Makita bsr 730 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1 Om terugslag te voorkomen,
ondersteun de plank of plaat
dicht bij de snijlijn.
2 Plaats de ondersteuningen
niet te ver van de snijlijn.
3 De illustratie laat zien hoe u
het gereedschap juist
vasthoudt en hoe het werkstuk
behoorlijk wordt ondersteund.
4 Knop
5 Accu
6 Acculader
7 Oplaadlampjes
8 Deksel van accuklem
9 Zeskantsleutel
0 Losdraaien (linksom)
q Asvergrendeling
w Zaagblad
e Buitenflens
r Bout
t Binnenflens
y Uitsteeksels voor instelling
u Zeskantbout
i Snijdiepte
o Hendel
p Klemschroef
a Hendel
s Schuin oppervlak
d Voetplaat
f Stelschroef voor 90°
g Stelschroef voor 45°
h Driehoeksliniaal
j Voor 45° verstekzagen
k Voor zagen in rechte lijn
l Voetplaat
; Zaaglijn
z Ontgrendelknop
x Trekschakelaar
c Trekgeleider (Breedtegeleider)
v Verbindingsstuk voor
stofafzuiging
b Schroeven
n Slang 28 mm binnendiam.
m Stofzuiger
, Limietaanduiding
. Borstelhouderdop
/ Schroevendraaier
TECHNISCHE GEGEVENS
Model BSR730
Diameter zaagblad ....................................... 190 mm
Max. zaagdiepte
90° ............................................................... 66 mm
45° ............................................................... 47 mm
50° ............................................................... 42 mm
Toerental onbelast/min. (min
-1
) ........................ 2 400
Totale lengte ................................................ 378 mm
Netto gewicht .................................................. 4,6 kg
Nominale spanning ..................................... DC 24 V
In verband met ononderbroken research en ontwik-
keling behouden wij ons het recht voor boven-
staande technische gegevens te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Opmerking: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCULADER EN ACCU
1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN Deze
gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
veiligheids- en bedieningsvoorschriften
betreffende de acculader.
2. Lees alle voorschriften en waarschuwingen
die zijn aangebracht op (1) de acculader, (2) de
accu en (3) het product waarvoor de accu
wordt gebruikt, aandachtig door alvorens de
acculader in gebruik te nemen.
3. LET OP Om gevaar voor verwonding te
voorkomen, dient u met de acculader uitslui-
tend MAKITA oplaadbare accu’s te laden.
Accu’s van andere merken kunnen gaan bar-
sten en verwondingen of schade veroorzaken.
4. Stel de acculader niet bloot aan regen of
sneeuw.
5. Het gebruik van een accessoire dat door de
fabrikant van de acculader niet wordt aanbe-
volen of verkocht, kan brandgevaar, elektri-
sche schok of verwondingen veroorzaken.
6. Om beschadiging van het netsnoer en de stek-
ker te voorkomen, dient u de stekker vast te
pakken om het netsnoer uit het stopcontact te
halen.
7. Zorg ervoor dat het netsnoer zodanig is
geplaatst, dat niemand erop kan stappen of
erover kan struikelen, en dat het niet aan
beschadiging of druk is blootgesteld.
8. Gebruik de acculader niet met een beschadigd
netsnoer of een beschadigde stekker ver-
vang deze onmiddellijk.
9. Gebruik de acculader niet indien deze een
sterke schok heeft ondergaan, op de grond is
gevallen, of een andere vorm van beschadi-
ging heeft opgelopen; breng deze naar een
bevoegde monteur.
10. Haal de acculader of de accu niet uit elkaar;
breng deze naar een bevoegde monteur wan-
neer onderhoud of reparatie nodig is. Onjuist
opnieuw ineenzetten kan namelijk een elektri-
sche schok of brandgevaar opleveren.
11. Om gevaar voor een elektrische schok te voor-
komen, trekt u de stekker van de acculader uit
het stopcontact alvorens met onderhoud of
reinigen te beginnen. Het gevaar voor een
elektrische schok wordt niet voorkomen door
de acculader alleen maar uit te schakelen.
12. De acculader is niet bedoeld voor gebruik
door kleine kinderen of geestelijk gestoorden
waarop geen toezicht wordt gehouden.
13. Houd toezicht op kleine kinderen om te
voorkomen dat ze met de acculader spelen.
30
BSR730 (Nl) (’100. 3. 24)
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCULADER EN ACCU
1. Laad de accu niet op bij een temperatuur
BENEDEN 10°C of BOVEN 40°C.
2. Gebruik voor het opladen nooit een
verhogingstransformator, een dynamo of een
gelijkstroombron.
3. Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de
acculader niet afgesloten worden of verstopt
raken.
4. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin ook
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn
van een grote stroomafgifte, oververhit-
ting, brandwonden en zelfs defecten.
5. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
6. Werp de accu nooit in het vuur, zelfs niet
wanneer deze zwaar beschadigd of volledig
versleten is. De accu kan namelijk ontploffen
in het vuur.
7. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet aan schokken of stoten blootstelt.
8. Laad de accu niet op in een bak of container.
Laad hem uitsluitend op in een goed geventi-
leerde ruimte.
BIJGEVOEGDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE MACHINE
1. Denkeraandatditgereedschapaltijdgebruiks-
klaar is, omdat het niet op een stopkontakt
hoeft te worden aangesloten.
2. Draag oorbeschermers.
3. Wijzig de stand van de beschermkappen niet
en houd ze in goede konditie.
Probeer nooit de onderste beschermkap open
te houden door ze vast te klemmen of vast te
binden. Gebruik het gereedschap niet, wan-
neer de verende beschermkap niet met kracht
over het zaagblad dichtklapt.
LET OP: Indien het gereedschap is gevallen
kan de onderste beschermkap verbogen zijn
waardoor ze niet volledig dicht kan klappen.
4. Gebruik geen zaagbladen die gebarsten of
vervormd zijn.
5. Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van
sneldraaistaal.
6. Stop het zaagblad niet door er zijwaartse
kracht op uit te oefenen.
7. Houd de zaagbladen schoon en scherp.
Wanneer de zaagbladen scherp zijn, hebt u
minder last van afslaan en terugslag (kick-
back).
8. WAARSCHUWING:
Houd uw handen uit de buurt de zaagbladen.
Steek tijdens het zagen (terwijl het zaagblad
dus ronddraait) uw handen niet onder het
werkstuk. Verwijder ook nooit de doorge-
zaagde stukken wanneer het zaagblad nog
ronddraait.
LET OP: Na het uitschakelen van de spanning
blijven de zaagbladen nog even ronddraaien.
9. Ondersteun omvangrijke werkstukken.
(Fig. 1 en 2)
Omvangrijke werkstukken bijv. planken, die-
nen te worden ondersteund, zoals aangetoond
in Fig. 1 om te voorkomen dat het zaagblad
klemraakt of het gereedschap terugslaat.
Wanneer u het zagen even moet onderbreken,
zet dan het gereedschap op het breder
gedeelte van het werkstuk of waar het kleinste
stuk van is afgezaagd.
10. Gebruik van een geleider.
Gebruik altijd een rechte geleider wanneer u in
de richting van de draad moet zagen.
11. Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag.
(Fig. 1 en 3)
Er heeft terugslag oftewel kickback plaats,
wanneer het gereedschap plotseling afslaat en
met kracht in de richting van de zager terug-
gedreven wordt. Laat de schakelaar onmiddel-
lijk los zodra het zaagblad klemraakt of het
gereedschap afslaat. Houd de zaagbladen
altijd scherp. Ondersteun omvangrijke werk-
stukken, bijv. planken, zoals boven in Fig. 1 is
aangetoond. Gebruik altijd een rechte geleider
wanner u in de richting van de draad zaagt.
Forceer het gereedschap niet. Houd uw
gedachten bij het werk en wees altijd op uw
hoede. Verwijder de zaag nooit van het werk-
stuk wanneer het zaagblad nog ronddraait.
Plaats uw hand of vinger NOOIT achter het
gereedschap, aangezien deze lichaamsdelen
ernstige verwondingen kunnen oplopen, wan-
neer het gereedschap bij eventuele kickback
met kracht teruggedreven wordt.
12. Onderste beschermkap.
Verdraai de onderste beschermkap in de
bovenste stand met behulp van de verstel-
hendel.
13. Bijstellingen.
Kontroleer alvorens te zagen of de zaagdiepte
en eventueel de afschuiningshoek juist zijn
ingesteld.
14. Installeer op het gereedschap uitsluitend de
juiste zaagbladen.
Installeer nooit zaagbladen met asgaten van
onjuiste diameters. Installeer ook nooit
defekte zaagbladen en zorg dat u altijd de
juiste vulringen of bouten gebruikt.
15. Zorg dat tijdens het zagen het zaagblad niet in
kontakt komt met spijkers.
Kontroleer dus alvorens te zagen of alle spij-
kers uit het werkstuk zijn verwijderd.
BSR730 (Nl) (’100. 3. 24)
31
16. Houd tijdens het zagen uw beide handen op de
handvaten en zorg voor behoorlijke onder-
steuning van het werkstuk.
WAARSCHUWING:
Het is uitermate belangrijk dat u het werkstuk
altijd behoorlijk ondersteunt en het gereed-
schap stevig vasthoudt teneinde te voorko-
men dat u de controle over het gereedschap
verliest en hierdoor ernstige verwondingen
oploopt. Fig. 4 laat zien hoe u het gereedschap
juist vasthoudt.
17. Plaats het bredere gedeelte van de voetplaat
op het gedeelte van het werkstuk dat behoor-
lijk ondersteund wordt en niet op het gedeelte
dat bij doorzagen af zal vallen. Bij wijze van
voorbeeld, laat Fig. 5 de JUISTE manier zien
voor het afzagen van een stuk van een plank
en Fig. 6 de VERKEERDE manier. Indien het
werkstuk te kort of te smal is, klem het dan
vast. PROBEER NOOIT SMALLE WERKSTUK-
KEN MET UW HAND VAST TE HOUDEN!
(Fig. 6)
18. Probeer nooit te zagen met het gereedschap
ondersteboven vastgeklemd op een bank-
schroef. Dit is buitengewoon gevaarlijk en kan
gemakkelijk leiden tot zeer zware verwondin-
gen. (Fig. 7)
19. Alvorens na het beeindigen van het zagen het
gereedschap neer te leggen dient u te kontro-
leren of de verende beschermkap dichtgeklapt
is en het zaagblad tot stilstand is gekomen.
20. Volg de specificaties van de fabrikant op.
Zorg ervoor dat de diameter, dikte en andere
specificaties van het zaagblad geschikt zijn
voor het gereedschap.
Zorg ervoor dat het zaagblad geschikt is voor
de draaisnelheid van de as van het gereed-
schap.
21. Gebruik geen schuurschijf.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 8)
Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu
te installeren of te verwijderen.
Om de accu te verwijderen, neemt u deze uit het
gereedschap terwijl u de knop op de zijkant van de
accu verschuift.
Om de accu te installeren, doet u de tong op de
accu overeenkomen met de groef in de behuizing
en dan schuift u de accu erin. Schuif de accu zo ver
mogelijk erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Wanneer het rode gedeelte op de bovenkant van de
knop nog zichtbaar is, zit de accu niet volledig erin.
Schuif hem volledig erin totdat het rode gedeelte
niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de
accu per ongeluk eruit vallen en uzelf of andere
personen in uw omgeving verwonden.
Probeer niet de accu met geweld in het accuhuis te
duwen. Indien de accu niet gemakkelijk erin gaat,
betekent dit dat u hem niet op de juiste wijze erin
steekt.
Laden (Fig. 9)
1. Sluit de acculader aan op het stopcontact. De twee oplaadlampjes zullen herhaaldelijk groen knipperen.
2. Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo ver mogelijk in de acculader. Het deksel van
de acculader gaat open wanneer u de accu erin steekt, en gaat weer dicht wanneer u de accu eruit haalt.
3. Wanneer de accu volledig erin zit, zal de kleur van het oplaadlampje veranderen van groen in rood en zal
het opladen beginnen. Tijdens het opladen zal het oplaadlampje blijven branden.
Eén rood oplaadlampje duidt aan dat de accu 0 80% is opgeladen, en twee rode oplaadlampjes 80
100%.
4. Nadat de accu volledig is opgeladen, zullen beide oplaadlampjes veranderen van rood in groen.
De oplaadtijd is als volgt:
Accu B2417: ca. 30 minuten
Accu B2430: ca. 60 minuten
5. Indien u de accu na volledig opladen in de acculader laat zitten, zal de acculader overschakelen naar de
‘‘bijladen (handhaven van de lading)’ stand die ongeveer 24 uur zal duren.
6. Trek de stekker van de acculader uit het stopcontact nadat het opladen is voltooid.
Model van batterijpak Capaciteit (mAh) Aantal cellen
B2417 1 700 20
B2430 3 000 20
32
BSR730 (Nl) (’100. 3. 24)
Koelsysteem
Deze acculader is voorzien van een ventilator voor het afkoelen van een warmgeworden accu om
verslechtering van de accuprestaties te voorkomen. Tijdens het koelen zult u het geluid van de koelingslucht
horen. Dit is normaal en betekent niet dat er iets mankeert aan de acculader.
Een geel waarschuwingslampje zal knipperen in de volgende gevallen.
- Er mankeert iets aan de koelventilator.
- De accu wordt slecht afgekoeld omdat deze verstopt is met stof e.d.
Zelfs wanneer het gele waarschuwingslampje knippert, kan de accu worden opgeladen. In dat geval zal het
opladen echter langer duren dan normaal.
Controleer of het geluid van de koelventilator normaal is. Controleer ook of de luchtuitlaatopeningen op de
accu en de acculader niet door stof verstopt zijn.
Indien het gele waarschuwingslampje niet knippert hoewel u geen geluid van de koelventilator hoort, is het
koelsysteem in orde.
Houd de luchtuitlaatopeningen op de acculader en de accu altijd schoon om een goede koeling te verzekeren.
Indien het gele waarschuwingslampje vaak gaat knipperen, moet u de producten naar een servicecentrum
zenden voor reparatie of onderhoud.
Optimaal heropladen
De functie voor optimaal heropladen verlengt de levensduur van de accu door de optimale oplaadconditie van
de accu in elke situatie automatisch te bepalen.
Wanneer u een accu herhaaldelijk in de volgende omstandigheden gebruikt, zal deze rap verslijten en zal het
gele waarschuwingslampje mogelijk gaan knipperen.
1. Een accu bij een te hoge temperatuur opladen
2. Een accu bij een te lage temperatuur opladen
3. Een volledig opgeladen accu opnieuw opladen
4. Een accu te veel ontladen (de accu blijven gebruiken hoewel deze bijna leeg is)
5. Een accu opladen terwijl het koelsysteem defect is
Het opladen van een dergelijke accu duurt langer dan normaal.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen batterij in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de
lader overschakelen naar de ‘‘Bijladen (Handhaven van de lading)’’ stand waardoor de batterij vers en in
volledig opgeladen toestand wordt gehouden.
Wenken om een maximale levensduur van de batterij te handhaven
1. Laad de batterij op alvorens deze volledig is ontladen.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de batterij op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen
van het gereedschap verminderd is.
2. Laad een volledig opgeladen batterij nooit opnieuw op.
Wanneer u de batterij te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan.
3. Laad de batterij op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C.
Laat een warme batterij afkoelen alvorens deze op te laden.
4. Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt.
LET OP:
De acculader is uitsluitend bestemd voor het opladen van Makita accu’s. Gebruik deze nooit voor andere
doeleinden of voor het opladen van accu’s van andere fabrikanten.
Een nieuwe accu of een accu die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan soms niet volledig worden
opgeladen. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Nadat u de accu een paar keer volledig hebt ontladen
en herladen, kunt u deze weer volledig opladen.
Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereedschap oplaadt, of een accu die voor langere tijd aan direct
zonlicht of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het oplaadlampje in rood knippert. Wacht in zo’n
geval een tijdje. Wanneerde inwendige temperatuur van de accu hoger is dan ongeveer 70°C, zullen de twee
oplaadlampjes soms in rood knipperen; bij een temperatuur tussen ongeveer 50°C en 70°C, zal één
oplaadlampje in rood knipperen. Het opladen zal beginnen nadat de accu door de koelventilator in de
acculader is afgekoeld.
Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en rood knippert, is opladen niet mogelijk. De klemmen op de
accu of acculader zijn met vuil verstopt, of de accu is versleten of beschadigd.
Indien een van de volgende condities optreedt, is de accu en/of acculader beschadigd. Laat deze nakijken
door een erkend Makita Servicecentrum of Fabriek servicecentrum.
1) Het oplaadlampje knippert niet (groen) nadat u de acculader op een stopcontact hebt aangesloten.
2) Het oplaadlampje brandt niet of knippert niet (rood) nadat u de accu in de acculader hebt gestoken.
3) Het opladen is nog niet voltooid hoewel reeds meer dan twee uur zijn verstreken nadat het rode lampje aan
het begin van het opladen is aangegaan.
BSR730 (Nl) (’100. 3. 24)
33
Verwijderen of installeren van het zaagblad
Belangrijk:
Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgescha-
keld en de batterij ervan is verwijderd alvorens het
zaagblad te verwijderen of te installeren.
Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbla-
den worden gebruikt.
Max.
diam.
Min.
diam.
Zaagblad-
dikte
Zaag-
snede
190 mm 170 mm
1,6 mm
of minder
1,9 mm
of meer
De dikte van het spouwmes is 1,8 mm.
LET OP:
Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden
aan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde speci-
ficaties.
Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker,
of de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is
dan de dikte van het spouwmes.
Om het zaagblad te verwijderen. drukt u eerst de
asvergrendeling in zodat het zaagblad niet meer kan
roteren. Draai dan met de zeskantsleutel de bout los
naar links. Verwijder vervolgens de bout, de buiten-
flens en het zaagblad. (Fig. 10)
Om het zaagblad te installeren, volgt u de procedure
voor het verwijderen in omgekeerde volgorde. ZORG
ERVOOR DAT DE BOUT STEVIG VASTGEDRAAID
IS. (Fig. 11)
LET OP:
Zorg ervoor dat de tanden van het zaagblad aan de
voorkant van het gereedschap naar boven gericht
zijn.
Gebruik uitsluitend de zeskantsleutel van Makita
voor het verwijderen of installeren van het zaag-
blad.
Afstellen van het spouwmes (Fig. 12)
Draai met de zeskantsleutel de zeskantbout voor
afstelling van het spouwmes los, en breng dan de
veiligheidskap (beschermkap) omhoog. Beweeg het
spouwmes naar boven of naar beneden over de
uitsteeksel aangegeven in Fig. 12 om de juiste
afstand tussen het spouwmes en het zaagblad te
krijgen.
LET OP:
Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de zaagtand-
rand niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet
verder dan 5 mm voorbij de onderrand van het
spouwmes uitsteekt.
Opbergplaats voor de zeskantsleutel (Fig. 13)
Berg de zeskantsleutel hier op wanneer hij niet wordt
gebruikt.
LET OP:
Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgescha-
keld en de accu ervan is verwijderd alvorens met het
afstellen van het spouwmes te beginnen.
Instellen van de zaagdiepte (Fig. 14)
Draai de hendel op de dieptegeleider los en beweeg
de voetplaat naar boven of naar beneden. Wanneer
de gewenste zaagdiepte is ingesteld, zet u de voet-
plaat weer vast door de hendel vast te draaien.
LET OP:
Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van
dunne werkstukken, om schoner en veiliger te kun-
nen zagen.
Na het instellen van de zaagdiepte, dient u de
hendel stevig vast te draaien.
Verstekzagen (Fig. 15 en 16)
Draai de klemschroeven op de voorkant en de ach-
terkant los. Hel het gereedschap om in te stellen op
de gewenste hoek (0° 50°) en draai dan de klem-
schroeven weer stevig vast.
Gebruik de 45° aanslag voor nauwkeurig 45° verstek-
zagen. Draai de hendel volledig naar rechts voor
schuine sneden (0° 45°) en volledig naar links voor
50° schuine sneden.
Instellen voor nauwkeurige sneden van 90°
en 45° (verticale snede en 45° snede)
(Fig. 17 en 18)
Deze instelling is in de fabriek gemaakt. Indien deze
instelling niet meer nauwkeurig is, kunt u bijstellen
door de stelschroeven met een schroevendraaier af
te stellen terwijl u een driehoeksliniaal, een winkel-
hoek e.d. gebruikt om te controleren of het zaagblad
een hoek van 90° of 45° maakt met de voetplaat.
LET OP:
Na het instellen van de zaagdiepte en de
verstekzaaghoek, dient u de hendel op de diepte-
geleider en de klemschroeven op de voorkant en de
achterkant stevig vast te draaien.
Richten (Fig. 19)
Voor rechte zaagsneden dient u de rechter inkeping
op de voorkant van de voetplaat op één lijn te
brengen met de zaaglijn op het werkstuk. Voor 45°
verstekzagen dient u de linker inkeping op één lijn te
brengen.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 20)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap aan te brengen,
dient u altijd te controleren of de trekschakelaar
behoorlijk werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie
terugkeert.
Om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval
wordt ingedrukt, is het gereedschap voorzien van een
ontgrendelknop.
Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de
ontgrendelknop in en dan de trekschakelaar. Laat de
trekschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
34
BSR730 (Nl) (’100. 3. 24)
Bediening (Fig. 21)
Houd het gereedschap stevig vast. Zet de voetplaat
van het gereedschap op het werkstuk zonder dat het
zaagblad contact maakt met het werkstuk. Schakel
dan het gereedschap in en wacht tot het zaagblad op
volle toeren draait. Beweeg daarna het gereedschap
gewoon naar voren over het werkstukoppervlak,
ervoor zorgend dat de voetplaat vlak op het werkstuk-
oppervlak blijft. Beweeg het gereedschap gelijkmatig
naar voren tot het werkstuk volledig is doorgezaagd.
Om schone sneden te krijgen, moet u in een rechte
lijn zagen en het gereedschap met gelijkmatige snel-
heid voortbewegen.
LET OP:
Schuif de accu altijd zo ver mogelijk erin totdat hij op
zijn plaats vergrendeld is. Zolang als het rode
gedeelte op de bovenzijde van de knop zichtbaar is,
is de accu niet goed vergrendeld. Steek hem volle-
dig erin totdat het rode gedeelte niet meer zichtbaar
is.Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen zodat u of iemand anders in uw
omgeving verwond raakt.
Wanneer u boven het hoofd boort, moet u altijd
ervoor zorgen dat de accu goed vergrendeld is
zodat hij niet uit het gereedschap kan vallen. Als u
dit niet doet, kan de accu per ongeluk eruit vallen
zodat u of iemand anders in uw omgeving verwond
raakt.
Het spouwmes moet altijd worden gebruikt, behalve
voor invalzaagwerk.
Stop het zaagblad niet door zijdelingse druk erop uit
te oefenen.
Beweeg het gereedschap tijdens het zagen altijd
langzaam recht naar voren. Forceer het gereed-
schap niet en zaag niet in een kromme baan,
aangezien dit oververhitting van de motor, gevaar-
lijke terugslag en eventueel ernstige verwondingen
kan veroorzaken.
Als u het gereedschap continu gebruikt totdat de
accu is ontladen, moet u het gereedschap ongeveer
15 minuten laten rusten alvorens met een verse
accu verder te werken.
Trekgeleider (breedtegeleider) (Fig. 22)
De handige trekgeleider (breedtegeleider) maakt het
mogelijk uiterst nauwkeurige rechte zaagsneden te
verkrijgen. Schuif de trekgeleider vlak tegen de zijkant
van het werkstuk en zet hem vast met de klemschroef
op de voorkant van de voetplaat. Met de geleider kunt
u ook herhaaldelijk stukken van gelijke breedte
afzagen.
Verbindingsstuk voor stofafzuiging
(Fig. 23 en 24)
Om uw werkomgeving schoon te houden, kunt u een
stofzuiger op dit gereedschap aansluiten. Monteer
het verbindingsstuk met behulp van de schroeven op
het gereedschap. Sluit vervolgens een stofzuigers-
lang op het verbindingsstuk aan.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de
accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te
voeren aan de machine.
Vervangen van koolborstels (Fig. 25 en 26)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangege-
ven limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen
tegelijkertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita service
centrum.
BSR730 (Nl) (’100. 6. 6)
35
GB
ACCESSORIES
CAUTION:
These accessories or attachments are recommended for use with your Makita tool specified in this manual. The
use of any other accessories or attachments might present a risk of injury to persons. The accessories or
attachments should be used only in the proper and intended manner.
F
ACCESSOIRES
ATTENTION :
Ces accessoires ou ces fixations sont recommandés pour l’utilisation de l’outil Makita spécifié dans ce manuel.
L’utilisation d’autres accessoires ou fixations peut présenter un risque de blessures. Les accessoires ou les
fixations ne devront être utilisés que dans le but et de la manière prévus.
D
ZUBEHÖR
VORSICHT:
Das mitgelieferte Zubehör ist speziell für den Gebrauch mit dem in dieser Betriebsanleitung angegebenen
Makita-Elektrowerkzeug vorgesehen. Bei Verwendung von Fremdzubehör in Verbindung mit dieser Maschine
besteht Verletzungsgefahr.
I
ACCESSORI
ATTENZIONE:
Gli accessori o raccordi seguenti sono raccomandati per l’uso con l’utensile Makita specificato in questo
manuale. L’uso di qualsiasi altro accessorio o raccordo potrebbe causare pericoli di ferite alle persone. Gli
accessori o raccordi devono essere usati soltanto nel modo corretto e specificato.
NL
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken zijn aanbevolen voor gebruik met uw Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwondingen opleveren. De accessoires of hulpstukken dienen alleen op de juiste en voorge-
schreven manier te worden gebruikt.
E
ACCESORIOS
PRECAUCIÓN:
Estos accesorios o acoplamientos están recomendados para usar con la herramienta Makita especificada en
este manual. Con el uso de cualquier otro accesorio o acoplamiento se podría correr el riesgo de producir
heridas a personas. Los accesorios o acoplamientos deberán usarse solamente de la manera apropiada y para
la que han sido designados.
76
BSR730 (access) (’100. 3. 23)
Hex wrench
Clé hexagonale
Innensechskantschlüssel
Chiave esagonale
Inbussleutel
Llave hexagonal
Chave hexagonal
Unbrakonøgle
Sexkantsnyckel
Sekskantnøkkel
Kuusioavain
∂Í·ÁˆÓÈÎfi ÎÏÂȉ›
Dust nozzle
Raccord d’aspiration
Absaugstutzen
Bocchettone polvere
Verbindingsstuk voor stofafzuiging
Salida de polvo
Bocal para o
Sugestuds
Sågspånsmunstycke
Støvtrakt
Pölysuutin
™ÙfiÌÈÔ ÛÎfiÓ˘
Hose 28 mm in inner dia. (1.5 m or 3.0 m long)
Tuyau de 28 mm de dia. intérieur
(longueur 1,5 m ou 3 m)
Schlauch von 28 mm Innendurchm.
(1,5 m oder 3,0 m Länge)
Tubo flessibile di 28 mm di diametro interno
(1,5 m o 3,0 m di lunghezza)
Slang 28 mm binnendiam.
(1,5 m of 3,0 m lang)
Manguera de 28 mm de diámetro interior
(1,5 m o 3,0 m de largo)
Mangueira com 28 mm de diâ. interior
(1,5 m ou 3,0 m de comprimento)
Slange med 28 mm invendig diameter
(1,5 m eller 3,0 m lang)
Slang med 28 mm innerdiameter
(1,5 eller 3,0 m lång)
Slange, 28 mm i indre diameter
(1,5m eller 3,0 m lang)
Sisähalkaisijaltaan 28 mm letku
(1,5 m tai 3,0 m pituinen)
™ˆÏ‹Ó·˜ 28 ¯ÈÏ. Û ÂÛˆÙÂÚÈ΋ ‰È¿ÌÂÙÚÔ
(Ì‹ÎÔ˜ 1.5 Ì. ‹ 3.0 Ì.)
BSR730 (access) (’100. 3. 24)
79

Documenttranscriptie

BSR730 (Nl) (’100. 3. 24) NEDERLANDS 1 Om terugslag te voorkomen, ondersteun de plank of plaat dicht bij de snijlijn. 2 Plaats de ondersteuningen niet te ver van de snijlijn. 3 De illustratie laat zien hoe u het gereedschap juist vasthoudt en hoe het werkstuk behoorlijk wordt ondersteund. 4 Knop 5 Accu 6 Acculader 7 Oplaadlampjes 8 Deksel van accuklem 9 Zeskantsleutel 0 Losdraaien (linksom) Verklaring van algemene gegevens q w e r t y u i o p a s d f g h Asvergrendeling Zaagblad Buitenflens Bout Binnenflens Uitsteeksels voor instelling Zeskantbout Snijdiepte Hendel Klemschroef Hendel Schuin oppervlak Voetplaat Stelschroef voor 90° Stelschroef voor 45° Driehoeksliniaal TECHNISCHE GEGEVENS Model BSR730 Diameter zaagblad ....................................... 190 mm Max. zaagdiepte 90° ............................................................... 66 mm 45° ............................................................... 47 mm 50° ............................................................... 42 mm Toerental onbelast/min. (min-1) ........................ 2 400 Totale lengte ................................................ 378 mm Netto gewicht .................................................. 4,6 kg Nominale spanning ..................................... DC 24 V • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • Opmerking: De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. Veiligheidswenken Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op te volgen. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ACCULADER EN ACCU 1. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN — Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheidsen bedieningsvoorschriften betreffende de acculader. 2. Lees alle voorschriften en waarschuwingen die zijn aangebracht op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het product waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig door alvorens de acculader in gebruik te nemen. 3. LET OP — Om gevaar voor verwonding te voorkomen, dient u met de acculader uitsluitend MAKITA oplaadbare accu’s te laden. Accu’s van andere merken kunnen gaan barsten en verwondingen of schade veroorzaken. 4. Stel de acculader niet bloot aan regen of sneeuw. 30 j k l ; z x c v b n m , . / Voor 45° verstekzagen Voor zagen in rechte lijn Voetplaat Zaaglijn Ontgrendelknop Trekschakelaar Trekgeleider (Breedtegeleider) Verbindingsstuk voor stofafzuiging Schroeven Slang 28 mm binnendiam. Stofzuiger Limietaanduiding Borstelhouderdop Schroevendraaier 5. Het gebruik van een accessoire dat door de fabrikant van de acculader niet wordt aanbevolen of verkocht, kan brandgevaar, elektrische schok of verwondingen veroorzaken. 6. Om beschadiging van het netsnoer en de stekker te voorkomen, dient u de stekker vast te pakken om het netsnoer uit het stopcontact te halen. 7. Zorg ervoor dat het netsnoer zodanig is geplaatst, dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen, en dat het niet aan beschadiging of druk is blootgesteld. 8. Gebruik de acculader niet met een beschadigd netsnoer of een beschadigde stekker — vervang deze onmiddellijk. 9. Gebruik de acculader niet indien deze een sterke schok heeft ondergaan, op de grond is gevallen, of een andere vorm van beschadiging heeft opgelopen; breng deze naar een bevoegde monteur. 10. Haal de acculader of de accu niet uit elkaar; breng deze naar een bevoegde monteur wanneer onderhoud of reparatie nodig is. Onjuist opnieuw ineenzetten kan namelijk een elektrische schok of brandgevaar opleveren. 11. Om gevaar voor een elektrische schok te voorkomen, trekt u de stekker van de acculader uit het stopcontact alvorens met onderhoud of reinigen te beginnen. Het gevaar voor een elektrische schok wordt niet voorkomen door de acculader alleen maar uit te schakelen. 12. De acculader is niet bedoeld voor gebruik door kleine kinderen of geestelijk gestoorden waarop geen toezicht wordt gehouden. 13. Houd toezicht op kleine kinderen om te voorkomen dat ze met de acculader spelen. BSR730 (Nl) (’100. 3. 24) AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ACCULADER EN ACCU 1. Laad de accu niet op bij een temperatuur BENEDEN 10°C of BOVEN 40°C. 2. Gebruik voor het opladen nooit een verhogingstransformator, een dynamo of een gelijkstroombron. 3. Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de acculader niet afgesloten worden of verstopt raken. 4. Voorkom kortsluiting van de accu: (1) Raak de accuklemmen nooit aan met een geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet in een bak waarin ook andere metalen voorwerpen zoals spijkers, munten e.d. worden bewaard. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van een grote stroomafgifte, oververhitting, brandwonden en zelfs defecten. 5. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50°C of hoger. 6. Werp de accu nooit in het vuur, zelfs niet wanneer deze zwaar beschadigd of volledig versleten is. De accu kan namelijk ontploffen in het vuur. 7. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen en hem niet aan schokken of stoten blootstelt. 8. Laad de accu niet op in een bak of container. Laad hem uitsluitend op in een goed geventileerde ruimte. BIJGEVOEGDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE MACHINE 1. Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiksklaar is, omdat het niet op een stopkontakt hoeft te worden aangesloten. 2. Draag oorbeschermers. 3. Wijzig de stand van de beschermkappen niet en houd ze in goede konditie. Probeer nooit de onderste beschermkap open te houden door ze vast te klemmen of vast te binden. Gebruik het gereedschap niet, wanneer de verende beschermkap niet met kracht over het zaagblad dichtklapt. LET OP: Indien het gereedschap is gevallen kan de onderste beschermkap verbogen zijn waardoor ze niet volledig dicht kan klappen. 4. Gebruik geen zaagbladen die gebarsten of vervormd zijn. 5. Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van sneldraaistaal. 6. Stop het zaagblad niet door er zijwaartse kracht op uit te oefenen. 7. Houd de zaagbladen schoon en scherp. Wanneer de zaagbladen scherp zijn, hebt u minder last van afslaan en terugslag (kickback). 8. WAARSCHUWING: Houd uw handen uit de buurt de zaagbladen. Steek tijdens het zagen (terwijl het zaagblad dus ronddraait) uw handen niet onder het werkstuk. Verwijder ook nooit de doorgezaagde stukken wanneer het zaagblad nog ronddraait. LET OP: Na het uitschakelen van de spanning blijven de zaagbladen nog even ronddraaien. 9. Ondersteun omvangrijke werkstukken. (Fig. 1 en 2) Omvangrijke werkstukken bijv. planken, dienen te worden ondersteund, zoals aangetoond in Fig. 1 om te voorkomen dat het zaagblad klemraakt of het gereedschap terugslaat. Wanneer u het zagen even moet onderbreken, zet dan het gereedschap op het breder gedeelte van het werkstuk of waar het kleinste stuk van is afgezaagd. 10. Gebruik van een geleider. Gebruik altijd een rechte geleider wanneer u in de richting van de draad moet zagen. 11. Voorzorgsmaatregelen tegen terugslag. (Fig. 1 en 3) Er heeft terugslag oftewel kickback plaats, wanneer het gereedschap plotseling afslaat en met kracht in de richting van de zager teruggedreven wordt. Laat de schakelaar onmiddellijk los zodra het zaagblad klemraakt of het gereedschap afslaat. Houd de zaagbladen altijd scherp. Ondersteun omvangrijke werkstukken, bijv. planken, zoals boven in Fig. 1 is aangetoond. Gebruik altijd een rechte geleider wanner u in de richting van de draad zaagt. Forceer het gereedschap niet. Houd uw gedachten bij het werk en wees altijd op uw hoede. Verwijder de zaag nooit van het werkstuk wanneer het zaagblad nog ronddraait. Plaats uw hand of vinger NOOIT achter het gereedschap, aangezien deze lichaamsdelen ernstige verwondingen kunnen oplopen, wanneer het gereedschap bij eventuele kickback met kracht teruggedreven wordt. 12. Onderste beschermkap. Verdraai de onderste beschermkap in de bovenste stand met behulp van de verstelhendel. 13. Bijstellingen. Kontroleer alvorens te zagen of de zaagdiepte en eventueel de afschuiningshoek juist zijn ingesteld. 14. Installeer op het gereedschap uitsluitend de juiste zaagbladen. Installeer nooit zaagbladen met asgaten van onjuiste diameters. Installeer ook nooit defekte zaagbladen en zorg dat u altijd de juiste vulringen of bouten gebruikt. 15. Zorg dat tijdens het zagen het zaagblad niet in kontakt komt met spijkers. Kontroleer dus alvorens te zagen of alle spijkers uit het werkstuk zijn verwijderd. 31 BSR730 (Nl) (’100. 3. 24) 16. Houd tijdens het zagen uw beide handen op de handvaten en zorg voor behoorlijke ondersteuning van het werkstuk. WAARSCHUWING: Het is uitermate belangrijk dat u het werkstuk altijd behoorlijk ondersteunt en het gereedschap stevig vasthoudt teneinde te voorkomen dat u de controle over het gereedschap verliest en hierdoor ernstige verwondingen oploopt. Fig. 4 laat zien hoe u het gereedschap juist vasthoudt. 17. Plaats het bredere gedeelte van de voetplaat op het gedeelte van het werkstuk dat behoorlijk ondersteund wordt en niet op het gedeelte dat bij doorzagen af zal vallen. Bij wijze van voorbeeld, laat Fig. 5 de JUISTE manier zien voor het afzagen van een stuk van een plank en Fig. 6 de VERKEERDE manier. Indien het werkstuk te kort of te smal is, klem het dan vast. PROBEER NOOIT SMALLE WERKSTUKKEN MET UW HAND VAST TE HOUDEN! (Fig. 6) 18. Probeer nooit te zagen met het gereedschap ondersteboven vastgeklemd op een bankschroef. Dit is buitengewoon gevaarlijk en kan gemakkelijk leiden tot zeer zware verwondingen. (Fig. 7) 19. Alvorens na het beeindigen van het zagen het gereedschap neer te leggen dient u te kontroleren of de verende beschermkap dichtgeklapt is en het zaagblad tot stilstand is gekomen. 20. Volg de specificaties van de fabrikant op. • Zorg ervoor dat de diameter, dikte en andere specificaties van het zaagblad geschikt zijn voor het gereedschap. • Zorg ervoor dat het zaagblad geschikt is voor de draaisnelheid van de as van het gereedschap. 21. Gebruik geen schuurschijf. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 8) • Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu te installeren of te verwijderen. • Om de accu te verwijderen, neemt u deze uit het gereedschap terwijl u de knop op de zijkant van de accu verschuift. • Om de accu te installeren, doet u de tong op de accu overeenkomen met de groef in de behuizing en dan schuift u de accu erin. Schuif de accu zo ver mogelijk erin totdat deze op zijn plaats vastklikt. Wanneer het rode gedeelte op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de accu niet volledig erin. Schuif hem volledig erin totdat het rode gedeelte niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk eruit vallen en uzelf of andere personen in uw omgeving verwonden. • Probeer niet de accu met geweld in het accuhuis te duwen. Indien de accu niet gemakkelijk erin gaat, betekent dit dat u hem niet op de juiste wijze erin steekt. Laden (Fig. 9) 1. Sluit de acculader aan op het stopcontact. De twee oplaadlampjes zullen herhaaldelijk groen knipperen. 2. Volg de aanduidingen op de acculader en schuif de accu zo ver mogelijk in de acculader. Het deksel van de acculader gaat open wanneer u de accu erin steekt, en gaat weer dicht wanneer u de accu eruit haalt. 3. Wanneer de accu volledig erin zit, zal de kleur van het oplaadlampje veranderen van groen in rood en zal het opladen beginnen. Tijdens het opladen zal het oplaadlampje blijven branden. Eén rood oplaadlampje duidt aan dat de accu 0 – 80% is opgeladen, en twee rode oplaadlampjes 80 – 100%. 4. Nadat de accu volledig is opgeladen, zullen beide oplaadlampjes veranderen van rood in groen. De oplaadtijd is als volgt: Accu B2417: ca. 30 minuten Accu B2430: ca. 60 minuten 5. Indien u de accu na volledig opladen in de acculader laat zitten, zal de acculader overschakelen naar de ‘‘bijladen (handhaven van de lading)’’ stand die ongeveer 24 uur zal duren. 6. Trek de stekker van de acculader uit het stopcontact nadat het opladen is voltooid. 32 Model van batterijpak Capaciteit (mAh) Aantal cellen B2417 1 700 20 B2430 3 000 20 BSR730 (Nl) (’100. 3. 24) Koelsysteem • Deze acculader is voorzien van een ventilator voor het afkoelen van een warmgeworden accu om verslechtering van de accuprestaties te voorkomen. Tijdens het koelen zult u het geluid van de koelingslucht horen. Dit is normaal en betekent niet dat er iets mankeert aan de acculader. • Een geel waarschuwingslampje zal knipperen in de volgende gevallen. - Er mankeert iets aan de koelventilator. - De accu wordt slecht afgekoeld omdat deze verstopt is met stof e.d. Zelfs wanneer het gele waarschuwingslampje knippert, kan de accu worden opgeladen. In dat geval zal het opladen echter langer duren dan normaal. Controleer of het geluid van de koelventilator normaal is. Controleer ook of de luchtuitlaatopeningen op de accu en de acculader niet door stof verstopt zijn. • Indien het gele waarschuwingslampje niet knippert hoewel u geen geluid van de koelventilator hoort, is het koelsysteem in orde. • Houd de luchtuitlaatopeningen op de acculader en de accu altijd schoon om een goede koeling te verzekeren. • Indien het gele waarschuwingslampje vaak gaat knipperen, moet u de producten naar een servicecentrum zenden voor reparatie of onderhoud. Optimaal heropladen De functie voor optimaal heropladen verlengt de levensduur van de accu door de optimale oplaadconditie van de accu in elke situatie automatisch te bepalen. Wanneer u een accu herhaaldelijk in de volgende omstandigheden gebruikt, zal deze rap verslijten en zal het gele waarschuwingslampje mogelijk gaan knipperen. 1. Een accu bij een te hoge temperatuur opladen 2. Een accu bij een te lage temperatuur opladen 3. Een volledig opgeladen accu opnieuw opladen 4. Een accu te veel ontladen (de accu blijven gebruiken hoewel deze bijna leeg is) 5. Een accu opladen terwijl het koelsysteem defect is Het opladen van een dergelijke accu duurt langer dan normaal. Bijladen (Handhaven van de lading) Wanneer u een volledig opgeladen batterij in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de lader overschakelen naar de ‘‘Bijladen (Handhaven van de lading)’’ stand waardoor de batterij vers en in volledig opgeladen toestand wordt gehouden. Wenken om een maximale levensduur van de batterij te handhaven 1. Laad de batterij op alvorens deze volledig is ontladen. Stop het gebruik van het gereedschap en laad de batterij op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het gereedschap verminderd is. 2. Laad een volledig opgeladen batterij nooit opnieuw op. Wanneer u de batterij te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan. 3. Laad de batterij op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme batterij afkoelen alvorens deze op te laden. 4. Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt. LET OP: • De acculader is uitsluitend bestemd voor het opladen van Makita accu’s. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of voor het opladen van accu’s van andere fabrikanten. • Een nieuwe accu of een accu die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan soms niet volledig worden opgeladen. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Nadat u de accu een paar keer volledig hebt ontladen en herladen, kunt u deze weer volledig opladen. • Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereedschap oplaadt, of een accu die voor langere tijd aan direct zonlicht of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het oplaadlampje in rood knippert. Wacht in zo’n geval een tijdje. Wanneer de inwendige temperatuur van de accu hoger is dan ongeveer 70°C, zullen de twee oplaadlampjes soms in rood knipperen; bij een temperatuur tussen ongeveer 50°C en 70°C, zal één oplaadlampje in rood knipperen. Het opladen zal beginnen nadat de accu door de koelventilator in de acculader is afgekoeld. • Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en rood knippert, is opladen niet mogelijk. De klemmen op de accu of acculader zijn met vuil verstopt, of de accu is versleten of beschadigd. • Indien een van de volgende condities optreedt, is de accu en/of acculader beschadigd. Laat deze nakijken door een erkend Makita Servicecentrum of Fabriek servicecentrum. 1) Het oplaadlampje knippert niet (groen) nadat u de acculader op een stopcontact hebt aangesloten. 2) Het oplaadlampje brandt niet of knippert niet (rood) nadat u de accu in de acculader hebt gestoken. 3) Het opladen is nog niet voltooid hoewel reeds meer dan twee uur zijn verstreken nadat het rode lampje aan het begin van het opladen is aangegaan. 33 BSR730 (Nl) (’100. 3. 24) Verwijderen of installeren van het zaagblad Instellen van de zaagdiepte (Fig. 14) Belangrijk: Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de batterij ervan is verwijderd alvorens het zaagblad te verwijderen of te installeren. Draai de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de voetplaat naar boven of naar beneden. Wanneer de gewenste zaagdiepte is ingesteld, zet u de voetplaat weer vast door de hendel vast te draaien. Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbladen worden gebruikt. Max. diam. Min. diam. Zaagbladdikte Zaagsnede 190 mm 170 mm 1,6 mm of minder 1,9 mm of meer De dikte van het spouwmes is 1,8 mm. LET OP: • Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden aan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde specificaties. • Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker, of de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is dan de dikte van het spouwmes. Om het zaagblad te verwijderen. drukt u eerst de asvergrendeling in zodat het zaagblad niet meer kan roteren. Draai dan met de zeskantsleutel de bout los naar links. Verwijder vervolgens de bout, de buitenflens en het zaagblad. (Fig. 10) Om het zaagblad te installeren, volgt u de procedure voor het verwijderen in omgekeerde volgorde. ZORG ERVOOR DAT DE BOUT STEVIG VASTGEDRAAID IS. (Fig. 11) LET OP: • Zorg ervoor dat de tanden van het zaagblad aan de voorkant van het gereedschap naar boven gericht zijn. • Gebruik uitsluitend de zeskantsleutel van Makita voor het verwijderen of installeren van het zaagblad. Afstellen van het spouwmes (Fig. 12) Draai met de zeskantsleutel de zeskantbout voor afstelling van het spouwmes los, en breng dan de veiligheidskap (beschermkap) omhoog. Beweeg het spouwmes naar boven of naar beneden over de uitsteeksel aangegeven in Fig. 12 om de juiste afstand tussen het spouwmes en het zaagblad te krijgen. LET OP: Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat: De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder dan 5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uitsteekt. Opbergplaats voor de zeskantsleutel (Fig. 13) Berg de zeskantsleutel hier op wanneer hij niet wordt gebruikt. LET OP: Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens met het afstellen van het spouwmes te beginnen. 34 LET OP: • Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van dunne werkstukken, om schoner en veiliger te kunnen zagen. • Na het instellen van de zaagdiepte, dient u de hendel stevig vast te draaien. Verstekzagen (Fig. 15 en 16) Draai de klemschroeven op de voorkant en de achterkant los. Hel het gereedschap om in te stellen op de gewenste hoek (0° – 50°) en draai dan de klemschroeven weer stevig vast. Gebruik de 45° aanslag voor nauwkeurig 45° verstekzagen. Draai de hendel volledig naar rechts voor schuine sneden (0° – 45°) en volledig naar links voor 0° – 50° schuine sneden. Instellen voor nauwkeurige sneden van 90° en 45° (verticale snede en 45° snede) (Fig. 17 en 18) Deze instelling is in de fabriek gemaakt. Indien deze instelling niet meer nauwkeurig is, kunt u bijstellen door de stelschroeven met een schroevendraaier af te stellen terwijl u een driehoeksliniaal, een winkelhoek e.d. gebruikt om te controleren of het zaagblad een hoek van 90° of 45° maakt met de voetplaat. LET OP: Na het instellen van de zaagdiepte en de verstekzaaghoek, dient u de hendel op de dieptegeleider en de klemschroeven op de voorkant en de achterkant stevig vast te draaien. Richten (Fig. 19) Voor rechte zaagsneden dient u de rechter inkeping op de voorkant van de voetplaat op één lijn te brengen met de zaaglijn op het werkstuk. Voor 45° verstekzagen dient u de linker inkeping op één lijn te brengen. Werking van de trekschakelaar (Fig. 20) LET OP: Alvorens de accu in het gereedschap aan te brengen, dient u altijd te controleren of de trekschakelaar behoorlijk werkt en bij loslaten naar de ‘‘OFF’’ positie terugkeert. Om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt, is het gereedschap voorzien van een ontgrendelknop. Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgrendelknop in en dan de trekschakelaar. Laat de trekschakelaar los om het gereedschap te stoppen. BSR730 (Nl) (’100. 6. 6) Bediening (Fig. 21) Houd het gereedschap stevig vast. Zet de voetplaat van het gereedschap op het werkstuk zonder dat het zaagblad contact maakt met het werkstuk. Schakel dan het gereedschap in en wacht tot het zaagblad op volle toeren draait. Beweeg daarna het gereedschap gewoon naar voren over het werkstukoppervlak, ervoor zorgend dat de voetplaat vlak op het werkstukoppervlak blijft. Beweeg het gereedschap gelijkmatig naar voren tot het werkstuk volledig is doorgezaagd. Om schone sneden te krijgen, moet u in een rechte lijn zagen en het gereedschap met gelijkmatige snelheid voortbewegen. LET OP: • Schuif de accu altijd zo ver mogelijk erin totdat hij op zijn plaats vergrendeld is. Zolang als het rode gedeelte op de bovenzijde van de knop zichtbaar is, is de accu niet goed vergrendeld. Steek hem volledig erin totdat het rode gedeelte niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen zodat u of iemand anders in uw omgeving verwond raakt. • Wanneer u boven het hoofd boort, moet u altijd ervoor zorgen dat de accu goed vergrendeld is zodat hij niet uit het gereedschap kan vallen. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk eruit vallen zodat u of iemand anders in uw omgeving verwond raakt. • Het spouwmes moet altijd worden gebruikt, behalve voor invalzaagwerk. • Stop het zaagblad niet door zijdelingse druk erop uit te oefenen. • Beweeg het gereedschap tijdens het zagen altijd langzaam recht naar voren. Forceer het gereedschap niet en zaag niet in een kromme baan, aangezien dit oververhitting van de motor, gevaarlijke terugslag en eventueel ernstige verwondingen kan veroorzaken. • Als u het gereedschap continu gebruikt totdat de accu is ontladen, moet u het gereedschap ongeveer 15 minuten laten rusten alvorens met een verse accu verder te werken. ONDERHOUD LET OP: Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te voeren aan de machine. Vervangen van koolborstels (Fig. 25 en 26) Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum. Trekgeleider (breedtegeleider) (Fig. 22) De handige trekgeleider (breedtegeleider) maakt het mogelijk uiterst nauwkeurige rechte zaagsneden te verkrijgen. Schuif de trekgeleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk en zet hem vast met de klemschroef op de voorkant van de voetplaat. Met de geleider kunt u ook herhaaldelijk stukken van gelijke breedte afzagen. Verbindingsstuk voor stofafzuiging (Fig. 23 en 24) Om uw werkomgeving schoon te houden, kunt u een stofzuiger op dit gereedschap aansluiten. Monteer het verbindingsstuk met behulp van de schroeven op het gereedschap. Sluit vervolgens een stofzuigerslang op het verbindingsstuk aan. 35 BSR730 (access) (’100. 3. 23) GB ACCESSORIES CAUTION: These accessories or attachments are recommended for use with your Makita tool specified in this manual. The use of any other accessories or attachments might present a risk of injury to persons. The accessories or attachments should be used only in the proper and intended manner. F ACCESSOIRES ATTENTION : Ces accessoires ou ces fixations sont recommandés pour l’utilisation de l’outil Makita spécifié dans ce manuel. L’utilisation d’autres accessoires ou fixations peut présenter un risque de blessures. Les accessoires ou les fixations ne devront être utilisés que dans le but et de la manière prévus. D ZUBEHÖR VORSICHT: Das mitgelieferte Zubehör ist speziell für den Gebrauch mit dem in dieser Betriebsanleitung angegebenen Makita-Elektrowerkzeug vorgesehen. Bei Verwendung von Fremdzubehör in Verbindung mit dieser Maschine besteht Verletzungsgefahr. I ACCESSORI ATTENZIONE: Gli accessori o raccordi seguenti sono raccomandati per l’uso con l’utensile Makita specificato in questo manuale. L’uso di qualsiasi altro accessorio o raccordo potrebbe causare pericoli di ferite alle persone. Gli accessori o raccordi devono essere usati soltanto nel modo corretto e specificato. NL ACCESSOIRES LET OP: Deze accessoires of hulpstukken zijn aanbevolen voor gebruik met uw Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijke verwondingen opleveren. De accessoires of hulpstukken dienen alleen op de juiste en voorgeschreven manier te worden gebruikt. E ACCESORIOS PRECAUCIÓN: Estos accesorios o acoplamientos están recomendados para usar con la herramienta Makita especificada en este manual. Con el uso de cualquier otro accesorio o acoplamiento se podría correr el riesgo de producir heridas a personas. Los accesorios o acoplamientos deberán usarse solamente de la manera apropiada y para la que han sido designados. 76 BSR730 (access) (’100. 3. 24) • • • • • • • • • • • • Hex wrench Clé hexagonale Innensechskantschlüssel Chiave esagonale Inbussleutel Llave hexagonal Chave hexagonal Unbrakonøgle Sexkantsnyckel Sekskantnøkkel Kuusioavain ∂Í·ÁˆÓÈÎfi ÎÏÂȉ› • • • • • • • • • • • • Dust nozzle Raccord d’aspiration Absaugstutzen Bocchettone polvere Verbindingsstuk voor stofafzuiging Salida de polvo Bocal para o pó Sugestuds Sågspånsmunstycke Støvtrakt Pölysuutin ™ÙfiÌÈÔ ÛÎfiÓ˘ • Hose 28 mm in inner dia. (1.5 m or 3.0 m long) • Tuyau de 28 mm de dia. intérieur (longueur 1,5 m ou 3 m) • Schlauch von 28 mm Innendurchm. (1,5 m oder 3,0 m Länge) • Tubo flessibile di 28 mm di diametro interno (1,5 m o 3,0 m di lunghezza) • Slang 28 mm binnendiam. (1,5 m of 3,0 m lang) • Manguera de 28 mm de diámetro interior (1,5 m o 3,0 m de largo) • Mangueira com 28 mm de diâ. interior (1,5 m ou 3,0 m de comprimento) • Slange med 28 mm invendig diameter (1,5 m eller 3,0 m lang) • Slang med 28 mm innerdiameter (1,5 eller 3,0 m lång) • Slange, 28 mm i indre diameter (1,5m eller 3,0 m lang) • Sisähalkaisijaltaan 28 mm letku (1,5 m tai 3,0 m pituinen) • ™ˆÏ‹Ó·˜ 28 ¯ÈÏ. Û ÂÛˆÙÂÚÈ΋ ‰È¿ÌÂÙÚÔ (Ì‹ÎÔ˜ 1.5 Ì. ‹ 3.0 Ì.) 79
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Makita bsr 730 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor