Conrad FP260 de handleiding

Type
de handleiding
CONRAD IM INTERNET http://www.conrad.com
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung
vorbehalten.
© Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.
Legal notice
These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in
electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment
reserved.
© Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ce mode d'emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm,
saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le
réimprimer, même par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications
techniques et de l'équipement.
© Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microver-
filming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting
voorbehouden.
© Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.
01_1208_02/HK
Version 12/08
Fingerprintmodul FP260 Seite 3 - 8
Fingerprint Module FP260 Page 9 - 14
Lecteur d’empreinte
digitale FP260
Page 15 - 20
Fingerprintmodule FP260 Pagina 21 - 26
Best.-Nr. / Item-No. / No de commande / Bestnr.: 75 16 33
BEDIENUNGSANLEITUNG
OPERATING INSTRUCTIONS
NOTICE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur
Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an
Dritte weitergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf!
These operating instructions belong with this product. They contain important informati-
on for putting it into service and operating it. This should be noted also when this pro-
duct is passed on to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui
concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci égale-
ment lorsque vous remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in
betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
21
Voorgeschreven gebruik
De fingerprintmodule dient als persoonlijk toegangssysteem voor uiteenlopende toepassingen.
Het maakt de controle van diverse systemen via de unieke vingerafdruk van maximaal 25 bevoegde per-
sonen mogelijk.
Met de module wordt de vingerafdruk ingelezen en bij overeenkomst met een bevoegd persoon wordt
een potentiaalvrije schakeluitgang geactiveerd.
In de fingerprintmodule kunnen maximaal 25 vingerafdrukken geprogrammeerd en gewist/veranderd
worden.
De module wordt door een gelijkspanningsbron van 12 V of een wisselspanningsbron van 8 V verzorgd.
De schakeluitgang mag max. met 35 VDC/AC en 3 A worden belast.
Machines die gevaarlijk zijn voor leven en goed mogen niet met de module worden geschakeld.
De leesmodule kan in een standaard inbouw-elektroinstallatiedoos, of m.b.v. de meegeleverde monta-
gering, ook als opbouw worden gemonteerd. Beide modules moeten voldoende tegen indringend water
(regen) of dauw worden beschermd. De noodzakelijke veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de vei-
ligheidsafstand tot aanraakgevaarlijke spanningen/leidingen moeten in acht worden genomen.
Een serieel interface (RS232) voor aansluiting aan een PC is aanwezig. Hiermee kan de verbinding wor-
den aangemaakt met de meegeleverde FP260 PC-software.
Het complete product mag niet gewijzigd of omgebouwd worden! De veiligheidsvoorschriften dienen
absoluut in acht te worden genomen!
Veiligheidsvoorschriften en risico’s
Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat belan-
grijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade of persoonlijk letsel als gevolg
van ondeskundig gebruik of het nietin acht nemen van de veiligheidsvoorschriften! In dergelijke geval-
len vervalt elke aanspraak op garantie.
Dit product is geen speelgoed en dient buiten bereik van kinderen gehouden te worden.
Deze module is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen.
Het apparaat mag alleen door een vakman worden geïnstalleerd.
Montage en aansluiting
De module wordt compleet opgebouwd geleverd en moet alleen met de verbindingskabel „X4“ aan
elkaar worden gestoken (let hierbij op de richting-insluitneuzen). Voor het programmeren moet de afdek-
kap van de analyse-eenheid door licht drukken op de zijdelings aangebrachte vergrendeling (V), wegge-
nomen worden.
22
Let er bij de inbouw op, dat de analy-se-eenheid,
die de beide jumpers „JP1“ en „JP5“ bevat, voor
vreemde personen niet vrij toegankelijk is (b.v.
door lokale scheiding m.b.v. een wand), omdat
deze voor het wissen en teachen van de finger-
prints worden gebruikt.
De jumpers „JP2“, „JP3“ en „JP4“ mogen niet
overbrugd worden en er mogen geen aansluitin-
gen worden aangebracht (productieaansluiting).
Monteer de beide printplaten op de door u beoogde plaatsen. De
afstand tussen de analyse-eenheid en de sensoreenheid mag
maximaal 50 cm bedragen. Een verlenging is niet toegestaan!
De fingerprintmodule kan b.v. direct een deuropener aansturen.
Sluit de deuropener etc. aan de beide klemmen van de potentiaal-
vrije schakeluitgang „K2“ (sluitcontact) aan.
Draai de schroeven met een passende schroevendraaier voorzich-
tig vast.
Verbindt de fingerprintmodule met een geschikte spanningsbron. Een geschikte spanningsbron levert
een stabiele uitgangsspanning van 8 VAC of 12 VDC bij 250mA min.
Sluit de spanningsbron in stroomloze toestand aan de schroefklem „K1“ aan. Draai de schroeven met
een passende schroevendraaier voorzichtig vast.
De polariteit is hierbij niet van belang. Controleer nogmaals alle stekker- en schroefverbindingen op
vaste montage.
De fingerprintmodule is nu klaar voor gebruik.
Ingebruikneming
Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“ en „JP5“.
Na succesvolle inbouw en montage van de fingerprintmodule kan de stroomverzorging van de analyse-
eenheid ingeschakeld worden.
De indicatoren „LED1“, „LED2“ en „LED3“ beginnen te branden. Na ca. 10 s dooft „LED3“. Tijdens deze
starttijd wordt het systeem intern gecontroleerd. De fingerprintmodule is klaar voor gebruik.
Teachen van de bevoegde vingerafdrukken
Gebruik voor de teach- en controleprocedure altijd dezelfde vinger (de wijsvinger is
het meest geschikt) en positioneer deze op dezelfde wijze op het midden van de sen-
sor, omdat het teachen anders niet wordt geaccepteerd. Voer de bedienstappen zon-
der langere pauzes uit; de procedure wordt anders automatisch onderbroken of
genegeerd, of het apparaat kan alleen nog door een hardware-reset (zie gelijknamige
paragraaf) weer in de normale bedrijfsmodus worden teruggezet (bescherming
tegen manipulatie).
23
Algemene aanwijzingen!
Verandert de LED-toestand zich bij het teachen of inlezen van een vinger niet, beweeg de vinger
dan opnieuw over de sensor.
Het toevallige dubbel knipperen van „LED1“ en „LED2“ zonder uw tussenkomst, is systeemaf-
hankelijk en heeft geen invloed op het functioneren.
Master-fingerprint
Vóórdat u de verschillende bevoegde personen „inleest“, moet eerst een master-vingerafdruk worden
vastgelegd. Latere teachprocedures kunnen alleen met de master-vingerafdruk worden ingeleid. De eer-
ste ingelezen vingerafdruk wordt automatisch als master vastgelegd.
Voor het teachen van de master-vingerafdruk gaat u als volgt te werk:
1. Bedrijfsspanning aan „K1“ leggen (indien nog niet uitgevoerd); „LED1“ en „LED2“ moeten branden!
2. Steek de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP1“ Na ca. 10 s dooft „LED2“ gaat uit en „LED3“ begint
te branden.
3. Positioneer de gewenste vinger zoals afgebeeld tot dediepte-aanslag
in de sensorbehuizing.
4. Ga met de vinger gelijkmatig over de sensor. De vinger moet daarbij
licht worden aangedrukt, zodat hij de beide metaalstroken aan de
onder- en de bovenzijde van de sensor tegelijk raakt. Dit proces mag
niet langer of korter duren dan ong. 1 seconde. Als de vingerafdruk
met succes werd gelezen, dan dooft "LED1" en gaat "LED2" branden.
5. Positioneer dezelfde vinger opnieuw tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
6. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1
seconde te zijn. Werd de tweede fingerprint succesvol ingelezen, dat brandt naast „LED2“ ook de
lichtdiode „LED1“.
7. Positioneer dezelfde vinger voor de derde keer tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
8. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1
seconde te zijn. Werd de derde fingerprint succesvol ingelezen, dan doven „LED1“ en „LED2“. Deze
knipperen daarna nog kort.
9. Na ca. 2 s begint „LED2“ te branden.
10.Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“. Na ca. 30 s is uw informatie berekend en vers-
leuteld. „LED1“ en „LED2“ beginnen te branden. De master-teachprocedure is nu afgesloten.
Controleer nu, of de leeseenheid uw mastervinger herkent. Leg hiervoor de zojuist geteachte mastervin-
ger tot aan de diepte-aanslag in de sensorbehuizing op de sensor. De „LED2“ dooft hierbij. Trek uw vin-
ger gelijkmatig over de sensor. „LED1“ dooft ook. Na ca. 1 s sluit het relais ca. 2 s lang. Daarna branden
„LED1“ en „LED2“ weer.
Herkent de eenheid de mastervinger niet bij de eerste of tweede poging (geen hoorbaar klikken van het
relais), wis dan de gegevens van de module zoals bij „Wissen van ingelezen vingerafdrukken“ beschre-
ven en herhaal de teachprocedure „Master fingerprint“.
24
Gebruikers-fingerprint
Om een nieuwe gebruikers-fingerprint te kunnen teachen, moet eerst de master-fingerprint succesvol
worden herkend.
Na het succesvolle inlezen van de master-vingerafdruk (gedeelte „A“), kunnen alle andere gebruikers-
fingerprints na elkaar worden geprogrammeerd (gedeelte „B“).
A
Voor het herkennen van de master-vingerafdruk gaat u als volgt te werk:
1. Steek de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP1“ Na ca. 10 s dooft
„LED1“ und „LED3“ begint te branden.
2. Positioneer de „mastervinger“ zoals afgebeeld tot de diepte-aanslag in
de sensorbehuizing.
3. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet
korter of langer dan ca. 1 seconde te zijn. Werd de master-fingerprint
succesvol ingelezen, dan dooft de lichtdiode "LED2" en "LED1" knip-
pert kort. Daarna begint "LED1" weer te branden om de gereedheid
voor het teachen van verdere gebruiker-fingerprints weer te geven.
B
Voor het teachen van de gebruikers-vingerafdrukken gaat u als volgt te werk:
1. Positioneer de gewenste vinger zoals afgebeeld tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
2. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan 1 seconde
te zijn. Werd de fingerprint succesvol ingelezen, dan dooft „LED1“ en „LED2“ begint te branden.
3. Positioneer dezelfde vinger opnieuw tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
4. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan 1 seconde
te zijn. Werd de tweede fingerprint succesvol ingelezen, dan branden „LED1“ en „LED2“.
5. Positioneer dezelfde vinger voor de derde keer tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
6. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Werd de derde fingerprint succesvol ingelezen, dan
doven „LED1“ en „LED2“. Deze knipperen daarna nog kort. Dit bevestigt het correcte inlezen.
7. Na ca. 2 s begint „LED1“ te branden.
Voer deze procedure vanaf gedeelte „B“ punt 1 - 7 voor alle overige nog te teachen personen uit.
8. Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“. Na ca. 30 s is uw informatie berekend en vers-
leuteld. „LED1“ en „LED2“ beginnen te branden. De gebruikers-teachprocedure is nu afgesloten. Het
apparaat is nu klaar voor gebruik. De afdekkap van de analyse-eenheid moet weer worden gemon-
teerd.
Werd de teachprocedure door een 5-voudig dubbel knipperen van „LED1“ en „LED2“
beëindigd, dan is het datageheugen vol. Er kan geen andere vingerafdruk meer wor-
den geteached.
Vergeet na het afsluiten van de teachprocedure nooit de stekkerverbindingsbrug bij
jumper „JP1“ te verwijderen.
25
Bediening
In de normale bedrijfsmodus mogen de beide jumpers „JP1“ en „JP5“ niet overbrugd zijn.
De beide lichtdioden „LED1“ en „LED2“ branden (de controle-indicator „LED3“ is in deze modus uit).
Voor het bedienen gaat u als volgt te werk:
1. Positioneer de gewenste vinger zoals gewoonlijk tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing.
„LED2“ dooft.
2. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1
seconde te zijn. „LED1“ dooft direct daarna.
3. Werd een fingerprint herkend, dan wordt het schakelcontact voor de duur van ca. 2 s geactiveerd.
4. „LED1“ en „LED2“ branden weer.
5. De module is gereed voor de volgende herkenning.
Foutmelding van LED1 en LED2 / vingerafdruk werd niet herkend
Werd bij het lezen de vingerafdruk niet herkend (onvoldoende data), dan dooft de indicator „LED2“.
Dooft na een herhaalde poging „LED1“ nog steeds niet (onvoldoende data), dan wordt dit aangegeven
na maximaal 10 s door drie keer knipperen van „LED1“ en „LED2“.
De oorzaak kan een te snel of een te langzaam inlezen, een onbevoegde vingerafdruk of een scheef
ingelezen vingerafdruk zijn. Reinig eventueel het sensoroppervlak met een zachte, antistatische doek.
Herhaal de inleesprocedure, wanneer de beide indicatoren („LED1“ en „LED2“) weer branden.
Een kort flikkeren van „LED1“ en „LED2“ tijdens het normale bedrijf is sys-
teemafhankelijk en wijst niet op een defect (b.v. loszittend contact e.d.).
Wissen van de ingelezen vingerafdrukken
De ingelezen vingerafdrukken kunnen alleen compleet worden gewist. Afzonderlijk wissen is niet moge-
lijk.
Voor het wissen van alle vingerafdrukken (ook master) gaat u als volgt te werk:
Verwijder eventueel alle jumpers van de hoofdprintplaat.
• Zet de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP5“ en wacht ca. 20 seconden tot de indicator „LED2“
brandt.
Pas na deze tijd zijn alle ingelezen fingerprints gewist.
Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP5“. De module kan met nieuwe fingerprints worden
geprogrammeerd.
26
Hardware-reset
Tonen de LEDs „LED1“ en „LED2“ geen reactie bij aanraking van de sensor, veroorzaakt door invloeden
van buitenaf zoals spanningspieken, foutieve bediening of het niet afnemen van jumpers, dan moet de
bedrijfsspanning bij de klem „K1“ voor de duur van 20 s worden onderbroken.
De geteachte fingerprint-gegevens blijven behouden.
RS232-interface / PC-software
De vingerprintmodule beschikt over een seriële interface. Hiermee kan via een 9-polige 1:1 RS232 kabel
(connector) een dataverbinding worden gemaakt met een PC. Hiertoe wordt de FP260 PC-software
meegeleverd. Deze stelt een groot aantal andere functies ter beschikking voor een gemakkelijker bedie-
nen van het systeem en voor het beheer van de
Leest u hiertoe ook de handleiding, die zich bevindt op de FP260 software-CD.
Afvoer
Oude elektronische apparaten bevatten waardevolle materialen en behoren niet in het
huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met
de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd. Afvoer via het huisvuil is niet toe-
gestaan.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 VDC / 8 VAC
Stroomverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . max. 180 mA, stand-by ca. 20 mA
Mogelijke fingerprints (afhankelijk van de grootte). . 15-25 (incl. master)
Schakelvermogen, relais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 V AC/DC / 3 A
Schakeltijd, relais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ca. 2s
Leidingslengte verbindingskabel . . . . . . . . . . . . . . . ca. 50 cm
Interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RS232
Gewicht (zonder montage-adapter) . . . . . . . . . . . . . ca. 105g
Afmetingen meeteenheid
(L x B x H): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ong. 60 mm x 54 mm x 33 mm
Afmetingen leeseenheid
(L x B x H): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ong. 80 mm x 80 mm x 48 mm
27

Documenttranscriptie

CONRAD IM INTERNET http://www.conrad.com  Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.  Legal notice These operating instructions are a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.  Information légales Ce mode d'emploi est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l'équipement. © Copyright 2008 by Conrad Electronic SE.  Colofon Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2008 by Conrad Electronic SE. 01_1208_02/HK   BEDIENUNGSANLEITUNG NOTICE D’EMPLOI  OPERATING INSTRUCTIONS  GEBRUIKSAANWIJZING Version 12/08  Fingerprintmodul FP260  Fingerprint Module FP260 Seite 3 - 8 Page 9 - 14  Lecteur d’empreinte digitale FP260  Fingerprintmodule FP260 Best.-Nr. / Item-No. / No de commande / Bestnr.: Page 15 - 20 Pagina 21 - 26 75 16 33  Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf!  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference!  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! 2  Voorgeschreven gebruik De fingerprintmodule dient als persoonlijk toegangssysteem voor uiteenlopende toepassingen. Het maakt de controle van diverse systemen via de unieke vingerafdruk van maximaal 25 bevoegde personen mogelijk. Met de module wordt de vingerafdruk ingelezen en bij overeenkomst met een bevoegd persoon wordt een potentiaalvrije schakeluitgang geactiveerd. In de fingerprintmodule kunnen maximaal 25 vingerafdrukken geprogrammeerd en gewist/veranderd worden. De module wordt door een gelijkspanningsbron van 12 V of een wisselspanningsbron van 8 V verzorgd. De schakeluitgang mag max. met 35 VDC/AC en 3 A worden belast. Machines die gevaarlijk zijn voor leven en goed mogen niet met de module worden geschakeld. De leesmodule kan in een standaard inbouw-elektroinstallatiedoos, of m.b.v. de meegeleverde montagering, ook als opbouw worden gemonteerd. Beide modules moeten voldoende tegen indringend water (regen) of dauw worden beschermd. De noodzakelijke veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de veiligheidsafstand tot aanraakgevaarlijke spanningen/leidingen moeten in acht worden genomen. Een serieel interface (RS232) voor aansluiting aan een PC is aanwezig. Hiermee kan de verbinding worden aangemaakt met de meegeleverde FP260 PC-software. Het complete product mag niet gewijzigd of omgebouwd worden! De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! Veiligheidsvoorschriften en risico’s  Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. • Bij schade veroorzaakt door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! • Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade of persoonlijk letsel als gevolg van ondeskundig gebruik of het nietin acht nemen van de veiligheidsvoorschriften! In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie. • Dit product is geen speelgoed en dient buiten bereik van kinderen gehouden te worden. • Deze module is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen. • Het apparaat mag alleen door een vakman worden geïnstalleerd. Montage en aansluiting De module wordt compleet opgebouwd geleverd en moet alleen met de verbindingskabel „X4“ aan elkaar worden gestoken (let hierbij op de richting-insluitneuzen). Voor het programmeren moet de afdekkap van de analyse-eenheid door licht drukken op de zijdelings aangebrachte vergrendeling (V), weggenomen worden. 21  Let er bij de inbouw op, dat de analy-se-eenheid, die de beide jumpers „JP1“ en „JP5“ bevat, voor vreemde personen niet vrij toegankelijk is (b.v. door lokale scheiding m.b.v. een wand), omdat deze voor het wissen en teachen van de fingerprints worden gebruikt. De jumpers „JP2“, „JP3“ en „JP4“ mogen niet overbrugd worden en er mogen geen aansluitingen worden aangebracht (productieaansluiting). Monteer de beide printplaten op de door u beoogde plaatsen. De afstand tussen de analyse-eenheid en de sensoreenheid mag maximaal 50 cm bedragen. Een verlenging is niet toegestaan! De fingerprintmodule kan b.v. direct een deuropener aansturen. Sluit de deuropener etc. aan de beide klemmen van de potentiaalvrije schakeluitgang „K2“ (sluitcontact) aan. Draai de schroeven met een passende schroevendraaier voorzichtig vast. Verbindt de fingerprintmodule met een geschikte spanningsbron. Een geschikte spanningsbron levert een stabiele uitgangsspanning van 8 VAC of 12 VDC bij 250mA min. Sluit de spanningsbron in stroomloze toestand aan de schroefklem „K1“ aan. Draai de schroeven met een passende schroevendraaier voorzichtig vast. De polariteit is hierbij niet van belang. Controleer nogmaals alle stekker- en schroefverbindingen op vaste montage. De fingerprintmodule is nu klaar voor gebruik. Ingebruikneming Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“ en „JP5“. Na succesvolle inbouw en montage van de fingerprintmodule kan de stroomverzorging van de analyseeenheid ingeschakeld worden. De indicatoren „LED1“, „LED2“ en „LED3“ beginnen te branden. Na ca. 10 s dooft „LED3“. Tijdens deze starttijd wordt het systeem intern gecontroleerd. De fingerprintmodule is klaar voor gebruik. Teachen van de bevoegde vingerafdrukken  22 Gebruik voor de teach- en controleprocedure altijd dezelfde vinger (de wijsvinger is het meest geschikt) en positioneer deze op dezelfde wijze op het midden van de sensor, omdat het teachen anders niet wordt geaccepteerd. Voer de bedienstappen zonder langere pauzes uit; de procedure wordt anders automatisch onderbroken of genegeerd, of het apparaat kan alleen nog door een hardware-reset (zie gelijknamige paragraaf) weer in de normale bedrijfsmodus worden teruggezet (bescherming tegen manipulatie). Algemene aanwijzingen! Verandert de LED-toestand zich bij het teachen of inlezen van een vinger niet, beweeg de vinger dan opnieuw over de sensor. Het toevallige dubbel knipperen van „LED1“ en „LED2“ zonder uw tussenkomst, is systeemafhankelijk en heeft geen invloed op het functioneren. Master-fingerprint Vóórdat u de verschillende bevoegde personen „inleest“, moet eerst een master-vingerafdruk worden vastgelegd. Latere teachprocedures kunnen alleen met de master-vingerafdruk worden ingeleid. De eerste ingelezen vingerafdruk wordt automatisch als master vastgelegd. Voor het teachen van de master-vingerafdruk gaat u als volgt te werk: 1. Bedrijfsspanning aan „K1“ leggen (indien nog niet uitgevoerd); „LED1“ en „LED2“ moeten branden! 2. Steek de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP1“ Na ca. 10 s dooft „LED2“ gaat uit en „LED3“ begint te branden. 3. Positioneer de gewenste vinger zoals afgebeeld tot dediepte-aanslag in de sensorbehuizing. 4. Ga met de vinger gelijkmatig over de sensor. De vinger moet daarbij licht worden aangedrukt, zodat hij de beide metaalstroken aan de onder- en de bovenzijde van de sensor tegelijk raakt. Dit proces mag niet langer of korter duren dan ong. 1 seconde. Als de vingerafdruk met succes werd gelezen, dan dooft "LED1" en gaat "LED2" branden. 5. Positioneer dezelfde vinger opnieuw tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 6. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1 seconde te zijn. Werd de tweede fingerprint succesvol ingelezen, dat brandt naast „LED2“ ook de lichtdiode „LED1“. 7. Positioneer dezelfde vinger voor de derde keer tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 8. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1 seconde te zijn. Werd de derde fingerprint succesvol ingelezen, dan doven „LED1“ en „LED2“. Deze knipperen daarna nog kort. 9. Na ca. 2 s begint „LED2“ te branden. 10. Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“. Na ca. 30 s is uw informatie berekend en versleuteld. „LED1“ en „LED2“ beginnen te branden. De master-teachprocedure is nu afgesloten. Controleer nu, of de leeseenheid uw mastervinger herkent. Leg hiervoor de zojuist geteachte mastervinger tot aan de diepte-aanslag in de sensorbehuizing op de sensor. De „LED2“ dooft hierbij. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. „LED1“ dooft ook. Na ca. 1 s sluit het relais ca. 2 s lang. Daarna branden „LED1“ en „LED2“ weer. Herkent de eenheid de mastervinger niet bij de eerste of tweede poging (geen hoorbaar klikken van het relais), wis dan de gegevens van de module zoals bij „Wissen van ingelezen vingerafdrukken“ beschreven en herhaal de teachprocedure „Master fingerprint“. 23 Gebruikers-fingerprint Om een nieuwe gebruikers-fingerprint te kunnen teachen, moet eerst de master-fingerprint succesvol worden herkend. Na het succesvolle inlezen van de master-vingerafdruk (gedeelte „A“), kunnen alle andere gebruikersfingerprints na elkaar worden geprogrammeerd (gedeelte „B“). A Voor het herkennen van de master-vingerafdruk gaat u als volgt te werk: 1. Steek de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP1“ Na ca. 10 s dooft „LED1“ und „LED3“ begint te branden. 2. Positioneer de „mastervinger“ zoals afgebeeld tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 3. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1 seconde te zijn. Werd de master-fingerprint succesvol ingelezen, dan dooft de lichtdiode "LED2" en "LED1" knippert kort. Daarna begint "LED1" weer te branden om de gereedheid voor het teachen van verdere gebruiker-fingerprints weer te geven. B Voor het teachen van de gebruikers-vingerafdrukken gaat u als volgt te werk: 1. Positioneer de gewenste vinger zoals afgebeeld tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 2. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan 1 seconde te zijn. Werd de fingerprint succesvol ingelezen, dan dooft „LED1“ en „LED2“ begint te branden. 3. Positioneer dezelfde vinger opnieuw tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 4. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan 1 seconde te zijn. Werd de tweede fingerprint succesvol ingelezen, dan branden „LED1“ en „LED2“. 5. Positioneer dezelfde vinger voor de derde keer tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. 6. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Werd de derde fingerprint succesvol ingelezen, dan doven „LED1“ en „LED2“. Deze knipperen daarna nog kort. Dit bevestigt het correcte inlezen. 7. Na ca. 2 s begint „LED1“ te branden. Voer deze procedure vanaf gedeelte „B“ punt 1 - 7 voor alle overige nog te teachen personen uit. 8. Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“. Na ca. 30 s is uw informatie berekend en versleuteld. „LED1“ en „LED2“ beginnen te branden. De gebruikers-teachprocedure is nu afgesloten. Het apparaat is nu klaar voor gebruik. De afdekkap van de analyse-eenheid moet weer worden gemonteerd.  Werd de teachprocedure door een 5-voudig dubbel knipperen van „LED1“ en „LED2“ beëindigd, dan is het datageheugen vol. Er kan geen andere vingerafdruk meer worden geteached. Vergeet na het afsluiten van de teachprocedure nooit de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP1“ te verwijderen. 24 Bediening In de normale bedrijfsmodus mogen de beide jumpers „JP1“ en „JP5“ niet overbrugd zijn. De beide lichtdioden „LED1“ en „LED2“ branden (de controle-indicator „LED3“ is in deze modus uit). Voor het bedienen gaat u als volgt te werk: 1. Positioneer de gewenste vinger zoals gewoonlijk tot de diepte-aanslag in de sensorbehuizing. „LED2“ dooft. 2. Trek uw vinger gelijkmatig over de sensor. Deze procedure dient niet korter of langer dan ca. 1 seconde te zijn. „LED1“ dooft direct daarna. 3. Werd een fingerprint herkend, dan wordt het schakelcontact voor de duur van ca. 2 s geactiveerd. 4. „LED1“ en „LED2“ branden weer. 5. De module is gereed voor de volgende herkenning. Foutmelding van LED1 en LED2 / vingerafdruk werd niet herkend Werd bij het lezen de vingerafdruk niet herkend (onvoldoende data), dan dooft de indicator „LED2“. Dooft na een herhaalde poging „LED1“ nog steeds niet (onvoldoende data), dan wordt dit aangegeven na maximaal 10 s door drie keer knipperen van „LED1“ en „LED2“. De oorzaak kan een te snel of een te langzaam inlezen, een onbevoegde vingerafdruk of een scheef ingelezen vingerafdruk zijn. Reinig eventueel het sensoroppervlak met een zachte, antistatische doek. Herhaal de inleesprocedure, wanneer de beide indicatoren („LED1“ en „LED2“) weer branden.  Een kort flikkeren van „LED1“ en „LED2“ tijdens het normale bedrijf is systeemafhankelijk en wijst niet op een defect (b.v. loszittend contact e.d.). Wissen van de ingelezen vingerafdrukken De ingelezen vingerafdrukken kunnen alleen compleet worden gewist. Afzonderlijk wissen is niet mogelijk. Voor het wissen van alle vingerafdrukken (ook master) gaat u als volgt te werk: • Verwijder eventueel alle jumpers van de hoofdprintplaat. • Zet de stekkerverbindingsbrug op jumper „JP5“ en wacht ca. 20 seconden tot de indicator „LED2“ brandt. • Pas na deze tijd zijn alle ingelezen fingerprints gewist. • Verwijder de stekkerverbindingsbrug bij jumper „JP5“. De module kan met nieuwe fingerprints worden geprogrammeerd. 25 Hardware-reset Tonen de LEDs „LED1“ en „LED2“ geen reactie bij aanraking van de sensor, veroorzaakt door invloeden van buitenaf zoals spanningspieken, foutieve bediening of het niet afnemen van jumpers, dan moet de bedrijfsspanning bij de klem „K1“ voor de duur van 20 s worden onderbroken. De geteachte fingerprint-gegevens blijven behouden. RS232-interface / PC-software De vingerprintmodule beschikt over een seriële interface. Hiermee kan via een 9-polige 1:1 RS232 kabel (connector) een dataverbinding worden gemaakt met een PC. Hiertoe wordt de FP260 PC-software meegeleverd. Deze stelt een groot aantal andere functies ter beschikking voor een gemakkelijker bedienen van het systeem en voor het beheer van de  Leest u hiertoe ook de handleiding, die zich bevindt op de FP260 software-CD. Afvoer Oude elektronische apparaten bevatten waardevolle materialen en behoren niet in het huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Technische gegevens Bedrijfsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 VDC / 8 VAC Stroomverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . max. 180 mA, stand-by ca. 20 mA Mogelijke fingerprints (afhankelijk van de grootte) . . 15-25 (incl. master) Schakelvermogen, relais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 V AC/DC / 3 A Schakeltijd, relais . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ca. 2s Leidingslengte verbindingskabel . . . . . . . . . . . . . . . ca. 50 cm Interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RS232 Gewicht (zonder montage-adapter) . . . . . . . . . . . . . ca. 105g Afmetingen meeteenheid (L x B x H): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ong. 60 mm x 54 mm x 33 mm Afmetingen leeseenheid (L x B x H): . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ong. 80 mm x 80 mm x 48 mm 26 27
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Conrad FP260 de handleiding

Type
de handleiding