Sony TA-N1 de handleiding

Categorie
Speelgoed
Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar van brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Open nooit de behuizing,
om gevaar voor
elektrische schokken te
vermijden. Laat reparaties
aan de erkende vakhandel
over.
Plaats het apparaat niet in
een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of
ingebouwde kast.
3
NL
NL
Omtrent deze handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het
model TA-N1. Controleer uw modelnummer, dat op het
voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing tonen het Europese model, behalve
waar anders vermeld staat. Verschillen in de bediening
worden in de tekst duidelijk aangegeven, zoals
bijvoorbeeld “Alleen voor de V.S. en Canada”.
Ter verduidelijking
Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft u
het onderstaande symbool aan:
zDit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die
de bediening vergemakkelijken.
INHOUDSOPGAVE
Aansluiten van de apparatuur 4
Uitpakken 4
Aansluiten van een voorversterker (asymmetrische
aansluitingen) 5
Aansluiten van een voorversterker (symmetrische
aansluitingen) 6
Aansluiten van de luidsprekers (standaard
aansluitingen) 7
Aansluiten van de luidsprekers (dubbele
aansluitingen) 8
Aansluiten van het netsnoer 9
Bedieningsorganen en
basisbediening 10
Bedieningsorganen op het voorpaneel 10
Aansluitbussen op het achterpaneel 12
Aanvullende informatie 13
Voorzorgsmaatregelen 13
Verhelpen van storingen 14
Technische gegevens 15
4
NL
Aansluiten van
de apparatuur
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u een Sony TA-E1 voorversterker,
uw luidsprekers en andere audio-
apparatuur kunt aansluiten op deze
eindversterker. Lees vooral de
relevante paragrafen voor uw
apparatuur, alvorens u enige
aansluiting maakt.
Uitpakken
Controleer of het onderstaande toebehoren bij de
versterker is meegeleverd:
Netsnoer (1)
Netsnoer-verloopstekker (3 naar 2 pennen
gepolariseerd type) (1) (alleen voor de V.S./Canada)
Alvorens met aansluiten te beginnen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u
begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom
en andere bijgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren op
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit witte stekkers
aan op witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en
rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter
kanaal).
5
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van een voorversterker (asymmetrische aansluitingen)
Verbind uw voorversterker (Sony TA-E1, enz.) met de
UNBALANCED 1 of UNBALANCED 2
ingangsaansluitingen van deze eindversterker. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw
voorversterker.
L
R
L
R
2
R
1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L
OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A
+
B USE 8~16
–A–
–B–
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende
apparaten.
Wit (L) Wit (L)
Rood (R) Rood (R)
TA-E1, enz.
TA-N1
6
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van een voorversterker (symmetrische aansluitingen)
Verbind de BALANCED uitgangsaansluitingen van uw
voorversterker (Sony TA-E1, enz.) met de BALANCED
ingangsaansluitingen van deze eindversterker. Zie voor
nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw
voorversterker.
Vereiste aansluitsnoeren
Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
(L) (L)
(R) (R)
1: GROUND
2: HOT (+)
3: COLD (–)
L
R
L
R
2
R
1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L
OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A
+
B USE
8~16
–A–
–B–
TA-E1, enz.
TA-N1
Opmerking
De toewijzing van de stekkerpennen voor de BALANCED
ingangsaansluitingen van deze eindversterker is 1: GROUND, 2: HOT
en 3: COLD. Wanneer u deze ingangen verbindt met een
voorversterker waarbij de stekkerpennen anders zijn, zoals
1: GROUND, 2: COLD en 3: HOT, dient u de polariteit (
en
) van
de luidsprekersnoeren om te keren. Zie voor nadere bijzonderheden
de instructies die bij de voorversterker zijn ingesloten.
IN
2 3 1
7
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van de luidsprekers (standaard aansluitingen)
Verbind de aansluitbussen van de luidsprekers met de
SPEAKERS A of B aansluitbussen van deze eindversterker
met behulp van een enkel luidsprekersnoer voor elke
luidspreker. Er is geen verschil in de geluidssignalen die
worden uitgestuurd via de SPEAKERS A en B
aansluitbussen. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers.
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Dit is een hoog-vermogen versterker. Het aanraken van
de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren
terwijl het apparaat is ingeschakeld, kan gevaar voor
letsel opleveren.
Verzeker u ervan dat de versterker is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van
elk luidsprekersnoer en draai de kerndraden ineen (
A
).
Steek elk uiteinde van het luidsprekersnoer volledig in
de aansluitbus.
Laat de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren
niet uitsteken buiten de aansluitklemmen (modellen
voor de V.S./Canada) of buiten de aansluitbussen (B).
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (1 paar) (niet bijgeleverd)
Verbind de aansluitbussen van de luidsprekers met de
SPEAKERS A of B aansluitbussen van deze eindversterker.
Betreffende het aansluiten van de luidsprekers
Sluit de rechter luidspreker aan op de “R”
aansluitbussen en de linker luidspreker op de “L”
aansluitbussen.
Let bij elk luidsprekersnoer op dat u de draden niet
verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de
muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage
tonen grotendeels zullen ontbreken.
Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte
op dit apparaat of de voorversterker erg voorzichtig in,
om overbelasting van de luidsprekers te vermijden.
Langdurig achtereen uitsturen van een te krachtig of
vervormd geluidssignaal kan de luidsprekers
beschadigen.
De luidspreker-aansluitbussen van dit apparaat zijn
tevens geschikt voor platte Y-vormige aansluitklemmen.
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A
+ B USE
8~16
–A–
–B–
10 mm
luidsprekersnoer
A
B
(Deksel over de luidspreker-
aansluitingen alleen op de modellen
voor de V.S. en Canada.)
8
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van de luidsprekers (dubbele aansluitingen)
Als uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele
aansluitingen, kunt u ze met dubbele luidsprekersnoeren
aansluiten op dit apparaat. Verbind beide stellen
aansluitbussen van de luidsprekers met de SPEAKERS A
en B aansluitbussen van deze eindversterker, met behulp
van twee luidsprekersnoeren voor elke luidspreker. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van
uw luidsprekers.
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
Dit is een hoog-vermogen versterker. Het aanraken van
de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren
terwijl het apparaat is ingeschakeld, kan gevaar voor
letsel opleveren.
Verzeker u ervan dat de versterker is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van
elk luidsprekersnoer en draai de kerndraden ineen (
A
).
Steek elk uiteinde van het luidsprekersnoer volledig in
de aansluitbus.
Laat de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren
niet uitsteken buiten de aansluitklemmen (modellen
voor de V.S./Canada) of buiten de aansluitbussen (B).
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A + B USE 8~16
–A–
–B–
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (2 paar) (niet bijgeleverd)
Verbind de beide stellen aansluitbussen van de luidsprekers met
de SPEAKERS A en B aansluitbussen van deze eindversterker.
Betreffende het aansluiten van de luidsprekers
Sluit de rechter luidspreker aan op de “R” aansluitbussen
en de linker luidspreker op de “L” aansluitbussen.
Let bij elk luidsprekersnoer op dat u de draden niet
verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de
muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage
tonen grotendeels zullen ontbreken.
Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte op
dit apparaat of de voorversterker erg voorzichtig in, om
overbelasting van de luidsprekers te vermijden. Langdurig
achtereen uitsturen van een te krachtig of vervormd
geluidssignaal kan de luidsprekers beschadigen.
De luidspreker-aansluitbussen van dit apparaat zijn
tevens geschikt voor platte Y-vormige aansluitklemmen.
z Omtrent dubbele aansluitingen
U kunt dubbele aansluitingen maken wanneer de luidsprekers
zijn voorzien van twee ingangsaansluitingen, via welke de
geluidssignalen van hoge en lage frequenties afzonderlijk kunnen
worden doorgegeven.
TA-N1
10 mm
luidsprekersnoer
A
B
(Deksel over de luidspreker-
aansluitingen alleen op de modellen
voor de V.S. en Canada.)
9
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u de netsnoerstekker van eindvoorversterker in
het stopcontact steekt:
Verzeker u ervan dat de eindversterker is uitgeschakeld,
met de aan/uit-schakelaar in de uit-stand.
Sluit eerst de luidsprekers aan.
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN
stroomingang van dit apparaat.
Aansluiten op het stopcontact
(alleen voor het Europese model)
Steek de netstekker van het bijgeleverde netsnoer in een
wandstopcontact.
3 naar 2 pennen
gepolariseerde
verloopstekker
3-polig geaard stopcontact
(alleen het model voor de V.S./Canada)
Het bijgeleverde netsnoer heeft een 3-polige geaarde
netstekker. Als u beschikt over een 3-polig geaard
stopcontact, kunt u de stekker hier direct insteken. Voor
aansluiten op een gewoon 2-polig stopcontact kunt u de
bijgeleverde verloopstekker gebruiken of een in de handel
verkrijgbare netsnoer-verloopstekker.
Als er een storende bromtoon klinkt
Storende bijgeluiden kunnen te wijten zijn aan een
potentiaalverschil in het aardingscircuit*. Om dit te verhelpen,
gebruikt u de bijgeleverde verloopstekker en sluit u de
aardingsdraad nergens op aan.
* Alhoewel de aardaansluiting van een gewoon lichtnet-
stopcontact meestal een veiligheidsaardaansluiting is, kan er in
sommige gevallen toch een gering elektrisch potentiaalverschil
ontstaan, afhankelijk van het type stopcontact. In dat geval kan
gebruik van het bijgeleverde 3-aderige netsnoer de kwaliteit
van het audiosignaal aantasten of een bromtoon veroorzaken.
Opmerking
Het is aanbevolen dit apparaat rechtstreeks aan te sluiten op een
gewoon wandstopcontact. Als het beslist nodig is een
verlengsnoer e.d. te gebruiken, zorg dan in elk geval dat dit
geschikt is voor hoge stroomsterkte (ten minste 10 ampere) of
speciaal is ontworpen voor gebruik in kantoren e.d.
2-polig geaard stopcontact
• Bij aansluiten op een speciaal geaard stopcontact (voor
stekkerpennen van verschillende breedte):
Gebruik de bijgeleverde verloopstekker.
10
NL
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
Bedieningsorganen
en basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel beschreven, evenals
de diverse aansluitbussen op het
achterpaneel. Bovendien volgt een
beschrijving van de voornaamste
bedieningshandelingen.
11
NL
Bedieningsorganen en basisbediening
1 U Aan/uit-schakelaar
Druk hierop om de eindversterker in en uit te
schakelen.
• Voor het inschakelen draait u allereerst de volumeregelaar
van de voorversterker in de minimumstand en dan
schakelt u eerst de voorversterker en daarna deze
eindversterker in. Ook voor het uitschakelen draait u eerst
de volumeregelaar van de voorversterker helemaal terug
en dan schakelt u de eindversterker en de voorversterker
uit. Houd altijd deze volgorde aan, om uw luidsprekers te
beschermen.
2 Ingangslampjes (BALANCED/UNBALANCED 1/
UNBALANCED 2)
Een van deze lampjes licht op om aan te geven welke
weergave-ingang is gekozen met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar op het achterpaneel.
PROTECTION
BALANCED UNBALANCE UNBALANCE
12
1
23
3Beveiligingslampje (PROTECTION)
Na inschakelen van de eindversterker licht dit lampje
eerst 6 seconden lang op. Vervolgens gaat het blauwe
licht boven het lampje branden.
Als er een kortsluiting in een van de luidspreker-
aansluitingen is, zal het beveiligingscircuit van dit
apparaat automatisch in werking treden. Het
PROTECTION beveiligingslampje blijft branden
wanneer het beveiligingscircuit is ingeschakeld en dan
zal er geen geluid worden weergegeven via beide
luidsprekers. Als dit zich voordoet, schakelt u het
apparaat uit en controleert u of er iets mis is met de
luidspreker-aansluitingen.
12
NL
Bedieningsorganen en basisbediening
1
7 6
5
3
4
2
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A +
B USE 8~16
–A–
–B–
Aansluitbussen op het achterpaneel
1 SPEAKERS A aansluitbussen
Zie voor nadere bijzonderheden blz. 7.
2 SPEAKERS B aansluitbussen
Gebruik deze tegelijk met de SPEAKERS A
aansluitbussen als uw luidsprekers geschikt zijn voor
dubbele aansluitingen (zie blz. 8).
3 AC IN netstroomingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer eerst aan op deze AC
IN netstroomingang en steek dan de stekker in een
wandstopcontact voor stroomvoorziening van het
apparaat.
4 BALANCED ingangsaansluitingen
Verbind deze met de BALANCED OUT aansluitingen
van een voorversterker (zie blz. 6). Kies in dat geval de
BALANCED ingangen met de INPUT SELECTOR
keuzeschakelaar (5).
5 Ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR)
Draai aan deze knop om in te stellen op de weergave-
ingangen.
6 UNBALANCED 1 ingangsaansluitingen
Verbind deze met de PRE OUT aansluitingen van een
voorversterker (zie blz. 5). Kies in dat geval de
UNBALANCED 1 ingangen met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar (5).
7 UNBALANCED 2 ingangsaansluitingen
Verbind deze met de PRE OUT aansluitingen van een
voorversterker (zie blz. 5). Kies in dat geval de
UNBALANCED 2 ingangen met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar (5).
13
NL
Aanvullende informatie
Aanvullende
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en
laat de eindversterker eerst door een onderhoudsmonteur
nakijken, alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de eindversterker in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op
het achterpaneel van de eindversterker.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de
eindversterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek
nooit aan het snoer.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
onderhoudsdienst verrichten.
Opstelling
Zet de eindversterker op een goed geventileerde plaats,
met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige
betrouwbare werking.
Plaats de eindversterker niet dichtbij een warmtebron of
in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht
en mechanische trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-
openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Plaats de eindversterker niet:
op een ongelijke of wankele ondergrond;
op een deken of hoogpolig tapijt;
in een erg koude omgeving;
dichtbij een TV-toestel of videorecorder.
(Bij gebruik in de buurt van een TV-toestel of
videorecorder kan er storing in de beeld- en
geluidsweergave optreden. De kans op dergelijke
storing is het grootst bij gebruik van een
kamerantenne voor TV-ontvangst. Het is sterk
aanbevolen voor TV-ontvangst een buitenantenne
aan te sluiten.)
Ofschoon deze eindversterker een doordacht
ontworpen en solide geconstrueerd apparaat is, geeft
het bijzonder veel hitte af. Zet daarom nooit iets
bovenop dit apparaat. En gebruikt u een aantal van
deze apparaten samen, met hoog-vermogen
aansluitingen, stapel ze dan in geen geval bovenop
elkaar. Zet de eindversterkers naast elkaar, of zet ze in
een rek elk op een eigen plank, met tussenruimte.
14
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de eindversterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de
controlepunten even door. Is een probleem aan de hand
hiervan niet op te lossen, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
/ Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
/ Controleer of alle aansluitingen in orde zijn.
/ Controleer of de voorversterker wel is ingesteld op
de juiste geluidsbron.
Het beveiligingslampje dooft niet of het blijft
knipperen en er klinkt geen geluid.
/ Schakel de eindversterker uit en controleer of er
geen kortsluiting in de luidspreker-aansluitingen
is.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
/ Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
/ Controleer of de polariteit van alle aansluitingen
juist is (d.w.z. de + en – niet verwisseld).
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
/ Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een televisietoestel of tl-verlichting.
/ Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van uw televisietoestel of een tl-buislamp.
/ Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
Warmte-afgifte tijdens gebruik
Tijdens het gebruik kan deze eindversterker bijzonder
heet worden. Dit is een normaal verschijnsel; het duidt
niet op storing.
Het gehele oppervlak van de behuizing kan erg heet
worden, vooral bij weergave met hoog volume. Raak de
behuizing dan niet aan en leg er niets bovenop. U zou
zich kunnen branden of brandgevaar kunnen
veroorzaken.
Plaats deze versterker om dezelfde reden ook nooit in een
geheel gesloten kast of inbouwrek. Zet het apparaat op
een goed geventileerde plaats, met voldoende
luchtdoorstroming om oververhitting te voorkomen.
Voor het aansluiten
Alvorens enige apparatuur op de eindversterker aan te
sluiten, dient u het apparaat eerst uit te schakelen en de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Reinigen
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons,
schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine.
Mocht u vragen hebben of problemen met het apparaat,
neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Voorzorgsmaatregelen
15
NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Uitgangsvermogen
200 + 200 watt (aan 8 )
400 + 400 watt (aan 4 )
Nominale luidsprekerimpedantie
4tot 16 Ω
Harmonische vervorming
Minder dan 0,005% (totale harmonische
vervorming, aan 8 , bij 10 watt)
Dempingsfactor
150 (aan 8 , bij 1 kHz)
Frequentiebereik
5 Hz ~ 300 kHz + 0/– 1 dB (aan 8 Ω,
bij 1 watt)
Ingangsgevoeligheid en -impedantie
1,5 V, 20 k(asymmetrisch)
1,5 V, 40 k(symmetrisch)
Spanningsversterking
28 dB
Signaal/ruisverhouding
Meer dan 115 dB (Ingang kortgesloten,
A-Fil)
Algemeen
Systeem Zuiver complementaire hoog-vermogen
Legato Lineaire SEPP MOS FET
eindversterker
Stroomvoorziening
Modellen voor de V.S. en Canada:
120 V wisselstroom, 60 Hz
Modellen voor Europa:
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
Modellen voor de V.S. en Canada:
8,0 A
Modellen voor Europa:
600 watt
Afmetingen (b/h/d)
480 × 245 × 530 mm, incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.) 70 kg
Bijgeleverd toebehoren
Zie blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Open nooit de behuizing, om gevaar voor elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. 2NL Omtrent deze handleiding De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het model TA-N1. Controleer uw modelnummer, dat op het voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen het Europese model, behalve waar anders vermeld staat. Verschillen in de bediening worden in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld “Alleen voor de V.S. en Canada”. Ter verduidelijking Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft u het onderstaande symbool aan: zDit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. INHOUDSOPGAVE Aansluiten van de apparatuur 4 Uitpakken 4 Aansluiten van een voorversterker (asymmetrische aansluitingen) 5 Aansluiten van een voorversterker (symmetrische aansluitingen) 6 Aansluiten van de luidsprekers (standaard aansluitingen) 7 Aansluiten van de luidsprekers (dubbele aansluitingen) 8 Aansluiten van het netsnoer 9 Bedieningsorganen en basisbediening 10 Bedieningsorganen op het voorpaneel 10 Aansluitbussen op het achterpaneel 12 Aanvullende informatie 13 Voorzorgsmaatregelen 13 Verhelpen van storingen 14 Technische gegevens 15 NL 3NL Aansluiten van de apparatuur In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een Sony TA-E1 voorversterker, uw luidsprekers en andere audioapparatuur kunt aansluiten op deze eindversterker. Lees vooral de relevante paragrafen voor uw apparatuur, alvorens u enige aansluiting maakt. 4NL Uitpakken Controleer of het onderstaande toebehoren bij de versterker is meegeleverd: • Netsnoer (1) • Netsnoer-verloopstekker (3 naar 2 pennen gepolariseerd type) (1) (alleen voor de V.S./Canada) Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit witte stekkers aan op witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). Aansluiten van een voorversterker (asymmetrische aansluitingen) Verbind uw voorversterker (Sony TA-E1, enz.) met de UNBALANCED 1 of UNBALANCED 2 ingangsaansluitingen van deze eindversterker. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw voorversterker. Vereiste aansluitsnoeren Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende apparaten. Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) TA-N1 SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE A + B USE 4~16Ω 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 2 1 3 R 2 UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) L TA-E1, enz. CONNECTION ASSIGNMENT L L 2 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 2 1 LINE CD SACD R L BALANCED LINE OUT DIRECT IN TA P E 2 / M D OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT R L BALANCED OUT 1 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) 5NL Aansluiten van de apparatuur Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Aansluiten van een voorversterker (symmetrische aansluitingen) Aansluiten van de apparatuur Verbind de BALANCED uitgangsaansluitingen van uw voorversterker (Sony TA-E1, enz.) met de BALANCED ingangsaansluitingen van deze eindversterker. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw voorversterker. Vereiste aansluitsnoeren Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (L) (L) (R) (R) Opmerking De toewijzing van de stekkerpennen voor de BALANCED ingangsaansluitingen van deze eindversterker is 1: GROUND, 2: HOT en 3: COLD. Wanneer u deze ingangen verbindt met een voorversterker waarbij de stekkerpennen anders zijn, zoals 1: GROUND, 2: COLD en 3: HOT, dient u de polariteit (‘ en ’) van de luidsprekersnoeren om te keren. Zie voor nadere bijzonderheden de instructies die bij de voorversterker zijn ingesloten. IN 2 3 1 1: GROUND 2: HOT (+) 3: COLD (–) TA-N1 SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 1 2 3 R 2 UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) L TA-E1, enz. CONNECTION ASSIGNMENT L L 2 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 2 1 LINE 6NL CD SACD R L BALANCED LINE OUT DIRECT IN TA P E 2 / M D OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT R L BALANCED OUT 1 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) Aansluiten van de luidsprekers (standaard aansluitingen) Verbind de aansluitbussen van de luidsprekers met de SPEAKERS A of B aansluitbussen van deze eindversterker met behulp van een enkel luidsprekersnoer voor elke luidspreker. Er is geen verschil in de geluidssignalen die worden uitgestuurd via de SPEAKERS A en B aansluitbussen. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers. Vereiste aansluitsnoeren Verbind de aansluitbussen van de luidsprekers met de SPEAKERS A of B aansluitbussen van deze eindversterker. Aansluiten van de luidsprekersnoeren Dit is een hoog-vermogen versterker. Het aanraken van de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren terwijl het apparaat is ingeschakeld, kan gevaar voor letsel opleveren. Betreffende het aansluiten van de luidsprekers • Sluit de rechter luidspreker aan op de “R” aansluitbussen en de linker luidspreker op de “L” aansluitbussen. • Let bij elk luidsprekersnoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen ontbreken. • Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte op dit apparaat of de voorversterker erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden. Langdurig achtereen uitsturen van een te krachtig of vervormd geluidssignaal kan de luidsprekers beschadigen. • De luidspreker-aansluitbussen van dit apparaat zijn tevens geschikt voor platte Y-vormige aansluitklemmen. • Verzeker u ervan dat de versterker is uitgeschakeld, alvorens u enige aansluiting maakt. • Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk luidsprekersnoer en draai de kerndraden ineen (A). • Steek elk uiteinde van het luidsprekersnoer volledig in de aansluitbus. Laat de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren niet uitsteken buiten de aansluitklemmen (modellen voor de V.S./Canada) of buiten de aansluitbussen (B). A B luidsprekersnoer 10 mm (Deksel over de luidsprekeraansluitingen alleen op de modellen voor de V.S. en Canada.) SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 1 2 3 R 2 UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED L 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) 7NL Aansluiten van de apparatuur Luidsprekersnoeren (1 paar) (niet bijgeleverd) Aansluiten van de luidsprekers (dubbele aansluitingen) Aansluiten van de apparatuur Als uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele aansluitingen, kunt u ze met dubbele luidsprekersnoeren aansluiten op dit apparaat. Verbind beide stellen aansluitbussen van de luidsprekers met de SPEAKERS A en B aansluitbussen van deze eindversterker, met behulp van twee luidsprekersnoeren voor elke luidspreker. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers. Vereiste aansluitsnoeren Luidsprekersnoeren (2 paar) (niet bijgeleverd) Verbind de beide stellen aansluitbussen van de luidsprekers met de SPEAKERS A en B aansluitbussen van deze eindversterker. Betreffende het aansluiten van de luidsprekers Aansluiten van de luidsprekersnoeren Dit is een hoog-vermogen versterker. Het aanraken van de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren terwijl het apparaat is ingeschakeld, kan gevaar voor letsel opleveren. • Sluit de rechter luidspreker aan op de “R” aansluitbussen en de linker luidspreker op de “L” aansluitbussen. • Let bij elk luidsprekersnoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen ontbreken. • Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte op dit apparaat of de voorversterker erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden. Langdurig achtereen uitsturen van een te krachtig of vervormd geluidssignaal kan de luidsprekers beschadigen. • De luidspreker-aansluitbussen van dit apparaat zijn tevens geschikt voor platte Y-vormige aansluitklemmen. • Verzeker u ervan dat de versterker is uitgeschakeld, alvorens u enige aansluiting maakt. • Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk luidsprekersnoer en draai de kerndraden ineen (A). • Steek elk uiteinde van het luidsprekersnoer volledig in de aansluitbus. Laat de gestripte uiteinden van de luidsprekersnoeren niet uitsteken buiten de aansluitklemmen (modellen voor de V.S./Canada) of buiten de aansluitbussen (B). A B luidsprekersnoer 10 mm z Omtrent dubbele aansluitingen U kunt dubbele aansluitingen maken wanneer de luidsprekers zijn voorzien van twee ingangsaansluitingen, via welke de geluidssignalen van hoge en lage frequenties afzonderlijk kunnen worden doorgegeven. (Deksel over de luidsprekeraansluitingen alleen op de modellen voor de V.S. en Canada.) TA-N1 SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 2 2 8NL 1 3 R UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED L 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) Aansluiten van het netsnoer Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN stroomingang van dit apparaat. (alleen het model voor de V.S./Canada) Het bijgeleverde netsnoer heeft een 3-polige geaarde netstekker. Als u beschikt over een 3-polig geaard stopcontact, kunt u de stekker hier direct insteken. Voor aansluiten op een gewoon 2-polig stopcontact kunt u de bijgeleverde verloopstekker gebruiken of een in de handel verkrijgbare netsnoer-verloopstekker. 3-polig geaard stopcontact 2-polig geaard stopcontact • Bij aansluiten op een speciaal geaard stopcontact (voor stekkerpennen van verschillende breedte): Gebruik de bijgeleverde verloopstekker. Aansluiten op het stopcontact (alleen voor het Europese model) Steek de netstekker van het bijgeleverde netsnoer in een wandstopcontact. 3 naar 2 pennen gepolariseerde verloopstekker Als er een storende bromtoon klinkt Storende bijgeluiden kunnen te wijten zijn aan een potentiaalverschil in het aardingscircuit*. Om dit te verhelpen, gebruikt u de bijgeleverde verloopstekker en sluit u de aardingsdraad nergens op aan. * Alhoewel de aardaansluiting van een gewoon lichtnetstopcontact meestal een veiligheidsaardaansluiting is, kan er in sommige gevallen toch een gering elektrisch potentiaalverschil ontstaan, afhankelijk van het type stopcontact. In dat geval kan gebruik van het bijgeleverde 3-aderige netsnoer de kwaliteit van het audiosignaal aantasten of een bromtoon veroorzaken. Opmerking Het is aanbevolen dit apparaat rechtstreeks aan te sluiten op een gewoon wandstopcontact. Als het beslist nodig is een verlengsnoer e.d. te gebruiken, zorg dan in elk geval dat dit geschikt is voor hoge stroomsterkte (ten minste 10 ampere) of speciaal is ontworpen voor gebruik in kantoren e.d. 9NL Aansluiten van de apparatuur Alvorens u de netsnoerstekker van eindvoorversterker in het stopcontact steekt: • Verzeker u ervan dat de eindversterker is uitgeschakeld, met de aan/uit-schakelaar in de uit-stand. • Sluit eerst de luidsprekers aan. Bedieningsorganen en basisbediening In dit hoofdstuk wordt de plaats en functie van de toetsen en regelaars op het voorpaneel beschreven, evenals de diverse aansluitbussen op het achterpaneel. Bovendien volgt een beschrijving van de voornaamste bedieningshandelingen. 10NL Bedieningsorganen op het voorpaneel 23 Bedieningsorganen en basisbediening PROTECTION BALANCED 1 UNBALANCE 2 UNBALANCE 1 1 U Aan/uit-schakelaar Druk hierop om de eindversterker in en uit te schakelen. • Voor het inschakelen draait u allereerst de volumeregelaar van de voorversterker in de minimumstand en dan schakelt u eerst de voorversterker en daarna deze eindversterker in. Ook voor het uitschakelen draait u eerst de volumeregelaar van de voorversterker helemaal terug en dan schakelt u de eindversterker en de voorversterker uit. Houd altijd deze volgorde aan, om uw luidsprekers te beschermen. 2 Ingangslampjes (BALANCED/UNBALANCED 1/ UNBALANCED 2) Een van deze lampjes licht op om aan te geven welke weergave-ingang is gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar op het achterpaneel. 3 Beveiligingslampje (PROTECTION) Na inschakelen van de eindversterker licht dit lampje eerst 6 seconden lang op. Vervolgens gaat het blauwe licht boven het lampje branden. Als er een kortsluiting in een van de luidsprekeraansluitingen is, zal het beveiligingscircuit van dit apparaat automatisch in werking treden. Het PROTECTION beveiligingslampje blijft branden wanneer het beveiligingscircuit is ingeschakeld en dan zal er geen geluid worden weergegeven via beide luidsprekers. Als dit zich voordoet, schakelt u het apparaat uit en controleert u of er iets mis is met de luidspreker-aansluitingen. 11NL Aansluitbussen op het achterpaneel 1 2 SPEAKERS + R – – L + – L + Bedieningsorganen en basisbediening –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 2 2 UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR 76 5 1 SPEAKERS A aansluitbussen Zie voor nadere bijzonderheden blz. 7. 2 SPEAKERS B aansluitbussen Gebruik deze tegelijk met de SPEAKERS A aansluitbussen als uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele aansluitingen (zie blz. 8). 3 AC IN netstroomingang Sluit het bijgeleverde netsnoer eerst aan op deze AC IN netstroomingang en steek dan de stekker in een wandstopcontact voor stroomvoorziening van het apparaat. 4 BALANCED ingangsaansluitingen Verbind deze met de BALANCED OUT aansluitingen van een voorversterker (zie blz. 6). Kies in dat geval de BALANCED ingangen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar (5). 5 Ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) Draai aan deze knop om in te stellen op de weergaveingangen. 12NL 1 3 R R BALANCED 4 L 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) 3 6 UNBALANCED 1 ingangsaansluitingen Verbind deze met de PRE OUT aansluitingen van een voorversterker (zie blz. 5). Kies in dat geval de UNBALANCED 1 ingangen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar (5). 7 UNBALANCED 2 ingangsaansluitingen Verbind deze met de PRE OUT aansluitingen van een voorversterker (zie blz. 5). Kies in dat geval de UNBALANCED 2 ingangen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar (5). Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Veiligheid Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de eindversterker eerst door een onderhoudsmonteur nakijken, alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening Opstelling • Zet de eindversterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de eindversterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. • Plaats de eindversterker niet: – op een ongelijke of wankele ondergrond; – op een deken of hoogpolig tapijt; – in een erg koude omgeving; – dichtbij een TV-toestel of videorecorder. (Bij gebruik in de buurt van een TV-toestel of videorecorder kan er storing in de beeld- en geluidsweergave optreden. De kans op dergelijke storing is het grootst bij gebruik van een kamerantenne voor TV-ontvangst. Het is sterk aanbevolen voor TV-ontvangst een buitenantenne aan te sluiten.) • Ofschoon deze eindversterker een doordacht ontworpen en solide geconstrueerd apparaat is, geeft het bijzonder veel hitte af. Zet daarom nooit iets bovenop dit apparaat. En gebruikt u een aantal van deze apparaten samen, met hoog-vermogen aansluitingen, stapel ze dan in geen geval bovenop elkaar. Zet de eindversterkers naast elkaar, of zet ze in een rek elk op een eigen plank, met tussenruimte. 13NL Aanvullende informatie • Controleer, alvorens de eindversterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de eindversterker. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de eindversterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten. Voorzorgsmaatregelen Warmte-afgifte tijdens gebruik Aanvullende informatie Tijdens het gebruik kan deze eindversterker bijzonder heet worden. Dit is een normaal verschijnsel; het duidt niet op storing. Het gehele oppervlak van de behuizing kan erg heet worden, vooral bij weergave met hoog volume. Raak de behuizing dan niet aan en leg er niets bovenop. U zou zich kunnen branden of brandgevaar kunnen veroorzaken. Plaats deze versterker om dezelfde reden ook nooit in een geheel gesloten kast of inbouwrek. Zet het apparaat op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting te voorkomen. Voor het aansluiten Alvorens enige apparatuur op de eindversterker aan te sluiten, dient u het apparaat eerst uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te trekken. Reinigen Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. Mocht u vragen hebben of problemen met het apparaat, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. 14NL Verhelpen van storingen Als bij het gebruik van de eindversterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door. Is een probleem aan de hand hiervan niet op te lossen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt niet of nauwelijks geluid. / Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. / Controleer of alle aansluitingen in orde zijn. / Controleer of de voorversterker wel is ingesteld op de juiste geluidsbron. Het beveiligingslampje dooft niet of het blijft knipperen en er klinkt geen geluid. / Schakel de eindversterker uit en controleer of er geen kortsluiting in de luidspreker-aansluitingen is. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. / Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. / Controleer of de polariteit van alle aansluitingen juist is (d.w.z. de + en – niet verwisseld). Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. / Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. / Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een televisietoestel of tl-verlichting. / Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van uw televisietoestel of een tl-buislamp. / Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. Technische gegevens Versterker-gedeelte Algemeen Uitgangsvermogen 200 + 200 watt (aan 8 Ω) 400 + 400 watt (aan 4 Ω) Systeem Nominale luidsprekerimpedantie 4 Ω tot 16 Ω Stroomvoorziening Modellen voor de V.S. en Canada: 120 V wisselstroom, 60 Hz Modellen voor Europa: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Dempingsfactor 150 (aan 8 Ω, bij 1 kHz) Frequentiebereik 5 Hz ~ 300 kHz + 0/– 1 dB (aan 8 Ω, bij 1 watt) Ingangsgevoeligheid en -impedantie 1,5 V, 20 kΩ (asymmetrisch) 1,5 V, 40 kΩ (symmetrisch) Aanvullende informatie Harmonische vervorming Minder dan 0,005% (totale harmonische vervorming, aan 8 Ω, bij 10 watt) Zuiver complementaire hoog-vermogen Legato Lineaire SEPP MOS FET eindversterker Stroomverbruik Modellen voor de V.S. en Canada: 8,0 A Modellen voor Europa: 600 watt Afmetingen (b/h/d) 480 × 245 × 530 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 70 kg Spanningsversterking 28 dB Bijgeleverd toebehoren Zie blz. 4. Signaal/ruisverhouding Meer dan 115 dB (Ingang kortgesloten, A-Fil) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 15NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Sony TA-N1 de handleiding

Categorie
Speelgoed
Type
de handleiding