Documenttranscriptie
EK-GN120
Gebruiksaanwijzing
www.samsung.com
Over deze gebruiksaanwijzing
Dit apparaat biedt hoogwaardige mobiele communicatie en amusement dankzij de uitzonderlijke
technologie en hoge normen van Samsung. Deze gebruiksaanwijzing is speciaal ontworpen om de
functies en onderdelen van het apparaat uit te leggen.
• Lees deze gebruiksaanwijzing door zodat u verzekerd bent van veilig en correct gebruik voordat
u het apparaat in gebruik neemt.
• Beschrijvingen zijn gebaseerd op de standaardinstellingen van het apparaat.
• Afbeeldingen en schermafbeeldingen kunnen er anders uitzien dan het daadwerkelijke
product.
• De inhoud kan afwijken van het uiteindelijke product, of van de software die door
serviceproviders wordt geleverd, en is onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande
kennisgeving. Raadpleeg de website van Samsung op www.samsung.com voor de nieuwste
versie van de gebruiksaanwijzing.
• Inhoud (van hoge kwaliteit) waarvoor veel gebruik wordt maakt van de CPU en het RAMgeheugen, beïnvloedt de algehele prestaties van het apparaat. Applicaties met dergelijke
inhoud werken mogelijk niet correct, afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de
omgeving waarin het wordt gebruikt.
• Welke functies en extra diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van het apparaat, de software
en uw provider.
• Applicaties en de bijbehorende functies kunnen verschillen per land, regio of
hardwarespecificatie. Samsung is niet aansprakelijk voor prestatieproblemen die worden
veroorzaakt door applicaties van andere providers dan Samsung.
• Samsung is niet aansprakelijk voor prestatie- of compatibiliteitsproblemen die worden
veroorzaakt door het bewerken van de instellingen in het register of door het gebruik van
aangepaste besturingssysteemsoftware. Wanneer u probeert het besturingssysteem aan te
passen, kan dit ertoe leiden dat uw apparaat en applicaties niet correct werken.
• Voor alle software, geluidsbronnen, achtergronden, afbeeldingen en andere media die bij dit
apparaat worden geleverd, is een licentie voor beperkt gebruik verleend. Het overnemen en
gebruiken van deze materialen voor commerciële of andere doeleinden maakt inbreuk op de
copyrightwetgeving. Gebruikers zijn volledig verantwoordelijk voor het illegale gebruik van
media.
• Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht voor gegevensservices, zoals chatten,
uploaden en downloaden, automatisch synchroniseren of het gebruik van locatieservices. Als u
extra kosten wilt voorkomen, selecteert u een geschikt gegevensabonnement. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
2
Over deze gebruiksaanwijzing
• Standaardapplicaties die bij het apparaat worden geleverd zijn onderhevig aan updates en
worden mogelijk niet langer ondersteund zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vragen
hebt over een applicatie die bij het apparaat is geleverd, moet u contact opnemen met een
Samsung Servicecenter. Voor applicaties die zijn geïnstalleerd door de gebruiker, moet u contact
opnemen met de serviceproviders.
• Het aanpassen van het besturingssysteem van het apparaat of het installeren van software
van niet-officiële bronnen kan ervoor zorgen dat het apparaat niet correct functioneert of dat
gegevens beschadigd raken of verloren gaan. Deze acties zijn schendingen van uw Samsunglicentieovereenkomst en zorgen ervoor dat uw garantie vervalt.
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Waarschuwing: situaties die letsel kunnen veroorzaken bij u of anderen
Let op: situaties die schade aan het apparaat of andere apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie
Copyright
Copyright © 2013 Samsung Electronics
Deze gebruiksaanwijzing is beschermd onder internationale auteursrechtwetten.
Geen enkel onderdeel van deze gebruiksaanwijzing mag worden gereproduceerd, gedistribueerd,
vertaald of verzonden in welke vorm dan ook of op welke elektronische of mechanische wijze
dan ook, inclusief door deze te fotokopiëren, op te nemen of op te slaan in een systeem voor het
opslaan en ophalen van informatie, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Samsung
Electronics.
3
Over deze gebruiksaanwijzing
Handelsmerken
• SAMSUNG en het SAMSUNG-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Samsung Electronics.
™
™
™
™
™ Store
• Het Android-logo, Google , Google Maps , Google Mail , YouTube , Google Play
en Google Talk zijn handelsmerken van Google, Inc.
™
• Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en Lightroom zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
®
• Bluetooth is wereldwijd een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
• HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
®
™
™
™ en het Wi-Fi-logo zijn
• Wi-Fi , Wi-Fi Protected Setup , Wi-Fi Direct , Wi-Fi CERTIFIED
gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
• Alle overige handelsmerken en auteursrechten zijn het eigendom van de betreffende eigenaren.
4
Inhoud
Aan de slag
34 Startscherm
36 Applicaties gebruiken
37 Scherm Applicaties
38 Help
39 Tekst ingeven
41 Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
42 Accounts instellen
43 Bestanden overbrengen
44 Het apparaat beveiligen
45 Het apparaat upgraden
8 Indeling
10 Toetsen
10 Dioptrie-instelwieltje
11 Instelwieltje
12 Lens-indeling
13 Inhoud van de verpakking
15 De SIM- of USIM-kaart en de batterij
plaatsen
18 De batterij opladen
20 Een geheugenkaart plaatsen
22 Een riem bevestigen
23 Een lens bevestigen en verwijderen
25 Het apparaat in- en uitschakelen
26 Het volume aanpassen
26 Overschakelen naar de stille stand
Camera: basisfuncties
47
49
49
50
51
51
Basisfuncties
27 Pictogrammen
28 Het aanraakscherm gebruiken
30 Bedieningsbewegingen
32 Handpalmbeweging
33 Meldingen
33 Venster Snel instellen
51
52
53
53
5
Camera starten
Het bedieningstype selecteren
Foto's maken
Video's maken
Foto's en video's weergeven
Foto's of video's maken met
spraakopdrachten
Foto's of video's maken met filtereffecten
Snel de opnameopties wijzigen
Bewogen foto's voorkomen
Tips voor het maken van betere foto's
Inhoud
Camera: opnamestanden
93 OIS (anti-trillen)
94 Bracket instellen
94 ISO-aanpassing
95 DMF
95 Ruisonderdrukking
95 Vervormingen correct
95 Kleur
96 Dynamisch bereik
96 Richtl. overbelichting
97 Opties voor video-opnamen
97 Opties voor delen
98 Camera-instellingen
57 Automatisch
58 Expert
63 Smart
77 Mijn stand
77 3D-stand
Camera: opnameopties en
-instellingen
79 Opnameopties aanpassen
79 EV (helderheid)
80 ISO (gevoeligheid)
81 WB (lichtbron)
83 Meting
84 Rijden
85 Weergave
86 Opsl. als Gebr.stand
86 Flitser
88 AF-stand
89 AF-gebied
90 AF-grootte
90 Fotogrootte
91 Kwaliteit
91 Afbeelding aanpassen
92 Timer
92 MF-assistentie
92 Focus peaking
93 AE-met AF-punt kop
93 Kadreringsstand
Media
100 Galerij
105 Video
106 Muziek
107 YouTube
109 Fotosuggestie
Communiceren
110 Contacten
113 Berichten
115 E-mail
117 Google Mail
118 Talk
118 Google+
119 Messenger
119 ChatON
6
Inhoud
Internet en netwerk
Reizen en lokaal
120 Internet
121 Chrome
122 Bluetooth
123 Screen Mirroring
123 Group Play
141 Maps
142 Lokaal
143 Navigatie
Instellingen
144 Over Instellingen
144 Verbindingen
147 Mijn apparaat
155 Accounts
155 Meer
159 Instellingen
Applicatie- en mediastores
125
126
126
127
127
127
Play Store
Samsung Apps
Play Books
Play Movies
Play Music
Play Magazines
Optionele applicaties
Hulpprogramma's
Problemen oplossen
128 S Memo
130 S Planner
133 Dropbox
133 Cloud
134 Klok
136 Calculator
136 S Translator
137 S Voice
138 Google
139 Gesproken zoekopdrachten
139 Mijn bestanden
140 Downloads
140 TripAdvisor
Het apparaat reinigen
Fotografische concepten en
conventies
7
Aan de slag
Indeling
Flitser
Microfoon
Aan/uit-toets
Microfoon
Video-opnametoets
Flitsertoets
Lenscontactpunten
Sluiterknop
Lensontgrendelingstoets
AF-hulplampje
Bevestigingsindicator
Luidspreker
Lensvatting
Beeldsensor
Hot-shoe
Dioptrie-instelwieltje
Instelwieltje
GPS-antenne
Oogje voor polslus
Oogje voor polslus
Zoeker
Nabijheids-/
lichtsensor
Hoofdantenne
Meldingslampje
Aanraakscherm
8
Aan de slag
Headsetaansluiting
Lipje
Multifunctionele
aansluiting
Klepje
HDMI-poort
Statiefbevestiging
U kunt door Samsung goedgekeurde, optionele accessoires, zoals een externe flitser, bevestigen op
de hot-shoe.
Gebruik het apparaat niet als het kapot is of barsten bevat. Gebroken glas of plastic kan
leiden tot letsel aan uw handen en gezicht. Breng het apparaat naar een servicecenter van
Samsung voor reparatie.
• Bedek het antennegedeelte niet met uw handen of andere objecten, tenzij u foto's of
video's maakt. Dit kan verbindingsproblemen veroorzaken of ervoor zorgen dat de
batterij leegraakt.
• Gebruik geen beschermfolie voor het scherm. Hierdoor kan de sensor beschadigd raken.
• Zorg ervoor dat het scherm niet in contact komt met water. Het aanraakscherm kan in
vochtige omstandigheden of door blootstelling aan water worden beschadigd.
9
Aan de slag
Toetsen
Toets
Functie
• Ingedrukt houden om het apparaat in of uit te schakelen.
Aan/uit
• 6-8 seconden ingedrukt houden om het apparaat te resetten
als er onherstelbare fouten optreden, de verbinding wordt
verbroken of het apparaat vastloopt.
• Indrukken om het apparaat te vergrendelen of ontgrendelen. Het
apparaat wordt vergrendeld wanneer het aanraakscherm wordt
uitgeschakeld.
• Op het startscherm indrukken om de camera in te schakelen.
Ontspanknop
• In de camera-applicatie half indrukken om scherp te stellen op
het onderwerp. Wanneer er is scherpgesteld op het onderwerp,
wordt het scherpstelkader groen.
• In de camera-applicatie indrukken om de foto te maken.
• Op het startscherm indrukken om de camera in te schakelen.
Video-opname
• In de camera-applicatie indrukken om het opnemen van een
video te starten of te stoppen.
Flitsertoets
• Indrukken om de flitser te openen.
Dioptrie-instelwieltje
Als de afbeelding in de beeldzoeker niet scherp is, draait u het dioptrie-instelwieltje om de weergave
te verbeteren.
10
Aan de slag
Instelwieltje
Als u de camera-applicatie gebruikt
• Houd het instelwieltje ingedrukt om de camera-applicatie te sluiten en terug te keren naar het
startscherm.
• Wanneer u op het voorbeeldscherm staat, draait u het instelwieltje om de opnamemodus te
wijzigen. Druk op het instelwieltje om de selectie te bevestigen.
2
1
Als u de camera-applicatie niet gebruikt
Draai het instelwieltje om het apparaatvolume aan te passen of het geluidsvolume wanneer u
muziek of video afspeelt.
11
Aan de slag
Lens-indeling
Bevestigingsindicator
Lenscontactpunten
Scherpstelring
Lensdop-indicator
i-Function-toets
AF/MF-schakelaar
Lens
Zoomring
• Wanneer u extra lenzen aanschaft, moet u bij een Samsung Servicecenter controleren of
deze compatibel zijn.
• Raadpleeg de bijbehorende lensinstructies voor meer informatie.
• In deze gebruiksaanwijzing wordt een SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III-lens als
voorbeeld gebruikt.
12
Aan de slag
Inhoud van de verpakking
Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat:
Apparaat
(inclusief cameradop en hotshoe-klep)
Batterij
USB-kabel
USB-voedingsadapter
Schouderband
Adobe Photoshop Lightroom
DVD-ROM
Snelstartgids/Handboek
13
Aan de slag
• De afbeeldingen kunnen afwijken van de daadwerkelijke onderdelen.
• Welke onderdelen bij het apparaat worden geleverd en welke accessoires beschikbaar
zijn, is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
• De meegeleverde onderdelen zijn uitsluitend voor dit apparaat ontworpen en zijn
mogelijk niet compatibel met andere apparaten.
• Afbeeldingen en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Bij de plaatselijke Samsung-dealer kunt u extra accessoires kopen. Controleer of ze
compatibel zijn met het apparaat voordat u ze aanschaft.
• Andere accessoires zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat.
• Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Defecten die worden
veroorzaakt door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires worden niet gedekt
door de garantieservice.
• De beschikbaarheid van alle accessoires is onderhevig aan wijziging en is volledig
afhankelijk van de fabrikanten. Raadpleeg de Samsung-website voor meer informatie
over beschikbare accessoires.
• Bepaalde tv's zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat wegens verschillende
HDMI-specificaties.
14
Aan de slag
De SIM- of USIM-kaart en de batterij plaatsen
Plaats de SIM- of USIM-kaart die door de serviceprovider van de mobiele telefoon is geleverd en de
bijgeleverde batterij.
• Alleen microSIM-kaarten kunnen worden gebruikt met het apparaat.
• Sommige LTE-diensten zijn wellicht niet beschikbaar afhankelijk van de serviceprovider.
Neem voor meer informatie over de beschikbaarheid van diensten contact op met uw
serviceprovider.
1 Verschuif het lipje en open het klepje.
2 Plaats de SIM- of USIM-kaart met de goudkleurige contactpunten naar boven gericht.
15
Aan de slag
3 Duw de SIM- of USIM-kaart in de sleuf tot deze vastklikt.
• Plaats geen geheugenkaart in de SIM-kaartsleuf. Als een geheugenkaart klem komt
te zitten in de SIM-kaartsleuf, moet u het apparaat naar een Samsung Servicecenter
brengen om de geheugenkaart te verwijderen.
• Zorg ervoor dat u de SIM- of USIM-kaart niet kwijtraakt of dat anderen deze niet
gebruiken. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade of ongemak veroorzaakt door
zoekgeraakte of gestolen kaarten.
4 Plaats de batterij.
Lijn de goudkleurige contactpunten van de batterij goed uit wanneer u de batterij plaatst.
5 Plaats het klepje terug en verschuif het lipje.
16
Aan de slag
De SIM- of USIM-kaart verwijderen
Duw op de SIM- of USIM-kaart tot deze loskomt van het apparaat en trek deze vervolgens naar
buiten.
De batterij verwijderen
Verschuif de batterijvergrendeling om de batterij te ontgrendelen en haal de batterij uit het
apparaat.
1
2
17
Aan de slag
De batterij opladen
Gebruik de oplader om de batterij voor het eerste gebruik op te laden. Een computer kan ook
worden gebruikt om het apparaat op te laden via een USB-kabel.
Gebruik alleen opladers, batterijen en kabels die zijn goedgekeurd door Samsung. Bij
gebruik van niet-goedgekeurde opladers of kabels bestaat het risico dat de batterij ontploft
of dat het apparaat schade oploopt.
• Als de batterij bijna leeg is, laat het apparaat een waarschuwingstoon horen en wordt er
een bericht weergegeven.
• Als de batterij volledig leeg is, kan het apparaat niet direct worden ingeschakeld wanneer
de oplader is aangesloten. Laat een lege batterij enkele minuten opladen voordat u
probeert het apparaat in te schakelen.
Opladen met de oplader
Sluit de USB-kabel aan op de USB-stroomadapter en sluit het uiteinde van de USB-kabel aan op de
multifunctionele aansluiting.
Als u de oplader onjuist aansluit, kan dit aanzienlijke schade aan het apparaat veroorzaken.
Schade veroorzaakt door verkeerd gebruik, valt niet onder de garantie.
18
Aan de slag
• U kunt het apparaat tijdens het opladen blijven gebruiken maar hierdoor kan het wel
langer duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
• Als de stroomvoorziening instabiel is wanneer het apparaat wordt opgeladen,
functioneert het aanraakscherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de oplader los
van het apparaat.
• Tijdens het opladen kan het apparaat warm worden. Dit is normaal en heeft geen
nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Als de batterij warmer
wordt dan normaal, houdt de oplader mogelijk op met opladen.
• Als uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het apparaat en de oplader naar een
Samsung Servicecenter gaan.
Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u het apparaat los van de oplader. Koppel de oplader
eerst los van het apparaat en vervolgens van het stopcontact.
Verwijder de batterij niet voordat u de oplader hebt verwijderd. Hierdoor kan het apparaat
beschadigd raken.
Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De
oplader beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen
van het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt.
Het apparaat moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen.
De oplaadstatus van de batterij controleren
Wanneer u de batterij oplaadt terwijl het apparaat is uitgeschakeld, geven de volgende
pictogrammen de huidige oplaadstatus van de batterij aan:
Opladen
Volledig opgeladen
19
Aan de slag
Batterijverbruik verminderen
Uw apparaat beschikt over opties waarmee u het gebruik van de batterij kunt besparen. Als u deze
opties aanpast en functies op de achtergrond uitschakelt, kunt u het apparaat langer gebruiken
voordat u het weer moet opladen:
• Schakel over naar de slaapstand door op de aan/uit-toets te drukken, wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
• Sluit onnodige applicaties met taakbeheer.
• Schakel de Bluetooth-functie uit.
• Schakel de Wi-Fi-functie uit.
• Schakel automatisch synchroniseren van applicaties uit.
• Verminder de tijd voor achtergrondverlichting.
• Verminder de helderheid van het scherm.
• Schakel de functie voor snel inschakelen uit.
• Schakel de functie voor automatisch uitschakelen in.
• Schakel de slimme netwerkfunctie in.
Een geheugenkaart plaatsen
U kunt geheugenkaarten met een maximale capaciteit van 64 GB gebruiken. Afhankelijk van de
fabrikant van de geheugenkaart en het type geheugenkaart, zijn sommige geheugenkaarten
mogelijk niet compatibel met uw apparaat.
• Sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet volledig compatibel met het apparaat. Het
gebruik van een incompatibele geheugenkaart kan resulteren in beschadiging van het
apparaat of de geheugenkaart en kan bovendien gegevens op de kaart beschadigen.
• Let erop dat u de geheugenkaart met de juiste kant naar boven in het apparaat plaatst.
• Uw apparaat ondersteunt de FAT- en de exFAT-bestandsstructuur voor geheugenkaarten.
Als u een geheugenkaart plaatst die met een ander bestandssysteem is geformatteerd,
wordt u gevraagd of u de geheugenkaart opnieuw wilt formatteren.
• Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de levensduur van de
geheugenkaart.
• Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat plaatst, wordt de bestandsmap van de
geheugenkaart weergegeven in de map SD memory card in het interne geheugen.
20
Aan de slag
1 Verschuif het lipje en open het klepje.
2 Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht.
3 Duw de geheugenkaart in de sleuf totdat de kaart vastklikt.
4 Plaats het klepje terug en verschuif het lipje.
De geheugenkaart verwijderen
Voordat u de geheugenkaart verwijdert, moet u deze eerst bij het systeem afmelden, zodat u de
kaart veilig kunt verwijderen. Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Meer → Opslag →
SD-kaart afmelden.
1 Verschuif het lipje en open het klepje.
2 Duw op de geheugenkaart tot deze loskomt van het apparaat en trek deze vervolgens naar
buiten.
3 Plaats het klepje terug en verschuif het lipje.
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het apparaat gegevens overdraagt of gegevens
gebruikt. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd raken of kan de
geheugenkaart of het apparaat beschadigd raken. Samsung is niet verantwoordelijk voor
verliezen die het resultaat zijn van het onjuiste gebruik van beschadigde geheugenkaarten,
waaronder het verlies van gegevens.
21
Aan de slag
De geheugenkaart formatteren
Een geheugenkaart die met een computer, geheugenkaartlezer of ander apparaat is geformatteerd,
is mogelijk niet compatibel met dit apparaat. Formatteer de geheugenkaart in dit apparaat.
Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Meer → Opslag → SD-kaart formatteren →
SD-kaart formatteren → Alles verwijderen.
Vergeet niet een back-up van alle belangrijke gegevens op het apparaat te maken voordat
u de geheugenkaart formatteert. De fabrieksgarantie dekt geen schade door verlies van
gegevens vanwege iets wat de gebruiker doet.
Een riem bevestigen
Bevestig de riem aan de oogjes aan beide zijden van het apparaat.
2
4
1
5
3
Zwaai het apparaat niet heen en weer aan de riem. Hierdoor kunt u uzelf of anderen
verwonden of uw apparaat beschadigen.
22
Aan de slag
Een lens bevestigen en verwijderen
• Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde lenzen. Samsung is niet verantwoordelijk
voor schade veroorzaakt door het gebruik van lenzen van een andere fabrikant.
• Bevestig geen lenzen in een stoffige, vuile omgeving. Stof en ongewenste deeltjes
kunnen de lens of het apparaat beschadigen.
• Raak de binnenkant van de behuizing van het apparaat niet aan. Stof en vreemde
deeltjes kunnen van invloed zijn op de opnameresultaten of een storing veroorzaken als
ze het apparaat of de lens binnendringen.
• Als u geen lens gebruikt, moet u de cameradop plaatsen.
Voordat u een lens bevestigt, verwijdert u de lensdop, de vattingdop van de lens en de cameradop.
3
4
1
2
1
5
6
23
Aan de slag
De lens bevestigen
Om de lens te bevestigen, lijnt u de rode markering op de lens uit met de rode markering op het
apparaat. Draai de lens vervolgens zoals aangegeven in de afbeelding totdat deze vastklikt.
1
2
• Als u een lens bevestigt met de zoomvergrendelingsschakelaar, ontgrendelt u deze door
de zoomring twee keer linksom te draaien. Als de lens is vergrendeld, kunt u geen foto's
of video's maken.
• Als u de lens wilt vergrendelen, houdt u de zoomvergrendelingsschakelaar ingedrukt
en schuift u deze van het apparaat af, en draait u de zoomring zoals aangegeven in de
afbeelding.
24
Aan de slag
De lens verwijderen
Als u de lens wilt verwijderen, schakelt u het apparaat uit, houdt u de lensontgrendelingsknop
ingedrukt en draait u de lens zoals aangegeven in de afbeelding.
2
1
3
Nadat u de lens hebt verwijderd van het apparaat, bevestigt u de lensdop en vattingdop
van de lens om het lensoppervlak en elektrische contactpunten te beschermen tegen
krassen.
Het apparaat in- en uitschakelen
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt, moet u de instructies op het scherm volgen om
uw apparaat in te stellen.
Houd de aan/uit-toets een aantal seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
25
Aan de slag
• Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen van geautoriseerd personeel op plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparatuur aan beperkingen onderhevig is, bijvoorbeeld
in vliegtuigen en ziekenhuizen.
• Houd de aan/uit-toets ingedrukt en tik op Vliegtuigstand om de draadloze functies uit te
schakelen.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt en tikt u op Uitschakelen.
Het volume aanpassen
Draai het instelwieltje om het apparaatvolume aan te passen of het geluidsvolume wanneer u
muziek of video afspeelt.
Overschakelen naar de stille stand
Gebruik een van de volgende methoden:
• Houd de aan/uit-toets ingedrukt en tik op Stil of Trillen.
• Open het bedieningspaneel bovenaan het scherm en tik op Melodie of Trillen.
26
Basisfuncties
Pictogrammen
De pictogrammen die bovenaan het scherm worden weergegeven, geven informatie over de
status van het apparaat. De pictogrammen die in de onderstaande tabel staan, worden het meeste
gebruikt.
Pictogram
Betekenis
Geen signaal
Signaalsterkte
Roaming (buiten het gebruikelijke servicegebied)
UMTS-netwerkverbinding
HSDPA-netwerkverbinding
HSPA+-netwerkverbinding
LTE-netwerkverbinding
Wi-Fi-verbinding
Bluetooth-functie ingeschakeld
GPS ingeschakeld
Gesynchroniseerd met internet
Aangesloten op computer
Geen SIM- of USIM-kaart
Nieuw SMS- of MMS-bericht
Alarm ingeschakeld
Stille stand ingeschakeld
Trilstand ingeschakeld
Vliegtuigstand ingeschakeld
Fout opgetreden of voorzichtigheid vereist
Batterijlading
27
Basisfuncties
Het aanraakscherm gebruiken
Gebruik alleen uw vingers wanneer u het aanraakscherm gebruikt.
• Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt met andere elektrische apparaten.
Door elektrostatische ontladingen kan het aanraakscherm worden beschadigd.
• Beschadig het aanraakscherm niet, tik niet op het scherm met scherpe voorwerpen en
oefen geen grote druk uit op het scherm met uw vingertoppen.
• Het apparaat herkent invoer via aanraken mogelijk niet in de buurt van de randen van
het scherm, omdat deze buiten het invoergebied voor aanraken vallen.
• Als het aanraakscherm langere tijd stand-by staat, kan dit leiden tot nabeelden
(ingebrande beelden op het scherm) of ghosting. Schakel het aanraakscherm uit
wanneer u het apparaat niet gebruikt.
Vingerbewegingen
Tikken
Als u een applicatie wilt openen, een menu-item wilt selecteren, een schermtoetsenbordtoets wilt
indrukken of een teken wilt ingeven met het schermtoetsenbord, tikt u erop met een vinger.
28
Basisfuncties
Slepen
Als u een pictogram, miniatuur of voorbeeld wilt verplaatsen naar een andere locatie, blijft u het
aanraken en sleept u het naar de gewenste positie.
Dubbeltikken
Dubbeltik op een webpagina, kaart of afbeelding om in te zoomen op een gedeelte. Dubbeltik
nogmaals om terug te gaan.
Vegen
Veeg naar links of rechts op het startscherm of het scherm Applicaties om een ander scherm weer te
geven. Veeg omhoog of omlaag om door een webpagina of lijst te scrollen zoals contacten.
29
Basisfuncties
Samenknijpen
Spreid twee vingers op een webpagina, kaart of afbeelding om in te zoomen op een gedeelte. Knijp
samen om uit te zoomen.
Bedieningsbewegingen
Met eenvoudige bewegingen kunt u het apparaat gemakkelijk bedienen.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de bewegingsfunctie is ingeschakeld. Tik
op het startscherm op Apps → Instellingen → Mijn apparaat → Bewegingen en gebaren →
Beweging en sleep de schakelaar Beweging naar rechts.
Overmatig schudden van of harde klappen tegen het apparaat, kunnen ongewenste invoer
veroorzaken. Voer bewegingen correct uit.
Het scherm draaien
Veel applicaties kunnen worden weergegeven in liggende of staande stand. Als u het apparaat
draait, wordt het scherm aangepast aan de nieuwe schermstand.
30
Basisfuncties
Als u wilt voorkomen dat het scherm automatisch wordt gedraaid, opent u het meldingenvenster en
schakelt u Schermrotatie in.
• In sommige applicaties kan het scherm niet worden gedraaid.
• Sommige applicaties geven een ander scherm weer afhankelijk van de stand. De
calculator verandert in een wetenschappelijke calculator wanneer deze wordt gedraaid
naar liggende stand.
Pannen om te verplaatsen
Blijf een item op het scherm aanraken en pan het apparaat naar links of rechts om het item te
verplaatsen naar een ander scherm op het startscherm of het scherm Applicaties.
Pannen om te browsen
Wanneer er is ingezoomd op een afbeelding, blijft u een punt aanraken op het scherm en schuift u
het apparaat in de gewenste richting om door de afbeelding te bladeren.
31
Basisfuncties
Kantelen
Blijf twee punten op het scherm aanraken en kantel het apparaat naar achteren en naar voren om in
of uit te zoomen.
Handpalmbeweging
Gebruik Handpalmbeweging om functies te bedienen zonder het scherm aan te raken.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de functie Handpalmbeweging is
ingeschakeld. Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Mijn apparaat → Bewegingen en
gebaren → Handpalmbeweging en sleep de schakelaar voor Handpalmbeweging naar rechts.
Vegen
Veeg met uw hand over het scherm om een schermafbeelding vast te leggen. De afbeelding
wordt opgeslagen in Galerij → Screenshots. Het is in sommige applicaties niet mogelijk een
schermafbeelding te maken.
32
Basisfuncties
Bedekken
Bedek het scherm met uw handpalm om het afspelen van media te onderbreken.
Meldingen
Meldingspictogrammen worden weergegeven op de statusbalk bovenaan het scherm om nieuwe
berichten, agendagebeurtenissen, de apparaatstatus en meer aan te geven. Sleep omlaag vanaf de
statusbalk om het meldingenvenster te openen. Blader door de lijst om meer waarschuwingen weer
te geven. Als u het meldingenvenster wilt sluiten, sleept u de balk omhoog die onderaan het scherm
wordt weergegeven.
Venster Snel instellen
In het venster voor snel instellen kunt u de huidige instellingen van uw apparaat weergeven. Sleep
omlaag vanaf de statusbalk, tik op om het venster voor snelle instellingen te openen en gebruik
de volgende opties:
• Wi-Fi: de Wi-Fi-functie in- of uitschakelen.
• GPS: de GPS-functie in- of uitschakelen.
• Melodie: de stille stand in- of uitschakelen. U kunt uw apparaat instellen op trillen of dempen in
de stille stand.
• Schermrotatie: toestaan of voorkomen dat het scherm draait wanneer u het apparaat draait.
• Bluetooth: de Bluetooth-functie in- of uitschakelen.
33
Basisfuncties
• Mobiele gegevens: de gegevensverbinding in- of uitschakelen.
• Blokkeerstand: de blokkeerstand in- of uitschakelen. In de blokkeerstand blokkeert het
apparaat meldingen. Als u wilt selecteren welke meldingen worden geblokkeerd, tikt u op
Instellingen → Mijn apparaat → Blokkeerstand.
• Screen Mirroring: de functie voor Screen Mirroring in- of uitschakelen.
• Wi-Fi-hotspot: de Wi-Fi-tetheringfunctie in- of uitschakelen.
• Autostand: de Autostand in- of uitschakelen.
• Synch.: schakel het automatisch synchroniseren van applicaties in of uit.
• Vliegtuigstand: de vliegtuigstand in- of uitschakelen.
• Slim netwerk: de slimme netwerkfunctie in- of uitschakelen.
De beschikbare opties kunnen afwijken, afhankelijk van de regio of serviceprovider.
Als u de opties in het venster voor snel instellen opnieuw wilt indelen, opent u het venster voor snel
instellen, tikt u op en tikt u vervolgens op een item en sleept u dit naar een andere locatie.
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het openen van alle functies van het apparaat. Hierop worden
pictogrammen, widgets, sneltoetsen voor applicaties en meer weergegeven.
Het startscherm kan uit meerdere vensters bestaan. Als u andere vensters wilt weergeven, scrolt u
naar links of rechts.
Items verplaatsen
Een applicatiepictogram toevoegen
Tik op het startscherm op Apps, tik op een applicatieprogramma en blijf dit aanraken. Sleep het naar
het voorbeeldvenster.
34
Basisfuncties
Een item toevoegen
U kunt het startscherm aanpassen door widgets of mappen toe te voegen.
Blijf een leeg gedeelte op het startscherm aanraken, en selecteer een van de volgende categorieën:
• Apps en widgets: widgets of applicaties toevoegen aan het startscherm.
• Map: een nieuwe map maken.
Een item verplaatsen
Blijf een item aanraken en sleep het naar een nieuwe locatie. Als u het naar een ander venster wilt
verplaatsen, sleept u het naar de rand van het scherm.
Een item verwijderen
Tik op een item en blijf het aanraken. Sleep het item naar de prullenbak die bovenaan het
startscherm wordt weergegeven. Wanneer de prullenbak rood kleurt, laat u het item los.
Vensters verplaatsen
Een nieuw venster toevoegen
Tik op
→ Pagina bewerken →
.
Een venster verplaatsen
Tik op → Pagina bewerken, tik op een venstervoorbeeld en blijf dit aanraken. Sleep het venster
naar een nieuwe locatie.
Een venster verwijderen
Tik op → Pagina bewerken en blijf een voorbeeldvenster aanraken. Sleep het vervolgens naar de
prullenbak bovenaan het scherm.
35
Basisfuncties
Achtergrond instellen
U kunt een afbeelding of foto die is opgeslagen op het apparaat, instellen als achtergrond voor het
startscherm.
Tik op het startscherm op
volgende opties:
→ Achtergrond instellen → Startscherm en selecteer een van de
• Achtergronden: achtergrondafbeeldingen weergeven.
• Galerij: foto's weergeven die zijn gemaakt met de camera van het apparaat of afbeeldingen
weergeven die zijn gedownload van internet.
• Live achtergronden: geanimeerde afbeeldingen weergeven.
Selecteer een afbeelding en tik op Achtergrond. Of selecteer een afbeelding, wijzig het formaat
door de rand te verslepen en tik op Gereed.
Widgets gebruiken
Widgets zijn kleine applicaties op het startscherm die handige functies en informatie verschaffen. Als
u deze widgets wilt gebruiken, kunt u ze van het widgetvenster toevoegen aan het startscherm.
• Voor sommige widgets wordt verbinding met webservices gemaakt. Als u een
webwidget gebruikt, worden er mogelijk extra kosten in rekening gebracht.
• Welke widgets beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Tik op het startscherm op Apps → Widgets. Schuif naar links of rechts in het widgetvenster, tik op
een widget en blijf deze aanraken om de widget toe te voegen aan het startscherm.
Applicaties gebruiken
Dit apparaat kan veel verschillende applicaties uitvoeren, variërend van media- tot
internetapplicaties.
Een applicatie openen
Selecteer op het startscherm of het scherm Applicaties een applicatiepictogram om de applicatie te
openen.
36
Basisfuncties
Openen vanuit recent geopende applicaties
Blijf
aanraken om de lijst met onlangs gebruikte applicaties te openen.
Selecteer een applicatiepictogram om de applicatie te openen.
Een applicatie sluiten
Sluit applicaties die niet worden gebruikt om stroom te besparen en apparaatprestaties te
behouden.
aanraken, tik op Taakbeheer en tik op Stop naast een applicatie om deze te sluiten. Als
Blijf
blijven aanraken en
u alle actieve applicaties wilt sluiten, tikt u op Alles stoppen. U kunt ook
vervolgens op Alles sluiten tikken.
Scherm Applicaties
Op het scherm Applicaties worden pictogrammen weergegeven voor alle applicaties, waaronder
nieuwe applicaties die zijn geïnstalleerd.
Tik op het startscherm op Apps om het scherm Applicaties te openen.
Als u andere vensters wilt weergeven, scrolt u naar links of rechts.
Applicaties verplaatsen
Tik op → Bewerken, tik op een applicatie en blijf deze aanraken en sleep de applicatie naar een
nieuwe locatie. Als u het naar een ander venster wilt verplaatsen, sleept u het naar de rand van het
scherm.
Indelen met mappen
Plaats verwante applicaties samen in een map voor gebruiksgemak.
Tik op → Bewerken, tik op een applicatie en blijf deze aanraken en sleep de applicatie naar Map
maken. Geef een mapnaam in en tik op OK. Plaats applicaties in de nieuwe map door ze te slepen.
Tik vervolgens op Opsl. om de indeling op te slaan.
37
Basisfuncties
Vensters verplaatsen
Knijp uw vingers samen op het scherm, tik op een venstervoorbeeld en blijf dit aanraken en sleep
het naar een nieuwe locatie.
Applicaties installeren
Gebruik winkels voor applicaties zoals Samsung Apps om applicaties te downloaden en installeren.
Applicaties verwijderen
→ Verwijderen en selecteer de applicatie die u wilt verwijderen.
Tik op
Standaardapplicaties die bij het apparaat worden geleverd, kunnen niet worden verwijderd.
Applicaties delen
U kunt gedownloade applicaties met andere gebruikers delen via e-mail, Bluetooth en andere
methoden.
Tik op → Apps delen, selecteer applicaties, tik op Gereed en selecteer een methode voor delen.
De volgende stappen kunnen afwijken, afhankelijk van de geselecteerde methode.
Help
Helpinformatie weergeven voor meer informatie over het gebruik van het apparaat en applicaties of
voor het configureren van belangrijke instellingen.
Tik op Help op het scherm Applicaties. Tik op
te geven.
en selecteer een categorie om helpinformatie weer
38
Basisfuncties
Tekst ingeven
Gebruik het Samsung-toetsenbord of de functie voor spraakinvoer om tekst in te geven.
Tekstinvoer wordt in sommige talen niet ondersteund. Als u tekst wilt ingeven, moet u de
invoertaal wijzigen in een van de ondersteunde talen.
Het toetsenbordtype wijzigen
Tik op een tekstveld, open het meldingenvenster, tik op Invoermethode selecteren en selecteer het
toetsenbordtype dat u wilt gebruiken.
Het Samsung-toetsenbord gebruiken
De toetsenbordindeling wijzigen
Tik op → Alfabetten of Cijfers en symbolen en tik vervolgens op QWERTY-toetsenbord of 3x4toetsenbord.
Op het 3x4-toetsenbord heeft een toets drie of vier tekens. Als u een teken wilt ingeven, tikt
u herhaaldelijk op de toets van het teken.
Opties instellen voor het
Samsung-toetsenbord.
Het voorgaande teken
verwijderen.
Hoofdletters ingeven.
Naar de volgende regel gaan.
Cijfers en leestekens ingeven.
Een spatie ingeven.
Hoofdletters ingeven
Tik op
voordat u een teken ingeeft. Als u alles in hoofdletters wilt ingeven, tikt u twee keer.
Toetsenbordtaal wijzigen
Voeg talen toe aan het toetsenbord en schuif de spatietoets naar links of rechts om de
talentoetsenborden te wijzigen.
39
Basisfuncties
Handschrift
Blijf aanraken, tik op
en schrijf een woord met uw vinger. Voorgestelde woorden worden
weergegeven wanneer tekens worden ingegeven. Selecteer een voorgesteld woord.
Gebruik handschriftgebaren om acties uit te voeren zoals tekens verwijderen en spaties invoegen.
aanraken en tikt u op → Handschrift →
Als u de gebaarbegeleiding wilt weergeven, blijft u
Gebarenhandleiding.
Tekst via spraak ingeven
Activeer de functie voor spraakinvoer en spreek in de microfoon. Het apparaat geeft weer wat u hebt
gezegd.
Als u de taal wilt wijzigen of talen wilt toevoegen voor spraakherkenning, tikt u op de huidige taal.
Kopiëren en plakken
Raak de gewenste tekst aan, sleep of om meer of minder tekst te selecteren en tik op Kopiëren
om te kopiëren of Knippen om te knippen. De geselecteerde tekst wordt naar het klembord
gekopieerd.
Als u de tekst in een tekstinvoerveld wilt plakken, blijft u het punt aanraken waar de tekst moet
worden ingevoerd en tikt u op Plakken.
40
Basisfuncties
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
Sluit het apparaat aan op een Wi-Fi-netwerk om internet te gebruiken of mediabestanden te delen
met andere apparaten. (p. 144)
Wi-Fi in- en uitschakelen
Open het meldingenvenster en tik op Wi-Fi om het in of uit te schakelen.
• Het apparaat gebruikt een niet-geharmoniseerde frequentie en is bedoeld voor gebruik
in alle Europese landen. WLAN kan in de EU zonder beperkingen binnenshuis worden
gebruikt, maar niet buitenshuis.
• Schakel Wi-Fi uit om de batterij te sparen wanneer u deze functie niet gebruikt.
Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Verbindingen → Wi-Fi en sleep de schakelaar
Wi-Fi naar rechts.
Selecteer een netwerk in de lijst met gedetecteerde Wi-Fi-netwerken, geef een wachtwoord in als dit
nodig is en tik op Verbinden. Netwerken waarvoor een wachtwoord is vereist, worden weergegeven
met een slotpictogram. Nadat het apparaat verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt
het apparaat automatisch verbinding met dit netwerk wanneer het beschikbaar is.
Wi-Fi-netwerken toevoegen
Als het gewenste netwerk niet wordt weergegeven in de lijst met netwerken, tikt u op Wi-Finetwerk toevoegen onderaan de lijst met netwerken. Geef de netwerknaam in bij Netwerk-SSID,
selecteer het beveiligingstype, geef het wachtwoord in als het geen open netwerk is en tik op
Verbinden.
Wi-Fi-netwerken verwijderen
Eerder gebruikte netwerken, inclusief het huidige netwerk, kunnen worden verwijderd zodat het
apparaat niet automatisch verbinding maakt met het netwerk. Selecteer het netwerk in de lijst met
netwerken en tik op Vergeten.
41
Basisfuncties
Accounts instellen
Voor Google-applicaties, zoals Play Store, is een Google-account vereist en voor Samsung Apps is
een Samsung-account vereist. Maak een Google- en een Samsung-account om het meeste uit uw
apparaat te halen.
Accounts toevoegen
Volg de instructies die worden weergegeven wanneer u een Google-applicatie opent zonder u aan
te melden om een Google-account te maken.
Als u zich wilt aanmelden met een Google-account of een Google-account wilt maken, tikt u op het
scherm Applicaties op Instellingen → Accounts → Account toevoegen → Google. Tik hierna op
Nieuw om u te registreren of tik op Bestaand en volg de instructies op het scherm om het account
in te stellen. Er kunnen meerdere Google-accounts worden gebruikt op het apparaat.
U moet ook een Samsung-account instellen.
Account verwijderen
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Accounts, selecteer een accountnaam onder Mijn
accounts, selecteer het account dat u wilt verwijderen en tik op Wis account.
42
Basisfuncties
Bestanden overbrengen
U kunt audio, video, afbeeldingen of andere soorten bestanden overbrengen van het apparaat naar
de computer of andersom.
De volgende bestandsindelingen worden ondersteund door sommige applicaties.
Afhankelijk van de versie van de software op uw apparaat of het besturingssysteem van uw
computer worden bepaalde bestandsindelingen niet ondersteund.
• Muziek: mp3, m4a, 3ga, aac, ogg, oga, wav, wma en flac
• Afbeelding: bmp, gif, jpg en png
• Video: mp4, m4v, 3gp, 3g2, wmv, asf, avi, flv, webm en mkv
Verbinden met Samsung Kies
Samsung Kies is een applicatie die mediabibliotheken, contacten en agenda's beheert en
synchroniseert met Samsung-apparaten. Download de nieuwste versie van Samsung Kies van de
Samsung-website.
1 Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
Samsung Kies wordt automatisch gestart op de computer. Als Samsung Kies niet automatisch
wordt gestart, dubbelklikt u op het pictogram Samsung Kies op uw computer.
2 Bestanden overdragen tussen uw apparaat en de computer.
Raadpleeg de Help bij Samsung Kies voor meer informatie.
Verbinding maken met Windows Media Player
Controleer of Windows Media Player op de computer is geïnstalleerd.
1 Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
2 Open Windows Media Player en synchroniseer muziekbestanden.
43
Basisfuncties
Aansluiten als een media-apparaat
1 Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
2 Open het meldingenvenster en tik op Aangesloten als media-apparaat → Media-apparaat
(MTP).
Tik op Camera (PTP) als uw computer Media Transfer Protocol (MTP) niet ondersteunt of als het
juiste stuurprogramma niet is geïnstalleerd.
3 Bestanden overdragen tussen uw apparaat en de computer.
Het apparaat beveiligen
Met de beveiligingsfuncties kunt u voorkomen dat anderen persoonlijke gegevens en informatie
gebruiken of openen die zijn opgeslagen op het apparaat. Een ontgrendelingscode is vereist
wanneer u het apparaat ontgrendelt.
Een patroon instellen
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Mijn apparaat → Vergrendelscherm →
Schermvergrendeling → Patroon.
Teken een patroon door minstens vier stippen te verbinden, en teken het patroon opnieuw om het
te bevestigen. Stel een PIN-code in om het scherm te ontgrendelen wanneer u het patroon bent
vergeten.
44
Basisfuncties
Een PIN-code instellen
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Mijn apparaat → Vergrendelscherm →
Schermvergrendeling → Geef PIN-code in.
Geef minstens vier cijfers in en geef het wachtwoord nogmaals in om het te bevestigen.
Een wachtwoord instellen
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Mijn apparaat → Vergrendelscherm →
Schermvergrendeling → Wachtwoord.
Geef minstens vier tekens waaronder cijfers en pictogrammen in en geef het wachtwoord nogmaals
in om het te bevestigen.
Het apparaat ontgrendelen
Schakel het scherm in door op de aan/uit-toets te drukken en geef de ontgrendelingscode in.
Als u uw ontgrendelingscode vergeet, moet u uw apparaat naar een Samsung Servicecenter
brengen om het te laten resetten.
Het apparaat upgraden
Het apparaat kan worden bijgewerkt met de nieuwste software.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Upgraden met Samsung Kies
Start Samsung Kies en sluit het apparaat aan op de computer. Samsung Kies herkent het apparaat
automatisch en geeft beschikbare updates weer in een dialoogvenster. Klik op de knop Upgraden
in het dialoogvenster om het upgraden te starten. Raadpleeg de Help van Samsung Kies voor meer
informatie over upgraden.
45
Basisfuncties
• Schakel de computer niet uit en maak de USB-kabel niet los terwijl het apparaat bezig is
met bijwerken.
• Sluit geen andere media-apparaten aan op de computer terwijl het apparaat wordt
bijgewerkt. Dit kan het bijwerkproces verstoren.
Upgraden via over-the-air
Het apparaat kan rechtstreeks worden bijgewerkt met de nieuwste software via de FOTA-service
(Firmware Over-The-Air).
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Meer → Toestel-info → Software-update →
Bijwerken.
46
Camera: basisfuncties
Camera starten
Gebruik deze applicatie om foto's of video's te maken.
Tik op Camera op het scherm Applicaties. U kunt ook op de sluiterknop of de video-opnameknop
drukken.
Gebruik Galerij om foto’s en video’s weer te geven die zijn gemaakt met het apparaat. (p. 100)
• De camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Zorg dat de lens schoon is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in bepaalde
standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
Cameragebruik
• Maak geen foto's of video's van andere mensen zonder hun toestemming.
• Maak geen foto's of video's waar dit wettelijk niet is toegestaan.
• Maak geen foto's of video's op plaatsen waar u mogelijk de privacy van anderen schendt.
Beschrijving van het voorbeeldscherm
Snel de opname-opties
wijzigen.
De huidige
camera-instellingen
aangeven.
De camera-instellingen
wijzigen.
De gebruikte opnamestand
aangeven.
Teruggaan naar het
startscherm.
Foto's maken.
Sneltoetsen openen.
De opnamestand wijzigen.
Scherpstelkader
Een video maken.
Open de Galerij om foto's en
video's te bekijken.
Een van de vele beschikbare
effecten selecteren.
47
Camera: basisfuncties
Beschrijving van pictogrammen
De pictogrammen die bovenaan het voorbeeldscherm worden weergegeven, geven informatie
over de status van het apparaat. De pictogrammen die in de onderstaande tabel staan, worden het
meeste gebruikt.
Pictogram
Betekenis
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtingswaarde
ISO-gevoeligheid
Timer
Flitser
Fotoformaat
Witbalans
AF-stand
Meting
Meerdere opnames achter elkaar maken
Modus meerdere foto's
Bestand in RAW-indeling
Spraakherkenning
Geotagging
Opname delen
Foto delen met vrienden
Foto delen via ChatON
Externe zoeker
48
Camera: basisfuncties
Camera sluiten
Tik op het voorbeeldscherm op
startscherm.
om de camera-applicatie te sluiten en terug te keren naar het
Het bedieningstype selecteren
Selecteer het bedieningstype voor basis- of expertgebruik.
Tik op
(of →
)→
→ Gebruikerstype.
• Standaard: gebruiken voor basisbewerkingen op de camera.
• Professioneel: gebruiken voor geavanceerde bewerkingen op de camera. U kunt de
opnameopties gemakkelijk wijzigen met het slimme paneel en snel toegang krijgen tot
expertstanden.
• Deze gebruiksaanwijzing is gebaseerd op de standaardbediening.
• De standaardinstellingen voor bediening van het instelwieltje en de inschakelstand
verschillen als volgt per bedieningstype:
– – Standaard: Optie 1 (bediening van instelwieltje), Auto-modus (inschakelstand)
– – Professioneel: Optie 2 (bediening van instelwieltje), Laatste stand (inschakelstand)
Foto's maken
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp. Wanneer er is scherpgesteld op
het onderwerp, wordt het scherpstelkader groen. Druk op de sluiterknop om de foto te maken.
Of tik op de afbeelding in het voorbeeldscherm op de plek waarop de camera moet scherpstellen.
Wanneer er is scherpgesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader groen. Tik op om de
foto te maken.
De camera maakt geen foto als er niet kan worden scherpgesteld op een onderwerp,
behalve in de intervalstand.
49
Camera: basisfuncties
Video's maken
Druk op de video-opnameknop om een video te maken. Druk nogmaals op de video-opnameknop
om de opname te stoppen.
Of tik op
om een video te maken en tik op
om de opname te stoppen.
Als u op een ander onderwerp wilt scherpstellen, tikt u tijdens het opnemen op de locatie waarop u
wilt scherpstellen. Tik op om automatisch scherpstellen in te stellen.
• Een video kan maximaal 20 minuten lang zijn.
• Wanneer u een geheugenkaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, is het apparaat
mogelijk niet in staat om de video goed op te slaan. De opname kan stoppen of de
opgenomen videobeelden kunnen beschadigd raken.
• Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen video met een
hoge resolutie niet. Als u video met een hoge resolutie wilt opnemen, moet u een
geheugenkaart met een hoge schrijfsnelheid gebruiken (microSDHC Class10 of hoger).
• Afhankelijk van de videoresolutie en beeldsnelheid kunnen videobeelden kleiner worden
weergegeven.
• Als u de optie voor beeldstabilisatie instelt, wordt het geluid van de beeldstabilisatie
mogelijk opgenomen.
• Als u de lens aanpast terwijl u een video opneemt, kunnen het zoomgeluid en andere
lensgeluiden worden opgenomen.
• Verwijder of vervang de lens niet terwijl u een video opneemt. Als u dit doet, wordt de
opname onderbroken.
• Wanneer u een optionele videolens gebruikt, wordt het geluid van het automatisch
scherpstellen niet opgenomen.
• Als u tijdens het maken van een video plotseling de opnamehoek van de camera wijzigt,
worden de afbeeldingen mogelijk niet optimaal opgenomen.
• De camera ondersteunt de functies Continu AF, Aanraak AF, Handmatig scherpstellen en
Gezichtsdetectie AF wanneer een video wordt opgenomen.
• In de expertstand kunt u de belangrijkste opnameopties wijzigen voordat u een video
opneemt:
– – Programmastand: belichtingswaarde
– – Diafragmaprioriteitmodus: diafragmawaarde en belichtingswaarde
– – Sluitervoorkeuzemodus: sluitertijd en belichtingswaarde
– – Handmatige stand: sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-gevoeligheid (de maximum
ISO-gevoeligheid is 3200)
50
Camera: basisfuncties
Foto's en video's weergeven
Gemaakte foto's of video's kunt u weergeven door op het galerijpictogram te tikken. Scrol naar links
of rechts om naar de volgende of vorige afbeelding te gaan. (p. 100)
Foto's of video's maken met spraakopdrachten
Gebruik spraakherkenning als u foto's of video's wilt maken met spraakopdrachten.
Tik op →
. Spreek een spraakopdracht uit, bijvoorbeeld Lachen of Opnemen.
Als u meer spraakopdrachten voor de bediening van de camera wilt bekijken, tikt u op →
Foto's of video's maken met filtereffecten
Met filtereffecten kunt u unieke foto's en video's maken.
Tik op
en selecteer een filtereffect. Welke opties beschikbaar zijn, verschilt per modus.
• Geen effect: geen effect toepassen.
• Vignetteren: dit effect past retrokleuren, hoog contrast en sterke vignettering van Lomocamera's toe.
• Grijstinten: dit effect maakt de afbeelding zwart-wit.
• Sepia: dit effect past rode tinten toe op de achtergrond.
• Vintage: dit effect geeft de afbeelding een 'vintage look'.
• Vervaagde kleuren: dit effect laat de afbeelding er verkleurd uitzien.
• Turquoise: dit effect past een zacht turquoise kleur toe.
• Tint: dit effect past een kleurtint toe.
• Cartoon: dit effect past het effect van een striptekening toe.
• Humeurig: dit effect past het effect van een zwart-wit cartoon toe.
51
.
Camera: basisfuncties
• Ruw: dit effect past een ruw effect toe.
• Oliepastel: dit effect past het effect van een pastelschilderij toe.
• Visoog: dit effect maakt de randen van het beeld zwart en vervormt objecten om het visuele
effect van een visooglens te simuleren.
Snel de opnameopties wijzigen
Tik op om snel de opnameopties te wijzigen. Welke opties beschikbaar zijn, verschilt per modus.
•
: instellingen configureren voor de camera.
•
: de flitser in- of uitschakelen.
•
: opnamen met vertraging instellen.
•
: de functie voor het voorstellen van foto's in- of uitschakelen. (p. 109)
• : een map selecteren om foto's of video's op te slaan. Tik op
maken.
om een nieuwe map te
•
: spraakherkenning voor het maken van foto's of video's in- of uitschakelen.
•
: opties voor het delen in- of uitschakelen.
52
Camera: basisfuncties
Bewogen foto's voorkomen
Gebruik de optie Optical Image Stabiliser (OIS) om bewogen (onscherpe) foto's zo veel mogelijk
tegen te gaan.
Als de lens een OIS-schakelaar heeft, zet u de schakelaar op AAN om de OIS-functie te gebruiken.
Tik op
(of →
)→
→ OIS (anti-trillen) en selecteer een optie.
Vóór correctie
Na correctie
Tips voor het maken van betere foto's
Houd de camera stevig vast
Zorg ervoor dat er niets voor het scherm, de lens, de flitser of de microfoon komt.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of een
storing worden veroorzaakt.
53
Camera: basisfuncties
Druk de ontspanknop half in
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De camera past de scherpstelling, belichting en
witbalans automatisch aan en het scherpstelkader wordt groen. Als niet kan worden scherpgesteld,
wordt het focuskader rood.
Voorkom bewogen foto’s
Stel de optie Optical Image Stabilizer (OIS) in om bewogen foto's tegen te gaan. (p. 53)
54
Camera: basisfuncties
Het onderwerp scherpgesteld houden
In de volgende omstandigheden kan het moeilijk zijn om het onderwerp scherpgesteld te houden:
• Wanneer er weinig contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Dit is bijvoorbeeld zo
wanneer het onderwerp kleren draagt met ongeveer dezelfde kleur als de achtergrond.
• Het licht achter het onderwerp is te fel.
• Het onderwerp is zelf erg fel of reflecteert.
• Het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals jaloezieën.
• Het onderwerp bevindt zich niet in het midden va66
• n het kader.
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, kunt
u de compositie wijzigen. Wanneer u klaar bent drukt u de ontspanknop volledig in om de foto te
maken.
55
Camera: basisfuncties
Fotograferen bij weinig licht
• Schakel de flitser in als u foto's wilt maken wanneer er weinig licht is. (p. 86)
• Pas de ISO-gevoeligheid aan. (p. 80)
Wanneer onderwerpen snel bewegen
Gebruik de optie meerdere opnames achter elkaar maken wanneer u foto's wilt maken van een
onderwerp dat snel beweegt. (p. 64, p. 84)
Als u meerdere foto's achter elkaar wilt maken, moet u een geheugenkaart met een hoge
schrijfsnelheid gebruiken (microSDHC Klasse 10 of hoger).
56
Camera: opnamestanden
Automatisch
Gebruik deze stand om foto's te maken met een scènestand die de camera automatisch selecteert.
In deze stand herkent de camera de omgevingsomstandigheden en past automatisch de factoren
aan die bijdragen aan de belichting, zoals sluitertijd, diafragmawaarde, meting en witbalans. Omdat
de camera de meeste functies regelt, gelden voor sommige opnameopties beperkingen. De stand is
handig als u met minimale aanpassingen snel momentopnamen wilt maken.
Tik op Stand → Automatisch.
Als u rechtsboven in het voorbeeldscherm een pictogram voor een scènestand wilt weergeven
→ Displaydetectie → Aan.
wanneer u de sluiterknop half indrukt, tikt u op → →
• De camera kan verschillende scènes, en zelfs gelijke onderwerpen, detecteren op
basis van externe factoren als beweging van de camera, belichting en afstand tot het
onderwerp.
• Als de camera niet de juiste scènestand herkent, worden de standaardinstellingen voor
deze stand gebruikt.
• Zelfs de camera een gezicht detecteert, wordt de portretstand mogelijk niet geselecteerd
afhankelijk van de positie of belichting van het onderwerp.
• Het steeds kiezen van de juiste stand en aanpassen van instellingen in deze stand
verbruikt meer stroom.
57
Camera: opnamestanden
Expert
Gebruik deze functie om foto's en video's te maken waarbij verschillende opnameopties, zoals
sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde en ISO-gevoeligheid, handmatig moeten worden
ingesteld.
Wanneer u het standaard bedieningstype gebruikt, tikt u op Stand → Expert en selecteert u een
stand.
Draaien om de waarde van
de opname-optie te
wijzigen.
Draaien om een
opname-optie te selecteren.
De gebruikersstand
gebruiken.
Teruggaan naar het vorige
scherm.
De handmatige modus
gebruiken.
De programmamodus
gebruiken.
De diafragmaprioriteitmodus
gebruiken.
Beschrijvingen van modi en
functies weergeven.
De sluitervoorkeuzemodus
gebruiken.
Wanneer u het professionele bedieningstype gebruikt, tikt u op Stand en selecteert u een stand. Als
u de verschillende opnameopties wilt aanpassen, gebruikt u het slimme paneel. (p. 62)
Programmastand
In deze stand past de camera automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde aan voor een optimale
belichtingswaarde. Deze stand is handig als u opnamen met constante belichting wilt maken
waarvoor u andere instellingen nog steeds kunt aanpassen.
58
Camera: opnamestanden
Tik op Stand → Expert → P en stel de gewenste opnameopties in.
Programmaverschuiving
Met de functie Programmaverschuiving kunt u de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde
aanpassen terwijl de camera dezelfde belichting behoudt.
Tik op de sluitertijd of de diafragmawaarde bovenaan het scherm en tik op of om de waarde
aan te passen. U kunt ook het instelwieltje of de i-Function-toets gebruiken. (p. 61)
Diafragmaprioriteitmodus
In deze stand berekent de camera automatisch de sluitertijd op basis van de door u gekozen
diafragmawaarde. U kunt de scherptediepte aanpassen door de diafragmawaarde te wijzigen. Deze
stand is handig voor het maken van portret- en landschapsfoto's.
Tik op Stand → Expert → A en stel de gewenste opnameopties in.
Grote scherptediepte
Kleine scherptediepte
In een donkere omgeving moet u de ISO-gevoeligheid mogelijk aanpassen om wazige
foto's te voorkomen.
59
Camera: opnamestanden
Sluitervoorkeuzemodus
In deze stand past de camera automatisch de diafragmawaarde aan op basis van de door u gekozen
sluitertijd. Deze stand is handig als u foto's van snel bewegende onderwerpen wilt maken of
spooreffecten wilt toevoegen aan een foto.
Tik op Stand → Expert → S en stel de gewenste opnameopties in.
Lange sluitertijd
Korte sluitertijd
Om te compenseren voor de beperkte hoeveelheid licht bij korte sluitertijden, past u
het diafragma aan om meer licht binnen te laten. Als uw foto's nog steeds te donker zijn,
verhoogt u de ISO-gevoeligheid.
Handmatige stand
Met deze stand kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig aanpassen. In deze stand kunt
u de belichting van uw foto's bepalen. De stand is handig in gecontroleerde opnameomgevingen,
zoals een fotostudio, of voor fijnafstemming van de camera-instellingen. Deze stand wordt ook
aanbevolen voor nachtopnamen of opnamen van vuurwerk.
Tik op Stand → Expert → M en stel de gewenste opnameopties in.
• Als u een hoge ISO-gevoeligheid instelt of de sluiter lang openzet, kan er meer beeldruis
optreden.
• Gebruik een statief en ontspanknop, zodat de camera niet beweegt.
• Hoe langer u de sluiter openzet, des te langer het duurt om de foto op te slaan. Schakel
de camera niet uit wanneer een foto wordt opgeslagen.
60
Camera: opnamestanden
De lampfunctie gebruiken
Gebruik deze functie om nachtopnamen te maken. Terwijl u op de sluiterknop drukt, blijft de sluiter
openstaan zodat u bewegende lichteffecten kunt maken.
Stel in de handmatige stand de sluitertijd in op Bulb.
Gebruikersstand
U kunt in deze stand uw eigen opnamestand maken door instellingen aan te passen en deze
vervolgens opslaan.
Tik op Stand → Expert → P / A / S / M en stel de gewenste opnameopties in. Tik vervolgens op
→
→ Opsl. als Gebr.stand om de huidige instellingen op te slaan.
Als u de gebruikersstand wilt openen, tikt u op Stand → Expert → USER.
Wijzigingen die u aanbrengt via het slimme paneel, zijn niet van invloed op andere
expertstanden.
Belangrijke opnameopties aanpassen
In de expertstand kunt u de sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde of ISO-gevoeligheid
aanpassen door op het scherm te tikken of door het instelwieltje of de i-Function-toets te gebruiken.
De methoden kunnen verschillen afhankelijk van het geselecteerde bedieningstype en de
bedieningsinstellingen voor het instelwieltje.
Tikken op het scherm
Tik op een van de belangrijke opnameopties die bovenaan het scherm worden weergegeven en
sleep naar links of rechts totdat de gewenste waarde wordt weergegeven. Tik op een leeg gedeelte
van het scherm of druk de sluiterknop half in om de aanpassing te bevestigen.
Het instelwieltje gebruiken
Tik op → → Draaiknop (P/A/S/M) → Optie 3 en ga terug naar het voorbeeldscherm. Druk
herhaaldelijk op het instelwieltje om een optie te selecteren en draai het instelwieltje om de
waarde aan te passen. Tik op een leeg gedeelte van het scherm of druk de sluiterknop half in om de
aanpassing te bevestigen.
61
Camera: opnamestanden
De i-Function-toets gebruiken
Druk herhaaldelijk op de i-Function-toets op de lens om een optie te selecteren en draai de
scherpstelring op de lens om de waarde aan te passen. Tik op een leeg gedeelte van het scherm of
druk de sluiterknop half in om de aanpassing te bevestigen.
Het slimme paneel gebruiken
Gebruik het slimme paneel om opnameopties snel te wijzigen. Het slimme paneel kan alleen worden
gebruikt als het professionele bedieningstype is geselecteerd.
Als u het slimme paneel wilt inschakelen, tikt u op
Tik op
→
→
→ Gebruikerstype → Professioneel.
om het slimme paneel te openen.
Tik op een optie en sleep naar links of rechts om de waarde aan te passen of selecteer de waarde in
de pop-uplijst. U kunt ook het instelwieltje draaien om een optie te markeren, druk vervolgens op
het instelwieltje om de optie te selecteren en draai het instelwieltje om de waarde aan te passen.
Tik op
om de huidige instellingen op te slaan als gebruikersstand.
De automatische belichtingsvergrendeling gebruiken
Als u geen geschikte belichting kunt verkrijgen wegens een groot kleurcontrast, kunt u de belichting
vergrendelen en vervolgens een foto maken.
Als u de belichtingswaarde wilt vergrendelen, past u de belichting van de foto aan en tikt u op
om de belichting te vergrendelen. Richt de lens op het gewenste onderwerp en druk op de
sluiterknop.
Sneltoetsen
U kunt sneltoetsen toevoegen en verwijderen voor eenvoudige toegang tot de verschillende opties
van de camera.
Blijf
of een ander sneltoetspictogram aanraken.
Blijf een optie aanraken en sleep deze naar de gewenste locatie.
62
kan niet worden verplaatst.
Camera: opnamestanden
• One-touch AF/MF: de scherpstelstand wijzigen.
• AF-vergrendeling: de scherpstelling vergrendelen door de sluiterknop half in te drukken om
scherp te stellen op het onderwerp en vervolgens op het sneltoetspictogram te tikken.
• One-touch WB: de witbalans handmatig instellen door de lens op een wit vlak te richten en
vervolgens op de sluiterknop te drukken.
• One touch RAW+: de camera instellen om foto's op te slaan in zowel JPG- als RAWbestandsindeling.
• Optisch voorbeeld: het optische voorbeeld weergeven voordat een foto wordt gemaakt. De
camera stelt het diafragma in op voorgedefinieerde instellingen en geeft het resultaat weer op
het scherm.
• Weergave: aanpassen hoe informatie op het scherm wordt weergegeven. (p. 85)
Smart
Gebruik deze stand om foto's te maken met voorgedefinieerde instellingen voor verschillende
scènes.
Smart-standsuggesties
Gebruik deze functie om foto's te maken met een van de slimme standen die de camera automatisch
voorstelt.
Tik op Stand → Smart → Smart-standsuggesties.
Druk de sluiterknop half in, selecteer een stand in de lijst met suggesties en druk op de sluiterknop
om een foto te maken. Als u geen stand selecteert in de lijst met suggesties, wordt de foto gemaakt
in de stand Auto.
Tik op
om de geselecteerde stand te resetten.
Gezichtscorrectie
Foto's maken met gezichten die lichter zijn gemaakt voor zachtere afbeeldingen.
Tik op Stand → Smart → Gezichtscorrectie.
Druk op de ontspanknop om een foto te maken. Tik op een gezicht en pas de effecten aan. Tik op
Voor en na om te schakelen tussen de originele en aangepaste foto. Tik op Opslaan om de foto op
te slaan.
Als u wilt dat de camera effecten automatisch aanpast, tikt u op →
Uit.
63
→
→ Verb. gezicht →
Camera: opnamestanden
Beste foto
Meerdere foto's snel achter elkaar maken, waarna u van die foto's de beste foto kiest.
Tik op Stand → Smart → Beste foto.
Druk op de ontspanknop om meerdere foto's te maken. Blijf de miniaturen aanraken van de foto's
die u wilt opslaan en tik op Opslaan.
Continuopname
Een serie foto’s maken van bewegende onderwerpen.
Tik op Stand → Smart → Continuopname.
Houd de camera stabiel en houd de sluiterknop ingedrukt om meerdere foto's achter elkaar te
maken.
Als u meerdere foto's achter elkaar wilt maken, moet u een geheugenkaart met een hoge
schrijfsnelheid gebruiken (microSDHC Klasse 10 of hoger).
Golf
Gebruik deze functie om meerdere foto's achter elkaar te maken van een golfswing om de techniek
te analyseren.
Tik op Stand → Smart → Golf.
Druk op de sluiterknop. Wanneer de camera een golfswing detecteert, worden er meerdere foto's
gemaakt met 120 fps.
• Deze functie is niet beschikbaar in staande stand.
• Gebruik van een statief wordt aangeraden.
• Bij weinig licht zijn het voorbeeldscherm en foto's mogelijk donker vanwege de
vaste framesnelheid en sluitertijd. Voor de beste resultaten moet u foto's maken met
voldoende licht.
• In een donkere omgeving (minder dan 500 lux), zoals binnenshuis, kan de camera
mogelijk geen golfswing detecteren.
64
Camera: opnamestanden
Beste gezicht
Gebruik dit om meerdere opnamen tegelijk te maken en ze te combineren tot de best mogelijke
opname.
Tik op Stand → Smart → Beste gezicht.
Druk op de ontspanknop om meerdere foto's te maken. Om de beste opname te maken, moet
u ervoor zorgen dat de camera niet beweegt en u goed stilstaat terwijl u foto’s maakt. Tik op het
gele kader op elk gezicht en kies het beste gezicht voor het onderwerp. Nadat u een gezicht hebt
geselecteerd voor elke persoon, tikt u op Opslaan om de afbeeldingen in één foto samen te voegen
en de foto op te slaan.
Kleurenbracket
Gebruik deze optie om drie foto's achter elkaar te maken met verschillende kleureffecten.
Tik op Stand → Smart → Kleurenbracket.
Kinderopname
Met deze functie wordt tijdens het opnemen een grappig geluid afgespeeld om de aandacht van
kinderen te trekken.
Tik op Stand → Smart → Kinderopname.
Druk de sluiterknop half in. De camera laat een geluid horen om de aandacht te trekken. Druk op de
sluiterknop om vijf foto's achter elkaar te maken.
Tik op
om het geluid te wijzigen dat de camera laat horen.
65
Camera: opnamestanden
Vignetteren+
Gebruik deze optie om het midden van de foto te benadrukken door de randen donkerder te maken.
Tik op Stand → Smart → Vignetteren+.
Landschap
Hiermee maakt u foto's van een blauwe hemel en landschappen met vollere kleuren.
Tik op Stand → Smart → Landschap.
Dageraad
Maak hiermee foto's van het morgenlicht in zeer subtiele kleuren.
Tik op Stand → Smart → Dageraad.
Sneeuw
Maak hiermee helderdere foto's van sneeuwlandschappen.
Tik op Stand → Smart → Sneeuw.
66
Camera: opnamestanden
Macro
Foto's maken van heel dichtbij.
Tik op Stand → Smart → Macro.
Houd de camera stabiel om bewogen foto's te voorkomen.
Eten
Maak hiermee foto's van eten in kleurigere tinten.
Tik op Stand → Smart → Eten.
Feest/binnen
Maak hiermee haarscherpe foto's binnenshuis.
Tik op Stand → Smart → Feest/binnen.
67
Camera: opnamestanden
Actie-opname
Gebruik deze functie om foto's maken van onderwerpen die heel snel bewegen.
Tik op Stand → Smart → Actie-opname.
Gebruik in fel daglicht aanbevolen.
Rijke toon
Foto's maken zonder details te verliezen in lichte en donkere delen. De camera maakt automatisch
drie foto's met een verschillende belichtingswaarde en maakt daar vervolgens één foto van. De foto
die wordt gemaakt met de oorspronkelijke belichtingswaarde wordt ook opgeslagen.
Tik op Stand → Smart → Rijke toon.
Houd de camera stabiel en druk op de sluiterknop om drie foto's te maken.
Zonder effect
Met effect
68
Camera: opnamestanden
• Deze functie kan worden beïnvloed door beweging van de camera, de belichting,
beweging van het onderwerp en omgeving.
• In deze stand is de flitser uitgeschakeld.
• Wanneer u een foto maakt van een bewegend onderwerp, kunnen er nabeelden
zichtbaar worden.
• Gebruik van een statief wordt aangeraden.
Panorama
Panoramafoto's maken.
Tik op Stand → Smart → Panorama.
Druk op de ontspanknop om de foto te maken en beweeg de camera vervolgens in de gewenste
richting. Wanneer het blauwe kader overeenkomt met het voorbeeldscherm, maakt de camera
automatisch nog een opname in de panoramische reeks. Als u wilt stoppen met het maken van
opnamen, drukt u nogmaals op de ontspanknop. Foto's worden automatisch gecombineerd tot één
panoramafoto.
69
Camera: opnamestanden
• Probeer voor het beste resultaat het volgende zo veel mogelijk te voorkomen:
– – De camera te snel of te langzaam bewegen.
– – De camera te weinig bewegen voor de volgende foto.
– – De camera met onregelmatige snelheid bewegen.
– – De camera schudden.
– – De camerarichting wijzigen tijdens het maken van een foto.
– – Foto's maken bij weinig licht.
– – Foto's maken van bewegende onderwerpen.
– – Foto's maken wanneer de helderheid of kleur van het licht verandert.
– – Foto's maken van onderwerpen voor onherkenbare achtergronden, zoals lege
luchten of effen muren.
• Het opnemen wordt gestopt in de volgende omstandigheden:
– – U verandert tijdens het fotograferen de afstand tot het onderwerp.
– – U beweegt de camera te snel.
– – U beweegt de camera helemaal niet.
• De camera kan stoppen met het maken van foto's op het moment dat de compositie
verandert, bijvoorbeeld door beweging.
• De camera neemt het laatste beeld mogelijk niet helemaal op als u stopt met het
bewegen van de camera op de exacte positie waar uw panorama moet ophouden. Voor
een volledig resultaat moet u de camera iets verder bewegen dan waar uw panoramafoto
moet ophouden.
Waterval
Foto's maken van een waterval.
Tik op Stand → Smart → Waterval.
De foto wordt gemaakt met een lange sluitertijd, wat tot onscherpe beelden kan leiden.
Gebruik daarom een statief.
70
Camera: opnamestanden
Animatiefoto
Gebruik deze functie om een foto te maken waarin geselecteerde onderwerpen bewegen door
bewegende onderwerpen die automatisch worden gedetecteerd door de camera, te bevriezen of te
bewegen.
Tik op Stand → Smart → Animatiefoto.
Druk op de ontspanknop om een foto te maken. Tik op Animatie toevoegen of Bevriezen en wrijf
over het scherm om de gedetecteerde onderwerpen te bewegen of stil te zetten. Tik op Bijsnijden
om het bereik voor bijsnijden aan te passen of tik op Richting om de richting van de animatie te
wijzigen. Tik vervolgens op Opslaan om de foto op te slaan.
Meer belichtingen
Gebruik deze optie om meerdere foto's te maken en deze samen te voegen tot één foto door ze te
laten overlappen.
Tik op Stand → Smart → Meer belicht.
Tik op
om het aantal foto's in te stellen.
Als u wilt instellen dat de camera alle foto's of alleen het uiteindelijke resultaat opslaat, tikt u op →
→
→ Origineel opslaan.
71
Camera: opnamestanden
Drama
Gebruik deze functie om een reeks foto's te maken en te combineren tot één foto waarin de sporen
van de beweging worden weergegeven.
Tik op Stand → Smart → Drama.
Houd de camera stabiel en druk op de sluiterknop om meerdere foto's achter elkaar te maken.
Selecteer foto's en tik op Opslaan om de foto op te slaan.
Gebruik deze tips om de beste opnamen te maken. De camera maakt mogelijk geen goede
opnamen in andere opnameomstandigheden.
• Zorg ervoor dat de camera niet beweegt en blijf zelf op dezelfde plek staan terwijl u foto’s
maakt.
• Maak foto's van een onderwerp dat in één richting beweegt.
• Maak foto's met achtergronden die geen bewegende onderwerpen bevatten.
• Maak geen foto's van onderwerpen en achtergronden met vergelijkbare kleuren.
• Maak geen foto's van een onderwerp dat te dichtbij of te ver weg en daardoor niet goed
in het scherm kan worden gezien, of dat te lang is zoals een bus of trein.
Gum
Gebruik dit om de bewegende onderwerpen op de achtergrond te verwijderen.
Tik op Stand → Smart → Gum.
Druk op de sluiterknop om een serie foto's te maken. De camera wist bewegende voorwerpen. Als
u de oorspronkelijke foto wilt herstellen, tikt u op Toon beweg. objecten en op het gemarkeerde
gedeelte. Tik op Opslaan om de foto op te slaan.
72
Camera: opnamestanden
• Zorg ervoor dat de camera niet beweegt en blijf zelf op dezelfde plek staan terwijl u foto’s
maakt.
• Als u foto's maakt van een voorwerp en achtergrond met vergelijkbare kleuren, herkent
de camera mogelijk alle bewegingen.
• Als u foto's maakt van een onderwerp dat heel weinig of heel veel beweegt, herkent de
camera mogelijk niet alle bewegingen.
• Als er meerdere bewegende onderwerpen op de achtergrond zijn, herkent de camera
mogelijk niet alle bewegingen.
Geluid & opname
Gebruik deze functie om een foto met geluid te maken.
Tik op Stand → Smart → Geluid & opname.
Nadat een foto is gemaakt, neemt de camera enkele seconden audio op.
Als u de camera wilt instellen om geluid op te nemen voor of na het maken van foto, tikt u op
Als u foto's maakt in deze stand, wordt geluid opgenomen met de interne microfoon.
Miniatuur
Gebruik deze optie om een miniatuureffect toe te passen door het midden van de foto scherp te
maken en de boven- en onderkant van de foto te vervagen.
Tik op Stand → Smart → Miniatuur.
73
.
Camera: opnamestanden
Creat. opname
Gebruik deze optie om een geschikt filter toe te passen op een scène die automatisch is
gedetecteerd door de camera.
Tik op Stand → Smart → Creat. opname.
Interval
Gebruik deze optie om het interval in te stellen en het aantal foto's dat gedurende het interval moet
worden gemaakt.
Tik op Stand → Smart → Interval.
Silhouet
Foto's maken van donkere vormen tegen een lichte achtergrond.
Tik op Stand → Smart → Silhouet.
Voor een maximaal silhoueteffect maakt u foto's op een heldere locatie.
74
Camera: opnamestanden
Zonsondergang
Foto's maken van de ondergaande zon.
Tik op Stand → Smart → Zonsondergang.
Nacht
Foto's maken zonder de flitser te gebruiken wanneer er weinig licht is.
Tik op Stand → Smart → Nacht.
Houd de camera stabiel en druk op de sluiterknop om drie foto's te maken. Foto's worden
automatisch gecombineerd tot één foto.
De foto wordt gemaakt met een lange sluitertijd, wat tot onscherpe beelden kan leiden.
Gebruik daarom een statief.
75
Camera: opnamestanden
Vuurwerk
Foto's maken van vuurwerk.
Tik op Stand → Smart → Vuurwerk.
De foto wordt gemaakt met een lange sluitertijd, wat tot onscherpe beelden kan leiden.
Gebruik daarom een statief.
Lichtspoor
Foto's maken van het lichtspoor wanneer er weinig licht is.
Tik op Stand → Smart → Lichtspoor.
De foto wordt gemaakt met een lange sluitertijd, wat tot onscherpe beelden kan leiden.
Gebruik daarom een statief.
76
Camera: opnamestanden
Mijn stand
Gebruik deze functie om uw favoriete opnamestanden vast te leggen zodat u deze eenvoudig kunt
selecteren. U kunt maximaal 10 standen vastleggen.
Tik op Stand → Mijn stand → Bewerk en selecteer uw favoriete opnamestanden. Als u klaar bent
met uw selectie, tikt u op Gereed om de wijzigingen op te slaan.
3D-stand
Gebruik deze optie om 3D-foto's of -video's te maken met een optionele 3D-lens.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u een SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D-lens bevestigen op
de camera.
Zet de 2D/3D-schakelaar op de lens op 3D en maak een foto of video op een afstand van 1,5-5 m
vanaf het onderwerp.
77
Camera: opnamestanden
• Video's die zijn opgenomen in 3D, kunnen donker zijn of schokkerig worden afgespeeld.
• Als u opneemt bij lage temperaturen, kan kleurvervorming optreden in de afbeeldingen
en kan meer batterijlading worden verbruikt.
• U kunt mogelijk niet correct opnemen bij omstandigheden met minder dan 8,5 LV/900
lux. Voor de beste resultaten moet u foto's maken met voldoende licht.
• Wanneer u foto's maakt van voorwerpen met polariserend materiaal, zoals een
beeldscherm, zonnebril of polariserend filter, of polariserend materiaal met uw lens
gebruikt, kunnen de foto's donker zijn of wordt het 3D-effect mogelijk niet correct
toegepast.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• Als u de camera verticaal draait of kantelt tijdens de opname, wordt het 3D-effect
mogelijk niet correct toegepast. Maak foto's of video's met de camera in de normale
positie.
• Als u opneemt bij TL-licht of beelden wilt vastleggen die worden weergegeven op
projecteren of tv's, kunnen de foto's zwart worden weergegeven als gevolg van het
flikkereffect.
• Op het scherm van de camera worden 3D-foto's en -video's alleen in 2D weergegeven.
• Foto's die worden gemaakt met de 3D-functie, worden opgeslagen in de MPObestandsindeling.
• Als u 3D-bestanden wilt bekijken, sluit u de camera met een optionele HDMI-kabel aan
op een 3D-tv of 3D-beeldscherm. Draag een 3D-bril tijdens het bekijken.
• U kunt de flitser niet gebruiken in deze stand.
• U kunt geen foto's of video's vastleggen in deze stand als er een HDMI-kabel is
aangesloten op de camera.
78
Camera: opnameopties en
-instellingen
Opnameopties aanpassen
Op uw camera zijn verschillende opnameopties beschikbaar. Deze opties kunt u gebruiken om
aangepaste foto's en video's te maken.
Tik op
tikken.
om de opnameopties te openen. Afhankelijk van de geselecteerde stand kunt u op →
Selecteer een optie en sla deze op.
• De beschikbare opties en standaardinstellingen kunnen verschillen afhankelijk van de
opnamestand, de gebruikte lens en de opnameomstandigheden.
• Afhankelijk van de geselecteerde optie zijn sommige instellingen mogelijk niet
beschikbaar.
EV (helderheid)
De camera stelt de belichting automatisch in door lichtniveaus te meten op basis van de compositie
van de foto en de positie van het onderwerp. Als de ingesteld belichting lager of hoger is dan
verwacht, kunt u de belichtingswaarde handmatig aanpassen.
Tik op
→
→ EV (helderheid) en selecteer een optie.
Donkerder (-)
Neutraal (0)
79
Lichter (+)
Camera: opnameopties en -instellingen
• Wanneer u een foto maakt en de juiste belichtingswaarde niet kan worden bepaald, kunt
u de optie AE BKT gebruiken om drie foto's met verschillende belichtingswaarden te
maken.
• Fotograferen met hogere belichtingswaarden kan onscherpe foto's tot gevolg hebben
vanwege de langere sluitertijd.
ISO (gevoeligheid)
De waarde voor ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid van de camera aan.
Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, des te gevoeliger de camera is voor licht. Daarom kunt u met
een hogere ISO-gevoeligheid bij schemering of op donkere plekken foto's maken met kortere
sluitertijden. Hierdoor kan de elektronische ruis echter toenemen, wat kan leiden tot een korrelige
foto.
Tik op
→
→ ISO (gevoeligheid) en selecteer een optie.
Voorbeelden
ISO 100
ISO 400
ISO 800
ISO 3200
80
Camera: opnameopties en -instellingen
• Verhoog de ISO-gevoeligheid op locaties waar flitslicht niet is toegestaan. Door een
hogere ISO-gevoeligheid in te stellen, kunt u zonder extra licht een duidelijke foto
maken.
• Gebruik de functie voor ruisonderdrukking om de beeldruis te beperken die kan
optreden in foto's met een hoge ISO-gevoeligheid. (p. 95)
WB (lichtbron)
De witbalans geeft de lichtbron aan die van invloed is op de kleur van de foto.
De kleur van een foto hangt af van het type of de kwaliteit van de lichtbron. Als u een foto met
realistische kleuren wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans
te kalibreren of past u de kleurtemperatuur handmatig aan. U kunt tevens de kleur voor de
voorgeprogrammeerde lichtbronnen aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de
kleuren van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen.
Tik op
→
→ WB (lichtbron) en selecteer een optie.
• Auto: automatische instellingen gebruiken op basis van de lichtomstandigheden.
• Daglicht: voor zonnige dagen. Met deze optie krijgen de foto's kleuren die de natuurlijke
kleuren het dichtst benaderen.
• Bewolkt: voor bewolkte dagen of in de schaduw. Foto's die zijn gemaakt op bewolkte dagen,
bevatten doorgaans meer blauwtinten dan foto's die zijn gemaakt op zonnige dagen. Met deze
optie kunt u dit effect compenseren.
• Tl-licht W: gebruik deze optie bij TL-verlichting, vooral voor wit TL-licht.
• Tl-licht NW: gebruik deze optie bij TL-verlichting, vooral voor zeer wit TL-licht.
• Tl-licht D: gebruik deze optie bij TL-verlichting, vooral voor wit TL-licht met een blauwe tint.
• Kunstlicht: voor gloei- of halogeenlampen. Gloeilampen hebben doorgaans een rode tint. Met
deze optie kunt u dit effect compenseren.
• WB flits: gebruik deze optie wanneer u een flitser gebruikt.
• Aangepast: een aangepaste witbalans instellen. Tik op
vervolgens op de sluiterknop.
81
, richt de lens op een wit vlak en druk
Camera: opnameopties en -instellingen
• Kleurtemperatuur: gebruik deze optie om de kleurtemperatuur van de lichtbron handmatig
aan te passen. Kleurtemperatuur is een meetwaarde in graden Kelvin die een specifiek lichtbron
aangeeft. Als de kleurtemperatuur toeneemt, wordt de kleurdistributie koeler. Andersom geldt
ook dat als de kleurtemperatuur afneemt, de kleurdistributie warmer wordt. Tik op en sleep
de schuifregelaar of tik op of om de kleurtemperatuur aan te passen.
Onbewolkt
10.000 K
8.000 K
TL-licht H
Bewolkt
Daglicht
6.000 K
5.000 K
TL-licht L
4.000 K
Halogeenlamp
3.000 K
Kunstlicht
Kaarslicht
2.000 K
Voorbeelden
Auto witbalans
Daglicht
TL-licht
Kunstlicht
82
Camera: opnameopties en -instellingen
Wanneer u een foto maakt en de juiste witbalansoptie niet kan worden bepaald, kunt u de
optie Bracket witbalans gebruiken om drie foto's met verschillende witbalansinstellingen te
maken.
Vooraf ingestelde witbalansopties aanpassen
Pas de kleur voor de vooraf ingestelde lichtbronnen aan.
Tik op naast een witbalansoptie. Tik op de pijlen of tik op een gedeelte van het scherm om de
waarde op de coördinaten aan te passen.
• G: groen
• A: oranje
• M: magenta
• B: blauw
Meting
De meetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet. De camera meet
de hoeveelheid licht in een scène en gebruikt deze meting in veel standen om verschillende
instellingen aan te passen. Als een onderwerp bijvoorbeeld donkerder is dan de daadwerkelijke
kleur, maakt de camera een overbelichte foto om dit te compenseren. Als een onderwerp
bijvoorbeeld lichter is dan de daadwerkelijke kleur, maakt de camera een onderbelichte foto om dit
te compenseren.
Tik op
→
→ Meting en selecteer een optie.
• Multi: de camera berekent de lichthoeveelheid in meerdere gebieden. Ongeacht of er
voldoende licht is, past de camera de belichting aan door een gemiddelde te nemen van de
totale helderheid van de scène. Deze stand is geschikt voor algemene foto's.
• Spotmeting: de camera berekent de lichthoeveelheid in midden. Wanneer u een foto maakt in
omstandigheden waarbij het onderwerp veel tegenlicht heeft, past de camera de belichting aan
om het onderwerp correct op te nemen.
• Centrum-gericht: de camera berekent een groter gebied dan met de optie voor spotmeting.
Met deze optie wordt de lichthoeveelheid in het midden van de opname (60 - 80%) en in de rest
van de opname (20 - 40%) berekend.
83
Camera: opnameopties en -instellingen
Rijden
Gebruik deze optie om de opnamestand in te stellen. Continu- of serieopnamen worden aanbevolen
voor het opnemen van snel bewegende onderwerpen, zoals raceauto's.
Tik op
→
→ Rijden en selecteer een optie.
• Eén opname: één foto maken.
• Continu normaal: gebruik deze optie om 5 foto’s achterelkaar per seconde te maken wanneer u
op de sluiterknop drukt.
• Continu hoog: gebruik deze optie om 8 foto’s achterelkaar per seconde te maken wanneer u op
de sluiterknop drukt.
• Continu-opn. (10 fps)/Continu-opn. (15 fps)/Continu-opn. (30 fps): gebruik deze opties om
10, 15 of 30 foto’s achterelkaar te maken wanneer u één keer op de sluiterknop drukt.
• AE BKT: gebruik de optie voor automatische belichtingsbracketing om drie opeenvolgende
foto's met verschillende belichtingswaarden te maken (één lichte foto, het origineel en één
donkere foto). Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. U kunt het intervalbereik
aanpassen bij Bracket instellen. (p. 94)
• Bracket witbalans: gebruik de optie voor witbalansbracketing om drie foto's achter elkaar
te maken met verschillende witbalansinstellingen (het origineel en nog twee met andere
witbalansinstellingen). De originele foto wordt gemaakt wanneer u op de sluiterknop drukt. De
andere twee worden automatisch aangepast op basis van de witbalans die u hebt ingesteld. U
kunt het intervalbereik aanpassen bij Bracket instellen. (p. 94)
• Afhankelijk van de capaciteit en snelheid van de geheugenkaart kan het opslaan van
foto's langer duren wanneer u continu-opnamen maakt.
• U kunt voor continu-opnamen het beste een statief gebruiken.
84
Camera: opnameopties en -instellingen
Weergave
Gebruik deze optie om opname-informatie op het scherm toe te voegen of te verwijderen.
Tik op
→
→ Weergave en selecteer een optie.
• Normaal: de camera geeft algemene opname-informatie weer op het scherm.
• Histogram: de camera geeft het histogram weer op het scherm. Een histogram is een
grafiek waarin de helderheidsdistributie van een foto wordt weergegeven. Een histogram
met de nadruk aan de linkerkant, duidt op een donkere foto. Een histogram met de nadruk
aan de rechterkant, duidt op een lichte foto. De hoogte van de grafiek is gerelateerd aan
kleurinformatie. De grafiek wordt hoger als een specifieke kleur vaker voorkomt.
Onvoldoende belichting
Gebalanceerde belichting
Overmatige belichting
• Horizontaal niveau: de camera geeft de niveaumeter weer op het scherm. Met de niveaumeter
kunt u de camera uitlijnen met de horizontale lijnen op het scherm.
Waterpas
Niet waterpas
• Afstandsschaal: de camera geeft de afstandsschaal weer op het scherm. De afstandsschaal
geeft de afstand tussen het onderwerp en de camera aan. Deze functie is alleen beschikbaar als
u een lens bevestigt die ondersteuning biedt voor de afstandsschaalfunctie.
• Verbergen: de camera verbergt pictogrammen die de huidige-instellingen aangeven, met
uitzondering van belangrijke opnameopties.
85
Camera: opnameopties en -instellingen
Opsl. als Gebr.stand
Gebruik deze optie om de huidige instellingen op te slaan als uw eigen opnamestand.
Tik op
→
→ Opsl. als Gebr.stand.
Flitser
Als u een realistische foto wilt maken, moet de lichthoeveelheid constant zijn. Als de lichtbron
varieert, kunt u een flitser gebruiken voor een constante lichthoeveelheid.
In de automatische of slimme stand wordt de flitser automatisch geopend, afhankelijk van de
flitseroptie, wanneer u de sluiterknop half indrukt of op het scherm tikt bij weinig licht.
→ Flitser en selecteer een optie. Druk in de expertstand op de flitsertoets om de
Tik op →
flitser handmatig te openen voordat u de optie instelt.
• Uit: de flitser uitschakelen.
• Slimme flits: gebruik deze optie om de helderheid van de flitser automatisch aan te passen op
basis van de lichthoeveelheid in de omgeving.
• Automat. flitsen: gebruik deze optie om de flitser automatisch te gebruiken. De flitser gaat af
wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is.
• Autom. + rode ogen: gebruik deze optie om de flitser automatisch te gebruiken en rode ogen
te beperken.
• Invullen: de flitser gaat altijd af.
• Invullen + rode ogen: gebruik deze optie om de flitser altijd te gebruiken en rode ogen te
beperken.
• 1e gordijn: gebruik deze optie om de flitser onmiddellijk te laten afgaan nadat de sluiter is
geopend. De camera maakt een duidelijke foto van een eerder onderwerp in een actiereeks.
Richting waarin de bal
beweegt
86
Camera: opnameopties en -instellingen
• 2e gordijn: gebruik deze optie om de flitser te laten afgaan net voordat de sluiter wordt
gesloten. De camera maakt een duidelijke foto van een later onderwerp in een actiereeks.
Richting waarin de bal
beweegt
• Laat de flitser ingeklapt wanneer deze niet wordt gebruikt om schade te voorkomen.
• Als de flitser geforceerd wordt geopend, kan de camera beschadigd worden.
• Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Als u een niet-compatibele flitser
gebruikt, kan uw camera worden beschadigd.
• Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
geweest.
• Als u Uit selecteert, gaat de flitser zelfs niet af als er een externe flitser is bevestigd.
• Als het licht van de flitser weerkaatst of als er veel stof in de lucht aanwezig is, kunnen er
kleine stipjes te zien zijn op de foto.
• Als u een externe flitser waarvan de intensiteit kan worden aangepast, bevestigt op de
camera, worden de intensiteitsinstellingen van de flitser toegepast.
• Als het onderwerp te dichtbij is wanneer u de flitser gebruikt, kan een gedeelte van het
licht worden geblokkeerd, wat een donkere foto tot gevolg heeft. Zorg ervoor dat het
onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand bevindt (deze afstand verschilt per lens).
• Als er een zonnekap is bevestigd, kan het licht van de flitser worden geblokkeerd door de
zonnekap. Verwijder de zonnekap als u de flitser wilt gebruiken.
De intensiteit van de flitser aanpassen
Wanneer de flitser is ingeschakeld, kunt u de intensiteit van de flitser aanpassen.
Tik op naast een optie en sleep de schuifregelaar of tik op
passen.
87
of
om de intensiteit aan te
Camera: opnameopties en -instellingen
AF-stand
Gebruik deze optie om de juiste scherpstelstand voor een onderwerp te selecteren.
Als de lens een AF/MF-schakelaar heeft, moet u de schakelaar op de vereiste scherpstelstand zetten.
Zet de schakelaar op AF om Single AF of Doorlopend AF te selecteren. Zet de schakelaar op MF om
Handm. scherpstellen te selecteren.
Tik op
→
→ AF-stand en selecteer een optie.
• Single AF: gebruik deze optie om een niet-bewegend onderwerp vast te leggen. Als u de
sluiterknop half indrukt, wordt scherpstelling in het scherpstelgebied vastgezet. Het gebied
wordt groen als de scherpstelling is ingesteld.
• Doorlopend AF: gebruik deze optie om snel bewegende onderwerpen vast te leggen. Als u
de sluiterknop half indrukt, blijft de camera scherpstellen. Zodra er is scherpgesteld op het
onderwerp, blijft het onderwerp altijd scherp, zelfs wanneer het beweegt.
• Handm. scherpstellen: gebruik deze optie om handmatig scherp te stellen op een onderwerp
door de scherpstelring op de lens te draaien.
MF-assistentie: deze optie helpt u gemakkelijk scherp te stellen. Terwijl u de scherpstelring
draait, wordt het scherpstelgebied vergroot. (p. 92) Wanneer u Focus peaking gebruikt, wordt
de geselecteerde kleur weergegeven op het onderwerp waarop is scherpgesteld. (p. 92)
88
Camera: opnameopties en -instellingen
AF-gebied
Gebruik deze optie om de posities van het scherpstelgebied te wijzigen.
Doorgaans stellen camera's scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp. Als er echter veel
onderwerpen zijn, wordt er mogelijk scherpgesteld op ongewenste onderwerpen. U kunt
voorkomen dat er wordt scherpgesteld op ongewenste onderwerpen door het scherpstelgebied
aan te passen zodat alleen op het gewenste onderwerp wordt scherpgesteld. Als u het juiste
scherpstelgebied selecteert, kunt betere en scherpere foto's maken.
Tik op
→
→ AF-gebied en selecteer een optie.
• AF midden: scherpstellen op het midden van het kader.
• Multi AF: scherpstellen op meerdere gebieden. De foto wordt opgedeeld in twee of meer
gebieden en de camera zoekt in elk gebied naar scherpstelpunten en geeft een groene
rechthoek weer op plaatsen waar de scherpstelling correct is. Deze optie wordt aanbevolen voor
foto's van landschappen.
• Gezichtsdetectie: gebruik deze optie om bij voorkeur scherp te stellen op menselijke gezichten.
Deze optie wordt aanbevolen voor foto's van groepen mensen.
In de volgende omstandigheden werkt deze functie mogelijk niet goed:
• Het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af.
• Er is te veel of te weinig licht.
• Het onderwerp kijkt niet naar het apparaat.
• Het onderwerp draagt een zonnebril of masker.
• Het gezicht van het onderwerp verandert sterk van uitdrukking.
• Er is veel tegenlicht of het licht is niet stabiel.
89
Camera: opnameopties en -instellingen
• AF traceren: gebruik deze optie om uw onderwerp te volgen en automatisch hierop scherp te
stellen, zelfs als het onderwerp beweegt of als u de opnamecompositie wijzigt.
• Onder de volgende omstandigheden kan het volgen van een onderwerp mislukken:
– – Het onderwerp is te klein.
– – Het onderwerp beweegt te veel.
– – Er is veel tegenlicht of u maakt opnamen op een donkere plaats.
– – Kleuren of patronen van het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk.
– – Het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals jaloezieën.
– – De camera trilt te veel.
• Als de camera het onderwerp niet kan volgen, wordt het scherpstelgebied opnieuw
ingesteld.
• Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood en wordt het
scherpstellen opnieuw ingesteld.
• One touch-opname: gebruik deze optie om een foto te maken door met uw vinger op het
scherm te tikken. Wanneer u op het onderwerp tikt, stelt de camera automatisch scherp op het
onderwerp en wordt een foto gemaakt.
AF-grootte
Gebruik deze optie om het formaat van het automatische scherpstelkader te wijzigen.
Tik op
→
→ AF-grootte en tik op
of
om het kaderformaat aan te passen.
Fotogrootte
Als u de resolutie verhoogt, bevat uw foto meer pixels zodat u de foto op groter papier kunt
afdrukken of op een groter scherm kunt weergeven. Wanneer u een hogere resolutie gebruikt,
neemt de bestandsgrootte ook toe. Selecteer een lage resolutie voor foto's die u wilt weergeven in
een digitaal fotolijstje of wilt uploaden naar internet.
Tik op
→
→ Fotogrootte en selecteer een optie.
90
Camera: opnameopties en -instellingen
Kwaliteit
Gebruik deze optie om een hogere fotokwaliteit te selecteren voor betere foto's. Een hogere
fotokwaliteit maakt de bestanden groter.
Tik op
→
→ Kwaliteit en selecteer een optie.
De camera slaat de foto's op in de JPG- of RAW-bestandsindeling. Foto's in de JPG-indeling worden
opgeslagen in het geheugen op basis van de instellingen van de camera op het moment waarop de
foto wordt gemaakt. Bestanden in de indeling raw worden echter niet omgezet naar jpg en worden
zonder wijzigingen in het geheugen opgeslagen.
Bestanden met de indeling raw hebben de bestandsextensie srw. Als u bestanden in de RAWindeling wilt converteren naar andere bestandsindelingen of de belichting, witbalans, tinten,
contrast en kleuren wilt kalibreren, kunt u Adobe Photoshop Lightroom gebruiken (programma
beschikbaar op de bijgeleverde dvd-rom). Zorg ervoor dat er voldoende ruimte in het geheugen
beschikbaar is om foto's in de RAW-bestandsindeling op te slaan.
Adobe Photoshop Lightroom installeren
Plaats de dvd met Adobe Photoshop Lightroom in de computer, selecteer een taal en volg de
instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Met Adobe Photoshop Lightroom kunt u afbeeldingsbestanden, waaronder bestanden in de
JPG-, TIFF- en RAW-indeling, converteren of kalibreren. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
programma voor meer informatie.
• In Adobe Photoshop Lightroom kunnen de helderheid, kleur en andere effecten van
een afbeelding anders worden weergegeven. Dit gebeurt omdat de originele camerainstellingen en -opties die worden toegepast tijdens het maken van de afbeelding,
worden verwijderd zodat de afbeelding kan worden verwerkt in Adobe Photoshop
Lightroom.
• Als u de PTP-stand gebruikt om uw apparaat via een USB-kabel aan te sluiten op een Mac
OS-computer, kunt u mogelijk geen voorbeelden van afbeeldingsminiaturen bekijken
in het importvenster in Adobe Photoshop Lightroom. Klik in dit geval op de knop voor
importeren en bekijk een voorbeeld in de module Bibliotheek.
Afbeelding aanpassen
Gebruik deze optie om de kleur, verzadiging, scherpte of het contrast van uw foto's aan te passen.
Tik op →
waarde.
→ Afbeelding aanpassen en sleep de schuifregelaar of tik op
91
of
voor elke
Camera: opnameopties en -instellingen
Timer
Gebruik deze optie voor opnamen met vertraging.
Tik op
→
→ Timer en selecteer een optie.
Druk op de sluiterknop om de timer te starten. De camera maakt foto's na de opgegeven tijdsduur.
Druk op de ontspanknop om de timer te annuleren.
MF-assistentie
Gebruik deze optie om de scène te vergroten zodat u de scherpstelling gemakkelijk kunt aanpassen
terwijl u de scherpstelring draait.
Tik op
→
→ MF-assistentie en selecteer een optie.
• Uit: de optie uitschakelen.
• x5 vergroten: gebruik deze optie om het scherpstelgebied vijf keer te vergroten wanneer u de
scherpstelring draait.
Focus peaking
Gebruik deze optie om de door u selecteerde kleur weer te geven op het scherpgestelde onderwerp
zodat u beter kunt scherpstellen wanneer u de scherpstelring draait.
Tik op
→
→ Focus peaking en selecteer een optie.
• Niveau: gebruik deze optie om een gevoeligheidsniveau in te stellen voor het detecteren van
het scherpgestelde onderwerp of om de optie uit te schakelen.
• Kleur: gebruik deze optie om een kleur in te stellen die moet worden weergegeven op het
scherpgestelde onderwerp.
92
Camera: opnameopties en -instellingen
AE-met AF-punt kop
Gebruik deze optie om de belichtingswaarde van het scherpstelgebied te meten. Wanneer deze
optie is ingeschakeld, stelt de camera automatisch een optimale belichting in door de helderheid
van het scherpstelgebied te berekenen.
Tik op
→
→ AE-met AF-punt kop en schakel deze optie in of uit.
Kadreringsstand
Wanneer u de diafragmawaarde of sluitertijd aanpast, wordt de belichtingswaarde gewijzigd
op basis van de instellingen, waardoor het scherm donkerder kan worden. Als deze optie is
ingeschakeld, is de helderheid van het scherm constant, ongeacht de instellingen, zodat u uw
opname beter in beeld kunt brengen.
Tik op
→
→ Kadreringsstand en schakel deze optie in of uit.
OIS (anti-trillen)
Gebruik de optie Optical Image Stabiliser (OIS) om bewogen (onscherpe) foto's zo veel mogelijk
tegen te gaan.
Als de lens een OIS-schakelaar heeft, zet u de schakelaar op AAN om de OIS-functie te gebruiken.
Tik op
→
→ OIS (anti-trillen) en selecteer een optie.
• Uit: de optie uitschakelen.
• OIS (halve sluiter): gebruik deze optie om de OIS-functie alleen toe te passen wanneer u de
sluiterknop half indrukt.
• OIS (altijd): gebruik deze optie om de OIS-functie voortdurend toe te passen.
93
Camera: opnameopties en -instellingen
• In de volgende omstandigheden werkt deze functie mogelijk niet correct:
– – Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen.
– – Wanneer de camera te veel trilt.
– – Wanneer de sluitertijd te hoog is (bijvoorbeeld bij het fotograferen bij weinig licht).
– – Wanneer de batterij bijna leeg is.
– – Wanneer u foto's neemt van dichtbij.
• Wanneer u deze functie gebruikt met een statief, kunt u bewogen foto's krijgen door
trilling van de OIS-sensor. Schakel deze functie uit bij gebruik van een statief.
• Het scherm kan onscherp worden als de camera schokken oploopt of als u deze laat
vallen. Start het apparaat opnieuw op als dit gebeurt.
Bracket instellen
Gebruik deze optie om de instellingen voor automatische belichtingsbracketing en
witbalansbracketing te wijzigen.
Tik op
→
→ Bracket instellen en selecteer een optie.
• AE-bracket instellen: gebruik deze optie om het belichtingsintervalbereik van de drie foto's met
bracketing aan te passen.
• Witbalansbracket inst.: gebruik deze optie om het witbalansintervalbereik van de drie foto's
met bracketing aan te passen.
ISO-aanpassing
Gebruik deze optie om de instellingen voor de ISO-gevoeligheid te wijzigen.
Tik op
→
→ ISO-aanpassing en selecteer een optie.
• ISO-gevoeligheidsstap: gebruik deze optie om het formaat voor de ISO-gevoeligheid met 1/3
of één stap in te stellen.
• Automatisch ISO-bereik: gebruik deze optie om de maximale ISO-waarde in te stellen
waaronder elke EV-stap wordt gekozen wanneer u de ISO-gevoeligheid instelt op Auto.
94
Camera: opnameopties en -instellingen
DMF
Gebruik de optie DMF (Direct Manual Focus) om de scherpstelling handmatig aan te passen door de
scherpstelring te draaien nadat u hebt scherpgesteld door de sluiterknop half in te drukken.
Tik op
→
→ DMF en schakel deze optie in of uit.
Ruisonderdrukking
Gebruik deze optie om de beeldruis in foto's te beperken.
Tik op
→
→ Ruisonderdrukking en selecteer een optie.
• ISO NR hoog: gebruik deze optie om de beeldruis te beperken die kan optreden wanneer u een
hoge ISO-gevoeligheid instelt. U kunt de intensiteit voor de ruisonderdrukking aanpassen door
Hoog, Normaal of Laag te selecteren.
• NR lange termijn: gebruik deze optie om beeldruis te beperken wanneer u de camera instelt
voor een lange belichting.
Vervormingen correct
Gebruik deze optie om vervorming te corrigeren die lenzen kunnen veroorzaken.
Tik op
→
→ Vervormingen correct en schakel deze optie in of uit.
Kleur
Gebruik deze optie om methoden voor de weergave van kleuren te selecteren. Digitale
beeldapparaten, zoals digitale camera's, beeldschermen en printers, hebben hun eigen methoden
voor het weergeven van kleuren, die kleurruimten worden genoemd.
Tik op
→
→ Kleur en selecteer een optie.
• S RGB: sRGB (Standaard RGB) is een internationale specificatie van de IEC (International
Electrotechnical Commission) voor het definiëren van de kleurruimte. Deze specificatie wordt
veel gebruikt voor het kleuren op computerbeeldschermen en is ook de standaardkleurruimte
voor Exif. sRGB wordt aanbevolen voor gewone afbeeldingen en afbeeldingen die u wilt
publiceren op internet.
95
Camera: opnameopties en -instellingen
• Adobe RGB: Adobe RGB wordt gebruikt voor commercieel afdrukken en heeft een groter
kleurbereik dan sRGB. Door het grotere kleurbereik kunt u foto's gemakkelijker bewerken op
een computer. Houd er rekening mee dat afzonderlijke programma's gewoonlijk compatibel zijn
met een beperkt aantal kleurruimten.
De regel waarmee bestandsnamen worden gemaakt, verschilt afhankelijk van de
geselecteerde optie voor de kleurruimte.
• sRGB-bestanden: JJJJMMDD_uummss.jpg. Voorbeeld: de bestandsnaam voor een
foto die op 2 januari 2013 om 15:30:45 is gemaakt, zou 20130102_153045.jpg zijn.
Bestandsnamen voor serieopnamen, burstopnamen of foto's met bracketing hebben de
notatie JJJJMMDD_uummss_x.jpg. De bestandsnaam voor het voorgaande voorbeeld
zou 20130102_153045_1.jpg zijn.
• Adobe RGB-bestanden: JJJJMMDD_uummss_A.jpg. Bestandsnamen voor serieopnamen,
burstopnamen of foto's met bracketing hebben de notatie JJJJMMDD_uummss_Ax.jpg.
Dynamisch bereik
Gebruik deze optie om het verlies van heldere details te corrigeren dat kan optreden wegens
schaduwverschillen in de foto.
Tik op
→
→ Dynamisch bereik en selecteer een optie.
• Uit: de optie uitschakelen.
• Slim bereik+: gebruik deze optie om het verlies van heldere details te corrigeren.
• HDR (High Dynamic Range): gebruik deze optie om drie foto's met verschillende
belichtingswaarden te maken en deze samen te voegen tot één afbeelding. De foto die wordt
gemaakt met de oorspronkelijke belichtingswaarde wordt ook opgeslagen.
Richtl. overbelichting
Gebruik deze optie om in te stellen dat overbelichte gebieden worden aangegeven op het
voorbeeldscherm.
Tik op
→
→ Richtl. overbelichting en schakel deze optie in of uit.
96
Camera: opnameopties en -instellingen
Opties voor video-opnamen
Tik op
→
en configureer de instellingen voor video-opname.
• Filmgrootte: videoresolutie selecteren. Gebruik een hogere resolutie voor hogere kwaliteit.
Video's met een hogere resolutie nemen meer geheugen in beslag.
• Kwaliteit: het kwaliteitsniveau voor video's instellen. Beelden van hogere kwaliteit nemen meer
opslagruimte in beslag.
• Multibeweging: afspeelsnelheid van video's instellen.
Als u een andere optie dan x1 selecteert, wordt er geen geluid opgenomen.
• Spraak: instellen dat de camera geluid opneemt bij video's.
• Windfilter: aanvullende omgevingsruis verwijderen naast windruis.
• Indeling video-uitvoer: de videosignaaluitvoer instellen die geschikt is voor uw land. U kunt
video's met 60, 30 of 24 fps opnemen voor NTSC en met 50, 25 of 24 fps voor PAL.
Opties voor delen
U kunt opties voor delen instellen om foto's te delen wanneer u de foto's maakt. Tik op
selecteer een optie.
→
en
• Opname delen: een foto rechtstreeks naar een ander apparaat verzenden via Wi-Fi Direct.
• U kunt deze functie niet gebruiken als de handtekeningoptie is ingeschakeld.
• Als deze functie is ingeschakeld, kunt u de kwaliteitsoptie niet instellen op RAW of
RAW+JPEG.
• Foto delen met vrienden: instellen dat de camera het gezicht van een persoon herkent die u
hebt gemarkeerd in een foto, en de foto verzendt naar die persoon.
• ChatON-foto delen: een foto rechtstreeks naar een ander apparaat verzenden via ChatON.
U kunt deze functie niet gebruiken als de handtekeningoptie is ingeschakeld.
• Externe zoeker: het apparaat instellen om de camera op afstand te bedienen.
97
Camera: opnameopties en -instellingen
Camera-instellingen
Tik op
→
en configureer de instellingen voor Camera.
• Gebruikerstype: het bedieningstype selecteren voor basis- of expertgebruik.
• AF-geluid: het geluid voor automatisch scherpstellen aanpassen.
• Piepsignaal: pieptonen in- of uitschakelen.
• Omschrijving: beschrijving van de stand weergeven.
• Richtlijnen: een gids weergeven die u helpt bij de compositie van een scène.
• Auto scherm uit: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van de display moet
worden uitgeschakeld.
• Overzicht: gemaakte foto's of video's kort weergeven.
• Handtekening: hiermee kunt u een handtekening toevoegen aan een afbeelding.
U kunt deze functie niet gebruiken als de instelling Afdruk datum/tijd is ingeschakeld.
• Afdruk datum/tijd: gebruik deze optie om de datum en tijd op foto's weer te geven.
• U kunt deze functie niet gebruiken als de instelling Handtekening is ingeschakeld.
• De datum en tijd kunnen niet worden weergegeven op bestanden in de RAW-indeling.
• GPS-tag: GPS-informatie (locatie en tijd) en weerinformatie bijvoegen bij het bestand. Activeer
deze functie als u foto's maakt om albums te maken in Story album of als u de functie voor
fotosuggesties gebruikt.
• Voor een goede GPS-ontvangst moet u locaties vermijden waar het signaal
geblokkeerd wordt, zoals tussen gebouwen of in laaggelegen gebieden, of in slechte
weersomstandigheden.
• Uw locatie kan worden weergegeven op uw foto's wanneer u deze uploadt naar internet.
Schakel de instelling voor GPS-tag uit om dit te voorkomen.
• Spraakopdracht: spraakherkenning voor het maken van foto's of video's in- of uitschakelen.
• Contextuele bestandsnaam: instellen dat de camera contextuele tags, zoals locatiegegevens,
toevoegt aan bestandsnamen.
• Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de functie voor GPS-tags inschakelen.
• De contextuele informatie wordt weergegeven in de weergavetaal die werd gebruikt op
het apparaat op het moment dat de bestanden werden gemaakt.
98
Camera: opnameopties en -instellingen
• AF-lamp: het hulplampje van de automatische scherpstelling inschakelen bij weinig licht.
• Opstartmodus: de stand selecteren waarmee de camera standaard wordt ingeschakeld.
• Draaiknop: de functies van het instelwieltje instellen wanneer u het instelwieltje voor het eerst
indrukt of draait op het voorbeeldscherm of in de expertstand.
– – Optie 1: het scherm voor standkeuze openen door het instelwieltje te draaien of in te
drukken.
– – Optie 2: het scherm voor standkeuze openen door het instelwieltje te draaien. De
belangrijkste opnameopties doorlopen door herhaaldelijk op het instelwieltje te drukken.
– – Optie 3: de belangrijkste opnameopties doorlopen door herhaaldelijk op het instelwieltje te
drukken. De optie aanpassen door het instelwieltje te draaien.
In de automatische of slimme stand kunt u alleen de standen wijzigen met het instelwieltje.
• Opslag: de geheugenlocatie selecteren voor opslag.
• Selectie weergeven: gebruik deze optie om in te stellen dat de nabijheids-/lichtsensor
automatisch schakelt tussen het scherm en de beeldzoeker of dat het scherm altijd wordt
gebruikt.
• Horizontale kalibratie: de niveaumeter kalibreren. Als de niveaumeter niet waterpas is,
positioneert u de camera op een vlakke ondergrond en volgt u de instructies op het scherm.
• U kunt de niveaumeter niet kalibreren in de portretstand.
• De camera moet waterpas zijn (niet omhoog of omlaag gekanteld) om de kalibratie te
voltooien.
• Sensor reinigen: gebruik deze optie om stof van de beeldsensor te verwijderen.
• Lensfirmware: de firmware van de lens bijwerken.
Voordat u de lensfirmware bijwerkt, downloadt u het firmwarebestand naar de
hoofddirectory van het interne geheugen of een geheugenkaart, opent u het startscherm
en start u de camera-applicatie.
• Resetten: de camera-instellingen resetten.
99
Media
Galerij
Gebruik deze applicatie om beelden en video's weer te geven.
Tik op Galerij op het scherm Applicaties.
• Afhankelijk van de software in uw apparaat worden bepaalde bestandsindelingen niet
ondersteund.
• Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden afgespeeld, afhankelijk van de
methode waarmee ze zijn gecodeerd.
Afbeeldingen weergeven
Als Galerij wordt geopend, worden beschikbare mappen weergegeven. Als een andere applicatie,
zoals E-mail, een afbeelding opslaat, wordt de map Download automatisch gemaakt om de
afbeelding in op te slaan. Als u een schermafbeelding maakt, wordt ook de map Screenshots
gemaakt. Selecteer een map om deze te openen.
In een map worden de afbeeldingen weergegeven op de datum waarop ze zijn gemaakt. Selecteer
een afbeelding om deze op het volledige scherm weer te geven.
Scrol naar links of rechts om naar de volgende of vorige afbeelding te gaan.
Serieopnamen en burstopnamen worden als bundel weergegeven in de
miniatuurweergave. Tik op de miniatuur om afzonderlijke foto's te bekijken.
In- en uitzoomen
Gebruik een van de volgende manieren om in te zoomen op een afbeelding:
• Dubbeltik op een locatie op in te zoomen.
• Spreid twee vingers op een locatie om in te zoomen. Knijp samen of dubbeltik om terug te
gaan.
100
Media
Afbeeldingen weergeven met de bewegingsfunctie
Wanneer er is ingezoomd op een afbeelding, blijft u een punt aanraken op het scherm en schuift u
het apparaat in de gewenste richting om door de afbeelding te bladeren.
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Mijn apparaat → Bewegingen en gebaren →
Beweging, sleep de schakelaar Beweging naar rechts en schakel de schakelaar voor Zoek een
afbeelding in.
Als u de bewegingsfunctie niet langer wilt gebruiken, schakelt u de schakelaar uit voor de functie.
Video's afspelen
Bij videobestanden wordt het pictogram
deze te bekijken en tik op .
weergegeven op het voorbeeld. Selecteer een video om
Afbeeldingen bewerken
Tik op
terwijl u een foto weergeeft en gebruik de volgende functies:
• Bewerken: de applicatie Foto-editor starten om de afbeelding te bewerken.
• Gegevens: afbeeldingsgegevens weergeven.
• Diashow: een diashow starten met de foto's in de huidige map.
• Favoriet: de afbeelding toevoegen aan uw favorieten.
• Fotoframe: gebruik dit om een kader en een notitie toe te voegen aan een afbeelding. De
bewerkte afbeelding wordt opgeslagen in de map Photo frame.
• Fotonotitie: gebruik deze optie om een notitie op de achterzijde van de afbeelding te maken.
Tik op om de notitie te bewerken.
• Handtekening: een handtekening toevoegen aan een afbeelding. Handtekeningen worden
opgeslagen in de map My Signature.
• Kopiëren naar klembord: kopiëren naar klembord.
• Linksom draaien: tegen de klok in draaien.
• Rechtsom draaien: met de klok mee draaien.
• Bijsnijden: het formaat van het blauwe kader aanpassen om de afbeelding binnen het kader bij
te snijden en op te slaan.
• Foto delen met vrienden: de afbeeldingen verzenden naar een persoon van wie het gezicht is
gemarkeerd in de afbeelding.
• Afdrukken: de afbeelding afdrukken via een USB- of Wi-Fi-verbinding. Uw apparaat is alleen
compatibel met bepaalde Samsung-printers.
101
Media
• Naam wijzigen: de naam van het bestand wijzigen.
• Instellen als: de afbeelding instellen als achtergrond of contactafbeelding.
• Instellingen: de galerij-instellingen wijzigen.
Afbeeldingen bewerken
Wanneer u een afbeelding bekijkt, tikt u op
→ Bewerken.
De laatste bewerking
ongedaan maken en
opnieuw uitvoeren.
Wijzigingen opslaan.
De afbeelding bewerken.
Als u een gebied wilt selecteren om te bewerken, blijft u het scherm aanraken en tikt u op
Selectiestand.
Afbeeldingen draaien
Tik op Draaien, selecteer een optie onderaan het scherm en tik op
.
Foto's bijsnijden
Tik op Bijsnijden, selecteer een optie onderaan het scherm, draai het kader of pas het formaat aan
door de punten op het kader te verslepen en tik op .
Kleuren wijzigen
Tik op Kleur, selecteer een kleureffect onderaan het scherm, sleep de schakelaar zo nodig naar links
of rechts en tik op .
102
Media
Filtereffecten toepassen
Tik op Effect, selecteer een filtereffect onderaan het scherm, sleep de schakelaar zo nodig naar links
of rechts en tik op .
Een portretfoto aanpassen
Tik op Staand, selecteer een portreteffect onderaan het scherm, sleep de schakelaar zo nodig naar
links of rechts en tik op .
Stickers op afbeeldingen plakken
Tik op Sticker, selecteer een stickertype onderaan het scherm, selecteer een sticker en tik op
.
Tekenen op afbeeldingen
Tik op Tekening, teken op de afbeelding en tik op
.
Als u de peninstellingen wilt wijzigen, tikt u op Pen.
Als u de tekeningen wilt wissen, tikt u op Gum. Tik nogmaals op Gum om het gumformaat te
wijzigen.
Afbeeldingen in een fotolijstje plaatsen
Tik op Kader, selecteer een lijstje onderaan het scherm en tik op
.
Favoriete afbeeldingen
→ Favoriet om de afbeelding aan de lijst met
Wanneer u een afbeelding weergeeft, tikt u op
favorieten toe te voegen.
Collages met afbeeldingen maken
Tik in een map op → Item selecteren, selecteer twee tot vier afbeeldingen door te tikken en tik
op → Collage maken. Selecteer een stijl onderaan het scherm en tik op Opslaan.
→ Foto toevoegen.
Als u afbeeldingen wilt toevoegen, tikt u op
Als u afbeeldingen wilt verwijderen, tikt u op
.
Als u de manier van splitsen wilt wijzigen, tikt u op .
103
Media
Afbeeldingen verwijderen
Gebruik een van de volgende methoden:
• Tik in een map op
→ Item selecteren, selecteer afbeeldingen en tik op
• Tik terwijl u een afbeelding weergeeft op
.
.
Afbeeldingen delen
Gebruik een van de volgende methoden:
• Tik in een map op → Item selecteren, selecteer afbeeldingen en tik op
anderen te verzenden.
• Wanneer u een afbeelding bekijkt, tikt u op
om ze naar
om deze naar anderen te verzenden.
Als achtergrond instellen
Tik terwijl u een afbeelding weergeeft op → Instellen als om de afbeelding in te stellen als
achtergrond of toe te wijzen aan een contact.
Gezichten markeren
Wanneer u een afbeelding bekijkt, tikt u op → Instellingen en vinkt u Gezichtstag aan. Een geel
kader wordt om het herkende gezicht weergegeven op een afbeelding. Tik op het gezicht, tik op
Naam toevoegen en selecteer een contact of voeg dit toe.
Wanneer de gezichtstag wordt weergegeven op een afbeelding, tikt u op de gezichtstag en gebruikt
u de beschikbare opties zoals oproepen berichten verzenden.
Gezichtherkenning werkt mogelijk niet afhankelijk van de stand van het gezicht, het
formaat van het gezicht, de huidskleur, gezichtsuitdrukking, lichtomstandigheden en de
accessoires die het onderwerp draagt.
Indelen met mappen
U kunt een map maken om afbeeldingen en video's in te delen op het apparaat. U kunt bestanden
kopiëren of verplaatsen van de ene naar de ander map.
Tik op om nieuw map te maken. Geef een naam in voor de map, tik op OK en vink afbeeldingen
of video's aan. Blijf de geselecteerde afbeelding of video aanraken, sleep deze naar de nieuwe map
en tik op . Tik op Kopiëren om te kopiëren of op Verpl. om te verplaatsen.
104
Media
Video
Gebruik deze applicatie om video's af te spelen.
Tik op Video op het scherm Applicaties.
• Afhankelijk van de software op uw apparaat worden bepaalde bestandsindelingen niet
ondersteund.
• Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden afgespeeld, afhankelijk van de
methode waarmee ze zijn gecodeerd.
Video's afspelen
Selecteer een video om af te spelen.
Het volume aanpassen.
DLNA-apparaten scannen.
Vooruit of achteruit gaan
door de balk te verschuiven.
Naar de volgende video
gaan. Blijven aanraken om
snel vooruit te spoelen.
Schermverhouding wijzigen.
Het formaat van het
videoscherm verkleinen.
De huidige video opnieuw
starten of naar de vorige
video gaan. Blijven aanraken
om snel terug te spoelen.
Het afspelen onderbreken of
hervatten.
Video's verwijderen
Tik op
→ Wissen, selecteer video's door ze aan te vinken en tik op Wissen.
Video's delen
Tik op → Delen via, selecteer video's door ze aan te vinken, tik op Ger. en selecteer een methode
voor delen.
105
Media
Pop-upvideospeler gebruiken
Gebruik deze functie om andere applicaties te gebruiken zonder de videospeler te sluiten. Tik tijdens
om de pop-upspeler te gebruiken.
het afspelen op
Spreid twee vingers op het scherm om de speler te vergroten en knijp samen om te minimaliseren.
Als u de speler wilt verplaatsen, sleept u de speler naar een andere locatie.
Muziek
Gebruik deze applicatie om naar muziek te luisteren.
Tik op Muziek op het scherm Applicaties.
• Afhankelijk van de software op uw apparaat worden bepaalde bestandsindelingen niet
ondersteund.
• Sommige bestanden kunnen mogelijk niet goed worden afgespeeld, afhankelijk van de
methode waarmee ze zijn gecodeerd.
Muziek afspelen
Selecteer een muziekcategorie en selecteer een nummer dat u wilt afspelen.
Tik op de albumafbeelding onder op het scherm om het scherm Muziekspeler te openen.
DLNA-apparaten scannen.
Het volume aanpassen.
Het bestand instellen als
favoriet nummer.
In willekeurige volgorde
afspelen.
De herhaalstand wijzigen.
Het scherm van de
muziekspeler verbergen.
De afspeellijst openen.
Naar het volgende nummer
gaan. Blijven aanraken om
snel vooruit te spoelen.
Het huidige nummer
opnieuw starten of naar het
vorige nummer gaan. Blijven
aanraken om snel terug te
spoelen.
Het afspelen onderbreken of
hervatten.
106
Media
Als u naar nummers wilt luisteren met een gelijk volume, tikt u op
volume.
→ Instellingen → Slim
Als Slim volume is geactiveerd, kan het volume luider zijn dan het volumeniveau van het
apparaat. Wees voorzichtig om langdurige blootstelling aan harde geluiden te vermijden en
daarmee schade aan uw gehoor te voorkomen.
Afspeellijsten maken
U kunt uw eigen selectie met nummers maken.
Tik op Afspeellijsten en tik op → Afspeellijst maken. Geef een titel in en tik op OK. Tik op
Muziek toevoegen, selecteer nummers die u wilt opnemen en tik op OK.
Als u het nummer dat momenteel wordt afgespeeld, wilt toevoegen aan een afspeellijst, tikt u op
→ Naar afspeellijst.
Muziek afspelen op stemming
Muziek afspelen die is gegroepeerd op stemming. De afspeellijst wordt automatisch gemaakt door
het apparaat. Wanneer een nieuw nummer wordt toegevoegd, tikt u op Music square → →
Bibliotheek bijwerken.
Tik op Music square en selecteer een gewenste cel met een stemming. Of selecteer meerdere cellen
door met uw vinger te slepen.
YouTube
Gebruik deze applicatie om video's te bekijken op de website van YouTube.
Tik op YouTube op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
107
Media
Video's kijken
Tik op en geef een zoekwoord in. Selecteer een van de weergegeven zoekresultaten om een
video te bekijken.
Draai het apparaat naar een liggende stand om het volledige scherm weer te geven.
De video toevoegen aan de
afspeellijst.
Video's zoeken.
Het afspelen onderbreken of
hervatten.
De URL naar anderen
verzenden.
Vooruit of achteruit gaan
door de balk te verschuiven.
De weergavekwaliteit
aanpassen.
Video's delen
Selecteer de video die u wilt bekijken, tik op
, en selecteer een methode voor delen.
Video's uploaden
Selecteer uw account, tik op
UPLOADEN.
, selecteer een video, geef informatie in voor de video en tik op
108
Media
Fotosuggestie
Gebruik deze applicatie om foto's weer te geven die anderen hebben gemaakt van interessante
plaatsen in de buurt van uw huidige locatie.
Tik op Fotosuggestie op het scherm Applicaties.
Foto's weergeven
Op basis van uw huidige locatie worden foto's op een kaart weergegeven van plaatsen in de buurt.
Zoek naar een plaats en tik op een miniatuurfoto om de foto op het volledige scherm weer te geven.
Tik op → Toevoegen favorieten/plaatsen terwijl u een foto weergeeft, voeg de foto of plaats toe
aan de lijst met favorieten en schakel de meldingsinstelling in. U ontvangt een melding wanneer u
de plaats op de foto bezoekt.
Foto's gebruiken als richtlijn voor opnamen
U kunt de voorgestelde foto's gebruiken als richtlijn voor opnamen van dezelfde of vergelijkbare
plaatsen.
terwijl u een foto weergeeft. De camera-applicatie wordt gestart en de foto wordt
Tik op
weergegeven. Gebruik de opnamehoek en compositie van de foto als richtlijn voor uw eigen
opname.
109
Communiceren
Contacten
Gebruik deze applicatie om contacten te beheren, waaronder telefoonnummers, e-mailadressen,
enzovoort.
Tik op Contacten op het scherm Applicaties.
Contacten beheren
Een contact maken
Tik op
en geef de contactgegevens in.
•
: een afbeelding toevoegen.
•
/
: een contactveld toevoegen of verwijderen.
Een contact bewerken
Selecteer een contact dat u wilt bewerken en tik op
Een contact verwijderen
Tik op
→ Wissen.
110
.
Communiceren
Zoeken naar contacten
Gebruik een van de volgende zoekmethoden:
• Scrol omhoog of omlaag in de lijst met contacten.
• Gebruik de index aan de rechterkant van de lijst met contacten om snel te scrollen door uw
vingers erover te slepen.
• Tik op het zoekveld bovenaan de lijst met contacten en geef de zoekcriteria in.
Voer een van de volgende acties uit wanneer een contact is geselecteerd:
•
: toevoegen aan favoriete contacten.
•
: een bericht samenstellen.
•
: een e-mail schrijven.
Contacten weergeven
Het apparaat geeft alle opgeslagen contacten weer op het apparaat, de SIM-kaart, USIM-kaart of een
ander account.
Tik op
→ Weer te geven contacten en selecteer een locatie waar contacten worden opgeslagen.
Contacten verplaatsen
Contacten verplaatsen naar Google
Tik op
→ Accounts samenvoegen → Samenvoegen met Google.
Contacten die zijn verplaatst naar Google Contacts worden met
weergegeven.
in de lijst met contacten
Contacten verplaatsen naar Samsung
Tik op
→ Accounts samenvoegen → Samenvoegen met Samsung-account.
Contacten die zijn verplaatst naar Samsung Contacts worden met
weergegeven.
111
in de lijst met contacten
Communiceren
Contacten importeren en exporteren
Contacten importeren
Tik op → Importeren/exporteren → Importeren van SIM-kaart, Importeren van SD-kaart of
Importeren uit USB-opslag.
Contacten exporteren
Tik op → Importeren/exporteren → Exporteren naar SIM-kaart, Exporteren naar SD-kaart of
Exporteren naar USB-opslag.
Contacten delen
Tik op → Naamkaartje delen via, selecteer contacten, tik op Gereed en selecteer een methode
voor delen.
Favoriete contacten
Tik op
en voer een van de volgende acties uit:
• Zoeken: contacten zoeken.
• Toevoegen aan favorieten: contacten toevoegen aan favorieten.
• Verwijderen uit favorieten: contacten verwijderen uit favorieten.
• Rasterweergave / Lijstweergave: contacten in een raster- of lijstindeling weergeven.
Contactgroepen
Contacten toevoegen aan een groep
Selecteer een groep en tik op
. Selecteer contacten die u wilt toevoegen en tik op Gereed.
112
Communiceren
Groepen beheren
Tik op
en voer een van de volgende acties uit:
• Nieuw: een nieuwe groep maken.
• Zoeken: contacten zoeken.
• Volgorde wijzigen: blijf aanraken naast de groepsnaam, sleept het omhoog of omlaag naar
een andere positie en tik op Gereed.
• Groepen verwijderen: selecteer door gebruikers toegevoegde groepen en tik op Wissen.
Standaardgroepen kunnen niet worden verwijderd.
Een bericht of e-mail naar de leden van een groep verzenden
Selecteer een groep, tik op
Gereed.
→ Bericht zenden of E-mail verzenden, selecteer leden en tik op
Visitekaartje
Een visitekaartje maken en naar andere verzenden.
Tik op Profiel instellen, geef gegevens in zoals telefoonnummer, e-mailadres en adres en tik op
Opslaan. Als gebruikersgegevens zijn opgeslagen tijdens het instellen van het apparaat, selecteert u
het visitekaartje in IK en tikt u op om te bewerken.
Tik op
→ Naamkaartje delen via en selecteer een methode voor delen.
Berichten
Gebruik deze applicatie om tekstberichten (SMS) of multimediaberichten (MMS) te verzenden.
Tik op Berichten op het scherm Applicaties.
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht voor het verzenden of ontvangen van
berichten als u zich buiten uw eigen servicegebied bevindt. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
113
Communiceren
Berichten verzenden
Tik op Opstellen, voeg ontvangers toe, geef een bericht in en tik op
.
Gebruik de volgende methoden om ontvangers toe te voegen:
• Geef een telefoonnummer in.
• Tik op
, selecteer contacten en tik op Gereed.
Gebruik de volgende methoden om een multimediabericht te maken:
• Tik op
en voeg afbeeldingen, video's, contacten, notities, gebeurtenissen en meer toe.
• Tik op
→ Onderwerp toevoegen om een onderwerp in te geven.
Geplande berichten verzenden
Tik tijdens het opstellen van een bericht op → Planning. Stel een tijd en datum in en tik op OK.
Het apparaat verzendt het bericht op de ingestelde tijd en datum.
• Als het apparaat is uitgeschakeld op het geplande tijdstip, geen verbinding heeft met
internet of het netwerk niet stabiel is, wordt het bericht niet verzonden.
• Deze functie is gebaseerd op de tijd en datum die zijn ingesteld op het apparaat. De tijd
en datum zijn mogelijk onjuist als u naar andere tijdzones reist en als het netwerk de
gegevens niet bijwerkt.
Berichten vertalen en verzenden
Om de vertaalfunctie te gebruiken terwijl u een bericht samenstelt, tikt u op
de knop Vertalen naar rechts, stel een talenpaar in en tikt u op OK.
→ Vertalen. Sleep
om het bericht te vertalen en tik op Gereed. Het vertaalde bericht komt in de plaats van
Tik op
het bericht in de brontaal.
114
Communiceren
Inkomende berichten weergeven
Inkomende berichten worden in berichtenreeksen gesorteerd op contact.
Selecteer een contact om het bericht van de persoon weer te geven.
E-mail
Gebruik deze applicatie om e-mailberichten te verzenden of weer te geven.
Tik op E-mail op het scherm Applicaties.
E-mailaccounts instellen
Stel een e-mailaccount in wanneer u E-mail voor het eerst opent.
Geef uw e-mailadres en wachtwoord in. Tik op Volgende voor een persoonlijk e-mailaccount, zoals
Google Mail of tik op Handm. instell. voor een zakelijk e-mailaccount. Volg hierna de instructies op
het scherm om de installatie te voltooien.
Als u een ander e-mailaccount wilt instellen, tikt u op
→ Instellingen → Account toevoegen.
Berichten verzenden
Tik op het e-mailaccount dat u wilt gebruiken en tik op
ontvangers, het onderwerp en het bericht in en tik op
bovenaan het scherm. Geef de
.
Tik op
om een ontvanger toe te voegen uit de lijst met contacten.
Tik op
en voeg afbeeldingen, video's, contacten, notities, gebeurtenissen en meer toe.
Tik op om afbeeldingen, gebeurtenissen, contacten, informatielocatie en meer in te voegen in
het bericht.
115
Communiceren
Geplande berichten verzenden
Tik tijdens het opstellen van een bericht op → Planning verzenden. Tik op Planning verzenden,
stel een tijd en datum in en tik op Gereed. Het apparaat verzendt het bericht op de ingestelde tijd en
datum.
• Als het apparaat is uitgeschakeld op het geplande tijdstip, geen verbinding heeft met
internet of het netwerk niet stabiel is, wordt het bericht niet verzonden.
• Deze functie is gebaseerd op de tijd en datum die zijn ingesteld op het apparaat. De tijd
en datum zijn mogelijk onjuist als u naar andere tijdzones reist en als het netwerk de
gegevens niet bijwerkt.
Berichten lezen
Selecteer een e-mailaccount dat u wilt gebruiken waarna nieuwe berichten worden opgehaald. Als u
handmatig berichten wilt ophalen, tikt u op .
Tik op een bericht om het te lezen.
Alle ontvangers
beantwoorden.
Het bericht doorsturen.
Het bericht verwijderen.
Het bericht beantwoorden.
Naar het vorige of volgende
bericht gaan.
Dit e-mailadres toevoegen
aan de lijst met contacten.
Het bericht markeren als
herinnering.
Bijlagen openen.
Tik op het tabblad Bijlagen om bijlagen te openen en tik vervolgens op Opslaan om het op te slaan.
116
Communiceren
Google Mail
Gebruik deze applicatie om de Google Mail-service snel en rechtstreeks te openen.
Tik op Google Mail op het scherm Applicaties.
• De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
• Deze applicatie kan een andere naam hebben, afhankelijk van de regio of
serviceprovider.
Berichten verzenden
Tik in een postvak op
, geef ontvangers, een onderwerp en een bericht in en tik op VERZENDEN.
Tik op
→ Foto bijvoegen om afbeeldingen bij te voegen.
Tik op
→ Video bijvoegen om video’s toe te voegen.
Tik op
→ Cc/Bcc toevoegen om meer ontvangers toe te voegen.
Tik op
→ Concept opslaan om het bericht op te slaan voor levering op een later tijdstip.
Tik op
→ Verwijderen om opnieuw te beginnen.
Berichten lezen
Dit bericht verwijderen.
Een label toevoegen aan dit
bericht.
Dit bericht bewaren voor
langdurige opslag.
Het bericht markeren als
ongelezen.
Dit bericht doorsturen naar
anderen.
Dit e-mailadres toevoegen
aan de lijst met contacten.
Alle ontvangers
beantwoorden.
Voorbeeld weergeven van
bijlage.
Dit bericht beantwoorden.
Het bericht markeren als
herinnering.
117
Communiceren
Labels
Google Mail gebruikt geen mappen, maar gebruikt in plaats daarvan labels. Wanneer Google Mail
wordt geopend, worden berichten weergegeven met het label Postvak IN.
Tik op
om berichten in andere labels weer te geven.
Als u een label wilt toevoegen aan een bericht, selecteert u het bericht, tikt u op
het label dat u wilt toewijzen.
en selecteert u
Talk
Gebruik deze applicatie om met anderen te chatten.
Tik op Talk op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Als u wilt chatten, selecteert u een vriend in de vriendenlijst of geeft u gegevens in om een vriend te
zoeken en te selecteren.
Google+
Gebruik deze applicatie om in contact te blijven met mensen via Google's sociale netwerkservice.
Tik op Google+ op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Tik op Alle kringen om de categorie te wijzigen en scrol omhoog of omlaag om berichten uit uw
kringen weer te geven.
Tik op
om andere functies voor sociale netwerken te gebruiken.
118
Communiceren
Messenger
Gebruik deze applicatie om met anderen te chatten via de chatservice Google+.
Tik op Messenger op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Selecteer een vriend in de lijst met vrienden, geef een bericht in onderaan het scherm en tik op
.
ChatON
Gebruik deze applicatie om te chatten met andere apparaten.
Tik op ChatON op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Maak een lijst met vrienden door telefoonnummers of e-mailadressen in te geven van Samsungaccounts, of door vrienden te selecteren in de lijst met suggesties. U kunt ook op Contacten
synchroniseren tikken om contacten handmatig te synchroniseren vanaf het apparaat.
Tik op Chats → Chat starten en selecteer een vriend om mee te chatten.
De functie voor videochatten is maximaal 15 minuten per keer ingeschakeld. Na 15 minuten
schakelt het apparaat de functie voor videochatten uit voor optimale prestaties.
119
Internet en netwerk
Internet
Gebruik deze applicatie om op internet te surfen.
Tik op Internet op het scherm Applicaties.
Webpagina's weergeven
Tik op het adresveld, geef het webadres in en tik op Ga.
Tik terwijl u een webpagina bekijkt op
drukken.
om de huidige webpagina te delen, op te slaan of af te
Als u de zoekmachine wilt wijzigen, tikt u op het adresveld en tikt u op het pictogram van de
zoekmachine naast het webadres.
Een nieuwe pagina openen
Tik op
→ Nieuw venster.
Als u naar een andere webpagina wilt gaan, tikt u op
de pagina om deze te selecteren.
, scrolt u naar boven of beneden en tikt u op
Favorieten
Als u de huidige webpagina als favoriet wilt toevoegen, tikt u op
→ Favoriet toevoegen.
Als u een webpagina wilt openen die is ingesteld als favoriet, tikt u op
en selecteert u een pagina.
Geschiedenis
Tik op → Geschiedenis om een webpagina te openen vanuit de lijst met onlangs geopende
webpagina's. Als u de geschiedenis wilt wissen, tikt u op → Geschiedenis wissen.
Koppelingen
Blijf een koppeling op de webpagina aanraken om deze op een nieuwe pagina te openen, op te
slaan of te kopiëren.
Als u opgeslagen koppelingen wilt weergeven, kiest u Downloads. (p. 140)
120
Internet en netwerk
Webpagina's delen
Als u het adres van een webpagina wilt delen met anderen, tikt u op
→ Delen via.
Als u een deel van een webpagina wilt delen, blijft u de gewenste tekst aanraken en tikt u op Delen.
Chrome
Gebruik deze applicatie om te zoeken naar informatie en om webpagina's weer te geven.
Tik op Chrome op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Webpagina's weergeven
Tik op het adresveld en geef het webadres of de zoekcriteria in.
Een nieuwe pagina openen
Tik op
→ Nieuwe tab.
Als u naar een andere webpagina wilt gaan, tikt u op
→ een webpagina.
Met spraak zoeken op internet
Tik op het adresveld, tik op , spreek een zoekwoord uit en selecteer een van de voorgestelde
zoekwoorden die worden weergegeven.
Synchroniseren met andere apparaten
Geopende tabbladen en favorieten synchroniseren voor gebruik met Chrome op een ander
apparaat, terwijl u bent aangemeld met hetzelfde Google-account.
Als u geopende tabbladen wilt weergeven op andere apparaten, tikt u op
Selecteer een webpagina die u wilt openen.
Als u favorieten wilt weergeven, tikt u op
.
121
→ Andere apparaten.
Internet en netwerk
Bluetooth
Bluetooth maakt een rechtstreekse draadloze verbinding tussen twee apparaten over een korte
afstand. Gebruik Bluetooth om gegevens of mediabestanden uit te wisselen met andere apparaten.
• Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies, de onderschepping of het misbruik
van gegevens die via de Bluetooth-functie zijn verzonden of ontvangen.
• Zorg altijd dat u gegevens deelt met en ontvangt van vertrouwde apparaten die goed
zijn beveiligd. Als er voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat de
afstand waarop de apparaten kunnen communiceren, afneemt.
• Sommige apparaten, vooral apparaten die niet door Bluetooth SIG zijn getest of
goedgekeurd, zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat.
• Gebruik de Bluetooth-functie niet voor illegale doeleinden (bijvoorbeeld illegale
kopieën maken van bestanden of illegaal communicatie opnemen voor commerciële
doeleinden).
Samsung is niet verantwoordelijk voor de gevolgen van het illegale gebruik van de
Bluetooth-functie.
Als u Bluetooth wilt inschakelen, tikt u op het scherm Applicaties op Instellingen → Verbindingen
→ Bluetooth en sleept u de regelaar Bluetooth naar rechts.
Koppelen met andere Bluetooth-apparaten
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Verbindingen → Bluetooth → Scannen, de
gedetecteerde apparaten worden weergegeven. Selecteer het apparaat waarmee u wilt koppelen en
accepteer het automatische gegenereerde wachtwoord op beide apparaten om te bevestigen.
Gegevens verzenden en ontvangen
Veel applicaties ondersteunen gegevensoverdracht via Bluetooth. Een voorbeeld hiervan is Galerij.
Open Galerij, selecteer een afbeelding, tik op → Bluetooth en selecteer een van de Bluetoothapparaten. Accepteer hierna het Bluetooth-verificatieverzoek op het andere apparaat om de
afbeelding te ontvangen. Het overgedragen bestand wordt opgeslagen in de map Bluetooth. Als
een contact wordt ontvangen, wordt het automatisch toegevoegd aan de lijst met contacten.
122
Internet en netwerk
Screen Mirroring
Gebruik deze functie om uw apparaat aan te sluiten op een groot scherm met een AllShare Castdongle of HomeSync en vervolgens uw inhoud te delen. U kunt deze functie ook met andere
apparaten gebruiken die de functie Wi-Fi Miracast ondersteunen.
• De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
• Miracast-apparaten die geen ondersteuning bieden voor HDCP (High-bandwidth Digital
Content Protection) zijn mogelijk niet compatibel met deze functie.
• Sommige bestanden worden mogelijk in het buffer opgeslagen tijdens het afspelen
afhankelijk van de netwerkverbinding.
• Om energie te besparen, schakelt u deze functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
• Als u een Wi-Fi-frequentie instelt, worden AllShare-dongles of HomeSync niet ontdekt of
verbonden.
• Als u video's of games afspeelt op een tv, selecteert u een geschikte tv-stand om de beste
ervaring te krijgen.
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Verbindingen → Screen Mirroring. Selecteer een
apparaat, open een bestand of speel een bestand af en bedien het scherm met de toetsen op uw
apparaat.
Group Play
Gebruik deze applicatie om schermen te delen met meerdere apparaten. Een sessie voor Group Play
maken of eraan deelnemen en vervolgens afbeeldingen, documenten of muziek delen.
Tik op Group Play op het scherm Applicaties.
• De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
• Als u deze applicatie gebruikt, kunt u internet niet gebruiken.
123
Internet en netwerk
Een groep maken voor Group Play
Tik op Groep maken, stel een wachtwoord in en gebruik de volgende functies:
• Muziek delen: muziekbestanden selecteren om te delen. U kunt twee of meer apparaten
aansluiten en gebruiken om bepaalde geluidseffecten te bereiken.
• Foto’s delen: afbeeldingen selecteren die u wilt delen.
• Documenten delen: documenten selecteren die u wilt delen.
Tik op en schrijf een notitie of teken op het scherm. Alle deelnemers kunnen zien wat u aan het
maken bent.
Tik op
om alle gedeelde afbeeldingen in een mozaïekopmaak weer te geven.
Tik op
of
Tik op
om de groepsdeelnemers weer te geven.
om meer afbeeldingen of documenten te selecteren.
Deelnemen aan Group Play
Tik op Deelnemen aan groep, selecteer een sessie voor Group Play waaraan u wilt deelnemen en
geef het wachtwoord in voor de groep. Selecteer een mediacategorie. De inhoud die momenteel
wordt gedeeld wordt weergegeven op het apparaat.
124
Applicatie- en mediastores
Play Store
Gebruik deze applicatie om applicaties en games voor het apparaat te kopen en downloaden.
Tik op Play Store op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Applicaties installeren
Blader door applicaties op categorie of tik op
om te zoeken met een zoekwoord.
Selecteer een applicatie als u informatie wilt weergeven. Als u de applicatie wilt downloaden, tikt u
op INSTALLEREN. Als er kosten worden berekend voor de applicatie, tikt u op de prijs en volgt u de
instructies op het scherm om het aankoopproces te voltooien.
• Wanneer een nieuwe versie beschikbaar is voor een geïnstalleerde applicatie, wordt een
updatepictogram weergegeven bovenaan het scherm om u op de hoogte te brengen
van de update. Open het meldingenvenster en tik op het pictogram om de applicatie bij
te werken.
• Als u applicaties wilt installeren die u hebt gedownload van andere bronnen, tikt u op het
scherm Applicaties op Instellingen → Meer → Beveiliging → Onbekende bronnen.
Applicaties verwijderen
De applicaties verwijderen die u hebt aangeschaft in de Play Store.
Tik op → Mijn apps, selecteer een applicatie die u wilt verwijderen in de lijst met geïnstalleerde
applicaties en tik op VERWIJDEREN.
125
Applicatie- en mediastores
Samsung Apps
Gebruik deze applicatie om speciale Samsung-applicaties te kopen en downloaden. Ga voor meer
informatie naar www.samsungapps.com.
Tik op Samsung Apps op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Applicaties installeren
U kunt door applicaties bladeren op categorie.
Als u naar een applicatie wilt zoeken, tikt u op
het zoekveld in.
bovenaan het scherm en geeft u een zoekwoord in
Selecteer een applicatie als u informatie wilt weergeven. Als u deze wilt downloaden, tikt u op Gratis.
Als er kosten worden berekend voor de applicatie, tikt u op de prijs en volgt u de instructies op het
scherm om het aankoopproces te voltooien.
Wanneer een nieuwe versie beschikbaar is voor een geïnstalleerde applicatie, wordt een
updatepictogram weergegeven bovenaan het scherm om u op de hoogte te brengen van
de update. Open het meldingenvenster en tik op het pictogram om de applicatie bij te
werken.
Play Books
Gebruik deze applicatie om boekbestanden te lezen en downloaden.
Tik op Play Books op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
126
Applicatie- en mediastores
Play Movies
Gebruik deze applicatie om films of tv-series te bekijken, downloaden en huren.
Tik op Play Movies op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Play Music
Gebruik deze applicatie om muziek te beluisteren via het apparaat of muziek te streamen vanuit de
Google-cloudservice.
Tik op Play Music op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Play Magazines
Gebruik deze applicatie om tijdschriften te lezen en downloaden.
Tik op Play Magazines op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
127
Hulpprogramma's
S Memo
Gebruik deze applicatie om een notitie te maken met afbeeldingen en spraakopnames.
Tik op S Memo op het scherm Applicaties.
Notities opstellen
Maak notities met rijke inhoud door schetsen te maken met uw vinger of afbeeldingen of
spraakmemo's toe te voegen.
om op het scherm te schrijven of tekenen of tik op
Tik op
toetsenbord.
De handgeschreven notitie
verwijderen.
om tekst in te geven met het
De laatste bewerking
ongedaan maken en
opnieuw uitvoeren.
Een notitie maken of
tekenen.
Een notitie ingeven.
Overschakelen naar de
weergavestand.
Nog een pagina toevoegen
aan de huidige notitie.
Een multimediabestand
invoegen.
Een spraakopname voor
invoegen maken.
128
Hulpprogramma's
Wanneer u een notitie maakt, tikt u nogmaals op
penkleur te wijzigen.
om het pentype, de dikte van de lijn of de
Wanneer u de handgeschreven notitie verwijdert, tikt u nogmaals op
gum te wijzigen of de notitie te wissen.
Het pentype aanpassen.
om het formaat van de
De huidige instelling opslaan
als penprofiel.
De lijndikte aanpassen.
Het venster met
peninstellingen uitvouwen
om de penkleur te wijzigen.
Als u de achtergrond van het vel wilt wijzigen, tikt u op
Als u een tag wilt toevoegen, tikt u op
→ Achtergrond wijzigen.
→ Tag toev.
Bladeren door notities
U kunt door notitieminiaturen bladeren door omhoog of omlaag te scrollen.
Als u een notitie wilt zoeken, tikt u op
Als u notities wilt verwijderen, tikt u op
→ Zoeken.
→ Verwijderen.
Als u notities wilt sorteren op datum, titel, tag of iets anders, tikt u op
Als u de weergavestand wilt wijzigen, tikt u op
→ Lijstweergave.
Als u een notitie wilt maken door een bestand te importeren, tikt u op
Als u notities wilt exporteren met een andere bestandsindeling, tikt u op
Als u een map wilt maken, tikt u op
→ Importeren.
→ Exporteren.
→ Map maken.
Als u de volgorde van notities wilt wijzigen, tikt u op
→ Volgorde wijzigen.
Als u notities naar een andere map wilt verplaatsen, tikt u op
Als u notities wilt kopiëren, tikt u op
→ Sorteren op.
→ Verplaatsen.
→ Kopiëren.
Als u de S Memo-instellingen wilt wijzigen, tikt u op
→ Instellingen.
Als u een back-up van notities wilt maken in of wilt terugzetten uit een opslaglocatie, tikt u op
Back-up en herstel.
129
→
Hulpprogramma's
Een notitie weergeven
Tik op de miniatuur van de notitie om deze te openen.
Als u de notitie wilt verwijderen, tikt u op
→ Verwijderen.
→ Delen via.
Als u een notitie naar anderen wilt verzenden, tikt u op
Als u de notitie wilt opslaan als een afbeeldingsbestand of een PDF-bestand, tikt u op
Exporteren.
Als u de notitie wilt toevoegen aan de lijst met favorieten, tikt u op
favorieten.
Als u de notitie wilt opslaan als gebeurtenis, tikt u op
→
→ Toevoegen aan
→ Nieuwe afspraak.
Als u de notitie wilt instellen als achtergrond of wilt toewijzen aan een contact, tikt u op
Instellen als.
Als u de notitie wilt afdrukken via een USB- of Wi-Fi-verbinding, tikt u op
apparaat is alleen compatibel met bepaalde Samsung-printers.
Tik op
om de notitie te bewerken.
Tik op
om een spraakopname af te spelen.
→
→ Afdrukken. Uw
S Planner
Gebruik deze applicatie om gebeurtenissen en taken te beheren.
Tik op S Planner op het scherm Applicaties.
Gebeurtenissen of taken maken
Tik op Nieuw en gebruik een van de volgende methoden:
• Gebeurtenis toev.: een gebeurtenis maken met een optionele instelling voor herhalen.
• Taak toevoegen: een gebeurtenis maken met een optionele instelling voor prioriteit.
• Notitie toevoegen: een handgeschreven notitie maken die u kunt toevoegen aan de datum.
130
Hulpprogramma's
Als u een gebeurtenis of taak sneller wilt toevoegen, tikt u op een datum om deze te selecteren en
tikt u er nogmaals op.
Geef een titel in en geef in welke kalender moet worden gebruikt of met welke kalender moet
worden gesynchroniseerd. Tik vervolgens op Details agenda- items bewerken of Taakdetails
bewerken om meer details toe te voegen zoals hoe vaak de gebeurtenis wordt herhaald, wanneer
een waarschuwing van te voren wordt gegeven of waar de gebeurtenis plaatsvindt.
Voeg een kaart toe met de locatie van de gebeurtenis. Geef de locatie in het veld Plaats in, tik op
naast het veld en wijs de precieze locatie aan door op de kaart te tikken en de locatie te blijven
aanraken op de kaart die wordt weergegeven.
Voeg een notitie van S Memo toe. Tik op Notities en maak een nieuwe notitie of selecteer een van de
bestaande notities.
Voeg een afbeelding toe. Tik op Afbeeldingen en maak een nieuwe foto of selecteer een van de
bestaande afbeeldingen.
Notities koppelen aan een datum
Blijf een datum aanraken om deze te selecteren. Het notitieblok wordt weergegeven.
131
Hulpprogramma's
Synchroniseren met Google Agenda
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Accounts → Google onder Mijn accounts → een
Google-account → Agenda synchroniseren. Als u handmatig wilt synchroniseren, tikt u op het
scherm Applicaties op S Planner → → Synchroniseer.
Als u gesynchroniseerde gebeurtenissen of taken wilt weergeven, tikt u op
Weergave. Vink het Google-account aan en tik vervolgens op Gereed.
→ Agenda's →
Agendatype wijzigen
Selecteer een type agenda, bijvoorbeeld jaar, maand, week, en anderen aan de rechterkant van het
scherm. U kunt een samenknijpbeweging maken om het agendatype te wijzigen. Knijp bijvoorbeeld
samen om te schakelen van de maandkalender naar de jaarkalender en spreid uw vingers om de
jaarkalender te wijzigen in de maandkalender.
Zoeken naar gebeurtenissen
Tik op
→ Zoeken en geef een zoekwoord in waarnaar u wilt zoeken.
Als u de gebeurtenissen van vandaag wilt weergeven, tikt u op Vandaag bovenaan het scherm.
Gebeurtenissen verwijderen
Selecteer een datum of gebeurtenis en tik op
→ Wissen.
Gebeurtenissen delen
Selecteer een gebeurtenis, tik op
→ Delen via en selecteer een methode voor delen.
132
Hulpprogramma's
Dropbox
Gebruik deze applicatie om bestanden op te slaan en te delen met anderen via de Dropboxcloudopslag. Wanneer u bestanden opslaat in Dropbox, wordt uw apparaat automatisch
gesynchroniseerd met de webserver en de computers waarop Dropbox is geïnstalleerd.
Tik op Dropbox op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Wanneer u Dropbox voor het eerst opent, tikt u op Start om het te activeren. Volg de instructies op
het scherm om de installatie te voltooien.
Wanneer Dropbox is geactiveerd, worden foto's en video's die zijn gemaakt met de camera van het
apparaat automatisch geüpload naar Dropbox. Als u geüploade foto's of video's wilt weergeven, tikt
en selecteert u
u op . Als u bestanden wilt delen of verwijderen of albums wilt maken, tikt u op
bestanden.
Als u bestanden wilt uploaden naar Dropbox, tikt u op → → Upload here → Photos or
videos of Other files. Als u bestanden in Dropbox wilt openen, selecteert u een bestand.
Als u afbeeldingen of video's wilt weergeven, tikt u op om ze toe te voegen aan de lijst met
favorieten. Als u bestanden wilt openen in de lijst met favorieten, tikt u op .
Cloud
Gebruik deze functie om bestanden te synchroniseren of een back-up van applicatiegegevens te
maken met uw Samsung-account of Dropbox.
Tik op het scherm Applicaties op Instellingen → Accounts → Cloud.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
133
Hulpprogramma's
Synchroniseren met het Samsung-account
Tik op uw Samsung-account of Synchronisatie instelling om bestanden te synchroniseren.
Een back-up maken van gegevens of deze herstellen
Tik op Back-up of Herstel om een back-up van gegevens te maken of gegevens te herstellen met uw
Samsung-account.
Synchroniseren met Dropbox
Tik op Account Dropbox koppelen en geef het Dropbox-account in. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
Wanneer u zich hebt aangemeld, tikt u op Allow waarna het apparaat automatisch bestanden
synchroniseert met de Dropbox wanneer u wijzigingen aanbrengt.
Klok
Gebruik deze applicatie om een alarm in te stellen, de tijd op een andere locatie in de wereld te
controleren, de duur van een gebeurtenis te berekenen of een timer in te stellen.
Tik op Klok op het scherm Applicaties.
Dit alarm in- of uitschakelen.
134
Hulpprogramma's
Alarm
Alarm instellen
Tik op Alarm instellen, stel een tijd in waarop het alarm moet afgaan, selecteer de dagen waarop het
alarm moet worden herhaald en tik op Opslaan.
• Alarm locatie: een locatie instellen. Het alarm gaat alleen af als u zich op die locatie bevindt.
• Sluimeren: stel in een interval en aantal keren dat een alarm wordt herhaald in na de ingestelde
tijd.
• Slim alarm: stel een tijd in waarop het alarm voor de ingestelde tijd af gaat.
Alarm stoppen
Sleep buiten de grote cirkel om een alarm te stoppen. Sleep
alarm na een opgegeven tijdsduur opnieuw te laten afgaan.
buiten de grote cirkel om het
Alarm verwijderen
Blijf het alarm aanraken en tik op Verwijderen.
Wereldklok
Klokken maken
Tik op Plaats toevoegen en geef de naam van een stad in of selecteer een stad in de lijst met steden.
U kunt de zomertijd toepassen door een klok te blijven aanraken en op Zomertijd instellen te
tikken.
Klokken verwijderen
Blijf de klok aanraken en tik op Verwijderen.
135
Hulpprogramma's
Stopwatch
Tik op Start om de tijd van een gebeurtenis bij te houden. Tik op Ronde om rondetijden vast te
leggen.
Tik op Resetten om rondetijden te wissen.
Timer
Stel de duur in en tik op Start.
Sleep
buiten de grote cirkel wanneer de timer afgaat.
Calculator
Gebruik deze applicatie voor eenvoudige of complexe berekeningen.
Tik op Calculator op het scherm Applicaties.
Als u de berekeningsgeschiedenis wilt weergeven, tikt u op
Als u de geschiedenis wilt wissen, tikt u op
om het toetsenbord te verbergen.
→ Geschiedenis wissen.
Als u de tekengrootte wilt wijzigen voor de geschiedenis, tikt u op
→ Tekstgrootte.
S Translator
Gebruik deze applicatie om tekst in andere talen te vertalen.
Tik op S Translator op het scherm Applicaties.
S Translator gebruiken
Stel de bron- en doeltalen in, geef de tekst in in het invoerveld en tik op
.
Als u een talenpaar wilt toevoegen aan de lijst met favorieten, tikt u op Toevoegen aan favorieten.
Als u een talenpaar naar anderen wilt verzenden, tikt u op Delen via.
136
Hulpprogramma's
Een conversatie starten met de S Translator
Tik op de knoppen onderaan het scherm om te communiceren met een ander persoon via
gesproken vertaling.
Tik op Spreek voor uw taal en spreek in de microfoon. Het apparaat vertaalt wat u zegt. Tik op
het veld met de doeltaal om het apparaat de vertaling hardop te laten lezen.
in
Tik op Spreek voor de taal van de persoon waarmee u praat en laat de persoon antwoorden in zijn/
in het veld met de
haar eigen taal. Het apparaat vertaalt wat de andere persoon zegt. Tik op
brontaal om het apparaat de tekst hardop te laten lezen.
S Voice
Gebruik deze applicatie om het apparaat met uw stem de opdracht te geven een bericht te
verzenden, een notitie te schrijven, een alarm in te stellen en meer.
Tik op S Voice op het scherm Applicaties. U kunt ook twee keer op
tikken.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Hier zijn verschillende voorbeelden van gesproken opdrachten:
• Open muziek
• Open calculator
• Controleer planning
Tips voor betere stemherkenning
• Spreek duidelijk.
• Spreek op plekken met weinig lawaai.
• Gebruik geen aanstootgevende taal of streektaal.
• Gebruik geen dialect.
Het apparaat herkent uw opdrachten mogelijk niet of kan ongewenste opdrachten uitvoeren
afhankelijk van uw omgeving of de manier waarop u de opdrachten uitspreekt.
137
Hulpprogramma's
Google
Gebruik deze applicatie om niet alleen op internet te zoeken maar ook applicaties en de
bijbehorende inhoud op het apparaat.
Tik op Google op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Het apparaat doorzoeken
Tik op het zoekveld en geef een zoekwoord in. U kunt ook op
tikken en een zoekwoord ingeven.
Zoekbereik
Als u wilt selecteren welke applicaties moeten worden doorzocht, tikt u op
Zoeken op telefoon en selecteert u de items waarnaar u wilt zoeken.
→ Instellingen →
Google Now
Start Google Zoeken om Google Now-kaarten weer te geven met het huidige weer, informatie over
het openbaar vervoer, uw volgende afspraak en meer, wanneer u het meest nodig hebt.
Meld u aan voor Google Now wanneer u Google Zoeken voor het eerst opent. Als u de instellingen
van Google Now wilt wijzigen, tikt u op → Instellingen → Google Now.
138
Hulpprogramma's
Gesproken zoekopdrachten
Gebruik deze applicatie om webpagina's te zoeken door te spreken.
Tik op Gesproken zoekopdrachten op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Spreek een zoekwoord of zin uit wanneer Nu spreken wordt weergegeven op het scherm.
Mijn bestanden
Gebruik deze applicatie om bestanden te openen die zijn opgeslagen op het apparaat, waaronder
afbeeldingen, video's, nummers en geluidsclips.
Tik op Mijn bestanden op het scherm Applicaties.
Selecteer een map om deze te openen. Als u wilt teruggaan naar de hoofdmap, tikt u op Omhoog.
Als u wilt teruggaan naar de hoofddirectory, tikt u op Startpagina.
Tik in een map op
en gebruik een van de volgende opties:
• Alles selecteren: alle bestanden of mappen selecteren zodat dezelfde optie op alle bestanden
of mappen tegelijk kan worden toegepast.
• Map maken: een map maken.
• Zoeken: bestanden of mappen zoeken.
• Weergave: de weergavestand wijzigen.
• Sorteren op: bestanden of mappen sorteren.
• Instellingen: de instellingen van bestandsbeheer wijzigen.
139
Hulpprogramma's
Downloads
Gebruik deze applicatie om te bekijken welke bestanden worden gedownload met de applicaties.
Tik op Downloads op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Selecteer een bestand om het te openen in een geschikte applicatie.
Als u bestanden wilt sorteren op formaat, tikt u op Sorteren op grootte.
Als u bestanden wilt sorteren op datum, tikt u op Sorteren op datum.
TripAdvisor
Gebruik deze applicatie om reisgegevens te verzamelen zoals de bestemming of hotel. U kunt ook
een kamer reserveren en uw recensies delen met anderen.
Tik op TripAdvisor op het scherm Applicaties.
140
Reizen en lokaal
Maps
Gebruik deze applicatie om de locatie van het apparaat vast te stellen, naar plaatsen te zoeken of
een routebeschrijving te krijgen.
Tik op Maps op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Zoeken naar locaties
Tik op , geef een adres in en tik op . Selecteer een locatie om de gedetailleerde locatiegegevens
weer te geven. Tik op om locaties in de buurt te zoeken.
Als de locatie is gevonden, tikt u op
en gebruikt u een van de volgende functies:
• Kaart wissen: de kaart wissen.
• Offline beschikbaar maken: de kaart van een opgegeven gebied opslaan om deze offline te
bekijken.
• Lagen: meerdere lagen over elkaar leggen, waaronder satellietbeelden, verkeersinformatie en
meer.
• Instellingen: de kaartinstellingen wijzigen.
• Help: informatie weergeven over het gebruik van de kaart.
Als u uw huidige locatie wilt weergeven, tikt u op
.
141
Reizen en lokaal
Routebeschrijvingen naar een bestemming
1 Tik op
2 Tik op
.
en selecteer een methode om het begin- en eindpunt in te geven:
• Mijn huidige locatie: de huidige locatie gebruiken als beginpunt.
• Contactpersonen: selecteren in de lijst met contacten.
• Punt op kaart: aanwijzen door op de kaart te tikken.
• Mijn plaatsen: selecteren in de lijst met offline kaarten, plaatsen met sterren, recente
plaatsen en meer.
3 Selecteer een reismethode, zoals autorijden, openbaar vervoer of lopen en tik op
ROUTEBESCHRIJVING.
4 Selecteer een van de routes die worden weergegeven en tik op KAART om details weer te
geven.
Lokaal
Gebruik deze applicatie om naar restaurants, banken, bushaltes en meer in de buurt te zoeken.
Tik op Lokaal op het scherm Applicaties.
De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Selecteer een plaatscategorie en selecteer een locatie in de lijst met zoekresultaten.
• Kaart: de locatie op de kaart aanwijzen.
• Route: zoeken naar een route naar de locatie.
Als u een plaatscategorie toevoegt, tikt u op → Zoekopdracht toevoegen in de categorielijst en
geeft u een zoekwoord in het tekstveld in waarnaar moet worden gezocht.
142
Reizen en lokaal
Navigatie
Gebruik deze applicatie om naar een route naar een bestemming te zoeken.
Tik op Navigatie op het scherm Applicaties.
• Navigatiekaarten, uw locatie en andere navigatiegegevens kunnen afwijken van de
daadwerkelijke locatiegegevens. U moet altijd goed letten op de omstandigheden op de
weg, het verkeer en andere factoren die uw rijgedrag kunnen beïnvloeden. U moet alle
veiligheidswaarschuwingen en verkeersregels naleven tijdens het autorijden.
• De beschikbaarheid van deze applicatie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
U kunt de bestemming op verschillende manieren opgeven, bijvoorbeeld door het
bestemmingsadres uit te spreken of in te geven. Zodra een route is gevonden, volgt u de instructies
op het scherm om naar de bestemming te gaan.
143
Instellingen
Over Instellingen
Gebruik deze applicatie om het apparaat te configureren, applicatie-opties in te stellen en accounts
toe te voegen.
Tik op Instellingen op het scherm Applicaties.
Verbindingen
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Als u opties wilt gebruiken, tikt u op
.
• Geavanceerd: Wi-Fi-instellingen aanpassen.
• WPS-drukknop: verbinding maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk met een WPS-toets.
• WPS PIN invoeren: verbinding maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk met een WPS PIN-code.
Wi-Fi-slaapbeleid instellen
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Wi-Fi →
ingeschakeld laten in slaapstand.
→ Geavanceerd → Wi-Fi
Wanneer het scherm wordt uitgeschakeld, schakelt het apparaat automatisch de Wi-Fiverbindingen uit. Wanneer dit gebeurt, maakt het apparaat automatisch verbinding met
gegevensnetwerken als er is ingesteld dat deze moeten worden gebruikt. Hiervoor kunnen
kosten voor gegevensoverdracht in rekening worden gebracht. Als u rekeningen voor
gegevensgebruik wilt vermijden, moet u deze optie instellen op Altijd.
144
Instellingen
Netwerkmelding instellen
Het apparaat kan actieve Wi-Fi-netwerken detecteren en een pictogram weergeven op de statusbalk
om aan te geven wanneer een netwerk beschikbaar is.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Wi-Fi →
Netwerkmelding aan om deze functie in te schakelen.
→ Geavanceerd en vink
Wi-Fi Direct
De functie Wi-Fi Direct verbindt twee apparaten rechtstreeks via een Wi-Fi-netwerk zonder een
toegangspunt.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Wi-Fi → Wi-Fi Direct.
Bluetooth
De Bluetooth-functie inschakelen om over korte afstanden informatie uit te wisselen.
Als u meer opties wilt gebruiken, tikt u op
.
• Time-out zichtbaarheid: de duur instellen dat het apparaat zichtbaar is.
• Ontvangen bestanden: ontvangen bestanden weergeven via de Bluetooth-functie.
Gegevensgebruik
Bijhouden hoe intensief uw gegevensgebruik is en limietinstellingen aanpassen.
• Mobiele gegevens: instellen dat het apparaat gegevensverbindingen op alle mobiele
netwerken gebruikt.
• Limiet mobiele geg. instellen: een limiet instellen voor het gebruik van mobiele gegevens.
• Cyclus gegevensgebruik: maandelijkse resetdatum instellen om uw gegevensgebruik in de
gaten te houden.
Als u meer opties wilt gebruiken, tikt u op
.
• Roaming: instellen dat het apparaat gegevensverbindingen gebruikt tijdens roaming.
• Achtergrondgegevens beperken: instellen dat het apparaat synchronisatie op de achtergrond
uitschakelt bij het gebruik van mobiele netwerken.
• Gegevens automatisch synchroniseren: het automatisch synchroniseren van applicaties in- of
uitschakelen. U kunt selecteren welke gegevens worden gesynchroniseerd voor elk account in
Instellingen → Accounts.
145
Instellingen
• Wi-Fi-gebruik tonen: instellen dat gegevensgebruik via Wi-Fi wordt weergegeven.
• Mobiele hotspots: selecteer Wi-Fi-hotspots om te voorkomen dat applicaties die op de
achtergrond worden uitgevoerd hier gebruik van kunnen maken.
Meer netwerken
Instellingen aanpassen om netwerken te beheren.
Vliegtuigstand
Alle draadloze functies van het apparaat uitschakelen. U kunt alleen diensten gebruiken waarvoor
geen netwerk vereist is.
Slim netwerk
Hiermee worden alle gegevensnetwerkfuncties op uw apparaat uitgeschakeld wanneer het scherm
wordt uitgeschakeld en wordt de verbinding met applicaties, zoals SNS-applicaties of E-mail,
verbroken. Wanneer het scherm wordt ingeschakeld, worden alle nieuwe meldingen opgehaald die
niet zijn opgehaald toen het scherm was uitgeschakeld.
U kunt de batterijlading sparen door deze functie in te schakelen.
Mobiele netwerken
• Mobiele gegevens: instellen of u gegevensnetwerken met packet switching wilt toestaan voor
netwerkservices.
• Roaming: instellen dat het apparaat met een ander netwerk verbinding maakt wanneer u
buiten bereik van uw eigen netwerk bent.
• Namen toegangspunten: de namen van toegangspunten (APN's) instellen.
• Netwerkmodus: een type netwerk selecteren.
• Netwerkoperators: zoeken naar beschikbare netwerken en een netwerk voor roaming
selecteren.
Tethering en draagbare hotspot
• Draagbare Wi-Fi hotspot: gebruik de draagbare Wi-Fi-hotspot om de mobielenetwerkverbinding van het apparaat te delen met computers of andere apparaten via het Wi-Finetwerk.
• USB-tethering: gebruik USB-tethering om de mobiele-netwerkverbinding van het apparaat
te delen met een computer via USB. Wanneer het apparaat vervolgens op een computer is
aangesloten, wordt het als draadloos modem voor de computer gebruikt.
146
Instellingen
• Bluetooth-tethering: gebruik Bluetooth-tethering om de mobiele-netwerkverbinding van het
apparaat te delen met computers of andere apparaten via Bluetooth.
• Help: meer informatie over USB, Wi-Fi en Bluetooth-tethering.
VPN
Virtual Private Networks (VPN's) instellen en hiermee verbinding maken.
Apparaten dichtbij
• Bestand delen: de functie voor het delen van media activeren, zodat andere DLNA-apparaten
toegang hebben tot mediabestanden op het apparaat.
• Gedeelde inhoud: instellen dat het apparaat inhoud geelt met andere apparaten.
• Toegestane apparaten: overzicht van de apparaten die toegang hebben tot uw apparaat.
• Lijst met niet-toegestane apparaten: overzicht van de apparaten die geen toegang hebben tot
uw apparaat.
• Downloaden naar: de geheugenlocatie selecteren voor het opslaan van gedownloade
mediabestanden.
• Uploads van andere apparaten: instellen dat het apparaat uploads van andere apparaten
accepteert.
Screen Mirroring
De functie voor Screen Mirroring activeren en uw scherm delen met anderen.
Kies via Wi-Fi
Het apparaat verbinden met Samsung Kies via een Wi-Fi-netwerk.
Mijn apparaat
Vergrendelscherm
Instellingen wijzigen voor het vergrendelde scherm.
147
Instellingen
Display
Hier kunt u de instellingen voor het scherm wijzigen.
• Achtergrond:
– – Startscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm.
– – Vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het vergrendelde scherm.
– – Start- en vergrendelscherm: een achtergrondafbeelding selecteren voor het startscherm en
het vergrendelde scherm.
• Meldingenvenster: de items aanpassen die worden weergegeven op het meldingenpaneel.
• Scherm-modus:
– – Adapt Display: gebruik deze modus om het display te optimaliseren op basis van de displayinstellingen.
– – Dynamisch: gebruik deze stand om de displaykleuren helderder te maken.
– – Standaard: gebruik deze stand voor normale omstandigheden.
– – Film: gebruik deze stand voor donkere omgevingen, zoals in een donkere kamer.
• Helderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• Scherm automatisch draaien: de interface instellen om automatisch te draaien wanneer u het
apparaat draait.
• Time-out scherm: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld.
• Dagdromen: instellen dat het apparaat schermbeveiliging weergeeft wanneer uw apparaat
verbonden is met een desktopdock of bezig is met opladen.
• Letterstijl: het lettertype voor de schermtekst wijzigen.
• Tekstgrootte: de tekstgrootte wijzigen.
• Batterijpercentage weergeven: instellen dat het apparaat de resterende batterijtijd weergeeft.
• Bewerken na schermafbeelding: instellen dat het apparaat de schermafbeelding bewerkt
nadat deze is gemaakt.
148
Instellingen
Geluid
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
• Volume: het volume voor muziek, video's, systeemgeluiden en meldingen instellen.
• Intensiteit trilsignaal: de sterkte van het trilsignaal aanpassen.
• Standaardgeluid melding: een beltoon selecteren voor gebeurtenissen, zoals inkomende
berichten.
• Aanraakgeluiden: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een applicatie of
een optie op het aanraakscherm selecteert.
• Geluid schermvergrendeling: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt en ontgrendelt.
• Feedback trilsignaal: instellen dat het apparaat trilt wanneer u de toetsen aanraakt.
Blokkeerstand
Selecteer welke meldingen worden geblokkeerd en hoe lang ze moeten worden geblokkeerd.
Autostand
De autostand activeren om in te stellen dat het apparaat inhoud voorleest en applicaties opgeven
die moeten worden gebruikt in de autostand.
Accessoires
• Audiouitgang: een audio-uitvoerindeling selecteren voor gebruik bij aansluiting van het
apparaat op HDMI-apparatuur. Sommige apparaten ondersteunen de surround sound-instelling
mogelijk niet.
149
Instellingen
Toegankelijkheid
Toegankelijkheidsservices zijn speciale functies voor personen met bepaalde fysieke handicaps.
Open en wijzig de volgende instellingen om de toegankelijkheid van het apparaat te verbeteren.
• Scherm automatisch draaien: de interface instellen om automatisch te draaien wanneer u het
apparaat draait.
• Time-out scherm: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld.
• Wachtwoorden uitspreken: instellen dat TalkBack wordt gebruikt om wachtwoorden hoorbaar
te maken die u ingeeft.
• Toon sneltoets: een sneltoets naar de Toegankelijkheid toevoegen aan het snelmenu dat
verschijnt als u op de aan/uit-toets drukt.
• Toegankelijkheid beheren: de toegankelijkheidsinstellingen exporteren of importeren om ze
te delen met andere apparaten.
• TalkBack: TalkBack activeren voor gesproken feedback.
• Tekstgrootte: de tekstgrootte wijzigen.
• Vergroting: instellen dat het apparaat in- en uitzoomt bij vingergebaren.
• Negatieve kleuren: schermkleuren negatief weergeven voor betere zichtbaarheid.
• Kleurcorrectie: de kleurenschema voor het scherm aanpassen wanneer het apparaat vaststelt
dat u kleurenblind bent of moeite hebt bij het lezen van inhoud.
• Sneltoets toegankelijkheid: instellen dat het apparaat TalkBack activeert wanneer u de aan/uittoets ingedrukt houdt en vervolgens het scherm met twee vingers blijft aanraken.
• Opties Tekst naar spraak:
– – Voorkeur TTS-engine: een engine voor spraaksynthese selecteren. Als u de instellingen voor
spraaksynthese wilt wijzigen, tikt u op .
– – Spraaksnelheid: een snelheid selecteren voor de tekst-naar-spraak-functie.
– – Naar voorbeeld luisteren: voorbeeld van gesproken tekst beluisteren.
• Internettoegang verbeteren: instellen dat applicaties webscripts installeren voor verbeterde
toegankelijkheid van content.
• Geluidsbalans: de geluidsbalans aanpassen wanneer u een dubbele headset gebruikt.
• Monogeluid: monogeluid inschakelen wanneer u naar audio luistert met één oordopje.
• Alle geluiden uit: alle apparaatgeluiden dempen.
150
Instellingen
• Hulpmenu: instellen dat het apparaat het ondersteunende snelkoppelingspictogram weergeeft
waarmee u functies kunt gebruiken die worden ondersteund door externe toetsen of functies
op het meldingenpaneel. U kunt het menu ook bewerken in het snelkoppelingspictogram.
• Vertraging bij tikken en vasthouden: herkenningstijd instellen voor tikken op het scherm en
vinger op het scherm houden.
• Interactiecontrole: een gedeelte instellen van het scherm dat wordt uitgesloten van
aanraakinvoer.
Taal en invoer
De instellingen voor tekstinvoer wijzigen. Sommige opties zijn wellicht niet beschikbaar afhankelijk
van de geselecteerde taal.
Taal
Een displaytaal voor alle menu's en applicaties selecteren.
Standaard
Een standaardtoetsenbordtype voor tekstinvoer selecteren.
Google Spraakgestuurd typen
Als u de instellingen voor spraakinvoer wilt wijzigen, tikt u op
.
• Invoertalen selecteren: selecteer de invoertalen voor tekstinvoer.
• Ruw taalgebruik blokkeren: instellen dat het apparaat voorkomt dat aanstootgevende
woorden uit de spraakinvoer worden overgenomen.
• Offline spraakherkenning downloaden: taalgegevens downloaden en installeren voor offline
spraakinvoer.
Samsung-toetsenbord
Als u de instellingen voor het Samsung-toetsenbord wilt wijzigen, tikt u op
.
De beschikbare opties kunnen afwijken, afhankelijk van de regio of serviceprovider.
• Alfabetten: de toetsenbordindeling wijzigen.
• Cijfers en symbolen: de toetsenbordindeling wijzigen.
• Invoertalen: de talen voor tekstinvoer selecteren.
151
Instellingen
• Voorspellende tekst: voorspellende tekststand inschakelen om aan de hand van uw invoer
woorden te voorspellen en woordsuggesties weer te geven. U kunt ook de instellingen voor
woordsuggesties aanpassen.
• Doorlopende invoer: instellen dat op het apparaat tekst kan worden ingegeven door over het
Qwerty-toetsenbord te vegen.
• Cursorbesturing: schakel de slimme navigatiefunctie voor het toetsenbord in of uit om de
cursor te verplaatsen door te scrollen op het toetsenbord.
• Trillen bij toetsaanslag: het apparaat zo instellen dat een trilsignaal wordt gebruikt bij elke
letter die u intoetst.
• Geluid bij toetsaanslag: het apparaat zo instellen dat een geluid wordt weergegeven bij elke
letter die u intoetst.
• Handschrift: instellingen aanpassen voor de handschriftstand, zoals de herkenningstijd,
pendikte of penkleur.
• Geavanceerd:
– – Automatisch hoofdletters: instellen dat de eerste letter na een laatste leesteken, zoals een
punt, vraagteken of uitroepteken, automatisch als hoofdletter wordt geschreven.
– – Automatische spatiëring: instellen dat het apparaat automatisch spaties toevoegt tussen
woorden.
– – Automatisch punt: instellen dat er een punt wordt ingevoegd wanneer u op de spatiebalk
dubbeltikt.
– – Pop-up bij toetsaanslag: het apparaat zo instellen dat een voorbeeldweergave wordt
getoond van elke letter die u intoetst.
• Zelfstudie: leren hoe u tekst kunt ingeven met het Samsung-toetsenbord.
• Instellingen resetten: de Samsung-toetsenbordinstellingen resetten.
Spraakherkenning
Een engine voor spraakherkenning selecteren.
Deze functie wordt weergegeven wanneer u een applicatie voor spraakherkenning
gebruikt.
Gesproken zoekopdracht
Gebruik de volgende opties voor de spraakherkenningsfunctie van Samsung:
• Language: een taal voor de spraakherkenningsfunctie selecteren.
• Open via the home key: instellen dat S Voice wordt gestart als u twee keer op de starttoets tikt.
152
Instellingen
• Use location data: instellen dat uw locatiegegevens worden gebruikt voor de resultaten van de
spraakherkenningsfunctie.
• Hide offensive words: aanstootgevende woorden verbergen in de resultaten van ingesproken
zoekopdrachten.
• Help: helpinformatie weergeven voor de functie S Voice.
• About: versie-informatie weergeven.
• Voice control: applicaties bedienen met spraakopdrachten.
• Show body of message: instellen dat de tekst wordt weergegeven van een nieuw bericht dat
wordt ontvangen in de autostand.
• Wake up command: instellen dat spraakherkenning wordt gestart als u tijdens het gebruik van
S Voice een wekopdracht uitspreekt.
• Wake up in lock screen: instellen dat het apparaat uw wekopdracht herkent wanneer het
scherm is vergrendeld.
• Set wake-up command: een wekopdracht instellen om de applicatie S Voice te openen of een
bepaalde functie uit te voeren.
• Check missed events: instellen dat er wordt gecontroleerd op gemiste gebeurtenissen als u S
Voice start door op de headsettoets te drukken.
• Home address: uw thuisadres ingeven om uw locatiegegevens te gebruiken in met de
spraakopdrachtfunctie.
• Log in to Facebook: de gegevens van uw Facebook-account ingeven om Facebook te
gebruiken met S Voice.
• Log in to Twitter: de gegevens van uw Twitter-account ingeven om Twitter te gebruiken met S
Voice.
Gebruik de volgende opties voor de spraakherkenningsfunctie van Google:
• Taal: een taal voor de spraakherkenningsfunctie selecteren.
• Spraakuitvoer: instellen dat het apparaat gesproken feedback geeft om u te waarschuwen voor
de volgende actie.
• Ruw taalgebruik blokkeren: aanstootgevende woorden verbergen in de resultaten van
gesproken zoekopdrachten.
• Offline spraakherkenning downloaden: taalgegevens downloaden en installeren voor offline
spraakinvoer.
• Bluetooth-headset: instellen dat het apparaat zoeken op spraak toestaat met een Bluetoothheadset wanneer deze is aangesloten op het apparaat.
153
Instellingen
Opties Tekst naar spraak
• Voorkeur TTS-engine: een engine voor spraaksynthese selecteren. Als u de instellingen voor
spraaksynthese wilt wijzigen, tikt u op .
• Spraaksnelheid: een snelheid selecteren voor de tekst-naar-spraak-functie.
• Naar voorbeeld luisteren: voorbeeld van gesproken tekst beluisteren.
Snelheid aanwijzer
De snelheid aanpassen voor de op uw apparaat aangesloten muis of trackpad.
Bewegingen en gebaren
De functie voor bewegingsherkenning inschakelen en de instellingen wijzigen die de
bewegingsherkenning op uw apparaat regelen.
• Beweging:
– – In-/uitzoomen: instellen dat het apparaat in- of uitzoomt als u afbeeldingen bekijkt in
Galerij wanneer u twee punten blijft aanraken en het apparaat naar voren en naar achteren
kantelt.
– – Verplaats pictogram: instellen dat een item naar een andere pagina wordt verplaatst
wanneer u het item blijft aanraken en het apparaat naar links of rechts pant.
– – Zoek een afbeelding: instellen dat door een afbeelding wordt gebladerd door het apparaat
te bewegen wanneer is ingezoomd op een afbeelding.
• Handpalmbeweging:
– – Schermafbeelding: instellen dat een schermafbeelding wordt gemaakt wanneer u met uw
hand naar links of rechts over het scherm veegt.
– – Dempen/pauzeren: instellen dat het apparaat media pauzeert wanneer u uw handpalm op
het apparaat legt.
• Kalibratie gyroscoop: de gyroscoop kalibreren zodat uw apparaat rotatie op de juiste wijze
herkent.
• Plaats het apparaat op een stabiel oppervlak tijdens het kalibreren. Het kalibratieproces
kan mislukken als het apparaat trilt of beweegt tijdens het kalibreren.
• Kalibreer de gyroscoop wanneer bewegingen met kantelen of pannen, of games met
bewegingsfuncties, verschuivingen of onbedoelde bewegingen aangeven.
154
Instellingen
Spraakopdracht
Instellingen wijzigen om opties te bedienen met spraakopdrachten.
Accounts
Account toevoegen
E-mail- of SNS-accounts toevoegen.
Cloud
Instellingen wijzigen voor het synchroniseren van gegevens of bestanden met uw Samsung-account
of Dropbox-cloudstorage.
Back-up maken en terugzetten
De instellingen wijzigen voor het beheren van instellingen en gegevens.
• Back-up mijn gegevens: instellen dat het apparaat een back-up van uw instellingen en
applicatiegegevens maakt op de server van Google.
• Back-up van account: account voor back-ups bij Google instellen of aanpassen.
• Automatisch herstellen: instellen dat het apparaat uw instellingen en applicatiegegevens
terugzet wanneer de applicaties opnieuw worden geïnstalleerd op het apparaat.
• Standaardgegevens herstellen: uw instellingen naar de fabriekswaarden resetten en al uw
gegevens wissen.
Meer
Instellingen aanpassen voor locatieservices, beveiliging en andere opties.
155
Instellingen
Locatieservices
U kunt instellingen wijzigen voor machtigingen voor locatiegegevens.
• Toegang tot mijn locatie: instellen dat het apparaat applicaties toestaat uw huidige
locatiegegevens te gebruiken.
• GPS-satellieten gebruiken: instellen dat het apparaat GPS-satellieten gebruikt om de huidige
locatie te bepalen.
• Draadloze netwerken gebruiken: instellen dat het apparaat het verzamelen van
locatiegegevens toestaat of de locatie van uw verloren of gestolen apparaat bepaalt via Wi-Fi en
mobiele netwerken.
• Mijn plaatsen: profielen instellen die worden gebruikt voor specifieke locaties wanneer u GPS-,
Wi-Fi- of Bluetooth-functies gebruikt om uw huidige locatie te bepalen.
Beveiliging
Instellingen wijzigen voor het beveiligen van het apparaat en de SIM- of USIM-kaart.
• Apparaat coderen: een wachtwoord instellen voor versleuteling van gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. Elke keer als u het apparaat aanzet, moet u dit wachtwoord ingeven.
Laad eerst de batterij op voordat u deze instelling activeert. Versleuteling van uw gegevens
kan meer dan een uur duren.
• Externe SD-kaart coderen: instellen dat het apparaat alle bestanden op een geheugenkaart
codeert.
Als u met deze instelling ingeschakeld besluit tot resetten van de standaardwaarden, zal het
apparaat de versleutelde bestanden niet meer kunnen lezen. Schakel deze instelling dus
altijd uit voordat u een reset uitvoert.
• Externe besturingselementen: instellen dat het apparaat toestaat dat uw verloren of gestolen
apparaat op afstand kan worden bediend via internet. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u
zich aanmelden bij uw Samsung-account.
– – Accountregistratie: uw Samsung-account toevoegen of weergeven.
– – Draadloze netwerken gebruiken: instellen dat het apparaat het verzamelen van
locatiegegevens toestaat of de locatie van uw verloren of gestolen apparaat bepaalt via Wi-Fi
en mobiele netwerken.
• Waarschuwing SIM-kaart vervangen: de functie Mijn telefoon zoeken in- of uitschakelen
waarmee het apparaat kan worden gevonden wanneer het apparaat is gestolen of u het bent
kwijtgeraakt.
156
Instellingen
• Ga naar de webpagina Mijn mobiel traceren: de website Mijn mobiel traceren openen
(findmymobile.samsung.com). U kunt uw verloren of gestolen apparaten opzoeken en besturen
op de website Mijn mobiel traceren.
• SIM-kaartvergrendeling instellen:
– – SIM-kaart vergrendelen: de functie voor PIN-vergrendeling in- of uitschakelen, zodat het
apparaat pas kan worden gebruikt nadat de PIN-code is ingegeven.
– – SIM-pincode wijzigen: de PIN-code van de SIM- of USIM-kaart wijzigen.
• Wachtwoorden zichtbaar: instellen dat het apparaat wachtwoorden weergeeft wanneer ze
worden ingegeven.
• Apparaatbeheerders: de apparaatbeheerprogramma's weergeven die op uw apparaat zijn
geïnstalleerd. U kunt toestaan dat apparaatbeheerders een nieuw beleid op uw apparaat
toepassen.
• Onbekende bronnen: instellen dat applicaties van elke willekeurige bron kunnen worden
geïnstalleerd. Als deze optie niet wordt ingesteld, kunt u alleen applicaties downloaden van
Play Store.
• Apps verifiëren: instellen om Google toestemming te geven de applicatie te controleren op
schadelijk gedrag voordat de applicatie wordt geïnstalleerd.
• Vertrouwde aanmeldgegevens: certificaten en referenties gebruiken om verzekerd te zijn van
een veilig gebruik van diverse applicaties.
• Installeren uit apparaatopslag: gecodeerde certificaten installeren die zijn opgeslagen op de
USB-opslag.
• Aanmeldgegevens wissen: de referentiegegevens van het apparaat verwijderen en het
wachtwoord resetten.
Applicatiebeheer
De applicaties op het apparaat weergeven en beheren.
Batterij
Weergeven hoeveel stroom wordt verbruikt door uw apparaat.
157
Instellingen
Voeding
De spaarstand activeren en de instellingen wijzigen voor de spaarstand.
• Automatisch uitschakelen: instellen na hoeveel tijd het apparaat moet worden uitgeschakeld.
• Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende een vooraf ingestelde
periode niet op het scherm wordt getikt of niet op de toetsen wordt gedrukt. Selecteer
een langere periode voor langdurig gebruik.
• Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer u video's afspeelt of naar muziek luistert.
• U kunt de batterijlading sparen door deze functie in te schakelen.
• Spaarstand:
– – CPU-spaarstand: instellen dat het apparaat het gebruik van bepaalde systeembronnen
beperkt.
– – Schermspaarstand: instellen dat de helderheid van het scherm wordt verminderd.
– – Trillingsreactie uitschakelen: instellen dat het apparaat de trilling uitschakelt wanneer u
toetsen aanraakt.
– – Informatie over Spaarstand: ontdekken hoe het batterijgebruik kan worden verminderd.
• Snel inschakelen: als u deze functie inschakelt, wordt het apparaat de komende 24 uur snel
ingeschakeld.
Opslag
Geheugeninformatie van uw apparaat en geheugenkaart weergeven of een geheugenkaart
formatteren.
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens definitief van de kaart
verwijderd.
De feitelijk beschikbare capaciteit van het interne geheugen is minder dan de
gespecificeerde capaciteit, een gedeelte van het geheugen wordt namelijk gebruikt
door het besturingssysteem en de standaardapplicaties. De beschikbare capaciteit kan
veranderen wanneer u het apparaat upgradet.
158
Instellingen
Datum en tijd
De volgende instellingen weergeven en aanpassen om te bepalen hoe het apparaat de tijd en
datum weergeeft.
Als de batterij gedurende langere tijd geheel leeg is of wordt verwijderd uit het apparaat,
worden de tijd en datum gereset.
• Automatisch datum en tijd: automatisch de tijd en datum bijwerken wanneer u naar een
andere tijdzone reist.
• Datum instellen: de huidige datum handmatig instellen.
• Tijd instellen: de huidige tijd handmatig instellen.
• Automatische tijdzone: instellen dat het apparaat tijdzonegegevens ontvangt van het netwerk
wanneer u een tijdzone overschrijdt.
• Tijdzone selecteren: de eigen tijdzone selecteren.
• 24-uurs indeling gebruiken: tijd weergeven in de 24-uurs indeling.
• Datumnotatie selecteren: notatie voor de datum selecteren.
Toestel-info
Informatie over het apparaat weergeven en de software van het apparaat bijwerken.
Instellingen
Gebruik deze applicatie om instellingen te configureren voor enkele functies die door Google
worden geleverd.
Tik op Instellingen op het scherm Applicaties.
159
Optionele applicaties
De volgende applicaties moeten worden gedownload voordat u ze kunt gebruiken.
• Paper Artist
• Samsung Link
• Sphere
• Story album
• Video-editor
Tik op het startscherm of het scherm Applicaties op een applicatiepictogram en volg de instructies
om de applicatie te downloaden.
Bepaalde van de vermelde applicaties kunnen vooraf geïnstalleerd zijn, afhankelijk van de
regio of serviceprovider.
160
Problemen oplossen
Voordat u contact opneemt met een Samsung Servicecenter, probeert u de volgende oplossingen.
Sommige situaties zijn mogelijk niet van toepassing op uw apparaat.
Het onderwerp heeft rode ogen
Rode ogen worden veroorzaakt door het flitslicht dat weerkaatst in de ogen van het onderwerp.
• Stel de flitseroptie in op Autom. + rode ogen of Invullen + rode ogen.
• Als de foto al is gemaakt, tikt u op
→ Bewerken → Staand → Wis rde ogen in Galerij.
Stof op foto's
Als er veel stofdeeltjes in de lucht aanwezig zijn, kunnen die te zien zijn op foto's waarbij u hebt
geflitst.
• Schakel de flitser uit of maak geen foto's in een stoffige omgeving.
• Pas de ISO-gevoeligheid aan. (p. 80)
Foto's zijn onscherp
U kunt onscherpe foto's krijgen als u foto's maakt bij weinig licht of het apparaat verkeerd vasthoudt.
• Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp.
• Stel de optie voor beeldstabilisatie in.
• Gebruik een statief, zodat het apparaat zeker niet beweegt.
161
Problemen oplossen
Foto's die 's nachts zijn gemaakt zijn onscherp
De sluitertijd wordt langer terwijl het apparaat probeert meer licht binnen te laten. Dit kan het voor
u moeilijker maken om het apparaat lang genoeg stil te houden voor een scherpe foto, waardoor de
foto's bewogen kunnen lijken.
• Stel Nacht in de slimme stand in.
• Schakel de flitser in.
• Pas de ISO-gevoeligheid aan. (p. 80)
• Gebruik een statief, zodat het apparaat zeker niet beweegt.
Onderwerpen staan te donker op de foto als gevolg van
tegenlicht
Wanneer er zich achter het onderwerp een lichtbron bevindt of wanneer er veel contrast is tussen de
lichte en donkere delen, kan het onderwerp te donker worden.
• Neem bij voorkeur geen foto's tegen de zon in.
• Stel de flitsoptie in op Invullen.
• Pas de belichtingswaarde aan.
• Stel de meetoptie in op Spotmeting als het onderwerp zich in het midden van het kader
bevindt.
Wanneer u het apparaat niet kunt inschakelen
• Zorg ervoor dat de batterij is geplaatst. (p. 15)
• Laad de batterij op.
Wanneer u geen foto's of video's kunt maken
• U hebt geen opslagcapaciteit meer. Verwijder bestanden die u niet meer nodig hebt of plaats
een nieuwe geheugenkaart.
• Formatteer de geheugenkaart.
• Misschien is de geheugenkaart kapot. Koop een nieuwe kaart.
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Laad de batterij op.
• Zorg ervoor dat de batterij is geplaatst. (p. 15)
162
Problemen oplossen
Wanneer de flitser niet werkt
• Druk op de flitsertoets om de flitser te openen.
• Misschien is de flitser ingesteld op Uit. (p. 86)
• In sommige standen is de flitser uitgeschakeld.
Wanneer de flitser onverwacht afgaat
Statische elektriciteit kan de flitser onverwacht laten afgaan. Het apparaat is niet defect.
Wanneer de kleuren op de foto afwijken van de werkelijkheid
Selecteer de juiste witbalans voor de lichtbron. (p. 81)
Wanneer de foto te licht is
• Schakel de flitser uit. (p. 86)
• Pas de ISO-gevoeligheid aan. (p. 80)
• Pas de belichtingswaarde aan. (p. 79)
Wanneer de foto te donker is
• Schakel de flitser in. (p. 86)
• Pas de ISO-gevoeligheid aan. (p. 80)
• Pas de belichtingswaarde aan. (p. 79)
163
Problemen oplossen
Wanneer u uw apparaat inschakelt of terwijl u het apparaat gebruikt,
wordt u gevraagd een van de volgende codes in te geven:
• Wachtwoord: als de apparaatvergrendeling is ingeschakeld, moet u het wachtwoord ingeven
dat u voor het apparaat hebt ingesteld.
• PIN: wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt of wanneer het gebruik van een PINcode is ingeschakeld, moet u de PIN-code ingeven die bij de SIM- of USIM-kaart is verstrekt. U
kunt deze functie uitschakelen in het menu SIM-kaart ontgrendelen.
• PUK: uw SIM- of USIM-kaart is geblokkeerd, meestal omdat u uw PIN-code meerdere keren
onjuist hebt ingegeven. U moet de PUK ingeven die door uw serviceprovider is geleverd.
• PIN2: wanneer u een menu opent waarvoor de PIN2-code is vereist, moet u de PIN2-code
ingeven die bij de SIM- of USIM-kaart is geleverd. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider.
Uw apparaat geeft netwerk- of servicefoutmeldingen weer
• Wanneer u zich in een gebied met zwakke signalen of slechte ontvangst bevindt, hebt u
mogelijk geen ontvangst. Ga naar een andere locatie en probeer het opnieuw. Terwijl u naar een
andere locatie gaat, kunnen er herhaaldelijk foutberichten worden weergegeven.
• U kunt bepaalde opties niet gebruiken zonder abonnement. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie.
Uw apparaat wordt niet ingeschakeld
• Wanneer de batterij volledig is ontladen, wordt uw apparaat niet ingeschakeld. Laad de batterij
volledig op voordat u het apparaat inschakelt.
• De batterij is mogelijk niet correct geplaatst. Plaats de batterij opnieuw.
• Veeg beide goudkleurige contactpunten schoon en plaats de batterij opnieuw.
164
Problemen oplossen
Het aanraakscherm reageert traag of onjuist
• Als u een beschermhoes of optionele accessoires op het aanraakscherm bevestigt, functioneert
het aanraakscherm mogelijk niet correct.
• Als u handschoenen draagt, als uw handen niet schoon zijn wanneer u het aanraakscherm
bedient of als u met scherpte voorwerpen of uw vingertoppen op het scherm tikt, functioneert
het aanraakscherm mogelijk niet correct.
• Het aanraakscherm kan in vochtige omstandigheden of door blootstelling aan water worden
beschadigd.
• Start uw apparaat opnieuw op om tijdelijke softwarefouten te verwijderen.
• Controleer of de software van uw apparaat is bijgewerkt tot de nieuwste versie.
• Als het aanraakscherm is bekrast of beschadigd, gaat u naar een Samsung Servicecenter.
Het apparaat loopt vast of heeft ernstige fouten
Als uw apparaat vastloopt, moet u mogelijk applicaties sluiten of de batterij opnieuw plaatsen en
het apparaat inschakelen om de functionaliteit te herstellen. Als het apparaat is vastgelopen en niet
reageert, houdt u de aan/uit-toets minstens 6-8 seconden ingedrukt om het apparaat opnieuw op te
starten.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, moet u de fabrieksinstellingen resetten. Tik op
het scherm Applicaties op Instellingen → Accounts → Back-up maken en terugzetten →
Standaardgegevens herstellen → Apparaat resetten → Alles verwijderen. Voordat u de
fabrieksinstellingen van het apparaat herstelt, moet u een back-up van alle belangrijke gegevens op
het apparaat maken.
Als het probleem nog steeds niet is verholpen, neemt u contact op met een Samsung Servicecenter.
Het batterijpictogram is leeg
Uw batterij is bijna leeg. Laad de batterij op of vervang deze.
165
Problemen oplossen
De batterij laadt niet goed op (voor door Samsung goedgekeurde laders)
• Controleer of de lader correct is aangesloten.
• Als de contactpunten van de batterij vies zijn, wordt de batterij mogelijk niet goed opgeladen
of kan het apparaat worden uitgeschakeld. Veeg beide goudkleurige contactpunten schoon en
probeer de batterij opnieuw op te laden.
• De batterijen in bepaalde apparaten kunnen niet worden vervangen door de gebruiker. Als dit
het geval is, gaat u naar een Samsung Servicecenter om de batterij te laten vervangen.
De batterij loopt sneller leeg dan toen het apparaat net was gekocht
• Wanneer u de batterij blootstelt aan zeer koude of zeer hete temperaturen, kan de bruikbare
lading van de batterij afnemen.
• Het batterijverbruik neemt toe wanneer u berichtfuncties of bepaalde applicaties, zoals games
of internet, gebruikt.
• De batterij is een verbruiksproduct en de bruikbare lading neemt in de loop der tijd af.
Uw apparaat is warm wanneer u het aanraakt
Wanneer u applicaties gebruikt waarvoor meer stroom is vereist of langere tijd applicaties gebruikt
op uw apparaat, kan uw apparaat warm aanvoelen. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op
de levensduur of prestaties van het apparaat.
Foutmeldingen worden weergegeven bij het starten van de camera
Uw apparaat moet beschikken over voldoende geheugen en batterijlading om de camera-applicatie
te gebruiken. Als er foutmeldingen worden weergegeven wanneer u de camera start, kunt u het
volgende proberen:
• Laad de batterij op vervang deze door een batterij die volledig is opgeladen.
• Maak geheugen beschikbaar door bestanden over te zetten naar een computer of door
bestanden te verwijderen van uw apparaat.
• Start het apparaat opnieuw op. Als er nog steeds problemen optreden met de cameraapplicatie nadat u deze tips hebt uitgeprobeerd, moet u contact opnemen met een Samsung
Servicecenter.
166
Problemen oplossen
De fotokwaliteit is slechter dan het voorbeeld
• De kwaliteit van uw foto's kan verschillen, afhankelijk van de omgeving en de fototechnieken
die u gebruikt.
• Als u foto's op donkere plaatsen, 's nachts of binnenshuis maakt, kan beeldruis optreden of
kunnen de foto's onscherp zijn.
Foutmeldingen worden weergegeven bij het openen van
multimediabestanden
Als er foutberichten worden weergegeven of bestanden niet worden afgespeeld wanneer u
multimediabestanden opent op uw apparaat, probeert u het volgende:
• Maak geheugen beschikbaar door bestanden over te zetten naar een computer of door
bestanden te verwijderen van uw apparaat.
• Zorg ervoor dat het muziekbestand geen DRM-beveiliging heeft. Als het bestand DRMbeveiliging heeft, moet u controleren of u over de juiste licentie of code beschikt om het
bestand af te spelen.
• Controleer of uw apparaat het bestandstype ondersteunt.
• Uw apparaat ondersteunt foto's en video's die met het apparaat zijn vastgelegd. Foto's en
video's die zijn vastgelegd met andere apparaten, werken mogelijk niet correct.
• Uw apparaat ondersteunt multimediabestanden die zijn geautoriseerd door uw
netwerkserviceprovider of providers van aanvullende services. Bepaalde inhoud die afkomstig is
van internet, zoals beltonen, video's of achtergronden, werkt mogelijk niet correct.
Kan een ander Bluetooth-apparaat niet vinden
• Controleer of de draadloze Bluetooth-functie is ingeschakeld op uw apparaat.
• Controleer of de draadloze Bluetooth-functie is ingeschakeld op het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
• Controleer of uw apparaat en het andere Bluetooth-apparaat zich binnen het maximale
Bluetooth-bereik (10 m) bevinden.
Als het probleem niet wordt opgelost met de bovenstaande tips, moet u contact opnemen met een
Samsung Servicecenter.
167
Problemen oplossen
Er wordt geen verbinding gemaakt wanneer u het apparaat aansluit op
een computer
• Zorg ervoor dat de USB-kabel die u gebruikt, compatibel is met uw apparaat.
• Controleer of het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd en bijgewerkt op uw computer.
• Als u Windows XP gebruikt, moet u controleren of Windows XP Service Pack 3 of hoger is
geïnstalleerd op uw computer.
• Controleer of Samsung Kies 2.0 of Windows Media Player 10 of hoger is geïnstalleerd op uw
computer.
Uw apparaat kan uw huidige locatie niet bepalen
GPS-signalen kunnen worden geblokkeerd op bepaalde locaties, zoals binnenshuis. Stel het
apparaat in om Wi-Fi of een mobiel netwerk te gebruiken om uw huidige locatie te bepalen in
dergelijke situaties.
Gegevens die waren opgeslagen op het apparaat, zijn verloren gegaan
Maak altijd een back-up van alle belangrijke gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen. Anders
kunnen de gegevens niet worden hersteld als deze beschadigd raken of verloren gaan. Samsung is
niet verantwoordelijk voor het verlies van gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat.
Een kleine opening is zichtbaar rond de buitenzijde van de
apparaatbehuizing
• Deze opening is noodzakelijk voor de fabricage en de onderdelen kunnen enigszins bewegen of
trillen.
• De wrijving tussen onderdelen kan ervoor zorgen dat deze opening na verloop van tijd
enigszins groter wordt.
168
Het apparaat reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met een blaaskwastje en veeg de lens vervolgens voorzichtig schoon met een zacht
doekje. Als u niet al het stof kunt verwijderen, breng dan een beetje lensreinigingsvloeistof aan op
lenspapier en veeg de lens voorzichtig schoon.
Beeldsensor
Afhankelijk van de verschillende opnameomstandigheden kan stof op de foto's worden
weergegeven omdat de beeldsensor is blootgesteld aan de open lucht. Dit is normaal, want
de camera wordt bij elk gebruik blootgesteld aan stof. U kunt stof van de sensor verwijderen
door de functie Sensor reinigen te gebruiken. (p. 99) Als er stof achterblijft nadat u de sensor
hebt gereinigd, neemt u contact op met een servicecenter. Plaats het blaaskwastje niet in de
bevestigingsopening van de lens.
Camerabehuizing
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Gebruik geen benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze oplossingen
kunnen schade of storingen aan de apparaat veroorzaken.
169
Fotografische concepten en
conventies
Houding
Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden vastgehouden is noodzakelijk om goed
foto's te kunnen maken. Zelfs als u de camera op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde
lichaamshouding voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta recht op en stil om een stevige
ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met een lange sluitertijd fotografeert, houdt u
uw adem in om te zorgen dat uw lichaam zo min mogelijk beweegt.
De camera vasthouden
Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter wijsvinger op de sluiterknop. Houd
uw linkerhand ter ondersteuning onder de lens.
170
Fotografische concepten en conventies
Staand fotograferen
Bepaal de compositie, sta rechtop met uw voeten op schouderbreedte van elkaar en houd uw armen
dicht langs uw lichaam.
Geknield fotograferen
Bepaal de compositie, kniel met een knie op de grond en houd uw rug recht.
171
Fotografische concepten en conventies
Diafragma
Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de camera binnenvalt. Dit is een van
de drie factoren die de belichting bepalen. De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen
die openen en sluiten om meer of minder licht door de opening (het diafragma) de camera te laten
binnenvallen. De grootte van het diafragma hangt nauw met de helderheid van de foto samen: hoe
groter het diafragma, hoe helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, hoe donkerder de foto.
Donkerdere foto
(diafragma enigszins geopend)
Lichtere foto
(diafragma helemaal geopend)
De grootte van het diafragma wordt aangeduid met een waarde die bekend staat als een f-getal.
Het f-getal staat voor de brandpuntsafstand gedeeld door de diameter van de lens. Als een lens met
een brandpuntsafstand van 50 mm bijvoorbeeld een f-getal van F2 heeft, is de diameter van het
diafragma 25 mm. (50 mm/25 mm = F2) Hoe kleiner het f-getal, hoe groter het diafragma.
De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingswaarde (EV, Exposure Value).
Het verhogen van de belichtingswaarde (+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht
verdubbelt. Met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de hoeveelheid binnenvallend
licht gehalveerd. U kunt tevens de belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid
licht nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2, 1/3 EV, enzovoort.
+1 EV
F1.4
-1 EV
F2
F2.8
F4
Belichtingswaardestappen
172
F5.6
F8
Fotografische concepten en conventies
Diafragma en scherptediepte
U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met behulp van het diafragma. Het
diafragma hangt nauw samen met de scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is).
Een foto met een grote scherptediepte
Een foto met een kleine scherptediepte
De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen samen en regelen de
hoeveelheid licht die er door het midden van het diafragma valt. Het aantal bladen is tevens van
invloed op de vorm van licht in nachtelijke opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen
heeft, wordt het licht in een zelfde aantal delen verdeeld. Als het aantal bladen oneven is, is het
aantal lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen.
Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een diafragma met 7
bladen verdeelt het licht in 14 delen.
7 bladen
8 bladen
173
Fotografische concepten en conventies
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een
belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt
geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt.
Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid van de sluitertijd wordt wel
de belichtingswaarde (EV, Exposure Value) genoemd. Deze wordt geregeld in intervallen van 1 sec,
1/2 sec, 1/4 sec, 1/8 sec, 1/15 sec, 1/1000 sec, 1/2000 sec, enzovoort.
+1 EV
Belichting
-1 EV
1s
1/2 s
1/4 s
1/8 s
1/15 s
1/30 s
Sluitertijd
Daarom geldt dat hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht er binnenvalt. En hoe langer de
sluitertijd, hoe meer licht er binnenvalt.
Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange sluitertijd meer licht binnen,
waardoor de foto helderder wordt. En met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen
en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te
bevriezen.
0,8 s
0,004 s
174
Fotografische concepten en conventies
ISO-gevoeligheid
De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de camera. Deze gevoeligheid
wordt gebaseerd op internationale normen uit het tijdperk van analoge film, de ISO-waarden. Bij
digitale camera's wordt deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de digitale
sensor die het beeld opvangt.
Als de ISO-gevoeligheid verdubbelt, wordt de camera dubbel zo gevoelig voor licht. Met een waarde
van ISO 200 kunnen er bijvoorbeeld twee keer zo snel foto's worden gemaakt als met ISO 100.
Hogere ISO-waarden kunnen echter tot beeldruis leiden. In de regel is het het beste om een lage
ISO-waarde te gebruiken, tenzij u in een donkere omgeving of 's nachts fotografeert.
Wijzigingen in de kwaliteit en helderheid op basis van ISO-gevoeligheid
Aangezien een lage ISO-gevoeligheid betekent dat de camera minder gevoelig voor licht is,
hebt u meer licht nodig om een optimale belichting te bereiken. Open daarom bij een lage ISOgevoeligheid het diafragma verder of gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht
de camera binnenvalt. Op een zonnige dag, als er een overvloed aan licht is, heeft een lage ISOgevoeligheid geen lange sluitertijd nodig. Op donkere plaatsen of 's nachts resulteert een lage ISOgevoeligheid in combinatie met een lange sluitertijd echter in een onscherpe foto.
Een foto gemaakt met een statief en hoge
ISO-gevoeligheid
175
Een wazige foto met een lage
ISO-gevoeligheid
Fotografische concepten en conventies
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-gevoeligheid de
belichting beïnvloeden
De diafragma-instelling, sluitertijd en ISO-gevoeligheid hangen in de fotografie nauw met elkaar
samen. De diafragma-instelling regelt de grootte van de lensopening waardoor het licht de
camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISOgevoeligheid bepaalt de snelheid waarmee de film op licht reageert. Samen bepalen deze drie
elementen de belichting van een foto.
Een aanpassing van de sluitertijd, diafragmawaarde of ISO-gevoeligheid kan met een aanpassing
van een van de andere twee elementen worden gecompenseerd, zodat de belichting gelijk
blijft. De resultaten verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De sluitertijd is
bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld wordt geregeld, het diafragma regelt
de scherptediepte en met de ISO-gevoeligheid kan de hoeveelheid korrel in een foto worden
veranderd.
Diafragmawaarde
Instelling
Resultaat
Groot diafragma = meer licht
Klein diafragma = minder licht
Groot = kleine scherptediepte
Klein = grote scherptediepte
176
Fotografische concepten en conventies
Sluitertijd
Instelling
Resultaat
Korte sluitertijd = minder licht
Lange sluitertijd = meer licht
Kort = geen beweging
Lang = wazig
ISO-gevoeligheid
Instelling
Resultaat
Hoge gevoeligheid =
gevoeliger voor licht
Lage gevoeligheid = minder
gevoelig voor licht
Hoog = korreliger
Laag = minder korrelig
177
Fotografische concepten en conventies
Samenhang tussen brandpuntsafstand,
beeldhoek en perspectief
De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand tussen het midden van de lens en het
bijbehorende brandpunt. Dit is van invloed op de beeldhoek en het perspectief van gemaakte foto's.
Een korte brandpuntsafstand vertaalt zich in een grote hoek, waarmee groothoekopnamen van
een breed gebied worden gemaakt. Een lange brandpuntsafstand vertaalt zich in een kleine hoek,
waarmee teleopnamen van een klein gebied worden gemaakt.
Korte brandpuntsafstand
Lange brandpuntsafstand
178
Fotografische concepten en conventies
Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's.
Hoek van 20 mm
Hoek van 50 mm
Hoek van 200 mm
Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor landschapsfoto's en wordt
een lens met een kleine hoek aanbevolen voor sportevenementen en portretten.
Scherptediepte
Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de achtergrond onscherp is, zodat het
onderwerp goed naar voren komt. Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of
scherp zijn. Dit wordt een kleine scherptediepte of grote scherptediepte genoemd (DOF; Depth of
Field).
De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld is. Een kleine
scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en een grote scherptediepte op een groot
gebied dat scherp in beeld is.
179
Fotografische concepten en conventies
Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk naar voren komt en de rest
onscherp is, kan worden gemaakt met een telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen.
Een foto met een grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp in beeld zijn, kan
worden gemaakt met een groothoeklens of door een hoge diafragmawaarde in te stellen.
Kleine scherptediepte
Grote scherptediepte
Wat bepaalt de vervagingseffecten?
Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde
Hoe groter het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), hoe kleiner de scherptediepte. In
gevallen waar de andere waarden, zoals de sluitertijd en ISO-gevoeligheid, gelijk zijn, resulteert een
lage diafragmawaarde tot een foto met een kleine scherptediepte.
50 mm F5.7
50 mm F22
180
Fotografische concepten en conventies
Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand
Hoe langer de brandpuntsafstand, hoe kleiner de scherptediepte. Een telelens met een langere
brandpuntsafstand is beter om een foto met een kleine scherptediepte te maken dan een telelens
met een kortere brandpuntsafstand.
Een foto gemaakt met een
20 mm groothoeklens
Een foto gemaakt met een
100 mm telelens
Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen onderwerp en camera
Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, hoe kleiner de scherptediepte. Hierdoor kan
een foto die van dichtbij wordt gemaakt, een kleine scherptediepte opleveren.
Een foto gemaakt met een 100 mm
telelens
Een foto gemaakt dicht bij het onderwerp
181
Fotografische concepten en conventies
Compositie
Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te leggen. Maar hoe mooi iets ook
is, met een slechte compositie kan de foto toch lelijk worden.
Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te geven.
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in de foto bedoeld. Meestal
levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat.
Regel van derden
De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van 3 x 3 gelijke rechthoeken.
Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan te raden om het op een van de
hoeken van de centrale rechthoek te plaatsen.
182
Fotografische concepten en conventies
Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante composities die in balans zijn.
Hier ziet u een paar voorbeelden.
Foto's met twee onderwerpen
Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het effect dat de foto uit balans
is. U kunt de foto in balans brengen door een tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te
plaatsen, om zo het gewicht van het beeld te verdelen.
Onderwerp 2
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Onderwerp 1
Onstabiel
Stabiel
183
Fotografische concepten en conventies
Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit balans. Zorg voor meer balans in
de foto door de horizon omhoog of omlaag te brengen.
Onderwerp 1
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Onderwerp 2
Onstabiel
Stabiel
Flitser
Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. Het is echter niet eenvoudig om altijd
en overal voldoende licht te hebben. Met behulp van een flitser kunt u de lichtinstellingen
optimaliseren en diverse effecten bereiken.
Een flitser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin weinig licht aanwezig is.
Het is ook handig in situaties waarin juist erg veel licht aanwezig is. U kunt een flitser bijvoorbeeld
gebruiken om de belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om bij
tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te leggen.
Vóór correctie
Na correctie
184
Fotografische concepten en conventies
Richtgetal van flitser
Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser en de maximale
lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die richtgetal wordt genoemd. Hoe hoger het
richtgetal is, hoe groter de lichtopbrengst van de flitser is. Het richtgetal wordt verkregen door de
afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de diafragmawaarde wanneer de
ISO-gevoeligheid is ingesteld op 100.
Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp x diafragmawaarde
Diafragmawaarde = richtgetal/afstand van flitser tot onderwerp
Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal/diafragmawaarde
Als u het richtgetal van een flitser kent, kunt u daarom de optimale afstand van de flitser tot het
onderwerp schatten wanneer u de flitser handmatig instelt. Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal
20 heeft en de afstand tot het onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0.
Bounce-fotografie
Bounce-fotografie is een methode van fotograferen waarbij het licht van het onderwerp naar het
plafond of de muren wordt geleid, zodat het licht gelijkmatig wordt verspreid. Foto's die met een
flitser zijn genomen kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in foto's
die met bounce-fotografie zijn gemaakt, werpen geen schaduwen en zien er vloeiend uit door het
gelijkmatig verspreide licht.
185
* Bepaalde inhoud kan afwijken voor uw apparaat afhankelijk van de regio, serviceprovider of
softwareversie, en is onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
* Drukfouten voorbehouden.
www.samsung.com
Dutch. 08/2013. Rev. 1.0