op A5-papier of weergeven op
een HDTV.
3648x3648 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A1-papier.
2640x2640 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A3-papier.
2000x2000 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A4-papier.
1024x1024 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A5-papier.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
74
Opnamefuncties >
Formaat en resolutie
Kwaliteit
Pictogram
Foto's worden door de camera in JPEG- of RAW-indeling opgeslagen.
Foto’s die met een camera zijn gemaakt, worden vaak omgezet naar een
JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen
van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden
niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het
geheugen opgeslagen.
RAW-bestanden hebben de bestandsextensie 'SRW'. Voor het aanpassen
en kalibreren van de belichting, witbalans, tonen, contrast en kleuren van
RAW-bestanden en om deze in JPEG- of TIFF-indeling om te zetten, kunt u
gebruikmaken van het programma Adobe Photoshop Lightroom dat op
de DVD-ROM is meegeleverd.
Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is om foto's in de RAWindeling op te slaan.
U stelt de kwaliteit
als volgt in:
Pictogram
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → Kwaliteit →
Indeling
Beschrijving
JPEG
Superhoog:
• Gecomprimeerd voor de beste kwaliteit.
• Aanbevolen voor afdrukken op groot formaat.
JPEG
• Gecomprimeerd voor betere kwaliteit.
• Aanbevolen voor afdrukken op normaal
Indeling
Beschrijving
JPEG
• Gecomprimeerd voor normale kwaliteit.
• Aanbevolen voor afdrukken in klein formaat
Normaal:
of voor uploaden naar het web.
RAW:
RAW
• Foto's zonder gegevensverlies opslaan.
• Aanbevolen als u de foto naderhand wilt
bewerken.
RAW+JPEG
RAW + S.Fijn: een foto opslaan in zowel
JPEG- (S.Fijn-kwaliteit) als RAW-indeling.
RAW+JPEG
RAW + Fijn: een foto opslaan in zowel
JPEG- (Fijn-kwaliteit) als RAW-indeling.
RAW+JPEG
RAW + Normaal: een foto opslaan in zowel
JPEG- (Normaal-kwaliteit) als RAW-indeling.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Hoog:
formaat.
75
Opnamefuncties
ISO-waarde
De ISO-waarde geeft de mate aan waarin de camera gevoelig is voor licht.
Voorbeelden
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger is de camera voor licht. Dit
betekent dat u met een hogere ISO-waarde op plaatsen met minder licht
foto's kunt nemen met een snellere sluitertijd. Dit kan echter wel tot meer
elektronische ruis en korrelige foto's leiden.
U stelt de ISO-waarde
als volgt in:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → ISO →
ISO 100
ISO 400
ISO 800
ISO 3200
• Verhoog de ISO-waarde op plaatsen waar geen flitser kan of mag worden
gebruikt. Door een hoge ISO-waarde in te stellen, kunt u heldere foto's maken
zonder dat daar meer licht voor nodig is.
• Gebruik de functie Ruisonderdrukking om zichtbare ruis die bij foto's met een
hoge ISO-waarde weg te filteren. (pag. 146)
• Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
76
Opnamefuncties
Witbalans
De witbalans staat voor de lichtbron die van invloed is op de kleur van een
foto.
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de
kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert
u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren,
zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, Kunstlicht of pas de
kleurtemperatuur handmatig aan.
U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde lichtbronnen
aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de kleuren
van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen.
U stelt de witbalans
als volgt in:
Raak in de opnamemodus
een optie →
aan.
→ 1 → Witbalans →
Pictogram
Beschrijving
Auto witbalans: automatische instellingen die per
lichtomstandigheid verschillen.
Daglicht: voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag.
Deze optie resulteert in foto's die de natuurlijke kleuren van de
scène het dichtst benaderen.
Bewolkt: voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of
in de schaduw. Foto's die op bewolkte dagen worden gemaakt,
hebben een blauwiger tint dan op zonnige dagen. Met deze
optie wordt dat effect gecompenseerd.
Wit TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een kleurtemperatuur van circa 4200K.
NW TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een zeer witte tint en een kleurtemperatuur van circa 5000K.
Daglicht-TL: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een licht blauwe tint en een kleurtemperatuur van circa 6500K.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting. Gloeilampen hebben een roodachtige
tint. Met deze optie wordt dat effect gecompenseerd.
WB flitser: selecteer deze optie wanneer u een flitser gebruikt.
Aangep. instelling: u kunt de witbalans handmatig instellen
aan te raken en daarna een opname te maken van
door
een vel wit papier. Vul de cirkel voor spotmeting met het papier
in en stel de witbalans in.
77
Opnamefuncties >
Pictogram
Witbalans
Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen
Beschrijving
Kleurtemperatuur: pas de kleurtemperatuur van de lichtbron
handmatig aan. Kleurtemperatuur is een meting in graden
Kelvin dat het specifieke type lichtbron aangeeft. Als de
kleurtemperatuur wordt verhoogd, wordt de kleurverspreiding
koeler. Als alternatief, als de kleurtemperatuur wordt verlaagd,
aan en pas de
wordt de kleurverspreiding warmer. Raak
kleurtemperatuur aan.
Heldere lucht
U kunt ook eigen witbalansopties voorprogrammeren.
Eigen opties
voorprogrammeren:
Raak in de opnamemodus
→ 1 → Witbalans →
een optie →
→ raak een gedeelte op het scherm an
→ raak
aan.
Witbalans : Daglicht
TL-licht_H
Bewolkt
Daglicht
TL-licht_L
Halogeenlamp
Gloeilamp
Kaarslicht
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
78
Opnamefuncties >
Witbalans
Voorbeelden
Auto witbalans
Daglicht
Daglicht-TL
Kunstlicht
79
Opnamefuncties
Fotowizard (fotostijlen)
Met de Fotowizard kunt u verschillende fotostijlen op uw foto's toepassen
om ze verschillende uitstralingen en emoties mee te geven. Tevens kunt u
zelf fotostijlen maken door de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast
van een bestaande stijl aan te passen en op te slaan.
Er zijn geen regels voor welke stijl in een situatie geschikt is. Experimenteer
met verschillende stijlen om te ontdekken wat uw voorkeuren zijn.
U stelt als volgt een
fotostijl in:
Raak in de opnamemodus
een opties →
aan.
→ 1 → Fotowizard →
Voorbeelden
Standaard
Helder
Portret
Landschap
Bos
Retro
Koel
Rustig
Klassiek
• Selecteer een optie van Fotowizard, raak
aan en pas de kleur,
verzadiging, scherpte of het contrast aan.
• Om uw eigen foto-wizard aan te passen, selecteert u , , of , raakt u
aan en past u de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast aan.
• Opties voor de Fotowizard kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met
opties voor Intelligent filter.
80
Opnamefuncties
Intelligent Filter
Met Intelligent filter kunt u speciale effecten toepassen op uw foto's.
U kunt verschillende filteropties selecteren om speciale effecten te maken
die doorgaans lastig ter realiseren zijn met normale lenzen.
U stelt als volgt Intelligent
filter-opties in:
Raak in de opnamemodus
→1→
Intelligent filter → een optie →
aan.
Optie
Beschrijving
Uit
Geen effect
Vignetten
Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Miniatuur
Een effect toepassen waarmee het onderwerp in
miniatuur wordt weergegeven.
Gekleurd
potlood
Het effect van een schilderij met gekleurde potloden
toepassen.
Waterverf
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Aquarel
Een verwassen effect toepassen.
Olieverfschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.
Inktschets
Permite aplicar un efecto de boceto en tinta.
Acryl
Het effect van een acrylschilderij toepassen.
Optie
Beschrijving
Negatief
Een negatiefeffect toepassen.
Rood
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van rood.
Groen
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van groen.
Blauw
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van blauw.
Geel
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van geel.
Opties voor Intelligent filter kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met
opties voor Fotowizard.
81
Opnamefuncties
AF-modus
Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera.
U kunt een scherpstelmethode kiezen die bij het onderwerp past.
De mogelijkheden zijn enkelvoudige autofocus, continu-autofocus en
handmatige scherpstelling. De AF-functie (autofocus) wordt geactiveerd
op het moment dat u [Ontspanknop] half indrukt. In de MF-modus
(handmatige scherpstelling) moet u aan de scherpstelring op de lens
draaien om handmatig scherp te stellen.
U stelt als volgt de
autofocusmodus in:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → AF-modus →
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties
verschillen.
In de meeste gevallen is Enkelvoudige AF de geschikte methode. Snel
bewegende onderwerpen en onderwerpen die eenzelfde kleur hebben als
de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor dergelijke situaties
een geschikte scherpstelmethode.
Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar
instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer
u Enkelvoudige AF of Continuo AF selecteert. Stel de schakelaar in op MF
wanneer u Handm. scherpst. selecteert.
Als uw lens geen AF/MF-knop heeft, selecteert u vanuit het cameramenu
een AF-modus.
82
Opnamefuncties >
AF-modus
Enkelvoudige AF
Continu AF
Enkelvoudige AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op het gedeelte van het
beeld in het scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt
groen wanneer er is scherpgesteld.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, blijft de camera voortdurend
scherpstellen. Wanneer het scherpstelgebied eenmaal op het onderwerp
is gericht, blijft het onderwerp altijd scherp in beeld, ook als het beweegt.
Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van bijvoorbeeld
fietsers, rennende honden of raceauto's.
83
Opnamefuncties >
AF-modus
Handmatige scherpstelling
U kunt handmatig op het onderwerp scherpstellen door aan de
scherpstelring op de lens te draaien. Met de MF-hulpfunctie kunt
u eenvoudig scherpstellen. Wanneer u de scherpstelring draait,
wordt het scherpstelgedeelte vergroot. Wanneer u de functie Focus
Peaking gebruikt, wordt de geselecteerde kleur weergegeven op het
scherpgestelde onderwerp. Deze modus wordt aanbevolen voor het
fotograferen van onderwerpen die eenzelfde kleur als de achtergrond
hebben en voor nachtelijke scènes en vuurwerk.
Als u deze functie gebruikt kunt u de opties Aanraak AF, AF-gebied en Koppel
AE met AF niet gebruiken.
84
Opnamefuncties
AF-gebied
Met de AF-gebiedfunctie wordt de positie van het scherpstelgebied
gekozen.
In het algemeen stelt de camera op het dichtstbijzijnde onderwerp scherp.
Wanneer er echter veel verschillende elementen in beeld zijn, kan het
gebeuren dat de focus verkeerd komt te liggen. Om te voorkomen dat
er op een verkeerd beeldelement wordt scherpgesteld, kunt u een ander
scherpstelgebied kiezen zodat er op het gewenste deel van het beeld
wordt scherpgesteld. U kunt zorgen voor een duidelijkere en scherpere foto
door een geschikt scherpstelpunt te kiezen.
U stelt als volgt het
scherpstelgebied in:
Raak in de opnamemodus
→ een optie aan.
Keuze AF
U kunt de focus instellen op een gebied dat uw voorkeur heeft. Pas een
onscherpte-effect toe om het onderwerp er te laten uitspringen.
In de onderstaande afbeelding is het scherpstelgebied verplaatst en in
formaat aangepast zodat het over het gezicht van het onderwerp valt.
→ 1 → AF-gebied
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
• Wanneer de AF/MF-schakelaar is ingesteld op MF, kunt u het AF-gebied niet
•
•
•
•
wijzigen in het opnamemenu.
Wanneer u de optie Gezichtsdetectie AF gebruikt, stelt de camera
automatisch scherp op het gedeelte met het witte kader.
Afhankelijk van de opties van de Fotowizard, heeft Gezichtsdetectie mogelijk
geen effect.
Wanneer u handmatig scherpstelt, is Gezichtsdetectie mogelijk niet
beschikbaar.
Gezichtsdetectie is in de volgende gevallen mogelijk niet effectief:
- het onderwerp bevindt zich te ver van de camera
- als het te licht of te donker is
- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
- het onderwerp draagt een zonnebril of masker
- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
- het onderwerp is van achteren belicht of de lichtomstandigheden zijn niet
stabiel
Als u het formaat van het scherpstelgebied wilt wijzigen, raakt u in de
opnamemodus
→ AF-formaat. aan. Raak of aan om het formaat
van het scherpstelgebied aan te passen. U kunt ook de bedieningsknop draaien.
U kunt ook in de opnamemodus uw vingers samenknijpen of ze spreiden op het
scherpstelgebied.
85
Opnamefuncties >
AF-gebied
Multi AF
Gezichtsdetectie AF
De camera geeft een groene rechthoek weer op de plaatsen waar is
scherpgesteld. De foto wordt in twee of meer gebieden verdeeld en de
camera zorgt voor scherpstelpunten in elk gebied. Dit wordt aanbevolen
voor landschapsfoto's.
De camera richt de focus bij voorkeur op gezichten van mensen. Er kunnen
gezichten van tot 10 mensen worden gedetecteerd. Deze instelling wordt
aangeraden als u van een groep mensen een foto maakt.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, worden de scherpstelgebieden
weergegeven, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op gezichten
scherpgesteld, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. In
het geval van een groep mensen, wordt het scherpstelgebied op het
gezicht van de dichtstbijzijnde persoon wit aangegeven en de rest van de
gezichten in grijs.
86
Opnamefuncties >
AF-gebied
Zelfportret AF
Bij het maken van een zelfportret kan het lastig zijn om te controleren
of uw gezicht scherp in beeld is. Als deze functie is ingeschakeld, piept
de camera sneller als uw gezicht zich in het midden van de compositie
bevindt.
87
Opnamefuncties
Aanraak AF
Selecteer of stel scherp op een scherpstelgebied dat u aanraakt op
het scherm. U kunt ook scherpstellen op het onderwerp of een foto
vastleggen door het scherm aan te raken.
Aanraak AF
instellen:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
AF-punt
Het scherpstelgebied komt overeen met het gebied dat u aanraakt op het
scherm en er wordt niet scherpgesteld.
→ 1 → Aanraak AF →
Tracking AF
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
Aanraak AF
Met Tracking AF kunt u een onderwerp volgen en automatisch
scherpstellen, zelfs wanneer het onderwerp beweegt of wanneer u de
compositie wijzigt.
Wit kader: u camera volgt het
onderwerp.
Met Aanraak AF kunt u selecteren en scherpstellen op het
scherpstelgebied dat u aanraakt op het scherm.
Groen kader: er wordt
scherpgesteld op het onderwerp
wanneer u de [Ontspanknop]
half indrukt.
88
Opnamefuncties >
Aanraak AF
Rood kader: u camera kan niet
scherpstellen.
One Touch-opname
U kunt een foto maken met een vingeraanraking. Wanneer u een
onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het
onderwerp en wordt een foto gemaakt.
• Als u geen scherpstelgedeelte selecteert, werkt de functie voor automatisch
scherpstellen niet.
• Een onderwerp volgen mislukt mogelijk als:
- het onderwerp te klein is
- het onderwerp te veel beweegt
- het onderwerp van achteren is belicht of als u opnamen maken op een
donkere locatie
- kleuren of patronen op het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk
- het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals luxaflex
- de camera schudt veel
• Wanneer het volgen mislukt, wordt de functie gereset.
• Als de camera het onderwerp niet kan volgen, wordt het scherpstelgebied
gereset.
• Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood en
wordt de focus gereset.
89
Opnamefuncties
Scherpstelhulp
In de handmatige scherpstelmodus moet u de scherpstelring op de
lens draaien om scherp te stellen. Als u de functie MF-hulp of de functie
Focus Peaking gebruikt, kunt u beter scherpstellen. Deze functie is alleen
beschikbaar op lenzen die handmatige scherpstelling ondersteunen.
* Standaard
Optie
Beschrijving
Het scherpstelgebied wordt 8 keer vergroot wanneer u aan de
scherpstelring draait.
8x
vergroten
MF-hulp
In de handmatige scherpstelmodus kunt u de scène vergroten en de
scherpstelling eenvoudig aanpassen terwijl u de scherpstelring draait.
U stelt als volgt ondersteunde
handmatige scherpstelling in:
Raak in de opnamemodus
MF-help → een optie aan.
→1→
Uitlichten
* Standaard
Optie
Beschrijving
Uit
De functie MF-hulp niet gebruiken.
Het scherpstelgebied wordt 5 keer vergroot wanneer u aan de
scherpstelring draait.
In de handmatige focusmodus verschijnt de door u geselecteerde kleur
op het gefocuste onderwerp om u met de focus te helpen terwijl u de
focusring draait.
Opties voor
Uitlichten instellen:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → Uitlichten →
* Standaard
5x
vergroten*
Optie
Beschrijving
Niveau
Stel een gevoeligheid in om het gefocuste onderwerp te
detecteren. (Uit, Hoog, Normaal*, Laag)
Kleur
Stel een kleur in om op het gefocuste onderwerp te verschijnen.
(Wit*, Rood, Groen)
90
Opnamefuncties >
Scherpstelhulp
De belichtingswaarde in het
scherpstelgebied meten
Als deze functie is ingeschakeld, stelt de camera automatisch een optimale
belichting in door de helderheid van het gefocuste gebied te berekenen.
Deze functie is alleen beschikbaar als u Spot of Multi meting en Keuze AF
selecteert.
U stelt deze functie
als volgt in:
Raak in de opnamemodus
AF → een optie aan.
→ 1 → Koppel AE met
91
Opnamefuncties
Afstemmingsmodus
Als u de diafragmawaarde of sluitertijd aanpast, wordt de belichting
volgens de instellingen gewijzigd zodat de weergave donkerder kan
worden. Als deze functie is ingeschakeld, is de helderheid van de weergave
constant, ongeacht de instellingen. Hiermee kunt u uw opname beter aan
uw wensen aanpassen.
Als u de
Afstemmingsmodus
wilt gebruiken:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 1 → Afst. modus →
92
Opnamefuncties
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Stel de Optische beeldstabilisatie (OIS) in om bewegingsonscherpte tegen
te gaan. OIS is mogelijk bij sommige lenzen niet beschikbaar.
Bewegingsonscherpte kan ontstaan wanneer u op donkere plaatsen of
binnenshuis foto's maakt. In dergelijke situaties gebruikt de camera een
langere sluitertijd om meer licht op de sensor te laten vallen en de foto
kan hierdoor bewogen worden. U kunt dit voorkomen door de OIS-functie
te gebruiken.
Als uw lens een OIS-schakelaar heeft, moet u de schakelaar instellen op
ON om de OIS-functie te gebruiken.
U stelt als volgt
OIS-opties in:
Raak in de opnamemodus
→ een optie aan.
→ 1 → OIS (Anti-trillen)
* Standaard
Pictogram
Zonder OIS-correctie
• OIS werkt mogelijk niet goed in de volgende omstandigheden:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen
- wanneer de camera te veel schudt
- de sluitersnelheid is langzaam (bijvoorbeeld, als u Nacht selecteert in de
Smart-modus)
Beschrijving
Uit: de OIS-functie is uitgeschakeld. (Deze optie is bij sommige
lenzen mogelijk niet beschikbaar.)
Modus 1*: de OIS-functie wordt alleen toegepast als u
[Ontspanknop] half of helemaal indrukt.
Modus 2: de OIS-functie is geactiveerd.
Met OIS-correctie
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
• Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp
•
•
•
•
•
worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik
van een statief uit.
Als de camera een schok krijgt of valt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, schakelt u de camera uit en weer in.
Gebruik de OIS-functie alleen als het nodig is, omdat hierbij veel
batterijenergie wordt gebruikt.
Als u een OIS-optie wilt instellen in het menu, stelt u de OIS-schakelaar op uw
lens in op ON.
Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.
Uit is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.
93
Opnamefuncties
Snelheid (opnamemethode)
U kunt verschillende opnamemethoden instellen, zoals Continu, Burst,
Timer, enzovoort.
Selecteer 1 opname om één foto tegelijk te maken. Selecteer Serieopname
of Burst om onderwerpen vast te leggen die snel bewegen. Selecteer
AE BKT, WB BKT of F Wiz BKT om de belichting of Witbalans aan te passen
of effecten met Fotowizard toe te passen. U kunt ook Timer selecteren om
een foto van uzelf te maken.
U stelt de
opnamemethode als
volgt in:
Raak in de opnamemodus
een optie →
aan.
Continu
Leg continu foto's vast terwijl u op [Ontspanknop] drukt. U kunt per
seconde tot 5 foto's vastleggen (Continu laag) of 8 foto's (Continu hoog).
→ 1 → Snelheid →
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
1 opname
Wanneer u [Ontspanknop] drukt, wordt er één foto gemaakt. Geschikt
voor algemene omstandigheden.
• Als u Continu hoog, selecteert, is de ruisonderdrukkingsfunctie niet
beschikbaar.
• De maximale opnamesnelheid is 8 frames per seconde. Deze neemt af na
ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAW-opnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart.
Kan verschillen afhankelijk van de specificaties van de geheugenkaart.)
94
Opnamefuncties >
Snelheid (opnamemethode)
Burst
Timer
Maximaal 10 opnamen per seconde (3 seconden), 15 opnamen per
seconde (2 seconden) of 30 opnamen per seconde (1 seconde) maken
wanneer u [Ontspanknop] eenmaal indrukt. Aanbevolen voor het
vastleggen van snel bewegende onderwerpen zoals raceauto's.
Maak een foto met een vertraging van 2 tot 30 seconden. De vertraging is
in stappen van 1 seconde in te stellen.
• Om het aantal opnamen in de opnamemodus vast te leggen, raakt u
→ 1 → Snelheid → Burst →
→ het aantal opnamen →
•
•
•
•
•
•
•
aan.
Het fotoformaat is ingesteld op 5M.
Het kan langer duren om een foto op te slaan.
Met deze optie kan de flitser niet worden gebruikt.
De sluitertijd moet korter dan 1/30 seconde zijn.
Foto's die met deze optie worden gemaakt, kunnen bij het opslaan iets groter
worden.
De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.
Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
Om in de opnamemodus de vertraging in te stellen, raakt u
Snelheid → Timer →
→ een vertraging →
→1→
aan.
95
Opnamefuncties >
Snelheid (opnamemethode)
Opnamereeks met verschillende
belichtingen (AE BKT)
Witbalansbracketing (WB BKT)
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen: één met normale belichting, één een stap donkerder en één
een stap lichter. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen
wanneer er drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de
instellingen aanpassen in het menu BKT instellen.
Origineel
Origineel
Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u
5 → BKT instellen → een optie aan.
WB+2
WB-2
Belichting +2
Belichting -2
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen: een normale foto en twee extra met een verschillende
witbalans. De normale foto wordt genomen wanneer u op [Ontspanknop]
drukt. De andere twee worden automatisch volgens de ingestelde
witbalans aangepast. U kunt de instellingen aanpassen in het menu
BKT instellen.
→
• Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
• Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u
→ 5 → BKT instellen → een optie aan.
96
Opnamefuncties >
Snelheid (opnamemethode)
Fotowizardbracketing (F Wiz BKT)
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen, elk met een andere fotowizardinstelling. De camera maakt een
foto en past daarop de drie fotowizardopties toe die u hebt ingesteld.
U kunt in het menu BKT instellen drie verschillende instellingen
selecteren.
Retro
Helder
Standaard
• Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
• Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u
→ 5 → BKT instellen → een optie aan.
97
Opnamefuncties
Lichtmeting
De modus Lichtmeting is de manier waarop de camera de hoeveelheid
licht meet.
De camera meet de hoeveelheid licht in een scène en stelt in veel modi
aan de hand van deze meting diverse opties in. Als een onderwerp
bijvoorbeeld donkerder lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de
camera er een overbelichte foto van. En als een onderwerp lichter lijkt dan
zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een onderbelichte foto van.
Multi
In de Multimodus wordt de hoeveelheid licht in meerdere gebieden
berekend. Wanneer er voldoende of onvoldoende licht is, past de camera
de belichting aan door het gemiddelde van de algehele helderheid van de
scène te nemen. Deze modus is geschikt voor algemene foto's.
De helderheid en algehele sfeer van de foto kunnen tevens worden
beïnvloed door de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet.
Kies voor elke omstandigheid een geschikte instelling.
U stelt als volgt een optie
voor Lichtmeting in:
Raak in de opnamemodus
Lichtmeting → een optie aan.
→1→
98
Opnamefuncties >
Lichtmeting
Spot
Centr. gewogen
In de Spotmodus wordt de hoeveelheid licht in het centrum berekend.
Wanneer u een foto maakt in een situatie waarbij er achter het
onderwerp veel tegenlicht is, wordt de belichting zodanig ingesteld dat
het onderwerp correct wordt belicht. Wanneer u bijvoorbeeld bij sterk
tegenlicht voor de Multimodus kiest, berekent de camera dat de totale
hoeveelheid licht voldoende is, waardoor er een donkere foto ontstaat.
De Spotmodus kan dit voorkomen doordat hiermee de hoeveelheid licht
in een specifiek gebied wordt berekend.
In de modus Centr. gewogen wordt er een groter gebied berekend dan
in de Spot-modus. De hoeveelheid licht in het centrale gedeelte van het
beeld (60-80 %) en dat in de rest van het beeld (20-40 %) worden bij elkaar
opgeteld. Deze optie wordt aanbevolen voor situaties waarin er een klein
verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond bestaat, of waarin
een gebied binnen het onderwerp groot is in verhouding tot de algehele
compositie van de foto.
Het onderwerp is helder terwijl de achtergrond donker is. De Spotmodus
wordt aanbevolen voor situaties zoals deze, waarbij er een enorm
belichtingsverschil tussen het onderwerp en de achtergrond bestaat.
99
Opnamefuncties
Dynamisch bereik
Met deze functie wordt automatisch het verlies aan heldere details
gecorrigeerd dat kan optreden door grote verschillen tussen donker en
licht in de foto.
Raak in de opnamemodus
→1→
Dynamisch bereik → een optie aan.
U stelt als volgt Smart
bereik-opties in:
Zonder effect van Dynamisch bereik
Pictogram
Met effect van Dynamisch bereik
Beschrijving
Uit: de functie Dynamisch bereik niet gebruiken.
Smart bereik+: het verlies van heldere details corrigeren.
U kunt ISO 100 niet instellen.
HDR: 2 foto's maken met verschillende belichtingen en ze
automatisch combineren tot één afbeelding.
• De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.
• Opties voor Dynamisch bereik kunnen niet tegelijk met
opties voor Fotowizard worden ingesteld.
100
Opnamefuncties
Flitser
Voor een realistische foto van een onderwerp moet de hoeveelheid licht
constant zijn. Wanneer de lichtbron varieert, kunt u een flitser gebruiken
en daarmee voor een constante hoeveelheid licht zorgen. Selecteer de
juiste instellingen voor de lichtbron en het onderwerp.
U stelt als volgt
flitsopties in:
Pictogram
Raak in de opnamemodus
een optie →
aan.
→ 1 → Flitser →
Beschrijving
Uit: de flitser niet gebruiken.
Smart Flitser: de camera past automatisch de helderheid van
de flits aan de hoeveelheid omgevingslicht aan.
Pictogram
Beschrijving
1e gordijn: er wordt onmiddellijk
na het openen van de sluiter
een flits afgevuurd. Er wordt
vroegtijdig in de actie een
duidelijke foto van het
onderwerp gemaakt.
2e gordijn: er wordt vlak voor
het dichtgaan van de sluiter een
flits afgevuurd. Er wordt laat in de
actie een duidelijke foto van het
onderwerp gemaakt.
Auto: op donkere plaatsen gaat de flitser automatisch af.
Automatisch rode ogen onderdrukken: de flitser gaat
automatisch af en voorkomt rode ogen.
Invulflits: bij elke foto wordt de flitser gebruikt. (De helderheid
wordt automatisch aangepast.)
Invulflits + Rode ogen: bij elke foto wordt de flitser gebruikt en
worden rode ogen verminderd.
Bewegingsrichting van bal
Bewegingsrichting van bal
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
• Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet
totdat de tweede flits is uitgevoerd.
• Als u Uit selecteert, gaat de flitser zelfs niet af als een externe flitser is
aangesloten.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele
flitsers kan de camera beschadigen.
101
Opnamefuncties >
Flitser
Het rode-ogeneffect verminderen
De flitssterkte aanpassen
Als de flitser wordt gebruikt wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. Als u het
rode-ogeneffect wilt verminderen, selecteert u Automatisch rode ogen
onderdrukken of Invulflits + Rode ogen.
Wanneer de flitser is ingeschakeld, wordt de flitserintensiteit +/-2 niveaus
aangepast.
U stelt de
flitssterkte als
volgt in:
Raak in de opnamemodus
→ Flitser → een opties →
→ Sleep de schuifknop of raak +/- aan om de intensiteit
aan te passen → raak
aan.
Flitser : 0
Zonder rode-ogencorrectie
Met rode-ogencorrectie
Als het onderwerp zich te ver van de camera bevindt of zich beweegt, wordt het
rode-ogeneffect mogelijk niet beperkt.
102
Opnamefuncties >
Flitser
→ 1 → Flitser → een optie →
in de
opnamemodus aanraken om het menu Intensiteit flitser te openen.
Het aanpassen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen:
- het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera.
- er is een hoge ISO-waarde ingesteld.
- de belichtingswaarde is te groot of te klein.
In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt.
Als u een externe flitser waarvan de intensiteit kan worden aangepast,
aansluit op de camera, worden de intensiteitsinstellingen van de flitser
toegepast.
Als het onderwerp te dicht bij is wanneer u de flitser gebruikt, kan een
gedeelte van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere
foto veroorzaakt. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen
bereikt bevindt. Dit bereik verschilt per lens.
Wanneer een zonnekap is bevestigd, kan het licht van de flitser worden
geblokkeerd door de kap. Verwijder de kap om de flitser te gebruiken.
• U kunt ook
•
•
•
•
•
103
Opnamefuncties
Belichtingscompensatie
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager
is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.
De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Om de belichtingswaarde aan te passen, drukt u twee keer op
de opdrachtenkeuzeknop en daarna draait u deze terwijl de
belichtingswaarde wordt geselecteerd. U kunt de belichtingswaarde
aanpassen door
→ EV aan te raken en daarna op het scherm de
keuzeknop te slepen.
+2
-2
Origineel
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
Belichtingsniveauindicator
Afgenomen belichting
(donkerder)
Toegenomen belichting
(helderder)
104
Opnamefuncties
Belichtingsvergendeling
Wanneer u niet de juiste belichting kunt bereiken vanwege een sterk
kleurcontrast, kunt u de belichting vergrendelen en dan een foto nemen.
Nadat de belichting is vergrendeld, richt u de lens zodanig dat de
gewenste compositie ontstaat en drukt u op de [Ontspanknop].
Om de belichtingswaarde te vergrendelen, past u de belichting van de
foto's aan en daarna raakt u de knop Aanpassen aan.
• U kunt de functie van de knop Aangepast instellen op AEL om de huidige
belichtingswaarde te vergrendelen. (pag. 150)
• Deze functie werkt wellicht niet in de handmatige modus.
105
Opnamefuncties
Videofuncties
Hier worden de functies beschreven die voor video beschikbaar zijn.
Filmkwaliteit
De filmkwaliteit instellen.
Filmformaat
Opties voor
filmkwaliteit
instellen:
Het filmformaat instellen.
Opties voor
filmformaat instellen:
Pictogram
Raak in de opnamemodus
→ een optie aan.
→ 6 → Filmformaat
Formaat
Aanbevolen voor
1920X1080 (30 fps) (16:9)
Weergeven op een full-HDTV.
1920X1080 (15 fps) (16:9)
Weergeven op een full-HDTV.
(Alleen beschikbaar met bepaalde
Intelligent filter-opties.)
1920X810 (24 fps)
(Ongeveer 2,35:1)
Weergeven op een HDTV.
1280X720 (60 fps) (16:9)
Weergeven op een HDTV.
1280X720 (30 fps) (16:9)
Weergeven op een HDTV.
640X480 (30 fps) (4:3)
Weergeven op een televisie.
320X240 (30 fps) (4:3)
Publiceren op een website via het
draadloze netwerk (maximaal
30 seconden).
Raak in de opnamemodus
→ een optie aan.
Pictogram Extensie
→ 6 → Filmkwaliteit
Beschrijving
MP4 (H.264)
Normaal: video's in normale kwaliteit
opnemen.
MP4 (H.264)
Hoge kwaliteit: video's in hoge kwaliteit
opnemen.
106
Opnamefuncties >
Videofuncties
Multi Motion
In-/uitfaden
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een video instellen.
U kunt een scène in- en uitfaden door de faderfunctie op de camera te
gebruiken. Stel de optie voor infaden in om geleidelijk in te faden aan het
begin van de scène. Stel de optie voor uitfaden in om de scène geleidelijk
uit te faden. Gebruik de functie naar wens en voeg dramatische effecten
aan uw video's toe.
Opties voor de
afspeelsnelheid instellen:
Pictogram
Raak in de opnamemodus
Multi Motion → een optie aan.
→6→
Beschrijving
x0.25: een video opnemen en afspelen op 1/4 van de normale
snelheid. (Alleen beschikbaar met 640x480 of 320x240)
U stelt als volgt
opties voor in-/
uitfaden in:
x0.5: een video opnemen en afspelen op 1/2 van de normale
snelheid. (Alleen beschikbaar met 1280x720 (30 fps), 640x480 of
320x240)
Pictogram
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 6 → In-/uitfaden →
Beschrijving
x1: een video opnemen en afspelen op de normale snelheid.
Uit: de functie voor in-/uitfaden wordt niet gebruikt.
x5: een video opnemen en afspelen op 5X de normale snelheid.
In: de scène geleidelijk infaden.
x10: een video opnemen en afspelen op 10X de normale
snelheid.
Uit: de scène geleidelijk uitfaden.
x20: een video opnemen en afspelen op 20X de normale
snelheid.
• Als u een andere optie dan x1 selecteert, wordt er geen geluid opgenomen.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
In-uit: de functie In-/uitfaden wordt aan het begin en eind van
de scène toegepast.
Wanneer u de functie voor in-/uitfaden gebruikt, kan het langer duren om een
bestand op te slaan.
verschillen.
107
Opnamefuncties >
Videofuncties
Spraak
Microfoonniveau
Soms is een stomme video aantrekkelijker dan een met geluid. Schakel de
spraak uit om een stomme video op te nemen.
Het microfoonniveau instellen voor de opnameomstandigheden.
U stelt als volgt
spraakopties in:
Raak in de opnamemodus
een optie aan.
→ 6 → Spraak →
Het
microfoonniveau
instellen:
Raak in de opnamestand
→ een optie.
→ 6 → Microfoonniveau
Windonderdrukking
Wanneer u video's in een rumoerige omgeving opneemt, kunnen
er ongewenste geluiden in de video worden opgenomen. In het
bijzonder het geluid van de wind kan vervelend zijn. Gebruik de
functie Windonderdrukking om naast windgeluid ook bepaalde
omgevingsgeluiden weg te filteren.
Het geluid van de
wind verminderen:
Raak in de opnamemodus
→6→
Windonderdrukking → een optie aan.
108
Hoofdstuk 3
Weergeven en bewerken
Informatie over het afspelen en bewerken van foto's en video's.
Zie hoofdstuk 6 voor informatie over het bewerken van bestanden op een pc.
Weergeven en bewerken
Bestanden zoeken en beheren
Hier vindt u informatie over het weergeven van foto- en videominiaturen
en over het beschermen of verwijderen van bestanden.
Als u een tijd lang geen bewerkingen uitvoert, verdwijnen de informatie en
pictogrammen van het scherm. Wanneer u de camera weer gebruikt, worden ze
weer weergegeven.
Miniaturen weergeven
Om naar gewenste foto's en video's te zoeken, gaat u naar de
miniatuurweergave. De miniatuurweergave geeft tegelijkertijd meerdere
afbeeldingen weer, zodat u gemakkelijk naar de items kunt zoeken die u
wilt. U kunt ook bestanden volgens categorie, zoals datum, bestandtype of
locatie, classificeren en weergeven.
Foto's weergeven
1
Druk op [z].
• Het bestand met de laatste opname wordt weergegeven.
Draai de opdrachtkeuzeknop om de modus
Miniatuurweergave te selecteren.
2
Sleep de afbeelding naar links of rechts om door de bestanden
te bladeren.
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet
bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten of codecs. Gebruik
een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
110
Weergeven en bewerken >
Bestanden zoeken en beheren
Bestanden op categorie weergeven
1
Raak in de miniatuurweergave
categorie aan.
• U kunt ook
Bestanden weergeven als map
→ z → Filter → een
aanraken om een categorie te selecteren.
* Standaard
Optie
Beschrijving
Alles*
Bestanden normaal weergeven.
Datum
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Type
Bestanden weergeven op bestandstype.
Locatie
Bestanden weergeven op opslaglocatie.
(Alleen de foto's die met een GPS-module zijn vastgelegd,
bevatten locatiegegevens.)
2
Raak een lijst aan om het te openen.
3
Raak een bestand aan om een enkele afbeeldingsweergave te
bekijken.
4
Raak
aan om naar de vorige modus terug te keren.
Doorlopende en burstopnamen worden weergegeven als map. Als u een
map selecteert, worden alle foto's automatisch weergegeven. Als u een
map verwijdert, worden alle foto's in de map verwijderd.
1
Sleep m de afspeelmodus de afbeelding naar links of rechts
om het naar een gewenste map te verplaatsen.
• De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
2
Raak de map op het scherm aan om de map te openen.
3
Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander
bestand te gaan.
4
Raak
aan om naar de afspeelmodus terug te keren.
111
Weergeven en bewerken >
Bestanden zoeken en beheren
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden
gewist.
1
2
Raak in de afspeelmodus
Select. aan.
Raak / aan om naar een bestand te bladeren en raak dan het
keuzevak aan.
Raak
1
Raak in de afspeelmodus
aan.
2
Raak een optie aan.
→ z → Beveiligen →
• Raak het keuzevak opnieuw aan om uw selectie te annuleren.
3
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen.
aan.
→ z → Beveiligen → Alles
Optie
Beschrijving
Vergrendel
Alle bestanden vergrendelen.
Ontgrendel
Alle bestanden ontgrendelen.
Annuleren
Terug naar het vorige menu.
U kunt een beschermd bestand niet verwijderen.
112
Weergeven en bewerken >
Bestanden zoeken en beheren
Meerdere bestanden wissen
Bestanden verwijderen
Wis bestanden in de afspeelmodus en maak zo meer ruimte op de
geheugenkaart vrij. Beveiligde bestanden worden niet gewist.
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze wissen.
1
Raak in de afspeelmodus
aan.
Afzonderlijke bestanden wissen
• Raak als alternatief in de miniatuurweergave
Selecteer in de afspeelmodus een bestand aan en raak dan
aan.
aan en selecteer
daarna bestanden om te verwijderen.
U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen.
1
→ z → Verwijder → Select.
2
Raak / aan om naar een bestand te bladeren en raak dan het
keuzevak aan.
• Raak het keuzevak opnieuw aan om uw selectie te annuleren.
2
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.
3
Raak
4
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.
aan.
Alle bestanden verwijderen
U kunt in één keer alle bestanden op de geheugenkaart wissen.
→ z→ Verwijder → Alles
1
Raak in de afspeelmodus
aan.
2
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.
113
Weergeven en bewerken
Foto's weergeven
Een foto vergroten
Een diashow weergeven
U kunt foto's vergroten wanneer u ze in de afspeelmodus bekijkt. Tevens
kunt u de bijsnijdfunctie gebruiken om het uitvergrote gedeelte op het
scherm als een nieuw bestand op te slaan.
U kunt foto's als diavoorstelling weergeven, u kunt diverse effecten aan de
diavoorstelling toevoegen en u kunt achtergrondmuziek laten afspelen.
Raak in de afspeelmodus
diashow aan.
2
Selecteer een effect voor de diavoorstelling.
Uitvergroot gebied
Sleep het scherm om een ander deel
van de foto te bekijken.
→ z → Opties voor
1
• Ga door naar stap 3 om een diashow zonder effecten te starten.
* Standaard
Optie
Beschrijving
Afsp.mod.
Stel dit in om de diashow wel of niet te herhalen.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval
Stel het interval tussen foto's in.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
Beschrijving
Muziek
Achtergrondmuziek instellen.
Keer terug naar de originele weergave.
Effect
• Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
• Raak Uit aan om effecten te annuleren.
Draai de opdrachtkeuzeknop om een foto te vergroten.
Pictogram
Snij de foto (de camera zal het als een nieuw bestand opslaan).
U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze uitspreiden op het scherm om een
foto te verkleinen of te vergroten. U kunt ook dubbeltikken op een gebied om
het snel te vergroten.
114
Weergeven en bewerken >
Foto's weergeven
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
3
Raak
4
Raak Diashow starten aan.
5
De diashow weergeven.
aan.
• Raak
aan om te pauzeren.
• Raak
aan om door te gaan.
• Raak
aan om de diashow te stoppen en naar de afspeelmodus
terug te keren.
• Raak
aan om het volumeniveau aan te passen.
Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u het aantal kopieën instellen
die moeten worden afgedrukt.
De camera bewaart de DPOF-informatie in de MISC-map op de
geheugenkaart. Als u DPOF-gegevens voor uw foto's hebt ingesteld, kunt
u de geheugenkaart naar een printshop brengen om de foto's te laten
afdrukken. U kunt de afdrukvolgorde van bestanden in RAW-indeling niet
instellen.
Foto's met afmetingen die breder zijn dan het papier, worden mogelijk
langs de linker- en rechterrand afgesneden. Zorg ervoor dat de afmetingen
van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert.
Automatisch draaien
1
Selecteer in de afspeelmodus een foto en raak dan
Als Automatisch draaien is ingeschakeld, worden de foto's die u verticaal
hebt gemaakt automatisch gedraaid, zodat ze horizontaal op het scherm
passen.
2
Raak z → DPOF aan.
3
Raak / aan om het aantal kopieën in te stellen.
U stelt als volgt opties
voor Automatisch
draaien in:
aan.
• Raak / aan om een andere foto te selecteren.
Raak in de afspeelmodus
→z→
Autom. draaien → een optie aan.
4
Raak
aan.
115
Weergeven en bewerken
Video's afspelen
In de afspeelmodus kunt u video's afspelen, afzonderlijke beelden uit
video's opslaan en video's bijsnijden om op te slaan als een ander bestand.
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
1
Selecteer in de afspeelmodus een video en raak dan
aan.
2
Raak aan om de video af te spelen.
3
Raak op het punt aan waar u wit dat het knippen begint.
4
Raak
5
Raak aan om de video verder af te spelen.
Beschrijving
6
Raak op het punt aan waar u wit dat het knippen eindigt.
/
Vorige bestand weergeven/terug scannen. (Elke keer dat u
de pictogram aanraakt terwijl u de video afspeelt, kunt u de
scansnelheid in deze volgorde wijzigen: 2X, 4X, 8X.)
7
Raak
aan.
/
Afspelen onderbreken of hervatten.
8
Raak
aan om de video te knippen.
Bediening van videoweergave
Pictogram
Stop het afspelen en keer naar het vorig scherm terug.
/
• U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden
Volgende bestand weergeven/vooruit scannen. (Elke keer dat
u de pictogram aanraakt terwijl u de video afspeelt, kunt u de
scansnelheid in deze volgorde wijzigen: 2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien om vooruit of terug te scannen.
Draai nogmaals om sneller te scannen (2X, 4X, 8X).
aan.
door de handgrepen te slepen die worden weergegeven op de
voortgangsbalk.
9
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.
• U kunt een video die is opgenomen in de 3D-modus niet bijsnijden.
• De originele video moet minstens 10 seconden lang zijn.
• De camera slaat de bewerkte video op als een nieuw bestand en laat de
originele video ongewijzigd.
116
Weergeven en bewerken >
Video's afspelen
Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk
opslaan
1
Raak tijdens het kijken naar de video op het punt aan waar u
het beeld wilt vastleggen.
2
Raak
aan.
• U kunt geen foto maken van een video die is opgenomen in de 3D-modus.
• De opgeslagen afbeelding heeft dezelfde resolutie als de originele video.
• De vastgelegde afbeelding wordt opgeslagen als een nieuw bestand.
117
Weergeven en bewerken
Foto's bewerken
Fotobewerkingstaken uitvoeren, zoals formaat wijzigen, draaien of rode
ogen verwijderen. Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen
met verschillende bestandsnamen. Foto's die zijn vastgelegd in bepaalde
modi kunnen niet worden bewerkt met de functie Afbeelding bewerken.
Afbeeldingen
bewerken:
Blader in de afspeelmodus naar een foto en raak dan
aan.
• U kunt in de afspeelmodus ook afbeeldingen bewerken door een foto te
selecteren en daarna
→ Afbeelding bewerken aan te raken.
• Sommige afbeeldingen kunnen niet worden bewerkt met de functie voor
Afbeelding bewerken. Gebruik in dit geval software voor het bewerken van
afbeeldingen.
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera ze automatisch naar een
lagere resolutie. Foto's die u draait of waarvan u het formaat handmatig
wijzigt, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
• U kunt geen foto's bewerken wanneer u bestanden weergeeft als een map.
Open de map en selecteer een foto om elke foto te bewerken.
Een foto bijsnijden
1
Raak
2
Sleep de hoeken van het vak om het formaat van het gedeelte
aan te passen.
3
Sleep het vak om de locatie van het gedeelte aan te passen.
4
Raak
aan.
5
Raak
aan om op te slaan.
→
aan.
118
Weergeven en bewerken >
Foto's bewerken
Een foto draaien
Het formaat van foto's wijzigen
1
Raak
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand
opslaan.
2
Raak een optie aan.
→
aan.
Draaien : Rechts 90 gr.
1
Raak
2
Raak een optie aan.
→
aan.
Res.wijz : 10.1M 3:2
3
Raak
aan.
4
Raak
aan om op te slaan.
• U kunt in de afspeelmodus ook een foto draaien door
Draaien → een gewenste optie →
aan te raken.
• De camera overschrijft het originele bestand.
→z→
3
Raak
aan.
4
Raak
aan om op te slaan.
De beschikbare optie voor formaat wijzigen zijn afhankelijk van het
oorspronkelijke formaat van de foto.
119
Weergeven en bewerken >
Foto's bewerken
Uw foto's aanpassen
U kunt vastgelegde foto's corrigeren door de helderheid, het contrast of de
verzadiging aan te passen.
1
Raak
2
Raak een optie aan.
aan.
Optie
Beschrijving
Origineel
Oorspronkelijke afbeelding herstellen
Automatisch aanpassen
Automatisch helderheid, contrast, of
verzadiging aanpassen
Helderheid
Helderheid aanpassen
Contrast
Contrast aanpassen
Kleurverzadiging
Verzadiging aanpassen
RGB-aanpassing
RGB-waarden aanpassen
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur aanpassen
Belichting
Belichting aanpassen
Tint
Tinten aanpassen
3
Sleep de schuif of raak +/- aan om de optie aan te passen.
• Als u Automatisch aanpassen, selecteert, gaat u door naar stap 4.
4
Raak
aan.
5
Raak
aan om op te slaan.
120
Weergeven en bewerken >
Foto's bewerken
Gezichten aanpassen
Rode ogen verminderen
1
Raak
1
Raak
2
Sleep de schuif of raak +/- aan om de optie aan te passen.
2
Raak
→
aan.
• Wanneer de waarde hoger wordt, wordt de huidskleur helderder en
• Raak
→
aan.
aan.
aan om de correctie te annuleren.
gladder.
3
Raak
• Raak
4
Raak
aan.
3
Raak
aan om op te slaan.
aan om de correctie te annuleren.
aan om op te slaan.
121
Weergeven en bewerken >
Foto's bewerken
Intelligent filter-effecten toepassen
U kunt speciale effecten op uw foto's toepassen.
1
Raak
→ een optie aan.
Intelligent filter : Vignetten
Optie
Beschrijving
Olieverfschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.
Inktschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Acryl
Het effect van een acrylschilderij toepassen.
Negatief
Een negatiefeffect toepassen.
Rood
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van rood.
Groen
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van groen.
Blauw
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van blauw.
Geel
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van geel.
Optie
Beschrijving
Uit
Geen effect
Vignetten
Retrokleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
2
Raak
aan.
Miniatuur
Een effect toepassen waarmee het onderwerp in
miniatuur wordt weergegeven.
3
Raak
aan om op te slaan.
Gekleurd potlood
Het effect van een schilderij met gekleurde
potloden toepassen.
Waterverf
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Aquarel
Een verwassen effect toepassen.
122
Hoofdstuk 4
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Draadloos netwerk
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt
wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook
netwerkinstellingen configureren.
Pictogram
Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
Verbinding maken met een WLAN
1
2
Raak op het modusscherm Wi-Fi → Automatische back-up,
E-mail, SNS en cloud, of Samsung Link aan.
Raak
→ Wi-Fi-instelling aan.
• Volg in sommige modi de instructies op het scherm totdat het
3
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Open de opties voor netwerkinstellingen.
• Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een
pop-upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in
om verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst ingeven' voor
meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven.
• De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
• Als een aanmeldingspagina verschijnt, dient u
Raak een toegangspunt aan.
• Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de
'De aanmeldingsbrowser gebruiken' te raadplegen. (pag. 125)
camera verbinding met het WLAN.
Vernieuwen
Samsung1
Samsung2
Samsung3
Samsung4
• Als u een door toegangspunt ondersteunde WPS-profiel selecteert,
raakt u → WPS PIN-verbinding aan en daarna voert u op het
toegangspunt een pincode in. U kunt ook een door
→
WPS-profiel ondersteunde toegangspunt aansluiten door
WPS knopverbinding op de camera aan te raken en daarna op het
toegangspunt op de knop WPS te drukken.
• Raak Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare
toegangspunten te vernieuwen.
• Raak Draadloos netwerk toevoegen aan om handmatig een
toegangspunt toe te voegen. De naam van uw toegangspunt moet
in het Engels zijn om deze handmatig te kunnen toevoegen.
124
Draadloos netwerk >
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Netwerkopties instellen
De aanmeldingsbrowser gebruiken
1
Ga in het scherm Wi-Fi-instellingen naar een toegangspunt en
raak dan aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie
Beschrijving
Netwerkwachtwoord
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Stel het IP-adres automatisch of handmatig
in.
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser
wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor
delen of cloudservers.
Pictogram
Beschrijving
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga in het scherm Wi-Fi-instellingen naar een toegangspunt en
raak dan aan.
2
Raak IP-instelling → Handmatig aan.
3
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie
Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
De pagina opnieuw laden.
• Sommige items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina die u
weergeeft. Dit wijst niet op een defect.
• De aanmeldingsbrowser mag niet automatisch worden gesloten
nadat u op enkele pagina's hebt aangemeld. Als dit gebeurt, sluit u de
aanmeldingsbrowser door
, aan te raken en daarna gaat u door met de
gewenste handeling.
• Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het
invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
125
Draadloos netwerk >
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tips over netwerkverbinding
• U moet een geheugenkaart plaatsen om de Wi-Fi-functies te gebruiken.
• De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het
toegangspunt.
• Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer
het duurt om verbinding te maken met het netwerk.
• Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als
uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
• Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera
mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden
weergegeven.
• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
• Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u
mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact
op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
• Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
• Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
• Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt geen verbinding met een netwerk maken via een
printer.
• U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en
aansluiten op een tv.
• Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een
netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw
abonnement.
• Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
• Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis
WLAN-netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde
netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in
om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de
netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service.
• Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens
in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die
ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
• De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
• De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het
gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de
WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt
gekocht.
• De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan
verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
• Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
• Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
• U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn vastgelegd in
verschillende modi.
• Bestanden die u overdraagt naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. Gebruik in dit geval een computer om de
bestanden af te spelen.
126
Draadloos netwerk >
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tekst ingeven
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de pictogrammen in
de tabel kunt u de cursor verplaatsen, de hoofdletters wijzigen. Raak een
toets aan om in te geven.
Pictogram
Beschrijving
De cursor verplaatsen.
Stoppen met tekst invoeren en terugkeren naar de vorige
pagina.
Hoofdletters wijzigen.
Schakelen tussen de symbool-/nummerstand en normale stand.
De invoertaal wijzigen.
Een spatie ingeven.
De weergegeven tekst opslaan.
De laatste letter verwijderen.
• U kunt in sommige modi alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven,
ongeacht de schermtaal.
• U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde invoermodus.
• Blijf een toets aanraken om het teken in te geven in de rechterbovenhoek van
de toets.
127
Draadloos netwerk
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw
camera, wordt de foto automatisch opgeslagen op de smartphone.
3
• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
• De functie AutoShare wordt door smartphones van de Galaxy-serie, Galaxy
•
•
•
•
•
Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt
gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij
te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie
mogelijk niet goed presteren.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
U moet een geheugenkaart plaatsen om deze functie te gebruiken.
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs als u de
opnamemodus wijzigt.
Deze functie wordt in bepaalde modi mogelijk niet ondersteund of niet
beschikbaar met bepaalde opnameopties.
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 6.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
• Een pictogram die de verbindingsstatus toont (
), verschijnt op
het scherm van de camera.
1
Raak op de camera, in de opnamemodus,
2
Raak op de camera 1 → AutoShare → Aan aan.
aan.
• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te
downloaden, raakt u Volgende aan.
6
Maak een foto met de camera.
• De gemaakte foto wordt opgeslagen op de camera en
overgedragen naar de smartphone.
• Als u een video maakt, wordt deze alleen opgeslagen op de camera.
128
Draadloos netwerk
Foto's of video's naar een smartphone verzenden
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's
verzenden naar uw smartphone.
• De functie MobileLink wordt door smartphones van de Galaxy-serie, Galaxy
•
•
•
•
•
•
•
Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt
gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij
te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie
mogelijk niet goed presteren.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente
bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden.
Als u bestanden selecteert op de camera, kunt u bestanden weergegeven
die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan
worden verzonden is afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone.
Als u Full HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u bestanden
mogelijk niet afspelen op bepaalde apparaten.
Wanneer u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, kan de Wi-Fiverbinding van het apparaat worden verbroken.
U kunt geen RAW-bestanden verzenden.
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → MobileLink aan.
• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te
downloaden, raakt u Volgende aan.
2
Raak op de camera een verzendingsoptie aan.
• Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die zijn opgeslagen op de
camera te bekijken en delen.
• Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u
bestanden selecteren die moeten worden verzonden van de
camera.
3
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 6.
129
Draadloos netwerk >
4
Foto's of video's naar een smartphone verzenden
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
6
Selecteer op de smartphone of camera de bestanden die u
wilt overdragen van de camera.
7
Raak op de smartphone de knop Kopiëren aan of raak op de
camera Verzenden aan.
• De camera verzendt de bestanden.
130
Draadloos netwerk
Een smartphone als externe ontspanner gebruiken
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als
externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen
foto wordt weergegeven op de smartphone.
• De functie Remote Viewfinder wordt door smartphones van de Galaxy-serie,
Galaxy Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie
wordt gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie
bij te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie
mogelijk niet goed presteren.
• Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
• Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
• Deze functie is niet beschikbaar in de 3D-modus.
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → Remote Viewfinder aan.
• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te
downloaden, raakt u Volgende aan.
2
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 5.
3
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
131
Draadloos netwerk >
4
Een smartphone als externe ontspanner gebruiken
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
6
• U kunt op het scherm het gebied waarop u de focus wilt richten,
automatisch aangesloten.
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Pictogram
Beschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
Opslaglocatie
*
Schakelt tussen VGA en QVGA
• Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen
niet beschikbaar op uw camera.
• De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet
als u deze functie gebruikt.
• De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten
en
.
* Voor iOS-apparaten is alleen de optie voor de opslaglocatie beschikbaar.
aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
• De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
5
Blijf
aanraken.
7
Laat
los om de foto te maken.
• Foto's die naar de smartphone worden opgeslagen, worden naar de
grootte 1616X1080 gebracht als u in
1920X1080 wanneer u in de resolutie
een opname maakt of naar
een opname maakt.
• Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
• De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera
bevinden als u deze functie wilt gebruiken.
• Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u
hebt losgelaten op de
smartphone.
• De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- er is een inkomende oproep op de smartphone.
- de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
- het geheugen is vol.
- de verbinding van het apparaat met het WLAN wordt verbroken.
- de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
- u gedurende ongeveer 5 minuten geen bewerkingen uitvoert terwijl er
verbinding is.
132
Draadloos netwerk
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos
verzenden naar een pc.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
1
Installeer i-Launcher op de pc (pag. 163)
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Als het pictogram Automatische back-up wordt weergegeven,
klikt u op het pictogram.
Raak op het modusscherm Wi-Fi → Automatische back-up
aan.
• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te
downloaden, raakt u Volgende aan.
• U moet de informatie voor de back-upcomputer instellen om
de functie Automatische back-up te gebruiken. Zie voor meer
informatie 'Het programma voor Automatische back-up installeren
op uw pc'. (pag. 133) Als het programma Automatische back-up is
geïnstalleerd op uw pc, slaat u de pc-informatie op via een
USB-kabel of Wi-Fi-verbinding.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
• Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de
pc en de informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera.
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
• U kunt de informatie over de pc ook op de camera opslaan door de
pc en camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi.
4
Verwijder de camera van de pc.
2
Selecteer een back-upcomputer.
• Als u vooraf een back-up hebt uitgevoerd, gaat u door naar de
volgende stap.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk. Als er geen internetverbinding beschikbaar is,
moet u het programma installeren vanaf de bijgeleverde cd.
133
Draadloos netwerk >
3
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
Raak OK aan.
• Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
• Raak Annuleren aan om het verzenden te annuleren.
• U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups
van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe
bestanden op de camera.
• De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
• Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
• Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
• U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
van de pc.
• Als de overdracht is voltooid, wordt de camera automatisch binnen
ongeveer 30 seconden uitgeschakeld. Raak Annuleren aan om
naar het vorige scherm terug te keren en voorkom dat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
• Om uw pc automatisch uit te schakelen nadat de overdracht is
voltooid, raakt u Pc afsluiten na back-up aan.
• Selecteer
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
• De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
om de back-up pc te wijzigen.
verzenden.
• De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
• Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden.
•
•
•
•
•
Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw
camera opnieuw aansluit op een andere pc.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat
u deze functie gebruikt.
U kunt maximaal 1000 recent bestanden verzenden.
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse
alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen
de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
134
Draadloos netwerk
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de
camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
4
Raak het vak Naam aan, voer uw naam in en raak daarna
aan.
Instelling afzender
Naam
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw
gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het
e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Zie 'Tekst ingeven' voor meer
informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
Uw gegevens opslaan
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → E-mail aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
E-mail
Opslaan
Reset
5
Raak het vak E-mail aan, voer uw e-mailadres in en raak
daarna aan.
6
Raak Opslaan aan om uw wijzigingen op te slaan.
• Raak Reset aan om uw informatie te verwijderen.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
2
Raak
3
Raak Instelling afzender aan.
aan.
135
Draadloos netwerk >
Foto's of video's via e-mail verzenden
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → E-mail aan.
5
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
6
Geef het wachtwoord nogmaals in.
7
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u OK aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
2
Raak
3
Raak Wachtwoord instellen → Aan aan.
Als u uw wachtwoord kwijtraakt, kunt u het resetten door op het scherm
Wachtwoordinstellingen Reset aan. Als u de informatie reset, wordt de eerder
door de gebruiker opgeslagen instellingeninformatie, e-mailadres en onlangs
verzonden e-maillijst verwijderd.
aan.
• Raak Uit aan om het wachtwoord te deactiveren.
4
Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u OK aan.
136
Draadloos netwerk >
Foto's of video's via e-mail verzenden
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → E-mail aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Zie
'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → E-mail aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
2
Raak
3
Raak Wachtwoord wijzigen aan.
4
Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
aan.
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
2
Raak het vak Afzender aan, voer uw e-mailadres in en raak
daarna aan.
• Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze
5
Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
automatisch ingevoegd. (pag. 135)
• Raak
6
Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
→ een adres aan om een adres van de lijst vorige
verzenders te gebruiken.
137
Draadloos netwerk >
3
Foto's of video's via e-mail verzenden
Raak het vak Ontvanger aan, voer uw e-mailadres in en raak
daarna aan.
→ een adres aan om een adres van de lijst vorige
ontvangers te gebruiken.
• Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
• Raak
•
• Raak
•
aan om aanvullende ontvangers toe te voegen. U kunt tot
30 ontvangers invoeren.
• Raak
aan om een adres van de lijst te verwijderen.
4
Raak Volgende aan.
5
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag
maximaal 7 MB zijn.
6
Raak Volgende aan.
7
Selecteer het opmerkingenvak aan, voer u opmerkingen in en
raak daarna aan.
8
Raak Verzenden aan.
•
•
•
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd
of herkend als spam.
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is
of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
U kunt een e-mail niet verzenden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M en de
langste video die u kunt uploaden is een video die is opgenomen met
. Als de geselecteerde fotoresolutie hoger is dan 2M, dan wordt de grootte
automatisch naar een lagere resolutie gebracht.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt ook in de afspeelmodus een e-mail verzenden door
→
Delen (Wi-Fi) → E-mail aan te raken.
• De camera verzendt de e-mail.
138
Draadloos netwerk
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden.
Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden
te uploaden naar bepaalde websites, moet u de website bezoeken en u
registreren voordat u uw camera aansluit.
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te
melden.
• Raadpleeg 'Tekst ingeven' voor informatie over tekst invoeren.
(pag. 127)
Een website openen
• Als u verbinding hebt gemaakt met SkyDrive, raadpleeg dan
1
Raak op het modusscherm Wi-Fi → SNS en cloud aan.
• Raak
2
Selecteer een website.
• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt een account te
maken, raakt u OK aan.
'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 125)
→ een id aan om een id van de lijst te selecteren.
• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website
voor het delen van bestanden hebben.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
139
Draadloos netwerk >
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Foto's of video's uploaden
• U kunt voor Facebook een upload-map instellen door
1
Open de website met uw camera.
•
2
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag
maximaal 10 MB zijn. (Op sommige websites kan het totale aantal
bestanden afwijken.)
•
•
3
Raak Uploaden aan.
• Op sommige websites kunt u uw opmerkingen invoeren door het
opmerkingenvak aan te raken. Raadpleeg 'Tekst ingeven' voor
informatie over tekst invoeren. (pag. 127)
•
•
•
•
•
•
→ Map
uploaden (Facebook) op het lijstenscherm van de website aan te raken.
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M en de
langste video die u kunt uploaden is een video die is opgenomen met
. Als de geselecteerde fotoresolutie hoger is dan 2M, dan wordt de grootte
automatisch naar een lagere resolutie gebracht. (Op sommige websites kan
de maximale fotoresolutie verschillend zijn.)
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk
van de geselecteerde website.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang
tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan
automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
De snelheid waarmee u foto's kunt uploaden en webpagina's kunt openen,
is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt ook in de afspeelmodus foto's of video's naar websites voor het delen
van bestanden uploaden door
→ Delen (Wi-Fi) → een gewenste
website aan te raken.
U kunt naar sommige websites geen video's uploaden.
Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat gewijzigd in 2M
terwijl de hoogte-breedteverhouding gelijk blijft.
140
Draadloos netwerk
Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken
U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag
Samsung Link of bestanden weergegeven op een Samsung Link-apparaat
die is aangesloten op hetzelfde toegangspunt.
2
Voer uw id en wachtwoord in en raak daarna Aanmelding →
OK aan.
• Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst.
(pag. 127)
• Raak
Foto's uploaden naar online opslag
1
• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Raak op het modusscherm Wi-Fi → Samsung Link →
Webopslag aan.
Om deze functie te gebruiken, moet u met uw pc een Samsung Linkaccount maken, evenals een account met een aangesloten online
opslagservice. Na het maken van accounts te voltooien, voegt u uw online
opslagaccount aan Samsung Link toe.
• Als het richtlijnenbericht verschijnt, raakt u OK aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 124)
• Raak
→ Uploadgrootte afb. aan om voor geüploade foto's
de grootte te wijzigen.
• Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u van de
→ Webopslag wijzigen aan te raken.
lijst selecteren door
→ een id aan om een id van de lijst te selecteren.
3
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en raak dan
Uploaden aan.
• Als u meerdere webopslagservices hebt geregistreerd, selecteert u eerst een
webopslag.
• U kunt geen videobestanden naar de online opslag van Samsung Link
uploaden.
• Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
• U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
• U kunt ook in de afspeelmodus foto's uploaden door
Delen (Wi-Fi) → Samsung Link aan te raken.
→
141
Draadloos netwerk >
Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken
Foto's of video's op apparaten weergeven
die Samsung Link ondersteunen
4
Selecteer op het Samsung Link-apparaat een camera om
verbinding mee te maken.
1
5
Blader op het Samsung Link-apparaat naar de gedeelde foto's
of video's.
Raak op het modusscherm Wi-Fi → Samsung Link →
Apparaten in de buurt aan.
• Als het richtlijnenbericht verschijnt, raakt u Ja aan.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN,
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor informatie
over het zoeken naar de camera en het bladeren naar de foto's of
video's op het Samsung Link-apparaat.
• Afhankelijk van het type Samsung Link-apparaat of de
netwerkconditie worden video's mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 124)
• U kunt ook zo instellen om alleen geselecteerde of alle apparaten
→
toe te staan verbinding te maken door op het scherm
DLNA-toegangsbeheer aan te raken.
• Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot
andere apparaten uw camera kunnen vinden.
2
Verbind het Samsung Link-apparaat met een netwerk en
schakel dan naar de Samsung Link-functie.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor meer
informatie.
3
Laat op de camera het Samsung Link-apparaat verbinding
maken met uw camera.
Toegangspunt
S Een camera is met een tv verbonden die via WLAN Samsung Link ondersteunt.
142
Draadloos netwerk >
Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken
• U kunt maximaal 1000 recent bestanden delen.
• Op een Samsung Link-apparaat kunt u alleen foto's of video's weergeven die
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
met uw camera zijn vastgelegd.
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een Samsung
Link-apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het
toegangspunt.
Als de camera met 2 Samsung Link-apparaten is verbonden, kan het afspelen
langzamer verlopen.
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen met andere apparaten gebruiken die Samsung
Link ondersteunen.
Gedeelde foto's of video's worden niet op het Samsung Link-apparaat
opgeslagen. Zij kunnen echter in de camera worden opgeslagen om aan de
specificaties van het apparaat te voldoen.
Het overdragen van foto's of video's naar het Samsung Link-apparaat
kan enige tijd duren. Dit hangt af van de netwerkverbinding, het aantal
bestanden die moeten worden gedeeld, of de grootte van de bestanden.
Als u de camera niet op normale wijze uitschakelt (bijv. door de batterij te
verwijderen) terwijl op een Samsung Link-apparaat foto's of video's worden
weergegeven, dan beschouwt het apparaat de camera nog als verbonden.
De volgorde van de foto's of video's op de camera kan verschillen met die op
het Samsung Link-apparaat.
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
Terwijl u foto's of video's op het Samsung Link-apparaat weergeeft, terwijl
u continu de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of aanvullende
handelingen op het apparaat uitvoert, dan kan dit voorkomen dat deze
functie juist werkt.
• Als u op een Samsung Link-apparaat de bestanden op de camera in een
•
•
•
•
nieuwe volgorde plaatst of opnieuw sorteert, dan moet u het eerste
instellingenproces herhalen om de lijst bestanden op het apparaat bij te
werken.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Wij raden u aan een netwerkkabel te gebruiken om uw Samsung Linkapparaat met uw toegangspunt te verbinden. Dit minimaliseert het 'haperen'
van de video die u bij streaming-inhoud kunt ervaren.
Om met de functie Apparaten in de buurt op een Samsung Linkapparaat bestanden weer te geven, schakelt u op uw toegangspunt de
multicastmodus in.
U kunt 3D-bestanden alleen weergeven op 3D-tv's of -monitors.
143
Draadloos netwerk
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie
Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze
functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
1
Schakel op het apparaat de optie Wi-Fi Direct in.
2
Scroll op de camera in de afspeelmodus naar een foto.
3
Raak
5
Geef op het apparaat de camera toestemming om verbinding
te maken met het apparaat.
• De foto wordt verzonden naar het apparaat.
• U kunt maximaal 20 bestanden per keer verzenden.
• Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
• Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-apparaat, moet u het
→ Delen (Wi-Fi) → Wi-Fi Direct aan.
apparaat bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk
niet ondersteund op bepaalde apparaten.
• In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk
verzenden.
• Wanneer in miniatuurweergaven kunt u meerdere foto's selecteren.
Raak Uploaden aan als u klaar bent met het selecteren van foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten
op de camera.
• Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is
ingeschakeld.
• U kunt uw camera ook selecteren in de apparatenlijst van het
betreffende Wi-Fi Direct-apparaat.
144
Hoofdstuk 5
Camera-instellingenmenu
Hier leest u alles over de menu's met gebruikersinstellingen en algemene instellingen.
U kunt de instellingen aan uw voorkeuren en behoeften aanpassen.
Camera-instellingenmenu
Gebruikersinstellingen
Met deze instellingen kunt u de gebruiksomgeving aanpassen.
U stelt als volgt
gebruikersopties in:
Raak in de opnamemodus
→ 5 → een optie aan.
Auto ISO bereik
U kunt voor ISO Auto de maximale ISO-waarde voor de diverse
belichtingsstappen instellen.
* Standaard
Beschikbare items en de volgorde hiervan kunnen verschillen, afhankelijk van
de opname-omstandigheden.
Optie
Waarde
1/3 stap
ISO 125, ISO 160, ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500,
ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250, ISO 1600, ISO 2000,
ISO 2500, ISO 3200*
1 stap
ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200*
ISO aanpassen
ISO-stap
U kunt het formaat voor de ISO-waarde instellen op 1/3 of 1 stap.
Ruisonderdrukking
Gebruik Ruisonderdrukking om zichtbare ruis in foto's te verminderen.
* Standaard
Optie
Beschrijving
Hoge ISO
ruisonderdr.
Deze functie vermindert de ruis die zich kan voordoen
als u een hoge ISO-gevoeligheid instelt. (Uit, Hoog,
Normaal*, Laag)
Lange
ruisonderdr.
Deze functie vermindert de ruis wanneer u de camera
voor lange belichting instelt. (Uit, Aan*)
146
Camera-instellingenmenu >
Gebruikersinstellingen
Bracketing instellen
DMF (Direct Manual Focus)
U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT.
U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen door de scherpstelring
te draaien nadat u hebt scherpgesteld door [Ontspanknop] half in te
drukken. Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar.
Optie
Beschrijving
AE BKT instellen
Belichtingsinterval instellen. (-/+0.3 EV*, -/+0.7 EV,
-/+1 EV, -/+1.3 EV, -/+1.7 EV, -/+2 EV, -/+2.3 EV,
-/+2.7 EV, -/+3 EV)
WB BKT instellen
Stel van de 3 foto's tussen haakjes het bereik van de
witbalans-interval in. (AB-/+3*, AB-/+2, AB-/+1,
MG-/+3, MG-/+2, MG-/+1)
Zo wordt met AB-/+3 de waarde voor oranje plus of
min drie stappen bijgesteld. Met MG-/+3 wordt de
magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld.
Fotowiz. bkt instel.
3 Fotowizard-instellingen selecteren die de camera
gebruikt om de 3 foto's te maken die met de
bracketingfunctie worden gemaakt.
147
Camera-instellingenmenu >
Gebruikersinstellingen
Kleurruimte
Met de optie voor kleurruimte kunt u methoden selecteren voor het
weergeven van kleuren. Digitale beeldapparaten zoals digitale camera's,
monitoren en printers hebben hun eigen methode voor de weergave van
kleuren, de zogenaamde kleurruimte.
Optie
Beschrijving
sRGB
sRGB (Standard RGB) is een internationale
specificatie om de kleurruimte te definiëren die is
gemaakt door de IEC (International Electrotechnical
Commission). sRGB wordt algemeen gebruikt voor
de weergave van kleuren op pc-monitoren en is
tevens de standaardkleurruimte voor Exif. sRGB wordt
aangeraden voor reguliere foto's en voor foto's die u
op internet wilt publiceren.
Adobe RGB
Adobe RGB wordt voor commercieel drukwerk
gebruikt en heeft een groter kleurenbereik dan
sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's
gemakkelijk bewerken op een computer. Het is
belangrijk om te weten dat afzonderlijke programma's
over het algemeen een beperkt aantal kleurruimtes
ondersteunen.
Adobe RGB
sRGB
Als de kleurruimte is ingesteld op Adobe RGB, dan worden foto's opgeslagen
als '_SAMXXXX.JPG'.
148
Camera-instellingenmenu >
Gebruikersinstellingen
Vervormingscorrectie
Gebruikersdisplay
U kunt de vervorming die zich vanuit de lenzen kan voordoen, corrigeren.
Deze functie is met sommige lenzen niet beschikbaar.
U kunt opnamegegevens op het scherm weergeven of weglaten.
1
London
Als aanpassingsmodus opslaan
F
2
U kunt uw eigen opnamemodi aken door opties aan te passen en deze op
te slaan. (C1, C2, of C3) (pag. 65)
3
iFn aanpassen
U kunt opties selecteren die kunnen worden aangepast wanneer u op
[i-Function] drukt op een i-Function-lens.
Optie
Beschrijving
Diafragma
De diafragmawaarde aanpassen.
Sluitertijd
De sluitertijd aanpassen.
EV
De belichtingswaarde aanpassen.
ISO
De ISO-waarde aanpassen.
Witbalans
Instellen om de witbalans aan te passen.
Z
Het zoompercentage aanpassen.
Nr.
1
2
Beschrijving
Datum/tijd
De datum en tijd weergeven.
Pictogrammen
Pictogrammen aan de rechterkant weergeven in de opnamemodus.
149
Camera-instellingenmenu >
Nr.
Gebruikersinstellingen
Toetsafbeelding
Beschrijving
Histogram
Het histogram op het scherm in- of uitschakelen.
3
Het histogram
Een histogram is een grafiek die de verdeling van de helderheid in het
beeld toont. Een histogram dat naar links neigt, duidt op een donker
beeld. Een histogram dat naar rechts neigt, duidt op een licht beeld.
De hoogte van de grafiek houdt verband met de kleurinformatie. De
grafiek wordt hoger als een bepaalde kleur veel voorkomt.
Onvoldoende belichting
Normale belichting
U kunt de functie die aan de knop Aanpassen ( ) is toegewezen, op het
scherm of met de knop DIRECT LINK op de camera wijzigen.
F
* Standaard
Knop
Functie
Aangepast
Stel een functie in voor de knop Aangepast.
• Uit*: niet de knop Aangepast gebruiken.
• Optisch voorb.: voer voor de huidige
lensopeningswaarde de functie Diepte van
veldvoorbeeld uit. (pag. 23)
• WB-sneltoets (witbalans): de functie Aangepaste
witbalans uitvoeren.
• RAW-sneltoets+: sla een bestand in de RAW+JPEGindeling op. Raak de knop opnieuw aan om een
bestand in JPEG-indeling op te slaan.
• Reset: sommige instellingen resetten.
• AEL: de automatische belichtingsfunctie
vergrendelen.
• AEL-vergr.: de automatische
belichtingsvergrendeling blijven uitvoeren na de
opname.
DIRECT LINK
Stel een functie van de knop DIRECT LINK in.
(AutoShare*, MobileLink, Remote Viewfinder,
Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud,
Samsung Link)
Te veel belichting
150
Camera-instellingenmenu >
Gebruikersinstellingen
Rasterlijn
Selecteer een hulplijn om u te helpen een scène op te stellen.
(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
AF-lamp
Schakel de AF-lamp in om op donkere plaatsen beter automatisch te
kunnen scherpstellen. De autofocus werkt op donkere plaatsen beter als
de AF-lamp is ingeschakeld.
151
Camera-instellingenmenu
Instellingen
Leren hoe u de instellingen van de camera kunt configureren.
* Standaard
Onderdeel
Opties instellen bij
Instellingen:
Raak in de opname- of afspeelmodus
een optie aan.
→q→
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
• Systeemvolume: stel het geluidsvolume in of
schakel alle geluid in het geheel uit. (Uit, Laag,
Middel*, Hoog)
Geluid
Display aanpassen
Zelfs als het systeemvolume is uitgeschakeld, geeft
de camera een geluid weer wanneer een video of
diashow wordt afgespeeld.
openen in de afspeelmodus.
camera maakt als u de ontspanknop half indrukt.
(Uit, Aan*)
• Toetsgeluid: het geluid in- of uitschakelen dat de
camera maakt als u op de knoppen drukt of het
scherm aanraakt. (Uit, Aan*)
Snel tonen
Stel de helderheid van het scherm, de automatische
helderheidsoptie, de schermkleur of niveaumeter in.
• Helderheid display: u kunt de helderheid van het
display handmatig aanpassen.
• Helderheid autom.: schakel automatisch de
helderheid aan of uit. (Uit, Aan*)
• Displaykleur: de kleur van het display handmatig
aanpassen.
• Horizontale kalibratie: de niveaumeter kalibreren.
Als de niveaumeter niet waterpas is, plaatst u de
camera op een vlakke ondergrond en volgt u de
instructies op het scherm.
• U kunt de optie Horizontale kalibratie niet
• AF-geluid: het geluid in- of uitschakelen dat de
De duur instellen voor Snel tonen; de tijd gedurende
welke een foto direct na het maken wordt
weergegeven. (Uit, 1 sec*, 3 sec, 5 sec, Vasthouden)
Beschrijving
• U kunt de peilmeter niet kalibreren in de staande
stand.
Scherm auto. Uit
Stel de tijd voor weergave uit in. De weergave wordt
uitgeschakeld als u de camera gedurende de door u
ingestelde tijd niet gebruikt.
(Uit, 30 sec*, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min)
152
Camera-instellingenmenu >
Instellingen
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Video
Kies het video-uitvoersignaal dat in uw land wordt
gebruikt. Dit is nodig voor wanneer de camera op
een extern videoapparaat zoals een monitor of HDTV
wordt aangesloten.
• NTSC: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, etc
• PAL (ondersteunt alleen PAL B, D, G, H, of I):
Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken,
Finland, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore,
Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen,
enzovoort
Anynet+ (HDMI-CEC)
Als de camera is aangesloten op een HDTV die
Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt, kunt u deze met de
afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie
in te schakelen.
• Uit: u kunt niet met de afstandsbediening van de tv
de weergavefunctie van de camera gebruiken.
• Aan*: u kunt met de afstandsbediening van de tv
de weergavefunctie van de camera gebruiken.
Stel de tijd voor voeding uit in. De camera wordt
uitgeschakeld als u deze gedurende de door u
ingestelde tijd niet gebruikt. (30 sec, 1 min*, 3 min,
5 min, 10 min, 30 min)
Spaarstand
• De ingestelde uitschakeltijd blijft ook na het
vervangen van de batterij bewaard.
• De spaarstand werkt mogelijk niet als de camera
op een computer of televisie is aangesloten of
een diavoorstelling of film afspeelt.
Language
De taal instellen van de informatie op het scherm.
Stel datum, tijd, datumnotatie, tijdzone en of
de datum op foto's moet worden afgedrukt, in.
(Tijdzone, Datum/tijd, Datumtype, Type tijd,
Afdruk)
Datum en tijd
• De datum verschijnt rechtsonder in het beeld.
• Wanneer u een foto afdrukt, kan het zijn dat
sommige printers de datum niet goed kunnen
afdrukken.
HDMI-uitvoer
Als u de camera met een HDMI-kabel op een HDTV
aansluit, kunt u de resolutie van het beeld wijzigen.
• NTSC: Auto*, 1080p, 720p, 480p,
576p (activeert alleen als PAL is geselecteerd)
Als de geselecteerde resolutie niet door de
HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de
onderliggende resolutiewaarde geselecteerd.
153
Camera-instellingenmenu >
Instellingen
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
* Standaard
Onderdeel
Stel de notatie van bestandsnamen in.
• Standaard*: SAM_XXXX.JPG (sRGB)/
_SAMXXXX.JPG (Adobe RGB)
• Datum:
Stel de notatie voor bestands- en mapnummering in.
• Reset: na het gebruik van de resetfunctie begint de
bestandsnummering weer bij 0001.
• Serie*: de bestandsnummering loopt door, ook
als u een nieuwe geheugenkaart plaatst, de kaart
formatteert of alle foto's wist.
- sRGB-bestanden - MMDDXXXX.JPG. Bijvoorbeeld
Best.naam
voor een foto die op 1 jan. werd gemaakt, zal de
bestandsnaam 0101XXXX.jpg zijn.
- Adobe RGB-bestanden - MDDXXXX.JPG voor de
maanden januari tot en met september. Voor de
maanden oktober tot en met december wordt het
maandnummer vervangen door de letters A (okt.),
B (nov.) en C (dec.).
Een foto die op 3 februari is gemaakt, heet
bijvoorbeeld _203XXXX.jpg. Een foto die op
5 oktober is gemaakt, heet _A05XXXX.jpg.
Beschrijving
• De eerste mapnaam is 100PHOTO, en als u de
Bestandsnr.
•
•
•
•
•
Maptype
sRGB-kleurruimte en de
standaardbestandsnaamgeving hebt gekozen,
heet het eerste bestand SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Ook mapnummers worden steeds met één
opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximum aantal bestanden dat in een map
kan worden opgeslagen, is 9999.
Bestandsnummers worden volgens de
DCF-specificaties (Design rule for Camera File
system) toegekend.
Als u een bestandsnaam wijzigt, bijvoorbeeld op
een computer, kan het bestand niet meer op de
camera worden weergegeven.
Stel het type map in.
• Standaard*: XXXPHOTO
• Datum: XXX_MMDD
154
Camera-instellingenmenu >
Instellingen
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
* Standaard
Onderdeel
• Geocodering: instellen dat foto's worden gemaakt
De geheugenkaart formatteren. Tijdens het
formatteren worden alle bestanden verwijderd,
inclusief beveiligde bestanden. (Ja, Nee)
Formatt.
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer
of in een geheugenkaartlezer laat formatteren.
Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u
er beelden op vastlegt.
De firmwareversie van de body en de lens, MAC-adres
en het netwerkcertificeringsnummer weergeven of de
firmware bijwerken.
• Firmware bijwerken: de firmware van de camerabody
of lens bijwerken. (Toestel, Lens)
• U kunt van www.samsung.com upgrades voor de
firmware downloaden.
• U kunt geen firmware-upgrade uitvoeren als de
Apparaatgegevens
•
•
batterij niet volledig is opgeladen. Laad de batterij
volledig op voordat u een firmware-upgrade
uitvoert.
Bij een firmware-upgrade worden de
gebruikersinstellingen en waarden gereset.
(De datum, tijd, taal en video-uitvoer worden niet
gereset.)
Schakel de camera niet uit zolang het
upgradeproces actief is.
Beschrijving
GPS
met locatiegegevens met behulp van GPS (Global
Positioning System). De locatiegegevens worden in de
Exif-gegevens van de foto opgeslagen. (Uit, Aan*)
• Geldige tijdsinst. GPS: geef de tijdslimiet op waarna
de laatste locatiegegevens moeten worden gebruikt
wanneer de camera geen GPS-signalen ontvangt.
Als de camera na de opgegeven tijd geen GPS-signalen
ontvangt, worden er geen locatiegegevens op de foto's
vastgelegd.
(15 sec*, 30 sec, 1 min, 3 min, 10 min, 30 min)
• Locatieweergave: instellen om de locatiegegevens
op het scherm weer te geven in de opnamemodus.
De locatiegegevens worden alleen in het Koreaans
weergegeven wanneer u zich in Korea bevindt en de
schermtaal op Koreaans is ingesteld. Wanneer er een
andere taal is ingesteld, verschijnen de locatiegegevens
in het Engels. (Uit, Aan*)
• GPS resetten: stel dit in om voor GPS-satellieten te
zoeken die het dichtst bij uw huidige positie zijn.
(Ja, Nee)
Als u de GPS-functie wilt gebruiken, moet u een
optioneel GPS-apparaat aanschaffen.
155
Camera-instellingenmenu >
Instellingen
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
• Sensor reinigen: verwijder stof van de sensor.
• Bij inschakelen: de sensor wordt telkens bij het
inschakelen van de camera gereinigd. (Uit*, Aan)
Sensor reinigen
Aangezien deze camera gebruikmaakt van
verwisselbare lenzen, kan er bij het wisselen van
de lens stof op de sensor komen. Dit kan resulteren
in zichtbare stofdeeltjes op de foto. Het wordt
aanbevolen om niet in een stoffige omgeving
lenzen te wisselen. Zorg ook dat de lensdop
bevestigd is als de lens niet wordt gebruikt.
Reset
Het instellingenmenu en de opnameopties opnieuw
instellen zodat ze weer op de fabrieksinstellingen
staan. (Instellingen voor datum en tijd, taal en videouitvoer worden niet gewijzigd.) (Ja, Nee)
Open bronlicenties
Open Source-licenties weergeven.
156
Hoofdstuk 6
Verbinding maken met externe apparaten
Profiteer optimaal van de mogelijkheden van deze camera door het apparaat op externe apparaten zoals een computer,
HDTV of 3D-televisie aan te sluiten.
Verbinding maken met externe apparaten
Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met een optionele
HDMI-kabel op een HDTV (3D TV) aan te sluiten.
5
Schakel de camera in.
• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u
deze aansluit op een HDTV.
Bestanden weergeven op een HDTV
1
Raak in opname- of afspeelmodus
→q→
HDMI-uitvoer → een optie aan. (pag. 153)
6
Bedien de camera om foto's weer te geven of video's af te
spelen.
• Als u de HDMI-kabel gebruikt, kunt u de camera via de Anynet+(CEC)methode op een HDTV aansluiten.
2
Schakel de camera en de HDTV uit.
3
Sluit de camera op de HDTV aan met de optionele
HDMI-kabel.
4
Schakel uw HDTV in en selecteer de HDMI-videobron.
• Als de HDTV Anynet+(CEC) ondersteunt, wordt de televisie automatisch
ingeschakeld wanneer deze samen met de camera wordt gebruikt. Deze
functie is mogelijk niet op alle HDTV's beschikbaar.
• Wanneer de camera met een HDMI-kabel op een HDTV is aangesloten,
kunnen er geen foto's of video's met de camera worden gemaakt.
• Wanneer de camera op een HDTV is aangesloten, zijn bepaalde
weergavefuncties van de camera mogelijk niet beschikbaar.
• De tijdsduur waarna de camera en een HDTV met elkaar zijn verbonden
kan variëren, afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart. Hoewel
de hoofdfunctie van een geheugenkaart het zorgen voor een grotere
overdrachtssnelheid is, is het niet noodzakelijk zo dat een geheugenkaart met
een grote overdrachtssnelheid ook snel is in combinatie met de HDMI-functie.
158
Verbinding maken met externe apparaten >
Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie
Bestanden weergeven op een 3D-televisie
6
U kunt foto's of video's weergeven die in 3D-modus zijn vastgelegd, of met
de 3D Panorama-optie in Smart-modus op een 3D TV.
1
Raak in opname- of afspeelmodus
→q→
HDMI-uitvoer → een optie aan. (pag. 153)
Ga naar een 3D-bestand en raak
3D-modus te schakelen.
•
7
Raak
aan om naar de
aan om naar de 2D-modus te schakelen.
Schakel de 3D-functie van uw televisie in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer
informatie.
2
3
Schakel uw camera en 3D TV uit.
8
Sluit de camera op de 3D-televisie aan met de optionele
HDMI-kabel.
Bedien de camera om 3D-foto's weer te geven of 3D-video's af
te spelen.
• U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-effect op televisies die deze
indeling niet ondersteunen.
• Gebruik een gepaste 3D-bril als u een MPO-bestandof een 3D-videobestand
op een 3D-tv weergeeft.
• Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus wordt het 3D-effect mogelijk
minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt in de 3D-modus met een
3D-lens.
4
Schakel uw 3D-televisie in en selecteer de HDMI-videobron.
5
Schakel de camera in.
• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u
Bekijk de 3D-foto's of -video's die zijn vastgelegd met uw camera niet
gedurende langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan
onaangename symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen,
vermoeidheid, misselijkheid, en meer.
deze aansluit op een 3D-televisie.
159
Verbinding maken met externe apparaten
Bestanden naar de computer overbrengen
Draag bestanden op een geheugenkaart over naar uw computer door de
camera met de computer te verbinden.
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
3
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch.
4
Selecteer op uw computer Deze computer → Verwisselbare
schijf → DCIM → 100PHOTO of 101_0101.
5
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
computer of sla ze daar op.
De camera aansluiten als verwisselbare schijf
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
1
2
Schakel de camera uit.
Als Maptype is ingesteld op Datum, wordt de mapnaam weergegeven als
'XXX_MMDD'. Als u bijvoorbeeld op 1 januari een opname maakt, wordt de
mapnaam '101_0101'.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
• U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
• Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de
camera mogelijk niet naar behoren.
160
Verbinding maken met externe apparaten >
Bestanden naar de computer overbrengen
De camera loskoppelen (Windows XP)
Met Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 lijken de manier waarop de
camera moet worden losgemaakt, sterk op elkaar.
1
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
Zorg dat er op dat moment geen gegevens tussen de camera
en de computer worden uitgewisseld.
• Als het statuslampje op de camera knippert, betekent dit dat er
gegevens worden overgedragen. Wacht totdat het statuslampje
niet meer knippert.
2
Klik op
op de werkbalk in de rechterbenedenhoek van uw
computerscherm.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan.
• U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden worden
beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
• Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de
camera mogelijk niet naar behoren.
161
Verbinding maken met externe apparaten >
3
Bestanden naar de computer overbrengen
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram voor een verwisselbare schijf weer.
4
Open de verwisselbare schijf.
5
Breng foto's of video's naar de Mac-computer over.
162
Verbinding maken met externe apparaten
Programma's op een computer gebruiken
U kunt met de gegeven programma's bestanden weergeven en bewerken.
U kunt ook draadloos de bestanden naar een computer verzenden.
i-Launcher gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en
biedt u een koppeling om het programma PC Auto Backup te downloaden.
Programma's installeren vanaf de
meegeleverde cd
1
Plaats de installatie-cd in uw computer.
Vereisten voor Windows OS
Onderdeel
Vereisten
Processor
Intel Core 2 Duo® 2.0 GHz of hoger/
AMD Phenom™ 2.4 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
2
Selecteer een taal.
3
Selecteer een programma om te installeren.
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7,
Windows 8
4
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Schijfruimte
Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
5
Klik op Exit (Afsluiten) om de installatie te voltooien.
• CD-ROM-station
• 1024x768 pixels, monitor met ondersteuning
Overig
Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt
Onderdeel
Beschrijving
Multimedia Viewer
U kunt bestanden weergeven met Multimedia
Viewer.
Firmware Upgrade
U kunt de firmware van de camera downloaden.
PC Auto Backup
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt
vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc.
voor 16-bits kleuren (1280x1024 pixels en
ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen)
• USB 2.0-poort
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600 series of hoger
• Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bit versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd—zelfs op 64-bit edities van Windows XP,
Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
163
Verbinding maken met externe apparaten >
Programma's op een computer gebruiken
• De vereisten zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct
wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand
van de computer.
• Als de computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet
correct afgespeeld.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is veroorzaakt door het
gebruik van niet-gekwalificeerde computers zoals een computer die u zelf hebt
samengesteld.
Vereisten voor Mac OS
Onderdeel
Vereisten
Besturingssysteem
Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van
PowerPC)
RAM
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer
aanbevolen)
Schijfruimte
Minimaal 110 MB
Overig
USB 2.0-poort, CD-ROM-station
i-Launcher openen
Selecteer op uw computer start → Alle programma's → Samsung →
i-Launcher → Samsung i-Launcher. Of klik op uw Mac OS-computer op
Applications (Toepassingen) → Samsung → i-Launcher.
164
Verbinding maken met externe apparaten >
Programma's op een computer gebruiken
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik in het scherm van
Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
• Multimedia Viewer ondersteunt de volgende indelingen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
• Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten
worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
1
Nr.
Beschrijving
1
Best.naam
2
Vergroot gedeelte
3
Histogram
4
Het geselecteerde bestand openen.
5
Histogram-knop
6
Naar links draaien/naar rechts draaien.
7
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende
bestand gaan.
8
De foto aanpassen aan het scherm.
9
De foto op origineel formaat weergeven.
10
Inzoomen/uitzoomen
11
Schakelen tussen de 2D- en 3D-modus.
2
3
11
10
9 8
7
6
5
4
165
Verbinding maken met externe apparaten >
Programma's op een computer gebruiken
Video's weergeven
1
Nr.
Beschrijving
6
Pauze
7
Naar het vorige bestand gaan.
8
Voortgangsbalk
De firmware downloaden
Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Het programma PC Auto Backup downloaden
2
8
7 6 5 4
Nr.
Beschrijving
1
Best.naam
2
Het volume aanpassen.
3
Het geselecteerde bestand openen.
4
Naar het volgende bestand gaan.
5
Stop
Klik vanaf het scherm van Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Voor
informatie over het installeren van het programma Automatische back-up
pc dient u pagina 133 te raadplegen.
3
166
Verbinding maken met externe apparaten >
Programma's op een computer gebruiken
Adobe Photoshop Lightroom installeren
Adobe Photoshop Lightroom gebruiken
1
Plaats de DVD-ROM Adobe Photoshop Lightroom in uw
computer.
2
Selecteer een taal.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Foto's die met een camera gemaakt zijn, worden vaak omgezet naar een
JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen
van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden
niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het
geheugen opgeslagen. Met Adobe Photoshop Lightroom kunt u de
belichting, witbalans, tinten, contrast en kleuren van foto's kalibreren.
U kunt ook JPEG- of TIFF-bestanden en RAW-bestanden bewerken.
Raadpleeg de handleiding bij het programma voor meer informatie.
167
Hoofdstuk 7
Bijlagen
Informatie over foutberichten, onderhoud van de camera,
tips voor het oplossen van problemen, specificaties en optionele accessoires.
Bijlagen
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande
oplossingen proberen.
Foutmeldingen
Mogelijke oplossing
Lens vergrend
De lens is vergrendeld. Draai de lens linksom totdat u
een klik hoort. (pag. 46)
Kaartfout
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
Foutmeldingen
Mogelijke oplossing
Max. aant.
mappen en
bestanden bereikt.
Vervang kaart
Bestandsnamen komen niet overeen met de
DCF-norm. Breng de bestanden op de geheugenkaart
naar een computer over en formatteer de kaart.
(pag. 155)
Error 00
Schakel de camera uit, ontkoppel de lens en
plaats deze weer terug. Neem contact op met een
servicecenter als de melding blijft verschijnen.
Error 01/02
Schakel de camera uit, verwijder de batterij en
plaats deze weer terug. Neem contact op met een
servicecenter als de melding blijft verschijnen.
terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
169
Bijlagen
Onderhoud van de camera
Reiniging van de camera
Cameralens en -scherm
Gebruik een borsteltje om stof te verwijderen en veeg de lens met een
zachte doek af. Als enige stof achterblijft, brengt u een reinigingsmiddel
voor lenzen op een stuk reinigingspapier aan en veegt u hiermee
voorzichtig over de lens.
Beeldsensor
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er stof op foto's zichtbaar
zijn doordat de beeldsensor aan de buitenlucht is blootgesteld geweest.
Dit is geen probleem en blootstelling aan stof is iets wat bij alledaags
gebruik van de camera gebeurt. U kunt stof van de sensor verwijderen
met de functie voor sensorreiniging. (pag. 156) Als er na het reinigen van
de sensor nog stof achterblijft, neemt u contact op met een servicecenter.
Steek de blazer niet in de opening van de vatting.
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
170
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
De camera gebruiken of opbergen
Gebruik op het strand of aan de waterkant
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de
camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of
geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met
natte handen, kan de camera beschadigd raken.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen
waar de luchtvochtigheid snel verandert.
• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet
op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld in een auto die in
de zon staat.
• Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke
trillingen om ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne
onderdelen te voorkomen.
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen met
absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten houder
plaatsen.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en
moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de
camera wordt ingeschakeld als de batterij langere tijd niet in de camera
is geplaatst.
• Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen
of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen,
gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de
accessoires van de camera.
• Berg de camera niet op met mottenballen.
171
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera van een koude omgeving naar een warme overbrengt,
kan zich op de lens of interne componenten van de camera condensatie
vormen. In deze situatie dient u de camera uit te schakelen en ten minste
1 uur te wachten. Als zich condensatie vormt op de geheugenkaart, dient
u de geheugenkaart uit de camera te halen en te wachten tot al het vocht
is verdampt voordat u het kunt terugplaatsen.
• Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor
verkleuren of defect raken.
• Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
• Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld.
Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer
in om de camera te gebruiken.
• De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
zitten en de werking van de camera kan beïnvloeden.
• Schakel de camera uit wanneer u deze niet gebruikt.
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
blootstelt aan schokken.
• Bewaar de camera in het etui om het scherm te beschermen tegen externe
krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of
kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
• Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is.
Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken.
Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te
laten repareren.
van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
• Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld,
kan de kleur van het scherm tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden
worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en
worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
• Verf of metaal op de buitenkant van de camera kan allergieën, jeukende
huid, eczeem of opzwelling veroorzaken bij mensen met een gevoelige
huid. Als u enige van deze symptomen ervaart, dient u onmiddellijk te
stoppen met het gebruik van de camera en een arts te raadplegen.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik
wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit
ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd
onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.
• Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of
in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren.
Deze apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of
een ontploffing veroorzaken.
172
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Geheugenkaart
Ondersteunde geheugenkaart
Dit product biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD
(Secure Digital), micromicroSDHC (Secure Digital High Capacity) of
microSDXC (Secure Digital eXtended Capacity).
Geheugenkaartadapter
Geheugenkaart
Om met een computer of geheugenkaartlezer gegevens te lezen, plaatst u
de geheugenkaart in een geheugenkaartadapter.
173
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een SD-kaart van 2 GB
gebaseerd.
Kwaliteit
Formaat
Foto
Superhoog
Hoog
Normaal
RAW
RAW + S.Fijn
RAW + Fijn
RAW + Normaal
20.0M (5472X3648)
130
163
217
39
30
31
33
10.1M (3888X2592)
277
356
505
-
33
34
35
5.9M (2976X1984)
471
570
727
-
35
36
36
2.0M (1728X1152)
1053
1426
1941
-
37
37
38
Burst
430
514
638
-
-
-
-
16.9M (5472X3080)
153
190
251
-
31
32
34
7.8M (3712X2088)
346
417
568
-
34
35
36
4.9M (2944X1656)
512
670
896
-
36
36
37
2.1M (1920X1080)
1015
1349
1700
-
37
37
37
13.3M (3648X3648)
217
227
284
-
32
33
34
7.0M (2640X2640)
336
465
592
-
35
35
36
4.0M (2000X2000)
559
752
1203
-
36
37
37
1.1M (1024X1024)
2149
2471
2819
-
38
38
38
174
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Kwaliteit
Formaat
1920X1080 (30 fps)
*
1920X1080 (15 fps)
1920X810 (24 fps)
Video
1280X720 (60 fps)
1280X720 (30 fps)
640X480 (30 fps)
Om te delen (30 fps)
*
•
•
•
•
•
•
Hoge kwaliteit
Normaal
Ongeveer 17' 21"
Ongeveer 21' 44"
Ongeveer 23' 02"
Ongeveer 28' 50"
Ongeveer 21' 11"
Ongeveer 26' 31"
Ongeveer 16' 33"
Ongeveer 20' 42"
Ongeveer 28' 38"
Ongeveer 35' 53"
Ongeveer 70' 48"
Ongeveer 88' 58"
Ongeveer 213' 41"
Ongeveer 271' 09"
is alleen met enkele Smart-fitleropties beschikbaar.
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie.
Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden.
Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.
De maximale opnametijd is 29 minuten en 59 seconden per bestand.
De maximale opnametijd is 20 minuten als u
selecteert.
De maximale afspeeltijd van video's Om te delen is 30 seconden per bestand.
175
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Zorg dat geheugenkaarten niet aan hele koude of hele warme
temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F) worden
blootgesteld. Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten slecht functioneren.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart
in de verkeerde richting plaatst, kunnen de camera en de geheugenkaart
hierdoor beschadigen.
• Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een
computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart
opnieuw in uw eigen camera.
• Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
• Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil
of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte
doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
• Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor geheugenkaarten, in
contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke
stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet
goed meer werken.
• Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
• Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde
schijf of cd/dvd.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm
worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
• Gebruik een geheugenkaart die voldoet aan de standaardvereisten.
het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen.
• Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
foto's meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
• Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of
druk worden blootgesteld.
• Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van
krachtige magnetische velden.
• Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.
176
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
De batterij
• Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
• Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
afgesloten ruimte.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen
voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
Batterijspecificaties
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
Onderdeel
Beschrijving
Model
BP1130
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
1130 mAh
Voltage
7,6 V
Oplaadtijd* (wanneer de batterij
volledig ontladen is)
Ongeveer 215 min
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de
onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
lithium-ionbatterijen ter vervanging.
• Haal de batterij niet uit elkaar en maak er geen gat in met een scherp
voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van
grote hoogte te laten vallen.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen van 60 °C (140 °F) of hoger.
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
• Voer de batterij met zorg af.
• Werp de batterij nooit in een open vuur.
• Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot
de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale
regelgeving.
• De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze
•
•
•
•
wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in
de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers
en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven
wijze op.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot
aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer.
Plaats de batterij niet in een magnetron.
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een
badkamer of douche.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Wissel de batterij alleen volgens de methode zoals in deze gebruiksaanwijzing
wordt beschreven. De batterij kan vlam vatten of exploderen als het niet juist
wordt geladen.
177
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Werkduur van de batterij
Opnamemodus
Gemiddelde tijdsduur/aantal foto's
Foto's
Ongeveer 170 min/Ongeveer 340 foto's
Video's
Ongeveer 130 min (Neem video's op met een
1920X1080 resolutie en 30 fps.)
• De cijfers hierboven zijn gebaseerd op de CIPA-testnormen. De resultaten
die u tijdens het gebruik behaalt, kunnen hiervan afwijken.
• De daadwerkelijk beschikbare opnameduur verschilt en is
afhankelijk van achtergrond, de tijd tussen opnamen en de
gebruiksomstandigheden.
• Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's
achter elkaar opgenomen.
Bericht Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en
wordt de melding 'Batterij bijna leeg' weergegeven.
De batterij gebruiken
• Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge
temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme
temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
• Trek niet aan de netvoedingskabel om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Dit kan brand of elektrische schok veroorzaken.
• Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en levensduur
van de batterij afnemen.
• Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de
gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
• Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd
opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan
lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als
u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst,
loopt de batterij leeg. U kunt mogelijk een volledig lege batterij niet
meer opladen.
• Wanneer u de camera langere periode niet gebruikt (3 maanden of
meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de
batterij voortdurend laat leeglopen, nemen de capaciteit en levensduur
mogelijk af, wat kan leiden tot defecten, brand of explosies.
178
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen.
Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van de
batterij en tijdelijke of permanente schade aan batterijen veroorzaken of
brand of een elektrische schok.
De batterij opladen
• Controleer als het statuslampje uit is of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
• Als de camera is ingeschakeld tijdens het opladen, laadt de batterij
mogelijk niet volledig op. Schakel de camera uit voordat u de batterij
oplaadt.
• Gebruik de camera niet wanneer u de batterij oplaadt. Dit kan brand of
een schok veroorzaken.
• Trek niet aan de netvoedingskabel om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Dit kan brand of elektrische schok veroorzaken.
• Als u de camera aansluit op een externe stroombron wanneer de batterij
leeg is, zorgen functies die veel stroom verbruiken ervoor dat de camera
wordt uitgeschakeld. Als u de camera normaal wilt gebruiken, moet u de
batterij opladen.
• Als u het netsnoer aansluit wanneer de batterij volledig is opgeladen,
gaat het statuslampje ongeveer 30 minuten branden.
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode statuslampje wordt
uitgeschakeld.
• Als het indicatielampje rood knippert, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
• Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het statuslampje rood knipperen. Nadat de
batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
• Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten.
Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te
koppelen.
• Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.
• Laat de batterij minstens 10 minuten opladen voordat u de camera
inschakelt.
179
Bijlagen >
Onderhoud van de camera
Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel.
• De batterij laadt wellicht niet op als:
- u een USB-hub gebruikt
- andere USB-apparaten zijn aangesloten op de computer
- u de kabel hebt aangesloten op de poort aan de voorzijde van de computer
- de USB-poort van uw computer ondersteunt niet de stroomuitvoerstandaard
(5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen
bij het weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals
een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze
te heet worden.
180
Bijlagen
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met het toestel ondervindt, kunt u eerst de
volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, moet u ook de onderdelen
meenemen die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de
geheugenkaart of de batterij.
Probleem
De camera kan niet
worden ingeschakeld
• Controleer of de batterij in de camera is geplaatst.
• Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
• Laad de batterij op.
display wordt automatisch uitgeschakeld.
(pag. 153)
• De camera wordt mogelijk automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
geheugenkaart door extreme hitte beschadigd
raakt. Schakel de camera weer in.
• Bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) kan de
De batterij raakt snel
leeg
batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen
van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de
batterij indien nodig weer op.
• Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de levensduur drastisch
afneemt.
Mogelijke oplossing
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
Mogelijke oplossing
• Laad de batterij op.
• Uw camera staat mogelijk in de spaarstand of het
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
Probleem
•
•
•
•
•
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
kaart.
Formatteer de geheugenkaart.
De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Laad de batterij op.
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
De camera wordt
warm
Tijdens het gebruik kan de camera opwarmen.
Dit is normaal en zou niet de levensduur of
prestatie van uw camera moeten beïnvloeden.
Er wordt onverwachts
geflitst
Wegens statische elektriciteit kan de flitser
afgaan. De camera heeft geen storingen.
De flitser werkt niet
• Mogelijk is de flitser ingesteld op Uit. (pag. 101)
• In bepaalde modi kunt u de flitser niet gebruiken.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel de datum en tijd in onder het menu q.
(pag. 153)
Het scherm of de
knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
181
Bijlagen >
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Probleem
Mogelijke oplossing
Probleem
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
De geheugenkaart
heeft een fout
Uw computer herkent
een microSDXCgeheugenkaart niet.
terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 176)
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT- bestandssysteem. Als u microSDXCgeheugenkaarten wilt gebruiken op een Windows
XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor
het exFATbestandssysteem downloaden en
bijwerken via de website van Microsoft.
Uw televisie of
computer kan geen
foto's of video's
weergeven die zijn
opgeslagen op
een microSDXCgeheugenkaart.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT- bestandssysteem. Zorg ervoor dat het
externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit
op het apparaat.
Kan geen bestanden
weergeven
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera dit bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een
computer afspelen of weergeven.
Mogelijke oplossing
• Zorg dat de gekozen scherpsteloptie geschikt is
voor het soort opname dat u wilt maken.
De foto's zijn onscherp
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de
camera beweegt.
• Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (pag. 170)
De kleuren in de
foto zijn anders dan
de daadwerkelijke
kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
voor de lichtbron. (pag. 77)
De foto is te licht of te
donker.
De foto is over- of onderbelicht.
• Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 76)
• Schakel de flitser uit of in. (pag. 101)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 104)
Foto's zijn vervormd
Deze camera kan een minimale vervorming hebben
wanneer er een groothoeklens wordt gebruikt
waarmee een grote beeldhoek mogelijk is. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
Het afspeelscherm
verschijnt niet op het
aangesloten externe
apparaat
• Controleer of de HDMI-kabel goed op de externe
monitor is aangesloten.
• Zorg dat er bruikbare opnamen op de
geheugenkaart staan.
182
Bijlagen >
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Probleem
Mogelijke oplossing
Probleem
Mogelijke oplossing
De computer herkent
de camera niet
• Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Controleer of u een ondersteund
Ik kan geen DPOF
voor RAW-bestanden
instellen
U kunt DPOF niet instellen voor RAW-bestanden.
besturingssysteem gebruikt.
Tijdens het
overbrengen van
bestanden verbreekt
de computer de
verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel
los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen
video's afspelen
Video's worden mogelijk in bepaalde programma's
voor het afspelen van video's niet afgespeeld. Als
u videobestanden wilt afspelen die zijn vastgelegd
met uw camera, gebruikt u het programma
Multimedia Viewer dat u met het programma
i-Launcher kunt installeren op uw computer.
• Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
• Het onderwerp is niet in focus. Wanneer het
Autofocus werkt niet
AEL-functie werkt niet
Lens werkt niet
• Afhankelijk van de specificaties en omgeving van
i-Launcher werkt niet
naar behoren
uw computer, wordt het programma mogelijk
niet automatisch gestart. Klik in dit geval op
start → Alle programma's → Samsung →
i-Launcher → Samsung i-Launcher op uw
Windows-computer. (Windows 8: open het
startscherm en selecteer select All apps (Alle
apps) → Samsung i-Launcher.) Of klik op
Applications (Toepassingen) → Samsung →
i-Launcher op uw Mac OS-computer.
onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt,
beweegt u de camera zodanig dat het AFgebied over het onderwerp valt en drukt u
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Het onderwerp is te dichtbij. Neem een stap naar
achteren en maak de opname.
• De scherpstelling is op MF ingesteld.
Schakel over naar de AF-modus.
De AEL-functie werkt niet in de modi Auto,
Handmatig en Smart. Selecteer een andere
modus om deze functie te gebruiken.
• Zorg dat de lens goed is geplaatst.
• Verwijder de lens van de camera en monteer
het opnieuw.
De externe flitser of
GPS werkt niet
Controleer of de externe flitser goed is geplaatst en
is ingeschakeld.
Het scherm voor
de datum- en
tijdinstellingen
wordt weergegeven
wanneer u de camera
inschakelt
• Stel de datum en tijd opnieuw in.
• Dit scherm verschijnt wanneer de interne
krachtbron van de camera volledig is ontladen.
Plaats een volledig opgeladen batterij en wacht
ten minste 72 uur in uitgeschakelde toestand tot
de interne krachtbron weer is opgeladen.
183
Bijlagen
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Scherm
Type
CMOS
Sensorformaat
23,5 X 15,7 mm
Effectieve pixels
Ongeveer 20,3 megapixels
Totaalaantal pixels
Ongeveer 21,6 megapixels
Kleurenfilter
RGB-primairekleurenfilter
Lensvatting
Type
Samsung NX-vatting
Beschikbare lens
Samsung-lenzen
Beeldstabilisatie
Type
Lens-shift (afhankelijk van de lens)
Modus
Uit/Modus 1/Modus 2
Lensvervormingscorrectie
Type
TFT-LCD met aanraakpaneel (aanraakbediening
van het C-type ingeschakeld)
Formaat
3,7 mm (Ongeveer 93,8")
Resolutie
WVGA (800X480) 1152k punten
Gezichtsveld
Ongeveer 100 %
Hoek
Hersteld
Gebruikersscherm
Rasterlijn, Pictogrammen, Histogram,
Afstandsschaal, Niveaumeter
Scherpstelling
Type
Contrast AF
Scherpstelpunt
•
•
•
•
Modus
Enkelvoudige AF, Continu AF, Handm.
scherpstellen, Aanraak AF en Sluiter
AF-hulplampje
Groene LED
Uit/Aan (afhankelijk van de lens)
i-Function
Z (X1.2, 1.4, 1.7, 2.0)
Stofreductie
Type
Selectie: 1 punt (vrije selectie)
Multi: Normaal 21 punten, Tot bijna 35 punten
Gezichtsdetectie: max. 10 gezichten
Tracking AF van object
Ultrasoon transport
184
Bijlagen >
Cameraspecificaties
Sluiter
Transportmodus
Type
Elektronisch gestuurde verticaal lopende
spleetsluiter
Sluitertijd
• Automatisch: 1/4000-1/4 sec.
• Handmatig: 1/4000-30 sec. (1/3 EV Stap)
• Bulb (tijdslimiet: 4 min.)
Belichting
Modus
8 fps
Continuopnamen
TTL 221 (17 X 13) Bloksegment
Lichtmetingssysteem
Lichtmeting: Multi, Centr. gewogen, Spot
1 opname, Serieopname, Burst (alleen 5M),
Timer, Belichtingstrap (Automatische belichting,
Witbalans, Fotowizard)
* De maximale opnamesnelheid is 8 frames per seconde.
Deze neemt af na ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAWopnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart. Kan verschillen
afhankelijk van de specificaties van de geheugenkaart.)
Burst-opname
• 10, 15, of 30 frames per seconde
• Tot 30 opnamen per druk op sluiter
Opnametrapje
Automatische belichtingsbracketing (±3 EV),
Witbalansbracketing, Fotowizardbracketing
Metingsbereik: EV 0-18 (ISO100 · 30 mm, F2)
Compensatie
±3 EV (1/3 EV Stap)
AE-vergrendeling
AEL-aanraaktoets
Zelfontspanner
2-30 sec. (1 tweede interval)
• 1 stap: Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
Ontspanknop
SR2NX02 (via Micro USB-poort) (optioneel)
ISO-equivalent
ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400,
ISO 12800, ISO 25600
• 1/3 stap: Auto, ISO 100, ISO 125, ISO 160,
ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500,
ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250,
ISO 1600, ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200,
ISO 4000, ISO 5000, ISO 6400, ISO 8000,
ISO 10000, ISO 12800, ISO 16000, ISO 20000,
ISO 25600
Flitser
Type
Externe flitser (bundel met SEF8A)
Modus
Smart Flitser, Auto, Automatisch rode ogen
onderdrukken, Invulflits, Invulflits + Rode ogen,
1e gordijn, 2e gordijn, Uit
Richtgetal
8 (gebaseerd op ISO 100) (SEF8A)
Beeldhoek
28 mm (35 mm filmequivalent)
Synchronisatiesnelheid
Minder dan 1/180 sec.
EV flitser
-2-+2 EV (0,5 EV Stap)
185
Bijlagen >
Cameraspecificaties
Externe flitser
Optionele externe flitsers van Samsung
Synchronisatieterminal
Hot-shoe
Smart-modus
Gezichtscorrectie, Beste gezicht, Landschap,
Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama,
Waterval, Silhouet, Zon onder, Nacht, Vuurwerk,
Lichtspoor, Creatieve opname
Modus
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt,
Wit TL-licht, NW TL-licht, Daglicht-TL, Kunstlicht,
WB flitser, Aangep. instelling, Kleurtemperatuur
(handmatig)
Intelligent filter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Microaanpassing
Oranje/Blauw/Groen/Magenta respectievelijk
7 stappen
Witbalans
• JPEG (3:2): 20.0M (5472X3648),
Dynamisch bereik
Uit/Smart bereik+/HDR
Fotowizard
Modus
Standaard, Helder, Portret, Landschap, Bos,
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Aangepast 1,
Aangepast 2, Aangepast 3
Parameter
Kleur, Kleurverzadiging, Scherpte, Contrast
Formaat
* 3D-modus met SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3Dlens is alleen beschikbaar met JPEG (16:9) 4.1M
(2688X1512) of 2.1M (1920X1080).
Opname
Modus
Auto, Smart, Expert (Programma,
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig,
Aangepast), Wi-Fi
10.1M (3888X2592), 5.9M (2976X1984),
5.0M (2736X1824) (alleen Burst-modus),
2.0M (1728X1152)
• JPEG (16:9): 16.9M (5472X3080),
7.8M (3712X2088), 4.9M (2944X1656),
2.1M (1920X1080)
• JPEG (1:1): 13.3M (3648X3648),
7.0M (2640X2640), 4.0M (2000X2000),
1.1M (1024X1024)
• RAW: 20.0M (5472X3648)
Kwalit.
Superhoog, Hoog, Normaal
RAW-standaard
SRW (ver.2.0.0)
Kleurruimte
sRGB, Adobe RGB
186
Bijlagen >
Cameraspecificaties
Video
Weergave
Type
MP4 (H.264)
Indeling
Video: H.264, Geluid: AAC
Film AE-modus
Type
Eén afbeelding, Miniaturen (15/28), Diashow,
Film
Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,
Handmatig
Bewerken
Intelligent filter, Anti-rode ogen, Res.wijz,
Draaien, Gezichtretouch., Helderheid, Contrast
Intelligent filter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Intelligent filter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Formaat
1920X1080, 1920X810, 1280X720, 640X480,
320X240 (Om te delen)
Opnamesnelheid
30 fps, 24 fps (alleen beschikbaar met 1920X810),
15 fps (alleen beschikbaar met Intelligent filter
opties)
Multi Motion
x0.25 (alleen 640X480, 320X240),
x0.5 (1280X720 (alleen 30 fps), 640X480,
320X240), x1, x5, x10, x20
Kwaliteit
Hoge kwaliteit, Normaal
Geluid
Stereo
Bewerken
Stilstaand beeld als foto vastleggen,
Video inkorten
Opslag
Media
Extern geheugen (optioneel):
microSD-kaart (2 GB gegarandeerd),
microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd),
microSDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd)
• Class 6, 10, UHS-1
Bestandsindeling
RAW (SRW (ver.2.0.0)), JPEG (EXIF 2.21),
MPO (3D), MP4 (Film), DCF, DPOF 1.1
GPS
Type
Geotagging met een optionele GPS-module
(WGS 84)
Functionaliteit
Locatienaam (alleen beschikbaar in het Engels
en Koreaans)
187
Bijlagen >
Cameraspecificaties
Draadloos netwerk
Energiebron
Type
IEEE 802.11b/g/n
Functie
MobileLink, Remote Viewfinder, Automatische
back-up, E-mail, SNS en cloud, Samsung Link,
AutoShare, Wi-Fi Direct
NFC
Type
Heroplaadbare batterij: BP1130 (1130 mAh)
* Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron
verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
119 x 64,5 x 35,7 mm (zonder uitsteeksels)
Gewicht
Ja
228 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Interface
Digitale uitvoer
USB 2.0 (micro USB-aansluiting)
Video-uitvoer
• NTSC, PAL (instelbaar)
• HDMI
Externe ontspanknop
Ja (micro USB)
Externe microfoon
Ja
Gelijkstroomingang
Gelijkstroom 5,0 V, 1A via microUSB
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5-85 %
Software
i-Launcher, Adobe Photoshop Lightroom
* Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren.
* Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
188
Bijlagen
Woordenlijst
Toegangspunt
Een toegangspunt is een apparaat waarmee draadloze apparaten
verbinding kunnen maken met een bedraad netwerk.
AEL/AFL (Vergrendeling automatische belichting/
vergrendeling automatische scherpstelling)
Met deze functies kunt u de belichting of scherpstelling vergrendelen
op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen of als u de belichting wilt
berekenen.
Ad-hocnetwerk
Een ad-hocnetwerk is een tijdelijk verbinding voor het delen van
bestanden of een internetverbinding tussen computers en apparaten.
AdobeRGB
Adobe RGB wordt gebruikt voor commercieel afdrukken en heeft een
groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u
foto's gemakkelijk bewerken op een computer.
AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
AF (Autofocus)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het
onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te
stellen.
AMOLED (Active-matrix organic light-emitting diode)/
LCD (Liquid Crystal Display)
AMOLED is een scherm dat erg dun en licht is en waarvoor geen
achtergrondverlichting nodig is. LCD is een scherm dat algemeen wordt
gebruikt in consumentenelektronica. Dit scherm heeft een afzonderlijke
achtergrondverlichting, zoals CCFL of LED, nodig om kleuren te
reproduceren.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera
bereikt.
189
Bijlagen >
Woordenlijst
Bewegingsonscherpte (vaag)
Compositie
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het
volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag
is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de
flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de
OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren.
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het
beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden
een plezierig resultaat.
DCF (Design rule for Camera File system)
Cloudcomputing
Cloudcomputing is een technologie waarmee u gegevens kunt opslaan
op externe servers en de gegevens kunt gebruiken op een apparaat met
internettoegang.
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en
bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA).
Scherptediepte
Kleurruimte
Het kleurenbereik dat de camera kan zien.
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte
vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag.
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een
bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Wanneer de kleurtemperatuur
toeneemt, heeft de kleur van de lichtbron een blauwiger tint. Wanneer de
kleurtemperatuur afneemt, heeft de kleur van de lichtbron een rodere tint.
Bij 5500 graden Kelvin is de kleur van de lichtbron vergelijkbaar met die
van de zon rond het middaguur.
DPOF (Digitale afdrukbestelling)
Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde
beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die
compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de
informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken.
190
Bijlagen >
Woordenlijst
EV (Belichtingswaarde)
Flitser
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in
dezelfde belichting.
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in
omstandigheden met weinig licht.
EV-compensatie
Brandpuntsafstand
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt
berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw
foto's te verbeteren.
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in
millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere
beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere
brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling voor
digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries
Development Association (JEIDA).
Histogram
Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale
as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge
pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het
histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht.
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.
Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma
en ISO-waarde.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de
internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. Deze codec
kan video van goede kwaliteit leveren bij lage bitsnelheden ontwikkeld
door JVT (Joint Video Team).
191
Bijlagen >
Woordenlijst
Beeldsensor
Lichtmeting
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke
pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat
de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn
CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide
Semiconductor).
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.
IP (Internet Protocol)-adres
MF (Handmatige scherpstelling)
Een systeem dat de cameralens handmatig scherpstelt op het onderwerp.
U kunt de scherpstelring gebruiken om scherp te stellen op een
onderwerp.
Een IP-adres is een uniek nummer dat wordt toegewezen aan elk apparaat
dat verbinding heeft gemaakt met internet.
MJPEG (Motion JPEG)
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden
gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan
worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de
camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter
veel gevoeliger voor ruis.
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
MPO (Multi Picture Object)
Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere beelden
bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-effect op MPO-compatibele
schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden
worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen
met minimale afname van de beeldresolutie.
192
Bijlagen >
Woordenlijst
Ruis
PAL (Phase Alternate Line)
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels.
Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge
gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op
een donkere locatie.
Een coderingsnorm voor videokleur die in verschillende landen in Afrika,
Azië, Europa en het Midden-Oosten wordt gebruikt.
NFC (Near Field Communication)
NFC is een set met standaards voor radiocommunicatie op zeer korte
afstand. U kunt NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of
gegevens uit te wisselen met andere apparaten.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een
digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager
compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden.
RAW (onbewerkte CCD-gegevens)
Een coderingsnorm voor videokleur die vooral wordt gebruikt in Japan,
Noord-Amerika, de Filippijnen, Zuid-Amerika, Zuid-Korea en Taiwan.
De oorspronkelijke, niet-verwerkte gegevens die rechtstreeks
afkomstig zijn van de beeldsensor van de camera. Witbalans, contrast,
verzadiging, scherpte en andere gegevens kunnen worden bewerkt met
bewerkingssoftware voordat het beeld wordt gecomprimeerd naar een
standaardbestandsindeling.
Optische zoom
Resolutie
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden
vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie
bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage
resolutie.
NTSC (National Television System Committee)
193
Bijlagen >
Woordenlijst
Sluitertijd
Witbalans (kleurbalans)
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen
en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een
foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door
het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er
minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook
eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen.
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren
rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de
witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
sRGB (Standard RGB)
Internationale norm voor kleurruimte, vastgesteld door de IEC
(International Electrotechnical Commission). Deze norm is vastgesteld op
basis van kleurruimte voor computermonitoren en wordt ook gebruikt als
de standaardkleurruimte voor Exif.
Wi-Fi
Wi-Fi is een technologie waarmee elektronische apparaten draadloos
gegevens kunnen uitwisselen via een netwerk.
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
WPS is een technologie voor beveiliging van draadloze thuisnetwerken.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij
de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de
aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn
geplaatst.
194
Bijlagen
Optionele accessoires
Lens
Lens
SAMSUNG 18-55 mm
F3.5-5.6 OIS III
SAMSUNG 20-50 mm
F3.5-5.6 ED II
SAMSUNG 85 mm F1.4 ED SSA
SAMSUNG 12-24 mm F4-5.6 ED
SAMSUNG 16 mm F2.4
SAMSUNG 20 mm F2.8
SAMSUNG 45 mm F1.8
SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D
Externe flitser
SAMSUNG 30 mm F2
SAMSUNG 50-200 mm
F4-5.6 ED OIS III
SEF42A
SEF220A
GPS
GPS10
SAMSUNG 60 mm F2.8
Macro ED OIS SSA
SAMSUNG 18-200 mm
F3.5-6.3 ED OIS
195
Bijlagen >
Optionele accessoires
Draadontspanner (micro USB-type)
Microfoon
SR2NX02
EM10
Oplaadbare batterij
Batterijoplader
BP1130
BC3NX01
Cameratas
Camera-etui
USB-kabel
HDMI-kabel
Polslus
• De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van deze optionele accessoires voor meer informatie.
• Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Samsung is niet
verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van
derden ontstaat.
Geheugenkaart
Filter
196
Bijlagen
Index
A
Bestanden overbrengen
Mac 161
Windows 160
Aanraak AF 88
Aanraakscherm 40
Brandpuntsafstand 20
Display type 44
Draadloos netwerk 124
Draaien 119
Adobe Photoshop Lightroom 167
Afbeelding aanpassen
Foto's aanpassen 120
Gezichten aanpassen 121
Rode ogen 121
Autofocus 82
Automatische back-up 133
Camera
Aansluiten als verwisselbare
schijf 160
Indeling 29
Loskoppelen (Windows) 161
Op pc aansluiten 160
Cameraspecificaties 184
B
F-getal 15
Flitser
Bounce-fotografie 26
Flitsopties 101
Intensiteit 102
Richtgetal 25
Focus Peaking 90
Foto's
Batterij
Let op 177
Opladen 34
Plaatsen 33
D
Datum/tijd 153
Belichtingstrap 96
Diafragma 15, 19
Belichtingswaarde (EV) 15, 104
Diashow 114
Bestanden
Digitale afdrukbestelling
(DPOF) 115
Beveiligen 112
Fototype 75
Type video 106
Verwijderen 113
DIRECT LINK 31
Geheugenkaart
Let op 173
Plaatsen 33
Gezichten aanpassen 121
F
C
G
Bewerken 118
Opname-instellingen 74
Vergroten 114
Weergeven op 3D-televisie 159
Weergeven op camera 110
Weergeven op HDTV 158
Fotowizard 80
H
Helderheid display 152
Houding 13
I
i-Function 68
i-Launcher 163
Instellingen 152
Intelligent filter
Afspeelmodus 122
Opnamemodus 81
In-/uitfaden 107
ISO-waarde 76
i-Zoom 69
197
Bijlagen >
Index
Opnamemodi
K
Aangepast 65
Auto 55
Handmatig 64
Opnemen 66
Prioriteit lensopening 62
Prioriteit sluiter 63
Programma 61
Smart 57
Kleurruimte 148
L
Lenzen
Markeringen 49
Onderdelen 45
Ontgrendelen 46
Vergrendelen 46
Optionele accessoires
De flitser aansluiten 51
GPS-module aansluiten 53
Indeling van GPS-module 53
Onderdelen van flitser 50
L.meting 98
M
Miniaturen 110
MobileLink 129
Modus Beste gezicht 58
Optische beeldstabilisatie (OIS) 93
P
Rode ogen-effect
Afspeelmodus 121
Opnamemodus 102
Afspeelmodus 43
Opnamemodus 41
Onderhoud 170
R
Regel van derden 23
U
Uitpakken 28
V
Vergroten 114
Video Out 153
S
Video's
Opnemen 66
Opties 106
Vastleggen 117
Weergeven 116
Samsung Link 141
Scherpstelhulp 90
Scherptediepte 16, 21
Servicecenter 181
Smartpaneel 39
Panoramamodus 59
O
Opladen 34
Afspeelmodus 119
Opnamemodus (film) 106
Opnamemodus (foto) 74
Sluitertijd 17, 19
Pictogrammen
One Touch-opname 89
Resolutie
W
Witbalans 77
Snelheid 94
Spaarstand 153
T
3
3D-modus 70
Televisie 158
Timer 95
Tracking AF 88
Remote Viewfinder 131
198
Bijlagen
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader,
headset, USBkabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen
worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade
aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere
soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar
ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om
te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten
recyclen.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander
huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen
Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de
accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien
de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te
bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw
omgeving.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product
en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
199
LET OP
ER BESTAAT ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS U DE BATTERIJ VERVANGT
DOOR EEN BATTERIJ VAN EEN ONJUIST TYPE.
VERWIJDER OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt.
In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt.
200
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het
product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.