Xerox 700i/700 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Voorbeelden van workflows
Xerox EX Print Server, Powered by Fiery
®
,
voor de Xerox 700 Digital Color Press
© 2008 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45069930
06 juni 2008
INHOUD 3
INHOUD
INLEIDING 5
Terminologie en conventies 5
Over dit document 6
GEMENGDE MEDIA 7
Wat betekent Gemengde media? 7
Voorbeeld: Workflow met Gemengde media 7
Benodigdheden voor dit voorbeeld 8
INSLAG 12
Wat is inslag? 12
Voorbeeld: Workflow met inslag 12
Benodigdheden voor dit voorbeeld 13
PPML MET INSLAG 16
Wat is PPML en hoe slaat u het in? 16
Voorbeeld: PPML-workflow met inslag 16
Benodigdheden voor dit voorbeeld 17
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 20
Wat is afdrukken met variabele gegevens? 20
Talen voor het afdrukken met variabele gegevens 20
Afdruktaken met variabele gegevens verzenden naar de EX Print Server 21
Wat is FreeForm en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met
variabele gegevens? 21
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm 21
Benodigdheden voor dit voorbeeld 23
INHOUD
INHOUD 4
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 25
Wat is FreeForm 2 en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met
variabele gegevens? 25
Wat is Gemengde media en hoe worden deze gebruikt in afdruktaken met
variabele gegevens? 26
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en Gemengde media 26
Benodigdheden voor dit voorbeeld 27
HOT FOLDERS 30
Wat zijn Hot Folders? 30
Voorbeeld: Workflow met Hot Folders 30
Benodigdheden voor dit voorbeeld 31
COMPOSE MET PAPER CATALOG 34
Wat is Compose? 34
Wat is Paper Catalog en hoe wordt het samen met Compose gebruikt? 35
Voorbeeld: Workflow voor tabbladen met Compose en Paper Catalog 35
Benodigdheden voor dit voorbeeld 36
TERMEN 41
INDEX 43
INLEIDING 5
INLEIDING
Dit document geeft voorbeelden van complexe afdrukscenarios en biedt een overzicht van de
functies van de EX Print Server die in de voorbeelden gebruikt worden. De voorbeelden van
workflows illustreren hoe u functies kunt combineren om taken te maken. Elke workflow
bevat kruisverwijzingen die u helpen om meer informatie te vinden over de uitvoering van
elke taak.
Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten, raadpleegt
u Welkom.
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers Xerox 700 Digital Color Press
EX Print Server Xerox EX Print Server, ondersteund door Fiery
®
, voor de Xerox 700
Digital Color Press
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in cursief Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003,
Windows Vista
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de
Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke
schade kunnen toebrengen
INLEIDING 6
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
Concepten van Gemengde media en hoe deze worden gebruikt in een voorbeeld van een
workflow
Concepten van het afdrukken met variabele gegevens (VDP) met FreeForm en hoe
VDP wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met FreeForm
Concepten van inslaan met PPML (Personalized Print Markup Language) en hoe het
inslaan wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met variabele gegevens met
Impose en PPML
Afdrukken naar een Hot Folder op het netwerk en een voorbeeld van een workflow
met Hot Folders
De concepten Compose en Paper Catalog en hoe een taak met Compose en Paper Catalog
wordt gemaakt
Definities van veelgebruikte toepassingen en afdruktermen die in dit document
worden gebruikt
GEMENGDE MEDIA 7
GEMENGDE MEDIA
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Gemengde media en toont een voorbeeld van een
workflow waarbij Gemengde media worden gebruikt.
Wat betekent Gemengde media?
Met de functie Gemengde media kunt u een reeks paginas op verschillende soorten media
afdrukken. U kunt Gemengde media bijvoorbeeld gebruiken om zwaar papier op te geven
voor het omslag, om blanco paginas toe te voegen, gekleurde media toe te voegen op
specifieke paginas en paginas op te geven die dubbelzijdig moeten worden afgedrukt binnen
een en dezelfde afdruktaak. Bepaal de instellingen voor Gemengde media wanneer u in een
toepassing een taak afdrukt met het printerstuurprogramma. Definieer en wijzig de
instellingen voor Gemengde media voor taken die al naar de EX Print Server zijn verzonden
vanuit Command WorkStation of definieer de instellingen voor Gemengde media in de
toepassing Hot Folders.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Gemengde media.
Voorbeeld: Workflow met Gemengde media
Een professor geologie aan de Ocean Crest University wil haar nieuwe syllabus voor het
herfstsemester afdrukken. De nieuwe syllabus telt acht hoofdstukken. Ze wil dat haar
studenten de gewenste informatie snel en gemakkelijk kunnen terugvinden. Daarom worden
de hoofdstukverdelers afgedrukt op zware media. De tekst van het hoofdstuk wordt op
gewoon medium afgedrukt en het voor- en achterblad op zwaar medium.
De professor stuurt haar verzoek, samen met het syllabusbestand (Geology101.pdf) in PDF-
indeling (Portable Document Format), naar de drukafdeling van de universiteit.
GEMENGDE MEDIA 8
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de syllabus weer.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
Geology101.pdf
EX Print Server
Command WorkStation met Gemengde media
Zwaar medium voor het voorblad en het achterblad
Zwaar medium voor de hoofdstukverdelers
Gewoon medium voor de tekst van het hoofdstuk
Raadpleeg Afdrukopties voor informatie over de ondersteunde mediasoorten.
OPMERKING: De EX Print Server ondersteunt PDF-versies 1.2 tot 1.7.
Voorblad afgedrukt
op zwaar medium
Achterblad
afgedrukt
op zwaar
medium
Hoofdstukverdelers op
zwaar medium
Hoofdstukken
afgedrukt op
gewoon medium
Voltooide syllabus
GEMENGDE MEDIA 9
Workflow met Gemengde media
EX Print Server
EX Print Server
1
2
3
578 6
4
Stap Taak Meer informatie
1
De professor maakt het PDF-bestand en stuurt het naar de
drukafdeling van de universiteit.
2
De operator van de drukafdeling downloadt het bestand naar
Command WorkStation.
Help van Command WorkStation
GEMENGDE MEDIA 10
Om Gemengde media te gebruiken in Command WorkStation, mag uw gedownloade
bestand geen rasterbestand zijn. Om rasterinformatie te verwijderen uit een bestand in
Command WorkStation, klikt u het bestand aan met de rechtermuisknop en selecteert u
Rastergegevens verwijderen.
3
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest
Eigenschappen in het menu Acties, klikt op het pictogram
Media op de werkbalk Taakeigenschappen en bladert naar
Gemengde media. De operator geeft hier de volgende
instellingen op:
a) In Paginabereik definiëren geeft de operator 2, 32, 64, 98,
124 op voor het paginabereik (de paginas die de
hoofdstukken verdelen), stelt een zwaar medium in, geeft
aan welke lade het gekozen zware medium bevat, klikt op
Definitie toevoegen en vervolgens op Sluiten.
b) In Blanco invoegen geeft de operator de invoeging van een
blanco pagina na de laatste pagina op om het einde van de
afdruktaak aan te geven. Vervolgens klikt de operator op
Invoegen en op Sluiten.
c) In Voorblad definiëren geeft de operator op dat het voor-
en achterblad alleen op de voorzijde worden afgedrukt,
geeft het omslagpapier op, bepaalt de lade voor de media en
klikt op OK.
d) De operator klikt op het pictogram Opmaak en kiest
dubbelzijdig op, klikt op OK en slaat het bestand op.
Hulpprogramma’s
4
De operator verwerkt de taak en blokkeert deze. Help van Command WorkStation
5
De operator bekijkt het taakvoorbeeld. Help van Command WorkStation
6
De operator drukt de taak af.
OPMERKING: De operator kan de taak ook eenmaal uitvoeren,
om zo een voorbeeldexemplaar te hebben en pas daarna
meerdere exemplaren afdrukken.
Help van Command WorkStation
7
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
8
De taak wordt nu afgedrukt met een voor- en achterblad en
hoofdstukverdelers.
Stap Taak Meer informatie
GEMENGDE MEDIA 11
U kunt deze workflow dupliceren met een PostScript-bestand in plaats van een PDF-bestand.
U kunt ook opgeven dat er tabbladen moeten worden ingevoegd. In plaats van zware media
op te geven voor de hoofdstukverdelers, kunt u bijvoorbeeld tabbladen opgeven en
hoofdstuknummers op elk tabblad afdrukken. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer
informatie over afdrukken met tabbladen.
INSLAG 12
INSLAG
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van inslag en een voorbeeld van een workflow waarbij inslag
wordt gebruikt.
Wat is inslag?
Inslag is het schikken van afzonderlijke paginas van een boek, een boekje of een brochure op
een groot vel. De paginas worden zo geschikt dat wanneer het vel wordt afgedrukt, gevouwen
en gesneden, de paginas zich in de juiste richting en volgorde bevinden.
De EX Print Server ondersteunt Impose. Impose is een op de server gebaseerde
inslagtoepassing waarmee u volledige documenten kunt bewerken en samenstellen op
de EX Print Server alvorens de bestanden te verwerken.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over inslag.
Voorbeeld: Workflow met inslag
De directeur van bedrijf ABC wil er zeker van zijn dat ze genoeg visitekaartjes heeft om uit te
delen wanneer ze het bedrijf vertegenwoordigt op de elektronicabeurs.
Ze heeft bij een plaatselijke drukkerij 600 visitekaartjes besteld.
De drukkerij slaat de visitekaartjes in op een vel van 11
x 17 inch. Aangezien er ook tekst op de
achterzijde van het visitekaartje moet komen, moet de taak dubbelzijdig worden afgedrukt.
Het standaardformaat van het visitekaartje van ABC is 2
x 3,25 inch. De drukkerij berekent
dat 25 kaartjes kunnen worden ingeslagen op een pagina van 11
x 17.
INSLAG 13
De onderstaande afbeelding toont hoe de visitekaartjes worden ingeslagen.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
Card.pdf
EX Print Server
Command WorkStation met Impose (vereist een dongle)
•11
x 17 inch zware media, zoals kaartjespapier
Raadpleeg Afdrukopties voor informatie over de ondersteunde mediasoorten.
•Papiersnijder
OPMERKING: De EX Print Server ondersteunt PDF-versies 1.2 tot 1.7.
Pagina van 11 x 17
Visitekaartje van 2 x 3,25
5 rijen
5 kolommen
{
INSLAG 14
Workflow met inslag
EX Print Server
1
2 3 4
5
6
8 7
Stap Taak Meer informatie
1
Bedrijf ABC maakt het visitekaartje van 2 x 3,25 inch, slaat dit
op als Card.pdf en verzendt het bestand naar de drukkerij.
Afdrukken uit Windows
Afdrukken uit Mac OS
2
De operator in de drukkerij downloadt het bestand naar
Command WorkStation.
Help van Command WorkStation
INSLAG 15
Wanneer u Impose gebruikt, mag uw gedownloade bestand geen rasterbestand zijn. Om
rasterinformatie te verwijderen uit een bestand met Command WorkStation, klikt u het
bestand aan met de rechtermuisknop en selecteert u Rastergegevens verwijderen.
3
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest
Inslaan in het menu Acties en geeft dan de volgende
instellingen op.
a) In de Velbalk geeft de operator 11 x 17, liggend en
dubbelzijdig op.
b) De operator geeft in de Opmaakbalk vijf rijen en vijf
kolommen op, schakelt de printermarkeringen in en stelt
een horizontale en verticale verschuiving van 0,125 punten
in voor de printermarkeringen.
c) In de Schalingsbalk stelt de operator de schaling in op
100%.
d) In de Afwerkingsbalk geeft de operator herhaald
combineren op en slaat de taak op.
Hulpprogrammas
OPMERKING: In deze instructies worden punten als
voorbeeld gebruikt. U kunt ook de maateenheden
wijzigen in de voorkeursinstellingen van Command
WorkStation.
Help van Command WorkStation
4
De operator selecteert Card.pdf.dbp in Command
WorkStation en selecteert vervolgens Voorbeeldmodus.
Help van Command WorkStation
5
De operator drukt de taak af. Help van Command WorkStation
6
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
7
De visitekaartjes worden afgedrukt op een vel van 11 x 17 inch.
8
De operator volgt de printermarkeringen en snijdt de
visitekaartjes.
Stap Taak Meer informatie
PPML MET INSLAG 16
PPML MET INSLAG
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van PPML en inslag, plus een voorbeeld van een workflow
van een ingeslagen taak waarbij PPML wordt gebruikt.
Wat is PPML en hoe slaat u het in?
Personal Print Markup Language (PPML) is een op XML-gebaseerde taal voor het afdrukken
van variabele gegevens. Dankzij PPML kunnen afdruktaken met variabele gegevens sneller
worden afgedrukt door tekstelementen en grafische elementen in de printer op te slaan en
opnieuw te gebruiken wanneer nodig. PPML is een taal die niet specifiek aan een leverancier
gebonden is en wordt daarom als een open industriestandaard beschouwd.
U kunt de modelelementen en de variabele elementen voor een taak als PPML-bestand
maken in een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals Pageflex Persona en
de taak vervolgens afdrukken op de EX Print Server.
Sla PPML in zoals u dat met een andere taak zou doen (zie pagina 12). Sla de PPML-taak in
op een vel om de stukken in een bepaalde volgorde af te drukken, zodat de taak na het
afdrukken in de correcte volgorde wordt gesneden en gestapeld.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over PPML.
Voorbeeld: PPML-workflow met inslag
Dr. Jones is een veearts die zopas zijn praktijk in een andere buurt heeft gevestigd. Hij wil
zowel zijn bestaande als eventuele nieuwe klanten op de hoogte brengen van zijn nieuwe
adres, telefoonnummer en openingsuren. Hij beslist om 30.000 kaartjes van 5
x 8 inch te
versturen. Op de voorzijde van elke kaart staat een foto van zijn hond, Max, met informatie
over zijn praktijk en op de achterzijde van de kaart staan de naam en het adres van de klant
plus een streepjescode.
Dr. Jones verstuurt zijn bestelling naar een drukkerij, samen met het PDF-bestand van de
kaart en zijn database in Microsoft Excel-indeling, met daarin de adressen van zijn klanten en
van de inwoners van zijn buurt.
De drukkerij maakt de samengevoegde taak van het modeldocument en het variabele
document in Pageflex Persona, om zo het bestand JonesMailer.ppml te maken.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over Pageflex Persona.
PPML MET INSLAG 17
Om tijd en geld te besparen, worden vier kaarten aan weerszijden van één vel van 11 x 17 inch
afgedrukt. Om de mailing vlotter te doen verlopen en de portokosten te drukken, worden de
kaarten zo ingeslagen dat deze na het snijden van de paginas gemakkelijk kunnen worden
gestapeld, met de postcodes in de juiste sorteervolgorde.
Het onderstaande diagram geeft aan hoe deze taak wordt ingeslagen en gesorteerd.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
Windows-computer met Pageflex Persona
JonesMailer.ppml
EX Print Server
Command WorkStation met Impose
PPML MET INSLAG 18
PPML-workflow met inslag
EX Print Server
1 2 3
456
7
Stap Taak Meer informatie
1
De operator in de drukkerij maakt de samengevoegde taak
van het modeldocument en het variabele document in
Pageflex Persona, om zo het bestand JonesMailer.ppml te
maken.
Raadpleeg de documentatie bij Pageflex Persona voor
meer informatie over de toepassing.
2
De operator in de drukkerij downloadt het bestand naar
Command WorkStation.
Help van Command WorkStation
PPML MET INSLAG 19
Controleer of de Impose Control Strip (Inslagcontrolestrook) overeenstemt met de ingestelde
informatie. Dit is handig als bepaalde paginas van uw taak niet correct worden afgedrukt en u
die paginas opnieuw moet afdrukken.
Druk één document af om te controleren of de modelinformatie en de variabele informatie
overeenstemmen.
Zorg dat de schaling in Impose op 100% is ingesteld. Anders worden de kaarten niet
afgedrukt met de opgegeven afmetingen van 5
x 8 inch en worden deze aangepast aan de
opgegeven schalingswaarde.
3
De operator selecteert de taak in Command WorkStation
en kiest Inslaan in het menu Acties.
a) In de Velbalk geeft de operator 11 x 17 inch, liggend en
dubbelzijdig op.
b) In de Opmaakbalk geeft de operator twee rijen en twee
kolommen op en schakelt deze de printermarkeringen
in.
c) In de Schalingsbalk stelt de operator de schaling in op
100%.
d) In de Afwerkingsbalk geeft de operator op dat de taak
moet worden gecombineerd, gesneden en gestapeld en
stelt deze 64 in voor de record set (recordset). De
operator kiest 64 omdat dit het aantal vellen is dat de
papiersnijder gemakkelijk in een keer kan snijden.
(Deze waarde moet een veelvoud zijn van het aantal dat
werd opgegeven voor de opmaak. In dit voorbeeld gaf
de operator twee rijen en twee kolommen op. Het op te
geven getal moet hier dus een meervoud van 4 zijn, 64
bijvoorbeeld.) Dit is de record per set.
Hulpprogramma’s
4
De operator drukt de taak af. Help van Command WorkStation
5
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
6
De mailings worden gestapeld en klaargemaakt voor het
snijden.
7
De operator controleert of de Impose Control Strip
(controlestrook voor inslag) overeenstemt met de ingestelde
informatie.
Help van Command WorkStation
Stap Taak Meer informatie
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 20
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het afdrukken van variabele gegevens en een voorbeeld
van een workflow die gebruik maakt van FreeForm om een taak met variabele gegevens af te
drukken.
Wat is afdrukken met variabele gegevens?
Bij het afdrukken van variabele gegevens wordt een digitale pers gekoppeld met databases die
de inhoud voor de af te drukken documenten bevatten. Deze inhoud bestaat uit tekst en
afbeeldingen (waaronder grafische afbeeldingen en fotos) in elektronische vorm. Variabele
gegevens afdrukken wordt gebruikt bij direct-mail en andere gerichte mailings. Bij deze
afdrukmethode wordt meestal een aantal modelelementen die op alle afgedrukte exemplaren
gelijk zijn, gecombineerd met een aantal variabele elementen die per afdruk verschillen. Een
voorbeeld hiervan is een brochure met in de aanhef de naam van de klant (en eventueel andere
klantgegevens) afkomstig uit een marketingdatabase. De elementen op de achtergrond,
afbeeldingen en tekstblokken die op alle exemplaren gelijk zijn, vormen de set
modelelementen. De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens vormen de set
variabele elementen.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Talen voor het afdrukken met variabele gegevens
De EX Print Server ondersteunt de volgende talen voor het afdrukken van variabele gegevens:
FreeForm en FreeForm 2
Personalized Print Markup Language (PPML)
Creo Variable Print Specification (VPS)
Xerox Variable Data Intelligent PostScript Printware (VIPP)
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 21
Afdruktaken met variabele gegevens verzenden naar de
EX Print Server
Het model en de variabele gegevens kunt u in de meeste softwareprogrammas maken en u
kunt deze toewijzen vanuit Command WorkStation, Hot Folders of het
printerstuurprogramma. Als u uw eigen model en variabele gegevens maakt in PPML- of Creo
VPS-indeling in een ondersteunde externe toepassing, zoals Pageflex Persona of Atlas
PrintShop Mail, kunt u uw afdruktaak met variabele gegevens rechtstreeks naar de
EX Print Server verzenden via deze toepassingen. U kunt ook uw bestand downloaden via
Hot Folders.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over het verzenden van een
afdruktaak met variabele gegevens naar de EX Print Server.
Wat is FreeForm en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met
variabele gegevens?
Met FreeForm kunt u afdrukopties gebruiken om documenten met modelelementen,
zogenaamde FreeForm-modellen, te definiëren en op te slaan in de EX Print Server. U kunt
een taak met variabele elementen naar de EX Print Server verzenden samen met instructies
voor het combineren van de taak met een bepaald FreeForm-model.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm
Ocean Crest University wil zijn drie scholen promoten via een mailing naar mogelijk
geïnteresseerde studenten. De studenten zullen informatie kunnen aanvragen over de
verschillende campussen en programmas. Ze kunnen antwoorden via een portvrije
antwoordkaart die deel uitmaakt van het prospectus. Het document wordt gepersonaliseerd
met de naam en het adres van de student plus een persoonlijke weblink. Het ontwerp is sterk
grafisch, om de aandacht van de lezer te trekken. Het wordt afgedrukt op papier van 11
x 17
inch en driemaal gevouwen, zodat de post het tarief voor standaardbrieven aanrekent.
Om dit poststuk te maken, beslist de interne drukafdeling om de attractieve mogelijkheden
van FreeForm te gebruiken. Dankzij FreeForm kan deze een gerasterde versie van de grafisch
intensieve opmaak in het geheugen opslaan, aangezien deze elementen op alle paginas
voorkomen (eenmaal verzenden en verwerken). De variabele tekst (adres, naam en weblink)
wordt afzonderlijk afgedrukt en samengevoegd met de opmaak in de EX Print Server.
De productieafdeling maakt het modeldocument met daarin alle gemeenschappelijke
elementen en slaat het bestand op in PDF-indeling (College_Master.pdf). Vervolgens maakt
deze het document met de variabele gegevens in Microsoft Word (College_Variable.doc) en
koppelt deze de variabele informatie aan het databasebestand (College_data.xls).
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 22
OPMERKING: Bij het maken van deze taak wordt geen gespecialiseerde software voor het
afdrukken van variabele gegevens gebruikt. U kunt elke toepassing voor paginaopmaak
gebruiken om het FreeForm-model te maken en elke samenvoegfunctie, zoals Afdruk
samenvoegen in Microsoft Word, om de variabele gegevens aan te maken en af te drukken.
Raadpleeg de documentatie bij Microsoft Word voor meer informatie over het gebruik van de
samenvoegfunctie in Microsoft Word.
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de folder weer.
Modelbestand
Databasebestand
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 23
Benodigdheden voor dit voorbeeld
College_Master.pdf
College_Variable.doc
College_data.xls
EX Print Server
EX Print Server printerstuurprogramma met FreeForm
Windows-computer met Adobe Acrobat, Microsoft Word en Microsoft Excel
Workflow voor het afdrukken van variabele gegevens waarbij FreeForm wordt gebruikt
EX Print Server
EX Print Server
1
2
3
45
6
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 24
Bepaalde elementen van het model en de variabele gegevens moeten overeenstemmen.
Bijvoorbeeld: het papierformaat en de afdrukstand moeten overeenstemmen. Raadpleeg
Variabele gegevens afdrukken voor een volledige lijst.
Het is onmogelijk om FreeForm-taken naar de directe verbinding te verzenden.
Als Tweerichtingscommunicatie ingeschakeld is in het printerstuurprogramma, detecteert het
printerstuurprogramma welke modellen reeds aanwezig zijn op de EX Print Server. Gebruik
opgeslagen FreeForm-modellen zo vaak als nodig in combinatie met meerdere sets variabele
elementen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie over
tweerichtingscommunicatie.
Als de beheerder de EX Print Server wist, worden alle FreeForm-modellen verwijderd.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over beheerdersfuncties.
Stap Taak Meer informatie
1
De operator in de productieafdeling opent College_Master.pdf
in Acrobat.
2
De operator drukt het bestand af naar de
EX Print Server, geeft 11
x 17 en dubbelzijdig op en kiest
1 voor Master maken in het printerstuurprogramma.
Afdrukken uit Windows
3
De operator opent College_Variable.doc in Microsoft Word.
Het document met variabele gegevens opent ook het bestand
College_data.xls, aangezien beide documenten gekoppeld zijn.
Als de documenten niet zijn gekoppeld, wordt de operator in
Word gevraagd naar de locatie van het Gegevensbronbestand.
De operator selecteert Gegevens samenvoegen in Word.
Microsoft Word-documentatie
4
De operator drukt het bestand af naar de
EX Print Server, geeft 11 x 17 en dubbelzijdig op en
kiest 1 voor Master gebruiken in het
printerstuurprogramma.
Het modelbestand en het bestand met de variabele gegevens
worden gecombineerd op de EX Print Server.
Afdrukken uit Windows
5
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
6
Het prospectus bevat het gecombineerde model en de variabele
gegevens.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 25
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2
EN GEMENGDE MEDIA
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het gebruik van Gemengde media bij afdruktaken met
variabele gegevens en geeft een voorbeeld van een workflow waarbij variabele gegevens
afdrukken en Gemengde media worden gebruikt.
Wat is FreeForm 2 en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken
met variabele gegevens?
FreeForm 2 breidt de functionaliteit van FreeForm uit (zie “Variabele gegevens afdrukken met
FreeForm op pagina 20). FreeForm 2 heeft een externe toepassing voor het afdrukken met
variabele gegevens nodig die FreeForm 2-technologie ondersteunt, zoals Atlas PrintShop Mail.
Door het gebruik van een andere afdruktoepassing samen met FreeForm 2 kunt u
modeldocumenten met meerdere paginas maken, zodat u uw documenten nog meer naar
wens kunt ontwerpen. U kunt nog altijd een model gebruiken dat in een willekeurige andere
toepassing is gemaakt en vervolgens een externe toepassing die FreeForm 2 ondersteunt, zoals
PrintShop Mail, gebruiken om het model en de informatie uit de database te combineren.
Met meervoudige modellen kunt u meer dan één modelbestand voor uw taak definiëren,
terwijl u dezelfde database met variabele informatie benut. Voorbeeld: u bent
videotheekhouder en beschikt over een database met namen en adressen van uw klanten plus
een overzicht van de laatste vijf films die elke klant heeft gehuurd, gecategoriseerd per genre.
Ter promotie wilt u een bonboekje maken met op het voorblad de afbeelding van een nieuw
uitgekomen video. U wilt echter dat de afgebeelde video van hetzelfde genre is als de video die
de aangeschreven klant het laatst gehuurd heeft. De variabele informatie, zoals de namen en
de adressen van de klanten, wordt altijd uit de database gehaald. De verschillende
afbeeldingen van videofilms worden echter gedefinieerd door de meervoudige modellen.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over FreeForm 2.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 26
Wat is Gemengde media en hoe worden deze gebruikt in
afdruktaken
met variabele gegevens?
Met de functie Gemengde media kunt u een reeks paginas op verschillende types van media
afdrukken. Raadpleeg Wat betekent Gemengde media?” op pagina 7 voor meer informatie.
Bij het afdrukken van variabele gegevens wordt een digitale pers gekoppeld met databases die
de inhoud voor de af te drukken documenten bevatten. Raadpleeg “Variabele gegevens
afdrukken met FreeForm op pagina 20 voor meer informatie.
Gebruik afdruktaken met variabele gegevens samen met Gemengde media om op maat
gemaakte afdruktaken te maken, zoals mailings. Gebruik bijvoorbeeld de variabele gegevens
om een mailing te maken in de vorm van een boekje, waarin elke klant met de naam wordt
aangesproken en druk het voorblad van het boekje af op een ander medium dan de rest van de
mailing.
Het Gemengde medium dat u voor deze taak opgeeft, wordt gebruikt voor elke record, in
relatie tot het begin van de record. Als bijvoorbeeld Gemengde media is ingesteld om Pagina 1
af te drukken op omslagpapier, dan wordt de eerste pagina van elke record op omslagpapier
afgedrukt.
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en
Gemengde
media
Om haar nieuwe assortiment kinderkleding aan te kondigen, maakt Banana Rama een
promotiefolder die specifiek wordt afgestemd op de etnische afkomst, het geslacht en de
leeftijd van de klanten. Het bedrijf heeft een database met daarin de namen van zijn klanten
alsook aanvullende kenmerken, zoals etnische afkomst, geslacht en leeftijd. Banana Rama
gebruikt voor de promotiefolder ook een database met beelden van kinderen van verschillende
leeftijden, geslacht en etnische afkomst, die de nieuwe Banana Rama-kleding dragen; beelden
van typische accessoires die bij deze kinderen in de smaak vallen en achtergrondbeelden. Met
een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals PrintShop Mail, en beelden
die overeenstemmen met de aangeschreven klant, maakt Banana Rama in een enkele
afdruksessie een folder die zich richt op de ouders van meisjes van 7 tot 10 jaar en aangepaste
folders die zijn gericht op de ouders van jongens in verschillende leeftijdsgroepen. De folders
bevatten beelden van kinderen in de beoogde leeftijdsgroep die kleding van Banana Rama
dragen terwijl deze met hun favoriete speelgoed spelen.
Elke promotiefolder bevat een omslagvel met daarop de naam van de klant en een
kortingsbon. Het meisjesassortiment van Banana Rama is uitgebreider. De folder voor de
meisjes bevat daarom extra paginas met reclame voor de meisjesmode.
Aangezien de promotiefolder in lengte kan variëren, naargelang deze tot een jongen of een
meisje gericht is, wordt een blanco pagina ingevoegd na elke folder, om aan te geven waar de
volgende folder begint.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 27
De drukkerij die de bestelling van Banana Rama ontvangt, gebruikt Atlas PrintShop Mail om
het modeldocument en het variabele document als een psm-projectbestand te maken.
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor meer informatie over PrintShop Mail.
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de folder weer.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
Atlas PrintShop Mail
FreeForm 2
BananaRama.psm
BananaRama_V.ps
EX Print Server
Command WorkStation met Gemengde media
Omslagpapier
Gewoon medium
Sjabloon voor
meisjes
Sjabloon voor
jongens
Sjabloon voor brief/bon
Beelden
Database
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 28
Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en Gemengde media
EX Print Server
EX Print Server
1
2 3
4
5678
Stap Taak Meer informatie
1
De operator van de drukkerij opent het bestand
BananaRama.psm in PrintShop Mail, selecteert FreeForm 2 en
drukt het bestand af naar de EX Print Server.
In het afdrukdialoogvenster verzendt de operator zowel het
model als de variabele gegevens. De EX Print Server ontvangt
een model en een variabel PostScript-document.
Variabele gegevens afdrukken
Raadpleeg de documentatie bij de toepassing voor
meer informatie over PrintShop Mail.
2
De operator selecteert het bestand BananaRama_V.ps vanuit
Command WorkStation.
Help van Command WorkStation
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA 29
Bepaalde elementen van het model en de variabele gegevens moeten overeenstemmen.
Bijvoorbeeld: het papierformaat en de afdrukstand moeten overeenstemmen. Raadpleeg
Variabele gegevens afdrukken voor een volledige lijst.
3
De operator kiest Eigenschappen in het menu Acties, klikt op
het pictogram Media in de werkbalk Taakeigenschappen en
bladert naar Gemengde Media. De operator geeft dan de
volgende instellingen op:
a) In Voorblad definiëren geeft de operator een vooromslag op
dat alleen op de voorkant wordt bedrukt, omslagpapier en
de lade voor de media.
b) In Blanco invoegen geeft de operator de invoeging van een
blanco pagina na de laatste pagina op, geeft de lade voor
het medium aanklikt op Invoegen en klikt vervolgens
op OK.
Hulpprogramma’s
4
De operator verwerkt de taak en blokkeert deze. Help van Command WorkStation
5
De operator bekijkt het taakvoorbeeld. Help van Command WorkStation
6
De operator drukt de taak af. Help van Command WorkStation
7
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
8
De taak wordt afgedrukt met de samengevoegde variabele en
modelgegevens, met een blanco pagina tussen de records.
Stap Taak Meer informatie
HOT FOLDERS 30
HOT FOLDERS
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Hot Folders en een voorbeeld van een workflow waarbij
Hot Folders wordt gebruikt.
Wat zijn Hot Folders?
Hot Folders is een softwaretoepassing die afdruktaken op het netwerk stroomlijnt.
Een Hot Folder is een map waaraan u een groep van afdrukopties en een afdrukwachtrij op
de EX Print Server kunt toewijzen.
Om een document af te drukken, sleept u het bestand naar de Hot Folder en zet u het daar
neer. U kunt verscheidene Hot Folders maken, allemaal met verschillende instellingen en
verschillende EX Print Server-verbindingen. Afhankelijk van de configuratie van de Hot
Folder worden de taken naar een EX Print Server gestuurd met de instellingen die u hebt
geconfigureerd.
De Hot Folder-software draait als een hulpprogramma op de achtergrond en controleert
de Hot Folders doorlopend op nieuwe taken.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Help van Hot Folders voor meer informatie over
Hot Folders.
Voorbeeld: Workflow met Hot Folders
Greg werkt voor de firma ABC en wil 25 exemplaren van zijn nieuwe visitekaartjes afdrukken.
ABC heeft op het netwerk een Hot Folder met de naam “VisiteKaartjes” geconfigureerd,
zodat de werknemers het PDF-bestand van hun visitekaartjes direct op de Hot Folder kunnen
neerzetten om deze af te drukken.
Greg maakt zijn visitekaartjes met behulp van het verplichte sjabloon voor visitekaartjes van
het bedrijf. Hij slaat het op als GregCard.pdf. Het sjabloon voor visitekaartjes zorgt ervoor dat
de kaartjes optimaal worden afgedrukt, met de in de Hot Folder VisiteKaartjes opgegeven
inslaginstellingen.
Na het afdrukken snijdt een operator van de drukkerij van het bedrijf de kaartjes en stuurt
deze met de kantoorpost naar de werknemer.
De visitekaartjes van ABC hebben een formaat van 2
x 3,25 inch.
HOT FOLDERS 31
De onderstaande afbeelding toont hoe de visitekaartjes worden ingeslagen.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
GregCard.pdf
EX Print Server
Op het netwerk geconfigureerde Hot Folder
•8,5
x 11 inch zware media, zoals kaartjespapier
Raadpleeg Afdrukopties voor informatie over de ondersteunde mediasoorten.
•Papiersnijder
OPMERKING: De EX Print Server ondersteunt PDF-versies 1.2 tot 1.7.
Pagina 11 x 17
Visitekaartje van 2 x 3,25
5 rijen
{
5 kolommen
HOT FOLDERS 32
Workflow met inslag
EX Print Server
1
2 3 4
567
HOT FOLDERS 33
Stap Taak Meer informatie
1
De operator bij Firma ABC maakt een Hot Folder op het
netwerk, geeft deze de naam “VisiteKaartjes” en past de
volgende Hot Folder-instellingen toe.
a) In Taakinstellingen geeft de operator 25 exemplaren op.
b) De operator geeft 8,5 x 11 op bij Velgrootte en op het
tabblad Vel selecteert hij Liggend bij Afdrukstand en Uit
bij Dubbelzijdig.
c) Op het tabblad Opmaak kiest de operator bij
Inslaginstellingen 5 rijen en 5 kolommen en selecteert deze
Printermarkeringen.
d) Op het tabblad Schaal van Inslaginstellingen kiest de
operator 100% als schaal.
e) Op het tabblad Afwerking van Inslaginstellingen selecteert
de operator Combineren en Herhaald.
Hulpprogramma’s
Help van Hot Folders
2, 3
Greg zet het bestand GregCard.pdf neer op de Hot Folder
VisiteKaartjes.
Help van Hot Folders
4
De taak wordt afgedrukt.
5
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
6
De visitekaartjes worden afgedrukt op een pagina van
8,5 x 11 inch.
7
De operator volgt de printermarkeringen en snijdt de
visitekaartjes.
COMPOSE MET PAPER CATALOG 34
COMPOSE MET PAPER CATALOG
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Compose en Paper Catalog (Papiercatalogus). Het
beschrijft een voorbeeldworkflow die beide toepassingen gebruikt om een afdruktaak te
maken met gekleurde omslagen, tabbladen en door de operator gekozen
hoofdstukbeginpaginas.
Wat is Compose?
Compose is een beschikbare softwaretoepassing waarmee u een afdruktaak (in wachtrij
geplaatst of geblokkeerd in Command WorkStation) kunt voorbereiden op het afdrukken.
Voor een enkelvoudige afdruktaak gebruikt u Compose om:
Een voorbeeldweergave te bekijken van de taak, in de vorm van miniatuurweergaven of
voorbeelden op volledig scherm.
Hoofdstukbeginpaginas te kiezen en afwerkingsopties te selecteren en toe te passen.
Verschillende media op te geven voor voor- en achteromslagen, tekstpaginas en secties.
Blanco vellen, tabbladen of andere documenten in te voegen.
Een document te bewerken met Adobe Acrobat en Enfocus PitStop.
Compose is een dynamische toepassing die opties weergeeft en inschakelt afhankelijk van de
voor de taak geselecteerde EX Print Server. Als een taak bijvoorbeeld instellingen voor
gemengde media bevat die in het printerstuurprogramma of in Command WorkStation zijn
gekozen, verschijnen deze instellingen wanneer u de taak in Compose bekijkt.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Help van Compose voor meer informatie over Compose.
COMPOSE MET PAPER CATALOG 35
Wat is Paper Catalog en hoe wordt het samen met Compose gebruikt?
Paper Catalog is een op het systeem gebaseerde database van papiersoorten. Paper Catalog
slaat de kenmerken op van alle media die in een productiedrukkerij beschikbaar zijn.
De database van Paper Catalog bevindt zich op de EX Print Server en wordt niet beïnvloed
door het opnieuw starten of wissen van de EX Print Server.
Met Paper Catalog kunnen beheerders:
Verscheidene combinaties van mediakenmerken definiëren en elke combinatie een unieke
naam geven.
Laden met geladen media toewijzen.
Vooraf gedefinieerde media selecteren wanneer een taak wordt verstuurd.
Opgeven welke kolommen van Paper Catalog beschikbaar zijn voor de gebruikers.
Een centrale papierdatabase beheren.
Met Paper Catalog kunnen operators:
Laden met geladen media toewijzen.
Vooraf gedefinieerde media selecteren wanneer een taak wordt verstuurd.
Nadat de beheerder de Paper Catalog heeft gedefinieerd, kiest de operator in Compose de
media voor de taak. Wanneer de operator de taak in de miniatuurweergaven van Compose
bekijkt, ziet deze duidelijk welke instellingen, bijvoorbeeld de mediakleur, van toepassing zijn
voor die bepaalde ingang van de papiercatalogus.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Help van Paper Catalog voor meer informatie over Paper
Catalog en aanvullende manieren om het programma te openen.
Voorbeeld: Workflow voor tabbladen met Compose en Paper Catalog
De firma ABC Human Resources Manager heeft een nieuw handboek over vergoedingen
samengesteld. Het handboek is een enkel PDF-document zonder blanco paginas tussen de
hoofdstukken. De manager wil het voor- en achteromslag van het handboek op zware
goudkleurige media afdrukken en elk hoofdstuk op een rechterpagina laten beginnen. Ze wil
bovendien als vierde pagina van het handboek een blauw tabblad met de titel
“Belastingformulier” invoegen.
De Human Resources Manager stuurt haar verzoek, samen met het handboek in PDF-
indeling (Benefits.pdf), naar de interne productieafdeling van het bedrijf.
De productieafdeling gebruikt Compose om het boek opnieuw te formatteren, de voor- en
achteromslagen toe te voegen en de hoofdstukbeginpaginas aan te duiden.
COMPOSE MET PAPER CATALOG 36
Goud is de huiskleur van de firma ABC. Alle documentatie die de firma uitgeeft moet
goudkleurige omslagen hebben. De beheerder van de productieafdeling heeft al goudkleurige
omslagen en blauwe tabbladen aan Paper Catalog toegevoegd.
De volgende afbeelding toont de componenten van het handboek.
Benodigdheden voor dit voorbeeld
Benefits.pdf
EX Print Server
Command WorkStation met Compose en Paper Catalog
Goudkleurig omslagpapier van de firma ABC voor de voor- en achteromslagen
Gewoon medium voor de tekst van het hoofdstuk
Blauwe tabbladen
De beheerder definieert eerst het goudkleurige omslagpapier van de firma ABC en de
blauwe tabbladen in de database van Paper Catalog. De beheerder wijst in Papier/lade-
koppeling de media toe aan de juiste laden. Raadpleeg de Help van Paper Catalog voor
meer informatie.
Raadpleeg Afdrukopties voor informatie over de ondersteunde mediasoorten.
Raadpleeg de Help van Paper Catalog voor meer informatie over het instellen van de
database van Paper Catalog.
Vooromslag
afgedrukt op zwaar
goudkleurig medium
Achteromslag
afgedrukt op zwaar
goudkleurig medium
Blauwe tabbladen
Hoofdstukken afgedrukt
op gewoon medium
Voltooid handboek
COMPOSE MET PAPER CATALOG 37
Workflow in Compose met Paper Catalog
EX Print Server
1 2
3
5
78
6
9
4
COMPOSE MET PAPER CATALOG 38
Stap Taak Meer informatie
1
De beheerder van de productieafdeling definieert het
goudkleurige omslagpapier van de firma ABC en de blauwe
tabbladen in Paper Catalog. Zij wijst met Papier/lade-
koppeling de media toe aan de juiste laden van de digitale pers.
Help van Paper Catalog
2
De Human Resources Manager maakt het PDF-bestand en
stuurt het naar de interne productieafdeling van de firma.
3
De operator van de drukafdeling downloadt het bestand naar
Command WorkStation.
Help van Command WorkStation
4
De operator klikt met de rechtermuisknop op de taak, kiest
Eigenschappen en geeft op dat de taak dubbelzijdig wordt
afgedrukt en wordt geniet.
Help van Command WorkStation
COMPOSE MET PAPER CATALOG 39
Als uw taak slechts een tabblad bevat maar uw medium tabbladen op verscheidene andere
posities omvat, print de EX Print Server alleen op het voor uw taak aangeduide tabblad en
blijven de resterende tabbladen blanco.
5
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest
Inslaan in het menu Acties, kiest Miniatuurweergave en geeft
dan de volgende instellingen op:
a) De operator selecteert alle paginas van de taak, klikt op de
tab Papier en selecteert Letter-formaat.
b) De operator klikt met de rechtermuisknop op de eerste
pagina van de taak, schuift naar Papiercatalogus instellen
en kiest Co. ABC Cover. Ze herhaalt dit voor de laatste
pagina van de taak.
c) De operator klikt op de tab Voorblad/achterblad
document, klikt op Zijde één voor de Voorblad van het
document en klikt dan op Zijde één voor de Achterblad
van het document
d) De operator selecteert de eerste pagina van het eerste
hoofdstuk en klikt op Hoofdstukbegin. Ze herhaalt dit
voor elk hoofdstuk van het handboek.
e) De operator klikt met de rechtermuisknop op de vierde
pagina, kiest Tabblad toevoegen, selecteert Co. ABC Tab
en selecteert vervolgens Voor om het tabblad voor de vierde
pagina in te voegen.
f) De operator dubbelklikt op het tabblad, typt
“Belastingformulier” als tekst voor het tabblad en klikt
op OK.
g) De operator klikt op Lezer om de miniatuurweergaven te
tonen zoals een lezer de paginas zal zien wanneer deze het
document als een boek leest. Ze controleert de
miniatuurweergaven om te kijken of de paginering klopt.
h) De operator klikt op Opslaan.
Help van Compose
6
De operator drukt de taak af.
OPMERKING: De operator kan de taak ook eenmaal als
drukproef afdrukken voor de reeks exemplaren wordt
afgedrukt.
Help van Command WorkStation
7
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
8
De taak wordt afgedrukt met goudkleurige voor- en
achteromslagen, zoals opgegeven in Paper Catalog, terwijl de
eerste pagina van elk hoofdstuk op een rechterpagina komt.
Stap Taak Meer informatie
TERMEN 41
TERMEN
Atlas PrintShop Mail
Een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, die FreeForm, FreeForm 2 en
PostScript ondersteunt.
Authoring tool (Auteursgereedschap)
Een softwaretoepassing die wordt gebruikt om tekst of afbeeldingen te maken, of om soorten
opmaak voor documenten te definiëren.
Component
Bij het afdrukken van variabele gegevens is dit een element – zoals tekst, een afbeelding of een
foto – dat op een pagina wordt afgedrukt.
Creo VPS (Variable Print Specification)
Een door het bedrijf Creo ontworpen taal voor het afdrukken van variabele gegevens.
Encapsulated PostScript (EPS)
Een PostScript-bestandsindeling, ontworpen om in een andere PostScript-stroom te worden
opgenomen.
FreeForm
Een technologie voor het afdrukken van variabele gegevens, die met EFI-oplossingen voor het
afdrukken van variabele gegevens werkt. Hiermee wordt het mogelijk om gegevens die
veelvuldig worden gebruikt in een afdruktaak met variabele gegevens slechts eenmaal te
verwerken, zodat een digitale pers met nominale of bijna nominale snelheid kan afdrukken.
FreeForm 2
FreeForm 2 breidt de FreeForm-technologie uit door u de mogelijkheid te bieden om
paginacondities en -regels te bepalen voor het afdrukken van een taak met meerdere
modelpagina’s. In tegenstelling tot FreeForm, vereist FreeForm 2 een toepassing voor het
afdrukken van variabele gegevens die specifiek FreeForm 2 ondersteunt.
Gemengde media
Met deze functie kunt u een reeks pagina’s op verschillende types van media afdrukken.
Modelelementen
Worden gebruikt bij het afdrukken van variabele gegevens, met variabele elementen.
Herbruikbare gegevens die gemeenschappelijk zijn voor alle exemplaren van een document.
TERMEN 42
Pageflex Persona
Een ontwerptoepassing met variabele inhoud, die PPML en PostScript ondersteunt. PPML
wordt gebruikt om variabele gegevenselementen op te slaan en opnieuw te gebruiken.
PDF (Portable Document Format)
Een open bestandsindelingspecificatie die teksten en afbeeldingen in documenten beschrijft.
PostScript
Een apparaatonafhankelijke paginabeschrijvingstaal, ontwikkeld door Adobe, voor het
afdrukken en weergeven van afbeeldingen en tekst. PostScript 3 bevat een groot aantal
verbeteringen ten opzichte van oudere versies van PostScript, onder meer verbeterde
afbeeldingskwaliteit en kleur.
Rasterafbeelding
Elektronische voorstelling van een pagina of een afbeelding, met gebruik van een matrix van
punten, zogenaamde pixels.
Rastering
Code die tekst en afbeeldingen beschrijft converteren naar een indeling aan de hand waarvan
het “printapparaat” van een printer de tekst en de afbeeldingen kan afdrukken.
Variabele elementen
Worden gebruikt bij het afdrukken van variabele gegevens, met modelelementen. Gegevens
die niet gemeenschappelijk zijn aan alle exemplaren van een document.
Variabele gegevens afdrukken (VDP)
Digitale technologie die printapparaten verbindt met databases die de inhoud voor af te
drukken documenten bevatten, om pagina’s met variabele inhoud te kunnen afdrukken.
Xerox VIPP (Variable data Intelligent PostScript Printware)
Een paginabeschrijvingstaal (PDL) die speciaal bedoeld is voor het afdrukken van
documenten met variabele gegevens.
INDEX 43
A
Afwerking 15
Atlas PrintShop Mail 25, 41
Authoring tool (Auteursgereedschap) 41
B
bestanden downloaden 9, 14, 18, 38
C
component 41
Creo VPS 41
E
Encapsulated PostScript (EPS) 41
F
FreeForm
definitie 41
voorbeeld van een workflow 21
FreeForm 2
definitie 25, 41
met gemengde media 26
voorbeeld van een workflow 26
G
gemengde media
bij het afdrukken van variabele gegevens 26
definitie 41
overzicht 7
toegang vanuit Command WorkStation 39
voorbeeld van een workflow 7
voorbeeld van een workflow met
FreeForm 2 26
H
Hot Folders
voorbeeld van een workflow 30
I
Impose
Afwerking 15
Opmaak 15
Schaal 15
Vel 15
Impose Control Strip (controlestrook voor
inslag) 19
inslag
met PPML 16
overzicht 12
voorbeeld van een workflow 12
M
modelelementen 41
O
Opmaak 15
P
Pageflex Persona 16
PDF 42
PostScript 42
PPML 16
met inslag 16
voorbeeld van een workflow 16
R
rasterafbeelding 42
rastering 42
S
Schaal 15
T
Taakvoorbeeld weergeven 29
vanuit Command WorkStation 10
terminologie 5
V
variabele elementen 42
variabele gegevens afdrukken
definitie 42
met gemengde media 26
talen 20
voorbeeld van een workflow 21
Vel 15
VIPP (Variable data Intelligent PostScript
Printware) 42
INDEX
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Xerox 700i/700 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding