28
11. Richt de diamantboormachine op het boorcentrum.
12. Nivelleer de boorstandaard met de nivelleerschroe-
ven. (Aan de diamantboormachine is een waterpas
aangebracht.).
13. Blokkeer de nivelleerschroeven met de contramoe-
ren.
14. Maak verbinding met het elektriciteitsnet en de water-
voorziening (zie DD EC-1).
6.3 Boorstandaard met anker bevestigen (HKD M8)
1. Zet de slede aan de boorstandaard in de bovenste
positie vast.
2. Plaats de diamantboormachine van boven in de slede.
3. Bevestig de diamantboormachine door aan de beves-
tigingsschroef te draaien.
4. Schuif de wateropvanginrichting van onderen in de
diamantboormachine tot deze vastklikt. (DD EC-1).
5. Plaats het werktuig in de diamantboormachine (zie
DD EC-1).
6. Plaats het anker op 120 mm (ideale afstand) van het
boorcentrum.
7. Schroef de schroefdraadstang in het anker.
8. Plaats de boorstandaard boven de schroefdraad-
stang en richt hem uit.
9. Schroef de moer op de schroefdraadstang zonder
hem te vast aan te draaien.
10. Richt de diamantboormachine op het boorcentrum.
11. Nivelleer de boorstandaard met de nivelleerschroe-
ven. (Aan de diamantboormachine is een waterpas
aangebracht.)
12. Blokkeer de nivelleerschroeven met de contramoe-
ren.
13. Draai de moer aan de schroefdraadstang met een
vorksleutel vast.
14. Maak verbinding met het elektriciteitsnet en de water-
voorziening (zie DD EC-1).
6.4 Boorstandaard aan het plafond bevestigen
-AANWIJZING-
Voor werkzaamheden aan het plafond is het waterop-
vangsysteem in combinatie met het gebruik van het
waterrecyclingsysteem DD-REC1 of een natzuiger ver-
plicht.
1. Zet de diamantboormachine in.
2. Bevestig de boorstandaard met een anker (HKD M8)
of de snelspansteun aan het plafond.
VACUUM
VACUUM
3. Verbind de wateropvanginrichting met het waterre-
cyclingsysteem DD-REC1 of een natzuiger. Voorkom
het plooien van de watertoevoerslang door deze in de
slanghouder te bevestigen.
4. Maak verbinding met het elektriciteitsnet en de water-
voorziening.
6.5 Boorstandaard met een snelspansteun bevesti-
gen
1. Zet de slede aan de boorstandaard in de bovenste
positie vast.
2. Plaats de diamantboormachine van boven in de slede.
3. Bevestig de diamantboormachine door aan de beves-
tigingsschroef te draaien
4. Schuif de wateropvanginrichting van onderen in de
diamantboormachine tot deze vastklikt (DD EC-1).
5. Plaats het werktuig in de diamantboormachine (zie
DD EC-1).
6. Schroef de adapter aan de boorstandaard.
7. Schroef de snelspansteun aan de adapter.
8. Fixeer de snelspansteun zonder deze te vast aan te
draaien.
9. Richt de diamantboormachine op het boorcentrum.
10. Nivelleer de boorstandaard met de nivelleerschroe-
ven. (Aan de diamantboormachine is een waterpas
aangebracht.).
11. Blokkeer de nivelleerschroeven met de contramoeren.
12. Zet de snelspansteun vast.
13. Maak verbinding met het elektriciteitsnet en de water-
voorziening (zie DD EC-1).
6.6 Boren met boren van 600 mm lengte
-AANWIJZING-
Voor boren van 600 mm zijn de kolommen van de boor-
standaard te kort.
1. Boor met een 300 mm boor voor.
2. Verwijder de aanslagschroeven en de afsluitkappen
aan het einde van de kolom.
3. Trek de slede met de diamantboormachine boven de
kolommen eruit.
4. Zet de 600 mm boor in.
6.7 Diamantboormachine van boorstandaard scheiden
1. Zet de slede aan de boorstandaard in de bovenste
positie vast.
2. Verbreek de verbinding met het elektriciteitsnet en de
watervoorziening (zie DD EC-1).
3. Verwijder het werktuig uit de diamantboormachine
(zie DD EC-1).
4. Zet de wateropvanginrichting los door deze te ont-
grendelen met de knop boven aan de wateropvang-
inrichting (DD EC-1).
5. 1. Scheid de diamantboormachine door aan de beves-
tigingsschroef van de boorstandaard te draaien.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069650 / 000 / 00