Motorola Talkabout T62 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

69
Nederlands
BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN
EN PRODUCTVEILIGHEID VOOR
DRAAGBARE
TWEERICHTINGPORTOFOONS
LET OP!
Lees voordat u dit product gebruikt de gids Blootstelling aan
radiogolven en productveiligheid die wordt meegeleverd met
de portofoon. Deze bevat belangrijke bedieningsinstructies
voor veilig gebruik, beperking van blootstelling aan
radiogolven en naleving van de relevante normen en
regelgeving.
Inhoud van het pakket
Personalisatiestickers:
Met de meegeleverde stickers kunt u portofoons
personaliseren en beheren. Gebruik een watervaste stift om
op de lege stickers te schrijven.
Frequentietabel
Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar.
Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden
geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd.
Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen
waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid.
Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland.
Inhoud van het pakket
T62
Portofoon
2
Riemklem
2
Batterij
2
Voeding
1
Stickervel (16 stuks)
1
Gebruikershandleiding
1
Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz)
1 446.00625 7 446.08125 13 446.15625
2 446.01875 8 446.09375 14 446.16875
3 446.03125 9 446.10625 15 446.18125
4 446.04375 10 446.11875 16 446.19375
5 446.05625 11 446.13125
6 446.06875 12 446.14375
70
Nederlands
Eigenschappen en specificaties
8 PMR-kanalen. Uitbreidbaar tot 16 kanalen in landen
waar dit is toegestaan door de overheid.
121 subcodes (38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes)
Bereik tot 8 km*
•iVOX/VOX
Easy Pairing
20 selecteerbare Call Tone-waarschuwingen
LCD-scherm met schermlicht
Toon voor einde uitzending
Micro-USB-aansluiting voor opladen
Batterijniveau-indicator
Kanaalmonitor
Kanaalscan
Dual Channel Monitor
Toetsenbordvergrendeling
Automatische squelchregeling
Automatisch herhalen (schuiven)
Waarschuwing batterij bijna leeg
Toetsenblokgeluid (aan/uit)
Voedingsbron: NiMH-accupak / 3 AA-alkalinebatterijen
Levensduur van batterij: 16 uur (onder normale
omstandigheden)
Opmerking: *Bereik is afhankelijk van omgeving en/of topografische
omstandigheden.
71
Nederlands
Portofoontoetsen en -scherm
Aan-uit
Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard
beschikbaar. Kanalen 9 tot 16 moeten door de
gebruiker worden geactiveerd voordat ze kunnen
worden geselecteerd.
Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in
landen waar deze frequenties zijn toegestaan door
de overheid. Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in
Rusland.
1. Kanaal [1–8/* 1–16]
2. Oproeptoon [Uit, 1–20]
3. Toon voor einde
uitzending [Aan/uit]
4. Dual Channel Monitor
5. Toetsenbordtoon
[Aan/uit]
6. Easy Pairing
7. Luidsprekervolume [0-7]
8. Batterij-indicator
[3 batterijniveaus]
9. Status [Verzenden]
10. Status [Ontvangen]
11. Scanindicator
12. Toetsenbordvergren-
deling
13. iVOX [Off, L1, L2, L3]
VOX [Off, L1, L2, L3]
14. Sub-Code [0–121]
2
3
4
5
1
6
7
8
9
11
13
10
12
14
Menu
Vergren-
delen
Scherm
Luid-
spreker
Antenne
Micro-USB-
oplaadpoort
Knop voor
Easy Pairing
Microfoon
Call Tone
Bladeren
Scan/Monitor
PTT-knop
Accessoirepoort
Ruimte voor
personalisatiestickers
72
Nederlands
De batterijen plaatsen
De portofoons werken met een oplaadbaar NiMH-accupak of
met drie AA-alkalinebatterijen. Wanneer de batterijen bijna
leeg zijn, klinkt er een pieptoon.
1. Zorg dat de portofoon is uitgeschakeld.
2. Om de klep van de accuhouder te verwijderen, drukt u op
het lipje aan de onderkant van de klep van de accuhouder.
3. Bij gebruik van een NiMH-accupak plaatst u het accupak
met de tekens en naar u toe gericht. Let op de
polariteit.
Bij gebruik van AA-alkalinebatterijen, plaatst u de
batterijen. Let op de polariteit.
4. Sluit de klep van de accuhouder.
Batterijmeter van de portofoon
Het aantal streepjes (0–3) op het batterijmeterpictogram
geeft het huidige batterijniveau aan. Wanneer de
batterijmeter nog één streepje toont, waarschuwt de
portofoon u met een pieptoon. Die klinkt met regelmatige
tussenpozen, en na het loslaten van de PTT-toets (melding
voor laag batterijniveau).
Onderhoud van de batterijen
1. Laad het NiMH-accupak elke 3 maanden op als u de
portofoon niet gebruikt.
2. Verwijder de batterij uit de portofoon en berg deze op.
3. Bewaar het NiMH-accupak bij een temperatuur tussen
-20 °C en 35 °C, en bij een lage luchtvochtigheid. Vermijd
vochtige omstandigheden en bijtende materialen.
De Micro-USB-oplader gebruiken
Met de micro-USB-oplader kunt u het NiMH-accupak opladen.
1. Schakel uw portofoon uit voordat u begint met opladen.
2. Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-
oplaadpoort van de portofoon. Steek het andere uiteinde
van de micro-USB-oplader in het stopcontact.
3. Een lege batterij is na 8 uur volledig opgeladen.
4. De batterijmeter vult zich als de batterij wordt opgeladen.
Opmerking: Wij adviseren u om uw portofoon uit te schakelen tijdens het
opladen. Wanneer de portofoon is ingeschakeld tijdens het
opladen, kunt u mogelijk geen berichten verzenden als de
batterij volledig leeg is. Wacht tot de batterij tot één streepje
is opgeladen voordat u een bericht probeert te verzenden.
Bij sterke wisselingen tussen hoge en lage temperaturen
dient u het NiMH-accupak niet op te laden voor het de
omgevingstemperatuur heeft aangenomen (doorgaans na
ongeveer 20 minuten).
Voor een optimale levensduur van de batterij verwijdert u de
oplader binnen 16 uur uit de portofoon. Berg de portofoon
niet op als deze is aangesloten op de oplader.
Uw portofoon aan- en uitzetten
Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de portofoon in of uit te
schakelen.
1. Als de portofoon is ingeschakeld klinkt er een pieptoon
en worden kort alle beschikbare functiepictogrammen
getoond.
2. Het scherm toont daarna het huidige kanaal, de code en
alle functies die zijn ingeschakeld.
Het volume instellen
Vanuit de stand-bymodus drukt u op of om het huidige
niveau weer te geven. Druk opnieuw op of om het
volume aan te passen.
1. Druk op om het luidsprekervolume te verhogen.
2. Druk op om het luidsprekervolume te verlagen.
73
Nederlands
Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor. Als het volume
is ingesteld op een onaangenaam niveau, kunt u een
gehoorbeschadiging oplopen. Verlaag het volume tot '0' om
het geluid te dempen.
Praten en luisteren
Alle portofoons in uw groep moeten op hetzelfde kanaal
en op dezelfde subcode worden ingesteld om te kunnen
communiceren.
1. Houd de portofoon op 2 tot 3 cm van uw mond.
2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Het
pictogram Transmit verschijnt op het scherm.
3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende
oproepen ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt het
pictogram Receive op het scherm.
Voor maximale geluidshelderheid houdt u de portofoon
2 tot 3 centimeter van uw oor. Zorg dat de microfoon
onbedekt blijft als u spreekt.
Zendbereik
Uw portofoon is ontworpen voor optimale prestaties en een
verbeterd zendbereik. Zorg ervoor dat er een afstand van
ten minste 1,5 meter tussen de portofoons zit wanneer u ze
gebruikt.
Monitor-toets
Houd de toets Scan/Monitor gedurende 3 seconden
ingedrukt om in de Monitor-modus te gaan en luister naar
zwakke signalen op het huidige kanaal. U kunt ook luisteren
naar het volumeniveau van de portofoon wanneer u geen
berichten ontvangt. Zo kunt u indien nodig het volume
aanpassen.
Push-to-Talk time-out-timer
Om te voorkomen dat u per ongeluk berichten verzendt en
om de batterij te sparen, zendt de portofoon continu een
waarschuwingstoon uit. Het apparaat stopt met zenden als
u gedurende 60 seconden de PTT-toets ingedrukt houdt.
Menu-opties
Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar.
Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden
geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd.
Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen
waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid.
Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland.
74
Nederlands
Een kanaal selecteren
Met 'het kanaal' wordt de frequentie bedoeld die de
portofoon gebruikt om te zenden.
1. Druk op Menu tot het kanaalnummer begint te knipperen.
2. Druk op of om het kanaal te wijzigen. Door langer
op deze toetsen te drukken kunt u snel door de kanalen
bladeren om de codes te bekijken.
3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op
Menu om de portofoon verder in te stellen.
Opmerking: Uw portofoon heeft standaard acht kanalen. In landen waar
16 kanalen zijn toegestaan, kunt u kanalen 9 tot 16 met de
volgende stappen activeren:
1. Druk op Menu tot het kanaalnummer begint te knipperen.
2. Druk op en en houd ze tegelijkertijd 3 seconden
ingedrukt totdat u een pieptoon hoort en "16 CH' kort
wordt weergegeven.
Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar.
Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden
geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd.
Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen
waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid.
Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland.
De subcode selecteren
Subcodes helpen om ruis tot een minimum te beperken door
transmissies uit onbekende bronnen te blokkeren. Uw
portofoon heeft 121 subcodes.
De code instellen voor een kanaal:
1. Druk op Menu totdat de code begint te knipperen.
2. Druk op of om de code te selecteren. Houd de toets
ingedrukt om sneller door de lijst met codes te bladeren.
3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op
Menu om de portofoon verder in te stellen.
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Menutoets
Duplexmodus
Kanaal (1-8 / *1-16)
Subcode (0-121)
Oproeptoon (Uit, 1-20)
Toetsenbordtonen (Aan/uit)
Toon voor einde uitzending (Aan/uit)
Dual Channel Monitor (1-8/*1-16)
Dual Channel Monitor subcode (0-121)
Internal Voice Operated Transmission/
Voice Operated Transmission
(iVOX, VOX) (Uit, L1,L2,L3)
75
Nederlands
Oproeptonen instellen en verzenden
Uw portofoon kan verschillende oproeptonen verzenden
naar andere portofoons in uw groep, zodat u kunt aangeven
dat u iets wilt zeggen. Uw portofoon heeft 20 oproeptonen
waaruit u kunt kiezen.
Een oproeptoon selecteren:
1. Druk op Menu tot het pictogram Call Tone wordt
weergegeven. De huidige oproeptoon knippert.
2. Druk op of om de oproeptoon te wijzigen en te
beluisteren.
3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op
Menu om de portofoon verder in te stellen.
Als u uw oproeptoon wilt verzenden naar andere portofoons
stelt u uw apparaat in op hetzelfde kanaal en dezelfde
subcode. Druk vervolgens op Call Tone.
Easy Pairing
Met de functie Easy Pairing kan een groep
portofoongebruikers al hun portofoons op hetzelfde kanaal
en dezelfde subcode-instellingen snel en tegelijk
programmeren. Een portofoon binnen de groep kan worden
aangeduid als de "Leidersportofoon" en het kanaal en de
Sub-Code-instellingen ervan kunnen worden overgedragen
aan alle andere portofoons in de groep (Ledenportofoons).
1. Kies een van de portofoons als de "Leidersportofoon".
Op deze portofoon programmeert u het kanaal en de
subcode op de gewenste instellingen. (Zie de onderdelen
"Een kanaal selecteren" en "De subcode selecteren" in
deze gebruikershandleiding)
2. Om de combinatie van kanaal en subcode te kopiëren
naar alle andere "Ledenportofoons", houdt u de knop
op de Ledenportofoons ingedrukt totdat u een pieptoon
hoort. Laat de knop na de piep los en wacht op de
transmissie van de Leidersportofoon.
Opmerking:
U ziet het pictogram op het scherm knipperen. Dit bevestigt dat
de portofoon in de modus Easy Pairing zit en wacht op het kanaal
en de Sub-code-instellingen van de Leidersportofoon. Alle
Ledenportofoons blijven 3 minuten in deze modus.
In geval van een groep met veel portofoons moeten alle
gebruikers dit tegelijkertijd doen, zodat alle portofoons in één keer
worden geprogrammeerd.
3. Op de Leidersportofoon houdt u de -knop ingedrukt
totdat u een dubbele pieptoon hoort.
Opmerking:
De dubbele pieptoon geeft aan dat het kanaal en de Sub-Code-
instellingen van deze portofoon zullen worden verzonden,
en worden ontvangen en gekopieerd door alle andere
(Leden)portofoons.
De Leidersportofoon moet deze overdracht uitvoeren wanneer alle
Ledenportofoons nog in de modus Easy Pairing zitten, anders kan
de transmissie niet worden opgehaald.
Gebruikers moeten onthouden de knop op de Leidersportofoon
niet los te laten tot de eerste (enkele) pieptoon, anders wordt deze
portofoon een andere Ledenportofoon. Als dat gebeurt, kunt u op
PTT drukken om dit af te sluiten en de stappen beschreven in
3 opnieuw uitvoeren.
Als de Leidersportofoon op een kanaal tussen 9 en 16 is
ingesteld, dient u ervoor te zorgen dat op alle Ledenportofoons
de kanalen 9 tot 16 zijn geactiveerd.
Als een Ledenportofoon met slechts acht kanalen op kanaal 9 of
hoger wordt gekoppeld aan een Leidersportofoon, mislukt het
koppelen. Dit wordt aangegeven met drie korte pieptonen en "Err"
wordt kort weergegeven.
76
Nederlands
Internal Voice Operated Transmission/
Voice Operated Transmission ( / )
U begint met zenden door in de microfoon van de portofoon/
audioaccessoire te spreken, in plaats van door op de
PTT-toets te drukken.
1. Druk op Menu totdat het pictogram wordt
weergegeven op het display. Als een audioaccessoire is
aangesloten, wordt het pictogram weergegeven.
De huidige instelling (uit, L1–L3) knippert.
2. Druk op of om het gevoeligheidsniveau in te stellen.
3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op
Menu om de portofoon verder in te stellen.
Opmerking: Wanneer u iVOX/VOX gebruikt, is er een kleine vertraging.
Dual Channel Monitor
Hiermee kunt u om en om op het huidige kanaal en op een
ander kanaal scannen.
Een ander kanaal instellen en Dual Channel Monitor
starten:
1. Druk op -Menu tot het pictogram Dual Channel
Monitor wordt weergegeven. Het pictogram Dual
Channel Monitor zal knipperen.
2. Druk op of om het kanaal te selecteren en druk
vervolgens op Menu.
3. Druk op of om de subcode te selecteren.
4. Druk op de PTT-knop of wacht op de time-out om Dual
Channel Monitor te activeren. Het scherm wisselt tussen
het Home Channel en het Dual Channel Monitor-kanaal.
5. Om Dual Channel Monitor te beëindigen, drukt u op -
Menu.
Opmerking: Als u hetzelfde kanaal en dezelfde subcode instelt als op het
huidige kanaal, dan werkt Dual Channel Monitor niet.
Toetsenbordtonen
U kunt de toetsenbordtonen in- of uitschakelen. U hoort de
toetstoon telkens wanneer een toets wordt ingedrukt.
1. Druk op Menu tot het pictogram Toetsenbordtoon
wordt weergegeven. De huidige instelling (On of Off)
knippert.
2. Druk op of om dit in of uit te schakelen.
3. Druk op de PTT-toets om te bevestigen, of op Menu
om de portofoon verder in te stellen.
Toon voor einde uitzending
U kunt instellen dat de portofoon een unieke toon te
verzendt wanneer u klaar bent met spreken. Het is net zoiets
als wanneer u 'Roger' of 'Over' zou zeggen om anderen te
laten weten dat u klaar bent.
1. Druk op Menu tot het pictogram Toon voor einde
uitzending wordt weergegeven. De huidige instelling (On
of Off) knippert.
2. Druk op of om dit in of uit te schakelen.
3. Druk op de PTT-toets om dit in te stellen, of op Menu
om de portofoon verder in te stellen.
L3 = Hoge gevoeligheid voor rustige omgevingen
L2 = Gemiddelde gevoeligheid voor de meeste omgevingen
L1 = Lage gevoeligheid voor omgevingen met veel lawaai
77
Nederlands
Toetsenbordvergrendeling
Zo voorkomt u dat u per ongeluk de instellingen van uw
portofoon wijzigt:
1. Houd Key Lock ingedrukt tot het pictogram Key Lock
wordt weergegeven.
2. Als het toetsenbord is vergrendeld, kunt u de portofoon
in- en uitschakelen, het volume aanpassen, berichten
ontvangen, berichten verzenden, een oproeptoon
verzenden, een alarmsignaal verzenden en kanalen
beheren. Alle andere functies blijven vergrendeld.
3. U ontgrendelt de portofoon door Key Lock ingedrukt te
houden tot het pictogram Key Lock niet meer wordt
weergegeven.
Scannen
U kunt de scanfunctie als volgt gebruiken:
Zoeken naar berichten van onbekende partijen op alle
kanalen.
Iemand die per ongeluk van kanaal is gewisseld binnen
uw groep terugvinden of
Snel zoeken naar ongebruikte kanalen voor eigen
gebruik.
U heeft de beschikking over een prioriteitenfunctie en
twee scanmodi (basis en geavanceerd) om uw
zoekopdracht effectiever te maken.
De modus Basis Scan gebruikt de combinaties van
kanalen en codes die u voor elk van de kanalen hebt
ingesteld (of met de standaardcodewaarde van 1).
De modus Advanced Scan scant alle kanalen op alle
codes. Codes die in gebruik zijn worden gedetecteerd en
tijdelijk voor dat kanaal gebruikt.
Het 'Home Channel' (het kanaal en de subcode waarop
uw portofoon is ingesteld als u de scan start) krijgt
prioriteit. Dit betekent dat dit Home Channel (en de
bijbehorende code-instellingen) vaker worden gescand
dan de andere zeven kanalen. Omdat het Home Channel
prioriteit krijgt, zal uw portofoon snel reageren op
eventuele activiteiten op dat kanaal.
Basicscan starten:
1. Druk kort op de toets Scan/Monitor. Het
scanpictogram wordt weergegeven op het scherm,
en de portofoon begint te bladeren door de combinaties
van kanalen en codes.
2. Wanneer de portofoon activiteiten detecteert met de
juiste combinatie van kanaal en subcode stopt hij met
bladeren. U kunt de transmissie horen.
3. Druk binnen 5 seconden na het einde van de transmissie
op de PTT-toets om te reageren en te spreken met de
persoon die het bericht heeft verzonden.
4. 5 seconden na het einde van de ontvangen activiteit
bladert de portofoon weer verder.
5. Druk op de toets Scan/Monitor om het scannen kort te
onderbreken.
Geavanceerd scannen starten:
1. Stel de subcode van het Home Channel in op 'nul' of 'off'.
2. Druk kort op de toets Scan/Monitor. Het
scanpictogram wordt weergegeven op het scherm,
en de portofoon begint te bladeren door de kanalen.
Het geluid wordt niet gefilterd door subcodes.
3. Wanneer de portofoon activiteiten detecteert op een
kanaal met een willekeurige code (of zonder code), dan
stopt de portofoon met bladeren en kunt u de transmissie
horen. Alle subcodes die bij andere partijen in gebruik
kunnen zijn worden gedetecteerd en getoond.
78
Nederlands
4. Om te reageren en te spreken met de persoon die het
bericht verzendt, drukt u binnen 5 seconden na het einde
van de transmissie op de PTT-toets.
5. 5 seconden na het einde van de ontvangen activiteit
bladert de portofoon weer verder.
6. Druk op de toets Scan/Monitor om het scannen kort te
onderbreken.
Opmerking:
1. Als u op de PTT-toets drukt terwijl de portofoon door inactieve
kanalen bladert, wordt uw bericht via het 'Home Channel' verzonden.
U kunt het scannen op ieder moment stoppen door op de toets
Scan/Monitor te drukken.
2. U kunt het scannen direct hervatten door kort te drukken op of
als de portofoon stopt bij een ongewenste transmissie.
3. U kunt het betreffende kanaal tijdelijk uit de scanlijst verwijderen door
of gedurende 3 seconden ingedrukt te houden als de portofoon
herhaaldelijk stopt bij een ongewenste transmissie. U kunt op deze
manier meer dan één kanaal verwijderen.
4. Schakel de portofoon uit en zet deze weer aan, of sluit en heropen
de scanmodus door op Scan/Monitor te drukken wanneer
u verwijderde kanalen weer wilt toevoegen aan de scanlijst.
5. U kunt het Home Channel niet verwijderen uit de scanlijst.
6. In de functie Advanced Scan zal de gedetecteerde code maar voor
één transmissie worden gebruikt. Noteer deze code en sluit de scan
af. Stel vervolgens de gedetecteerde code in voor dat kanaal.
Garantie-informatie
De geautoriseerde Motorola Solutions-verkoper bij wie u de
Motorola Solutions-tweerichtingsportofoon en/of originele
accessoires hebt gekocht, accepteert een garantieclaim en/
of voorziet in garantieservice.
Retourneer de portofoon naar uw verkoper om gebruik te
maken van de garantieservice. Stuur de portofoon niet terug
naar Motorola Solutions.
U komt in aanmerking voor de garantieservice als u een
kassabon of een vergelijkbaar aankoopbewijs met
vermelding van de aanschafdatum kunt overleggen. De
tweerichtingportofoon dient ook duidelijk te zijn voorzien van
een serienummer. U hebt geen recht op garantie als het
type- en/of serienummer op het product zijn veranderd,
verwijderd of onleesbaar zijn gemaakt.
79
Nederlands
Wat door de garantie niet wordt gedekt
Defecten of schade als gevolg van gebruik van het
Product op een andere manier dan de normale en
gebruikelijke manier of door het niet opvolgen van de
instructies in deze handleiding.
Defecten of schade door misbruik, ongevallen, of
nalatigheid.
Defecten of schade door onjuist testen, gebruik,
onderhoud, bewerken, wijziging of aanpassing op welke
manier dan ook.
Afbreken van of schade aan antennes, tenzij rechtstreeks
veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten.
Producten die zijn gedemonteerd of gerepareerd op een
zodanige manier dat de prestaties van het product
nadelig worden beïnvloed of het normale testen van het
product voor het vaststellen van een garantieclaim wordt
verstoord.
Defecten of schade door bereik.
Defecten of schade door vocht, vloeistoffen of morsen.
Alle plastic onderdelen en alle andere externe
onderdelen aan de buitenkant van het apparaat die zijn
bekrast of beschadigd door normaal gebruik.
Tijdelijk gehuurde producten.
Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van
onderdelen vanwege normaal gebruik en normale
slijtage.
Informatie over auteursrechten
Bij de in deze handleiding beschreven Motorola Solutions-
producten horen mogelijk auteursrechtelijk beschermde
Motorola Solutions-computerprogramma's die zijn
opgeslagen op halfgeleidergeheugens of andere media.
Op grond van de wetgeving in de Verenigde Staten en in
andere landen behoudt Motorola Solutions zich bepaalde
rechten voor op auteursrechtelijk beschermde
computerprogramma's, waaronder het exclusieve recht om
de auteursrechtelijk beschermde Motorola Solutions-
programma's te kopiëren en te verspreiden.
Auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's van
Motorola Solutions die in deze handleiding worden
beschreven, mogen daarom op geen enkele wijze worden
gekopieerd of verspreid zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
toestemming van Motorola Solutions. Aan de koop van
Motorola Solutions-producten kan bovendien geen
gebruiksrecht worden ontleend krachtens auteursrechten,
patenten of gepatenteerde toepassingen van Motorola
Solutions, direct noch indirect, door juridische uitsluiting
noch anderszins, behalve het normale, niet-exclusieve recht,
vrij van royalty's, op gebruik van rechtswege bij de verkoop
van een product.
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het
gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en
worden onder licentie gebruikt. Alle andere handelsmerken
zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren.
© 2017 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.
80
Nederlands
OPMERKINGEN

Documenttranscriptie

LET OP! Lees voordat u dit product gebruikt de gids Blootstelling aan radiogolven en productveiligheid die wordt meegeleverd met de portofoon. Deze bevat belangrijke bedieningsinstructies voor veilig gebruik, beperking van blootstelling aan radiogolven en naleving van de relevante normen en regelgeving. Inhoud van het pakket Inhoud van het pakket Frequentietabel Kan. 1 2 3 4 5 6 freq. (MHz) 446.00625 446.01875 446.03125 446.04375 446.05625 446.06875 Kan. 7 8 9 10 11 12 freq. (MHz) 446.08125 446.09375 446.10625 446.11875 446.13125 446.14375 Kan. 13 14 15 16 freq. (MHz) 446.15625 446.16875 446.18125 446.19375 Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar. Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd. Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid. Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland. T62 Portofoon 2 Riemklem 2 Batterij 2 Voeding 1 Stickervel (16 stuks) 1 Gebruikershandleiding 1 Personalisatiestickers: Met de meegeleverde stickers kunt u portofoons personaliseren en beheren. Gebruik een watervaste stift om op de lege stickers te schrijven. 69 Nederlands BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN EN PRODUCTVEILIGHEID VOOR DRAAGBARE TWEERICHTINGPORTOFOONS Nederlands Eigenschappen en specificaties • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 8 PMR-kanalen. Uitbreidbaar tot 16 kanalen in landen waar dit is toegestaan door de overheid. 121 subcodes (38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes) Bereik tot 8 km* iVOX/VOX Easy Pairing 20 selecteerbare Call Tone-waarschuwingen LCD-scherm met schermlicht Toon voor einde uitzending Micro-USB-aansluiting voor opladen Batterijniveau-indicator Kanaalmonitor Kanaalscan Dual Channel Monitor Toetsenbordvergrendeling Automatische squelchregeling Automatisch herhalen (schuiven) Waarschuwing batterij bijna leeg Toetsenblokgeluid (aan/uit) Voedingsbron: NiMH-accupak / 3 AA-alkalinebatterijen Levensduur van batterij: 16 uur (onder normale omstandigheden) Opmerking: *Bereik is afhankelijk van omgeving en/of topografische omstandigheden. 70 1 2 3 8 9 4 Antenne Nederlands Portofoontoetsen en -scherm 10 5 11 Accessoirepoort 6 12 7 Scherm PTT-knop Aan-uit Scan/Monitor Vergrendelen Bladeren Call Tone Luidspreker Microfoon Menu Knop voor Easy Pairing Micro-USBoplaadpoort Ruimte voor personalisatiestickers 1. Kanaal [1–8/* 1–16] 2. Oproeptoon [Uit, 1–20] 3. Toon voor einde uitzending [Aan/uit] 4. Dual Channel Monitor 5. Toetsenbordtoon [Aan/uit] 6. Easy Pairing 7. Luidsprekervolume [0-7] 8. Batterij-indicator [3 batterijniveaus] 13 14 9. 10. 11. 12. Status [Verzenden] Status [Ontvangen] Scanindicator Toetsenbordvergrendeling 13. iVOX [Off, L1, L2, L3] VOX [Off, L1, L2, L3] 14. Sub-Code [0–121] Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar. Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd. Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid. Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland. 71 Nederlands De batterijen plaatsen De portofoons werken met een oplaadbaar NiMH-accupak of met drie AA-alkalinebatterijen. Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, klinkt er een pieptoon. 1. Zorg dat de portofoon is uitgeschakeld. 2. Om de klep van de accuhouder te verwijderen, drukt u op het lipje aan de onderkant van de klep van de accuhouder. 3. Bij gebruik van een NiMH-accupak plaatst u het accupak met de tekens en naar u toe gericht. Let op de polariteit. Bij gebruik van AA-alkalinebatterijen, plaatst u de batterijen. Let op de polariteit. 4. Sluit de klep van de accuhouder. Batterijmeter van de portofoon Het aantal streepjes (0–3) op het batterijmeterpictogram geeft het huidige batterijniveau aan. Wanneer de batterijmeter nog één streepje toont, waarschuwt de portofoon u met een pieptoon. Die klinkt met regelmatige tussenpozen, en na het loslaten van de PTT-toets (melding voor laag batterijniveau). Onderhoud van de batterijen 1. Laad het NiMH-accupak elke 3 maanden op als u de portofoon niet gebruikt. 2. Verwijder de batterij uit de portofoon en berg deze op. 3. Bewaar het NiMH-accupak bij een temperatuur tussen -20 °C en 35 °C, en bij een lage luchtvochtigheid. Vermijd vochtige omstandigheden en bijtende materialen. De Micro-USB-oplader gebruiken Met de micro-USB-oplader kunt u het NiMH-accupak opladen. 1. Schakel uw portofoon uit voordat u begint met opladen. 72 2. Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USBoplaadpoort van de portofoon. Steek het andere uiteinde van de micro-USB-oplader in het stopcontact. 3. Een lege batterij is na 8 uur volledig opgeladen. 4. De batterijmeter vult zich als de batterij wordt opgeladen. Opmerking: Wij adviseren u om uw portofoon uit te schakelen tijdens het opladen. Wanneer de portofoon is ingeschakeld tijdens het opladen, kunt u mogelijk geen berichten verzenden als de batterij volledig leeg is. Wacht tot de batterij tot één streepje is opgeladen voordat u een bericht probeert te verzenden. Bij sterke wisselingen tussen hoge en lage temperaturen dient u het NiMH-accupak niet op te laden voor het de omgevingstemperatuur heeft aangenomen (doorgaans na ongeveer 20 minuten). Voor een optimale levensduur van de batterij verwijdert u de oplader binnen 16 uur uit de portofoon. Berg de portofoon niet op als deze is aangesloten op de oplader. Uw portofoon aan- en uitzetten Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de portofoon in of uit te schakelen. 1. Als de portofoon is ingeschakeld klinkt er een pieptoon en worden kort alle beschikbare functiepictogrammen getoond. 2. Het scherm toont daarna het huidige kanaal, de code en alle functies die zijn ingeschakeld. Het volume instellen Vanuit de stand-bymodus drukt u op of om het huidige niveau weer te geven. Druk opnieuw op of om het volume aan te passen. 1. Druk op om het luidsprekervolume te verhogen. 2. Druk op om het luidsprekervolume te verlagen. Praten en luisteren Alle portofoons in uw groep moeten op hetzelfde kanaal en op dezelfde subcode worden ingesteld om te kunnen communiceren. 1. Houd de portofoon op 2 tot 3 cm van uw mond. 2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Het pictogram Transmit verschijnt op het scherm. 3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende oproepen ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt het pictogram Receive op het scherm. Voor maximale geluidshelderheid houdt u de portofoon 2 tot 3 centimeter van uw oor. Zorg dat de microfoon onbedekt blijft als u spreekt. Push-to-Talk time-out-timer Om te voorkomen dat u per ongeluk berichten verzendt en om de batterij te sparen, zendt de portofoon continu een waarschuwingstoon uit. Het apparaat stopt met zenden als u gedurende 60 seconden de PTT-toets ingedrukt houdt. Menu-opties Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar. Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd. Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid. Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland. Zendbereik Uw portofoon is ontworpen voor optimale prestaties en een verbeterd zendbereik. Zorg ervoor dat er een afstand van ten minste 1,5 meter tussen de portofoons zit wanneer u ze gebruikt. Monitor-toets Houd de toets Scan/Monitor gedurende 3 seconden ingedrukt om in de Monitor-modus te gaan en luister naar zwakke signalen op het huidige kanaal. U kunt ook luisteren naar het volumeniveau van de portofoon wanneer u geen berichten ontvangt. Zo kunt u indien nodig het volume aanpassen. 73 Nederlands Houd de portofoon niet te dicht bij uw oor. Als het volume is ingesteld op een onaangenaam niveau, kunt u een gehoorbeschadiging oplopen. Verlaag het volume tot '0' om het geluid te dempen. Nederlands Een kanaal selecteren Met 'het kanaal' wordt de frequentie bedoeld die de portofoon gebruikt om te zenden. 1. Druk op Menu tot het kanaalnummer begint te knipperen. Duplexmodus Menutoets Kanaal (1-8 / *1-16) 2. Druk op of om het kanaal te wijzigen. Door langer op deze toetsen te drukken kunt u snel door de kanalen bladeren om de codes te bekijken. Menutoets Subcode (0-121) 3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op Menu om de portofoon verder in te stellen. Menutoets Oproeptoon (Uit, 1-20) Menutoets Internal Voice Operated Transmission/ Voice Operated Transmission (iVOX, VOX) (Uit, L1,L2,L3) Menutoets Dual Channel Monitor (1-8/*1-16) Menutoets Dual Channel Monitor subcode (0-121) Menutoets Toetsenbordtonen (Aan/uit) Menutoets Toon voor einde uitzending (Aan/uit) Menutoets Opmerking: Uw portofoon heeft standaard acht kanalen. In landen waar 16 kanalen zijn toegestaan, kunt u kanalen 9 tot 16 met de volgende stappen activeren: 1. Druk op Menu tot het kanaalnummer begint te knipperen. 2. Druk op en en houd ze tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt totdat u een pieptoon hoort en "16 CH' kort wordt weergegeven. Opmerking: *Alleen de kanalen 1 t/m 8 zijn standaard beschikbaar. Kanalen 9 tot 16 moeten door de gebruiker worden geactiveerd voordat ze kunnen worden geselecteerd. Kanalen 9 tot 16 mogen alleen worden gebruikt in landen waar deze frequenties zijn toegestaan door de overheid. Kanalen 9 tot 16 zijn niet toegestaan in Rusland. De subcode selecteren Subcodes helpen om ruis tot een minimum te beperken door transmissies uit onbekende bronnen te blokkeren. Uw portofoon heeft 121 subcodes. De code instellen voor een kanaal: 1. Druk op Menu totdat de code begint te knipperen. 2. Druk op of om de code te selecteren. Houd de toets ingedrukt om sneller door de lijst met codes te bladeren. 3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op Menu om de portofoon verder in te stellen. 74 Uw portofoon kan verschillende oproeptonen verzenden naar andere portofoons in uw groep, zodat u kunt aangeven dat u iets wilt zeggen. Uw portofoon heeft 20 oproeptonen waaruit u kunt kiezen. Een oproeptoon selecteren: 1. Druk op Menu tot het pictogram Call Tone wordt weergegeven. De huidige oproeptoon knippert. 2. Druk op of om de oproeptoon te wijzigen en te beluisteren. 3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op Menu om de portofoon verder in te stellen. Als u uw oproeptoon wilt verzenden naar andere portofoons stelt u uw apparaat in op hetzelfde kanaal en dezelfde subcode. Druk vervolgens op Call Tone. Easy Pairing Met de functie Easy Pairing kan een groep portofoongebruikers al hun portofoons op hetzelfde kanaal en dezelfde subcode-instellingen snel en tegelijk programmeren. Een portofoon binnen de groep kan worden aangeduid als de "Leidersportofoon" en het kanaal en de Sub-Code-instellingen ervan kunnen worden overgedragen aan alle andere portofoons in de groep (Ledenportofoons). 1. Kies een van de portofoons als de "Leidersportofoon". Op deze portofoon programmeert u het kanaal en de subcode op de gewenste instellingen. (Zie de onderdelen "Een kanaal selecteren" en "De subcode selecteren" in deze gebruikershandleiding) 2. Om de combinatie van kanaal en subcode te kopiëren naar alle andere "Ledenportofoons", houdt u de knop op de Ledenportofoons ingedrukt totdat u een pieptoon hoort. Laat de knop na de piep los en wacht op de transmissie van de Leidersportofoon. Opmerking: • U ziet het pictogram op het scherm knipperen. Dit bevestigt dat de portofoon in de modus Easy Pairing zit en wacht op het kanaal en de Sub-code-instellingen van de Leidersportofoon. Alle Ledenportofoons blijven 3 minuten in deze modus. • In geval van een groep met veel portofoons moeten alle gebruikers dit tegelijkertijd doen, zodat alle portofoons in één keer worden geprogrammeerd. 3. Op de Leidersportofoon houdt u de -knop ingedrukt totdat u een dubbele pieptoon hoort. Opmerking: • De dubbele pieptoon geeft aan dat het kanaal en de Sub-Codeinstellingen van deze portofoon zullen worden verzonden, en worden ontvangen en gekopieerd door alle andere (Leden)portofoons. • De Leidersportofoon moet deze overdracht uitvoeren wanneer alle Ledenportofoons nog in de modus Easy Pairing zitten, anders kan de transmissie niet worden opgehaald. • Gebruikers moeten onthouden de knop op de Leidersportofoon niet los te laten tot de eerste (enkele) pieptoon, anders wordt deze portofoon een andere Ledenportofoon. Als dat gebeurt, kunt u op PTT drukken om dit af te sluiten en de stappen beschreven in 3 opnieuw uitvoeren. • Als de Leidersportofoon op een kanaal tussen 9 en 16 is ingesteld, dient u ervoor te zorgen dat op alle Ledenportofoons de kanalen 9 tot 16 zijn geactiveerd. • Als een Ledenportofoon met slechts acht kanalen op kanaal 9 of hoger wordt gekoppeld aan een Leidersportofoon, mislukt het koppelen. Dit wordt aangegeven met drie korte pieptonen en "Err" wordt kort weergegeven. 75 Nederlands Oproeptonen instellen en verzenden Nederlands Internal Voice Operated Transmission/ Voice Operated Transmission ( / ) U begint met zenden door in de microfoon van de portofoon/ audioaccessoire te spreken, in plaats van door op de PTT-toets te drukken. L3 = Hoge gevoeligheid voor rustige omgevingen L2 = Gemiddelde gevoeligheid voor de meeste omgevingen L1 = Lage gevoeligheid voor omgevingen met veel lawaai 1. Druk op Menu totdat het pictogram wordt weergegeven op het display. Als een audioaccessoire is aangesloten, wordt het pictogram weergegeven. De huidige instelling (uit, L1–L3) knippert. 2. Druk op of om het gevoeligheidsniveau in te stellen. 3. Druk op de PTT-toets om het menu te verlaten, of op Menu om de portofoon verder in te stellen. Opmerking: Wanneer u iVOX/VOX gebruikt, is er een kleine vertraging. Dual Channel Monitor Hiermee kunt u om en om op het huidige kanaal en op een ander kanaal scannen. Een ander kanaal instellen en Dual Channel Monitor starten: 1. Druk op -Menu tot het pictogram Dual Channel Monitor wordt weergegeven. Het pictogram Dual Channel Monitor zal knipperen. 2. Druk op of vervolgens op om het kanaal te selecteren en druk Menu. 3. Druk op om de subcode te selecteren. 76 of 4. Druk op de PTT-knop of wacht op de time-out om Dual Channel Monitor te activeren. Het scherm wisselt tussen het Home Channel en het Dual Channel Monitor-kanaal. 5. Om Dual Channel Monitor te beëindigen, drukt u op Menu. - Opmerking: Als u hetzelfde kanaal en dezelfde subcode instelt als op het huidige kanaal, dan werkt Dual Channel Monitor niet. Toetsenbordtonen U kunt de toetsenbordtonen in- of uitschakelen. U hoort de toetstoon telkens wanneer een toets wordt ingedrukt. 1. Druk op Menu tot het pictogram Toetsenbordtoon wordt weergegeven. De huidige instelling (On of Off) knippert. 2. Druk op of om dit in of uit te schakelen. 3. Druk op de PTT-toets om te bevestigen, of op om de portofoon verder in te stellen. Menu Toon voor einde uitzending U kunt instellen dat de portofoon een unieke toon te verzendt wanneer u klaar bent met spreken. Het is net zoiets als wanneer u 'Roger' of 'Over' zou zeggen om anderen te laten weten dat u klaar bent. 1. Druk op Menu tot het pictogram Toon voor einde uitzending wordt weergegeven. De huidige instelling (On of Off) knippert. 2. Druk op of om dit in of uit te schakelen. 3. Druk op de PTT-toets om dit in te stellen, of op om de portofoon verder in te stellen. Menu Zo voorkomt u dat u per ongeluk de instellingen van uw portofoon wijzigt: 1. Houd Key Lock ingedrukt tot het pictogram Key Lock wordt weergegeven. 2. Als het toetsenbord is vergrendeld, kunt u de portofoon in- en uitschakelen, het volume aanpassen, berichten ontvangen, berichten verzenden, een oproeptoon verzenden, een alarmsignaal verzenden en kanalen beheren. Alle andere functies blijven vergrendeld. 3. U ontgrendelt de portofoon door Key Lock ingedrukt te houden tot het pictogram Key Lock niet meer wordt weergegeven. Scannen U kunt de scanfunctie als volgt gebruiken: • Zoeken naar berichten van onbekende partijen op alle kanalen. • Iemand die per ongeluk van kanaal is gewisseld binnen uw groep terugvinden of • Snel zoeken naar ongebruikte kanalen voor eigen gebruik. U heeft de beschikking over een prioriteitenfunctie en twee scanmodi (basis en geavanceerd) om uw zoekopdracht effectiever te maken. • De modus Basis Scan gebruikt de combinaties van kanalen en codes die u voor elk van de kanalen hebt ingesteld (of met de standaardcodewaarde van 1). • De modus Advanced Scan scant alle kanalen op alle codes. Codes die in gebruik zijn worden gedetecteerd en tijdelijk voor dat kanaal gebruikt. • Het 'Home Channel' (het kanaal en de subcode waarop uw portofoon is ingesteld als u de scan start) krijgt prioriteit. Dit betekent dat dit Home Channel (en de bijbehorende code-instellingen) vaker worden gescand dan de andere zeven kanalen. Omdat het Home Channel prioriteit krijgt, zal uw portofoon snel reageren op eventuele activiteiten op dat kanaal. Basicscan starten: 1. Druk kort op de toets Scan/Monitor. Het scanpictogram wordt weergegeven op het scherm, en de portofoon begint te bladeren door de combinaties van kanalen en codes. 2. Wanneer de portofoon activiteiten detecteert met de juiste combinatie van kanaal en subcode stopt hij met bladeren. U kunt de transmissie horen. 3. Druk binnen 5 seconden na het einde van de transmissie op de PTT-toets om te reageren en te spreken met de persoon die het bericht heeft verzonden. 4. 5 seconden na het einde van de ontvangen activiteit bladert de portofoon weer verder. 5. Druk op de toets Scan/Monitor om het scannen kort te onderbreken. Geavanceerd scannen starten: 1. Stel de subcode van het Home Channel in op 'nul' of 'off'. 2. Druk kort op de toets Scan/Monitor. Het scanpictogram wordt weergegeven op het scherm, en de portofoon begint te bladeren door de kanalen. Het geluid wordt niet gefilterd door subcodes. 3. Wanneer de portofoon activiteiten detecteert op een kanaal met een willekeurige code (of zonder code), dan stopt de portofoon met bladeren en kunt u de transmissie horen. Alle subcodes die bij andere partijen in gebruik kunnen zijn worden gedetecteerd en getoond. 77 Nederlands Toetsenbordvergrendeling Nederlands 4. Om te reageren en te spreken met de persoon die het bericht verzendt, drukt u binnen 5 seconden na het einde van de transmissie op de PTT-toets. 5. 5 seconden na het einde van de ontvangen activiteit bladert de portofoon weer verder. 6. Druk op de toets Scan/Monitor om het scannen kort te onderbreken. Opmerking: 1. Als u op de PTT-toets drukt terwijl de portofoon door inactieve kanalen bladert, wordt uw bericht via het 'Home Channel' verzonden. U kunt het scannen op ieder moment stoppen door op de toets Scan/Monitor te drukken. 2. U kunt het scannen direct hervatten door kort te drukken op of als de portofoon stopt bij een ongewenste transmissie. 3. U kunt het betreffende kanaal tijdelijk uit de scanlijst verwijderen door of gedurende 3 seconden ingedrukt te houden als de portofoon herhaaldelijk stopt bij een ongewenste transmissie. U kunt op deze manier meer dan één kanaal verwijderen. 4. Schakel de portofoon uit en zet deze weer aan, of sluit en heropen de scanmodus door op Scan/Monitor te drukken wanneer u verwijderde kanalen weer wilt toevoegen aan de scanlijst. 5. U kunt het Home Channel niet verwijderen uit de scanlijst. 6. In de functie Advanced Scan zal de gedetecteerde code maar voor één transmissie worden gebruikt. Noteer deze code en sluit de scan af. Stel vervolgens de gedetecteerde code in voor dat kanaal. 78 Garantie-informatie De geautoriseerde Motorola Solutions-verkoper bij wie u de Motorola Solutions-tweerichtingsportofoon en/of originele accessoires hebt gekocht, accepteert een garantieclaim en/ of voorziet in garantieservice. Retourneer de portofoon naar uw verkoper om gebruik te maken van de garantieservice. Stuur de portofoon niet terug naar Motorola Solutions. U komt in aanmerking voor de garantieservice als u een kassabon of een vergelijkbaar aankoopbewijs met vermelding van de aanschafdatum kunt overleggen. De tweerichtingportofoon dient ook duidelijk te zijn voorzien van een serienummer. U hebt geen recht op garantie als het type- en/of serienummer op het product zijn veranderd, verwijderd of onleesbaar zijn gemaakt. Informatie over auteursrechten • Bij de in deze handleiding beschreven Motorola Solutionsproducten horen mogelijk auteursrechtelijk beschermde Motorola Solutions-computerprogramma's die zijn opgeslagen op halfgeleidergeheugens of andere media. Op grond van de wetgeving in de Verenigde Staten en in andere landen behoudt Motorola Solutions zich bepaalde rechten voor op auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's, waaronder het exclusieve recht om de auteursrechtelijk beschermde Motorola Solutionsprogramma's te kopiëren en te verspreiden. Auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's van Motorola Solutions die in deze handleiding worden beschreven, mogen daarom op geen enkele wijze worden gekopieerd of verspreid zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Motorola Solutions. Aan de koop van Motorola Solutions-producten kan bovendien geen gebruiksrecht worden ontleend krachtens auteursrechten, patenten of gepatenteerde toepassingen van Motorola Solutions, direct noch indirect, door juridische uitsluiting noch anderszins, behalve het normale, niet-exclusieve recht, vrij van royalty's, op gebruik van rechtswege bij de verkoop van een product. • • • • • • • • • Defecten of schade als gevolg van gebruik van het Product op een andere manier dan de normale en gebruikelijke manier of door het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Defecten of schade door misbruik, ongevallen, of nalatigheid. Defecten of schade door onjuist testen, gebruik, onderhoud, bewerken, wijziging of aanpassing op welke manier dan ook. Afbreken van of schade aan antennes, tenzij rechtstreeks veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten. Producten die zijn gedemonteerd of gerepareerd op een zodanige manier dat de prestaties van het product nadelig worden beïnvloed of het normale testen van het product voor het vaststellen van een garantieclaim wordt verstoord. Defecten of schade door bereik. Defecten of schade door vocht, vloeistoffen of morsen. Alle plastic onderdelen en alle andere externe onderdelen aan de buitenkant van het apparaat die zijn bekrast of beschadigd door normaal gebruik. Tijdelijk gehuurde producten. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen vanwege normaal gebruik en normale slijtage. MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en worden onder licentie gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren. © 2017 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden. 79 Nederlands Wat door de garantie niet wordt gedekt Nederlands OPMERKINGEN 80
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Motorola Talkabout T62 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor