Vent-Axia Svelte 125 Handleiding

Type
Handleiding
NL
16
Montage- en bekabelingsinstructies voor de Lo-Carbon Svelte serie
afzuigventilatoren.
BELANGRIJK
LEES DEZE INSTRUCTIES
VOOR U BEGINT MET DE
INSTALLATIE
Dit product NIET installeren in ruimten waar het onderstaande aanwezig is of
voorkomt:
Klimaat met uitzonderlijk veel olie of vet.
Corrosieve of brandbare gassen, vloeistoffen of dampen.
Omgevingstemperaturen hoger dan 40°C of lager dan C.
Mogelijke obstructies die toegang tot of verwijdering van de ventilator kunnen
belemmeren.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN RICHTLIJNEN
A. Alle bedrading moet voldoen aan de huidige regelgeving of de passende
normen voor uw land en MOET worden geïnstalleerd door een vakman.
B. De ventilator moet voorzien zijn van een aan/uitschakelaar die in staat is alle
polen te scheiden die en een contactscheiding heeft van minimaal 3 mm.
C. Zorg dat de netvoeding (voltage, frequentie & fase) overeenkomt met het
informatielabel.
D. De ventilator mag alleen samen met geschikte Vent-Axia producten worden
gebruikt.
E. De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt.
F. Wanneer de ventilator wordt gebruikt om lucht uit een ruimte te zuigen
waarin een op brandstof werkend apparaat staat, zorg dan dat de
luchtverversing voldoende is voor zowel de ventilator als het op brandstof
werkende apparaat.
G. De ventilator mag niet worden gebruikt in ruimten waar hij voor langere
perioden bloot kan staan aan directe waternevel.
H. Wanneer ingesloten ventilatoren worden gebruikt in vochtige ruimtes moet
een waterslot worden ingebouwd. Horizontale buizen moeten lichtelijk
schuin worden geplaatst, weg van de ventilator.
I. Personen (inclusief kinderen) die wegens hun fysieke, zintuiglijke of
geestelijke vermogen of wegens hun onervarenheid of onkunde niet in staat
zijn het apparaat op een veilige manier te gebruiken, mogen dit apparaat
slechts gebruiken onder toezicht of met de hulp van een persoon die voor de
veiligheid verantwoordelijk is.
J. Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen dat ze met het
apparaat spelen.
K. Stationaire apparatuur die niet voorzien is van een manier om de netvoeding
te verbreken maar die voorzien is van een contactscheiding in alle polen
voor het volledig verbreken van de stroomvoorziening in geval van
overspanning categorie III, moet volgens de instructies voorzien zijn van een
in de vaste bedrading geïntegreerde manier om de voeding te verbreken
conform de geldende bepalingen voor elektrische bedrading.
NL
17
L. Het externe rooster moet minimaal 2,3 m boven de grond worden geplaatst
om te voorkomen dat personen toegang hebben tot de bewegende delen.
Indien het externe rooster tussen 0-2,3 m vanaf de grond is gepositioneerd,
gebruik dan de Vent-Axia wandkit zoals hieronder beschreven om te zorgen
dat personen vanaf de buitenkant geen toegang hebben tot de waaier van
de ventilator.
OMSCHRIJVING
De Lo-Carbon Svelte 125 mm ventilator is een axiaalventilator voor huishoudelijk
gebruik in wc's, keukens en bijkeukens. Ze zijn beschikbaar als wand of paneel
gemonteerde versie met een combinatie van lamellen, timer en vochtigheid.
Duurzame kogellager dc-motor met trillingsdemping zorgt voor een lage
geluidstransmissie in de gipsplaat/het gipspaneel.
Hoge en lage snelheidsmogelijkheden beschikbaar op alle modellen voor een
passende installatie.
De ventilator is beschikbaar als wand- of paneel/plafondmontage.
TOEBEHOREN (niet meegeleverd)
WANDKIT
Een 125 mm wandkit is beschikbaar voor installatie in
de meeste wanden met behulp van de meegeleverde
muurdoorvoeren.
D. INSTALLATIE
BELANGRIJK: De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt.
PANEEL/PLAFONDMONTAGE
1. Voor paneel-/plafondmontage moet de ventilator in een gesloten kanaalsysteem
worden geïnstalleerd van minimaal 1,2 m lengte (max. 3 m) of door een extern
luchtrooster worden beschermd. Dit moet voldoen aan de standaard vereisten
in uw land om toegang tot de waaier van de ventilator te voorkomen.
2. Hak een 130 mm groot gat voor 125 mm ventilatoren.
3. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de
voorzijde verwijderen. Markeer de schroefgaten via de gaten in de achterplaat
van de ventilator. Boren, pluggen plaatsen en in positie vastschroeven.
4. Bevestig de kanalen als nodig voor de installatie.
5. Verbind de bedrading in de ventilator zoals beschreven in sectie B - Bedrading.
Pas instellingen aan indien nodig (zie sectie C - Instelling).
6. Vervang het rooster en draai de bevestigingsschroeven vast.
7. Zorg dat de waaier na installatie vrij kan draaier en de lamellen kunnen openen.
Referentiegegevens
Wandkit
Wit
125
8000000026
18
WANDMONTAGE
1. Voor wandmontage een gat met een diameter van 140 mm voor 125 mm
ventilatoren in de muur hakken en plaats de muurkoker. Richt de doorvoer
lichtjes naar beneden, weg van de ventilator. Op lengte snijden en zet de
uiteinde vlak met de muur in de juiste positie vast.
2. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de
voorzijde verwijderen. Markeer de schroefgaten via de gaten in de achterplaat
van de ventilator. Boren, pluggen plaatsen en in positie vastschroeven. Zet de
externe rooster vast met de lamellen naar beneden. (Opmerking: Het
rooster moet voldoen aan de standaard vereisten in uw land om toegang tot de
waaier van de ventilator te voorkomen. De wandkit die in deze installatie wordt
gebruikt moet een minimale kanaallengte hebben van 100 mm vanaf de
achterplaat van de ventilator tot aan de binnenkant van het externe rooster).
3. Verbind de bedrading in de ventilator zoals beschreven in sectie B - Bedrading.
Pas instellingen aan indien nodig (zie sectie C - Instelling).
4. Vervang het rooster en draai de bevestigingsschroeven vast.
5. Zorg dat de waaier na installatie vrij kan draaier en de lamellen kunnen openen.
B. BEDRADING.
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOET GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET
ONDERHOUD.
BELANGRIJK
De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt.
De doorsnede van het netsnoer moet liggen tussen 1 - 1,5 mm
2
.
De kabeldoorvoer kan alleen aan de achterkant van de ventilator worden gemaakt.
De afzuigventilator is geschikt voor verbinding aan 220-240V 50Hz voeding.
De ventilator is een klasse II dubbel geïsoleerd product en MAG NIET geaard zijn.
1. Kies het juiste aansluitschema in en volg dit op. (Fig. 2 of 3)
2. Controleer of alle verbindingen juist zijn aangesloten en dat alle
contactaansluitingen en kabelklemmen goed vast zitten.
3. Controleer dat de waaier vrij draait en niet wordt belemmerd.
C. INSTELLING
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOET GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET
ONDERHOUD.
TOEGANG TOT DE REGELINSTELLINGEN – (fig. 4)
1. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de
voorzijde verwijderen.
2. Trek de binnenste kap voorzichtig vanuit het midden van de ventilator weg van
het chassis.
3. Pas de instellingen aan zoals hieronder aangegeven.
NL
19
SNELHEIDSINSTELLINGEN:
De ventilator heeft twee snelheidsinstellingen voor verschillende installatievereisten:
1) Hoge snelheid:
T- en HT-modellen: Dip switch 2 in de ‚UIT‘-
positie. (
Fig.5 en rechts)
125B modellen: Verwijder de jumper (
Fig.5)
2) Lage snelheid (fabrieksinstelling):
T- en HT-modellen: Dip switch 2 & 2 moeten
in de 'ON’(ANN)-positie staan. (
Fig.5 en rechts)
125B modellen: Vervang de jumper. (
Fig.5)
Dip switch 1 moet in de 'UIT'-positie staan (alleen T- en HT-modellen).
TIMER AANPASSINGEN (T- EN HT-MODELLEN)
VOOR DE TIMER WORDT AANGEPAST, DE STROOMTOEVOER UITSCHAKELEN.
TIMER MAG ALLEEN VOOR OF TIJDENS INSTALLATIE WORDEN INGESTELD.
1. Verwijder het rooster van de ventilator. De regelaar is af fabriek ingesteld
op circa 15 minuten. De uitlooptijd kan tussen 1 - 30 minuten worden
aangepast door de verstelinrichting van de bediendings-PCB aan te
passen.
2. Om de bedrijfstijd te VERKORTEN draait u de regelaar fig. 5 met een
kleine schroevendraaier LINKSOM.
3. Om de bedrijfstijd te VERLENGEN draait u de regelaar fig. 5 met een
kleine schroevendraaier RECHTSOM.
4. Plaats het rooster van de ventilator opnieuw.
AANPASSING VOCHTIGHEIDSINSTELWAARDE (ALLEEN HT-MODELLEN)
VOOR DE REGELAAR WORDT AANGEPAST, DE STROOMTOEVOER
UITSCHAKELEN. HYGROSTAAT MAG ALLEEN VOOR OF TIJDENS INSTALLATIE
WORDEN INGESTELD.
1. Verwijder het rooster van de ventilator. De regelaar staat af fabriek op
ongeveer 70% RV. De vochtigheidsinstelwaarde kan worden aangepast
in een bereik van 65 - 95% RV via de verstelinrichting op de bedienings-
PCB.
2. Om de ingestelde waarde te VERLAGEN draait u de regelaar zoals in fig.
5. RECHTSOM. Hierdoor wordt de regelaar GEVOELIGER.
3. Om de ingestelde waarde te VERHOGEN draait u de regelaar zoals in
fig. 5. LINKSOM. Hierdoor wordt de regelaar MINDER gevoelig.
4. Plaats het rooster van de ventilator opnieuw.
1
2
O
N
Hoge snelheid (T/HT)
1
2
O
N
Lage snelheid (T/HT)
20
D. REPARATIE EN ONDERHOUD.
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOETEN GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET
ONDERHOUD.
1. De ventilator moet op bij de installatie passende tussenpozen worden
geïnspecteerd en schoongemaakt om ophoping van vuil en andere afzetting te
voorkomen.
2. Wrijf de inlaten en de voorkant met een vochtige doek tot ze schoon zijn.
De ventilator heeft gesealde, voor levensduur gesmeerde lagers, deze
hoeven dus niet te worden gesmeerd.

Documenttranscriptie

NL Montage- en bekabelingsinstructies voor de Lo-Carbon Svelte serie afzuigventilatoren. BELANGRIJK LEES DEZE INSTRUCTIES VOOR U BEGINT MET DE INSTALLATIE Dit product NIET installeren in ruimten waar het onderstaande aanwezig is of voorkomt: • Klimaat met uitzonderlijk veel olie of vet. • Corrosieve of brandbare gassen, vloeistoffen of dampen. • Omgevingstemperaturen hoger dan 40°C of lager dan –5°C. • Mogelijke obstructies die toegang tot of verwijdering van de ventilator kunnen belemmeren. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN EN RICHTLIJNEN A. Alle bedrading moet voldoen aan de huidige regelgeving of de passende normen voor uw land en MOET worden geïnstalleerd door een vakman. B. De ventilator moet voorzien zijn van een aan/uitschakelaar die in staat is alle polen te scheiden die en een contactscheiding heeft van minimaal 3 mm. C. Zorg dat de netvoeding (voltage, frequentie & fase) overeenkomt met het informatielabel. D. De ventilator mag alleen samen met geschikte Vent-Axia producten worden gebruikt. E. De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt. F. Wanneer de ventilator wordt gebruikt om lucht uit een ruimte te zuigen waarin een op brandstof werkend apparaat staat, zorg dan dat de luchtverversing voldoende is voor zowel de ventilator als het op brandstof werkende apparaat. G. De ventilator mag niet worden gebruikt in ruimten waar hij voor langere perioden bloot kan staan aan directe waternevel. H. Wanneer ingesloten ventilatoren worden gebruikt in vochtige ruimtes moet een waterslot worden ingebouwd. Horizontale buizen moeten lichtelijk schuin worden geplaatst, weg van de ventilator. I. Personen (inclusief kinderen) die wegens hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogen of wegens hun onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat op een veilige manier te gebruiken, mogen dit apparaat slechts gebruiken onder toezicht of met de hulp van een persoon die voor de veiligheid verantwoordelijk is. J. Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. K. Stationaire apparatuur die niet voorzien is van een manier om de netvoeding te verbreken maar die voorzien is van een contactscheiding in alle polen voor het volledig verbreken van de stroomvoorziening in geval van overspanning categorie III, moet volgens de instructies voorzien zijn van een in de vaste bedrading geïntegreerde manier om de voeding te verbreken conform de geldende bepalingen voor elektrische bedrading. 16 NL L. Het externe rooster moet minimaal 2,3 m boven de grond worden geplaatst om te voorkomen dat personen toegang hebben tot de bewegende delen. Indien het externe rooster tussen 0-2,3 m vanaf de grond is gepositioneerd, gebruik dan de Vent-Axia wandkit zoals hieronder beschreven om te zorgen dat personen vanaf de buitenkant geen toegang hebben tot de waaier van de ventilator. OMSCHRIJVING De Lo-Carbon Svelte 125 mm ventilator is een axiaalventilator voor huishoudelijk gebruik in wc's, keukens en bijkeukens. Ze zijn beschikbaar als wand of paneel gemonteerde versie met een combinatie van lamellen, timer en vochtigheid. Duurzame kogellager dc-motor met trillingsdemping zorgt voor een lage geluidstransmissie in de gipsplaat/het gipspaneel. Hoge en lage snelheidsmogelijkheden beschikbaar op alle modellen voor een passende installatie. De ventilator is beschikbaar als wand- of paneel/plafondmontage. TOEBEHOREN (niet meegeleverd) WANDKIT Een 125 mm wandkit is beschikbaar voor installatie in de meeste wanden met behulp van de meegeleverde muurdoorvoeren. 125 Referentiegegevens Wandkit Wit 8000000026 D. INSTALLATIE BELANGRIJK: De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt. PANEEL/PLAFONDMONTAGE 1. Voor paneel-/plafondmontage moet de ventilator in een gesloten kanaalsysteem worden geïnstalleerd van minimaal 1,2 m lengte (max. 3 m) of door een extern luchtrooster worden beschermd. Dit moet voldoen aan de standaard vereisten in uw land om toegang tot de waaier van de ventilator te voorkomen. 2. Hak een 130 mm groot gat voor 125 mm ventilatoren. 3. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de voorzijde verwijderen. Markeer de schroefgaten via de gaten in de achterplaat van de ventilator. Boren, pluggen plaatsen en in positie vastschroeven. 4. Bevestig de kanalen als nodig voor de installatie. 5. Verbind de bedrading in de ventilator zoals beschreven in sectie B - Bedrading. Pas instellingen aan indien nodig (zie sectie C - Instelling). 6. Vervang het rooster en draai de bevestigingsschroeven vast. 7. Zorg dat de waaier na installatie vrij kan draaier en de lamellen kunnen openen. 17 WANDMONTAGE 1. Voor wandmontage een gat met een diameter van 140 mm voor 125 mm ventilatoren in de muur hakken en plaats de muurkoker. Richt de doorvoer lichtjes naar beneden, weg van de ventilator. Op lengte snijden en zet de uiteinde vlak met de muur in de juiste positie vast. 2. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de voorzijde verwijderen. Markeer de schroefgaten via de gaten in de achterplaat van de ventilator. Boren, pluggen plaatsen en in positie vastschroeven. Zet de externe rooster vast met de lamellen naar beneden. (Opmerking: Het rooster moet voldoen aan de standaard vereisten in uw land om toegang tot de waaier van de ventilator te voorkomen. De wandkit die in deze installatie wordt gebruikt moet een minimale kanaallengte hebben van 100 mm vanaf de achterplaat van de ventilator tot aan de binnenkant van het externe rooster). 3. Verbind de bedrading in de ventilator zoals beschreven in sectie B - Bedrading. Pas instellingen aan indien nodig (zie sectie C - Instelling). 4. Vervang het rooster en draai de bevestigingsschroeven vast. 5. Zorg dat de waaier na installatie vrij kan draaier en de lamellen kunnen openen. B. BEDRADING. WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE CONTROLEAPPARATUUR MOET GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD. BELANGRIJK • • • • • De ventilator mag alleen samen met vaste bedrading worden gebruikt. De doorsnede van het netsnoer moet liggen tussen 1 - 1,5 mm2. De kabeldoorvoer kan alleen aan de achterkant van de ventilator worden gemaakt. De afzuigventilator is geschikt voor verbinding aan 220-240V 50Hz voeding. De ventilator is een klasse II dubbel geïsoleerd product en MAG NIET geaard zijn. 1. Kies het juiste aansluitschema in en volg dit op. (Fig. 2 of 3) 2. Controleer of alle verbindingen juist zijn aangesloten en dat alle contactaansluitingen en kabelklemmen goed vast zitten. 3. Controleer dat de waaier vrij draait en niet wordt belemmerd. C. INSTELLING WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE CONTROLEAPPARATUUR MOET GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD. TOEGANG TOT DE REGELINSTELLINGEN – (fig. 4) 1. Draai de schroef in de onderkant van het rooster en het rooster aan de voorzijde verwijderen. 2. Trek de binnenste kap voorzichtig vanuit het midden van de ventilator weg van het chassis. 3. Pas de instellingen aan zoals hieronder aangegeven. 18 NL SNELHEIDSINSTELLINGEN: De ventilator heeft twee snelheidsinstellingen voor verschillende installatievereisten: 1) 2) Hoge snelheid: • T- en HT-modellen: Dip switch 2 in de ‚UIT‘positie. (Fig.5 – en rechts) • 125B modellen: Verwijder de jumper (Fig.5) Lage snelheid (fabrieksinstelling): • T- en HT-modellen: Dip switch 2 & 2 moeten in de 'ON’(ANN)-positie staan. (Fig.5 – en rechts) • 125B modellen: Vervang de jumper. (Fig.5) ON 1 2 Hoge snelheid (T/HT) ON 1 2 Lage snelheid (T/HT) Dip switch 1 moet in de 'UIT'-positie staan (alleen T- en HT-modellen). TIMER AANPASSINGEN (T- EN HT-MODELLEN) VOOR DE TIMER WORDT AANGEPAST, DE STROOMTOEVOER UITSCHAKELEN. TIMER MAG ALLEEN VOOR OF TIJDENS INSTALLATIE WORDEN INGESTELD. 1. 2. 3. 4. Verwijder het rooster van de ventilator. De regelaar is af fabriek ingesteld op circa 15 minuten. De uitlooptijd kan tussen 1 - 30 minuten worden aangepast door de verstelinrichting van de bediendings-PCB aan te passen. Om de bedrijfstijd te VERKORTEN draait u de regelaar fig. 5 met een kleine schroevendraaier LINKSOM. Om de bedrijfstijd te VERLENGEN draait u de regelaar fig. 5 met een kleine schroevendraaier RECHTSOM. Plaats het rooster van de ventilator opnieuw. AANPASSING VOCHTIGHEIDSINSTELWAARDE (ALLEEN HT-MODELLEN) VOOR DE REGELAAR WORDT AANGEPAST, DE STROOMTOEVOER UITSCHAKELEN. HYGROSTAAT MAG ALLEEN VOOR OF TIJDENS INSTALLATIE WORDEN INGESTELD. 1. 2. 3. 4. Verwijder het rooster van de ventilator. De regelaar staat af fabriek op ongeveer 70% RV. De vochtigheidsinstelwaarde kan worden aangepast in een bereik van 65 - 95% RV via de verstelinrichting op de bedieningsPCB. Om de ingestelde waarde te VERLAGEN draait u de regelaar zoals in fig. 5. RECHTSOM. Hierdoor wordt de regelaar GEVOELIGER. Om de ingestelde waarde te VERHOGEN draait u de regelaar zoals in fig. 5. LINKSOM. Hierdoor wordt de regelaar MINDER gevoelig. Plaats het rooster van de ventilator opnieuw. 19 D. REPARATIE EN ONDERHOUD. WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE CONTROLEAPPARATUUR MOETEN GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD. 1. De ventilator moet op bij de installatie passende tussenpozen worden geïnspecteerd en schoongemaakt om ophoping van vuil en andere afzetting te voorkomen. 2. Wrijf de inlaten en de voorkant met een vochtige doek tot ze schoon zijn. De ventilator heeft gesealde, voor levensduur gesmeerde lagers, deze hoeven dus niet te worden gesmeerd. 20
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Vent-Axia Svelte 125 Handleiding

Type
Handleiding