AKP 290 PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL BE
5019 310 01088
1. Bedieningspaneel
2. Koelventilator (niet zichtbaar)
3. Verwarmingselement bovenwarmte
4. Grillelement
5. Ovenlampje achter
6. Circulair verwarmingselement (niet zichtbaar)
7. Ventilator
8. Verwarmingselement onderwarmte
(niet zichtbaar)
9. Koude ovendeur
ACCESSOIRES
BEDIENINGSPANEEL
1. Functieknop
2. Analoge klok
3. Thermostaatknop
4. Rood lampje thermostaat
ANALOGE KLOK
Met de analoge klok kunt u:
1) De dagtijd weergeven. Om de dagtijd te wijzigen trekt u aan knop (B) en draait u deze naar rechts om de tijd in
te stellen.
2) Het begin van de bereiding programmeren. De maximaal programmeerbare tijd van het begin van de
bereiding is 12 uur.
3) De bereidingsduur programmeren. Stel de bereidingsduur in (beschikbaar voor alle functies) om de oven
voor een bepaalde tijdsduur te starten. Aan het eind van de ingestelde tijd gaat de oven automatisch uit.
De bereidingsduur kan worden geprogrammeerd op maximaal 180 minuten.
Controleer of aan het begin van de bereiding in venster (C) het symbool 0 of (OFF-stand) verschijnt.
Eerste
Laatste
steunhoogte
steunhoogte
Opvangbak: Rooster:
1
2
3
4
DE OVEN GEBRUIKEN
HANDMATIGE BEREIDING (zonder programmering van de begintijd en de bereidingsduur)
1) Trek aan knop (A) en draai deze tot wijzer (D) op het aangegeven uur van de klok staat (wijzers van de uren).
2) Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken) tot het symbool | of in venster (C) verschijnt.
3) Draai de functieknop op het symbool van de gewenste functie. Het ovenlampje gaat branden.
4) Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat branden.
5) Draai de knoppen (functieknop en thermostaatknop) aan het eind van de bereiding terug op OFF-0 of • (afhankelijk van het model).
6) Om terug te gaan naar stand 0 of (OFF-stand) draait u knop A naar rechts.
HANDMATIGE BEREIDING (met programmering van de begintijd en zonder programmering van de bereidingsduur)
1) Trek aan knop (A) en draai deze tot wijzer (D) op het tijdstip staat waarop u de bereiding wilt beginnen
(bv. zoals in de afbeelding wordt aangegeven om 6 uur).
2) Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken) tot het symbool | of in venster (C) verschijnt.
3) Draai de functieknop op het symbool van de gewenste functie. Het ovenlampje gaat pas branden als het ingestelde tijdstip (aangegeven door wijzer D) is bereikt.
4) Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat pas branden als het ingestelde tijdstip
(aangegeven door wijzer D) is bereikt.
5) Draai de knoppen (functieknop en thermostaatknop) aan het eind van de bereiding terug op OFF-0 of • (afhankelijk van het model).
GEPROGRAMMEERDE BEREIDING (met programmering van de begintijd en de bereidingsduur)
1) Trek aan knop (A) en draai deze tot wijzer (D) op het tijdstip staat waarop u de bereiding wilt beginnen
(bv. zoals in de afbeelding wordt aangegeven om 6 uur).
2) Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken) tot in venster (C) de bereidingsduur verschijnt (1 - 180 min.).
3) Draai de functieknop op het symbool van de gewenste functie. Het ovenlampje gaat pas branden als het ingestelde tijdstip (aangegeven door wijzer D) is bereikt.
4) Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat pas branden als het ingestelde tijdstip
(aangegeven door wijzer D) is bereikt.
5) Aan het eind van de bereidingstijd klinkt er een geluidssignaal en gaat de oven automatisch uit. Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken)
om het geluidssignaal uit te schakelen, tot het symbool 0 of in het venster verschijnt.
6) Als u de eerder geprogrammeerde bereidingstijd op het eind wilt verlengen, volg dan de hierboven beschreven aanwijzingen of volg de
procedure voor handmatige bereiding.
GEPROGRAMMEERDE BEREIDING (met programmering van de bereidingstijd en zonder programmering van de begintijd)
1) Trek aan knop (A) en draai deze tot wijzer (D) op het aangegeven uur van de klok staat (wijzers van de tijd).
2) Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken) tot in venster (C) de bereidingsduur verschijnt (1 - 180 min.).
3) Draai de functieknop op het symbool van de gewenste functie. Het ovenlampje gaat branden.
4) Draai de thermostaatknop naar rechts op de gewenste temperatuur. Het rode thermostaatlampje gaat branden.
5) Aan het eind van de bereidingstijd klinkt er een geluidssignaal en gaat de oven automatisch uit. Draai knop (A) naar rechts (zonder eraan te trekken)
om het geluidssignaal uit te schakelen, tot het symbool 0 of in het venster verschijnt.
6) Als u de eerder geprogrammeerde bereidingstijd op het eind wilt verlengen, volg dan de hierboven beschreven aanwijzingen of volg de
procedure voor handmatige bereiding.
Tabel ovenfuncties
Functie
Beschrijving functie
0 Oven uit -
OVENLAMPJE
• Inschakeling van het ovenlampje.
STATISCH
• Voor het braden van vlees, vis en gevogelte op dezelfde steunhoogte.
• Verwarm de oven voor op de gewenste bereidingstemperatuur en plaats het gerecht in de
oven wanneer het rode lampje van de thermostaat uitgaat.
• Aanbevolen wordt de tweede of derde steunhoogte te gebruiken.
VENTILATOR
• Voor bereiding op max. 2 steunhoogtes.
• Aanbevolen wordt om tijdens de bereiding de gerechten onderling van plaats te
verwisselen om een gelijkmatiger bakresultaat te bereiken.
• Het is niet nodig om de oven voor te verwarmen (behalve voor pizza's en focaccia's).
GRILL
• Voor het grillen van karbonades, spiezen, worstjes, het gratineren van groente en voor een
bruin korstje op het brood.
• Verwarm de oven 3 - 5 minuten voor.
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op het eerste niveau om
rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Aanbevolen wordt het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
TURBOGRILL
• Voor het grillen van grote stukken vlees (rosbief, braadstuk, rollades).
• Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
• Giet bij het braden van vlees een beetje water in de opvangbak op de eerste steunhoogte
om rookvorming en vetspatten zoveel mogelijk te voorkomen.
• Het is raadzaam het vlees tijdens de bereiding regelmatig om te draaien.
ONTDOOIEN
• Voor het ontdooien van voedingsmiddelen bij kamertemperatuur.
• Laat het voedingsmiddel in zijn verpakking zitten om uitdrogen te voorkomen.
TURBOHETELUCHT
• Voor het bereiden op één steunhoogte (bv.: fruit, taarten, timbaaltjes, groente, pizza,
gevogelte).
THERMOVENTILATOR
• Voor het bereiden van gerechten die dezelfde bereidingstijd hebben, zonder
voorverwarming op één of meerdere steunhoogtes (bv.: vis, groenten, taart), zonder dat
er geuren van het ene naar het andere gerecht overgebracht worden
VERWARMINGSELEMENT
ONDERWARMTE
• Voor het afmaken van de bereiding van vruchten- of kwarktaarten of voor het indikken van
sauzen.
• Gebruik deze functie de laatste 10/15 minuten van de bereidingstijd.