Xerox 4110 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS
Fiery
®
EXP4110
Variabele gegevens afdrukken
© 2005 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de
Kennisgevingen
voor dit product.
45051990
28 september 2005
INHOUD
3
I
NHOUD
I
NLEIDING
5
Terminologie en conventies
5
Over dit document
6
O
VERZICHT
7
Overzicht van het afdrukken met variabele gegevens
7
Componenten van taken met variabele gegevens 8
Variabele gegevens afdrukken met de Fiery EXP4110
10
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens 10
Compatibele toepassingen voor variabele gegevens 11
Kernfuncties van de Fiery EXP4110 voor het afdrukken met variabele gegevens 12
D
OCUMENTEN
MET
VARIABELE
GEGEVENS
AFDRUKKEN
14
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
15
Hoe FreeForm werkt 15
Het model maken 16
Het variabele document maken 17
Het variabele document combineren met het FreeForm-model 18
Richtlijnen 19
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
24
Taken met variabele gegevens inslaan
25
FreeForm 2-taken inslaan met Impose 25
FreeForm 2-taken inslaan met Impose 26
Andere taken met variabele gegevens inslaan met Impose 27
I
NDEX
29
I
NHOUD
INLEIDING
5
I
NLEIDING
Dit document geeft informatie over het afdrukken met variabele gegevens (VDP). Het
beschrijft de functies voor het afdrukken met variabele gegevens die de Fiery EXP4110
ondersteunt, met inbegrip van:
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens, zoals FreeForm en
FreeForm 2
Compatibele toepassingen voor variabele gegevens van andere leveranciers
•FreeForm 2-taken inslaan met Impose
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP4110 (in illustraties en voorbeelden)
Fiery EXP4110 Fiery EXP4110
Mac OS Apple Mac OS X
Printer Xerox 4110
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP,
Windows Server 2003
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is
door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen
lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING
6
Over dit document
Het document bestrijkt de volgende onderwerpen:
•Basisbegrippen van het afdrukken met variabele gegevens.
•Ondersteunde Fiery EXP4110-functies en compatibele talen voor het afdrukken met
variabele gegevens.
•Instructies voor het afdrukken van variabele documenten met FreeForm and FreeForm 2.
•Instructies voor het afdrukken en verzenden van andere taakformaten met variabele
gegevens, zoals PPML en Creo VPS.
O
PMERKING
:
Raadpleeg de documentatie bij de toepassingen voor meer informatie over het
afdrukken van taken met variabele gegevens met behulp van toepassingen voor het afdrukken
met variabele gegevens van andere leveranciers.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor voorbeeldscenarios van veel gebruikte workflows
voor het afdrukken met variabele gegevens.
OVERZICHT
7
O
VERZICHT
Dit hoofdstuk beschrijft de technologie van het afdrukken met variabele gegevens en
behandelt de ondersteunde componenten waarmee u taken met variabele gegevens kunt
aanmaken.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor specifieke scenarios en workflows voor het
afdrukken met variabele gegevens.
Overzicht van het afdrukken met variabele gegevens
Het afdrukken van variabele gegevens wordt meestal gebruikt voor geïndividualiseerde
mailings, zoals direct-mail reclame. Bij deze afdrukmethode wordt een aantal
modelelementen die op alle afgedrukte exemplarenvan een document gelijk zijn
(hergebruikbare gegevens) gecombineerd met een aantal variabele elementen die per
exemplaar verschillen. Met het afdrukken met variabele gegevens maakt u persoonlijke
documenten met elementen die uw doelpubliek sterk aanspreken.
Een voorbeeld hiervan is een brochure die de klanten met hun naam begroet en die andere
persoonlijke informatie over de klant kan bevatten, afkomstig uit een marketingdatabase.
Achtergrondelementen, afbeeldingen en tekstblokken die niet variëren zijn modelelementen.
De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens zijn variabele elementen.
In zijn eenvoudigste vorm kunt u het afdrukken met variabele gegevens als een elementaire
samenvoegfunctie gebruiken. U kunt echter ook diagrammen, tekst en andere objecten
dynamisch samenvoegen om aantrekkelijke en in hoge mate geïndividualiseerde documenten
te maken.
Het afdrukken met variabele gegevens gebruikt een digitale afdruktechnologie die de
communicatie aanpast door databases met inhoud voor de afgedrukte documenten te
koppelen aan een afdrukapparaat zoals de printer. De aangepaste communicatie omvat regels
die bepalen welke inhoud uit de database wordt geselecteerd en waar die inhoud in het
document wordt geplaatst.
De volgende twee technologieën voor het afdrukken met variabele gegevens beschrijven hoe
de hergebruikbare gegevens in een taal voor het afdrukken met variabele gegevens worden
gespecificeerd.
Op pagina’s gebaseerde technologie
beschrijft statische, hergebruikbare gegevens (het
modelelement) in termen van volledige paginas. Elk pagina-element heet een modelpagina.
Op pagina gebaseerde talen zijn vooral geschikt voor een eenvoudige, voorspelbare opmaak.
FreeForm is een op paginas gebaseerde taal. Zie “Documenten met variabele gegevens
afdrukken op pagina 14 voor meer informatie over FreeForm.
OVERZICHT
8
Op elementen gebaseerde technologie
beschrijft statische, hergebruikbare gegevens in termen
van elementen of objecten. Met op elementen gebaseerde technologie kunt u binnen een
pagina een groot aantal afzonderlijke objecten gebruiken als statische of individueel variabele
elementen.
Op elementen gebaseerde taken met variabele gegevens gebruiken hergebruikbare objecten,
zoals afbeeldingen, voor de variabele elementen van de taak. Aangezien deze elementen vaak
worden gebruikt, worden ze opgeslagen op de Fiery EXP4110 en als een groep in een
cachegeheugen bewaard. Een taak kan verscheidene modellen hebben. Raadpleeg
Voorbeelden
van workflows
voor een voorbeeld van een workflow.
Personalized Page Markup Language (PPML) en Creo Variable Print Specification (VPS) zijn
op elementen gebaseerde technologieën. Zie “Compatibele talen voor het afdrukken met
variabele gegevens op pagina 10 voor meer informatie over PPML en Creo VPS.
Componenten van taken met variabele gegevens
Een typische afdruktaak met variabele gegevens bevat de volgende hoofdcomponenten:
•Inhoud
Inhoud omvat de tekst, afbeeldingen of fotos die in verschillende gebieden van het
document worden geplaatst. U kunt allerlei toepassingen, zoals Adobe Photoshop of
Microsoft Word, gebruiken om statische of variabele inhoud te maken.
•Database
Een database is een tabel die alle veranderlijke of variabele elementen van een afgedrukt
document bevat, zoals tekst, illustraties en fotos. U kunt een database gebruiken die in een
populair dekstop-programma zoals Microsoft Excel of FileMaker Pro is gemaakt.
De gegevens moeten ingedeeld zijn in records en velden (categorieën) binnen elk record.
Voorbeeld: in een database voor personen is elke persoon een record en is de informatie
over de persoon, zoals naam, adres en telefoonnummer, een veld.
•Bedrijfsregels
Bedrijfsregels worden in een toepassing voor afdrukken met variabele gegevens aangemaakt
en bepalen welke variabele inhoud wordt gebruikt en waar hij in het document wordt
geplaatst. De toepassing voor variabele gegevens gebruikt deze vooraf bepaalde regels, die
door “if”- en “then”-uitdrukkingen worden beschreven, om bepaalde elementen uit
databases te gebruiken voor het maken van geïndividualiseerde paginas en documenten
met verschillende teksten en afbeeldingen voor elk specifiek publiek. U kunt bijvoorbeeld
een regel maken om voor een specifiek leeftijdsbereik een specifieke inhoud af te drukken.
•Opmaak
De opmaak omvat het ontwerp of de pagina-indelingvan uw document, in een toepassing
voor desktop publishing of tekstverwerking. De opmaak moet rekening houden met
ruimte voor variabele teksten en afbeeldingen.
OVERZICHT
9
•Toepassingen voor het afdrukken met variabele gegevens
Toepassingen voor het afdrukken met variabele gegevens combineren modelelementen en
variabele informatie, en bereiden het document voor op het afdrukken. Voor FreeForm
hebt u geen gespecialiseerde toepassing voor afdrukken met variabele gegevens nodig.
Afdrukapparaat
Het afdrukapparaat is een uitvoerapparaat dat digitale bestanden omzet in gedrukte
documenten. Het kan een printer zijn, een kopieermachine of een digitale pers die
afdrukken met variabele gegevens ondersteunt.
Het volgende diagram toont de componenten van het afdrukken met variabele gegevens.
1 Opmaak
2 Database
3 Bedrijfsregels
4 Inhoud
5 Documenten met variabele
gegevens
6Afdrukapparaat
1
2
3
4
5
6
OVERZICHT
10
Variabele gegevens afdrukken met de Fiery EXP4110
De Fiery EXP4110 combineert talen voor het afdrukken met variabele tegevens, toepassingen
voor het afdrukken met variabele gegevens van andere leveranciers en kernfuncties van de
Fiery EXP4110, zodat hij in veel bestaande workflows kan worden opgenomen. Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor meer informatie over workflows voor het afdrukken met
variabele gegevens.
Compatibele talen voor het afdrukken met variabele gegevens
De Fiery EXP4110 is compatibel met de volgende talen voor het afdrukken met variabele
gegevens:
•FreeForm en FreeForm 2
FreeForm en FreeForm 2 worden gebruikt met oplossingen voor variabele gegevens. Met
de FreeForm-technologie worden hergebruikbare gegevens slechts eenmaal verwerkt (RIP),
zodat de printer sneller kan werken.
FreeForm ondersteunt de aanmaak van modelelementen en variabele gegevens met alle
desktop-toepassingen en computerplatformen. In de toepassing krijgt de modelpagina een
nummer van 1 tot 100. De FreeForm-opties zijn aanwezig in het stuurprogramma, de
hulpprogrammas voor taakbeheer en de Hot Folders. Zie “Documenten met variabele
gegevens afdrukken op pagina 14 voor meer informatie over FreeForm.
FreeForm 2 breidt de FreeForm-technologie uit door u de mogelijkheid te bieden om
paginacondities en -regels te bepalen voor het afdrukken van een taak met meerdere
modelpaginas. U kunt hier ook de grenzen bepalen voor elk record in de datastroom.
Dat betekent dat u een begin en een einde van elk record kunt bepalen. In tegenstelling
met FreeForm heeft FreeForm 2 een toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens
nodig die FreeForm 2 specifiek ondersteunt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail.
Raadpleeg “Documenten met variabele gegevens afdrukken op pagina 14 voor meer
informatie over FreeForm 2.
•Personalized Print Markup Language (PPML) versie 2.1
PPML, een door PODi ontwikkelde, op XML gebaseerde taal, wordt als een standaard van
de sector beschouwd. Met PPML kan de printer tekstelementen en grafische elementen
opslaan en wanneer nodig hergebruiken, zodat taken met variabele gegevens sneller
worden afgedrukt.
De Fiery EXP4110 aanvaardt gecomprimeerde en niet-gecomprimeerde taken in PPML.
Als u documenten wilt afdrukken in een PPML-indeling, gebruikt u een externe
softwaretoepassing die compatibel is met het PPML-formaat, zoals de Fiery-versie van
Pageflex Persona. Verzend de PPML-taak naar de Fiery EXP4110 of download het PPML-
bestand met Command Workstation of Hot Folders.
OVERZICHT
11
•Creo Variable Print Specification (VPS )
Creo VPS is een uitbreiding van de door Creo ontwikkelde PostScript-taal. Een Creo
VPS-bestand bestaat uit een header-sectie en een brochure-sectie. De header-sectie bevat
de globale objecten voor de volledige taak. De brochure-sectie bevat een exemplaar van een
geïndividualiseerd document. Pagina-elementen zijn hergebruikbare objecten die in het
Creo VPS-formaat zijn gedefinieerd. Alle pagina-elementen moeten opgenomen zijn in het
Creo VPS-bestand.
Om af te drukken hebt u een toepassing nodig die de Creo VPS-datastroom verstuurt,
zoals Atlas PrintShop Mail of Creo Darwin Desktop. U kunt een Creo VPS-bestand
downloaden met Command WorkStation of Hot Folders.
•Xerox Variable data Intelligent PostScript PrintWare (VIPP)
VIPP is een eigen paginabeschrijvingstaal die door Xerox is ontwikkeld.
Als u documenten wilt afdrukken in een Xerox VIPP-indeling, gebruikt u een externe
softwaretoepassing die compatibel is met het Xerox VIPP-formaat. Verzend de Xerox
VIPP-taak of download het Xerox VIPP-bestand met Command Workstation of
Hot Folders.
Compatibele toepassingen voor variabele gegevens
De Fiery-versies van Pageflex Persona en Atlas PrintShop Mail zijn veel gebruikte toepassingen
voor de aanmaak van variabele gegevens die compatibel zijn met de Fiery EXP4110.
Fiery-versie van Pageflex Persona
De Fiery-versie van Pageflex Persona is een toepassing voor het ontwerp van variabele inhoud
die PPML en PostScript ondersteunt. Ze gebruikt PPML om de variabele gegevenselementen
op te slaan en te hergebruiken.
Met de Fiery-versie van Pageflex Persona kunt u:
•Voorwaardelijke regels opstellen die bepalen welke variabele inhoud wordt geselecteerd en
waar hij voor bijkomende individualisering op de pagina wordt geplaatst.
•Een documentopmaak samenstellen door containers voor afbeeldingen en containers voor
tekst aan te maken.
•De paginas aanpassen aan de inhoud, in plaats van omgekeerd, door middel van flexibele
containers die afhankelijk van de grootte van de afbeeldingen en de lengte van de tekst de
grootte en positie aanpassen.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over het gebruik van
Pageflex Persona.
OVERZICHT
12
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail
De Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail, een toepassing voor het afdrukken met variabele
gegevens die FreeForm, FreeForm 2 en PostScript ondersteunt, is compatibel met PPML en
Creo VPS.
Met de Fiery-versie van Atlas Print Shop Mail kunt u:
•Voorwaardelijke regels opstellen die bepalen welke variabele inhoud op een pagina wordt
geplaatst.
•Informatie uit databases integreren in de opmaak van een document, door velden van de
database te slepen en neer te zetten.
•Het modeldocument en het variabele document aanmaken in elke opmaak- of
ontwerptoepassing, en elk database-formaat gebruiken.
Raadpleeg de documentatie bij de software voor meer informatie over het gebruik van de
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail.
Kernfuncties van de Fiery EXP4110 voor het afdrukken met variabele
gegevens
Door de ondersteuning van variabele gegevens te integreren met de kernfuncties van de
Fiery EXP4110, zoals Impose en Gemengde media, kunt u een opmaak op maat maken en
verschillende media- en afwerkingsopties toepassen op uw taken met variabele gegevens.
U kunt ook met Resource Manager hergebruikbare objecten voor een taak met variabele
gegevens beheren.
Impose met inslag voor afdrukken met variabele gegevens
De Fiery EXP4110 is compatibel met het inslaan van afdrukken met variabele gegevens met
Impose. De compatibiliteit geldt voor de volgende talen voor het afdrukken met variabele
gegevens:
•Taken met variabele gegevens in FreeForm en FreeForm 2
PPML
•Creo VPS
•Xerox VIPP
Raadpleeg “FreeForm 2-taken inslaan met Impose op pagina 25 voor informatie over het
inslaan van een taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over opmaakmodellen met
inslag.
OVERZICHT
13
Hot Folders met inslag bij afdrukken met variabele gegevens
U kunt met Hot Folders een taak met variabele gegevens inslaan wanneer u ze naar de
Fiery EXP4110 verzendt. U moet in de toepassing Hot Folders voor de specifieke Hot Folder
een gepaste inslagsjabloon instellen voor het afdrukken met variabele gegevens.
Raadpleeg Hot Folders Help voor informatie over het inslaan van een taak met variabele
gegevens met Hot Folders. Raadpleeg Command Workstation Help voor informatie over
inslagopties voor variabele gegevens.
Gemengde media en het afdrukken met variabele gegevens
U kunt instellingen voor Gemende media toepassen op alle afdruktaken met variabele
gegevens, met inbegrip van ingeslagen taken met variabele gegevens. Wanneer u instellingen
voor Gemengde media gebruikt, herkent de Fiery EXP4110 elk variabel gegevensrecord als
een afzonderlijke taak. Bij een taak met variabele gegevens die niet wordt ingeslagen, worden
de instellingen voor Gemengde media toegepast op alle records van de taak met variabele
gegevens. Bij een taak met variabele gegevens die wel wordt ingeslagen, worden de instellingen
voor Gemengde media toegepast op de uitvoersets van de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg
Voorbeelden van workflows
voor een voorbeeld van een workflow met variabele
gegevens en Gemengde media. Raadpleeg
Hulpprogrammas
voor meer informatie over het
instellen van Gemengde media voor een taak.
Resource Manager
Hergebruikbare objecten zijn vereiste afbeeldingen die u voor taken met variabele gegevens
die variabele elementen bevatten moet downloaden naar de Fiery EXP4110. Deze
hergebruikbare objecten worden op de Fiery EXP4110 opgeslagen en als een groep in een
cachegeheugen bewaard.
Met Resource Manager kunt u de schijfruimte op de Fiery EXP4110 beheren door de lijst van
hergebruikbare objecten op te roepen en ze ofwel te verwijderen, ofwel te behouden voor
toekomstige taken met variabele gegevens. Resource Manager is compatibel met de volgende
talen voor het afdrukken met variabele gegevens:
•FreeForm en FreeForm 2
PPML
•Creo VPS
•Xerox VIPP
Raadpleeg Resource Manager Help voor meer informatie over het gebruik van Resource
Manager.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
14
D
OCUMENTEN
MET
VARIABELE
GEGEVENS
AFDRUKKEN
Met de FreeForm-technologie kunt u afdrukopties gebruiken om modeldocumenten te
definiëren en toe te wijzen aan taken met variabele gegevens die naar de Fiery EXP4110
worden gestuurd.
Dit hoofdstuk legt uit hoe u het volgende doet:
•Documenten afdrukken met FreeForm
•Een modeldocument en een variabel document maken
•Documenten afdrukken met FreeForm 2 en een externe toepassing voor variabele gegevens
Andere variabele gegevensformaten afdrukken
•Een taak met variabele gegevens inslaan
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
15
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
U kunt FreeForm gebruiken om documenten met variabele gegevens af te drukken. Dit
gedeelte geeft een overzicht van FreeForm en beschrijft hoe u modeldocumenten en variabele
elementen aanmaakt en combineert. Op het einde van dit gedeelte worden richtlijnen en tips
besproken.
Hoe FreeForm werkt
Bij het afdrukken met variabele gegevens met FreeForm, worden de gegevens van de
modelelementen voor de taak naar de Fiery EXP4110 gestuurd en afzonderlijk van de
gegevens van de variabele elementen gerasterd. De gegevens van de modelelementen worden
in gerasterde vorm als een FreeForm-model opgeslagen op de Fiery EXP4110 en kunnen zo
vaak als nodig worden gebruikt in combinatie met meerdere sets met gegevens met variabele
elementen. Het FreeForm-model wordt vooraf verwerkt en opgeslagen op de Fiery EXP4110.
Dit betekent dat bij het afdrukken van taken met variabele gegevens alleen de variabele
elementen moeten worden verwerkt.
U kunt FreeForm-modellen gebruiken voor alle vaste gegevens die worden gecombineerd met
gegevens die van dag tot dag variëren. U kunt bijvoorbeeld een sjabloon voor een briefhoofd
opslaan als FreeForm-model en bij herhaling gebruiken als achtergrond voor brieven met
uiteenlopende inhoud (de gegevens van de variabele elementen).
Met behulp van FreeForm kunt u in elke gewenste toepassing modellen en variabele
documenten maken. Beide documenten kunnen ook in twee verschillende toepassingen
worden gemaakt en zelfs op verschillende computerplatforms. Gebruik een toepassing voor
paginaopmaak of een grafisch programma om het model te maken. Gebruik een
tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van
afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of
een databaseprogramma om het variabele document te maken.
U controleert de functies van FreeForm met de afdrukopties Model maken en Model
gebruiken. Kies deze opties in het printerstuurprogramma wanneer u een taak verzendt, of
vraag de operator om ze te activeren met vervangende taakinstellingen vanuit Command
WorkStation of Hot Folders. Het model verschijnt na het verwerken in het tabblad FreeForm
van Command WorkStation. U kunt Command WorkStation ook gebruiken voor het
bewaken en beheren van alle FreeForm-modellen die op de Fiery EXP4110 zijn opgeslagen.
Raadpleeg Command WorkStation Help voor meer informatie.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
16
Het model maken
Voordat u FreeForm kunt gebruiken, moet u twee documenten maken: een modeldocument
en een variabel document. Dit houdt in dat u de opmaak voor zowel het gecombineerde
document als voor de afzonderlijke elementen moet maken. In een programma voor
paginaopmaak of een grafisch programma rangschikt u de modelelementen (tekst en
afbeeldingen die niet veranderen) op een of meer paginas en laat u ruimte vrij voor de
variabele elementen.
Wanneer u klaar bent met het ontwerp van het model, drukt u het af naar de Fiery EXP4110
en geeft u op dat een FreeForm-model van de taak moet worden gemaakt (zie pagina 21).
O
PMERKING
:
Hoewel de Fiery EXP4110 tot 100 FreeForm-modellen kan opslaan, kunt u in
de interface van het printerstuurprogramma slechts nummer 1 tot 15 kiezen. Om een
FreeForm-model met een nummer boven de 15 te maken, moet de operator de modelpagina
maken en de taak verwerken (RIP) in Command WorkStation.
Modeldocument
1 Ruimte voor variabele
elementen
2 Modelelementen die niet
veranderen
1
2
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
17
Het variabele document maken
U kunt het variabele document maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over
een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het
uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. In alle gevallen worden de
gegevens opgehaald uit een lijst of een database en samengevoegd met een bestaand document
dat is ontworpen om de gegevens te ontvangen. In elke toepassing werkt deze functie anders.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor nadere instructies. Voor u variabele
elementen toevoegt aan het model, moet u ze aanpassen aan de opmaak van het
modeldocument. Dit doet u door een document te maken met de juiste opmaak en de
variabele gegevens vervolgens op de juiste plaats toe te voegen.
OPMERKING: U moet een variabel document maken met hetzelfde aantal paginas als het
model. Als een model bijvoorbeeld een record-lengte van vier paginas heeft, moeten alle
variabele documenten eveneens een record-lengte van vier paginas hebben. Voeg indien nodig
lege paginas toe aan het laatste record van het variabele document.
Nadat u het document met de variabele gegevens hebt gemaakt, drukt u het af op de
Fiery EXP4110 en geeft u op dat het moet worden gecombineerd met het overeenkomstige
FreeForm-model (zie pagina 21).
Variabel document
1Variabel element
1
1
1
1
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
18
Het variabele document combineren met het FreeForm-model
Wanneer u het variabele document afdrukt op de Fiery EXP4110, geeft u het FreeForm-
model aan dat u met de afdrukoptie Model gebruiken hebt gemaakt op basis van uw
modeldocument. De Fiery EXP4110 combineert de rastergegevens van het variabele
document met het reeds verwerkte FreeForm-model en maakt zodoende een nieuw
rasterbestand. In de miniatuurweergavevensters van Command WorkStation kunt u een
afdrukvoorbeeld van het samengevoegde rasterbestand bekijken (voor het wordt afgedrukt).
Zie Command WorkStation Help voor meer informatie over afdrukvoorbeelden en de
miniatuurweergavevensters van Command Workstation.
Een modeldocument kan uit meerdere paginas bestaan. Wanneer u een variabel document
afdrukt en een FreeForm-model opgeeft dat meerdere paginas bevat, worden de variabele
paginas op een cyclische manier gecombineerd met de hoofdpaginas. In het volgende
voorbeeld kunt u zien hoe een variabel document wordt gecombineerd met een
modeldocument dat uit twee paginas bestaat.
Gecombineerd document
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
19
Paginas 1 en 2 van het variabele document worden gecombineerd met respectievelijk paginas
1 en 2 van het hoofddocument. De cyclus van de modelpaginas wordt vervolgens opnieuw
gestart en paginas 3 en 4 van het variabele document worden opnieuw gecombineerd met
respectievelijk paginas 1 en 2 van het modeldocument. Deze procedure wordt herhaald voor
alle volgende sets van twee paginas in het variabele document.
Richtlijnen
In deze sectie vindt u enkele tips voor het correct afdrukken van taken met variabele gegevens.
•Vraag de systeembeheerder of operator hoe nummers van FreeForm-modellen worden
toegewezen op uw locatie.
Als er op uw locatie veel gebruikers zijn die FreeForm-afdrukken maken, kunt u nummers
of nummerreeksen van FreeForm-modellen koppelen aan specifieke gebruikers of groepen.
Gebruikers kunnen alleen de nummers 1 tot en met 15 selecteren bij het instellen van
afdrukopties. De operator kan vanuit Command WorkStation de nummers van FreeForm-
modellen wijzigen in nummers boven de 15. Vraag de operator om alle nummers voor
FreeForm-modellen toe te wijzen, om te voorkomen dat er later bij het gebruik van deze
nummers conflicten ontstaan.
•Verzend uw afdruktaken met variabele gegevens niet via Command WorkStation naar de
directe verbinding.
Als u een taak met variabele gegevens naar de directe verbinding verzendt, wordt de taak
niet verwerkt.
Gecombineerd document
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
20
•Gebruik de velden Opmerkingen en Instructies om instructies over taken door te geven
aan de operator.
Als u een FreeForm-model met een nummer boven de 15 wilt gebruiken, gebruikt u deze
velden om de operator te vragen een vervangende instelling te gebruiken voor de
betreffende taak (Model maken of Model gebruiken) en de taak te verwerken vanuit
Command WorkStation.
•Geef uw taken een unieke en betekenisvolle naam.
U en de operator moeten uw taken gemakkelijk kunnen herkennen wanneer er veel taken
in de wachtrijen staan, wanneer nummers van FreeForm-modellen opnieuw worden
toegewezen of wanneer u in de velden Opmerkingen of Instructies moet verwijzen naar
een andere taak.
•Houd bij het gebruik van FreeForm rekening met de beperkingen op de afdrukopties.
Raadpleeg Afdrukopties voor meer informatie over deze beperkingen.
•Voor het modeldocument en het variabele document moeten de volgende instellingen
overeenkomen:
Dubbelzijdig
Afdrukstand
Papierformaat
Modus voor nietmachine
•De volgende instellingen van het variabele document hebben voorrang op de
overeenkomstige instellingen van het hoofddocument:
Mediasoort
Paginavolgorde
Papierbron
Wanneer u variabele gegevens afdrukt, kunt u de volgende afdrukopties en -instellingen
niet gebruiken:
Scheidingen combineren ingesteld op Aan
•Power Point optimaliseren ingesteld op Aan
Zie Afdrukopties voor meer informatie.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
21
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
1 Maak een modeldocument.
Het onderstaande voorbeeld toont een pagina van een modeldocument voor een in drieën
gevouwen brochure die is gemaakt met een toepassing voor paginaopmaak.
2 Druk het modeldocument af op de Fiery EXP4110, met de optie Model maken ingesteld op
een van de nummers van de FreeForm-modellen (1 tot en met 15).
U kunt de optie Model maken ook instellen op Geen en de operator vragen om in Command
WorkStation met een vervangende taakinstelling van deze taak een FreeForm-model te
maken.
Raadpleeg Command WorkStation Help voor meer informatie.
Om uw FreeForm-model af te drukken, zodat u kunt controleren of het correct is voor u het
met variabele gegevens combineert, activeert u de functie Model afdrukken nadat het bestand
naar de Fiery EXP4110 is verstuurd (zie Afdrukopties).
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
22
3 Maak het variabele document.
U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere
toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan dat waarmee u het modeldocument
hebt gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn (zie pagina 20 voor meer
informatie).
Het onderstaande voorbeeld toont een pagina van het variabele document voor een in drieën
gevouwen brochure. De gegevens in dit document kunnen eenvoudig zijn, bijvoorbeeld
adresgegevens, of complex, bijvoorbeeld een hele serie afbeeldingen en fotografische
elementen.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
23
4 Druk het document met de variabele gegevens af op de Fiery EXP4110, nadat u bij de optie
Model gebruiken het nummer van het overeenkomstige FreeForm-model hebt geselecteerd.
Het nummer van het FreeForm-model kan een nummer zijn dat u zelf hebt ingesteld tijdens
het verzenden van het modeldocument of een nummer dat is toegewezen door de operator.
Om een voorbeeld van het model te bekijken, klikt u in het printerstuurprogramma op
Voorbeeld model, om een afbeelding met lage resolutie van het model aan te maken.
Nummers van FreeForm-modellen kunnen worden gewijzigd vanuit Command WorkStation.
Raadpleeg de operator als u twijfelt of het nummer dat u opgeeft, overeenkomt met het
FreeForm-model dat u wilt gebruiken.
Als u de taak wilt bekijken voordat ze wordt afgedrukt, geeft u de operator de instructie de
taak te verwerken en te blokkeren, zodat u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken in Command
WorkStation.
Het volgende voorbeeld toont de combinatie van het FreeForm-model met het variabele
document. De variabele gegevens worden simpelweg over het hoofddocument gelegd.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
24
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
FreeForm 2 breidt de functies van FreeForm uit. FreeForm 2 heeft een externe toepassing voor
het afdrukken met variabele gegevens nodig die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie
van PrintShop Mail. Met de externe afdruktoepassing en FreeForm kunt u meerdere
paginamodellen maken, zodat u uw documenten verder kunt individualiseren en aanpassen.
U kunt nog altijd een ander model gebruiken dat in gelijk welke toepassing is aangemaakt,
en vervolgens een externe toepassing die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie van
PrintShop Mail, gebruiken om het model en de informatie uit de database te combineren.
Met Freeform 2 en de externe toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens kunt u
paginacondities opgeven die regels voor afzonderlijke modellen bevatten. Met behulp van
deze regels, die worden beschreven met “if” en “then”-instructies op elke modelpagina, kunt u
paginas binnen een model overslaan of afdrukken. Raadpleeg de documentatie bij uw externe
toepassing voor het afdrukken met variabele gegevens voor meer informatie over het maken
van paginacondities.
Met FreeForm 2 kunt u bovendien een opgegeven FreeForm-model verwijderen van de vaste
schijf van de Fiery EXP4110 nadat de overeenkomstige taak met variabele gegevens is
verwerkt en afgedrukt. U kunt deze optie instellen in elke andere toepassing die het
verwijderen van FreeForm-modellen ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij de externe
afdruktoepassing voor meer informatie over het verwijderen van Freeform-modellen.
EEN TAAK MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2
1 Open het variabele document in de externe toepassing voor het afdrukken met variabele
gegevens die FreeForm 2 ondersteunt, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail.
OPMERKING: Raadpleeg “FreeForm 2-taken inslaan met Impose op pagina 26 voor het
inslaan van de taak.
2 Selecteer FreeForm 2 wanneer u het variabele document verzendt.
De externe toepassing biedt FreeForm 2-functies waarmee u een bepaalde pagina van een
FreeForm-model kunt toewijzen aan elke pagina van het variabele document.
Raadpleeg de documentatie bij uw externe toepassing voor meer informatie over het maken
van een taak met variabele gegevens of het afdrukken van taken met variabele gegevens.
3 Druk het document af.
Wanneer u een PPML- of een Creo VPS-taak naar de Fiery EXP4110 verzendt en u naar
externe bronnen moet verwijzen, zoekt de Fiery EXP4110 automatisch naar de globale
afbeeldingen, volgens de in Setup aangemaakte paden voor het zoeken van bestanden.
Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie.
Als u de locatie van het pad kent, kunt u ook per afzonderlijke taak externe bronnen
opzoeken. Geef het zoekpad voor de bestanden op voor u de taak afdrukt.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
25
EXTERNE BRONNEN VOOR CREO VPS- OF PPML-TAKEN ZOEKEN VIA HET ZOEKPAD VAN DE BESTANDEN
1Download de Creo VPS- of PPML-taak naar de Fiery EXP4110, met behulp van een externe
toepassing voor variabele gegevens die de taal voor het afdrukken van variabele gegevens
ondersteunt.
2 Selecteer in Command WorkStation de Creo VPS- of PPML-taak en klik met de
rechtermuisknop om Taakeigenschappen te kiezen.
3 Klik op de werkbalk VDP print option (VDP-afdrukopties) en typ de locatie van het zoekpad
voor de bestanden.
OPMERKING: De server voor zoekpad voor de bestanden moet door de beheerder worden
ingesteld. Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie.
4Verwerk de Creo VPS- of PPML-taak.
OPMERKING: Indien de Fiery EXP4110 de hergebruikbare objecten voor de taak niet kan
vinden, wordt de taak niet verwerkt. Zorg dat u de juiste locatie van het zoekpad voor de
bestanden ingeeft.
Taken met variabele gegevens inslaan
Als inslaan met variabele gegevens ingeschakeld is op de Fiery EXP4110, kunt u FreeForm-
taken, FreeForm 2-taken en andere ondersteunde talen voor variabele gegevens inslaan.
U kunt met behulp van Hot Folders een taak met variabele gegevens inslaan. Zie Hot Folders
Help voor meer informatie.
Wanneer u een taak met variabele gegevens naar Command Workstation verzendt, moet u
Impose openen om de taak in te slaan. De afgedrukte taak voegt het variabele bestand en het
modelbestand samen en slaat ze in.
Wanneer u een taak met variabele gegevens inslaat, kunt u een inslag met enkelvoudige
records of een inslag met meerdere records selecteren. Raadpleeg Command WorkStation
Help voor meer informatie.
FreeForm 2-taken inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor een FreeForm-taak met variabele gegevens.
Op de Fiery EXP4110 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
EEN FREEFORM-TAAK INSLAAN
1Download een PS- of PDF-bestand als model naar de Fiery EXP4110.
2 Open Command WorkStation, selecteer het model en klik op Eigenschappen.
3 Selecteer de optie Model maken en geef de modeltaak een nummer (1-15).
4Verzend de modeltaak naar Afdrukken of naar Verwerken en blokkeren.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
26
5Download het bestand met variabele gegevens naar de Fiery EXP4110.
6 Selecteer in Command WorkStation het bestand met variabele gegevens en klik op
Eigenschappen.
7 Selecteer de optie Model gebruiken en selecteer het nummer van de modeltaak.
8 Selecteer het bestand met variabele gegevens en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
9Verwerk de modeltaak.
FreeForm 2-taken inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor een FreeForm 2-taak met variabele gegevens.
Op de Fiery EXP4110 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
OPMERKING: Het inslaan van FreeForm2-taken wordt alleen ondersteund voor FreeForm2-
bestanden die zijn gegenereerd via de Fiery-versie van PrintShop Mail op een Windows-
computer.
EEN FREEFORM 2-TAAK INSLAAN
1Download het model met behulp van een externe toepassing voor variabele gegevens die
FreeForm 2 ondersteunt.
2 Open Command WorkStation en verwerk de modeltaak.
3Download de variabele taak naar de wachtrij Blokkeren, met behulp van een externe
toepassing voor variabele gegevens die FreeForm 2 ondersteunt.
4 Selecteer de variabele taak en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
5Verwerk de taak met variabele gegevens.
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
27
Andere taken met variabele gegevens inslaan met Impose
U kunt inslaginstellingen kiezen voor andere taken met variabele gegevens. Op de
Fiery EXP4110 moet Inslaan ingeschakeld zijn.
ANDERE AFDRUKTAKEN MET VARIABELE GEGEVENS INSLAAN
1Download de Creo VPS, Xerox- VIPP-, of PPML-taak naar de Fiery EXP4110 met behulp van
eenexterne toepassing voor variabele gegevens die de afdruktaal voor variabele gegevens
ondersteunt.
2 Selecteer de taak en klik op Inslaan.
Selecteer de inslaginstellingen voor de taak met variabele gegevens.
Raadpleeg Command Workstation Help voor meer informatie over inslaginstellingen.
3Verwerk de taak met variabele gegevens.
INDEX
29
A
afdrukken
FreeForm 2-taken 24
FreeForm-taken 15
B
bedrijfsregels 8
C
Command WorkStation
nummer van FreeForm-model vervangen 16
Creo VPS 8
D
database 8
F
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail 12
Fiery-versie van Pageflex Persona 11
FreeForm
definitie 10
documenten met variabele gegevens
afdrukken 15
gebruiken 15
model en variabel document combineren 17
model maken 16
nummer van het model 16
variabel document maken 17
FreeForm 2
definitie 10
documenten met variabele gegevens
afdrukken 24
G
Gemengde media 13
H
hergebruikbare gegevens 7
hergebruikbare objecten 8
Hot Folders 13
hulpmiddelen voor taakbeheer
definitie 10, 11
I
inhoud 8
inslaan
Creo VPS-taken 27
FreeForm 2-taken 5, 26
FreeForm-taken 25
PPML-taken 27
Xerox VIPP-taken 27
Inslag
gebruiken 12
info 12
inslag bij afdrukken met variabele
gegevens 12, 25
Hot Folders 13
Inslag 12
M
Model gebruiken, optie 15
Model maken, optie 15
modelelementen 7
O
Op elementen gebaseerde technologie 8
Op paginas gebaseerde technologie 7
opmaak 8
P
Pad voor het zoekpad van de bestanden 24
PPML 10
PPML (Personalized Print Markup Language) 8
R
Resource Manager 13
T
talen voor het afdrukken met variabele
gegevens 5, 10
terminologie 5
V
variabele gegevens afdrukken
overzicht 7
voorbeeld 7
VIPP 11
INDEX
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Xerox 4110 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding