Samsung NX300 Handleiding

Type
Handleiding
DUT In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Gebruiksaanwijzing
1
Copyrightinformatie
Cameraspecicaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing
kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
aangeschaft.
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle
wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera
na.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing
zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar
een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid
door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de
Apple Corporation.
Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en Lightroom zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
HDMI, het HDMI-logo en de term
'High Denition Multimedia Interface'
zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het
eigendom van de betreende eigenaars.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de itser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand
van) de ogen van mensen of dieren. Als u de itser dicht bij de ogen van
het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het
gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten
het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden
ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar
opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan
permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een
onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips
om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera
optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel
kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Als er vloeistoen of vreemde voorwerpen in de camera
komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij
of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met
een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat.
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken.
Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de
camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur.
De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten
in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om
mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en
onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een
pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk
uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van
de pacemaker of het medische apparaat.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of
roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium- ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij
niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen
de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen
exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door
niet- goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de
batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
4
Informatie over gezondheid en veiligheid
Raak de itser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De itser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten
als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote
schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen
beschadigd raken.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters
en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en
accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of
gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische
velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als onderdelen van glas of acryl zijn gebroken, gaat u naar een
servicecentrum van Samsung om de camera te laten repareren.
5
Informatie over gezondheid en veiligheid
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade
die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht.
Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken.
Als de camera oververhit raakt, verwijdert u de batterij en laat
u de camera afkoelen.
Bij langdurig gebruik van de camera kan de batterij oververhit raken
en kan de interne temperatuur van de camera oplopen. Verwijder de
batterij als de camera niet meer werkt en laat deze afkoelen.
Hoge interne temperaturen kunnen ruis in uw foto's veroorzaken. Dit is
normaal en is niet van invloed op de algehele prestaties van de camera.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen
veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is
beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur
en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant
van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing
op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of
accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde
handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in
openbare ruimten of via open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op
auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of
regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.
6
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Modusaanduidingen
Modus Pictogram
Smart Auto
t
Programma
P
Diafragmaprioriteit
A
Sluiterprioriteit
S
Handmatig
M
Lensprioriteit
i
Smart
s
Wi-Fi
B
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor
de sluiterknop.
( )
Paginanummer van verwante informatie
ĺ
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer 1
ĺ Kwaliteit (staat voor : selecteer 1 en
vervolgens Kwaliteit).
*
Voetnoot
7
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Mijn camera
Aan de slag ................................................................................................... 29
Uitpakken ..................................................................................................................... 29
Onderdelen en functies ............................................................................. 30
De knop DIRECT LINK gebruiken ........................................................................... 32
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................................................. 33
De batterij en geheugenkaart verwijderen ....................................................... 33
De geheugenkaartadapter gebruiken .................................................................. 33
De batterij opladen en de camera inschakelen .................................... 34
De batterij opladen .................................................................................................. 34
De camera inschakelen ........................................................................................... 34
De eerste instellingen opgeven ............................................................... 35
Functies (opties) selecteren ...................................................................... 36
Selecteren met knoppen ........................................................................................ 36
Selecteren met aanraken ....................................................................................... 36
m gebruiken ..................................................................................................... 37
Bijvoorbeeld het fotoformaat in de P-modus instellen ................................ 37
Het smartpaneel gebruiken .................................................................................. 38
Pas bijvoorbeeld de belichtingswaarde aan in de P-modus ....................... 38
Tips
Fotograe-concepten en conventies
Houding ........................................................................................................ 13
De camera vasthouden .............................................................................................. 13
Staand fotograferen ..................................................................................................... 13
Geknield fotograferen ................................................................................................. 14
Het scherm gebruiken ................................................................................................ 14
Opname met lage hoek .............................................................................................. 15
Opname met hoge hoek ............................................................................................ 15
Diafragma ..................................................................................................... 16
Diafragma en scherptediepte .................................................................................. 17
Sluitertijd ...................................................................................................... 18
ISO-waarde ................................................................................................... 19
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de belichting
beïnvloeden ................................................................................................. 20
Samenhang tussen brandpuntsafstand, beeldhoek en
perspectief .................................................................................................... 21
Scherptediepte ............................................................................................ 22
Wat bepaalt de vervagingseecten? ..................................................................... 22
Optisch voorbeeld ........................................................................................................ 24
Compositie ................................................................................................... 24
De regel van derden .................................................................................................... 24
Foto's met twee onderwerpen ................................................................................ 25
Flitser ............................................................................................................. 26
Richtgetal van itser .................................................................................................... 26
Bounce-fotograe ........................................................................................................ 27
8
Inhoudsopgave
Pictogrammen op het scherm .................................................................. 40
In de opnamemodus................................................................................................ 40
Foto's maken ................................................................................................................. 40
Video's opnemen ......................................................................................................... 41
Over de peilmeter ........................................................................................................ 41
In de afspeelmodus .................................................................................................. 42
Foto's weergeven ......................................................................................................... 42
Video's afspelen............................................................................................................ 42
Instellen welke informatie wordt weergegeven ............................................ 43
Lenzen ........................................................................................................... 44
Lensindeling ................................................................................................................ 4 4
De lens vergrendelen of ontgrendelen ............................................................... 45
Markeringen op de lens .......................................................................................... 47
Accessoires ................................................................................................... 48
Onderdelen van externe itser ............................................................................ 48
De externe itser aansluiten .................................................................................... 49
Indeling van GPS-module (optioneel) ............................................................... 51
De GPS-module aansluiten .................................................................................... 51
Opnamemodi ............................................................................................... 53
t Smart Auto-modus ................................................................................... 53
P Programmamodus ............................................................................................... 55
Programmaverschuiving ........................................................................................... 56
Minimale sluitertijd .................................................................................................... 56
A Diafragmaprioriteitmodus ............................................................................... 57
S Sluitertijdvoorkeuzemodus .............................................................................. 58
M Handmatige modus ........................................................................................... 59
Afstemmingsmodus ................................................................................................... 59
De Bulb gebruiken ...................................................................................................... 60
i Lensprioriteitsmodus ........................................................................................ 60
E gebruiken .................................................................................................... 60
i-Function gebruiken in de modi P/A/S/M .................................................... 61
Z gebruiken ..................................................................................................... 63
s Smart-modus ...................................................................................................... 64
De modus Beste gezicht gebruiken ...................................................................... 65
Panoramafoto's vastleggen ..................................................................................... 66
Een video opnemen ................................................................................................. 68
3D-modus .................................................................................................................... 69
Beschikbare functies in de opnamemodus ..................................................... 71
9
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2
Opnamefuncties
Formaat en resolutie .................................................................................. 73
Fotoformaat ................................................................................................................ 73
Kwaliteit ........................................................................................................................ 74
ISO-waarde ................................................................................................... 75
Witbalans ...................................................................................................... 76
Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen ..................................... 77
Fotowizard (fotostijlen) ............................................................................. 79
AF-modus ..................................................................................................... 80
Enkelvoudige AF ........................................................................................................ 81
Continu AF ................................................................................................................... 81
Handmatige scherpstelling ................................................................................... 82
AF-gebied ..................................................................................................... 83
Keuze AF ....................................................................................................................... 83
Multi AF ......................................................................................................................... 84
Gezichtsdet. AF .......................................................................................................... 84
Zelfportret AF ............................................................................................................. 85
Aanraak AF ................................................................................................... 86
Aanraak AF ................................................................................................................... 86
AF-punt ......................................................................................................................... 86
Tracking AF .................................................................................................................. 86
One Touch-opname.................................................................................................. 87
Hulpfunctie voor scherpstellen ................................................................ 88
MF-help ......................................................................................................................... 88
Uitlichten ...................................................................................................................... 88
Optische beeldstabilisatie (OIS) ............................................................... 89
Snelheid (opnamemethode)..................................................................... 90
1 opname ..................................................................................................................... 90
Continu ......................................................................................................................... 90
Burst ............................................................................................................................... 91
Timer .............................................................................................................................. 91
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT) ............................ 92
Witbalansbracketing (WB BKT) ............................................................................ 92
Fotowizardbracketing (F Wiz BKT) ...................................................................... 93
Bracketing instellen .................................................................................................. 93
Flitser ............................................................................................................. 94
Het rode-ogeneect verminderen ..................................................................... 95
De itssterkte aanpassen ....................................................................................... 95
Lichtmeting .................................................................................................. 97
Multi ............................................................................................................................... 97
Spot ................................................................................................................................ 98
Centr. gewogen .......................................................................................................... 98
De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten ............................... 99
Dynamisch bereik ..................................................................................... 100
Intelligent Filter ......................................................................................... 101
Belichtingscompensatie .......................................................................... 102
Belichtingsvergendeling ......................................................................... 103
Videofuncties ............................................................................................. 104
Filmformaat .............................................................................................................. 104
Filmkwaliteit ............................................................................................................. 104
Multi Motion ............................................................................................................ 105
In-/uitfaden .............................................................................................................. 105
Spraak ......................................................................................................................... 106
Windonderdrukk ing .............................................................................................. 106
Microfoonniveau .................................................................................................... 106
10
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3
Weergeven en bewerken
Bestanden zoeken en beheren ............................................................... 108
Foto's weergeven ................................................................................................... 108
Miniaturen weergeven ......................................................................................... 108
Bestanden op categorie weergeven ............................................................... 109
Bestanden weergeven als map ......................................................................... 109
Bestanden beveiligen ........................................................................................... 110
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen................................................... 110
Bestanden verwijderen ........................................................................................ 111
Afzonderlijke bestanden wissen .......................................................................... 111
Meerdere bestanden wissen ................................................................................. 111
Alle bestanden verwijderen ................................................................................... 112
Foto's weergeven ...................................................................................... 113
Een foto vergroten ................................................................................................. 113
Een diashow weergeven ...................................................................................... 113
Automatisch draaien ............................................................................................. 114
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................................................... 114
Video's afspelen ......................................................................................... 115
Een video tijdens het afspelen bijsnijden ..................................................... 115
Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan ................................. 116
Foto's bewerken ........................................................................................ 117
Een foto bijsnijden ................................................................................................. 117
Een foto draaien...................................................................................................... 118
Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................ 118
Uw foto's aanpassen ............................................................................................. 119
Gezichten aanpassen ............................................................................................ 120
Intelligent lter-eecten toepassen ................................................................ 121
Hoofdstuk 4
Draadloos netwerk
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
congureren ............................................................................................... 123
Verbinding maken met een WLAN .................................................................. 123
Netwerkopties instellen .......................................................................................... 124
Het IP-adres handmatig instellen ........................................................................ 124
De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................ 125
Tips over netwerkverbinding ............................................................................. 126
Tekst ingeven ........................................................................................................... 127
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ...................... 128
Foto's of video's verzenden naar een smartphone ............................ 129
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ..................... 131
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................... 133
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc .... 133
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................ 133
Foto's of video's via e-mail verzenden .................................................. 135
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................ 135
Uw gegevens opslaan .............................................................................................. 135
Een e-mailwachtwoord instellen ......................................................................... 136
Het e-mailwachtwoord wijzigen .......................................................................... 137
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 137
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ................. 139
Een website openen .............................................................................................. 139
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 140
11
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 6
Verbinding maken met externe apparaten
Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie ................. 158
Bestanden weergeven op een HDTV .............................................................. 158
Bestanden weergeven op een 3D-televisie .................................................. 159
Bestanden naar de computer overbrengen ........................................ 160
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ........................... 160
De camera aansluiten als verwisselbare schijf ................................................ 160
De camera loskoppelen (Windows XP) .............................................................. 161
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ..................................... 161
Programma's gebruiken op een pc ....................................................... 163
Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd ................................ 163
Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt ....................... 163
i-Launcher gebruiken ........................................................................................... 163
Vereisten voor Windows OS ................................................................................... 163
Vereisten voor Mac OS ............................................................................................. 164
i-Launcher openen .................................................................................................... 164
Multimedia Viewer gebruiken ............................................................................... 165
De rmware downloaden ....................................................................................... 166
Het programma PC Auto Backup downloaden .............................................. 166
Adobe Photoshop Lightroom installeren ...................................................... 167
Adobe Photoshop Lightroom gebruiken ...................................................... 167
AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden ...................... 141
Foto's uploaden naar online opslag ................................................................ 141
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen .......................................................................................................... 142
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ........................................................... 144
Hoofdstuk 5
Camera-instellingenmenu
Gebruikersinstellingen ............................................................................ 146
ISO aanpassen ......................................................................................................... 146
ISO-stap ......................................................................................................................... 146
Auto ISO bereik ........................................................................................................... 146
Ruisonderdrukking ................................................................................................ 146
Bracketing instellen ............................................................................................... 147
DMF (Direct Manual Focus) ................................................................................ 147
Kleurruimte ............................................................................................................... 148
Vervormingscorrectie ........................................................................................... 149
Aanraakbediening ................................................................................................. 149
iFn aanpassen .......................................................................................................... 149
Gebruikersdisplay .................................................................................................. 149
Toetsafbeelding ...................................................................................................... 150
Rasterlijn .................................................................................................................... 151
AF-lamp ..................................................................................................................... 151
Instellingen ................................................................................................. 152
12
Inhoudsopgave
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .......................... 181
Cameraspecicaties .................................................................................. 184
Woordenlijst ............................................................................................... 189
Optionele accessoires .............................................................................. 195
Index ............................................................................................................ 197
Hoofdstuk 7
Bijlagen
Foutmeldingen .......................................................................................... 169
Onderhoud van de camera ..................................................................... 170
Reiniging van de camera ..................................................................................... 170
Cameralens en -scherm ........................................................................................... 170
Beeldsensor ................................................................................................................. 170
Camerabehuizing ...................................................................................................... 170
De camera gebruiken of opbergen ................................................................. 171
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de
camera ............................................................................................................................171
Gebruik op het strand of aan de waterkant ..................................................... 171
Camera voor langere tijd opbergen ................................................................... 171
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen ............................... 172
Overige aandachtspunten ..................................................................................... 172
Geheugenkaart ....................................................................................................... 173
Ondersteunde geheugenkaart ............................................................................. 173
Capaciteit van de geheugenkaart ....................................................................... 174
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten .................................. 176
De batterij ................................................................................................................. 177
Batterijspecicaties ................................................................................................... 177
Werkduur van de batterij ........................................................................................ 178
Bericht Batterij bijna leeg ....................................................................................... 178
De batterij gebruiken ............................................................................................... 178
Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij ....................................... 179
De batterij opladen ................................................................................................... 179
Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten ................ 180
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens
de voorschriften ..........................................................................................................180
13
Fotografie-concepten en conventies
Staand fotograferen
Bepaal de compositie; sta rechtop met uw voeten op schouderlengte van
elkaar en houd uw ellebogen naar beneden gericht.
Houding
Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden vastgehouden
is noodzakelijk om goed foto's te kunnen maken. Zelfs als u de camera
op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde lichaamshouding
voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta rechtop en stil om een stevige
ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met een lange
sluitertijd fotografeert, houdt u uw adem in om te zorgen dat uw lichaam
zo min mogelijk beweegt.
De camera vasthouden
Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter wijsvinger
op de ontspanknop. Houd uw linkerhand ter ondersteuning onder de lens.
14
Fotograe-concepten en conventies
Geknield fotograferen
Bepaal de compositie; kniel met een knie op de grond en houd uw rug
recht.
Het scherm gebruiken
Als u foto's wilt maken met een hoge of lage hoek, kantelt u het scherm
omhoog of omlaag. U kunt het scherm 90 graden omhoog kantelen (
)
of 45 graden omlaag kantelen (
).
Sluit het scherm ( ) wanneer de camera niet wordt gebruikt.
Kantel het scherm niet verder dan de maximaal toegestane hoek.
Als u hier niet op let, kan de camera beschadigd raken.
15
Fotograe-concepten en conventies
Opname met lage hoek
Een opname met lage hoek is een opname waarbij de camera zich lager
dan ooghoogte bevindt en omhoog kijkt naar het onderwerp.
Opname met hoge hoek
Een opname met lage hoek is een opname waarbij de camera zich hoger
dan ooghoogte bevindt en omlaag kijkt naar het onderwerp.
16
Fotograe-concepten en conventies
Diafragma
Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de camera
binnenvalt. Dit is een van de drie factoren die de belichting bepalen.
De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen die openen en
sluiten om meer of minder licht door de opening (het diafragma) de
camera te laten binnenvallen. De formaat van het diafragma hangt nauw
met de helderheid van de foto samen: hoe groter het diafragma, des te
helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, des te donkerder de foto.
Diafragmagrootten
Minimaal diafragma Gemiddeld diafragma Maximaal diafragma
Donkere foto
(diafragma een klein beetje open)
Heldere foto
(diafragma wijd open)
De grootte van het diafragma wordt aangeduid met een waarde die
bekend staat als een 'F-getal'. Het f-getal staat voor de brandpuntsafstand
gedeeld door de diameter van de lens. Als bijvoorbeeld een lens met een
brandpuntsafstand van 50 mm een diafragma-aanduiding van F2 heeft,
is de diameter van het diafragma 25 mm (50 mm/25 mm=F2). Hoe kleiner
het f-getal, des te groter het diafragma.
De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingwaarde
(EV, Exposure Value). Het verdubbelen van de belichtingswaarde
(+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht verdubbelt.
En met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de
hoeveelheid binnenvallend licht gehalveerd. U kunt tevens de
belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid licht
nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2,
1/3 EV, enzovoort.
+1 EV
F1.4 F2 F2.8 F4 F5.6 F8
-1 EV
Stappen van de belichtingswaarde
17
Fotograe-concepten en conventies
Diafragma en scherptediepte
U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met
behulp van het diafragma. Het diafragma hangt nauw samen met de
scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is).
Foto met een grote scherptediepte Foto met een kleine scherptediepte
De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen samen
en regelen de hoeveelheid licht die er door het midden van het diafragma valt.
Het aantal bladen is tevens van invloed op de vorm van licht in nachtelijke
opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen heeft, wordt het licht in
een zelfde aantal delen verdeeld. Is het aantal bladen oneven, dan is het aantal
lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen.
Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een
diafragma met 7 bladen verdeelt het licht in 14 delen.
7 bladen 8 bladen
18
Fotograe-concepten en conventies
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen
en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto,
aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het
diafragma op de beeldsensor valt.
Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid
van de sluitertijd wordt wel de 'belichtingswaarde' (EV, exposure value)
genoemd.Deze wordt geregeld in intervallen van 1 s, 1/2 s, 1/4 s, 1/8 s,
1/15s, 1/1000 s, 1/2000 s, enzovoort.
Belichting
+1 EV
-1 EV
1 s 1/2 s 1/4 s 1/8 s 1/15 s 1/30 s
Sluitertijd
Hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht binnenvalt. Hoe langer de
sluitertijd, hoe meer licht binnenvalt.
Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange sluitertijd
meer licht binnen, waardoor de foto helderder wordt. En met een kortere
sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder,
maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te
bevriezen.
0,8 s 0,004 s
19
Fotograe-concepten en conventies
ISO-waarde
De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de
camera. Deze gevoeligheid wordt gebaseerd op internationale normen uit
het tijdperk van analoge lm, de ISO-waarden. Bij digitale camera's wordt
deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de digitale
sensor die het beeld opvangt.
Als de ISO-waarde verdubbelt, wordt de camera dubbel zo gevoelig voor
licht. Met een waarde van ISO 200 kunnen er bijvoorbeeld twee keer
zo snel foto's worden gemaakt als met ISO 100. Hogere ISO-waarden
kunnen echter tot 'ruis' leiden, kleine deeltjes in een foto die de opname
een korrelig aanzien geven. In de regel is het het beste om een lage
ISO-waarde te gebruiken, tenzij u in een donkere omgeving of 's nachts
fotografeert.
Veranderingen in de kwaliteit en helderheid door de ISO-waarde
Aangezien een lage ISO-waarde betekent dat de camera minder gevoelig
voor licht is, hebt u meer licht nodig om een optimale belichting te
bereiken. Open daarom bij een lage ISO-waarde het diafragma verder of
gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht de camera
binnenvalt. Als er op een zonnige dag bijvoorbeeld voldoende licht is,
hoeft bij een lage ISO-waarde geen lange sluitertijd worden gebruikt. Op
donkere plaatsen of 's nachts zal een lage ISO-waarde echter resulteren
in een onscherpe foto. U kunt daarom het beste de ISO-waarde ink
verhogen.
Foto gemaakt met een statief en een hoge
ISO-waarde
Onscherpe foto met een lage
ISO-waarde
20
Fotograe-concepten en conventies
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de
belichting beïnvloeden
Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotograe nauw
met elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van de
lensopening waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd
bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISO-waarde bepaalt
de snelheid waarmee de lm op licht reageert. Samen bepalen deze drie
elementen de belichting van een foto.
Een aanpassing van de sluitertijd, het diafragma of de ISO-waarde kan
met een aanpassing van een van de andere twee elementen worden
gecompenseerd, zodat de belichting gelijk blijft. De resultaten in het
beeld verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De
sluitertijd is bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld
wordt geregeld, het diafragma regelt de scherptediepte en met de
ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto worden veranderd.
Instellingen Resultaat
Diafragmawaarde
Wijd diafragma
= meer licht
Nauw diafragma
= minder licht
Wijd = kleine scherptediepte
Smal = grote scherptediepte
Instellingen Resultaat
Sluitertijd
Hoge snelheid
= minder licht
Lage snelheid
= meer licht
Kort = stil
Lang = vaag
ISO-waarde
Hoge ISO-waarde
= gevoeliger voor
licht
Lage ISO-waarde
= minder gevoelig
voor licht
Hoog = korreliger
Laag = minder korrelig
21
Fotograe-concepten en conventies
Samenhang tussen brandpuntsafstand,
beeldhoek en perspectief
De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand tussen het
midden van de lens en het brandpunt. Dit is van invloed op de beeldhoek
en het perspectief van de opname. Een korte brandpuntsafstand vertaalt
zich in een grote hoek, waarmee groothoekopnamen van een breed
gebied worden gemaakt. Een lange brandpuntsafstand vertaalt zich in
een kleine hoek, waarmee teleopnamen van een klein gebied worden
gemaakt.
Korte brandpuntsafstand
groothoekopname
grote hoek
groothoeklens
Lange brandpuntsafstand
telefoto-opname
nauwe beeldhoek
telefotolens
Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's.
18 mm hoek 55 mm hoek 200 mm hoek
Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor
landschapsfoto's en wordt een lens met een nauwe hoek aanbevolen voor
sportevenementen en portretten.
22
Fotograe-concepten en conventies
Scherptediepte
Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de
achtergrond onscherp is, zodat het onderwerp goed naar voren komt.
Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of scherp
zijn. Dit wordt de scherptediepte genoemd (Engels: DOF, depth of eld’).
De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld is.
Een kleine scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en een
grote scherptediepte op een groot gebied dat scherp in beeld is.
Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk
naar voren springt en de rest onscherp is, kan worden gemaakt met een
telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen. Een foto met een
grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp in beeld
zijn, kan worden gemaakt met een groothoeklens of door een hoge
diafragmawaarde in te stellen.
Kleine scherptediepte Grote scherptediepte
Wat bepaalt de vervagingseecten?
Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde
Hoe wijder het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), des te kleiner
de scherptediepte. Sluitertijd en ISO-waarde hebben geen invloed op de
scherptediepte; alleen de formaat van het diafragma heeft dat.
55 mm F5.7 55 mm F22
23
Fotograe-concepten en conventies
Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand
Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner de scherptediepte.
Een telelens met een langere brandpuntsafstand is beter om een foto
met een kleine scherptediepte te maken dan een groothoeklens met een
kortere brandpuntsafstand.
Een foto gemaakt met een 18-mm
groothoeklens
Een foto genomen met een 100 mm
telelens
Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen
onderwerp en camera
Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, des te kleiner de
scherptediepte. Hierdoor kan een foto die van dichtbij wordt gemaakt een
kleine scherptediepte opleveren.
Een foto genomen met een 100 mm telelens
Een foto die dichtbij het onderwerp is genomen
24
Fotograe-concepten en conventies
Optisch voorbeeld
U kunt op de knop Aangepast drukken om een optisch voorbeeld weer te
geven voor dat u een foto maakt. Het diafragma wordt op de ingestelde
waarde gezet en de resultaten worden op het scherm weergegeven. Stel
de knop Aangepast in op Optisch voorb.. (pag. 150)
Compositie
Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te
leggen. Maar hoe mooi iets ook is, met een slechte compositie kan de foto
toch lelijk worden.
Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te
geven.
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in
het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van
derden een plezierig resultaat.
De regel van derden
De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van drie keer
drie gelijke rechthoeken.
Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan
te raden om het op een van de hoeken van de centrale rechthoek te
plaatsen.
25
Fotograe-concepten en conventies
Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante
composities die in balans zijn. Hier ziet u een paar voorbeelden.
Foto's met twee onderwerpen
Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het
eect dat de foto uit balans is. U kunt de foto in balans brengen door een
tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te plaatsen, om zo het
gewicht van het beeld te verdelen.
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Instabiel Stabiel
Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit
balans. Geef de foto meer gewicht door de horizon omhoog of omlaag te
brengen.
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Instabiel Stabiel
26
Fotograe-concepten en conventies
Richtgetal van itser
Het modelnummer van een itser verwijst naar de kracht van de itser
en de maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die
'richtgetal' wordt genoemd. Hoe hoger het richtgetal is, des te groter de
lichtopbrengst van de itser is. Het richtgetal wordt verkregen door de
afstand van de itser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de
diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100.
Richtgetal = afstand van itser tot onderwerp X diafragmawaarde
Diafragmawaarde = richtgetal / afstand van itser tot onderwerp
Afstand van itser tot onderwerp = richtgetal / diafragmawaarde
Als u het richtgetal van een itser kent, kunt u daarom de optimale afstand
van de itser tot het onderwerp schatten wanneer u de itser handmatig
instelt. Als een itser bijvoorbeeld het richtgetal 20 heeft en de afstand tot
het onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0.
Flitser
Licht is een van de belangrijkste elementen in fotograe. Het is echter niet
eenvoudig om altijd en overal voldoende licht te hebben. Met een itser
kunt u de lichtinstellingen optimaliseren en diverse eecten bereiken.
Een itser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin
weinig licht aanwezig is. Het is ook handig in situaties waarin juist erg
veel licht aanwezig is. U kunt een itser bijvoorbeeld gebruiken om de
belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om
bij tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te
leggen.
Vóór correctie Na correctie
27
Fotograe-concepten en conventies
Bounce-fotograe
Bounce-fotograe is een methode van fotograferen waarbij het licht naar
het plafond of de muren wordt geleid, zodat het licht gelijkmatig wordt
verspreid over het onderwerp. Foto's die met een itser zijn genomen
kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in
foto's die met bounce-fotograe zijn gemaakt, werpen geen schaduwen
en zien er vloeiend uit door het gelijkmatig verspreide licht.
Hoofdstuk 1
Mijn camera
Meer informatie over de onderdelen van uw camera, pictogrammen op het scherm,
lens, optionele accessoires, en algemene functies.
Mijn camera
29
Aan de slag
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera
(inclusief bodydop en
hot-shoe-bescherming)
AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Externe itser
Software-CD-ROM
(met gebruiksaanwijzing)
DVD-ROM met Adobe Photoshop
Lightroom
Snelstartgids Polslus
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
U kunt optionele accessoires aanschaen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung.
Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van niet goedgekeurde accessoires ontstaat.
Zie pagina 195 voor informatie over accessoires.
Mijn camera
30
Onderdelen en functies
Nr. Naam
1
Modusdraaiknop
t: Smart Auto-modus (pag. 53)
P: Programmamodus (pag. 55)
A: Diafragmaprioriteitmodus (pag. 57)
S: Sluitervoorkeuzemodus (pag. 58)
M: Handmatige modus (pag. 59)
i: Lensprioriteitsmodus (pag. 60)
s: Smart-modus (pag. 64)
B: Wi-Fi (pag. 122)
2
Instelwieltje
Op het menuscherm: naar het
gewenste menu-item gaan.
In het Smart-paneel: een
geselecteerd optie aanpassen.
In de opnamemodus: de sluitertijd
of diafragmawaarde aanpassen in
bepaalde opnamemodi of het formaat
van een scherpstelgebied wijzigen.
In de afspeelmodus: miniaturen
weergeven, een foto vergroten of
verkleinen, of een map met serie- of
burstopnamen openen of sluiten in de
afspeelmodus.
3
DIRECT LINK-knop: een vooringestelde
Wi-Fi-functie starten. (pag. 32)
Nr. Naam
4
Microfoon
5
Hot-shoe-bescherming
6
Hot-shoe
7
Oogje voor de polslus van de camera
8
Beeldsensor
9
Interne antenne/NFC-code
* Vermijd contact met de interne
antenne wanneer u het draadloze
netwerk gebruikt.
10
Luidspreker
11
Lensontgrendelknop
12
Lensvatting
13
Lensvattingmarkering
14
AF-hulplampje/Timerlampje
15
Aan/uit-schakelaar
16
Ontspanknop
1
2
3
4
5
7
9
10
11
12
13
14
6
4
8
7
16
15
Mijn camera > Onderdelen en functies
31
Nr. Naam
1
Video-opnameknop
Een video opnemen.
2
EV-aanpassingsknop (pag. 102)
Houd de knop ingedrukt en draai aan het
instelwieltje om de belichtingswaarde
aan te passen. In de modus M wordt de
diafragmawaarde aangepast.
3
Fn-knop
Het Smart-panel openen en bepaalde
instellingen preciezer afstellen.
4
o-knop
Op het menuscherm: de geselecteerde
opties opslaan.
In de opnamemodus: handmatig
een scherpstelgebied selecteren in
bepaalde opnamemodi.
5
Navigatieknop
In de opnamemodus
- D: camera-instellingen weergeven
en opties wijzigen.
- I: een ISO-waarde selecteren.
- C: een snelheidsoptie selecteren.
- F: een AF-modus selecteren.
In andere situaties
respectievelijk omhoog, omlaag, naar
links en naar rechts gaan.
Nr. Naam
6
Knop Verwijderen/Aangepast
In de opnamemodus: de toegewezen
functie uitvoeren. (pag. 150)
In de afspeelmodus: bestanden
verwijderen.
7
Weergaveknop
De afspeelmodus openen.
8
Statuslampje
De status van de camera aangeven.
Knippert: wanneer een foto wordt
opgeslagen, een video wordt
opgenomen, gegevens naar een
computer worden verzonden,
verbinding met een WLAN wordt
gemaakt of een foto wordt verzonden.
Continu aan: wanneer er geen
gegevensoverdracht plaatsvindt of
de overdracht van gegevens naar een
computer is voltooid, als de batterij
wordt opgeladen.
9
MENU-knop
Opties of menu's openen.
5
6
1
2
3
4
7
8
9
Mijn camera > Onderdelen en functies
32
Nr. Naam
1
USB-poort en aansluiting draadontspanner
De camera aansluiten op een computer of ontspanknop. U kunt een draadontspanner en een
statief gebruiken om ervoor te zorg dat de camera zo min mogelijk beweegt.
2
HDMI-aansluiting
3
Batterij-/geheugenkaartklepje
Een geheugenkaart en batterij plaatsen.
4
Scherm
Als u foto's wilt maken met een hoge of lage hoek, kantelt u het scherm omhoog of omlaag.
(pag. 14)
Raak het scherm aan om een menu of optie te selecteren. (pag. 36)
5
Statiefbevestigingspunt
De knop DIRECT LINK gebruiken
U kunt de Wi-Fi-functie eenvoudig inschakelen met de knop [DIRECT LINK].
Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te keren naar de vorige modus.
De knop DIRECT LINK instellen
U kunt instellen dat een Wi-Fi-functie wordt gestart wanneer u op de knop [DIRECT LINK] drukt.
(pag. 150)
Een DIRECT LINK-optie
instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
5
ĺ
Toetsafbeelding
ĺ
DIRECT LINK
ĺ
een optie.
4
5
1
2
3
Mijn camera
33
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en
een optionele geheugenkaart.
Geheugenkaart
Plaats een geheugenkaart met de
goudkleurige contactpunten naar beneden
gericht.
Oplaadbare batterij
Plaats de batterij met het Samsung-logo
naar boven.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling omhoog om
de batterij los te maken.
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
De geheugenkaartadapter gebruiken
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product,
een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een
adapter plaatsen.
Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij als het statuslampje knippert.
Hierdoor zouden de gegevens op de kaart en de camera kunnen beschadigen.
Mijn camera
34
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij
worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op
de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de
netspanningsadapter.
Status lamp
Rode lampje brandt: opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de netspanningsadapter en de USB-kabel die bij de camera zijn
geleverd. Als u een andere netspanningsadapter gebruikt, is het mogelijk dat
de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
U kunt de batterij alleen opladen met de USB-kabel als de camera is
uitgeschakeld.
De camera inschakelen
Stel de aan/uit-schakelaar in op ON.
Als u de camera wilt uitschakelen, stelt u de aan/uit-schakelaar in op
OFF.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera
voor het eerst inschakelt. (pag. 35)
Mijn camera
35
De eerste instellingen opgeven
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de
eerste installatie weergegeven. De taal is vooraf ingesteld voor het land
of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens
wijzigen. U kunt ook een item selecteren door het aan te raken op het
scherm.
1
Druk op [I] om Tijdzone te selecteren en druk op [F] of
[o].
2
Druk op [D/I] om een tijdzone te selecteren en druk op
[o].
Vorige Instellen
Tijdzone
[GMT +00:00] Londen
[GMT -01:00] Kaap-verdië
[GMT -02:00] Atlantische oceaan
[GMT -03:00] Buenos Aires, Sao Paulo
[GMT -03:30] Newfoundland
3
Druk op [I] om Datum/tijd te selecteren en druk op [F]
of [o].
Vorige
Instellen
Datum/tijd
Jaar Maand Dag Uur Min. Zomertijd
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
4
Druk op [C/F] om een optie te selecteren (Jaar/Maand/
Dag/Uur/Min./Zomertijd).
5
Druk op [D/I] om een optie te selecteren en druk op
[o].
6
Druk op [I] om Datumtype te selecteren en druk op [F]
of [o].
7
Druk op [D/I] om een datumtype te selecteren en druk
op [o].
8
Druk op [I] om Type tijd te selecteren en druk op [F] of
[o].
9
Druk op [D/I] om een type tijd te selecteren en druk op
[o].
10
Druk op [m] om de eerste installatie te voltooien.
Mijn camera
36
Functies (opties) selecteren
Selecteren met knoppen
Draai het instelwieltje of druk op [D/I/C/F] om te verplaatsen
en druk op [o] om een optie te selecteren.
Selecteren met aanraken
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals pennen of potloden om het scherm te
bedienen. U kunt hiermee het scherm beschadigen.
Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te
selecteren.
AllShare
Play
MobileLink Remote
Viewnder
Automatische
back-up
E-mail
SNS en
cloud
Slepen: blijf een gedeelte op het scherm aanraken en sleep uw
vinger over het scherm.
AutoShare
Fotoformaat
Kwaliteit
ISO
Witbalans
Vorige
Select.
Mijn camera > Functies (opties) selecteren
37
Vegen: veeg uw vinger voorzichtig over het scherm.
Het aanraakscherm herkent uw invoer mogelijk niet als u meerdere items
tegelijk aanraakt.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm veegt, kan er
kleurverandering optreden. Dit wijst niet op een defect, maar is een kenmerk
van het aanraakscherm. Duw of veeg niet te hard op het scherm om de
verkleuringen te minimaliseren.
Het aanraakscherm werkt mogelijk niet correct als u de camera gebruikt in
omstandigheden met zeer hoge luchtvochtigheid.
Het scherm werkt mogelijk niet correct als u een beschermingsfolie of andere
accessoires aanbrengt op het scherm.
Afhankelijk van de kijkhoek, kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid
of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
m gebruiken
Druk op [m] of raak aan op het scherm en wijzig de
opnameopties of instellingen.
Bijvoorbeeld het fotoformaat in de P-modus instellen
1
Draai de modusdraaiknop naar P.
2
Druk op [m] of raak aan.
3
Druk op [C]
ĺ
[D/I] om naar 1 te gaan en druk op
[o].
U kunt ook 1 aanraken op het scherm.
4
Draai het instelwieltje of druk op [D/I] om naar
Fotoformaat te gaan en druk op [o].
U kunt ook de lijst met opties slepen en een optie aanraken.
Vorige Select.
AutoShare
Fotoformaat
Kwaliteit
ISO
Witbalans
Mijn camera > Functies (opties) selecteren
38
5
Draai het instelwieltje of druk op [D/I] om naar een
optie te gaan en druk op [o].
U kunt ook de lijst met opties slepen en een optie aanraken.
Druk op [m] of raak Terug aan om terug te gaan naar het
vorige menu.
Vorige Instellen
AutoShare
Fotoformaat
Kwaliteit
ISO
Witbalans
5472x3648 (3:2)
3888x2592 (3:2)
2976x1984 (3:2)
1728x1152 (3:2)
5472x3080 (16:9)
6
Druk op [m] of raak Terug aan om over te schakelen naar
de opnamemodus.
Het smartpaneel gebruiken
Druk op [f] of raak aan op het scherm om bepaalde functies te
openen zoals Belichting, ISO en Witbalans.
Pas bijvoorbeeld de belichtingswaarde aan in de P-modus
1
Draai de modusdraaiknop naar P.
2
Druk op [f] of raak aan.
Mijn camera > Functies (opties) selecteren
39
3
Druk op [D/I/C/F] om naar EV te gaan en druk op
[o].
U kunt rechtstreeks een optie selecteren door het instelwieltje te
draaien zonder op [o] te drukken.
U kunt ook een optie selecteren door deze aan te raken.
EV : 0,0
Pas aan
U kunt bepaalde opties
aanpassen door ze te slepen.
Vorige
4
Draai het instelwieltje of druk op [C/F] om de
belichtingswaarde aan te passen en druk op [o].
U kunt ook de knop op het scherm slepen en Instellen selecteren
om de optie aan te passen.
EV : 0,0
Vorige
Instellen
Mijn camera
40
Pictogrammen op het scherm
Foto's maken
1
2
3
London
1. Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Huidige datum
Huidige tijd
GPS actief*
London
Locatie-informatie*
Geheugenkaart niet geplaatst**
Automatische
belichtingsvergrendeling
(pag. 103)
Resterend aantal foto's
: volledig opgeladen
:
gedeeltelijk
opgeladen
(Rood): leeg (de batterij
opladen)
Pictogram Beschrijving
Autofocuskader
Spotmetingsgebied
Bewegingsonscherpte
Schaal voor handmatig
scherpstellen
Peilmeter (pag. 41)
Histogram (pag. 150)
Scherpstellen
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtingsaanpassingswaarde
ISO-gevoeligheid (pag. 75)
* Deze pictogrammen worden weergegeven wanneer u een
optionele GPS-module aansluit.
** Foto's die zijn gemaakt zonder een geheugenkaart te
plaatsen, kunnen niet worden afgedrukt of overgebracht
naar een geheugenkaart of een computer.
2. Opname-instellingen
Pictogram Beschrijving
Fotoformaat
Transportmodus
Flitser (pag. 94)
Flitserintensiteit aanpassen
Meten (pag. 97)
Pictogram Beschrijving
AF-modus (pag. 80)
Scherpstelgebied
Gezichtsdetectie
Witbalans (pag. 76)
Fijnafstelling witbalans
Optische beeldstabilisatie (OIS)
(pag. 89)
Z aan
Z -verhouding
RAW-bestand
Dynamisch bereik (pag. 100)
3. Opname-opties (aanraakscherm)
Pictogram Beschrijving
Smart-modus wijzigen***
AutoShare
Aanraak AF-opties
Opname-instellingen
Smartpaneel
*** Dit pictogram wordt alleen weergegeven wanneer u de
Smart-modus selecteert.
Welke pictogrammen worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde modus en de
ingestelde opties.
In de opnamemodus
Mijn camera > Pictogrammen op het scherm
41
2. Opname-instellingen
Pictogram Beschrijving
Videoformaat
AF-modus (pag. 80)
Meten (pag. 97)
Witbalans (pag. 76)
Optische beeldstabilisatie (OIS)
(pag. 89)
Fijnafstelling witbalans
In-/uitfaden (pag. 105)
Multi Motion (pag. 105)
Spraakopname uit (pag. 106)
Welke pictogrammen worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde modus en de
ingestelde opties.
Over de peilmeter
Met de peilmeter kunt u de camera uitlijnen met
de horizontale en verticale lijnen op het scherm.
Als de niveaumeter niet waterpas is, kunt u deze
kalibreren met de functie Horizontale kalibratie.
(pag. 152)
Verticaal
Horizontaal
Waterpas Niet waterpas
U kunt de niveaumeter niet gebruiken wanneer
u opneemt in de staande stand.
Video's opnemen
1
2
1. Opnamegegevens
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Huidige opnametijd/Beschikbare
opnametijd
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk
opgeladen
(Rood): leeg (de batterij
opladen)
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtingswaarde
(over-/onderbelicht)
ISO-waarde (pag. 75)
Mijn camera > Pictogrammen op het scherm
42
In de afspeelmodus
Foto's weergeven
London
Informatie
Mode
F No
Shutter
ISO
Metering
Flash
Focal Length
White Balance
EV
Photo Size
Date
Pictogram Beschrijving
Bestand vastgelegd met continue
opnamefunctie
Huidig bestand/totaalaantal bestanden
Mapnummer - Bestandsnummer
Bestand met locatiegegevens
London
Locatie-informatie
RAW-bestand
Beveiligd bestand
Afdrukinformatie aan bestand
toegevoegd (pag. 114)
3D-bestand
m
Menu Afspelen/Bewerken
(aanraakscherm)
Foto's bewerken (aanraakscherm)
Een video bijsnijden (aanraakscherm)
Miniaturen weergeven (aanraakscherm)
1
2
3
London
Nr. Beschrijving
1
Genomen foto
2
RGB-histogram (pag. 150)
3
Opnamemodus, L.meting, Flitser,
Witbalans, Diafragmawaarde,
Sluitertijd, ISO, Brandpuntafstand,
Belichtingswaarde (over-/onderbelicht),
Fotoformaat, Datum, Locatiegegevens
Video's afspelen
Stop Vastleggen
Pictogram Beschrijving
Afspeelsnelheid
Multi Motion
Huidig afspeeltijdstip
Lengte van de video
/
Vorige bestand weergeven/
achteruit scannen. (Elke keer dat
u het pictogram voor achteruit
scannen aanraakt, wijzigt u als volgt
de scansnelheid: 2X, 4X, 8X.)
/
Afspelen onderbreken of hervatten.
/
Volgende bestand weergeven/
vooruit scannen. (Elke keer dat u
het pictogram voor vooruit scannen
aanraakt, wijzigt u als volgt de
scansnelheid: 2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid
dempen.
Mijn camera > Pictogrammen op het scherm
43
Instellen welke informatie wordt
weergegeven
Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te
wijzigen.
Modus Type weergave
Opname
Algemene opnamegegevens (Opnamemodus, Sluitertijd,
Diafragmawaarde, Belichtingswaarde, ISO-waarde, enzovoort)
Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties
(MENU, Fn, AutoShare, Aanraak AF) + Peilmeter
Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties
+ gegevens over huidige opnameopties (Fotoformaat,
Transportmodus, Flitser, Lichtmeting, AF-modus, enzovoort)
Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties
+ gegevens over huidige opnameopties + histogram + datum
en tijd
Afspelen
Algemene informatie
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Alle informatie over het huidige bestand weergeven, inclusief
het RGB-histogram.
Mijn camera
44
Lenzen
U kunt optionele lenzen aanschaen die exclusief voor de NX-camera zijn
gemaakt.
Hier leest u over de functies en voorzieningen van de lenzen, zodat u er
een kunt aanschaen die aan uw wensen voldoet.
Lensindeling
SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III-lens (voorbeeld)
1
2
3
5
4
67
8
Nr. Beschrijving
1
Lensvattingmarkering
2
Zoomring
3
Scherpstelring (pag. 88)
4
Markering zonnekapbevestiging
5
Lens
6
i-Function-knop (pag. 60)
7
AF/MF-schakelaar (pag. 80)
8
Lenscontactpunten
Wanneer de lens niet in gebruik is, moeten de lensdop en vattingdop erop
bevestigd zijn om de lens tegen stof en krassen te beschermen.
Mijn camera > Lenzen
45
SAMSUNG 20-50 mm F3.5-5.6 ED II-lens (voorbeeld)
7
1
2
3
5
6
4
Nr. Beschrijving
1
Lensvattingmarkering
2
Zoomvergrendelingsknop
3
Lens
4
Scherpstelring (pag. 88)
5
i-Function-knop (pag. 60)
6
Zoomring
7
Lenscontactpunten
De lens vergrendelen of ontgrendelen
U vergrendelt de lens door de zoomvergrendelingsknop in te drukken en
van de camerabehuizing af te schuiven en de zoomring te draaien zoals
wordt aangegeven in de afbeelding.
Mijn camera > Lenzen
46
U ontgrendelt de lens door de zoomring te draaien zoals aangeduid in de
afbeelding totdat u een klik hoort.
U kunt geen foto maken wanneer de lens is vergrendeld.
SAMSUNG 16 mm F2.4-lens (voorbeeld)
5
2
1
4
3
Nr. Beschrijving
1
i-Function-knop (pag. 60)
2
Lensvattingmarkering
3
Scherpstelring (pag. 88)
4
Lens
5
Lenscontactpunten
Mijn camera > Lenzen
47
Markeringen op de lens
Hier leest u wat de nummers op de lens inhouden.
SAMSUNG 18-200 mm F3.5-6.3 ED OIS-lens (voorbeeld)
1
2345
Nr. Beschrijving
1
Diafragmawaarde
De ondersteunde maximale diafragmawaarden. 1:3.5–6.3 betekent
bijvoorbeeld een maximale diafragmawaarde van 3,5 tot 6,3.
2
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in
millimeter). Dit getal wordt aangeduid in een bereik: minimale
brandpuntsafstand tot maximale brandpuntsafstand van de lens.
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere
beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere
brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.
3
ED
ED staat voor Extra-low Dispersion (extra lage brekingsindex).
Glas met een extra lage brekingsindex is eectief tegen chromatische
abberatie (kleurschifting). Dit is een vervorming die optreedt wanneer
de lens niet alle kleuren in hetzelfde convergentiepunt kan laten
samenkomen.
4
OIS (pag. 89)
Optische beeldstabilisatie (Optical Image Stabilization). Lenzen met
deze voorziening kunnen het trillen van de camera detecteren en
deze beweging in de camera opheen.
5
Ø
De lensdiameter. Wanneer u een lter voor de lens wilt plaatsen, moet
deze dezelfde diameter als de lens hebben.
Mijn camera
48
Accessoires
U kunt accessoires gebruiken zoals de externe itser en GPS-module
waarmee u beter en eenvoudiger foto's kunt maken.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van een accessoire voor meer informatie
over optionele accessoires.
De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen.
U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires aanschaen bij een
wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet
verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van
derden ontstaat.
Onderdelen van externe itser
SEF8A (voorbeeld)
1
2
3
Nr. Beschrijving
1
Bulb
2
Vastzetring voor hot shoe
3
Hot shoe-aansluiting
Mijn camera > Accessoires
49
De externe itser aansluiten
1
Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.
2
Sluit de itser aan door deze in de hot shoe te schuiven.
3
Vergrendel de itser door de hot-shoe-vastzetring rechtsom te
draaien.
4
Klap de itser omhoog voor gebruik.
Mijn camera > Accessoires
50
U kunt een foto maken met een itser die niet volledig is opgeladen, maar
het wordt aanbevolen een volledig opgeladen itser te gebruiken.
Ga naar de pagina met optionele accessoires voor informatie over de
beschikbare externe itsers. (pag. 195)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde itsen. Beweeg de camera niet
totdat de tweede its is uitgevoerd.
SEF8A is mogelijk niet compatibel met andere camera's uit de NX-serie.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de itser voor meer informatie over
optionele itsers.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde itsers. Gebruik van incompatibele
itsers kan de camera beschadigen.
SEF220A (voorbeeld) (optioneel)
2
1
3
4
5
6
7
8
9
Nr. Beschrijving
1
Pictogrammen op het scherm
2
READY-lampje/testknop
3
MODE-knop
4
Flitserontspanknop
5
Aan/uit-knop
6
Batterijklepje
7
Lamp
8
Modusschakelknop voor telelens/groothoeklens (TELE/WIDE)
9
Hot shoe-aansluiting
Mijn camera > Accessoires
51
Indeling van GPS-module (optioneel)
1
2
3
4
5
Nr. Beschrijving
1
Statuslampje
2
Aan/uit-knop
3
Vastzetring voor hot shoe
4
Hot shoe-aansluiting
5
Batterijklepje
De GPS-module aansluiten
1
Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.
2
Bevestig de GPS-module door deze in de hot shoe te schuiven.
Mijn camera > Accessoires
52
3
Vergrendel de GPS-module door de snelvastzetring te draaien
in de richting van LOCK.
4
Druk op de Aan-knop van de GPS-module.
Mijn camera
53
Opnamemodi
Twee eenvoudige opnamemodi—Smart Auto en Smart, maken het u
gemakkelijk met tal van automatische instellingen. Andere modi bieden
weer de mogelijkheid om allerlei instellingen naar behoefte aan te passen.
Pictogram Beschrijving
t
Smart Auto-modus (pag. 53)
P
Programmamodus (pag. 55)
A
Diafragmaprioriteitmodus (pag. 57)
S
Sluitervoorkeuzemodus (pag. 58)
M
Handmatige modus (pag. 59)
i
Lensprioriteitsmodus (pag. 60)
s
Smart-modus (pag. 64)
B
Wi-Fi-functies(pag. 122)
t Smart Auto-modus
In de Smart Auto-modus detecteert de camera de
omgevingsomstandigheden en regelt het toestel zelf de instellingen
voor de belichting, zoals sluitertijd, diafragma, lichtmeting, witbalans en
belichtingscompensatie. Doordat de camera de meeste functies zelf regelt,
zijn bepaalde opnameopties beperkt. Deze modus is handig voor snelle
kiekjes zonder dat u daarbij allerlei dingen hoeft in te stellen.
Mijn camera > Opnamemodi
54
1
Draai de modusdraaiknop naar t.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
De camera selecteert een scène. Het bijbehorende scènepictogram
wordt op het scherm weergegeven.
Herkenbare scènes
Pictogram Beschrijving
Landschappen
Scènes met helderwitte achtergronden
Landschappen tijdens de nacht
Pictogram Beschrijving
Portretten tijdens de nacht
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van onderwerpen
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Blauwe luchten
Beboste gebieden bestaan meestal uit onderwerpen met
groene kleuren
Close-ups van kleurrijke onderwerpen
De camera is gestabiliseerd op een statief en het onderwerp
beweegt niet gedurende een bepaalde tijd. (wanneer u
opnamen in het donker maakt)
Actief bewegende onderwerpen
Vuurwerk (wanneer u een statief gebruikt)
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Mijn camera > Opnamemodi
55
De camera kan ook bij hetzelfde onderwerp verschillende scènes detecteren,
onder invloed van externe factoren zoals lichtval, afstand tot het onderwerp
en bewegingsonscherpte door het trillen van de camera.
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera
geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp
en de lichtval.
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
(
) niet detecteert als het onderwerp beweegt.
De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd
om de juiste scène te selecteren.
P Programmamodus
De camera regelt de sluitertijd en het diafragma automatisch voor een
optimale belichting.
Deze modus is handig als u opnamen met een constante belichting wilt
maken, maar wel andere instellingen wilt kunnen aanpassen.
1
Draai de modusdraaiknop naar P.
2
Stel de gewenste opties in.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Mijn camera > Opnamemodi
56
Programmaverschuiving
Met de functie Programmaverschuiving kunt u zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde aanpassen terwijl de belichting van de camera constant
blijft. Als u het instelwieltje naar links draait, wordt de sluitertijd korter en
de diafragmawaarde groter. Als u het instelwieltje naar rechts draait, wordt
de sluitertijd langer en de diafragmawaarde kleiner.
Minimale sluitertijd
Instellen dat de sluitertijd niet korter is dan de geselecteerde sluitertijd. Als
er echter geen optimale belichtingswaarde kan worden behaald omdat
voor de ISO-waarde de maximale ISO-waarde is bereikt die is ingesteld
met Auto ISO bereik, kan de sluitertijd korter zijn dan de geselecteerde
minimale sluitertijd.
De minimale sluitertijd
instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Minimale
sluitertijd
ĺ
een optie.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de ISO-waarde is ingesteld op
Auto.
Deze functie is alleen beschikbaar in de Programma- of
Diafragmaprioriteitmodus.
Mijn camera > Opnamemodi
57
A Diafragmaprioriteitmodus
In de Diafragmaprioriteitmodus berekent de camera automatisch de
sluitertijd die bij het gekozen diafragma past.
U kunt de scherptediepte regelen door de diafragmawaarde te
veranderen. Deze modus is handig voor het maken van portretten en
foto's van bloemen en landschappen.
Grote scherptediepte Kleine scherptediepte
1
Draai de modusdraaiknop naar A.
2
Draai aan het instelwieltje om de diafragmawaarde aan te
passen.
U kunt de diafragmawaarde ook aanpassen door op [f] te
drukken, naar de diafragmawaarde te gaan en vervolgens het
instelwieltje te draaien of het scherm te slepen.
3
Stel de gewenste opties in.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
In omstandigheden met weinig omgevingslicht, moet u wellicht de ISO-
waarde verhogen om onscherpe foto's te voorkomen.
Als u de minimale sluitertijd wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op
[m]
ĺ
1
ĺ
Minimale sluitertijd
ĺ
een optie.
Mijn camera > Opnamemodi
58
S Sluitertijdvoorkeuzemodus
In de Sluitertijdvoorkeuzemodus berekent de camera automatisch het
diafragma dat bij de gekozen sluitertijd past. Deze modus is handig voor
foto's van snelbewegende objecten of om bewegingssporen vast te
leggen.
Als u het onderwerp wilt bevriezen, stelt u bijvoorbeeld een sluitertijd van
1/500 sec in. Wilt u het onderwerp vervagen, dan stelt u een sluitertijd van
1/30 sec in.
Lange sluitertijd Korte sluitertijd
1
Draai de modusdraaiknop naar S.
2
Draai aan het instelwieltje om de sluitertijd te kiezen.
U kunt de sluitertijd ook aanpassen door op [f] te drukken, naar
de sluitertijd te gaan en vervolgens het instelwieltje te draaien of
het scherm te slepen.
3
Stel de gewenste opties in.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Als u de verminderde hoeveelheid licht die bij korte sluitertijden op de
beeldsensor valt wilt compenseren, opent u het diafragma verder om meer licht
binnen te laten. Zijn uw foto's nog steeds te donker, dan verhoogt u de
ISO-waarde.
Mijn camera > Opnamemodi
59
M Handmatige modus
In de handmatige modus kunt u zowel diafragma als sluitertijd handmatig
instellen. Hiermee hebt u volledig controle over de belichting van uw
foto's.
Deze modus is handig in gecontroleerde opnamesituaties, zoals een
studio, of wanneer het noodzakelijk is om de belichting preciezer af te
stellen. De Handmatige modus is tevens aanbevolen voor nachtopnamen
of opnamen van vuurwerk.
1
Draai de modusdraaiknop naar M.
2
Draai aan het instelwieltje om de sluitertijd te kiezen.
3
Houd [W] ingedrukt en draai het instelwieltje om de
diafragmawaarde aan te passen.
U kunt de sluitertijd of diafragmawaarde ook aanpassen door op
[f] te drukken, naar de sluitertijd of diafragmawaarde te gaan en
vervolgens het instelwieltje te draaien of het scherm te slepen.
4
Stel de gewenste opties in.
5
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Afstemmingsmodus
Wanneer u de diafragmawaarde of de sluitertijd aanpast, wordt de
belichting volgens de instellingen aangepast, zodat het scherm donker
kan worden. Als deze functie is ingeschakeld, is de helderheid van het
scherm constant ongeacht de instellingen, zodat u het beeld goed kunt
kadreren.
Als u de Afst. modus
wilt gebruiken:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Afst. modus
ĺ
een optie.
Mijn camera > Opnamemodi
60
De Bulb gebruiken
Met de Bulb kunt u nachtopnamen of opnamen van een sterrenhemel
maken. Terwijl u op [Ontspanknop] drukt, blijft de sluiter geopend zodat
u speciale eecten met bewegend licht kunt maken.
Als u de Bulb-stand
wilt gebruiken:
Draai het instelwieltje volledig naar links naar Bulb
ĺ
Blijf de
[Ontspanknop] aanraken gedurende de gewenste tijd.
Als u een hoge ISO-waarde instelt of de sluiter lang openzet, kan er meer
beeldruis optreden.
Snelheidsopties, itser en One Touch-opname kunnen niet worden gebruikt
met de Bulb.
De Bulb is alleen beschikbaar in de handmatige modus.
Gebruik een statief en draadontspanner om te voorkomen dat de camera
beweegt.
Hoe langer de sluiter is geopend, hoe langer het duurt om een foto op te
slaan. Schakel de camera niet uit terwijl de camera een foto opslaat.
Als u deze functie lange tijd gebruikt, moet u een volledig opgeladen batterij
gebruiken.
i Lensprioriteitsmodus
E gebruiken
U kunt de scherptediepte aanpassen om de achtergrond te vervagen of
verscherpen.
1
Draai de modusdraaiknop naar i.
2
Druk op [i-Function] op de lens om E te selecteren.
U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F]
drukken om het scherm slepen om E te selecteren.
Mijn camera > Opnamemodi
61
3
Pas de scherpstelring aan om een waarde te selecteren.
U kunt ook het instelwieltje draaien om de waarde aan te passen.
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de waarde
aan te passen.
Onscherp maken
Verscherpen
E
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Wanneer u foto's verscherpt wordt de diafragmawaarde vergroot en neemt
de sluitertijd af. Op donkere locaties kunnen foto's vaag worden.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de
3D-modus.
i-Function gebruiken in de modi P/A/S/M
Wanneer u de i-Function-knop op een i-Function-lens gebruikt, kunt u
sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde, ISO-waarde en witbalans
voor de lens handmatig selecteren en aanpassen.
1
Draai de modusdraaiknop naar P, A, S of M.
2
Druk op [i-Function] op de lens om een instelling te
selecteren.
U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F] of
het scherm slepen om een instelling te selecteren.
Mijn camera > Opnamemodi
62
3
Pas de scherpstelring aan om een optie te selecteren.
U kunt ook het instelwieltje draaien of het scherm slepen om een
optie te selecteren.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Beschikbare opties
Opnamemodus PASM3D
Diafragma
-O-O-
Sluitertijd
--OO-
EV
OOO-O
ISO
OOOO -
Witbalans
OOOOO
Z
OOOO -
Als u de items wilt selecteren die moeten worden weergegeven wanneer u
op [i-Function] drukt op de lens in de opnamemodus, drukt u op [m]
ĺ
5
ĺ
iFn aanpassen
ĺ
een item.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de
3D-modus.
Mijn camera > Opnamemodi
63
Z gebruiken
Met Z kunt u inzoomen op een onderwerp met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotoresolutie kan
echter anders zijn dan wanneer u inzoomt door de zoomring te draaien.
1
Draai de modusdraaiknop naar P, A, S, M of i.
2
Druk op [i-Function] op de lens om Z te selecteren.
U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F]
drukken om het scherm slepen om Z te selecteren.
3
Pas de scherpstelring aan om een zoompercentage te
selecteren.
U kunt ook het instelwieltje draaien of het scherm slepen om een
optie te selecteren.
De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van het
zoompercentage als u Z gebruikt.
3:2 16:9 1:1
x1.2
4560X3040 (13.9M) 4560X2568 (11.7M) 3040X3040 (9.2M)
x1.4
3888X2592 (10.1M) 3888X2184 (8.5M) 2592X2592 (6.7M)
x1.7
3264X2176 (7.1M) 3264X1840 (6.0M) 2176X2176 (4.7M)
x2
2736X1824 (5.0M) 2736X1536 (4.2M) 1824X1824 (3.3M)
Deze cijfers zijn gebaseerd op de maximale resolutie voor elke beeldverhouding.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Z is niet beschikbaar wanneer u serieopnamen vastlegt.
Z is niet beschikbaar wanneer u foto's maakt in de bestandsindeling
RAW.
Z wordt uitgeschakeld wanneer u video's opneemt door op de knop
voor video-opname te drukken.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de
3D-modus.
Mijn camera > Opnamemodi
64
s Smart-modus
U kunt in de Smart-modus foto's maken met vooraf ingestelde opties voor
een specieke scène.
1
Draai de modusdraaiknop naar s.
2
Selecteer een scène.
Als u een opnamemodus wilt selecteren wanneer de
modusdraaiknop is ingesteld op s, drukt u op [f] of raakt u
aan en selecteert u de gewenste modus.
Smart : Gezichtscorrectie
Instellen
Optie Beschrijving
Gezichtscorrectie
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen
van onzuiverheden op het gezicht.
Beste gezicht
Meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de
beste afbeelding te maken.
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Optie Beschrijving
Macro
Foto's maken van kleine onderwerpen of close-ups
maken.
Actie-opname
Onderwerpen vastleggen die met grote snelheid
bewegen.
Rijke toon
Foto's vastleggen met heldere kleuren.
Panorama
Brede panoramascènes opnemen in één foto.
Waterval
Scènes met watervallen vastleggen.
Silhouet
Onderwerpen vastleggen als donkere vormen tegen
een verlichte achtergrond.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
Nacht
Meerdere foto's maken in omstandigheden met weinig
licht zonder itser. De camera combineert ze tot één
afbeelding die helderder is en minder vervaging bevat.
Vuurwerk
Scènes met vuurwerk vastleggen.
Lichtspoor
Scènes vastleggen met een lichtspoor in
omstandigheden met weinig licht.
Creatieve
opname
Foto's vastleggen waarop eecten automatisch
worden toegepast.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
op de [Ontspanknop] om de foto te maken.
Mijn camera > Opnamemodi
65
De modus Beste gezicht gebruiken
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's maken en gezichten
vervangen om de beste afbeelding te maken. Gebruik deze modus om de
beste afbeelding te selecteren voor elke persoon wanneer u groepsfoto's
maakt.
1
Draai de modusdraaiknop naar s en selecteer Beste gezicht.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop]
half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
De eerste foto wordt gebruikt als achtergrondafbeelding.
De camera detecteert automatisch gezichten na het opnemen.
4
Raak een gezicht aan om dit te vervangen.
5
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn
vastgelegd.
Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te
vervangen.
Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die wordt
aanbevolen door de camera.
6
Raak aan om de foto op te slaan.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
De resolutie is standaard ingesteld op 5.9M of kleiner.
Mijn camera > Opnamemodi
66
Panoramafoto's vastleggen
Een 2D- of 3D-panoramafoto maken. Vastgelegde 3D-panoramafoto's
kunnen alleen worden weergegeven op een 3D-televisie of -beeldscherm.
1
Draai de modusdraaiknop naar s en selecteer Panorama.
2
Druk op [m]
ĺ
1
ĺ
Panorama
ĺ
Live Panorama of 3D.
3
Druk op [m] om terug te gaan naar de opnamemodus.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
5
Terwijl de [Ontspanknop] is ingedrukt, beweegt u de camera
langzaam in de gewenste richting.
De 3D-panoramamodus kunt u een scène alleen horizontaal
vastleggen.
Er wordt een pijl in de richting van de beweging weergegeven en
een volledige afbeelding van de opname wordt weergegeven in
het voorbeeldvak.
Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
De camera slaat de opnamen automatisch op als één foto.
Als u de [Ontspanknop] los laat tijdens het opnemen, wordt de
panoramaopname beëindigd en worden de vastgelegde foto's
opgeslagen.
Mijn camera > Opnamemodi
67
De resolutie verschilt afhankelijk van de panoramafoto die u hebt gemaakt.
In de panoramamodus zijn bepaalde opname-opties niet beschikbaar.
De compositie van de opname of de beweging van het onderwerp kunnen
een reden zijn waarom de camera stopt met het maken van opnamen.
In de panoramamodus legt de camera de laatste scène mogelijk niet volledig
vast als u ophoudt met het bewegen van de camera om de fotokwaliteit te
verbeteren. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera
iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen.
In de 3D-panoramamodus legt de camera mogelijk het begin van het einde
van een scène niet vast vanwege de aard van het 3D-eect. Als u de volledige
scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets voorbij het begin- en
eindpunt dat u wilt vastleggen.
Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de
bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera
kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.
Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie
of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u
de beelden bekijkt.
Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus, wordt het 3D-eect mogelijk
minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt met een 3D-lens. U kunt het
3D-eect vergroten door de optionele 3D-lens aan te sluiten en de 3D-modus
te gebruiken. (pag. 69)
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
volgende vermijden:
-
de camera te snel of te langzaam bewegen
-
de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen
-
de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen
-
de camera schudden
-
opnemen op donkere locaties
-
bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen
-
opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht
verandert
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt in de volgende omstandigheden:
-
als u de opnamerichting wijzigt tijdens het opnemen
-
als u de camera te snel beweegt
-
als u de camera niet beweegt
Mijn camera > Opnamemodi
68
Een video opnemen
In de opnamemodus kunt u Full HD-video's opnemen (1920X1080) door
op
(Video-opname) te drukken. U kunt videobestanden met een
maximale duur van 29 minuten en 59 seconden opnemen bij 60, 30, 24 of
15 fps en de bestanden opslaan in de indeling MP4 (H.264). 60 fps is alleen
beschikbaar met 1920X1080 en 1280X720 en 24 fps is alleen beschikbaar
met 1920X810. 15 fps is alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filter-
opties. Het geluid wordt opgenomen via de microfoon van de camera.
U kunt de belichting instellen door de diafragmawaarde en sluitertijd aan
te passen voor de modus die u hebt geselecteerd. Als u een lens gebruikt
die niet beschikt over een AF/MF-schakelaar tijdens het opnemen van een
video, drukt u op [F] om de AF-functie in of uit te schakelen. Wanneer u
een lens gebruikt die over een AF/MF-schakelaar beschikt, werkt de
AF-functie volgens de instellingen van de schakelaar.
Selecteer In-/uitfaden om een scène in of uit te faden. U kunt ook Spraak,
Windonderdrukking of andere opties selecteren om opnameopties in te
stellen. (pag. 106)
1
Draai de modusdraaiknop naar t, P, A, S, M, i of s.
Deze functie werkt wellicht niet in sommige modi.
2
Stel de gewenste opties in.
3
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
4
Druk nogmaals op (Video-opname) om de opname te
stoppen.
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is de nieuwste videocoderingsindeling die in
2003 is ontwikkeld door ISO-IEC en ITU-T. Aangezien deze indeling een hoof
compressieniveau gebruikt, kunnen er meer gegevens worden opgeslagen
op minder geheugenruimte.
Als u tijdens de video-opname de beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan
het geluid hiervan in de opname hoorbaar zijn.
Het zoomgeluid en andere lensgeluiden kunnen worden opgenomen als u
de lens aanpast terwijl u een video opneemt.
Wanneer u een optionele videolens gebruikt, wordt het autofocusgeluid niet
opgenomen.
Als u tijdens het opnemen van een video de lens verwijdert, wordt de
opname onderbroken. Verwissel de lens niet tijdens het opnemen.
Als u tijdens het opnemen van een video een externe microfoon aansluit,
wordt het geluid niet opgenomen via de externe microfoon. (De eerdere
instellingen blijven behouden.) Als u tijdens het opnemen van een video de
externe microfoon verwijdert, wordt het geluid niet opgenomen. Schakel de
camera uit voordat u de externe microfoon aansluit of verwijdert.
Mijn camera > Opnamemodi
69
Als u tijdens het opnemen van een video plotseling van beeldhoek verandert,
kan het zijn dat de camera de beelden niet nauwkeurig kan vastleggen.
Gebruik een statief om bewegingsonscherpte te voorkomen.
De camera ondersteunt alleen de functie Multi AF wanneer u een video
opneemt. Andere opties voor het scherpstelgebied, zoals Gezichtsdetectie
AF, kunnen niet worden gebruikt.
Wanneer het formaat van een video groter wordt dan 4 GB, stopt de camera
automatisch met opnemen zelfs als de maximale opnametijd (29 minuten en
59 seconden) nog niet is bereikt.
Bij geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid, kan het gebeuren dat
de opname wordt onderbroken doordat de kaart het tempo waarin de lm
wordt opgenomen niet kan bijhouden. Vervang in dat geval de kaart door
een snellere, of verklein het videoformaat (bijvoorbeeld van 1280X720 naar
640X480).
Formatteer de geheugenkaart altijd in de camera. Als u de kaart in een
andere camera of op een pc formatteert, kunnen er bestanden op de kaart
verloren gaan of kan de capaciteit veranderen.
Wanneer u op de video-opnameknop drukt, wordt Z uitgeschakeld.
Als u een video opneemt met dezelfde ISO-waarde, is het scherm mogelijk
donkerder dan wanneer u een foto maakt. Pas de ISO-waarde aan.
Wanneer u een video opneemt in de modus P, A of S, wordt ISO
automatische ingesteld op Auto.
3D-modus
U kunt 3D-foto's of -video's maken met een optionele 3D-lens.
SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D-lens (bijvoorbeeld)
Stel de 2D/3D-schakelaar op de lens in op 3D en maak een foto of video
op 1,5-5 m afstand van het onderwerp.
Mijn camera > Opnamemodi
70
De 3D-modus is altijd ingeschakeld, ongeacht de modusdraaiknop van
de camera, uitgezonderd B.
Als u automatische 3D-opties wilt gebruiken waarmee de
camera automatisch opnameopties instelt afhankelijk van de
opnameomstandigheden in de 3D-modus, drukt u op [m]
ĺ
1
ĺ
3D-auto-modus
ĺ
Aan.
Als u de 3D-opname-opties wilt wijzigen, drukt u op [m]
ĺ
6
ĺ
3D-REC-modus
ĺ
een gewenste optie.
* Standaard
Pictogram Beschrijving
Naast elkaar*: hiermee worden twee afbeeldingen naast elkaar
weergegeven.
Frame-packing: hiermee worden de afbeeldingen voor het
linker- en rechteroog om en om in frames weergegeven.
De beschikbare opnameopties verschillende in vergelijking met andere
opnamemodi.
U kunt het fotoformaat 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080) selecteren.
De videoresolutie is ingesteld op 1920X1080.
Video's die worden opgenomen in 3D, kunnen donker zijn of schokkerig
worden afgespeeld.
Als u opnamen maakt bij lagere temperaturen, kan er kleurvervorming
optreden op afbeeldingen en kan er meer batterijlading worden verbruikt.
Het is wellicht niet mogelijk om goede opnamen te maken in
omstandigheden met minder dan 8,5 LV/900 lux. U kunt voor de beste
resultaten het beste opnamen maken op locaties met voldoende licht.
Wanneer u foto's maakt van voorwerpen die polariserend materiaal bevatten,
zoals een scherm, zonnebrillen of een polariserend lter, of het polariserende
materiaal gebruikt met uw lens, kunnen de afbeeldingen donker lijken of
wordt het 3D-eect mogelijk niet correct toegepast.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als u de camera draait of verticaal kantelt tijdens het opnemen, wordt het
3D-eect mogelijk niet correct toegepast. Maak opnamen met de camera in
de normale positie.
Als u opnamen maakt bij TL-verlichting of foto's maakt van afbeeldingen
die worden weergegeven op projectoren of tv's, kunnen de foto's zwart zijn
vanwege het ikkereect.
In de 3D-stand, is de optie 8x vergroten van MF-help mogelijk niet
beschikbaar.
Op het camerascherm worden 3D-video's in 2D weergegeven.
Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de
bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera
kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.
Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie
of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u
de beelden bekijkt.
U kunt in de 3D-modus niet de itser gebruiken.
Mijn camera > Opnamemodi
71
Beschikbare functies in de opnamemodus
Voor informatie over opnamefuncties leest u Hoofdstuk 2.
Druk op een snelkoppeling voor elke functie.
Functie Beschikbaar in Snelkoppeling
Fotoformaat (pag. 73)
P/A/S/M/i/s*/t/3D*-
Kwaliteit (pag. 74)
P/A/S/M/i/s*-
ISO (pag. 75)
P/A/S/Mf/I
Witbalans (pag. 76)
P/A/S/Mf
Fotowizard (pag. 79)
P/A/S/Mf
Smart lter (pag. 101)
P/A/S/Mf
AF-modus (pag. 80)
P/A/S/M/i*/s*/3D* f
AF-gebied (pag. 83)
P/A/S/M/i*/s* f/F
Aanraak AF (pag. 86)
P/A/S/M/i/s*/t/3D*-
MF-help (pag. 88)
P/A/S/M/i/s/t/3D*-
Uitlichten (pag. 88)
P/A/S/M/i/s/t -
Koppel AE met AF
(pag. 99)
P/A/S/M -
Functie Beschikbaar in Snelkoppeling
Afst. modus (pag. 59)
P/A/S/M -
OIS (Anti-trillen)
(pag. 89)
P/A/S/M/i/s*/t*-
Snelheid (Serieopname/
Burst/Timer/Bracketing)
(pag. 90)
P/A/S/M/i*/s*/t*/
3D*
f/C
Lichtmeting (pag. 97)
P/A/S/Mf
Dynamisch bereik
(pag. 100)
P/A/S/M -
Flitser (pag. 94)
P*/A*/S*/M*/i*/s*/
t*
f
Belichtingscompensatie
(pag. 102)
P/A/Sf/W
Belichtingsvergendeling
(pag. 103)
P/A/S -
* Sommige functies zijn in deze modi beperkt.
Hoofdstuk 2
Opnamefuncties
Hier vindt u informatie over de functies en instellingen van de opnamemodus.
Met de opnamefuncties hebt u uitgebreide controle over de manier waarop u foto's en video's maakt.
Opnamefuncties
7373
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Fotoformaat
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Selecteer een
lage resolutie voor foto's die bedoeld zijn voor weergave in een digitale
fotolijst of op het web.
U stelt de formaat
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Fotoformaat
ĺ
een optie.
Pictogram Formaat Aanbevolen voor
5472x3648 (3:2) Afdrukken op A1-papier.
3888x2592 (3:2) Afdrukken op A2-papier.
2976x1984 (3:2) Afdrukken op A3-papier.
1728x1152 (3:2) Afdrukken op A5-papier.
5472x3080 (16:9)
Afdrukken op A1-papier of weergeven op
een HDTV.
3712x2088 (16:9)
Afdrukken op A3-papier of weergeven op
een HDTV.
2944x1656 (16:9)
Afdrukken op A4-papier of weergeven op
een HDTV.
1920x1080 (16:9)
Afdrukken op A5-papier of weergeven op
een HDTV.
3648x3648 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A1-papier.
2640x2640 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A3-papier.
2000x2000 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A4-papier.
1024x1024 (1:1)
Een vierkante foto afdrukken op
A5-papier.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Formaat en resolutie
74
Opnamefuncties > Formaat en resolutie
Kwaliteit
Foto's worden door de camera in JPEG- of RAW-indeling opgeslagen.
Fotos die met een camera zijn gemaakt, worden vaak omgezet naar een
JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen
van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden
niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het
geheugen opgeslagen.
RAW-bestanden hebben de bestandsextensie 'SRW'. Voor het aanpassen
en kalibreren van de belichting, witbalans, tonen, contrast en kleuren van
RAW-bestanden en om deze in JPEG- of TIFF-indeling om te zetten, kunt u
gebruikmaken van het programma Adobe Photoshop Lightroom dat op
de DVD-ROM is meegeleverd.
Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is om foto's in de RAW-
indeling op te slaan.
U stelt de kwaliteit
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Kwaliteit
ĺ
een optie.
Pictogram Indeling Beschrijving
JPEG
Superhoog:
Gecomprimeerd voor de beste kwaliteit.
Aanbevolen voor afdrukken op groot formaat.
JPEG
Hoog:
Gecomprimeerd voor betere kwaliteit.
Aanbevolen voor afdrukken op normaal
formaat.
Pictogram Indeling Beschrijving
JPEG
Normaal:
Gecomprimeerd voor normale kwaliteit.
Aanbevolen voor afdrukken in klein formaat
of voor uploaden naar het web.
RAW
RAW:
Foto's zonder gegevensverlies opslaan.
Aanbevolen als u de foto naderhand wilt
bewerken.
RAW+JPEG
RAW + S.Fijn: een foto opslaan in zowel JPEG-
(S.Fine-kwaliteit) als RAW-indeling.
RAW+JPEG
RAW + Fijn: een foto opslaan in zowel
JPEG- (Fine-kwaliteit) als RAW-indeling.
RAW+JPEG
RAW + Normaal: een foto opslaan in zowel
JPEG- (Normal-kwaliteit) als RAW-indeling.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Opnamefuncties
7575
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
De ISO-waarde geeft de mate aan waarin de camera gevoelig is voor licht.
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger is de camera voor licht. Dit
betekent dat u met een hogere ISO-waarde op plaatsen met minder licht
foto's kunt nemen met een snellere sluitertijd. Dit kan echter wel tot meer
elektronische ruis en korrelige foto's leiden.
U stelt de ISO-waarde
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [I]
ĺ
een optie.
Voorbeelden
ISO 100 ISO 400
ISO 800 ISO 3200
U kunt de optie ook instellen door op [m]
ĺ
1
ĺ
ISO
ĺ
een optie
te drukken in de opnamemodus.
Verhoog de ISO-waarde op plaatsen waar geen itser kan of mag worden
gebruikt. Door een hoge ISO-waarde in te stellen, kunt u heldere foto's maken
zonder dat daar meer licht voor nodig is.
Gebruik de functie Ruisonderdrukking om zichtbare ruis die bij foto's met een
hoge ISO-waarde weg te lteren. (pag. 146)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
ISO-waarde
Opnamefuncties
7676
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
De witbalans staat voor de lichtbron die van invloed is op de kleur van een
foto.
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de
kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert
u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren,
zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, Kunstlicht of pas de
kleurtemperatuur handmatig aan.
U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde lichtbronnen
aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de kleuren
van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen.
U stelt de witbalans
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Witbalans
ĺ
een optie.
Pictogram Beschrijving
Auto witbalans: automatische instellingen die per
lichtomstandigheid verschillen.
Daglicht: voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag.
Deze optie resulteert in foto's die de natuurlijke kleuren van de
scène het dichtst benaderen.
Bewolkt: voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of
in de schaduw. Foto's die op bewolkte dagen worden gemaakt,
hebben een blauwiger tint dan op zonnige dagen. Met deze
optie wordt dat eect gecompenseerd.
Pictogram Beschrijving
Wit TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een kleurtemperatuur van circa 4200K.
NW TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een zeer witte tint en een kleurtemperatuur van circa 5000K.
Daglicht-TL: selecteer deze optie voor foto's die onder een
daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met
een licht blauwe tint en een kleurtemperatuur van circa 6500K.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting. Gloeilampen hebben een roodachtige
tint. Met deze optie wordt dat eect gecompenseerd.
WB itser: selecteer deze optie wanneer u een itser gebruikt.
Aangep. instelling: uw vooraf gedenieerde instellingen
gebruiken. U kunt de witbalans handmatig instellen door op
[D] te drukken en door een wit vel papier te fotograferen.
Vul de cirkel van de spotmeting met het papier en stel de
witbalans in.
Witbalans
77
Opnamefuncties > Witbalans
Pictogram Beschrijving
Kleurtemperatuur: de kleurtemperatuur van de lichtbron
handmatig instellen. Kleurtemperatuur is een maat in graden
Kelvin waarmee de tint van een lichtbron wordt aangegeven.
Naarmate de kleurtemperatuur toeneemt, wordt de
kleurspreiding koeler. En omgekeerd wordt bij een afname van
de kleurtemperatuur de kleurspreiding warmer. Druk op [D]
en pas de kleurtemperatuur aan.
Heldere lucht
TL-licht_H
TL-licht_L
Bewolkt
Halogeenlamp
Daglicht
Gloeilamp
Kaarslicht
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen
U kunt ook eigen witbalansopties voorprogrammeren.
Eigen opties
voorprogrammeren:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Witbalans
ĺ
een optie
ĺ
[D]
ĺ
draai het instelwieltje of druk op
[D/I/C/F].
Witbalans : Daglicht
Vorige
Instellen Reset
U kunt ook een gedeelte op het scherm aanraken.
78
Opnamefuncties > Witbalans
Voorbeelden
Auto witbalans Daglicht
Daglicht-TL Kunstlicht
Opnamefuncties
7979
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Met de Fotowizard kunt u verschillende fotostijlen op uw foto's toepassen
om ze verschillende uitstralingen en emoties mee te geven. Tevens kunt u
zelf fotostijlen maken door de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast
van een bestaande stijl aan te passen en op te slaan.
Er zijn geen regels voor welke stijl in een situatie geschikt is. Experimenteer
met verschillende stijlen om te ontdekken wat uw voorkeuren zijn.
U stelt als volgt een
fotostijl in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Fotowizard
ĺ
een optie.
Voorbeelden
Standaard Helder Portret
Landschap Bos Retro
Koel Rustig Klassiek
U kunt ook de waarde van de voorgeprogrammeerde stijlen aanpassen.
Selecteer een optie van Fotowizard, druk op [D] en pas de kleur, de
verzadiging, de scherpte of het contrast aan.
Als u uw eigen fotowizard wilt aanpassen, selecteert u , of en past
u de kleur, verzadiging, scherpte en contrast aan.
Opties voor de Fotowizard kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met
opties voor Smart lter.
Fotowizard (fotostijlen)
Opnamefuncties
8080
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
AF-modus
Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera.
U kunt een scherpstelmethode kiezen die bij het onderwerp past.
De mogelijkheden zijn enkelvoudige autofocus, continu-autofocus en
handmatige scherpstelling. De AF-functie (autofocus) wordt geactiveerd
op het moment dat u [Ontspanknop] half indrukt. In de MF-modus
(handmatige scherpstelling) moet u aan de scherpstelring op de lens
draaien om handmatig scherp te stellen.
In de meeste gevallen is Enkelvoudige AF de geschikte methode. Snel
bewegende onderwerpen en onderwerpen die eenzelfde kleur hebben als
de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor dergelijke situaties
een geschikte scherpstelmethode.
Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar
instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer
u Enkelvoudige AF of Continuo AF selecteert. Stel de schakelaar in op MF
wanneer u Handm. scherpst. selecteert.
Als de lens geen AF/MF-schakelaar heeft, drukt u op [F] om de
gewenste AF-modus te selecteren.
U stelt als volgt de
autofocusmodus in:
Druk in de opnamemodus op [F]
ĺ
een optie.
U kunt de optie ook instellen door op [m]
ĺ
1
ĺ
AF-modus
ĺ
een optie te drukken in de opnamemodus.
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties
verschillen.
81
Opnamefuncties > AF-modus
Enkelvoudige AF
Enkelvoudige AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op het gedeelte van het
beeld in het scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt
groen wanneer er is scherpgesteld.
Continu AF
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, blijft de camera voortdurend
scherpstellen. Wanneer het scherpstelgebied eenmaal op het onderwerp
is gericht, blijft het onderwerp altijd scherp in beeld, ook als het beweegt.
Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van bijvoorbeeld
etsers, rennende honden of raceauto's.
82
Opnamefuncties > AF-modus
Handmatige scherpstelling
U kunt handmatig op het onderwerp scherpstellen door aan de
scherpstelring op de lens te draaien. Met de MF-hulpfunctie kunt u
eenvoudig scherpstellen. Wanneer u de scherpstelring draait, wordt
het scherpstelgedeelte vergroot. Wanneer u de functie Focus Peaking
gebruikt, wordt de geselecteerde kleur weergegeven in de rand om het
scherpgestelde onderwerp. Wanneer u de functie Focus Peaking gebruikt,
wordt de geselecteerde kleur weergegeven op het scherpgestelde
onderwerp. Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van
onderwerpen die eenzelfde kleur als de achtergrond hebben en voor
nachtelijke scènes en vuurwerk.
Als u deze functie gebruikt kunt u de opties Aanraak AF, AF-gebied en Koppel
AE met AF niet gebruiken.
Opnamefuncties
8383
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Met de AF-gebiedfunctie wordt de positie van het scherpstelgebied
gekozen.
In het algemeen stelt de camera op het dichtstbijzijnde onderwerp scherp.
Wanneer er echter veel verschillende elementen in beeld zijn, kan het
gebeuren dat de focus verkeerd komt te liggen. Om te voorkomen dat
er op een verkeerd beeldelement wordt scherpgesteld, kunt u een ander
scherpstelgebied kiezen zodat er op het gewenste deel van het beeld
wordt scherpgesteld. U kunt zorgen voor een duidelijkere en scherpere foto
door een geschikt scherpstelpunt te kiezen.
U stelt als volgt het
scherpstelgebied in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
AF-gebied
ĺ
een optie.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Wanneer de AF/MF-schakelaar is ingesteld op MF, kunt u het AF-gebied niet
wijzigen in het opnamemenu.
Wanneer u de optie Gezichtsdetectie AF gebruikt, stelt de camera
automatisch scherp op het gedeelte met het witte kader.
Afhankelijk van de opties van de Fotowizard, heeft Gezichtsdetectie mogelijk
geen eect.
Wanneer u handmatig scherpstelt, is Gezichtsdetectie mogelijk niet
beschikbaar.
Gezichtsdetectie is in de volgende gevallen mogelijk niet eectief:
-
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera
-
als het te licht of te donker is
-
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
-
het onderwerp draagt een zonnebril of masker
-
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
-
het onderwerp is van achteren belicht of de lichtomstandigheden zijn niet
stabiel
Keuze AF
U kunt de focus instellen op een gebied dat uw voorkeur heeft. Pas een
onscherpte-eect toe om het onderwerp er te laten uitspringen.
In de onderstaande afbeelding is het scherpstelgebied verplaatst en in
formaat aangepast zodat het over het gezicht van het onderwerp valt.
Als u het scherpstelgebied wilt verplaatsen of de formaat wilt aanpassen,
drukt u in de opnamemodus op [o]. Gebruik de navigatieknop om het
scherpstelgebied te verplaatsen. Draai aan het instelwieltje om de formaat van
het scherpstelgebied aan te passen.
AF-gebied
84
Opnamefuncties > AF-gebied
Multi AF
De camera geeft een groene rechthoek weer op de plaatsen waar is
scherpgesteld. De foto wordt in twee of meer gebieden verdeeld en de
camera zorgt voor scherpstelpunten in elk gebied. Dit wordt aanbevolen
voor landschapsfoto's.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, worden de scherpstelgebieden
weergegeven, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven.
Gezichtsdet. AF
De camera geeft bij het scherpstellen prioriteit aan menselijke gezichten.
Er kunnen tot 10 gezichten worden gedetecteerd. Deze instelling wordt
voor groepsfoto's aanbevolen.
Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op gezichten
scherpgesteld, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. In
het geval van een groep mensen, wordt het scherpstelgebied op het
gezicht van de dichtstbijzijnde persoon wit aangegeven en de rest van de
gezichten in grijs.
85
Opnamefuncties > AF-gebied
Zelfportret AF
Bij het maken van een zelfportret kan het lastig zijn om te controleren
of uw gezicht scherp in beeld is. Als deze functie is ingeschakeld, piept
de camera sneller als uw gezicht zich in het midden van de compositie
bevindt.
Opnamefuncties
8686
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Tracking AF
Met Tracking AF kunt u een onderwerp volgen en automatisch
scherpstellen, zelfs wanneer het onderwerp beweegt of wanneer u de
compositie wijzigt.
Wit kader: u camera volgt het
onderwerp.
Groen kader: er wordt
scherpgesteld op het onderwerp
wanneer u de [Ontspanknop]
half indrukt.
Rood kader: u camera kan niet
scherpstellen.
Selecteer of stel scherp op een scherpstelgebied dat u aanraakt op
het scherm. U kunt ook scherpstellen op het onderwerp of een foto
vastleggen door het scherm aan te raken.
Aanraak AF
instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Aanraak AF
ĺ
een optie.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.
Aanraak AF
Met Aanraak AF kunt u selecteren en scherpstellen op het
scherpstelgebied dat u aanraakt op het scherm.
AF-punt
Het scherpstelgebied komt overeen met het gebied dat u aanraakt op het
scherm en er wordt niet scherpgesteld.
Aanraak AF
87
Opnamefuncties > Aanraak AF
One Touch-opname
U kunt een foto maken met een vingeraanraking. Wanneer u een
onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het
onderwerp en wordt een foto gemaakt.
Als u geen scherpstelgedeelte selecteert, werkt de functie voor automatisch
scherpstellen niet.
Een onderwerp volgen mislukt mogelijk als:
-
het onderwerp te klein is
-
het onderwerp te veel beweegt
-
het onderwerp van achteren is belicht of als u opnamen maken op een
donkere locatie
-
kleuren of patronen op het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk
-
het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals luxaex
-
de camera schudt veel
Wanneer het volgen mislukt, wordt de functie gereset.
Als de camera het onderwerp niet kan volgen, wordt het scherpstelgebied
gereset.
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood en
wordt de focus gereset.
Opnamefuncties
8888
O
p
name
f
uncti
es
Opnamefuncties
In de handmatige scherpstelmodus moet u de scherpstelring op de
lens draaien om scherp te stellen. Als u de functie MF-help of de functie
Focus Peaking gebruikt, kunt u beter scherpstellen. Deze functie is alleen
beschikbaar op lenzen die handmatige scherpstelling ondersteunen.
MF-help
In de handmatige scherpstelmodus kunt u de scène vergroten en de
scherpstelling eenvoudig aanpassen terwijl u de scherpstelring draait.
U stelt als volgt ondersteunde
handmatige scherpstelling in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
MF-help
ĺ
een optie.
* Standaard
Optie Beschrijving
Uit
De functie MF-help niet gebruiken.
5x
vergroten*
Het scherpstelgebied wordt 5 keer vergroot wanneer u aan de
scherpstelring draait.
* Standaard
Optie Beschrijving
8x
vergroten
Het scherpstelgebied wordt 8 keer vergroot wanneer u aan de
scherpstelring draait.
Uitlichten
In de modus voor handmatig scherpstellen wordt de kleur die u
hebt geselecteerd, weergegeven op het onderwerp waarop wordt
scherpgesteld zodat u beter kunt scherpstellen terwijl u scherpstelring
draait.
Opties voor
Uitlichten instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Uitlichten
ĺ
een optie.
* Standaard
Optie Beschrijving
Niveau
Een gevoeligheid instellen om het scherpgestelde onderwerp te
detecteren. (Uit, Hoog, Normaal*, Laag)
Kleur
Een kleur instellen die wordt weergegeven op het scherpgestelde
onderwerp. (Wit*, Rood, Groen)
Hulpfunctie voor scherpstellen
Opnamefuncties
8989
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Stel de Optische beeldstabilisatie (OIS) in om bewegingsonscherpte tegen
te gaan. OIS is mogelijk bij sommige lenzen niet beschikbaar.
Bewegingsonscherpte kan ontstaan wanneer u op donkere plaatsen of
binnenshuis foto's maakt. In dergelijke situaties gebruikt de camera een
langere sluitertijd om meer licht op de sensor te laten vallen en de foto
kan hierdoor bewogen worden. U kunt dit voorkomen door de OIS-functie
te gebruiken.
Als uw lens een OIS-schakelaar heeft, moet u de schakelaar instellen op
ON om de OIS-functie te gebruiken.
U stelt als volgt
OIS-opties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
OIS (Anti-trillen)
ĺ
een optie.
* Standaard
Pictogram Beschrijving
Uit: de OIS-functie is uitgeschakeld. (Deze optie is bij sommige
lenzen mogelijk niet beschikbaar.)
Modus 1*: de OIS-functie wordt alleen toegepast als u
[Ontspanknop] half of helemaal indrukt.
Modus 2: de OIS-functie is geactiveerd.
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Zonder OIS-correctie Met OIS-correctie
OIS werkt mogelijk niet goed in de volgende omstandigheden:
-
wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen
-
wanneer de camera te veel schudt
-
wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij selectie van
Nacht in de modus s)
-
wanneer de batterij bijna leeg is
-
wanneer u een close-up neemt
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp
worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik
van een statief uit.
Als de camera een schok krijgt of valt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, schakelt u de camera uit en weer in.
Gebruik de OIS-functie alleen als het nodig is, omdat hierbij veel
batterijenergie wordt gebruikt.
Als u een OIS-optie wilt instellen in het menu, stelt u de OIS-schakelaar op uw
lens in op ON.
Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.
Uit is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.
Opnamefuncties
9090
Opnamefuncties
U kunt verschillende opnamemethoden instellen, zoals Continu, Burst,
Timer, enzovoort.
Selecteer 1 opname om één foto tegelijk te maken. Selecteer Serieopname
of Burst om onderwerpen vast te leggen die snel bewegen. Selecteer
AE BKT, WB BKT of F Wiz BKT om de belichting of Witbalans aan te passen
of eecten met Fotowizard toe te passen. U kunt ook Timer selecteren om
een foto van uzelf te maken.
U stelt de opnamemethode
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [C]
een optie.
U kunt de optie ook instellen door op [m]
1
Snelheid
een optie te drukken in de opnamemodus.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
1 opname
Wanneer u [Ontspanknop] drukt, wordt er één foto gemaakt. Geschikt
voor algemene omstandigheden.
Continu
Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, worden er achter elkaar foto's
gemaakt. U kunt maximaal 5 foto's (Continu laag) of 8,6 foto's (Continu
hoog) maken per seconde.
Als u Continu hoog, selecteert, is de ruisonderdrukkingsfunctie niet
beschikbaar.
De maximale opnamesnelheid is 8,6 frames per seconde. Deze neemt af na
ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAW-opnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart.
Kan verschillen afhankelijk van de specicaties van de geheugenkaart.)
Snelheid (opnamemethode)
91
Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode)
Burst
Maximaal 10 opnamen per seconde (3 seconden), 15 opnamen per
seconde (2 seconden) of 30 opnamen per seconde (1 seconde) maken
wanneer u [Ontspanknop] eenmaal indrukt. Aanbevolen voor het
vastleggen van snel bewegende onderwerpen zoals raceauto's.
Als u het aantal opnamen wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op [C]
ĺ
Burst en vervolgens op [D].
Het fotoformaat is ingesteld op 5M.
Het kan langer duren om een foto op te slaan.
Met deze optie kan de itser niet worden gebruikt.
De sluitertijd moet korter dan 1/30 seconde zijn.
Foto's die met deze optie worden gemaakt, kunnen bij het opslaan iets groter
worden.
De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.
Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
Timer
Maak een foto met een vertraging van 2 tot 30 seconden. De vertraging is
in stappen van 1 seconde in te stellen.
Als u de vertraging wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op [C]
ĺ
Timer en vervolgens op [D].
92
Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode)
Opnamereeks met verschillende
belichtingen (AE BKT)
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen: één met normale belichting, één een stap donkerder en één
een stap lichter. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen
wanneer er drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de
instellingen aanpassen in het menu BKT instellen.
Belichting -2
Origineel
Belichting +2
Witbalansbracketing (WB BKT)
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen: een normale foto en twee extra met een verschillende
witbalans. De normale foto wordt genomen wanneer u op [Ontspanknop]
drukt. De andere twee worden automatisch volgens de ingestelde
witbalans aangepast. U kunt de instellingen aanpassen in het menu
BKT instellen.
WB-2
Origineel
WB+2
Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
93
Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode)
Fotowizardbracketing (F Wiz BKT)
Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar
genomen, elk met een andere fotowizardinstelling. De camera maakt een
foto en past daarop de drie fotowizardopties toe die u hebt ingesteld.
U kunt in het menu BKT instellen drie verschillende instellingen
selecteren.
Helder
Standaard
Retro
Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet
beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.
Bracketing instellen
U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT. (pag. 147)
U stelt als volgt
opties voor de
opnametrapjes in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
5
ĺ
BKT instellen
ĺ
een optie.
Opnamefuncties
9494
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Voor een realistische foto van een onderwerp moet de hoeveelheid licht
constant zijn. Wanneer de lichtbron varieert, kunt u een itser gebruiken
en daarmee voor een constante hoeveelheid licht zorgen. Selecteer de
juiste instellingen voor de lichtbron en het onderwerp.
U stelt als volgt
itsopties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Flitser
ĺ
een optie.
Pictogram Beschrijving
Uit: de itser niet gebruiken.
Smart Flitser: de camera past automatisch de helderheid van
de its aan de hoeveelheid omgevingslicht aan.
Auto: op donkere plaatsen gaat de itser automatisch af.
Automatisch rode ogen onderdrukken: de itser gaat
automatisch af en voorkomt rode ogen.
Invulits: bij elke foto wordt de itser gebruikt. (De helderheid
wordt automatisch aangepast.)
Invulits + Rode ogen: bij elke foto wordt de itser gebruikt en
worden rode ogen verminderd.
Pictogram Beschrijving
1e gordijn: er wordt onmiddellijk
na het openen van de sluiter
een its afgevuurd. Er wordt
vroegtijdig in de actie een
duidelijke foto van het
onderwerp gemaakt.
Bewegingsrichting van bal
2e gordijn: er wordt vlak voor
het dichtgaan van de sluiter een
its afgevuurd. Er wordt laat in de
actie een duidelijke foto van het
onderwerp gemaakt.
Bewegingsrichting van bal
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde itsen. Beweeg de camera niet
totdat de tweede its is uitgevoerd.
Als u Uit selecteert, gaat de itser zelfs niet af als een externe itser is
aangesloten.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde itsers. Gebruik van incompatibele
itsers kan de camera beschadigen.
Flitser
95
Opnamefuncties > Flitser
Het rode-ogeneect verminderen
Als de itser wordt gebruikt wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. Als u het
rode-ogeneect wilt verminderen, selecteert u Automatisch rode ogen
onderdrukken of Invulits + Rode ogen.
Zonder rode-ogencorrectie Met rode-ogencorrectie
Als het onderwerp zich te ver van de camera bevindt of zich beweegt, wordt het
rode-ogeneect mogelijk niet beperkt.
De itssterkte aanpassen
Wanneer de itser is ingeschakeld, wordt de itserintensiteit +/-2 niveaus
aangepast.
U stelt de itssterkte
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [f]
ĺ
Flitser
ĺ
een optie
ĺ
[D]
ĺ
draai het instelwieltje of druk op [C/F] om de
itserintensiteit aan te passen.
Vorige
Instellen
Flitser : 0,0
96
Opnamefuncties > Flitser
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de intensiteit aan te
passen.
Het aanpassen van de itssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen:
-
het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera.
-
er is een hoge ISO-waarde ingesteld.
-
de belichtingswaarde is te groot of te klein.
In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt.
Als u een externe itser waarvan de intensiteit kan worden aangepast,
aansluit op de camera, worden de intensiteitsinstellingen van de itser
toegepast.
Als het onderwerp te dicht bij is wanneer u de itser gebruikt, kan een
gedeelte van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere
foto veroorzaakt. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen
bereikt bevindt. Dit bereik verschilt per lens.
Wanneer een zonnekap is bevestigd, kan het licht van de itser worden
geblokkeerd door de kap. Verwijder de kap om de itser te gebruiken.
Opnamefuncties
9797
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
De modus Lichtmeting is de manier waarop de camera de hoeveelheid
licht meet.
De camera meet de hoeveelheid licht in een scène en stelt in veel modi
aan de hand van deze meting diverse opties in. Als een onderwerp
bijvoorbeeld donkerder lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de
camera er een overbelichte foto van. En als een onderwerp lichter lijkt dan
zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een onderbelichte foto van.
De helderheid en algehele sfeer van de foto kunnen tevens worden
beïnvloed door de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet.
Kies voor elke omstandigheid een geschikte instelling.
U stelt als volgt een optie
voor Lichtmeting in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Lichtmeting
ĺ
een optie.
Multi
In de Multimodus wordt de hoeveelheid licht in meerdere gebieden
berekend. Wanneer er voldoende of onvoldoende licht is, past de camera
de belichting aan door het gemiddelde van de algehele helderheid van de
scène te nemen. Deze modus is geschikt voor algemene foto's.
Lichtmeting
98
Opnamefuncties > Lichtmeting
Spot
In de Spotmodus wordt de hoeveelheid licht in het centrum berekend.
Wanneer u een foto maakt in een situatie waarbij er achter het
onderwerp veel tegenlicht is, wordt de belichting zodanig ingesteld dat
het onderwerp correct wordt belicht. Wanneer u bijvoorbeeld bij sterk
tegenlicht voor de Multimodus kiest, berekent de camera dat de totale
hoeveelheid licht voldoende is, waardoor er een donkere foto ontstaat.
De Spotmodus kan dit voorkomen doordat hiermee de hoeveelheid licht
in een speciek gebied wordt berekend.
Het onderwerp is helder terwijl de achtergrond donker is. De Spotmodus
wordt aanbevolen voor situaties zoals deze, waarbij er een enorm
belichtingsverschil tussen het onderwerp en de achtergrond bestaat.
Centr. gewogen
In de modus Centr. gewogen wordt er een groter gebied berekend dan
in de Spot-modus. De hoeveelheid licht in het centrale gedeelte van het
beeld (60-80 %) en dat in de rest van het beeld (20-40 %) worden bij elkaar
opgeteld. Deze optie wordt aanbevolen voor situaties waarin er een klein
verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond bestaat, of waarin
een gebied binnen het onderwerp groot is in verhouding tot de algehele
compositie van de foto.
99
Opnamefuncties > Lichtmeting
De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten
Wanneer deze functie is ingeschakeld, stelt de camera automatisch een
optimale belichting in door de helderheid van het scherpstelgebied te
berekenen.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u Spot-meting of
Multi-meting en Keuze AF selecteert.
U stelt deze functie
als volgt in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Koppel AE
met AF
ĺ
een optie.
Opnamefuncties
100100
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Met deze functie wordt automatisch het verlies aan heldere details
gecorrigeerd dat kan optreden door grote verschillen tussen donker en
licht in de foto.
U stelt als volgt Smart
bereik-opties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Dynamisch bereik
ĺ
een optie.
Zonder eect van Dynamisch bereik Met eect van Dynamisch bereik
Pictogram Beschrijving
Uit: de functie Dynamisch bereik niet gebruiken.
HDR-bereik+: het verlies van heldere details corrigeren.
U kunt ISO 100 niet instellen.
HDR: 2 foto's maken met verschillende belichtingen en ze
automatisch combineren tot één afbeelding.
De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.
Opties voor Dynamisch bereik kunnen niet tegelijk met
opties voor Fotowizard worden ingesteld.
Dynamisch bereik
Opnamefuncties
101101
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Met Intelligent filter kunt u speciale eecten toepassen op uw foto's.
U kunt verschillende lteropties selecteren om speciale eecten te maken
die doorgaans lastig ter realiseren zijn met normale lenzen.
U stelt als volgt Intelligent
filter-opties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
1
ĺ
Smart lter
ĺ
een optie.
Optie Beschrijving
Uit
Geen eect
Vignetten
Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Miniatuur
Een eect toepassen waarmee het onderwerp in
miniatuur wordt weergegeven.
Gekleurd
potlood
Het eect van een schilderij met gekleurde potloden
toepassen.
Waterverf
Het eect van een waterverfschilderij toepassen.
Aquarel
Een verwassen eect toepassen.
Olieverfschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.
Inktschets
Permite aplicar un efecto de boceto en tinta.
Acryl
Het eect van een acrylschilderij toepassen.
Optie Beschrijving
Negatief
Een negatiefeect toepassen.
Rood
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van rood.
Groen
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van groen.
Blauw
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van blauw.
Geel
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve
van geel.
Opties voor Intelligent lter kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met
opties voor Fotowizard.
Intelligent Filter
Opnamefuncties
102102
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager
is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.
De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Houd [W] ingedrukt en draai het instelwieltje om de belichtingswaarde
in te stellen. U kunt de belichtingswaarde ook aanpassen door op [f] te
drukken en EV te selecteren.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingsniveau-
indicator
Toegenomen belichting
(helderder)
Afgenomen belichting
(donkerder)
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
-2
Origineel
+2
Belichtingscompensatie
Opnamefuncties
103103
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Wanneer u niet de juiste belichting kunt bereiken vanwege een sterk
kleurcontrast, kunt u de belichting vergrendelen en dan een foto nemen.
U kunt de belichting vergrendelen door de belichting van de foto aan te
passen en op de aangepaste knop te drukken.
Nadat de belichting is vergrendeld, richt u de lens zodanig dat de
gewenste compositie ontstaat en drukt u op de [Ontspanknop].
U kunt de functie van de knop Aangepast instellen op AEL om de huidige
belichtingswaarde te vergrendelen. (pag. 150)
Deze functie werkt wellicht niet in de handmatige modus.
Belichtingsvergendeling
Opnamefuncties
104104
Opname
f
uncti
es
Opnamefuncties
Hier worden de functies beschreven die voor video beschikbaar zijn.
Filmformaat
Het lmformaat instellen.
Opties voor
lmformaat instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Filmformaat
ĺ
een optie.
Pictogram Formaat Aanbevolen voor
1920X1080 (60 fps) (16:9)
Weergeven op een full-HDTV.
(Alleen af te spelen op Full
HD-tv's die kunnen afspelen met
60 fps.)
1920X1080 (30 fps) (16:9) Weergeven op een full-HDTV.
1920X1080 (15 fps) (16:9)
Weergeven op een full-HDTV.
(Alleen beschikbaar met
bepaalde Smart Filter-opties.)
1920X810 (24 fps)
(Ongeveer 2,35:1)
Weergeven op een HDTV.
1280X720 (60 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV.
1280X720 (30 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV.
640X480 (30 fps) (4:3) Weergeven op een televisie.
320X240 (30 fps) (4:3)
Publiceren op een website via
het draadloze netwerk (maximaal
30 seconden).
Filmkwaliteit
De lmkwaliteit instellen.
Opties voor
lmkwaliteit
instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Filmkwaliteit
ĺ
een optie.
Pictogram Extensie Beschrijving
MP4 (H.264)
Normaal: video's in normale kwaliteit
opnemen.
MP4 (H.264)
Hoge kwaliteit: video's in hoge kwaliteit
opnemen.
Videofuncties
105
Opnamefuncties > Videofuncties
Multi Motion
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een video instellen.
Opties voor de
afspeelsnelheid instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Multi Motion
ĺ
een optie.
Pictogram Beschrijving
x0.25: een video opnemen en afspelen op 1/4 van de normale
snelheid. (Alleen beschikbaar met 640x480 of 320x240)
x0.5: een video opnemen en afspelen op 1/2 van de normale
snelheid. (Alleen beschikbaar met 1280x720 (30 fps), 640x480 of
320x240)
x1: een video opnemen en afspelen op de normale snelheid.
x5: een video opnemen en afspelen op 5X de normale snelheid.
x10: een video opnemen en afspelen op 10X de normale
snelheid.
x20: een video opnemen en afspelen op 20X de normale
snelheid.
Als u een andere optie dan x1 selecteert, wordt er geen geluid opgenomen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
In-/uitfaden
U kunt een scène in- en uitfaden door de faderfunctie op de camera te
gebruiken. Stel de optie voor infaden in om geleidelijk in te faden aan het
begin van de scène. Stel de optie voor uitfaden in om de scène geleidelijk
uit te faden. Gebruik de functie naar wens en voeg dramatische eecten
aan uw video's toe.
U stelt als volgt
opties voor in-/
uitfaden in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
In-/uitfaden
ĺ
een optie.
Pictogram Beschrijving
Uit: de functie voor in-/uitfaden wordt niet gebruikt.
In: de scène geleidelijk infaden.
Uit: de scène geleidelijk uitfaden.
In-uit: de functie In-/uitfaden wordt aan het begin en eind van
de scène toegepast.
Wanneer u de functie voor in-/uitfaden gebruikt, kan het langer duren om een
bestand op te slaan.
106
Opnamefuncties > Videofuncties
Microfoonniveau
Het microfoonniveau instellen voor de opnameomstandigheden.
Het
microfoonniveau
instellen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Microfoonniveau
ĺ
een optie.
Spraak
Soms is een stomme video aantrekkelijker dan een met geluid. Schakel de
spraak uit om een stomme video op te nemen.
U stelt als volgt
spraakopties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Spraak
ĺ
een optie.
Windonderdrukking
Wanneer u video's in een rumoerige omgeving opneemt, kunnen
er ongewenste geluiden in de video worden opgenomen. In het
bijzonder het geluid van de wind kan vervelend zijn. Gebruik de
functie Windonderdrukking om naast windgeluid ook bepaalde
omgevingsgeluiden weg te lteren.
Het geluid van de
wind verminderen:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
6
ĺ
Windonderdrukking
ĺ
een optie.
Hoofdstuk 3
Weergeven en bewerken
Informatie over het afspelen en bewerken van foto's en video's.
Zie hoofdstuk 6 voor informatie over het bewerken van bestanden op een pc.
108
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over het weergeven van foto- en videominiaturen
en over het beschermen of verwijderen van bestanden.
Als u een tijd lang geen bewerkingen uitvoert, verdwijnen de informatie en
pictogrammen van het scherm. Wanneer u de camera weer gebruikt, worden ze
weer weergegeven.
Foto's weergeven
1
Druk op [y].
Het bestand met de laatste opname wordt weergegeven.
2
Druk op [C/F] om door bestanden te bladeren.
U kunt de afbeelding ook naar links of rechts slepen om naar een
ander bestand te gaan.
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet
bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten of codecs. Gebruik
een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
Miniaturen weergeven
U kunt foto's en video's zoeken door naar de miniatuurweergave te
gaan. In de miniatuurweergave worden meerdere beelden tegelijk
weergegeven, zodat u eenvoudig naar bestanden kunt zoeken. U kunt
ook bestanden classiceren en weergeven op categorie, zoals datum of
bestandstype.
Draai het instelwieltje naar links om de weergavemodus
voor miniaturen te selecteren.
(Draai aan het instelwieltje naar rechts om terug te gaan naar
de vorige modus.)
Bestanden zoeken en beheren
109
Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren
Bestanden op categorie weergeven
1
Druk in de miniatuurweergave op [m]
ĺ
z
ĺ
Filter
ĺ
een categorie.
U kunt ook FILTER aanraken om een categorie te selecteren.
* Standaard
Optie Beschrijving
Alles*
Bestanden normaal weergeven.
Datum
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Type
Bestanden weergeven op bestandstype.
Locatie
Bestanden weergeven op opslaglocatie.
(Alleen de foto's die met een GPS-module zijn vastgelegd,
bevatten locatiegegevens.)
2
Selecteer een lijst om deze te openen.
3
Selecteer een bestand om dit te openen.
4
Raak aan om terug te keren naar de vorige weergave.
Bestanden weergeven als map
Doorlopende en burstopnamen worden weergegeven als map. Als u een
map selecteert, worden alle foto's automatisch weergegeven. Als u een
map verwijdert, worden alle foto's in de map verwijderd.
1
Druk in de afspeelmodus op [C/F] of sleep de afbeelding
naar links of rechts om naar de gewenste map te gaan.
De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
2
Scroll het instelwieltje naar rechts de map te openen.
U kunt ook de map aanraken op het scherm om de map te openen.
3
Druk op [C/F] of sleep de afbeelding naar links of rechts
om naar een ander bestand te gaan.
4
Scroll het instelwieltje naar links om terug te gaan naar de
afspeelmodus.
110
Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden
gewist.
1
Druk in de afspeelmodus op [m]
ĺ
z
ĺ
Beveiligen
ĺ
Select..
2
Druk op [C/F] om een bestand te selecteren en druk op
[o].
3
Druk op [f].
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen
Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen.
1
Druk in de afspeelmodus op [m]
ĺ
z
ĺ
Beveiligen
ĺ
Alles.
2
Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
Vergrendel
Alle bestanden vergrendelen.
Ontgrendel
Alle bestanden ontgrendelen.
Annuleren
Terug naar het vorige menu.
111
Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren
Bestanden verwijderen
Wis bestanden in de afspeelmodus en maak zo meer ruimte op de
geheugenkaart vrij. Beveiligde bestanden worden niet gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen
U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [n].
2
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja.
Meerdere bestanden wissen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze wissen.
1
Druk in de afspeelmodus op [m]
ĺ
z
ĺ
Verwijder
ĺ
Select..
Druk anders in de miniatuurweergave op [n] en selecteer
bestanden die u wilt verwijderen.
2
Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen door op
[C/F] te drukken en druk op [o].
Druk nogmaals op [o] op de selectie op te heen.
3
Druk op [n].
4
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja.
112
Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren
Alle bestanden verwijderen
U kunt in één keer alle bestanden op de geheugenkaart wissen.
1
Druk in de afspeelmodus op [m].
2
Selecteer z
ĺ
Verwijder
ĺ
Alles.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja.
113
Weergeven en bewerken
Een foto vergroten
U kunt foto's vergroten wanneer u ze in de afspeelmodus bekijkt. Tevens
kunt u de bijsnijdfunctie gebruiken om het uitvergrote gedeelte op het
scherm als een nieuw bestand op te slaan.
Uitvergroot gebied
Vergroting (de maximale vergroting
kan per resolutie verschillen)
Volledig beeld
Bijsnijden
Draai het instelwieltje naar rechts om een foto te
vergroten.
(Draai het instelwieltje naar links om een foto te verkleinen.)
Functie Actie
Uitvergroot gebied verplaatsen
Druk op [D/I/C/F].
Het vergrote beeld bijsnijden
Druk op [f].
(als nieuw bestand opgeslagen)
Terug naar het originele beeld
Druk op [o].
U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze uitspreiden op het scherm om een
foto te verkleinen of te vergroten. U kunt ook dubbeltikken op een gebied om
het snel te vergroten.
Een diashow weergeven
U kunt foto's als diavoorstelling weergeven, u kunt diverse eecten aan de
diavoorstelling toevoegen en u kunt achtergrondmuziek laten afspelen.
1
Druk in de afspeelmodus op [m].
2
Selecteer z
ĺ
Opties voor diashow.
3
Selecteer een eect voor de diavoorstelling.
Ga naar stap 4 als u een diavoorstelling zonder eecten wilt.
* Standaard
Optie Beschrijving
Afsp.mod.
Instellen of de diashow moet worden herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval
Stel het interval tussen foto's in. (1 sec.*, 3 sec.,
5 sec., 10 sec)
Muziek
Achtergrondmuziek instellen.
Eect
Een scèneovergangseect instellen tussen foto's.
Selecteer Uit om eecten te annuleren.
Foto's weergeven
114
Weergeven en bewerken > Foto's weergeven
4
Druk op [m].
5
Selecteer Diashow starten.
6
De diashow weergeven.
Druk op [o] om te pauzeren.
Druk nogmaals op [o] om te hervatten.
Druk op [m] om de diashow te stoppen en terug te keren naar
de afspeelmodus.
Druk op [D/I] om het volumeniveau aan te passen.
Automatisch draaien
Als Automatisch draaien is ingeschakeld, worden de foto's die u verticaal
hebt gemaakt automatisch gedraaid, zodat ze horizontaal op het scherm
passen.
U stelt als volgt opties
voor Automatisch
draaien in:
Druk in de afspeelmodus op [m]
ĺ
z
ĺ
Autom. draaien
ĺ
een optie.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u het aantal kopieën instellen
die moeten worden afgedrukt.
De camera bewaart de DPOF-informatie in de MISC-map op de
geheugenkaart. Als u DPOF-gegevens voor uw foto's hebt ingesteld, kunt
u de geheugenkaart naar een printshop brengen om de foto's te laten
afdrukken. U kunt de afdrukvolgorde van bestanden in RAW-indeling niet
instellen.
Foto's met afmetingen die breder zijn dan het papier, worden mogelijk
langs de linker- en rechterrand afgesneden. Zorg ervoor dat de afmetingen
van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert.
1
Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m].
2
Selecteer z
ĺ
DPOF.
3
Druk op [D/I] om het aantal exemplaren in te stellen.
Als u een andere foto wilt selecteren, drukt u op [C/F].
4
Druk op [o] om op te slaan.
115
Weergeven en bewerken
In de afspeelmodus kunt u video's afspelen, afzonderlijke beelden uit
video's opslaan en video's bijsnijden om op te slaan als een ander bestand.
Stop Vastleggen
Bediening van videoweergave
Pictogram/Knop Beschrijving
/ /[C]
Vorige bestand weergeven/achteruit scannen. (Elke
keer dat u het pictogram aanraakt of op de knop drukt
terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid als
volgt wijzigen 2X, 4X, 8X.)
/ /[o]
Afspelen onderbreken of hervatten.
/ /[F]
Volgende bestand weergeven/vooruit scannen. (Elke
keer dat u het pictogram aanraakt of op de knop drukt
terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid als
volgt wijzigen 2X, 4X, 8X.)
/[D/I]
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
1
Blader in de afspeelmodus naar een video en raak aan.
2
Druk op [o] of raak aan om de video af te spelen.
3
Druk op [o] of raak aan op het punt waar u wilt beginnen
met bijsnijden.
4
Druk op [f] of raak Startpunt aan.
5
Druk op [o] of raak aan om de video weer af te spelen.
6
Druk op [o] of raak aan op het punt waar u wilt stoppen met
bijsnijden.
Video's afspelen
116
Weergeven en bewerken > Video's afspelen
7
Druk op [f] of raak Eindpunt aan.
8
Druk op [f] of raak Bijsnijden aan om een video bij te
snijden.
U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden
door de handgrepen te slepen die worden weergegeven op de
voortgangsbalk.
9
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja.
U kunt een video die is opgenomen in de 3D-modus niet bijsnijden.
De originele video moet minstens 10 seconden lang zijn.
De camera slaat de bewerkte video op als een nieuw bestand en laat de
originele video ongewijzigd.
Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk
opslaan
1
Druk tijdens het weergeven van een video op [o] of raak
aan op het punt waar u een afbeelding wilt vastleggen.
2
Druk op [f] of raak Vastleggen aan.
U kunt geen foto maken van een video die is opgenomen in de 3D-modus.
De opgeslagen afbeelding heeft dezelfde resolutie als de originele video.
De vastgelegde afbeelding wordt opgeslagen als een nieuw bestand.
117
Weergeven en bewerken
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen met verschillende
bestandsnamen. Foto's die zijn vastgelegd in bepaalde modi kunnen niet
worden bewerkt met de functie Afbeelding bewerken.
Afbeeldingen
bewerken:
Blader in de afspeelmodus naar een video en raak
ĺ
een optie aan.
U kunt ook afbeeldingen bewerken in de afspeelmodus door een foto te
selecteren en op [f] of [m]
ĺ
Afbeelding bewerken te drukken.
Sommige afbeeldingen kunnen niet worden bewerkt met de functie voor
Afbeelding bewerken. Gebruik in dit geval software voor het bewerken van
afbeeldingen.
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera ze automatisch naar een
lagere resolutie. Foto's die u draait of waarvan u het formaat handmatig
wijzigt, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
U kunt geen foto's bewerken wanneer u bestanden weergeeft als een map.
Open de map en selecteer een foto om elke foto te bewerken.
Een foto bijsnijden
1
Raak
ĺ
aan.
2
Sleep de hoeken van het vak om het formaat van het gedeelte
aan te passen.
3
Sleep het vak om de locatie van het gedeelte aan te passen.
4
Raak OK aan.
5
Raak aan om op te slaan.
Foto's bewerken
118
Weergeven en bewerken > Foto's bewerken
Een foto draaien
1
Raak
ĺ
aan.
2
Raak een optie aan.
Draaien : Rechts 90 gr.
3
Raak OK aan.
4
Raak aan om op te slaan.
In de afspeelmodus kunt u een foto ook draaien door op [m] te drukken
en vervolgens z
ĺ
Draaien
ĺ
een gewenste optie te selecteren.
De camera overschrijft het originele bestand.
Het formaat van foto's wijzigen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand
opslaan.
1
Raak
ĺ
aan.
2
Raak een optie aan.
Res.wijz : 10.1M 3:2
3
Raak OK aan.
4
Raak aan om op te slaan.
De beschikbare optie voor formaat wijzigen zijn afhankelijk van het
oorspronkelijke formaat van de foto.
119
Weergeven en bewerken > Foto's bewerken
Uw foto's aanpassen
U kunt vastgelegde foto's corrigeren door de helderheid, het contrast of de
verzadiging aan te passen.
1
Raak aan.
2
Raak een optie voor aanpassen aan.
Pictogram B eschrijving
Origineel (herstellen naar de originele afbeelding)
Automatisch aanpassen
Helderheid
Contrast
Saturation
RGB-aanpassing
Kleurtemperatuur
Exposure
Tint
3
Druk op [C/F] om de optie aan te passen.
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie
aan te passen.
Als u , selecteert, gaat u door naar stap 4.
4
Raak OK aan.
5
Raak aan om op te slaan.
120
Weergeven en bewerken > Foto's bewerken
Gezichten aanpassen
1
Raak
ĺ
aan.
2
Druk op [C/F] om de optie aan te passen.
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie
aan te passen.
Wanneer de waarde hoger wordt, wordt de huidskleur helderder en
gladder.
3
Raak OK aan.
Als u de correctie wilt annuleren, raakt u aan.
4
Raak aan om op te slaan.
121
Weergeven en bewerken > Foto's bewerken
Intelligent lter-eecten toepassen
U kunt speciale eecten op uw foto's toepassen.
1
Raak aan en vervolgens een optie.
Smart lter : Vignetten
Optie Beschrijving
Origineel
Geen eect
Vignetten
Retrokleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Miniatuur
Een eect toepassen waarmee het onderwerp in
miniatuur wordt weergegeven.
Gekleurd
potlood
Het eect van een schilderij met gekleurde
potloden toepassen.
Waterverf
Het eect van een waterverfschilderij toepassen.
Aquarel
Een verwassen eect toepassen.
Optie Beschrijving
Olieverfschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.
Inktschets
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Acryl
Het eect van een acrylschilderij toepassen.
Negatief
Een negatiefeect toepassen.
Rood
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van rood.
Groen
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van groen.
Blauw
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van blauw.
Geel
Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken
behalve van geel.
2
Raak OK aan.
3
Raak aan om op te slaan.
Hoofdstuk 4
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
123
Draadloos netwerk
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt
wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook
netwerkinstellingen congureren.
Verbinding maken met een WLAN
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer , , of .
3
Druk op [m] en selecteer Wi-Fi-instelling.
Volg in sommige modi de instructies op het scherm totdat het
scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven.
De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
4
Raak een toegangspunt aan.
Vorige
Vernieuwen
Samsung1
Samsung2
Samsung3
Samsung4
Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare
toegangspunten te vernieuwen.
Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een
toegangspunt toe te voegen. De naam van uw toegangspunt moet
in het Engels zijn om deze handmatig te kunnen toevoegen.
Pictogram/Optie Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Druk op [F] of raak aan om de netwerkinstellingen
te openen.
Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-
upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om
verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst ingeven' voor meer
informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, leest u
'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 125)
Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de
camera verbinding met het WLAN.
Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door
het WPS-proel, selecteert u
ĺ
WPS PIN-verbinding en geeft
u een PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding
maken met een toegangspunt dat wordt ondersteund door het
WPS-proel door
ĺ
WPS knopverbinding te selecteren op
de camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het
toegangspunt.
Hetzelfde toegangspunt kan twee keer vermeld worden, met
verschillende frequenties, omdat uw camera de Dual band-functie
ondersteunt.
124
Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Netwerkopties instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en
druk op [F] of raak
aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
Netwerkwachtwoord
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Stel het IP-adres automatisch of handmatig
in.
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en
druk op [F] of raak
aan.
2
Selecteer IP-instelling
ĺ
Handmatig.
3
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
125
Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
De aanmeldingsbrowser gebruiken
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser
wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor
delen of cloudservers.
Pictogram Beschrijving
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
De pagina opnieuw laden.
Sommige items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina die u
weergeeft. Dit wijst niet op een defect.
De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten
nadat u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dit geval sluit u
de aanmeldingsbrowser door
aan te raken en verder te gaan met de
gewenste bewerking.
Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het
invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
126
Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Tips over netwerkverbinding
U moet een geheugenkaart plaatsen om de Wi-Fi-functies te gebruiken.
De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het
toegangspunt.
Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer
het duurt om verbinding te maken met het netwerk.
Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als
uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera
mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden
weergegeven.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
Als een WLAN moet worden geverieerd door de serviceprovider, kunt u
mogelijk geen verbinding met het betreende WLAN maken. Neem contact
op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt geen verbinding met een netwerk maken via een
printer.
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en
aansluiten op een tv.
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een
netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw
abonnement.
Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis
WLAN-netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde
netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in
om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de
netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service.
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens
in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die
ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het
gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de
WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt
gekocht.
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan
verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn vastgelegd in
verschillende modi.
Bestanden die u overdraagt naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. Gebruik in dit geval een computer om de
bestanden af te spelen.
127
Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Tekst ingeven
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de pictogrammen in
de tabel kunt u de cursor verplaatsen, de hoofdletters wijzigen. Raak een
toets aan om in te geven.
Pictogram Beschrijving
De cursor verplaatsen.
Stoppen met tekst invoeren en terugkeren naar de vorige
pagina.
Hoofdletters wijzigen.
Schakelen tussen de symbool-/nummerstand en normale stand.
De invoertaal wijzigen.
Een spatie ingeven.
De weergegeven tekst opslaan.
De laatste letter verwijderen.
U kunt in sommige modi alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven,
ongeacht de schermtaal.
U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde invoermodus.
Blijf een toets aanraken om het teken in te geven in de rechterbovenhoek van
de toets.
128
Draadloos netwerk
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw
camera, wordt de foto automatisch opgeslagen op de smartphone.
De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones uit de
Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of
iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u
de rmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
U moet een geheugenkaart plaatsen om deze functie te gebruiken.
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs als u de
opnamemodus wijzigt.
Deze functie wordt in bepaalde modi mogelijk niet ondersteund of niet
beschikbaar met bepaalde opnameopties.
1
Druk op de camera in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer op de camera 1
ĺ
AutoShare
ĺ
Aan.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 6.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
Er wordt een pictogram weergegeven op het scherm van de
camera dat de verbindingsstatus (
) aanduidt.
6
Maak een foto met de camera.
De gemaakte foto wordt opgeslagen op de camera en
overgedragen naar de smartphone.
Als u een video maakt, wordt deze alleen opgeslagen op de camera.
129
Draadloos netwerk
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's
verzenden naar uw smartphone.
De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones uit de
Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of
iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u
de rmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente
bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden.
Als u bestanden selecteert op de camera, kunt u bestanden weergegeven
die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan
worden verzonden is afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone.
Als u Full HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u bestanden
mogelijk niet afspelen op bepaalde apparaten.
Wanneer u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, kan de Wi-Fi-
verbinding van het apparaat worden verbroken.
U kunt geen RAW-bestanden verzenden.
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer op de camera.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Selecteer een optie voor verzenden op de camera.
Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die zijn opgeslagen op de
camera te bekijken en delen.
Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u
bestanden selecteren die moeten worden verzonden van de
camera.
4
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 7.
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
130
Draadloos netwerk > Foto's of video's verzenden naar een smartphone
5
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
6
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
7
Selecteer op de smartphone of camera de bestanden die u
wilt overdragen van de camera.
8
Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer op
de camera Verzenden.
De camera verzendt de bestanden.
131
Draadloos netwerk
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie Remote Viewnder ondersteunen. Gebruik de smartphone als
externe ontspanner met de functie Remote Viewnder. De opgenomen
foto wordt weergegeven op de smartphone.
De functie Remote Viewnder wordt ondersteund door smartphones uit de
Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of
iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u
de rmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
Deze functie is niet beschikbaar in de 3D-modus.
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer op de camera.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 6.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
132
Draadloos netwerk > Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
6
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Pictogram Beschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
Opslaglocatie
Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen
niet beschikbaar op uw camera.
De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet
als u deze functie gebruikt.
De modus Remote Viewnder ondersteunt alleen de fotoformaten
en .
7
Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
8
Laat los om de foto te maken.
Het formaat van foto's die zijn opgeslagen op de smartphone wordt
gewijzigd in 1616X1080 als u opnamen maakt met de resolutie
en gewijzigd in 1920X1080 als u opnamen maakt met de resolutie
.
Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera
bevinden als u deze functie wilt gebruiken.
Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u hebt losgelaten op de
smartphone.
De functie Remote Viewnder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
-
er is een inkomende oproep op de smartphone.
-
de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
-
het geheugen is vol.
-
de verbinding van het apparaat met het WLAN wordt verbroken.
-
de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
-
u gedurende ongeveer 5 minuten geen bewerkingen uitvoert terwijl er
verbinding is.
133
Draadloos netwerk
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos
verzenden naar een pc.
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
1
Installeer i-Launcher op de pc (pag. 163)
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Als het pictogram Automatische back-up wordt weergegeven,
klikt u op het pictogram.
Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de
pc en de informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera.
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
U kunt de informatie over de pc ook op de camera opslaan door de
pc en camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi.
4
Verwijder de USB-kabel.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk. Als er geen internetverbinding beschikbaar is,
moet u het programma installeren vanaf de bijgeleverde cd.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, selecteert u Volgende.
U moet de informatie voor de back-upcomputer instellen om
de functie Automatische back-up te gebruiken. Zie voor meer
informatie 'Het programma voor Automatische back-up installeren
op uw pc'. (pag. 133) Als het programma Automatische back-up is
geïnstalleerd op uw pc, slaat u de pc-informatie op via een
USB-kabel of Wi-Fi-verbinding.
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
134
Draadloos netwerk > Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
3
Selecteer een back-upcomputer.
Als u al eerder een back-up hebt uitgevoerd, gaat u verder met
stap 4.
4
Selecteer OK.
Als u het verzenden wilt annuleren, selecteert u Annuleren.
U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups
van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe
bestanden op de camera.
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor
van de pc.
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer
30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleren
om terug te gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld.
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is
voltooid, selecteert u Pc afsluiten na back-up.
Als u de back-upcomputer wilt wijzigen, selecteert u .
Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
verzenden.
De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden.
Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw
camera opnieuw aansluit op een andere pc.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U moet Windows Firewall en eventuele andere rewalls uitschakelen voordat
u deze functie gebruikt.
U kunt maximaal 1000 recent bestanden verzenden.
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse
alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen
de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
135
Draadloos netwerk
5
Schakel het selectievakje Naam in, geef uw naam in en raak
aan.
Instelling afzender
Naam
Opslaan
E-mail
Reset
6
Schakel het selectievakje E-mail in, geef uw e-mailadres in en
raak
aan.
7
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset.
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de
camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw
gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het
e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Zie 'Tekst ingeven' voor meer
informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
Uw gegevens opslaan
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
3
Druk op [m].
4
Selecteer Instelling afzender.
Foto's of video's via e-mail verzenden
136
Draadloos netwerk > Foto's of video's via e-mail verzenden
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
3
Druk op [m].
4
Selecteer Wachtwoord instellen
ĺ
Aan.
Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
5
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK.
6
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Geef het wachtwoord nogmaals in.
8
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK.
Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u het resetten door RESET te
selecteren in het venster voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer
u de gegevens reset, wordt de eerder opgeslagen gebruikersgegevens, het
e-mailadres en de e-maillijst met onlangs verzonden e-mails verwijderd.
137
Draadloos netwerk > Foto's of video's via e-mail verzenden
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
3
Druk op [m].
4
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
5
Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
6
Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
8
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Zie
'
Tekst ingeven
'
voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
3
Schakel het selectievakje Afzender in, geef uw e-mailadres in
en raak
aan.
Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze
automatisch ingevoegd. (pag. 135)
Als u een adres uit de lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken,
selecteert u
ĺ
een adres.
138
Draadloos netwerk > Foto's of video's via e-mail verzenden
4
Schakel het selectievakje Ontvanger in, geef uw e-mailadres
in en raak
aan.
Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken,
selecteert u
ĺ
een adres.
Selecteer om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal
30 ontvangers ingeven.
Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
5
Selecteer Volgende.
6
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag
maximaal 7 MB zijn.
7
Selecteer Volgende.
8
Selecteer het opmerkingenvak, geef uw opmerkingen in en
selecteer
.
9
Selecteer Verzenden.
De camera verzendt de e-mail.
Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd
of herkend als spam.
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is
of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
U kunt een e-mail niet verzenden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M en de
langste video die u kunt verzenden, is een video opgenomen met
.
Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt ook een e-mail verzenden in de afspeelmodus door op [m] te
drukken en Delen (Wi-Fi)
ĺ
E-mail te selecteren.
139
Draadloos netwerk
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden.
Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden
te uploaden naar bepaalde websites, moet u de website bezoeken en u
registreren voordat u uw camera aansluit.
Een website openen
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer .
3
Selecteer een website.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om een
account te maken, selecteert u OK.
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
4
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te
melden.
Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst.
(pag. 127)
Zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken' als u verbonden bent met
SkyDrive. (pag. 125)
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
ĺ
een
gebruikersnaam te selecteren.
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website
voor het delen van bestanden hebben.
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
140
Draadloos netwerk > Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Foto's of video's uploaden
1
Open de website met uw camera.
2
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag
maximaal 10 MB zijn. (Op sommige websites kan het totale aantal
bestanden afwijken.)
3
Selecteer Uploaden.
Op sommige websites kunt u opmerkingen ingeven door het
opmerkingenvak te selecteren. Zie 'Tekst ingeven' voor meer
informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)
U kunt een uploadmap instellen voor Facebook door op [m] te drukken
en Map uploaden (Facebook) te selecteren in het lijstvenster van de
website.
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M en de
langste video die u kunt verzenden, is een video opgenomen met
.
Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige websites kan de
maximale fotoresolutie afwijken.)
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk
van de geselecteerde website.
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen toegang
tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan
automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
De snelheid waarmee u foto's kunt uploaden en webpagina's kunt openen, is
afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar websites voor
het delen van bestanden door op [m] te drukken en vervolgens Delen
(Wi-Fi)
ĺ
de gewenste website te selecteren.
U kunt naar sommige websites geen video's uploaden.
Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat gewijzigd in 2M
terwijl de hoogte-breedteverhouding gelijk blijft.
141
Draadloos netwerk
AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden
U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag AllShare
Play of bestanden weergegeven op een AllShare Play-apparaat die is
aangesloten op hetzelfde toegangspunt.
Foto's uploaden naar online opslag
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer
ĺ
Webopslag.
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 123)
Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op
[m] en selecteert u Uploadgrootte afb..
Als u meerdere webopslaglocaties hebt geregistreerd, kunt u
selecteren in de lijst door op [m] te drukken en Webopslag
wijzigen te selecteren.
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Aanmelding
ĺ
OK.
Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst.
(pag. 127)
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
ĺ
een
gebruikersnaam te selecteren.
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een
account bij een verwante online-opslagservice maken op uw pc. Nadat
u de account hebt gemaakt, voegt u uw online-opslagaccount toe aan
AllShare Play.
4
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer
Uploaden.
Als u meerdere webopslagservices hebt geregistreerd, selecteert u eerst een
webopslag.
U kunt geen videobestanden uploaden naar de online opslag AllShare Play.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
U kunt ook foto's uploaden in de afspeelmodus door op [m] te drukken
en Delen (Wi-Fi)
ĺ
AllShare Play te selecteren.
142
Draadloos netwerk > AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden
Foto's of video's weergeven op apparaten
die AllShare Play ondersteunen
1
Draai de modusdraaiknop naar B.
2
Selecteer
ĺ
Apparaten in de buurt.
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een
WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is
gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN,
wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123)
U kunt instellen dat alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten
verbinding mogen maken door op [m] te drukken en
DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm.
Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot
andere apparaten uw camera kunnen vinden.
3
Sluit het AllShare Play-apparaat aan op een netwerk en
schakel de AllShare Play-functie in.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor meer
informatie.
4
Geef op de camera het AllShare Play-apparaat toestemming
om verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer op het AllShare Play-apparaat een camera waarmee
u verbinding wilt maken.
6
Blader op het AllShare Play-apparaat naar de gedeelde foto's
of video's.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor informatie
over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of
video's op het AllShare Play-apparaat.
Afhankelijk van het type AllShare Play-apparaat of de
netwerkverbinding kan het voorkomen dat video's niet vloeiend
worden afgespeeld. Voor een vloeiende afspeelervaring moet u een
5 Ghz Dual-band toegangspunt gebruiken.
AP
S
Een camera is aangesloten op een televisie die AllShare Play ondersteunt via
WLAN.
143
Draadloos netwerk > AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden
U kunt maximaal 1000 recent bestanden delen.
Op een AllShare Play-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u
met de camera hebt opgenomen.
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een AllShare
Play-apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specicaties van het
toegangspunt.
Als de camera is verbonden met 2 AllShare Play-apparaten, wordt er mogelijk
langzamer afgespeeld.
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die AllShare Play
ondersteunen.
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het AllShare
Play-apparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan zodat ze voldoen aan de
specicaties van het apparaat.
Het overbrengen van foto's of video's naar het AllShare Play-apparaat kan
enige tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden
dat u wilt delen of de grootte van de bestanden.
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's
op een AllShare Play-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te
verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera
nog intact is.
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het
AllShare Play-apparaat.
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het AllShare Play-apparaat
voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere
handelingen op het apparaat uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet
correct.
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden
wijzigt terwijl u de bestanden op een AllShare Play-apparaat bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te
werken.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw AllShare Play-apparaat
aan te sluiten op uw toegangspunt. Hiermee wordt het haperen van video's
verminderd, wat mogelijk optreedt bij het streamen van inhoud.
Als u bestanden wilt weergeven op een AllShare Play-apparaat met de functie
Apparaten in de buurt, moet u de multicastmodus inschakelen op uw
toegangspunt.
Video's met het formaat 1920X1080 (60 fps) kunnen alleen worden
afgespeeld op Full HD-tv's die kunnen afspelen met 60 fps.
U kunt 3D-bestanden alleen weergeven op 3D-tv's of -monitors.
144
Draadloos netwerk
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie
Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze
functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
1
Schakel op het apparaat de optie Wi-Fi Direct in.
2
Scroll op de camera in de afspeelmodus naar een foto.
3
Druk op [m] en selecteer Delen (Wi-Fi)
ĺ
Wi-Fi Direct.
In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk
verzenden.
U kunt in de miniatuurweergave meerdere foto's selecteren.
Selecteer Uploaden wanneer u klaar bent met het selecteren van
foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten
op de camera.
Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is
ingeschakeld.
U kunt uw camera ook selecteren in de apparatenlijst van het
betreende Wi-Fi Direct-apparaat.
5
Geef op het apparaat de camera toestemming om verbinding
te maken met het apparaat.
De foto wordt verzonden naar het apparaat.
U kunt maximaal 20 bestanden per keer verzenden.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-apparaat, moet u het
apparaat bijwerken met de nieuwste rmware. Deze functie wordt mogelijk
niet ondersteund op bepaalde apparaten.
Hoofdstuk 5
Camera-instellingenmenu
Hier leest u alles over de menu's met gebruikersinstellingen en algemene instellingen.
U kunt de instellingen aan uw voorkeuren en behoeften aanpassen.
146
Camera-instellingenmenu
Met deze instellingen kunt u de gebruiksomgeving aanpassen.
U stelt als volgt
gebruikersopties in:
Druk in de opnamemodus op [m]
ĺ
5
ĺ
een optie.
Beschikbare items en de volgorde hiervan kunnen verschillen, afhankelijk van
de opname-omstandigheden.
ISO aanpassen
ISO-stap
U kunt het formaat voor de ISO-waarde instellen op 1/3 of 1 stap.
Auto ISO bereik
U kunt voor ISO Auto de maximale ISO-waarde voor de diverse
belichtingsstappen instellen.
* Standaard
Optie Waarde
1/3 stap
ISO 125, ISO 160, ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400,
ISO 500, ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250, ISO 1600,
ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200*
1 stap
ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200*
Ruisonderdrukking
Gebruik Ruisonderdrukking om zichtbare ruis in foto's te verminderen.
* Standaard
Optie Beschrijving
Hoge ISO
ruisonderdr.
Met deze functie wordt ruis die bij een hoge ISO-
waarde optreedt, verminderd. (Uit, Hoog, Normaal*,
Laag)
Lange
ruisonderdr.
Met deze functie wordt ruis bij lange belichtingen
verminderd. (Uit, Aan*)
Gebruikersinstellingen
147
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
Bracketing instellen
U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT.
Optie Beschrijving
AE BKT instellen
Belichtingsinterval instellen. (-/+0.3 EV*, -/+0.7 EV,
-/+1 EV, -/+1.3 EV, -/+1.7 EV, -/+2 EV, -/+2.3 EV,
-/+2.7 EV, -/+3 EV)
WB BKT instellen
Pas het witbalansintervalbereik aan van de 3 foto's
die worden gemaakt met de bracketingfunctie.
(AB-/+3*, AB-/+2, AB-/+1, MG-/+3, MG-/+2, MG-/+1)
Zo wordt met AB-/+3 de waarde voor oranje plus of
min drie stappen bijgesteld. Met MG-/+3 wordt de
magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld.
Fotowiz. bkt instel.
3 Fotowizard-instellingen selecteren die de camera
gebruikt om de 3 foto's te maken die met de
bracketingfunctie worden gemaakt.
DMF (Direct Manual Focus)
U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen door de scherpstelring
te draaien nadat u hebt scherpgesteld door [Ontspanknop] half in te
drukken. Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar.
148
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
Kleurruimte
Met de optie voor kleurruimte kunt u methoden selecteren voor het
weergeven van kleuren. Digitale beeldapparaten zoals digitale camera's,
monitoren en printers hebben hun eigen methode voor de weergave van
kleuren, de zogenaamde kleurruimte.
Optie Beschrijving
sRGB
sRGB (Standard RGB) is een internationale
specicatie om de kleurruimte te deniëren die is
gemaakt door de IEC (International Electrotechnical
Commission). sRGB wordt algemeen gebruikt voor
de weergave van kleuren op pc-monitoren en is
tevens de standaardkleurruimte voor Exif. sRGB wordt
aangeraden voor reguliere foto's en voor foto's die u
op internet wilt publiceren.
Adobe RGB
Adobe RGB wordt voor commercieel drukwerk
gebruikt en heeft een groter kleurenbereik dan
sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's
gemakkelijk bewerken op een computer. Het is
belangrijk om te weten dat afzonderlijke programma's
over het algemeen een beperkt aantal kleurruimtes
ondersteunen.
Adobe RGB
sRGB
Als de kleurruimte op Adobe RGB is ingesteld, worden de bestandsnamen
'_SAMXXXX.JPG'.
149
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
Vervormingscorrectie
U kunt de vervorming corrigeren die bij bepaalde lenzen kan optreden.
Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar.
Aanraakbediening
Stel dit in om aanraakbediening te gebruiken in de opnamemodus.
Optie Beschrijving
Aan
Aanraakbediening gebruiken in de opnamemodus.
Uit
Geen aanraakbediening gebruiken in de opnamemodus. (U kunt
aanraakbediening gebruiken in andere situaties.)
iFn aanpassen
U kunt opties selecteren die kunnen worden aangepast wanneer u op
[i-Function] drukt op een i-Function-lens.
Optie Beschrijving
Diafragma
De diafragmawaarde aanpassen.
Sluitertijd
De sluitertijd aanpassen.
EV
De belichtingswaarde aanpassen.
ISO
De ISO-waarde aanpassen.
Witbalans
Instellen om de witbalans aan te passen.
Z
Het zoompercentage aanpassen.
Gebruikersdisplay
U kunt opnamegegevens op het scherm weergeven of weglaten.
1
2
3
London
Nr. Beschrijving
1
Datum/tijd
De datum en tijd weergeven.
2
Pictogrammen
Pictogrammen aan de rechterkant weergeven in de opnamemodus.
150
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
Nr. Beschrijving
3
Histogram
Het histogram op het scherm in- of uitschakelen.
Het histogram
Een histogram is een graek die de verdeling van de helderheid in het
beeld toont. Een histogram dat naar links neigt, duidt op een donker
beeld. Een histogram dat naar rechts neigt, duidt op een licht beeld.
De hoogte van de graek houdt verband met de kleurinformatie. De
graek wordt hoger als een bepaalde kleur veel voorkomt.
Onvoldoende belichting Normale belichting Te veel belichting
Toetsafbeelding
U kunt de functie wijzigen die is toegewezen aan de knop Aangepast of de
knop DIRECT LINK.
* Standaard
Knop Functie
Aangepast
Een functie voor de knop Aangepast instellen.
Optisch voorb.*: het scherptedieptevoorbeeld voor
de huidige diafragmawaarde uitvoeren. (pag. 24)
WB-sneltoets (witbalans): de functie Aangepaste
witbalans uitvoeren.
RAW-sneltoets+: als u een bestand wilt opslaan
in de indeling RAW+JPEG. Als u een bestand wilt
opslaan in de indeling JPEG, drukt u nogmaals op de
knop.
Reset: sommige instellingen resetten.
AEL: de automatische belichtingsfunctie
vergrendelen.
AEL-vergr.: de automatische
belichtingsvergrendeling blijven uitvoeren na de
opname.
DIRECT LINK
Een functie instellen voor de knop DIRECT LINK.
(AutoShare*, MobileLink, Remote Viewnder,
Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud,
AllShare Play)
151
Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen
Rasterlijn
Hiermee kunt u een raster selecteren om te helpen bij de compositie.
(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
AF-lamp
Schakel de AF-lamp in om op donkere plaatsen beter automatisch te
kunnen scherpstellen. De autofocus werkt op donkere plaatsen beter als
de AF-lamp is ingeschakeld.
152
Camera-instellingenmenu
Leren hoe u de instellingen van de camera kunt congureren.
Opties instellen bij
Instellingen:
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m]
ĺ
q
ĺ
een optie.
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Geluid
Systeemvolume: stel het geluidsvolume in of schakel
het geluid helemaal uit. (Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Zelfs als het systeemvolume is uitgeschakeld, geeft de
camera een geluid weer wanneer een video of diashow
wordt afgespeeld.
AF-geluid: het geluid in- of uitschakelen dat de camera
maakt als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Toetsgeluid: het geluid in- of uitschakelen dat de
camera maakt als u op de knoppen drukt of het scherm
aanraakt. (Uit, Aan*)
Snel tonen
De duur instellen voor Snel tonen; de tijd gedurende welke
een foto direct na het maken wordt weergegeven.
(Uit, 1 sec*, 3 sec, 5 sec, Vasthouden)
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Display
aanpassen
Stel de helderheid van het scherm, de automatische
helderheidsoptie, de schermkleur of niveaumeter in.
Helderheid display: u kunt de helderheid van het
display handmatig aanpassen.
Helderheid autom.: de helderheid van het display
automatisch laten aanpassen. (Uit, Aan*)
Displaykleur: de kleur van het display handmatig
aanpassen.
Horizontale kalibratie: de niveaumeter kalibreren.
Als de niveaumeter niet waterpas is, plaatst u de camera
op een vlakke ondergrond en volgt u de instructies op
het scherm.
U kunt de optie Horizontale kalibratie niet openen in
de afspeelmodus.
U kunt de peilmeter niet kalibreren in de staande
stand.
Scherm auto.
Uit
Stel de tijd in waarna het scherm wordt uitgeschakeld. Het
scherm wordt uitgeschakeld als u de camera gedurende
de ingestelde tijd niet gebruikt.
(Uit, 30 sec*, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min)
Instellingen
153
Camera-instellingenmenu > Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Spaarstand
Stel de tijd in waarna de camera wordt uitgeschakeld. De
camera wordt uitgeschakeld als u deze gedurende de
ingestelde tijd niet gebruikt. (30 sec, 1 min*, 3 min, 5 min,
10 min, 30 min)
De ingestelde uitschakeltijd blijft ook na het
vervangen van de batterij bewaard.
De spaarstand werkt mogelijk niet als de camera
op een computer of televisie is aangesloten of een
diavoorstelling of lm afspeelt.
Helpgids
weergeven
Modushulpgids: stel dit in om Help-tekst over de
geselecteerde modus weer te geven wanneer u de
opnamemodus wijzigt. (Uit, Aan*)
Functiehulpgids: instellen dat Help-tekst over menu's
en functies wordt weergegeven. (Uit, Aan*)
Druk op [n] om de Help-tekst te verbergen.
Language
De taal instellen van de informatie op het scherm.
Datum en tijd
De datum, tijd, datumnotatie en tijdzone instellen en of de
datum op de foto's moet worden weergegeven. (Tijdzone,
Datum/tijd, Datumtype, Type tijd, Afdruk)
De datum verschijnt rechtsonder in het beeld.
Wanneer u een foto afdrukt, kan het zijn dat sommige
printers de datum niet goed kunnen afdrukken.
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Video
Kies het video-uitvoersignaal dat in uw land wordt
gebruikt. Dit is nodig voor wanneer de camera op een
extern videoapparaat zoals een monitor of HDTV wordt
aangesloten.
NTSC: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, etc
PAL (ondersteunt alleen PAL B, D, G, H, of I): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland,
Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië,
Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland,
Thailand, Noorwegen, enzovoort
Anynet+ (HDMI-
CEC)
Als de camera is aangesloten op een HDTV die
Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt, kunt u deze met de
afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te
schakelen.
Uit: u kunt niet met de afstandsbediening van de tv de
weergavefunctie van de camera gebruiken.
Aan*: u kunt met de afstandsbediening van de tv de
weergavefunctie van de camera gebruiken.
HDMI-uitvoer
Als u de camera met een HDMI-kabel op een HDTV
aansluit, kunt u de resolutie van het beeld wijzigen.
NTSC: Auto*, 1080p, 720p, 480p, 576p (wordt alleen
geactiveerd als PAL is geselecteerd)
Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt
ondersteund, wordt automatisch de onderliggende
resolutiewaarde geselecteerd.
154
Camera-instellingenmenu > Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
3D HDMI-
uitvoer
Selecteer een optie om bestanden af te spelen op een 3d
TV.
Naast elkaar*: hiermee worden twee afbeeldingen
naast elkaar weergegeven.
Frame-packing: hiermee worden de afbeeldingen
voor het linker- en rechteroog om en om in frames
weergegeven.
Best.naam
Stel de notatie van bestandsnamen in.
Standaard*: SAM_XXXX.JPG (sRGB)/
_SAMXXXX.JPG (Adobe RGB)
Datum:
- sRGB-bestanden - MMDDXXXX.JPG. Een foto die 1 januari
is gemaakt, heet bijvoorbeeld 0101XXXX.jpg.
- Adobe RGB-bestanden - MDDXXXX.JPG voor de maanden
januari tot en met september. Voor de maanden
oktober tot en met december wordt het maandnummer
vervangen door de letters A (okt.), B (nov.) en C (dec.).
Een foto die op 3 februari is gemaakt, heet bijvoorbeeld
_203XXXX.jpg. Een foto die op 5 oktober is gemaakt, heet
_A05XXXX.jpg.
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Bestandsnr.
Stel de notatie voor bestands- en mapnummering in.
Reset: na het gebruik van de resetfunctie begint de
bestandsnummering weer bij 0001.
Serie*: de bestandsnummering loopt door, ook als u
een nieuwe geheugenkaart plaatst, de kaart formatteert
of alle foto's wist.
De eerste mapnaam is 100PHOTO, en als u de sRGB-
kleurruimte en de standaardbestandsnaamgeving hebt
gekozen, heet het eerste bestand SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Ook mapnummers worden steeds met één opgehoogd,
van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximum aantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9999.
Bestandsnummers worden volgens de DCF-specicaties
(Design rule for Camera File system) toegekend.
Als u een bestandsnaam wijzigt, bijvoorbeeld op een
computer, kan het bestand niet meer op de camera
worden weergegeven.
Maptype
Stel het type map in.
Standaard*: XXXPHOTO
Datum: XXX_MMDD
155
Camera-instellingenmenu > Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt.
De geheugenkaart formatteren. Tijdens het formatteren
worden alle bestanden verwijderd, inclusief beveiligde
bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u er beelden op
vastlegt.
Apparaatgegevens
De rmwareversie van de body en de lens, MAC-adres en
het netwerkcerticeringsnummer weergeven of de rmware
bijwerken.
Firmware bijwerken: de rmware van de camerabody of
lens bijwerken. (Toestel, Lens)
U kunt rmware-upgrades downloaden van
www.samsung.com.
U kunt geen rmware-upgrade uitvoeren als de batterij
niet volledig is opgeladen. Laad de batterij volledig op
voordat u een rmware-upgrade uitvoert.
Bij een rmware-upgrade worden de
gebruikersinstellingen en waarden gereset. (De datum,
tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.)
Schakel de camera niet uit zolang het upgradeproces
actief is.
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Dual-band
mobiel
toegangspunt
Stel een frequentie in om de camera te gebruiken als
toegangspunt voor de functie AutoShare, MobileLink of
Remote Viewnder. (5 GHz, 2,4 GHz*)
Als u de camera in een ander land gebruikt dan het
land waarin deze is gekocht, werkt de 5 GHz Wi-Fi-
functie mogelijk niet correct vanwege verschillen in
radiofrequenties. Als dit het geval is, moet u in plaats
daarvan de 2,4 GHz Wi-Fi-functie gebruiken.
GPS
Geocodering: instellen dat foto's worden gemaakt met
locatiegegevens met behulp van GPS (Global Positioning
System). De locatiegegevens worden in de Exif-gegevens
van de foto opgeslagen. (Uit, Aan*)
Geldige tijdsinst. GPS: geef de tijdslimiet op waarna de
laatste locatiegegevens moeten worden gebruikt wanneer
de camera geen GPS-signalen ontvangt. Als de camera na
de opgegeven tijd geen GPS-signalen ontvangt, worden er
geen locatiegegevens op de foto's vastgelegd. (15 sec*,
30 sec, 1 min, 3 min, 10 min, 30 min)
Locatieweergave: instellen om de locatiegegevens
op het scherm weer te geven in de opnamemodus.
De locatiegegevens worden alleen in het Koreaans
weergegeven wanneer u zich in Korea bevindt en de
schermtaal op Koreaans is ingesteld. Wanneer er een andere
taal is ingesteld, verschijnen de locatiegegevens in het
Engels. (Uit, Aan*)
GPS resetten: instellen dat er naar GPS-satellieten wordt
gezocht die zich het dichtst bij uw huidige positie bevinden.
(Ja, Nee)
Als u de GPS-functie wilt gebruiken, moet u een optioneel
GPS-apparaat aanschaen.
156
Camera-instellingenmenu > Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Sensor reinigen
Sensor reinigen: verwijder stof van de sensor.
Bij inschakelen: de sensor wordt telkens bij het
inschakelen van de camera gereinigd. (Uit*, Aan)
Aangezien deze camera gebruikmaakt van verwisselbare
lenzen, kan er bij het wisselen van de lens stof op de
sensor komen. Dit kan resulteren in zichtbare stofdeeltjes
op de foto. Het wordt aanbevolen om niet in een stoge
omgeving lenzen te wisselen. Zorg ook dat de lensdop
bevestigd is als de lens niet wordt gebruikt.
Reset
Het instellingenmenu en de opnameopties opnieuw
instellen zodat ze weer op de fabrieksinstellingen staan.
(Instellingen voor datum en tijd, taal en
video-uitvoer worden niet gewijzigd.) (Ja, Nee)
Open bron-
licenties
Open Source-licenties weergeven.
Hoofdstuk 6
Verbinding maken met externe apparaten
Proteer optimaal van de mogelijkheden van deze camera door het apparaat op externe apparaten zoals een computer,
HDTV of 3D-televisie aan te sluiten.
158
Verbinding maken met externe apparaten
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met een optionele
HDMI-kabel op een HDTV (3D TV) aan te sluiten.
Bestanden weergeven op een HDTV
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m]
ĺ
q
ĺ
HDMI-uitvoer
ĺ
een optie. (pag. 153)
2
Schakel de camera en de HDTV uit.
3
Sluit de camera op de HDTV aan met de optionele
HDMI-kabel.
4
Schakel uw HDTV in en selecteer de HDMI-videobron.
5
Schakel de camera in.
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u
deze aansluit op een HDTV.
6
Bekijk foto's of video's met de knoppen op de camera.
Als u de HDMI-kabel gebruikt, kunt u de camera via de
Anynet+(CEC)-methode op een HDTV aansluiten.
Met de Anynet+(CEC)-functies kunt u aangesloten apparaten met de tv-
afstandsbediening bedienen.
Als de HDTV Anynet+(CEC) ondersteunt, wordt de televisie automatisch
ingeschakeld wanneer deze samen met de camera wordt gebruikt. Deze
functie is mogelijk niet op alle HDTV's beschikbaar.
Wanneer de camera met een HDMI-kabel op een HDTV is aangesloten,
kunnen er geen foto's of video's met de camera worden gemaakt.
Wanneer de camera op een HDTV is aangesloten, zijn bepaalde
weergavefuncties van de camera mogelijk niet beschikbaar.
De tijdsduur waarna de camera en een HDTV met elkaar zijn verbonden
kan variëren, afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart. Hoewel
de hoofdfunctie van een geheugenkaart het zorgen voor een grotere
overdrachtssnelheid is, is het niet noodzakelijk zo dat een geheugenkaart met
een grote overdrachtssnelheid ook snel is in combinatie met de HDMI-functie.
Video's met het formaat 1920X1080 (60 fps) kunnen alleen worden
afgespeeld op Full HD-tv's die kunnen afspelen met 60 fps.
Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie
159
Verbinding maken met externe apparaten > Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie
Bestanden weergeven op een 3D-televisie
U kunt foto's of video's die zijn gemaakt in 3D-modus of
3D-panoramamodus weergeven in de Smart-modus op een 3D-televisie.
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m]
ĺ
q
ĺ
HDMI-uitvoer
ĺ
een optie. (pag. 153)
2
Selecteer 3D HDMI-uitvoer
ĺ
een optie. (pag. 154)
3
Schakel de camera en de 3D-televisie uit.
4
Sluit de camera op de 3D-televisie aan met de optionele
HDMI-kabel.
5
Schakel uw 3D-televisie in en selecteer de HDMI-videobron.
6
Schakel de camera in.
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u
deze aansluit op een 3D-televisie.
7
Ga naar een 3D-bestand en druk op [I] om over te
schakelen naar de 3D-modus.
Druk nogmaals op [I] om naar 2D-modus over te schakelen.
8
Schakel de 3D-functie van uw televisie in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer
informatie.
9
Bekijk 3D-foto's of 3D-video's met de knoppen op de camera.
U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-eect op televisies die deze
indeling niet ondersteunen.
Gebruik een goede 3D-bril wanneer u een MPO-bestand of 3D-videobestand
weergeeft op een 3D-televisie.
Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus wordt het 3D-eect mogelijk
minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt in de 3D-modus met een
3D-lens.
Bekijk de 3D-foto's of -video's die zijn vastgelegd met uw camera niet
gedurende langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan
onaangename symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen,
vermoeidheid, misselijkheid, en meer.
160
Verbinding maken met externe apparaten
Breng bestanden op een geheugenkaart naar de computer over door de
camera op de pc aan te sluiten.
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
De camera aansluiten als verwisselbare schijf
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de
camera mogelijk niet naar behoren.
3
Schakel de camera in.
De computer herkent de camera automatisch.
4
Selecteer op uw computer Deze computer
ĺ
Verwisselbare
schijf
ĺ
DCIM
ĺ
100PHOTO of 101_0101.
5
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
computer of sla ze daar op.
Als Maptype is ingesteld op Datum, wordt de mapnaam weergegeven als
'XXX_MMDD'. Als u bijvoorbeeld op 1 januari een opname maakt, wordt de
mapnaam '101_0101'.
Bestanden naar de computer overbrengen
161
Verbinding maken met externe apparaten > Bestanden naar de computer overbrengen
De camera loskoppelen (Windows XP)
Met Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 lijken de manier waarop de
camera moet worden losgemaakt, sterk op elkaar.
1
Zorg dat er op dat moment geen gegevens tussen de camera
en de computer worden uitgewisseld.
Als het statuslampje op de camera knippert, betekent dit dat er
gegevens worden overgedragen. Wacht totdat het statuslampje
niet meer knippert.
2
Klik op op de werkbalk in de rechterbenedenhoek van uw
computerscherm.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
computer aan.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden worden
beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de
camera mogelijk niet naar behoren.
162
Verbinding maken met externe apparaten > Bestanden naar de computer overbrengen
3
Schakel de camera in.
De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram voor een verwisselbare schijf weer.
4
Open de verwisselbare schijf.
5
Breng foto's of video's naar de Mac-computer over.
163
Verbinding maken met externe apparaten
U kunt bestanden weergeven en bewerken met de meegeleverde
programma's. U kunt de bestanden ook draadloos naar een computer
verzenden.
Programma's installeren vanaf de
meegeleverde cd
1
Plaats de installatie-cd in de pc.
2
Selecteer een taal.
3
Selecteer een programma om te installeren.
4
Volg de aanwijzingen op het scherm.
5
Klik op Exit (Afsluiten) om de installatie te voltooien.
Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt
Onderdeel Beschrijving
Multimedia Viewer
U kunt bestanden weergeven met Multimedia
Viewer.
Firmware Upgrade
U kunt de rmware van de camera downloaden.
PC Auto Backup
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt
vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc.
i-Launcher gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en
biedt u een koppeling om het programma PC Auto Backup te downloaden.
Vereisten voor Windows OS
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel® i5 3,3 GHz of hoger/
AMD Phenom™ II x4 3,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7,
Windows 8
Schijfruimte
Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
CD-ROM-station
1024x768 pixels, monitor met ondersteuning
voor 16-bits kleuren (1280x1024 pixels en
ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen)
USB 2.0-poort
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600 series of hoger
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Er wordt een 32-bits versie van i-Launcher geïnstalleerd, zelfs bij 64-bits versie van
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
Programma's gebruiken op een pc
164
Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc
De vereisten zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct
wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand
van de computer.
Als de computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet
correct afgespeeld.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is veroorzaakt door het
gebruik van niet-gekwaliceerde computers zoals een computer die u zelf hebt
samengesteld.
Vereisten voor Mac OS
Onderdeel Vereisten
Besturingssysteem
Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van
PowerPC)
RAM
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer
aanbevolen)
Schijfruimte
Minimaal 110 MB
Overig
USB 2.0-poort, CD-ROM-station
i-Launcher openen
Selecteer op uw computer start
ĺ
Alle programma's
ĺ
Samsung
ĺ
i-Launcher
ĺ
Samsung i-Launcher. Of klik op Applications (Afsluiten)
ĺ
Samsung
ĺ
i-Launcher op uw Mac OS-computer.
165
Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik in het scherm van
Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
Multimedia Viewer ondersteunt de volgende indelingen:
-
Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
-
Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten
worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
1
2
3
4567891011
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Vergroot gedeelte
3
Histogram
4
Het geselecteerde bestand openen.
5
Histogram-knop
6
Naar links draaien/Naar rechts draaien.
7
Naar het vorige bestand gaan/Naar het volgende
bestand gaan.
8
De foto aanpassen aan het scherm.
9
De foto op origineel formaat weergeven.
10
Inzoomen/uitzoomen
11
Schakelen tussen de 2D- en 3D-modus.
166
Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc
Video's weergeven
1
2
345678
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Het volume aanpassen.
3
Het geselecteerde bestand openen.
4
Naar het volgende bestand gaan.
5
Stop
Nr. Beschrijving
6
Pauze
7
Naar het vorige bestand gaan.
8
Voortgangsbalk
De rmware downloaden
Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Het programma PC Auto Backup downloaden
Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op PC Auto Backup.
Voor informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup,
leest u pagina 133.
167
Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc
Adobe Photoshop Lightroom installeren
1
Plaats de DVD-ROM Adobe Photoshop Lightroom in de pc.
2
Selecteer een taal.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Adobe Photoshop Lightroom gebruiken
Foto's die met een camera gemaakt zijn, worden vaak omgezet naar een
JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen
van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden
niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het
geheugen opgeslagen. Met Adobe Photoshop Lightroom kunt u de
belichting, witbalans, tinten, contrast en kleuren van foto's kalibreren.
U kunt ook JPEG- of TIFF-bestanden en RAW-bestanden bewerken.
Raadpleeg de handleiding bij het programma voor meer informatie.
Hoofdstuk 7
Bijlagen
Informatie over foutberichten, onderhoud van de camera,
tips voor het oplossen van problemen, specicaties en optionele accessoires.
169
Bijlagen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande
oplossingen proberen.
Foutmeldingen Mogelijke oplossing
Lens vergrend
De lens is vergrendeld. Draai de lens linksom totdat u
een klik hoort. (pag. 45)
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
terug.
Formatteer de geheugenkaart.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Kaart vergrendeld
U kunt een SD-, SDHC-, SDXC- of UHS-1 -kaart
vergrendelen om te voorkomen dat bestanden
worden verwijderd. Ontgrendel de kaart voordat u
gaat fotograferen. (pag. 173)
Foutmeldingen Mogelijke oplossing
Max. aant.
mappen en
bestanden bereikt.
Vervang kaart
Bestandsnamen komen niet overeen met de
DCF-norm. Breng de bestanden op de geheugenkaart
naar een computer over en formatteer de kaart.
(pag. 155)
Error 00
Schakel de camera uit, ontkoppel de lens en
plaats deze weer terug. Neem contact op met een
servicecenter als de melding blijft verschijnen.
Error 01/02
Schakel de camera uit, verwijder de batterij en
plaats deze weer terug. Neem contact op met een
servicecenter als de melding blijft verschijnen.
Foutmeldingen
170
Bijlagen
Reiniging van de camera
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een kwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
Beeldsensor
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er stof op foto's zichtbaar
zijn doordat de beeldsensor aan de buitenlucht is blootgesteld geweest.
Dit is geen probleem en blootstelling aan stof is iets wat bij alledaags
gebruik van de camera gebeurt. U kunt stof van de sensor verwijderen
met de functie voor sensorreiniging. (pag. 156) Als er na het reinigen van
de sensor nog stof achterblijft, neemt u contact op met een servicecenter.
Steek de blazer niet in de opening van de vatting.
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
Onderhoud van de camera
171
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Gebruik op het strand of aan de waterkant
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of
in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of
geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met
natte handen, kan de camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen met
absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten houder
plaatsen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en
moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de
camera wordt ingeschakeld als de batterij langere tijd niet in de camera
is geplaatst.
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de
camera
Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen
waar de luchtvochtigheid snel verandert.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet
op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld in een auto die in
de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke
trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoge, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne
onderdelen te voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoen, brandbare stoen
of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoen,
gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de
accessoires van de camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
172
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar een warme,
kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van
de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en minstens 1 uur
wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u
de kaart verwijderen uit de camera en wachten tot al het vocht is verdampt
voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
zitten en de werking van de camera kan beïnvloeden.
Schakel de camera uit wanneer u deze niet gebruikt.
De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
blootstelt aan schokken.
Bewaar de camera in het etui om het scherm te beschermen tegen externe
krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of
kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is.
Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken.
Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te
laten repareren.
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op
of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze
apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een
ontplong veroorzaken.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor
verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld.
Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer
in om de camera te gebruiken.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet
van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld,
kan de kleur van het scherm tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden
worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en
worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk,
eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid.
Als u last hebt van een van deze symptomen, stopt u onmiddellijk met het
gebruik van de camera en raadpleegt u een arts.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik
wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Laat geen ongekwaliceerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit
ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwaliceerd
onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.
173
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Geheugenkaart
Ondersteunde geheugenkaart
Dit product accepteert de geheugenkaarten SD (Secure Digital), SDHC
(Secure Digital High Capacity), SDXC (Secure Digital eXtended Capacity),
UHS-1 (Ultra High Speed-1), microSD, microSDHC, microSDXC of
microUHS-1.
Contactpunten
Schrijfvergrendeling
Etiket (voorzijde)
Bij SD-, SDHC-, SDXC- of UHS-1-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden
worden gewist door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten.
Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken,
en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heen. Ontgrendel de kaart
voordat u foto's en video's maakt.
Geheugenkaartadapter
Geheugenkaart
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer
of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
174
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een SD-kaart van 2 GB
gebaseerd.
Formaat
Kwaliteit
Superhoog Hoog Normaal RAW RAW + S.Fijn RAW + Fijn RAW + Normaal
Foto
20.0M (5472X3648) 151 179 218 69 47 49 52
10.1M (3888X2592) 276 321 384 - 62 64 66
5.9M (2976X1984) 423 484 565 - 71 72 74
2.0M (1728X1152) 845 923 1016 - 82 83 84
Burst 479 545 631 - - - -
16.9M (5472X3080) 177 208 252 - 51 53 56
7.8M (3712X2088) 343 396 467 - 66 68 70
4.9M (2944X1656) 487 553 640 - 74 75 76
2.1M (1920X1080) 827 905 999 - 82 83 84
13.3M (3648X3648) 218 255 307 - 56 58 61
7.0M (2640X2640) 373 429 504 - 68 70 72
4.0M (2000X2000) 559 630 721 - 76 77 78
1.1M (1024X1024) 1111 1180 1258 - 86 86 87
175
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Formaat
Kwaliteit
Hoge kwaliteit Normaal
Video
1920X1080 (60 fps)
Ongeveer 10' 10" Ongeveer 12' 43"
1920X1080 (30 fps)
Ongeveer 17' 41" Ongeveer 22' 09"
*
1920X1080 (15 fps)
Ongeveer 23' 38" Ongeveer 29' 24"
1920X810 (24 fps)
Ongeveer 21' 35" Ongeveer 27' 02"
1280X720 (60 fps)
Ongeveer 16' 51" Ongeveer 21' 06"
1280X720 (30 fps)
Ongeveer 29' 11" Ongeveer 36' 35"
640X480 (30 fps)
Ongeveer 120' 47" Ongeveer 153' 30"
Om te delen (30 fps)
Ongeveer 218' 48" Ongeveer 278' 24"
* is alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filter-opties.
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie.
Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden.
Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.
De maximale opnametijd is 29 minuten en 59 seconden per bestand.
De maximale afspeeltijd van video's Om te delen is 30 seconden perbestand.
176
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoen, vuil
of vreemde stoen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte
doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor geheugenkaarten, in
contact komen met vloeistoen, vuil of vreemde stoen. Dergelijke
stoen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet
goed meer werken.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde
schijf of cd/dvd.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm
worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Gebruik een geheugenkaart die voldoet aan de standaardvereisten.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge
temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme
temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten niet goed
werken.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart
in de verkeerde richting plaatst, kunnen de camera en de geheugenkaart
hierdoor beschadigen.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een
computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart
opnieuw in uw eigen camera.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer
het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen
foto's meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of
druk worden blootgesteld.
Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van
krachtige magnetische velden.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoen.
177
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een
afgesloten ruimte.
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen
voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging.
Haal de batterij niet uit elkaar en maak er geen gat in met een scherp
voorwerp.
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van
grote hoogte te laten vallen.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen van 60 °C (140 °F) of hoger.
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoen.
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
Voer de batterij met zorg af.
Werp de batterij nooit in een open vuur.
Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot
de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale
regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing.
De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt
opgeladen.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecicaties
Onderdeel Beschrijving
Model
BP1130
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
1130 mAh
Voltage
7,6 V
Oplaadtijd* (wanneer de batterij
volledig ontladen is)
Ongeveer 215 min
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de
onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze
wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in
de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de fabrikant.
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers
en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven
wijze op.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot
aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer.
Plaats de batterij niet in een magnetron.
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een
badkamer of douche.
178
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Werkduur van de batterij
Opnamemodus Gemiddelde tijdsduur/Aantal foto's
Foto's
Ongeveer 165 min/Ongeveer 330 foto's
Video's
Ongeveer 110 min (video's opnemen met de resolutie
1920X1080 en 60 fps.)
De cijfers hierboven zijn gebaseerd op de CIPA-testnormen. De resultaten
die u tijdens het gebruik behaalt, kunnen hiervan afwijken.
De daadwerkelijk beschikbare opnameduur verschilt en is
afhankelijk van achtergrond, de tijd tussen opnamen en de
gebruiksomstandigheden.
Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's
achter elkaar opgenomen.
Bericht Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en
wordt de melding 'Batterij bijna leeg' weergegeven.
De batterij gebruiken
Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge
temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme
temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
verwijderen. Hierdoor kan het risico op brand of elektrische schok
ontstaan.
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en levensduur
van de batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de
gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd
opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan
lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als
u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst,
loopt de batterij leeg. U kunt mogelijk een volledig lege batterij niet
meer opladen.
Wanneer u de camera langere periode niet gebruikt (3 maanden of
meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de
batterij voortdurend laat leeglopen, nemen de capaciteit en levensduur
mogelijk af, wat kan leiden tot defecten, brand of explosies.
179
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen.
Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van de
batterij en tijdelijke of permanente schade aan batterijen veroorzaken of
brand of een elektrische schok.
De batterij opladen
Controleer als het statuslampje uit is of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
Als de camera is ingeschakeld tijdens het opladen, laadt de batterij
mogelijk niet volledig op. Schakel de camera uit voordat u de batterij
oplaadt.
Gebruik de camera niet wanneer u de batterij oplaadt. Dit kan brand of
een schok veroorzaken.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
verwijderen. Hierdoor kan het risico op brand of elektrische schok
ontstaan.
Laat de batterij minstens 10 minuten opladen voordat u de camera
inschakelt.
Als u de camera aansluit op een externe stroombron wanneer de batterij
leeg is, zorgen functies die veel stroom verbruiken ervoor dat de camera
wordt uitgeschakeld. Als u de camera normaal wilt gebruiken, moet u de
batterij opladen.
Als u het netsnoer aansluit wanneer de batterij volledig is opgeladen,
gaat het statuslampje ongeveer 30 minuten branden.
Met het gebruik van de itser en het opnemen van video's raakt de
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode statuslampje wordt
uitgeschakeld.
Als het indicatielampje rood knippert, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het statuslampje rood knipperen. Nadat de
batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten.
Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te
koppelen.
Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op.
Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.
180
Bijlagen > Onderhoud van de camera
Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten
Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel.
De batterij laadt wellicht niet op als:
- u een USB-hub gebruikt
- andere USB-apparaten zijn aangesloten op de computer
- u de kabel hebt aangesloten op de poort aan de voorzijde van de computer
- als de USB-poort van uw computer de standaard stroomuitvoer niet
ondersteunt (5 V, 500 mA)
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen
bij het weggooien van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals
een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze
te heet worden.
181
Bijlagen
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met het toestel ondervindt, kunt u eerst de
volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, moet u ook de onderdelen
meenemen die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de
geheugenkaart of de batterij.
Probleem Mogelijke oplossing
De camera kan
niet worden
ingeschakeld
Controleer of de batterij in de camera is geplaatst.
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
Laad de batterij op.
Uw camera staat mogelijk in de spaarstand of het
display wordt automatisch uitgeschakeld.
(pag. 153)
De camera wordt mogelijk automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
geheugenkaart door extreme hitte beschadigd
raakt. Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
Bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) kan de
batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
Met het gebruik van de itser en het opnemen van
video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij
indien nodig weer op.
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van
tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe
batterij als de levensduur drastisch afneemt.
Probleem Mogelijke oplossing
Er kunnen geen
foto's worden
gemaakt
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
kaart.
Formatteer de geheugenkaart.
De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
De geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel de
kaart. (pag. 173)
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Laad de batterij op.
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug
.
De camera wordt
warm
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit
is normaal en is niet van invloed op de levensduur of
prestaties van uw camera.
Er wordt
onverwachts geitst
De itser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van
de camera.
De itser werkt niet
Mogelijk is de itser ingesteld op Uit. (pag. 94)
In bepaalde modi kunt u de itser niet gebruiken.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel de datum en tijd in onder het menu q.
(pag. 153)
Het scherm of de
knoppen werken
niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
182
Bijlagen > Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Probleem Mogelijke oplossing
De geheugenkaart
heeft een fout
Schakel de camera uit en weer in.
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
terug.
Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 176)
Uw computer
herkent een
SDXC- of UHS-1-
geheugenkaart niet
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-
bestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten of
UHS-1-geheugenkaarten die zijn geformatteerd met
het exFAT-bestandssysteem, wilt gebruiken op een
Windows XP-computer, kunt u het stuurprogramma
voor het exFAT-bestandssysteem downloaden en
bijwerken via de website van Microsoft.
Uw televisie of
computer kan geen
foto's of video's
weergeven die zijn
opgeslagen op een
SDXC- of UHS-1-
geheugenkaart
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-
bestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten of
UHS-1-geheugenkaarten die zijn geformatteerd met
het exFAT-bestandssysteem, wilt gebruiken, moet u
controleren of het externe apparaat compatibel is
met het exFAT-bestandssysteem voordat u de camera
aansluit op het apparaat.
Kan geen bestanden
weergeven
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera dit bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een
computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn
onscherp
Zorg dat de gekozen scherpsteloptie geschikt is
voor het soort opname dat u wilt maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de
camera beweegt.
Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (pag. 170)
Probleem Mogelijke oplossing
De kleuren in de
foto zijn anders dan
de daadwerkelijke
kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
voor de lichtbron. (pag. 76)
De foto is te licht of
te donker.
De foto is over- of onderbelicht.
Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 75)
Schakel de itser uit of in. (pag. 94)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 102)
Foto's zijn vervormd
Deze camera kan een minimale vervorming hebben
wanneer er een groothoeklens wordt gebruikt
waarmee een grote beeldhoek mogelijk is. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
Het afspeelscherm
verschijnt niet op het
aangesloten externe
apparaat
Controleer of de HDMI-kabel goed op de externe
monitor is aangesloten.
Zorg dat er bruikbare opnamen op de
geheugenkaart staan.
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of u een ondersteund
besturingssysteem gebruikt.
Tijdens het
overbrengen van
bestanden verbreekt
de computer de
verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit
worden gestoord. Koppel de USB-kabel los en sluit
deze weer aan.
183
Bijlagen > Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Probleem Mogelijke oplossing
De computer
kan geen video's
afspelen
Video's worden mogelijk in bepaalde programma's
voor het afspelen van video's niet afgespeeld. Als u
videobestanden wilt afspelen die zijn vastgelegd met
uw camera, gebruikt u het programma Multimedia
Viewer dat u met het programma i-Launcher kunt
installeren op uw computer.
i-Launcher werkt niet
naar behoren
Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
Afhankelijk van de specicaties en omgeving van
uw computer, wordt het programma mogelijk niet
automatisch gestart. Klik in dit geval op start
ĺ
Alle programma's
ĺ Samsung ĺ i-Launcher
ĺ Samsung i-Launcher op uw Windows-
computer. (Windows 8: open het startscherm
en selecteer select All apps (Alle apps)
ĺ
Samsung i-Launcher.) Of klik op Applications
(Toepassingen)
ĺ Samsung ĺ i-Launcher op uw
Mac OS-computer.
Ik kan geen DPOF
voor RAW-bestanden
instellen
U kunt DPOF niet instellen voor RAW-bestanden.
Autofocus werkt niet
Het onderwerp is niet in focus. Wanneer het
onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt,
beweegt u de camera zodanig dat het AF-gebied
over het onderwerp valt en drukt u [Ontspanknop]
half in om scherp te stellen.
Het onderwerp is te dichtbij. Neem een stap naar
achteren en maak de opname.
De scherpstelling is op MF ingesteld.
Schakel over naar de AF-modus.
Probleem Mogelijke oplossing
AEL-functie werkt
niet
AEL-functie werkt niet in de modi t, M, i en
s. Selecteer een andere modus als u deze functie
wilt gebruiken.
Lens werkt niet
Zorg dat de lens goed is geplaatst.
Ontkoppel de lens van de camera en plaats deze
vervolgens opnieuw.
De externe itser of
GPS werkt niet
Controleer of de externe itser goed is geplaatst en is
ingeschakeld.
Het scherm voor
de datum- en
tijdinstellingen
wordt weergegeven
wanneer u de
camera inschakelt
Stel de datum en tijd opnieuw in.
Dit scherm verschijnt wanneer de interne
krachtbron van de camera volledig is ontladen.
Plaats een volledig opgeladen batterij en wacht ten
minste 72 uur in uitgeschakelde toestand tot de
interne krachtbron weer is opgeladen.
184
Bijlagen
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Type
CMOS
Sensorformaat
23,5 X 15,7 mm
Eectieve pixels
Ongeveer 20,3 megapixel
Totaalaantal pixels
Ongeveer 21,6 megapixel
Kleurenlter
RGB-primairekleurenlter
Lensvatting
Type
Samsung NX-vatting
Beschikbare lens
Samsung-lenzen
Beeldstabilisatie
Type
Lens-shift (afhankelijk van de lens)
Modus
Uit/Modus 1/Modus 2
Lensvervormingscorrectie
Uit/Aan (afhankelijk van de lens)
i-Function
E, Z (X1.2, 1.4, 1.7, 2.0)
Stofreductie
Type
Ultrasoon transport
Scherm
Type
AMOLED met aanraakscherm (C-type
aanraakbediening ingeschakeld)
Formaat
3,31" (Ongeveer 84,0 mm)
Resolutie
WVGA (800X480) 768.000 punten (PenTile)
Gezichtsveld
Ongeveer 100 %
Hoek
Kantelbaar (omhoog 90°, omlaag 45°)
Gebruikersscherm
Rasterlijn, Pictogrammen, Histogram,
Afstandsschaal, Niveaumeter
Scherpstelling
Type
Fasedetectie en Contrast AF
Scherptepunt
Totale automatische scherpstelpunt:
105 punten (Fasedetectie AF), 247 punten
(Contrast AF)
Selectie: 1 punt (vrije selectie)
Multi: normaal 21 (3 X 7) punten
(kruisingspunt 1), Close-up 35 punten
Gezichtsdetectie: max. 10 gezichten
Modus
Enkelvoudige AF, Continu AF, Handm.
scherpstellen, Aanraak AF en Sluiter
AF-hulplampje
Groene LED
185
Bijlagen > Cameraspecicaties
Sluiter
Type
Elektronisch gestuurde verticaal lopende
spleetsluiter
Sluitertijd
Automatisch: 1/6000-1/4 sec.
Handmatig: 1/6000-30 sec. (1/3 EV Stap)
Bulb (tijdslimiet: 4 min)
Belichting
Lichtmetingssysteem
TTL 221 (17 X 13) Bloksegment
Lichtmeting: Multi, Centr. gewogen, Spot
Lichtmeetbereik: EV 0-18 (ISO100 · 30 mm, F2)
Compensatie
±3 EV (1/3 EV Stap)
AE-vergrendeling
AANGEPAST-toets
ISO-equivalent
1 stap: Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400,
ISO 12800, ISO 25600
1/3 stap: Auto, ISO 100, ISO 125, ISO 160,
ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500,
ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250,
ISO 1600, ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200,
ISO 4000, ISO 5000, ISO 6400, ISO 8000,
ISO 10000, ISO 12800, ISO 16000, ISO 20000,
ISO 25600
Transportmodus
Modus
1 opname, Serieopname, Burst (alleen 5M),
Timer, Belichtingstrap (Automatische belichting,
Witbalans, Fotowizard)
Continuopnamen
8,6 fps
* De maximale opnamesnelheid is 8,6 frames per seconde.
Deze neemt af na ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAW-
opnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart. Kan verschillen
afhankelijk van de specicaties van de geheugenkaart.)
Opnametrapje
Automatische belichtingsbracketing (±3 EV),
Witbalansbracketing, Fotowizardbracketing
Zelfontspanner
2-30 sec. (interval van 1 seconde)
Ontspanknop
SR2NX02 (via Micro USB-poort) (optioneel)
Flitser
Type
Externe itser (bundel met SEF8A)
Modus
Smart Flitser, Auto, Automatisch rode ogen
onderdrukken, Invulits, Invulits + Rode ogen,
1e gordijn, 2e gordijn, Uit
Richtgetal
8 (gebaseerd op ISO 100) (SEF8A)
Beeldhoek
28 mm (35-mm-lmequivalent)
Synchronisatiesnelheid
Minder dan 1/180 sec.
EV itser
-2-+2 EV (0,5 EV Stap)
Externe itser
Optionele externe Samsung-itsers
Synchronisatieterminal
Hot-shoe
186
Bijlagen > Cameraspecicaties
Witbalans
Modus
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt,
Wit TL-licht, NW TL-licht, Daglicht-TL, Kunstlicht,
WB itser, Aangep. instelling, Kleurtemperatuur
(handmatig)
Microaanpassing
Oranje/Blauw/Groen/Magenta, respectievelijk
7 stappen
Dynamisch bereik
Uit/HDR-bereik+/HDR
Fotowizard
Modus
Standaard, Helder, Portret, Landschap, Bos,
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Aangepast 1,
Aangepast 2, Aangepast 3
Parameter
Kleur, Kleurverzadiging, Scherpte, Contrast
Opname
Modus
Smart Auto, Programma, Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, Handmatig, Lensprioriteit, Smart
Smart-modus
Gezichtscorrectie, Beste gezicht, Landschap,
Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama,
Waterval, Silhouet, Zon onder, Nacht, Vuurwerk,
Lichtspoor, Creatieve opname
Intelligent filter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Formaat
JPEG (3:2): 20.0M (5472X3648),
10.1M (3888X2592), 5.9M (2976X1984),
5.0M (2736X1824) (alleen serieopnamen),
2.0M (1728X1152)
JPEG (16:9): 16.9M (5472X3080),
7.8M (3712X2088), 4.9M (2944X1656),
2.1M (1920X1080)
JPEG (1:1): 13.3M (3648X3648),
7.0M (2640X2640), 4.0M (2000X2000),
1.1M (1024X1024)
RAW: 20.0M (5472X3648)
* 3D-modus met 3D-lens is alleen beschikbaar met
JPEG (16:9) 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080).
Kwalit.
Superhoog, Hoog, Normaal
RAW-standaard
SRW (ver.2.0.0)
Kleurruimte
sRGB, Adobe RGB
187
Bijlagen > Cameraspecicaties
Video
Type
MP4 (H.264)
Indeling
Video: H.264, Geluid: AAC
Film AE-modus
Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,
Handmatig
Smart Filter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Formaat
1920X1080, 1920X810, 1280X720, 640X480,
320X240 (Om te delen)
Opnamesnelheid
60 fps, 30 fps, 24 fps (alleen beschikbaar met
1920X810), 15 fps (alleen beschikbaar met
bepaalde Smart Filter-opties)
Multi Motion
x0.25 (alleen 640X480, 320X240), x0.5
(1280X720 (alleen 30 fps), 640X480, 320X240),
x1, x5, x10, x20
Kwaliteit
Hoge kwaliteit, Normaal
Geluid
Stereo
Bewerken
Stilstaand beeld als foto vastleggen,
Video inkorten
Weergave
Type
Eén afbeelding, Miniaturen (15/28), Diashow,
Film
Bewerken
Intelligent lter, Res.wijz, Draaien,
Gezichtretouch., Helderheid, Contrast
Intelligent lter
Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,
Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,
Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel
Opslag
Media
Extern geheugen (optioneel)*:
SD-kaart (2 GB gegarandeerd),
SDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd),
SDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd),
UHS-1-kaart
* Class 6 en hoger aanbevolen
Bestandsindeling
RAW (SRW (ver.2.0.0)), JPEG (EXIF 2.21),
MPO (3D), DCF, DPOF 1.1
GPS
Type
Geo-tagging met optionele GPS-module
(WGS 84)
Functionaliteit
Locatienaam (alleen beschikbaar in het Engels
en Koreaans)
188
Bijlagen > Cameraspecicaties
Draadloos netwerk
Type
IEEE 802.11b/g/n-ondersteuning Dual Band
Functie
MobileLink, Remote Viewnder, Automatische
back-up, E-mail, SNS en cloud, AllShare Play,
AutoShare, Wi-Fi Direct
NFC
Ja
Interface
Digitale uitvoer
USB 2.0 (micro USB-aansluiting)
Video-uitvoer
NTSC, PAL (instelbaar)
HDMI
Externe ontspanknop
Ja (micro USB)
Gelijkstroomingang
Gelijkstroom 5,0 V, 1A via microUSB
Energiebron
Type
Oplaadbare batterij: BP1130 (1130 mAh)
* Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron
verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
122 x 63,7 x 40,7 mm (zonder uitsteeksels)
Gewicht
284 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5-85 %
Software
i-Launcher, Adobe Photoshop Lightroom
* Specicaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren.
* Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
189
Bijlagen
Woordenlijst
Toegangspunt
Een toegangspunt is een apparaat waarmee draadloze apparaten
verbinding kunnen maken met een bedraad netwerk.
Ad-hocnetwerk
Een ad-hocnetwerk is een tijdelijk verbinding voor het delen van
bestanden of een internetverbinding tussen computers en apparaten.
AdobeRGB
Adobe RGB wordt gebruikt voor commercieel afdrukken en heeft een
groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u
foto's gemakkelijk bewerken op een computer.
AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
AEL/AFL (Vergrendeling automatische belichting/
vergrendeling automatische scherpstelling)
Met deze functies kunt u de belichting of scherpstelling vergrendelen
op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen of als u de belichting wilt
berekenen.
AF (Autofocus)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het
onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te
stellen.
AMOLED (Active-matrix organic light-emitting diode)/
LCD (Liquid Crystal Display)
AMOLED is een scherm dat erg dun en licht is en waarvoor geen
achtergrondverlichting nodig is. LCD is een scherm dat algemeen wordt
gebruikt in consumentenelektronica. Dit scherm heeft een afzonderlijke
achtergrondverlichting, zoals CCFL of LED, nodig om kleuren te
reproduceren.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera
bereikt.
190
Bijlagen > Woordenlijst
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het
beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden
een plezierig resultaat.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specicatie voor het deniëren van een bestandsindeling en
bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan
Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA).
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte
vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag.
DPOF (Digitale afdrukbestelling)
Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde
beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die
compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de
informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het
volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag
is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de
itser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de
OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren.
Cloudcomputing
Cloudcomputing is een technologie waarmee u gegevens kunt opslaan
op externe servers en de gegevens kunt gebruiken op een apparaat met
internettoegang.
Kleurruimte
Het kleurenbereik dat de camera kan zien.
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een
bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Wanneer de kleurtemperatuur
toeneemt, heeft de kleur van de lichtbron een blauwiger tint. Wanneer de
kleurtemperatuur afneemt, heeft de kleur van de lichtbron een rodere tint.
Bij 5500 graden Kelvin is de kleur van de lichtbron vergelijkbaar met die
van de zon rond het middaguur.
191
Bijlagen > Woordenlijst
Flitser
Een itslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in
omstandigheden met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in
millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere
beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere
brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.
Histogram
Een grasche weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale
as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge
pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het
histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de
internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. Deze codec
kan video van goede kwaliteit leveren bij lage bitsnelheden ontwikkeld
door JVT (Joint Video Team).
EV (Belichtingswaarde)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in
dezelfde belichting.
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt
berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw
foto's te verbeteren.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specicatie voor het deniëren van een beeldbestandindeling voor
digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries
Development Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.
Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma
en ISO-waarde.
192
Bijlagen > Woordenlijst
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.
MF (Handmatige scherpstelling)
Een systeem dat de cameralens handmatig scherpstelt op het onderwerp.
U kunt de scherpstelring gebruiken om scherp te stellen op een
onderwerp.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
MPO (Multi Picture Object)
Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere beelden
bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-eect op MPO-compatibele
schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors.
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke
pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat
de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn
CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide
Semiconductor).
IP (Internet Protocol)-adres
Een IP-adres is een uniek nummer dat wordt toegewezen aan elk apparaat
dat verbinding heeft gemaakt met internet.
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
lmsnelheid gebruikt in een lmcamera. Met hogere ISO-waarden
gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan
worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de
camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter
veel gevoeliger voor ruis.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden
worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen
met minimale afname van de beeldresolutie.
193
Bijlagen > Woordenlijst
PAL (Phase Alternate Line)
Een coderingsnorm voor videokleur die in verschillende landen in Afrika,
Azië, Europa en het Midden-Oosten wordt gebruikt.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een
digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager
compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden.
RAW (onbewerkte CCD-gegevens)
De oorspronkelijke, niet-verwerkte gegevens die rechtstreeks
afkomstig zijn van de beeldsensor van de camera. Witbalans, contrast,
verzadiging, scherpte en andere gegevens kunnen worden bewerkt met
bewerkingssoftware voordat het beeld wordt gecomprimeerd naar een
standaardbestandsindeling.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie
bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage
resolutie.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels.
Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge
gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op
een donkere locatie.
NFC (Near Field Communication)
NFC is een set met standaards voor radiocommunicatie op zeer korte
afstand. U kunt NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of
gegevens uit te wisselen met andere apparaten.
NTSC (National Television System Committee)
Een coderingsnorm voor videokleur die vooral wordt gebruikt in Japan,
Noord-Amerika, de Filippijnen, Zuid-Amerika, Zuid-Korea en Taiwan.
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden
vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
194
Bijlagen > Woordenlijst
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen
en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een
foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door
het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er
minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook
eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen.
sRGB (Standard RGB)
Internationale norm voor kleurruimte, vastgesteld door de IEC
(International Electrotechnical Commission). Deze norm is vastgesteld op
basis van kleurruimte voor computermonitoren en wordt ook gebruikt als
de standaardkleurruimte voor Exif.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij
de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de
aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn
geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren
rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de
witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Wi-Fi
Wi-Fi is een technologie waarmee elektronische apparaten draadloos
gegevens kunnen uitwisselen via een netwerk.
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
WPS is een technologie voor beveiliging van draadloze thuisnetwerken.
195
Bijlagen
Optionele accessoires
Lens
SAMSUNG 18-55 mm
F3.5-5.6 OIS III
SAMSUNG 20-50 mm
F3.5-5.6 ED II
SAMSUNG 16 mm F2.4 SAMSUNG 20 mm F2.8
SAMSUNG 30 mm F2 SAMSUNG 50-200 mm
F4-5.6 ED OIS III
SAMSUNG 60 mm F2.8
Macro ED OIS SSA
SAMSUNG 18-200 mm
F3.5-6.3 ED OIS
Lens
SAMSUNG 85 mm F1.4 ED SSA SAMSUNG 12-24 mm F4-5.6 ED
SAMSUNG 45 mm F1.8 SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D
Externe itser
SEF42A SEF220A
GPS
GPS10
196
Bijlagen > Optionele accessoires
Draadontspanner (micro USB-type) Microfoon
SR2NX02 EM10
Oplaadbare batterij Batterijoplader
BP1130 BC3NX01
Cameratas Camera-etui
Geheugenkaart Filter
USB-kabel HDMI-kabel
Polslus
De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van deze optionele accessoires voor meer informatie.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Samsung is niet
verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van
derden ontstaat.
197
Bijlagen
A
Aanraak AF 86
Aanraakscherm 36
Adobe Photoshop Lightroom 167
Afbeelding aanpassen
Foto's aanpassen 119
Gezichten aanpassen 120
AllShare Play 141
Autofocus 80
Automatische back-up 133
B
Batterij
Let op 177
Opladen 34
Plaatsen 33
Belichtingstrap 92
Belichtingswaarde (EV) 16, 102
Bestanden
Beveiligen 110
Fototype 74
Type video 104
Verwijderen 111
Bestanden overbrengen
Mac 161
Windows 160
Brandpuntsafstand 21
C
Camera
Aansluiten als verwisselbare
schijf 160
Aansluiten op pc 160
Indeling 30
Loskoppelen (Windows) 161
Cameraspecicaties 184
D
Datum/tijd 153
Diafragma 16, 20
Diashow 113
Digitale afdrukbestelling
(DPOF) 114
DIRECT LINK 32
Display type 43
Draadloos netwerk 123
Draaien 118
F
F-getal 16
Flitser
Bounce-fotograe 27
Flitsopties 94
Intensiteit 95
Richtgetal 26
Focus Peaking 88
Foto's
Bewerken 117
Opname-instellingen 73
Vergroten 113
Weergeven op 3D-televisie 159
Weergeven op camera 108
Weergeven op HDTV 158
Fotowizard 79
G
Geheugenkaart
Let op 173
Plaatsen 33
Gezichten aanpassen 120
H
Helderheid display 152
Houding 13
Hulpfunctie voor scherpstellen 88
I
i-Function 61
i-Launcher 163
Instellingen 152
In-/uitfaden 105
ISO-waarde 75
i-Zoom 63
K
Kleurruimte 148
Index
198
Bijlagen > Index
Opnamemodi
Diafragmaprioriteit 57
Handmatig 59
Lensprioriteit 60
Opnemen 68
Programma 55
Sluitertijdvoorkeuze 58
Smart 64
Smart Auto 53
Optionele accessoires
De itser aansluiten 49
GPS-module aansluiten 51
Indeling van GPS-module 51
Onderdelen van itser 48
Optische beeldstabilisatie (OIS) 89
P
Panoramamodus 66
Pictogrammen
Afspeelmodus 42
Opnamemodus 40
R
Regel van derden 24
Remote Viewnder 131
L
Lenzen
Markeringen 47
Onderdelen 44
Ontgrendelen 46
Vergrendelen 45
L.meting 97
M
Miniaturen 108
MobileLink 129
Modus Beste gezicht 65
O
Onderhoud 170
One Touch-opname 87
Opladen 34
Resolutie
Afspeelmodus 118
Opnamemodus (lm) 104
Opnamemodus (foto) 73
Rode ogen-eect 95
S
Scherptediepte 17, 22
Servicecenter 181
Sluitertijd 18, 20
Smart lter
Afspeelmodus 121
Opnamemodus 101
Smartpaneel 38
Snelheid 90
Spaarstand 153
T
Televisie 158
Timer 91
Tracking AF 86
U
Uitpakken 29
V
Vergroten 113
Video Out 153
Video's
Opnemen 68
Opties 104
Vastleggen 116
Weergeven 115
W
Witbalans 76
3
3D-modus 69
199
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader,
headset, USBkabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen
worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade
aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere
soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar
ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om
te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten
recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product
en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander
huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen
Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de
accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien
de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze
stoen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering
van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te
bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accus en batterijen in uw
omgeving.
Bijlagen
200
LET OP
ER BESTAAT ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS U DE BATTERIJ VERVANGT
DOOR EEN BATTERIJ VAN EEN ONJUIST TYPE.
VERWIJDER OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt.
In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt.
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het
product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing DUT In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Copyrightinformatie • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple Corporation. • Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc. • Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en Lightroom zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. • microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association. • HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde • Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd. • U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt aangeschaft. • Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na. • Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering. handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. • Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren. Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen. Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's. Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding. Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken. Dit kan een schok veroorzaken. Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung. Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. • Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. • Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium- ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit. Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt. • Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. Vermijd storing van pacemakers. Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires. • Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen. • Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet- goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires. Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld. Dit kan brand of een schok veroorzaken. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt. De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt. Anders kunt u brand of een schok veroorzaken. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen. Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist. Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken. Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken. Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken. Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden. Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is. Als onderdelen van glas of acryl zijn gebroken, gaat u naar een servicecentrum van Samsung om de camera te laten repareren. 4 Informatie over gezondheid en veiligheid Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Als de camera oververhit raakt, verwijdert u de batterij en laat u de camera afkoelen. • Bij langdurig gebruik van de camera kan de batterij oververhit raken en kan de interne temperatuur van de camera oplopen. Verwijder de batterij als de camera niet meer werkt en laat deze afkoelen. • Hoge interne temperaturen kunnen ruis in uw foto's veroorzaken. Dit is normaal en is niet van invloed op de algehele prestaties van de camera. Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen. Gebruik de camera in de normale gebruikspositie. Raak de interne antenne van de camera niet aan. Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden • Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken. • De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid. 5 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Modusaanduidingen Modus Pictogram Aanvullende informatie Smart Auto t Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Programma P Pictogram Functie [ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop. Diafragmaprioriteit A Sluiterprioriteit S ( ) Paginanummer van verwante informatie Handmatig M Lensprioriteit i Smart s Wi-Fi B ĺ * De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer 1 ĺ Kwaliteit (staat voor : selecteer 1 en vervolgens Kwaliteit). Voetnoot 6 Inhoudsopgave Tips Hoofdstuk 1 Fotografie-concepten en conventies Mijn camera Houding ........................................................................................................ 13 Aan de slag ................................................................................................... 29 Uitpakken ..................................................................................................................... 29 Onderdelen en functies ............................................................................. 30 De camera vasthouden .............................................................................................. 13 Staand fotograferen..................................................................................................... 13 Geknield fotograferen................................................................................................. 14 Het scherm gebruiken ................................................................................................ 14 Opname met lage hoek.............................................................................................. 15 Opname met hoge hoek ............................................................................................ 15 Diafragma ..................................................................................................... 16 Diafragma en scherptediepte .................................................................................. 17 Sluitertijd ...................................................................................................... 18 ISO-waarde ................................................................................................... 19 Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de belichting beïnvloeden ................................................................................................. 20 Samenhang tussen brandpuntsafstand, beeldhoek en perspectief.................................................................................................... 21 Scherptediepte ............................................................................................ 22 Wat bepaalt de vervagingseffecten? ..................................................................... 22 Optisch voorbeeld........................................................................................................ 24 De knop DIRECT LINK gebruiken ........................................................................... 32 De batterij en geheugenkaart plaatsen ................................................. 33 De batterij en geheugenkaart verwijderen ....................................................... 33 De geheugenkaartadapter gebruiken .................................................................. 33 De batterij opladen en de camera inschakelen .................................... 34 De batterij opladen .................................................................................................. 34 De camera inschakelen ........................................................................................... 34 De eerste instellingen opgeven ............................................................... 35 Functies (opties) selecteren ...................................................................... 36 Selecteren met knoppen ........................................................................................ 36 Selecteren met aanraken ....................................................................................... 36 m gebruiken..................................................................................................... 37 Bijvoorbeeld het fotoformaat in de P-modus instellen ................................ 37 Het smartpaneel gebruiken .................................................................................. 38 Pas bijvoorbeeld de belichtingswaarde aan in de P-modus....................... 38 Compositie ................................................................................................... 24 De regel van derden .................................................................................................... 24 Foto's met twee onderwerpen ................................................................................ 25 Flitser ............................................................................................................. 26 Richtgetal van flitser .................................................................................................... 26 Bounce-fotografie ........................................................................................................ 27 7 Inhoudsopgave Pictogrammen op het scherm .................................................................. 40 In de opnamemodus................................................................................................ 40 Foto's maken ................................................................................................................. 40 Video's opnemen ......................................................................................................... 41 Over de peilmeter........................................................................................................ 41 In de afspeelmodus .................................................................................................. 42 Foto's weergeven......................................................................................................... 42 Video's afspelen............................................................................................................ 42 Instellen welke informatie wordt weergegeven ............................................ 43 Lenzen ........................................................................................................... 44 Lensindeling................................................................................................................ 44 De lens vergrendelen of ontgrendelen ............................................................... 45 Markeringen op de lens .......................................................................................... 47 Accessoires ................................................................................................... 48 Onderdelen van externe flitser ............................................................................ 48 De externe flitser aansluiten .................................................................................... 49 Indeling van GPS-module (optioneel) ............................................................... 51 De GPS-module aansluiten.................................................................................... 51 Opnamemodi ............................................................................................... 53 t Smart Auto-modus ................................................................................... 53 P Programmamodus ............................................................................................... 55 Programmaverschuiving........................................................................................... 56 Minimale sluitertijd .................................................................................................... 56 A Diafragmaprioriteitmodus ............................................................................... 57 S Sluitertijdvoorkeuzemodus .............................................................................. 58 M Handmatige modus ........................................................................................... 59 Afstemmingsmodus ................................................................................................... 59 De Bulb gebruiken ...................................................................................................... 60 i Lensprioriteitsmodus ........................................................................................ 60 E gebruiken .................................................................................................... 60 i-Function gebruiken in de modi P/A/S/M .................................................... 61 Z gebruiken ..................................................................................................... 63 s Smart-modus ...................................................................................................... 64 De modus Beste gezicht gebruiken ...................................................................... 65 Panoramafoto's vastleggen ..................................................................................... 66 Een video opnemen ................................................................................................. 68 3D-modus .................................................................................................................... 69 Beschikbare functies in de opnamemodus ..................................................... 71 8 Inhoudsopgave Hoofdstuk 2 Optische beeldstabilisatie (OIS) ............................................................... 89 Opnamefuncties Snelheid (opnamemethode)..................................................................... 90 1 opname ..................................................................................................................... 90 Continu ......................................................................................................................... 90 Burst ............................................................................................................................... 91 Timer .............................................................................................................................. 91 Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT) ............................ 92 Witbalansbracketing (WB BKT) ............................................................................ 92 Fotowizardbracketing (F Wiz BKT) ...................................................................... 93 Bracketing instellen .................................................................................................. 93 Flitser ............................................................................................................. 94 Het rode-ogeneffect verminderen ..................................................................... 95 De flitssterkte aanpassen ....................................................................................... 95 Lichtmeting .................................................................................................. 97 Multi ............................................................................................................................... 97 Spot ................................................................................................................................ 98 Centr. gewogen.......................................................................................................... 98 Formaat en resolutie .................................................................................. 73 Fotoformaat ................................................................................................................ 73 Kwaliteit ........................................................................................................................ 74 ISO-waarde ................................................................................................... 75 Witbalans ...................................................................................................... 76 Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen ..................................... 77 Fotowizard (fotostijlen) ............................................................................. 79 AF-modus ..................................................................................................... 80 Enkelvoudige AF........................................................................................................ 81 Continu AF ................................................................................................................... 81 Handmatige scherpstelling ................................................................................... 82 AF-gebied ..................................................................................................... 83 Keuze AF ....................................................................................................................... 83 Multi AF......................................................................................................................... 84 Gezichtsdet. AF .......................................................................................................... 84 Zelfportret AF ............................................................................................................. 85 Aanraak AF ................................................................................................... 86 Aanraak AF................................................................................................................... 86 AF-punt ......................................................................................................................... 86 Tracking AF .................................................................................................................. 86 One Touch-opname.................................................................................................. 87 Hulpfunctie voor scherpstellen................................................................ 88 MF-help ......................................................................................................................... 88 Uitlichten ...................................................................................................................... 88 De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten ............................... 99 Dynamisch bereik ..................................................................................... 100 Intelligent Filter ......................................................................................... 101 Belichtingscompensatie .......................................................................... 102 Belichtingsvergendeling ......................................................................... 103 Videofuncties ............................................................................................. 104 Filmformaat .............................................................................................................. 104 Filmkwaliteit ............................................................................................................. 104 Multi Motion ............................................................................................................ 105 In-/uitfaden .............................................................................................................. 105 Spraak ......................................................................................................................... 106 Windonderdrukking.............................................................................................. 106 Microfoonniveau .................................................................................................... 106 9 Inhoudsopgave Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Weergeven en bewerken Draadloos netwerk Bestanden zoeken en beheren............................................................... 108 Foto's weergeven ................................................................................................... 108 Miniaturen weergeven ......................................................................................... 108 Bestanden op categorie weergeven ............................................................... 109 Bestanden weergeven als map ......................................................................... 109 Bestanden beveiligen ........................................................................................... 110 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren............................................................................................... 123 Verbinding maken met een WLAN .................................................................. 123 Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen................................................... 110 Bestanden verwijderen ........................................................................................ 111 Afzonderlijke bestanden wissen .......................................................................... 111 Meerdere bestanden wissen ................................................................................. 111 Alle bestanden verwijderen................................................................................... 112 Foto's weergeven ...................................................................................... 113 Een foto vergroten ................................................................................................. 113 Een diashow weergeven...................................................................................... 113 Automatisch draaien............................................................................................. 114 Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................................................... 114 Video's afspelen......................................................................................... 115 Een video tijdens het afspelen bijsnijden ..................................................... 115 Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan................................. 116 Foto's bewerken ........................................................................................ 117 Een foto bijsnijden ................................................................................................. 117 Een foto draaien...................................................................................................... 118 Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................ 118 Uw foto's aanpassen ............................................................................................. 119 Gezichten aanpassen ............................................................................................ 120 Intelligent filter-effecten toepassen ................................................................ 121 Netwerkopties instellen .......................................................................................... 124 Het IP-adres handmatig instellen ........................................................................ 124 De aanmeldingsbrowser gebruiken................................................................ 125 Tips over netwerkverbinding............................................................................. 126 Tekst ingeven ........................................................................................................... 127 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ...................... 128 Foto's of video's verzenden naar een smartphone ............................ 129 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ..................... 131 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden ................................................................................................... 133 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc .... 133 Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................ 133 Foto's of video's via e-mail verzenden .................................................. 135 E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................ 135 Uw gegevens opslaan .............................................................................................. 135 Een e-mailwachtwoord instellen ......................................................................... 136 Het e-mailwachtwoord wijzigen .......................................................................... 137 Foto's of video's via e-mail verzenden............................................................ 137 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ................. 139 Een website openen.............................................................................................. 139 Foto's of video's uploaden .................................................................................. 140 10 Inhoudsopgave AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden ...................... 141 Foto's uploaden naar online opslag ................................................................ 141 Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play ondersteunen .......................................................................................................... 142 Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ........................................................... 144 Hoofdstuk 6 Verbinding maken met externe apparaten Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie ................. 158 Bestanden weergeven op een HDTV .............................................................. 158 Bestanden weergeven op een 3D-televisie .................................................. 159 Bestanden naar de computer overbrengen ........................................ 160 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen........................... 160 De camera aansluiten als verwisselbare schijf ................................................ 160 De camera loskoppelen (Windows XP).............................................................. 161 Hoofdstuk 5 Camera-instellingenmenu Bestanden naar een Mac-computer overbrengen..................................... 161 Gebruikersinstellingen ............................................................................ 146 ISO aanpassen ......................................................................................................... 146 Programma's gebruiken op een pc ....................................................... 163 Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd ................................ 163 ISO-stap ......................................................................................................................... 146 Auto ISO bereik........................................................................................................... 146 Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt ....................... 163 Ruisonderdrukking ................................................................................................ Bracketing instellen ............................................................................................... DMF (Direct Manual Focus) ................................................................................ Kleurruimte............................................................................................................... Vervormingscorrectie ........................................................................................... Aanraakbediening ................................................................................................. iFn aanpassen .......................................................................................................... Gebruikersdisplay .................................................................................................. Toetsafbeelding ...................................................................................................... Rasterlijn .................................................................................................................... AF-lamp ..................................................................................................................... 146 147 147 148 149 149 149 149 150 151 151 i-Launcher gebruiken ........................................................................................... 163 Vereisten voor Windows OS ................................................................................... 163 Vereisten voor Mac OS ............................................................................................. 164 i-Launcher openen .................................................................................................... 164 Multimedia Viewer gebruiken............................................................................... 165 De firmware downloaden ....................................................................................... 166 Het programma PC Auto Backup downloaden .............................................. 166 Adobe Photoshop Lightroom installeren...................................................... 167 Adobe Photoshop Lightroom gebruiken ...................................................... 167 Instellingen................................................................................................. 152 11 Inhoudsopgave Hoofdstuk 7 Voordat u contact opneemt met een servicecenter .......................... 181 Bijlagen Cameraspecificaties .................................................................................. 184 Foutmeldingen .......................................................................................... 169 Woordenlijst ............................................................................................... 189 Onderhoud van de camera ..................................................................... 170 Reiniging van de camera ..................................................................................... 170 Optionele accessoires .............................................................................. 195 Index ............................................................................................................ 197 Cameralens en -scherm ........................................................................................... 170 Beeldsensor ................................................................................................................. 170 Camerabehuizing ...................................................................................................... 170 De camera gebruiken of opbergen ................................................................. 171 Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera ............................................................................................................................171 Gebruik op het strand of aan de waterkant ..................................................... 171 Camera voor langere tijd opbergen ................................................................... 171 Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen............................... 172 Overige aandachtspunten ..................................................................................... 172 Geheugenkaart ....................................................................................................... 173 Ondersteunde geheugenkaart ............................................................................. 173 Capaciteit van de geheugenkaart ....................................................................... 174 Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten .................................. 176 De batterij ................................................................................................................. 177 Batterijspecificaties ................................................................................................... 177 Werkduur van de batterij ........................................................................................ 178 Bericht Batterij bijna leeg ....................................................................................... 178 De batterij gebruiken ............................................................................................... 178 Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij....................................... 179 De batterij opladen ................................................................................................... 179 Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten ................ 180 Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften ..........................................................................................................180 12 Fotografie-concepten en conventies Houding Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden vastgehouden is noodzakelijk om goed foto's te kunnen maken. Zelfs als u de camera op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde lichaamshouding voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta rechtop en stil om een stevige ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met een lange sluitertijd fotografeert, houdt u uw adem in om te zorgen dat uw lichaam zo min mogelijk beweegt. Staand fotograferen Bepaal de compositie; sta rechtop met uw voeten op schouderlengte van elkaar en houd uw ellebogen naar beneden gericht. De camera vasthouden Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter wijsvinger op de ontspanknop. Houd uw linkerhand ter ondersteuning onder de lens. 13 Fotografie-concepten en conventies Geknield fotograferen Bepaal de compositie; kniel met een knie op de grond en houd uw rug recht. Het scherm gebruiken Als u foto's wilt maken met een hoge of lage hoek, kantelt u het scherm omhoog of omlaag. U kunt het scherm 90 graden omhoog kantelen ( ) of 45 graden omlaag kantelen ( ). • Sluit het scherm ( ) wanneer de camera niet wordt gebruikt. • Kantel het scherm niet verder dan de maximaal toegestane hoek. Als u hier niet op let, kan de camera beschadigd raken. 14 Fotografie-concepten en conventies Opname met lage hoek Een opname met lage hoek is een opname waarbij de camera zich lager dan ooghoogte bevindt en omhoog kijkt naar het onderwerp. Opname met hoge hoek Een opname met lage hoek is een opname waarbij de camera zich hoger dan ooghoogte bevindt en omlaag kijkt naar het onderwerp. 15 Fotografie-concepten en conventies Diafragma Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de camera binnenvalt. Dit is een van de drie factoren die de belichting bepalen. De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen die openen en sluiten om meer of minder licht door de opening (het diafragma) de camera te laten binnenvallen. De formaat van het diafragma hangt nauw met de helderheid van de foto samen: hoe groter het diafragma, des te helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, des te donkerder de foto. Diafragmagrootten De grootte van het diafragma wordt aangeduid met een waarde die bekend staat als een 'F-getal'. Het f-getal staat voor de brandpuntsafstand gedeeld door de diameter van de lens. Als bijvoorbeeld een lens met een brandpuntsafstand van 50 mm een diafragma-aanduiding van F2 heeft, is de diameter van het diafragma 25 mm (50 mm/25 mm=F2). Hoe kleiner het f-getal, des te groter het diafragma. De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingwaarde (EV, Exposure Value). Het verdubbelen van de belichtingswaarde (+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht verdubbelt. En met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de hoeveelheid binnenvallend licht gehalveerd. U kunt tevens de belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid licht nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2, 1/3 EV, enzovoort. +1 EV Minimaal diafragma Gemiddeld diafragma -1 EV Maximaal diafragma F1.4 F2 F2.8 F4 F5.6 F8 Stappen van de belichtingswaarde Donkere foto (diafragma een klein beetje open) Heldere foto (diafragma wijd open) 16 Fotografie-concepten en conventies Diafragma en scherptediepte U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met behulp van het diafragma. Het diafragma hangt nauw samen met de scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is). De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen samen en regelen de hoeveelheid licht die er door het midden van het diafragma valt. Het aantal bladen is tevens van invloed op de vorm van licht in nachtelijke opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen heeft, wordt het licht in een zelfde aantal delen verdeeld. Is het aantal bladen oneven, dan is het aantal lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen. Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een diafragma met 7 bladen verdeelt het licht in 14 delen. Foto met een grote scherptediepte Foto met een kleine scherptediepte 7 bladen 8 bladen 17 Fotografie-concepten en conventies Hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht binnenvalt. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht binnenvalt. Sluitertijd De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid van de sluitertijd wordt wel de 'belichtingswaarde' (EV, exposure value) genoemd.Deze wordt geregeld in intervallen van 1 s, 1/2 s, 1/4 s, 1/8 s, 1/15s, 1/1000 s, 1/2000 s, enzovoort. Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange sluitertijd meer licht binnen, waardoor de foto helderder wordt. En met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen. +1 EV Belichting -1 EV 0,8 s 1s 1/2 s 1/4 s 1/8 s 1/15 s 0,004 s 1/30 s Sluitertijd 18 Fotografie-concepten en conventies ISO-waarde De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de camera. Deze gevoeligheid wordt gebaseerd op internationale normen uit het tijdperk van analoge film, de ISO-waarden. Bij digitale camera's wordt deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de digitale sensor die het beeld opvangt. Als de ISO-waarde verdubbelt, wordt de camera dubbel zo gevoelig voor licht. Met een waarde van ISO 200 kunnen er bijvoorbeeld twee keer zo snel foto's worden gemaakt als met ISO 100. Hogere ISO-waarden kunnen echter tot 'ruis' leiden, kleine deeltjes in een foto die de opname een korrelig aanzien geven. In de regel is het het beste om een lage ISO-waarde te gebruiken, tenzij u in een donkere omgeving of 's nachts fotografeert. Aangezien een lage ISO-waarde betekent dat de camera minder gevoelig voor licht is, hebt u meer licht nodig om een optimale belichting te bereiken. Open daarom bij een lage ISO-waarde het diafragma verder of gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht de camera binnenvalt. Als er op een zonnige dag bijvoorbeeld voldoende licht is, hoeft bij een lage ISO-waarde geen lange sluitertijd worden gebruikt. Op donkere plaatsen of 's nachts zal een lage ISO-waarde echter resulteren in een onscherpe foto. U kunt daarom het beste de ISO-waarde flink verhogen. Foto gemaakt met een statief en een hoge ISO-waarde Onscherpe foto met een lage ISO-waarde Veranderingen in de kwaliteit en helderheid door de ISO-waarde 19 Fotografie-concepten en conventies Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de belichting beïnvloeden Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotografie nauw met elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van de lensopening waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISO-waarde bepaalt de snelheid waarmee de film op licht reageert. Samen bepalen deze drie elementen de belichting van een foto. Een aanpassing van de sluitertijd, het diafragma of de ISO-waarde kan met een aanpassing van een van de andere twee elementen worden gecompenseerd, zodat de belichting gelijk blijft. De resultaten in het beeld verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De sluitertijd is bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld wordt geregeld, het diafragma regelt de scherptediepte en met de ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto worden veranderd. Instellingen Resultaat Instellingen Sluitertijd Resultaat Hoge snelheid = minder licht Lage snelheid = meer licht Kort = stil Lang = vaag ISO-waarde Hoge ISO-waarde = gevoeliger voor licht Lage ISO-waarde = minder gevoelig voor licht Hoog = korreliger Laag = minder korrelig Diafragmawaarde Wijd diafragma = meer licht Nauw diafragma = minder licht Wijd = kleine scherptediepte Smal = grote scherptediepte 20 Fotografie-concepten en conventies Samenhang tussen brandpuntsafstand, beeldhoek en perspectief Lange brandpuntsafstand De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand tussen het midden van de lens en het brandpunt. Dit is van invloed op de beeldhoek en het perspectief van de opname. Een korte brandpuntsafstand vertaalt zich in een grote hoek, waarmee groothoekopnamen van een breed gebied worden gemaakt. Een lange brandpuntsafstand vertaalt zich in een kleine hoek, waarmee teleopnamen van een klein gebied worden gemaakt. telefotolens telefoto-opname nauwe beeldhoek Korte brandpuntsafstand Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's. groothoeklens groothoekopname grote hoek 18 mm hoek 55 mm hoek 200 mm hoek Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor landschapsfoto's en wordt een lens met een nauwe hoek aanbevolen voor sportevenementen en portretten. 21 Fotografie-concepten en conventies Wat bepaalt de vervagingseffecten? Scherptediepte Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de achtergrond onscherp is, zodat het onderwerp goed naar voren komt. Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of scherp zijn. Dit wordt de scherptediepte genoemd (Engels: DOF, ‘depth of field’). De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld is. Een kleine scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en een grote scherptediepte op een groot gebied dat scherp in beeld is. Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde Hoe wijder het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), des te kleiner de scherptediepte. Sluitertijd en ISO-waarde hebben geen invloed op de scherptediepte; alleen de formaat van het diafragma heeft dat. Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk naar voren springt en de rest onscherp is, kan worden gemaakt met een telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen. Een foto met een grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp in beeld zijn, kan worden gemaakt met een groothoeklens of door een hoge diafragmawaarde in te stellen. 55 mm F5.7 Kleine scherptediepte 55 mm F22 Grote scherptediepte 22 Fotografie-concepten en conventies Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner de scherptediepte. Een telelens met een langere brandpuntsafstand is beter om een foto met een kleine scherptediepte te maken dan een groothoeklens met een kortere brandpuntsafstand. Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen onderwerp en camera Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, des te kleiner de scherptediepte. Hierdoor kan een foto die van dichtbij wordt gemaakt een kleine scherptediepte opleveren. Een foto genomen met een 100 mm telelens Een foto gemaakt met een 18-mm groothoeklens Een foto genomen met een 100 mm telelens Een foto die dichtbij het onderwerp is genomen 23 Fotografie-concepten en conventies Optisch voorbeeld U kunt op de knop Aangepast drukken om een optisch voorbeeld weer te geven voor dat u een foto maakt. Het diafragma wordt op de ingestelde waarde gezet en de resultaten worden op het scherm weergegeven. Stel de knop Aangepast in op Optisch voorb.. (pag. 150) Compositie Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te leggen. Maar hoe mooi iets ook is, met een slechte compositie kan de foto toch lelijk worden. Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te geven. Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. De regel van derden De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van drie keer drie gelijke rechthoeken. Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan te raden om het op een van de hoeken van de centrale rechthoek te plaatsen. 24 Fotografie-concepten en conventies Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante composities die in balans zijn. Hier ziet u een paar voorbeelden. Foto's met twee onderwerpen Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het effect dat de foto uit balans is. U kunt de foto in balans brengen door een tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te plaatsen, om zo het gewicht van het beeld te verdelen. Onderwerp 2 Onderwerp 1 Instabiel Onderwerp 2 Onderwerp 1 Stabiel Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit balans. Geef de foto meer gewicht door de horizon omhoog of omlaag te brengen. Onderwerp 1 Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 2 Instabiel Stabiel 25 Fotografie-concepten en conventies Richtgetal van flitser Flitser Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. Het is echter niet eenvoudig om altijd en overal voldoende licht te hebben. Met een flitser kunt u de lichtinstellingen optimaliseren en diverse effecten bereiken. Een flitser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin weinig licht aanwezig is. Het is ook handig in situaties waarin juist erg veel licht aanwezig is. U kunt een flitser bijvoorbeeld gebruiken om de belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om bij tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te leggen. Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser en de maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die 'richtgetal' wordt genoemd. Hoe hoger het richtgetal is, des te groter de lichtopbrengst van de flitser is. Het richtgetal wordt verkregen door de afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100. Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp X diafragmawaarde Diafragmawaarde = richtgetal / afstand van flitser tot onderwerp Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal / diafragmawaarde Als u het richtgetal van een flitser kent, kunt u daarom de optimale afstand van de flitser tot het onderwerp schatten wanneer u de flitser handmatig instelt. Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal 20 heeft en de afstand tot het onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0. Vóór correctie Na correctie 26 Fotografie-concepten en conventies Bounce-fotografie Bounce-fotografie is een methode van fotograferen waarbij het licht naar het plafond of de muren wordt geleid, zodat het licht gelijkmatig wordt verspreid over het onderwerp. Foto's die met een flitser zijn genomen kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in foto's die met bounce-fotografie zijn gemaakt, werpen geen schaduwen en zien er vloeiend uit door het gelijkmatig verspreide licht. 27 Hoofdstuk 1 Mijn camera Meer informatie over de onderdelen van uw camera, pictogrammen op het scherm, lens, optionele accessoires, en algemene functies. Mijn camera Aan de slag Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Camera (inclusief bodydop en hot-shoe-bescherming) AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Externe flitser Software-CD-ROM (met gebruiksaanwijzing) DVD-ROM met Adobe Photoshop Lightroom Snelstartgids Polslus • De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. • U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van niet goedgekeurde accessoires ontstaat. Zie pagina 195 voor informatie over accessoires. 29 Mijn camera Onderdelen en functies 1 2 3 4 5 6 16 15 7 14 Nr. Naam Nr. Naam 4 Microfoon 5 Hot-shoe-bescherming 1 Modusdraaiknop • t: Smart Auto-modus (pag. 53) • P: Programmamodus (pag. 55) • A: Diafragmaprioriteitmodus (pag. 57) • S: Sluitervoorkeuzemodus (pag. 58) • M: Handmatige modus (pag. 59) • i: Lensprioriteitsmodus (pag. 60) • s: Smart-modus (pag. 64) • B: Wi-Fi (pag. 122) 6 Hot-shoe 7 Oogje voor de polslus van de camera 8 Beeldsensor 4 7 8 13 9 10 12 Instelwieltje • Op het menuscherm: naar het gewenste menu-item gaan. 11 • In het Smart-paneel: een geselecteerd optie aanpassen. • In de opnamemodus: de sluitertijd 2 3 of diafragmawaarde aanpassen in bepaalde opnamemodi of het formaat van een scherpstelgebied wijzigen. • In de afspeelmodus: miniaturen weergeven, een foto vergroten of verkleinen, of een map met serie- of burstopnamen openen of sluiten in de afspeelmodus. Interne antenne/NFC-code 9 * Vermijd contact met de interne antenne wanneer u het draadloze netwerk gebruikt. 10 Luidspreker 11 Lensontgrendelknop 12 Lensvatting 13 Lensvattingmarkering 14 AF-hulplampje/Timerlampje 15 Aan/uit-schakelaar 16 Ontspanknop DIRECT LINK-knop: een vooringestelde Wi-Fi-functie starten. (pag. 32) 30 Mijn camera > Onderdelen en functies Nr. 1 Naam Video-opnameknop 9 5 8 2 Houd de knop ingedrukt en draai aan het instelwieltje om de belichtingswaarde aan te passen. In de modus M wordt de diafragmawaarde aangepast. 6 7 4 opties opslaan. • In de opnamemodus: handmatig 8 een scherpstelgebied selecteren in bepaalde opnamemodi. Navigatieknop • In de opnamemodus - D: camera-instellingen weergeven en opties wijzigen. 5 - I: een ISO-waarde selecteren. - C: een snelheidsoptie selecteren. - F: een AF-modus selecteren. Weergaveknop De afspeelmodus openen. Statuslampje Het Smart-panel openen en bepaalde instellingen preciezer afstellen. o-knop • Op het menuscherm: de geselecteerde 7 6 functie uitvoeren. (pag. 150) • In de afspeelmodus: bestanden verwijderen. Fn-knop 3 Naam Knop Verwijderen/Aangepast • In de opnamemodus: de toegewezen Een video opnemen. EV-aanpassingsknop (pag. 102) 1 2 3 4 Nr. 9 De status van de camera aangeven. • Knippert: wanneer een foto wordt opgeslagen, een video wordt opgenomen, gegevens naar een computer worden verzonden, verbinding met een WLAN wordt gemaakt of een foto wordt verzonden. • Continu aan: wanneer er geen gegevensoverdracht plaatsvindt of de overdracht van gegevens naar een computer is voltooid, als de batterij wordt opgeladen. MENU-knop Opties of menu's openen. • In andere situaties respectievelijk omhoog, omlaag, naar links en naar rechts gaan. 31 Mijn camera > Onderdelen en functies Nr. Naam USB-poort en aansluiting draadontspanner 1 2 5 4 3 1 De camera aansluiten op een computer of ontspanknop. U kunt een draadontspanner en een statief gebruiken om ervoor te zorg dat de camera zo min mogelijk beweegt. 2 HDMI-aansluiting 3 4 Batterij-/geheugenkaartklepje Een geheugenkaart en batterij plaatsen. Scherm • Als u foto's wilt maken met een hoge of lage hoek, kantelt u het scherm omhoog of omlaag. (pag. 14) • Raak het scherm aan om een menu of optie te selecteren. (pag. 36) 5 Statiefbevestigingspunt De knop DIRECT LINK gebruiken U kunt de Wi-Fi-functie eenvoudig inschakelen met de knop [DIRECT LINK]. Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te keren naar de vorige modus. De knop DIRECT LINK instellen U kunt instellen dat een Wi-Fi-functie wordt gestart wanneer u op de knop [DIRECT LINK] drukt. (pag. 150) Een DIRECT LINK-optie instellen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 5 ĺ Toetsafbeelding ĺDIRECT LINK ĺ een optie. 32 Mijn camera De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Schuif de vergrendeling omhoog om de batterij los te maken. Batterijvergrendeling Oplaadbare batterij Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht. Geheugenkaart Geheugenkaart Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven. De geheugenkaartadapter gebruiken Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen. Oplaadbare batterij Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij als het statuslampje knippert. Hierdoor zouden de gegevens op de kaart en de camera kunnen beschadigen. 33 Mijn camera De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de netspanningsadapter. Stel de aan/uit-schakelaar in op ON. • Als u de camera wilt uitschakelen, stelt u de aan/uit-schakelaar in op OFF. • Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 35) Status lamp • Rode lampje brandt: opladen • Rode lampje uit: volledig opgeladen • Rode lampje knippert: fout opgetreden • Gebruik alleen de netspanningsadapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere netspanningsadapter gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt. • U kunt de batterij alleen opladen met de USB-kabel als de camera is uitgeschakeld. 34 Mijn camera De eerste instellingen opgeven Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door het aan te raken op het scherm. 1 2 Druk op [I] om Tijdzone te selecteren en druk op [F] of [o]. Druk op [D/I] om een tijdzone te selecteren en druk op [o]. 4 Druk op [C/F] om een optie te selecteren (Jaar/Maand/ Dag/Uur/Min./Zomertijd). 5 Druk op [D/I] om een optie te selecteren en druk op [o]. 6 Druk op [I] om Datumtype te selecteren en druk op [F] of [o]. 7 Druk op [D/I] om een datumtype te selecteren en druk op [o]. 8 Druk op [I] om Type tijd te selecteren en druk op [F] of [o]. 9 Druk op [D/I] om een type tijd te selecteren en druk op [o]. Tijdzone [GMT +00:00] Londen [GMT -01:00] Kaap-verdië [GMT -02:00] Atlantische oceaan [GMT -03:00] Buenos Aires, Sao Paulo [GMT -03:30] Newfoundland Vorige 3 Instellen Druk op [I] om Datum/tijd te selecteren en druk op [F] of [o]. 10 Druk op [m] om de eerste installatie te voltooien. Datum/tijd Jaar Maand Dag Uur Min. Vorige Zomertijd Instellen • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. 35 Mijn camera Functies (opties) selecteren Selecteren met knoppen Selecteren met aanraken Draai het instelwieltje of druk op [D/I/C/F] om te verplaatsen en druk op [o] om een optie te selecteren. Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals pennen of potloden om het scherm te bedienen. U kunt hiermee het scherm beschadigen. Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. MobileLink Remote Automatische E-mail Viewfinder back-up SNS en cloud AllShare Play Slepen: blijf een gedeelte op het scherm aanraken en sleep uw vinger over het scherm. AutoShare Fotoformaat Kwaliteit ISO Witbalans Vorige Select. 36 Mijn camera > Functies (opties) selecteren Vegen: veeg uw vinger voorzichtig over het scherm. m gebruiken Druk op [m] of raak opnameopties of instellingen. aan op het scherm en wijzig de Bijvoorbeeld het fotoformaat in de P-modus instellen • Het aanraakscherm herkent uw invoer mogelijk niet als u meerdere items tegelijk aanraakt. • Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm veegt, kan er kleurverandering optreden. Dit wijst niet op een defect, maar is een kenmerk van het aanraakscherm. Duw of veeg niet te hard op het scherm om de verkleuringen te minimaliseren. • Het aanraakscherm werkt mogelijk niet correct als u de camera gebruikt in omstandigheden met zeer hoge luchtvochtigheid. • Het scherm werkt mogelijk niet correct als u een beschermingsfolie of andere accessoires aanbrengt op het scherm. • Afhankelijk van de kijkhoek, kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren. 1 Draai de modusdraaiknop naar P. 2 Druk op [m] of raak 3 Druk op [C] ĺ [D/I] om naar 1 te gaan en druk op [o]. aan. • U kunt ook 1 aanraken op het scherm. 4 Draai het instelwieltje of druk op [D/I] om naar Fotoformaat te gaan en druk op [o]. • U kunt ook de lijst met opties slepen en een optie aanraken. AutoShare Fotoformaat Kwaliteit ISO Witbalans Vorige Select. 37 Mijn camera > 5 Functies (opties) selecteren Draai het instelwieltje of druk op [D/I] om naar een optie te gaan en druk op [o]. Het smartpaneel gebruiken • U kunt ook de lijst met opties slepen en een optie aanraken. Druk op [f] of raak aan op het scherm om bepaalde functies te openen zoals Belichting, ISO en Witbalans. • Druk op [m] of raak Terug aan om terug te gaan naar het vorige menu. AutoShare 5472x3648 (3:2) Fotoformaat 3888x2592 (3:2) Kwaliteit 2976x1984 (3:2) ISO 1728x1152 (3:2) Witbalans 5472x3080 (16:9) Vorige 6 Pas bijvoorbeeld de belichtingswaarde aan in de P-modus 1 Draai de modusdraaiknop naar P. 2 Druk op [f] of raak aan. Instellen Druk op [m] of raak Terug aan om over te schakelen naar de opnamemodus. 38 Mijn camera > 3 Functies (opties) selecteren Druk op [D/I/C/F] om naar EV te gaan en druk op [o]. • U kunt rechtstreeks een optie selecteren door het instelwieltje te draaien zonder op [o] te drukken. 4 Draai het instelwieltje of druk op [C/F] om de belichtingswaarde aan te passen en druk op [o]. • U kunt ook de knop op het scherm slepen en Instellen selecteren om de optie aan te passen. • U kunt ook een optie selecteren door deze aan te raken. EV : 0,0 EV : 0,0 U kunt bepaalde opties aanpassen door ze te slepen. Vorige Vorige Instellen Pas aan 39 Mijn camera Pictogrammen op het scherm In de opnamemodus Pictogram Foto's maken 1 London 2 Beschrijving Pictogram Autofocuskader AF-modus (pag. 80) Spotmetingsgebied Scherpstelgebied Bewegingsonscherpte Gezichtsdetectie Schaal voor handmatig scherpstellen Witbalans (pag. 76) Peilmeter (pag. 41) Optische beeldstabilisatie (OIS) (pag. 89) Fijnafstelling witbalans Histogram (pag. 150) Z aan Scherpstellen 3 Pictogram Belichtingsaanpassingswaarde Opnamemodus ISO-gevoeligheid (pag. 75) Huidige tijd GPS actief* London Locatie-informatie* Geheugenkaart niet geplaatst** Automatische belichtingsvergrendeling (pag. 103) * Deze pictogrammen worden weergegeven wanneer u een optionele GPS-module aansluit. ** Foto's die zijn gemaakt zonder een geheugenkaart te plaatsen, kunnen niet worden afgedrukt of overgebracht naar een geheugenkaart of een computer. 2. Opname-instellingen Pictogram Beschrijving Fotoformaat Resterend aantal foto's Transportmodus • • Flitser (pag. 94) : volledig opgeladen : gedeeltelijk opgeladen • (Rood): leeg (de batterij opladen) RAW-bestand Diafragmawaarde Beschrijving Huidige datum Z -verhouding Sluitertijd 1. Opnamegegevens Beschrijving Flitserintensiteit aanpassen Meten (pag. 97) Dynamisch bereik (pag. 100) 3. Opname-opties (aanraakscherm) Pictogram Beschrijving Smart-modus wijzigen*** AutoShare Aanraak AF-opties Opname-instellingen Smartpaneel *** Dit pictogram wordt alleen weergegeven wanneer u de Smart-modus selecteert. Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. 40 Mijn camera > Pictogrammen op het scherm 2. Opname-instellingen Video's opnemen 1 Pictogram Beschrijving Videoformaat AF-modus (pag. 80) 2 Meten (pag. 97) Witbalans (pag. 76) Over de peilmeter Met de peilmeter kunt u de camera uitlijnen met de horizontale en verticale lijnen op het scherm. Als de niveaumeter niet waterpas is, kunt u deze kalibreren met de functie Horizontale kalibratie. (pag. 152) Verticaal Optische beeldstabilisatie (OIS) (pag. 89) Fijnafstelling witbalans 1. Opnamegegevens Pictogram In-/uitfaden (pag. 105) Beschrijving Multi Motion (pag. 105) Opnamemodus Spraakopname uit (pag. 106) Horizontaal Huidige opnametijd/Beschikbare opnametijd • • : volledig opgeladen : gedeeltelijk opgeladen • (Rood): leeg (de batterij opladen) ▲ Waterpas Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. ▲ Niet waterpas U kunt de niveaumeter niet gebruiken wanneer u opneemt in de staande stand. Sluitertijd Diafragmawaarde Belichtingswaarde (over-/onderbelicht) ISO-waarde (pag. 75) 41 Mijn camera > Pictogrammen op het scherm In de afspeelmodus Foto's weergeven 1 Video's afspelen London Mode F No Shutter ISO Metering Flash Focal Length White Balance EV Photo Size Date 2 Informatie 3 London Stop Pictogram Beschrijving Bestand vastgelegd met continue opnamefunctie Huidig bestand/totaalaantal bestanden Nr. 1 2 Mapnummer - Bestandsnummer Bestand met locatiegegevens London Locatie-informatie RAW-bestand 3 Beschrijving Pictogram Genomen foto RGB-histogram (pag. 150) Multi Motion Opnamemodus, L.meting, Flitser, Witbalans, Diafragmawaarde, Sluitertijd, ISO, Brandpuntafstand, Belichtingswaarde (over-/onderbelicht), Fotoformaat, Datum, Locatiegegevens Huidig afspeeltijdstip Lengte van de video / Vorige bestand weergeven/ achteruit scannen. (Elke keer dat u het pictogram voor achteruit scannen aanraakt, wijzigt u als volgt de scansnelheid: 2X, 4X, 8X.) / Afspelen onderbreken of hervatten. / Volgende bestand weergeven/ vooruit scannen. (Elke keer dat u het pictogram voor vooruit scannen aanraakt, wijzigt u als volgt de scansnelheid: 2X, 4X, 8X.) 3D-bestand m Menu Afspelen/Bewerken (aanraakscherm) Foto's bewerken (aanraakscherm) Een video bijsnijden (aanraakscherm) Miniaturen weergeven (aanraakscherm) Beschrijving Afspeelsnelheid Beveiligd bestand Afdrukinformatie aan bestand toegevoegd (pag. 114) Vastleggen Het volume aanpassen of het geluid dempen. 42 Mijn camera > Pictogrammen op het scherm Instellen welke informatie wordt weergegeven Druk meerdere keren op [D] om het type weergave te wijzigen. Modus Type weergave • Algemene opnamegegevens (Opnamemodus, Sluitertijd, Opname Afspelen Diafragmawaarde, Belichtingswaarde, ISO-waarde, enzovoort) • Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties (MENU, Fn, AutoShare, Aanraak AF) + Peilmeter • Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties + gegevens over huidige opnameopties (Fotoformaat, Transportmodus, Flitser, Lichtmeting, AF-modus, enzovoort) • Algemene opnamegegevens + knoppen voor opnameopties + gegevens over huidige opnameopties + histogram + datum en tijd • Algemene informatie • Alle informatie over het huidige bestand weergeven. • Alle informatie over het huidige bestand weergeven, inclusief het RGB-histogram. 43 Mijn camera Lenzen U kunt optionele lenzen aanschaffen die exclusief voor de NX-camera zijn gemaakt. Hier leest u over de functies en voorzieningen van de lenzen, zodat u er een kunt aanschaffen die aan uw wensen voldoet. Lensindeling SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III-lens (voorbeeld) 8 1 2 Nr. Beschrijving 1 2 Lensvattingmarkering 3 Scherpstelring (pag. 88) 4 Markering zonnekapbevestiging 5 Lens 6 i-Function-knop (pag. 60) 7 AF/MF-schakelaar (pag. 80) 8 Lenscontactpunten Zoomring Wanneer de lens niet in gebruik is, moeten de lensdop en vattingdop erop bevestigd zijn om de lens tegen stof en krassen te beschermen. 3 4 5 6 7 44 Mijn camera > Lenzen SAMSUNG 20-50 mm F3.5-5.6 ED II-lens (voorbeeld) De lens vergrendelen of ontgrendelen 7 1 U vergrendelt de lens door de zoomvergrendelingsknop in te drukken en van de camerabehuizing af te schuiven en de zoomring te draaien zoals wordt aangegeven in de afbeelding. 2 6 3 5 4 Nr. Beschrijving 1 2 Lensvattingmarkering 3 Lens 4 Scherpstelring (pag. 88) 5 i-Function-knop (pag. 60) 6 Zoomring 7 Lenscontactpunten Zoomvergrendelingsknop 45 Mijn camera > Lenzen U ontgrendelt de lens door de zoomring te draaien zoals aangeduid in de afbeelding totdat u een klik hoort. SAMSUNG 16 mm F2.4-lens (voorbeeld) 5 1 2 3 4 U kunt geen foto maken wanneer de lens is vergrendeld. Nr. Beschrijving 1 2 3 i-Function-knop (pag. 60) 4 Lens 5 Lenscontactpunten Lensvattingmarkering Scherpstelring (pag. 88) 46 Mijn camera > Lenzen Markeringen op de lens Nr. Hier leest u wat de nummers op de lens inhouden. 1 Beschrijving Diafragmawaarde SAMSUNG 18-200 mm F3.5-6.3 ED OIS-lens (voorbeeld) De ondersteunde maximale diafragmawaarden. 1:3.5–6.3 betekent bijvoorbeeld een maximale diafragmawaarde van 3,5 tot 6,3. Brandpuntsafstand 2 De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeter). Dit getal wordt aangeduid in een bereik: minimale brandpuntsafstand tot maximale brandpuntsafstand van de lens. Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. ED 3 1 2 3 4 5 ED staat voor Extra-low Dispersion (extra lage brekingsindex). Glas met een extra lage brekingsindex is effectief tegen chromatische abberatie (kleurschifting). Dit is een vervorming die optreedt wanneer de lens niet alle kleuren in hetzelfde convergentiepunt kan laten samenkomen. OIS (pag. 89) 4 Optische beeldstabilisatie (Optical Image Stabilization). Lenzen met deze voorziening kunnen het trillen van de camera detecteren en deze beweging in de camera opheffen. Ø 5 De lensdiameter. Wanneer u een filter voor de lens wilt plaatsen, moet deze dezelfde diameter als de lens hebben. 47 Mijn camera Accessoires U kunt accessoires gebruiken zoals de externe flitser en GPS-module waarmee u beter en eenvoudiger foto's kunt maken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van een accessoire voor meer informatie over optionele accessoires. Onderdelen van externe flitser SEF8A (voorbeeld) 1 • De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. • U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van derden ontstaat. 2 3 Nr. Beschrijving 1 Bulb 2 Vastzetring voor hot shoe 3 Hot shoe-aansluiting 48 Mijn camera > Accessoires De externe flitser aansluiten 1 Verwijder de klep van de hot shoe van de camera. 2 Sluit de flitser aan door deze in de hot shoe te schuiven. 3 Vergrendel de flitser door de hot-shoe-vastzetring rechtsom te draaien. 4 Klap de flitser omhoog voor gebruik. 49 Mijn camera > Accessoires • U kunt een foto maken met een flitser die niet volledig is opgeladen, maar • • • • • het wordt aanbevolen een volledig opgeladen flitser te gebruiken. Ga naar de pagina met optionele accessoires voor informatie over de beschikbare externe flitsers. (pag. 195) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen. Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. SEF8A is mogelijk niet compatibel met andere camera's uit de NX-serie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de flitser voor meer informatie over optionele flitsers. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele flitsers kan de camera beschadigen. SEF220A (voorbeeld) (optioneel) 7 8 1 2 3 6 5 4 Nr. Beschrijving 1 Pictogrammen op het scherm 2 READY-lampje/testknop 3 MODE-knop 4 Flitserontspanknop 5 Aan/uit-knop 6 Batterijklepje 7 Lamp 8 Modusschakelknop voor telelens/groothoeklens (TELE/WIDE) 9 Hot shoe-aansluiting 9 50 Mijn camera > Accessoires Indeling van GPS-module (optioneel) 1 De GPS-module aansluiten 1 Verwijder de klep van de hot shoe van de camera. 2 Bevestig de GPS-module door deze in de hot shoe te schuiven. 2 3 4 5 Nr. Beschrijving 1 Statuslampje 2 Aan/uit-knop 3 Vastzetring voor hot shoe 4 Hot shoe-aansluiting 5 Batterijklepje 51 Mijn camera > Accessoires 3 Vergrendel de GPS-module door de snelvastzetring te draaien in de richting van LOCK. 4 Druk op de Aan-knop van de GPS-module. 52 Mijn camera Opnamemodi Twee eenvoudige opnamemodi—Smart Auto en Smart, maken het u gemakkelijk met tal van automatische instellingen. Andere modi bieden weer de mogelijkheid om allerlei instellingen naar behoefte aan te passen. Pictogram t Smart Auto-modus In de Smart Auto-modus detecteert de camera de omgevingsomstandigheden en regelt het toestel zelf de instellingen voor de belichting, zoals sluitertijd, diafragma, lichtmeting, witbalans en belichtingscompensatie. Doordat de camera de meeste functies zelf regelt, zijn bepaalde opnameopties beperkt. Deze modus is handig voor snelle kiekjes zonder dat u daarbij allerlei dingen hoeft in te stellen. Beschrijving t Smart Auto-modus (pag. 53) P Programmamodus (pag. 55) A Diafragmaprioriteitmodus (pag. 57) S Sluitervoorkeuzemodus (pag. 58) M Handmatige modus (pag. 59) i Lensprioriteitsmodus (pag. 60) s Smart-modus (pag. 64) B Wi-Fi-functies(pag. 122) 53 Mijn camera > Opnamemodi 1 Draai de modusdraaiknop naar t. 2 Plaats het onderwerp in het kader. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Pictogram Beschrijving Portretten tijdens de nacht Landschappen met tegenlicht Portretten met tegenlicht Portretten • De camera selecteert een scène. Het bijbehorende scènepictogram Close-upfoto's van onderwerpen wordt op het scherm weergegeven. Close-upfoto's van tekst Zonsondergangen Binnen, donker Gedeeltelijk verlicht Close-up met spotlight Portretten met spotlight Blauwe luchten Beboste gebieden bestaan meestal uit onderwerpen met groene kleuren Herkenbare scènes Pictogram Close-ups van kleurrijke onderwerpen Landschappen De camera is gestabiliseerd op een statief en het onderwerp beweegt niet gedurende een bepaalde tijd. (wanneer u opnamen in het donker maakt) Scènes met helderwitte achtergronden Actief bewegende onderwerpen Landschappen tijdens de nacht Vuurwerk (wanneer u een statief gebruikt) Beschrijving 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 54 Mijn camera > Opnamemodi • De camera kan ook bij hetzelfde onderwerp verschillende scènes detecteren, • • • • onder invloed van externe factoren zoals lichtval, afstand tot het onderwerp en bewegingsonscherpte door het trillen van de camera. Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt. Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus ( ) niet detecteert als het onderwerp beweegt. De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om de juiste scène te selecteren. P Programmamodus De camera regelt de sluitertijd en het diafragma automatisch voor een optimale belichting. Deze modus is handig als u opnamen met een constante belichting wilt maken, maar wel andere instellingen wilt kunnen aanpassen. 1 Draai de modusdraaiknop naar P. 2 Stel de gewenste opties in. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. 55 Mijn camera > Opnamemodi Programmaverschuiving Met de functie Programmaverschuiving kunt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde aanpassen terwijl de belichting van de camera constant blijft. Als u het instelwieltje naar links draait, wordt de sluitertijd korter en de diafragmawaarde groter. Als u het instelwieltje naar rechts draait, wordt de sluitertijd langer en de diafragmawaarde kleiner. Minimale sluitertijd Instellen dat de sluitertijd niet korter is dan de geselecteerde sluitertijd. Als er echter geen optimale belichtingswaarde kan worden behaald omdat voor de ISO-waarde de maximale ISO-waarde is bereikt die is ingesteld met Auto ISO bereik, kan de sluitertijd korter zijn dan de geselecteerde minimale sluitertijd. De minimale sluitertijd instellen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Minimale sluitertijd ĺ een optie. • Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de ISO-waarde is ingesteld op Auto. • Deze functie is alleen beschikbaar in de Programma- of Diafragmaprioriteitmodus. 56 Mijn camera > Opnamemodi A Diafragmaprioriteitmodus 1 Draai de modusdraaiknop naar A. In de Diafragmaprioriteitmodus berekent de camera automatisch de sluitertijd die bij het gekozen diafragma past. 2 Draai aan het instelwieltje om de diafragmawaarde aan te passen. • U kunt de diafragmawaarde ook aanpassen door op [f] te U kunt de scherptediepte regelen door de diafragmawaarde te veranderen. Deze modus is handig voor het maken van portretten en foto's van bloemen en landschappen. drukken, naar de diafragmawaarde te gaan en vervolgens het instelwieltje te draaien of het scherm te slepen. 3 Stel de gewenste opties in. 4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. • In omstandigheden met weinig omgevingslicht, moet u wellicht de ISOwaarde verhogen om onscherpe foto's te voorkomen. • Als u de minimale sluitertijd wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Minimale sluitertijd ĺ een optie. Grote scherptediepte Kleine scherptediepte 57 Mijn camera > Opnamemodi S Sluitertijdvoorkeuzemodus 1 Draai de modusdraaiknop naar S. In de Sluitertijdvoorkeuzemodus berekent de camera automatisch het diafragma dat bij de gekozen sluitertijd past. Deze modus is handig voor foto's van snelbewegende objecten of om bewegingssporen vast te leggen. 2 Draai aan het instelwieltje om de sluitertijd te kiezen. Als u het onderwerp wilt bevriezen, stelt u bijvoorbeeld een sluitertijd van 1/500 sec in. Wilt u het onderwerp vervagen, dan stelt u een sluitertijd van 1/30 sec in. • U kunt de sluitertijd ook aanpassen door op [f] te drukken, naar de sluitertijd te gaan en vervolgens het instelwieltje te draaien of het scherm te slepen. 3 Stel de gewenste opties in. 4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. Als u de verminderde hoeveelheid licht die bij korte sluitertijden op de beeldsensor valt wilt compenseren, opent u het diafragma verder om meer licht binnen te laten. Zijn uw foto's nog steeds te donker, dan verhoogt u de ISO-waarde. Lange sluitertijd Korte sluitertijd 58 Mijn camera > Opnamemodi M Handmatige modus In de handmatige modus kunt u zowel diafragma als sluitertijd handmatig instellen. Hiermee hebt u volledig controle over de belichting van uw foto's. Deze modus is handig in gecontroleerde opnamesituaties, zoals een studio, of wanneer het noodzakelijk is om de belichting preciezer af te stellen. De Handmatige modus is tevens aanbevolen voor nachtopnamen of opnamen van vuurwerk. 1 Draai de modusdraaiknop naar M. 2 Draai aan het instelwieltje om de sluitertijd te kiezen. 3 Houd [W] ingedrukt en draai het instelwieltje om de diafragmawaarde aan te passen. Afstemmingsmodus Wanneer u de diafragmawaarde of de sluitertijd aanpast, wordt de belichting volgens de instellingen aangepast, zodat het scherm donker kan worden. Als deze functie is ingeschakeld, is de helderheid van het scherm constant ongeacht de instellingen, zodat u het beeld goed kunt kadreren. Als u de Afst. modus wilt gebruiken: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Afst. modus ĺ een optie. • U kunt de sluitertijd of diafragmawaarde ook aanpassen door op [f] te drukken, naar de sluitertijd of diafragmawaarde te gaan en vervolgens het instelwieltje te draaien of het scherm te slepen. 4 Stel de gewenste opties in. 5 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. 59 Mijn camera > Opnamemodi i Lensprioriteitsmodus De Bulb gebruiken Met de Bulb kunt u nachtopnamen of opnamen van een sterrenhemel maken. Terwijl u op [Ontspanknop] drukt, blijft de sluiter geopend zodat u speciale effecten met bewegend licht kunt maken. Als u de Bulb-stand wilt gebruiken: Draai het instelwieltje volledig naar links naar Bulb ĺ Blijf de [Ontspanknop] aanraken gedurende de gewenste tijd. • Als u een hoge ISO-waarde instelt of de sluiter lang openzet, kan er meer • • • • • beeldruis optreden. Snelheidsopties, flitser en One Touch-opname kunnen niet worden gebruikt met de Bulb. De Bulb is alleen beschikbaar in de handmatige modus. Gebruik een statief en draadontspanner om te voorkomen dat de camera beweegt. Hoe langer de sluiter is geopend, hoe langer het duurt om een foto op te slaan. Schakel de camera niet uit terwijl de camera een foto opslaat. Als u deze functie lange tijd gebruikt, moet u een volledig opgeladen batterij gebruiken. E gebruiken U kunt de scherptediepte aanpassen om de achtergrond te vervagen of verscherpen. 1 Draai de modusdraaiknop naar i. 2 Druk op [i-Function] op de lens om E te selecteren. • U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F] drukken om het scherm slepen om E te selecteren. 60 Mijn camera > 3 Opnamemodi • U kunt ook het instelwieltje draaien om de waarde aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de waarde aan te passen. Onscherp maken Verscherpen E 4 i-Function gebruiken in de modi P/A/S/M Pas de scherpstelring aan om een waarde te selecteren. Wanneer u de i-Function-knop op een i-Function-lens gebruikt, kunt u sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde, ISO-waarde en witbalans voor de lens handmatig selecteren en aanpassen. 1 Draai de modusdraaiknop naar P, A, S of M. 2 Druk op [i-Function] op de lens om een instelling te selecteren. • U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F] of het scherm slepen om een instelling te selecteren. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. • Wanneer u foto's verscherpt wordt de diafragmawaarde vergroot en neemt de sluitertijd af. Op donkere locaties kunnen foto's vaag worden. • Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de 3D-modus. 61 Mijn camera > 3 Opnamemodi Pas de scherpstelring aan om een optie te selecteren. • U kunt ook het instelwieltje draaien of het scherm slepen om een optie te selecteren. 4 Beschikbare opties Opnamemodus P A S M 3D Diafragma - O - O - Sluitertijd - - O O - EV O O O - O ISO O O O O - Witbalans O O O O O Z O O O O - • Als u de items wilt selecteren die moeten worden weergegeven wanneer u Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. op [i-Function] drukt op de lens in de opnamemodus, drukt u op [m] ĺ 5 ĺ iFn aanpassen ĺ een item. • Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de 3D-modus. 62 Mijn camera > Opnamemodi Z gebruiken 4 Met Z kunt u inzoomen op een onderwerp met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotoresolutie kan echter anders zijn dan wanneer u inzoomt door de zoomring te draaien. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. • Z is niet beschikbaar wanneer u serieopnamen vastlegt. • Z is niet beschikbaar wanneer u foto's maakt in de bestandsindeling RAW. 1 Draai de modusdraaiknop naar P, A, S, M of i. • Z wordt uitgeschakeld wanneer u video's opneemt door op de knop 2 Druk op [i-Function] op de lens om Z te selecteren. • Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de voor video-opname te drukken. • U kunt ook op [i-Function] drukken en vervolgens op [C/F] 3D-modus. drukken om het scherm slepen om Z te selecteren. 3 Pas de scherpstelring aan om een zoompercentage te selecteren. • U kunt ook het instelwieltje draaien of het scherm slepen om een optie te selecteren. • De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van het zoompercentage als u Z gebruikt. 3:2 16:9 1:1 x1.2 4560X3040 (13.9M) 4560X2568 (11.7M) 3040X3040 (9.2M) x1.4 3888X2592 (10.1M) 3888X2184 (8.5M) 2592X2592 (6.7M) x1.7 3264X2176 (7.1M) 3264X1840 (6.0M) 2176X2176 (4.7M) x2 2736X1824 (5.0M) 2736X1536 (4.2M) 1824X1824 (3.3M) Deze cijfers zijn gebaseerd op de maximale resolutie voor elke beeldverhouding. 63 Mijn camera > Opnamemodi s Smart-modus U kunt in de Smart-modus foto's maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. 1 Draai de modusdraaiknop naar s. 2 Selecteer een scène. • Als u een opnamemodus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op s, drukt u op [f] of raakt u aan en selecteert u de gewenste modus. Smart : Gezichtscorrectie Instellen Optie Beschrijving Gezichtscorrectie Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het gezicht. Beste gezicht Meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de beste afbeelding te maken. Landschap Stillevens en landschapsfoto's maken. Optie Beschrijving Macro Foto's maken van kleine onderwerpen of close-ups maken. Actie-opname Onderwerpen vastleggen die met grote snelheid bewegen. Rijke toon Foto's vastleggen met heldere kleuren. Panorama Brede panoramascènes opnemen in één foto. Waterval Scènes met watervallen vastleggen. Silhouet Onderwerpen vastleggen als donkere vormen tegen een verlichte achtergrond. Zon onder Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen. Nacht Meerdere foto's maken in omstandigheden met weinig licht zonder flitser. De camera combineert ze tot één afbeelding die helderder is en minder vervaging bevat. Vuurwerk Scènes met vuurwerk vastleggen. Lichtspoor Scènes vastleggen met een lichtspoor in omstandigheden met weinig licht. Creatieve opname Foto's vastleggen waarop effecten automatisch worden toegepast. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken. 64 Mijn camera > Opnamemodi De modus Beste gezicht gebruiken 5 In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de beste afbeelding te maken. Gebruik deze modus om de beste afbeelding te selecteren voor elke persoon wanneer u groepsfoto's maakt. 1 Draai de modusdraaiknop naar s en selecteer Beste gezicht. 2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd. • Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen. • Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die wordt aanbevolen door de camera. • De camera maakt 5 foto's achter elkaar. • De eerste foto wordt gebruikt als achtergrondafbeelding. • De camera detecteert automatisch gezichten na het opnemen. 4 Raak een gezicht aan om dit te vervangen. 6 Raak aan om de foto op te slaan. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • De resolutie is standaard ingesteld op 5.9M of kleiner. 65 Mijn camera > Opnamemodi Panoramafoto's vastleggen 5 Een 2D- of 3D-panoramafoto maken. Vastgelegde 3D-panoramafoto's kunnen alleen worden weergegeven op een 3D-televisie of -beeldscherm. Terwijl de [Ontspanknop] is ingedrukt, beweegt u de camera langzaam in de gewenste richting. • De 3D-panoramamodus kunt u een scène alleen horizontaal vastleggen. 1 Draai de modusdraaiknop naar s en selecteer Panorama. 2 Druk op [m] ĺ 1 ĺ Panorama ĺ Live Panorama of 3D. 3 Druk op [m] om terug te gaan naar de opnamemodus. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten. • Er wordt een pijl in de richting van de beweging weergegeven en een volledige afbeelding van de opname wordt weergegeven in het voorbeeldvak. • Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto automatisch vast. 6 Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los. • De camera slaat de opnamen automatisch op als één foto. • Als u de [Ontspanknop] los laat tijdens het opnemen, wordt de panoramaopname beëindigd en worden de vastgelegde foto's opgeslagen. 66 Mijn camera > Opnamemodi • De resolutie verschilt afhankelijk van de panoramafoto die u hebt gemaakt. • In de panoramamodus zijn bepaalde opname-opties niet beschikbaar. • De compositie van de opname of de beweging van het onderwerp kunnen een reden zijn waarom de camera stopt met het maken van opnamen. • In de panoramamodus legt de camera de laatste scène mogelijk niet volledig • • • • vast als u ophoudt met het bewegen van de camera om de fotokwaliteit te verbeteren. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen. In de 3D-panoramamodus legt de camera mogelijk het begin van het einde van een scène niet vast vanwege de aard van het 3D-effect. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets voorbij het begin- en eindpunt dat u wilt vastleggen. Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven. Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u de beelden bekijkt. Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus, wordt het 3D-effect mogelijk minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt met een 3D-lens. U kunt het 3D-effect vergroten door de optionele 3D-lens aan te sluiten en de 3D-modus te gebruiken. (pag. 69) • Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het volgende vermijden: de camera te snel of te langzaam bewegen de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen de camera schudden opnemen op donkere locaties bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert • Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt in de volgende omstandigheden: - als u de opnamerichting wijzigt tijdens het opnemen - als u de camera te snel beweegt - als u de camera niet beweegt - 67 Mijn camera > Opnamemodi Een video opnemen In de opnamemodus kunt u Full HD-video's opnemen (1920X1080) door op (Video-opname) te drukken. U kunt videobestanden met een maximale duur van 29 minuten en 59 seconden opnemen bij 60, 30, 24 of 15 fps en de bestanden opslaan in de indeling MP4 (H.264). 60 fps is alleen beschikbaar met 1920X1080 en 1280X720 en 24 fps is alleen beschikbaar met 1920X810. 15 fps is alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filteropties. Het geluid wordt opgenomen via de microfoon van de camera. U kunt de belichting instellen door de diafragmawaarde en sluitertijd aan te passen voor de modus die u hebt geselecteerd. Als u een lens gebruikt die niet beschikt over een AF/MF-schakelaar tijdens het opnemen van een video, drukt u op [F] om de AF-functie in of uit te schakelen. Wanneer u een lens gebruikt die over een AF/MF-schakelaar beschikt, werkt de AF-functie volgens de instellingen van de schakelaar. Selecteer In-/uitfaden om een scène in of uit te faden. U kunt ook Spraak, Windonderdrukking of andere opties selecteren om opnameopties in te stellen. (pag. 106) 1 Draai de modusdraaiknop naar t, P, A, S, M, i of s. • Deze functie werkt wellicht niet in sommige modi. 2 Stel de gewenste opties in. 3 Druk op 4 Druk nogmaals op stoppen. (Video-opname) om de opname te starten. (Video-opname) om de opname te • H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is de nieuwste videocoderingsindeling die in • • • • • 2003 is ontwikkeld door ISO-IEC en ITU-T. Aangezien deze indeling een hoof compressieniveau gebruikt, kunnen er meer gegevens worden opgeslagen op minder geheugenruimte. Als u tijdens de video-opname de beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan het geluid hiervan in de opname hoorbaar zijn. Het zoomgeluid en andere lensgeluiden kunnen worden opgenomen als u de lens aanpast terwijl u een video opneemt. Wanneer u een optionele videolens gebruikt, wordt het autofocusgeluid niet opgenomen. Als u tijdens het opnemen van een video de lens verwijdert, wordt de opname onderbroken. Verwissel de lens niet tijdens het opnemen. Als u tijdens het opnemen van een video een externe microfoon aansluit, wordt het geluid niet opgenomen via de externe microfoon. (De eerdere instellingen blijven behouden.) Als u tijdens het opnemen van een video de externe microfoon verwijdert, wordt het geluid niet opgenomen. Schakel de camera uit voordat u de externe microfoon aansluit of verwijdert. 68 Mijn camera > Opnamemodi • Als u tijdens het opnemen van een video plotseling van beeldhoek verandert, • • • • • • • kan het zijn dat de camera de beelden niet nauwkeurig kan vastleggen. Gebruik een statief om bewegingsonscherpte te voorkomen. De camera ondersteunt alleen de functie Multi AF wanneer u een video opneemt. Andere opties voor het scherpstelgebied, zoals Gezichtsdetectie AF, kunnen niet worden gebruikt. Wanneer het formaat van een video groter wordt dan 4 GB, stopt de camera automatisch met opnemen zelfs als de maximale opnametijd (29 minuten en 59 seconden) nog niet is bereikt. Bij geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid, kan het gebeuren dat de opname wordt onderbroken doordat de kaart het tempo waarin de film wordt opgenomen niet kan bijhouden. Vervang in dat geval de kaart door een snellere, of verklein het videoformaat (bijvoorbeeld van 1280X720 naar 640X480). Formatteer de geheugenkaart altijd in de camera. Als u de kaart in een andere camera of op een pc formatteert, kunnen er bestanden op de kaart verloren gaan of kan de capaciteit veranderen. Wanneer u op de video-opnameknop drukt, wordt Z uitgeschakeld. Als u een video opneemt met dezelfde ISO-waarde, is het scherm mogelijk donkerder dan wanneer u een foto maakt. Pas de ISO-waarde aan. Wanneer u een video opneemt in de modus P, A of S, wordt ISO automatische ingesteld op Auto. 3D-modus U kunt 3D-foto's of -video's maken met een optionele 3D-lens. SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D-lens (bijvoorbeeld) Stel de 2D/3D-schakelaar op de lens in op 3D en maak een foto of video op 1,5-5 m afstand van het onderwerp. 69 Mijn camera > Opnamemodi • De 3D-modus is altijd ingeschakeld, ongeacht de modusdraaiknop van de camera, uitgezonderd B. opnamemodi. • Als u automatische 3D-opties wilt gebruiken waarmee de camera automatisch opnameopties instelt afhankelijk van de opnameomstandigheden in de 3D-modus, drukt u op [m] ĺ 1 ĺ 3D-auto-modus ĺ Aan. • Als u de 3D-opname-opties wilt wijzigen, drukt u op [m] ĺ 6 ĺ 3D-REC-modus ĺ een gewenste optie. * Standaard Pictogram • De beschikbare opnameopties verschillende in vergelijking met andere Beschrijving Naast elkaar*: hiermee worden twee afbeeldingen naast elkaar weergegeven. Frame-packing: hiermee worden de afbeeldingen voor het linker- en rechteroog om en om in frames weergegeven. • U kunt het fotoformaat 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080) selecteren. • De videoresolutie is ingesteld op 1920X1080. • Video's die worden opgenomen in 3D, kunnen donker zijn of schokkerig worden afgespeeld. • Als u opnamen maakt bij lagere temperaturen, kan er kleurvervorming optreden op afbeeldingen en kan er meer batterijlading worden verbruikt. • Het is wellicht niet mogelijk om goede opnamen te maken in • • • • • • • • • omstandigheden met minder dan 8,5 LV/900 lux. U kunt voor de beste resultaten het beste opnamen maken op locaties met voldoende licht. Wanneer u foto's maakt van voorwerpen die polariserend materiaal bevatten, zoals een scherm, zonnebrillen of een polariserend filter, of het polariserende materiaal gebruikt met uw lens, kunnen de afbeeldingen donker lijken of wordt het 3D-effect mogelijk niet correct toegepast. Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Als u de camera draait of verticaal kantelt tijdens het opnemen, wordt het 3D-effect mogelijk niet correct toegepast. Maak opnamen met de camera in de normale positie. Als u opnamen maakt bij TL-verlichting of foto's maakt van afbeeldingen die worden weergegeven op projectoren of tv's, kunnen de foto's zwart zijn vanwege het flikkereffect. In de 3D-stand, is de optie 8x vergroten van MF-help mogelijk niet beschikbaar. Op het camerascherm worden 3D-video's in 2D weergegeven. Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven. Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u de beelden bekijkt. U kunt in de 3D-modus niet de flitser gebruiken. 70 Mijn camera > Opnamemodi Beschikbare functies in de opnamemodus Voor informatie over opnamefuncties leest u Hoofdstuk 2. Druk op een snelkoppeling voor elke functie. Functie Beschikbaar in Snelkoppeling Fotoformaat (pag. 73) P/A/S/M/i/s*/t/3D* - Kwaliteit (pag. 74) P/A/S/M/i/s* - ISO (pag. 75) P/A/S/M f/I Witbalans (pag. 76) P/A/S/M Fotowizard (pag. 79) Functie Beschikbaar in Snelkoppeling Afst. modus (pag. 59) P/A/S/M - OIS (Anti-trillen) (pag. 89) P/A/S/M/i/s*/t* - Snelheid (Serieopname/ P/A/S/M/i*/s*/t*/ Burst/Timer/Bracketing) 3D* (pag. 90) f/C Lichtmeting (pag. 97) P/A/S/M f f Dynamisch bereik (pag. 100) P/A/S/M - P/A/S/M f Flitser (pag. 94) P*/A*/S*/M*/i*/s*/ t* f Smart filter (pag. 101) P/A/S/M f AF-modus (pag. 80) P/A/S/M/i*/s*/3D* f AF-gebied (pag. 83) P/A/S/M/i*/s* f/F Aanraak AF (pag. 86) P/A/S/M/i/s*/t/3D* - MF-help (pag. 88) P/A/S/M/i/s/t/3D* - Uitlichten (pag. 88) P/A/S/M/i/s/t - Koppel AE met AF (pag. 99) P/A/S/M - Belichtingscompensatie P/A/S (pag. 102) f/W Belichtingsvergendeling P/A/S (pag. 103) - * Sommige functies zijn in deze modi beperkt. 71 Hoofdstuk 2 Opnamefuncties Hier vindt u informatie over de functies en instellingen van de opnamemodus. Met de opnamefuncties hebt u uitgebreide controle over de manier waarop u foto's en video's maakt. Opnamefuncties Formaat en resolutie Fotoformaat Pictogram Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Selecteer een lage resolutie voor foto's die bedoeld zijn voor weergave in een digitale fotolijst of op het web. U stelt de formaat als volgt in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Fotoformaat ĺ een optie. Formaat Aanbevolen voor 5472x3648 (3:2) Afdrukken op A1-papier. 3888x2592 (3:2) Afdrukken op A2-papier. 2976x1984 (3:2) Afdrukken op A3-papier. 1728x1152 (3:2) Afdrukken op A5-papier. 5472x3080 (16:9) Afdrukken op A1-papier of weergeven op een HDTV. 3712x2088 (16:9) Afdrukken op A3-papier of weergeven op een HDTV. 2944x1656 (16:9) Afdrukken op A4-papier of weergeven op een HDTV. 1920x1080 (16:9) Afdrukken op A5-papier of weergeven op een HDTV. 3648x3648 (1:1) Een vierkante foto afdrukken op A1-papier. 2640x2640 (1:1) Een vierkante foto afdrukken op A3-papier. 2000x2000 (1:1) Een vierkante foto afdrukken op A4-papier. 1024x1024 (1:1) Een vierkante foto afdrukken op A5-papier. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. 73 Opnamefuncties > Formaat en resolutie Kwaliteit Pictogram Foto's worden door de camera in JPEG- of RAW-indeling opgeslagen. Foto’s die met een camera zijn gemaakt, worden vaak omgezet naar een JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het geheugen opgeslagen. RAW-bestanden hebben de bestandsextensie 'SRW'. Voor het aanpassen en kalibreren van de belichting, witbalans, tonen, contrast en kleuren van RAW-bestanden en om deze in JPEG- of TIFF-indeling om te zetten, kunt u gebruikmaken van het programma Adobe Photoshop Lightroom dat op de DVD-ROM is meegeleverd. Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is om foto's in de RAWindeling op te slaan. U stelt de kwaliteit als volgt in: Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Kwaliteit ĺ een optie. Indeling Beschrijving JPEG Superhoog: • Gecomprimeerd voor de beste kwaliteit. • Aanbevolen voor afdrukken op groot formaat. JPEG • Gecomprimeerd voor betere kwaliteit. • Aanbevolen voor afdrukken op normaal Indeling Beschrijving JPEG • Gecomprimeerd voor normale kwaliteit. • Aanbevolen voor afdrukken in klein formaat Normaal: of voor uploaden naar het web. RAW: RAW • Foto's zonder gegevensverlies opslaan. • Aanbevolen als u de foto naderhand wilt bewerken. RAW+JPEG RAW + S.Fijn: een foto opslaan in zowel JPEG(S.Fine-kwaliteit) als RAW-indeling. RAW+JPEG RAW + Fijn: een foto opslaan in zowel JPEG- (Fine-kwaliteit) als RAW-indeling. RAW+JPEG RAW + Normaal: een foto opslaan in zowel JPEG- (Normal-kwaliteit) als RAW-indeling. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Hoog: formaat. 74 Opnamefuncties ISO-waarde De ISO-waarde geeft de mate aan waarin de camera gevoelig is voor licht. Voorbeelden Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger is de camera voor licht. Dit betekent dat u met een hogere ISO-waarde op plaatsen met minder licht foto's kunt nemen met een snellere sluitertijd. Dit kan echter wel tot meer elektronische ruis en korrelige foto's leiden. U stelt de ISO-waarde als volgt in: Druk in de opnamemodus op [I] ĺ een optie. ISO 100 ISO 400 ISO 800 ISO 3200 • U kunt de optie ook instellen door op [m] ĺ 1 ĺ ISO ĺ een optie te drukken in de opnamemodus. • Verhoog de ISO-waarde op plaatsen waar geen flitser kan of mag worden gebruikt. Door een hoge ISO-waarde in te stellen, kunt u heldere foto's maken zonder dat daar meer licht voor nodig is. • Gebruik de functie Ruisonderdrukking om zichtbare ruis die bij foto's met een hoge ISO-waarde weg te filteren. (pag. 146) • Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen. 75 Opnamefuncties Witbalans De witbalans staat voor de lichtbron die van invloed is op de kleur van een foto. De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, Kunstlicht of pas de kleurtemperatuur handmatig aan. U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde lichtbronnen aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de kleuren van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen. U stelt de witbalans als volgt in: Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Witbalans ĺ een optie. Beschrijving Auto witbalans: automatische instellingen die per lichtomstandigheid verschillen. Pictogram Beschrijving Wit TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een kleurtemperatuur van circa 4200K. NW TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een zeer witte tint en een kleurtemperatuur van circa 5000K. Daglicht-TL: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een licht blauwe tint en een kleurtemperatuur van circa 6500K. Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Gloeilampen hebben een roodachtige tint. Met deze optie wordt dat effect gecompenseerd. WB flitser: selecteer deze optie wanneer u een flitser gebruikt. Aangep. instelling: uw vooraf gedefinieerde instellingen gebruiken. U kunt de witbalans handmatig instellen door op [D] te drukken en door een wit vel papier te fotograferen. Vul de cirkel van de spotmeting met het papier en stel de witbalans in. Daglicht: voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag. Deze optie resulteert in foto's die de natuurlijke kleuren van de scène het dichtst benaderen. Bewolkt: voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of in de schaduw. Foto's die op bewolkte dagen worden gemaakt, hebben een blauwiger tint dan op zonnige dagen. Met deze optie wordt dat effect gecompenseerd. 76 Opnamefuncties > Pictogram Witbalans Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen Beschrijving Kleurtemperatuur: de kleurtemperatuur van de lichtbron handmatig instellen. Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een lichtbron wordt aangegeven. Naarmate de kleurtemperatuur toeneemt, wordt de kleurspreiding koeler. En omgekeerd wordt bij een afname van de kleurtemperatuur de kleurspreiding warmer. Druk op [D] en pas de kleurtemperatuur aan. U kunt ook eigen witbalansopties voorprogrammeren. Eigen opties voorprogrammeren: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Witbalans ĺ een optie ĺ [D] ĺ draai het instelwieltje of druk op [D/I/C/F]. Witbalans : Daglicht Heldere lucht TL-licht_H Bewolkt Daglicht TL-licht_L Vorige Instellen Reset Halogeenlamp Gloeilamp U kunt ook een gedeelte op het scherm aanraken. Kaarslicht Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. 77 Opnamefuncties > Witbalans Voorbeelden Auto witbalans Daglicht Daglicht-TL Kunstlicht 78 Opnamefuncties Fotowizard (fotostijlen) Met de Fotowizard kunt u verschillende fotostijlen op uw foto's toepassen om ze verschillende uitstralingen en emoties mee te geven. Tevens kunt u zelf fotostijlen maken door de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast van een bestaande stijl aan te passen en op te slaan. Er zijn geen regels voor welke stijl in een situatie geschikt is. Experimenteer met verschillende stijlen om te ontdekken wat uw voorkeuren zijn. U stelt als volgt een fotostijl in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Fotowizard ĺ een optie. Voorbeelden Standaard Helder Portret Landschap Bos Retro Koel Rustig Klassiek • U kunt ook de waarde van de voorgeprogrammeerde stijlen aanpassen. Selecteer een optie van Fotowizard, druk op [D] en pas de kleur, de verzadiging, de scherpte of het contrast aan. • Als u uw eigen fotowizard wilt aanpassen, selecteert u , of en past u de kleur, verzadiging, scherpte en contrast aan. • Opties voor de Fotowizard kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met opties voor Smart filter. 79 Opnamefuncties AF-modus Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera. U kunt een scherpstelmethode kiezen die bij het onderwerp past. De mogelijkheden zijn enkelvoudige autofocus, continu-autofocus en handmatige scherpstelling. De AF-functie (autofocus) wordt geactiveerd op het moment dat u [Ontspanknop] half indrukt. In de MF-modus (handmatige scherpstelling) moet u aan de scherpstelring op de lens draaien om handmatig scherp te stellen. U stelt als volgt de autofocusmodus in: Druk in de opnamemodus op [F] ĺ een optie. • U kunt de optie ook instellen door op [m] ĺ 1 ĺ AF-modus ĺ een optie te drukken in de opnamemodus. • Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties verschillen. In de meeste gevallen is Enkelvoudige AF de geschikte methode. Snel bewegende onderwerpen en onderwerpen die eenzelfde kleur hebben als de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor dergelijke situaties een geschikte scherpstelmethode. Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer u Enkelvoudige AF of Continuo AF selecteert. Stel de schakelaar in op MF wanneer u Handm. scherpst. selecteert. Als de lens geen AF/MF-schakelaar heeft, drukt u op [F] om de gewenste AF-modus te selecteren. 80 Opnamefuncties > AF-modus Enkelvoudige AF Continu AF Enkelvoudige AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op het gedeelte van het beeld in het scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt groen wanneer er is scherpgesteld. Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, blijft de camera voortdurend scherpstellen. Wanneer het scherpstelgebied eenmaal op het onderwerp is gericht, blijft het onderwerp altijd scherp in beeld, ook als het beweegt. Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van bijvoorbeeld fietsers, rennende honden of raceauto's. 81 Opnamefuncties > AF-modus Handmatige scherpstelling U kunt handmatig op het onderwerp scherpstellen door aan de scherpstelring op de lens te draaien. Met de MF-hulpfunctie kunt u eenvoudig scherpstellen. Wanneer u de scherpstelring draait, wordt het scherpstelgedeelte vergroot. Wanneer u de functie Focus Peaking gebruikt, wordt de geselecteerde kleur weergegeven in de rand om het scherpgestelde onderwerp. Wanneer u de functie Focus Peaking gebruikt, wordt de geselecteerde kleur weergegeven op het scherpgestelde onderwerp. Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van onderwerpen die eenzelfde kleur als de achtergrond hebben en voor nachtelijke scènes en vuurwerk. Als u deze functie gebruikt kunt u de opties Aanraak AF, AF-gebied en Koppel AE met AF niet gebruiken. 82 Opnamefuncties AF-gebied Met de AF-gebiedfunctie wordt de positie van het scherpstelgebied gekozen. In het algemeen stelt de camera op het dichtstbijzijnde onderwerp scherp. Wanneer er echter veel verschillende elementen in beeld zijn, kan het gebeuren dat de focus verkeerd komt te liggen. Om te voorkomen dat er op een verkeerd beeldelement wordt scherpgesteld, kunt u een ander scherpstelgebied kiezen zodat er op het gewenste deel van het beeld wordt scherpgesteld. U kunt zorgen voor een duidelijkere en scherpere foto door een geschikt scherpstelpunt te kiezen. U stelt als volgt het scherpstelgebied in: Keuze AF U kunt de focus instellen op een gebied dat uw voorkeur heeft. Pas een onscherpte-effect toe om het onderwerp er te laten uitspringen. In de onderstaande afbeelding is het scherpstelgebied verplaatst en in formaat aangepast zodat het over het gezicht van het onderwerp valt. Druk in de opnamemodus op [m] ĺ1 ĺ AF-gebied ĺ een optie. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. • Wanneer de AF/MF-schakelaar is ingesteld op MF, kunt u het AF-gebied niet • • • • wijzigen in het opnamemenu. Wanneer u de optie Gezichtsdetectie AF gebruikt, stelt de camera automatisch scherp op het gedeelte met het witte kader. Afhankelijk van de opties van de Fotowizard, heeft Gezichtsdetectie mogelijk geen effect. Wanneer u handmatig scherpstelt, is Gezichtsdetectie mogelijk niet beschikbaar. Gezichtsdetectie is in de volgende gevallen mogelijk niet effectief: - het onderwerp bevindt zich te ver van de camera - als het te licht of te donker is - het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - het onderwerp draagt een zonnebril of masker - de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch - het onderwerp is van achteren belicht of de lichtomstandigheden zijn niet stabiel Als u het scherpstelgebied wilt verplaatsen of de formaat wilt aanpassen, drukt u in de opnamemodus op [o]. Gebruik de navigatieknop om het scherpstelgebied te verplaatsen. Draai aan het instelwieltje om de formaat van het scherpstelgebied aan te passen. 83 Opnamefuncties > AF-gebied Multi AF Gezichtsdet. AF De camera geeft een groene rechthoek weer op de plaatsen waar is scherpgesteld. De foto wordt in twee of meer gebieden verdeeld en de camera zorgt voor scherpstelpunten in elk gebied. Dit wordt aanbevolen voor landschapsfoto's. De camera geeft bij het scherpstellen prioriteit aan menselijke gezichten. Er kunnen tot 10 gezichten worden gedetecteerd. Deze instelling wordt voor groepsfoto's aanbevolen. Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, worden de scherpstelgebieden weergegeven, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op gezichten scherpgesteld, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. In het geval van een groep mensen, wordt het scherpstelgebied op het gezicht van de dichtstbijzijnde persoon wit aangegeven en de rest van de gezichten in grijs. 84 Opnamefuncties > AF-gebied Zelfportret AF Bij het maken van een zelfportret kan het lastig zijn om te controleren of uw gezicht scherp in beeld is. Als deze functie is ingeschakeld, piept de camera sneller als uw gezicht zich in het midden van de compositie bevindt. 85 Opnamefuncties Aanraak AF Selecteer of stel scherp op een scherpstelgebied dat u aanraakt op het scherm. U kunt ook scherpstellen op het onderwerp of een foto vastleggen door het scherm aan te raken. Aanraak AF instellen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ1 ĺAanraak AF ĺ een optie. Tracking AF Met Tracking AF kunt u een onderwerp volgen en automatisch scherpstellen, zelfs wanneer het onderwerp beweegt of wanneer u de compositie wijzigt. Wit kader: u camera volgt het onderwerp. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen. Aanraak AF Met Aanraak AF kunt u selecteren en scherpstellen op het scherpstelgebied dat u aanraakt op het scherm. Groen kader: er wordt scherpgesteld op het onderwerp wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt. Rood kader: u camera kan niet scherpstellen. AF-punt Het scherpstelgebied komt overeen met het gebied dat u aanraakt op het scherm en er wordt niet scherpgesteld. 86 Opnamefuncties > Aanraak AF • Als u geen scherpstelgedeelte selecteert, werkt de functie voor automatisch • • • • scherpstellen niet. Een onderwerp volgen mislukt mogelijk als: - het onderwerp te klein is - het onderwerp te veel beweegt - het onderwerp van achteren is belicht of als u opnamen maken op een donkere locatie - kleuren of patronen op het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk - het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals luxaflex - de camera schudt veel Wanneer het volgen mislukt, wordt de functie gereset. Als de camera het onderwerp niet kan volgen, wordt het scherpstelgebied gereset. Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood en wordt de focus gereset. One Touch-opname U kunt een foto maken met een vingeraanraking. Wanneer u een onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt een foto gemaakt. 87 Opnamefuncties Hulpfunctie voor scherpstellen In de handmatige scherpstelmodus moet u de scherpstelring op de lens draaien om scherp te stellen. Als u de functie MF-help of de functie Focus Peaking gebruikt, kunt u beter scherpstellen. Deze functie is alleen beschikbaar op lenzen die handmatige scherpstelling ondersteunen. * Standaard Optie Beschrijving Het scherpstelgebied wordt 8 keer vergroot wanneer u aan de scherpstelring draait. 8x vergroten MF-help In de handmatige scherpstelmodus kunt u de scène vergroten en de scherpstelling eenvoudig aanpassen terwijl u de scherpstelring draait. U stelt als volgt ondersteunde handmatige scherpstelling in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ MF-help ĺ een optie. * Standaard Optie Beschrijving Uit De functie MF-help niet gebruiken. Het scherpstelgebied wordt 5 keer vergroot wanneer u aan de scherpstelring draait. 5x vergroten* Uitlichten In de modus voor handmatig scherpstellen wordt de kleur die u hebt geselecteerd, weergegeven op het onderwerp waarop wordt scherpgesteld zodat u beter kunt scherpstellen terwijl u scherpstelring draait. Opties voor Uitlichten instellen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Uitlichten ĺ een optie. * Standaard Optie Beschrijving Niveau Een gevoeligheid instellen om het scherpgestelde onderwerp te detecteren. (Uit, Hoog, Normaal*, Laag) Kleur Een kleur instellen die wordt weergegeven op het scherpgestelde onderwerp. (Wit*, Rood, Groen) 88 Opnamefuncties Optische beeldstabilisatie (OIS) Stel de Optische beeldstabilisatie (OIS) in om bewegingsonscherpte tegen te gaan. OIS is mogelijk bij sommige lenzen niet beschikbaar. Bewegingsonscherpte kan ontstaan wanneer u op donkere plaatsen of binnenshuis foto's maakt. In dergelijke situaties gebruikt de camera een langere sluitertijd om meer licht op de sensor te laten vallen en de foto kan hierdoor bewogen worden. U kunt dit voorkomen door de OIS-functie te gebruiken. Als uw lens een OIS-schakelaar heeft, moet u de schakelaar instellen op ON om de OIS-functie te gebruiken. U stelt als volgt OIS-opties in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ1 ĺ OIS (Anti-trillen) ĺ een optie. * Standaard Pictogram Zonder OIS-correctie • OIS werkt mogelijk niet goed in de volgende omstandigheden: - wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen - wanneer de camera te veel schudt - wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij selectie van Nacht in de modus s) Beschrijving Uit: de OIS-functie is uitgeschakeld. (Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.) Modus 1*: de OIS-functie wordt alleen toegepast als u [Ontspanknop] half of helemaal indrukt. Modus 2: de OIS-functie is geactiveerd. Met OIS-correctie - wanneer de batterij bijna leeg is - wanneer u een close-up neemt • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp • • • • • worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik van een statief uit. Als de camera een schok krijgt of valt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, schakelt u de camera uit en weer in. Gebruik de OIS-functie alleen als het nodig is, omdat hierbij veel batterijenergie wordt gebruikt. Als u een OIS-optie wilt instellen in het menu, stelt u de OIS-schakelaar op uw lens in op ON. Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar. Uit is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar. 89 Opnamefuncties Snelheid (opnamemethode) U kunt verschillende opnamemethoden instellen, zoals Continu, Burst, Timer, enzovoort. Selecteer 1 opname om één foto tegelijk te maken. Selecteer Serieopname of Burst om onderwerpen vast te leggen die snel bewegen. Selecteer AE BKT, WB BKT of F Wiz BKT om de belichting of Witbalans aan te passen of effecten met Fotowizard toe te passen. U kunt ook Timer selecteren om een foto van uzelf te maken. U stelt de opnamemethode als volgt in: Continu Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, worden er achter elkaar foto's gemaakt. U kunt maximaal 5 foto's (Continu laag) of 8,6 foto's (Continu hoog) maken per seconde. Druk in de opnamemodus op [C] → een optie. • U kunt de optie ook instellen door op [m] → 1 → Snelheid → een optie te drukken in de opnamemodus. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. 1 opname Wanneer u [Ontspanknop] drukt, wordt er één foto gemaakt. Geschikt voor algemene omstandigheden. • Als u Continu hoog, selecteert, is de ruisonderdrukkingsfunctie niet beschikbaar. • De maximale opnamesnelheid is 8,6 frames per seconde. Deze neemt af na ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAW-opnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart. Kan verschillen afhankelijk van de specificaties van de geheugenkaart.) 90 Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode) Burst Timer Maximaal 10 opnamen per seconde (3 seconden), 15 opnamen per seconde (2 seconden) of 30 opnamen per seconde (1 seconde) maken wanneer u [Ontspanknop] eenmaal indrukt. Aanbevolen voor het vastleggen van snel bewegende onderwerpen zoals raceauto's. Maak een foto met een vertraging van 2 tot 30 seconden. De vertraging is in stappen van 1 seconde in te stellen. • Als u het aantal opnamen wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op [C] ĺBurst en vervolgens op [D]. • Het fotoformaat is ingesteld op 5M. • Het kan langer duren om een foto op te slaan. • Met deze optie kan de flitser niet worden gebruikt. • De sluitertijd moet korter dan 1/30 seconde zijn. • Foto's die met deze optie worden gemaakt, kunnen bij het opslaan iets groter Als u de vertraging wilt instellen, drukt u in de opnamemodus op [C] ĺ Timer en vervolgens op [D]. worden. • De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200. • Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW. 91 Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode) Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT) Witbalansbracketing (WB BKT) Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen: één met normale belichting, één een stap donkerder en één een stap lichter. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen wanneer er drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de instellingen aanpassen in het menu BKT instellen. Belichting +2 Belichting -2 Origineel Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen: een normale foto en twee extra met een verschillende witbalans. De normale foto wordt genomen wanneer u op [Ontspanknop] drukt. De andere twee worden automatisch volgens de ingestelde witbalans aangepast. U kunt de instellingen aanpassen in het menu BKT instellen. WB+2 WB-2 Origineel Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW. 92 Opnamefuncties > Snelheid (opnamemethode) Fotowizardbracketing (F Wiz BKT) Bracketing instellen Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen, elk met een andere fotowizardinstelling. De camera maakt een foto en past daarop de drie fotowizardopties toe die u hebt ingesteld. U kunt in het menu BKT instellen drie verschillende instellingen selecteren. U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT. (pag. 147) U stelt als volgt opties voor de opnametrapjes in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 5 ĺ BKT instellen ĺ een optie. Retro Helder Standaard Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW. 93 Opnamefuncties Flitser Voor een realistische foto van een onderwerp moet de hoeveelheid licht constant zijn. Wanneer de lichtbron varieert, kunt u een flitser gebruiken en daarmee voor een constante hoeveelheid licht zorgen. Selecteer de juiste instellingen voor de lichtbron en het onderwerp. U stelt als volgt flitsopties in: Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Flitser ĺ een optie. Beschrijving Uit: de flitser niet gebruiken. Smart Flitser: de camera past automatisch de helderheid van de flits aan de hoeveelheid omgevingslicht aan. Pictogram Beschrijving 1e gordijn: er wordt onmiddellijk na het openen van de sluiter een flits afgevuurd. Er wordt vroegtijdig in de actie een duidelijke foto van het onderwerp gemaakt. 2e gordijn: er wordt vlak voor het dichtgaan van de sluiter een flits afgevuurd. Er wordt laat in de actie een duidelijke foto van het onderwerp gemaakt. Auto: op donkere plaatsen gaat de flitser automatisch af. Automatisch rode ogen onderdrukken: de flitser gaat automatisch af en voorkomt rode ogen. Invulflits: bij elke foto wordt de flitser gebruikt. (De helderheid wordt automatisch aangepast.) Invulflits + Rode ogen: bij elke foto wordt de flitser gebruikt en worden rode ogen verminderd. Bewegingsrichting van bal Bewegingsrichting van bal • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. • Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. • Als u Uit selecteert, gaat de flitser zelfs niet af als een externe flitser is aangesloten. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele flitsers kan de camera beschadigen. 94 Opnamefuncties > Flitser Het rode-ogeneffect verminderen De flitssterkte aanpassen Als de flitser wordt gebruikt wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. Als u het rode-ogeneffect wilt verminderen, selecteert u Automatisch rode ogen onderdrukken of Invulflits + Rode ogen. Wanneer de flitser is ingeschakeld, wordt de flitserintensiteit +/-2 niveaus aangepast. U stelt de flitssterkte als volgt in: Druk in de opnamemodus op [f] ĺ Flitser ĺ een optie ĺ [D] ĺ draai het instelwieltje of druk op [C/F] om de flitserintensiteit aan te passen. Flitser : 0,0 Zonder rode-ogencorrectie Met rode-ogencorrectie Vorige Instellen Als het onderwerp zich te ver van de camera bevindt of zich beweegt, wordt het rode-ogeneffect mogelijk niet beperkt. 95 Opnamefuncties > Flitser • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de intensiteit aan te passen. • Het aanpassen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen: - het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera. - er is een hoge ISO-waarde ingesteld. - de belichtingswaarde is te groot of te klein. • In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt. • Als u een externe flitser waarvan de intensiteit kan worden aangepast, aansluit op de camera, worden de intensiteitsinstellingen van de flitser toegepast. • Als het onderwerp te dicht bij is wanneer u de flitser gebruikt, kan een gedeelte van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere foto veroorzaakt. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen bereikt bevindt. Dit bereik verschilt per lens. • Wanneer een zonnekap is bevestigd, kan het licht van de flitser worden geblokkeerd door de kap. Verwijder de kap om de flitser te gebruiken. 96 Opnamefuncties Lichtmeting De modus Lichtmeting is de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet. De camera meet de hoeveelheid licht in een scène en stelt in veel modi aan de hand van deze meting diverse opties in. Als een onderwerp bijvoorbeeld donkerder lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een overbelichte foto van. En als een onderwerp lichter lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een onderbelichte foto van. Multi In de Multimodus wordt de hoeveelheid licht in meerdere gebieden berekend. Wanneer er voldoende of onvoldoende licht is, past de camera de belichting aan door het gemiddelde van de algehele helderheid van de scène te nemen. Deze modus is geschikt voor algemene foto's. De helderheid en algehele sfeer van de foto kunnen tevens worden beïnvloed door de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet. Kies voor elke omstandigheid een geschikte instelling. U stelt als volgt een optie voor Lichtmeting in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Lichtmeting ĺ een optie. 97 Opnamefuncties > Lichtmeting Spot Centr. gewogen In de Spotmodus wordt de hoeveelheid licht in het centrum berekend. Wanneer u een foto maakt in een situatie waarbij er achter het onderwerp veel tegenlicht is, wordt de belichting zodanig ingesteld dat het onderwerp correct wordt belicht. Wanneer u bijvoorbeeld bij sterk tegenlicht voor de Multimodus kiest, berekent de camera dat de totale hoeveelheid licht voldoende is, waardoor er een donkere foto ontstaat. De Spotmodus kan dit voorkomen doordat hiermee de hoeveelheid licht in een specifiek gebied wordt berekend. In de modus Centr. gewogen wordt er een groter gebied berekend dan in de Spot-modus. De hoeveelheid licht in het centrale gedeelte van het beeld (60-80 %) en dat in de rest van het beeld (20-40 %) worden bij elkaar opgeteld. Deze optie wordt aanbevolen voor situaties waarin er een klein verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond bestaat, of waarin een gebied binnen het onderwerp groot is in verhouding tot de algehele compositie van de foto. Het onderwerp is helder terwijl de achtergrond donker is. De Spotmodus wordt aanbevolen voor situaties zoals deze, waarbij er een enorm belichtingsverschil tussen het onderwerp en de achtergrond bestaat. 98 Opnamefuncties > Lichtmeting De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten Wanneer deze functie is ingeschakeld, stelt de camera automatisch een optimale belichting in door de helderheid van het scherpstelgebied te berekenen. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u Spot-meting of Multi-meting en Keuze AF selecteert. U stelt deze functie als volgt in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Koppel AE met AF ĺ een optie. 99 Opnamefuncties Dynamisch bereik Met deze functie wordt automatisch het verlies aan heldere details gecorrigeerd dat kan optreden door grote verschillen tussen donker en licht in de foto. U stelt als volgt Smart bereik-opties in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Dynamisch bereik ĺ een optie. Pictogram Beschrijving Uit: de functie Dynamisch bereik niet gebruiken. HDR-bereik+: het verlies van heldere details corrigeren. U kunt ISO 100 niet instellen. HDR: 2 foto's maken met verschillende belichtingen en ze automatisch combineren tot één afbeelding. • De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200. • Opties voor Dynamisch bereik kunnen niet tegelijk met opties voor Fotowizard worden ingesteld. Zonder effect van Dynamisch bereik Met effect van Dynamisch bereik 100 Opnamefuncties Intelligent Filter Met Intelligent filter kunt u speciale effecten toepassen op uw foto's. U kunt verschillende filteropties selecteren om speciale effecten te maken die doorgaans lastig ter realiseren zijn met normale lenzen. U stelt als volgt Intelligent filter-opties in: Optie Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 1 ĺ Smart filter ĺ een optie. Beschrijving Uit Geen effect Vignetten Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Miniatuur Een effect toepassen waarmee het onderwerp in miniatuur wordt weergegeven. Gekleurd potlood Het effect van een schilderij met gekleurde potloden toepassen. Waterverf Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Aquarel Een verwassen effect toepassen. Olieverfschets Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie. Inktschets Permite aplicar un efecto de boceto en tinta. Acryl Het effect van een acrylschilderij toepassen. Optie Beschrijving Negatief Een negatiefeffect toepassen. Rood Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van rood. Groen Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van groen. Blauw Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van blauw. Geel Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van geel. Opties voor Intelligent filter kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met opties voor Fotowizard. 101 Opnamefuncties Belichtingscompensatie De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen. De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan ±3 EV. Houd [W] ingedrukt en draai het instelwieltje om de belichtingswaarde in te stellen. U kunt de belichtingswaarde ook aanpassen door op [f] te drukken en EV te selecteren. +2 -2 Origineel U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van de belichtingsniveau-indicator. Belichtingswaarschuwing Standaardbelichtingsindicator Belichtingsniveauindicator Afgenomen belichting (donkerder) Toegenomen belichting (helderder) 102 Opnamefuncties Belichtingsvergendeling Wanneer u niet de juiste belichting kunt bereiken vanwege een sterk kleurcontrast, kunt u de belichting vergrendelen en dan een foto nemen. Nadat de belichting is vergrendeld, richt u de lens zodanig dat de gewenste compositie ontstaat en drukt u op de [Ontspanknop]. U kunt de belichting vergrendelen door de belichting van de foto aan te passen en op de aangepaste knop te drukken. • U kunt de functie van de knop Aangepast instellen op AEL om de huidige belichtingswaarde te vergrendelen. (pag. 150) • Deze functie werkt wellicht niet in de handmatige modus. 103 Opnamefuncties Videofuncties Hier worden de functies beschreven die voor video beschikbaar zijn. Filmkwaliteit De filmkwaliteit instellen. Filmformaat Opties voor filmkwaliteit instellen: Het filmformaat instellen. Opties voor filmformaat instellen: Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺ Filmformaat ĺ een optie. Formaat Aanbevolen voor 1920X1080 (60 fps) (16:9) Weergeven op een full-HDTV. (Alleen af te spelen op Full HD-tv's die kunnen afspelen met 60 fps.) 1920X1080 (30 fps) (16:9) Weergeven op een full-HDTV. 1920X1080 (15 fps) (16:9) Weergeven op een full-HDTV. (Alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filter-opties.) 1920X810 (24 fps) (Ongeveer 2,35:1) Weergeven op een HDTV. 1280X720 (60 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV. 1280X720 (30 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV. 640X480 (30 fps) (4:3) Weergeven op een televisie. 320X240 (30 fps) (4:3) Publiceren op een website via het draadloze netwerk (maximaal 30 seconden). Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺ Filmkwaliteit ĺ een optie. Pictogram Extensie Beschrijving MP4 (H.264) Normaal: video's in normale kwaliteit opnemen. MP4 (H.264) Hoge kwaliteit: video's in hoge kwaliteit opnemen. 104 Opnamefuncties > Videofuncties Multi Motion In-/uitfaden Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een video instellen. U kunt een scène in- en uitfaden door de faderfunctie op de camera te gebruiken. Stel de optie voor infaden in om geleidelijk in te faden aan het begin van de scène. Stel de optie voor uitfaden in om de scène geleidelijk uit te faden. Gebruik de functie naar wens en voeg dramatische effecten aan uw video's toe. Opties voor de afspeelsnelheid instellen: Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ6 ĺ Multi Motion ĺ een optie. Beschrijving x0.25: een video opnemen en afspelen op 1/4 van de normale snelheid. (Alleen beschikbaar met 640x480 of 320x240) U stelt als volgt opties voor in-/ uitfaden in: x0.5: een video opnemen en afspelen op 1/2 van de normale snelheid. (Alleen beschikbaar met 1280x720 (30 fps), 640x480 of 320x240) Pictogram Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺIn-/uitfaden ĺ een optie. Beschrijving x1: een video opnemen en afspelen op de normale snelheid. Uit: de functie voor in-/uitfaden wordt niet gebruikt. x5: een video opnemen en afspelen op 5X de normale snelheid. In: de scène geleidelijk infaden. x10: een video opnemen en afspelen op 10X de normale snelheid. Uit: de scène geleidelijk uitfaden. x20: een video opnemen en afspelen op 20X de normale snelheid. • Als u een andere optie dan x1 selecteert, wordt er geen geluid opgenomen. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties In-uit: de functie In-/uitfaden wordt aan het begin en eind van de scène toegepast. Wanneer u de functie voor in-/uitfaden gebruikt, kan het langer duren om een bestand op te slaan. verschillen. 105 Opnamefuncties > Videofuncties Spraak Microfoonniveau Soms is een stomme video aantrekkelijker dan een met geluid. Schakel de spraak uit om een stomme video op te nemen. Het microfoonniveau instellen voor de opnameomstandigheden. U stelt als volgt spraakopties in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺ Spraak ĺ een optie. Het microfoonniveau instellen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺ Microfoonniveau ĺ een optie. Windonderdrukking Wanneer u video's in een rumoerige omgeving opneemt, kunnen er ongewenste geluiden in de video worden opgenomen. In het bijzonder het geluid van de wind kan vervelend zijn. Gebruik de functie Windonderdrukking om naast windgeluid ook bepaalde omgevingsgeluiden weg te filteren. Het geluid van de wind verminderen: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 6 ĺ Windonderdrukking ĺ een optie. 106 Hoofdstuk 3 Weergeven en bewerken Informatie over het afspelen en bewerken van foto's en video's. Zie hoofdstuk 6 voor informatie over het bewerken van bestanden op een pc. Weergeven en bewerken Bestanden zoeken en beheren Hier vindt u informatie over het weergeven van foto- en videominiaturen en over het beschermen of verwijderen van bestanden. Als u een tijd lang geen bewerkingen uitvoert, verdwijnen de informatie en pictogrammen van het scherm. Wanneer u de camera weer gebruikt, worden ze weer weergegeven. Miniaturen weergeven U kunt foto's en video's zoeken door naar de miniatuurweergave te gaan. In de miniatuurweergave worden meerdere beelden tegelijk weergegeven, zodat u eenvoudig naar bestanden kunt zoeken. U kunt ook bestanden classificeren en weergeven op categorie, zoals datum of bestandstype. Foto's weergeven 1 Druk op [y]. • Het bestand met de laatste opname wordt weergegeven. Draai het instelwieltje naar links om de weergavemodus voor miniaturen te selecteren. (Draai aan het instelwieltje naar rechts om terug te gaan naar de vorige modus.) 2 Druk op [C/F] om door bestanden te bladeren. • U kunt de afbeelding ook naar links of rechts slepen om naar een ander bestand te gaan. U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen. 108 Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren Bestanden op categorie weergeven 1 Bestanden weergeven als map Druk in de miniatuurweergave op [m] ĺ z ĺ Filter ĺ een categorie. • U kunt ook FILTER aanraken om een categorie te selecteren. * Standaard Optie Beschrijving Alles* Bestanden normaal weergeven. Datum Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum. Type Bestanden weergeven op bestandstype. Locatie Bestanden weergeven op opslaglocatie. (Alleen de foto's die met een GPS-module zijn vastgelegd, bevatten locatiegegevens.) 2 Selecteer een lijst om deze te openen. 3 Selecteer een bestand om dit te openen. 4 Raak Doorlopende en burstopnamen worden weergegeven als map. Als u een map selecteert, worden alle foto's automatisch weergegeven. Als u een map verwijdert, worden alle foto's in de map verwijderd. 1 Druk in de afspeelmodus op [C/F] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar de gewenste map te gaan. • De camera geeft automatisch de foto's in de map weer. 2 Scroll het instelwieltje naar rechts de map te openen. • U kunt ook de map aanraken op het scherm om de map te openen. aan om terug te keren naar de vorige weergave. 3 Druk op [C/F] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander bestand te gaan. 4 Scroll het instelwieltje naar links om terug te gaan naar de afspeelmodus. 109 Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen Bestanden beveiligen Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [m] ĺ z ĺ Beveiligen ĺ Select.. Druk op [C/F] om een bestand te selecteren en druk op [o]. Druk op [f]. Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen. 1 Druk in de afspeelmodus op [m] ĺ z ĺ Beveiligen ĺ Alles. 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Vergrendel Alle bestanden vergrendelen. Ontgrendel Alle bestanden ontgrendelen. Annuleren Terug naar het vorige menu. U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien. 110 Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren Meerdere bestanden wissen Bestanden verwijderen Wis bestanden in de afspeelmodus en maak zo meer ruimte op de geheugenkaart vrij. Beveiligde bestanden worden niet gewist. U kunt meerdere bestanden selecteren en deze wissen. 1 Afzonderlijke bestanden wissen • Druk anders in de miniatuurweergave op [n] en selecteer bestanden die u wilt verwijderen. U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen. 1 Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [n]. 2 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja. Druk in de afspeelmodus op [m] ĺ z ĺ Verwijder ĺ Select.. 2 Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen door op [C/F] te drukken en druk op [o]. • Druk nogmaals op [o] op de selectie op te heffen. 3 Druk op [n]. 4 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja. 111 Weergeven en bewerken > Bestanden zoeken en beheren Alle bestanden verwijderen U kunt in één keer alle bestanden op de geheugenkaart wissen. 1 Druk in de afspeelmodus op [m]. 2 Selecteer z ĺ Verwijder ĺ Alles. 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja. 112 Weergeven en bewerken Foto's weergeven Een foto vergroten Een diashow weergeven U kunt foto's vergroten wanneer u ze in de afspeelmodus bekijkt. Tevens kunt u de bijsnijdfunctie gebruiken om het uitvergrote gedeelte op het scherm als een nieuw bestand op te slaan. U kunt foto's als diavoorstelling weergeven, u kunt diverse effecten aan de diavoorstelling toevoegen en u kunt achtergrondmuziek laten afspelen. Uitvergroot gebied Vergroting (de maximale vergroting kan per resolutie verschillen) 1 Druk in de afspeelmodus op [m]. 2 Selecteer z ĺ Opties voor diashow. 3 Selecteer een effect voor de diavoorstelling. • Ga naar stap 4 als u een diavoorstelling zonder effecten wilt. Volledig beeld * Standaard Bijsnijden Draai het instelwieltje naar rechts om een foto te vergroten. (Draai het instelwieltje naar links om een foto te verkleinen.) Functie Actie Uitvergroot gebied verplaatsen Druk op [D/I/C/F]. Het vergrote beeld bijsnijden Druk op [f]. (als nieuw bestand opgeslagen) Terug naar het originele beeld Druk op [o]. Optie Beschrijving Afsp.mod. Instellen of de diashow moet worden herhaald. (Eenmaal afspelen*, Herhalen) Interval Stel het interval tussen foto's in. (1 sec.*, 3 sec., 5 sec., 10 sec) Muziek Achtergrondmuziek instellen. Effect • Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. • Selecteer Uit om effecten te annuleren. U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze uitspreiden op het scherm om een foto te verkleinen of te vergroten. U kunt ook dubbeltikken op een gebied om het snel te vergroten. 113 Weergeven en bewerken > Foto's weergeven 4 Druk op [m]. Een afdrukbestelling maken (DPOF) 5 Selecteer Diashow starten. Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u het aantal kopieën instellen die moeten worden afgedrukt. 6 De diashow weergeven. De camera bewaart de DPOF-informatie in de MISC-map op de geheugenkaart. Als u DPOF-gegevens voor uw foto's hebt ingesteld, kunt u de geheugenkaart naar een printshop brengen om de foto's te laten afdrukken. U kunt de afdrukvolgorde van bestanden in RAW-indeling niet instellen. • Druk op [o] om te pauzeren. • Druk nogmaals op [o] om te hervatten. • Druk op [m] om de diashow te stoppen en terug te keren naar de afspeelmodus. • Druk op [D/I] om het volumeniveau aan te passen. Foto's met afmetingen die breder zijn dan het papier, worden mogelijk langs de linker- en rechterrand afgesneden. Zorg ervoor dat de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert. Automatisch draaien 1 Selecteer in de afspeelmodus een foto en druk op [m]. Als Automatisch draaien is ingeschakeld, worden de foto's die u verticaal hebt gemaakt automatisch gedraaid, zodat ze horizontaal op het scherm passen. 2 Selecteer z ĺ DPOF. 3 Druk op [D/I] om het aantal exemplaren in te stellen. U stelt als volgt opties voor Automatisch draaien in: • Als u een andere foto wilt selecteren, drukt u op [C/F]. Druk in de afspeelmodus op [m] ĺ z ĺ Autom. draaien ĺ een optie. 4 Druk op [o] om op te slaan. 114 Weergeven en bewerken Video's afspelen In de afspeelmodus kunt u video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden om op te slaan als een ander bestand. Stop Vastleggen Bediening van videoweergave Pictogram/Knop / /[C] / /[o] / /[F] /[D/I] Beschrijving Vorige bestand weergeven/achteruit scannen. (Elke keer dat u het pictogram aanraakt of op de knop drukt terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid als volgt wijzigen 2X, 4X, 8X.) Een video tijdens het afspelen bijsnijden 1 Blader in de afspeelmodus naar een video en raak 2 Druk op [o] of raak aan om de video af te spelen. 3 Druk op [o] of raak aan op het punt waar u wilt beginnen met bijsnijden. 4 Druk op [f] of raak Startpunt aan. 5 Druk op [o] of raak aan om de video weer af te spelen. 6 Druk op [o] of raak aan op het punt waar u wilt stoppen met bijsnijden. aan. Afspelen onderbreken of hervatten. Volgende bestand weergeven/vooruit scannen. (Elke keer dat u het pictogram aanraakt of op de knop drukt terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid als volgt wijzigen 2X, 4X, 8X.) Het volume aanpassen of het geluid dempen. 115 Weergeven en bewerken > Video's afspelen 7 Druk op [f] of raak Eindpunt aan. 8 Druk op [f] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden. Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan 1 Druk tijdens het weergeven van een video op [o] of raak aan op het punt waar u een afbeelding wilt vastleggen. 2 Druk op [f] of raak Vastleggen aan. • U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de handgrepen te slepen die worden weergegeven op de voortgangsbalk. 9 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u Ja. • U kunt een video die is opgenomen in de 3D-modus niet bijsnijden. • De originele video moet minstens 10 seconden lang zijn. • De camera slaat de bewerkte video op als een nieuw bestand en laat de • U kunt geen foto maken van een video die is opgenomen in de 3D-modus. • De opgeslagen afbeelding heeft dezelfde resolutie als de originele video. • De vastgelegde afbeelding wordt opgeslagen als een nieuw bestand. originele video ongewijzigd. 116 Weergeven en bewerken Foto's bewerken Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen met verschillende bestandsnamen. Foto's die zijn vastgelegd in bepaalde modi kunnen niet worden bewerkt met de functie Afbeelding bewerken. Afbeeldingen bewerken: Blader in de afspeelmodus naar een video en raak een optie aan. ĺ • U kunt ook afbeeldingen bewerken in de afspeelmodus door een foto te selecteren en op [f] of [m] ĺ Afbeelding bewerken te drukken. • Sommige afbeeldingen kunnen niet worden bewerkt met de functie voor Afbeelding bewerken. Gebruik in dit geval software voor het bewerken van afbeeldingen. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera ze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die u draait of waarvan u het formaat handmatig wijzigt, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie. • U kunt geen foto's bewerken wanneer u bestanden weergeeft als een map. Open de map en selecteer een foto om elke foto te bewerken. Een foto bijsnijden 1 Raak 2 Sleep de hoeken van het vak om het formaat van het gedeelte aan te passen. 3 Sleep het vak om de locatie van het gedeelte aan te passen. 4 Raak OK aan. 5 Raak ĺ aan. aan om op te slaan. 117 Weergeven en bewerken > Foto's bewerken Een foto draaien Het formaat van foto's wijzigen 1 Raak U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan. 2 Raak een optie aan. aan. ĺ Draaien : Rechts 90 gr. 1 Raak 2 Raak een optie aan. aan. ĺ Res.wijz : 10.1M 3:2 3 Raak OK aan. 4 Raak aan om op te slaan. • In de afspeelmodus kunt u een foto ook draaien door op [m] te drukken en vervolgens z ĺ Draaien ĺ een gewenste optie te selecteren. • De camera overschrijft het originele bestand. 3 Raak OK aan. 4 Raak aan om op te slaan. De beschikbare optie voor formaat wijzigen zijn afhankelijk van het oorspronkelijke formaat van de foto. 118 Weergeven en bewerken > Foto's bewerken Uw foto's aanpassen U kunt vastgelegde foto's corrigeren door de helderheid, het contrast of de verzadiging aan te passen. 1 Raak aan. 2 Raak een optie voor aanpassen aan. Pictogram Beschrijving 3 Druk op [C/F] om de optie aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te passen. • Als u , selecteert, gaat u door naar stap 4. 4 Raak OK aan. 5 Raak aan om op te slaan. Origineel (herstellen naar de originele afbeelding) Automatisch aanpassen Helderheid Contrast Saturation RGB-aanpassing Kleurtemperatuur Exposure Tint 119 Weergeven en bewerken > Foto's bewerken Gezichten aanpassen 1 Raak 2 Druk op [C/F] om de optie aan te passen. ĺ aan. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te passen. • Wanneer de waarde hoger wordt, wordt de huidskleur helderder en gladder. 3 Raak OK aan. • Als u de correctie wilt annuleren, raakt u 4 Raak aan. aan om op te slaan. 120 Weergeven en bewerken > Foto's bewerken Intelligent filter-effecten toepassen U kunt speciale effecten op uw foto's toepassen. 1 Raak aan en vervolgens een optie. Smart filter : Vignetten Optie Beschrijving Olieverfschets Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie. Inktschets Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt. Acryl Het effect van een acrylschilderij toepassen. Negatief Een negatiefeffect toepassen. Rood Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van rood. Groen Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van groen. Blauw Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van blauw. Geel Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van geel. Optie Beschrijving Origineel Geen effect Vignetten Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. 2 Raak OK aan. Miniatuur Een effect toepassen waarmee het onderwerp in miniatuur wordt weergegeven. 3 Raak Gekleurd potlood Het effect van een schilderij met gekleurde potloden toepassen. Waterverf Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Aquarel Een verwassen effect toepassen. aan om op te slaan. 121 Hoofdstuk 4 Draadloos netwerk Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken. Draadloos netwerk Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren. Pictogram/Optie Beschrijving Ad-hoctoegangspunt Beveiligd toegangspunt WPS-toegangspunt Verbinding maken met een WLAN 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer 3 Druk op [m] en selecteer Wi-Fi-instelling. , , of . • Volg in sommige modi de instructies op het scherm totdat het 4 Signaalsterkte Druk op [F] of raak aan om de netwerkinstellingen te openen. • Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop- upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven. • De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten. • Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, leest u Raak een toegangspunt aan. • Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de Vernieuwen Samsung1 Samsung2 Samsung3 Samsung4 Vorige • Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare toegangspunten te vernieuwen. • Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt toe te voegen. De naam van uw toegangspunt moet in het Engels zijn om deze handmatig te kunnen toevoegen. 'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 125) camera verbinding met het WLAN. • Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het WPS-profiel, selecteert u ĺ WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een toegangspunt dat wordt ondersteund door het WPS-profiel door ĺ WPS knopverbinding te selecteren op de camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het toegangspunt. • Hetzelfde toegangspunt kan twee keer vermeld worden, met verschillende frequenties, omdat uw camera de Dual band-functie ondersteunt. 123 Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Netwerkopties instellen Het IP-adres handmatig instellen 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [F] of raak aan. 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [F] of raak aan. 2 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. 2 Selecteer IP-instelling ĺ Handmatig. 3 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. Optie Beschrijving Netwerkwachtwoord Geef het netwerkwachtwoord in. IP-instelling Stel het IP-adres automatisch of handmatig in. Optie Beschrijving IP Hier voert u het statische IP-adres in. Subnetmasker Hier voert u het subnetmasker in. Gateway Hier voert u de gateway in. DNS-server Hier voert u het DNS-adres in. 124 Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren De aanmeldingsbrowser gebruiken • Sommige items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina die u U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers. • De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten Pictogram Beschrijving De aanmeldingsbrowser sluiten. weergeeft. Dit wijst niet op een defect. nadat u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dit geval sluit u de aanmeldingsbrowser door aan te raken en verder te gaan met de gewenste bewerking. • Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven. Naar de vorige pagina gaan. Naar de volgende pagina gaan. Stoppen met het laden van de pagina. De pagina opnieuw laden. 125 Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Tips over netwerkverbinding • U moet een geheugenkaart plaatsen om de Wi-Fi-functies te gebruiken. • De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt. • Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het duurt om verbinding te maken met het netwerk. • Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord. • Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord. • Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN. • Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord verschillen. • Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen. • Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met toegangspunten. U kunt geen verbinding met een netwerk maken via een printer. • U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op een tv. • Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement. • Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten. • Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN-netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service. • Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft. • De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land. • De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht. • De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden. • Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken. • Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is opgeladen. • U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn vastgelegd in verschillende modi. • Bestanden die u overdraagt naar een ander apparaat, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. Gebruik in dit geval een computer om de bestanden af te spelen. 126 Draadloos netwerk > Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Tekst ingeven Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de pictogrammen in de tabel kunt u de cursor verplaatsen, de hoofdletters wijzigen. Raak een toets aan om in te geven. Pictogram Beschrijving De cursor verplaatsen. Stoppen met tekst invoeren en terugkeren naar de vorige pagina. Hoofdletters wijzigen. Schakelen tussen de symbool-/nummerstand en normale stand. De invoertaal wijzigen. Een spatie ingeven. De weergegeven tekst opslaan. De laatste letter verwijderen. • U kunt in sommige modi alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht de schermtaal. • U kunt maximaal 64 tekens ingeven. • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde invoermodus. • Blijf een toets aanraken om het teken in te geven in de rechterbovenhoek van de toets. 127 Draadloos netwerk Bestanden automatisch opslaan op een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch opgeslagen op de smartphone. 3 • Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone • De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones uit de • • • • • Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is. Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later. Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger. Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten. U moet een geheugenkaart plaatsen om deze functie te gebruiken. Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs als u de opnamemodus wijzigt. Deze functie wordt in bepaalde modi mogelijk niet ondersteund of niet beschikbaar met bepaalde opnameopties. Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 6. 4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. 5 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten. • Er wordt een pictogram weergegeven op het scherm van de camera dat de verbindingsstatus ( 1 Druk op de camera in de opnamemodus op [m]. 2 Selecteer op de camera 1 ĺ AutoShare ĺ Aan. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de applicatie te downloaden, selecteert u Volgende. 6 ) aanduidt. Maak een foto met de camera. • De gemaakte foto wordt opgeslagen op de camera en overgedragen naar de smartphone. • Als u een video maakt, wordt deze alleen opgeslagen op de camera. 128 Draadloos netwerk Foto's of video's verzenden naar een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone. • De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is. • Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later. • Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger. Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden selecteert op de camera, kunt u bestanden weergegeven die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden is afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone. • Als u Full HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u bestanden mogelijk niet afspelen op bepaalde apparaten. • Wanneer u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, kan de Wi-Fiverbinding van het apparaat worden verbroken. • U kunt geen RAW-bestanden verzenden. 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer op de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de applicatie te downloaden, selecteert u Volgende. 3 Selecteer een optie voor verzenden op de camera. • Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw smartphone gebruiken om bestanden die zijn opgeslagen op de camera te bekijken en delen. • Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u bestanden selecteren die moeten worden verzonden van de camera. 4 Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 7. 129 Draadloos netwerk > Foto's of video's verzenden naar een smartphone 5 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. 6 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten. 7 Selecteer op de smartphone of camera de bestanden die u wilt overdragen van de camera. 8 Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer op de camera Verzenden. • De camera verzendt de bestanden. 130 Draadloos netwerk Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone. • De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie of Galaxy Tab-modellen met Android 2.3 OS of hoger of iOS-apparaten met iOS 6.0 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en bijwerken als dit nodig is. • Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later. • Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger. Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten. • Deze functie is niet beschikbaar in de 3D-modus. 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer op de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de applicatie te downloaden, selecteert u Volgende. 3 Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 30) op de camera. Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 6. 4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. 131 Draadloos netwerk > Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop 5 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten. 6 Stel de volgende opnameopties in op de smartphone. Pictogram Beschrijving Flitsoptie aanraken op de smartphone om scherp te stellen. • De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF. 8 Laat los om de foto te maken. • Het formaat van foto's die zijn opgeslagen op de smartphone wordt gewijzigd in 1616X1080 als u opnamen maakt met de resolutie en gewijzigd in 1920X1080 als u opnamen maakt met de resolutie . • Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de Fotoformaat • De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera Opslaglocatie • Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u niet beschikbaar op uw camera. • De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze functie gebruikt. • De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten . Blijf Timerinstelling • Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen en 7 smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving. bevinden als u deze functie wilt gebruiken. hebt losgelaten op de smartphone. • De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: -- er is een inkomende oproep op de smartphone. -- de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld. -- het geheugen is vol. -- de verbinding van het apparaat met het WLAN wordt verbroken. -- de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel. -- u gedurende ongeveer 5 minuten geen bewerkingen uitvoert terwijl er verbinding is. 132 Draadloos netwerk Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc. Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc 1 Installeer i-Launcher op de pc (pag. 163) 2 Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. 3 Als het pictogram Automatische back-up wordt weergegeven, klikt u op het pictogram. • Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc en de informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • U kunt de informatie over de pc ook op de camera opslaan door de pc en camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi. 4 Foto's of video's verzenden naar een pc 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer . • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de applicatie te downloaden, selecteert u Volgende. • U moet de informatie voor de back-upcomputer instellen om de functie Automatische back-up te gebruiken. Zie voor meer informatie 'Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc'. (pag. 133) Als het programma Automatische back-up is geïnstalleerd op uw pc, slaat u de pc-informatie op via een USB-kabel of Wi-Fi-verbinding. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) Verwijder de USB-kabel. Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. Als er geen internetverbinding beschikbaar is, moet u het programma installeren vanaf de bijgeleverde cd. 133 Draadloos netwerk > 3 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden Selecteer een back-upcomputer. • Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het • Als u al eerder een back-up hebt uitgevoerd, gaat u verder met stap 4. 4 toegangspunt dat is verbonden met de pc. • De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt. • Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden Selecteer OK. verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken. • Als u het verzenden wilt annuleren, selecteert u Annuleren. • U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera. • Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop uitgeschakeld op uw camera. • U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te verzenden. • De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden. • Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden. • De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc. • Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleren om terug te gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. • Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is • • • • voltooid, selecteert u Pc afsluiten na back-up. • Als u de back-upcomputer wilt wijzigen, selecteert u • . Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw aansluit op een andere pc. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u deze functie gebruikt. U kunt maximaal 1000 recent bestanden verzenden. In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten. Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie. 134 Draadloos netwerk Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. 5 Schakel het selectievakje Naam in, geef uw naam in en raak aan. Instelling afzender Naam E-mailinstellingen wijzigen In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) Uw gegevens opslaan 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer . E-mail Opslaan Reset 6 Schakel het selectievakje E-mail in, geef uw e-mailadres in en raak aan. 7 Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. • Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) 3 Druk op [m]. 4 Selecteer Instelling afzender. 135 Draadloos netwerk > Foto's of video's via e-mail verzenden Een e-mailwachtwoord instellen 6 Voer een wachtwoord van 4 cijfers in. 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 7 Geef het wachtwoord nogmaals in. 2 Selecteer 8 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK. . • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) 3 Druk op [m]. 4 Selecteer Wachtwoord instellen ĺ Aan. Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u het resetten door RESET te selecteren in het venster voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u de gegevens reset, wordt de eerder opgeslagen gebruikersgegevens, het e-mailadres en de e-maillijst met onlangs verzonden e-mails verwijderd. • Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen. 5 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK. 136 Draadloos netwerk > Foto's of video's via e-mail verzenden Het e-mailwachtwoord wijzigen 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer . • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer . • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een 3 Druk op [m]. 4 Selecteer Wachtwoord wijzigen. 5 Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in. WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) 3 Schakel het selectievakje Afzender in, geef uw e-mailadres in en raak aan. • Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze 6 Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in. 7 Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in. 8 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, selecteert u OK. automatisch ingevoegd. (pag. 135) • Als u een adres uit de lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, selecteert u ĺ een adres. 137 Draadloos netwerk > 4 Foto's of video's via e-mail verzenden Schakel het selectievakje Ontvanger in, geef uw e-mailadres in en raak aan. • Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de • Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, selecteert u ĺ een adres. • • Selecteer • om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30 ontvangers ingeven. • Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen. 5 Selecteer Volgende. 6 Selecteer de bestanden die u wilt verzenden. • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 7 MB zijn. 7 Selecteer Volgende. 8 Selecteer het opmerkingenvak, geef uw opmerkingen in en selecteer . 9 Selecteer Verzenden. • • • e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of herkend als spam. U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn. U kunt een e-mail niet verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M en de langste video die u kunt verzenden, is een video opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt ook een e-mail verzenden in de afspeelmodus door op [m] te drukken en Delen (Wi-Fi) ĺ E-mail te selecteren. • De camera verzendt de e-mail. 138 Draadloos netwerk Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden te uploaden naar bepaalde websites, moet u de website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit. Een website openen 4 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden. • Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) • Zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken' als u verbonden bent met SkyDrive. (pag. 125) 1 Draai de modusdraaiknop naar B. • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door 2 Selecteer • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk 3 Selecteer een website. . ĺ een gebruikersnaam te selecteren. automatisch aangemeld. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om een Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website voor het delen van bestanden hebben. account te maken, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) 139 Draadloos netwerk > Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Foto's of video's uploaden • U kunt een uploadmap instellen voor Facebook door op [m] te drukken 1 Open de website met uw camera. • 2 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden. • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 10 MB zijn. (Op sommige websites kan het totale aantal bestanden afwijken.) 3 Selecteer Uploaden. • Op sommige websites kunt u opmerkingen ingeven door het opmerkingenvak te selecteren. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) • • • • • • • • en Map uploaden (Facebook) te selecteren in het lijstvenster van de website. U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M en de langste video die u kunt verzenden, is een video opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige websites kan de maximale fotoresolutie afwijken.) De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van de geselecteerde website. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's. De snelheid waarmee u foto's kunt uploaden en webpagina's kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) ĺ de gewenste website te selecteren. U kunt naar sommige websites geen video's uploaden. Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat gewijzigd in 2M terwijl de hoogte-breedteverhouding gelijk blijft. 140 Draadloos netwerk AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag AllShare Play of bestanden weergegeven op een AllShare Play-apparaat die is aangesloten op hetzelfde toegangspunt. 3 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer Aanmelding ĺ OK. • Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127) • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door Foto's uploaden naar online opslag 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een account bij een verwante online-opslagservice maken op uw pc. Nadat u de account hebt gemaakt, voegt u uw online-opslagaccount toe aan AllShare Play. ĺWebopslag. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) • Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u Uploadgrootte afb.. • Als u meerdere webopslaglocaties hebt geregistreerd, kunt u selecteren in de lijst door op [m] te drukken en Webopslag wijzigen te selecteren. ĺ een gebruikersnaam te selecteren. 4 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden. • Als u meerdere webopslagservices hebt geregistreerd, selecteert u eerst een webopslag. • U kunt geen videobestanden uploaden naar de online opslag AllShare Play. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt maximaal 20 bestanden uploaden. • U kunt ook foto's uploaden in de afspeelmodus door op [m] te drukken en Delen (Wi-Fi) ĺ AllShare Play te selecteren. 141 Draadloos netwerk > AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play ondersteunen 1 Draai de modusdraaiknop naar B. 2 Selecteer ĺApparaten in de buurt. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. 6 Blader op het AllShare Play-apparaat naar de gedeelde foto's of video's. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of video's op het AllShare Play-apparaat. • Afhankelijk van het type AllShare Play-apparaat of de netwerkverbinding kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Voor een vloeiende afspeelervaring moet u een 5 Ghz Dual-band toegangspunt gebruiken. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 123) • U kunt instellen dat alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten verbinding mogen maken door op [m] te drukken en DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm. • Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere apparaten uw camera kunnen vinden. 3 Sluit het AllShare Play-apparaat aan op een netwerk en schakel de AllShare Play-functie in. • Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor meer informatie. 4 Geef op de camera het AllShare Play-apparaat toestemming om verbinding te maken met de camera. 5 Selecteer op het AllShare Play-apparaat een camera waarmee u verbinding wilt maken. AP S Een camera is aangesloten op een televisie die AllShare Play ondersteunt via WLAN. 142 Draadloos netwerk > AllShare Play gebruiken om bestanden te verzenden • U kunt maximaal 1000 recent bestanden delen. • Op een AllShare Play-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u • • • • • • • • • • met de camera hebt opgenomen. Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een AllShare Play-apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt. Als de camera is verbonden met 2 AllShare Play-apparaten, wordt er mogelijk langzamer afgespeeld. Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld. U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die AllShare Play ondersteunen. Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het AllShare Play-apparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan zodat ze voldoen aan de specificaties van het apparaat. Het overbrengen van foto's of video's naar het AllShare Play-apparaat kan enige tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt delen of de grootte van de bestanden. Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op een AllShare Play-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is. De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het AllShare Play-apparaat. Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren. Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het AllShare Play-apparaat voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere handelingen op het apparaat uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct. • Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden • • • • • wijzigt terwijl u de bestanden op een AllShare Play-apparaat bekijkt, moet u de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te werken. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw AllShare Play-apparaat aan te sluiten op uw toegangspunt. Hiermee wordt het haperen van video's verminderd, wat mogelijk optreedt bij het streamen van inhoud. Als u bestanden wilt weergeven op een AllShare Play-apparaat met de functie Apparaten in de buurt, moet u de multicastmodus inschakelen op uw toegangspunt. Video's met het formaat 1920X1080 (60 fps) kunnen alleen worden afgespeeld op Full HD-tv's die kunnen afspelen met 60 fps. U kunt 3D-bestanden alleen weergeven op 3D-tv's of -monitors. 143 Draadloos netwerk Foto's verzenden via Wi-Fi Direct Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. 1 Schakel op het apparaat de optie Wi-Fi Direct in. 2 Scroll op de camera in de afspeelmodus naar een foto. 3 Druk op [m] en selecteer Delen (Wi-Fi) ĺ Wi-Fi Direct. 5 Geef op het apparaat de camera toestemming om verbinding te maken met het apparaat. • De foto wordt verzonden naar het apparaat. • U kunt maximaal 20 bestanden per keer verzenden. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-apparaat, moet u het apparaat bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. • In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk verzenden. • U kunt in de miniatuurweergave meerdere foto's selecteren. Selecteer Uploaden wanneer u klaar bent met het selecteren van foto's. 4 Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op de camera. • Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld. • U kunt uw camera ook selecteren in de apparatenlijst van het betreffende Wi-Fi Direct-apparaat. 144 Hoofdstuk 5 Camera-instellingenmenu Hier leest u alles over de menu's met gebruikersinstellingen en algemene instellingen. U kunt de instellingen aan uw voorkeuren en behoeften aanpassen. Camera-instellingenmenu Gebruikersinstellingen Met deze instellingen kunt u de gebruiksomgeving aanpassen. U stelt als volgt gebruikersopties in: Druk in de opnamemodus op [m] ĺ 5 ĺ een optie. Auto ISO bereik U kunt voor ISO Auto de maximale ISO-waarde voor de diverse belichtingsstappen instellen. * Standaard Beschikbare items en de volgorde hiervan kunnen verschillen, afhankelijk van de opname-omstandigheden. Optie Waarde 1/3 stap ISO 125, ISO 160, ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500, ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250, ISO 1600, ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200* 1 stap ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200* ISO aanpassen ISO-stap U kunt het formaat voor de ISO-waarde instellen op 1/3 of 1 stap. Ruisonderdrukking Gebruik Ruisonderdrukking om zichtbare ruis in foto's te verminderen. * Standaard Optie Beschrijving Hoge ISO ruisonderdr. Met deze functie wordt ruis die bij een hoge ISOwaarde optreedt, verminderd. (Uit, Hoog, Normaal*, Laag) Lange ruisonderdr. Met deze functie wordt ruis bij lange belichtingen verminderd. (Uit, Aan*) 146 Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen Bracketing instellen DMF (Direct Manual Focus) U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT. U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen door de scherpstelring te draaien nadat u hebt scherpgesteld door [Ontspanknop] half in te drukken. Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar. Optie Beschrijving AE BKT instellen Belichtingsinterval instellen. (-/+0.3 EV*, -/+0.7 EV, -/+1 EV, -/+1.3 EV, -/+1.7 EV, -/+2 EV, -/+2.3 EV, -/+2.7 EV, -/+3 EV) WB BKT instellen Pas het witbalansintervalbereik aan van de 3 foto's die worden gemaakt met de bracketingfunctie. (AB-/+3*, AB-/+2, AB-/+1, MG-/+3, MG-/+2, MG-/+1) Zo wordt met AB-/+3 de waarde voor oranje plus of min drie stappen bijgesteld. Met MG-/+3 wordt de magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld. Fotowiz. bkt instel. 3 Fotowizard-instellingen selecteren die de camera gebruikt om de 3 foto's te maken die met de bracketingfunctie worden gemaakt. 147 Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen Kleurruimte Met de optie voor kleurruimte kunt u methoden selecteren voor het weergeven van kleuren. Digitale beeldapparaten zoals digitale camera's, monitoren en printers hebben hun eigen methode voor de weergave van kleuren, de zogenaamde kleurruimte. Optie Beschrijving sRGB sRGB (Standard RGB) is een internationale specificatie om de kleurruimte te definiëren die is gemaakt door de IEC (International Electrotechnical Commission). sRGB wordt algemeen gebruikt voor de weergave van kleuren op pc-monitoren en is tevens de standaardkleurruimte voor Exif. sRGB wordt aangeraden voor reguliere foto's en voor foto's die u op internet wilt publiceren. Adobe RGB Adobe RGB wordt voor commercieel drukwerk gebruikt en heeft een groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's gemakkelijk bewerken op een computer. Het is belangrijk om te weten dat afzonderlijke programma's over het algemeen een beperkt aantal kleurruimtes ondersteunen. Adobe RGB sRGB Als de kleurruimte op Adobe RGB is ingesteld, worden de bestandsnamen '_SAMXXXX.JPG'. 148 Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen Vervormingscorrectie Gebruikersdisplay U kunt de vervorming corrigeren die bij bepaalde lenzen kan optreden. Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar. U kunt opnamegegevens op het scherm weergeven of weglaten. 1 London Aanraakbediening Stel dit in om aanraakbediening te gebruiken in de opnamemodus. Optie Beschrijving Aan Aanraakbediening gebruiken in de opnamemodus. Uit Geen aanraakbediening gebruiken in de opnamemodus. (U kunt aanraakbediening gebruiken in andere situaties.) 2 3 Nr. iFn aanpassen 1 U kunt opties selecteren die kunnen worden aangepast wanneer u op [i-Function] drukt op een i-Function-lens. 2 Optie Beschrijving Diafragma De diafragmawaarde aanpassen. Sluitertijd De sluitertijd aanpassen. EV De belichtingswaarde aanpassen. ISO De ISO-waarde aanpassen. Witbalans Instellen om de witbalans aan te passen. Z Het zoompercentage aanpassen. Beschrijving Datum/tijd De datum en tijd weergeven. Pictogrammen Pictogrammen aan de rechterkant weergeven in de opnamemodus. 149 Camera-instellingenmenu > Nr. Gebruikersinstellingen Toetsafbeelding Beschrijving Histogram Het histogram op het scherm in- of uitschakelen. 3 Het histogram Een histogram is een grafiek die de verdeling van de helderheid in het beeld toont. Een histogram dat naar links neigt, duidt op een donker beeld. Een histogram dat naar rechts neigt, duidt op een licht beeld. De hoogte van de grafiek houdt verband met de kleurinformatie. De grafiek wordt hoger als een bepaalde kleur veel voorkomt. Onvoldoende belichting Normale belichting U kunt de functie wijzigen die is toegewezen aan de knop Aangepast of de knop DIRECT LINK. * Standaard Knop Functie Aangepast Een functie voor de knop Aangepast instellen. • Optisch voorb.*: het scherptedieptevoorbeeld voor de huidige diafragmawaarde uitvoeren. (pag. 24) • WB-sneltoets (witbalans): de functie Aangepaste witbalans uitvoeren. • RAW-sneltoets+: als u een bestand wilt opslaan in de indeling RAW+JPEG. Als u een bestand wilt opslaan in de indeling JPEG, drukt u nogmaals op de knop. • Reset: sommige instellingen resetten. • AEL: de automatische belichtingsfunctie vergrendelen. • AEL-vergr.: de automatische belichtingsvergrendeling blijven uitvoeren na de opname. DIRECT LINK Een functie instellen voor de knop DIRECT LINK. (AutoShare*, MobileLink, Remote Viewfinder, Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud, AllShare Play) Te veel belichting 150 Camera-instellingenmenu > Gebruikersinstellingen Rasterlijn Hiermee kunt u een raster selecteren om te helpen bij de compositie. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal) AF-lamp Schakel de AF-lamp in om op donkere plaatsen beter automatisch te kunnen scherpstellen. De autofocus werkt op donkere plaatsen beter als de AF-lamp is ingeschakeld. 151 Camera-instellingenmenu Instellingen Leren hoe u de instellingen van de camera kunt configureren. * Standaard Onderdeel Opties instellen bij Instellingen: Druk in de opname- of afspeelmodus op [m] ĺ q ĺ een optie. * Standaard Onderdeel Beschrijving • Systeemvolume: stel het geluidsvolume in of schakel het geluid helemaal uit. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Geluid Zelfs als het systeemvolume is uitgeschakeld, geeft de camera een geluid weer wanneer een video of diashow wordt afgespeeld. Display aanpassen • AF-geluid: het geluid in- of uitschakelen dat de camera De duur instellen voor Snel tonen; de tijd gedurende welke een foto direct na het maken wordt weergegeven. (Uit, 1 sec*, 3 sec, 5 sec, Vasthouden) Stel de helderheid van het scherm, de automatische helderheidsoptie, de schermkleur of niveaumeter in. • Helderheid display: u kunt de helderheid van het display handmatig aanpassen. • Helderheid autom.: de helderheid van het display automatisch laten aanpassen. (Uit, Aan*) • Displaykleur: de kleur van het display handmatig aanpassen. • Horizontale kalibratie: de niveaumeter kalibreren. Als de niveaumeter niet waterpas is, plaatst u de camera op een vlakke ondergrond en volgt u de instructies op het scherm. • U kunt de optie Horizontale kalibratie niet openen in maakt als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*) • Toetsgeluid: het geluid in- of uitschakelen dat de camera maakt als u op de knoppen drukt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*) Snel tonen Beschrijving de afspeelmodus. • U kunt de peilmeter niet kalibreren in de staande stand. Scherm auto. Uit Stel de tijd in waarna het scherm wordt uitgeschakeld. Het scherm wordt uitgeschakeld als u de camera gedurende de ingestelde tijd niet gebruikt. (Uit, 30 sec*, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min) 152 Camera-instellingenmenu > Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving * Standaard Onderdeel Beschrijving Video Kies het video-uitvoersignaal dat in uw land wordt gebruikt. Dit is nodig voor wanneer de camera op een extern videoapparaat zoals een monitor of HDTV wordt aangesloten. • NTSC: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, etc • PAL (ondersteunt alleen PAL B, D, G, H, of I): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen, enzovoort Anynet+ (HDMICEC) Als de camera is aangesloten op een HDTV die Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt, kunt u deze met de afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te schakelen. • Uit: u kunt niet met de afstandsbediening van de tv de weergavefunctie van de camera gebruiken. • Aan*: u kunt met de afstandsbediening van de tv de weergavefunctie van de camera gebruiken. Stel de tijd in waarna de camera wordt uitgeschakeld. De camera wordt uitgeschakeld als u deze gedurende de ingestelde tijd niet gebruikt. (30 sec, 1 min*, 3 min, 5 min, 10 min, 30 min) Spaarstand • De ingestelde uitschakeltijd blijft ook na het vervangen van de batterij bewaard. • De spaarstand werkt mogelijk niet als de camera op een computer of televisie is aangesloten of een diavoorstelling of film afspeelt. • Modushulpgids: stel dit in om Help-tekst over de Helpgids weergeven geselecteerde modus weer te geven wanneer u de opnamemodus wijzigt. (Uit, Aan*) • Functiehulpgids: instellen dat Help-tekst over menu's en functies wordt weergegeven. (Uit, Aan*) Druk op [n] om de Help-tekst te verbergen. Language De taal instellen van de informatie op het scherm. De datum, tijd, datumnotatie en tijdzone instellen en of de datum op de foto's moet worden weergegeven. (Tijdzone, Datum/tijd, Datumtype, Type tijd, Afdruk) Datum en tijd • De datum verschijnt rechtsonder in het beeld. • Wanneer u een foto afdrukt, kan het zijn dat sommige HDMI-uitvoer Als u de camera met een HDMI-kabel op een HDTV aansluit, kunt u de resolutie van het beeld wijzigen. • NTSC: Auto*, 1080p, 720p, 480p, 576p (wordt alleen geactiveerd als PAL is geselecteerd) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. printers de datum niet goed kunnen afdrukken. 153 Camera-instellingenmenu > Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving 3D HDMIuitvoer Selecteer een optie om bestanden af te spelen op een 3d TV. • Naast elkaar*: hiermee worden twee afbeeldingen naast elkaar weergegeven. • Frame-packing: hiermee worden de afbeeldingen voor het linker- en rechteroog om en om in frames weergegeven. Stel de notatie van bestandsnamen in. • Standaard*: SAM_XXXX.JPG (sRGB)/ _SAMXXXX.JPG (Adobe RGB) • Datum: * Standaard Onderdeel Stel de notatie voor bestands- en mapnummering in. • Reset: na het gebruik van de resetfunctie begint de bestandsnummering weer bij 0001. • Serie*: de bestandsnummering loopt door, ook als u een nieuwe geheugenkaart plaatst, de kaart formatteert of alle foto's wist. • De eerste mapnaam is 100PHOTO, en als u de sRGB- Bestandsnr. - sRGB-bestanden - MMDDXXXX.JPG. Een foto die 1 januari Best.naam Beschrijving • • is gemaakt, heet bijvoorbeeld 0101XXXX.jpg. - Adobe RGB-bestanden - MDDXXXX.JPG voor de maanden januari tot en met september. Voor de maanden oktober tot en met december wordt het maandnummer vervangen door de letters A (okt.), B (nov.) en C (dec.). Een foto die op 3 februari is gemaakt, heet bijvoorbeeld _203XXXX.jpg. Een foto die op 5 oktober is gemaakt, heet _A05XXXX.jpg. • • • Maptype kleurruimte en de standaardbestandsnaamgeving hebt gekozen, heet het eerste bestand SAM_0001. Het bestandsnummer wordt steeds met één opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. Ook mapnummers worden steeds met één opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. Bestandsnummers worden volgens de DCF-specificaties (Design rule for Camera File system) toegekend. Als u een bestandsnaam wijzigt, bijvoorbeeld op een computer, kan het bestand niet meer op de camera worden weergegeven. Stel het type map in. • Standaard*: XXXPHOTO • Datum: XXX_MMDD 154 Camera-instellingenmenu > Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving * Standaard Onderdeel De geheugenkaart formatteren. Tijdens het formatteren worden alle bestanden verwijderd, inclusief beveiligde bestanden. (Ja, Nee) Formatt. Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u er beelden op vastlegt. Stel een frequentie in om de camera te gebruiken als toegangspunt voor de functie AutoShare, MobileLink of Remote Viewfinder. (5 GHz, 2,4 GHz*) Dual-band mobiel toegangspunt • U kunt firmware-upgrades downloaden van www.samsung.com. • U kunt geen firmware-upgrade uitvoeren als de batterij • • niet volledig is opgeladen. Laad de batterij volledig op voordat u een firmware-upgrade uitvoert. Bij een firmware-upgrade worden de gebruikersinstellingen en waarden gereset. (De datum, tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.) Schakel de camera niet uit zolang het upgradeproces actief is. Als u de camera in een ander land gebruikt dan het land waarin deze is gekocht, werkt de 5 GHz Wi-Fifunctie mogelijk niet correct vanwege verschillen in radiofrequenties. Als dit het geval is, moet u in plaats daarvan de 2,4 GHz Wi-Fi-functie gebruiken. • Geocodering: instellen dat foto's worden gemaakt met De firmwareversie van de body en de lens, MAC-adres en het netwerkcertificeringsnummer weergeven of de firmware bijwerken. • Firmware bijwerken: de firmware van de camerabody of lens bijwerken. (Toestel, Lens) Apparaatgegevens Beschrijving GPS locatiegegevens met behulp van GPS (Global Positioning System). De locatiegegevens worden in de Exif-gegevens van de foto opgeslagen. (Uit, Aan*) • Geldige tijdsinst. GPS: geef de tijdslimiet op waarna de laatste locatiegegevens moeten worden gebruikt wanneer de camera geen GPS-signalen ontvangt. Als de camera na de opgegeven tijd geen GPS-signalen ontvangt, worden er geen locatiegegevens op de foto's vastgelegd. (15 sec*, 30 sec, 1 min, 3 min, 10 min, 30 min) • Locatieweergave: instellen om de locatiegegevens op het scherm weer te geven in de opnamemodus. De locatiegegevens worden alleen in het Koreaans weergegeven wanneer u zich in Korea bevindt en de schermtaal op Koreaans is ingesteld. Wanneer er een andere taal is ingesteld, verschijnen de locatiegegevens in het Engels. (Uit, Aan*) • GPS resetten: instellen dat er naar GPS-satellieten wordt gezocht die zich het dichtst bij uw huidige positie bevinden. (Ja, Nee) Als u de GPS-functie wilt gebruiken, moet u een optioneel GPS-apparaat aanschaffen. 155 Camera-instellingenmenu > Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving • Sensor reinigen: verwijder stof van de sensor. • Bij inschakelen: de sensor wordt telkens bij het inschakelen van de camera gereinigd. (Uit*, Aan) Sensor reinigen Aangezien deze camera gebruikmaakt van verwisselbare lenzen, kan er bij het wisselen van de lens stof op de sensor komen. Dit kan resulteren in zichtbare stofdeeltjes op de foto. Het wordt aanbevolen om niet in een stoffige omgeving lenzen te wisselen. Zorg ook dat de lensdop bevestigd is als de lens niet wordt gebruikt. Reset Het instellingenmenu en de opnameopties opnieuw instellen zodat ze weer op de fabrieksinstellingen staan. (Instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gewijzigd.) (Ja, Nee) Open bronlicenties Open Source-licenties weergeven. 156 Hoofdstuk 6 Verbinding maken met externe apparaten Profiteer optimaal van de mogelijkheden van deze camera door het apparaat op externe apparaten zoals een computer, HDTV of 3D-televisie aan te sluiten. Verbinding maken met externe apparaten Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie U kunt foto's of video's bekijken door de camera met een optionele HDMI-kabel op een HDTV (3D TV) aan te sluiten. 5 Schakel de camera in. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een HDTV. Bestanden weergeven op een HDTV 1 2 3 6 Bekijk foto's of video's met de knoppen op de camera. Druk in de opname- of afspeelmodus op [m] ĺ q ĺ HDMI-uitvoer ĺ een optie. (pag. 153) • Als u de HDMI-kabel gebruikt, kunt u de camera via de Schakel de camera en de HDTV uit. • Als de HDTV Anynet+(CEC) ondersteunt, wordt de televisie automatisch Sluit de camera op de HDTV aan met de optionele HDMI-kabel. Anynet+(CEC)-methode op een HDTV aansluiten. • Met de Anynet+(CEC)-functies kunt u aangesloten apparaten met de tvafstandsbediening bedienen. • • • • 4 Schakel uw HDTV in en selecteer de HDMI-videobron. ingeschakeld wanneer deze samen met de camera wordt gebruikt. Deze functie is mogelijk niet op alle HDTV's beschikbaar. Wanneer de camera met een HDMI-kabel op een HDTV is aangesloten, kunnen er geen foto's of video's met de camera worden gemaakt. Wanneer de camera op een HDTV is aangesloten, zijn bepaalde weergavefuncties van de camera mogelijk niet beschikbaar. De tijdsduur waarna de camera en een HDTV met elkaar zijn verbonden kan variëren, afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart. Hoewel de hoofdfunctie van een geheugenkaart het zorgen voor een grotere overdrachtssnelheid is, is het niet noodzakelijk zo dat een geheugenkaart met een grote overdrachtssnelheid ook snel is in combinatie met de HDMI-functie. Video's met het formaat 1920X1080 (60 fps) kunnen alleen worden afgespeeld op Full HD-tv's die kunnen afspelen met 60 fps. 158 Verbinding maken met externe apparaten > Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie Bestanden weergeven op een 3D-televisie 7 U kunt foto's of video's die zijn gemaakt in 3D-modus of 3D-panoramamodus weergeven in de Smart-modus op een 3D-televisie. 1 Druk in de opname- of afspeelmodus op [m] ĺ q ĺ HDMI-uitvoer ĺ een optie. (pag. 153) Ga naar een 3D-bestand en druk op [I] om over te schakelen naar de 3D-modus. • Druk nogmaals op [I] om naar 2D-modus over te schakelen. 8 Schakel de 3D-functie van uw televisie in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer informatie. 2 Selecteer 3D HDMI-uitvoer ĺ een optie. (pag. 154) 3 Schakel de camera en de 3D-televisie uit. 4 Sluit de camera op de 3D-televisie aan met de optionele HDMI-kabel. 9 Bekijk 3D-foto's of 3D-video's met de knoppen op de camera. • U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-effect op televisies die deze indeling niet ondersteunen. • Gebruik een goede 3D-bril wanneer u een MPO-bestand of 3D-videobestand weergeeft op een 3D-televisie. • Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus wordt het 3D-effect mogelijk minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt in de 3D-modus met een 3D-lens. 5 Schakel uw 3D-televisie in en selecteer de HDMI-videobron. 6 Schakel de camera in. Bekijk de 3D-foto's of -video's die zijn vastgelegd met uw camera niet gedurende langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan onaangename symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen, vermoeidheid, misselijkheid, en meer. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een 3D-televisie. 159 Verbinding maken met externe apparaten Bestanden naar de computer overbrengen Breng bestanden op een geheugenkaart naar de computer over door de camera op de pc aan te sluiten. Bestanden naar een Windows-computer overbrengen 3 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch. 4 Selecteer op uw computer Deze computer ĺ Verwisselbare schijf ĺ DCIM ĺ 100PHOTO of 101_0101. 5 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op. De camera aansluiten als verwisselbare schijf U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 1 2 Schakel de camera uit. Als Maptype is ingesteld op Datum, wordt de mapnaam weergegeven als 'XXX_MMDD'. Als u bijvoorbeeld op 1 januari een opname maakt, wordt de mapnaam '101_0101'. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. • U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. • Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de camera mogelijk niet naar behoren. 160 Verbinding maken met externe apparaten > Bestanden naar de computer overbrengen De camera loskoppelen (Windows XP) Met Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 lijken de manier waarop de camera moet worden losgemaakt, sterk op elkaar. 1 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund. Zorg dat er op dat moment geen gegevens tussen de camera en de computer worden uitgewisseld. • Als het statuslampje op de camera knippert, betekent dit dat er gegevens worden overgedragen. Wacht totdat het statuslampje niet meer knippert. 2 Klik op op de werkbalk in de rechterbenedenhoek van uw computerscherm. 3 Klik op het pop-upbericht. 4 Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat veilig is verwijderd. 5 Verwijder de USB-kabel. 1 Schakel de camera uit. 2 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. • U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden worden beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. • Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de camera mogelijk niet naar behoren. 161 Verbinding maken met externe apparaten > 3 Bestanden naar de computer overbrengen Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram voor een verwisselbare schijf weer. 4 Open de verwisselbare schijf. 5 Breng foto's of video's naar de Mac-computer over. 162 Verbinding maken met externe apparaten Programma's gebruiken op een pc U kunt bestanden weergeven en bewerken met de meegeleverde programma's. U kunt de bestanden ook draadloos naar een computer verzenden. i-Launcher gebruiken Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en biedt u een koppeling om het programma PC Auto Backup te downloaden. Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd Onderdeel Vereisten 1 Plaats de installatie-cd in de pc. Processor Intel® i5 3,3 GHz of hoger/ AMD Phenom™ II x4 3,2 GHz of hoger 2 Selecteer een taal. RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem* Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7, Windows 8 Schijfruimte Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) 3 Selecteer een programma om te installeren. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm. 5 Klik op Exit (Afsluiten) om de installatie te voltooien. Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt Onderdeel Beschrijving Multimedia Viewer U kunt bestanden weergeven met Multimedia Viewer. Firmware Upgrade U kunt de firmware van de camera downloaden. PC Auto Backup U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc. Vereisten voor Windows OS • CD-ROM-station • 1024x768 pixels, monitor met ondersteuning Overig voor 16-bits kleuren (1280x1024 pixels en ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) • USB 2.0-poort • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600 series of hoger • Microsoft DirectX 9.0c of hoger * Er wordt een 32-bits versie van i-Launcher geïnstalleerd, zelfs bij 64-bits versie van Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8. 163 Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc • De vereisten zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer. • Als de computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet correct afgespeeld. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van niet-gekwalificeerde computers zoals een computer die u zelf hebt samengesteld. Vereisten voor Mac OS Onderdeel Vereisten Besturingssysteem Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC) RAM Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen) Schijfruimte Minimaal 110 MB Overig USB 2.0-poort, CD-ROM-station i-Launcher openen Selecteer op uw computer start ĺ Alle programma's ĺ Samsung ĺ i-Launcher ĺ Samsung i-Launcher. Of klik op Applications (Afsluiten) ĺ Samsung ĺ i-Launcher op uw Mac OS-computer. 164 Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc Multimedia Viewer gebruiken Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer. • Multimedia Viewer ondersteunt de volgende indelingen: - Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO • Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld. Foto's weergeven 1 Nr. Beschrijving 1 Best.naam 2 Vergroot gedeelte 3 Histogram 4 Het geselecteerde bestand openen. 5 Histogram-knop 6 Naar links draaien/Naar rechts draaien. 7 Naar het vorige bestand gaan/Naar het volgende bestand gaan. 8 De foto aanpassen aan het scherm. 9 De foto op origineel formaat weergeven. 10 Inzoomen/uitzoomen 11 Schakelen tussen de 2D- en 3D-modus. 2 3 11 10 9 8 7 6 5 4 165 Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc Video's weergeven 1 Nr. Beschrijving 6 Pauze 7 Naar het vorige bestand gaan. 8 Voortgangsbalk De firmware downloaden Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade. Het programma PC Auto Backup downloaden 2 8 7 6 5 4 Nr. Beschrijving 1 Best.naam 2 Het volume aanpassen. 3 Het geselecteerde bestand openen. 4 Naar het volgende bestand gaan. 5 Stop Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Voor informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup, leest u pagina 133. 3 166 Verbinding maken met externe apparaten > Programma's gebruiken op een pc Adobe Photoshop Lightroom installeren Adobe Photoshop Lightroom gebruiken 1 Plaats de DVD-ROM Adobe Photoshop Lightroom in de pc. 2 Selecteer een taal. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Foto's die met een camera gemaakt zijn, worden vaak omgezet naar een JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het geheugen opgeslagen. Met Adobe Photoshop Lightroom kunt u de belichting, witbalans, tinten, contrast en kleuren van foto's kalibreren. U kunt ook JPEG- of TIFF-bestanden en RAW-bestanden bewerken. Raadpleeg de handleiding bij het programma voor meer informatie. 167 Hoofdstuk 7 Bijlagen Informatie over foutberichten, onderhoud van de camera, tips voor het oplossen van problemen, specificaties en optionele accessoires. Bijlagen Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmeldingen Mogelijke oplossing Lens vergrend De lens is vergrendeld. Draai de lens linksom totdat u een klik hoort. (pag. 45) Kaartfout • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer Foutmeldingen Mogelijke oplossing Max. aant. mappen en bestanden bereikt. Vervang kaart Bestandsnamen komen niet overeen met de DCF-norm. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 155) Error 00 Schakel de camera uit, ontkoppel de lens en plaats deze weer terug. Neem contact op met een servicecenter als de melding blijft verschijnen. Error 01/02 Schakel de camera uit, verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Neem contact op met een servicecenter als de melding blijft verschijnen. terug. • Formatteer de geheugenkaart. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geen foto Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's. Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Kaart vergrendeld U kunt een SD-, SDHC-, SDXC- of UHS-1 -kaart vergrendelen om te voorkomen dat bestanden worden verwijderd. Ontgrendel de kaart voordat u gaat fotograferen. (pag. 173) 169 Bijlagen Onderhoud van de camera Reiniging van de camera Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een kwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. Beeldsensor Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er stof op foto's zichtbaar zijn doordat de beeldsensor aan de buitenlucht is blootgesteld geweest. Dit is geen probleem en blootstelling aan stof is iets wat bij alledaags gebruik van de camera gebeurt. U kunt stof van de sensor verwijderen met de functie voor sensorreiniging. (pag. 156) Als er na het reinigen van de sensor nog stof achterblijft, neemt u contact op met een servicecenter. Steek de blazer niet in de opening van de vatting. Camerabehuizing Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. 170 Bijlagen > Onderhoud van de camera De camera gebruiken of opbergen Gebruik op het strand of aan de waterkant • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera • Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen. in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. • Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken. • Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert. • Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld in een auto die in de zon staat. • Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. • Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen. Camera voor langere tijd opbergen • Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten houder plaatsen. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. • De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera wordt ingeschakeld als de batterij langere tijd niet in de camera is geplaatst. • Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera. • Berg de camera niet op met mottenballen. 171 Bijlagen > Onderhoud van de camera Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar een warme, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en minstens 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart verwijderen uit de camera en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst. • Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. • Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. • Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken. • De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet Overige aandachtspunten • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van de camera kan beïnvloeden. • Schakel de camera uit wanneer u deze niet gebruikt. • De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet blootstelt aan schokken. • Bewaar de camera in het etui om het scherm te beschermen tegen externe krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen. • Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren. van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld, kan de kleur van het scherm tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt. • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stopt u onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleegt u een arts. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. • Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing veroorzaken. 172 Bijlagen > Onderhoud van de camera Geheugenkaart Geheugenkaartadapter Ondersteunde geheugenkaart Dit product accepteert de geheugenkaarten SD (Secure Digital), SDHC (Secure Digital High Capacity), SDXC (Secure Digital eXtended Capacity), UHS-1 (Ultra High Speed-1), microSD, microSDHC, microSDXC of microUHS-1. Geheugenkaart Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen. Contactpunten Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) Bij SD-, SDHC-, SDXC- of UHS-1-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden worden gewist door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heffen. Ontgrendel de kaart voordat u foto's en video's maakt. 173 Bijlagen > Onderhoud van de camera Capaciteit van de geheugenkaart De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een SD-kaart van 2 GB gebaseerd. Kwaliteit Formaat Foto Superhoog Hoog Normaal RAW RAW + S.Fijn RAW + Fijn RAW + Normaal 20.0M (5472X3648) 151 179 218 69 47 49 52 10.1M (3888X2592) 276 321 384 - 62 64 66 5.9M (2976X1984) 423 484 565 - 71 72 74 2.0M (1728X1152) 845 923 1016 - 82 83 84 Burst 479 545 631 - - - - 16.9M (5472X3080) 177 208 252 - 51 53 56 7.8M (3712X2088) 343 396 467 - 66 68 70 4.9M (2944X1656) 487 553 640 - 74 75 76 2.1M (1920X1080) 827 905 999 - 82 83 84 13.3M (3648X3648) 218 255 307 - 56 58 61 7.0M (2640X2640) 373 429 504 - 68 70 72 4.0M (2000X2000) 559 630 721 - 76 77 78 1.1M (1024X1024) 1111 1180 1258 - 86 86 87 174 Bijlagen > Onderhoud van de camera Kwaliteit Formaat 1920X1080 (60 fps) 1920X1080 (30 fps) * 1920X1080 (15 fps) Video 1920X810 (24 fps) 1280X720 (60 fps) 1280X720 (30 fps) 640X480 (30 fps) Om te delen (30 fps) * • • • • • Hoge kwaliteit Normaal Ongeveer 10' 10" Ongeveer 12' 43" Ongeveer 17' 41" Ongeveer 22' 09" Ongeveer 23' 38" Ongeveer 29' 24" Ongeveer 21' 35" Ongeveer 27' 02" Ongeveer 16' 51" Ongeveer 21' 06" Ongeveer 29' 11" Ongeveer 36' 35" Ongeveer 120' 47" Ongeveer 153' 30" Ongeveer 218' 48" Ongeveer 278' 24" is alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filter-opties. De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. De maximale opnametijd is 29 minuten en 59 seconden per bestand. De maximale afspeeltijd van video's  Om te delen is 30 seconden per bestand. 175 Bijlagen > Onderhoud van de camera Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten • Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken. • Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen de camera en de geheugenkaart hierdoor beschadigen. • Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. • Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. • Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst. • Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor geheugenkaarten, in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken. • Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen. • Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde schijf of cd/dvd. • Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. • Gebruik een geheugenkaart die voldoet aan de standaardvereisten. het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen. • Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. foto's meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. • Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. • Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden. • Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen. 176 Bijlagen > Onderhoud van de camera De batterij • Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. • Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een matrassen, tapijten of elektrische dekens. afgesloten ruimte. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen Batterijspecificaties voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges. Onderdeel Beschrijving Model BP1130 Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 1130 mAh Voltage 7,6 V Oplaadtijd* (wanneer de batterij volledig ontladen is) Ongeveer 215 min * Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden. • Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. • Haal de batterij niet uit elkaar en maak er geen gat in met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen van 60 °C (140 °F) of hoger. • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken. Richtlijnen voor afvoer Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze • • • • wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de fabrikant. Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op. Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer. Plaats de batterij niet in een magnetron. Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche. • Voer de batterij met zorg af. • Werp de batterij nooit in een open vuur. • Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. 177 Bijlagen > Onderhoud van de camera Werkduur van de batterij Opnamemodus Gemiddelde tijdsduur/Aantal foto's Foto's Ongeveer 165 min/Ongeveer 330 foto's Video's Ongeveer 110 min (video's opnemen met de resolutie 1920X1080 en 60 fps.) • De cijfers hierboven zijn gebaseerd op de CIPA-testnormen. De resultaten die u tijdens het gebruik behaalt, kunnen hiervan afwijken. • De daadwerkelijk beschikbare opnameduur verschilt en is afhankelijk van achtergrond, de tijd tussen opnamen en de gebruiksomstandigheden. • Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. De batterij gebruiken • Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken. • Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Hierdoor kan het risico op brand of elektrische schok ontstaan. • Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en levensduur van de batterij afnemen. • Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen. Bericht Batterij bijna leeg Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en wordt de melding 'Batterij bijna leeg' weergegeven. • Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst, loopt de batterij leeg. U kunt mogelijk een volledig lege batterij niet meer opladen. • Wanneer u de camera langere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij voortdurend laat leeglopen, nemen de capaciteit en levensduur mogelijk af, wat kan leiden tot defecten, brand of explosies. 178 Bijlagen > Onderhoud van de camera Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade. Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van de batterij en tijdelijke of permanente schade aan batterijen veroorzaken of brand of een elektrische schok. De batterij opladen • Controleer als het statuslampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als de camera is ingeschakeld tijdens het opladen, laadt de batterij mogelijk niet volledig op. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. • Gebruik de camera niet wanneer u de batterij oplaadt. Dit kan brand of een schok veroorzaken. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Hierdoor kan het risico op brand of elektrische schok ontstaan. • Als u de camera aansluit op een externe stroombron wanneer de batterij leeg is, zorgen functies die veel stroom verbruiken ervoor dat de camera wordt uitgeschakeld. Als u de camera normaal wilt gebruiken, moet u de batterij opladen. • Als u het netsnoer aansluit wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het statuslampje ongeveer 30 minuten branden. • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode statuslampje wordt uitgeschakeld. • Als het indicatielampje rood knippert, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. • Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het statuslampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. • Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. • Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen. • Laat de batterij minstens 10 minuten opladen voordat u de camera inschakelt. 179 Bijlagen > Onderhoud van de camera Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten • Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel. • De batterij laadt wellicht niet op als: - u een USB-hub gebruikt - andere USB-apparaten zijn aangesloten op de computer - u de kabel hebt aangesloten op de poort aan de voorzijde van de computer - als de USB-poort van uw computer de standaard stroomuitvoer niet ondersteunt (5 V, 500 mA) Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. 180 Bijlagen Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met het toestel ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, moet u ook de onderdelen meenemen die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de batterij. Probleem De camera kan niet worden ingeschakeld De camera wordt plotseling uitgeschakeld Er kunnen geen foto's worden gemaakt • • • • • • • Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. • Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. Mogelijke oplossing • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Mogelijke oplossing Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. Formatteer de geheugenkaart. De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. De geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel de kaart. (pag. 173) Controleer of de camera is ingeschakeld. Laad de batterij op. Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. • Laad de batterij op. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. • Laad de batterij op. • Uw camera staat mogelijk in de spaarstand of het De camera wordt warm De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. Er wordt onverwachts geflitst De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van de camera. De flitser werkt niet • Mogelijk is de flitser ingesteld op Uit. (pag. 94) • In bepaalde modi kunt u de flitser niet gebruiken. De datum en tijd kloppen niet Stel de datum en tijd in onder het menu q. (pag. 153) Het scherm of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. display wordt automatisch uitgeschakeld. (pag. 153) • De camera wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door extreme hitte beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. • Bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) kan de De batterij raakt snel leeg Probleem batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. 181 Bijlagen > Voordat u contact opneemt met een servicecenter Probleem De geheugenkaart heeft een fout Mogelijke oplossing Probleem Mogelijke oplossing • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 76) De foto is te licht of te donker. De foto is over- of onderbelicht. • Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 75) • Schakel de flitser uit of in. (pag. 94) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 102) Foto's zijn vervormd Deze camera kan een minimale vervorming hebben wanneer er een groothoeklens wordt gebruikt waarmee een grote beeldhoek mogelijk is. Dit is normaal en wijst niet op een defect. terug. • Formatteer de geheugenkaart. Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 176) Uw computer herkent een SDXC- of UHS-1geheugenkaart niet SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFATbestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten of UHS-1-geheugenkaarten die zijn geformatteerd met het exFAT-bestandssysteem, wilt gebruiken op een Windows XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor het exFAT-bestandssysteem downloaden en bijwerken via de website van Microsoft. Uw televisie of computer kan geen foto's of video's weergeven die zijn opgeslagen op een SDXC- of UHS-1geheugenkaart SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFATbestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten of UHS-1-geheugenkaarten die zijn geformatteerd met het exFAT-bestandssysteem, wilt gebruiken, moet u controleren of het externe apparaat compatibel is met het exFAT-bestandssysteem voordat u de camera aansluit op het apparaat. Kan geen bestanden weergeven Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. • Zorg dat de gekozen scherpsteloptie geschikt is voor het soort opname dat u wilt maken. De foto's zijn onscherp • Gebruik een statief om te voorkomen dat de Het afspeelscherm verschijnt niet op het aangesloten externe apparaat De computer herkent de camera niet • Controleer of de HDMI-kabel goed op de externe monitor is aangesloten. • Zorg dat er bruikbare opnamen op de geheugenkaart staan. • Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Controleer of u een ondersteund besturingssysteem gebruikt. Tijdens het overbrengen van bestanden verbreekt de computer de verbinding De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. camera beweegt. • Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 170) 182 Bijlagen > Voordat u contact opneemt met een servicecenter Probleem Mogelijke oplossing De computer kan geen video's afspelen Video's worden mogelijk in bepaalde programma's voor het afspelen van video's niet afgespeeld. Als u videobestanden wilt afspelen die zijn vastgelegd met uw camera, gebruikt u het programma Multimedia Viewer dat u met het programma i-Launcher kunt installeren op uw computer. • Sluit i-Launcher af en start het programma i-Launcher werkt niet naar behoren Ik kan geen DPOF voor RAW-bestanden instellen opnieuw. • Afhankelijk van de specificaties en omgeving van uw computer, wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dit geval op start ĺ Alle programma's ĺ Samsung ĺ i-Launcher ĺ Samsung i-Launcher op uw Windowscomputer. (Windows 8: open het startscherm en selecteer select All apps (Alle apps) ĺ Samsung i-Launcher.) Of klik op Applications (Toepassingen) ĺ Samsung ĺ i-Launcher op uw Mac OS-computer. Probleem Mogelijke oplossing AEL-functie werkt niet AEL-functie werkt niet in de modi t, M, i en s. Selecteer een andere modus als u deze functie wilt gebruiken. Lens werkt niet • Zorg dat de lens goed is geplaatst. • Ontkoppel de lens van de camera en plaats deze vervolgens opnieuw. De externe flitser of GPS werkt niet Controleer of de externe flitser goed is geplaatst en is ingeschakeld. Het scherm voor de datum- en tijdinstellingen wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt • Stel de datum en tijd opnieuw in. • Dit scherm verschijnt wanneer de interne krachtbron van de camera volledig is ontladen. Plaats een volledig opgeladen batterij en wacht ten minste 72 uur in uitgeschakelde toestand tot de interne krachtbron weer is opgeladen. U kunt DPOF niet instellen voor RAW-bestanden. • Het onderwerp is niet in focus. Wanneer het Autofocus werkt niet onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt, beweegt u de camera zodanig dat het AF-gebied over het onderwerp valt en drukt u [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Het onderwerp is te dichtbij. Neem een stap naar achteren en maak de opname. • De scherpstelling is op MF ingesteld. Schakel over naar de AF-modus. 183 Bijlagen Cameraspecificaties Beeldsensor Scherm Type CMOS Sensorformaat 23,5 X 15,7 mm Effectieve pixels Ongeveer 20,3 megapixel Totaalaantal pixels Ongeveer 21,6 megapixel Kleurenfilter RGB-primairekleurenfilter Lensvatting Type Samsung NX-vatting Beschikbare lens Samsung-lenzen Beeldstabilisatie Type AMOLED met aanraakscherm (C-type aanraakbediening ingeschakeld) Formaat 3,31" (Ongeveer 84,0 mm) Resolutie WVGA (800X480) 768.000 punten (PenTile) Gezichtsveld Ongeveer 100 % Hoek Kantelbaar (omhoog 90°, omlaag 45°) Gebruikersscherm Rasterlijn, Pictogrammen, Histogram, Afstandsschaal, Niveaumeter Scherpstelling Type Type Lens-shift (afhankelijk van de lens) Modus Uit/Modus 1/Modus 2 Lensvervormingscorrectie Uit/Aan (afhankelijk van de lens) • Totale automatische scherpstelpunt: Scherptepunt i-Function E, Z (X1.2, 1.4, 1.7, 2.0) Stofreductie Type Fasedetectie en Contrast AF 105 punten (Fasedetectie AF), 247 punten (Contrast AF) • Selectie: 1 punt (vrije selectie) • Multi: normaal 21 (3 X 7) punten (kruisingspunt 1), Close-up 35 punten • Gezichtsdetectie: max. 10 gezichten Modus Enkelvoudige AF, Continu AF, Handm. scherpstellen, Aanraak AF en Sluiter AF-hulplampje Groene LED Ultrasoon transport 184 Bijlagen > Cameraspecificaties Sluiter Transportmodus Type Elektronisch gestuurde verticaal lopende spleetsluiter Sluitertijd • Automatisch: 1/6000-1/4 sec. • Handmatig: 1/6000-30 sec. (1/3 EV Stap) • Bulb (tijdslimiet: 4 min) Belichting Modus 8,6 fps Continuopnamen TTL 221 (17 X 13) Bloksegment Lichtmetingssysteem Lichtmeting: Multi, Centr. gewogen, Spot Lichtmeetbereik: EV 0-18 (ISO100 · 30 mm, F2) Compensatie ±3 EV (1/3 EV Stap) AE-vergrendeling AANGEPAST-toets • 1 stap: Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO-equivalent ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400, ISO 12800, ISO 25600 • 1/3 stap: Auto, ISO 100, ISO 125, ISO 160, ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500, ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250, ISO 1600, ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200, ISO 4000, ISO 5000, ISO 6400, ISO 8000, ISO 10000, ISO 12800, ISO 16000, ISO 20000, ISO 25600 1 opname, Serieopname, Burst (alleen 5M), Timer, Belichtingstrap (Automatische belichting, Witbalans, Fotowizard) * De maximale opnamesnelheid is 8,6 frames per seconde. Deze neemt af na ongeveer 13 JPEG-opnamen, 5 RAWopnamen. (Op basis van UHS-1 SD-kaart. Kan verschillen afhankelijk van de specificaties van de geheugenkaart.) Opnametrapje Automatische belichtingsbracketing (±3 EV), Witbalansbracketing, Fotowizardbracketing Zelfontspanner 2-30 sec. (interval van 1 seconde) Ontspanknop SR2NX02 (via Micro USB-poort) (optioneel) Flitser Type Externe flitser (bundel met SEF8A) Modus Smart Flitser, Auto, Automatisch rode ogen onderdrukken, Invulflits, Invulflits + Rode ogen, 1e gordijn, 2e gordijn, Uit Richtgetal 8 (gebaseerd op ISO 100) (SEF8A) Beeldhoek 28 mm (35-mm-filmequivalent) Synchronisatiesnelheid Minder dan 1/180 sec. EV flitser -2-+2 EV (0,5 EV Stap) Externe flitser Optionele externe Samsung-flitsers Synchronisatieterminal Hot-shoe 185 Bijlagen > Cameraspecificaties Witbalans • JPEG (3:2): 20.0M (5472X3648), Modus Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, Wit TL-licht, NW TL-licht, Daglicht-TL, Kunstlicht, WB flitser, Aangep. instelling, Kleurtemperatuur (handmatig) Microaanpassing Oranje/Blauw/Groen/Magenta, respectievelijk 7 stappen Formaat Dynamisch bereik Uit/HDR-bereik+/HDR Fotowizard Modus Standaard, Helder, Portret, Landschap, Bos, Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Aangepast 1, Aangepast 2, Aangepast 3 Parameter Kleur, Kleurverzadiging, Scherpte, Contrast Opname Modus Smart Auto, Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig, Lensprioriteit, Smart Smart-modus Gezichtscorrectie, Beste gezicht, Landschap, Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama, Waterval, Silhouet, Zon onder, Nacht, Vuurwerk, Lichtspoor, Creatieve opname Intelligent filter Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood, Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets, Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel 10.1M (3888X2592), 5.9M (2976X1984), 5.0M (2736X1824) (alleen serieopnamen), 2.0M (1728X1152) • JPEG (16:9): 16.9M (5472X3080), 7.8M (3712X2088), 4.9M (2944X1656), 2.1M (1920X1080) • JPEG (1:1): 13.3M (3648X3648), 7.0M (2640X2640), 4.0M (2000X2000), 1.1M (1024X1024) • RAW: 20.0M (5472X3648) * 3D-modus met 3D-lens is alleen beschikbaar met JPEG (16:9) 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080). Kwalit. Superhoog, Hoog, Normaal RAW-standaard SRW (ver.2.0.0) Kleurruimte sRGB, Adobe RGB 186 Bijlagen > Cameraspecificaties Video Weergave Type MP4 (H.264) Indeling Video: H.264, Geluid: AAC Film AE-modus Type Eén afbeelding, Miniaturen (15/28), Diashow, Film Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig Bewerken Intelligent filter, Res.wijz, Draaien, Gezichtretouch., Helderheid, Contrast Smart Filter Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood, Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets, Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel Intelligent filter Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood, Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets, Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel Formaat 1920X1080, 1920X810, 1280X720, 640X480, 320X240 (Om te delen) Opnamesnelheid 60 fps, 30 fps, 24 fps (alleen beschikbaar met 1920X810), 15 fps (alleen beschikbaar met bepaalde Smart Filter-opties) Multi Motion x0.25 (alleen 640X480, 320X240), x0.5 (1280X720 (alleen 30 fps), 640X480, 320X240), x1, x5, x10, x20 Kwaliteit Hoge kwaliteit, Normaal Geluid Stereo Type Bewerken Stilstaand beeld als foto vastleggen, Video inkorten Geo-tagging met optionele GPS-module (WGS 84) Functionaliteit Locatienaam (alleen beschikbaar in het Engels en Koreaans) Opslag Media Extern geheugen (optioneel)*: SD-kaart (2 GB gegarandeerd), SDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd), SDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd), UHS-1-kaart * Class 6 en hoger aanbevolen Bestandsindeling RAW (SRW (ver.2.0.0)), JPEG (EXIF 2.21), MPO (3D), DCF, DPOF 1.1 GPS 187 Bijlagen > Cameraspecificaties Draadloos netwerk Energiebron Type IEEE 802.11b/g/n-ondersteuning Dual Band Functie MobileLink, Remote Viewfinder, Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud, AllShare Play, AutoShare, Wi-Fi Direct NFC Type Oplaadbare batterij: BP1130 (1130 mAh) * Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 122 x 63,7 x 40,7 mm (zonder uitsteeksels) Gewicht Ja 284 g (zonder batterij en geheugenkaart) Interface Digitale uitvoer USB 2.0 (micro USB-aansluiting) Video-uitvoer • NTSC, PAL (instelbaar) • HDMI Externe ontspanknop Ja (micro USB) Gelijkstroomingang Gelijkstroom 5,0 V, 1A via microUSB Bedrijfstemperatuur 0-40 °C Bedrijfsluchtvochtigheid 5-85 % Software i-Launcher, Adobe Photoshop Lightroom * Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren. * Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars. 188 Bijlagen Woordenlijst Toegangspunt Een toegangspunt is een apparaat waarmee draadloze apparaten verbinding kunnen maken met een bedraad netwerk. AEL/AFL (Vergrendeling automatische belichting/ vergrendeling automatische scherpstelling) Met deze functies kunt u de belichting of scherpstelling vergrendelen op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen of als u de belichting wilt berekenen. Ad-hocnetwerk Een ad-hocnetwerk is een tijdelijk verbinding voor het delen van bestanden of een internetverbinding tussen computers en apparaten. AdobeRGB Adobe RGB wordt gebruikt voor commercieel afdrukken en heeft een groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's gemakkelijk bewerken op een computer. AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen) Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken. AF (Autofocus) Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen. AMOLED (Active-matrix organic light-emitting diode)/ LCD (Liquid Crystal Display) AMOLED is een scherm dat erg dun en licht is en waarvoor geen achtergrondverlichting nodig is. LCD is een scherm dat algemeen wordt gebruikt in consumentenelektronica. Dit scherm heeft een afzonderlijke achtergrondverlichting, zoals CCFL of LED, nodig om kleuren te reproduceren. Diafragma Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt. 189 Bijlagen > Woordenlijst Bewegingsonscherpte (vaag) Compositie Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren. Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. DCF (Design rule for Camera File system) Cloudcomputing Cloudcomputing is een technologie waarmee u gegevens kunt opslaan op externe servers en de gegevens kunt gebruiken op een apparaat met internettoegang. Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). Scherptediepte Kleurruimte Het kleurenbereik dat de camera kan zien. De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag. Kleurtemperatuur Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Wanneer de kleurtemperatuur toeneemt, heeft de kleur van de lichtbron een blauwiger tint. Wanneer de kleurtemperatuur afneemt, heeft de kleur van de lichtbron een rodere tint. Bij 5500 graden Kelvin is de kleur van de lichtbron vergelijkbaar met die van de zon rond het middaguur. DPOF (Digitale afdrukbestelling) Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken. 190 Bijlagen > Woordenlijst EV (Belichtingswaarde) Flitser Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting. Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht. EV-compensatie Brandpuntsafstand Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren. De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. Exif (Exchangeable Image File Format) Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA). Histogram Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht. Belichting De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. H.264/MPEG-4 Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. Deze codec kan video van goede kwaliteit leveren bij lage bitsnelheden ontwikkeld door JVT (Joint Video Team). 191 Bijlagen > Woordenlijst Beeldsensor Lichtmeting Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor). De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen. IP (Internet Protocol)-adres MF (Handmatige scherpstelling) Een systeem dat de cameralens handmatig scherpstelt op het onderwerp. U kunt de scherpstelring gebruiken om scherp te stellen op een onderwerp. Een IP-adres is een uniek nummer dat wordt toegewezen aan elk apparaat dat verbinding heeft gemaakt met internet. MJPEG (Motion JPEG) ISO-waarde De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis. Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld. MPO (Multi Picture Object) Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere beelden bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-effect op MPO-compatibele schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors. JPEG (Joint Photographic Experts Group) Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie. 192 Bijlagen > Woordenlijst Ruis PAL (Phase Alternate Line) Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie. Een coderingsnorm voor videokleur die in verschillende landen in Afrika, Azië, Europa en het Midden-Oosten wordt gebruikt. NFC (Near Field Communication) NFC is een set met standaards voor radiocommunicatie op zeer korte afstand. U kunt NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of gegevens uit te wisselen met andere apparaten. Kwaliteit Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden. RAW (onbewerkte CCD-gegevens) Een coderingsnorm voor videokleur die vooral wordt gebruikt in Japan, Noord-Amerika, de Filippijnen, Zuid-Amerika, Zuid-Korea en Taiwan. De oorspronkelijke, niet-verwerkte gegevens die rechtstreeks afkomstig zijn van de beeldsensor van de camera. Witbalans, contrast, verzadiging, scherpte en andere gegevens kunnen worden bewerkt met bewerkingssoftware voordat het beeld wordt gecomprimeerd naar een standaardbestandsindeling. Optische zoom Resolutie Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert. Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie. NTSC (National Television System Committee) 193 Bijlagen > Woordenlijst Sluitertijd Witbalans (kleurbalans) De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen. Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven. sRGB (Standard RGB) Internationale norm voor kleurruimte, vastgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commission). Deze norm is vastgesteld op basis van kleurruimte voor computermonitoren en wordt ook gebruikt als de standaardkleurruimte voor Exif. Wi-Fi Wi-Fi is een technologie waarmee elektronische apparaten draadloos gegevens kunnen uitwisselen via een netwerk. WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een technologie voor beveiliging van draadloze thuisnetwerken. Vignetten Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst. 194 Bijlagen Optionele accessoires Lens Lens SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III SAMSUNG 20-50 mm F3.5-5.6 ED II SAMSUNG 85 mm F1.4 ED SSA SAMSUNG 12-24 mm F4-5.6 ED SAMSUNG 16 mm F2.4 SAMSUNG 20 mm F2.8 SAMSUNG 45 mm F1.8 SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D Externe flitser SAMSUNG 30 mm F2 SAMSUNG 50-200 mm F4-5.6 ED OIS III SEF42A SEF220A GPS GPS10 SAMSUNG 60 mm F2.8 Macro ED OIS SSA SAMSUNG 18-200 mm F3.5-6.3 ED OIS 195 Bijlagen > Optionele accessoires Draadontspanner (micro USB-type) Microfoon SR2NX02 EM10 Oplaadbare batterij Batterijoplader BP1130 BC3NX01 Cameratas Camera-etui USB-kabel HDMI-kabel Polslus • De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van deze optionele accessoires voor meer informatie. • Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van derden ontstaat. Geheugenkaart Filter 196 Bijlagen Index A Bestanden overbrengen Mac 161 Windows 160 Aanraak AF 86 Aanraakscherm 36 Brandpuntsafstand 21 Foto's aanpassen 119 Gezichten aanpassen 120 AllShare Play 141 Autofocus 80 Automatische back-up 133 C Camera Aansluiten als verwisselbare schijf 160 Aansluiten op pc 160 Indeling 30 Loskoppelen (Windows) 161 Cameraspecificaties 184 B Batterij Let op 177 Opladen 34 Plaatsen 33 H F-getal 16 Helderheid display 152 Flitser Houding 13 Bounce-fotografie 27 Flitsopties 94 Intensiteit 95 Richtgetal 26 Adobe Photoshop Lightroom 167 Afbeelding aanpassen F D Focus Peaking 88 Foto's Bewerken 117 Opname-instellingen 73 Vergroten 113 Weergeven op 3D-televisie 159 Weergeven op camera 108 Weergeven op HDTV 158 i-Function 61 i-Launcher 163 Instellingen 152 In-/uitfaden 105 ISO-waarde 75 i-Zoom 63 K Datum/tijd 153 Diafragma 16, 20 G Belichtingswaarde (EV) 16, 102 Diashow 113 Geheugenkaart Bestanden Digitale afdrukbestelling (DPOF) 114 DIRECT LINK 32 I Fotowizard 79 Belichtingstrap 92 Beveiligen 110 Fototype 74 Type video 104 Verwijderen 111 Hulpfunctie voor scherpstellen 88 Kleurruimte 148 Let op 173 Plaatsen 33 Gezichten aanpassen 120 Display type 43 Draadloos netwerk 123 Draaien 118 197 Bijlagen > Index Opnamemodi L Diafragmaprioriteit 57 Handmatig 59 Lensprioriteit 60 Opnemen 68 Programma 55 Sluitertijdvoorkeuze 58 Smart 64 Smart Auto 53 Lenzen Markeringen 47 Onderdelen 44 Ontgrendelen 46 Vergrendelen 45 L.meting 97 Optionele accessoires M De flitser aansluiten 49 GPS-module aansluiten 51 Indeling van GPS-module 51 Onderdelen van flitser 48 Miniaturen 108 MobileLink 129 Modus Beste gezicht 65 Resolutie Afspeelmodus 118 Opnamemodus (film) 104 Opnamemodus (foto) 73 Rode ogen-effect 95 Panoramamodus 66 One Touch-opname 87 Pictogrammen Afspeelmodus 42 Opnamemodus 40 Opladen 34 Video's Servicecenter 181 Opnemen 68 Opties 104 Vastleggen 116 Weergeven 115 Sluitertijd 18, 20 Smart filter Afspeelmodus 121 Opnamemodus 101 Snelheid 90 Onderhoud 170 V Video Out 153 Scherptediepte 17, 22 Optische beeldstabilisatie (OIS) 89 P Uitpakken 29 Vergroten 113 S Smartpaneel 38 O U W Witbalans 76 Spaarstand 153 T 3 3D-modus 69 Televisie 158 R Timer 91 Tracking AF 86 Regel van derden 24 Remote Viewfinder 131 198 Bijlagen Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) ( Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USBkabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. 199 LET OP ER BESTAAT ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS U DE BATTERIJ VERVANGT DOOR EEN BATTERIJ VAN EEN ONJUIST TYPE. VERWIJDER OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES. Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt. In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt. 200 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202

Samsung NX300 Handleiding

Type
Handleiding