Sony TA-FA777ES de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
2
NL
Bediening
Alvorens u begint met het aansluiten
van andere apparatuur op deze
versterker, schakelt u alle betrokken
apparatuur uit en trekt u de stekker van
de versterker uit het stopcontact.
Schoon houden van de versterker
Reinig de behuizing, het voorpaneel en
de bedieningsorganen met een zachte
doek, licht bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurspons of schuurmiddelen en ook
geen oplosmiddelen zoals wasbenzine
of alkohol.
Om “rondzingen” van een hinderlijke
fluittoon te voorkomen
Neem de volgende voorzorgen in acht:
verminder de geluidssterkte.
zet een platenspeler niet te dicht
bij de luidsprekers.
zet een platenspeler op een stel in
de audio-handel verkrijgbare
isolerende voetjes.
houd een aangesloten microfoon
uit de buurt van de luidsprekers.
Voor de beste bescherming tegen
rondzingen is het aanbevolen de
luidsprekers en/of de platenspeler op
een zwaar houten of stenen ondergrond
te plaatsen.
Mocht u verder nog vragen of
problemen met de bediening van het
apparaat hebben, aarzel dan niet contact
op te nemen met de dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Demonteer in geen geval de
behuizing van dit apparaat, aangezien
dit kan leiden tot een elektrische
schok. Laat inwendig onderhoud over
aan bevoegd vakpersoneel.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker van de versterker uit het
stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur
controleren, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de versterker in
gebruik te nemen, of de
bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning van
de versterker staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van
het apparaat.
Zolang de stekker van het netsnoer in
het stopcontact steekt, blijft er
spanning op het apparaat staan, ook
al is de versterker zelf uitgeschakeld
met de POWER schakelaar.
Verbreek de aansluiting van het
netsnoer op het stopcontact wanneer
u denkt de versterker geruime tijd
niet te gebruiken. Trek voor het
verbreken van de aansluiting op het
stopcontact alleen aan de stekker;
nooit aan het snoer zelf.
Het netsnoer mag alleen vervangen
worden door bevoegd vakpersoneel.
Opstelling
Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met voldoende
luchtdoorstroming om oververhitting
van de inwendige onderdelen te
voorkomen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een juist functioneren van
het apparaat en een langere
levensduur van de componenten.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot
aan regen of vocht, om gevaar
van brand of een elektrische
schok te voorkomen.
Open niet de behuizing, om
gevaar van elektrische
schokken te vermijden. Laat
reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Plaats het apparaat niet in een
gesloten ruimte, zoals een
boekenrek of ingebouwde
kast.
3
NL
DE
NL
SE
IT
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie 4
Aansluiten van geluidsapparatuur 5
Aansluiten van de luidsprekers 5
Aansluiten van het netsnoer 5
Basisbediening
Luisteren naar muziek 6
Maken van geluidsopnamen 7
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 8
Technische gegevens 8
Overzicht van het achterpaneel 9
Uitpakken
Controleer of het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking
aanwezig is:
Netsnoer (1)
Welkom!
Hartelijk dank voor uw aankoop van
deze Sony geïntegreerde stereo
versterker. Lees, alvorens het apparaat
in gebruik te nemen, deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door en
bewaar deze voor eventuele naslag.
Omtrent deze
handleiding
Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening van het model
TA-FA777ES. Het modelnummer van
uw versterkerstaatop het achterpaneel.
Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening met de
toetsen op het apparaat zelf.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u het
onderstaande tekentje aantreffen:
z Dit symbool vestigt uw aandacht
op handige tips, die de bediening
vergemakkelijken.
Voorbereidingen
4
NL
Luidspreker
(links)
Actieve
luidspreker,enz.
Luidspreker
(rechts)
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke
compact disc speler of platenspeler; 2 per cassettedeck, DAT
deck of minidisc-recorder)
Aansluitingen
De pijl geeft de richting van de signaalstroom aan. ( ç )
Superaudio-CD/compact disc speler
Versterker Superaudio-CD/compact disc speler
Ç
L
R
L
R
OUTPUT
LINE
SACD/CD
IN
Aansluiten van een
Superaudio-CD/
compact disc speler
met gebalanceerde aansluitingen
Wanneer de speler en de versterker ver uit elkaar staan,
moet afgeschermde, gebalanceerde aansluitsnoeren om
externe storing tot een minimum te beperken.
1: GROUND
2: HOT(+)
3: COLD(–)
CONNECTION
ASSIGNMENT
1
2
3
Versterker
Ç
AUX INPUT BALANCED OUTPUT
L
R
L
R
Na het aansluiten van de gebalanceerde aansluitsnoeren zet
u de AUX INPUT keuzeschakelaar op “BALANCED”.
c
AUX INPUT
BALANCED
UNBALANCED
Opmerking
Gebruik niet tegelijk de gebalanceerde en ongebalanceerde aansluitingen.
Dit zou de geluidskwaliteit nadelig kunnen beïnvloeden.
Tuner
Versterker Tuner
Ç
L
R
OUTPUT
LINE
L
R
TUNER
IN
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
Rood (R)
Gebalanceerd aansluitsnoer
(Canon XLR-3-32 of
gelijkwaardig)
(niet bijgeleverd)
Met het pijltje
tegenover dit nokje.
Voor losmaken drukt u het nokje in.
Superaudio-CD/compact disc speler
Aansluiten van de stereo-
installatie
Op deze versterker kunt u de volgende geluidsapparatuur
voor opname en weergave aansluiten. Volg de onderstaande
aanwijzingen voor het aansluiten van de gewenste
apparatuur. Zie voor de plaats en de benaming van de
aansluitbussen het “Overzicht van het achterpaneel” op blz. 9.
Alvorens met aansluiten te beginnen
Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
Steek de stekker van het netsnoer pas in het
stopcontact nadat alle andere aansluitingen naar
behoren zijn gemaakt.
Gebruik voor het aansluiten op de versterker de bij
elk apparaat geleverde aansluitsnoeren. Zijn deze
niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan
kunt u zich in de audio-handel extra aansluitsnoeren
aanschaffen.
Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten op dat u de gekleurde stekkers,
en daarmee de polen, van de aansluitsnoeren niet
verwisselt; sluit rood (rechts) aan op rood, en wit
(links) op wit, zowel op de versterker als op de
aangesloten apparatuur.
Aansluiten van geluidsapparatuur
Overzicht
Hieronder volgen een aantal schema’s en aanwijzingen
voor het aansluiten van verschillende audio-
componenten op de versterker.
PRE OUTTAPE2/MD
PHONO
SACD/CD
TUNER AUX
TAPE3 TAPE1/DAT
2
3
1
Superaudio-
CD/compact
disc speler
Tuner
Cassettedeck
DAT deck
Minidisc-
recorder
Platenspeler
ON
PHONO
TAPE 3
TAPE 2 / MD
TAPE 1 / DAT
AUX
TUNER
SACD/CD
AUX
RECOUT SELECTOR
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
OFF
(AUX, CD, TUNER, PHONO)
PHONES
U
TAPE2
c
1/3
TAPE1
c
2/3
SACD/CD
TUNER
PHONO
REC OUT
SOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR
ATTENUATOR
dB
15
13
11
9
7
5
3
1
0
80
66
55
46
36
28
21
5
NL
Voorbereidingen
Cassette, minidisc-recorder of DAT deck
Versterker Cassettedeck
Ç
ç
OUTPUT
LINE
L
R
INPUT
LINE
TAPE3
L
R
REC OUT IN
Volg de bovenstaande afbeeldingen voor het verbinden van
de OUTPUT en INPUT aansluitingen van:
een cassettedeck op de TAPE3 aansluitingen
een cassettedeck of minidisc-recorder op de TAPE2/
MD aansluitingen
een cassettedeck of DAT deck op de TAPE1/DAT
aansluitingen
Platenspeler
1 U dient de kortsluitstekkers uit de PHONO stekkerbussen
te verwijderen voor u de snoeren kunt aansluiten.(Laat de
kortsluitstekkers zitten als u geen platenspeler aansluit.)
Steek de kortsluitstekkers niet in de REC OUT
stekkerbussen van de versterker. Dit kan storing in de
werking en eventuele beschadiging van de versterker
veroorzaken.
2 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan.
Versterker
Platenspeler
Ç
L
R
INPUT
PHONO
y
3 Gebruik de elementkeuzeschakelaar (CARTRIDGE) om in
te stellen op het gebruikte type element.
Druk de toets in (O) als u een dynamisch (MC) element
gebruikt en laat de toets in de uit-stand (o) staan voor een
magnetisch (MM) element.
TV-toestel of videorecorder
Versterker TV-toestel of videorecorder
Ç
L
R
L
R
OUTPUT
LINE
INPUT
AUX
Zet de AUX INPUT hulpingang-keuzeschakelaar op
“UNBALANCED”.
C
AUX INPUT
BALANCED
UNBALANCED
Actieve luidspreker (met ingebouwde versterker)
Versterker Actieve luidspreker
ç
INPUT
L
R
PRE OUT
Aansluiten van de luidsprekers
Overzicht
Hieronder volgen de aanwijzingen voor het aansluiten van
uw luidsprekers op de versterker. Deze versterker biedt
aansluitmogelijkheden voor twee stel luidsprekers, hier
SPEAKERS MAIN en SPEAKER BI-WIRE genoemd.
SPEAKERS (MAIN)SPEAKERS (BI-WIRE)
2
3
1
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke luidsprekerbox)
(+)
(–)
(+)
(–)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen
van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan
en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming
optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn.
Aansluitingen
]}
SPEAKERS
R MAIN L
+
––+
]}
Aansluiten van luidsprekers met dubbele
aansluitingen
Aangezien de beide paren luidspreker-aansluitingen van deze
versterker, SPEAKERS MAIN en SPEAKERS BI-WIRE, geschikt
zijn voor gelijktijdige weergave, kunt u deze gebruiken voor het
aansluiten van luidsprekers met dubbele aansluitingen
.
Opmerking
Op deze versterker kunt u luidsprekers aansluiten met een
nominale impedantie van 4 tot 16 ohm.
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer op de versterker aan en sluit dan de
versterker en de aangesloten geluidsapparatuur op een
gewoon wandstopcontact aan.
Opmerking
Zorg dat het netsnoer, de audio-aansluitsnoeren en de
luidsprekersnoeren niet te dicht bij elkaar liggen. Wanneer
de audio-aansluitsnoeren het netsnoer raken of wanneer het
netsnoer of de luidsprekersnoeren te dicht langs de
kaderantenne of de antennedraad van de tuner lopen, kan er
storing ontstaan en kan de geluidskwaliteit teruglopen.
Basisbediening
6
NL
Zie voor het aansluiten van de
versterker de beschrijving op
blz. 4 en 5.
z
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de
PHONES aansluiting en zet de
SPEAKERS schakelaar op “OFF”.
z Luisteren naar het signaal
zonder bijregeling
Druk de SOURCE DIRECT
schakelaar in de “ON” stand.
Het SOURCE DIRECT
indicatorlampje licht op.
Aangezien het geluidssignaal nu
niet via de toonregelingscircuits
loopt, kunt u luisteren naar het
oorspronkelijke geluid zonder
bijregeling.
Opmerking
Wanneer de SOURCE DIRECT
schakelaar in de “ON” stand staat,
zullen de BASS, TREBLE en
BALANCE regelaars niet werken.
z Voor beter geluid
Voor het luisteren naar een
geluidsbron aangesloten op de
PHONO, TUNER, SACD/CD of
AUX aansluitingen, kunt u de REC
OUT opname-uitgangstoets beter op
“OFF” zetten, om eventuele storing
door het REC OUT opname-
uitgangscircuit te vermijden.
Opmerking
Stel de weergave via de
luidsprekers niet zo hoog in dat er
vervorming van het geluid optreedt.
Vervorming in de hoge tonen kan
de luidsprekers beschadigen.
Luisteren naar muziek
1
Druk op de aan/uit-schakelaar
U
(POWER) om de versterker in te schakelen.
Het POWER spanningslampje zal van rood in groen veranderen.
2
Draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel naar links, om beschadiging
van de luidsprekers door geluidspieken en schakelklikken te voorkomen.
3
Schakel de geluidsbron in waarnaar u wilt luisteren.
4
Stel de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) in op de gewenste
geluidsbron. Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op.
Voor luisteren naar een Zet u de INPUT SELECTOR op
Grammofoonplaat PHONO
Radio-uitzending TUNER
Superaudio-CD/Compact disc SACD/CD
Geluidsbron aangesloten op de AUX
hulpingangen
AUX
Geluidsbron aangesloten op de
—TAPE3 aansluitingen TAPE3
—TAPE2/MD aansluitingen TAPE2/MD
—TAPE1/DAT aansluitingen TAPE1/DAT
5
Zet de SOURCE DIRECT schakelaar in de “OFF” stand.
Controleer of het SOURCE DIRECT indicatorlampje niet
oplicht. Wanneer het indicatorlampje oplicht, zullen de BASS,
TREBLE en BALANCE regelaars niet werken.
6
Start de weergave van de geluidsbron.
Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR volumeregelaar.
Let op dat de SPEAKERS schakelaar in de “ON” stand staat.
Voor Drukt u op, of draait u aan
Bijregelen van de lage tonen BASS
Bijregelen van de hoge tonen TREBLE
Instellen van de links/rechts balans BALANCE
241
65
ON
PHONO
TAPE 3
TAPE 2 / MD
TAPE 1 / DAT
AUX
TUNER
SACD/CD
AUX
RECOUT SELECTOR
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
OFF
(AUX, CD, TUNER, PHONO)
PHONES
U
TAPE2
c
1/3
TAPE1
c
2/3
SACD/CD
TUNER
PHONO
REC OUT
SOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR
ATTENUATOR
dB
15
13
11
9
7
5
3
1
0
80
66
55
46
36
28
21
Basisbediening
7
NL
Maken van geluidsopnamen
1
Druk op de aan/uit-schakelaar
U
(POWER) om de versterker in te schakelen.
Het POWER spanningslampje zal van rood in groen
veranderen. Draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel
naar links, om beschadiging van de luidsprekers door
geluidspieken en schakelklikken te voorkomen.
2
Schakel de geluidsbron in waarvan u wilt opnemen.
3
Draai de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in de
stand voor de geluidsbron die u wilt beluisteren.
4
Stel de opnamekeuzeschakelaar (REC OUT SELECTOR) in op
de gekozen geluidsbron voor opname.
Voor opnemen vanaf een Zet u de REC OUT SELECTOR op
Grammofoonplaat PHONO
Radio-uitzending TUNER
Superaudio-CD/compact disc SACD/CD
Geluidsbron aangesloten op de AUX
hulpingangen
AUX
Geluidsbron aangesloten op de
—TAPE2/MD aansluitingen TAPE2 c 1/3
—TAPE1/DAT aansluitingen TAPE1 c 2/3
5
Zet de REC OUT opname-uitgangstoets op “ON”.
Zolang deze toets in de “OFF” uit-stand staat, is opnemen van een
geluidsbron niet mogelijk, uitgezonderd het kopiëren van bandopnamen
vanaf de TAPE2/MD IN aansluitingen naar de TAPE1/DAT of TAPE3
REC OUT uitgangen of van de TAPE1/DAT IN aansluitingen naar de
TAPE2/MD of TAPE3 REC OUT opname-uitgangen.
6
Breng de opname-apparatuur in gereedheid voor het opnemen
en start de opname.
7
Start de weergave van de geluidsbron.
Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR volumeregelaar.
Zie voor het aansluiten van de
versterker de beschrijving op
blz. 4 en 5.
z Via deze versterker kunt u
dezelfde geluidsbron op drie
opname-apparaten tegelijk
opnemen.
Opnemen is echter niet
mogelijk vanaf de TAPE3
aansluitingen naar de
apparatuur aangesloten op
de TAPE2/MD of TAPE1/
DAT aansluitingen.
z Tijdens opnemen kunt u
meeluisteren naar het
zojuist opgenomen geluid,
door de INPUT SELECTOR
schakelaar in te stellen op
de opname-uitgang
Dit kan echter alleen als uw
cassettedeck is voorzien van
gescheiden opname- en
weergavekoppen. Om
bijvoorbeeld te horen hoe het
geluid wordt opgenomen op
een cassettedeck aangesloten
op de TAPE1/ DAT
aansluitingen, zet u de
INPUT SELECTOR
schakelaar in de “TAPE1/
DAT” stand.
z Tijdens opnemen kunt u
luisteren naar een andere
geluidsbron
Deze versterker verwerkt de
signalen voor opnemen en
voor weergave via de
luidsprekers afzonderlijk.
Zo kunt u bijvoorbeeld de
INPUT SELECTOR
schakelaar instellen op
"TUNER" om naar de radio te
luisteren terwijl u een
compact disc opneemt, met
de REC OUT SELECTOR
schakelaar op "SACD/CD".
13
745
ON
PHONO
TAPE 3
TAPE 2 / MD
TAPE 1 / DAT
AUX
TUNER
SACD/CD
AUX
RECOUT SELECTOR
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
OFF
(AUX, CD, TUNER, PHONO)
PHONES
U
TAPE2
c
1/3
TAPE1
c
2/3
SACD/CD
TUNER
PHONO
REC OUT
SOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR
ATTENUATOR
dB
15
13
11
9
7
5
3
1
0
80
66
55
46
36
28
21
8
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht zich bij het gebruik van de versterker een van de
onderstaande problemen voordoen, neemt u dan even deze
lijst met controlepunten door. Is de storing aan de hand
hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven.
/ Controleer of de stekkers van alle geluidsapparatuur
stevig zijn aangesloten.
/ Zorg dat de aansluitingen van de versterker en de
andere geluidsapparatuur juist gemaakt zijn.
/ Zet de SPEAKERS schakelaar op “ON” (zie blz. 6).
/ Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in
op de gekozen geluidsbron.
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave
van links en rechts.
/ Verstel de BALANCE regelaar tot de beide kanalen
evenwichtig klinken.
/ Controleer de geluidsbron-aansluitingen en de
luidspreker-aansluiting van het niet-werkende kanaal.
Het geluid valt plotseling weg en het POWER
spanningslampje licht rood op.
/ Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren.
Controleer de aansluitingen van deze snoeren.
Onvoldoende hoge of lage tonen.
/ Stel de TONE regelaars naar behoren in.
/ Druk op de CARTRIDGE elementkeuzeschakelaar om
juist in te stellen op het gebruikte type element (zie blz.
5).
/ Verplaats de luidsprekers of een gordijn of meubelstuk,
zodat er geen obstakels in de rechtstreekse baan van
het geluid staan.
Het geluid klinkt vervormd.
/ Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak
doorkomende radiozender e.d.)
/ De geluidssterkte van de geluidsbron of de versterker
staat te hoog ingesteld voor de luidsprekers.
Verminder de geluidssterkte.
De lage tonen ontbreken, de plaatsing van de
instrumenten is onduidelijk of de stereo-kanalen zijn
verwisseld.
/ De (+) en (–) polen van de luidspreker-aansluitingen
zijn verwisseld, op de versterker en de ultralaag-
luidspreker. Sluit de luidsprekers met de correcte
polariteit van (+) en (–) aan.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
/ Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed
aardingspunt is aangesloten (zie blz. 5).
/ Controleer of er ergens een los contact is; steek alle
stekkers stevig over de volle lengte in de
aansluitbussen.
/ De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij
staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV
verder uit elkaar, of schakel de TV uit.
Het maken van geluidsopnamen lukt niet.
/ Stel de REC OUT SELECTOR opnamekeuzeschakelaar
in op de gekozen geluidsbron voor opname.
/ Zet de REC OUT opname-uitgangstoets op “ON” (zie
blz. 7).
Technische gegevens
Systeem
Eindversterker: Zuiver complementaire SEPP MOS-FET
vermogen-versterker, met alle trappen direct gekoppeld
Voorversterker: Ruisarme hoge-versterkingsfactor equalizer-
versterker
Voedingsgedeelte: Hoge-capaciteit voedingstrap,
geavanceerde STD
Nominaal uitgangsvermogen 150 watt + 150 watt, aan 4 ohm (DIN,
bij 0,7% vervorming)
100 watt + 100 watt, aan 8 ohm (DIN,
bij 0,7% vervorming)
Luidspreker-impedantie 4 tot 16 ohm
Uitgangsvermogen-bandbreedte (8 ohm)
10 Hz tot 100 kHz (bij 40 watt
uitgangsvermogen, vervorming in de
hoge frequenties 0,08%)
Dynamische speelruimte bij 4 ohm: 2 dB
bij 8 ohm: 1,2 dB
Totale harmonische vervorming
0,005% (bij 8 ohm, 10 watt
uitgangsvermogen)
Dempingsfactor 100 (bij 8 ohm, 1 kHz)
Intermodulatievervorming (60 Hz : 7 kHz = 4 : 1)
0,005% (bij 8 ohm)
Stijgtijd 125 V/µsec., 250 V/µsec. (binnen)
Restruis Minder dan 115 µV (A-netwerk)
Equalizer-afwijking PHONO MM: 20 Hz tot 20 kHz:
±0,2 dB
Frequentiebereik TUNER, SACD/CD, AUX, TAPE 1, 2,
3: 2 Hz tot 100 kHz,
+0
–3
dB
Signaal/ruisverhouding PHONO MC: 78 dB (A-filter, 0,5 mV)
MM: 87 dB (A-filter, 5 mV)
TUNER, SACD/CD, AUX,
TAPE 1, 2, 3: 105 dB
Ingangen
Ingangsgevoeligheid PHONO MC: 0,25 mV, 100 ohm
MM: 2,5 mV, 50 kOhm
TUNER, SACD/CD, AUX,
TAPE1, 2, 3: 150 mV, 30 kOhm
Maximale ingangsspanning (1 kHz)
PHONO MC: 9 mV
MM: 150 mV
Uitgangen
Uitgangsspanning / impedantie
REC OUT 1, 2, 3: 150 mV, 1 kOhm
PHONES: 10 mW (bij 8 ohm)
Instelbereik toonregelaars BASS (100 Hz): ±7 dB
TREBLE (10 kHz): ±6 dB
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik 330 watt
Afmetingen (b/h/d) Ca. 430 × 175 × 455 mm (incl.
uitstekende onderdelen en knoppen)
Gewicht 23 kg
Bijgeleverd toebehoren Netsnoer (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
9
NL
Aanvullende informatie
Overzicht van het achterpaneel
1 PHONO platenspeler-ingangen
2 CARTRIDGE MC/MM
elementkeuzeschakelaar
3 SACD/CD compact disc ingangen
4 AUX INPUT hulpingang-keuzeschakelaar
5 TAPE3 cassettedeck-aansluitingen
6 PRE OUT voorversterker-uitgangen
7 SPEAKERS MAIN/BI WIRE luidspreker-
aansluitingen
8 Netsnoer
9 TAPE1/DAT cassettedeck-aansluitingen
TAPE2/MD minidisc/cassettedeck-
aansluitingen
AUX (UNBALANCED) hulpingangen
!™ TUNER ingangen
y (SIGNAL GND)
AUX (BALANCED) hulpingangen
890!£ !™!¢ !¡
1 4 72 3 5 6
2
3
1
CARTRIDGE
OMC oMM
AUX INPUT
UNBALANCED
BALANCED
TAPE3 TAPE2/MD TAPE1/DAT PRE OUTPHONO TUNER SACD/CD AUX
REC OUT INININININ REC OUT IN REC OUT IN
L
R
L
R
BALANCED
MAINR
SPEAKERS
L
y
+––+
BI-WIRERL
IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Open niet de behuizing, om gevaar van elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Bediening Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Demonteer in geen geval de behuizing van dit apparaat, aangezien dit kan leiden tot een elektrische schok. Laat inwendig onderhoud over aan bevoegd vakpersoneel. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van de versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening • Controleer, alvorens de versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning van de versterker staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van het apparaat. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact steekt, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de versterker zelf uitgeschakeld met de POWER schakelaar. • Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het stopcontact wanneer u denkt de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopcontact alleen aan de stekker; nooit aan het snoer zelf. • Het netsnoer mag alleen vervangen worden door bevoegd vakpersoneel. Opstelling • Zet het apparaat op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een juist functioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. 2NL Alvorens u begint met het aansluiten van andere apparatuur op deze versterker, schakelt u alle betrokken apparatuur uit en trekt u de stekker van de versterker uit het stopcontact. Schoon houden van de versterker Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of alkohol. Om “rondzingen” van een hinderlijke fluittoon te voorkomen Neem de volgende voorzorgen in acht: — verminder de geluidssterkte. — zet een platenspeler niet te dicht bij de luidsprekers. — zet een platenspeler op een stel in de audio-handel verkrijgbare isolerende voetjes. — houd een aangesloten microfoon uit de buurt van de luidsprekers. Voor de beste bescherming tegen rondzingen is het aanbevolen de luidsprekers en/of de platenspeler op een zwaar houten of stenen ondergrond te plaatsen. Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van het apparaat hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Welkom! Hartelijk dank voor uw aankoop van deze Sony geïntegreerde stereo versterker. Lees, alvorens het apparaat in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaar deze voor eventuele naslag. Omtrent deze handleiding INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie 4 Aansluiten van geluidsapparatuur 5 Aansluiten van de luidsprekers 5 Aansluiten van het netsnoer 5 Basisbediening Luisteren naar muziek 6 Maken van geluidsopnamen 7 Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening van het model TA-FA777ES. Het modelnummer van uw versterkerstaatop het achterpaneel. • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op het apparaat zelf. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zult u het onderstaande tekentje aantreffen: Aanvullende informatie Uitpakken NL z Controleer of het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking aanwezig is: • Netsnoer (1) SE Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. Verhelpen van storingen 8 Technische gegevens 8 Overzicht van het achterpaneel 9 DE IT 3NL Voorbereidingen Aansluiten van de stereoinstallatie Op deze versterker kunt u de volgende geluidsapparatuur voor opname en weergave aansluiten. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het aansluiten van de gewenste apparatuur. Zie voor de plaats en de benaming van de aansluitbussen het “Overzicht van het achterpaneel” op blz. 9. DAT deck Cassettedeck Tuner Minidiscrecorder Platenspeler SuperaudioCD/compact disc speler Wat voor snoeren zijn er nodig? Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke compact disc speler of platenspeler; 2 per cassettedeck, DAT deck of minidisc-recorder) Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) Aansluitingen De pijl geeft de richting van de signaalstroom aan. ( ç ) Superaudio-CD/compact disc speler Versterker Superaudio-CD/compact disc speler SACD/CD OUTPUT IN LINE L 15 13 INPUT SELECTOR AUX 11 TAPE 3 SACD/CD 9 36 TAPE 2 / MD SOURCE DIRECT 46 7 55 5 TUNER PHONO TAPE 1 / DAT SPEAKERS BASS TONE TREBLE 0 • • • BALANCE 0 • • • 66 3 RECOUT SELECTOR AUX • • 80 1 • 0 TAPE2 c 1/3 • • • SACD/CD TAPE1 c 2/3 • • • • • • • ON OFF ON • • • • • +10 LEFT • • • –10 OFF (AUX, CD, TUNER, PHONO) • • • +10 PHONO • • • –10 Luidspreker (links) REC OUT TUNER dB • PHONES R R ATTENUATOR 21 28 U L Ç RIGHT Actieve luidspreker,enz. Luidspreker (rechts) Alvorens met aansluiten te beginnen Wanneer de speler en de versterker ver uit elkaar staan, moet afgeschermde, gebalanceerde aansluitsnoeren om externe storing tot een minimum te beperken. Gebalanceerd aansluitsnoer (Canon XLR-3-32 of Met het pijltje gelijkwaardig) tegenover dit nokje. (niet bijgeleverd) CONNECTION ASSIGNMENT 3 2 1 1: GROUND 2: HOT(+) 3: COLD(–) Versterker Voor losmaken drukt u het nokje in. Superaudio-CD/compact disc speler AUX INPUT BALANCED OUTPUT L L Ç R R Na het aansluiten van de gebalanceerde aansluitsnoeren zet u de AUX INPUT keuzeschakelaar op “BALANCED”. AUX INPUT BALANCED c • Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld, alvorens u enige aansluiting maakt. • Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere aansluitingen naar behoren zijn gemaakt. • Gebruik voor het aansluiten op de versterker de bij elk apparaat geleverde aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audio-handel extra aansluitsnoeren aanschaffen. • Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten op dat u de gekleurde stekkers, en daarmee de polen, van de aansluitsnoeren niet verwisselt; sluit rood (rechts) aan op rood, en wit (links) op wit, zowel op de versterker als op de aangesloten apparatuur. Aansluiten van een Superaudio-CD/compact disc speler met gebalanceerde aansluitingen UNBALANCED Opmerking Aansluiten van geluidsapparatuur Gebruik niet tegelijk de gebalanceerde en ongebalanceerde aansluitingen. Dit zou de geluidskwaliteit nadelig kunnen beïnvloeden. Overzicht Tuner Hieronder volgen een aantal schema’s en aanwijzingen voor het aansluiten van verschillende audiocomponenten op de versterker. Versterker Tuner TUNER OUTPUT IN LINE L TUNER AUX TAPE2/MD PRE OUT R 2 1 3 4NL PHONO TAPE3 TAPE1/DAT SACD/CD Ç L R Voorbereidingen Cassette, minidisc-recorder of DAT deck Versterker REC OUT OUTPUT INPUT LINE LINE IN L Aansluiten van de luidsprekers Cassettedeck TAPE3 Overzicht L Ç R R ç Volg de bovenstaande afbeeldingen voor het verbinden van de OUTPUT en INPUT aansluitingen van: — een cassettedeck op de TAPE3 aansluitingen — een cassettedeck of minidisc-recorder op de TAPE2/ MD aansluitingen — een cassettedeck of DAT deck op de TAPE1/DAT aansluitingen Hieronder volgen de aanwijzingen voor het aansluiten van uw luidsprekers op de versterker. Deze versterker biedt aansluitmogelijkheden voor twee stel luidsprekers, hier SPEAKERS MAIN en SPEAKER BI-WIRE genoemd. SPEAKERS (BI-WIRE) SPEAKERS (MAIN) 2 1 3 Platenspeler Wat voor snoeren zijn er nodig? 1 U dient de kortsluitstekkers uit de PHONO stekkerbussen te verwijderen voor u de snoeren kunt aansluiten.(Laat de kortsluitstekkers zitten als u geen platenspeler aansluit.) Steek de kortsluitstekkers niet in de REC OUT stekkerbussen van de versterker. Dit kan storing in de werking en eventuele beschadiging van de versterker veroorzaken. Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke luidsprekerbox) 2 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan. Versterker Platenspeler INPUT PHONO L (+) (+) (–) (–) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn. Aansluitingen Ç ] } ] } R SPEAKERS y 3 Gebruik de elementkeuzeschakelaar (CARTRIDGE) om in te stellen op het gebruikte type element. Druk de toets in (O) als u een dynamisch (MC) element gebruikt en laat de toets in de uit-stand (o) staan voor een magnetisch (MM) element. TV-toestel of videorecorder Versterker TV-toestel of videorecorder INPUT OUTPUT AUX LINE L L Ç R R Zet de AUX INPUT hulpingang-keuzeschakelaar op “UNBALANCED”. AUX INPUT BALANCED C UNBALANCED Actieve luidspreker (met ingebouwde versterker) Versterker Actieve luidspreker PRE OUT INPUT L R ç R + MAIN – L – + Aansluiten van luidsprekers met dubbele aansluitingen Aangezien de beide paren luidspreker-aansluitingen van deze versterker, SPEAKERS MAIN en SPEAKERS BI-WIRE, geschikt zijn voor gelijktijdige weergave, kunt u deze gebruiken voor het aansluiten van luidsprekers met dubbele aansluitingen. Opmerking Op deze versterker kunt u luidsprekers aansluiten met een nominale impedantie van 4 tot 16 ohm. Aansluiten van het netsnoer Sluit het netsnoer op de versterker aan en sluit dan de versterker en de aangesloten geluidsapparatuur op een gewoon wandstopcontact aan. Opmerking Zorg dat het netsnoer, de audio-aansluitsnoeren en de luidsprekersnoeren niet te dicht bij elkaar liggen. Wanneer de audio-aansluitsnoeren het netsnoer raken of wanneer het netsnoer of de luidsprekersnoeren te dicht langs de kaderantenne of de antennedraad van de tuner lopen, kan er storing ontstaan en kan de geluidskwaliteit teruglopen. 5NL Basisbediening Luisteren naar muziek 1 2 4 ATTENUATOR 21 15 13 INPUT SELECTOR AUX 11 28 U TAPE 3 36 SACD/CD 9 TAPE 2 / MD SOURCE DIRECT 46 7 55 5 TUNER PHONO TAPE 1 / DAT SPEAKERS BASS 0 • • • BALANCE 0 • • • 66 3 RECOUT SELECTOR AUX • • 80 • • 1 • 0 TAPE2 c 1/3 • • • SACD/CD TAPE1 c 2/3 • • • • TREBLE • ON OFF TONE TUNER • • • Voor beter geluid Voor het luisteren naar een geluidsbron aangesloten op de PHONO, TUNER, SACD/CD of AUX aansluitingen, kunt u de REC OUT opname-uitgangstoets beter op “OFF” zetten, om eventuele storing door het REC OUT opnameuitgangscircuit te vermijden. Opmerking 6NL Stel de weergave via de luidsprekers niet zo hoog in dat er vervorming van het geluid optreedt. Vervorming in de hoge tonen kan de luidsprekers beschadigen. • • • z LEFT RIGHT OFF (AUX, CD, TUNER, PHONO) 5 1 2 3 4 Druk op de aan/uit-schakelaar U (POWER) om de versterker in te schakelen. Het POWER spanningslampje zal van rood in groen veranderen. Draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel naar links, om beschadiging van de luidsprekers door geluidspieken en schakelklikken te voorkomen. Schakel de geluidsbron in waarnaar u wilt luisteren. Stel de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) in op de gewenste geluidsbron. Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op. Voor luisteren naar een Zet u de INPUT SELECTOR op Grammofoonplaat PHONO Radio-uitzending TUNER Superaudio-CD/Compact disc SACD/CD Geluidsbron aangesloten op de AUX hulpingangen AUX Geluidsbron aangesloten op de —TAPE3 aansluitingen —TAPE2/MD aansluitingen —TAPE1/DAT aansluitingen Opmerking Wanneer de SOURCE DIRECT schakelaar in de “ON” stand staat, zullen de BASS, TREBLE en BALANCE regelaars niet werken. • Druk de SOURCE DIRECT schakelaar in de “ON” stand. Het SOURCE DIRECT indicatorlampje licht op. Aangezien het geluidssignaal nu niet via de toonregelingscircuits loopt, kunt u luisteren naar het oorspronkelijke geluid zonder bijregeling. • Luisteren naar het signaal zonder bijregeling • z +10 • Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting en zet de SPEAKERS schakelaar op “OFF”. –10 • Luisteren via een hoofdtelefoon 6 +10 PHONO • • z ON • • –10 Zie voor het aansluiten van de versterker de beschrijving op blz. 4 en 5. REC OUT dB PHONES TAPE3 TAPE2/MD TAPE1/DAT 5 Zet de SOURCE DIRECT schakelaar in de “OFF” stand. Controleer of het SOURCE DIRECT indicatorlampje niet oplicht. Wanneer het indicatorlampje oplicht, zullen de BASS, TREBLE en BALANCE regelaars niet werken. 6 Start de weergave van de geluidsbron. Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR volumeregelaar. Let op dat de SPEAKERS schakelaar in de “ON” stand staat. Voor Drukt u op, of draait u aan Bijregelen van de lage tonen BASS Bijregelen van de hoge tonen TREBLE Instellen van de links/rechts balans BALANCE Basisbediening Maken van geluidsopnamen 1 3 ATTENUATOR 21 15 13 INPUT SELECTOR AUX 11 28 U TAPE 3 SACD/CD 9 36 TAPE 2 / MD SOURCE DIRECT 46 7 55 5 TUNER PHONO TAPE 1 / DAT SPEAKERS BASS 0 • • • BALANCE 0 • • • 66 3 RECOUT SELECTOR AUX • • 80 • • TAPE2 c 1/3 1 • 0 • • SACD/CD • TUNER • • • • • • • Deze versterker verwerkt de signalen voor opnemen en voor weergave via de luidsprekers afzonderlijk. Zo kunt u bijvoorbeeld de INPUT SELECTOR schakelaar instellen op "TUNER" om naar de radio te luisteren terwijl u een compact disc opneemt, met de REC OUT SELECTOR schakelaar op "SACD/CD". • Tijdens opnemen kunt u luisteren naar een andere geluidsbron LEFT OFF (AUX, CD, TUNER, PHONO) RIGHT 1 Druk op de aan/uit-schakelaar U (POWER) om de versterker in te schakelen. Het POWER spanningslampje zal van rood in groen veranderen. Draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel naar links, om beschadiging van de luidsprekers door geluidspieken en schakelklikken te voorkomen. 2 3 4 Schakel de geluidsbron in waarvan u wilt opnemen. Dit kan echter alleen als uw cassettedeck is voorzien van gescheiden opname- en weergavekoppen. Om bijvoorbeeld te horen hoe het geluid wordt opgenomen op een cassettedeck aangesloten op de TAPE1/ DAT aansluitingen, zet u de INPUT SELECTOR schakelaar in de “TAPE1/ DAT” stand. z +10 • • • Tijdens opnemen kunt u meeluisteren naar het zojuist opgenomen geluid, door de INPUT SELECTOR schakelaar in te stellen op de opname-uitgang –10 7 4 5 Via deze versterker kunt u dezelfde geluidsbron op drie opname-apparaten tegelijk opnemen. Opnemen is echter niet mogelijk vanaf de TAPE3 aansluitingen naar de apparatuur aangesloten op de TAPE2/MD of TAPE1/ DAT aansluitingen. z +10 PHONO • z ON • • –10 Zie voor het aansluiten van de versterker de beschrijving op blz. 4 en 5. REC OUT dB • PHONES • TAPE1 c 2/3 • • • TREBLE • ON OFF TONE Draai de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in de stand voor de geluidsbron die u wilt beluisteren. Stel de opnamekeuzeschakelaar (REC OUT SELECTOR) in op de gekozen geluidsbron voor opname. Voor opnemen vanaf een Zet u de REC OUT SELECTOR op Grammofoonplaat PHONO Radio-uitzending TUNER Superaudio-CD/compact disc SACD/CD Geluidsbron aangesloten op de AUX hulpingangen AUX Geluidsbron aangesloten op de —TAPE2/MD aansluitingen —TAPE1/DAT aansluitingen TAPE2 c 1/3 TAPE1 c 2/3 5 Zet de REC OUT opname-uitgangstoets op “ON”. Zolang deze toets in de “OFF” uit-stand staat, is opnemen van een geluidsbron niet mogelijk, uitgezonderd het kopiëren van bandopnamen vanaf de TAPE2/MD IN aansluitingen naar de TAPE1/DAT of TAPE3 REC OUT uitgangen of van de TAPE1/DAT IN aansluitingen naar de TAPE2/MD of TAPE3 REC OUT opname-uitgangen. 6 7 Breng de opname-apparatuur in gereedheid voor het opnemen en start de opname. Start de weergave van de geluidsbron. Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR volumeregelaar. 7NL Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Technische gegevens Mocht zich bij het gebruik van de versterker een van de onderstaande problemen voordoen, neemt u dan even deze lijst met controlepunten door. Is de storing aan de hand hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Systeem Er wordt geen geluid weergegeven. / Controleer of de stekkers van alle geluidsapparatuur stevig zijn aangesloten. / Zorg dat de aansluitingen van de versterker en de andere geluidsapparatuur juist gemaakt zijn. / Zet de SPEAKERS schakelaar op “ON” (zie blz. 6). / Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in op de gekozen geluidsbron. Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. / Verstel de BALANCE regelaar tot de beide kanalen evenwichtig klinken. / Controleer de geluidsbron-aansluitingen en de luidspreker-aansluiting van het niet-werkende kanaal. Het geluid valt plotseling weg en het POWER spanningslampje licht rood op. / Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren. Controleer de aansluitingen van deze snoeren. Onvoldoende hoge of lage tonen. / Stel de TONE regelaars naar behoren in. / Druk op de CARTRIDGE elementkeuzeschakelaar om juist in te stellen op het gebruikte type element (zie blz. 5). / Verplaats de luidsprekers of een gordijn of meubelstuk, zodat er geen obstakels in de rechtstreekse baan van het geluid staan. Het geluid klinkt vervormd. / Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak doorkomende radiozender e.d.) / De geluidssterkte van de geluidsbron of de versterker staat te hoog ingesteld voor de luidsprekers. Verminder de geluidssterkte. De lage tonen ontbreken, de plaatsing van de instrumenten is onduidelijk of de stereo-kanalen zijn verwisseld. / De (+) en (–) polen van de luidspreker-aansluitingen zijn verwisseld, op de versterker en de ultralaagluidspreker. Sluit de luidsprekers met de correcte polariteit van (+) en (–) aan. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. / Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed aardingspunt is aangesloten (zie blz. 5). / Controleer of er ergens een los contact is; steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen. / De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar, of schakel de TV uit. Het maken van geluidsopnamen lukt niet. 8NL / Stel de REC OUT SELECTOR opnamekeuzeschakelaar in op de gekozen geluidsbron voor opname. / Zet de REC OUT opname-uitgangstoets op “ON” (zie blz. 7). Eindversterker: Zuiver complementaire SEPP MOS-FET vermogen-versterker, met alle trappen direct gekoppeld Voorversterker: Ruisarme hoge-versterkingsfactor equalizerversterker Voedingsgedeelte: Hoge-capaciteit voedingstrap, geavanceerde STD Nominaal uitgangsvermogen 150 watt + 150 watt, aan 4 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming) 100 watt + 100 watt, aan 8 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming) Luidspreker-impedantie 4 tot 16 ohm Uitgangsvermogen-bandbreedte (8 ohm) 10 Hz tot 100 kHz (bij 40 watt uitgangsvermogen, vervorming in de hoge frequenties 0,08%) Dynamische speelruimte bij 4 ohm: 2 dB bij 8 ohm: 1,2 dB Totale harmonische vervorming 0,005% (bij 8 ohm, 10 watt uitgangsvermogen) Dempingsfactor 100 (bij 8 ohm, 1 kHz) Intermodulatievervorming (60 Hz : 7 kHz = 4 : 1) 0,005% (bij 8 ohm) Stijgtijd 125 V/µsec., 250 V/µsec. (binnen) Restruis Minder dan 115 µV (A-netwerk) Equalizer-afwijking PHONO MM: 20 Hz tot 20 kHz: ±0,2 dB Frequentiebereik TUNER, SACD/CD, AUX, TAPE 1, 2, 3: 2 Hz tot 100 kHz, +0 –3 dB Signaal/ruisverhouding PHONO MC: 78 dB (A-filter, 0,5 mV) MM: 87 dB (A-filter, 5 mV) TUNER, SACD/CD, AUX, TAPE 1, 2, 3: 105 dB Ingangen Ingangsgevoeligheid PHONO MC: 0,25 mV, 100 ohm MM: 2,5 mV, 50 kOhm TUNER, SACD/CD, AUX, TAPE1, 2, 3: 150 mV, 30 kOhm Maximale ingangsspanning (1 kHz) PHONO MC: 9 mV MM: 150 mV Uitgangen Uitgangsspanning / impedantie REC OUT 1, 2, 3: 150 mV, 1 kOhm PHONES: 10 mW (bij 8 ohm) Instelbereik toonregelaars BASS (100 Hz): ±7 dB TREBLE (10 kHz): ±6 dB Algemeen Stroomvoorziening Stroomverbruik Afmetingen (b/h/d) Gewicht Bijgeleverd toebehoren 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 330 watt Ca. 430 × 175 × 455 mm (incl. uitstekende onderdelen en knoppen) 23 kg Netsnoer (1) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Aanvullende informatie Overzicht van het achterpaneel 1 PHONO platenspeler-ingangen 2 CARTRIDGE MC/MM 1 2 3 4 5 6 7 SPEAKERS R AUX INPUT CARTRIDGE MAIN L BALANCED UNBALANCED OMC oMM PHONO TUNER SACD/CD AUX IN IN IN IN TAPE3 REC OUT IN TAPE2/MD REC OUT IN TAPE1/DAT REC OUT PRE OUT + IN – – + L 2 1 3 R R BI-WIRE 3 4 5 6 7 L IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16Ω L 8 9 !º y R BALANCED !¢ !£ !™ !¡ 0 9 8 !¡ !™ !£ !¢ elementkeuzeschakelaar SACD/CD compact disc ingangen AUX INPUT hulpingang-keuzeschakelaar TAPE3 cassettedeck-aansluitingen PRE OUT voorversterker-uitgangen SPEAKERS MAIN/BI WIRE luidsprekeraansluitingen Netsnoer TAPE1/DAT cassettedeck-aansluitingen TAPE2/MD minidisc/cassettedeckaansluitingen AUX (UNBALANCED) hulpingangen TUNER ingangen y (SIGNAL GND) AUX (BALANCED) hulpingangen 9NL
1 / 1

Sony TA-FA777ES de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding