Motorola TLKR T80 EXTREME Setup & User Manual

Categorie
Tweeweg radio's
Type
Setup & User Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Nederlands
PRODUCTVEILIGHEID EN RF-
BLOOTSTELLING VOOR DRAAGBARE
TWEERICHTINGSRADIO'S
LET OP!
Lees voor gebruik van dit product de waarschuwingsinformatie
over RF-energie en de bedieningsinstructies in de handleiding
Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven om ervoor te
zorgen dat de blootstellingslimieten voor RF-energie worden
nageleefd.
Inhoud van het pakket
2 x TLKR T80/T80 Extreme Radio
2 x riemklem
1 x oplaaddok met 2 posities
1 x wisselstroomadapter
2 x accu-ondersteuningsbeugels
2 x oplaadbare NiMH-accupakken
2 x hoofdtelefoon (alleen voor T80 Extreme)
2 x koord (alleen voor T80 Extreme)
TLKR T80/T80 Extreme gebruikershandleiding
Frequentietabel
Eigenschappen en specificaties
8 PMR-kanalen
121 subcodes (38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes)
Bereik tot 10 km*
Intern VOX-circuit
LED-zaklamp
10 selecteerbare oproeptoonalerts
LCD-scherm met schermlicht
Roger-piepsignaal
Uptimer
Ruimtemonitor
Accuoplader
Batterijniveau-indicator
Kanaalmonitor
Kanaalscan
Dubbel scannen
Toetsenbordvergrendeling
Automatische uitschakeling
Automatische squelchregeling
Automatisch herhalen (schuiven)
Accubesparing
Waarschuwing accu bijna leeg
Slaapstand accu bijna leeg
Toon (aan/uit)
Directe oproep (oproep met id)
Groepsoproep
•Stille modus
Oproep aan alle
Automatische kanaalwijziging
IP-beoordeling: IPX2 (voor T80), IPX4 (voor T80 Extreme)
Voeding: NiMH-accupakken / 4 AAA-alkalinebatterijen
Acculevensduur: 16 uur (in normale omstandigheden)
*Bereik is afhankelijk van omgeving en/of topografische
omstandigheden.
Lees voor het gebruik van dit product de
bedieningsinstructies voor veilig gebruik in de
bijgeleverde handleiding Productveiligheid en
blootstelling aan radiogolven.
Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz) Kan. freq. (MHz)
1 446.00625 4 446.04375 7 446.08125
2 446.01875 5 446.05625 8 446.09375
3 446.03125 6 446.06875
Nederlands
2
Bediening en functies
Opmerking: getoonde radio is T80 Extreme. Ook van toepassing op T80-radio.
Antenne
PTT (Push-To-
Talk)-toets
Hoofdtelefoonaansluiting
(Hoofdtelefoon niet
meegeleverd)
Menunavigatietoet
s omhoog/omlaag
(Oproep)-toets
MON (Monitor)-toets
Luidspreker
Microfoon
SEL/ (selectie/
vergrendeling)-toets
GRP/MENU(Menu/
Groep)-toets
DC IN 9V-
aansluiting
Volumeknop met
aan-/uitschakelaar
LED-
zaklamptoets
Koordbevestiging
aan bovenkant
Koordbevestiging
aan onderkant
3
Nederlands
Scherm De accu installeren
1. Zet de radio UIT.
2. Voor T80: om de klep van de accuhouder te verwijderen,
drukt u op het lipje aan de onderkant van de klep van de
accuhouder.
Voor T80 Extreme: om de klep van de accuhouder te
verwijderen, gebruikt u een munt om de klep open te
wrikken.
3. Plaats de NiMH-accu's in de accuhouder.
4. Plaats de klep van de accuhouder terug.
Batterijniveau en melding voor laag
batterijniveau
De radio opladen
Direct opladen:
1. Zet de radio UIT.
2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9V-
aansluiting van de radio. Sluit het andere uiteinde van de
wisselstroomadapter aan op een voertuigstopcontact.
3. Laad het accupak 14 uur lang op.
De oplaaddok gebruiken:
1. Zet de radio UIT.
2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9V-
aansluiting van de oplaaddok.
1. Stilte-indicator
2. Zendindicator
3. Ontvangstindicator
4. Indicator dubbel
scannen
5. Indicator voor
automatische
uitschakeling
6. Toetsvergrendeling-
sindicator
7. Scanindicator
8. Kanaalindicator
9. Batterijniveau-indicator
10.Groepindicator
11.VOX/ruimtemonitor-
indicator
12.Oproepindicator
13.Subcode
(Groep-id/code)-
indicator
14.Dubbele punt (voor
uptimer)
2
3
4
5
1
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Geeft aan dat de accu volledig is opgeladen.
Knippert wanneer de accu bijna leeg is; laad
de radio op of vervang de accu's
onmiddellijk.
(De alerttoon klinkt elke 5 tot 30 seconden
wanneer de accu bijna leeg is.)
Nederlands
4
3. Plaats de oplaaddok op een stabiel oppervlak.
4. Plaats de radio in de oplaaddok met het toetsenbord naar
voren.
5. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio
zich in de oplader bevindt.
Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op.
Met de accu-ondersteuningsbeugel:
1. Verwijder het oplaadbare NiMH-accupak uit de radio.
2. Plaats de accu-ondersteuningsbeugel in de oplaaddok.
3. Plaats het NiMH-accupak in de oplaaddok. Zorg ervoor dat
de oplaadcontacten goed zijn uitgelijnd.
4. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio
zich in de oplader bevindt.
Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op.
Basisgebruik van de radio
Lees deze handleiding helemaal door voordat u het apparaat
gebruikt.
De radio in-/uitschakelen
U kunt de radio inschakelen door de draaiknop rechtsom te
draaien.
U kunt de radio uitschakelen door de draaiknop linksom te
draaien.
Het volume aanpassen
U kunt het volume verhogen door de draaiknop rechtsom te
draaien.
U kunt het volume verlagen door de draaiknop linksom te
draaien.
Het geluid (toetspiepsignalen) aanpassen
De radio geeft een piepsignaal wanneer op één van de toetsen
wordt gedrukt (behalve de PTT- en -toets).
Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het geluid
aan en uit te zetten.
Door het menu bladeren
De radio heeft twee menufuncties: Select Menu (Selectiemenu)
en Common Menu (Algemeen menu).
1. Om naar het Select Menu te gaan, drukt u op de SEL/ -
toets.
2. Om naar het Common Menu te gaan, drukt u op de MENU/
GRP-toets.
3. Wanneer u daarna opnieuw op de SEL/ -toets of MENU/
GRP-toets drukt gaat u vooruit in het menu.
4. Doe één van de volgende dingen om de menufunctie af te
sluiten:
a. Druk op de MENU/GRP-toets,
b. Druk op de PTT-toets
c. Wacht 10 seconden totdat het apparaat automatisch
teruggaat naar de normale modus.
Communiceren met de radio
1. Houd de radio op 5 tot 8 cm van uw mond verwijderd.
2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Op het scherm
verschijnt .
3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende oproepen
ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt op het
scherm. Herhaal stap 1 om te beantwoorden.
Opmerking: Wanneer u 60 seconden lang blijft uitzenden,
geeft de radio een TX Time Out-toon en
knippert het -pictogram. De radio stopt met
zenden.
Om met iemand te spreken, moeten beide
radio's op hetzelfde kanaal en dezelfde
subcode zijn ingesteld. Zie “Een kanaal en
een subcode selecteren” hieronder.
5
Nederlands
Een kanaal en een subcode selecteren
Een kanaal selecteren:
1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door
totdat de kanaalindicator knippert.
2. of naar het kanaal van uw keuze.
Een subcode selecteren:
1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door
totdat de subcode-indicator knippert.
2. of naar de juiste subcode.
3. Sluit het Select Menu af.
Select Menu
De radio kan als volgt door het Select Menu navigeren:
Spraakzending (VOX)
U kunt beginnen met zenden door in de microfoon van de radio
te spreken in plaats van op de PTT-toets te drukken.
Het VOX-niveau instellen:
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan. Ga
vooruit en selecteer "VOX".
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar het gewenste VOX-gevoeligheidsniveau.
4. Sluit het Select Menu af.
Opmerking: Op niveau "N" (uit) wordt VOX uitgeschakeld.
De niveaus 1-5 bepalen de gevoeligheid van
het VOX-circuit. Gebruik niveau 1 in rustige
omgevingen en gebruik niveau 5 in
omgevingen met veel lawaai. U kunt het juiste
gevoeligheidsniveau bepalen door in de
microfoon te spreken. Als knippert, wordt de
spraak geaccepteerd.
Een oproeptoon verzenden
De radio is voorzien van 10 selecteerbare oproeptonen.
Een oproeptoon selecteren:
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan.
Ga door naar "TONE".
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar de gewenste oproeptoon.
4. Sluit het Common Menu af.
De geselecteerde oproeptoon verzenden:
1. om de geselecteerde oproeptoon te verzenden. De
gewenste toon wordt automatisch verzonden gedurende
een vastgestelde tijdsperiode.
2. PTT om oproeptoon te annuleren.
Automatische uitschakeling
Met automatische uitschakeling kunt u instellen na hoeveel tijd
de radio automatisch wordt uitgeschakeld.
1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan.
Ga door naar "PWR". De huidige tijd voor automatische
uitschakeling knippert.
2. SEL/ om te selecteren.
3. of om de tijd te kiezen uit aan, 1 uur, 2 uur en 3 uur.
4. Sluit het menu af.
Normaal
Kanaal Subcode
1 - 8 0 - 121
Nederlands
6
Common Menu
U kunt als volgt door het Common Menu navigeren:
Groepmenu
1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU
(Groepmenu) op te vragen.
2. of om door te gaan naar elk menu (GRP/CODE/RING/
ID).
3. SEL/ om te selecteren.
4. of om naar de gewenste conditie of het gewenste
nummer te gaan.
5. SEL/ om te selecteren.
6. MENU/GRP om af te sluiten.
Groepmodus instellen
1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU
(Groepmenu) op te vragen.
2. SEL/ om de groepmodus te bedienen.
3. of naar "Y". SEL/ om naar het groepmenu en de
groepcode-instelling te gaan.
4. of naar "N". SEL/ om het groepmenu te verlaten.
Uptimermodus
Selecteer de
sensitiviteit
(1-5)
Normaal
SCANNEN
2CH
(dubbel
scannen)
VOX
ROOM
(ruimtemonitor)
TONE
(oproeptoon)
SLNT
(stilte)
TIME
(uptimer)
PWR
(aan/uit)
Kies het
kanaal en de
subcode
Dubbele scanmodus
Uit
1-5
Scanmodus
1 - 10
"N" of "Y"
Selecteer ON/
1H/2H/3H (Aan/
1u/2u/3u)
Ruimtemonitormodus
Normaal
"GRP"
(groepmodus)
"CODE"
(groepcode)
"RING"
(beltoon)
"ID"
(id-instelling)
"N" of "Y" 0 - 121 1-10
Id-nummer
1-16
Id-naam tot
4 tekens
"Y"
7
Nederlands
Groepcode instellen
1. of om de groepcode te kiezen.
2. SEL/ om de groepcode-instelling te voltooien.
3. De radio gaat naar het instellingenmenu voor oproeptonen.
4. MENU/GRP om terug te gaan naar het groepmenu.
Beltoon instellen
De gebruiker kan de beltoon selecteren voor een directe
oproep. Beltonen en oproeptonen zijn hetzelfde.
1. of om een beltoon te selecteren.
2. De geselecteerde beltoon klinkt.
Id instellen
Elke radio in de groep moet worden ingesteld met een id. De
gebruiker kan een id-naam van maximaal (4) tekens instellen.
1. of om een id-nummer te kiezen.
2. Als de id al in gebruik is, dan wordt de tekst USED (In
gebruik) getoond. Als de tekst USED niet wordt getoond,
dan is de id beschikbaar.
3. SEL/ om door te gaan naar de instelling van de id-naam.
Id-naam instellen
De id-naam verschijnt op het scherm van de andere radio
wanneer u een oproep aan alle ontvangers of een directe
oproep plaatst. De id-naam wordt ook getoond op het scherm
van de andere radio wanneer deze een directe oproep plaatst.
Wanneer er geen id-naam is ingesteld, dan verschijnt het
eenheidnummer.
1. of om een teken te kiezen dat op het scherm zal
knipperen.
2. SEL/ om het volgende teken te kiezen en door te gaan.
3. SEL/ om het id-nummer en de id-naam te registreren.
Opmerking: De radio annuleert het geselecteerde id-
nummer en de ingevoerde id-naam en sluit
het groepmenu af wanneer op de MENU/GRP-
toets wordt gedrukt.
Kanaalinstellingen in groepmodus
Automatische kaneelwijziging instellen in de groepmodus:
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. SEL/ om de kanaalinstelling op te vragen.
3. of naar "Auto Channel Change Setting" (Instelling voor
automatische kanaalwijziging).
4. SEL/ om te selecteren.
Een kanaalnummer knippert en de tekst "ALL" (Alle) wordt
getoond.
5. of om het kanaal te selecteren.
6. SEL/ of om de opdracht voor automatische
kanaalwijziging te verzenden.
7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in
groepmodus.
Kanaal handmatig instellen in groepmodus:
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. SEL/ om de kanaalinstelling op te vragen.
3. of naar "Manual Channel Setting" (Handmatige
kanaalinstelling).
4. SEL/ om te selecteren.
Een kanaalnummer knippert en de tekst "MY" wordt
getoond.
5. of om het kanaal handmatig te selecteren.
6. SEL/ om de handmatige kanaalinstellingen af te sluiten.
7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in
groepmodus.
Nederlands
8
Oproep aan alle ontvangers
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. om naar de instellingen voor oproepen aan alle
ontvangers/directe oproepen te gaan.
3. of om "All Call Transmission" (Verzending oproep aan
alle) te selecteren. Op het scherm verschijnt "SYNC".
4. SEL/ of om deze instellingen af te sluiten en een
oproep aan alle ontvangers te verzenden.
De toon voor oproep aan alle ontvangers klinkt. en
knippert tijdens de verzending.
5. MENU/GRP om af te sluiten.
Directe oproep instellen
1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan.
2. om naar de instellingen voor oproepen aan alle
ontvangers/directe oproepen te gaan.
3. of om een id-nummer te kiezen.
4. of SEL/ om een opdracht voor directe oproep te
verzenden.
De geselecteerde oproeptoon klinkt. Tijdens het zenden
worden het TX-pictogram en het CALL-pictogram op het
scherm weergegeven.
5. MENU/GRP om terug te gaan naar de instelling voor oproep
aan alle ontvangers/directe oproep.
Functies van de radio
Kanaalscanmodus
Hiermee kan de radio scannen om actieve kanalen te zoeken.
Wanneer er activiteit wordt waargenomen, dan "landt" (blijft) de
radio voor 2 seconden (5 seconden voor VOX zonder
hoofdtelefoon) op het betreffende kanaal. Druk op de PTT-toets
om op dat kanaal uit te zenden. Wanneer het kanaal niet langer
actief is, gaat de radio verder met het scannen naar andere
kanalen.
De kanaalscan inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "SCAN".
2. SEL/ om kanaalscan in te schakelen.
3. MENU/GRP of PTT om de scanmodus uit te schakelen.
Dubbele scanmodus
Hiermee kunt u om en om op het huidige kanaal en op een
ander kanaal scannen.
Een ander kanaal instellen en dubbel scannen starten:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "2CH".
2. of om het kanaal te selecteren. Druk daarna op
SEL/ .
3. of om de subcode te selecteren. Druk daarna op
SEL/ .
4. De radio begint met dubbel scannen.
Opmerking: Als u hetzelfde kanaal en dezelfde subcode
instelt als het huidige kanaal, dan werkt
dubbel scannen niet.
5. MENU/GRP om dubbel scannen uit te schakelen.
Het id-nummer voor directe oproep
De id-naam
9
Nederlands
Ruimtemonitor
Hiermee kan de radio spraak/geluid (aan de hand van het
ingestelde gevoeligheidsniveau) detecteren en naar de
luisterende radio zenden zonder op de PTT-toets te drukken.
De radio waarop de monitor actief is kan in deze modus geen
zendingen ontvangen.
De ruimtemonitor inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "ROOM" (Ruimte).
2. SEL/ om te selecteren.
3. of naar het gewenste gevoeligheidsniveau voor de
ruimtemonitor.
Opmerking: Gebruik niveau 1 in rustige omgevingen.
Gebruik niveau 5 in omgevingen met veel
lawaai.
4. SEL/ om de ruimtemonitor in te schakelen.
MENU/GRP om de ruimtemonitor uit te schakelen.
Opmerking: Wanneer spraak/geluid in de betreffende
ruimte meer dan 60 seconden aanhoudt, dan
stopt de monitor 5 seconden en gaat daarna
verder.
Stille modus
In de stiltemodus worden alle binnenkomende oproepen
gedempt. De achtergrondverlichting van de radio knippert
wanneer er een binnenkomende oproep is. Als de oproep niet
wordt beantwoord, dan wordt de achtergrondverlichting
uitgeschakeld en knippert tot er geen signaal is. De T80/
T80 Extreme Radio geeft een trilsignaal wanneer er een
gemiste oproep is.
De stiltemodus wordt 15 seconden lang uitgeschakeld
wanneer u zendt, ontvangt of op andere toetsen drukt.
De stiltemodus inschakelen:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan.
2. Selecteer "SLNT".
3. SEL/ om te selecteren.
4. de stiltemodus inschakelen. Op de kanaalindicator
verschijnt "Y". verschijnt.
5. de stiltemodus uitschakelen. Op de kanaalindicator
verschijnt "N". verdwijnt.
Uptimer
Hiermee kan de radio tot 59 minuten en 59 seconden timen.
U kunt in deze modus binnenkomende oproepen ontvangen.
De timer gebruiken:
1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door
naar "TIME" (Tijd).
2. SEL/ om de uptimer te selecteren.
3. SEL/ om de uptimer te starten.
4. SEL/ om de timer te pauzeren.
SEL/ om de timer in- en uit te schakelen.
5. MENU/GRP of PTT om de uptimer te stoppen of opnieuw in
te stellen.
Opmerking: Als er een oproep wordt ontvangen, dan wordt
de id-naam weergegeven en gaat de radio
daarna terug naar de timermodus. Het
oproeppictogram knippert.
Toetsvergrendeling
Houd SEL/ ingedrukt totdat /"LOCK" (Vergrendeling)
verschijnt om het toetsenbord te vergrendelen.
Houd SEL/ ingedrukt tot /"UNLK" (Ontgrendeling)
verschijnt om het toetsenbord te ontgrendelen.
Nederlands
10
Schermlicht
Het LCD-scherm wordt automatisch 10 seconden lang verlicht
wanneer op een toets (behalve PTT) wordt gedrukt.
Monitormodus
Hiermee kunt u luisteren naar zwakke signalen op het huidige
kanaal.
De monitormodus inschakelen:
1. Druk op de MON-toets om korte tijd te luisteren. Het
pictogram knippert.
2. Houd de MON-toets 2 seconden ingedrukt om
ononderbroken te luisteren. Het -pictogram blijft knipperen.
De monitormodus uitschakelen:
Druk op de MON-, MENU/GRP- of SEL/ -toets om terug te
gaan naar de normale modus. Het -pictogram stopt met
knipperen.
Roger-piepsignaal
Geeft het einde van een PTT- of VOX-zending aan. Het signaal
is te horen via de luidspreker wanneer de toetspiepsignalen zijn
ingeschakeld. Het signaal is niet te horen via de luidspreker
indien toetspiepsignalen zijn uitgeschakeld.
Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het Roger-
piepsignaal in en uit te schakelen. Herhaal de stap om het
Roger-piepsignaal uit te schakelen.
LED-zaklamp
De radio heeft een ingebouwde LED-zaklamp.
De LED-zaklampindicator blijft branden totdat de toets wordt
losgelaten.
Garantie-informatie
De geautoriseerde Motorola-verkoper bij wie u de Motorola-
tweerichtingsradio en/of originele accessoires hebt gekocht,
accepteert een garantieclaim en/of voorziet in garantieservice.
Retourneer de radio naar uw verkoper om gebruik te maken
van de garantieservice. Stuur de radio niet terug naar Motorola.
U komt in aanmerking voor de garantieservice als u een
kassabon of een vergelijkbaar aankoopbewijs met vermelding
van de aanschafdatum kunt overleggen. De tweerichtingsradio
dient ook duidelijk te zijn voorzien van een serienummer. U hebt
geen recht op garantie als het type- en/of serienummer op het
product zijn veranderd, verwijderd of onleesbaar zijn gemaakt.
Wat door de garantie niet wordt gedekt
Defecten of schade als gevolg van gebruik van het Product
op een andere manier dan de normale en gebruikelijke
manier of door het niet opvolgen van de instructies in deze
handleiding.
Defecten of schade door misbruik, ongevallen, of nalatigheid.
Defecten of schade door onjuist testen, gebruik, onderhoud,
bewerken, wijziging of aanpassing op welke manier dan ook.
Afbreken van of schade aan antennes, tenzij rechtstreeks
veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten.
Producten die zijn gedemonteerd of gerepareerd op een
zodanige manier dat de prestaties van het product nadelig
worden beïnvloed of het normale testen van het product
voor het vaststellen van een garantieclaim wordt verstoord.
Defecten of schade door bereik.
Defecten of schade door vocht, vloeistoffen of morsen.
Alle plastic onderdelen en alle andere externe onderdelen
aan de buitenkant van het apparaat die zijn bekrast of
beschadigd door normaal gebruik.
11
Nederlands
Tijdelijk gehuurde producten.
Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van
onderdelen vanwege normaal gebruik en normale slijtage.
Informatie over auteursrechten
Bij de in deze handleiding beschreven Motorola-producten
horen mogelijk auteursrechtelijk beschermde Motorola-
computerprogramma's die zijn opgeslagen op
halfgeleidergeheugens of andere media. Op grond van de
wetgeving in de Verenigde Staten en in andere landen behoudt
Motorola zich bepaalde rechten voor op auteursrechtelijk
beschermde computerprogramma's, waaronder het exclusieve
recht om de auteursrechtelijk beschermde Motorola-
programma's te kopiëren en te verspreiden.
Auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's van
Motorola die in deze handleiding worden beschreven, mogen
daarom op geen enkele wijze worden gekopieerd of verspreid
zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Motorola.
Aan de koop van Motorola-producten kan direct noch indirect,
door juridische uitsluiting noch anderszins geen gebruiksrecht
worden ontleend op grond van auteursrechten, patenten of
gepatenteerde toepassingen van Motorola of andere externe
softwareleveranciers, met uitzondering van het normale, niet-
exclusieve recht op gebruik dat van rechtswege voortvloeit uit
de verkoop van een product.
MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het
gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en
worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere
handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaren.
© 2012 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Nederlands
12

Documenttranscriptie

Lees voor het gebruik van dit product de bedieningsinstructies voor veilig gebruik in de bijgeleverde handleiding Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven. LET OP! Lees voor gebruik van dit product de waarschuwingsinformatie over RF-energie en de bedieningsinstructies in de handleiding Productveiligheid en blootstelling aan radiogolven om ervoor te zorgen dat de blootstellingslimieten voor RF-energie worden nageleefd. Inhoud van het pakket • • • • • • • • • 2 x TLKR T80/T80 Extreme Radio 2 x riemklem 1 x oplaaddok met 2 posities 1 x wisselstroomadapter 2 x accu-ondersteuningsbeugels 2 x oplaadbare NiMH-accupakken 2 x hoofdtelefoon (alleen voor T80 Extreme) 2 x koord (alleen voor T80 Extreme) TLKR T80/T80 Extreme gebruikershandleiding Frequentietabel Kan. 1 2 3 freq. (MHz) 446.00625 446.01875 446.03125 Kan. 4 5 6 freq. (MHz) 446.04375 446.05625 446.06875 Kan. freq. (MHz) 7 446.08125 8 446.09375 Eigenschappen en specificaties • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 8 PMR-kanalen 121 subcodes (38 CTCSS-codes en 83 DCS-codes) Bereik tot 10 km* Intern VOX-circuit LED-zaklamp 10 selecteerbare oproeptoonalerts LCD-scherm met schermlicht Roger-piepsignaal Uptimer Ruimtemonitor Accuoplader Batterijniveau-indicator Kanaalmonitor Kanaalscan Dubbel scannen Toetsenbordvergrendeling Automatische uitschakeling Automatische squelchregeling Automatisch herhalen (schuiven) Accubesparing Waarschuwing accu bijna leeg Slaapstand accu bijna leeg Toon (aan/uit) Directe oproep (oproep met id) Groepsoproep Stille modus Oproep aan alle Automatische kanaalwijziging IP-beoordeling: IPX2 (voor T80), IPX4 (voor T80 Extreme) Voeding: NiMH-accupakken / 4 AAA-alkalinebatterijen Acculevensduur: 16 uur (in normale omstandigheden) *Bereik is afhankelijk van omgeving en/of topografische omstandigheden. Nederlands PRODUCTVEILIGHEID EN RFBLOOTSTELLING VOOR DRAAGBARE TWEERICHTINGSRADIO'S 1 Nederlands Bediening en functies Antenne Hoofdtelefoonaansluiting (Hoofdtelefoon niet meegeleverd) Volumeknop met aan-/uitschakelaar Menunavigatietoet s omhoog/omlaag (Oproep)-toets MON (Monitor)-toets Koordbevestiging aan bovenkant GRP/MENU(Menu/ Groep)-toets SEL/ (selectie/ vergrendeling)-toets Microfoon Luidspreker DC IN 9Vaansluiting Koordbevestiging aan onderkant Opmerking: getoonde radio is T80 Extreme. Ook van toepassing op T80-radio. 2 LEDzaklamptoets PTT (Push-ToTalk)-toets De accu installeren 1 2 7 8 3 9 4 10 5 11 6 12 13 14 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Stilte-indicator Zendindicator Ontvangstindicator Indicator dubbel scannen Indicator voor automatische uitschakeling Toetsvergrendelingsindicator Scanindicator Kanaalindicator 9. Batterijniveau-indicator 10.Groepindicator 11. VOX/ruimtemonitorindicator 12.Oproepindicator 13.Subcode (Groep-id/code)indicator 14.Dubbele punt (voor uptimer) 1. Zet de radio UIT. 2. Voor T80: om de klep van de accuhouder te verwijderen, drukt u op het lipje aan de onderkant van de klep van de accuhouder. Voor T80 Extreme: om de klep van de accuhouder te verwijderen, gebruikt u een munt om de klep open te wrikken. 3. Plaats de NiMH-accu's in de accuhouder. 4. Plaats de klep van de accuhouder terug. Nederlands Scherm Batterijniveau en melding voor laag batterijniveau Geeft aan dat de accu volledig is opgeladen. Knippert wanneer de accu bijna leeg is; laad de radio op of vervang de accu's onmiddellijk. (De alerttoon klinkt elke 5 tot 30 seconden wanneer de accu bijna leeg is.) De radio opladen Direct opladen: 1. Zet de radio UIT. 2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9Vaansluiting van de radio. Sluit het andere uiteinde van de wisselstroomadapter aan op een voertuigstopcontact. 3. Laad het accupak 14 uur lang op. De oplaaddok gebruiken: 1. Zet de radio UIT. 2. Sluit de wisselstroomadapter aan op de DC IN 9Vaansluiting van de oplaaddok. 3 Nederlands 3. Plaats de oplaaddok op een stabiel oppervlak. 4. Plaats de radio in de oplaaddok met het toetsenbord naar voren. 5. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio zich in de oplader bevindt. Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op. Met de accu-ondersteuningsbeugel: 1. Verwijder het oplaadbare NiMH-accupak uit de radio. 2. Plaats de accu-ondersteuningsbeugel in de oplaaddok. 3. Plaats het NiMH-accupak in de oplaaddok. Zorg ervoor dat de oplaadcontacten goed zijn uitgelijnd. 4. De LED-indicator gaat branden en blijft aan zolang de radio zich in de oplader bevindt. Opmerking: laad het accupak 14 uur lang op. Basisgebruik van de radio Lees deze handleiding helemaal door voordat u het apparaat gebruikt. De radio in-/uitschakelen U kunt de radio inschakelen door de draaiknop rechtsom te draaien. U kunt de radio uitschakelen door de draaiknop linksom te draaien. Het volume aanpassen U kunt het volume verhogen door de draaiknop rechtsom te draaien. U kunt het volume verlagen door de draaiknop linksom te draaien. Het geluid (toetspiepsignalen) aanpassen De radio geeft een piepsignaal wanneer op één van de toetsen wordt gedrukt (behalve de PTT- en 4 -toets). Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het geluid aan en uit te zetten. Door het menu bladeren De radio heeft twee menufuncties: Select Menu (Selectiemenu) en Common Menu (Algemeen menu). 1. Om naar het Select Menu te gaan, drukt u op de SEL/ toets. 2. Om naar het Common Menu te gaan, drukt u op de MENU/ GRP-toets. 3. Wanneer u daarna opnieuw op de SEL/ -toets of MENU/ GRP-toets drukt gaat u vooruit in het menu. 4. Doe één van de volgende dingen om de menufunctie af te sluiten: a. Druk op de MENU/GRP-toets, b. Druk op de PTT-toets c. Wacht 10 seconden totdat het apparaat automatisch teruggaat naar de normale modus. Communiceren met de radio 1. Houd de radio op 5 tot 8 cm van uw mond verwijderd. 2. Houd de PTT-toets ingedrukt terwijl u praat. Op het scherm verschijnt . 3. Laat de PTT-toets los. U kunt nu binnenkomende oproepen ontvangen. Wanneer dit gebeurt, verschijnt op het scherm. Herhaal stap 1 om te beantwoorden. Opmerking: Wanneer u 60 seconden lang blijft uitzenden, geeft de radio een TX Time Out-toon en knippert het -pictogram. De radio stopt met zenden. Om met iemand te spreken, moeten beide radio's op hetzelfde kanaal en dezelfde subcode zijn ingesteld. Zie “Een kanaal en een subcode selecteren” hieronder. 2. of naar het kanaal van uw keuze. Een subcode selecteren: 1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door totdat de subcode-indicator knippert. Select Menu De radio kan als volgt door het Select Menu navigeren: Kanaal Een oproeptoon verzenden De radio is voorzien van 10 selecteerbare oproeptonen. Een oproeptoon selecteren: 1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "TONE". 2. of naar de juiste subcode. 3. Sluit het Select Menu af. Normaal Opmerking: Op niveau "N" (uit) wordt VOX uitgeschakeld. De niveaus 1-5 bepalen de gevoeligheid van het VOX-circuit. Gebruik niveau 1 in rustige omgevingen en gebruik niveau 5 in omgevingen met veel lawaai. U kunt het juiste gevoeligheidsniveau bepalen door in de microfoon te spreken. Als knippert, wordt de spraak geaccepteerd. Nederlands Een kanaal en een subcode selecteren Een kanaal selecteren: 1. SEL/ -toets om naar het Select Menu te gaan. Ga door totdat de kanaalindicator knippert. Subcode 2. SEL/ om te selecteren. 3. of naar de gewenste oproeptoon. 4. Sluit het Common Menu af. De geselecteerde oproeptoon verzenden: 1. 1-8 0 - 121 Spraakzending (VOX) U kunt beginnen met zenden door in de microfoon van de radio te spreken in plaats van op de PTT-toets te drukken. Het VOX-niveau instellen: 1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan. Ga vooruit en selecteer "VOX". 2. SEL/ om te selecteren. 3. of naar het gewenste VOX-gevoeligheidsniveau. 4. Sluit het Select Menu af. om de geselecteerde oproeptoon te verzenden. De gewenste toon wordt automatisch verzonden gedurende een vastgestelde tijdsperiode. 2. PTT om oproeptoon te annuleren. Automatische uitschakeling Met automatische uitschakeling kunt u instellen na hoeveel tijd de radio automatisch wordt uitgeschakeld. 1. MENU/GRP-toets om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "PWR". De huidige tijd voor automatische uitschakeling knippert. 2. SEL/ om te selecteren. 3. of om de tijd te kiezen uit aan, 1 uur, 2 uur en 3 uur. 4. Sluit het menu af. 5 Nederlands Common Menu U kunt als volgt door het Common Menu navigeren: Normaal SCANNEN Scanmodus 2CH (dubbel scannen) VOX ROOM (ruimtemonitor) TONE (oproeptoon) SLNT (stilte) Kies het kanaal en de subcode Uit 1-5 Selecteer de sensitiviteit (1-5) 1 - 10 "N" of "Y" Dubbele scanmodus Ruimtemonitormodus Groepmenu "CODE" (groepcode) "GRP" (groepmodus) "RING" (beltoon) "ID" (id-instelling) Id-nummer 1-16 "Y" 0 - 121 1-10 Id-naam tot 4 tekens of ID). om door te gaan naar elk menu (GRP/CODE/RING/ om te selecteren. of om naar de gewenste conditie of het gewenste nummer te gaan. 5. SEL/ om te selecteren. 6. MENU/GRP om af te sluiten. Groepmodus instellen 1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU (Groepmenu) op te vragen. 2. SEL/ 3. 6 Selecteer ON/ 1H/2H/3H (Aan/ 1u/2u/3u) Uptimermodus 3. SEL/ 4. "N" of "Y" PWR (aan/uit) 1. Houd MENU/GRP vast om het GROUP MENU (Groepmenu) op te vragen. 2. Normaal TIME (uptimer) 4. om de groepmodus te bedienen. of naar "Y". SEL/ om naar het groepmenu en de groepcode-instelling te gaan. of naar "N". SEL/ om het groepmenu te verlaten. 2. SEL/ om de groepcode-instelling te voltooien. 3. De radio gaat naar het instellingenmenu voor oproeptonen. 4. MENU/GRP om terug te gaan naar het groepmenu. Beltoon instellen De gebruiker kan de beltoon selecteren voor een directe oproep. Beltonen en oproeptonen zijn hetzelfde. 1. of om een beltoon te selecteren. 2. De geselecteerde beltoon klinkt. Id instellen Elke radio in de groep moet worden ingesteld met een id. De gebruiker kan een id-naam van maximaal (4) tekens instellen. 1. of om een id-nummer te kiezen. 2. Als de id al in gebruik is, dan wordt de tekst USED (In gebruik) getoond. Als de tekst USED niet wordt getoond, dan is de id beschikbaar. 3. SEL/ om door te gaan naar de instelling van de id-naam. Id-naam instellen De id-naam verschijnt op het scherm van de andere radio wanneer u een oproep aan alle ontvangers of een directe oproep plaatst. De id-naam wordt ook getoond op het scherm van de andere radio wanneer deze een directe oproep plaatst. Wanneer er geen id-naam is ingesteld, dan verschijnt het eenheidnummer. 1. of om een teken te kiezen dat op het scherm zal knipperen. 2. SEL/ om het volgende teken te kiezen en door te gaan. 3. SEL/ om het id-nummer en de id-naam te registreren. Opmerking: De radio annuleert het geselecteerde idnummer en de ingevoerde id-naam en sluit het groepmenu af wanneer op de MENU/GRPtoets wordt gedrukt. Kanaalinstellingen in groepmodus Automatische kaneelwijziging instellen in de groepmodus: 1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan. 2. SEL/ 3. Nederlands Groepcode instellen 1. of om de groepcode te kiezen. om de kanaalinstelling op te vragen. of naar "Auto Channel Change Setting" (Instelling voor automatische kanaalwijziging). 4. SEL/ om te selecteren. Een kanaalnummer knippert en de tekst "ALL" (Alle) wordt getoond. 5. of om het kanaal te selecteren. 6. SEL/ of om de opdracht voor automatische kanaalwijziging te verzenden. 7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in groepmodus. Kanaal handmatig instellen in groepmodus: 1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan. 2. SEL/ 3. om de kanaalinstelling op te vragen. of naar "Manual Channel Setting" (Handmatige kanaalinstelling). 4. SEL/ om te selecteren. Een kanaalnummer knippert en de tekst "MY" wordt getoond. 5. of om het kanaal handmatig te selecteren. 6. SEL/ om de handmatige kanaalinstellingen af te sluiten. 7. MENU/GRP om terug te gaan naar de kanaalinstelling in groepmodus. 7 Nederlands Functies van de radio Oproep aan alle ontvangers 1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan. 2. om naar de instellingen voor oproepen aan alle ontvangers/directe oproepen te gaan. 3. of om "All Call Transmission" (Verzending oproep aan alle) te selecteren. Op het scherm verschijnt "SYNC". 4. SEL/ of om deze instellingen af te sluiten en een oproep aan alle ontvangers te verzenden. De toon voor oproep aan alle ontvangers klinkt. knippert tijdens de verzending. 5. MENU/GRP om af te sluiten. en Directe oproep instellen Het id-nummer voor directe oproep De id-naam 1. MENU/GRP om naar de groepmodus te gaan. 2. 3. 4. om naar de instellingen voor oproepen aan alle ontvangers/directe oproepen te gaan. of De kanaalscan inschakelen: 1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "SCAN". 2. SEL/ om kanaalscan in te schakelen. 3. MENU/GRP of PTT om de scanmodus uit te schakelen. Dubbele scanmodus Hiermee kunt u om en om op het huidige kanaal en op een ander kanaal scannen. Een ander kanaal instellen en dubbel scannen starten: 1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "2CH". 2. om een id-nummer te kiezen. of SEL/ om een opdracht voor directe oproep te verzenden. De geselecteerde oproeptoon klinkt. Tijdens het zenden worden het TX-pictogram en het CALL-pictogram op het scherm weergegeven. 5. MENU/GRP om terug te gaan naar de instelling voor oproep aan alle ontvangers/directe oproep. 8 Kanaalscanmodus Hiermee kan de radio scannen om actieve kanalen te zoeken. Wanneer er activiteit wordt waargenomen, dan "landt" (blijft) de radio voor 2 seconden (5 seconden voor VOX zonder hoofdtelefoon) op het betreffende kanaal. Druk op de PTT-toets om op dat kanaal uit te zenden. Wanneer het kanaal niet langer actief is, gaat de radio verder met het scannen naar andere kanalen. 3. of SEL/ om het kanaal te selecteren. Druk daarna op . of om de subcode te selecteren. Druk daarna op SEL/ . 4. De radio begint met dubbel scannen. Opmerking: Als u hetzelfde kanaal en dezelfde subcode instelt als het huidige kanaal, dan werkt dubbel scannen niet. 5. MENU/GRP om dubbel scannen uit te schakelen. 2. Selecteer "SLNT". 2. SEL/ Hiermee kan de radio tot 59 minuten en 59 seconden timen. U kunt in deze modus binnenkomende oproepen ontvangen. De timer gebruiken: 1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "TIME" (Tijd). om te selecteren. 3. of naar het gewenste gevoeligheidsniveau voor de ruimtemonitor. Opmerking: Gebruik niveau 1 in rustige omgevingen. Gebruik niveau 5 in omgevingen met veel lawaai. 4. SEL/ om de ruimtemonitor in te schakelen. MENU/GRP om de ruimtemonitor uit te schakelen. Opmerking: Wanneer spraak/geluid in de betreffende ruimte meer dan 60 seconden aanhoudt, dan stopt de monitor 5 seconden en gaat daarna verder. Stille modus In de stiltemodus worden alle binnenkomende oproepen gedempt. De achtergrondverlichting van de radio knippert wanneer er een binnenkomende oproep is. Als de oproep niet wordt beantwoord, dan wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld en knippert tot er geen signaal is. De T80/ T80 Extreme Radio geeft een trilsignaal wanneer er een gemiste oproep is. De stiltemodus wordt 15 seconden lang uitgeschakeld wanneer u zendt, ontvangt of op andere toetsen drukt. De stiltemodus inschakelen: 1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. 3. SEL/ 4. om te selecteren. de stiltemodus inschakelen. Op de kanaalindicator verschijnt "Y". 5. verschijnt. de stiltemodus uitschakelen. Op de kanaalindicator verschijnt "N". verdwijnt. Nederlands Ruimtemonitor Hiermee kan de radio spraak/geluid (aan de hand van het ingestelde gevoeligheidsniveau) detecteren en naar de luisterende radio zenden zonder op de PTT-toets te drukken. De radio waarop de monitor actief is kan in deze modus geen zendingen ontvangen. De ruimtemonitor inschakelen: 1. MENU/GRP om naar het Common Menu te gaan. Ga door naar "ROOM" (Ruimte). Uptimer 2. SEL/ om de uptimer te selecteren. 3. SEL/ om de uptimer te starten. 4. SEL/ om de timer te pauzeren. SEL/ om de timer in- en uit te schakelen. 5. MENU/GRP of PTT om de uptimer te stoppen of opnieuw in te stellen. Opmerking: Als er een oproep wordt ontvangen, dan wordt de id-naam weergegeven en gaat de radio daarna terug naar de timermodus. Het oproeppictogram knippert. Toetsvergrendeling Houd SEL/ ingedrukt totdat /"LOCK" (Vergrendeling) verschijnt om het toetsenbord te vergrendelen. Houd SEL/ ingedrukt tot /"UNLK" (Ontgrendeling) verschijnt om het toetsenbord te ontgrendelen. 9 Nederlands Schermlicht Het LCD-scherm wordt automatisch 10 seconden lang verlicht wanneer op een toets (behalve PTT) wordt gedrukt. Monitormodus Hiermee kunt u luisteren naar zwakke signalen op het huidige kanaal. De monitormodus inschakelen: 1. Druk op de MON-toets om korte tijd te luisteren. Het pictogram knippert. 2. Houd de MON-toets 2 seconden ingedrukt om ononderbroken te luisteren. Het -pictogram blijft knipperen. Garantie-informatie De geautoriseerde Motorola-verkoper bij wie u de Motorolatweerichtingsradio en/of originele accessoires hebt gekocht, accepteert een garantieclaim en/of voorziet in garantieservice. Retourneer de radio naar uw verkoper om gebruik te maken van de garantieservice. Stuur de radio niet terug naar Motorola. U komt in aanmerking voor de garantieservice als u een kassabon of een vergelijkbaar aankoopbewijs met vermelding van de aanschafdatum kunt overleggen. De tweerichtingsradio dient ook duidelijk te zijn voorzien van een serienummer. U hebt geen recht op garantie als het type- en/of serienummer op het product zijn veranderd, verwijderd of onleesbaar zijn gemaakt. De monitormodus uitschakelen: Druk op de MON-, MENU/GRP- of SEL/ gaan naar de normale modus. Het knipperen. -toets om terug te -pictogram stopt met • Roger-piepsignaal Geeft het einde van een PTT- of VOX-zending aan. Het signaal is te horen via de luidspreker wanneer de toetspiepsignalen zijn ingeschakeld. Het signaal is niet te horen via de luidspreker indien toetspiepsignalen zijn uitgeschakeld. • • Houd de -toets vast terwijl u de radio aanzet om het Rogerpiepsignaal in en uit te schakelen. Herhaal de stap om het Roger-piepsignaal uit te schakelen. • LED-zaklamp De radio heeft een ingebouwde LED-zaklamp. De LED-zaklampindicator blijft branden totdat de toets wordt losgelaten. 10 Wat door de garantie niet wordt gedekt • • • • Defecten of schade als gevolg van gebruik van het Product op een andere manier dan de normale en gebruikelijke manier of door het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Defecten of schade door misbruik, ongevallen, of nalatigheid. Defecten of schade door onjuist testen, gebruik, onderhoud, bewerken, wijziging of aanpassing op welke manier dan ook. Afbreken van of schade aan antennes, tenzij rechtstreeks veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten. Producten die zijn gedemonteerd of gerepareerd op een zodanige manier dat de prestaties van het product nadelig worden beïnvloed of het normale testen van het product voor het vaststellen van een garantieclaim wordt verstoord. Defecten of schade door bereik. Defecten of schade door vocht, vloeistoffen of morsen. Alle plastic onderdelen en alle andere externe onderdelen aan de buitenkant van het apparaat die zijn bekrast of beschadigd door normaal gebruik. Nederlands • • Tijdelijk gehuurde producten. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen vanwege normaal gebruik en normale slijtage. Informatie over auteursrechten Bij de in deze handleiding beschreven Motorola-producten horen mogelijk auteursrechtelijk beschermde Motorolacomputerprogramma's die zijn opgeslagen op halfgeleidergeheugens of andere media. Op grond van de wetgeving in de Verenigde Staten en in andere landen behoudt Motorola zich bepaalde rechten voor op auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's, waaronder het exclusieve recht om de auteursrechtelijk beschermde Motorolaprogramma's te kopiëren en te verspreiden. Auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's van Motorola die in deze handleiding worden beschreven, mogen daarom op geen enkele wijze worden gekopieerd of verspreid zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Motorola. Aan de koop van Motorola-producten kan direct noch indirect, door juridische uitsluiting noch anderszins geen gebruiksrecht worden ontleend op grond van auteursrechten, patenten of gepatenteerde toepassingen van Motorola of andere externe softwareleveranciers, met uitzondering van het normale, nietexclusieve recht op gebruik dat van rechtswege voortvloeit uit de verkoop van een product. MOTOROLA, MOTO, MOTOROLA SOLUTIONS en het gestileerde M-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Motorola Trademark Holdings, LLC en worden op grond van licenties gebruikt. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren. © 2012 Motorola Solutions, Inc. Alle rechten voorbehouden. 11 12 Nederlands
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165

Motorola TLKR T80 EXTREME Setup & User Manual

Categorie
Tweeweg radio's
Type
Setup & User Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor