81307088K
nl
3
Pompbesturing type ABS PC 441, Installatiehandleiding
1 INSTALLATIE
1.1 Bevestig de controller
Bevestig de controller op een DIN-rail van 35 mm. De afmetingen van de controller zijn: 86 x 160 x
60 mm (3,39 x 6,30 x 5,99 cm) (H x B x D). Als deze zich niet gemakkelijk op de rail laat bevesti-
gen, kunt u met een kleine schroevendraaier druk uitoefenen op het lipje aan de onderkant van de
unit.
1.2 Breng alle aansluitingen tot stand
Er zijn in totaal 48 klemmen die kunnen verbonden zijn met het stroomnet, sensors, schakelaars,
relais en een modem; deze klemmen zijn genummerd van 1 tot 52 volgens deze afbeelding:
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat alle spanning uitgeschakeld is, en dat alle uitvoerapparaten die met de
controller verbonden moeten worden, ook uitgeschakeld zijn alvorens u iets aansluit!
Tabel 1 geeft alle connecties met klemmen 1-26 aan de onderzijde van de controller weer. Het
gebruik van de congureerbare Digital In en Analogue In zoals in de tabel getoond wordt, is
de standaard conguratie.
“Digital In” betekent dat een signaal ofwel aan of uit — hoog of laag is, waarbij hoog tussen
5 en 34 volt DC is. Digital In kan worden verbonden met ofwel passieve apparaten, zoals scha-
kelaars, of actieve apparaten die stroom krijgen en signalen aeveren. Afbeelding 1 laat zien hoe
dergelijke apparaten met de Digital In klemmen moeten worden verbonden.
Tabel 2 geeft alle connecties met klemmen 27-52 aan de bovenzijde van de controller weer. Het
gebruik van de congureerbare DO 1 tot DO 8 en AO 1 tot AO 2 zoals in de tabel getoond
wordt, is de standaard conguratie. “DO” staat voor “Digital Outputs”, dit zijn spanningsuitgangen.
De elektriciteit moet gelijkstroom zijn tussen 9 en 34 volt. Op afbeelding 2 ziet u hoe u een
verliesschakelaar moet aansluiten op Digital In 3 (klem 5) en hoe u een batterij kunt aansluiten
voor continu gebruik.
De modem moet worden verbonden conform afbeelding 8.
Voor CAN-bus (Field bus) zie hoofdstuk 1.3 Can-bus.
RS-232 poort voor
computer
Stekker aan de bovenzijde van de controller, genummerd van 27 tot 52
Klemmen aan de onderzijde van de pompcontroller, genummerd van 1 tot 26