Xerox DocuColor 5000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Fiery
®
EXP50 Color Server
Variabele gegevens afdrukken
© 2006 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de
Kennisgevingen
voor dit product.
45055405
11 mei 2006
INHOUD
3
I
NHOUD
I
NLEIDING
5
Terminologie en conventies
5
Over dit document
6
O
VERZICHT
7
Overzicht van het afdrukken met variabele gegevens
7
Componenten van taken met variabele gegevens 8
Variabele gegevens afdrukken met de Fiery EXP50
10
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens 10
Compatibele toepassingen voor variabele gegevens 11
Kernfuncties van de Fiery EXP50 voor het afdrukken met variabele gegevens 12
D
OCUMENTEN
MET
VARIABELE
GEGEVENS
AFDRUKKEN
14
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
14
Hoe FreeForm werkt 14
Het model maken 15
Het variabele document maken 16
Het variabele document combineren met het FreeForm-model 17
Richtlijnen 18
Voorbeelden van modeldocumenten weergeven in het Windows-printerstuurprogramma 20
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
24
Taken met variabele gegevens inslaan
25
FreeForm 2-taken inslaan met Impose 26
FreeForm 2-taken inslaan met Impose 26
Andere taken met variabele gegevens inslaan met Impose 27
I
NDEX
29
I
NHOUD
INLEIDING
5
I
NLEIDING
Dit document geeft informatie over het afdrukken met variabele gegevens. Het beschrijft de
functies voor het afdrukken met variabele gegevens die de Fiery EXP50 ondersteunt, met
inbegrip van:
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens, zoals FreeForm en
FreeForm 2
•FreeForm 2-taken inslaan met Impose
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP50 (in illustraties en voorbeelden)
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door
de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen
lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING
6
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
•Basisbegrippen van het afdrukken met variabele gegevens.
•Ondersteunde Fiery EXP50-functies en compatibele talen voor het afdrukken met
variabele gegevens.
Afdrukken van variabele documenten met FreeForm and FreeForm 2.
Afdrukken en verzenden van andere taakformaten met variabele gegevens, zoals PPML
(Personalized Print Markup Language).
O
PMERKING
:
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over het
afdrukken van taken met variabele gegevens met behulp van toepassingen voor het afdrukken
met variabele gegevens van andere leveranciers.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor voorbeeldscenarios van veel gebruikte workflows
voor het afdrukken met variabele gegevens.
OVERZICHT
7
O
VERZICHT
Dit hoofdstuk beschrijft de technologie van het afdrukken met variabele gegevens en
behandelt de ondersteunde componenten waarmee u taken met variabele gegevens kunt
aanmaken.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor specifieke scenarios en workflows voor het
afdrukken met variabele gegevens.
Overzicht van het afdrukken met variabele gegevens
Het afdrukken van variabele gegevens wordt meestal gebruikt voor geïndividualiseerde
mailings, zoals direct-mail reclame. Bij deze afdrukmethode wordt een aantal modelelementen
die op alle afgedrukte exemplaren van een document gelijk zijn (hergebruikbare gegevens)
gecombineerd met een aantal variabele elementen die per exemplaar verschillen. Met het
afdrukken met variabele gegevens maakt u persoonlijke documenten met elementen die uw
doelpubliek sterk aanspreken.
Een voorbeeld hiervan is een brochure die de klanten met hun naam begroet en die andere
persoonlijke informatie over de klant kan bevatten, afkomstig uit een marketingdatabase.
Achtergrondelementen, afbeeldingen en tekstblokken die niet variëren zijn modelelementen.
De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens zijn variabele elementen.
In zijn eenvoudigste vorm kunt u het afdrukken met variabele gegevens als een elementaire
samenvoegfunctie gebruiken. U kunt echter ook afbeeldingen in vierkleurendruk,
diagrammen, tekst en andere objecten dynamisch samenvoegen om aantrekkelijke en in hoge
mate geïndividualiseerde documenten te maken.
Het afdrukken met variabele gegevens gebruikt een digitale afdruktechnologie die de
communicatie aanpast door databases met inhoud voor de afgedrukte documenten te
koppelen aan een afdrukapparaat zoals de digitale pers. De aangepaste communicatie omvat
regels die bepalen welke inhoud uit de database wordt geselecteerd en waar die inhoud in het
document wordt geplaatst.
De twee volgende technologieniveaus voor het afdrukken met variabele gegevens beschrijven
hoe de hergebruikbare gegevens in een taal voor het afdrukken met variabele gegevens worden
gespecificeerd.
Op pagina’s gebaseerde technologie
beschrijft statische, hergebruikbare gegevens (het
modelelement) in termen van volledige paginas. Elk pagina-element heet een modelpagina.
Op pagina gebaseerde talen zijn vooral geschikt voor een eenvoudige, voorspelbare opmaak.
FreeForm is een op paginas gebaseerde taal. Zie Documenten met variabele gegevens
afdrukken voor meer informatie over FreeForm.
OVERZICHT
8
Op elementen gebaseerde technologie
beschrijft statische, hergebruikbare gegevens in termen
van elementen of objecten. Met op elementen gebaseerde technologie kunt u binnen een
pagina een groot aantal afzonderlijke objecten gebruiken als statische of individueel variabele
elementen.
Op elementen gebaseerde taken met variabele gegevens gebruiken hergebruikbare objecten,
zoals afbeeldingen, voor de variabele elementen van de taak. Aangezien deze elementen vaak
worden gebruikt, worden ze opgeslagen op de Fiery EXP50 en als een groep in een
cachegeheugen bewaard. Een taak kan verscheidene modellen hebben. Raadpleeg
Voorbeelden
van workflows
voor een voorbeeld van een workflow.
Componenten van taken met variabele gegevens
Een typische afdruktaak met variabele gegevens bevat de volgende hoofdcomponenten:
•Inhoud
Inhoud omvat de tekst, afbeeldingen of fotos die in verschillende gebieden van het
document worden geplaatst. U kunt allerlei toepassingen, zoals Adobe Photoshop of
Microsoft Word, gebruiken om statische of variabele inhoud te maken.
•Database
Een database is een tabel die alle veranderlijke of variabele elementen van een afgedrukt
document bevat, zoals tekst, illustraties en fotos. U kunt een database gebruiken die in een
populaire dekstoptoepassing zoals Microsoft Excel of FileMaker, Inc. FileMaker Pro is
gemaakt.
De gegevens moeten ingedeeld zijn in records en velden (categorieën) binnen elk record.
Voorbeeld: in een database voor personen is elke persoon een record en is de informatie
over de persoon, zoals naam, adres en telefoonnummer, een veld.
•Bedrijfsregels
Bedrijfsregels worden in een toepassing voor afdrukken met variabele gegevens aangemaakt
en bepalen welke variabele inhoud wordt gebruikt en waar hij in het document wordt
geplaatst. De toepassing voor variabele gegevens gebruikt deze vooraf bepaalde regels, die
door “if”- en “then”-uitdrukkingen worden beschreven, om bepaalde elementen uit
databases te gebruiken voor het maken van geïndividualiseerde paginas en documenten
met verschillende teksten en afbeeldingen voor elk specifiek publiek. U kunt bijvoorbeeld
een regel maken om voor een specifiek leeftijdsbereik een specifieke inhoud af te drukken.
•Opmaak
De opmaak omvat het ontwerp of de pagina-indelingvan uw document, in een toepassing
voor desktop publishing of tekstverwerking. De opmaak moet rekening houden met
ruimte voor variabele teksten en afbeeldingen.
OVERZICHT
9
•Toepassingen voor het afdrukken met variabele gegevens
Toepassingen voor het afdrukken met variabele gegevens combineren modelelementen en
variabele informatie, en bereiden het document voor op het afdrukken. Voor FreeForm
hebt u geen gespecialiseerde toepassing voor afdrukken met variabele gegevens nodig.
Afdrukapparaat
Het afdrukapparaat is een uitvoerapparaat dat digitale bestanden omzet in gedrukte
documenten. Dit kan elke printer zijn, kopiermachine of digitale pers zijn die afdrukken
met variabele gegevens ondersteunt.
Het volgende diagram toont de componenten van het afdrukken met variabele gegevens.
1 Opmaak
2 Database
3 Bedrijfsregels
4 Inhoud
5 Documenten met variabele
gegevens
6Afdrukapparaat
1
2
3
4
5
6
OVERZICHT
10
Variabele gegevens afdrukken met de Fiery EXP50
De Fiery EXP50 combineert talen voor het afdrukken met variabele gegevens, toepassingen
voor het afdrukken met variabele gegevens van andere leveranciers en kernfuncties van de
Fiery EXP50, zodat hij in veel bestaande workflows kan worden opgenomen. Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor meer informatie over workflows voor het afdrukken met
variabele gegevens.
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens
De Fiery EXP50 is compatibel met de volgende talen voor het afdrukken met variabele
gegevens:
•FreeForm en FreeForm 2
FreeForm en FreeForm 2 worden gebruikt met oplossingen voor variabele gegevens. Met
de FreeForm-technologie worden hergebruikbare gegevens slechts eenmaal verwerkt (RIP),
zodat de digitale pers sneller kan werken.
FreeForm ondersteunt de aanmaak van modelelementen en variabele gegevens met alle
desktop-toepassingen en computerplatformen. In de toepassing krijgt de modelpagina een
nummer van 1 tot 100. De FreeForm-opties zijn aanwezig in het stuurprogramma, de
hulpprogrammas voor taakbeheer en de Hot Folders. Zie Documenten met variabele
gegevens afdrukken voor meer informatie over FreeForm.
FreeForm 2 breidt de FreeForm-technologie uit door u de mogelijkheid te bieden om
paginacondities en -regels te bepalen voor het afdrukken van een taak met meerdere
modelpaginas. U kunt hier ook grenzen bepalen voor elk record in de datastroom. Dat
betekent dat u het begin en het einde van elk record kunt bepalen. In tegenstelling met
FreeForm heeft FreeForm 2 een toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens
nodig die FreeForm 2 specifiek ondersteunt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail.
Raadpleeg Documenten met variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over
FreeForm 2.
•Personalized Print Markup Language (PPML) versie 2.1
PPML, een door PODi ontwikkelde, op XML gebaseerde taal, wordt als een standaard van
de sector beschouwd. Met PPML kan de digitale pers tekstelementen en grafische
elementen opslaan en wanneer nodig hergebruiken, zodat taken met variabele gegevens
sneller worden afgedrukt.
De Fiery EXP50 aanvaardt gecomprimeerde en niet-gecomprimeerde taken in PPML.
Als u documenten wilt afdrukken in een PPML-indeling, gebruikt u een externe
softwaretoepassing die compatibel is met het PPML-formaat, zoals Fiery-versie van
Pageflex Persona. Verzend de PPML-taak naar de Fiery EXP50 of download het
PPML-bestand met Command Workstation of Hot Folders.
OVERZICHT
11
•Xerox Variable data Intelligent PostScript PrintWare (VIPP)
VIPP is een eigen paginabeschrijvingstaal die door Xerox is ontwikkeld.
Als u documenten wilt afdrukken in een Xerox VIPP-indeling, gebruikt u een externe
softwaretoepassing die compatibel is met het Xerox VIPP-formaat. Verzend de Xerox
VIPP-taak of download het Xerox VIPP-bestand met Command Workstation of Hot
Folders.
Compatibele toepassingen voor variabele gegevens
De Fiery-versies van Pageflex Persona en Atlas PrintShop Mail zijn veel gebruikte toepassingen
voor de aanmaak van variabele gegevens die compatibel zijn met de Fiery EXP50.
Fiery-versie van Pageflex Persona
De Fiery-versie van Pageflex Persona is een toepassing voor het ontwerp van variabele inhoud
die PPML en PostScript ondersteunt. Ze gebruikt PPML om de variabele gegevenselementen
op te slaan en te hergebruiken.
Met de Fiery-versie van Pageflex Persona kunt u:
•Voorwaardelijke regels opstellen die bepalen welke variabele inhoud wordt gekozen en
waar hij voor bijkomende individualisering op de pagina wordt geplaatst.
•Een documentopmaak samenstellen door containers voor afbeeldingen en containers voor
tekst aan te maken.
•De paginas aanpassen aan de inhoud, in plaats van omgekeerd, door middel van flexibele
containers die afhankelijk van de grootte van de afbeeldingen en de lengte van de tekst de
grootte en positie aanpassen.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over het gebruik van
Pageflex Persona.
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail
Atlas PrintShop Mail-Fiery Version, een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens
die FreeForm, FreeForm 2 en PostScript, PPML ondersteunt.
Met de Fiery-versie van Atlas Print Shop Mail kunt u:
•Voorwaardelijke regels opstellen die bepalen welke variabele inhoud op een pagina wordt
geplaatst.
•Informatie uit databases integreren in de opmaak van een document, door velden van de
database te slepen en neer te zetten.
•Het modeldocument en het variabele document aanmaken in elke opmaak- of
ontwerptoepassing, en elk database-formaat gebruiken.
Raadpleeg de documentatie bij de software voor meer informatie over het gebruik van de
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail.
OVERZICHT
12
Kernfuncties van de Fiery EXP50 voor het afdrukken met variabele
gegevens
Door de ondersteuning van variabele gegevens te integreren met de kernfuncties van de
Fiery EXP50, zoals Impose en Gemengde media, kunt u een opmaak op maat maken en
verschillende media- en afwerkingsopties toepassen op uw taken met variabele gegevens. U
kunt ook met Resource Manager hergebruikbare objecten voor een taak met variabele
gegevens beheren.
Impose met inslag voor afdrukken met variabele gegevens
De Fiery EXP50 is compatibel met het inslaan van afdrukken met variabele gegevens met
Impose. De compatibiliteit geldt voor de volgende talen voor het afdrukken met variabele
gegevens:
•Taken met variabele gegevens in FreeForm en FreeForm 2
PPML
•Xerox VIPP
Raadpleeg “FreeForm 2-taken inslaan met Impose op pagina 26 voor informatie over het
inslaan van een taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over opmaakmodellen met
inslag.
Hot Folders met inslag bij afdrukken met variabele gegevens
U kunt met Hot Folders een taak met variabele gegevens inslaan wanneer u ze naar de
Fiery EXP50 verzendt. U moet in de toepassing Hot Folders voor de specifieke Hot Folder
een gepaste inslagsjabloon instellen voor het afdrukken met variabele gegevens.
Raadpleeg Hot Folders Help voor informatie over het inslaan van een taak met variabele
gegevens met Hot Folders. Raadpleeg Command Workstation Help voor informatie over
inslagopties voor variabele gegevens.
Gemengde media en het afdrukken met variabele gegevens
U kunt instellingen voor Gemende media toepassen op alle afdruktaken met variabele
gegevens, met inbegrip van ingeslagen taken met variabele gegevens. Wanneer u instellingen
voor Gemengde media gebruikt, herkent de Fiery EXP50 elk variabel gegevensrecord als een
afzonderlijke taak. Bij een taak met variabele gegevens die niet wordt ingeslagen, worden de
instellingen voor Gemengde media toegepast op alle records van de taak met variabele
gegevens. Bij een taak met variabele gegevens die wel wordt ingeslagen, worden de instellingen
voor Gemengde media toegepast op de uitvoersets van de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor een voorbeeld van een workflow met variabele
gegevens en Gemengde media. Raadpleeg
Hulpprogrammas
voor meer informatie over het
instellen van Gemengde media voor een taak.
OVERZICHT
13
Resource Manager
Hergebruikbare objecten zijn vereiste afbeeldingen die u voor taken met variabele gegevens
die variabele elementen bevatten moet downloaden naar de Fiery EXP50. Deze
hergebruikbare objecten worden op de Fiery EXP50 opgeslagen en als een groep in een
cachegeheugen bewaard.
Met Resource Manager kunt u de schijfruimte op de Fiery EXP50 beheren door de lijst van
hergebruikbare objecten op te roepen en ze ofwel te verwijderen, ofwel te behouden voor
toekomstige taken met variabele gegevens. Resource Manager is compatibel met de volgende
talen voor het afdrukken met variabele gegevens.
•FreeForm en FreeForm 2
PPML
•Xerox VIPP
Raadpleeg Resource Manager Help voor meer informatie over het gebruik van Resource
Manager.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
14
D
OCUMENTEN
MET
VARIABELE
GEGEVENS
AFDRUKKEN
Met de FreeForm-technologie kunt u afdrukopties gebruiken om modeldocumenten te
definiëren en toe te wijzen aan taken met variabele gegevens die naar de Fiery EXP50 worden
gestuurd.
Dit hoofdstuk legt uit hoe u het volgende doet:
•Documenten afdrukken met FreeForm
•Een modeldocument en een variabel document maken
•Documenten afdrukken met FreeForm 2 en een externe toepassing voor variabele gegevens
Andere variabele gegevensformaten afdrukken
•Een taak met variabele gegevens inslaan
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
U kunt FreeForm gebruiken om documenten met variabele gegevens af te drukken. Dit
gedeelte geeft een overzicht van FreeForm en beschrijft hoe u modeldocumenten en variabele
elementen aanmaakt en combineert. Op het einde van dit gedeelte worden richtlijnen en tips
besproken.
Hoe FreeForm werkt
Bij het afdrukken met variabele gegevens met FreeForm, worden de gegevens van de
modelelementen voor een taak naar de Fiery EXP50 gestuurd en afzonderlijk van de gegevens
van de variabele elementen gerasterd. De gegevens van de modelelementen worden in
gerasterde vorm als een FreeForm-model opgeslagen op de Fiery EXP50 en kunnen zo vaak
als nodig worden gebruikt in combinatie met meerdere sets met gegevens met variabele
elementen. Het FreeForm-model wordt vooraf verwerkt en opgeslagen op de Fiery EXP50.
Dit betekent dat bij het afdrukken van taken met variabele gegevens alleen de variabele
elementen moeten worden verwerkt.
U kunt FreeForm-modellen gebruiken voor alle vaste gegevens die worden gecombineerd met
gegevens die van dag tot dag variëren. U kunt bijvoorbeeld een sjabloon voor een briefhoofd
opslaan als FreeForm-model en bij herhaling gebruiken als achtergrond voor brieven met
uiteenlopende inhoud (de gegevens van de variabele elementen).
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
15
Met behulp van FreeForm kunt u in elke gewenste toepassing modellen en variabele
documenten maken. Beide documenten kunnen ook in twee verschillende toepassingen
worden gemaakt en zelfs op verschillende computerplatforms. Gebruik een toepassing voor
paginaopmaak of een grafisch programma om het model te maken. Gebruik een
tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van
afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of
een databaseprogramma om het variabele document te maken.
U controleert de functies van FreeForm met de afdrukopties Model maken en Model
gebruiken. Kies deze opties in het printerstuurprogramma wanneer u een taak verzendt, of
vraag de operator om ze te activeren met vervangende taakinstellingen vanuit Command
WorkStation of Hot Folders. Het model verschijnt na het verwerken op het tabblad FreeForm
van Command WorkStation. U kunt Command WorkStation ook gebruiken voor het
bewaken en beheren van alle FreeForm-modellen die op de Fiery EXP50 zijn opgeslagen.
Raadpleeg Command WorkStation Help voor meer informatie.
Het model maken
Voordat u FreeForm gebruikt, moet u twee documenten maken: een modeldocument en een
variabel document. Dit houdt in dat u de opmaak voor zowel het gecombineerde document
als voor de afzonderlijke elementen moet maken. In een programma voor paginaopmaak of
een grafisch programma rangschikt u de modelelementen (tekst en afbeeldingen die niet
veranderen) op een of meer paginas en laat u ruimte vrij voor de variabele elementen.
Wanneer u klaar bent met het ontwerp van het model, drukt u het af naar de Fiery EXP50 en
geeft u op dat een FreeForm-model van de taak moet worden gemaakt (zie pagina 21).
O
PMERKING
:
Hoewel de Fiery EXP50 tot 100 FreeForm-modellen kan opslaan, kunt u in de
interface van het printerstuurprogramma slechts nummer 1 tot 15 kiezen. Om een FreeForm-
model met een nummer boven de 15 te maken, moet de operator de modelpagina maken en
de taak verwerken (RIP) in Command WorkStation.
Modeldocument
1 Ruimte voor variabele
elementen
2 Modelelementen die niet
veranderen
1
2
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
16
Het variabele document maken
U kunt het variabele document maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over
een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het
uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. In elk geval worden de gegevens
opgehaald uit een lijst of een database en samengevoegd met een bestaand document dat is
ontworpen om de gegevens te ontvangen. In elke toepassing werkt deze functie anders.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor nadere instructies. Voor u variabele
elementen toevoegt aan het model, moet u ze aanpassen aan de opmaak van het
modeldocument. Dit doet u door een document te maken met de juiste opmaak en de
variabele gegevens vervolgens op de juiste plaats toe te voegen.
OPMERKING: U moet een variabel document maken met hetzelfde aantal paginas als het
model. Als een model bijvoorbeeld een record-lengte van vier paginas heeft, moeten alle
variabele documenten eveneens een record-lengte van vier paginas hebben. Voeg indien nodig
lege paginas toe aan het laatste record van het variabele document.
Nadat u het document met de variabele gegevens hebt gemaakt, drukt u het af op de
Fiery EXP50 en geeft u op dat het moet worden gecombineerd met het overeenkomstige
FreeForm-model (zie pagina 21).
Variabel document
1Variabel element
1
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
17
Het variabele document combineren met het FreeForm-model
Wanneer u het variabele document afdrukt op de Fiery EXP50, geeft u het FreeForm-model
aan dat u met de afdrukoptie Model gebruiken hebt gemaakt op basis van uw
modeldocument. De Fiery EXP50 combineert de rastergegevens van het variabele document
met het reeds verwerkte FreeForm-model en maakt zodoende een nieuw rasterbestand. In de
miniatuurweergavevensters van Command WorkStation kunt u een afdrukvoorbeeld van het
samengevoegde rasterbestand bekijken (voor het wordt afgedrukt).
Zie Command WorkStation Help voor meer informatie over afdrukvoorbeelden en de
miniatuurweergavevensters van Command Workstation.
Een modeldocument kan uit meerdere paginas bestaan. Wanneer u een variabel document
afdrukt en een FreeForm-model opgeeft dat meerdere paginas bevat, worden de variabele
paginas op een cyclische manier gecombineerd met de hoofdpaginas. In het volgende
voorbeeld kunt u zien hoe een variabel document wordt gecombineerd met een
modeldocument dat uit twee paginas bestaat.
Gecombineerd document
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
18
Paginas 1 en 2 van het variabele document worden gecombineerd met respectievelijk paginas
1 en 2 van het hoofddocument. De cyclus van de modelpaginas wordt vervolgens opnieuw
gestart en paginas 3 en 4 van het variabele document worden opnieuw gecombineerd met
respectievelijk paginas 1 en 2 van het modeldocument. Deze procedure wordt herhaald voor
alle volgende sets van twee paginas in het variabele document.
Richtlijnen
In deze sectie vindt u enkele tips voor het correct afdrukken van taken met variabele gegevens.
•Vraag de systeembeheerder of operator hoe nummers van FreeForm-modellen worden
toegewezen op uw locatie.
Als er op uw locatie veel gebruikers zijn die FreeForm-afdrukken maken, kunt u nummers
of nummerreeksen van FreeForm-modellen koppelen aan specifieke gebruikers of groepen.
Gebruikers kunnen alleen de nummers 1 tot en met 15 selecteren bij het instellen van
afdrukopties. De operator kan vanuit Command WorkStation de nummers van FreeForm-
modellen wijzigen in nummers boven de 15. Vraag de operator om alle nummers voor
FreeForm-modellen toe te wijzen, om te voorkomen dat er later bij het gebruik van deze
nummers conflicten ontstaan.
•Verzend uw afdruktaken met variabele gegevens niet via Command WorkStation naar de
directe verbinding.
Als u een taak met variabele gegevens naar de directe verbinding verzendt, wordt de taak
niet verwerkt.
Gecombineerd document
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
19
•Gebruik de velden Opmerkingen en Instructies om instructies over taken door te geven
aan de operator.
Om een FreeForm-model met een nummer boven de 15 te gebruiken, gebruikt u deze
velden om de operator te vragen een vervangende instelling te gebruiken voor de
betreffende taak (Model maken of Model gebruiken) en de taak te verwerken vanuit
Command WorkStation.
•Geef uw taken een unieke en betekenisvolle naam.
U en de operator moeten uw taken gemakkelijk kunnen herkennen wanneer er veel taken
in de wachtrijen staan, wanneer nummers van FreeForm-modellen opnieuw worden
toegewezen of wanneer u in de velden Opmerkingen of Instructies moet verwijzen naar
een andere taak.
•Houd bij het gebruik van FreeForm rekening met de beperkingen op de afdrukopties.
Raadpleeg Afdrukopties voor meer informatie over deze beperkingen.
•Voor het modeldocument en het variabele document moeten de volgende instellingen
overeenkomen:
Kleurmodus (Mac OS) of Afdrukmodus (Windows)
Scheidingen combineren
Dubbelzijdig afdrukken
Afdrukstand
Papierformaat
•Voor de volgende instellingen geldt dat de instelling in het variabele document prioriteit
heeft boven de instelling in het hoofddocument:
Zwartdetectie
Paginavolgorde
Zie Afdrukopties voor meer informatie.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
20
Voorbeelden van modeldocumenten weergeven in het Windows-
printerstuurprogramma
Nadat u een model hebt aangemaakt en het nummer kent dat aan het model is toegewezen,
kunt u er een voorbeeldweergave van bekijken in het Windows-stuurprogramma. Met deze
functie kunt u handig uw modeldocument kiezen wanneer u met FreeForm afdrukt.
VOORBEELDEN VAN MODELDOCUMENTEN WEERGEVEN IN HET WINDOWS-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP50 als uw printer en klik op Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
4 Klik en open de afdrukoptiebalk van FreeForm.
5 Klik op Bijwerken om de lijst van FreeForm-modelnamen uit de Fiery EXP50 op te halen.
De nummers en de namen van de FreeForm-modellen verschijnen in de opties Model maken
en Model gebruiken.
OPMERKING: U moet Tweerichtingscommunicatie inschakelen om de lijst van namen van
FreeForm-modellen op te halen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows om deze functie in te
schakelen.
6 Selecteer in de optie Model gebruiken het modeldocument waarvan u een voorbeeld wilt zien
en klik op Voorbeeld model.
Het venster FreeForm-model - voorbeeld wordt geopend.
7 Klik op Sluiten.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
21
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
1 Maak een modeldocument.
Het onderstaande voorbeeld toont een pagina van een modeldocument voor een in drieën
gevouwen brochure die is gemaakt met een toepassing voor paginaopmaak.
2 Druk het modeldocument af op de Fiery EXP50, met de optie Model maken ingesteld op een
van de nummers van de FreeForm-modellen (1 tot en met 15).
U kunt de optie Model maken ook instellen op Geen en de operator vragen om in Command
WorkStation met een vervangende taakinstelling van deze taak een FreeForm-model te
maken.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over het gebruik van
Command WorkStation.
Schakel de functie Model afdrukken in om het FreeForm-model af te drukken nadat het
bestand ter verificatie naar de Fiery EXP50 is verzonden (zie Afdrukopties).
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
22
3 Maak het variabele document.
U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere
toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan dat waarmee u het modeldocument
hebt gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn (zie pagina 19 voor meer
informatie).
Het onderstaande voorbeeld toont een pagina van het variabele document voor een in drieën
gevouwen brochure. De gegevens in dit document kunnen eenvoudig zijn, bijvoorbeeld
adresgegevens, of complex, bijvoorbeeld een hele serie afbeeldingen en fotografische
elementen in vierkleurendruk.
OPMERKING: Raadpleeg “FreeForm 2-taken inslaan met Impose op pagina 26 voor het
inslaan van de taak.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
23
4 Druk het document met de variabele gegevens af op de Fiery EXP50, nadat u bij de optie
Model gebruiken het nummer van het overeenkomstige FreeForm-model hebt geselecteerd.
Het nummer van het FreeForm-model kan een nummer zijn dat u zelf hebt ingesteld tijdens
het verzenden van het modeldocument of een nummer dat is toegewezen door de operator.
Om een voorbeeld van het model te bekijken, klikt u op Voorbeeld model, om een afbeelding
met lage resolutie van het model aan te maken.
Nummers van FreeForm-modellen kunnen worden gewijzigd vanuit Command WorkStation.
Raadpleeg de operator als u twijfelt of het nummer dat u opgeeft, overeenkomt met het
FreeForm-model dat u wilt gebruiken.
Als u de taak wilt bekijken voordat ze wordt afgedrukt, geeft u de operator de instructie de
taak te verwerken en te blokkeren, zodat u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken in Command
WorkStation.
Het volgende voorbeeld toont de combinatie van het FreeForm-model met het variabele
document. De variabele gegevens worden simpelweg over het hoofddocument gelegd.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
24
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
FreeForm 2 breidt de functies van FreeForm uit. FreeForm 2 heeft een externe toepassing voor
het afdrukken met variabele gegevens nodig die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie
van PrintShop Mail. Met de externe afdruktoepassing en FreeForm 2 kunt u meerdere
paginamodellen maken, zodat u uw documenten verder kunt individualiseren en aanpassen.
U kunt nog altijd een ander model gebruiken dat in gelijk welke toepassing is aangemaakt, en
vervolgens een externe toepassing die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie van
PrintShop Mail, gebruiken om het model en de informatie uit de database te combineren.
Met Freeform 2 en de externe toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens kunt u
paginacondities opgeven die regels voor afzonderlijke modellen bevatten. Met behulp van
deze regels, die worden beschreven met “if” en “then”-instructies op elke modelpagina, kunt u
paginas binnen een model overslaan of afdrukken. Raadpleeg de documentatie bij uw externe
toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens voor meer informatie over het maken
van paginacondities.
Met FreeForm 2 kunt u bovendien een opgegeven FreeForm-model verwijderen van de vaste
schijf van de Fiery EXP50 nadat de overeenkomstige taak met variabele gegevens is verwerkt
en afgedrukt. U kunt deze optie instellen in elke andere toepassing die het verwijderen van
FreeForm-modellen ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij uw externe afdruktoepassing
voor meer informatie over het verwijderen van Freeform-modellen.
EEN TAAK MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2
1 Open het variabele document in de externe toepassing voor het afdrukken met variabele
gegevens die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail.
OPMERKING: Raadpleeg “FreeForm 2-taken inslaan met Impose op pagina 26 voor het
inslaan van de taak.
2 Selecteer FreeForm 2 wanneer u het variabele document verzendt.
De externe toepassing biedt FreeForm 2-functies waarmee u een bepaalde pagina van een
FreeForm-model kunt toewijzen aan elke pagina van het variabele document.
Raadpleeg de documentatie bij uw externe toepassing voor meer informatie over het maken
van een taak met variabele gegevens of het afdrukken van taken met variabele gegevens.
3 Druk het document af.
Wanneer u een PPML-taak naar de Fiery EXP50 verzendt en u naar externe bronnen moet
verwijzen, zoekt de Fiery EXP50 automatisch naar de globale afbeeldingen, volgens de in
Setup aangemaakte paden voor het zoeken van bestanden. Zie Configuratie en instellingen voor
meer informatie.
Als u de locatie van het pad kent, kunt u ook per afzonderlijke taak externe bronnen
opzoeken. Geef het zoekpad voor de bestanden op voor u de taak afdrukt.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
25
EXTERNE BRONNEN VOOR PPML-TAKEN ZOEKEN VIA HET PAD VOOR HET ZOEKEN VAN BESTANDEN
1Download de PPML-taak naar de Fiery EXP50, met behulp van een externe toepassing voor
variabele gegevens die de taal voor het afdrukken van variabele gegevens ondersteunt.
2 Selecteer in Command WorkStation de PPML-taak en klik met de rechtermuisknop om
Taakeigenschappen te kiezen.
3 Klik op de werkbalk VDP print option (VDP-afdrukopties) en typ de locatie van het zoekpad
voor de bestanden.
OPMERKING: De server voor zoekpad voor de bestanden moet door de beheerder worden
ingesteld. Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie.
4Verwerk de PPML-taak.
OPMERKING: Indien de Fiery EXP50 de hergebruikbare objecten voor de taak niet kan vinden,
wordt de taak niet verwerkt. Zorg dat u de juiste locatie van het zoekpad voor de bestanden
typt.
Taken met variabele gegevens inslaan
Als inslaan met variabele gegevens ingeschakeld is op de Fiery EXP50, kunt u FreeForm-
taken, FreeForm 2-taken en andere ondersteunde talen voor variabele gegevens inslaan.
U kunt met behulp van Hot Folders een taak met variabele gegevens inslaan. Zie Hot Folders
Help voor meer informatie.
Wanneer u een taak met variabele gegevens naar Command Workstation verzendt, moet u
Impose openen om de taak in te slaan. De afgedrukte taak voegt het variabele bestand en het
modelbestand samen en slaat ze in.
Wanneer u een taak met variabele gegevens inslaat, kunt u een inslag met enkelvoudige
records of een inslag met meerdere records selecteren. Raadpleeg Command WorkStation
Help voor meer informatie.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
26
FreeForm 2-taken inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor een FreeForm-taak met variabele gegevens. Op de
Fiery EXP50 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
EEN FREEFORM-TAAK INSLAAN
1Download een PS- of PDF-bestand als model naar de Fiery EXP50.
2 Open Command WorkStation, selecteer het model en klik op Eigenschappen.
3 Selecteer de optie Model maken en geef de modeltaak een nummer (1-15).
4Verzend de modeltaak naar Afdrukken of naar Verwerken en blokkeren.
5Download het bestand met variabele gegevens naar de Fiery EXP50.
6 Selecteer in Command WorkStation het bestand met variabele gegevens en klik op
Eigenschappen.
7 Selecteer de optie Model gebruiken en selecteer het nummer van de modeltaak.
8 Selecteer het bestand met variabele gegevens en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
9Verwerk de taak met variabele gegevens.
FreeForm 2-taken inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor een FreeForm 2-taak met variabele gegevens. Op de
Fiery EXP50 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
EEN FREEFORM 2-TAAK INSLAAN
1Download het model met behulp van een externe toepassing voor variabele gegevens die
FreeForm 2 ondersteunt.
2 Open Command WorkStation en verwerk de modeltaak.
3Download de variabele taak naar de wachtrij Blokkeren, met behulp van een externe
toepassing voor variabele gegevens die FreeForm 2 ondersteunt.
4 Selecteer de variabele taak en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
5Verwerk de taak met variabele gegevens.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
27
Andere taken met variabele gegevens inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor andere taken met variabele gegevens. Op de
Fiery EXP50 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
ANDERE AFDRUKTAKEN MET VARIABELE GEGEVENS INSLAAN
1Download de Xerox VIPP- of PPML-taak naar de Fiery EXP50 met behulp van een externe
toepassing voor variabele gegevens die de taal voor het afdrukken van variabele gegevens
ondersteunt.
2 Selecteer de taak en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
3Verwerk de taak met variabele gegevens.
INDEX
29
A
afdrukken
FreeForm 2-taken 24
FreeForm-taken 14
B
bedrijfsregels 8
C
Command WorkStation
nummer van FreeForm-model vervangen 15
D
database 8
F
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail 11
Fiery-versie van Pageflex Persona 11
FreeForm
definitie 10
documenten met variabele gegevens
afdrukken 14
gebruiken 14
model en variabel document combineren 16
model maken 15
nummer van het model 15
variabel document maken 16
FreeForm 2
definitie 10
documenten met variabele gegevens
afdrukken 24
G
Gemengde media 12
H
hergebruikbare gegevens 7
hergebruikbare objecten 8
Hot Folders
gebruiken 12
info 12
hulpmiddelen voor taakbeheer
definitie 10, 11
I
inhoud 8
inslaan
FreeForm 2-taken 5, 26
FreeForm-taken 26
PPML-taken 27
Xerox VIPP-taken 27
Inslag
gebruiken 12
info 12
inslag bij afdrukken met variabele
gegevens 12, 25
Hot Folders 12
Inslag 12
M
Model gebruiken, optie 15
Model maken, optie 15
modelelementen 7
O
Op elementen gebaseerde technologie 8
Op paginas gebaseerde technologie 7
opmaak 8
P
Pad voor het zoekpad van de bestanden 24
PPML 10
R
Resource Manager 13
T
talen voor het afdrukken met variabele
gegevens 5, 10
terminologie 5
V
variabele gegevens afdrukken 7
VIPP 11
INDEX
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Xerox DocuColor 5000 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding