25
Nederlands
KLOK- EN DATUMINSTELLING
1. In de klokmodus (tijd- en datumweergave), drukt en houdt u de SET (INSTELLEN) toets ingedrukt
totdat de cijfers van het uur beginnen knipperen.
2. Gebruik de UP (OMHOOG) en DOWN (OMLAAG) toetsen om de waarden te verhogen of verminderen,
druk vervolgens op SET (INSTELLEN) om te bevestigen en de volgende instelling aan te passen.
3. De instellingreeks is in de volgende volgorde weergegeven:
Uren Minuten Jaar Maand Datum 24u/12u weergave
4. Druk op de SET (INSTELLEN) toets om uw instellingen te bevestigen. Het apparaat gaat opnieuw
in de klokmodus.
Opmerking:
• Bij het instellen van de datum, wordt de dag van de week automatisch geselecteerd.
• Als u tijdens het instellen van het uur en de minuten niet binnen de 10 seconden op een toets drukt,
keert het apparaat automatisch terug naar de klokmodus.
• Tijdens het instellen van het jaar, maand, datum en de 24u/12u-weergave, druk op SET om de
waarden te bevestigen en over te gaan naar de volgende instelling.
Probeer niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Oplaadbare batterijen moeten uit het
apparaat gehaald worden voordat deze opgeladen worden. Oplaadbare batterijen dienen alleen
onder toezicht van een volwassene opgeladen te worden. Gebruik niet tegelijkertijd batterijen
van verschillende types of oude en nieuwe batterijen. Gebruik alleen batterijen van hetzelfde of
gelijkwaardige types als aanbevolen. Batterijen dienen geplaatst te worden met de juiste polariteit.
Lege batterijen dienen uit het apparaat gehaald te worden. De polen van de batterijen dienen niet
kortgesloten te worden. Gooi batterijen niet in open vuur. Verwijder batterijen als u het apparaat
langere tijd niet gebruikt.
WAARSCHUWING: Een storing of geheugenverlies kan veroorzaakt worden door een sterke
frequentie-interferentie of een elektrostatische ontlading. Indien er zich een abnormale functie
voordoet, stel het toestel opnieuw in of verwijder en verbind opnieuw de batterijen, of haal de
AC/DC-adapter uit het stopcontact en steek deze er daarna opnieuw in.
ALARMINSTELLING
1. In de klokmodus drukt u eenmaal op de SET (INSTELLEN) toets om naar de alarminstelling te gaan.
2. Druk en houd de SET (INSTELLEN) toets ingedrukt totdat de cijfers van het uur beginnen knipperen.
3. Gebruik de UP (OMHOOG) en DOWN (OMLAAG) toetsen om het uur aan te passen, druk
vervolgens op SET (INSTELLEN) om te bevestigen en de minuten aan te passen.
4. Gebruik de UP (OMHOOG) en DOWN (OMLAAG) toetsen om de minuten aan te passen, druk
vervolgens op SET (INSTELLEN) om te bevestigen en naar de volgende instelling te gaan.
5. Gebruik de UP (OMHOOG) en DOWN (OMLAAG) toetsen om het alarmtype te selecteren.
U kunt wakker worden met één van de 20 vooraf ingestelde zenders van “01” tot “20. Of als u
“BEEP” (PIEP) selecteert, zult u wakker worden met de gewone alarmtoon.
6. Druk op de SET (INSTELLEN) toets om de nieuwe instellingen te bevestigen en terug te gaan naar
de weergave van de alarmtijd.
7. Gebruik de UP (OMHOOG) en DOWN (OMLAAG) toetsen om het alarm aan of uit te zetten en
druk vervolgens op de SET (INSTELLEN) toets om te bevestigen en naar de klokmodus terug te
gaan. Als het alarm aan staat, wordt het icoon op het LCD-scherm weergegeven.
8. Als het alarm rinkelt, drukt u op de MODE (MODUS), SET (INSTELLEN), UP (OMHOOG) of
DOWN (OMLAAG) toets om het alarm te doen stoppen. Het alarm zal de volgende dag opnieu
rinkelen op hetzelfde uur.