Sony TA-FA30 de handleiding

Categorie
Luidsprekers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot
aan regen of vocht, om gevaar
van brand of een elektrische
schok te voorkomen.
Open niet de behuizing, om
gevaar van elektrische
schokken te vermijden. Laat
reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Plaats het apparaat niet in een
gesloten ruimte, zoals een
boekenrek of ingebouwde
kast.
Bij dit produkt zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Demonteer in geen geval de
behuizing van dit apparaat, aangezien
dit kan leiden tot een elektrische
schok. Laat inwendig onderhoud over
aan bevoegd vakpersoneel.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker van de versterker uit het
stopcontact en laat het apparaat eerst
door een onderhoudsmonteur
controleren, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de versterker in
gebruik te nemen, of de
bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning van
de versterker staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van
het apparaat.
Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer u denkt de versterker
geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het
stopcontact te trekken; trek nooit aan
het snoer.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of
de stekker te vervangen, laat dit dan
uitsluitend bij een erkende vakhandel
verrichten.
Opstelling
Zet de versterker op een goed
geventileerde plaats, met voldoende
luchtdoorstroming om oververhitting
van de inwendige onderdelen te
voorkomen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
Plaats de versterker niet in de buurt
van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een juist functioneren van
het apparaat en een langere
levensduur van de componenten.
Aansluiten
Alvorens u begint met het maken van de
aansluitingen, dient u vooral de
versterker uit te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te trekken.
Schoon houden van de versterker
Reinig de behuizing, het voorpaneel en
de bedieningsorganen met een zachte
doek, licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons of schuurmiddelen en ook
geen oplosmiddelen zoals wasbenzine
of alcohol (spiritus).
Om “rondzingen” van een hinderlijke
fluittoon te voorkomen
Neem de volgende voorzorgen in acht:
verminder de geluidssterkte.
zet uw platenspeler zo ver mogelijk
uit de buurt van de luidsprekers.
zet uw platenspeler op een stel in de
audio-handel verkrijgbare isolerende
voetjes.
houd een aangesloten microfoon uit
de buurt van de luidsprekers.
Voor de beste bescherming tegen
rondzingen is het aanbevolen de
luidsprekers en/of de platenspeler op
een zwaar houten of stenen ondergrond
te plaatsen.
Mocht u verder nog vragen of
problemen met de bediening van het
apparaat hebben, aarzel dan niet contact
op te nemen met de dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
3
NL
NL
z Wanneer de batterijen te vervangen
Bij normaal gebruik zullen de batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als u
de versterker niet langer meer op afstand kunt bedienen, is het tijd beide
batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige plaats liggen.
Zorg dat er geen vloeistof of klein voorwerp in de afstandsbediening terecht komt.
Let hier vooral op tijdens het verwisselen van de batterijen.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker niet blootgesteld wordt
aan rechtstreekse zonnestraling of fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan
verstoren.
Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de
batterijen er beter uit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en
corrosie te vermijden.
Uitpakken en voorbereiden van de afstandsbediening
Controleer of het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking
aanwezig is:
Afstandsbediening RM-S326 (1)
Sony R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Inleggen van batterijen in de afstandsbediening
Plaats twee stuks R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening en let
hierbij op dat de + en de – polen van de batterijen in de juiste richting liggen,
zoals aangegeven in het batterijvak. Richt de afstandsbediening bij het
gebruik recht op de afstandsbedieningssensor g van de versterker.
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Aansluit-overzicht 4
Aansluiten van geluidsapparatuur 4
Aansluiten van de luidsprekers 5
Aansluiten van het netsnoer 6
Luisteren naar muziek 7
Opnemen 8
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 9
Technische gegevens 9
Overzicht van het achterpaneel 11
Beschrijving van de afstandsbediening 11
Welkom!
Hartelijk dank voor uw aankoop van
deze Sony geïntegreerde stereo
versterker. Lees, alvorens het apparaat
in gebruik te nemen, deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door en
bewaar deze voor eventuele naslag.
Omtrent deze handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding
gelden voor de modellen TA-FA30ES.
Ter verduidelijking
Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening met de
toetsen op het apparaat zelf.
Zie voor nadere bijzonderheden
betreffende de afstandsbediening de
“Beschrijving van de
afstandsbediening” op bladzijde 11.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u het
onderstaande tekentje aantreffen:
z Dit symbool vestigt uw aandacht
op handige tips, die de bediening
vergemakkelijken.
Voorbereidingen
4
NL
Aansluit-overzicht
Op deze versterker kunt u de volgende
geluidsapparatuur voor opname en weergave
aansluiten. Volg de onderstaande aanwijzingen voor
het aansluiten van de gewenste apparatuur. Zie voor
de plaats en de benaming van de aansluitbussen het
“Overzicht van het achterpaneel” op blz. 11.
Aansluiten van
geluidsapparatuur
Overzicht
Hieronder volgen een aantal schema’s en aanwijzingen
voor het aansluiten van verschillende audio-
Voorbereidingen
Compact disc
speler
Luidspreker
(links)
Luidspreker
(rechts)
Alvorens met aansluiten te beginnen
Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
Steek de stekker van het netsnoer pas in het
stopcontact nadat alle andere aansluitingen naar
behoren zijn gemaakt.
Gebruik voor het aansluiten op de versterker de bij
elk apparaat geleverde aansluitsnoeren. Zijn deze
niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan
kunt u zich in de audio-handel extra aansluitsnoeren
aanschaffen.
Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten op dat u de gekleurde stekkers,
en daarmee de polen, van de aansluitsnoeren niet
verwisselt; sluit rood (rechts) aan op rood, en wit
(links) op wit, zowel op de versterker als op de
aangesloten apparatuur.
Wit (L)
Wit (L)
Rood (R)
Rood (R)
Tuner
Versterker
Compact disc speler
Versterker
Cassettedeck
Platenspeler
Tuner
DAT deck
Minidisc-deck
TV of
videorecorder
componenten op de versterker.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (2 voor elk
cassettedeck, DAT deck of minidisc-deck; 1 per stuk voor de
andere componenten)
Aansluitingen
De pijl geeft de richting van de signaalstroom aan
(ç).
Compact disc speler
Tuner
Ç
L
R
L
R
OUTPUT
LINE
CD
IN
Ç
L
R
L
R
OUTPUT
LINE
TUNER
IN
CD
AUX TUNER
TAPE2/MD PHONO
TAPE1/DAT
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
g
PHONES
U
MUTINGSOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR ATTENUATOR
TAPE MONITOR
TAPE-2
TAPE1
SOURCE
–dB
16
13
11
9
7
5
3
1
0
80
65
55
46
36
28
21
PHONO TAPE1/DAT
TUNER TAPE2/MDCD
y
AUX
SPEAKERS
PHONO
TUNER
BI-WIRE
IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16
MAIN
LR
L
L
R
L
R
L
R
IN
IN
CD
IN
AUX
IN
TAPE1/DAT
REC OUT
IN IN
TAPE2/MD
REC OUT
++
––
R
CARTRIDGE
Ø MC ø MM
SIGNAL
GND
y
y
Voorbereidingen
5
NL
Cassettedeck, DAT deck of minidisc-deck
Cassettedeck
Versterker
(+)
(–)
(+)
(–)
Aansluiten van de luidsprekers
Overzicht
Hieronder volgen de aanwijzingen voor het aansluiten
van uw luidsprekers op de versterker. Deze versterker
biedt aansluitmogelijkheden voor twee stel
luidsprekers.
PlatenspelerVersterker
Volg de bovenstaande afbeeldingen voor het verbinden van
de OUTPUT en INPUT aansluitingen van:
een cassettedeck of DAT deck op de TAPE1/DAT
aansluitingen
een cassettedeck of minidisc-deck op de TAPE2/MD
aansluitingen
Platenspeler
1 Verwijder de kortsluitstekkers uit de PHONO
stekkerbussen alvorens u de platenspeler hierop aansluit
(maar laat de kortsluitstekkers zitten als u geen
platenspeler aansluit).
Steek de kortsluitstekkers niet in de REC OUT
stekkerbussen van de versterker. Dit kan storing in de
werking van de versterker veroorzaken.
2 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan.
3 Druk op de elementkeuzeschakelaar (CARTRIDGE) om in
te stellen op het gebruikte type element.
Type element Stand van de schakelaar
MM (magnetisch) ø
MC (dynamisch) Ø
Opmerking
Beschikt uw platenspeler over een aardleiding, sluit deze
dan aan op de SIGNAL GND (y) aardaansluiting van de
versterker, om een storende bromtoon te voorkomen.
TV-toestel of videorecorder
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke
luidsprekerbox)
TV of videorecorderVersterker
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen.
Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet
verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij
verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en
zal de basweergave niet naar behoren zijn.
Aansluitingen
Ç
ç
OUTPUT
LINE
L
R
INPUT
LINE
TAPE1/DAT
L
R
REC OUT IN
Ç
L
R
PHONO
IN
SIGNAL
GND
y
Ç
L
R
L
R
OUTPUT
LINE
AUX
IN
]
}
]
}
SPEAKERS MAIN SPEAKERS BI-WIRE
SPEAKERS
PHONO
TUNER
BI-WIRE
IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16
MAIN
LR
L
L
R
L
R
L
R
IN
IN
CD
IN
AUX
IN
TAPE1/DAT
REC OUT
IN IN
TAPE2/MD
REC OUT
++––
R
CARTRIDGE
Ø MC ø MM
SIGNAL
GND
y
y
Voorbereidingen
6
NL
Aansluiten van het netsnoer
Aansluiten van het netsnoer
Steek de netsnoerstekker van deze versterker en die
van uw audio/video-apparatuur in een gewoon
wandstopcontact.
Opmerking
Zorg dat het netsnoer, de audio-aansluitsnoeren en de
luidsprekersnoeren niet te dicht bij elkaar liggen. Wanneer
de audio-aansluitsnoeren het netsnoer raken of wanneer het
netsnoer of de luidsprekersnoeren te dicht langs de
kaderantenne of de antennedraad van de tuner lopen, kan er
storing ontstaan en kan de geluidskwaliteit teruglopen.
Aansluiten van luidsprekers met dubbele
aansluitingen
Aangezien de beide paren luidspreker-aansluitingen
van deze versterker, SPEAKERS MAIN en BI-WIRE,
geschikt zijn voor gelijktijdige weergave, kunt u deze
gebruiken voor het aansluiten van luidsprekers met
dubbele aansluitingen.
Opmerking
Sluit u een stel luidsprekers met dubbele aansluitingen aan,
gebruik dan luidsprekers met een nominale impedantie van
4 tot 16 ohm.
Basisbediening
7
NL
Basisbediening
5
Start de weergave van de geluidsbron.
6
Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR
volumeregelaar.
Let op dat de MUTING dempingsschakelaar in de OFF stand
staat en de SPEAKERS schakelaar in de ON stand.
Basisbediening
Luisteren naar muziek
z Luisteren via een
hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op
de PHONES aansluiting en
zet de SPEAKERS schakelaar
op OFF.
z Luisteren naar het direct
weergegeven signaal zonder
bijregeling
Druk de SOURCE DIRECT
schakelaar in de aan-stand,
zodat het indicatorlampje
oplicht. Aangezien het
geluidssignaal nu niet via de
circuits voor TONE en
BALANCE regeling loopt,
zult u de hoge en lage tonen
en de links/rechts balans bij
deze directe weergave niet
kunnen instellen.
Opmerking
Vermijd luide weergave van hoge
tonen met vervorming. Sterk
vervormde hoge tonen kunnen de
hogetonen-luidsprekers
beschadigen.
1
Druk op de aan/uit-schakelaar (U) om de versterker in te schakelen
en draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel naar links om
beschadiging van de luidsprekers door harde geluiden te voorkomen.
Het lampje boven de U schakelaar
verandert van rood in groen
.
2
Schakel de geluidsbron in waarnaar u wilt luisteren.
3
Zet de nabandcontrole-schakelaar (TAPE MONITOR) in de
SOURCE stand.
4
Kies met de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) de
gewenste geluidsbron.
Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op.
Voor
Drukt u op of draait u aan
BASS
TREBLE
BALANCE
Bijregelen van de lage tonen
Bijregelen van de hoge tonen
Instellen van de links/rechts balans
1346
CD
AUX TUNER
TAPE2/MD PHONO
TAPE1/DAT
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
g
PHONES
U
MUTINGSOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR ATTENUATOR
TAPE MONITOR
TAPE-2
TAPE1
SOURCE
–dB
16
13
11
9
7
5
3
1
0
80
65
55
46
36
28
21
Platenspeler
Voor luisteren naar een
Zet u de INPUT SELECTOR op
PHONO
Radio-uitzending
TUNER
Compact disc speler
CD
AUX
Geluidsbron aangesloten op
de AUX hulpingangen
Geluidsbron aangesloten op de:
—TAPE1/DAT aansluitingen
—TAPE2/MD aansluitingen
TAPE1/DAT
TAPE2/MD
MUTING. Nogmaals drukken om weer
geluid te horen.
Uitschakelen van de weergave
Basisbediening
8
NL
Opnemen
z Via deze versterker kunt u
dezelfde geluidsbron op
drie opname-apparaten
tegelijk opnemen.
z Tijdens opnemen kunt u
meeluisteren naar het
zojuist opgenomen geluid
(bandmonitor voor
nabandcontrole)
Bij opnemen op een
cassettedeck met gescheiden
opname- en
weergavekoppen kunt u het
zojuist opgenomen geluid
vergelijken met de
oorspronkelijke geluidsbron.
Voor deze nabandcontrole
zet u de TAPE MONITOR
schakelaar op TAPE1 of
TAPE2. Om bijvoorbeeld te
horen hoe het geluid wordt
opgenomen op een
cassettedeck aangesloten op
de TAPE1/DAT
aansluitingen, zet u de
TAPE MONITOR schakelaar
in de TAPE1 stand.
Geluidsbron aangesloten op de:
—TAPE1/DAT aansluitingen
—TAPE2/MD aansluitingen
TAPE1/DAT
TAPE2/MD
5
Breng de opname-apparatuur in gereedheid voor het opnemen
en start de opname.
6
Start de weergave van de geluidsbron.
1
Druk op de aan/uit-schakelaar (U) om de versterker in te
schakelen.
2
Schakel de geluidsbron in waarvan u wilt opnemen.
3
Zet de nabandcontrole-schakelaar (TAPE MONITOR) in de
SOURCE stand.
4
Stel de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) in op de
gekozen geluidsbron voor opname.
Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op.
134
CD
AUX TUNER
TAPE2/MD PHONO
TAPE1/DAT
BALANCE
LEFT RIGHT
0
TREBLE
–10 +10
0
BASS
–10 +10
ON
SPEAKERS
TONE
OFF
g
PHONES
U
MUTINGSOURCE DIRECT
INPUT SELECTOR ATTENUATOR
TAPE MONITOR
TAPE-2
TAPE1
SOURCE
–dB
16
13
11
9
7
5
3
1
0
80
65
55
46
36
28
21
Zet u de INPUT SELECTOR op
Voor opnemen vanaf een
Tuner (radio-ontvangst)
Compact disc speler
Platenspeler
Geluidsbron aangesloten op de AUX
hulpingangen
PHONO
TUNER
CD
AUX
9
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht zich bij het gebruik van de versterker een van
de onderstaande problemen voordoen, neemt u dan
even deze lijst met controlepunten door. Is de storing
aan de hand hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan
a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven.
/ Controleer of de stekkers van alle geluidsapparatuur
stevig zijn aangesloten.
/ Zorg dat de aansluitingen van de versterker en de
andere geluidsapparatuur juist gemaakt zijn.
/ Zet de SPEAKERS schakelaar op ON (zie blz. 7).
/ Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in op
de gekozen geluidsbron.
/ Schakel de geluiddemping uit met een druk op de
MUTING dempingsschakelaar (zie blz. 7).
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave
van links en rechts.
/ Verstel de BALANCE regelaar tot de beide kanalen
evenwichtig klinken.
/ Controleer de geluidsbron-aansluitingen en de
luidspreker-aansluiting van het niet-werkende kanaal.
Onvoldoende hoge of lage tonen.
/ Stel de TONE regelaars naar behoren in.
/ Druk op de CARTRIDGE elementkeuzeschakelaar om in
te stellen op het gebruikte type element (zie blz. 5).
/ Verplaats de luidsprekers of schuif een gordijn of
meubelstuk opzij, zodat er geen obstakels in de baan van
het geluid zijn.
Het geluid klinkt vervormd.
/ Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak
doorkomende radiozender e.d.)
/ De geluidssterkte staat te hoog ingesteld voor de
luidsprekers. Verminder de geluidssterkte.
De lage tonen ontbreken, de plaatsing van de
instrumenten is onduidelijk of de stereo-kanalen zijn
verwisseld.
/ De (+) en (–) polen van de luidspreker-aansluitingen zijn
verwisseld. Sluit de luidsprekers met de juiste polariteit
van (+) en (–) aan.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
/ Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed
aardingspunt is aangesloten (zie blz. 5).
/ Controleer of er ergens een los contact is; steek alle
stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen.
/ De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij
staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV
verder uit elkaar, of schakel de TV uit.
Het maken van geluidsopnamen lukt niet.
/ Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in op
de gekozen geluidsbron voor opname.
Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening.
/ Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
/ Richt de kop van de afstandsbediening recht naar de
sensor op het voorpaneel van de versterker.
/ De afstand tussen de versterker en de afstandsbediening
is te groot. Ga dichter naar de versterker toe.
/ Vervang beide batterijen van de afstandsbediening door
nieuwe.
Het lampje boven de U schakelaar wordt rood en
geluidsweergave valt plotseling weg.
/ Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren.
Controleer de aansluitingen van deze snoeren.
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Systeem
Eindversterker: Zuiver complementaire SEPP MOS-
FET vermogen-versterker, met alle trappen direct
gekoppeld
Voorversterker: Ruisarme hoge-versterkingsfactor
equalizer-versterker
Voedingsgedeelte: Hoge-capaciteit voedingstrap,
geavanceerde STD
Nominaal uitgangsvermogen
120 W + 120 W, aan 4 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming)
80 W + 80 W, aan 8 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming)
Luidspreker-impedantie
4 tot 16 ohm
Uitgangsvermogen-bandbreedte (8 ohm)
10 Hz tot 100 kHz (bij 40 W uitgangsvermogen,
vervorming in de hoge frequenties 0,08%)
Totale harmonische vervorming
0,008% (bij 8 ohm, 10 W uitgangsvermogen)
Dempingsfactor
100 (bij 8 ohm, 1 kHz)
Intermodulatievervorming (60 Hz : 7 kHz = 4 : 1)
0,008% (bij 8 ohm)
Stijgtijd
125 V/µsec., 250 V/µsec. (binnen)
Restruis
Minder dan 100 µV (A-netwerk)
Equalizer-afwijking
PHONO MM: 20 Hz tot 20 kHz, ±0,5 dB
Frequentiebereik
TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD: 7 Hz
tot 100 kHz,
+0
–3
dB
Signaal/ruisverhouding en impedantie
PHONO MC: 78 dB (A-netwerk, 0,5 mV)
MM: 95 dB (A-netwerk, 5 mV)
TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD: 105 dB
Ingangen
Ingangsgevoeligheid en impedantie
PHONO MC: 0,17 mV, 100 ohm
MM: 2,5 mV, 50 kOhm
TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD:
150 mV, 20 kOhm
Maximale ingangsspanning (1 kHz)
PHONO MC: 9 mV
MM: 150 mV
Basisbediening
Aanvullende informatie
10
NL
Uitgangen
Uitgangsspanning / impedantie
REC OUT 1, 2: 150 mV, 1 kOhm
PHONES: 10 mW (bij 8 ohm)
Instelbereik toonregelaars
BASS (100 Hz): ±7 dB
TREBLE (10 kHz): ±7 dB
Algemeen
Stroomvoorziening
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
220 W
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 430 × 150 × 415 mm
incl. uitstekende onderdelen en knoppen
Gewicht
11,0 kg
Bijgeleverd toebehoren
Zie blz. 3.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
11
NL
Aanvullende informatie
Overzicht van het achterpaneel
1 PHONO platenspeler-ingangen
2 CARTRIDGE MM/MC
elementkeuzeschakelaar
3 y (SIGNAL GND) aardklem
4 Netsnoer
5 SPEAKERS MAIN/BI-WIRE
luidspreker-aansluitingen
6 TAPE1/DAT cassettedeck-
aansluitingen
7 TAPE2/MD deck/minidisc-
aansluitingen
8 AUX hulpingangen
9 CD compact disc ingangen
0 TUNER ingangen
SPEAKERS
PHONO
TUNER
BI-WIRE
IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16
MAIN
LR
L
L
R
L
R
L
R
IN
IN
CD
IN
AUX
IN
TAPE1/DAT
REC OUT
IN IN
TAPE2/MD
REC OUT
++
––
R
CARTRIDGE
Ø MC ø MM
SIGNAL
GND
y
y
40 6 598 7
2
31
Beschrijving van de afstandsbediening
Voor bediening
van de
Functie
FunctieVoor bediening
van de
Afstands-
bedienings-
toets(en)
FUNCTION
CD
Keuze van het
ingangssignaal via de
CD ingangen
Versterker
TUNER Keuze van het
ingangssignaal via de
TUNER ingangen
Versterker
PHONO
Keuze van het
ingangssignaal via de
PHONO ingangen
Versterker
TAPE1/DAT Keuze van het
ingangssignaal via de
TAPE 1/DAT ingangen
Versterker
TAPE2/MD Keuze van het
ingangssignaal via de
TAPE 2/MD ingangen
Versterker
AUX Keuze van het
ingangssignaal via de
AUX ingangen
Versterker
TUNER
PRESET +/–
Opzoeken van
vooringestelde
radiozenders
Tuner
CD
·
Compact disc
speler
Starten van de CD-
weergave
P Compact disc
speler
Pauzeren van de CD-
weergave
Stoppen van de CD-
weergave
p Compact disc
speler
=/+ Compact disc
speler
Opzoeken van
muziekstukken
(AMS* zoekfunctie)
Verspringen van discs
(alleen voor compact disc
wisselaar)
Compact disc
speler
D.SKIP
MD
·
Starten van de minidisc-
weergave
Minidisc-speler
Pauzeren van de
minidisc-weergave
P Minidisc-speler
p Minidisc-speler Stoppen van de minidisc-
weergave
Opzoeken van
muziekstukken
=/+ Minidisc-speler
TAPE DECK A/B
ª/·
Starten van de cassette-
weergave
Cassettedeck
A of B
Cassettedeck
A of B
Stoppen van de
bandloopfuncties
p
Snel vooruit- of
terugspoelen van de
band
0/) Cassettedeck
A of B
ATT +/– Versterker Instellen van de
geluidssterkte
*Automatische Muziek Sensor
De bijgeleverde afstandsbediening kan tevens dienst
doen voor de bediening van andere Sony audio-
componenten die zijn voorzien van het g
afstandsbedieningssymbool.
Afstands-
bedienings-
toets(en)

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Open niet de behuizing, om gevaar van elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Aansluiten Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Demonteer in geen geval de behuizing van dit apparaat, aangezien dit kan leiden tot een elektrische schok. Laat inwendig onderhoud over aan bevoegd vakpersoneel. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van de versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. • Controleer, alvorens de versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning van de versterker staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van het apparaat. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling • Zet de versterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de versterker niet in de buurt van een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een juist functioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. 2NL Alvorens u begint met het maken van de aansluitingen, dient u vooral de versterker uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te trekken. Schoon houden van de versterker Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus). Om “rondzingen” van een hinderlijke fluittoon te voorkomen Neem de volgende voorzorgen in acht: —verminder de geluidssterkte. —zet uw platenspeler zo ver mogelijk uit de buurt van de luidsprekers. —zet uw platenspeler op een stel in de audio-handel verkrijgbare isolerende voetjes. —houd een aangesloten microfoon uit de buurt van de luidsprekers. Voor de beste bescherming tegen rondzingen is het aanbevolen de luidsprekers en/of de platenspeler op een zwaar houten of stenen ondergrond te plaatsen. Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van het apparaat hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Welkom! Hartelijk dank voor uw aankoop van deze Sony geïntegreerde stereo versterker. Lees, alvorens het apparaat in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaar deze voor eventuele naslag. INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Aansluit-overzicht 4 Aansluiten van geluidsapparatuur 4 Aansluiten van de luidsprekers 5 Aansluiten van het netsnoer 6 Omtrent deze handleiding De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de modellen TA-FA30ES. Ter verduidelijking • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op het apparaat zelf. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende de afstandsbediening de “Beschrijving van de afstandsbediening” op bladzijde 11. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zult u het onderstaande tekentje aantreffen: z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. Luisteren naar muziek 7 Opnemen 8 Aanvullende informatie Verhelpen van storingen 9 Technische gegevens 9 Overzicht van het achterpaneel 11 Beschrijving van de afstandsbediening 11 NL Uitpakken en voorbereiden van de afstandsbediening Controleer of het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking aanwezig is: • Afstandsbediening RM-S326 (1) • Sony R6 (AA-formaat) batterijen (2) Inleggen van batterijen in de afstandsbediening Plaats twee stuks R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening en let hierbij op dat de + en de – polen van de batterijen in de juiste richting liggen, zoals aangegeven in het batterijvak. Richt de afstandsbediening bij het gebruik recht op de afstandsbedieningssensor g van de versterker. z Wanneer de batterijen te vervangen Bij normaal gebruik zullen de batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als u de versterker niet langer meer op afstand kunt bedienen, is het tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige plaats liggen. • Zorg dat er geen vloeistof of klein voorwerp in de afstandsbediening terecht komt. Let hier vooral op tijdens het verwisselen van de batterijen. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker niet blootgesteld wordt aan rechtstreekse zonnestraling of fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan verstoren. • Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. 3NL Voorbereidingen Aansluit-overzicht Op deze versterker kunt u de volgende geluidsapparatuur voor opname en weergave aansluiten. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het aansluiten van de gewenste apparatuur. Zie voor de plaats en de benaming van de aansluitbussen het “Overzicht van het achterpaneel” op blz. 11. Aansluiten van geluidsapparatuur Overzicht Hieronder volgen een aantal schema’s en aanwijzingen voor het aansluiten van verschillende audioPHONO y AUX TAPE1/DAT PHONO DAT deck Cassettedeck Tuner CARTRIDGE Ø MC ø MM SIGNAL GND SPEAKERS y L BI-WIRE R L R Minidisc-deck Compact disc speler Platenspeler INPUT SELECTOR 21 PHONO 16 SPEAKERS BASS TONE TREBLE 0 • • • BALANCE 0 • • 9 7 55 5 TAPE MONITOR 65 • • • • SOURCE • SOURCE DIRECT • • • • +10 IN IN TUNER CD AUX REC OUT IN REC OUT TAPE2/MD IN R TAPE1/DAT MAIN L IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16 Ω 3 componenten op de versterker. MUTING 1 ∞ 0 –dB TAPE1 • LEFT • –10 • +10 • • • • –10 R IN TAPE-2 • 80 PHONES L R TUNER CD TAPE2/MD 11 46 • • • • • • • ON • + – 13 36 TAPE1/DAT OFF L – TUNER 28 g + ATTENUATOR CD AUX U TAPE2/MD IN RIGHT Wat voor snoeren zijn er nodig? Luidspreker (links) TV of videorecorder Luidspreker (rechts) Alvorens met aansluiten te beginnen • Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld, alvorens u enige aansluiting maakt. • Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle andere aansluitingen naar behoren zijn gemaakt. • Gebruik voor het aansluiten op de versterker de bij elk apparaat geleverde aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audio-handel extra aansluitsnoeren aanschaffen. • Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten op dat u de gekleurde stekkers, en daarmee de polen, van de aansluitsnoeren niet verwisselt; sluit rood (rechts) aan op rood, en wit (links) op wit, zowel op de versterker als op de aangesloten apparatuur. Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (2 voor elk cassettedeck, DAT deck of minidisc-deck; 1 per stuk voor de Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) andere componenten) Aansluitingen De pijl geeft de richting van de signaalstroom aan (ç). Compact disc speler Versterker Compact disc speler Tuner L L Ç R R IN LINE CD OUTPUT Versterker Tuner L L Ç R R 4NL IN LINE TUNER OUTPUT Voorbereidingen Cassettedeck, DAT deck of minidisc-deck Aansluiten van de luidsprekers Cassettedeck Versterker L L Ç R R REC OUT IN TAPE1/DAT ç LINE LINE OUTPUT INPUT Volg de bovenstaande afbeeldingen voor het verbinden van de OUTPUT en INPUT aansluitingen van: —een cassettedeck of DAT deck op de TAPE1/DAT aansluitingen —een cassettedeck of minidisc-deck op de TAPE2/MD aansluitingen Overzicht Hieronder volgen de aanwijzingen voor het aansluiten van uw luidsprekers op de versterker. Deze versterker biedt aansluitmogelijkheden voor twee stel luidsprekers. SPEAKERS MAIN SPEAKERS BI-WIRE PHONO CARTRIDGE Ø MC ø MM SIGNAL GND SPEAKERS y L R L BI-WIRE R IN + L – + – L R R IN IN IN TUNER CD AUX REC OUT IN TAPE2/MD REC OUT IN TAPE1/DAT R MAIN L IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16 Ω Platenspeler 1 Verwijder de kortsluitstekkers uit de PHONO stekkerbussen alvorens u de platenspeler hierop aansluit (maar laat de kortsluitstekkers zitten als u geen platenspeler aansluit). Steek de kortsluitstekkers niet in de REC OUT stekkerbussen van de versterker. Dit kan storing in de werking van de versterker veroorzaken. 2 Sluit de audio-aansluitsnoeren aan. Versterker Platenspeler PHONO SIGNAL GND y L R Ç IN 3 Druk op de elementkeuzeschakelaar (CARTRIDGE) om in te stellen op het gebruikte type element. Type element Wat voor snoeren zijn er nodig? Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 voor elke luidsprekerbox) (+) (+) (–) (–) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn. Aansluitingen Stand van de schakelaar MM (magnetisch) ø MC (dynamisch) Ø } ] } ] Opmerking Beschikt uw platenspeler over een aardleiding, sluit deze dan aan op de SIGNAL GND (y) aardaansluiting van de versterker, om een storende bromtoon te voorkomen. TV-toestel of videorecorder Versterker L TV of videorecorder L Ç R R IN LINE AUX OUTPUT 5NL Voorbereidingen Aansluiten van luidsprekers met dubbele aansluitingen Aangezien de beide paren luidspreker-aansluitingen van deze versterker, SPEAKERS MAIN en BI-WIRE, geschikt zijn voor gelijktijdige weergave, kunt u deze gebruiken voor het aansluiten van luidsprekers met dubbele aansluitingen. 6NL Aansluiten van het netsnoer Aansluiten van het netsnoer Steek de netsnoerstekker van deze versterker en die van uw audio/video-apparatuur in een gewoon wandstopcontact. Opmerking Opmerking Sluit u een stel luidsprekers met dubbele aansluitingen aan, gebruik dan luidsprekers met een nominale impedantie van 4 tot 16 ohm. Zorg dat het netsnoer, de audio-aansluitsnoeren en de luidsprekersnoeren niet te dicht bij elkaar liggen. Wanneer de audio-aansluitsnoeren het netsnoer raken of wanneer het netsnoer of de luidsprekersnoeren te dicht langs de kaderantenne of de antennedraad van de tuner lopen, kan er storing ontstaan en kan de geluidskwaliteit teruglopen. Basisbediening Basisbediening Luisteren naar muziek 1 3 4 6 INPUT SELECTOR ATTENUATOR CD AUX 21 16 13 TUNER U 11 28 TAPE2/MD PHONO 36 9 7 46 TAPE1/DAT BASS ON 0 • • • • TONE TREBLE • • • 55 BALANCE 0 5 TAPE MONITOR • • 65 3 TAPE-2 • • • • OFF SPEAKERS • g • • • • • • Druk de SOURCE DIRECT schakelaar in de aan-stand, zodat het indicatorlampje oplicht. Aangezien het geluidssignaal nu niet via de circuits voor TONE en BALANCE regeling loopt, zult u de hoge en lage tonen en de links/rechts balans bij deze directe weergave niet kunnen instellen. LEFT • Luisteren naar het direct weergegeven signaal zonder bijregeling +10 • z 1 –10 1 ∞ 0 –dB RIGHT Druk op de aan/uit-schakelaar (U) om de versterker in te schakelen en draai de ATTENUATOR volumeregelaar geheel naar links om beschadiging van de luidsprekers door harde geluiden te voorkomen. Basisbediening Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting en zet de SPEAKERS schakelaar op OFF. +10 MUTING TAPE1 • • • Luisteren via een hoofdtelefoon • SOURCE DIRECT –10 z SOURCE • • • • 80 PHONES Het lampje boven de U schakelaar verandert van rood in groen. 2 3 4 Opmerking Vermijd luide weergave van hoge tonen met vervorming. Sterk vervormde hoge tonen kunnen de hogetonen-luidsprekers beschadigen. Schakel de geluidsbron in waarnaar u wilt luisteren. Zet de nabandcontrole-schakelaar (TAPE MONITOR) in de SOURCE stand. Kies met de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) de gewenste geluidsbron. Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op. Voor luisteren naar een Zet u de INPUT SELECTOR op Platenspeler PHONO Radio-uitzending TUNER Compact disc speler CD Geluidsbron aangesloten op de AUX hulpingangen AUX Geluidsbron aangesloten op de: —TAPE1/DAT aansluitingen —TAPE2/MD aansluitingen 5 6 TAPE1/DAT TAPE2/MD Start de weergave van de geluidsbron. Stel de geluidssterkte naar wens in met de ATTENUATOR volumeregelaar. Let op dat de MUTING dempingsschakelaar in de OFF stand staat en de SPEAKERS schakelaar in de ON stand. Voor Drukt u op of draait u aan Uitschakelen van de weergave MUTING. Nogmaals drukken om weer geluid te horen. Bijregelen van de lage tonen BASS Bijregelen van de hoge tonen TREBLE Instellen van de links/rechts balans BALANCE 7NL Basisbediening Opnemen 1 3 4 INPUT SELECTOR ATTENUATOR CD AUX 21 16 13 TUNER U 11 28 TAPE2/MD PHONO 36 9 7 46 TAPE1/DAT SPEAKERS BASS ON • TREBLE 0 • • • • • 55 BALANCE 0 • 5 TAPE MONITOR • • 65 3 TAPE-2 • • • • OFF TONE • g • • • • • • 8NL +10 LEFT • Bij opnemen op een cassettedeck met gescheiden opname- en weergavekoppen kunt u het zojuist opgenomen geluid vergelijken met de oorspronkelijke geluidsbron. Voor deze nabandcontrole zet u de TAPE MONITOR schakelaar op TAPE1 of TAPE2. Om bijvoorbeeld te horen hoe het geluid wordt opgenomen op een cassettedeck aangesloten op de TAPE1/DAT aansluitingen, zet u de TAPE MONITOR schakelaar in de TAPE1 stand. 1 2 3 4 –10 • Tijdens opnemen kunt u meeluisteren naar het zojuist opgenomen geluid (bandmonitor voor nabandcontrole) +10 MUTING 1 ∞ 0 –dB TAPE1 • • • z Via deze versterker kunt u dezelfde geluidsbron op drie opname-apparaten tegelijk opnemen. • SOURCE DIRECT –10 z SOURCE • • • • 80 PHONES RIGHT Druk op de aan/uit-schakelaar (U) om de versterker in te schakelen. Schakel de geluidsbron in waarvan u wilt opnemen. Zet de nabandcontrole-schakelaar (TAPE MONITOR) in de SOURCE stand. Stel de ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) in op de gekozen geluidsbron voor opname. Het indicatorlampje voor de gekozen geluidsbron licht op. Voor opnemen vanaf een Zet u de INPUT SELECTOR op Platenspeler PHONO Tuner (radio-ontvangst) TUNER Compact disc speler CD Geluidsbron aangesloten op de AUX hulpingangen AUX Geluidsbron aangesloten op de: —TAPE1/DAT aansluitingen —TAPE2/MD aansluitingen 5 6 TAPE1/DAT TAPE2/MD Breng de opname-apparatuur in gereedheid voor het opnemen en start de opname. Start de weergave van de geluidsbron. Aanvullende informatie Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Technische gegevens Mocht zich bij het gebruik van de versterker een van de onderstaande problemen voordoen, neemt u dan even deze lijst met controlepunten door. Is de storing aan de hand hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Systeem Eindversterker: Zuiver complementaire SEPP MOSFET vermogen-versterker, met alle trappen direct gekoppeld Voorversterker: Ruisarme hoge-versterkingsfactor equalizer-versterker Voedingsgedeelte: Hoge-capaciteit voedingstrap, geavanceerde STD Er wordt geen geluid weergegeven. / Controleer of de stekkers van alle geluidsapparatuur stevig zijn aangesloten. / Zorg dat de aansluitingen van de versterker en de andere geluidsapparatuur juist gemaakt zijn. / Zet de SPEAKERS schakelaar op ON (zie blz. 7). / Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in op de gekozen geluidsbron. / Schakel de geluiddemping uit met een druk op de MUTING dempingsschakelaar (zie blz. 7). Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. Onvoldoende hoge of lage tonen. 120 W + 120 W, aan 4 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming) 80 W + 80 W, aan 8 ohm (DIN, bij 0,7% vervorming) Luidspreker-impedantie 4 tot 16 ohm Uitgangsvermogen-bandbreedte (8 ohm) 10 Hz tot 100 kHz (bij 40 W uitgangsvermogen, vervorming in de hoge frequenties 0,08%) Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 8 ohm, 10 W uitgangsvermogen) / Stel de TONE regelaars naar behoren in. / Druk op de CARTRIDGE elementkeuzeschakelaar om in te stellen op het gebruikte type element (zie blz. 5). / Verplaats de luidsprekers of schuif een gordijn of meubelstuk opzij, zodat er geen obstakels in de baan van het geluid zijn. Dempingsfactor Het geluid klinkt vervormd. Stijgtijd / Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak doorkomende radiozender e.d.) / De geluidssterkte staat te hoog ingesteld voor de luidsprekers. Verminder de geluidssterkte. Restruis De lage tonen ontbreken, de plaatsing van de instrumenten is onduidelijk of de stereo-kanalen zijn verwisseld. / De (+) en (–) polen van de luidspreker-aansluitingen zijn verwisseld. Sluit de luidsprekers met de juiste polariteit van (+) en (–) aan. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. / Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed aardingspunt is aangesloten (zie blz. 5). / Controleer of er ergens een los contact is; steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen. / De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar, of schakel de TV uit. Het maken van geluidsopnamen lukt niet. / Stel de INPUT SELECTOR ingangskeuzeschakelaar in op de gekozen geluidsbron voor opname. Het apparaat reageert niet op de afstandsbediening. / Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de versterker. / Richt de kop van de afstandsbediening recht naar de sensor op het voorpaneel van de versterker. / De afstand tussen de versterker en de afstandsbediening is te groot. Ga dichter naar de versterker toe. / Vervang beide batterijen van de afstandsbediening door nieuwe. Basisbediening / Verstel de BALANCE regelaar tot de beide kanalen evenwichtig klinken. / Controleer de geluidsbron-aansluitingen en de luidspreker-aansluiting van het niet-werkende kanaal. Nominaal uitgangsvermogen 100 (bij 8 ohm, 1 kHz) Intermodulatievervorming (60 Hz : 7 kHz = 4 : 1) 0,008% (bij 8 ohm) 125 V/µsec., 250 V/µsec. (binnen) Minder dan 100 µV (A-netwerk) Equalizer-afwijking PHONO MM: 20 Hz tot 20 kHz, ±0,5 dB Frequentiebereik TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD: 7 Hz tot 100 kHz, +0 –3 dB Signaal/ruisverhouding en impedantie PHONO MC: 78 dB (A-netwerk, 0,5 mV) MM: 95 dB (A-netwerk, 5 mV) TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD: 105 dB Ingangen Ingangsgevoeligheid en impedantie PHONO MC: 0,17 mV, 100 ohm MM: 2,5 mV, 50 kOhm TUNER, CD, AUX, TAPE1/DAT, TAPE2/MD: 150 mV, 20 kOhm Maximale ingangsspanning (1 kHz) PHONO MC: 9 mV MM: 150 mV Het lampje boven de U schakelaar wordt rood en geluidsweergave valt plotseling weg. / Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren. Controleer de aansluitingen van deze snoeren. 9NL Aanvullende informatie Uitgangen Uitgangsspanning / impedantie REC OUT 1, 2: 150 mV, 1 kOhm PHONES: 10 mW (bij 8 ohm) Instelbereik toonregelaars BASS (100 Hz): ±7 dB TREBLE (10 kHz): ±7 dB Algemeen Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 220 W Afmetingen (b/h/d) Ca. 430 × 150 × 415 mm incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht 11,0 kg Bijgeleverd toebehoren Zie blz. 3. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 10NL Aanvullende informatie Overzicht van het achterpaneel 12 1 PHONO platenspeler-ingangen 2 CARTRIDGE MM/MC elementkeuzeschakelaar 3 y (SIGNAL GND) aardklem 4 Netsnoer 5 SPEAKERS MAIN/BI-WIRE luidspreker-aansluitingen 6 TAPE1/DAT cassettedeckaansluitingen 7 TAPE2/MD deck/minidiscaansluitingen 8 AUX hulpingangen 9 CD compact disc ingangen 0 TUNER ingangen 3 PHONO CARTRIDGE Ø MC ø MM SIGNAL GND SPEAKERS y L R L BI-WIRE R IN + L L R R IN IN IN TUNER CD AUX REC OUT IN TAPE2/MD 098 7 REC OUT IN TAPE1/DAT 6 – R + – MAIN L IMPEDANCE USE (MAIN+BI-WIRE TOTAL) 4-16 Ω 5 4 Beschrijving van de afstandsbediening De bijgeleverde afstandsbediening kan tevens dienst doen voor de bediening van andere Sony audiocomponenten die zijn voorzien van het g afstandsbedieningssymbool. Afstandsbedieningstoets(en) Voor bediening Functie van de Afstandsbedieningstoets(en) Voor bediening van de Functie Compact disc speler Starten van de CDweergave P Compact disc speler Pauzeren van de CDweergave p Compact disc speler Stoppen van de CDweergave CD · FUNCTION CD Versterker Keuze van het ingangssignaal via de CD ingangen =/+ Compact disc speler TUNER Versterker Keuze van het ingangssignaal via de TUNER ingangen Opzoeken van muziekstukken (AMS* zoekfunctie) D.SKIP Compact disc speler Verspringen van discs (alleen voor compact disc wisselaar) MD · Minidisc-speler Starten van de minidiscweergave P Minidisc-speler Pauzeren van de minidisc-weergave p Minidisc-speler Stoppen van de minidiscweergave =/+ Minidisc-speler Opzoeken van muziekstukken PHONO TAPE1/DAT Versterker Versterker Keuze van het ingangssignaal via de PHONO ingangen Keuze van het ingangssignaal via de TAPE 1/DAT ingangen TAPE2/MD Versterker Keuze van het ingangssignaal via de TAPE 2/MD ingangen AUX Versterker Keuze van het ingangssignaal via de AUX ingangen TUNER PRESET +/– Tuner Opzoeken van vooringestelde radiozenders TAPE DECK A/B ª/· Cassettedeck A of B Starten van de cassetteweergave p Cassettedeck A of B Stoppen van de bandloopfuncties 0/) Cassettedeck A of B Snel vooruit- of terugspoelen van de band ATT +/– Versterker Instellen van de geluidssterkte *Automatische Muziek Sensor 11NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Sony TA-FA30 de handleiding

Categorie
Luidsprekers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor