Sony TA-E1 de handleiding

Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar van brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Plaats het apparaat niet in
een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of
ingebouwde kast.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terechtkomen, trek dan de
stekker uit het stopcontact en laat de
voorversterker eerst door een
onderhoudsmonteur nakijken, alvorens het
apparaat weer in gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer, alvorens de voorversterker in
gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning
van het apparaat overeenkomt met de
plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het
naamplaatje op het achterpaneel van de
voorversterker.
• Zolang de stekker van het netsnoer in
het stopcontact zit, blijft er spanning op
het apparaat staan, ook al is de
voorversterker zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer u denkt de voorversterker
geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact
te trekken; trek nooit aan het snoer.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de
stekker te vervangen, laat dit dan
uitsluitend bij een erkende
onderhoudsdienst verrichten.
Opstelling
• Zet de voorversterker op een goed
geventileerde plaats, met voldoende
luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van
een langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de voorversterker niet dichtbij een
warmtebron of in direct zonlicht.
Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en
mechanische trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat dat de
ventilatie-openingen aan de bovenzijde
kan blokkeren, in het belang van een
storingsvrije werking.
Voor het aansluiten
Alvorens enige apparatuur op de
voorversterker aan te sluiten, dient u het
apparaat eerst uit te schakelen en de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Reinigen
Maak de ombouw, het paneel en
bedieningsorganen schoon met een zachte
doek, licht bevochtigd met wat milde
huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons,
schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
Mocht u vragen hebben of problemen
met het apparaat, neem dan a.u.b.
contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
3
NL
NL
Omtrent deze handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het
model TA-E1. Controleer uw modelnummer, dat op het
voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing tonen het Europese model, behalve
waar anders vermeld staat. Verschillen in de bediening
worden in de tekst duidelijk aangegeven, zoals
bijvoorbeeld “Alleen voor de V.S. en Canada”.
Ter verduidelijking
Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening
met de toetsen op de voorversterker zelf.
Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft
u het onderstaande symbool aan:
z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
INHOUDSOPGAVE
Aansluiten van de apparatuur 4
Uitpakken 4
Aansluiten van een eindversterker (asymmetrische
aansluitingen) 5
Aansluiten van een eindversterker (symmetrische
aansluitingen) 6
Aansluiten van andere audio-apparatuur 7
Aansluiten van het netsnoer 8
Bedieningsorganen en
basisbediening 10
Bedieningsorganen op het voorpaneel 10
Aansluitbussen op het achterpaneel 12
Andere bedieningsfuncties 13
Opnemen 13
Aanvullende informatie 14
Verhelpen van storingen 14
Technische gegevens 15
4
NL
Aansluiten van
de apparatuur
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u een eindversterker en diverse
andere audio-apparatuur kunt
aansluiten op deze voorversterker.
Lees vooral de relevante paragrafen
voor uw apparatuur, alvorens u enige
aansluiting maakt.
Uitpakken
Controleer of het onderstaande toebehoren bij de
versterker is meegeleverd:
Audio-aansluitsnoer (1)
Netsnoer (1)
Netsnoer-verloopstekker (3 naar 2 pennen
gepolariseerd type) (1) (alleen voor de V.S./Canada)
Alvorens met aansluiten te beginnen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u
begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom
en andere bijgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren op
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit witte stekkers
aan op witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en
rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter
kanaal).
5
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van een eindversterker (asymmetrische aansluitingen)
Verbind de PRE OUT voorversterker-uitgangen van deze
voorversterker met de UNBALANCED
ingangsaansluitingen van uw eindversterker (Sony
TA-N1, enz.). Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw eindversterker.
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (1 snoer bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende
apparaten.
Wit (L) Wit (L)
Rood (R) Rood (R)
L
R
L
R
2
R
1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L
OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A +
B USE 8~16
–A–
–B–
TA-E1
TA-N1, enz.
6
NL
Aansluiten van de apparatuur
L
R
L
R
2 R1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
1
1
2
3
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
BALANCEDINPUT SELECTOR
IMPEDANCE USE 4~16
L
L
+
+
R
R
+
+
BALANCEDUNBALANCED
L
L
R
R
UNBALANCED
12
1 : GROUND
2 : HOT(+)
3 : COLD(–)
INPUT
SPEAKERS
A +
B USE 8~16
–A–
–B–
Aansluiten van een eindversterker (symmetrische aansluitingen)
Verbind de BALANCED OUT uitgangsaansluitingen van
deze voorversterker met de BALANCED
ingangsaansluitingen van uw eindversterker (Sony
TA-N1, enz.). Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van uw eindversterker.
Vereiste aansluitsnoeren
Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Steek bij alle snoeren de stekkers stevig over de volle lengte in de stekkerbussen.
Als er een stekker los zit, kan dit storing in de weergave veroorzaken.
Opmerking
De toewijzing van de stekkerpennen voor de BALANCED OUT
uitgangsaansluitingen van de voorversterker is 1: GROUND, 2: HOT en
3: COLD. Wanneer u deze uitgangen verbindt met een eindversterker
waarbij de stekkerpennen anders zijn, zoals 1: GROUND, 2: COLD en 3:
HOT, dient u de polariteit (
en
) van de luidsprekersnoeren om te
keren. Zie voor nadere bijzonderheden het aparte inlegvel dat bij de
voorversterker is ingesloten.
Op de voorversterker Op de eindversterker
(L) (L)
(R) (R)
TA-E1
TA-N1, enz.
IN OUT
2 3 1 1 3 2
1: GROUND
2: HOT (+)
3: COLD (–)
7
NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende
apparaten.
Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Steek bij elk symmetrisch aansluitsnoer de stekkers stevig over
de volle lengte in de stekkerbussen. Als er een stekker los zit, kan
dit storing in de weergave veroorzaken.
Aansluiten van andere audio-apparatuur
Wit (L) Wit (L)
Rood (R) Rood (R)
Verbind de analoge lijnuitgangen van uw audio-
apparatuur (compact disc speler, Super Audio CD-speler,
minidisc-recorder, cassettedeck, DAT cassettedeck, enz.)
met de analoge lijningangen van deze voorversterker.
Als u beschikt over een geluidsbron met symmetrische
uitgangsaansluitingen, kunt u deze aansluitingen op de
BALANCED LINE ingangen van deze voorversterker.
Opmerking
Bij het aansluiten van een CD-speler (enz.) die zowel
symmetrische als asymmetrische uitgangsaansluitingen heeft,
maakt u de aansluitingen alleen op de gewone CD ingangen of
op de BALANCED LINE ingangen van deze voorversterker,
maar niet op beide tegelijk. Bij aansluiting op beide stellen
ingangen zal de kwaliteit van de weergave minder zijn of
kan er helemaal geen geluid worden weergegeven.
Op de geluidsbron Op de voorversterker
(L) (L)
(R) (R)
OUTPUT
L
R
INPUT
IN
ç
OUT
ç
OUTPUT
L
R
OUTPUT
L
R
OUTPUT
L
R
INPUT
IN
ç
OUT
ç
R
BALANCED OUT
L
L
R
L
R
2
R
1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L
OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
TA-E1
Compact disc speler Super Audio CD-speler
Geluidsbron met
symmetrische
uitgangsaansluitingen
Cassettedeck,
minidisc-
recorder,
(enz.)
Cassettedeck,
DAT
cassettedeck,
(enz.)
8
NL
Aansluiten van de apparatuur
Alvorens u de netsnoerstekker van deze voorversterker in
het stopcontact steekt:
Zorg dat de aan/uit-schakelaar van de voorversterker
in de uit-stand staat.
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN
stroomingang van dit apparaat.
Aansluiten op het stopcontact
(alleen voor het Europese model)
Steek de netstekker van het bijgeleverde netsnoer in een
wandstopcontact.
Aansluiten van het netsnoer
3 naar 2 pennen
gepolariseerde
verloopstekker
3-polig geaard stopcontact
(alleen het model voor de V.S./Canada)
Het bijgeleverde netsnoer heeft een 3-polige geaarde
netstekker. Als u beschikt over een 3-polig geaard
stopcontact, kunt u de stekker hier direct insteken. Voor
aansluiten op een gewoon 2-polig stopcontact kunt u de
bijgeleverde verloopstekker gebruiken of een in de handel
verkrijgbare netsnoer-verloopstekker.
Als er een storende bromtoon klinkt
Storende bijgeluiden kunnen te wijten zijn aan een
potentiaalverschil in het aardingscircuit*. Om dit te verhelpen,
gebruikt u de bijgeleverde verloopstekker en sluit u de
aardingsdraad nergens op aan.
* Alhoewel de aardaansluiting van een gewoon lichtnet-
stopcontact meestal een veiligheidsaardaansluiting is, kan er in
sommige gevallen toch een gering elektrisch potentiaalverschil
ontstaan, afhankelijk van het type stopcontact. In dat geval kan
gebruik van het bijgeleverde 3-aderige netsnoer de kwaliteit
van het audiosignaal aantasten of een bromtoon veroorzaken.
Opmerking
Het is aanbevolen dit apparaat rechtstreeks aan te sluiten op een
gewoon wandstopcontact. Als het beslist nodig is een
verlengsnoer e.d. te gebruiken, zorg dan in elk geval dat dit
geschikt is voor hoge stroomsterkte (ten minste 10 ampere) of
speciaal is ontworpen voor gebruik in kantoren e.d.
2-polig geaard stopcontact
Bij aansluiten op een speciaal geaard stopcontact (voor
stekkerpennen van verschillende breedte):
Gebruik de bijgeleverde verloopstekker.
9
NL
Aansluiten van de apparatuur
10
NL
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
Bedieningsorganen
en basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel beschreven, evenals
de diverse aansluitbussen op het
achterpaneel. Bovendien volgt een
beschrijving van de voornaamste
bedieningshandelingen.
1 U Aan/uit-schakelaar
Druk hierop om de voorversterker in en uit te
schakelen.
• Alvorens de voorversterker in te schakelen, draait u de
VOLUME regelaar geheel linksom in de minimumstand,
om schade aan de luidsprekers te voorkomen.
2 Spanningslampje
Na inschakelen van de voorversterker licht dit lampje
eerst 12 seconden lang rood op en blijft daarna groen
branden.
3 Ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR)
Draai aan deze knop om in te stellen op de
geluidsbron die u wilt beluisteren.
Voor luisteren naar Stelt u in op
Cassettedeck, DAT cassettedeck DAT/TAPE 1
Minidisc-recorder MD/TAPE 2
BALANCED LINE geluidsbron BALANCED LINE
Super Audio CD-speler SACD
Compact disc speler CD
LINE 1 geluidsbron LINE 1
LINE 2 geluidsbron LINE 2
Na het kiezen van de geluidsbron schakelt u het
betreffende apparaat in en start u de weergave van de
geluidsbron.
11
NL
Bedieningsorganen en basisbediening
4 Bandmonitortoets (TAPE MONITOR)
Druk op deze toets om bandopnamen te beluisteren.
Het indicatorlampje licht op wanneer de
nabandcontrole is ingeschakeld en dooft wanneer de
nabandcontrole is uitgeschakeld.
5 Bandmonitor-ingangskeuzetoets (TAPE 1/TAPE 2)
Wanneer de TAPE MONITOR toets (4) is ingedrukt,
kunt u met deze toets kiezen uit de TAPE 1 of TAPE 2
ingangsaansluitingen. Het indicatorlampje geeft aan
welke bandmonitor-ingang u hebt gekozen.
6 Direct-signaaltoets (DIRECT)
Druk hierop om in te stellen op de geluidsbron die is
aangesloten op de DIRECT ingangsaansluitingen. Het
indicatorlampje licht op en de geluidsbron
aangesloten op de DIRECT ingangen wordt
weergegeven met voorrang boven de geluidsbron
gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar
(3).
Druk nogmaals op de DIRECT toets om terug te keren
naar de geluidsbron gekozen met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar.
7 Volumeregelaar (VOLUME)
Na het kiezen van de geluidsbron voor weergave
draait u aan deze knop om de geluidssterkte te
regelen.
5
SACD
LINE 1
LINE 2
MD/TAPE 2
CD
BALANCED LINE
DAT/TAPE 1
4
3
2
TAPE MONITOR
TAPE 1
TAPE 2
DIRECT
1
0
6
7
8
9
10
VOLUME
INPUT SELECTOR
2 3 74 65
1
12
NL
Bedieningsorganen en basisbediening
Aansluitbussen op het achterpaneel
1 LINE 1 en 2 ingangsaansluitingen
Verbind deze met de analoge uitgangsaansluitingen
van uw audio-apparatuur (zie blz. 7).
2 CD ingangsaansluitingen
Verbind deze met de uitgangsaansluitingen van uw
compact disc speler (zie blz. 7).
3 SACD ingangsaansluitingen
Verbind deze met de uitgangsaansluitingen van uw
Super Audio CD-speler (zie blz. 7).
4 BALANCED LINE ingangsaansluitingen
Verbind deze met de BALANCED OUT aansluitingen
van een geluidsbron die geschikt is voor symmetrische
aansluitsnoeren (XLR-type) (zie blz. 7).
5 DIRECT ingangsaansluitingen
Verbind deze met de analoge uitgangsaansluitingen
van uw audio-apparatuur. De geluidsbron die hierop
is aangesloten kunt u direct weergeven met een druk
op de DIRECT toets op het voorpaneel, zodat het
bijbehorende indicatorlampje oplicht.
Bij indrukken van de DIRECT toets wordt de
geluidsbron aangesloten op deze ingangen direct
weergegeven, met voorrang boven de geluidsbron
gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar.
6 TAPE 2/MD, TAPE 1/DAT IN/OUT opname/
weergave-aansluitingen
Hierop kunt u de in- en uitgangen aansluiten van uw
opname-apparatuur, zoals een cassettedeck, DAT
cassettedeck, minidisc-recorder, enz. (zie blz. 7).
7 PRE OUT voorversterker-uitgangen
Sluit hierop uw eindversterker(s) aan (zie blz. 5).
8 BALANCED OUT uitgangsaansluitingen
Hierop kunt u uw eindversterker(s) met symmetrische
aansluitsnoeren aansluiten (zie blz. 6).
* : Aanduiding voor de toewijzing van de stekkerpennen van
de BALANCED LINE ingangsaansluitingen.
** : Aanduiding voor de toewijzing van de stekkerpennen van
de BALANCED OUT uitgangsaansluitingen.
9 AC IN netstroomingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer eerst aan op deze AC
IN netstroomingang en steek dan de stekker
in een wandstopcontact voor stroomvoorziening
van het apparaat (zie blz. 8).
L
R
L
R
2
R
1
SACDCDLINE BALANCED LINE
OUT I N
TAPE2/MD
DIRECT
PRE OUT
L
OUT I N
TAPE1/DAT
R
BALANCED OUT
L
1
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
2
CONNECTION
ASSIGNMENT
2
3
1 :GROUND
2 :HOT ( + )
3 :COLD ( – )
1
5 6 7 8 9432
1
*
**
13
NL
Andere bedieningsfuncties
Andere
bedieningsfuncties
In dit hoofdstuk wordt de bediening
beschreven voor het opnemen van de
aangesloten geluidsbronnen op uw
cassettedeck, DAT cassettedeck,
minidisc-recorder, enz.
Opnemen
Met deze voorversterker kunt u eenvoudig alle
geluidssignalen van de aangesloten geluidsbronnen
opnemen op de eveneens aangesloten opname-apparatuur.
Het is niet nodig de weergave- en opname-apparatuur
direct onderling aan te sluiten; u kiest gewoon de
geluidsbron op de voorversterker en dan kunt u de
bedieningsorganen van de betrokken apparatuur
gebruiken voor het opnemen of het kopiëren van opnamen.
Controleer voor u begint eerst of alle apparatuur naar
behoren is aangesloten.
Opnemen op een cassette of minidisc
Via deze voorversterker kunt u muziek van allerlei
geluidsbronnen op een cassette of minidisc opnemen. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van
uw cassettedeck of minidisc-recorder.
1 Draai aan de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar om
in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen.
Voor een compact disc bijvoorbeeld kiest u de CD
stand.
2 Maak de geluidsbron gereed voor weergave.
Plaats bijvoorbeeld een compact disc in uw CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of
minidisc in uw opname-apparaat en stel indien
nodig het opnameniveau in.
4 Start de opname op het cassettedeck of de
minidisc-recorder en start dan de weergave van de
geluidsbron.
z U kunt het opgenomen geluid direct beluisteren
(bandmonitor voor nabandcontrole)
Bij opnemen met een 3-koppen cassettedeck kunt u het
opgenomen geluid onmiddellijk beluisteren. Als u bijvoorbeeld
opneemt op een cassettedeck dat is aangesloten op de DAT/
TAPE 1 ingangsaansluitingen, drukt u op de TAPE MONITOR
toets om de bandmonitor in te schakelen (zodat het
indicatorlampje oplicht) en dan drukt u op de TAPE 1/TAPE 2
toets zodat het indicatorlampje boven TAPE 1 oplicht.
Opmerkingen
• U kunt geen digitaal audiosignaal opnemen van een
geluidsbron die is aangesloten op de analoge TAPE 1/DAT
OUT aansluitingen of de TAPE 2/MD REC aansluitingen. Om
een digitaal audiosignaal op te nemen, moet u de digitale
uitgangsaansluiting van de geluidsbron rechtstreeks aansluiten
op de digitale ingangsaansluiting van het opname-apparaat.
• Bijregeling van het weergegeven geluid heeft geen invloed op
het signaal dat wordt uitgestuurd via de TAPE 1/DAT OUT of
de TAPE 2/MD OUT aansluitingen.
14
NL
Verhelpen van storingen
Als zich bij het gebruik van de voorversterker een van de
volgende problemen voordoet, neemt u dan de
controlepunten even door. Is een probleem aan de hand
hiervan niet op te lossen, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
/ Controleer of alle apparaten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Controleer of deze voorversterker wel staat
ingesteld op de juiste weergave-ingangen voor de
geluidsbron.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
/ Controleer of alle apparaten juist en stevig zijn
aangesloten.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
/ Controleer of alle apparaten stevig zijn
aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een televisietoestel of tl-verlichting.
/ Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van uw televisietoestel of tl-buislampen.
/ Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
Het opnemen lukt niet.
/ Controleer of alle apparaten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Kies de op te nemen geluidsbron met de INPUT
SELECTOR keuzeschakelaar.
Aanvullende
informatie
15
NL
Aanvullende informatie
Audio-gedeelte
Harmonische vervorming
Minder dan 0,005%
(totale harmonische
vervorming bij 2 V)
Frequentiebereik
5 Hz ~ 300 kHz
(0 ~ –1 dB)
Signaal/ruisverhouding
Meer dan 115 dB
(Ingang kortgesloten,
A-Fil)
Ingangen
Ingangsaansluiting Gevoeligheid Impedantie
LINE 1 250 mV 20 k
LINE 2 250 mV 20 k
CD 250 mV 20 k
SACD 250 mV 20 k
BALANCED LINE 250 mV 40 k
DAT/TAPE 1 250 mV 20 k
MD/TAPE 2 250 mV 20 k
Uitgangen
Uitgangsaansluiting Uitgangsspanning Impedantie
PRE OUT 2 V 47
BALANCED OUT 2 V 220
Algemeen
Stroomvoorziening
Modellen voor de V.S.
en Canada :
120 V wisselstroom,
60Hz
Modellen voor Europa :
230 V wisselstroom,
50/60Hz
Stroomverbruik
18 watt
Afmetingen (b/h/d)
430 × 108 × 445 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en
knoppen
Gewicht (ca.) 21,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
Zie blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Technische gegevens

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Voorzorgsmaatregelen Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Veiligheid Reinigen Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat de voorversterker eerst door een onderhoudsmonteur nakijken, alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen. Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde huishoudzeep. Gebruik geen schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine. Stroomvoorziening Mocht u vragen hebben of problemen met het apparaat, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. • Controleer, alvorens de voorversterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de voorversterker. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de voorversterker zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de voorversterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten. Opstelling • Zet de voorversterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de voorversterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. Voor het aansluiten Alvorens enige apparatuur op de voorversterker aan te sluiten, dient u het apparaat eerst uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te trekken. 2NL Omtrent deze handleiding De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het model TA-E1. Controleer uw modelnummer, dat op het voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen het Europese model, behalve waar anders vermeld staat. Verschillen in de bediening worden in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld “Alleen voor de V.S. en Canada”. Ter verduidelijking • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op de voorversterker zelf. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft u het onderstaande symbool aan: z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. INHOUDSOPGAVE Aansluiten van de apparatuur 4 Uitpakken 4 Aansluiten van een eindversterker (asymmetrische aansluitingen) 5 Aansluiten van een eindversterker (symmetrische aansluitingen) 6 Aansluiten van andere audio-apparatuur 7 Aansluiten van het netsnoer 8 Bedieningsorganen en basisbediening 10 Bedieningsorganen op het voorpaneel 10 Aansluitbussen op het achterpaneel 12 Andere bedieningsfuncties 13 Opnemen 13 Aanvullende informatie 14 NL Verhelpen van storingen 14 Technische gegevens 15 3NL Aansluiten van de apparatuur In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een eindversterker en diverse andere audio-apparatuur kunt aansluiten op deze voorversterker. Lees vooral de relevante paragrafen voor uw apparatuur, alvorens u enige aansluiting maakt. 4NL Uitpakken Controleer of het onderstaande toebehoren bij de versterker is meegeleverd: • Audio-aansluitsnoer (1) • Netsnoer (1) • Netsnoer-verloopstekker (3 naar 2 pennen gepolariseerd type) (1) (alleen voor de V.S./Canada) Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio-aansluitsnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit witte stekkers aan op witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). Aansluiten van een eindversterker (asymmetrische aansluitingen) Verbind de PRE OUT voorversterker-uitgangen van deze voorversterker met de UNBALANCED ingangsaansluitingen van uw eindversterker (Sony TA-N1, enz.). Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw eindversterker. Vereiste aansluitsnoeren Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende apparaten. Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) TA-E1 CONNECTION ASSIGNMENT L L 2 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 2 1 LINE CD SACD R L BALANCED LINE OUT DIRECT IN OUT TA P E 2 / M D R L BALANCED OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT 1 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) TA-N1, enz. SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 2 1 3 R 2 UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED L 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) 5NL Aansluiten van de apparatuur Audio-aansluitsnoeren (1 snoer bijgeleverd) Aansluiten van een eindversterker (symmetrische aansluitingen) Aansluiten van de apparatuur Verbind de BALANCED OUT uitgangsaansluitingen van deze voorversterker met de BALANCED ingangsaansluitingen van uw eindversterker (Sony TA-N1, enz.). Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw eindversterker. Vereiste aansluitsnoeren Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Steek bij alle snoeren de stekkers stevig over de volle lengte in de stekkerbussen. Als er een stekker los zit, kan dit storing in de weergave veroorzaken. Op de voorversterker (L) Op de eindversterker (L) (R) (R) Opmerking De toewijzing van de stekkerpennen voor de BALANCED OUT uitgangsaansluitingen van de voorversterker is 1: GROUND, 2: HOT en 3: COLD. Wanneer u deze uitgangen verbindt met een eindversterker waarbij de stekkerpennen anders zijn, zoals 1: GROUND, 2: COLD en 3: HOT, dient u de polariteit (‘ en ’) van de luidsprekersnoeren om te keren. Zie voor nadere bijzonderheden het aparte inlegvel dat bij de voorversterker is ingesloten. IN OUT 1: GROUND 2: HOT (+) 3: COLD (–) 2 3 1 1 3 2 TA-E1 CONNECTION ASSIGNMENT L L 2 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 2 1 LINE CD SAC D R L BALANCED LINE OUT DIRECT IN OUT TA P E 2 / M D R L BALANCED OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT 1 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) TA-N1, enz. SPEAKERS + R – – L + – L + –A– –B– + R – IMPEDANCE USE 4~16Ω A + B USE 8~16Ω INPUT UNBALANCED L 2 BALANCED CONNECTION ASSIGNMENT 1 2 2 6NL 1 3 R UNBALANCED 1 INPUT SELECTOR R BALANCED L 1 : GROUND 2 : HOT(+) 3 : COLD(–) Aansluiten van andere audio-apparatuur Verbind de analoge lijnuitgangen van uw audioapparatuur (compact disc speler, Super Audio CD-speler, minidisc-recorder, cassettedeck, DAT cassettedeck, enz.) met de analoge lijningangen van deze voorversterker. Als u beschikt over een geluidsbron met symmetrische uitgangsaansluitingen, kunt u deze aansluitingen op de BALANCED LINE ingangen van deze voorversterker. Vereiste aansluitsnoeren Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur op de betreffende apparaten. Opmerking Bij het aansluiten van een CD-speler (enz.) die zowel symmetrische als asymmetrische uitgangsaansluitingen heeft, maakt u de aansluitingen alleen op de gewone CD ingangen of op de BALANCED LINE ingangen van deze voorversterker, maar niet op beide tegelijk. Bij aansluiting op beide stellen ingangen zal de kwaliteit van de weergave minder zijn of kan er helemaal geen geluid worden weergegeven. Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) Symmetrische aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Steek bij elk symmetrisch aansluitsnoer de stekkers stevig over de volle lengte in de stekkerbussen. Als er een stekker los zit, kan dit storing in de weergave veroorzaken. Op de geluidsbron (L) Op de voorversterker (L) (R) Compact disc speler (R) Super Audio CD-speler OUTPUT OUTPUT L L R R TA-E1 CONNECTION ASSIGNMENT L 2 L 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 1 CD SACD OUT DIRECT IN OUT Geluidsbron met symmetrische uitgangsaansluitingen OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT ç IN 1 R L BALANCED OUT 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) OUT ç Cassettedeck, minidiscrecorder, (enz.) INPUT OUTPUT R L BALANCED OUT IN TA P E 2 / M D ç LINE R L BALANCED LINE ç 2 Cassettedeck, DAT cassettedeck, (enz.) INPUT OUTPUT L L R R 7NL Aansluiten van de apparatuur Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Aansluiten van het netsnoer Aansluiten van de apparatuur Alvorens u de netsnoerstekker van deze voorversterker in het stopcontact steekt: • Zorg dat de aan/uit-schakelaar van de voorversterker in de uit-stand staat. Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN stroomingang van dit apparaat. (alleen het model voor de V.S./Canada) Het bijgeleverde netsnoer heeft een 3-polige geaarde netstekker. Als u beschikt over een 3-polig geaard stopcontact, kunt u de stekker hier direct insteken. Voor aansluiten op een gewoon 2-polig stopcontact kunt u de bijgeleverde verloopstekker gebruiken of een in de handel verkrijgbare netsnoer-verloopstekker. 3-polig geaard stopcontact 2-polig geaard stopcontact • Bij aansluiten op een speciaal geaard stopcontact (voor stekkerpennen van verschillende breedte): Gebruik de bijgeleverde verloopstekker. Aansluiten op het stopcontact (alleen voor het Europese model) Steek de netstekker van het bijgeleverde netsnoer in een wandstopcontact. 3 naar 2 pennen gepolariseerde verloopstekker Als er een storende bromtoon klinkt Storende bijgeluiden kunnen te wijten zijn aan een potentiaalverschil in het aardingscircuit*. Om dit te verhelpen, gebruikt u de bijgeleverde verloopstekker en sluit u de aardingsdraad nergens op aan. * Alhoewel de aardaansluiting van een gewoon lichtnetstopcontact meestal een veiligheidsaardaansluiting is, kan er in sommige gevallen toch een gering elektrisch potentiaalverschil ontstaan, afhankelijk van het type stopcontact. In dat geval kan gebruik van het bijgeleverde 3-aderige netsnoer de kwaliteit van het audiosignaal aantasten of een bromtoon veroorzaken. Opmerking Het is aanbevolen dit apparaat rechtstreeks aan te sluiten op een gewoon wandstopcontact. Als het beslist nodig is een verlengsnoer e.d. te gebruiken, zorg dan in elk geval dat dit geschikt is voor hoge stroomsterkte (ten minste 10 ampere) of speciaal is ontworpen voor gebruik in kantoren e.d. 8NL Aansluiten van de apparatuur 9NL Bedieningsorganen en basisbediening In dit hoofdstuk wordt de plaats en functie van de toetsen en regelaars op het voorpaneel beschreven, evenals de diverse aansluitbussen op het achterpaneel. Bovendien volgt een beschrijving van de voornaamste bedieningshandelingen. Bedieningsorganen op het voorpaneel 1 U Aan/uit-schakelaar Druk hierop om de voorversterker in en uit te schakelen. • Alvorens de voorversterker in te schakelen, draait u de VOLUME regelaar geheel linksom in de minimumstand, om schade aan de luidsprekers te voorkomen. 2 Spanningslampje Na inschakelen van de voorversterker licht dit lampje eerst 12 seconden lang rood op en blijft daarna groen branden. 3 Ingangskeuzeschakelaar (INPUT SELECTOR) Draai aan deze knop om in te stellen op de geluidsbron die u wilt beluisteren. Voor luisteren naar Stelt u in op Cassettedeck, DAT cassettedeck DAT/TAPE 1 Minidisc-recorder MD/TAPE 2 BALANCED LINE geluidsbron BALANCED LINE Super Audio CD-speler SACD Compact disc speler CD LINE 1 geluidsbron LINE 1 LINE 2 geluidsbron LINE 2 Na het kiezen van de geluidsbron schakelt u het betreffende apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron. 10NL 2 3 4 5 6 7 VOLUME SACD MD/TAPE 2 5 4 CD 6 7 3 LINE 1 TAPE MONITOR DAT/TAPE 1 Bedieningsorganen en basisbediening INPUT SELECTOR BALANCED LINE LINE 2 TAPE 1 TAPE 2 DIRECT 2 8 1 9 0 10 1 4 Bandmonitortoets (TAPE MONITOR) Druk op deze toets om bandopnamen te beluisteren. Het indicatorlampje licht op wanneer de nabandcontrole is ingeschakeld en dooft wanneer de nabandcontrole is uitgeschakeld. 5 Bandmonitor-ingangskeuzetoets (TAPE 1/TAPE 2) Wanneer de TAPE MONITOR toets (4) is ingedrukt, kunt u met deze toets kiezen uit de TAPE 1 of TAPE 2 ingangsaansluitingen. Het indicatorlampje geeft aan welke bandmonitor-ingang u hebt gekozen. 6 Direct-signaaltoets (DIRECT) Druk hierop om in te stellen op de geluidsbron die is aangesloten op de DIRECT ingangsaansluitingen. Het indicatorlampje licht op en de geluidsbron aangesloten op de DIRECT ingangen wordt weergegeven met voorrang boven de geluidsbron gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar (3). Druk nogmaals op de DIRECT toets om terug te keren naar de geluidsbron gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar. 7 Volumeregelaar (VOLUME) Na het kiezen van de geluidsbron voor weergave draait u aan deze knop om de geluidssterkte te regelen. 11NL Aansluitbussen op het achterpaneel 2 3 1 4 5 6 7 8 * 9 Bedieningsorganen en basisbediening CONNECTION ASSIGNMENT L L 2 1 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) R R 2 1 LINE CD SACD R L BALANCED LINE OUT DIRECT IN TA P E 2 / M D OUT IN TA P E 1 / D AT PRE OUT R L BALANCED OUT 1 2 3 1 :GROUND 2 :HOT ( + ) 3 :COLD ( – ) ** 1 LINE 1 en 2 ingangsaansluitingen Verbind deze met de analoge uitgangsaansluitingen van uw audio-apparatuur (zie blz. 7). 2 CD ingangsaansluitingen Verbind deze met de uitgangsaansluitingen van uw compact disc speler (zie blz. 7). 3 SACD ingangsaansluitingen Verbind deze met de uitgangsaansluitingen van uw Super Audio CD-speler (zie blz. 7). 4 BALANCED LINE ingangsaansluitingen Verbind deze met de BALANCED OUT aansluitingen van een geluidsbron die geschikt is voor symmetrische aansluitsnoeren (XLR-type) (zie blz. 7). 5 DIRECT ingangsaansluitingen Verbind deze met de analoge uitgangsaansluitingen van uw audio-apparatuur. De geluidsbron die hierop is aangesloten kunt u direct weergeven met een druk op de DIRECT toets op het voorpaneel, zodat het bijbehorende indicatorlampje oplicht. Bij indrukken van de DIRECT toets wordt de geluidsbron aangesloten op deze ingangen direct weergegeven, met voorrang boven de geluidsbron gekozen met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar. 12NL 6 TAPE 2/MD, TAPE 1/DAT IN/OUT opname/ weergave-aansluitingen Hierop kunt u de in- en uitgangen aansluiten van uw opname-apparatuur, zoals een cassettedeck, DAT cassettedeck, minidisc-recorder, enz. (zie blz. 7). 7 PRE OUT voorversterker-uitgangen Sluit hierop uw eindversterker(s) aan (zie blz. 5). 8 BALANCED OUT uitgangsaansluitingen Hierop kunt u uw eindversterker(s) met symmetrische aansluitsnoeren aansluiten (zie blz. 6). * : Aanduiding voor de toewijzing van de stekkerpennen van de BALANCED LINE ingangsaansluitingen. ** : Aanduiding voor de toewijzing van de stekkerpennen van de BALANCED OUT uitgangsaansluitingen. 9 AC IN netstroomingang Sluit het bijgeleverde netsnoer eerst aan op deze AC IN netstroomingang en steek dan de stekker in een wandstopcontact voor stroomvoorziening van het apparaat (zie blz. 8). Andere bedieningsfuncties In dit hoofdstuk wordt de bediening beschreven voor het opnemen van de aangesloten geluidsbronnen op uw cassettedeck, DAT cassettedeck, minidisc-recorder, enz. Opnemen Met deze voorversterker kunt u eenvoudig alle geluidssignalen van de aangesloten geluidsbronnen opnemen op de eveneens aangesloten opname-apparatuur. Het is niet nodig de weergave- en opname-apparatuur direct onderling aan te sluiten; u kiest gewoon de geluidsbron op de voorversterker en dan kunt u de bedieningsorganen van de betrokken apparatuur gebruiken voor het opnemen of het kopiëren van opnamen. Controleer voor u begint eerst of alle apparatuur naar behoren is aangesloten. Opnemen op een cassette of minidisc Via deze voorversterker kunt u muziek van allerlei geluidsbronnen op een cassette of minidisc opnemen. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. Draai aan de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar om in te stellen op de geluidsbron die u wilt opnemen. Voor een compact disc bijvoorbeeld kiest u de CD stand. 2 Maak de geluidsbron gereed voor weergave. Plaats bijvoorbeeld een compact disc in uw CD-speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of minidisc in uw opname-apparaat en stel indien nodig het opnameniveau in. 4 Start de opname op het cassettedeck of de minidisc-recorder en start dan de weergave van de geluidsbron. z U kunt het opgenomen geluid direct beluisteren (bandmonitor voor nabandcontrole) Bij opnemen met een 3-koppen cassettedeck kunt u het opgenomen geluid onmiddellijk beluisteren. Als u bijvoorbeeld opneemt op een cassettedeck dat is aangesloten op de DAT/ TAPE 1 ingangsaansluitingen, drukt u op de TAPE MONITOR toets om de bandmonitor in te schakelen (zodat het indicatorlampje oplicht) en dan drukt u op de TAPE 1/TAPE 2 toets zodat het indicatorlampje boven TAPE 1 oplicht. Opmerkingen • U kunt geen digitaal audiosignaal opnemen van een geluidsbron die is aangesloten op de analoge TAPE 1/DAT OUT aansluitingen of de TAPE 2/MD REC aansluitingen. Om een digitaal audiosignaal op te nemen, moet u de digitale uitgangsaansluiting van de geluidsbron rechtstreeks aansluiten op de digitale ingangsaansluiting van het opname-apparaat. • Bijregeling van het weergegeven geluid heeft geen invloed op het signaal dat wordt uitgestuurd via de TAPE 1/DAT OUT of de TAPE 2/MD OUT aansluitingen. 13NL Andere bedieningsfuncties 1 Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als zich bij het gebruik van de voorversterker een van de volgende problemen voordoet, neemt u dan de controlepunten even door. Is een probleem aan de hand hiervan niet op te lossen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt niet of nauwelijks geluid. / Controleer of alle apparaten naar behoren zijn aangesloten. / Controleer of deze voorversterker wel staat ingesteld op de juiste weergave-ingangen voor de geluidsbron. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. / Controleer of alle apparaten juist en stevig zijn aangesloten. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. / Controleer of alle apparaten stevig zijn aangesloten. / Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een televisietoestel of tl-verlichting. / Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van uw televisietoestel of tl-buislampen. / Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. Het opnemen lukt niet. / Controleer of alle apparaten naar behoren zijn aangesloten. / Kies de op te nemen geluidsbron met de INPUT SELECTOR keuzeschakelaar. 14NL Technische gegevens Audio-gedeelte Algemeen Harmonische vervorming Minder dan 0,005% (totale harmonische vervorming bij 2 V) Frequentiebereik 5 Hz ~ 300 kHz (0 ~ –1 dB) Signaal/ruisverhouding Meer dan 115 dB (Ingang kortgesloten, A-Fil) Ingangen Ingangsaansluiting Gevoeligheid Impedantie 250 mV 20 kΩ LINE 2 250 mV 20 kΩ CD 250 mV 20 kΩ SACD 250 mV 20 kΩ BALANCED LINE 250 mV 40 kΩ DAT/TAPE 1 250 mV 20 kΩ MD/TAPE 2 250 mV 20 kΩ Stroomverbruik 18 watt Afmetingen (b/h/d) 430 × 108 × 445 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 21,5 kg Bijgeleverd toebehoren Zie blz. 4. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. Aanvullende informatie LINE 1 Stroomvoorziening Modellen voor de V.S. en Canada : 120 V wisselstroom, 60Hz Modellen voor Europa : 230 V wisselstroom, 50/60Hz Uitgangen Uitgangsaansluiting Uitgangsspanning Impedantie PRE OUT 2V 47 Ω BALANCED OUT 2V 220 Ω 15NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Sony TA-E1 de handleiding

Type
de handleiding