NL
19
meet de afstand tot de objecten die binnen de zoeker staan en
laat deze direct zien.
Doordat hij zo klein en licht is kan hij eenvoudig en comfortabel
overal meegenomen worden. Werkt met een standaard 9V-blok-
batterij die eenvoudig te vervangen is.
De afstandsmeter kan onder vele omstandigheden worden ge-
bruikt, zoals bij sport (bv. golf) en andere activiteiten (bv. bij de
jacht). U kunt er de afstand tot gebouwen, elektriciteitsmasten
en andere objecten in de omgeving mee meten.
Batterijen plaatsen
Schuif het batterijklepje (Fig. 1, 6) met uw duim naar buiten en
klap het dan omhoog. Plaats de 9V-blokbatterij in het batterij-
vakje met de contactpunten eerst.
TIP:
Let bij het plaatsen van de batterij op de correcte
positie van de contactpunten (+/-) zoals op het
dekseltje is aangegeven.
i
Na het plaatsen van de batterij drukt u het deksel weer naar
beneden en schuift het tegen de richting van de pijl in terug in
gesloten positie.
Bediening
1. Kijk door het oculair (Fig. 1, 1). Omdat het toestel een Fixed-Fo-
cus-systeem heeft is het niet nodig om de focus in te stellen.
2. Houd de functietoets (Fig. 1, 5) ongeveer 3 seconden inge-
drukt om het toestel in te schakelen. Wanneer u nu door het
oculair kijkt (Fig. 1, 1), verschijnt in uw blikveld een functie-
aanduiding (Fig. 2). Richt de kijker zo dat het object binnen
de cirkel in het midden (Fig. 2, 1) valt.
3. Om de afstandsmeting te doen, drukt u nu een keer kort op
de functietoets (Fig. 1, 5). De afstand tot het object komt bo-
ven in de functiedisplay te staan.
4. Bij inschakelen van het toestel is de afstandseenheid “M” (Me-
ter) of “Y” (Yards) (Fig. 2, 2/3) de zelfde als de vorige keer dat
u het toestel hebt gebruikt. De afstandseenheid kan veranderd
worden door na het inschakelen van het toestel de Mode-toets
(Fig. 1, 4) ingedrukt te houden. De aangegeven eenheid wis-
selt dan.
5. De afstandsmeter schakelt zichzelf automatisch uit wanneer
deze ongeveer 15 seconden niet gebruikt wordt.
TIP:
Het meten van de afstand tot een object met de
afstandsmeter kan beïnvloed worden door de
eigenschappen van het object (kleur, oppervlak,
grootte, vorm), de hoek die de laserstraal maakt
op het doel en de belichting (bv. weersomstandig-
heden, zicht).
i
De meetbare afstand wordt groter wanneer het object groot en
lichtgekleurd (zeer refl ecterend) is, het oppervlak glad en glan-
zend is en de laserstraal haaks op het oppervlak van het object