Documenttranscriptie
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
oo Stel dit apparaat niet bloot aan regen of spatten.
oo Plaats geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals vazen op
het apparaat.
oo Plaats het apparaat niet in een afgesloten ruimte zoals een kast
o.i.d.
oo Ook uitgeschakeld neemt het apparaat een geringe stroom op
wanneer de POWER of STANDBY/ON schakelaar niet op ON staat.
oo Plaats het apparaat dicht genoeg bij een stopcontact om snel de
stekker uit te kunnen trekken in geval van nood.
oo De stekker fungeert als hoofdschakelaar en dient altijd bereikbaar
te zijn.
oo Producten die met een Class ! constructie zijn uitgerust met
een driepolige plug met massaverbinding. Het snoer van zo’n
apparaat dient te worden aangesloten op een stopcontact met
randaarde.
oo Wanneer in het product batterijen aanwezig zijn (zoals een accu
of losse batterijen) deze niet blootstellen aan zonlicht, vuur of
excessieve warmte.
oo Wees altijd voorzichtig met het afspeelniveau bij oortelefoons
of hoofdtelefoons in combinatie met dit product. Excessieve
geluidsdruk (volume) van oortelefoons of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorverlies.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot scheuren of lekken
met brand, letsel of verontreiniging van nabijgelegen onderdelen als
gevolg. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen en volg deze op.
oo Zorg dat de batterijen met de juiste positieve (¥) en negatieve
(^) oriëntatie worden geplaatst.
oo Gebruik batterijen van hetzelfde type. Gebruik nooit verschillende
typen batterijen door elkaar.
oo Als de afstandsbediening voor langere tijd niet wordt gebruikt
(meer dan een maand), verwijder dan de batterijen om lekken te
voorkomen.
oo Als de batterijen lekken, verwijder dan de gelekte vloeistof in het
batterijvak en vervang de batterijen door nieuwe.
oo Gebruik geen andere batterijen dan de aangegeven typen.
Combineer geen nieuwe batterijen met oude of verschillende
typen batterijen.
oo Batterijen nooit verhitten of demonteren. Batterijen nooit in het
vuur of in het water gooien.
oo Batterijen nooit dragen of opslaan met andere metalen objecten.
De batterijen kunnen hierdoor kortsluiten, lekken of exploderen.
oo Laad een batterij nooit op, tenzij het een oplaadbare batterij is.
53
Nederlands
oo WAARSCHUWING voor producten met verwisselbare lithium
batterijen: gevaar voor explosie wanneer de batterij wordt vervangen door een verkeerd type. Uitsluitend vervafngen door
hetzelfde of equivalent type.
V Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot batterijen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES (verfolg)
Voor Europese Gebruikers
Verwerking van elektrische en elektronische apparatuur
(a) Alle elektrische en elektronische apparatuur dient te worden
gescheiden van het normale huisvuil en te worden ingeleverd
bij door de overheid daartoe aangewezen locaties.
(b) Door elektrische en elektronische apparatuur op de juiste
manier af te voeren, draagt u bij aan het juiste gebruik van
grondstoffen en voorkomt u een negatief effect op ons milieu
en de volksgezondheid.
(c) Onjuiste verwerking van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur kan het milieu en de volksgezondheid
ernstig schaden door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen
in de apparatuur.
(d) Het symbool van Gebruikte Elektrische en Elektro
nische Apparatuur (WEEE), dat een kliko met wieltjes
voorstelt met een kruis er doorheen, geeft aan dat
het apparaat niet met het huisvuil mag worden
afgevoerd, maar op de daarvoor aangewezen plaats dient te
worden ingeleverd.
(e) Inlever- en verzamelplaatsen zijn voor eindgebruikers
beschikbaar gesteld. Nadere informatie over het afvoeren
van gebruikte elektrische en elektronische apparatuur kan uw
gemeente u geven en ook de leverancier waar u de apparatuur heeft aangeschaft.
Verwerking van lege batterijen en/of accu’s
(a) Alle lege batterijen en/of accu’s dienen te worden gescheiden
van het normale huisvuil en te worden ingeleverd bij door de
overheid daartoe aangewezen locaties.
(b) Door lege batterijen en/of accu’s op de juiste manier af te
voeren, draagt u bij aan het juiste gebruik van grondstoffen en voorkomt u een negatief effect op ons milieu en de
volksgezondheid.
(c) Onjuiste verwerking van gebruikte batterijen en/of accu’s kan
het milieu en de volksgezondheid ernstig schaden door de
aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de apparatuur.
CONFORMITEITSVERKLARING
Wij, TEAC AUDIO EUROPE, Liegnitzer Straße 6,
82194 Gröbenzell, Duitsland verklaren voor eigen
verantwoording dat het TEAC product dat wordt
beschreven in deze handleiding voldoet aan de betreffende
technische normen.
LET OP
Wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door TEAC zijn goedgekeurd, laten de gebruikersgarantie
vervallen.
54
(d) Het symbool van Gebruikte Elektrische en Elektro
nische Apparatuur (WEEE), dat een kliko met wieltjes
voorstelt met een kruis er doorheen, geeft aan dat
Pb, Hg, Cd
batterijen en/of accu’s niet met het huisvuil mogen
worden afgevoerd, maar op de daarvoor aangewezen plaats
dienen te worden ingeleverd.
Wanneer een batterij of accu meer dan de gespecificeerde
hoeveelheid lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) als
aangegeven in de Richtlijn Batterijen (2006/66/EC) dan worden deze symbolen voor chemische elementen aangegeven
onder het WEEE symbool.
(e) Return and collection systems are available to end users.
Nadere informatie over het afvoeren van gebruikte batterijen
en/of accu’s kan uw gemeente u geven en ook de leverancier
waar u de apparatuur heeft aangeschaft.
Inhoud
Vóór gebruik
Bedankt voor de aanschaf van dit Esoteric-product.
Lees deze handleiding aandachtig om dit product zo goed mogelijk
te kunnen gebruiken. Berg deze handleiding na het lezen op een
veilige plek op, zodat u deze later kunt raadplegen.
In de verpakking
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Controleer of de verpakking alle hieronder weergegeven accessoires
bevat. Neem contact op met de winkel waar u dit product heeft
gekocht als een van deze accessoires ontbreekt of tijdens transport
is beschadigd.
Netsnoeren × 2
DC gelijkstroomverbindingskabels
×2
Afstandsbediening
(RC-1315) × 1
Batterijen voor afstandsbediening
(AAA) × 2
Viltjes × 8
Gebruikershandleiding
(dit document) × 1
Vóór gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
In de verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Opmerkingen puntcontactvoeten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Opmerkingen over de afstandsbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Batterijen installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Wanneer moeten de batterijen worden vervangen. . . . . . . . . . . . .
57
57
57
57
Aansluitingen (hoofdapparaat). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Aansluitingen (voedingseenheid). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Namen en functies van onderdelen (hoofdapparaat). . . . . . . . . . . . . . . 62
Namen en functies van onderdelen (voedingseenheid). . . . . . . . . . . . 63
Basisbediening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dimmer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De uitgang blokkeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
65
66
66
66
Instellingen balans en uitgangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling balans tussen links en rechts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling uitgangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling geïnverteerde fase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
67
68
68
68
Extra instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling volume display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen volumecurve. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling RCA-uitgang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling doorvoer-uitgang (RCA 2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling knopverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Helderheidsinstelling knopverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling naam ingangsbron. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling automatische displayverduistering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instelling automatische energiebeheerfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fabrieksinstellingen herstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
69
70
70
70
70
71
71
71
Nederlands
Namen en functies van onderdelen (afstandsbediening). . . . . . . . . . . 64
Garantiekaart × 1
72
72
72
Problemen oplossen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Specificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Achterpaneel (hoofdapparaat). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Achterpaneel (voedingseenheid). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
55
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
oo Deze apparaten zijn zeer zwaar. Wees op uw hoede voor letsel
tijdens installatie.
oo Plaats deze apparaten niet op een locatie die warm kan worden.
Dit geldt ook voor plaatsen in direct zonlicht, of bij een radiator,
kachel, haard of andere verwarmingsapparatuur. Plaats deze ook
niet bovenop een andere versterker of apparatuur die warmte
voortbrengt.
oo Vermijd locaties die bloot staan aan trillingen of extreme verontreiniging, kou of vochtigheid.
oo Installeer deze apparaten op minstens 20 cm afstand van wanden
of andere apparatuur om voldoende warmteafvoer mogelijk te
maken.
Als deze apparaten in een rek worden geplaatst, neem dan maatregelen om oververhitting te voorkomen door minstens 5 cm
boven de apparaten en 10 cm achter de apparaten vrij te houden.
oo Installeer deze niet met de voorkant omhoog of zijwaarts.
oo Plaats elk apparaat op een stabiele locatie in de buurt van het
audiosysteem waarmee u het gaat gebruiken.
oo Plaats niets bovenop de apparaten, zelfs geen CD’s, CR-R’s, vinyl
LP’s of cassettebandjes.
oo Plaats geen stoffen materiaal op de apparaten en plaats de apparaten niet op beddengoed of dik tapijt.
oo Voorzie de voedingseenheid van het voltage dat op het achterpaneel wordt vermeld. Neem bij twijfel contact op met een
elektricien.
oo Verplaats de apparaten niet tijdens het gebruik.
oo Open de behuizingen van de apparaten niet, omdat dit kan
leiden tot schade aan de interne elektronica of een elektrische
schok kan veroorzaken. Als er een vreemd object in een van de
apparaten terechtkomt, neem dan contact op met uw dealer.
oo Trek elk netsnoer altijd aan de stekker uit een stopcontact. Trek
nooit aan het snoer zelf.
oo Als er een TV wordt ingeschakeld terwijl het apparaat aan staat,
kunnen er bijverschijnselen als gevolg van atmosferische storingen
(‘sneeuw’) op het scherm van de TV verschijnen, afhankelijk van
de eigenschappen van het TV-zendersignaal. Dit is geen defect
van het apparaat of van de TV. Als dit zich voordoet, schakel het
apparaat uit.
56
Opmerkingen puntcontactvoeten
Metalen puntcontactvoeten van hoge precisie zijn stevig bevestigd
aan de bodemplaten van deze apparaten.
De steunen voor deze voeten zijn los, maar als een apparaat wordt
geplaatst wordt het ondersteund door deze puntcontactvoeten, die
vibraties effectief verstrooien.
Chassis
Voetsteunen (metaal)
Puntcontactvoet (metaal)
Schroeven voor het bevestigen van de voetsteunen
oo Bevestig de meegeleverde viltjes aan de onderkanten van de
voetsteunen om krassen te voorkomen op het oppervlak waarop
de apparaten worden geplaatst.
Opmerkingen over de afstandsbediening
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
Batterijen installeren
Richt de afstandsbediening bij gebruik op de ontvanger van de
afstandsbedieningssignalen op het hoofdapparaat, binnen een
afstand van 7 m. Plaats geen obstakels tussen het hoofdapparaat en
de afstandsbediening.
Ook kan gebruik vanuit een hoek de ontvangst bemoeilijken. Gebruik
dus de afstandsbediening zoveel mogelijk recht voor het apparaat.
Verwijder de klep van de achterkant van de afstandsbediening en
plaats twee AAA-batterijen met de ¥/^-uiteinden in het vak, zoals
weergegeven. Plaats de klep weer terug.
Ontvanger afstandsbedieningssignalen
7m
Wanneer moeten de batterijen worden
vervangen
VV LET OP
oo De afstandsbediening kan dienst weigeren als de signaalontvanger voor de afstandsbediening wordt blootgesteld aan direct
zonlicht of helder licht.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot scheuren of
lekken met brand, letsel of verontreiniging van nabijgelegen
onderdelen als gevolg.
Lees de voorzorgsmaatregelen op pagina 53 zorgvuldig en
neem deze in acht.
oo Let op: het gebruik van deze afstandsbediening kan ook onbedoeld andere apparaten in werking stellen, die met infrarode
straling kunnen worden bediend.
57
Nederlands
Als de vereiste afstand tussen de afstandsbediening en het hoofdapparaat kleiner wordt, of als het apparaat niet meer reageert op
de toetsen van de afstandsbediening, vervang dan beide batterijen
door nieuwe.
Verwijder de gebruikte batterijen volgens de instructies op de behuizing of de lokale verordeningen.
Aansluitingen (hoofdapparaat)
Super Audio CD-speler,
tuner etc.
Super Audio CD-speler,
etc.
AUDIO OUT
AUDIO OUT
XLR-audiokabels
RCA-audiokabels
A
B
C
Eindversterker etc.
58
XLR-audiokabels
RCA-audiokabels
AUDIO IN
Sluit dit aan met een
set van slechts één
type.
XLR pinindeling
1. AFSCHERMING
2. HOT (+)
3. COLD (−)
A Analoge audioingangen (LINE IN)
Sluit de analoge uitgangen van Super Audio CD-spelers, DVDspelers, cassettedecks, tuners en andere apparatuur hierop aan.
Sluit de R-ingangen aan op de R-uitgangen van andere apparaten, en de L-ingangen op de L-uitgangen van andere apparaten.
XLR: Gebalanceerde XLR-audiokabels
Steek de gebalanceerde XLR-plug in tot het vergrendelingshendeltje vastklikt. Druk op dit hendeltje als de
plug wordt losgemaakt.
RCA: RCA-audiokabels
Sluit de witte pinpluggen aan op de witte (L) aansluitingen en de rode pinpluggen op de rode (R) aansluiting.
oo Wijzig de instelling voor ingangspolariteit (Invert>) om de
HOT/COLD-instelling van de XLR-pluggen om te draaien
(pagina 68).
C Analoge uitgangen (LINE OUT)
Deze verzenden 2-kanaals analoge audio.
Sluit deze aan op bijvoorbeeld de analoge ingangen van een
eindversterker.
Sluit de R-uitgangen van dit apparaat aan op de R-ingangen
van andere apparaten, en de L-uitgangen op de L-ingangen van
andere apparaten.
XLR: Gebalanceerde XLR-audiokabels
Steek de gebalanceerde XLR-pluggen in tot de pluggen
vastklikken.
RCA: RCA-audiokabels
Sluit de witte pinpluggen aan op de witte (L) aansluitingen en de rode pinpluggen op de rode (R) aansluiting.
oo Gebruik in de handel verkrijgbare kabels voor de aansluitingen.
oo Dit apparaat heeft geen phono-equalizer, dus directe aansluiting van een draaitafel is niet mogelijk.
Om een draaitafel met dit apparaat te gebruiken sluit u deze
bijvoorbeeld aan via een phono-equalizer.
Nederlands
oo Gebruik in de handel verkrijgbare kabels voor de aansluitingen.
B Aardaansluiting (SIGNAL GND)
Het gebruik van een in de handel verkrijgbaar geïsoleerde kabel
om deze op de aardeaansluiting van een Super Audio CD-speler,
eindversterker of ander apparaat aan te sluiten kan de audiokwaliteit verbeteren.
oo Dit is geen aardbeveiliging.
Bij Esoteric gebruiken we Esoteric MEXCEL trekbestendige kabels
als referentie.
Ga naar de volgende website voor meer informatie.
http://www.esoteric.jp/products/esoteric/accessory/indexe.html
59
Aansluitingen (voedingseenheid)
VV Voorzorgsmaatregelen voor het aansluiten
oo Sluit eerst alles aan alvorens stekkers in het stopcontact te steken.
oo Lees de gebruikershandleidingen van alle apparatuur die wordt aangesloten en volg de instructies hierin op.
Hoofdapparaat
B
D
DC gelijkstroomverbindingskabel pijlmarkering
DC gelijkstroomverbindingskabel pijlmarkering
D
Voedingseenheid
E
F
F
Stopcontact
Meegeleverde netsnoeren
Stopcontact
60
D DC gelijkstroom in- en uitgangen
Gebruik de meegeleverde DC (gelijkstroom) voedingskabels om
de DC gelijkstroomingangen van het hoofdapparaat aan te sluiten op de DC gelijkstroomuitgangen van de voedingseenheid.
DC OUT L e DC IN L
DC OUT R e DC IN R
oo De DC gelijkstroomverbindingskabels zijn voorzien van
pijlmarkeringen. Sluit ze aan volgens de richting die wordt
aangegeven in de afbeelding op pagina 60.
Controleer de richting van de pinnen en de pijlen van elke DC
gelijkstroomverbindingskabel en houd de kabels bij de pluggen vast. Zorg dat de richting van de markeringen op de plug
en van de aansluiting overeenkomt en druk de plug volledig
in de aansluiting tot deze inklikt. Houd bij het losmaken de
ring vast en trek deze er recht uit. Trek bij het losmaken van de
plug deze niet in een hoek en wrik hem niet uit de aansluiting.
E Regelaar LED-helderheid
Draaien om de helderheid van de aan/uit-indicator in te stellen.
F Stroomingang
Sluit de meegeleverde netsnoeren aan op deze aansluitingen.
Steek na het voltooien van alle andere aansluitingen de netsnoeren in het stopcontact.
VV Gebruik uitsluitend een origineel Esoteric netsnoer. Het
gebruik van andere netsnoeren kan brand of elektrische
schokken tot gevolg hebben. Trek de stekkers uit de
stopcontacten als u het apparaat voor langere tijd niet
gebruikt.
oo Zorg dat de apparaten zijn uitgeschakeld, alvorens een DC
gelijkstroomverbindingskabel aan te sluiten of los te maken.
Nederlands
oo Zorg dat uw vingers niet beklemd raken in de ring bij het
aansluiten of losmaken van een DC gelijkstroomverbindingskabel.
Aansluiting
Zorg dat de markeringen bij aansluiten tegenover elkaar liggen.
Houd bij het losmaken de
ring vast en trek deze er
recht uit.
Plug
VV Sluit dit nooit aan op de apparaten P-0, P-01 of P1. Dit kan
schade veroorzaken.
61
Namen en functies van onderdelen (hoofdapparaat)
A
B
A Knop INPUT
D Knop VOLUME
Draai aan deze knop om de actieve ingang te kiezen. Kies de
ingang die is aangesloten op het apparaat dat u wilt gebruiken.
Hiermee wordt het geluidsvolume aangepast.
Draai deze knop met de klok mee om het volume te verhogen
en tegen de klok in om het volume te verlagen.
oo U kunt de namen wijzigen die in de display voor de aansluitingen worden weergegeven, en u kunt het apparaat ook
programmeren om specifieke ingangen over te slaan (pagina
71).
oo Als de doorvoer-uitgangen (RCA2) is ingesteld op “THRU”
en de ingangsbron is “RCA 2”, werkt de knop VOLUME niet
(pagina 70).
B Ontvanger afstandsbedieningssignalen
Hier worden signalen van de afstandsbediening ontvangen.
Richt bij gebruik van de afstandsbediening het uiteinde in de
richting van het bedieningspaneel van de ontvanger (pagina
57).
C Display
Geeft de naam van de huidige ingangsbron, volume, instelonderdelen, etc. weer.
62
D
C
VV Stel het volume altijd in op minimaal niveau alvorens het
apparaat in- of uit te schakelen. Als u dit niet doet kunnen er bij het inschakelen van het apparaat onverwachte
luide geluiden worden weergegeven die uw gehoor kunnen beschadigen of schade aan uw luidsprekers kunnen
veroorzaken.
Namen en functies van onderdelen (voedingseenheid)
E
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen.
F Stroomindicator
Nederlands
E Aan/uit-toets
F
Dit brandt blauw als het apparaat is ingeschakeld.
63
Namen en functies van onderdelen (afstandsbediening)
oo De toetsen die hier niet worden behandeld werken niet met dit
product.
oo Deze afstandsbediening kan ook worden gebruikt voor andere
Esoteric Super Audio CD/CD-spelers en D/A-converters.
oo Sommige modellen pauzeren niet als u op de toets playback/
pause (7/9) indrukt.
a
a Toets STANDBY/ON (instelling)
Gebruik deze toets om een selectie van sommige instellingen behandeld bij “Extra instellingen” te bevestigen (pagina’s
69-72). Met deze toets kunt u ook een naam aan een aansluiting toekennen (pagina 71).
oo Met deze knop kunt u het apparaat niet in- of uitschakelen.
b Toetsen INPUT(k/j)
b
e
c
f
d
Gebruik deze toetsen om tussen ingangsbronnen om te schakelen. Kies de ingang die is aangesloten op het apparaat dat u
wilt gebruiken.
Gebruik deze toets ook om instellingen te kiezen voor “Instellingen
balans en uitgangsniveau” (pagina 67) en “Extra instellingen”
(pagina 69).
Gebruik deze toetsen als cursortoetsen bij het invoeren van een
naam voor een ingangsbron.
c Toets SETUP
Gebruik met “Instellingen balans en uitgangsniveau” (pagina
67) en “Extra instellingen” (pagina 69).
d Toets DIMMER
Gebruik deze toetsen om de helderheid van de display en indicator aan te passen (pagina 66).
e Toetsen VOLUME (+/−)
Als zowel het apparaat als de afstandsbediening toetsen hebben met dezelfde functies, wordt in deze handleiding slechts
één van deze behandeld. De andere toets kan op dezelfde
manier worden gebruikt.
Hiermee wordt het geluidsvolume aangepast. Druk op de toets
+ om het volumeniveau te verhogen en op de toets − om het
te verlagen.
oo Als u de RCA 2-ingangen op “THRU” instelt, werken de volumetoetsen niet als de ingang is ingesteld op “RCA2” (pagina
70).
f Toets MUTE
Gebruik deze toets om het geluid tijdelijk te blokkeren.
Druk nogmaals op deze toets om de volume-instelling weer te
herstellen (pagina 66).
oo In geblokkeerde toestand wordt in de display de normale
weergave afgewisseld met “MUTE”.
64
Basisbediening
1
Schakel de aangesloten ingangsbronapparaten in.
2
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in te
schakelen.
Als het apparaat is ingeschakeld, worden de aan/uit-toets en de
display verlicht.
s
4
Speel de bron af en pas het geluidsvolume aan door
aan de knop VOLUME te draaien.
VV Stel het volume altijd in op minimaal niveau alvorens het
apparaat in- of uit te schakelen. Als u dit niet doet kunnen er bij het inschakelen van het apparaat onverwachte
luide geluiden worden weergegeven die uw gehoor kunnen beschadigen of schade aan uw luidsprekers kunnen
veroorzaken.
oo Schakel de eindversterker in na het inschakelen van dit
apparaat.
Nederlands
3
Draai aan de knop INPUT om een ingangsbron te
kiezen.
65
Basisbediening (vervolg)
Het apparaat uitschakelen
Dimmer
Als het apparaat wordt uitgeschakeld kunnen er onverwachte geluiden uit de luidsprekers klinken. Volg bij het uitschakelen van het
apparaat de onderstaande stappen.
1
Stop het afspelen van een aangesloten apparaat.
oo Schakel eerst de eindversterker uit.
2
Draai de knop VOLUME van het apparaat tegen de
klok in om het geluidsvolume te minimaliseren.
Elke keer als u de toets DIMMER indrukt, verandert de helderheid van
de display als volgt.
3 (Standaard helderheid)
2
1
0 (niet verlicht)
oo Zelfs bij de instelling 0 (geen verlichting) wordt de display enkele
seconden standaard verlicht als u op een toets drukt of aan een
knop draait.
oo In instelmodus brandt de display met standaard helderheid.
oo Stel het volume altijd in op minimaal niveau alvorens het
apparaat in- of uit te schakelen. Als u dit niet doet kunnen er bij het inschakelen van het apparaat onverwachte
luide geluiden worden weergegeven die uw gehoor kunnen beschadigen of schade aan uw luidsprekers kunnen
veroorzaken.
3
De uitgang blokkeren
Druk op de aan/uit-toets om het apparaat in te
schakelen.
Druk op de toets MUTE op de afstandsbediening om het geluid
tijdelijk te blokkeren. Druk nogmaals op de toets om de vorige volume-instelling te herstellen.
oo Als het geluid is geblokkeerd verschijnen “MUTE” en de gekozen
ingangsbron afwisselend in de display.
oo U kunt ook het geluid herstellen door aan de knop VOLUME te
draaien of door op de toetsen VOLUME (+/−) te drukken.
4
66
Schakel de aangesloten ingangsbronapparaten uit.
Instellingen balans en uitgangsniveau
U kunt de balans tussen links en rechts en het uitgangsniveau instellen en de fase inverteren. U kunt dit voor elke ingang afzonderlijk
instellen.
1
2
3
Druk op de toetsen INPUT (k/j) om de instelling
te wijzigen.
4
Druk meerdere malen op de toets SETUP tot de display weer terugkeert naar normale weergave.
Als de normale inhoud weer wordt weergegeven is
de instelmodus beëindigd.
Draai aan de knop INPUT om de gewenste ingangsbron te kiezen.
Druk meerdere malen op de toets SETUP om de
instelling te kiezen die u wilt wijzigen.
Nederlands
Instelmodus wordt tevens beëindigd en de normale display
verschijnt weer als er gedurende 10 of meer seconden niets
gebeurt.
Elke keer als u de toets SETUP indrukt, verandert de display.
oo Deze instellingen blijven behouden, zelfs als de netsnoeren
worden verwijderd.
oo Bij het maken van deze instellingen verschijnt de SETUPindicator links boven in de display.
oo Als u gedurende 10 seconden niets doet, wordt de instelmodus beëindigd en keert het apparaat terug naar de normale
modus.
67
Instellingen balans en uitgangsniveau (vervolg)
Instelling balans tussen links en rechts
Instelling geïnverteerde fase
Bal>***
Invert>***
Pas de balans aan tussen het linker en rechter uitgangskanaal.
U kunt deze waarde instellen van L 6,0 dB tot R 6,0 dB in stappen
van 0,5 dB. U kunt dit ook zo instellen dat slechts één kanaal is
geblokkeerd.
De standaardwaarde is 0,0 dB (geen aanpassing van de balans).
Dit kan worden gebruikt om de fase van het audioingangssignaal te
inverteren.
Als bijvoorbeeld van de XLR-uitgang van een apparaat dat signaal
naar de ingang van dit apparaat verzendt pin 2 HOT is, maar daarentegen van de XLR-ingang van het apparaat dat het signaal van dit
apparaat ontvangt pin 3 HOT is, moet deze functie worden ingesteld
op ON.
Dit is standaard ingesteld op OFF.
Eén kanaal blokkeren
Druk op de toets k om “Bal>R only” te kiezen om slechts het rechter
kanaal te laten weergeven.
Zo kunt u ook op de toets j drukken om “Bal>L only” te kiezen, om
alleen het linker kanaal te laten weergeven.
Instelling uitgangsniveau
Level>***
U kunt het uitgangsniveau voor de geselecteerd ingang aanpassen.
U kunt deze waarden instellen van −18,0 dB tot +18,0 dB in stappen
van 0,5 dB.
De standaardwaarde is 0,0 dB.
oo Als het totaal van het uitgangsniveau en de volume-instellingen
0 dB overschrijdt, gaat de uitgangsniveau-indicatie knipperen.
Verlaag het uitgangsniveau of het volumeniveau totdat het knipperen stopt.
Opmerking over deze instellingen en geluidskwaliteit
De instellingen voor links/rechts-balans en uitgangssignaal zijn
gerelateerd aan het volumeniveau. De microcomputer van het
apparaat analyseert deze instellingen en het volumeniveau om
integraal het geluidsvolume van de versterking te controleren.
Hierdoor hebben deze instellingen geen negatieve invloed op de
audiokwaliteit, in tegenstelling tot normale versterkers, die audiosignalen door meerdere schakelingen leiden.
68
OFF
Geen geïnverteerde fase
ON
Geïnverteerde fase actief
oo Wanneer de fase is geïnverteerd, verschijnt “INVERT” boven in de
display.
Extra instellingen
U kunt ook de volgende instellingen uitvoeren en fabrieksinstellingen herstellen.
3
Druk op de toetsen INPUT (k/j) om de instelling
te wijzigen.
4
Druk meerdere malen op de toets SETUP tot de
display weer terugkeert naar normale weergave.
Als de normale inhoud weer wordt weergegeven is
de instelmodus beëindigd.
Weergave volume
Volumecurve
RCA-uitgang
Doorvoer (RCA2)
Knopverlichting
Helderheid knopverlichting
Naam ingangsbron
Automatische uitschakeling displayverlichting (FL)
Automatische energiebeheerfunctie
1
Druk de toets SETUP in en houd deze ongeveer
2 seconden vast.
Houd minstens 2
seconden ingedrukt
oo Bij het maken van deze instellingen verschijnt de SETUP2indicator links boven in de display.
2
Druk meerdere malen op de toets SETUP om de
instelling te kiezen die u wilt wijzigen.
Nederlands
“Disp>***” verschijnt in de display en de instelmodus wordt
actief.
Instelmodus wordt tevens beëindigd en de normale display
verschijnt weer als er gedurende 10 of meer seconden niets
gebeurt.
oo Deze instellingen blijven behouden, zelfs als de netsnoeren
worden verwijderd.
Elke keer als u de toets SETUP indrukt, verandert de display.
oo Als u gedurende 10 seconden niets doet, wordt de instelmodus beëindigd en keert het apparaat terug naar de normale
modus.
69
Extra instellingen (vervolg)
Instelling volume display
Instelling doorvoer-uitgang (RCA 2)
Disp>***
RCA2>***
U kunt instellen hoe het volumeniveau wordt weergegeven.
De standaardwaarde is “dB”.
U kunt kiezen of de RCA 2-aansluitingen als normale ingangen worden gebruikt of fungeren als doorvoeraansluitingen.
De standaardinstelling is “NML”.
Step
Het volume wordt in stappen weergegeven (0 tot 99).
dB
Het volumeniveau wordt weergegeven in decibel (−∞ tot 0,0 dB).
Als er geen geluid wordt geproduceerd (−∞ dB), verschijnt “---”.
oo Indien ingesteld op dB verschijnt de dB-indicator rechts boven in
de display.
Instellingen volumecurve
NML (normaal)
Kies dit om de RCA 2-aansluitingen als normale ingangen te gebruiken.
THRU (doorvoer)
Het volumeniveau dat wordt aangepast met de knop VOLUME
wordt genegeerd als deze instelling is gekozen. Geluidssignalen
worden door de RCA 2-aansluitingen ongewijzigd doorgegeven. (de
voorversterker past hierop geen niveauaanpassing toe)
Druk na het kiezen van “THRU” op de toets STANDBY/ON (instelling)
om de instelling te activeren.
VolTable>***
Volume [dB]
Bij dit apparaat kan het volumeniveau worden aangepast van −∞
tot 0 dB. Dit bereik is verdeeld in 100 stappen (genaamd de “volumecurve”) van 0 tot 99. U kunt kiezen uit de hieronder weergegeven 5
verschillende volumecurves (A, B, C, D en E). De standaardinstelling
is “A”.
0
-10
-20
-30
-40
-50
-60
-70
-80
-90
-∞
“THRU” verschijnt in de display, in plaats van het volumeniveau dat
met de knop VOLUME is ingesteld.
A
B
C
D
E
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 99
Stappen
Instelling RCA-uitgang
RCAOut>***
Schakel met deze instelling de RCA-uitgangen in (ON) of uit (OFF).
De standaardinstelling is “OFF”.
OFF
Er wordt geen signaal verzonden via de RCA-aansluitingen.
ON
Er wordt signaal verzonden via de RCA-aansluitingen.
70
Als u bijvoorbeeld de pre-out-aansluitingen (FRONT L/R) van een
AV-versterker op de RCA 2-aansluitingen van dit apparaat aansluit, en RCA2 instelt op “THRU”, kunt u ook de luidsprekers die
door dit apparaat zijn aangesloten als de voorluidsprekers van de
AV-versterker gebruiken. (Als “RCA2” is ingesteld, controleert de
AV-versterker het volumeniveau.)
oo Als de doorvoer-uitgangen (RCA2) is ingesteld op “THRU” en de
ingangsbron is “RCA 2”, werkt de knop VOLUME niet.
VV Omdat de knop VOLUME van dit apparaat geen functie heeft als “THRU” is ingesteld, dient u voorzichtig te
zijn als u op de RCA 2-ingangen een apparaat aansluit
dat geen volumeregeling heeft. Als u de ingangsbron
overschakelt naar RCA 2 kunnen er zeer luide geluiden
worden weergegeven, die tot gehoorbeschadiging of
schade aan uw luidsprekers kunnen leiden.
Als u op de RCA 2-ingangen een apparaat aansluit dat
geen volumeregeling heeft en RCA 2 instelt op “THRU”,
sluit dan op de analoge uitgangen van dit apparaat
(LINE OUT) altijd een apparaat een met volumeregeling).
Gebruik dat apparaat om het volume te minimaliseren,
alvorens de ingangsbron over te schakelen op RCA 2, en
verhoog daarna het volumeniveau geleidelijk.
Instelling knopverlichting
Instelling naam ingangsbron
Light>***
XLR1=
U kunt instellen of de ringen rond de knop branden of niet. De standaardinstelling is “auto”.
OFF
De ringen rond de knop branden niet.
ON
De ringen rond de knop branden.
auto
Als de knoppen worden bediend, branden de ringen.
Helderheidsinstelling knopverlichting
LightLv>***
U kunt de helderheid instellen van de verlichte ringen rond de knoppen. De standaardinstelling is “5”.
5 (normale helderheid)
c
3
c
2
c
1
c
0 (Off )
XLR3=
RCA1=
RCA2=
U kunt de namen wijzigen van de ingangen van het apparaat, die
worden weergegeven in de display als van ingangsbron wordt overgeschakeld. U kunt de namen zelf bepalen (met een maximum van
vijf tekens).
U kunt ook instellen dat het apparaat bij het overschakelen van
ingangsbron aansluitingen overslaat waarop geen apparatuur is
aangesloten.
Als er bijvoorbeeld een Super Audio CD-speler is aangesloten op
de RCA 1-aansluitingen en een DVD-speler is aangesloten op de
RCA 2-aansluitingen, kunnen voor de RCA 1- en RCA 2-aansluitingen namen worden gebruikt als “SACD” en “DVD”, terwijl de andere
aansluitingen kunnen worden ingesteld op “*skip”. Als u van ingangsbron overschakelt kunnen alleen “SACD” en “DVD” worden gekozen,
zodat het makkelijker is om alleen de ingangen te kiezen die kunnen
worden gebruikt.
Gebruik de toetsen INPUT (k/j) om de naam van de aansluiting
te kiezen.
Opties naam aansluiting: CD, DAC, SACD, DVD, CD-R, DVD-R, TAPE,
MD, TUNER, PC, MP3, AUX, TV, VIDEO, VCR,
*skip (bewerkbaar)
oo De functie overslaan werkt niet als alle aansluitingen zijn ingesteld op “*skip”.
Eigen namen voor ingangen maken
1) Druk als de naam van de ingangsaansluiting (XLR1, XLR2,
RCA1 of RCA2) en “=” worden weergegeven meerdere malen
op de toetsen INPUT (k/j) tot het werkbare scherm verschijnt (standaardinstelling “88888”).
2) Druk op de toets STANDBY/ON (instelling).
3) Voer de tekens in.
Druk op de toetsen k/j om de cursor te verplaatsen.
Druk op de toetsen VOLUME (+/−) om tekens te kiezen.
4) Druk als u klaar bent met het invoeren van de tekens op de
toets STANDBY/ON (instelling) om de selectie te bevestigen.
oo Tijdens het invoeren van de naam kunnen het volumeniveau
en de ingang niet worden gewijzigd.
oo Beschikbare tekens
Letters: A-Z, a-z
Nummers: 0-9
Symbolen: ! " # $ % & ‘ ( ) * + , − . / : ; < = > ? @ 8 (spatie)
71
Nederlands
4
c
XLR2=
Extra instellingen (vervolg)
Instelling automatische displayverduistering
DPaOFF>***
De display kan na een ingestelde tijdsduur automatisch worden
verduisterd.
De standaardinstelling is “ON”.
ON
De display wordt automatisch verduisterd als de erin weergegeven
informatie 30 minuten lang niet wordt gewijzigd.
Wij adviseren het gebruik van de functie automatische displayverduistering. Als de display voor lange tijd dezelfde informatie weergeeft,
kunnen er zich onregelmatigheden in de helderheid voordoen.
OFF
Automatische displayverduistering wordt niet actief.
Instelling automatische energiebeheerfunctie
APS>***
De standaardinstelling is “30m”.
Als er zich gedurende de ingestelde periode geen audioingangssignaal (onafgebroken stilte) aan de geselecteerde ingangsbronnen
bevindt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
oo Audioingangssignaal van andere ingangsbronnen dan de geselecteerde heeft geen effect op de werking van de automatische
energiespaarstand.
30m
30 minuten
60m
60 minuten
90m
90 minuten
120m
120 minuten
OFF
De automatische energiebeheerfunctie is uitgeschakeld.
72
Fabrieksinstellingen herstellen
Setup>***
U kunt de fabrieksinstellingen herstellen en daarmee alle in het
geheugen aangebrachte wijzigingen ongedaan maken. Druk op
de toetsen k/j tot “CLR” knippert en druk vervolgens op de toets
STANDBY/ON (instelling) om de fabrieksinstellingen te herstellen.
Problemen oplossen
Onderhoud
Als u een probleem met dit product ervaart, controleer dan eerst de
volgende informatie, alvorens service aan te vragen. Bovendien kan
het probleem worden veroorzaakt door een andere bron dan dit
apparaat. Controleer ook de werking van de aangesloten apparaten.
Als dit product nog steeds niet correct werkt, neem dan contact op
met de leverancier waar u het heeft gekocht.
Gebruik een zachte droge doek om het oppervlak van de apparaten
te reinigen.
Gebruik voor hardnekkige vlekken een vochtige doek die stevig is
uitgewrongen om overmatig vocht te vermijden.
Het apparaat gaat niet aan.
eePlaats de stekkers in de stopcontacten.
Afstandsbediening werkt niet.
eeSchakel het hoofdapparaat in (pagina 65).
eeVervang beide batterijen als deze leeg zijn (pagina 57).
eeDe afstandsbediening werkt niet als er zich een obstakel tussen de afstandsbediening en het apparaat bevindt. Richt de
afstandsbediening op het hoofdapparaat en gebruik deze binnen een straal van 7 m van het frontpaneel (pagina 57).
Zorg dat de apparaten niet langdurig in aanraking komen met rubber
of plastic materialen, omdat deze de behuizing kunnen beschadigen.
Spuit nooit vloeistoffen rechtstreeks op deze apparaten.
Gebruik geen chemische reinigingsdoekjes, oplosmiddel of soortgelijke substanties, omdat deze het oppervlak van de apparaten
kunnen beschadigen.
VV Trek voor de veiligheid vóór het schoonmaken de stekkers uit het stopcontact.
Een televisie of ander apparaat werkt niet goed.
eeHet gebruik van de afstandsbediening van dit apparaat kan tot
gevolg hebben dat sommige televisies met draadloze afstandsbedieningsfuncties wellicht niet goed werken.
Nederlands
Kan ingang niet selecteren.
eeControleer of de ingangsbron niet is ingesteld op overslaan
(pagina 71).
Knop VOLUME werkt niet.
eeAls de doorvoer-uitgangen (RCA2) is ingesteld op “THRU” en
de ingangsbron is “RCA 2”, werkt de knop VOLUME niet (pagina
70).
Weergave volume knippert.
eeHet geluidsvolume overschrijdt het maximale totale geluidsniveau van dit apparaat. Verlaag het geluidsvolume totdat de
display stopt met knipperen.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
eeDit komt omdat de automatische energiebeheerfunctie het
apparaat uitschakelt. Schakel het apparaat weer in. Wijzig
eventueel de tijdinstelling voor de automatische energiebeheerfunctie (pagina 72).
“Chk Power!” verschijnt in de display.
eeControleer of beide netsnoeren F en beide DC gelijkstroomverbindingskabels D juist zijn aangesloten op deze apparaten
(pagina’s 60 en 61).
Omdat dit apparaat gebruikmaakt van een microcontroller,
kan externe ruis of andere interferentie de werking van dit
apparaat negatief beïnvloeden. Schakel als dit zich voordoet
het apparaat een keer uit en schakel het na ongeveer een
minuut weer in.
Opmerking over condensatie
Als dit apparaat van een koude buitenomgeving naar een warme
ruimte wordt overgebracht, of als in de ruimte waar het apparaat
zich bevindt bijvoorbeeld de verwarming wordt ingeschakeld,
kan er zich condensatie op onderdelen of lenzen voordoen, wat
incorrecte werking tot gevolg heeft. Laat als dit gebeurt het apparaat ingeschakeld en wacht 1–2 uur. Dit moet normaal afspelen
mogelijk maken.
73
Specificaties
Analoge audio-ingangen
Algemeen
Aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RCA × 2 paar
XLR × 3 paar
(RCA 2 kan worden gebruikt als een AV pre-ingang)
Voeding
Model voor Europa/Hong Kong. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . AC 230 V, 50 Hz
Model voor USA/Canada. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . AC 120 V, 60 Hz
Model voor Korea. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . AC 220 V, 60 Hz
Ingangsimpedantie
RCA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 kΩ
XLR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 kΩ
Ingangsgevoeligheid. . . . . . . . . . . Bij gewogen uitgangsniveau: 510 mV
Maximum ingangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 V
Analoge audio-uitgangen
Aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RCA × 2 paar
XLR × 2 paar
Uitgangsimpedantie
RCA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Ω
XLR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Ω
Totale harmonische vervorming
RCA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,0006 %
XLR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,0004 %
Frequentierespons. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Hz – 200 kHz (−3,0 dB)
3 Hz – 50 kHz (−0,2 dB)
Opgenomen vermogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 W
Externe afmetingen (B × H × D) (inclusief uitstekende delen)
Hoofdapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 445 × 132 × 457 mm
Voedingseenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 445 × 132 × 451 mm
Gewicht
Hoofdapparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 kg
Voedingseenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 kg
Bedrijfstemperatuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +5°C tot +35°C
Meegeleverde accessoires
Netsnoeren × 2
DC gelijkstroomverbindingskabels × 2
Afstandsbediening (RC-1315) × 1
Batterijen voor afstandsbediening (AAA) × 2
Viltjes × 8
Gebruikershandleiding (dit document) × 1
Garantiekaart × 1
Signaal/ruisverhouding (S/N). . . . . . . . . . 116 dB(A) (2 V ingangsniveau)
Gain. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +12 dB
Gewogen uitgangsniveau. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 V
Maximaal uitgangsniveau
RCA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,5 V (1 kHz, 0,003 %)
XLR. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 V (1 kHz, 0,003 %)
74
oo Ontwerp en specificaties kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
oo Gewicht en afmetingen zijn benaderingen.
oo Afbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van
de productiemodellen.
Achterpaneel (hoofdapparaat)
Nederlands
75
Achterpaneel (voedingseenheid)
76